Bachelor Thesis. De zakelijkheidstoets van artikel 10a Wet VPB : T.L.A. Tournois
|
|
- Ferdinand Dijkstra
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Bachelor Thesis De zakelijkheidstoets van artikel 10a Wet VPB 1969 Naam : T.L.A. Tournois Studierichting : Fiscale Economie Administratienummer : Datum : Mei 2011 Examencommissie : Prof. Dr. J.A.G. van der Geld
2 Inhoudsopgave Hoofdstuk Een Inleiding 4 Hoofdstuk Twee De regeling van artikel 10a Wet VPB Winstdrainage 2.2 Besmette rechtshandelingen 2.3 Antiwinstdrainagewetgeving Hoofdstuk Drie De tegenbewijsregeling artikel 10a lid 3 Wet VPB De Tegenbewijsregeling 3.2 Zakelijke overwegingen 3.3 Compenserende heffing Hoofdstuk Vier De zakelijke overwegingen nader beschouwd Fiscale overwegingen 4.2 Aandeelhoudersmotieven 4.3 Voorbeelden zakelijke overwegingen Hoofdstuk Vijf Uitspraak Hof van Arnhem 1 december 2009 (VN 2010/6.26) Korte situatieschets 5.2 Uitspraak Hof van Arnhem 5.3 Conclusies uitspraak Hof van Arnhem 5.4 Invloed op artikel 10a lid 3 Wet VPB 2
3 Hoofdstuk Zes Conclusie en stellingname 18 Literatuurlijst 20 Jurisprudentieregister 22 3
4 Hoofdstuk Een Inleiding In 1997 is in de Wet VPB een wetsartikel opgenomen dat winstdrainage moet tegengaan. Het betreft artikel 10a Wet VPB, wat in het kort staat voor een verbod op aftrek van rentelasten. Specifieker: rentelasten op leningen die zijn aangegaan met direct of indirect verbonden personen als die leningen verband houden met een aantal concreet op opgesomde rechtshandelingen. Het wetsartikel is een zogenaamde anti-misbruikbepaling en moet, zoals hierboven al genoemd, winstdrainage zien tegen te gaan. Er zijn echter omstandigheden waarbij renteaftrek toch is toegestaan. Hierbij speelt artikel 10a lid 3 een belangrijke rol. In deze thesis zou ik de lezer dan ook willen uitnodigen verder te lezen en te ontdekken welke mogelijkheden open staan voor de belastingplichtige. U zult ondervinden welke invloed de zakelijkheidstoets van artikel 10a lid 3 Wet VPB heeft op antiwinstdrainage. Probleemstelling: Op welke wijze beïnvloedt de zakelijkheidstoets van artikel 10a lid 3 Wet VPB de antiwinstdrainage en hoe komt deze in de uitspraak van het Hof van Arnhem van 1 december 2009 (VN 2010/6.26) tot uiting? De thesis is als volgt opgebouwd: In het tweede hoofdstuk wil ik de lezer informeren over het begrip winstdrainage, wat houdt dit precies in? Het derde hoofdstuk zal ingaan op de bepalingen van artikel 10a lid 3 Wet VPB. Welke mogelijkheden staan er open voor de belastingplichtige? Hierin spelen de zakelijke overwegingen voor de lening en de rechtshandeling een belangrijke rol. In hoofdstuk 4 ga ik hier verder op in. Tevens behandel ik de uitspraak van het Hof van Arnhem van 1 december 2009 en het verband met de zakelijkheidstoets. Dit zal in hoofdstuk 5 beschreven staan. Als laatst zal ik in hoofdstuk 6 met enkele conclusies en een stellingname komen. 4
5 Hoofdstuk Twee De regeling van artikel 10a Wet VPB 2.1 Winstdrainage Met artikel 10a Wet VPB heeft de wetgever getracht winstdrainage tegen te gaan. Wat is echter winstdrainage? De Cursus Belastingrecht definieert het begrip als volgt: Winstdrainage kan worden omschreven als een georkestreerd geheel van (rechts)handelingen waardoor op Nederlandse belastbare winsten lasten komen te drukken zonder dat de tegenover die lasten staande baten hier te lande of elders in de wereld (effectief) belast worden. 1 Deze uitholling van de belastinggrondslag geschiedt vaak door het creëren van een schuldverhouding. Hierbij worden de lasten van deze schuldverhouding, namelijk de rentelasten, in Nederland afgetrokken van het resultaat. De winsten worden zo gedrukt en minder belasting zal moeten worden afgedragen. Terwijl over de baten van deze schuldverhouding, de rente, vaak weinig tot geen belasting wordt betaald. Dit is mogelijk door de baten in een belastinggunstige staat te ontvangen, de baten te kunnen verrekenen met verliezen of de baten over te dragen aan een lichaam dat is vrijgesteld van belasting. 2.2 Besmette rechtshandelingen Bij winstdrainage zal er vaak een schuld worden aangegaan bij een gelieerde partij. Hierdoor blijven de winsten uiteraard in hetzelfde concern. Ook artikel 10a Wet Vpb 69 richt zich op renteaftrek van schulden aan gelieerde partijen. Dit blijkt uit de wet, die spreekt over ter zake van schulden rechtens dan wel in feite direct of indirect verschuldigd aan een verbonden lichaam of verbonden natuurlijk persoon. 2 De regeling van artikel 10a lid 1 Wet VPB 1969 geeft exact aan om welke rechtshandelingen het dan gaat, namelijk: uitdeling van dividend of teruggave van kapitaal, kapitaalstorting en verwerving of uitbreiding van belang. Dit alles met verbonden lichamen, dan wel na het verwerven of uitbreiden van belang aan de belastingplichtige verbonden lichamen. 3 1 Cursus Belastingrecht 2008, p Artikel 10a lid 1 Wet op de vennootschapsbelasting A.J. Soest, Belastingen 2007, p
6 Belangrijk hierbij is ook om stil te staan bij de bepalingen van het tweede lid. Hieruit blijkt dat het niet enkel gaat om rechtshandelingen die de belastingplichtige zelf is aangegaan, maar eveneens om rechtshandelingen van verbonden lichamen. Er moet dan wel een aantoonbaar verband zijn tussen de ontstane schuldverhouding bij de belastingplichtige en een rechtshandeling van een verbonden lichaam. Om enige duidelijkheid te verschaffen in de diverse varianten van winstdrainage waarop de wetgever met artikel 10a Wet Vpb 69 het oog heeft gehad, zal ik een tweetal situaties schetsen. Eén waarbij de belastingplichtige zelf de besmette handeling verricht en één waarbij dit door een verbonden lichaam geschiedt. 4 Het eerste voorbeeld is gebaseerd op artikel 10a, lid 1, onderdeel a en betreft een dividenduitbetaling. 5 BV A besluit over te gaan tot een dividenduitkering. De liquiditeitspositie is echter niet rooskleurig en men besluit het dividend met rente schuldig te blijven. In aanmerkingkomend voor dividend zijn de directeur voor 51 % van de aandelen, evenals een aantal werknemers. De werknemers zijn echter niet verbonden als bedoeld in lid 5 van hetzelfde artikel, omdat zij elk afzonderlijk geen derde van het belang hebben in BV A. De directeur is echter wel een verbonden persoon. Wat maakt dat BV A de rente ter zake van de schuldig gebleven dividenduitkering voor het deel van de directeur niet mag aftrekken. Het tweede voorbeeld is gebaseerd op artikel 10a, lid 1, onderdeel b, een terugstorting van kapitaal. Moedermaatschappij A bezit 100% van de aandelen in BV B, een Nederlandse BV. Tevens bezit zijn alle aandelen in BV C, een in een belastingparadijs gevestigde vennootschap. BV A stort kapitaal in BV C. BV C op haar beurt leent het geld uit aan BV B. Kan BV B deze rentelasten die drukken op de lening aftrekken? Het antwoord is nee. De belastingplichtige, in dit geval BV B is een schuld aangegaan met een verbonden lichaam (BV C). Er is een verband tussen de schuld van BV B en de rechtshandeling van Moeder A. Moeder A stortte immers kapitaal in BV C. Kort samenvattend kunnen we dus concluderen dat het bij winstdrainage gaat om een rechtshandeling met een verbonden lichaam en/of een verbonden natuurlijk persoon. 4 De voorbeelden zijn gebaseerd op de Cursus Belastingrecht. P Artikel 10a Wet op vennootschapsbelasting
7 2.3 Antiwinstdrainagewetgeving In grote lijnen zijn wij nu op de hoogte van het begrip winstdrainage. U zult begrijpen dat de fiscus er alles aan doet om deze uitholling van de belastinggrondslag tegen te gaan. Vóór invoering van artikel 10a Wet op de vennootschapsbelasting kon de inspecteur, indien hij vond dat er onterecht rente werd afgetrokken, slechts beroep doen op richtige heffing 6 of later fraus legis. Hierbij vistee fiscus meerdere malen achter het net. Uiteindelijk besloot men na rapportage van de Werkgroep fiscale infrastructuur en de winstdrainagearresten van de Hoge Raad 7 een wetswijziging door te voeren. 8 Volgens van Strien 9 was de invoering gestoeld op een tweetal motieven. Namelijk het codificeren van de rechtspraak en het aanscherpen van de jurisprudentie voornamelijk wat betreft de tegenbewijsregeling. Meest directe aanleiding voor het invoeren van artikel 10a Wet op de vennootschapsbelasting was het zogenaamde Plc-arrest. In dit arrest oordeelde de Hoge Raad dat, ondanks dat er sprake was van een interne verhanging 10, de renteaftrek niet kon worden tegengegaan. Als reden hiervoor voerde de Hoge Raad het feit aan dat de rentebaten in het Verenigd Koninkrijk volgens daar geldende wetten normaal zouden worden belast op een wijze die naar Nederlandse maatstaven als redelijk diende te worden gekwalificeerd. 6 Artikel 31 Algemene wet inzake rijksbelastingen. 7 Hierbij worden de volgende arresten bedoeld: HR BNB 1996/3 t/m 6. 8 Prof. Dr. J.A.G. van der Geld, Hoofdzaken vennootschapsbelasting, zesde druk, 2010, p J. van Strien, Renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting, p Interne verhanging: concern waarbij moedermaatschappij alle aandelen in dochtermaatschappij bezit en op deze wijze winst kan draineren. 7
8 Hoofdstuk Drie De tegenbewijsregeling artikel 10a lid 3 Wet VPB 3.1 De Tegenbewijsregeling De antimisbruikbepalingen uit het eerste lid van artikel 10a Wet VPB gelden niet altijd. In het derde lid van ditzelfde artikel is een tegenbewijsregeling opgenomen. Deze tegenbewijsregeling bevat een tweetal manieren om de aftrek van rente toch mogelijk te maken, de volgende twee mogelijkheden: - belastingplichtige kan aantonen dat in overwegende mate zakelijke overwegingen ten grondslag lagen aan zowel de lening als de bijbehorende rechtshandeling; - belastingplichtige kan de aanwezigheid aantonen van een compenserend heffing bij diegene aan wie de rentebaten toekomen Zakelijke overwegingen De eerste mogelijkheid die voor de belastingplichtige openstaat, is het aantonen van in overwegende mate zakelijke overwegingen. Dit vloeit voort uit de wettekst van het derde lid, onderdeel a: indien de belastingplichtige aannemelijk maakt dat aan de schuld en de daarmee verband houdende rechtshandeling in overwegende mate zakelijk overwegingen ten grondslag liggen. De zakelijkheidstoets die in dit lid aan bod komt, is eigenlijk een dubbele zakelijkheidstoets. Niet alleen de schuld maar ook daarmee verband houdende rechtshandeling dient in overwegende mate zakelijk te zijn. Nog specifieker: niet alleen de rechtshandeling zelf moet in overwegende mate zakelijk zijn, maar ook de financiering van deze rechtshandeling dient hieraan te voldoen. Deze dubbele toetsing is volgens de Cursus Belastingrecht gebaseerd op HR 6 september 1995, nr , BNB 1996/4c*. 12 Hierin geeft de Hoge Raad te kennen dat een aantal rechtshandelingen op zichzelf van zakelijk aard kunnen zijn doch door de inrichting hiervan in strijd zijn met doel en strekking van de wet. Een voorbeeld ter verduidelijking: Een Nederlandse dochtermaatschappij heeft voldoende eigen vermogen voor de acquisitie van een andere maatschappij. In plaats van het aanwenden van dit eigen vermogen ter financiering van deze acquisitie keert de dochtermaatschappij haar winstreserves uit aan de moedermaatschappij. De moedermaatschappij op haar beurt stort het geld als kapitaal in een maatschappij die naar belastingnormen gunstig gelegen is (in belastingtermen: 11 Commentaar bij Artikel 10a Wet VPB, Nederlandse Documentatie Fiscaal Recht, Punt Cursus Belastingrecht, P
9 taxhavenvennootschap). De Nederlandse dochtermaatschappij gaat een schuld aan voor de acquisitie bij de taxhavenvennootschap. De financiering van de acquisitie is dus niet als in overwegende mate zakelijk te beschouwen, maar berust dus op belastingtechnische overwegingen. Hoewel artikel 10a niet geldt voor externe leningen maar alleen voor groepsleningen wil ik ze hier toch even behandelen. Tegenbewijs speelt een grote rol bij externe financiering, daarom heeft het Ministerie van Financiën hiervoor een beleid ontwikkeld. Belangrijk bij een externe financiering is de parallelliteit tussen de externe lening en de schuld die intern wordt aangegaan. 13 Getoetst worden dan voornamelijk de looptijd en de aflossingen. Renteverschillen zijn hierbij toegestaan mits deze berusten op zakelijke overwegingen. 14 Ter verduidelijking: Een buitenlandse moedermaatschappij gaat een lening aan bij een bank. Zij leent vijf miljoen bij deze bank en leent vervolgens deze 5 miljoen uit aan een Nederlandse dochter. De Nederlandse dochter gebruikt deze lening ter acquisitie van een maatschappij. Men zou dus kunnen stellen dat materieel beschouwd - de Nederlandse dochter direct leent bij een derde, in dit geval de bank. Niet gepermitteerd is het aanwenden van extern vermogen en vervolgens onderbrengen als eigen vermogen in een taxhavenvennootschap. Eveneens niet gepermitteerd is het voortijdig aflossen van deze lening door de moedermaatschappij aan de bank en de interne schuldverhouding te laten bestaan. Indien de lening extern wordt afgelost zal de interne lening besmet raken. 3.3 Compenserende heffing Tweede mogelijkheid die voor de belastingplichtige openstaat, is het aantonen van een compenserende heffing. Dit vloeit voort uit de wettekst van het derde lid, onderdeel b: indien de belastingplichtige aannemelijk maakt dat over de rente bij degene aan wie de rente rechtens dan wel in feite direct of indirect is verschuldigd, per saldo een belasting naar de winst of het inkomen wordt geheven welke naar Nederlandse maatstaven redelijk is Uit ditzelfde wetsartikel blijkt dat onder een naar Nederlandse maatstaven redelijke heffing mag worden verstaan, een heffing van ten minste 10%. Belangrijk hierbij is om in acht te nemen dat verrekening van verliezen niet is toegestaan. De belastingplichtige dient te kunnen aantonen dat de rentebaten bij de crediteur niet worden verrekend met verliezen die zijn ontstaan voor het 13 Kamerstukken, , nr. 8, p Besluit van 23 december 2005, nr. CPP2005/2662M. 9
10 aangaan van de rechtshandeling. Het toetsingsmoment is dus het moment van aangaan van de lening. Er is niet voldaan aan het tegenbewijs wanneer de inspecteur kan aantonen dat de schuldverhouding is aangegaan om op korte termijn verliezen te gaan verrekenen. 10
11 Hoofdstuk Vier De zakelijke overwegingen nader beschouwd 4.1 Fiscale overwegingen Ingevolge het derde lid, onderdeel a, van artikel 10a Wet VPB is rente aftrekbaar indien aantoonbaar wordt gemaakt dat zowel de schuld als de rechtshandeling als zakelijk kwalificeren. Echter welke overwegingen kwalificeren als zakelijk? Concerns kunnen aanvoeren dat belastingbesparende rechtshandelingen als zodanig zijn gestoeld op zakelijke overwegingen. Volgens Van Strien kwalificeert de wetgever dit niet als zakelijk. 15 Van Strien baseert deze stelling op de Memorie van Antwoord van de Eerste Kamer. 16 Hij toont begrip voor deze stelling, aangezien artikel 10a immers juist gericht is tegen uitholling van de belastinggrondslag. Wel is hij verbaasd over het feit dat dit niet alleen binnenlandse overwegingen behelst, maar ook buitenlandse fiscale overwegingen. Blijkbaar is het motief van de wetgever er ook op gericht naar het buitenland toe fair te blijven. Van Strien stelt tevens aan de kaak of deze fiscale motieven met betrekking tot het zakelijkheidscriterium alleen gelden voor de vennootschapsbelasting. Het kan immers zakelijk zijn om een lening met vreemd vermogen te financieren om zo de heffing op kapitaalsbelasting te voorkomen. Ik ben het met hem eens dat de keuze om met vreemd vermogen te financieren in zo n geval als zakelijk valt te kwalificeren. Deze opvatting spoort ook goed met het Zwijnenburgarrest. In dat arrest besliste het Hof van Justitie van de EU dat een belastingplichtige de geneugten van de fusierichtlijn voor de Vpb-heffing niet onthouden mogen worden als er besparing wordt nagestreefd van een andere belasting dan waarop de richtlijn ziet (in casu overdrachtsbelasting) Aandeelhoudersmotieven Het aanvoeren van aandeelhoudersmotieven als zijnde zakelijke motieven biedt meer mogelijkheden. Aanleiding hiervoor vindt men in de jurisprudentie inzake juridische splitsing. 18 Hieruit blijkt dat de motieven voor herstructurering niet gestoeld zijn op fiscale maar op aandeelhoudersoverwegingen. Het hoofddoel lag niet in feit om de belasting te omzeilen. Te 15 J. va n Strien, Renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting, p Kamerstukken I , , nr.? (Memorie van Antwoord), p HvJ EU, , C-352/08, BNB 2010/ Hof van Amsterdam, 30 januari 2002, V-N/2002/
12 concluderen valt dat aandeelhoudersmotieven dus zijn op te voeren als zakelijke overwegingen. Belangrijk is wel om te realiseren dat ondanks dat een geheel van rechtshandelingen kan gestoeld zijn op een in overwegende mate zakelijke overweging, één van de rechtshandelingen als niet zakelijk kan worden gekwalificeerd. De vorige volzin kwam tot uiting in een uitspraak van het Hof Amsterdam 15 december Voorbeelden zakelijke overwegingen De Memorie van toelichting 20 geeft enkele voorbeelden waarin sprake is van overwegende zakelijke overwegingen. Om de lezer nog wat extra duidelijkheid te verschaffen behandel ik hier enkele voorbeelden. 21 Voorbeeld Een Een maatschappij die deels in handen is van een verbonden lichaam en deels in handen van derden besluit tot dividenduitkering. Deze dividenduitkering is gebaseerd op consistente dividendpolitiek die gevoerd wordt door die maatschappij. De financiering van deze rechtshandeling is mogelijk gemaakt door een lening van een verbonden lichaam. Vanwege de bestaande consistente dividendpolitiek kan de rechtshandeling als zakelijk worden beschouwd. 22 De rente over deze lening is niet aftrekbaar indien de rente ten bate van een taxvennootschap zou vallen. Er is dan geen compenserende heffing. Voorbeeld Twee Wanneer het verbonden lichaam uit voorbeeld één ter verstrekking van de lening aan de maatschappij zelf extern zou moeten lenen is deze lening te kwalificeren als zakelijk. Ik citeer mr. R. van Dam in zijn commentaar op artikel 10a 23 : Volgens de wetshistorie is de lening dan feitelijk aangegaan jegens een derde (Kamerstukken, , nr. 3, p. 21, en Kamerstukken, , nr. 8, p. 17). Ik constateer hier dat de Memorie van toelichting onterecht zakelijke overwegingen aanneemt. Er is immers (materieel beschouwd) sprake van een derdenlening in 19 Hof Amsterdam 15 december 2004, V-N 2005/ De schuldigerkenning werd niet als zakelijk gekwalificeerd. 20 Kamerstukken, 24696, nr. 3, p Voorbeelden zijn gebaseerd op commentaar bij artikel 10a Wet VPB van de website: (2010), punt Gebaseerd op brief staatssecretaris van Financiën 10 juli 2007, nr. DB U 23 Commentaar bij artikel 10a Wet VPB van de website: (2010), punt
13 plaats van een groepslening. Goed beschouwd komt men dus niet toe aan de toepassing van artikel 10a Wet Vpb 69. Het resultaat is hetzelfde, maar de weg er naar toe is anders. Voorbeeld Drie Het gaat hier om een joint venture. De ene partner wil de andere partner volledig uitkopen. Afgesproken wordt om de uitkoopsom schuldig te blijven. De partner, die wordt uitgekocht, blijft alleen verbonden met de vennootschap middels de schuldig gebleven uitkoopsom. In dit geval zal deze lening als zakelijk worden beschouwd, aftrek van rente wordt toegestaan. De zakelijke overwegingen zijn nu nader beschouwd. Men kan stellen dat fiscale motieven niet als zakelijke overwegingen in aanmerking komen. Aandeelhoudersmotieven zijn dit echter wel. Het gaat om het feit dat het hoofddoel niet is om zo min mogelijk belasting te betalen. Aandeelhoudersmotieven sluiten niet uit dat er rechtshandelingen plaats hebben die in strijd zijn met doel en strekkingen van de wet. 13
14 Hoofdstuk Vijf Uitspraak Hof Arnhem 1 december 2009 (VN 2010/6.26) 5.1 Korte situatieschets In deze uitspraak van het Hof Arnhem gaat het om de volgende casus. X BV wordt gehouden door X Euro LTD. X Euro LTD wordt op haar beurt gehouden door moeder X Holdings PLC. X Euro LTD bezit alle aandelen in het Ierse A LTD. X BV, de belanghebbende, houdt op haar beurt alle aandelen in X Deutschland Holding GmbH. Er vinden verscheidene transacties plaats, welke ik letterlijk overneem uit het commentaar van Drs. J.J. van Dam 24 : Transacties per 30 december X Holdings Plc heeft 105 miljoen (omgerekend: circa 149 miljoen) geleend van een bank, die geen verbonden lichaam is van X Holdings Plc of enige andere groepsmaatschappij. Dit bedrag is opgenomen met het oog op de acquisitie van de A-groep. - X Holdings Plc heeft vervolgens de 149 miljoen doorgeleend aan X Euro Ltd. - X Euro Ltd. heeft daarna de 149 miljoen gestort als kapitaal in A Ltd. - X bv heeft DM 22 miljoen (omgerekend: circa 11 miljoen) gestort als kapitaal in X Deutschland Holding GmbH. Deze kapitaalstorting is gefinancierd door middel van een rekening-courantschuld van X bv bij een niet-verbonden Nederlandse bank. Transacties per 31 december X bv verkrijgt alle aandelen A Ltd. van X Euro Ltd. tegen uitreiking van één aandeel. - A Ltd. verschaft een renteloze lening aan X bv voor een bedrag van 149 miljoen. Transacties per 8 januari X bv gebruikt de verkregen 149 miljoen om leningen te verschaffen aan groepsmaatschappijen. Zo leent X bv circa 41 miljoen aan X Deutschland Holding GmbH. 24 Drs. J.J. van Dam 2010, commentaar op uitspraak Hof van Arnhem 1 december 2009, geraadpleegd via onderdeel vennootschapsbelasting artikel 10a, maart
15 - X Deutschland Holding GmbH koopt de Duitse deelneming van de A-groep voor 41 miljoen. - X Deutschland Holding GmbH betaalt voor een bedrag van circa 9 miljoen de lening terug aan X bv. De resterende lening bedraagt daardoor 32 miljoen. - X bv gebruikt de 9 miljoen om een deel van haar rekening-courantschuld aan de bank ad 11 miljoen af te lossen. Belanghebbende, BV X, heeft de rentelasten aangaande de lening verschaft door A Ltd. getracht af te trekken van het resultaat. De Belastingdienst heeft deze aftrek gedeeltelijk niet toegestaan. Belanghebbende was het hier echter niet mee en droeg de volgende tegenargumenten aan: - Volgens belanghebbende bestond er geen verband tussen de aangegane lening met A Ltd. en kapitaalstorting in X Deutschland. - Het betrof hier een externe acquisitie die tevens extern gefinancierd was, dus aftrekbaar. - Zowel de schuld als de rechtshandeling was gebaseerd op een zakelijke overweging. - Er was sprake van een compenserende heffing bij X Euro Ltd. De Rechtbank Arnhem veegde deze argumenten echter van tafel. Zij oordeelde het volgende: - Het verband tussen schuld en rechtshandeling wel degelijk aanwezig was. - Van zakelijke overwegingen geen sprake was wegens ontbreken van parallelliteit tussen de interne en de externe lening. - De onderbouwing van compenserende heffing tekort schoot. 5.2 Uitspraak Hof Arnhem In hoger beroep oordeelde het Hof Arnhem als volgt: - Het verband tussen de aangegane lening (de schuld) en de kapitaalstorting (de rechtshandeling) is wel degelijk aanwezig. Artikel 10a, lid 1 onderdeel b geeft aan dat er sprake is van een besmette rechtshandeling indien er een kapitaalstorting plaatsvindt tussen de belastingplichtige en een verbonden lichaam. Hier is in deze casus sprake van. Het feit dat er negen dagen verschil zat tussen de rechtshandeling en de schuld maakt niet dat er geen verband is. Het 15
16 tweede lid van artikel 10a geeft immers aan dat er sprake kan zijn van een verband indien de schuld pas ontstaat na de rechtshandeling Er is sprake van een externe acquisitie die extern wordt gefinancierd en dus dat aftrek van rente is toegestaan De zakelijke overwegingen van het derde lid, onderdeel a, zijn hier van toepassing voor zowel de schuld als de rechtshandeling. - De compenserende heffing komt niet aan bod gezien het feit er hier al sprake is van zakelijke overwegingen. 5.3 Conclusies uitspraak Hof Arnhem Het Hof Arnhem is van mening dat er sprake is van een externe acquisitie die gefinancierd is door een externe lening. Op basis van deze twee conclusies concludeert het Hof dat artikel 10a Wet Vpb 69 niet van toepassing is en er ook geen sprake is van strijd met het doel en de strekking van de Wet VPB. Het Hof baseert zich hierbij op overwegingen en voorbeelden genoemd in de parlementaire geschiedenis, aldus van Dam. 27 Van Dam stelt echter aan de kaak of deze gedachtegang volledig juist is. Hij doelt hiermee op een tweetal feiten. De situatie, zoals in deze casus aan bod komt, wordt niet letterlijk beschreven in de parlementaire geschiedenis. Vervolgens gaat het Hof, volgens van Dam, aan het feit voorbij dat hier sprake is van een onzakelijke omleiding. X Euro Ltd. leent het geld van X Holding PLC en stort het als kapitaal in A Ltd., waarop A ltd op haar beurt het geld uitleent aan X BV. X BV stort vervolgens een deel van het kapitaal in X Deutschland Holding. Nu kan men onderdeel b van lid 1 letterlijk toepassen. Hier is sprake van een kapitaalstorting aan een verbonden persoon. Als we nu verder kijken naar de interne lening komen we nog meer argumenten tegen de redenering van het Hof tegen. Zo is volgens van Dam de zakelijkheid van de interne lening discutabel. Groep X heeft extern geld geleend voor de acquisitie van Groep A. Gezien het feit dat Groep X daadwerkelijk Groep A heeft overgenomen is aan eis dat er sprake van een reële financieringsbehoefte voldaan. Ook het verband tussen schuld en rechtshandeling lijkt aangetoond. Als men echter kijkt naar het beleid van de staatssecretaris, wat opnieuw werd aangehaald in de wetsgeschiedenis bij de wetswijziging in 2007, lijkt hier sprake te zijn van een onzakelijke omleiding. Gezien dit beleid kan er geen sprake zijn van een zakelijk motief voor de interne lening. Wanneer we kijken naar 25 Zie onder andere kamerstukken II, , , nr. 3, p Hof van Arnhem baseert zich hier op MvT, Kamerstukken II, , , nr. 3, p. 9 en Drs. J.J. van Dam, 2010, commentaar op uitspraak Hof van Arnhem 1 december 2009, raad gepleegd via onderdeel vennootschapsbelasting artikel 10a, maart
17 de zakelijkheid van de rechtshandeling heeft van Dam ook hier weer zijn bedenkingen. Gezien het geheel van rechtshandelingen lijkt een fiscaal motief het hoofddoel voor de omleiding. Fiscale motieven zijn echter geen zakelijke motieven. De rechtshandeling kan alleen als zakelijk worden beschouwd indien X BV, gezien het Duits recht, een kapitaalsstorting moest maken om aan de eisen voor verhoudingen van eigen en vreemd vermogen te voldoen. Uit de uitspraak van het Hof is dit echter niet gebleken. 5.4 Invloed op artikel 10a lid 3 Wet VPB De invloed van deze uitspraak kan worden gezocht in de uitleg van de zakelijke overwegingen. Ik citeer van Dam: ondanks de aanwezigheid van een `onzakelijke omleiding' er sprake is van een causaal verband tussen de interne en externe lening, waarmee de zakelijkheid van de lening gegeven zou zijn. Geconcludeerd mag worden dat, op basis van deze uitspraak, het zakelijkheidscriterium zou worden versoepeld. De eisen aan zakelijke motieven worden afgezwakt. Een onzakelijk omleiding kan blijkbaar toch als zakelijk worden beschouwd. Het is afwachten of de Hoge Raad deze visie deelt. Dat doet advocaat-generaal Wattèl in ieder geval niet. 28 Het oordeel van het Hof, dat de belanghebbende het vereiste tegenbewijs heeft geleverd, is volgens Wattèl onjuist. Aan de lening verstrekt door de Ierse groepsfinancier liggen onvoldoende zakelijke overwegingen ten grondslag, oordeelt Wattèl. Tevens twijfelt Wattèl aan de reële financieringsbehoefte en stelt hij de interne kapitaalstorting aan de kaak. 28 Vakstudie Nieuws 2011/
18 Hoofdstuk Zes Conclusie en stellingname Winstdrainage is een samenspel van rechtshandelingen met het motief om zo min mogelijk belasting te betalen. Het aangaan van een interne schuldverhouding maakt het mogelijk dat een concernmaatschappij haar winst kan drukken door haar rentelasten van het resultaat af te trekken. De concernmaatschappij/creditrice, die vaak in een taxhaven is gevestigd, kan op deze wijze de renteopbrengsten onbelast of laagbelast ontvangen. Tot 1997 kon de inspecteur hier enkel tegen in gaan door toepassing van richtige heffing of fraus legis. Met de gedachte de rechtspraak te codificeren en tevens aan te scherpen heeft men artikel 10a Wet VPB in het leven geroepen. In het huidige artikel staat precies welke besmette rechtshandelingen tot niet-aftrekbaarheid van rente op de bijbehorende schuld leiden. Het gaat hier om winstuitdeling of teruggaaf van gestort kapitaal, kapitaalstorting en verwerving of uitbreiding van een belang. Er zijn echter situaties die niet berusten op fiscale motieven waarbij renteaftrek toch toegestaan is. Voor deze uitzonderingen moeten we kijken naar het derde lid van artikel 10a. Dit lid biedt een tweetal mogelijkheden om renteaftrek toch toe te staan: - Aantonen dat schuld en rechtshandeling berusten op zakelijke motieven. - Aantonen dat er een compenserende heffing is. In deze thesis ben ik voornamelijk ingegaan op deze eerste mogelijkheid, de zogenaamde zakelijkheidstoets. Deze toets is tweeledig van aard. Zowel de schuld dient zakelijk van karakter te zijn alsmede de bijbehorende rechtshandeling dient hieraan te voldoen. Echter de vraag is wat zakelijke motieven zijn? Fiscale motieven vallen hier niet onder. Immers de wettekst van artikel 10a is er op gericht juist uitholling van onze belastinggrondslag tegen te gaan. Of dit alleen geldt voor de vennootschapsbelasting is niet duidelijk. Ook buitenlandse fiscale motieven lijken niet getolereerd te worden daar in het motief van de wetgever mede een faire houding naar het buitenland een plaats heeft gekregen. Aandeelhoudersmotieven zijn in deze problematiek moeilijk te duiden. Enerzijds voldoen ze sec beschouwd niet als voldoende zakelijke motieven. Zakelijkheid moet men namelijk beoordelen vanuit de betrokken vennootschap/debitrice. Anderzijds vallen aandeelhoudersmotieven en zakelijke motieven voor de vennootschap vaak samen. 18
19 Om de wettekst met de praktijk te toetsen heb ik de uitspraak van het Hof Arnhem van 1 december 2009 behandeld. De zaak komt er in het kort op neer dat een Nederlandse Dochter, X BV, een geschil heeft met de Belastingdienst betreffende aftrek van rentelasten. Hierbij kan worden aangenomen dat de causaliteit tussen schuld en rechtshandeling is aangetoond. Het Hof oordeelt zonder meer dat de externe geldlening die is gebruikt om een externe acquisitie te doen leidt tot het feit dat hier sprake is van zakelijke overwegingen. In beginsel heeft het Hof hier gelijk. Echter zoals hier boven eerder genoemd: In een constructie van rechtshandelingen die als totaal van zakelijke aard zijn kunnen rechtshandeling zitten die op zichzelf niet zakelijk zijn. Hier is in deze casus sprake van. Er wordt gebruikt gemaakt van een onzakelijke omleiding. Ik ben van mening dat een onzakelijke omleiding, als bedoeld in de hierboven behandelde casus van het Hof Arnhem van 1 december 2009, zou moeten leiden tot een beperking in de renteaftrek. Het Hof tilde echter niet zo zwaar aan deze omleiding en maakte volledige renteaftrek mogelijk. Als de Hoge Raad meegaat in deze redenering dan betekent dit mijns inziens een versoepeling van het zakelijkheidscriterium en daarmee een vrijbrief voor uitholling van onze belastinggrondslag. 19
20 Literatuurlijst: Drs. N.M. Ligthart,: De renteaftrekbeperking van artikel 10a VPB 1969, Tijdschrift fiscaal ondernemingsrecht (2003/174) Mr. N.H. de Vries en Prof. Mr. R.J. de Vries, Vennootschapsbelasting, Deventer: Kluwer 2008, Winstdrainage en de bestrijding daarvan (art. 10a) Dr. J. Doornebal, De opmars van het zakelijkheidscriterium, Tijdschrift fiscaal ondernemingsrecht 2001/151 Prof. Dr. J.A.G. van der Geld, (Beperking van) renteaftrek in de vennootschapsbelasting, Tijdschrift fiscaal ondernemingsrecht 2003/167 Prof. Dr. J.A.G. van der Geld, Hoofdzaken Vennootschapsbelasting, Deventer: Kluwer 2009 nummer 31, 5.3 De invloed van artikel 9 en 10 wet VPB 1996 P. Kavelaars en M.H.C. Ruijschop, Financiering van een vennootschap en renteaftrekbeperkingen, tijdschrift Fiducie vol. 15 (2008) nr. 3 J. van Strien, Renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting, Rotterdam: Proefschrift Erasmus Universiteit 2007, Hoofdstuk 6: (anti)winstdrainagebepalingen J.A.R. van Eijsden, Renteaftrekbeperkingen in art. 10, eerste lid, onderdeel d, en art 10b Wet VPB 1969, Fiscaal ondernemingsrecht (2003/188) nr. 70 p.188 NNV, Kamerstukken II 1995/96, , blz. 17 Mr. A.J. van Soest, Belastingen: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting, Besluit voorkoming dubbele belasting 2001, Nederlands Standaardverdrag, Deventer: Kluwer e druk, Deel II Vennootschapsbelasting Artikel 10a Mr. R. van Dam, Commentaar: Artikel 10a Wet VPB 1969 Niet-aftrekbare rente, Nederlandse Documentatie Fiscal Recht 2010, geraadpleegd: maart
21 Nota naar aanleiding van het verslag, Kamerstukken 1996, , nr. 8, p. 81. Directeur-generaal van de Belastingdienst, Besluit van 23 december 2005, nr. CPP2005/2662M Conclusie A-G Wattèl, 30 november 2010, nr. 10/00075, gepubliceerd in Vakstudie Nieuws 2011/
22 Jurisprudentieregister Uitspraak Hof Arnhem 1 december 2009 VN 2010/6.26 Hof Amsterdam, 30 januari 2002, V-N/2002/ Hof Amsterdam 15 december 2004, V-N 2005/
Vennootschapsbelasting. Toepassing van artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Belastingdienst /Directie Vaktechniek Belastingen.
1 Vennootschapsbelasting. Toepassing van artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 Belastingdienst /Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 25 maart 2013,nr. BLKB2013/110M. De Staatssecretaris
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8768 3 april 2013 Vennootschapsbelasting. Toepassing van artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 25 maart
Nadere informatieDe zakelijkheidstoets van de vennootschapsbelasting.
De zakelijkheidstoets van de vennootschapsbelasting. Welke invloed heeft de uitspraak van Hof Arnhem van 1 december 2009 op artikel 10a Wet Vpb? Bachelor Thesis Fiscale Economie Faculteit economie en bedrijfswetenschappen
Nadere informatieDe dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a Wet op de Vennootschapsbelasting 1969
De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 De parallelliteitstoets bij externe financieringen Bachelor Scriptie Tilburg University Tilburg School of Economics and
Nadere informatieDe renteaftrekbeperking bij externe acquisities in art. 10a Vpb
De renteaftrekbeperking bij externe acquisities in art. 10a Vpb Auteur: R.H. Honing Studentnummer: 5603218 Onder begeleiding van: Tweede beoordelaar: Universiteit: Faculteit: Opleiding: Studierichting:
Nadere informatiePRAKTIJKNOTITIE Fiscaal. 1. Inleiding. 2. De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Inleiding Voorwaarden vormen fiscale eenheid VPB
Van: NOAB Adviesgroeplid Marree & Van Uunen Belastingadviseurs Datum: februari 2019 Onderwerp: Spoedreparatie fiscale eenheid VPB voor het MKB 1. Inleiding In 2018 werd aangekondigd dat de regeling voor
Nadere informatieDe onzakelijke omleiding inzake de dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a, derde lid, Wet op de Vennootschapsbelasting 1969
De onzakelijke omleiding inzake de dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a, derde lid, Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 Bachelor thesis Fiscale Economie Universiteit van Tilburg Student: Maud Joosen
Nadere informatieRegime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking
Jasper van Nes Advocaat Belastingadviseur Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Belastingrecht 23 maart 2018 Rente op een geldlening voor de financiering
Nadere informatieFiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a.
Fiscale eenheid Impact spoedmaatregelen februari 2019 dr. A. Rozendal 1 Agenda Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 2 Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 3 Inleiding Voordelen
Nadere informatieMemorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID
Memorandum REENTE ELASTINGONTWIKKELINGEN MET ETREKKING TOT DE FISALE EENHEID Op 6 juni 2018 heeft de Staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid gepubliceerd. In
Nadere informatieDe dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a lid 3a Wet Vpb 1969 bij feitelijke derdenleningen, borg- en garantstellingen en onzakelijke leningen
De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a lid 3a Wet Vpb 1969 bij feitelijke derdenleningen, borg- en garantstellingen en onzakelijke leningen Universiteit van Amsterdam Masterscriptie Fiscale economie
Nadere informatieDe verbondenheidsbepalingen van artikel 10a Wet VPB
De verbondenheidsbepalingen van artikel 10a Wet VPB Bachelor Thesis Fiscale Economie Universiteit van Tilburg Faculteit economie en bedrijfswetenschappen Departement Fiscale Economie Naam : S.G.A. Daris
Nadere informatieValutaresultaten en art. 10a Wet Vpb 69.
Valutaresultaten en art. 10a Wet Vpb 69. M.I. van Zielst Administratienummer: 321463 Afstudeerscriptie Fiscaal Recht Afstudeerdatum: 28 september 2011 Examencommissie: drs. F.J. Elsweier en prof. dr. J.A.G.
Nadere informatieWijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving?
Wijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving? (verkorte versie ten behoeve van de internetconsultatie Enkele wijzigingen van specifieke renteaftrekbeperkingen
Nadere informatieFiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed
Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Wet VPB 1969 In een themanummer over vastgoedfinanciering kan een bijdrage over de fiscale aspecten niet ontbreken. In dit artikel gaan wij in op de
Nadere informatieFiscale workshop Renteaftrekbeperkingen
Fiscale workshop Renteaftrekbeperkingen J.F.H.M. Knevels RV FB Stelling Rente is in Nederland NIET aftrekbaar, tenzij.. 2 1 vreemd vermogen vs eigen vermogen Fiscale hoofdregel: - Vergoeding op eigen vermogen
Nadere informatieDe behandeling van positieve valutaresultaten bij artikel 10a Wet Vpb
Universiteit van Amsterdam Faculteit Economie en Bedrijfskunde Masterscriptie Fiscale economie De behandeling van positieve valutaresultaten bij artikel 10a Wet Vpb Anita Liu Studentnummer: 0468851 Eerste
Nadere informatieInterne rente bij de vaste inrichting
3 Internationaal Belastingrecht en Dividendbelasting Master Internationaal en Europees Belastingrecht Universiteit van Amsterdam Interne rente bij de vaste inrichting Het in aanmerking nemen van interne
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 323 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid
Nadere informatieERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM. Erasmus School of Economics. Bachelorscriptie Fiscale Economie. Naam student: Anouk Schipper Studentnummer:
ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Fiscale Economie Winstdrainage, derdenfinanciering en de zakelijkheidstoets Een onderzoek naar de motivatie, inhoud en implicaties
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA s-gravenhage
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA s-gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl
Nadere informatieDe dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a, derde lid, Wet op de Vennootschapsbelasting 1969
De dubbele zakelijkheidstoets van artikel 10a, derde lid, Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 Universiteit van Tilburg Master Fiscaal Recht Examencommissie: mr. G.C. van der Burgt Student: Daniëlle Reinders
Nadere informatieThijs van schijndel januari 2015 Begeleider : G.C. van der Burgt
Op welke manier worden valutaresultaten en afdekkingsinstrumenten behandeld onder de renteaftrekbeperkingsregeling van artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en hoe zouden ze idealiter
Nadere informatieGroninger Fiscale Eenheid Onderneming & Belastingheffing Hoorcolleges
Groninger Fiscale Eenheid Onderneming & Belastingheffing Hoorcolleges Dit product wordt aangeboden als aanvulling op de verplichte stof voor het vak. De Carrièrecommissie accepteert geen enkele verantwoordelijkheid
Nadere informatieSRA-Praktijkhandreiking. Spoedreparatie fiscale eenheid vennootschapsbelasting
SRA-Praktijkhandreiking Spoedreparatie fiscale eenheid vennootschapsbelasting Inhoudsopgave 1 Algemeen... 3 2 Verloop en historie... 4 3 Hoofdlijn... 5 3.1 Terugwerkende kracht naar 1 januari 2018... 5
Nadere informatieBeperking van de aftrek van groepsrente in verband met winstdrainage per 1 januari 2007
Beperking van de aftrek van groepsrente in verband met winstdrainage per 1 januari 2007 Mr.drs. J.L. van de Streek * 1. Inleiding Art. 10a Wet VPB 1969 is gericht tegen constructies in groepsverband waarbij
Nadere informatieChecklist Deelnemingsvrijstelling
Checklist Deelnemingsvrijstelling Wie een (persoonlijke) holding bezit met daarin aandelen in een werkmaatschappij, zal al snel achter het belang van de deelnemingsvrijstelling komen. De deelnemingsvrijstelling
Nadere informatieUitleg van het begrip belang voor artikel 10a Wet Vpb 1969
Uitleg van het begrip belang voor artikel 10a Wet Vpb 1969 Naam auteur: Jasper van der Meij Collegekaartnummer: 0424056 Inleverdatum: 22 augustus 2010 Afstudeervariant: Fiscale economie FEB UVA Eerste
Nadere informatieDe toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling
Erasmus Universiteit Rotterdam Erasmus School of Economics Bachelorscriptie NADRUK VERBODEN De toepassing van het leerstuk van de onzakelijke lening op de ongebruikelijke terbeschikkingstelling Naam Wopke
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de vierde druk /V. Lijst van afkortingen / XIII. Hoofdstuk 1 Inleiding /1
INHOUDSOPGAVE Voorwoord bij de vierde druk /V Lijst van afkortingen / XIII Hoofdstuk 1 Inleiding /1 1.1 Het onderwerp / 1 1.2 Historisch overzicht / 2 1.3 Een eerste verkenning van het begrip totale winst
Nadere informatie10a en fraus legis BESTAAT ER NOG RUIMTE VOOR BIJZONDERE RECHTSMIDDELEN NAAST ART. 10A WET VPB 1969?
10a en fraus legis BESTAAT ER NOG RUIMTE VOOR BIJZONDERE RECHTSMIDDELEN NAAST ART. 10A WET VPB 1969? Oscar Smeets Herculesstraat 27-I 1076 RZ Amsterdam T +31 (0)6 422 66 555 E mail@oscarsmeets.nl W www.oscarsmeets.nl
Nadere informatieEigen vermogen versus vreemd vermogen
Eigen vermogen versus vreemd vermogen ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Fiscale Economie Naam: Arwin van Helden Studentnummer: 432850 Begeleider: R.B.N. van Ovost
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 52d 24 696 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 met het oog op het tegengaan van uitholling van de belastinggrondslag en
Nadere informatieReactie Register Belastingadviseurs (RB) inzake de aangekondigde spoedmaatregelen inzake de fiscale eenheid vennootschapsbelasting
Per post en per e-mail Aan de Vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer der Staten-Generaal T.a.v. mevrouw P.F.L.M. Tielens-Tripels Postbus 20018 2500 EA Den Haag Culemborg, 17 januari 2018 Betreft:
Nadere informatieHoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9. Lenen van de BV
Hoe in 2017 optimaal geld uit uw BV halen? DEEL 9 DEEL 9 Lenen van de BV HOOFDSTUK 1: BEGRIP Wat bedoelen we hier met lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt
Nadere informatieUitvoeringsbesluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente
Uitvoeringsbesluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente Artikel 1 Reikwijdte en definities 1. Dit besluit geeft uitvoering aan de artikelen 13l en 15ad van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 651 Wet van 13 december 1996 tot wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 met het oog op het tegengaan van uitholling van de belastinggrondslag
Nadere informatieFiscale onderkapitalisatie van vennootschappen
Prof. dr. R.P.C.W.M. Brandsma Fiscale onderkapitalisatie van vennootschappen KLUWER Tjj? Deventer - 2004 INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V Lijst van gebruikte afkortingen / Xfll HOOFDSTUK 1 1 Inleiding /1 1.1
Nadere informatieSpoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting
Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting moeder dochter(s) WHITE PAPER 1 belastingplichtige Bol Adviseurs 29 November 2017 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Spoedreparatie in de Fiscale
Nadere informatieOnzakelijke leningen. dr. Ruud van den Dool
Onzakelijke leningen dr. Ruud van den Dool Onzakelijke leningen Bewijslastverdeling Hoogte en behandeling rentevergoeding afwaarderingen Criteria Internationale (mis)match Leningkwalificatie + behandeling
Nadere informatieDenHaa9 '05JAN2010. Kenmerk: DGB 2009-6450
Qöd ^4co5 DenHaa9 '05JAN2010 Kenmerk: DGB 2009-6450 Beroepschrift in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam X van 26 november 2009, nr. 08/00445, inzake IEËli ifai«ibaélsga^aili^i
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 788 Wijziging van de Wet op de dividendbelasting 1965, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met de introductie
Nadere informatieEdelachtbaar college,
Edelachtbaar college, X% Namens cliënten, a «a ^ ^ ^ ^ ^ M l e n tel^^^^ tekenen wij beroep in cassatie aan tegen de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam van 22 september 2011 op het beroepschrift van 10
Nadere informatieFinanciering - Earningsstripping. 11 juni 2019 Dr. F.J. (Frank) Elsweier
Financiering - Earningsstripping 11 juni 2019 Dr. F.J. (Frank) Elsweier Programma 19.00 20.00: Breaking news, kwalificatie geldverstrekking, onzakelijke lening 20.00 20.10: Pauze 20.10 21.00: Renteaftrekbeperkingen
Nadere informatie\4CA^< CGLS. Met betrekking tot dit beroep worden de volgende middelen van cassatie voorgedragen:
\4CA^< CGLS Edelhoogachtbaar college, 1. Bij brief van I november 2010 heeft B.V., Irechtstreeks beroep in cassatie als bedoeld in artikel 28 AWR ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem (hierna:
Nadere informatieSpoedreparatie fiscale eenheid. Michel Ruijschop
Spoedreparatie fiscale eenheid Michel Ruijschop Spoedreparatiemaatregelen Uitgangspunten en vragen Geen temporele beperking (!) Hoe ver gaat het wegdenken? Ook wegdenken als de fiscale eenheid nadelig
Nadere informatieRenteaftrek in de Vpb wat moeten we ermee?
Renteaftrek in de Vpb wat moeten we ermee? Na invoering van de overnameholdingbepaling Naam R.H. (Roos) Burhorst Universiteit Universiteit van Tilburg Studierichting Master Fiscale Economie Studentnummer
Nadere informatieWeekblad voor Fiscaal Recht, Valutawinsten en renteaftrekbeperkingen; de gevolgen van HR 24 februari 2012
Page 1 of 7 Weekblad voor Fiscaal Recht, Valutawinsten en renteaftrekbeperkingen; de gevolgen van HR 24 februari 2012 Vindplaats WFR 2012/628 Bijgewerkt tot 10-05-2012 Auteur Drs. F.J. Elsweier en dr.
Nadere informatieFiscaal Spoedreparatie fiscale eenheid Wet VPB 1969
Fiscaal Spoedreparatie fiscale eenheid Wet VPB 1969 Frank van Merrienboer Drs. F.M.A.M. van Merrienboer RB is belastingadviseur bij ESJ Financial Engineering en bestuurslid Register Belastingadviseurs.
Nadere informatieWetsvoorstel Zorginstellingen en Deelnemingsrente vennootschapsbelasting. Cervus, juni 2012
Wetsvoorstel Zorginstellingen en Deelnemingsrente vennootschapsbelasting Cervus, juni 2012 Agenda BOSAL-rente een korte terugblik Wanneer wordt BOSAL-rente een BOSAL-gat? Eerdere reparatievoorstellen Wetsvoorstel
Nadere informatie3 SFR. 20« Den Haag, Kenmerk:
Den Haag, 3 SFR. 20«Kenmerk: 2018-0000147519 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 18/03132) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-hertogenbosch van 8 juni 2018, nr. X Z 17/00004,
Nadere informatieFraus legis bij concernfinanciering
Fraus legis bij concernfinanciering Naam: Nanette Burger Studentnummer: 374231 Begeleider: R.C. de Smit Rotterdam, 22 juli 2015 Inhoudsopgave 1. Hoofdstuk 1 Inleiding o Fraus legis o Doel o Probleemstelling
Nadere informatieUpdate Winstbelasting. Peter Furer 11 november 2011
Update Winstbelasting Peter Furer 11 november 2011 Programma Voorkomen verliesverdamping Overig VAMIL of crisisafschrijving Zelfstandigenaftrek (Bestel)auto van de zaak Onzakelijke leningen Voorkomen verliesverdamping
Nadere informatieFiscale aspecten van aandelenvennootschappen met een dubbele vestigingsplaats
Fiscale aspecten van aandelenvennootschappen met een dubbele vestigingsplaats door Dr. M. van Dun 1997 KLUWER - DEVENTER Inhoudsopgave LUST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN XVI 1 INLEIDING 1 2 DE ONTSTAANSGESCHIEDENIS
Nadere informatieGeld geleend van de eigen vennootschap? Mogelijk dubbele heffing door nieuwe wetgeving! CROP.NL
Geld geleend van de eigen vennootschap? Mogelijk dubbele heffing door nieuwe wetgeving! Bovenmatig lenen bij eigen vennootschap wordt ontmoedigd! Algemeen De belastingdienst stelt de laatste jaren steeds
Nadere informatieAlles onder Controle!
Alles onder Controle! VPB 2010 Het consultatiedocument Maurice de Clercq & Gunther Hoffmann 25 november 2009 Programma Inleiding Groepsrentebox Renteaftrekbeperkingen Laagbelaste beleggingsdeelneming Inleiding
Nadere informatie29-09-15. Actualiteiten VPB 2015. Stand van de VPB 2015. Belastingplicht overheidsbedrijven. 5 oktober / 26 oktober 2015 Hengelo (OV)/Deventer
Actualiteiten VPB 2015 Erwin Nijkeuter Meijburg & Co 06-21237533 nijkeuter.erwin@kpmg.com RB Studiekring Gelderland/Overijssel 5 oktober / 26 oktober 2015 Hengelo (OV)/Deventer Stand van de VPB 2015 Brief
Nadere informatieHoofdstuk 1: Begrip. Onzakelijke rente. Onzakelijke lening/onzakelijk debiteurenrisico
Hoofdstuk 1: Begrip Wat bedoelen w e h i e r m e t lenen? Met lenen bedoelen we, dat u geld of andere goederen ter beschikking krijgt van en ter beschikking stelt aan uw BV. In dit hoofdstuk spreken we
Nadere informatieMEMORIE VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN. 1. Inleiding
MEMORIE VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN 1. Inleiding Op 22 februari 2018 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) uitspraak gedaan in twee Nederlandse zaken. 1 Het HvJ EU heeft in de ene zaak
Nadere informatiePRAKTIJKNOTITIE Reparatiemaatregelen fiscale eenheid Vpb. 1. Inleiding. 2. Waar ging en gaat de discussie over? 2.1. Globale beschrijving
Van: NOAB Adviesgroep-lid Punt & Van de Weerdt Belastingadviseurs Datum: Februari 2018 Onderwerp: 1. Inleiding Het is weer zover. Het Ministerie van Financiën lijdt in Luxemburg bij de Europese rechter
Nadere informatieGeld geleend van de eigen vennootschap? Mogelijk dubbele heffing door nieuwe wetgeving! CROP.NL
Geld geleend van de eigen vennootschap? Mogelijk dubbele heffing door nieuwe wetgeving! Belastingdienst gaat bovenmatig lenen bij eigen vennootschap aanpakken. Inleiding De Belastingdienst stelt de laatste
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 959 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Wet op de dividendbelasting 1965 in verband met enkele spoedreparaties inzake
Nadere informatieHet voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
34 323 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid (Wet aanpassing fiscale eenheid) NOTA VAN WIJZIGING Het
Nadere informatieFiscale eenheid. Agenda. 4 juni dr. A. (Aad) Rozendal. Verlies verrekening. Entreeproblematiek. Bezitseis. Verlies verrekening.
Fiscale eenheid 4 juni 2018 dr. A. (Aad) Rozendal Agenda Entreeproblematiek Verlies verrekening Entreeproblematiek Verlies verrekening Voordelen Resultatensaldering Interne rechtsverhoudingen onzichtbaar
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 696 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 met het oog op het tegengaan van uitholling van de belastinggrondslag en het versterken
Nadere informatieRenteaftrek bij acquisities. Samenvatting
Ondernemingsrecht, Renteaftrek bij acquisities Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: Ondernemingsrecht 2014/48 Bijgewerkt tot: 14-03-2014 Auteur: Prof. dr. Q.W.J.C.H. Kok
Nadere informatieVALUTAWINSTEN EN RENTEAFTREKBEPERKINGEN DRS. F.J. ELSWEIER EN DR. J. VAN STRIEN 1. 1 Inleiding. 2 Het arrest in een notendop
628 Weekblad fiscaal recht. 6953. 10 mei 2012 VALUTAWINSTEN EN RENTEAFTREKBEPERKINGEN DE GEVOLGEN VAN HR 24 FEBRUARI 2012 DRS. F.J. ELSWEIER EN DR. J. VAN STRIEN 1 1 Inleiding Op 24 februari 2012 heeft
Nadere informatieStaatssecretaris beantwoordt vragen spoedreparatie fiscale eenheid
Staatssecretaris beantwoordt vragen spoedreparatie fiscale eenheid Op 4 juni 2018 is het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid ( het wetsvoorstel ) bij de Tweede Kamer ingediend (zie onze eerdere
Nadere informatieBachelor Thesis Invoering van een renteaftrekbeperking voor overnameholdings
Bachelor Thesis Invoering van een renteaftrekbeperking voor overnameholdings Naam : C.T.G. Scholten Studierichting : Fiscale Economie Administratienummer : 855808 Datum : april 2011 Examencommissie : prof.
Nadere informatieElsevier Belastingcongres 2009
Elsevier Belastingcongres 2009 Reorganisaties Prof.mr. Gerard Meussen Radboud Universiteit Nijmegen/BDO 26.11.2009 G.T.K. Meussen 1 Inkomstenbelasting, leningen in box 1 of gefacilieerd in box 3 De terbeschikkingstellingsregelingen
Nadere informatieFraus Legis naast artikel 10a wet Vpb 1969?
Fraus Legis naast artikel 10a wet Vpb 1969? Naam: Joëlla Scholte Studentnummer: 342324 Begeleider: drs. M.H.M. Smeets Datum : 22 juli 2014 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding... 4 1.1 Schets van het probleemveld...
Nadere informatieBlok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting.
Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting. 1. Algemeen systeem. De wet voorziet in diverse gedetailleerde
Nadere informatieDE VERPLICHTE GROEPSRENTEBOX EN DE BEPERKINGEN VAN DE AFTREK VAN DE RENTE GETOETST AAN TWEE CRITERIA
De verplichte groepsrentebox en de aftrekbeperkingen van de rente getoetst aan twee criteria Gepubliceerd in Weekblad Fiscaal Recht 2009/6822, blz. 960-968 J. Vleggeert, Associate Professor at the Institute
Nadere informatiePartiële fiscale eenheid in het kader van de toepassing van artikel 10a Wet VPB Huidige Fiscale Eenheid in gevaar?
Partiële fiscale eenheid in het kader van de toepassing van artikel 10a Wet VPB 1969 Huidige Fiscale Eenheid in gevaar? Auteur: Studierichting: ANR: Studentnummer: Ruud van Rijckevorsel Bsc. Fiscale Economie
Nadere informatie2014 -- Vennootschapsbelasting -- Deel 3
Programma voor vandaag Verliesverrekening (art. 20) Handel in verlies BV s (art. 20a) Coöperatieregeling (art. 9-1-g en 9-2) Deelnemingsvrijstelling (art. 13) Liquidatieverlies Winstdrainage (artt. 10a,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 003 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012) Nr. 11 DERDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 25 oktober 2011
Nadere informatie$ 100,000 (2punten) Pand gebruik genot $ 417,500 50% $ 208,750 Boekwaarde $ 250,000 -/- 1 Hypotheek $ 100,000 +/+ 1.
Opgave 1 Activa Fiscale Werkelijke Passiva Fiscale Werkelijke boekwaarde waarde boekwaarde waarde Alternatief per goed Bedrijfspand 250,000 350,000 Kapitaal 337,500 667,500 getal 2 (x3) Voorraad 200,000
Nadere informatieNaar aanleiding van uw brief van 21 januari 2013 heb ik de eer het volgende op te merken.
Den Haag, 2 6 F E B 2013 Kenmerk: DGB 2013-384 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 13/00280) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 4 december 2012, nr. 11/00501, X inzake
Nadere informatieDEELNEMINGSRENTE Dr. J. Vleggeert 1. 1.Inleiding
Deelnemingsrente Gepubliceerd in Weekblad Fiscaal Recht 2011/6922, blz. 1222-1226 J. Vleggeert, Associate Professor at the Institute of Tax Law of the University of Leiden j.vleggeert@law.leidenuniv.nl
Nadere informatieKluwer Online Research
Vakblad Financiële Planning Terbeschikkingstelling: een update Kluwer Online Research Auteur: Drs. J.E. van den Berg[1] Tussen november 2011 en mei 2012 zijn enkele belangrijke uitspraken en arresten verschenen
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22561 29 april 2016 Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht 25 april 2016 nr. DGB 2016/1731M
Nadere informatieBESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 18 februari 1999
BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 18 februari 1999 Vonnisnummer : 1997-144 Datum : 18 februari 1999 Rechters : mrs. A.W.M. Bijloos, voorzitter, J.K. Moltmaker en Th. Groeneveld, leden Middel : Winstbelasting
Nadere informatieHypothese. Voorbeeld. 2018/0042 De hoogte van de 30%-vergoeding onder de werkkostenregeling SAMENVATTING
Kijk op NLFiscaal voor online versie 2018/0042 De hoogte van de 30%-vergoeding onder de werkkostenregeling SAMENVATTING Met enige regelmaat krijgt Sebastian Spauwen te horen dat iemand een makkelijke vraag
Nadere informatieRENTEAFTREKBEPERKINGEN
RENTEAFTREKBEPERKINGEN Wat is de betekenis van de invoering van de earningsstrippingbepaling op grond van de Anti Tax Avoidance-richtlijn voor de bestaande renteaftrekbeperkingen in de Wet op de vennootschapsbelasting
Nadere informatieI. ALGEMEEN. Memorie van toelichting. 1. Inleiding
Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een tussenregeling voor valutaresultaten op deelnemingen (Tussenregeling valutaresultaten op deelnemingen) Memorie
Nadere informatieHRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 3
Programma voor vandaag Verliesverrekening (art. 20) Handel in verlies BV s (art. 20a) Coöperatieregeling (art. 9-1-g en 9-2) Deelnemingsvrijstelling (art. 13) Liquidatieverlies Winstdrainage (artt. 10a,
Nadere informatieExcessieve en gekunstelde financiering van externe acquisities
ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Masterthesis Nadruk verboden Excessieve en gekunstelde financiering van externe acquisities Gat(en) gedicht of dweilen met de kraan open? Naam
Nadere informatieOnzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen
Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen R.G. Broft Afstudeerrichting: Fiscaal Recht Onzakelijke leningen in gelieerde verhoudingen Kan de niet toegestane afwaardering van de onzakelijke lening,
Nadere informatieWinstdrainagebepaling in de vennootschapsbelasting op de schop. R.J. de Vries
Winstdrainagebepaling in de vennootschapsbelasting op de schop R.J. de Vries Een majeure koerswijziging in het Belastingplan 2018 wat betreft de tegenbewijsregeling Wetgeving: art. 10a Wet VPb 1969 In
Nadere informatieTip! Het onderbrengen van het bedrijfspand in een aparte bv maakt een toekomstige bedrijfsoverdracht gemakkelijker te structureren en te financieren.
Als directeur-grootaandeelhouder (dga) bent u in de unieke positie om zaken te doen met uw eigen bv. Partijen moeten dan wel zakelijk met elkaar omgaan en afspraken moeten goed zijn vastgelegd. Wie de
Nadere informatieJaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV
Jaarbericht Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV 2014 Inhoudsopgave 1. Algemeen 2 2. Jaarrekening 3 2.1 Balans per 31-12-2014 (voor winstbestemming) 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2014 4 2.3 Kasstroomoverzicht
Nadere informatieBachelor Thesis Fiscale Economie Tilburg University Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen Departement Fiscale Economie
Bachelor Thesis Fiscale Economie Tilburg University Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen Departement Fiscale Economie Het nationale artikel 10a Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in internationaal
Nadere informatieVoorwoord. Lijst van gebruikte afkortingen HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1
INHOUDSOPGAVE Voorwoord V Lijst van gebruikte afkortingen XIII HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1 1.1 Totaalwinst, transfer pricing mismatches en art. 10b Wet VPB 1969 1 1.2 Probleemstelling 3 1.2.1 Aanleiding voor
Nadere informatieBESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994
BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 Vonnisnummer : 1993-040 (op CD rom Jurdoc 1994-040) Datum : 27 april 1994 Rechters : mrs. Warnink, Moltmaker en Ilsink Middel : winst Artikel : 6 Belastingjaar
Nadere informatieDe onzakelijke lening
C. Olmtak LL.M. KPMG Tax & Legal Services Curaçao, 17 augustus 2011 De onzakelijke lening Vennootschappen hebben een continue financieringsbehoefte in het kader van de uitoefening van hun ondernemingsactiviteiten.
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2008:BF9690
ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 26-09-2008 Datum publicatie 16-10-2008 Zaaknummer AWB 08/537 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatie1. Lichamen met financiële dienstverleningsactiviteiten binnen concernverband
Lichamen met financiële dienstverleningsactiviteiten binnen concernverband zonder reële economische aanwezigheid in Nederland; geen zekerheid vooraf, verstrekken van inlichtingen en beperking verrekening
Nadere informatieJaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015
Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening... 3 2.1 Balans per 31 12 2015 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2015...
Nadere informatieBehandeling van aandeelhoudersmotieven in de fiscaliteit
Behandeling van aandeelhoudersmotieven in de fiscaliteit door P.W.G. (Patrick) van den Eerenbeemd onder begeleiding van mr. dr. M.R.T. (Melvin) Pauwels P.W.G. (Patrick) van den Eerenbeemd Grootschoterweg
Nadere informatieHet begrip zakelijk in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969
Het begrip zakelijk in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 Loes Spaander 6 mei 2014 Het begrip zakelijk in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 Loes Spaander 6 mei 2014 Scriptiebegeleider Wouter
Nadere informatie