Studiehandleiding Onderwijspraktijk A

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Studiehandleiding Onderwijspraktijk A"

Transcriptie

1 Universiteit van Amsterdam Faculteit der Maatschappij en Gedragswetenschappen College Pedagogiek, Onderwijskunde en Lerarenopleiding Nieuwe Achtergracht WS Amsterdam Studiehandleiding Onderwijspraktijk A Opleiding: Educatieve minor FGw/Interfacultaire Lerarenopleiding Cursusjaar: Semester: 1 coördinator/contactdocent: Wilma Groeneweg (w.a.groeneweg@uva.nl) Marc Kropman (m.c.m.kropman@uva.nl) Jannet van Drie (j.p.vandrie@uva.nl) Amsterdam, juli

2 1. Deelname aan het onderwijs en tentamen Deelname onderwijs/tentamen Om deel te kunnen nemen aan het onderwijs en/of eerste afsluitingsgelegenheid (tentamen) in deze module moet je je binnen de voorgeschreven periode aanmelden conform de door de onderwijsbureau voorgeschreven procedure. Bij niet-tijdige aanmelding en/of onjuiste inschrijving kan deelname aan het onderwijs/tentamen op praktische gronden worden geweigerd. Zie voor de aanmeldingsprocedure Deelname herkansing Als je een onvoldoende hebt gehaald voor de eerste kans meldt het Onderwijsbureau je aan voor de herkansing. 2. Inleiding & Inhoud Onderwijspraktijk algemeen De stage in het voortgezet onderwijs is een belangrijk studieonderdeel dat je doorbrengt op de opleidings- of stageschool van de ILO of op de school waar je al een betaalde baan hebt. Deze stage loopt naast het theoretisch deel dat je volgt. Onderwijspraktijk is opgedeeld in twee onderdelen: Onderwijspraktijk A (6 ects) en B (9 ects). De twee onderdelen zijn verdeeld over één semester. Inhoud Onderwijspraktijk A Onderwijspraktijk A (OP A) heeft vooral een oriënterende functie. Je loopt stage op een school voor voortgezet onderwijs en oriënteert je op het beroep van leraar, het lesgeven en de leerlingen. Je observeert lessen en verzorgt zelf een aantal lessen. Het accent ligt hierbij op het vormgeven van lessen, communicatie met leerlingen en klassenmanagement. Er wordt een start gemaakt met het intervisietraject, dat parallel loopt aan de stage (afsluiting aan het einde van de opleiding). Daarnaast maak je een aantal opdrachten ten behoeve van het verslag OP A. OP A wordt afgesloten met een beoordeling van het praktijkdeel en van het verslag. Inhoudelijk sluit OP A aan bij thema s uit de cursus Leren & Instructie A, die gericht zijn op het voorbereiden van lessen, klassenmanagement en communicatie. De kennis uit die module kan bij Onderwijspraktijk worden toegepast. 3. Praktische informatie De gehele stage beslaat 15 EC (420 uur). In totaal moet er tenminste 50 klokuren les gegeven worden in onderbouw van havo/vwo/vmbo-t. Naast het lesgeven besteed je tijd aan zowel lesvoorbereiding als aan andere school gerelateerde zaken en je draait, zo volledig als mogelijk is, mee op school. Naast het observeren, voorbereiden, geven en voor- en nabespreken van lessen, het ontwerpen van toetsen en het verrichten van correctiewerk, kun je als student ook betrokken worden bij de organisatie en begeleiding van schoolfeesten, excursies, werkweken, ouderavonden, individuele begeleiding van leerlingen, etc. Alles bij elkaar moet je als student 2½ dag per week besteden aan school. Je moet hierbij wel rekening houden met de vaste collegedag (donderdag) waarop je aanwezig moet zijn op de ILO. 2

3 Tijdens de stage volg je een intervisietraject, waarin reflectie op praktijkervaringen centraal staat (zie ook Informatiegids Intervisie op Blackboard bij Onderwijspraktijk). Voor SPD s is er een speciale gids gericht op de begeleiding van de onderwijspraktijk (de SPD-gids). Deze is te vinden op ilo.uva.nl (zie Info voor SPD s en SPC s). Doel en plaats van de module in het studieprogramma Onderwijspraktijk A loopt naast het instituutsdeel Leren & Instructie A. Na Onderwijspraktijk A volgen Onderwijspraktijk B. Deze onderdelen sluiten op elkaar aan. 4. Voorkennis en aansluiting met andere modulen Onderwijspraktijk A is alleen toegankelijk voor studenten die zijn toegelaten tot de lerarenopleiding. 5. Leerdoelen De leerdoelen voor Onderwijspraktijk zijn geformuleerd op basis van de SBL-competenties. Bij Onderwijspraktijk A worden vijf van de zeven competenties getoetst. Zie bijlage 5 voor een compleet overzicht van de leerdoelen voor Onderwijspraktijk A en B. Interpersoonlijke competentie de student: - toont in gedrag en taalgebruik respect voor de leerlingen - toont affiniteit met (de leefwereld van) de leerlingen Pedagogische competentie de student: - onderkent het belang van een veilig leerklimaat - signaleert ongewenste groepsprocessen - experimenteert met het toepassen van kennis over effectief klassenmanagement Vakdidactische competentie de student: - toont inhoudelijke kennis op het niveau van de methode - kan een les ontwerpen met concrete en haalbare doelen Organisatorische competentie de student: - kan een les vormgeven en plannen Competentie tav reflectie en ontwikkeling de student: - kan (samen met de begeleiders) lessen beschrijven en analyseren en daaruit lering trekken m.b.t. het eigen handelen - vraagt gericht om hulp en advies 6. Literatuur Je maakt gebruik van de literatuur en studieteksten uit Leren lesgeven A. 3

4 7. Onderwijsvormen Stage Per week loop je als student ongeveer 2½ dag stage op school. Afspraken over aanwezigheid en inzet op school maak je met je SPD en/of de schoolopleider. De donderdag is gereserveerd voor het instituutsdeel en dan volg je colleges. De stage wordt begeleid door een schoolpracticum docent (SPD). De SPD introduceert je onder andere in de school, bespreekt lessen met je voor en na en geeft advies over de beoordeling van het praktijkdeel aan de vakdidacticus. Intervisie Parallel aan de stage loopt een intervisietraject, waarin reflectie op praktijkervaringen centraal staat. De bijeenkomsten zijn verspreid over het semester en vinden plaats op de ILO.. Met behulp van diverse intervisietechnieken worden per keer een of meer casussen besproken. Ook kan er binnen intervisie gewerkt worden aan een aantal thema s. Elke bijeenkomst bereid je voor door het inbrengen van een eigen casus en van elke bijeenkomst maak je een verslag. Je schrijft over het gehele intervisietraject een eindverslag dat aan het eind van de opleiding, bij Onderwijspraktijk B, ingeleverd wordt. Lokalen voor intervisie op de ILO zijn te vinden via de roostersite. Voor meer informatie over intervisie zie de Informatiegids Intervisie op BlackBoard bij Onderwijspraktijk A (studiehandleidingen). 8. Van de student verwachte activiteiten Observeren van lessen (deel-)lessen geven Voor- en nabespreken van de lessen Actieve deelname intervisie Deelname aan diverse schoolgerelateerde activiteiten (zie Bijlage 6) Verslag OP A maken Organiseren systematische lesobservatie door SPD Organiseren invullen beoordelingsformat door SPD Toelichting systematische lesobservatie. Je levert één of meerdere lesobservaties in. De SPD observeert één of meerdere van je lessen op systematische wijze aan de hand van een observatie-instrument. Binnen de ILO maken we gebruik van het LOF-instrument (te vinden via onder Studiehandleidingen en Taken). Een observatie-instrument dat op school gehanteerd wordt mag hiervoor ook gebruikt worden). Toelichting Verslag OP A In het verslag OP A staat de professionele ontwikkeling centraal, d.w.z. de ontwikkeling die jij als docent doormaakt (zie bijlage 2). Het verslag bestaat uit de volgende documenten: 4

5 1. Startvisie. Aan het begin van periode 1 (in week 1) lever je een document in bij je vakdidacticus, waarin je je startvisie op het beroep van docent in jouw schoolvak verwoordt (zie bijlage 2a). Je vakdidacticus voorziet deze tekst van feedback. Aan het einde van OP A herzie je deze visie op basis van je ervaringen en de ontvangen feedback. Deze herziene visie neem je op in het verslag OP A. 2. Videoreflectie Klassenmanagement. Op systematische wijze, door middel van videoreflectie, beschrijf en analyseer je je eigen handelen ten aanzien van klassenmanagement (zie bijlage 2b). 3. Zelfanalyse. Aan de hand van het beoordelingsformat analyseer je je eigen functioneren als docent. (zie bijlage 2c). Het beoordelingsformat, de systematische lesobservatie en het verslag OP A worden ingeleverd via Blackboard (Onderwijspraktijk A). Indicatie tijdsinvestering De studielast voor OP A, inclusief intervisie is 6 EC (168 uur). Daarbinnen is ongeveer 20 uur gereserveerd voor het verslag OP A. Overige uren worden besteed aan activiteiten op de school. 9. Beoordeling Het cijfer voor Onderwijspraktijk A wordt vastgesteld op basis van de beoordeling voor het praktijkdeel/stage (70%) en de beoordeling voor het Verslag OP A (30%). Voor beide onderdelen dient een voldoende behaald te worden. De vakdidacticus is examinator. Praktijkdeel/stage Beoordelingsformat. De SPD beoordeelt je functioneren in de klas en op school aan de hand van een beoordelingsformat (de verkorte competentiematrix, zie bijlage 1). Vijf competenties worden beoordeeld: de interpersoonlijke, pedagogische, vakdidactische, organisatorische competentie en de competentie reflectie. Ieder onderdeel wordt beoordeeld aan de hand van vier niveaus. De SPD geeft bij iedere competentie aan op welk niveau je volgens hem/ haar functioneert. Ook wordt bij iedere competentie door de SPD een toelichting gegeven. In het aanvullende woordrapport beschrijft de SPD je voortgang. Het is belangrijk om met je SPD op tijd een afspraak te maken over de beoordeling. In overleg met de SPD stelt de vakdidacticus uiteindelijk het cijfer vast. Onvoldoende beoordeling praktijkdeel. Wanneer je functioneren op school (via het beoordelingsformat) als onvoldoende wordt beoordeeld, dan moet je stoppen met het praktijkdeel op deze stageschool. Je levert alsnog het beoordelingsformat in (dat is een voorwaarde om in aanmerking te komen voor een eventuele tweede kans-stage). Je hebt recht op maximaal één herkansing voor dit onderdeel. Als je daarvoor in aanmerking wil komen, dien je een verzoek in voor een tweede kans- stage bij de examencommissie. Informatie over deze procedure is te vinden op: (Verzoeken aan de examencommissie Onderwijsregelingen). Verslag OP A Verslag OP A wordt beoordeeld aan de hand van het Beoordelingsformulier OP A (zie bijlage 4). De onderwijskundige beoordeelt het deel Videoreflectie Klassenmanagement aan de 5

6 hand van een beoordelingsformulier (zie bijlage 3). De punten hiervoor worden overgenomen in het Beoordelingsformulier Verslag OP A. Inleverdatum Week 8 is een toetsweek en in die week is dus de deadline van het verslag gepland voor voltijders (voor deeltijders later). De precieze datum van inleveren staat in paragraaf 11 Belangrijke data. 10. Vooruitblik Onderwijspraktijk B Op Onderwijspraktijk A volgt Onderwijspraktijk B. Net als bij OP A is er bij OP B een beoordeling van je handelen in de klas, dit keer over alle zeven competenties. Daarnaast werk je aan het Verslag OP B. Dit verslag bestaat uit diverse onderdelen, waaronder een opdracht rondom de Vragenlijst Interpersoonlijk Leraarsgedrag (Roos van Leary). Nav het verslag en beoordelingsformat vindt er een gesprek plaats met je vakdidacticus over je ontwikkeling als docent. Je volgt intervisie en het onderdeel Professioneel Spreken. Voor professioneel spreken is er één verplichte bijeenkomst, indien gewenst kan er nog een extra trainingsbijeenkomst gevolgd worden. De bijeenkomsten worden gepland buiten de verplichte collegedag om. Je schrijft je hiervoor apart in. Hoewel Professioneel Spreken onderdeel is van Onderwijspraktijk B, kan het zijn dat de bijeenkomst waarvoor je je inschrijft gepland is in periode 1. Zie voor meer informatie over Professioneel Spreken op Blackboard Onderwijspraktijk B studiehandleidingen. 11. Belangrijke data Voltijd: Inleverdatum OP A: 27 oktober 2016 voor 9.00 uur Herkansing OP A: 22 december voor 9.00 uur 12. Overig Fraude Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van de student dat erop gericht is het vormen van een juist oordeel door de examinator omtrent kennis, inzicht en vaardigheden van de student geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. Een voor iedereen duidelijk herkenbare vorm van fraude is bijv. het op enigerlei wijze spieken tijdens het tentamen. Een helaas vaak voorkomende vorm van fraude, die in de wetenschappelijke wereld zeer zwaar wordt aangerekend, is het plegen van plagiaat. Plagiaat Een wetenschappelijke tekst en studieopdrachten/-verslagen moeten controleerbaar zijn en daarom dien je gebruikte (internet)bronnen altijd te vermelden in een zogenaamde bronvermelding. Als je een stuk tekst of tabel van iemand overneemt geef je precies aan wie de auteur is en waar je de tekst of tabel hebt gevonden. Doe je dat niet en wek je dus de indruk dat die tekst of die gegevens van jezelf zijn, dan wordt dat plagiaat genoemd. Het plegen van plagiaat in een paper of scriptie betekent altijd uitsluiting van de betreffende tentamen- of scriptiegelegenheid. Bovendien kan de examencommissie nog zwaardere straffen opleggen. 6

7 Zorg dus dat je altijd goed je bronnen vermeldt en niet zomaar stukken tekst of gegevens van anderen overneemt. Zie ook Serviceplein voor studenten, Fraude- en plagiaatregeling, en OER bachelor- en masteropleiding Pedagogische wetenschappen en Onderwijskunde, artikel Beroepsmogelijkheden Als je het niet eens bent met een beoordeling, neem dan contact op met de vakdidacticus. Hij/zij is als examinator verantwoordelijk voor de beoordeling. Je kunt dan nagaan of een herbeoordeling mogelijk is. Als dat niet mogelijk is, of je blijft het oneens met de beoordeling, neem dan contact op met de vakcoördinator. Als je het daarna oneens blijft, dan kan je binnen 6 weken na bekendmaking van de uitslag beroep aantekenen bij het COBEX. Studenten worden geacht om, wanneer zij beroep bij het COBEX aantekenen, tevens contact op te nemen met de studieadviseur en/of de examencommissie van de ILO. Dit schort de termijn voor beroep bij het COBEX niet op. 7

8

9 Bijlage 1 Beoordelingsformat Onderwijspraktijk A herziene versie invuller SPD fase Verkort beoordelingsformat OP A Student: SPD: Vakdidacticus: Vak: School: Plaats school: Datum: Algemene toelichting Het beoordelingsformat bestaat uit zeven competenties, die zijn onderverdeeld in een aantal criteria. Per criterium worden één of meerdere indicatoren beschreven, gescheiden door een witregel. Er worden vier niveaus onderscheiden. Niveau 3 beschrijft het niveau van een startbekwame docent, dus wat een student aan het einde van de opleiding bij Onderwijspraktijk C zou moeten kunnen laten zien. De criteria genoemd in dit beoordelingsformat zijn gedurende de hele opleiding dezelfde, wel is het zo dat voor Onderwijspraktijk A een verkort format gehanteerd wordt (de grijze gedeeltes worden niet beoordeeld). Het toekennen van het cijfer is relatief, dat wil zeggen in relatie tot de fase van de opleiding. Als een student bijvoorbeeld bij Onderwijspraktijk A in niveau 2 functioneert krijgt hij een hoger cijfer dan als hij bij Onderwijspraktijk B op ditzelfde niveau functioneert (zie hieronder voor nadere richtlijnen). Aanwijzingen voor gebruik Laat de student invullen welke lessen zijn gegeven en welke overige activiteiten zijn gedaan en accordeer dit (pagina 4). Vul het beoordelingsformat in voor de competenties 1 t/m 4 en 7 (niet de grijze gedeeltes), op basis van de lessen die u van de student heeft gezien. Markeer per indicator welk gedrag het meest van toepassing is. Gebruik hiervoor bij voorkeur de markeerfunctie in Word. Licht voor elke competentie het oordeel toe in het lege vak onder de beoordelingstabel. Maak hierbij gebruik van (kenmerkende) voorbeelden. Verwijs bij gebruik van voorbeelden bij voorkeur naar een les(moment) waarin dit is waargenomen (...): de les van 17 februari in 4h ; de les met het sokken-incident ; de les waarin Carla eruit moest ; enz. Op de laatste bladzijde is ruimte voor het woordrapport, een korte beoordelende beschouwing over de ontwikkeling van de student in de periode waarover de beoordeling gaat. 9

10 Richtlijnen voor cijfertoekenning Onderwijspraktijk A - Bij Onderwijspraktijk A (OP A) worden alleen de competenties interpersoonlijk, pedagogisch, vakdidactisch (niet de grijze gedeeltes) en reflectie beoordeeld. - Oordelen worden gegeven in hele cijfers. - Voor een voldoende beoordeling bij OP A ( 6 of hoger) moeten de volgende indicatoren minstens op niveau 2 zijn: o Interpersoonlijk: -toont in gedrag en taalgebruik respect voor leerlingen; o Pedagogisch: -schept af en toe een veilige leer- en leefomgeving. Stimuleert wederzijds respect: deelt leerlingen omgangsregels mee, maar creëert daarvoor geen draagvlak; o Vakdidactisch: -toont inhoudelijke kennis op niveau van de methode; o Organisatorisch: -kan eenvoudige werk- en groeperingsvormen organiseren; -toont zich redelijk realistisch, maar nog weinig flexibel in planning van de les; o Reflectie: -staat open voor feedback maar weet dit nog niet altijd in te zetten voor verbeteren eigen lessen en eigen handelen. Indien deze indicatoren niet op niveau 2 zijn, is de stage onvoldoende: de student mag dan niet door naar Onderwijspraktijk B. In dat geval is het belangrijk dat u in ieder geval dit formulier én het cijfer invult en contact opneemt met de vakdidacticus en indien het een opleidingsschool betreft, de instituutsopleider. De student kan een beroep doen op de tweede-kans procedure. Hieronder staan richtlijnen voor cijfer toekenning. Indien u hiervan af wilt wijken dient u dit te onderbouwen en hierover te overleggen met de VD. Cijfer OP A Richtlijnen 3 of lager Student functioneert op niveau 1 n/of hieronder; alle hierboven genoemde indicatoren zijn op niveau 1 of hieronder 4 Student functioneert op niveau 1, waarbij alle hierboven genoemde indicatoren op niveau 1 zijn 5 Student functioneert grotendeels op niveau 1, waarbij de hierboven genoemde indicatoren deels op niveau 1 zijn, deels op niveau 2 6 Student functioneert grotendeels op niveau 1 en incidenteel op niveau 2, waarbij alle hierboven genoemde indicatoren ten minste op niveau 2 zijn 7 Student functioneert zowel op niveau 1 als op niveau 2, waarbij alle hierboven genoemde indicatoren ten minste op niveau 2 zijn 8 Student functioneert vrijwel volledig op niveau 2 9 Student functioneert zowel op niveau 2 als op niveau 3 10 Student functioneert vrijwel volledig op niveau 3 en/of niveau 4 10

11 Visueel zien bovenstaande richtlijnen er als volgt uit. Cijfer OP A Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 3 of lager 4 5 Indicatoren op niveau 1 6 Indicatoren op niveau

12 Overzicht gegeven lessen Onderwijspraktijk A Klas Uren p/w Lesduur (minuten) Onderwerp Overzicht Totaal aantal lesgegeven uren Totaal aantal lessen in de bovenbouw Totaal aantal lessen in de onderbouw Aantal lessen bij anderen geobserveerd Overige activiteiten binnen school Kennismaken met schoolleiding Kennismaken met onderwijsondersteunend personeel Oriëntatie op leerlingbegeleiding Oriëntatie op mentoraat Oriëntatie op decanaat Beoordelen Bijwonen sectievergaderingen Bijwonen rapportvergaderingen Deelname studiedagen Deelname ouderavonden Deelname excursies Deelname schoolfeesten/buitenschoolse activiteiten Deelname projecten Anders, namelijk Voor akkoord Paraaf SPD 12

13 Communicatie en conctact Interpersoonlijk competent Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Is zich niet altijd bewust van wat respectvol gedrag en taalgebruik naar leerlingen toe inhoudt. Toont over het algemeen gedrag en taalgebruik respect voor leerlingen. Toont in gedrag en taalgebruik respect voor leerlingen. Is mbt respect voorbeeldig in gedrag en taalgebruik naar leerlingen. Toont zich weinig bewust van de eigen manier van communiceren en het effect hiervan op leerlingen (inhouds- en betrekkingsniveau). Toont zich enigszins bewust van de eigen manier van communiceren en het effect hiervan op leerlingen (inhouds- en betrekkingsniveau). Toont zich over het algemeen bewust van de eigen manier van communiceren en het effect hiervan op leerlingen (inhouds- en betrekkingsniveau). Communiceert goed op inhouds- en betrekkingsniveau en kan de eigen rol hierin bewust inzetten om doelen te bereiken. Heeft enige affiniteit met (de leefwereld van) leerlingen en heeft enige kennis over wat leerlingen bezighoudt, maar weet dit niet nog te benutten. Toont affiniteit met (de leefwereld van) leerlingen, heeft kennis over wat leerlingen bezighoudt en weet dit soms te benutten. Toont affiniteit met (de leefwereld van) leerlingen en weet kennis over wat leerlingen bezighoudt in de regel in te benutten. Toont affiniteit met (de leefwereld van) leerlingen en weet kennis over wat leerlingen bezighoudt te benutten. Opmerkingen, toelichting en voorbeelden 13

14 leerlingen leeromgeving Pedagogisch competent Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Schept nauwelijks een veilige leeren leefomgeving: is weinig consequent in het hanteren van omgangsregels en/of deze zijn te impliciet. Schept af en toe een veilige leer- en leefomgeving. Stimuleert wederzijds respect: deelt leerlingen omgangsregels mee, maar creëert daarvoor geen draagvlak. Ondersteunt zelfvertrouwen en zelfstandigheid van leerlingen. Schept in de regel een veilige leeren leefomgeving. Zorgt voor wederzijds respect en gedeelde omgangsregels. Stimuleert zelfvertrouwen en zelfstandigheid van leerlingen. Schept en handhaaft in vrijwel elke situatie een veilige leer- en leefomgeving, waar leerlingen zich medeverantwoordelijk voor voelen en waarin zij zelfstandig, met zelfvertrouwen kunnen functioneren. Stuurt en begeleidt het groepsproces maar niet altijd even consequent; signaleert ongewenste groepsprocessen. Experimenteert met het sturen en begeleiden van het groepsproces; signaleert en benoemt ongewenste groepsprocessen. Stuurt en begeleidt het groepsproces; treedt op bij ongewenste groepsprocessen. Stuurt en begeleidt het groepsproces; kan optreden bij en anticiperen op ongewenste groepsprocessen. Heeft vooral oog voor de klas en nog weinig voor individuele leerlingen. Heeft binnen de klas oog voor individuele leerlingen. Herleidt afwijkend gedrag soms tot leer-, ontwikkelings-, en/of gedragsproblemen. Benadert leerlingen als individuen. Signaleert en benoemt leer-, ontwikkelings- en/of gedragsproblemen en overlegt met collega s over passende acties. Benadert leerlingen als individuen. Signaleert en benoemt leer-, ontwikkelings- en/of gedragsproblemen en verwijst indien nodig zelfstandig door binnen de school. Opmerkingen, toelichting en voorbeelden 14

15 Leerdoelen & leeractiviteiten Vakkennis & vakinhouden Vakdidactisch competent Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Loopt met enige regelmaat aan tegen lacunes in inhoudelijke kennis. Beperkt zich tot de methode als leidraad voor vakinhoud. Toont inhoudelijke kennis op niveau van de methode. Geeft af en toe les los van de methode: voegt onder begeleiding vakinhouden (voorbeelden, toepassingen etc.) toe om leerstof betekenis te verlenen. Houdt met selectie leerstof enigszins rekening met niveau doelgroep. Toont parate inhoudelijke kennis die methode overstijgt. Kan methode op verschillende manieren gebruiken door aan te vullen en te verrijken. Kan zelfstandig vakinhouden en leermiddelen selecteren en toevoegen. Deze inhouden zijn doorgaans passend bij het niveau van de doelgroep. Maakt leerstof regelmatig actueel, betekenisvol en relevant. Toont parate inhoudelijke kennis die methode overstijgt. Kan methode op verschillende manieren gebruiken door aan te vullen en te verrijken. Kan zelfstandig vakinhouden en leermiddelen selecteren en toevoegen. Deze inhouden zijn passend bij het niveau van de doelgroep. Maakt leerstof actueel, betekenisvol en relevant. Doet dit alles op systematische en/of creatieve wijze. Formuleert leerdoelen in algemene termen. Koppelt leeractiviteiten nog nauwelijks aan leerdoelen. Formuleert doorgaans concrete en specifieke leerdoelen. Koppelt leeractiviteiten meestal aan leerdoelen. Formuleert concrete en specifieke leerdoelen. De gekozen leeractiviteiten zijn over het algemeen passend bij de leerdoelen en specifiek voor het vak(-onderdeel). Formuleert concrete en specifieke leerdoelen die dekkend zijn ten opzicht van de doelstellingen van het vak(-onderdeel). Er is sprake van samenhang tussen de leerdoelen. De gekozen leeractiviteiten zijn passend (aantrekkelijk en efficiënt) bij de leerdoelen. Gebruikt vrijwel alleen aanbiedende werkvormen. Gebruikt aanbiedende werkvormen en experimenteert met activerende werkvormen. Gebruikt gevarieerde, bij het vak (- onderdeel) passende, aanbiedende en activerende werkvormen. Gebruikt verscheidende, samenhangende werkvormen, die leerlingen activeren en motiveren voor het vak(-onderdeel). 15

16 Formatieve & summatieve evaluatie Is weinig gericht op de leeropbrengst van de les: tijdens of aan het einde van de les wordt nauwelijks gecheckt of leerdoelen behaald zijn. Probeert soms na te gaan of leerdoelen van de les bereikt zijn door middel van enkele formatieve evaluatiemethoden. Gaat na of leerdoelen van de les bereikt zijn door middel van diverse formatieve evaluatiemethoden. Weet deze informatie te gebruiken om leerlingen verder te helpen. Staat systematisch stil bij leeropbrengst en past diverse formatieve evaluatie methoden toe om leeropbrengsten te achterhalen. Gebruikt deze informatie op systematische wijze om het leerproces van zowel de individuele leerling, als de klas als geheel te bevorderen. Geeft feedback aan leerlingen in algemene bewoordingen. Geeft over het algemeen leerlingen concrete en specifieke feedback. Geeft over het algemeen leerlingen concrete en specifieke feedback. Feedback richt zich niet alleen op het antwoord zelf maar ook op de wijze waarop leerlingen tot een antwoord komen. Geeft effectieve en constructieve feedback op product en proces, aan de klas als geheel en aan individuele leerlingen. Beperkt zich tot toetsen en correctiemodellen van collega s of het schoolboek. Maakt soms eigen toetsen en correctiemodellen. De meeste toetsvragen sluiten aan bij leerdoelen en leeractiviteiten uit de lessen. Ontwerpt zelf toetsen en correctiemodellen. Toetsvragen sluiten aan bij leerdoelen en leeractiviteiten uit de lessen. Gebruikt resultaten uit de toets om nieuwe lessen anders vorm te geven qua inhoud en/of didactiek. Ontwerpt zelf toetsen en correctiemodellen. Toetsvragen sluiten aan bij leerdoelen en leeractiviteiten uit de lessen. Analyseert toetsresultaten systematisch om nieuwe lessen anders vorm te geven qua inhoud en/of didactiek. 16

17 Differentiatie & leerstrategieën Maakt weinig onderscheid tussen leerlingen. Merkt verschillen tussen leerlingen op en zoekt naar oplossingen. Heeft redelijk zicht op verschillen tussen leerlingen. Geeft leerlingen zicht op hun eigen vorderingen. Houdt in de les af en toe rekening met verschillen door uitleg en/of verwerking af te stemmen op leerlingen. Geeft leerlingen soms keuzemogelijkheden. Heeft zicht op verschillen tussen leerlingen. Geeft leerlingen instrumenten in handen om inzicht in eigen vorderingen in kaart te brengen. Houdt in de les regelmatig rekening met verschillen tussen leerlingen. Differentieert op instructie, leerstof, werkvorm, verwerkingsvorm en/of tempo. Heeft nog geen aandacht voor leerstrategieën. Focus is op correctheid antwoord en nauwelijks op oplossingsmethoden/strategieën. Stelt weinig vragen die leerlingen aanzetten tot denken. Besteedt een enkele keer aandacht aan leerstrategieën. Probeert af en toe leerlingen uit te lokken tot het expliciteren van denkstappen. Stelt soms vragen die leerlingen aanzetten tot denken. Besteedt nu en dan expliciet aandacht aan leerstrategieën. Stimuleert leerlingen na te denken over oplossingsmethoden/ strategieën bij een taak. Stelt vragen die leerlingen aanzetten tot denken. Besteedt met regelmaat expliciet aandacht aan leerstrategieën. Stimuleert leerlingen na te denken over oplossingsmethoden/ strategieën bij een taak. Stelt vragen die leerlingen aanzetten tot denken. Opmerkingen, toelichting en voorbeelden 17

18 planning les leeromgeving Organisatorisch competent Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Is soms in staat om begin en/of einde van de les ordelijk te laten verlopen. Overgangen binnen een les zijn niet altijd soepel. Start van de les verloopt ordelijk en efficiënt. Is nog niet flexibel genoeg om de les ordelijk en efficiënt af te ronden als de lesplanning niet gehaald wordt. Gebruikt de leertijd min of meer efficiënt. Gebruikt les- en leertijd goed. Zorgt voor een ordelijk en efficiënt verloop van de les: laat weinig tijd verloren gaan aan het begin, tijdens of aan het einde van de les; houdt zich aan de bij leerlingen bekende planning. Gebruikt les-en en leertijd optimaal: gaat flexibel om met onverwachte situaties die de lesorganisatie kunnen verstoren. Schat soms goed in aan welke eisen lokaal en materialen moeten voldoen. Materialen en lokaal zijn redelijk op orde en over het algemeen passend bij werk- en groeperingsvormen. Voorbereiding van lokaal en materiaal is in orde en passend bij werk- en groeperingsvormen. Voorbereiding van lokaal en materiaal is in orde, passend bij werkvormen. Kan flexibel omgaan met omgevingsfactoren bij onverwachte gebeurtenissen. Geeft een les zonder expliciete doelen en/of verwachtingen bij de start van de les; is alleen bezig met eigen aandeel les. Geeft lessen waarin eenvoudige werkvormen afgestemd zijn op leerdoelen en leeractiviteiten en heeft daarbij enig zicht op het proces. Kan in een les waarin complexere werkvormen afgestemd zijn op leerdoelen en leeractiviteiten, het proces bewaken. Kan in een les waarin complexere werkvormen afgestemd zijn op leerdoelen en leeractiviteiten, het proces regisseren. Slaagt er nauwelijks in om eenvoudige werk- en groeperingsvormen te organiseren. Kan eenvoudige werk- en groeperingsvormen organiseren. Kan complexere werk- en groeperingsvormen gericht op zelfstandig (samen) werken en zelfstandig leren organiseren. Kan complexere werk- en groeperingsvormen gericht op zelfstandig (samen)werken en zelfstandig leren organiseren en sturen. Instructies zorgen soms voor verwarring bij leerlingen. Instructies zijn over het algemeen eenduidig en volledig. Instructies zijn eenduidig en volledig. Instructies, ook voor complexere werkvormen en over meerdere lessen, zijn eenduidig en volledig. 18

19 tijdsplanning Vindt het nog lastig om tijdsduur van lesonderdelen in te schatten. Toont zich redelijk realistisch, maar nog weinig flexibel in planning van de les. Toont zich realistisch en flexibel in planning van de les. Toont zich realistisch en flexibel in planning van de les, ook in de complexere lessen. Organisatie-eenheid is de les. Organisatie-eenheid is hoofdstuk of onderwerp. Organisatie-eenheid is trimester/rapportperiode. Organisatie-eenheid is het schooljaar: gericht op de te behalen curriculumdoelen (examens, pta etc). Opmerkingen, toelichting en voorbeelden 19

20 grenzen delen en deelnemen Competent in het samenwerken met collega s Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Heeft voornamelijk contact met spd. Loopt (observerend) mee in het team. Wisselt soms ervaringen over uitvoering van lessen uit met collega s. Zoekt actief uitwisseling met collega s gericht op optimaliseren eigen lessen. Zoekt actief en structureel uitwisseling gericht op wederzijdse professionalisering vakgenoten en andere betrokkenen in de school. Aandacht gaat voornamelijk uit naar de klas en het lesgeven. Toont met enige regelmaat belangstelling voor andere werkzaamheden en activiteiten in de school die het klassenniveau overstijgen. Is af en toe actief betrokken bij werkzaamheden en activiteiten op schoolniveau. Is actief betrokken bij werkzaamheden en activiteiten op schoolniveau. Toont enige belangstelling voor zorgstructuur van de school. Heeft enig zicht op zorgstructuur in de school en wie verantwoordelijk zijn voor doorverwijzen. Kent de zorgstructuur van de school en weet wie verantwoordelijk zijn voor doorverwijzen. Kent de zorgstructuur van de school en weet wie verantwoordelijk zijn voor doorverwijzen. Kent de grenzen van de zorgstructuur in de school en de eigen rol hierin. Toont initiatieven ter verbetering van procedures en protocollen. Verkent het pedagogisch/ didactisch klimaat in eigen klassen. Beschrijft het pedagogisch/didactisch klimaat in eigen klassen. Analyseert en evalueert het pedagogisch/ didactisch klimaat in eigen klassen en deelt die kennis en aanpak met anderen. Analyseert het pedagogisch/didactisch klimaat in eigen klassen en deelt die kennis en aanpak met andere betrokkenen; levert constructieve bijdrage aan verdere wederzijdse professionalisering binnen de school. Ervaart werkbelasting zonder grenzen aan te geven. Probeert grenzen van tijd en betrokkenheid te verwoorden. Benoemt en deelt grenzen van betrokkenheid met begeleider. Geeft grenzen van tijd en betrokkenheid aan en weet wie daarop binnen de organisatie aangesproken kan worden. 20

21 Opmerkingen, toelichting en voorbeelden 21

22 doelmatig contact Competent in samenwerken met de omgeving Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Is nog niet betrokken bij gesprekken met ouders/verzorgers. Wisselt, onder begeleiding, informatie uit met ouders/verzorgers over vorderingen en welbevinden van leerlingen. Wisselt informatie uit met ouders/verzorgers en andere betrokkenen (binnen en buiten de school) over vorderingen en welbevinden van leerlingen. Kan eigen aanpak verantwoorden. Wisselt effectief en efficiënt informatie uit met ouders/verzorgers en andere betrokkenen (binnen en buiten de school) over vorderingen en welbevinden van leerlingen. Kan eigen aanpak verantwoorden en zo nodig aanpassen. De focus ligt op het lesgeven: heeft nog weinig oog voor mensen en instellingen op pedagogisch en (vak- )didactisch gebied buiten de school. Toont belangstelling voor mensen en instellingen op pedagogisch en (vak- )didactisch gebied buiten de school. Is buiten de school betrokken bij overleg met mensen en instellingen op pedagogisch en (vak-)didactisch gebied. Neemt op constructieve wijze deel aan overleg met mensen en instellingen op pedagogisch en (vak-) didactisch gebied. Opmerkingen, toelichting en voorbeelden 22

23 ontwikkelen verantwoorden Competent in reflectie ten dienste van ontwikkeling Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Beschrijft eigen inhoudelijke keuzes, didactische aanpak en pedagogisch handelen, maar heeft daar nog wel ondersteuning van opleiders bij nodig. Beschrijft en expliciteert eigen inhoudelijke keuzes, didactische aanpak en pedagogisch handelen en stelt op basis van bevindingen bij, min of meer gestuurd op basis van vragen van begeleiders. Beschrijft, expliciteert, legitimeert en evalueert min of meer zelfstandig eigen inhoudelijke keuzes, didactische aanpak en pedagogisch handelen en stelt op basis daarvan het handelen bij. Beschrijft, expliciteert, legitimeert en evalueert zelfstandig eigen inhoudelijke keuzes, didactische aanpak en pedagogisch handelen, evalueert deze en ontwikkelt op basis daarvan, op systematische en onderzoeksmatige wijze alternatieven. Heeft nog een weinig realistisch beeld van eigen functioneren in de klas. Kan via vragen van begeleiders zo nu en dan eigen sterke en zwakke kanten benoemen. Toont aangezet door begeleiding inzicht in eigen sterke en zwakke kanten. Heeft een realistisch beeld van eigen sterke en zwakke kanten. Heeft een realistisch beeld van eigen sterke en zwakke kanten en onderzoekt voortdurend het handelen aan de hand van evaluatie, reflectie en feedback. Vindt het soms lastig feedback te ontvangen en/of er concreet iets mee te doen in een volgende les. Staat open voor feedback maar weet dit nog niet altijd in te zetten voor verbeteren eigen lessen en eigen handelen. Vraagt gericht feedback en weet dit in te zetten voor verbeteren eigen lessen en eigen handelen. Vraagt gericht feedback en is in staat op basis daarvan alternatieven te ontwikkelen in gedrag en lessen. Maakt kennis met ontwikkelingen in vak, vakdidactiek en pedagogiek, maar weet deze nog nauwelijks in te zetten voor de ontwikkeling van eigen handelen Gaat gericht op zoek naar ontwikkelingen in vak, vakdidactiek en pedagogiek en gebruikt deze nu en dan voor de ontwikkeling van eigen handelen. Is op de hoogte van ontwikkelingen in vak, vakdidactiek en pedagogiek en gebruikt deze voor de ontwikkeling van eigen handelen. Houdt ontwikkelingen in vak, vakdidactiek en pedagogiek bij en gebruikt deze gericht voor de eigen ontwikkeling, mede afgestemd op school- en sectiebeleid. Opmerkingen, toelichting en voorbeelden 23

24 Woordrapport van schoolpracticumdocent (SPD) N.a.v. gesprek op datum: 24

25 Cijfertoekenning Voorstel cijfer OP A (hele cijfers 1-10) Handtekening SPD: Handtekening schoolopleider (indien opleidingsschool): Handtekening student: Eindoordeel (in te vullen door vakdidacticus) Handtekening vakdidacticus: Eventuele toelichting op het oordeel (iig invullen indien het oordeel afwijkt van het oordeel SPD): 25

26

27 Bijlage 2 Verslag Professionele Ontwikkeling OP A Achtergrond Onderwijspraktijk is gericht op je professioneel handelen en je ontwikkeling. Dit handelen ontwikkel je door de activiteiten in klas en school (praktijkdeel). Je ontwikkeling wordt aan de hand van opdrachten, intervisie en reflecties gestuurd. In het Verslag Professionele Ontwikkeling laat je zien dat je op een weloverwogen, planmatige manier nadenkt over hoe je je ontwikkelt als docent over sterke en zwakke punten die je bij jezelf signaleert, over de manier waarop je leert, over de invloed van onderliggende opvattingen op je handelen, over wat je eigenlijk verwacht en verlangt van een loopbaan in het onderwijs. Product Het Verslag OP A bestaat uit drie onderdelen: 1. Visie 2. Videoreflectie Klassenmanagement 3. Zelfanalyse De verschillende onderdelen worden hierna (bijlages 2a, 2b en 2c) afzonderlijk toegelicht. Je levert het verslag via BlackBoard. Literatuur Je maakt gebruik van de algemene en vakdidactische literatuur die de afgelopen periode bij L&I A aan bod is geweest. Welke specifieke literatuur je gebruikt kan per persoon verschillen. Studielast Verslag OP A: 20 SLU Beoordeling Het Verslag OP A wordt beoordeeld door de vakdidacticus en de onderwijskundige. Het Verslag OP A dient minimaal met een voldoende (5.5) te worden afgerond en telt voor 30% mee in het eindcijfer van Onderwijspraktijk A. 27

28 Bijlage 2a Startvisie Achtergrond Iedereen begint met uitgesproken of onuitgesproken verwachtingen en ideeën over het leraarschap en over zijn vak. Door je werk- en leerervaringen veranderen die ideeën en ontwikkelen ze zich tot een visie. Deze visie is niet statisch maar verandert naarmate je meer en nieuwe ervaringen opdoet tijdens je loopbaan als leraar. Deze taak richt zich op die opvattingen op beroep en vak voordat je aan de opleiding en je stage begonnen bent. Je stelt je startvisie in de eerste week van de opleiding op: je expliciteert in deze tekst je visie op het beroep van leraar en het vak waarin je lesgeeft. Aan het einde van Onderwijspraktijk A herzie je deze startvisie op basis van opgedane ervaringen en verkregen feedback. Activiteiten en producten Startweek In je eerste vakgroep-bijeenkomt op de instituutsdag (of zo snel mogelijk daarna) formuleer je schriftelijk je startvisie op je vak en je docentschap. Behulpzame vragen daarbij zijn: - Wat is de essentie van jouw vak? - Wat wil je dat je leerlingen leren van je vak? - Wat vind jij een goede docent; wat is je ideaalbeeld? - Hoe schat jij jezelf in, vergeleken bij die goede docent? - Wat zou je willen/moeten leren om in de buurt van dat ideaalbeeld te komen? - Hoe verwacht je dat je omgang met je leerlingen zal zijn? - Zijn er dingen waar je tegenop ziet? Zo ja: welke? - Zijn er dingen waar je je op verheugt? Zo ja, welke? Product Startvisie: Dit document bevat een beknopte, foutloze en goed leesbare tekst van 1 à 2 kantjes A4. Het document Startvisie lever je in de eerste week van de opleiding in BlackBoard. Je vakdidacticus geeft er feedback op en stelt vragen die je helpen je visie scherper en of helderder te krijgen. Vervolg Aan het einde van OP A, na de korte maar krachtige periode waarin je in opleiding bent, pak je dit document weer op en blik je terug op je startvisie; je hebt je inmiddels een concreter beeld kunnen vormen van wat voor leraar je wilt zijn, wat je wilt bereiken met je vak en wat je moet en kunt doen om dat te bereiken. Kortom: je vult de eerste versie aan zodat je ontwikkeling ten opzichte van je startvisie zichtbaar wordt. Gebruik daarbij behalve je praktijkervaringen ook de colleges en theorie die je gelezen hebt voor zover die een bijdrage hebben geleverd aan de ontwikkeling van visie op beroep en vak. Ook verwerk je de feedback die je gekregen hebt van je vakdidacticus. Product herziene visie: Een document met een herziene versie van je visie. Deze tweede versie lever je in als onderdeel van het Verslag OP A via Blackboard. 28

29 Bijlage 2b Videoreflectie Klassenmanagement Achtergrond De leraar heeft een complex beroep dat hoge eisen stelt aan het professionele niveau van zijn beroepskennis en -kunde. Hij maakt afwegingen en keuzes, zowel in de dagelijkse uitvoering als in de bijstelling en verbetering van zijn onderwijs. De beroepshouding van de leraar speelt hierbij een belangrijke rol. Het is daarom essentieel dat de leraar beschikt over zelfkennis en in staat is tot kritische reflectie op zijn pedagogisch-didactisch handelen. Een goede leraar kan op planmatige wijze met leerlingen een goed leef- en werkklimaat tot stand brengen. Een goed leef- en werkklimaat is overzichtelijk, ordelijk en taakgericht is. Uit onderzoek en uit ervaringen van docenten blijkt dat klassenmanagement een complex samenspel is van interpersoonlijk, organisatorisch, didactisch en pedagogisch handelen. Klassenmanagement kan niet versimpeld worden tot streng zijn en het moet ook geen doel op zich zijn, het is een middel dat moet leiden tot een prettig en taakgericht leerklimaat. In de literatuur en in de colleges wordt klassenmanagement steeds benaderd en belicht vanuit vier perspectieven. Het is zinvol kennis te nemen van onderzoek waaruit naar voren komt welk docentgedrag en welke interventies bijdragen aan effectief klassenmanagement. Je kunt jezelf op het gebied van klassenmanagement (verder) ontwikkelen door situaties te leren observeren en analyseren vanuit die perspectieven. Doel In deze opdracht laat je zien dat je: je eigen handelen kunt beschrijven en analyseren vanuit de vier perspectieven op klassenmanagement; inzichten uit theorieën over effectief klassenmanagement kunt toe passen; inzichten uit communicatietheorie en effectieve communicatie kunt toe passen; het belang onderkent van een veilig leerklimaat en hier op momenten ook voor kunt zorgen. Werkwijze Je kiest een les die je voor deze opdracht wilt gebruiken en neemt deze les op video op. De SPD observeert deze les aan de hand van het observatieformulier behorend bij deze taak. Eventueel kan hij/zij aanvullend ook de video-opname bekijken. Je bespreekt de observaties nu nog niet, maar pas nadat je zelf een eigen analyse hebt gemaakt. Zo kun je eerst je eigen beeld vormen van je lesgeven. Je analyseert de video-opname van je eigen les aan de hand van het observatieformulier (zie onder aan de opdracht). Je maakt een sterkte-zwakte analyse van de les op basis van de observaties en relevante literatuur. Je selecteert vier fragmenten van maximaal drie minuten elk. Twee fragmenten zijn exemplarisch voor de sterke punten en twee fragmenten zijn exemplarisch voor de zwakke punten. Schrijf bij elk fragment een tekst met de volgende onderdelen: o SITUATIE: een korte omschrijving van de klas, het moment in de les (i.e. welke MDAonderdeel), het onderwerp, een korte en neutrale omschrijving van wat er gebeurt; o TERUGBLIK 1: waarom je dit fragment selecteerde: welk sterk of zwak punt wordt hier geïllustreerd en waarom is dit fragment exemplarisch?; o TERUGBLIK 2 (perspectiefwisseling): je verplaatst je in een leerling en kijkt met zijn/haar ogen nog eens naar dat fragment. Je beschrijft wat die leerling volgens jou ervaart en in hoeverre dat bijdraagt aan het leren van die leerling. Je benoemt tot welk inzicht je bent gekomen door deze terugblik 2. Je formuleert (minimaal drie) concrete en specifieke voornemens met betrekking tot je eigen handelen (op basis van je analyses) die blijk geven van inzicht in de theorie / verbonden worden aan de literatuur. 29

30 Je bespreekt met je SPD de uitkomsten van je eigen observaties en analyses en vergelijkt ze met zijn/haar observaties. Plaats de opname van de hele les in Turnitin. Product Een document met de volgende onderdelen: de opname van de hele les; tijdsslots voor de vier fragmenten; een korte sterkte-zwakte analyse van het eigen handelen op basis van het observatieformulier, met verwijzing naar relevante literatuur en naar de vier exemplarische fragmenten (met daarin situatie, terugblik 1 en terugblik 2). Besteed expliciet aandacht aan de winst die terugblik 2 je heeft opgeleverd; (minimaal drie) concrete en specifieke voornemens met betrekking tot je eigen handelen (op basis van je analyses) die blijk geven van inzicht in de theorie / verbonden worden aan de literatuur; een kort verslag van uitkomsten van de observatie door de SPD, met een bespreking van de verschillen en overeenkomsten tussen de uitkomsten van de SPD en je eigen bevindingen; als bijlagen twee ingevulde observatie-instrumenten (een door jezelf ingevuld en een door de SPD). Het document bestaat uit maximaal 3000 woorden, bevat een beknopte, foutloze en goed leesbare tekst. Het wordt als onderdeel van Verslag OP A ingeleverd via Blackboard. Literatuur Ebbens, S., & Ettekoven, S. (2013). Effectief leren. Basisboek. Groningen: Wolters-Noordhoff. Hoofdstuk 6. Teitler, P. (2013). Lessen in orde. Handboek voor de onderwijspraktijk. Bussum: Uitgeverij Coutinho. Hoofdstuk 1, 2, 3, en hoofdstuk 4: Hand-out hoorcollege. (Wan)orde in de klas. Andere relevante literatuur uit Leren & Instructie A. Beoordeling De videoreflectieopdracht wordt beoordeeld door je onderwijskundige mbv het beoordelingsformulier uit bijlage 3. Videoreflectie Klassenmanagement maakt deel uit van het Verslag OP A. 30

31 Observatieschema voor student en SPD Tabel 1. Observatieschema: zichtbaarheid en effecten van omgaan met ongewenst gedrag. 1. Omgaan met ongewenst In welke mate? Effectief? gedrag (-, +/-, +, ++) Reageert (aan-) gepast Schaadt de relatie niet Beloont/straft Bewaakt grenzen Is voorspelbaar Voorbeelden van dit gedrag in het fragment: Tabel 2. Observatieschema: zichtbaarheid en effecten van communicatie en interactie 2. Communicatie en interactie In welke mate? Effectief? (-, +/-, +, ++) Maakt contact Houdt rekening met de basisbehoeften van leerlingen Vertoont balans in leiding geven en ruimte laten Gaat positieve relatie met leerlingen aan Voorbeelden van dit gedrag in het fragment: 31

32 Tabel 3. Observatieschema: zichtbaarheid en effecten van de mentale houding 3. Mentale houding In welke mate? Effectief? (-, +/-, +, ++) Is alert Vertoont simultaan gedrag Wil regie hebben Heeft besef van eigen non- verbale gedrag Voorbeelden van dit gedrag in het fragment: Tabel 4. Observatieschema: zichtbaarheid en effecten op organisatorisch en vakdidactisch vlak 4. Organisatorisch en vakdidactisch In welke mate? (-, +/-, +, ++) Effectief? Een goede lesvoorbereiding Heeft goede passende opdrachten bedacht Houdt zich aan het tijdschema Heeft veel afwisseling in de les Voorbeelden van dit gedrag in het fragment: 32

33 Bijlage 2c Zelfanalyse Activiteiten en producten Je spd heeft aan het einde van de eerste collegereeks een gedeelte van het beoordelingsformat over je vorderingen tot dan toe ingevuld. Voor je dit ingevulde format met je praktijkbegeleider bespreekt vul je die eerst ook zelf in (zie het document op Blackboard). Je arceert op welke elementen van de competenties je jezelf inschat en licht dit deel in de tekstblokken eronder toe met concrete voorbeelden, daarmee onderbouw je hoe je tot dit zelfoordeel komt. Je kunt bij het maken van je eigen inschatting gebruik maken van de tot dan toe gelezen literatuur en van alle feedback die je ontvangen hebt maar ook van de waarnemingen die je hebt gedaan op grond van de videoreflectieopdracht. Doe dit voor de competenties interpersoonlijk, pedagogisch, vakdidactisch, organisatorisch en reflectie en ontwikkeling. In het gesprek met je spd breng je de overeenkomsten en verschillen tussen jullie in kaart en probeer je zicht te krijgen op de achtergronden van die verschillen. De uitkomsten van deze bespreking neem je op in het deel woordrapport van het door jou ingevulde beoordelingsformat. Je sluit deze tekst af met je voornemens voor de komende periode op basis van de conclusies die je getrokken hebt. Product. Het door jou ingevulde format is onderdeel van het Verslag OP A; dit verslag lever je als geheel in via Blackboard. 33

34 Bijlage 3 Beoordelingsformulier Videoreflectie Student: Onderwijskundige: Punten: Basisvoorwaarden voor het beoordelen Datum: De tekst wordt uitsluitend van feedback/ beoordeling voorzien indien: de opdracht is ingeleverd binnen de gestelde termijn; er geen sprake is van plagiaat; de opdracht volledig is ingeleverd inclusief alle gevraagde onderdelen en een lijst met de geraadpleegde literatuur en bronnen. CRITERIA PUNTEN OPMERKINGEN Analyse observaties 1 5 pnt Terugblik 1 en pnt Kwaliteit onder meer af te leiden uit: -in eigen observaties zijn interpretatie en waardering vermeden -juiste analyses in de verschillende onderdelen -concrete, specifieke en passende verwijzingen naar literatuur; -concrete, specifieke en passende toelichting met voorbeelden -overeenkomsten en verschillen tussen de observaties van de SPD en de eigen observaties worden correct benoemd en toegelicht Beschrijving voornemens 1 5 pnt Structuur verslag 1 pnt Kwaliteit onder meer af te leiden uit: -keuze voor de fragmenten is verantwoord in de terugblik 1 (bij elk fragment) - terugblik 1 (bij elk fragment) is een juiste illustratie bij de analyse - terugblik 2 (bij elk fragment) geeft een adequaat beeld van de leerlingervaring -het geformuleerde inzicht bij terugblik 2 (bij elk fragment) is gekoppeld aan de analyse Kwaliteit onder meer af te leiden uit: -de voornemens zijn concreet en specifiek benoemd -zijn gerelateerd aan de analyse van het eigen handelen en de reflectie hierop -geven blijk van inzicht in de theorie /worden verbonden aan de literatuur Kwaliteit onder meer af te leiden uit: -de tekst heeft een adequate structuur -formuleringen zijn helder, eenduidig en grammaticaal correct - APA-richtlijnen zijn juist toegepast (referenties en bronvermelding) Totaal aantal punten (max. 16 ) * Richtlijn: 1 = zeer onvoldoende; 2 = onvoldoende; 3 = voldoende; 4 = ruim voldoende; 5 = goed. 34

Beoordelingsformat Onderwijspraktijk A

Beoordelingsformat Onderwijspraktijk A Beoordelingsformat Onderwijspraktijk A Invuller WPB Fase Verkort beoordelingsformat OP A Student: Vak: WPB: School: Vakdidacticus: Plaats: Datum: Algemene toelichting Het beoordelingsformat bestaat uit

Nadere informatie

Beoordelingsformat Praktijkbeoordeling Onderwijspraktijk B Minor

Beoordelingsformat Praktijkbeoordeling Onderwijspraktijk B Minor Beoordelingsformat Praktijkbeoordeling Onderwijspraktijk B Minor Invuller WPB Fase Beoordelingsformat Onderwijspraktijk B minor Student: Vak: WPB: School: Vakdidacticus: Plaats: Datum: Algemene toelichting

Nadere informatie

Studiehandleiding Onderwijspraktijk A

Studiehandleiding Onderwijspraktijk A Interfacultaire Lerarenopleiding (ILO) Pedagogische en Onderwijswetenschappen (POW) Nieuwe Achtergracht 166 1018 WS Amsterdam Studiehandleiding Onderwijspraktijk A Master voltijd: Onderwijspraktijk A /

Nadere informatie

Studiehandleiding Taal en diversiteit

Studiehandleiding Taal en diversiteit Universitaire Pabo van Amsterdam Nieuwe Prinsengracht 130 1018 VZ Amsterdam E-mail: upva@uva.nl www.student.uva.nl/upva Studiehandleiding Taal en diversiteit (studiegidsnummer 70720219DY) Jaar 2 Semester

Nadere informatie

Studiehandleiding Onderwijspraktijk B Minoren eco geo bèta

Studiehandleiding Onderwijspraktijk B Minoren eco geo bèta Interfacultaire Lerarenopleiding (ILO) Pedagogiek, Onderwijskunde en Lerarenopleiding (POWL) Nieuwe Achtergracht 166 1018 WS Amsterdam Studiehandleiding Onderwijspraktijk B Minoren eco geo bèta Opleiding:

Nadere informatie

Aantekenformulier van het assessment PDG

Aantekenformulier van het assessment PDG Aantekenformulier van het assessment PDG Kandidaat: Assessor: Datum: Een startbekwaam docent voldoet aan de bekwaamheidseisen voor leraren in het tweedegraadsgebied (zie competentie 1 t/m 7 op de volgende

Nadere informatie

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview) Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview) Student: Opleidingsassessor: Studentnummer:. Veldassessor:. Datum: Een startbekwaam

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 3 (jaar 3) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Samenwerken Omgevingsgericht/samenwerken Reflectie en zelfontwikkeling competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Competentieprofiel stichting Het Driespan, (V)SO

Nadere informatie

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen SWOT-ANALYSE Met een SWOT-analyse breng ik mijn sterke en zwakke punten in kaart. Deze punten heb ik vervolgens in verband gebracht met de competenties van en leraar en heb ik beschreven wat dit betekent

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

Interpersoonlijk competent

Interpersoonlijk competent Inhoudsopgave Inhoudsopgave...0 Inleiding...1 Interpersoonlijk competent...2 Pedagogisch competent...3 Vakinhoudelijk & didactisch competent...4 Organisatorisch competent...5 Competent in samenwerken met

Nadere informatie

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Naam: School: Daltoncursus voor leerkrachten Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Inleiding: De verantwoordelijkheden van de leerkracht zijn samen te vatten door vier beroepsrollen te

Nadere informatie

Taken Leren en Instructie (L&I) 1 t/m 3

Taken Leren en Instructie (L&I) 1 t/m 3 Taken Leren en Instructie (L&I) 1 t/m 3 Het hele eerste semester staat in het teken van het leren ontwerpen van lessen. Als kapstok gebruiken we het Model Didactische Analyse (MDA). De bouwstenen van dit

Nadere informatie

Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren

Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren Let op: momenteel wordt gewerkt aan een instrument dat beoordeelt aan de hand van de nieuwe bekwaamheidseisen

Nadere informatie

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen Daniëlle Ramp, competentie ontwikkeling, oriënterende stage 1. Interpersoonlijk competent Contact maken Stimuleren om op een eigen manier te leren Klimaat voor scheppen 2. Pedagogisch competent Begeleiding

Nadere informatie

Studiehandleiding eigen vaardigheid basistoets Nederlands (studiegidsnr: 70710P06MY)

Studiehandleiding eigen vaardigheid basistoets Nederlands (studiegidsnr: 70710P06MY) Universitaire Pabo van Amsterdam Nieuwe Prinsengracht 130 1018 VZ Amsterdam E-mail: upva@uva.nl www.student.uva.nl/upva Studiehandleiding eigen vaardigheid basistoets Nederlands (studiegidsnr: 70710P06MY)

Nadere informatie

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT DE SBL competenties COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leef- en werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Competentievenster 2015

Competentievenster 2015 Windesheim zet kennis in werking Competentievenster 2015 TWEEDEGRAADS LERARENOPLEIDING WINDESHEIM Inleiding 3 Het competentievenster van de tweedegraads lerarenopleidingen van Hogeschool Windesheim vormt

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC Bekwaamheidseisen docenten LC vmbo en havo/vwo. (tekst: Wet op de beroepen in het onderwijs en Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel / 2006). 1. Zeven

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD Bekwaamheidseisen docenten LD vmbo en havo/vwo. (tekst: Wet op de beroepen in het onderwijs en Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel / 2006). 1. Zeven

Nadere informatie

kempelscan K1-fase Eerste semester

kempelscan K1-fase Eerste semester kempelscan K1-fase Eerste semester Kempelscan K1-fase eerste semester 1/6 Didactische competentie Kern 3.1 Didactisch competent Adaptief omgaan met leerlijnen De student bereidt systematisch lessen/leeractiviteiten

Nadere informatie

BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3

BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3 BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3 1. INTERPERSOONLIJK COMPETENT De leraar die interpersoonlijk competent is, geeft op een goede manier leiding aan leerlingen (individueel en in

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Uit: Besluit van 16 maart 2017 tot wijziging van het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel en het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel BES in verband

Nadere informatie

kempelscan P2-fase Studentversie

kempelscan P2-fase Studentversie kempelscan P2-fase Studentversie Pedagogische competentie Kern 2.1 Pedagogisch competent Pedagogisch handelen Je draagt bij aan een veilige leef- en leeromgeving in de groep O M V G Je bent consistent

Nadere informatie

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN ILO EN SCHOOL VOOR VOORTGEZET ONDERWIJS (inzake het praktijkdeel van Bachelor-Minor-studenten met een aanstelling)

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN ILO EN SCHOOL VOOR VOORTGEZET ONDERWIJS (inzake het praktijkdeel van Bachelor-Minor-studenten met een aanstelling) SAMENWERKINGSOVEREENKOMST Partijen, De Interfacultaire Lerarenopleidingen van de Universiteit van Amsterdam rechtsgeldig vertegenwoordigd door mw. drs. L.C.J. Gerritsen, Onderwijscoördinator, hierna te

Nadere informatie

LeerWerkPlan VLO fase 2, Zwolle

LeerWerkPlan VLO fase 2, Zwolle 12-10-2010 VLO fase 2, Zwolle Leerwerkplan leerjaar 1 Opmerkingen Werkplekbegeleider Handtekening Opdracht 1 Competentie gericht leren B4 Organisatorisch gedragsindicator: B 4.5 B6 Competent in het samenwerken

Nadere informatie

Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar primair onderwijs het volgende doen:

Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar primair onderwijs het volgende doen: 1 Interpersoonlijk competent De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leefen werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar primair onderwijs en

Nadere informatie

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift HOGESCHOOL ROTTERDAM Pedagogisch didactisch getuigschrift Pedagogisch Didactisch Getuigschrift Handleiding voor de coach Instituut voor Lerarenopleidingen Versie 24.11.16 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3

Nadere informatie

1 Interpersoonlijk competent

1 Interpersoonlijk competent 1 Interpersoonlijk competent De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leefen werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar primair onderwijs en

Nadere informatie

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD ILS Nijmegen Mei 2009 Voorwoord: Dit voorstel voor een competentieprofiel van de spd is ontworpen op verzoek van de directies van ILS- HAN en ILS-RU door de productgroep

Nadere informatie

1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat

1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat KIJKWIJZER PEDAGOGISCH-DIDACTISCH HANDELEN IN DE KLAS School : Vakgebied : Leerkracht : Datum : Groep : Observant : 1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat (SBL competenties 1 en 2) 1.1* is

Nadere informatie

Portfolio. Pro-U assessment centrum. Eigendom van:

Portfolio. Pro-U assessment centrum. Eigendom van: Pro-U assessment centrum Eigendom van: Blad 1 Persoonlijke gegevens Naam en voorletters Adres Postcode en woonplaats Telefoonnummer Mobiel nummer Onderwijsinstelling E-mailadres Docentbegeleider Geboortedatum

Nadere informatie

Studiehandleiding Leren & Instructie A

Studiehandleiding Leren & Instructie A Universiteit van Amsterdam Faculteit der Maatschappij en Gedragswetenschappen College Pedagogiek, Onderwijskunde en Lerarenopleiding Nieuwe Achtergracht 127 1018 WS Amsterdam infopow@uva.nl Studiehandleiding

Nadere informatie

Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep.

Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep. Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep. Competentie 1.1: Stimuleert een respectvolle omgang binnen de groep.

Nadere informatie

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Competentiemeter docent beroepsonderwijs Competentiemeter docent beroepsonderwijs De beschrijving van de competenties in deze competentiemeter is gebaseerd op: - de bekwaamheidseisen uit de Algemene Maatregel van Bestuur als uitwerking van de

Nadere informatie

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht Tijdens de DON bijeenkomst van 13 november 2013 hebben we in kleine groepen (daltoncoördinatoren en directeuren) een lijst met competenties/bekwaamheden

Nadere informatie

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 Interpersoonlijke competentie Kern 1.2 Inter-persoonlijk competent Communiceren in de groep De student heeft zicht op het eigen communicatief gedrag in de klas

Nadere informatie

Educatieve Hogeschool van Amsterdam, lerarenopleiding vo/bve Beoordelingsformulier voor het werkplekleren (definitieve versie, november 2007)

Educatieve Hogeschool van Amsterdam, lerarenopleiding vo/bve Beoordelingsformulier voor het werkplekleren (definitieve versie, november 2007) Educatieve Hogeschool van Amsterdam, lerarenopleiding vo/bve sformulier voor het werkplekleren (definitieve versie, november 2007) Toelichting bij het beoordelen in het Werkplekleren. De tweedegraads lerarenopleiding

Nadere informatie

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Eindproduct (aankruisen) X in beeld/lesgeven op pad/ecursie aan

Nadere informatie

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL) ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL) VOOR STUDENTEN EN BEOORDELAARS Datum: AUG 2015 Crebo 95 ALGEMENE INLEIDING Elke beroepstaak bestaat uit een aantal beroepsopdrachten dat de student

Nadere informatie

Beoordelingsinstrument voor het beoordelen van het portfolio en werkplekleren (rubrics)

Beoordelingsinstrument voor het beoordelen van het portfolio en werkplekleren (rubrics) Beoordelingsinstrument voor het beoordelen van het portfolio en werkplekleren (rubrics) Beschrijving van het beoordelingsinstrument Niveaus Er worden in dit beoordelingsinstrument vier niveaus onderscheiden

Nadere informatie

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Minor Educatie & Communicatie Variant II

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Minor Educatie & Communicatie Variant II Protocol Werkplekleren Student ESoE Minor Educatie & Communicatie Variant II Versie juli 2011 1 Protocol Werkplekleren Minor Educatie & Communicatie Variant I Inleiding Om het werkplekleren zo soepel mogelijk

Nadere informatie

Taken Leren en Instructie - 1 -

Taken Leren en Instructie - 1 - Taken Leren en Instructie - 1 - Taken Leren en Instructie (L&I) 1 t/m 3 Het hele eerste semester staat in het teken van het leren ontwerpen van lessen. Als kapstok gebruiken we het Model Didactische Analyse

Nadere informatie

LeerWerkPlan VLO fase 1, Zwolle

LeerWerkPlan VLO fase 1, Zwolle Akkoord, 11-11-2009/HMJ - Laatste opdracht vervangen door iets anders (is gelijk aan 1 e verplichte opdracht, voegt dus niets toe). Je kunt dit ook eerst even afwachten: er doet zich waarschijnlijk wel

Nadere informatie

Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie

Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie Formulier tussenevaluatie Naam student: Studentnummer: Naam school / onderwijsinstelling: Naam werkplekbegeleider: Naam instituutsopleider: Datum: Beoordeling Niet

Nadere informatie

Assessment Startbekwaam

Assessment Startbekwaam Assessment Startbekwaam Rapportage Studiejaar 2014-2015 Hogeschool Rotterdam Instituut voor Lerarenopleidingen 1 Basisgegevens KANDIDAAT Voor- en achternaam: Studentnummer: Opleiding: Studentstatus: Naam

Nadere informatie

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage 3 SFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op pad/ecursie

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 1 (jaar 1) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk Op de HBOV van de Hogeschool Leiden wordt sinds het studiejaar 2013-2014 gewerkt met CBP s, Competentie Beoordelingen in de Praktijk. Gedachte hierachter is, dat

Nadere informatie

Aanpassingen examens 2018 Maatschappelijke zorg

Aanpassingen examens 2018 Maatschappelijke zorg Examens serie 2018 Maatschappelijke Zorg Examen Opmerkingen Niet aanpassen Aanpassen aug. 2018 Opmerking OTL Alle examens Geen consequent gebruik in het benoemen van examennummer (voorblad, bovenaan rechts).

Nadere informatie

Rondvraag. Persoonlijke rapportage van M. Gulden

Rondvraag. Persoonlijke rapportage van M. Gulden Rondvraag Persoonlijke rapportage van M. Gulden Gegevens deelnemer Naam Organisatie Functie B. Smit PiCompany Intern Leraar De Zevensprong Gegevens Rondvraag Datum 31 oktober 2005 Nummer 31721.96907 Profiel

Nadere informatie

Competentieprofiel onderwijsassistent voor de periode 2012-2015

Competentieprofiel onderwijsassistent voor de periode 2012-2015 Competentieprofiel onderwijsassistent voor de periode 2012-2015 De volgende competentie domeinen zijn beschreven: Competentie 1: Competentie 2: Competentie 3: Competentie 4: Competentie 5: Competentie

Nadere informatie

Aanpassingen examens 2018 Maatschappelijke zorg

Aanpassingen examens 2018 Maatschappelijke zorg Examens serie 2018 Maatschappelijke Zorg Examen Opmerkingen Niet aanpassen Aanpassen aug. 2018 Opmerking OTL Alle examens Geen consequent gebruik in het benoemen van examennummer (voorblad, bovenaan rechts).

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Rapport Docent i360. Test Kandidaat Rapport Docent i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

Educatieve Hogeschool van Amsterdam, lerarenopleiding vo/bve Beoordelingsformulier voor het werkplekleren (definitieve versie, november 2007)

Educatieve Hogeschool van Amsterdam, lerarenopleiding vo/bve Beoordelingsformulier voor het werkplekleren (definitieve versie, november 2007) Educatieve Hogeschool van Amsterdam, lerarenopleiding vo/bve sformulier voor het werkplekleren (definitieve versie, november 2007) Toelichting bij het beoordelen in het Werkplekleren. De tweedegraads lerarenopleiding

Nadere informatie

Beoordelingsformulier (Les) Voorbereiding Naam student: Krijn Cornelisse. Datum:

Beoordelingsformulier (Les) Voorbereiding Naam student: Krijn Cornelisse. Datum: A Beoordelingsformulier (Les) Voorbereiding Naam student: Krijn Cornelisse Naam docent: F.Kok Datum: 5-12-2013 Het Lesplan; de student; Omschrijving Bereidt zich voor op de lessen en zorgt ervoor dat alle

Nadere informatie

1/8. Voor leerkrachten zijn 7 bekwaamheden geformuleerd:

1/8. Voor leerkrachten zijn 7 bekwaamheden geformuleerd: 1/8 informatie Wet BIO In de Wet BIO staat de kwaliteit van het onderwijspersoneel centraal, want daarmee staat of valt de kwaliteit van het onderwijs. Het doel van de Wet BIO is: een minimumniveau van

Nadere informatie

ALEXANDER GIELE Competentiemonitor Ingevuld door : C.M.T. Ruppert Ingevuld op : 19 december 2013

ALEXANDER GIELE Competentiemonitor Ingevuld door : C.M.T. Ruppert Ingevuld op : 19 december 2013 ALEANDER GIELE Competentiemonitor Ingevuld door : C.M.T. Ruppert Ingevuld op : 19 december 2013 Deze monitor is ingevuld op basis van een eerste gesprek, een lesobservatie en een nagesprek (soms in andere

Nadere informatie

Zelfevaluatie. Inleiding:

Zelfevaluatie. Inleiding: Sabine Waal Zelfevaluatie Inleiding: In dit document heb ik uit geschreven wat mijn huidige niveau is en waar ik mij al zoal in ontwikkeld heb ten opzichte van de zeven competenties. Elke competentie heb

Nadere informatie

Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Matt Huntjens ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op pad/excursie

Nadere informatie

Beoordeling werkplekleren jaar 2 DEELTIJD

Beoordeling werkplekleren jaar 2 DEELTIJD Beoordeling werkplekleren jaar 2 DEELTIJD eindbeoordeling WPL-2 Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding tweedegraads lerarenopleidingen datum: 2 april 2015 naam student: Peter Lakeman studentnr.

Nadere informatie

Eindverslag stage jaar 1

Eindverslag stage jaar 1 Eindverslag stage jaar 1 In de stagegids jaar 1 kun je alle achtergrondinformatie over de stage vinden. In de bijlage van de stagegids staat ook een overzicht (tabel) met alle documenten die van belang

Nadere informatie

Beoordeling werkplekleren Educatieve Minor

Beoordeling werkplekleren Educatieve Minor Beoordeling werkplekleren Educatieve Minor 2018-2019 Datum: Student: Studentnummer: Werkplekbegeleider: Stageschool: Plaats: Schoolopleider: HvA-Examinator: Punten per : Eindcijfer 1 Handtekening HvA-examinator

Nadere informatie

STAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING

STAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING Fontys Hogeschool voor de Kunsten STAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING hoofdfase Naam student: Valerie Maas Studentnummer: 1880 Jaar: VT Naam stageschool: Het College Naam SPD: Robert Tobben

Nadere informatie

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Masteropleiding Science Education and Communication (SEC)

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Masteropleiding Science Education and Communication (SEC) Protocol Werkplekleren Student ESoE Masteropleiding Science Education and Communication (SEC) Versie juli 2011 1 Protocol Werkplekleren Master SEC Inleiding Om het werkplekleren zo soepel mogelijk te laten

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis Rapport Docent i360 Naam Angela Rondhuis Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven. Procedure en criteria voor het beoordelen van studenten in de beroepspraktijk Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Nadere informatie

Leerwerktaak Bouwen aan grammatica

Leerwerktaak Bouwen aan grammatica Leerwerktaak Bouwen aan grammatica Titel Bouwen aan grammatica! Onderwijstype Niveau Competenties(s) Beroepstaak VO MBO 1 propedeusefase 2 hoofdfase 3 eindfase (lio) 1 interpersoonlijk 2 pedagogisch 3

Nadere informatie

Beroepsproduct (aankruisen) Datum: UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE

Beroepsproduct (aankruisen) Datum: UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE BIJLAGE D: SFORMULIEREN BEROEPSPRODUCTEN Bij de beroepsproducten wordt steeds een variant op onderstaand formulier gebruikt. De nadere invulling van de variant is afhankelijk van de geselecteerde criteria

Nadere informatie

Mogelijke aandachtspunten voor het invullen van het lesevaluatieformulier

Mogelijke aandachtspunten voor het invullen van het lesevaluatieformulier Mogelijke aandachtspunten voor het invullen van het lesevaluatieformulier Gewenst gedrag uit zich bijvoorbeeld in 1 Interpersoonlijk competent De student toont in gedrag en taalgebruik respect Is vriendelijk

Nadere informatie

De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met

De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met Doelgericht werken De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met elkaar. Wat zien en horen we als onze

Nadere informatie

Lijst met de zeven SBL-competenties, de bijbehorende bekwaamheidseisen en gedragsindicatoren voor docenten

Lijst met de zeven SBL-competenties, de bijbehorende bekwaamheidseisen en gedragsindicatoren voor docenten Lijst met de zeven SBL-competenties, de bijbehorende bekwaamheidseisen en gedragsindicatoren voor docenten 1. Interpersoonlijk competent Een interpersoonlijk competente leraar/lerares schept een vriendelijke

Nadere informatie

STAGES 2015-2016. Lerarenopleiding

STAGES 2015-2016. Lerarenopleiding STAGES 2015-2016 Lerarenopleiding INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Stagerooster 4 3. Stages van de Educatieve Minor (beperkte tweedegraadsbevoegdheid) 5 3.1. Minorstage 1 3.2. Minorstage 2 4. Stages van

Nadere informatie

Beoordelingsrapport Studie en Werk 1B - voltijd

Beoordelingsrapport Studie en Werk 1B - voltijd Beoordelingsrapport Studie en Werk 1B - voltijd 2016-2017 Inleiding: Bij Studie en Werk 1B word je beoordeeld op je leerproces én je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. De beoordeling

Nadere informatie

Beoordeling en evaluatie

Beoordeling en evaluatie Beoordelingsformulier Beoordeling en evaluatie Student: Studentnummer: Opleiding en crebonr.: Niveau en leerweg: BPV bedrijf: Praktijkopleider: BPV-periode van/tot: SLBer Schoolperiode van/tot: Datum:

Nadere informatie

Docent LB. Inhoudsopgave. Docent LB Inter-persoonlijk. Leesinstructies Rapportgegevens

Docent LB. Inhoudsopgave. Docent LB Inter-persoonlijk. Leesinstructies Rapportgegevens Docent LB Naam feedbackontvanger MGN(Robbert van Megen) Huidige datum: 12/24/2010 Inhoudsopgave Leesinstructies Rapportgegevens Feedbackontvanger Geselecteerde competenties Feedbackgevers Totaaloverzicht

Nadere informatie

Leerwerktaak Spreken is goud!

Leerwerktaak Spreken is goud! Leerwerktaak Spreken is goud! Titel Spreken is goud! Onderwijstype Niveau Competenties(s) Beroepstaak VO MBO 1 propedeusefase 2 hoofdfase 3 eindfase (lio) 1 interpersoonlijk 2 pedagogisch 3 vakinhoudelijk/vakdidactisch

Nadere informatie

DIRECTE INSTRUCTIE. Versie Tentamen. Proeve (RU) Competentie(s)

DIRECTE INSTRUCTIE. Versie Tentamen. Proeve (RU) Competentie(s) LWT DIRECTE INSTRUCTIE Tentamen Fase 1 RU Opleidingsbekwaam Hoofdfase HAN LIO-bekwaam Proeve (RU) Competentie(s) Standaardles 1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk en

Nadere informatie

Studiehandleiding Rekenen jaar 1 (studiegidsnr.: 70710P14LY) Universitaire Pabo van Amsterdam. Nieuwe Prinsengracht 130.

Studiehandleiding Rekenen jaar 1 (studiegidsnr.: 70710P14LY) Universitaire Pabo van Amsterdam. Nieuwe Prinsengracht 130. Universitaire Pabo van Amsterdam Nieuwe Prinsengracht 130 1018 VZ Amsterdam E-mail: upva@uva.nl www.student.uva.nl/upva Studiehandleiding Rekenen jaar 1 (studiegidsnr.: 70710P14LY) Jaar 1 Semester 1, blok

Nadere informatie

Universitaire Pabo van Amsterdam. Nieuwe Prinsengracht VZ Amsterdam.

Universitaire Pabo van Amsterdam. Nieuwe Prinsengracht VZ Amsterdam. Universitaire Pabo van Amsterdam Nieuwe Prinsengracht 130 1018 VZ Amsterdam E-mail: upva@uva.nl www.student.uva.nl/upva Studiehandleiding Digitaal Denken in Meten en Meetkunde (studiegidsnr.: 70720203AY)

Nadere informatie

Onderwijs en Opvoeding. HANDLEIDING Educatieve minor

Onderwijs en Opvoeding. HANDLEIDING Educatieve minor , Onderwijs en Opvoeding HANDLEIDING Educatieve minor Fase Semester 1 Leerroute Educatieve Minor 2018-2019 Schrijvers Susan Kruis, Danielle van der Maten en Inge Oudkerk-Pool e-mail Docenten: m.s.kruis@hva.nl

Nadere informatie

STAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING/ Sonja van de Valk

STAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING/ Sonja van de Valk Let op!!! Dit is een groeidocument. Dat wil zeggen dat dit werkplan regelmatig bijgesteld zal moeten worden. Bekijk per competentie eerst waar je mee wilt beginnen. Vul nog niet meteen alles in. Zorg er

Nadere informatie

Pluspunt Een professioneel voorbeeld zijn voor leerlingen en in gesprek blijven over de vraag hoe gaan we met elkaar om.

Pluspunt Een professioneel voorbeeld zijn voor leerlingen en in gesprek blijven over de vraag hoe gaan we met elkaar om. Reflectie op de deeltaken; start bekwaam INTERPERSOONLIJK COMPETENT Je zorgt ervoor dat er in de groep een prettig leef- en werkklimaat is. Je geeft op een goede manier leiding, schept een vriendelijke

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst ILO - School

Samenwerkingsovereenkomst ILO - School Samenwerkingsovereenkomst ILO - School TUSSEN ILO EN SCHOOL VOOR VOORTGEZET ONDERWIJS (inzake het praktijkdeel van (Post)Master-studenten met een stageplek) Partijen, De Interfacultaire Lerarenopleidingen

Nadere informatie

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl DOSSIER : Alle DOSSIERCREBO : Alle KWALIFICATIE : Alle KWALIFICATIECREBO : Alle NIVEAU : Alle COHORT : Vanaf 2015

Nadere informatie

Startbijeenkomst ptaak jaar 2. Ontwerpen en innoveren

Startbijeenkomst ptaak jaar 2. Ontwerpen en innoveren Startbijeenkomst ptaak jaar 2 Ontwerpen en innoveren Wat is het doel? Hoe gaan we dat doel bereiken? Met extra aandacht voor Ontwerponderzoek Dataverzamelingsmethoden Interviewen Toetsen van leereffect

Nadere informatie

Handleiding Portfolio assessment UvA-docenten

Handleiding Portfolio assessment UvA-docenten Handleiding Portfolio assessment UvA-docenten najaar 2005 Inleiding In het assessment UvA-docent wordt vastgesteld welke competenties van het docentschap door u al verworven zijn en welke onderdelen nog

Nadere informatie

Profiel schoolopleider en schoolcoördinator 1

Profiel schoolopleider en schoolcoördinator 1 Profiel schoolopleider en schoolcoördinator 1 Dit profiel bevat de taken en competenties voor de schoolopleider en de schoolcoördinator, geordend naar de bekwaamheidsgebieden van de Velon beroepsstandaard.

Nadere informatie

Beoordelingsrapport. Keimaat is een product van b&t begeleiding en training B.V.

Beoordelingsrapport. Keimaat is een product van b&t begeleiding en training B.V. Beoordelingsrapport Keimaat is een product van b&t begeleiding en training B.V. Beoordelingsrapport van: mevr. K. Rozegeur Dit beoordelingsrapport is gemaakt op: 8 juli 2010 Beoordelingsperiode: augustus

Nadere informatie

Inhoud: Opdracht 1 pagina 2 Opdracht 2 pagina 3 Opdracht 3 pagina 4 Opdracht 4 pagina 5 Opdracht 5 pagina 6

Inhoud: Opdracht 1 pagina 2 Opdracht 2 pagina 3 Opdracht 3 pagina 4 Opdracht 4 pagina 5 Opdracht 5 pagina 6 Leerwerkplan leerjaar 2 2007 2008 Handtekening instituutbegeleider Naam student : Erik Postema Student nummer : 1006851 Klas : DLO2 metaal Opmerkingen werkplekbegeleider Opmerkingen en eindoordeel instituutbegeleider

Nadere informatie

CP Resultaten QuickScan

CP Resultaten QuickScan CP Resultaten QuickScan Interpersoonlijk competent 1.1 Hij maakt contact met de leerlingen en hij zorgt ervoor dat zij contact kunnen maken met hem en zich op hun gemak voelen. score: 83% 1.2 Hij geeft

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER BEROEPSPRODUCTEN MASTER SEN. Claudia Maria Willemsen

BEOORDELINGSFORMULIER BEROEPSPRODUCTEN MASTER SEN. Claudia Maria Willemsen Student vult deze gegevens volledig in BEOORDELINGSFORMULIER BEROEPSPRODUCTEN MASTER SEN Volledige naam student i Claudia Maria Willemsen Studentnummer 1096286 Cohort 2015 Windesheim-e-mail Modulecode

Nadere informatie

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: 23185 Cohort: Geldig vanaf 01-08-2015 Colofon * Daar waar hij staat, wordt ook zij bedoeld en omgekeerd. * Waar cliënt staat, kan

Nadere informatie

Beoordelingsformulier Praktijkbeoordeling startbekwaam

Beoordelingsformulier Praktijkbeoordeling startbekwaam Beoordelingsformulier Praktijkbeoordeling startbekwaam Stageschool: Het Kompas Plaats: Didam Tijd: 8.30 uur - 9.30 uur Mentor/mentrix: Jos Bergervoet Groep: 5 en 6 Aantal leerlingen: 29 Iselinge klas:

Nadere informatie

Workshop zelfbeoordelingslijst PARTNERS IN PASSEND ONDERWIJS

Workshop zelfbeoordelingslijst PARTNERS IN PASSEND ONDERWIJS Workshop zelfbeoordelingslijst Competentieprofiel Voor leerkrachten die werken met het protocol leesproblemen en dyslexie. 1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk en didactisch

Nadere informatie

Thermometer leerkrachthandelen

Thermometer leerkrachthandelen Thermometer leerkrachthandelen Leerlijnen en ontwikkelingslijn voor leerkrachten van WSKO 1 Inleiding Leerkracht zijn is een dynamisch en complex vak. Mensen die leerkracht zijn en binnen onze organisatie

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis Rapport Docent i360 Naam Angela Rondhuis Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor je ligt het

Nadere informatie

ASSESSMENT STARTBEKWAAM MINOR 2 HJK of HOK Beoordelingsformulier Criteriumgericht interview en reflectie

ASSESSMENT STARTBEKWAAM MINOR 2 HJK of HOK Beoordelingsformulier Criteriumgericht interview en reflectie ASSESSMENT STARTBEKWAAM MINOR 2 HJK of HOK Beoordelingsformulier Criteriumgericht interview en reflectie Naam student: Klas: Fase: startbekwaam NHL emailadres: 1 e kans / herkansing / algehele herkansing

Nadere informatie

Bijlage 2: Competentiematrix schoolstage

Bijlage 2: Competentiematrix schoolstage Bijlage 2: Competentiematrix schoolstage Aanwijzingen voor gebruik Uitgangspunt voor de opleiding docent Beeldende Kunst en Vormgeving is het hieronder beschreven competentieprofiel, bestaande uit vijf

Nadere informatie