Resultaten van een survey-onderzoek bij leerlingen uit de derde graad secundair onderwijs.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Resultaten van een survey-onderzoek bij leerlingen uit de derde graad secundair onderwijs."

Transcriptie

1 Financieel risicogedrag bij jongeren Resultaten van een survey-onderzoek bij leerlingen uit de derde graad secundair onderwijs. Synthese van de resultaten en conclusies Ilse Cornelis en Bérénice Storms

2 Inhoud 1. Introductie 3 2. Inkomen en uitgaven 3 3. Financiële kennis en vaardigheden 5 4. Prevalentie van risicogedrag 6 5. Prevalentie van financiële moeilijkheden 8 6. Financieel risicogedrag en financiële moeilijkheden voorspellen op basis van verschillende mogelijke beïnvloedende factoren Risicogroepen Andere beïnvloedende factoren Moeten we ons zorgen maken over de jongeren van vandaag? Beschermt ervaring met geld tegen risicogedrag? Risicofactoren of risicogroepen- implicaties? Belang van financiele opvoeding thuis en op school 15 2

3 1. Introductie Met dit survey-onderzoek wilden we het financieel gedrag van een representatieve groep Vlaamse jongeren uit de derde graad secundair onderwijs anno 2014 in kaart te brengen. Hierbij beogen we vooral te beschrijven hoe het inkomen en uitgaven van deze jongeren eruit ziet, en in hoeverre dit verschilt volgens een aantal demografische kenmerken. Daarnaast trachten we zich te krijgen op het mogelijke risicovol financieel gedrag van deze groepen jongeren, zowel wat betreft de prevalentie ervan als mogelijke beïnvloedende factoren. In totaal namen 2447 leerlingen uit 63 scholen deel aan het onderzoek, waarvan echter niet steeds volledig ingevulde vragenlijsten ontvangen werden (vandaar dat de steekproefgrootte voor verschillende indicatoren zeer verschillend kan zijn). Het betreft voor een groot stuk ook zelfrapportering, wat maakt dat we voor de betrouwbaarheid van de gegevens slechts kunnen hopen dat de leerlingen deze vragenlijsten ernstig ingevuld hebben. Voor de flagrant niet ernstige invullers werden de vragenlijsten vooraf al verwijderd, maar in een aantal gevallen werd ook informatie gegeven waarvan het twijfelachtig is of deze steeds accuraat is. Voor een aantal indicatoren werden daarom ook nog een aantal respondenten verwijderd die extreme antwoorden gegeven hadden. Tenslotte hebben we ook een herweging toegepast omdat uit de eerste analyses bleek dat onze steekproef niet representatief bleek voor opleidingstype (waarbij er vooral een oververtegenwoordiging van TSO leerlingen en een ondervertegenwoordiging van BSO leerlingen op te merken viel) en studiejaar (omdat vooral 6 e -jaarsleerlingen bevraagd waren). Met deze bedenkingen in gedachten willen we toch een aantal van de bevindingen die uit deze bevraging naar voor komen nog eens aanhalen. 2. Inkomen en uitgaven Het inkomen van jongeren bestaat vooral uit zakgeld en geld verdiend met vakantiewerk. Vier op vijf jongeren krijgt zakgeld en dit bedraagt ongeveer 20 euro per week. Hoeveel zakgeld jongeren krijgen hangt af van de financiële gezinssituatie, het geslacht van jongeren en het soort gezin waarin ze leven. Kinderen uit originele tweeoudergezinnen krijgen een lager bedrag dan nieuw samengestelde gezinnen. Het zakgeld wordt vooral gegeven door de ouders, maar daarnaast krijgt 13% van hen ook nog eens zakgeld van grootouders, bovenop het geld dat ze van hun ouders krijgen. Driekwart van de respondenten geeft de helft of meer van het zakgeld op korte termijn weer uit, de rest spaart het grootste deel of alles. Met het zakgeld worden vooral zaken uit de ontspanningssfeer betaald : alles wat te maken heeft met uitgaan en leuke dingen doen. Daarnaast zegt ook meer dan een derde van de jongeren dat ze hun zakgeld gebruiken (of geacht worden te gebruiken) voor het bekostigen van festivaluitgaven, cadeautjes,

4 games, hardware (zoals laptop, telefoon), muziek/filmuitgaven, snoep en snacks en alcohol. Jongeren uit 3 e graad DBSO die al met een voet in de arbeidsmarkt staan krijgen minder vaak zakgeld, maar de gemiddelde bedragen liggen wel hoger en het geld wordt vaker besteedt aan de meer utilitaire uitgaven voor auto, rijlessen of brommer eerder dan aan uitgaan. Een grotere groep jongeren uit het DBSO geeft ook aan dat het zakgeld besteedt wordt aan alcohol, dit heeft hoogstwaarschijnlijk deels ook te maken met het feit dat deze iets oudere groep ook makkelijker (en vaker) legaal sterke drank kan consumeren. Participatie aan vakantiewerk ligt in deze steekproef vrij hoog, meer dan twee derde (70%) van de steekproef zegt gewerkt te hebben tijdens de zomervakantie. Deze cijfers komen grotendeels overeen met een recente studie uitgevoerd door de HUB (De miskende arbeidsmarkt? Toegang en kenmerken van deeltijds werk door Vlaamse scholieren, Stef Adriaenssens, Dieter Verhaest, Anja Van den Broeck,Karin Proost, Dries Berings, 2012), die 55% participatie door 16 jarigen, ongeveer 65% door 17-jarigen en 82% bij >17jarigen rapporteert. Gemiddeld wordt 5.5 weken gewerkt en 1238 Euro verdiend, en dit met zeer uiteenlopende jobs. Het inkomen uit het vakantiewerk wordt door ongeveer de helft van de jongeren vooral gespaard. jongeren uit ASO/KSO, jongere scholieren en jongeren die minder uitgaan geven aan minder te verdienen met vakantiewerk. Werken tijdens weekends of weekdagen gedurende het schooljaar komt bij minder dan de helft (42%) van de jongeren derde graad voor, bij diegene die werken rapporteert men ongeveer 213 per maand te verdienen. Er zijn meer meisjes die dit soort werk rapporteren dan jongens, maar zij werken minder uren per maand en verdienen hierdoor gemiddeld minder, dit verschil valt waarschijnlijk vooral toe te schrijven aan de meer occasionele aard van het babysitwerk dat meisjes hoofdzakelijk uitvoeren. Het weekendwerk neemt ook toe met de studiejaren, de proportie jongeren die werkt tijdens het schooljaar is vergelijkbaar voor ASO, TSO en BSO. Jongeren uit gezinnen met beperktere financiële middelen werken iets vaker tijdens het schooljaar. Jongeren uit het DBSO verdienen meer met werken tijdens het schooljaar, Dit alles samen maakt dat het gemiddeld jaarinkomen (combinatie van zakgeld, klusjes, vakantiewerk en werk tijdens het schooljaar) van de jongeren 3 e graad (zonder DBSO) op 2394 ligt. Wanneer we de leerlingen van het DBSO opnemen stijgt dit inkomen zelfs tot Tegelijk zien we ook een groep van ongeveer 12% die geen enkele vorm van inkomen rapporteert. Heel wat jongeren hebben een aantal uitgaven die ze zelf betalen, een aantal uitgaven die zij zelf gedeeltelijk betalen en daarnaast zijn er zaken die volledig door de ouders betaald worden. Vooral zaken die door de ouders vermoedelijk niet steeds geweten zijn (zoals uitgaven voor genotsmiddelen zoals cannabis, roken en alcohol) worden door de jongeren zelf volledig bekostigd, maar het gaat hier natuurlijk slechts om een beperkte groep. Ook zaken uit de ontspanningssfeer 4

5 zoals games, uitgaan en leuke dingen doen, festivals en muziek of film worden door meer dan de helft van de jongeren die hieraan geld uitgeven zelf volledig gefinancierd. Onder de uitgaven die vaak gedeeld worden onder ouders en de jongeren zelf vallen grotere hardware-aankopen zoals laptop, telefoon, smartphone of gameconsole, kleding en schoenen, geld voor auto of brommer en festivaltickets. Daarnaast worden toch ook bij meer dan een derde van de jongeren kleinere uitgaven voor snacks, snoep of uit eten gaan, cadeautjes en uitgaan gedeeld. Bij de grote meerderheid van de jongeren worden uitgaven voor school, vakantie, vervoer (los van auto of brommer) en uitgaven in het kader van sport of hobby volledig door de ouders gedragen. Voor de uitgaven die de jongeren zelf volledig of tenminste gedeeltelijk betalen, zien we dat de grote groep die de kosten voor uitgaan voor zich neemt, hieraan een mediaan bedrag van 25 Euro per maand besteedt. Wanner we de gegevens rond inkomsten en uitgaven naast elkaar leggen komen we tot de vaststelling dat bij bijna 40% van de jongeren hogere uitgaven dan inkomsten de uitgaven rapporteert. Dit kan echter aan verschillende zaken toe te schrijven zijn. Ten eerste is het niet steeds duidelijk of de gerapporteerde uitgaven voor zaken die gedeeltelijk door de ouders en gedeeltelijk door de jongere betaald worden, de volledige uitgaven betreft of slechts het deel dat de jongere zelf betaalt. Ten tweede gaven jongeren aan dat voor een aantal uitgaven categorieën het moeilijk was hier bedragen op te plakken, en dit in grote mate beroep deed op hun (niet steeds even betrouwbare) herinnering. Ten derde is het natuurlijk mogelijk dat er bij een aantal jongeren inderdaad een onevenwicht zit tussen de inkomsten en uitgaven. Indien dit effectief het geval is, zou dit een goede indicator voor financiële risico s kunnen vormen. Aangezien er voor een aantal respondenten zeker ook plausibele andere verklaringen zijn voor de deze inbalans, hebben we ervoor geopteerd dit onevenwicht niet te hanteren als indicator voor financieel risicogedrag. 3. Financiële kennis en vaardigheden Op een test die financiële kennis aan de hand van 13 meerkeuze- vragen meet haalden de jongeren 3 e graad een gemiddelde score van 5.93 op 13 (omgerekend 4.6 op 10). Slechts 46% van de leerlingen heeft minstens zeven van de dertien vragen juist. Het begrip inflatie is door ongeveer de helft van de jongeren gekend, maar blijkbaar is de definitie ervan door meer jongeren gekend dan de praktische implicatie ervan. De berekening van interest voor één jaar lukt bij de meerderheid van de leerlingen derde graad, over een aantal jaren heen blijkt dit voor meer dan de helft van de jongeren te moeilijk. Zaken die te maken hebben met beleggingen, woonleningen en verzekeringen zijn door meer dan de helft van de jongeren weinig gekend. Jongeren scoren duidelijk beter op vragen die peilen naar meer praktische prijzenkennis, gemiddeld heeft men drie van de vier vragen correct beantwoord. Jongens, leerlingen uit het ASO/KSO en jongeren uit

6 eenoudergezinnen scoren hoger; jongeren uit BSO en BUSO en jongeren met een andere dan Belgische/Nederlandse achtergrond scoren lager. Ervaring met vakantiewerk, ouders die praten met de jongere over geld en aandacht op school voor financiële educatie dragen bij aan financiële kennis. Jongeren schatten hun eigen financiële vaardigheden sterk in, maar toch zegt 8% over zichzelf dat ze niet goed met geld kunnen omgaan. Jongeren uit de derde graad vinden zichzelf vooral goed in het weerstaan van verleidingen en vinden dat ze in staat om prioriteiten te stellen. Administratieve vaardigheden en overzicht houden worden door aanzienlijk grotere groepen jongeren als minder goed beoordeeld. Een belangrijke bevinding hier is dat financiële vaardigheden vrij onafhankelijk lijken te zijn van achtergrondkenmerken, maar vooral samenhangen met financiële opvoeding thuis en op school. 4. Prevalentie van risicogedrag Ondanks het feit dat jongeren zelf aangeven weinig positief te staan tegenover geld lenen (meer dan 85% heeft hier toch enig probleem mee), blijkt dit wel zeer vaak voor te komen. Ongeveer 25% van de jongeren zegt dit soms of vaker te doen, en ongeveer 1 op 5 heeft al meer dan 50 geleend. Jongeren lenen vrij kleine bedragen, gemiddeld 3.75 per maand over alle respondenten heen bekeken), vooral van vrienden en ouders. In meer dan de helft van de gevallen wordt het geld geleend voor snoep, snacks en uit eten gaan, een derde leent geld om leuke dingen te doen (uitgaan, cinema, café, ). Geld lenen is vooral geassocieerd met uitgaan: jongeren die vaker uitgaan lenen frequenter en grotere bedragen. Kopen op afbetaling (waarvan de officiële vorm eigenlijk niet mogelijk is voor jongeren onder de 18) wordt naar eigen zeggen door 12% van de derde graad jongeren ooit al eens gedaan, maar het is niet duidelijk of al deze jongeren ook effectief begrepen wat hiermee bedoeld werd, zoals blijkt uit de antwoorden op de vraag naar wat er op afbetaling gekocht is (vaak gaat het om informele leningen). Een aantal jongeren speelt om geld: weddingschappen met vrienden voor geld komen het vaakst voor, ongeveer een vierde van de groep jongeren geeft aan dit een paar keer per jaar of vaker te doen. Het kopen van een kraslot, spelletjes spelen voor geld en gokken op bv uitslagen van sportwedstrijden komt bij ongeveer 10% van de jongeren voor. Dit is slechts een relatief klein percentage en lager dan de proporties deelname aan betalende kansspelen uit de studie uit 2011 uitgevoerd door het OIVO. Desondanks gaat hier toch over een niet onaanzienlijke groep jongeren, zeker gezien het feit dat dit voor jongeren onder 18 jaar eigenlijk verboden is. 8% van de jongeren van 17 jaar geeft aan tenminste een paar keer per jaar een kraslot te kopen. Een groep ongeveer 10% van alle leerlingen 3 e graad koopt enkele keren per jaar een kraslot, gokt op uitslagen of speelt spelletjes voor geld. Van deze groep spelers geeft 20% hieraan wekelijks 6

7 tenminste 5 uit. Het spelen voor geld zien we vaker bij jongens, oudere scholieren en jongeren die vaker uitgaan of verdovende middelen gebruiken. In tegenstelling tot de studie uit 2011 konden wij geen relatie zien tussen spelen voor geld en de financiële achtergrond van de jongeren. Ongeveer een derde van de jongeren geeft aan wel eens iets via sms te betalen. Het gemiddeld bedrag voor diegenen die met sms zaken betalen ligt op 4 per maand en dit wordt vooral gebruikt om bus of tram te betalen. Toch zegt in totaal 3% van de totale groep derdegraads leerlingen dat ze soms tot vaak meer geld uitgeven via sms-betalen dan gepland, dit zijn dan vooral de jongeren die SMS gebruiken om andere dingen dan OV te betalen (stemmen, virtuele dingen kopen, ). Jongeren uit ASO/KSO en jongeren die vaak uitgaan betalen vaker via SMS, bedragen die via SMS uitgegeven worden liggen hoger bij jongeren uit DBSO en jongeren die vaak uitgaan. In totaal zegt 68% van de jongeren wel eens online zaken te kopen, 18% doet dit maandelijks of vaker. Vooral kleding of schoenen en tickets (zowel festival als vakantie) worden online aangeschaft. Jongeren die online kopen geven aan gemiddeld ongeveer 24 per maand hieraan uit te geven. Online kopen wordt vaak geassocieerd met zeer bewust aankopen omdat de directe stimulatie van een winkelomgeving ontbreekt en men in principe uitgebreid aan prijsvergelijking kan doen vooraleer iets aan te kopen. Toch geeft van de groep online-kopers 30% aan dat de uiteindelijke aankoop wel eens duurder uitvalt dan gepland, en zegt bijna een op vijf dat ze online soms tot heel vaak meer geld uitgeven dan gepland. Voor online kopen zien we dat dit vaker voorkomt bij jongeren uit gezinnen met een meer comfortabele financiële achtergrond en bij jongens. Ongeveer 10% van de jongeren uit de derde graad secundair onderwijs vertoont kenmerken van compulsief koopgedrag, waarbij anderen hun koopgedrag als overmatig beoordelen, hun leven voor een aanzienlijk deel rond kopen draait en waarbij ze onnodige dingen kopen. Jongens rapporteren minder compulsief te kopen en jongeren met een andere dan Belgische/Nederlandse achtergrond, jongeren die vaker uitgaan, softdrugs gebruiken en jongeren met een minder goede gezondheid rapporteren meer compulsief koopgedrag. Geld uitgeven dat men eigenlijk niet heeft komt naar eigen zeggen bij ongeveer 6% van de jongeren soms tot heel vaak voor. Dit komt vaker voor bij jongeren met een minder gunstige financiële achtergrond, oudere jongeren, jongeren die vaak uitgaan, rokers, en jongeren met een slechtere gezondheid. We zien ook dat een aanzienlijke groep jongeren kiest voor risicovolle manieren om te gaan met de confrontatie van een bepaald verlangen iets te kopen en het gebrek aan geld om dit te kunnen kopen. Meer dan de helft van de jongeren geeft aan dat (een van de manieren) om dat conflict op te lossen erin bestaat om geld aan hun ouders te vragen. Tegelijk is de meest voorkomende strategie om te wachten en geld te sparen tot het gewenste gekocht kan worden. In totaal 20% van de jongeren rapporteert primair risicovolle strategieën om met geldgebrek om te gaan (bv.

8 geld lenen of vragen i.p.v. te sparen of extra te werken). Dit komt vaker voor bij rokers, jongeren uit eenoudergezinnen en meisjes. 5. Prevalentie van financiële moeilijkheden Ondanks het feit dat het grootste deel van de jongeren in deze groep van derdegraadsleerlingen weinig mogelijkheden heeft om formeel schulden te maken, in het rood te gaan en dergelijk, zien we toch bij een aantal jongeren dat er regelmatig of aanzienlijk informele schulden zijn of dat er diverse vormen van risicogedrag aanwezig zijn. Het effectief ervaren van financiële moeilijkheden is in deze leeftijdscategorie vooral beperkt tot het registreren van de grootte van de informele schulden en de subjectieve ervaring van geldzorgen, geldtekort en dergelijke. Van alle leerlingen rapporteert 10% dat zij op dit moment schulden hebben, dus geld geleend dat ze nog moeten terugbetalen. Het gemiddelde bedrag hier is 35 (berekend voor de mensen met schulden). Jongeren die vaker uitgaan behoren vaker tot de groep met schulden. Van deze jongeren met schulden zegt 20% het soms tot heel vaak moeilijk te hebben met het terugbetalen van deze schulden, dit representeert ongeveer 2% van de totale groep en het gaat dan vooral om jongeren die het thuis financieel minder breed hebben. In totaal 29% van alle jongeren geeft aan soms, vaak of heel vaak geld tekort te komen. Bij 6 % van de jongeren doet zich dat vaak of zeer vaak voor. Oudere jongeren, jongeren uit gezinnen die het financieel minder makkelijk hebben en jongeren uit nieuw samengestelde gezinnen of mengvormen geven vaker aan geld tekort te komen terwijl jongeren uit het DBSO minder geld tekort komen. Ook jongeren die vaker uitgaan; rokers, jongeren met minder goede gezondheid en softdruggebruikers zeggen vaker geld tekort komen Ongeveer 12% van de jongeren zegt ontevreden of heel erg ontevreden te zijn met hun huidige financiële toestand. Desondanks geeft deze ontevredenheid bij slechts 6 % van de jongeren aanleiding tot geldzorgen. Ongeveer een kwart van de jongeren is ontevreden met de hoeveelheid spaargeld. Slechts een zeer beperkte groep van ongeveer 3% zegt ontevreden te zijn omdat de ouders het financieel moeilijk hebben of omdat ze zelf meer schulden dan gewenst hebben. Ook hier zien we een aantal verschillen tussen groepen terugkeren, die voor een deel vergelijkbaar zijn met geld tekort komen. Vooral meisjes, oudere jongeren, jongeren uit gezinnen die het minder breed hebben, jongeren uit nieuw samengestelde en mengvormgezinnen jongeren met een minder goede gezondheid, rokers en jongeren die vaker uitgaan rapporteren een lagere tevredenheid en meer zorgen. 8

9 Tenslotte werd ook gepeild naar de financiële toekomst die jongeren voor zich zien. Algemeen zien jongeren hun financiële toekomst vrij rooskleurig tegemoet. Ongeveer 7% van de jongeren is bezorgd om in de nabije toekomst geldproblemen te hebben, terwijl een vijfde van de totale groep zich vooral over de verre toekomst zorgen maakt. Het gaat dan vooral bezorgdheid over of men de huidige manier van leven zal kunnen aanhouden met bijhorende keuzes, of men aan werk raakt dat deze levensstijl toelaat en of men voldoende zal kunnen sparen. Jongeren uit gezinnen die het financieel minder breed hebben maken zich duidelijk meer zorgen over hun financiële toekomst, net als meisjes, jongeren uit het BSO, iets oudere jongeren, jongeren met een minder goede gezondheid en druggebruikers. 6. Financieel risicogedrag en financiële moeilijkheden voorspellen op basis van verschillende mogelijke beïnvloedende factoren 6.1. Risicogroepen In eerste instantie bekeken we hoe de verschillende indicatoren voor financieel risicogedrag samenhangt met het geheel van achtergrondvariabelen. Hieruit vallen een aantal bevindingen te noteren. Bij jongens zien we meer spelen om geld en online kopen ;bij meisjes meer compulsief kopen, risicovolle coping en zorgen en ontevredenheid over geld. Bij jongeren van andere afkomst zien we iets grotere neiging tot compulsief kopen. Jongeren uit het ASO/KSO zeggen vaker geld te lenen, meer online te kopen en meer via sms te betalen, jongeren uit het DBSO lenen minder vaak en geven minder vaak geld uit dat ze niet hebben. Jongeren uit het BSO hebben minder zorgen over hun financiële toekomst, terwijl jongeren uit het BUSO minder online kopen, minder vaak via sms betalen en minder geneigd zijn tot compulsief koopgedrag. Iets oudere jongeren uit de derde graad spelen vaker om geld, betalen meer via sms, zijn meer geneigd tot compulsief kopen en geld uitgeven dat er niet is. Zij ervaren ook vaker dat ze geld tekort hebben, zijn meer ontevreden over hun geldzaken en maken zich meer zorgen over hun toekomst op financieel vlak. Jongeren uit nieuw samengestelde gezinnen of combinaties van eenoudergezinnen en nieuw-samengestelde gezinnen zeggen vaker online te kopen, ervaren vaker

10 geldtekort en zeggen vaker ontevreden te zijn over hun geldzaken omdat de ouders het niet zo breed hebben. Jongeren uit gezinnen die het financieel minder breed hebben (gebaseerd op de subjectieve inschatting van de jongeren van de financiële situatie thuis en de mate waarin de ouders schulden hebben, al dan niet een eigen woning bezitten en de arbeidssituatie van de ouders) lenen vaker geld, kopen minder online, geven frequenter geld uit dat ze niet hebben, ervaren meer dat ze geldtekorten, maken zich meer zorgen over hun huidige financiële toestand en over de financiële toekomst. Zij geven ook aan meer schulden te hebben dan gewenst, minder spaargeld te hebben dan gewenst, erg te moeten opletten met hun geld zonder veel extra te doen en te weinig geld te hebben voor leuke dingen, naast ontevredenheid omwille van het feit dat hun ouders het niet breed hebben. Een heel aantal risicogedragingen blijken geassocieerd met uitgaan: zo zien we dat jongeren die vaker uitgaan frequenter geld lenen, en grotere bedragen lenen, meer spelen voor geld, via sms betalen, compulsief kopen, geld uitgeven dat ze niet hebben, meer geldtekorten ervaren en ontevredener zijn met hun huidige financiële toestand. Een aantal van de risicogedragingen speelt zich waarschijnlijk gedeeltelijk of volledig af in de sfeer van het uitgaan (bij spelen om geld bijvoorbeeld), vandaar dat deze associaties niet zo verwonderlijk zijn. Desondanks valt op dat dit een sterk correlaat is van diverse vormen van financieel risicogedrag. Rokers hebben iets grotere neiging tot compulsief kopen, het uitgeven van geld dat er niet is en het hanteren van risicovolle coping strategieën. Ze ervaren ook vaker geld tekort te komen en maken zich meer zorgen over hun financiële toestand. Ze zijn in het bijzonder ontevreden over de hoeveelheid spaargeld. Bij de groep die softdrugs of andere drugs gebruikt vinden we iets meer spelen om geld, meer compulsief kopen, en meer zorgen over de financiële toekomst; de groep gebruikers geeft ook significant vaker aan meer schulden te hebben dan gewenst, erg te moeten opletten met hun geld zonder veel extra te doen, te weinig geld te hebben voor leuke dingen en ontevreden te zijn met hun financiële toestand vanwege de financiële situatie van de ouders (hoewel gebruik van softdrugs niet gelinkt bleek aan de financiële achtergrond van het gezin). Jongeren die hun eigen gezondheid minder goed beoordelen rapporteren vaker compulsief te kopen en geld uit te geven dat ze niet hebben. Ze ervaren vaker een geldtekort, ontevredenheid en zorgen over hun huidige financiële toestand en maken zich meer zorgen over hun financiële toekomst. Op dit moment zijn ze meer ontevreden over het feit dat ze erg moeten opletten zonder veel extra te doen, dat ze geen geld hebben voor leuke dingen, dat ze niet zoveel spaargeld hebben als ze zouden willen en omdat hun ouders zelf wel genoeg geld hebben, maar hen te weinig geven. 10

11 6.2. Andere beïnvloedende factoren Naast een aantal achtergrondkenmerken en zaken die te maken hebben met de levensstijl en gezondheid van jongeren hebben we ook voor een aantal mogelijke beïnvloedende factoren bekeken in welke mate deze samenhangen met financieel risicogedrag en financieel nadelige uitkomsten. Wanneer we de verschillende risicogedragingen trachten te voorspellen op basis van een heel grote set mogelijke predictoren, blijkt dat we ten hoogste ongeveer 40% van de variantie in dit risicogedrag kunnen voorspellen. De clusters die voorspellend zijn, zijn bovendien niet steeds consistent voor de verschillende risicogedragingen. Hieronder trachten we de bevindingen voor de verschillende mogelijke predictoren samen te vatten. Financiële vaardigheden blijken geassocieerd met een heel scala aan risicogedragingen en financiële uitkomsten. Algemeen kunnen we samenvatten dat jongeren die van zichzelf zeggen dat ze beter in staat zijn om te weerstaan aan verleidingen en die hun uitgavenpatroon kunnen aanpassen aan veranderende inkomsten minder risicogedrag vertonen. Jongeren die hun uitgavenpatroon kunnen aanpassen aan inkomsten en die aangeven vaker bewust te kopen hebben minder geldzorgen en komen minder vaak geld tekort. Individuele verschillen, vooral op het vlak van impulsiviteit, blijken vrij consistent samen te hangen met financieel risicogedrag. Jongeren die een sterkere mate van impulsiviteit vertonen, vooral op het vlak van niet vooruit denken voor men iets doet en onvoorzichtigheid (weinig premediatie) blijken meer risicogedrag te vertonen en vaker geld tekort te hebben. Het streven naar nieuwe ervaringen (sensation seeking) blijkt samen te hangen met globaal meer risicogedrag dat gericht is om snelle bevrediging en directe en toegankelijke consumptie. Jongeren die een tijdsperspectief op lange termijn hebben vertonen minder risicovol copinggedrag en globaal minder extern geld uitgeven. Specifiek voor jongeren is de grote rol die hun leeftijdsgenoten spelen op tal van aspecten van het dagelijks leven. Uit de resultaten van het surveyonderzoek bleek hier dan leeftijdsgenoten op verschillende manieren geassocieerd (kunnen) zijn met het financieel gedrag van jongeren. Jongeren die meer gevoelig zijn voor beïnvloeding door hun leeftijdsgenoten, en dan vooral omdat zij hun peers als belangrijke en betrouwbare informatiebron zien om te oordelen over welke zaken goed zijn of niet, vertonen meer financieel risicogedrag (meer compulsief kopen, vaker geld uitgeven dat er niet is, vaker online kopen, vaker geld lenen, algemeen het uitgeven van extern geld), zijn meer ontevreden en hebben meer zorgen over hun geldzaken nu en maken zich meer zorgen over hun financiële toekomst. Naast de leeftijdsgenoten blijft het gezin waarin een jongeren opgegroeid en gesocialiseerd is een belangrijke beïnvloedende factor van het gedrag van de

12 jongeren. Hier zien we vooral een directe relatie tussen de voorbeeldfunctie van ouders en compulsief kopen (en globaal minder consumptie gericht op directe bevrediging). Jongeren die aangeven dat hun ouders het belangrijk vinden dat je verstandig met geld omgaat lenen minder frequent, maar rapporteren tegelijk meer compulsief koopgedrag. Jongeren waarvan de ouders meer aandacht hebben voor de meer formele financiële educatie (praten over geld, advies geven, in vraag stellen, ) maken zich minder zorgen over hun financiële toekomst. Voor financiële educatie op school vonden we geen directe relaties met financieel risicogedrag. Wanneer we de mogelijk rol van externe beïnvloeding via de media nagingen, bleek dat het aantal uren televisie dat jongeren rapporteren te kijken samenhangt met financieel risicogedrag. Jongeren die meer tv kijken (en dus ook meer blootgesteld worden aan reclame) rapporteren meer compulsief kopen en risicovollere coping strategieën. Jongeren met schulden kijken gemiddeld meer uren tv en zijn ook meer gevoelig voor reclame dan jongeren zonder schulden. In tegenstelling tot andere studies vonden we geen overtuigende evidentie dat een overdreven optimisme mee aan de basis ligt van financieel onverantwoordelijk gedrag en financiële moeilijkheden. Voor sommige risicogedragingen bleek dat, wanneer het via een omweg gevraagd werd, jongeren die hun eigen kansen op financiële moeilijkheden beter inschatten dan van de gemiddelde leeftijdsgenoot vaker risicovolle coping strategieën hanteren om te gaan met geldtekort maar tegelijk minder frequent lenen (vermoedelijk zijn dit vooral jongeren die geld vragen aan de ouders ). Een (overdreven) optimisme is ook geassocieerd met minder vaak geld tekort komen, en minder ontevredenheid en geldzorgen over de huidige geldzaken. Tegelijk zien we ook dat een zekere mate van zelfkennis de jongeren niet vreemd is: jongeren die vaker extern geld aanspreken, die vaker ervaren geld tekort te komen en die meer geldzorgen en ontevredenheid hebben over hun huidige financiële toestand zijn geneigd eerder pessimistisch naar hun financiële toekomst te kijken. Deze zelfkennis blijkt verder ook uit de bevinding dat jongeren die minder financiële self-efficacy hebben, en dus minder vertrouwen in de eigen vaardigheden om goed met geld om te kunnen gaan, meer compulsief kopen, geld uitgeven dat er niet is, spaargeld aanspreken, vaker lenen, meer ervaren geldtekorten te hebben, meer ontevredenheid en zorgen te hebben over hun financiën en zich meer zorgen te maken over de financiële toekomst. Tenslotte zijn er een aantal attitudes van de jongeren die mee bepalend kunnen zijn voor hun gedrag en ervaren moeilijkheden. Jongeren die negatief staan tegenover lenen zullen dit minder frequent doen maar tegelijk vertonen zij meer neiging tot compulsief kopen en zijn ze meer ontevreden en bezorgd over hun huidige financiële toestand. Jongeren die sparen belangrijk vinden vertonen 12

13 minder compulsief koopgedrag en hebben minder zorgen over hun huidige financiën. Materialistische attitudes, en dan vooral het centraal en belangrijk vinden van bezittingen in het leven is geassocieerd met meer compulsief kopen, minder geld tekorten en minder zorgen over de financiële toekomst. Jongeren die hun geluk laten afhangen van het bezitten van dure of hippe dingen ervaren vaker dat ze geld tekort komen en maken zich meer zorgen over hun financiële toekomst. 7. Moeten we ons zorgen maken over de jongeren van vandaag? De grootste groep van de jongeren ervaart op dit moment weinig geldzorgen, heeft geen schulden en vertoont niet of slechts in beperkte mate risicogedrag. Toch zijn er een aantal jongeren die meerdere vormen van risicogedrag vertonen. Globaal zien we dat ongeveer 12% van de jongeren tenminste drie of meer vormen van potentieel zorgwekkend financieel gedrag vertoont. We vonden ook dat ongeveer 10% van de jongeren (informele) schulden heeft en een even grote groep die een tekort aan geld ervaart (maar waarvan de helft slechts overlapt met de groep met schulden), terwijl 5% van de jongeren ervaart geldzorgen en ontevredenheid. Wanneer we kijken naar de groep van ongeveer 12% die tenminste 3 risicogedragingen rapporteerde zien we dat meer dan de helft van hen (58%) ook geld tekort komt en 23% effectieve schulden rapporteert. Op basis hiervan kunnen we stellen dat in de onderzochte steekproef van derde graad leerlingen uit de verschillende onderwijstypes, ongeveer 12% van de jongeren tot de risicogroep behoort omdat zij een aantal gedragingen vertonen die potentieel risicovol zijn, en dat zich dat bij ongeveer de helft daarvan al (het gevoel van) financiële moeilijkheden manifesteert. 8. Beschermt ervaring met geld tegen risicogedrag? Er wordt vaak gesteld dat ervaring met het beheren van een eigen budget (zoals wanneer men over eigen zakgeld kan beschikken) jongeren leert om doordachter met geld om te gaan. Op basis van onze resultaten kunnen wij echter deze stelling noch bevestigen, noch ontkrachten. Voor een aantal van de risicogedragingen die wij bekeken hebben blijkt, bovenop de samenhang met een aantal demografische en achtergrondkenmerken, dat de grootte van het inkomen uit zakgeld net samengaat met meer risicogedrag, en niet minder. Dit is het geval voor spelen voor geld en compulsief kopen. Spaargeld aanspreken blijkt dan net weer negatief samen te hangen met de hoogte van het bedrag aan zakgeld. Deze discrepantie met eerdere bevindingen en alom verspreide opvattingen is waarschijnlijk ten dele toe te schrijven aan het feit dat voor een aantal van de risicogedragingen die

14 hier ondervraagd werden, er nu eenmaal een zekere hoeveelheid eigen middelen nodig is om dit risicogedrag te kunnen stellen (zodanig veel kopen dat de omgeving hierop kritiek heeft bijvoorbeeld). Tegelijk hebben we in andere analyses bekeken of we verschillen vonden in risicogedrag voor de jongeren die over een eigen inkomen beschikken (uit zakgeld, werken of beide) en de jongeren die aangeven over geen enkele vorm van eigen inkomen te beschikken. Hieruit bleek enkel een verschil op het vlak van compulsief kopen- dit ligt hoger bij jongeren die wel een eigen inkomen hebben. Jongeren die geen inkomen hebben, hebben ook minder zorgen over hun financiële toekomst. Financiële vaardigheden, die in veel gevallen gerelateerd zijn aan financieel risicogedrag, blijken ook niet bijzonder sterk afhankelijk van de ervaringen van jongeren met een eigen inkomen. Enkel voor overzicht houden en administratie bijhouden blijken de eigen inkomsten een positieve impact te hebben op deze vaardigheden. Behalve een gering direct verband lijkt dus ook de indirecte relatie tussen ervaring met een eigen inkomen en financieel risicogedrag eerder beperkt tot het aanscherpen van de vaardigheid om goed overzicht te houden. Zeker in het licht van de bevinding dat ouders die als rolmodel fungeren (informele opvoeding) en meer formele financiële opvoeding door de ouders beschermende factoren vormen voor risicogedrag lijkt ons dan ook belangrijk te benadrukken dat het niet het zakgeld geven of zelf geld verdienen is waaruit jongeren financiële vaardigheden kijken te verwerven of wat beschermt tegen financieel risicogedrag,, maar vooral de combinatie met het in gesprek gaan en blijven met de jongere over hoe dit geld besteedt kan worden en het regelmatig in vraag stellen van het koopgedrag, net als het zorgen voor voldoende mogelijkheden tot observatie en leren uit het voorbeeld van de ouders. 9. Risicofactoren of risicogroepen- implicaties? Twee groepen die voor een aantal risicogedragingen vrij consistent meer risicogedrag vertonen zijn de jongeren die vaker uitgaan en jongeren die afkomstig zijn uit een gezin waarin de financiële situatie niet bijzonder rooskleurig is. Voor jongeren die vaker uitgaan zien we een zeker mate aan overconsumptie met een focus op snelle bevrediging. Wanneer men educatie- of interventieinspanningen specifiek naar deze doelgroep wil richten lijkt het ons aangewezen om te trachten hierop in te spelen. Deze groep jongeren lijkt zich tegelijk ook minder bewust van het feit dat zij risicogedrag vertonen en zij maken zich ook niet bijzonder veel zorgen over hun financiële toekomt. Om te komen tot een daadwerkelijke gedragsverandering op financieel vlak zal het dan ook eerst nodig zijn om te werken rond bewustwording van de mogelijke risico s verbonden aan 14

15 ondoordacht geld uitgeven. Deze jongeren zullen met andere woorden voldoende gemotiveerd dienen te zijn om te willen streven naar meer gezond financieel gedrag vooraleer men kan gaan werken rond zaken als het beperken van impulsieve uitgaven en het versterken van hun financiële vaardigheden. Jongeren die afkomstig zijn uit gezinnen waar men het zelf niet zo breed rapporteren vaker een aantal risicogedragingen, maar lijken zich beter bewust van de mogelijke gevaren die dit inhoudt. Zij ervaren vaker geldtekorten, niet enkel om leuke dingen te doen, maar ook zelf zonder dat zij veel bijzondere uitgaven doen. Bij een aantal jongeren die in deze categorie vallen lijkt de kern van het probleem zich dus eerder aan de inkomsten-zijde te situeren, wat een andere aanpak noodzaakt waarbij de focus niet zozeer noodzakelijkerwijs ligt op het omgaan met verleidingen en het inperken van overmatige uitgaven, maar op het structureel proberen beperken van een aantal uitgaven en het opdrijven van inkomsten. Jongeren die een verhoogde mate van impulsief gedrag rapporteren vormen een bijkomende risicogroep voor financieel risicogedrag en latere mogelijke nadelige uitkomsten. Impulsiviteit, of een gebrek aan zelf-controle, doen-zondernadenken en dergelijk is een complex geheel met neuropsychologische substraten. Impulsiviteit wordt ten dele beschouwd als individueel verschil, vergelijkbaar met persoonlijkheid, en lijkt als dusdanig misschien in eerste instantie minder geschikt om hierop bepaalde interventies te focussen. Tegelijk is impulsiviteit ook een stuk strategie- mensen die betere zelfcontrole hebben, hebben zich een aantal tactieken eigen gemaakt die hen toelaten om te denken voor ze handelen en hun tijdsperspectief verder in de toekomst te stellen. Dit soort strategieën kan tenminste gedeeltelijk ook getraind worden. Het zal enkel zinvol zijn om hierop te gaan werken wanneer jongeren voldoende gemotiveerd zijn om deze strategieën ook echt in de praktijk te gaan proberen toepassen. Voor de groep risicojongeren die hun eigen gedrag als gezond en niet-problematisch zien zal het dan ook zaak zijn hier eerst aan bewustmaking en het wegwerken van weerstanden te werken. Pas daarna kan bijvoorbeeld door het trainen van zelfcontrole gewerkt worden aan het verminderen van impulsieve tendensen. 10. Belang van financiele opvoeding thuis en op school Op basis van de eerder gerapporteerde multivariate analyses zagen we dat, wanneer we controleerden voor een groot aantal andere beïnvloedende factoren, de aandacht die op school besteedt wordt aan financiële educatie weinig associatie bleek te vertonen met risicogedrag of het ervaren van financiële moeilijkheden. Hierbij willen we toch graag enkele kanttekeningen plaatsen die een heel ander perspectief opleveren.

16 Ten eerste werd financiële educatie slechts bij benadering gemeten, en is de beoordeling daarvan voor een deel ook afhankelijk van de interesse of desinteresse van de jongeren zelf. Een aanzienlijke groep jongeren gaf immers aan geen idee te hebben of er geleerd werd met geld om te gaan op de diverse mogelijke aangeboden manieren. Vandaar dat de betrouwbaarheid van deze rapportering dan ook niet waterdicht is. Ten tweede, en meer inhoudelijk belangrijk: hoewel er geen direct verband is tussen financiële educatie en risicogedrag, zien we wel dat financiële educatie op school en financiële opvoeding thuis de sterkste voorspellers zijn van financiële vaardigheden. Deze financiële vaardigheden hangen op hun beurt sterk samen met diverse vormen van financieel risicogedrag. Educatie en financiële opvoeding hebben dus niet (enkel) direct effecten, maar we zien vooral evidentie voor indirecte effecten omdat jongeren hierdoor de kans krijgen hun financiële vaardigheden aan te scherpen. Ten derde zien we dat financiële educatie op school ook in aanzienlijke mate bijdraagt aan abstracte financiële kennis, wat op zijn beurt een significante predictor vormt van alle dimensies van financiële vaardigheden. Door op school meer aandacht te hebben voor financiële educatie wordt dus niet enkel rechtstreeks gewerkt wordt aan het versterken van financiële vaardigheden, maar ook gedeeltelijk indirect via het aanbrengen van financiële kennis die op zijn beurt positief geassocieerd is met financiële vaardigheden. De afname en verwerking van dit survey-onderzoek liep deels parallel met het PISA onderzoek waarin financiële geletterdheid in een groot aantal landen gemeten werd. In dit onderzoek scoren Vlaamse jongeren van 15 jaar bijzonder goed, en van de 18 deelnemende onderwijssystemen deed alleen Shanghai-China het beter. Dit is alvast positief, gezien financiële kennis mede bijdraagt aan het versterken van financiële vaardigheden zoals administratie bijhouden, bewust aankopen, overzicht bewaren, prioriteiten stellen, verleidingen weerstaan en besparen, maar er is zeker geen één-op-één relatie. Zeker wanneer er thuis weinig aandacht is voor deze financiële vorming en deze op school niet ondervangen wordt valt dus te verwachten dat deze jongeren niet alleen specifieke financiële kennis zullen ontberen, maar dat zij ook minder sterk gewapend zijn voor het ervaren van financiële moeilijkheden omdat zij een aantal financiële vaardigheden ontberen. De goede resultaten uit het PISA onderzoek zouden volgens ons dan ook niet te beschouwen moeten worden als een eindresultaat, maar als een eerste bouwsteen (die dan voor een aantal leerlingen gelukkig al vrij gunstig verankerd zit) om van hieruit een invulling te geven aan het werken rond een aantal financiële vaardigheden en het versterken van een kritische houding en weerbaarheid tegen beïnvloeding. Dit is aanzienlijk complexer dan het leren begrijpen van (zelfs vrij ingewikkelde) financiële producten en begrippen en verdient dus volgens ons zeker een betere inbedding in het onderwijs dan op dit moment het geval is. 16

17 Daarnaast zagen we dat financiële opvoeding thuis, zowel meer formeel waarbij de ouders praten met de jongere over geld, adviezen geven, in vraag stellen ed. als de meer informele opvoeding waarbij de ouders als voorbeeld fungeren, beiden zowel direct als indirect een impact hebben op financieel risicogedrag. Informele opvoeding had zowel directe als sterke indirecte effecten via het versterken van de financiële vaardigheden van de jongeren, terwijl formele financiële opvoeding door de ouders vooral een indirect effect lijkt te sorteren, door de impact die dit heeft op financiële vaardigheden die op hun beurt een beschermende factor vormen tegen het vertonen van risicogedrag. Hieruit volgt ook dat, wanneer jongeren thuis niet sterk ondersteund worden of hierin geen goed voorbeeld zien, de rol van financiële educatie op school alleen nog maar belangrijker wordt, om op deze manier toch de nodige inzichten en vaardigheden aan te reiken. Behalve ingrijpen op het niveau van de jongeren zelf en educatie op school is er dus zeker ook een rol weggelegd voor de ouders wanneer het gaat over leren omgaan met geld. Hoewel vele ouders zich waarschijnlijk wel bewust zijn van het belang van leren omgaan met geld en financiële opvoeding van hun kinderen, is het misschien niet voor iedereen zo vanzelfsprekend om dit in de dagelijkse praktijk toe te passen. Daarom zouden we op basis van dit onderzoek toch ook pleiten voor het aanbieden van een ondersteunend programma voor ouders, waarin zij een aantal concrete handvaten aangereikt krijgen over wat zij zelf kunnen doen om de financiële opvoeding van hun kinderen te versterken. Aansluitend hierbij kan zeker ook gedacht wordt aan een programma op maat van gezinnen die het zelf financieel minder breed hebben. De financiële gezinssituatie, of in elk geval de ruwe schatting die we hiervan gemaakt hebben op basis van elke proxy-indicatoren, waren immers gerelateerd met verhoogd risicogedrag. Het zou ons inzien dan ook nuttig zijn om specifiek voor die ouders enige ondersteuning aan te kunnen bieden opdat zij, ondanks hun eigen precaire financiële toestand, toch hun opgroeiende kinderen bewust kunnen maken van de waarde, mogelijkheden en beperkingen van geld, door direct en indirecte leerprocessen.

Factsheet Financieel gedrag van jongeren uit de derde graad secundair onderwijs

Factsheet Financieel gedrag van jongeren uit de derde graad secundair onderwijs Contacten: Ilse Cornelis, onderzoeker Cebud i.cornelis@thomasmore.be 0485 18 92 60 Bérénice Storms, onderzoeksleider Cebud Berenice.Storms@thomasmore.be Esther Geboers, coördinator Cebud Esther.Geboers@thomasmore.be

Nadere informatie

Resultaten van een survey-onderzoek bij leerlingen uit de derde graad secundair onderwijs.

Resultaten van een survey-onderzoek bij leerlingen uit de derde graad secundair onderwijs. Financieel risicogedrag bij jongeren Resultaten van een survey-onderzoek bij leerlingen uit de derde graad secundair onderwijs. Synthese van de resultaten en conclusies Ilse Cornelis en Bérénice Storms

Nadere informatie

Financieel risicogedrag bij jongeren

Financieel risicogedrag bij jongeren Contacten: Ilse Cornelis, onderzoeker Cebud i.cornelis@thomasmore.be 0485 18 92 60 Bérénice Storms, onderzoeksleider Cebud Berenice.Storms@thomasmore.be Esther Geboers, coördinator Cebud Esther.Geboers@thomasmore.be

Nadere informatie

Resultaten van een survey-onderzoek bij leerlingen uit de derde graad secundair onderwijs.

Resultaten van een survey-onderzoek bij leerlingen uit de derde graad secundair onderwijs. Financieel risicogedrag bij jongeren Resultaten van een survey-onderzoek bij leerlingen uit de derde graad secundair onderwijs. Rapport Ilse Cornelis en Bérénice Storms Inhoudstafel 1. Introductie 23

Nadere informatie

Persoonlijke financiën: Inzicht en overzicht. Resultaten onderzoek Waar blijft mijn geld TNS NIPO

Persoonlijke financiën: Inzicht en overzicht. Resultaten onderzoek Waar blijft mijn geld TNS NIPO Persoonlijke financiën: Inzicht en overzicht Resultaten onderzoek Waar blijft mijn geld TNS NIPO Inleiding Voor u ligt de rapportage naar aanleiding van het onderzoek Waar blijft mijn geld? In totaal hebben

Nadere informatie

Financiële opvoeding. September 2007

Financiële opvoeding. September 2007 Financiële opvoeding September 2007 Inhoud INHOUD... 1 1 INLEIDING... 2 1.1 AANLEIDING... 2 1.2 METHODE VAN ONDERZOEK... 2 1.3 ACHTERGRONDVARIABELEN... 3 LEESWIJZER... 4 2 ZAKGELD EN KLEEDGELD... 5 2.1

Nadere informatie

Wijzer in geldzaken Junior Monitor Een onderzoek naar de manier waarop kinderen uit groep 5 8 van de basisschool met geld omgaan

Wijzer in geldzaken Junior Monitor Een onderzoek naar de manier waarop kinderen uit groep 5 8 van de basisschool met geld omgaan Wijzer in geldzaken Junior Monitor 2018 Een onderzoek naar de manier waarop kinderen uit groep 5 8 van de basisschool met geld omgaan Inhoudsopgave Samenvatting 3 Inleiding 6 Resultaten Inkomsten 8 Kennis

Nadere informatie

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken Rapportage Juli 2013 Meer informatie: info@wijzeringeldzaken.nl Samenvatting (1/3) 1. Veel 17-jarigen maken de indruk verstandig om te gaan

Nadere informatie

Referentie Vandercammen, M. (2009). Jongeren en kansspelen. Brussel: OIVO.

Referentie Vandercammen, M. (2009). Jongeren en kansspelen. Brussel: OIVO. 1. Referentie Referentie Vandercammen, M. (2009). Jongeren en kansspelen. Brussel: OIVO. Taal Nederlands ISBN - ISSN / Publicatievorm onderzoeksrapport 2. Abstract In dit onderzoek, uitgevoerd door het

Nadere informatie

Uitkomsten analyse genderverschillen FinQ onderzoek door WOMEN Inc.

Uitkomsten analyse genderverschillen FinQ onderzoek door WOMEN Inc. Uitkomsten analyse genderverschillen FinQ onderzoek door WOMEN Inc. Over het FinQ onderzoek: Het FinQ onderzoek is in 2018 uitgevoerd door Motivaction. Voor de inhoudelijke begeleiding van het onderzoek,

Nadere informatie

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Tilburg DIMENSUS beleidsonderzoek December 2012 Projectnummer 507 Inhoudsopgave Samenvatting

Nadere informatie

[zelf op te maken en in te vullen > denk hierbij aan het tonen van een foto en/of logo van de bank, je naam etc.

[zelf op te maken en in te vullen > denk hierbij aan het tonen van een foto en/of logo van de bank, je naam etc. Beschrijving Deze gastles gaat over inzicht krijgen in je inkomen en uitgaven. Jongeren moeten zorgen dat ze inkomen hebben. Anders is het lastig om een eigen leven in te vullen. Zakgeld, kleedgeld, baantje,

Nadere informatie

ZAKGELD Breng het in kaart

ZAKGELD Breng het in kaart ZAKGELD Breng het in kaart Omschrijving Leerlingen analyseren informatie over het zakgeld in België aan de hand van tabellen, grafieken en teksten. Ze toetsen het gegeven cijfermateriaal af met hun eigen

Nadere informatie

(1 m.) Klassikale aftrap Docent stelt jou als gastdocent voor

(1 m.) Klassikale aftrap Docent stelt jou als gastdocent voor (1 m.) Klassikale aftrap Docent stelt jou als gastdocent voor Beschrijving (ter info voor gastdocent) Deze gastles gaat over inzicht krijgen in je inkomen en uitgaven. Jongeren moeten zorgen dat ze inkomen

Nadere informatie

Hoe ga ik met geld om?

Hoe ga ik met geld om? Hoe ga ik met geld om? Een onderzoek onder alle leerlingen uit het 3e lesjaar van het Stellingwerf College Ouderraad Stellingwerf College 1 Inhoudsopgave 1. Geld krijgen van ouders 2. Bijbaantjes 3. Koopgedrag

Nadere informatie

Onderzoek financiële goede voornemens

Onderzoek financiële goede voornemens Onderzoek financiële goede voornemens Een onderzoek naar financiële goede voornemens voor 2019 1 Inhoudsopgave Samenvatting 4 Inleiding 7 Resultaten Financiële goede voornemens 8 Wijzer in geldzaken Onderzoek

Nadere informatie

PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN?

PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN? INLEIDING PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN? Om uitstekende vaardigheden te ontwikkelen zijn niet alleen talent en mogelijkheden

Nadere informatie

Jongeren & hun financiële verwachtingen

Jongeren & hun financiële verwachtingen Nibud, februari Jongeren & hun financiële verwachtingen Anna van der Schors Daisy van der Burg Nibud in samenwerking met het 1V Jongerenpanel van EenVandaag Inhoudsopgave 1 Onderzoeksopzet Het Nibud doet

Nadere informatie

(1 m.) Klassikale aftrap Docent stelt jou als gastdocent voor

(1 m.) Klassikale aftrap Docent stelt jou als gastdocent voor (1 m.) Klassikale aftrap Docent stelt jou als gastdocent voor Beschrijving (ter info voor gastdocent) Deze gastles gaat over je leefstijl en welk soort uitgavenpatroon de leerling heeft. Ben je je bewust

Nadere informatie

Rapport Kinderen en Geld Enquête (NIBUD en het Jeugdjournaal)

Rapport Kinderen en Geld Enquête (NIBUD en het Jeugdjournaal) Rapport Kinderen en Geld Enquête (NIBUD en het Jeugdjournaal) Inleiding Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (NIBUD) geeft voorlichting over inkomsten en uitgaven van particuliere huishoudens.

Nadere informatie

Kinderen leren omgaan met geld

Kinderen leren omgaan met geld Kinderen leren omgaan met geld Een onderzoek onder ouders van kinderen in groep 7 en 8 Rapportage November 2012 Samenvatting (1/4) 1.Negen op de tien kinderen in groep zeven en acht krijgen zakgeld Het

Nadere informatie

Lesbrief Meneer Beer

Lesbrief Meneer Beer Lesbrief Meneer Beer Het verhaal Het verhaal gaat over Meneer Beer. Hij is verliefd op een prachtig berinnetje, maar hij durft het haar niet te vertellen. Hij vindt zichzelf maar een eenvoudige beer. Om

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

Utrecht, 2011. Het financiële gedrag van kinderen tussen 12 en 18 & de rol van hun ouders

Utrecht, 2011. Het financiële gedrag van kinderen tussen 12 en 18 & de rol van hun ouders Utrecht, 2011 Het financiële gedrag van kinderen tussen 12 en 18 & de rol van hun ouders Samenvatting en Conclusie Geld van de ouders De meeste scholieren krijgen zakgeld (88 procent). Kleedgeld is minder

Nadere informatie

Gezondheidsbeleving bij Jongeren in Limburg

Gezondheidsbeleving bij Jongeren in Limburg Gezondheidsbeleving bij Jongeren in Limburg Enkele resultaten uit het Euregionaal jongerenonderzoek 08 rond welbevinden en zelfdoding bij Limburgse jongeren 3de en 5de jaar GSO/2de tot 5de jaar BuSO Ellen

Nadere informatie

Eindrapportage verantwoord lenen Onderzoek naar houding en gedrag consumenten

Eindrapportage verantwoord lenen Onderzoek naar houding en gedrag consumenten 1 Eindrapportage verantwoord lenen Onderzoek naar houding en gedrag consumenten In opdracht van InterBank juli 2006 2 Copyright 2006 Blauw Research bv Alle rechten voorbehouden. De resultaten zoals beschreven

Nadere informatie

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat

Nadere informatie

6,5. Praktische-opdracht door een scholier 1949 woorden 22 juni keer beoordeeld. Inleiding

6,5. Praktische-opdracht door een scholier 1949 woorden 22 juni keer beoordeeld. Inleiding Praktische-opdracht door een scholier 1949 woorden 22 juni 2001 6,5 168 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Ik heb mijn keuze gemaakt voor de praktische opdracht koopgedrag van jongeren. Deze praktische

Nadere informatie

Inhoud. Praten over geld 5. Verzekeringen 31. Betaalkaart 13. Immo 35. Extra informatie 37. Smartphone 17. Sparen 20

Inhoud. Praten over geld 5. Verzekeringen 31. Betaalkaart 13. Immo 35. Extra informatie 37. Smartphone 17. Sparen 20 Inhoud Praten over geld 5 2 Betaalkaart 3 3 Smartphone 7 4 5 Verzekeringen 3 6 Immo 35 7 Extra informatie 37 Sparen 20 2 Opzet van het onderzoek maart 206 - Dit onderzoek zoomt in op hoe binnen het gezin

Nadere informatie

Wijzer in geldzaken Junior Monitor 2016. Een onderzoek naar de manier waarop kinderen uit groep 5 8 van de basisschool met geld omgaan

Wijzer in geldzaken Junior Monitor 2016. Een onderzoek naar de manier waarop kinderen uit groep 5 8 van de basisschool met geld omgaan Wijzer in geldzaken Junior Monitor 2016 Een onderzoek naar de manier waarop kinderen uit groep 5 8 van de basisschool met geld omgaan 1 Inhoudsopgave Samenvatting 4 Inleiding 6 Resultaten Wijzer in geldzaken

Nadere informatie

Welkom en voorstellen

Welkom en voorstellen 3 november 2015 Welkom en voorstellen Francine Nijkamp-Ririhena Pubers en geld Zakgeld, richtlijnen (bron: NIBUD) Leeftijd Bedrag per week in 12 tussen 3,00 en 4,60 (19,00/mnd) 13 tussen 3,50 en 4,60 (19,00/mnd)

Nadere informatie

Vakantiegeld-enquête 2016. Nibud/Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting

Vakantiegeld-enquête 2016. Nibud/Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting Vakantiegeld-enquête 2016 Nibud/Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting Vakantiegeld-enquête 2016 Auteurs Gea Schonewille Jasja Bos Inhoud SAMENVATTING... 6 1 INLEIDING... 8 2 AANTAL KEREN OP VAKANTIE...

Nadere informatie

TABAK ALCOHOL GAMEN. algemene sociale vaardigheden

TABAK ALCOHOL GAMEN. algemene sociale vaardigheden Leerlijnen per graad : 3 de graad LO 10-12j Doelstelling: Versterken van de kennis en vaardigheden die kinderen nodig hebben om gezonde keuzes te maken en niet te roken, geen alcohol te drinken en op een

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

Onderzoek Week van het geld 2019

Onderzoek Week van het geld 2019 Onderzoek Week van het geld 2019 Een onderzoek naar financieel gedrag van kinderen uit groep 6, 7 en 8 1 Inhoudsopgave Samenvatting 4 Inleiding 7 Resultaten Eigen bankrekening 9 Wijzer in geldzaken Onderzoek

Nadere informatie

6,2. Werkstuk door een scholier 1803 woorden 11 april keer beoordeeld. Inleiding

6,2. Werkstuk door een scholier 1803 woorden 11 april keer beoordeeld. Inleiding Werkstuk door een scholier 1803 woorden 11 april 2002 6,2 212 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding In dit werkstuk vindt je allerlei informatie over geldzaken. Van zakgeld tot bijbaantjes, van geld uitgeven

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de horeca 2013. Brussel, februari 2015. Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe.

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de horeca 2013. Brussel, februari 2015. Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Rapport Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de horeca 2013 Brussel, februari 2015 Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe. Dit rapport verstrekt informatie uit de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor

Nadere informatie

Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken

Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken Veranderingen tussen 1998 en 2005 Cyrille Koolhaas en Dr. Marc Willemsen Dit is een publicatie van STIVORO voor een rookvrije toekomst Correspondentieadres

Nadere informatie

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Effectiviteitsonderzoek naar lesmateriaal Wijzer in geldzaken voor groep 7 www.wijzeringeldzaken.nl Inleiding:

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK DIGITEENS

RAPPORT ONDERZOEK DIGITEENS RAPPORT ONDERZOEK DIGITEENS Beste leerlingen, Enkele maanden geleden namen jullie deel aan het Digiteens onderzoek over jongeren, media en de digitale wereld. Dit onderzoek ging uit van de School voor

Nadere informatie

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting Roelof Schellingerhout Clarie Ramakers Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting

Nadere informatie

Lenen vmbo12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Lenen vmbo12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 30 May 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/77297 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein

Nadere informatie

Inhoud. Praten over geld 5. Verzekeringen 31. Betaalkaart 13. Immo 35. Extra informatie 37. Smartphone 17. Sparen 20

Inhoud. Praten over geld 5. Verzekeringen 31. Betaalkaart 13. Immo 35. Extra informatie 37. Smartphone 17. Sparen 20 Inhoud Praten over geld 5 Betaalkaart 3 3 Smartphone 7 4 5 Verzekeringen 3 6 Immo 35 7 Extra informatie 37 Sparen 0 Opzet van het onderzoek maart 06 - Dit onderzoek zoomt in op hoe binnen het gezin wordt

Nadere informatie

Leerlijnen per drug : ALCOHOL Onderwijsvorm: KLEUTER EN LAGER

Leerlijnen per drug : ALCOHOL Onderwijsvorm: KLEUTER EN LAGER Leerlijnen per drug : ALCOHOL Onderwijsvorm: KLEUTER EN LAGER kleuter 2,5-6j 1 ste graad LO 6-8j 2 de graad LO 8-10j 3 de graad LO 10-12j doelstelling doelstelling doelstelling doelstelling Versterken

Nadere informatie

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs TECHNISCH RAPPORT 30 augustus 2018 Dit document is een technisch rapport van het onderzoek naar het verband tussen kenmerken van de jeugdjaren

Nadere informatie

MoneyMindsets van Scholieren

MoneyMindsets van Scholieren MoneyMindsets van Scholieren Houding en gedrag van scholieren in geldzaken September 2013, Nibud en WWJB 2 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013] MoneyMindsets van Scholieren Houding en gedrag van scholieren

Nadere informatie

Beschrijving Sparen en lenen zijn, naast het betalingsverkeer, de diensten van de bank waar de meeste mensen gebruik van maken.

Beschrijving Sparen en lenen zijn, naast het betalingsverkeer, de diensten van de bank waar de meeste mensen gebruik van maken. Beschrijving Sparen en lenen zijn, naast het betalingsverkeer, de diensten van de bank waar de meeste mensen gebruik van maken. Heb jij inzicht in jouw geld- en bankzaken? Welke betaalvormen zijn er en

Nadere informatie

PISA IN FOCUS 3: DE ROL VAN DE OUDERS BIJ HET SCHOOLSE GEBEUREN VAN HUN KIND.

PISA IN FOCUS 3: DE ROL VAN DE OUDERS BIJ HET SCHOOLSE GEBEUREN VAN HUN KIND. PISA IN FOCUS 3: DE ROL VAN DE OUDERS BIJ HET SCHOOLSE GEBEUREN VAN HUN KIND. ANALYSES OP BASIS VAN DE RESULTATEN PISA212. INLEIDING In het PISA onderzoek van 212 nam Vlaanderen voor het eerst deel aan

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN MONEYMATTERS

IMPACTMETING VAN MONEYMATTERS IMPACTMETING VAN MONEYMATTERS IMPACTMETING VAN MONEYMATTERS - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof 18 1019 GW

Nadere informatie

Samenvatting Economie hoofdstuk 1

Samenvatting Economie hoofdstuk 1 Samenvatting Economie hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 967 woorden 6 november 2016 7,3 6 keer beoordeeld Vak Economie Paragraaf 1: Wat voor inkomen heb je? Inkomsten die je ontvangt kunnen verschillen

Nadere informatie

September 2014. Jongeren & geld. De financiële situatie en hulpbehoefte van 12- tot en met 24-jarigen. Anna van der Schors Minou van der Werf

September 2014. Jongeren & geld. De financiële situatie en hulpbehoefte van 12- tot en met 24-jarigen. Anna van der Schors Minou van der Werf September 2014 Jongeren & geld De financiële situatie en hulpbehoefte van 12- tot en met 24-jarigen Anna van der Schors Minou van der Werf SAMENVATTING EN CONCLUSIE... 5 De financiële situatie en de beleving

Nadere informatie

MoneySkills De financiële vaardigheden van jongeren. Thea Hazel-Stals (WWJB) en Anna van der Schors (Nibud)

MoneySkills De financiële vaardigheden van jongeren. Thea Hazel-Stals (WWJB) en Anna van der Schors (Nibud) MoneySkills De financiële vaardigheden van jongeren Thea Hazel-Stals (WWJB) en Anna van der Schors (Nibud) WWJB: door, met, voor jongeren over omgaan met geld Stichting Weet Wat Je Besteedt (WWJB) richt

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Financiële opvoeding 2010. Nibud i.s.m. CentiQ, Wijzer in geldzaken

Financiële opvoeding 2010. Nibud i.s.m. CentiQ, Wijzer in geldzaken Financiële opvoeding 2010 Nibud i.s.m. CentiQ, Wijzer in geldzaken Inleiding In deze peiling onder ruim 1000 respondenten is gekeken wat ouders belangrijk vinden dat hun kind leert over omgaan met geld,

Nadere informatie

Nibud, 23 juni 2015 Vakantiegeld-enquête

Nibud, 23 juni 2015 Vakantiegeld-enquête Nibud, 23 juni 2015 Vakantiegeld-enquête Auteurs Gea Schonewille Jasja Bos Visie De financiële zelfredzaamheid Het Nibud heeft verschillende vaardigheden gedefinieerd waarover iemand zou moeten beschikken

Nadere informatie

Vakantiezakgeld. Een onderzoek onder ouders van kinderen 6 t/m 18 jaar. Juli 2017

Vakantiezakgeld. Een onderzoek onder ouders van kinderen 6 t/m 18 jaar. Juli 2017 Vakantiezakgeld Een onderzoek onder ouders van kinderen 6 t/m 18 jaar Juli 2017 Vakantiebestemming Waargaat u op vakantie? (meerdere antwoorden mogelijk) Basis: n=504 Binnen Nederland 32% Binnen Europa,

Nadere informatie

Factsheet: financiële planning MBO-ers

Factsheet: financiële planning MBO-ers bezoekadres Marnixkade 109 1015 ZL Amsterdam postadres Postbus 15262 1001 MG Amsterdam E moti@motivaction.nl T +31 (0)20 589 83 83 W www.motivaction.nl Factsheet: financiële planning MBO-ers Onderzoek

Nadere informatie

Voorblad Filip. Éducation financière - Financïele geletterdheid- Financial Literacy /

Voorblad Filip. Éducation financière - Financïele geletterdheid- Financial Literacy / Voorblad Filip Éducation financière - Financïele geletterdheid- Financial Literacy / 11.03.2015 1 Inhoud 1. Introductie 2. Methodologie 3. Resultaten 4. Componenten van financiële geletterheid 5. Conclusies

Nadere informatie

Conclusies: leefstijlscore

Conclusies: leefstijlscore Nationale Leefstijlbarometer / P.8 : Veenbrand speelt een rol bij de hele bevolking Bij iets meer dan de helft van de bevolking is er sprake van een veenbrand van slechte leefgewoonten: een opeenstapeling

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.8.1. Inleiding De WHO heeft in haar omschrijving het begrip gezondheid uitgebreid met de dimensie sociale gezondheid en deze op één lijn gesteld met de lichamelijke en psychische gezondheid. Zowel de

Nadere informatie

21 mei 2015. Onderzoek: Economische verwachting

21 mei 2015. Onderzoek: Economische verwachting 21 mei 2015 Onderzoek: Economische verwachting Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek.

Nadere informatie

34300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie. van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2016

34300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie. van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2016 34300 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2016 34300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs,

Nadere informatie

Zakgeld = Leergeld. Financieel gedrag van 6- en 7-jarigen

Zakgeld = Leergeld. Financieel gedrag van 6- en 7-jarigen Zakgeld = Leergeld Financieel gedrag van 6- en 7-jarigen Zakgeld = Leergeld Financieel gedrag van 6- en 7-jarigen Financieel gedrag van 6- en 7-jarigen/ 2 Inhoud 1.INLEIDING... 4 1.1 AANLEIDING... 4 1.2

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Resultaten onderzoek Kinderen en geld. Februari 2015

Resultaten onderzoek Kinderen en geld. Februari 2015 Resultaten onderzoek Kinderen en geld Februari 2015 Resultaten onderzoek kinderen en geld 2015 2 Inleiding De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) organiseert ieder jaar in De week van het geld gastlessen

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID Jeugd 2010 4 K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland

Nadere informatie

EénVandaag en Nibud onderzoeken armoede

EénVandaag en Nibud onderzoeken armoede EénVandaag en Nibud onderzoeken armoede Doel Armoede is geen eenduidig begrip. Armoede wordt vaak gemeten via een inkomensgrens: iedereen met een inkomen beneden die grens is arm, iedereen er boven is

Nadere informatie

Jongeren & hun levensstijl. Resultaten van Young Opinions onderzoek in opdracht van de Stichting Nationale DenkTank

Jongeren & hun levensstijl. Resultaten van Young Opinions onderzoek in opdracht van de Stichting Nationale DenkTank Jongeren & hun levensstijl Resultaten van Young Opinions onderzoek in opdracht van de Stichting Nationale DenkTank Conclusie Algemeen: Jongeren geven aan veel ongezond gedrag te vertonen. Met name roken

Nadere informatie

Jouw krediet gewikt en gewogen februari

Jouw krediet gewikt en gewogen februari Jouw krediet gewikt en gewogen februari 2018 170505 Overzicht 1 Waarvoor lenen we? 4 2 Hoe staan we tegenover lenen? 13 3 Via welke kanalen lenen we? 19 4 Wat doen we bij problemen? 23 2 Methodologie van

Nadere informatie

Inhoud. Wie spaart (niet)? 5. Hoe sparen we? 17. Waarom en waarvoor sparen we? 35. Wat beïnvloedt ons spaargedrag? 39

Inhoud. Wie spaart (niet)? 5. Hoe sparen we? 17. Waarom en waarvoor sparen we? 35. Wat beïnvloedt ons spaargedrag? 39 Inhoud Wie spaart (niet)? 5 2 Hoe sparen we? 7 3 Waarom en waarvoor sparen we? 35 4 Wat beïnvloedt ons spaargedrag? 39 2 Opzet van het onderzoek Sparen, of niet - maart 207 - Dit onderzoek zoomt in op

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 2010 bestaat uit 10772 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende

Nadere informatie

Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016

Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016 Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016 Inspiratiedag PAV sessie 5 7 december 2017 Margo Vandenbroeck Overzicht DEEL 1 Peiling burgerzin

Nadere informatie

> VSK-PEILING OVER STRESS OP SCHOOL 5964 leerlingen over de oorzaken en gevolgen van schoolstress Scholierencongres (18 februari 2017)

> VSK-PEILING OVER STRESS OP SCHOOL 5964 leerlingen over de oorzaken en gevolgen van schoolstress Scholierencongres (18 februari 2017) > VSK-PEILING OVER STRESS OP SCHOOL 5964 leerlingen over de oorzaken en gevolgen van schoolstress Scholierencongres (18 februari 2017) < verwijder geen elementen boven deze lijn; ze bevatten sjabloon -instellingen

Nadere informatie

Financiële opvoeding & het financiële gedrag als volwassene

Financiële opvoeding & het financiële gedrag als volwassene Financiële opvoeding & het financiële gedrag als volwassene Anna van der Schors Nina Stierman Nibud/Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting Financiële opvoeding & het financiële gedrag als volwassene

Nadere informatie

NIBUD Nationaal Scholierenonderzoek 2004/2005

NIBUD Nationaal Scholierenonderzoek 2004/2005 NIBUD Nationaal Scholierenonderzoek 2004/2005 Een onderzoek naar inkomsten, uitgaven, baantjes en omgaan met geld Inhoud 1 Inleiding... - 4-1.1 Doelstelling... - 4-1.2 Methode van onderzoek... - 4-1.3

Nadere informatie

April 2012 Vakantiegeldenquête 2012

April 2012 Vakantiegeldenquête 2012 April Vakantiegeldenquête Auteurs Jasja Bos Daisy van der Burg 2. Aantal keer op 3. Uitgaven aan Inhoudsopgave 3 2. Aantal keer op 4 4 5 3. Uitgaven aan 6 6 7 8 10 11 2 2. Aantal keer op 3. Uitgaven aan

Nadere informatie

Omgaan met geld. Budgetteren

Omgaan met geld. Budgetteren Omgaan met geld We leven in een consumptiemaatschappij. Overal worden goederen en diensten aangeboden. Via reclames word je aangemoedigd om steeds meer te kopen. Maar als consument moet je op je hoede

Nadere informatie

FINANCIEEL RISICOGEDRAG VAN JONGEREN. Ilse Cornelis

FINANCIEEL RISICOGEDRAG VAN JONGEREN. Ilse Cornelis FINANCIEEL RISICOGEDRAG VAN JONGEREN. Ilse Cornelis 1 OVERZICHT CEBUD Financieel risicogedrag van jongeren Financiële vorming en budgethulpverlening: werkzame factoren Minimale referentiebudgetten 2 WIE

Nadere informatie

Rapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen

Rapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen Rapportage Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen In opdracht van: Mediawijzer.net Datum: 22 november 2013 Auteurs: Marieke Gaus & Marvin Brandon Index Achtergrond van het onderzoek 3 Conclusies

Nadere informatie

Profiel van informatiezoekers

Profiel van informatiezoekers Profiel van informatiezoekers Kritisch denken Ik ben iemand die de dingen altijd in vraag stelt 20,91% 45,96% 26,83% 6,3% Ik ben iemand die alles snel gelooft 0% 25% 50% 75% 100% Grondig lezen Ik lees

Nadere informatie

HUMO enquête naar de koopkracht

HUMO enquête naar de koopkracht HUMO enquête naar de koopkracht Steekproef N= 1000 respondenten representatief voor de Nederlandstalige 20-plussers (geen studenten) Methode Combinatie van telefonisch (23%; bij 65-plussers) en online

Nadere informatie

Roken FACT. Een op de tien jongeren rookt wekelijks SHEET. Gelderland-Zuid E-MOVO Rookt regelmatig. Ooit gerookt

Roken FACT. Een op de tien jongeren rookt wekelijks SHEET. Gelderland-Zuid E-MOVO Rookt regelmatig. Ooit gerookt Gelderland-Zuid E-MOVO 2015-2016 De resultaten in deze factsheet zijn afkomstig uit het 4 e E-MOVO jongerenonderzoek. In 2015 werd dit onderzoek uitgevoerd onder ruim 10.000 leerlingen in het voortgezet

Nadere informatie

Vakantiegeldenquête 2019

Vakantiegeldenquête 2019 Vakantiegeldenquête 2019 Annette Groen en Dörthe Kunkel Vakantiegeldenquête 2019 Auteurs Annette Groen Dörthe Kunkel Nibud, 1 juli 2019 2 Vakantiegeldenquête 2019 Inhoud Samenvatting 3 Visie 6 Inleiding

Nadere informatie

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Mijn huis, mijn alles & alles voor mijn huis

Mijn huis, mijn alles & alles voor mijn huis Mijn huis, mijn alles & alles voor mijn huis ILIV, kenniscentrum, voerde een representatief onderzoek naar de impact van financiën op het thuisgeluk bij meer dan 4.000 Belgen. Een huis maakt gelukkig en

Nadere informatie

Vakantiegeldenquete 2010

Vakantiegeldenquete 2010 Vakantiegeldenquete 2010 Inleiding Net als vorig jaar heeft het Nibud onderzoek gedaan naar de manier waarop mensen zich in financieel opzicht voorbereiden op de vakantie en of men zich aan hun budget

Nadere informatie

Diversiteitsbarometer Onderwijs. Studie-oriëntering in het secundair onderwijs

Diversiteitsbarometer Onderwijs. Studie-oriëntering in het secundair onderwijs Diversiteitsbarometer Onderwijs Studie-oriëntering in het secundair onderwijs VL: Sterk gedifferentieerd onderwijssysteem Vroege selectie, studiekeuzes na attesteringen, rol in reproductie van sociale

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie

Goede Voornemens 2015

Goede Voornemens 2015 Goede Voornemens 2015 Customer Intelligence Klantonderzoek & Advies Daniëlle Boshove december 2014 Achtergrond onderzoek en methode Doel: achterhalen welke goede voornemens de Nederlander heeft voor 2015

Nadere informatie

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht Tweede luik "Het verschil in schools presteren tussen jongens en meisjes" (literatuurstudie en emprirsche studie) (Jan Van Damme & Agnes De Munter- K.U.Leuven) 1. Welke sekseverschillen in prestaties?

Nadere informatie

Sparen & lenen. Docentenhandleiding bij de interactieve les in LessonUp voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs

Sparen & lenen. Docentenhandleiding bij de interactieve les in LessonUp voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs Sparen & lenen Docentenhandleiding bij de interactieve les in LessonUp voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs Sparen & lenen 2 Sparen & lenen Deze les maakt gebruik van het LessonUp-platform, een

Nadere informatie

Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga

Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga Nederlandse samenvatting INLEIDING Mensen met een mogelijk verhoogde kans op kanker kunnen zich

Nadere informatie

Onderzoek online financieel gedrag jongeren

Onderzoek online financieel gedrag jongeren Onderzoek online financieel gedrag jongeren Een onderzoek naar online financieel gedrag van jongeren (11 tot en met 16 jaar) 1 Inhoudsopgave Samenvatting 4 Inleiding 6 Resultaten Online financiële mogelijkheden

Nadere informatie

Onderzoek financieel fitte werknemers

Onderzoek financieel fitte werknemers Onderzoek financieel fitte werknemers Een onderzoek naar de wensen en behoeften rondom hulp van de werkgever bij financiële vragen 1 Inhoudsopgave Samenvatting 4 Inleiding 7 Resultaten Financiële gevolgen

Nadere informatie

kinderen met geld om laten gaan

kinderen met geld om laten gaan FINANCIËLE OPVOEDING VAN KINDEREN OP DE BASISSCHOOL kinderen met geld om laten gaan - management summary - Drs. Robert Goos Amstelveen, 31 augustus 2010 Projectnummer: 2010-12 1 Inhoud I INLEIDING...3

Nadere informatie