Studiehandleiding Onderwijspraktijk B Minoren eco geo bèta

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Studiehandleiding Onderwijspraktijk B Minoren eco geo bèta"

Transcriptie

1 Interfacultaire Lerarenopleiding (ILO) Pedagogiek, Onderwijskunde en Lerarenopleiding (POWL) Nieuwe Achtergracht WS Amsterdam Studiehandleiding Onderwijspraktijk B Minoren eco geo bèta Opleiding: educatieve minor/educatieve module (Ak/AE/Bio/Na/Sk/Wi) Voltijd Cursusjaar: Semester: 1 (najaar) coördinator/contactdocent: Masters: Mirella Middelkoop (M.Middelkoop@uva.nl) Minoren: Evie Goossen (e.a.m.goossen@uva.nl) 1

2 1. Inleiding De stage in het voortgezet onderwijs en de bijbehorende opdrachten die je tijdens je studie doet, worden de Onderwijspraktijk genoemd. Je doet deze stage op een opleidings of stageschool van de ILO of op de school waar je al een betaalde baan hebt. De stage loopt naast het theoretisch deel dat je volgt. Onderwijspraktijk is opgedeeld in twee vakken: Onderwijspraktijk A (6 EC) en Onderwijspraktijk B (9 EC).De twee onderdelen zijn verdeeld over een half studiejaar (één semester)voor studenten. Inhoud Onderwijspraktijk B In Onderwijspraktijk B (OP B) ga je steeds meer zelfstandig lesgeven en krijg je steeds meer verantwoordelijkheid voor één of meer klassen. Je volgt het intervisietraject (afsluiting aan het einde van de opleiding) en een bijeenkomst voor Professioneel Spreken. Daarnaast maak je een aantal opdrachten ten behoeve van het Verslag OP B, waarmee je terugblikt op je ontwikkeling. OP B wordt afgesloten met een praktijkbeoordeling en een beoordeling voor het verslag. Ook vindt er een eindgesprek plaats met de vakdidacticus. Inhoudelijk sluit Onderwijspraktijk B aan bij thema s uit de cursus Pedagogiek en Algemene Didactiek B en Vakdidactiek 1, waarbij de nadruk ligt op (het leren van en verschillen tussen) de leerlingen. Doel en plaats van de cursus in het studieprogramma voltijdstudenten Onderwijspraktijk B volgt op Onderwijspraktijk A en begint in het tweede blok van de studie: Blok 1 Blok 2 Blok 3 Pedagogiek en Algemene Pedagogiek en Algemene Didactiek A (3 EC) Didactiek B (3 EC) Vakdidactiek 1 (9 EC) Onderwijspraktijk A (6 EC) Onderwijspraktijk B (9 EC) 2. Leerdoelen De leerdoelen voor Onderwijspraktijk zijn geformuleerd op basis van de SBL competenties. Bij Onderwijspraktijk B worden alle zeven competenties getoetst. 1. Interpersoonlijke competentie de student: - toont in gedrag en taalgebruik respect voor de leerlingen - toont affiniteit met (de leefwereld van) de leerlingen - communiceert effectief op inhouds en betrekkingsniveau - kan kennis over wat leerlingen bezig houdt in de communicatie benutten - houdt zich staande in reguliere onderwijssituaties 2. Pedagogische competentie de student: - zorgt doorgaans voor een veilig leerklimaat - signaleert en treedt op bij ongewenste groepsprocessen - kan groepsprocessen sturen en begeleiden - realiseert doorgaans een adequaat klassenmanagement - kan afwijkend gedrag herleiden tot leer, ontwikkelings, en/of gedragsproblemen 3. Vakdidactische competentie de student: 2

3 - toont parate inhoudelijke kennis die het leerboek overstijgt - kan vakinhoud en leermiddelen selecteren die passen bij de doelgroep en deze leerstof betekenisvol maken - kan een les ontwerpen met concrete en haalbare doelen en deze leerdoelen vertalen in passende leeractiviteiten - experimenteert met verschillende (activerende) werkvormen - geeft een duidelijke uitleg van de leerstof - gebruikt formatieve evaluatiemethoden om na te gaan of de leerdoelen bereikt zijn - kan eigen toetsen ontwerpen - geeft leerlingen op effectieve wijze feedback - signaleert verschillen tussen leerlingen - leert leerlingen leerstrategieën die bij het vak horen 4. Organisatorische competentie de student: - kan een les vormgeven en plannen, ook lessen met complexere werkvormen - gebruikt de lestijd redelijk efficiënt - geeft heldere instructies tot zelfwerkzaamheid - toont zich realistisch en flexibel in de planning van een les 5. Competentie samenwerken binnen school de student: - neemt initiatief in contact met WPB en zoekt contact met collega s - weet wie in de school de deskundigen zijn en wie verantwoordelijk zijn voor doorverwijzen 6. Competentie samenwerken buiten school de student: - geeft op professionele manier informatie over leerlingen aan ouders en andere belanghebbenden binnen en buiten de school 7. Competentie tav reflectie en ontwikkeling de student: - kan zelfstandig lessen beschrijven, analyseren en evalueren en op basis daarvan het eigen handelen bijstellen - vraagt gericht om hulp en advies en weet dit in te zetten voor verbetering van eigen lessen. - heeft een realistisch beeld van eigen sterke en zwakke kanten 3. Onderwijsvormen Onderwijspraktijk B bestaat uit verschillende onderdelen: Stage van Onderwijspraktijk B Het grootste gedeelte van Onderwijspraktijk B wordt gevolgd in de praktijk op de stageplek. Per week loop je 2½ dag stage op school. De stage wordt begeleid door een werkplekbegeleider (WPB). Intervisie (aftekenen bij OP B ) Parallel aan de onderwijspraktijk loopt het intervisietraject. Hier ben je tijdens OP A al mee begonnen. Tijdens dit traject reflecteer je op je praktijkervaringen. Je volgt dit traject op de ILO. De bijeenkomsten zijn verspreid over het semester. Je schrijft over het gehele intervisietraject een eindverslag dat je aan het einde van de opleiding inlevert bij je intervisiedocent. Voor minorstudenten is dit bij Onderwijspraktijk B. Inhoudelijke informatie over intervisie is op Blackboard te vinden in de Informatiegids Intervisie. 3

4 Professioneel Spreken (aftekenen bij OP B) Tot slot volg je tijdens het eerste semester Professioneel Spreken. Bij dit onderdeel krijg je les van twee logopedistes, om je te ondersteunen in het gebruik van je stem en te helpen bij levendig spreekgedrag voor de beroepspraktijk van beginnende docenten. Hiervoor volg je een hoorcollege tijdens het eerste blok (geroosterd tijdens PAD A of aan het einde van de dag, zie rooster.uva.nl) en daarnaast een workshop (op een niet collegedag). Als je behoefte hebt aan meer begeleiding kan je ook een individuele afspraak maken met de logopedistes. Dit onderdeel teken je vervolgens af bij Onderwijspraktijk B. De studiehandleiding voor Professioneel Spreken staat op Blackboard. Onderwijspraktijk tijdens je gehele studie De gehele stage beslaat 15 EC (420 uur). In totaal moet er tenminste 50 klokuren les gegeven worden in het voortgezet onderwijs, waarvan op zijn minst 46 klokuren in de onderbouwhavo/vwo en /of vmbo t klas 1 t/m 4. Je draagt een periode de verantwoordelijkheid voor een klas. De overige uren (370 uur) besteed je zowel aan lesvoorbereiding als aan andere school gerelateerde zaken en je draait, zo volledig als mogelijk is, mee op school. Naast het observeren, voorbereiden, geven en vooren nabespreken van lessen, het ontwerpen van toetsen en het verrichten van correctiewerk, kun je als LIO (leraar in opleiding) ook betrokken worden bij de organisatie en begeleiding van schoolfeesten, excursies, werkweken, ouderavonden, individuele begeleiding van leerlingen, etc. Alles bij elkaar moet je als voltijdstudent 2½ dag per week beschikbaar zijn voor werk voor school. Afspraken over aanwezigheid en inzet op school maak je met je werkplekbegeleider (WPB) en/of de schoolopleider. De donderdag is gereserveerd voor het instituutsdeel en dan volg je colleges. 4. Toetsing Het vak Onderwijspraktijk B bestaat uit de onderstaande onderdelen waarvoor je een beoordeling krijgt: Praktijkbeoordeling (70%) Verslag Onderwijspraktijk B (30%) Systematische Lesobservatie (AVV) Lesbezoekverslag van de vakdidacticus (AVV) Professioneel Spreken (AVV) Voor minorstudenten: Intervisieverslag (AVV) Voor minorstudenten: extra lesbezoekverslag (AVV) Het eindcijfer voor OP B wordt bepaald door het cijfer voor het Verslag (30%) en voor de Praktijkbeoordeling (70%). Voor beide delen afzonderlijk dient een voldoende te worden behaald (tenminste 5,5). Deelcijfers worden afgerond op halve cijfers. Het eindcijfer wordt afgerond op een decimaal. Voor de overige onderdelen dien je een AVV te behalen ( aan voorwaarden voldaan ). Dat betekent dat het op tijd en volgens de richtlijnen moet zijn ingeleverd. Bij het niet voldoen aan de voorwaarden wordt een NAV gegeven ( niet aan voorwaarden voldaan ) en wordt er geen eindcijfer toegekend. Voor elk onderdeel bestaat een herkansingsmogelijkheid. Als je na de herkansing nog geen voldoende of AVV hebt gehaald voor (één van) de onderdelen, moet je je volgend semester opnieuw inschrijven voor dit vak. Deelresultaten blijven een jaar geldig. 4

5 Beoordeling van de Praktijk De werkplekbegeleider beoordeelt je functioneren in de klas en op school aan de hand van een beoordelingsformat (zie bijlage 5). Alle zeven competenties worden beoordeeld: de interpersoonlijke, pedagogische, vakdidactische, organisatorische competentie en de competenties samen werken binnen de school, samenwerken buiten de school en reflectie ten dienste van ontwikkeling. De WPB geeft bij iedere competentie aan op welk niveau je volgens hem/haar functioneert en hij/zij onderbouwd dit ( toelichting. In het aanvullende woordrapport beschrijft de WPB je voortgang. Het is belangrijk om op tijd met je WPB een afspraak te maken over de beoordeling. Nadat je het beoordelingsformat hebt ingeleverd, stelt de vakdidacticus in overleg met de WPB uiteindelijk het cijfer vast. Let op: Onvoldoende voor de praktijk? Wanneer je functioneren op school als onvoldoende wordt beoordeeld (door middel van het beoordelingsformat), dan moet je stoppen met het praktijkdeel op deze stageschool. Je hebt recht op maximaal één herkansing voor dit onderdeel. Als je daarvoor in aanmerking wil komen, dan moet je een verzoek indienen voor een tweede kans stage bij de examencommissie. Informatie over deze procedure is te vinden op: > Verzoeken aan de examencommissie > Onderwijsregelingen. Een voorwaarde om in aanmerking te komen voor een eventuele tweede kans stage is dat je het onvoldoende beoordeelde beoordelingsformat hebt ingeleverd. Toetsdata Voltijdstudenten Alle onderdelen (Praktijkbeoordeling, Verslag Onderwijspraktijk B, Systematische Lesobservatie, Lesbezoekverslagen) lever je in voor donderdag 18 januari, uur via Turnitin. Zorg er voor dat het formulier voor de Praktijkbeoordeling is ondertekend door je WPB! Het onderdeel Professioneel Spreken wordt door de docenten afgetekend na afronding van de workshop Gezond en Levendig Spreken. Intervisie wordt door de intervisiedocent afgetekend naar inleveren van het eindverslag. Als je (een deel) moet herkansen of als je de deadline hebt gemist, dan lever je het onderdeel in voor donderdag 22 februari, uur via Turnitin. In de Onderwijs en Examenregeling (OER) vind je meer algemene informatie over toetsing, bijvoorbeeld over de voorwaarden om aan tentamens te mogen deelnemen, herkansingen en de geldigheidsduur van uitslagen. Zorg ervoor dat je van deze informatie op de hoogte bent! Je vindt de OER in de A Z lijst op 5

6 5. Van de student verwachte activiteiten In dit vak wordt van studenten verwacht: Observeren van lessen (Deel )lessen geven Voor en nabespreken van de lessen Actieve deelname intervisie Deelname workshop Professioneel Spreken Deelname aan diverse schoolgerelateerde activiteiten (zie bijlage 3) Organiseren systematische lesobservatie door WPB Organiseren invullen beoordelingsformat door WPB Organiseren lesbezoek vakdidacticus (en verslag ervan inleveren) Verslag OP B maken Gesprek met vakdidacticus n.a.v. OP B Indicatie tijdsinvestering De studielast voor OP B, inclusief intervisie is 9 EC (252 uur). Daarbinnen is ongeveer 28 uur gereserveerd voor het verslag OP B. Overige uren worden besteed aan activiteiten op de school. 6. Literatuur Voor Onderwijspraktijk wordt geen eigen literatuur voorgeschreven. Bij het uitwerken van de opdrachten maak je gebruik van de literatuur die wordt voorgeschreven bij Pedagogiek en Algemene Didactiek A, B en Vakdidactiek 1. Algemene informatie 7. Deelname aan onderwijs en tentamen Om deel te kunnen nemen aan het onderwijs en de afronding van dit vak dien je je binnen de voorgeschreven periode aan te melden conform de door het onderwijsbureau voorgeschreven procedure. Bij niet tijdige aanmelding of onjuiste inschrijving kan deelname aan het onderwijs en/of tentamen op praktische gronden worden geweigerd. Zie voor de aanmeldingsprocedure het lemmet Vakaanmelding in de A Z lijst op Als je correct staat ingeschreven voor het vak, hoef je je niet apart aan te melden voor het tentamen en het eventuele hertentamen. Uitsluitend bij correcte inschrijving kunnen de resultaten in SIS worden verwerkt. 8. Roosterwijzigingen De locatie van het onderwijs en tentamens vind je op Houd de mededelingen op de Blackboardomgeving van de cursus in de gaten voor eventuele roosterwijzigingen. 6

7 9. Onderwijs en Examenregeling (OER) In de Onderwijs en Examenregeling (OER) vind je belangrijke informatie over toetsing, bijvoorbeeld over de voorwaarden om aan tentamens te mogen deelnemen, herkansingen en de geldigheidsduur van uitslagen. Zorg ervoor dat je van deze informatie op de hoogte bent! Je vindt de OER op de studentwebsite in de A Z lijst onder Onderwijs en Examenregeling (OER). 10. Fraude en plagiaat Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van de student dat erop gericht is het vormen van een juist oordeel door de examinator omtrent kennis, inzicht en vaardigheden van de student geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. Een voor iedereen duidelijk herkenbare vorm van fraude is bijvoorbeeld het op enigerlei wijze spieken tijdens het tentamen. Een helaas vaak voorkomende vorm van fraude, die in de wetenschappelijke wereld zeer zwaar wordt aangerekend, is het plegen van plagiaat. Plagiaat Een wetenschappelijke tekst moet controleerbaar zijn en daarom dien je gebruikte (internet)bronnen altijd te vermelden in een zogenaamde bronvermelding. Als je een stuk tekst of tabel van iemand overneemt geef je precies aan wie de auteur is en waar je de tekst of tabel hebt gevonden. Doe je dat niet en wek je dus de indruk dat die tekst of die gegevens van jezelf zijn, dan wordt dat plagiaat genoemd. Het plegen van plagiaat in een paper of scriptie betekent altijd uitsluiting van de betreffende tentamen of scriptiegelegenheid. Bovendien kan de examencommissie nog zwaardere straffen opleggen. Zorg dus dat je altijd goed je bronnen vermeldt en niet zomaar stukken tekst of gegevens van anderen overneemt. Zie voor meer informatie het lemmet Fraude en Plagiaat in de A Z lijst op Beroepsmogelijkheden Als je het niet eens bent met een beoordeling, neem dan eerst contact op met de vakcoördinator. Hij/zij is als examinator verantwoordelijk voor de beoordeling. Je kunt dan nagaan of een herbeoordeling mogelijk is. Als dat niet mogelijk is, of je blijft het oneens met de beoordeling, dan kan je binnen 6 weken na bekendmaking van de uitslag beroep aantekenen bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). Het College dient overeenkomstig artikel 7.61, tweede lid, van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW) te beoordelen of de bestreden beslissing al dan niet in strijd is met het recht. Let op: Het College is niet bevoegd te oordelen over de inhoud van gemaakte papers of tentamens. De COBEX heeft een beperkte toetsingsmogelijkheid en beoordeelt slechts of de Examencommissie c.q. examinator in redelijkheid tot het desbetreffende oordeel heeft kunnen komen. Studenten worden geacht om, wanneer zij beroep bij het COBEX aantekenen, tevens contact op te nemen met de studieadviseur en/of de examencommissie van de ILO. Dit schort de termijn voor beroep bij het COBEX niet op. 7

8 12. Evaluatie van het onderwijs Docenten en het onderwijsinstituut hebben behoefte aan feedback van studenten op de kwaliteit van het gegeven onderwijs. Waar nodig kan een cursus worden verbeterd voor de volgende groep studenten. Maar evalueren kan ook een goed leermoment zijn voor jou als student, omdat je zo extra nadenkt over je eigen leerproces en nagaat hoe je achteraf kijkt naar de inhoud van de cursus. Binnen het College en de Graduate School of Child Development and Education wordt gewerkt met een vragenlijst die UvA breed wordt toegepast. Aan het einde van de cursus zal je gevraagd worden deze vragenlijst (anoniem) in te vullen. Beantwoord de vragen zo eerlijk mogelijk en wees daarbij concreet en constructief. De resultaten van de evaluatie hebben geen consequenties voor de uitslag van het tentamen. Indien uit de resultaten van de vragenlijst blijkt dat toelichting nodig is op de evaluatie van de betreffende cursus, organiseert het Onderwijsinstituut een panelgesprek. Hiertoe wordt een aantal studenten uitgenodigd. Samen met de docent en de onderwijsdirecteur of kwaliteitszorgmedewerker wordt gesproken over het verloop en de inhoud van de betreffende cursus. Studenten kunnen indien gewenst ook zelf een panelgesprek aanvragen. Een aantal weken na afloop van de cursus wordt een rapport op de Blackboardomgeving van de cursus geplaatst: hierin worden de cursusevaluaties samengevat en geeft de cursuscoördinator een reactie op de evaluaties. 8

9 Bijlage 1 Verslag Onderwijspraktijk B Professionele Ontwikkeling Achtergrond Onderwijspraktijk is gericht op je professioneel handelen en je ontwikkeling. Dit handelen ontwikkel je door de activiteiten in klas en school (praktijkdeel). Je ontwikkeling wordt aan de hand van opdrachten, intervisie en reflecties gestuurd. In het Verslag Onderwijspraktijk B Professionele Ontwikkeling laat je zien dat je op een weloverwogen, planmatige manier nadenkt over hoe je je ontwikkelt als docent: over sterke en zwakke punten die je bij jezelf signaleert, over de manier waarop je leert, over de invloed van onderliggende opvattingen op je handelen, over wat je eigenlijk verwacht en verlangt van een loopbaan in het onderwijs. Product Het Verslag OP B bestaat uit twee onderdelen: 1. Interactie in de klas. Je analyseert jouw gedrag als docent en de interactiepatronen met de klas met behulp van de Vragenlijst Interpersoonlijk Leraarsgedrag (VIL/ Roos van Leary) (zie bijlage 1a). 2. Zelfevaluatie 1, inclusief herziene visie. Deze opdracht bouwt voort op de Zelfanalyse en visie uit Onderwijspraktijk A. Je blikt terug op de ontwikkeling die je als docent de afgelopen periode hebt doorgemaakt, waarbij je gebruik maakt van je ervaringen als docent, de feedback die je ontvangen hebt, de colleges en professioneel spreken, de gemaakte opdrachten en de bestudeerde literatuur (zie bijlage 1b). In de bijlage van het verslag voeg je een gespreksagenda voor het (eind)gesprek met je vakdidacticus: welke aspecten van je ontwikkeling en/of je (toekomstige) leerdoelen wil je in het eindgesprek met je vakdidacticus aan de orde stellen? Interactie in de klas en Zelfevaluatie 1 worden hierna (bijlages 1a en 1b) afzonderlijk toegelicht. Je levert het verslag in via Turnitin. Literatuur Je maakt gebruik van de algemene en vakdidactische literatuur die de afgelopen periode bij PAD A en B aan bod is geweest. Welke specifieke literatuur je gebruikt kan per persoon verschillen. Studielast Verslag OP B: 28 SLU Beoordeling Het Verslag OP B wordt beoordeeld door de vakdidacticus en de onderwijskundige. De onderwijskundige beoordeelt het onderdeel Interactie in de klas en de vakdidacticus kijkt naar de zelfevaluatie. Gezamenlijk bepalen zij het cijfer voor het verslag. Het Verslag OP B dient minimaal met een voldoende (5.5) te worden afgerond en telt voor 30% mee in het eindcijfer van Onderwijspraktijk B. 9

10 Bijlage 1a Interactie in de klas (Roos van Leary) 1. Achtergrond Goede communicatie en interactie in de klas zijn een voorwaarde voor leren. De aard van de relatie tussen jou als docent en de leerlingen is belangrijk voor de leerprestaties en het plezier waarmee leerlingen een vak volgen. Percepties door de leerlingen over die relatie komen niet altijd overeen met die jij hebt als docent. Er ontwikkelen zich snel redelijk stabiele patronen in een klas die niet altijd functioneel of wenselijk zijn, of door jou als docent anders ervaren worden dan door de leerlingen. Een analyse van jouw gedrag als leraar en de interactiepatronen met de klas kan je veel inzicht geven in wat er op betrekkingsniveau gebeurt in de klas en aanknopingspunten bieden om een betere (bege)leider te kunnen worden van de klas. Je ontwikkelt je zo op interpersoonlijk gebied. 2. Doel Je werkt in deze opdracht aan de volgende doelen: inzichten uit theorieën over effectief klassenmanagement toepassen; via (vakdidactische) interventies vormgeven aan adequaat klassenmanagement; inzichten uit (interculturele) communicatietheorie omzetten in effectieve communicatie; (doorgaans) zorgen voor een veilig leerklimaat; affiniteit tonen met de leefwereld van leerlingen; eigen pedagogisch handelen beschrijven, analyseren en voornemens formuleren. 3. Werkwijze Bedenk en overleg met je WPB bij welke klas je de Leary vragenlijst (VIL) zou kunnen afnemen. Het is aan te raden een klas te nemen waar je al wat langer les aan geeft. Kijk op Blackboard (bij Onderwijspraktijk B) voor de digitale versie van de vragenlijst, de instructie voor de afname en het bestand met de Excel uitwerking. Vul de lijst eerst zelf twee keer in. Eén keer vanuit het oogpunt hoe je denkt dat je bent in de betreffende klas en een keer vanuit het oogpunt van jouw ideale docent. Neem de vragenlijst vervolgens bij de leerlingen af. Verwerk de gegevens met behulp van het Excelbestand. Beschrijf je bevindingen in een document (zie onder). Bespreek je bevindingen tevens met je WPB. Je moet in het document aangeven wat je met de feedback van je WPB hebt gedaan / gaat doen. Wij adviseren je om hiermee rekening te houden bij het plannen van het uitvoeren van de taak, zodat je genoeg tijd overhoudt om het gesprek met je WPB hierover aan te gaan. 4. Product Een document met de volgende onderdelen: een beschrijving van de klas en eventuele bijzonderheden; de resultaten in de vorm van de drie rozen (ideaal, zelfbeeld, leerlingen) een reflectie op de uitkomsten met: een beschrijving van de sectoren, valkuilen en kwaliteiten uit de roos van de leerlingen; een beschrijving en verklaring van de verschillen/overeenkomsten tussen de drie rozen per sector; een typering en toelichting van de interactiepatronen in de klas, zoals beschreven in Acht typen docenten ; 10

11 een beschrijving van de mate waarin je je herkent in het gedrag beschreven bij Noodzakelijke Vaardigheden en bij Disfunctioneel Gedrag (zie het document Over de Vragenlijst Interpersoonlijk Leraarsgedrag ), gekoppeld aan de sectoren waarop je hoog en laag scoort in de Roos van de leerlingen. een terugblik op je ideale roos ; de benoeming en toelichting van twee punten die je tot tevredenheid stemmen en twee punten waar je aan zou willen werken; een korte beschrijving van de feedback die je hebt gekregen van je WPB naar aanleiding van jouw bevindingen en wat je hier concreet mee gaat doen; Maak in je reflectie gebruik van concrete voorbeelden uit je lespraktijk. Het document, in de vorm van een beknopte, samenhangende, foutloze en goed leesbare tekst (ongeveer 2000 woorden), wordt als onderdeel van het verslag OP B aangeboden in Blackboard. 5. Literatuur Teitler, P. (2013). Lessen in orde. Handboek voor de onderwijspraktijk. Bussum: Uitgeverij Coutinho. Hoofdstuk 2 (p ). Remmerwaal, J. (2004). Handboek groepsdynamica. 6.6 t/m (p ). Zie repository. Van Tartwijk e.a., Docent leerling interacties. (p ). Over de Vragenlijst Interpersoonlijk Leraarsgedrag (R 1 ); Acht type rozen (R); Zie ook: ht_typen_handboek.pdf. Vertaald uit: Wubbels, Th, & Tartwijk, J. van (2005). An interpersonal perspective on Classroom Management in Secondary Classrooms in the Netherlands. In: C. Evertson & C. Weinstein (eds.). Handbook of classroom management: Research practice and contemporary issues. (pp ). New York: Lawrence Erlbaum Associates. etal 2006 Handbookclassmanagement 2006.pdf Ebbens, S., & Ettekoven, S. (2015). Effectief leren. Basisboek. Groningen: Wolters Noordhoff. Hfst Studielast 20 SLU Literatuur Afname en verwerking Analyse Verslaglegging 6 uur 6 uur 6 uur 2 uur 7. Beoordeling Deze opdracht wordt beoordeeld door je onderwijskundige aan de hand van het beoordelingsformulier (bijlage 2). 1 R staat voor de repository van de ILO 11

12 Voor voltijdstudenten maakt de opdracht deel uit van het Verslag OP B (zie beoordelingsformulier Verslag OP B in bijlage 4). Het Verslag OP B dient minimaal met een voldoende (5.5) te worden afgerond en telt voor 30% mee in het eindcijfer van Onderwijspraktijk B. Bijlage 1b Zelfevaluatie 1 1. Achtergrond Aan het einde van OP A heb je je visie op je docentschap geschreven, een zelfanalyse gemaakt en voornemens geformuleerd. Waar sta je nu aan het einde van OP B? Wat gaat goed en wat gaat minder? Op welke aspecten heb je een ontwikkeling door gemaakt? Wat is de invloed hierop geweest van feedback, colleges, literatuur etc.? Op welke aspecten wil je je nog verder ontwikkelen? 2. Werkwijze Voordat je aan Zelfevaluatie 1 begint, maak je eerst de opdracht Interactie in de klas (zie bijlage 1a) en herschrijf je je startvisie uit OP A. Ook blik je terug op de bij OP A gemaakte zelfanalyse en voornemens. Deze documenten heb je nodig als bron voor het maken van je Zelfevaluatie. Toelichting Visie Aan het einde van OP A heb je je visie op je docentschap geschreven. Nieuwe ervaringen, kennis en vaardigheden zullen ongetwijfeld geleid hebben tot nieuwe inzichten; in deze versie van je Visie vul je dus aan, daar waar dat voor jou relevant is. Dit herziene document neem je op in het Verslag OP B. Toelichting Zelfevaluatie 1 Schrijf een samenhangende tekst over de ontwikkeling die je in de periode tussen OP A en nu als docent hebt doorgemaakt en de voornemens die je op basis daarvan formuleert. Je richt je daarbij op de vakdidactische competentie en één andere competentie naar keuze (interpersoonlijke, pedagogische of organisatorische competentie) en beredeneert die keuze. Je kunt hiervoor gebruik maken van de beschrijvingen in het beoordelingsformat Praktijkbeoordeling (bijlage 5). Beschrijf overzichtelijk wat goed gaat en waar je tegen aanloopt. Onderbouw dit aan de hand van concrete voorbeelden. Beschrijf ook wat de invloed op je ontwikkeling is geweest van derden (feedback van begeleiders, opleiders, collega s) en wat de rol is van opleidingsonderdelen (algemene en vakdidactiek, literatuur en gemaakte opdrachten en feedback hierop, de bijeenkomst professioneel spreken, intervisiebijeenkomsten). Wellicht heb je ook wijze lessen getrokken uit de observaties van lessen van andere docenten: ook die kun je bij je beschrijving van je voornemens gebruiken. Neem bij feedback en literatuur die je gebruikt hebt vooral een open en kritische houding aan! Vergeet niet om aandacht te besteden aan de voornemens die je aan het einde van OP A geformuleerd hebt: in hoeverre is het je gelukt die voornemens om te zetten in concreet gedrag en in welke mate ben je succesvol geweest in de uitvoering ervan. Geef tot slot aan welke punten je in het volgende semester (OP C) gericht wilt gaan ontwikkelen, ook in het licht van de docent die jij wilt zijn. Hoe ga je dit concreet gaat aanpakken? Verbind je voornemens met literatuur. Let wel: de bronnen die in deze opdracht zijn genoemd en waarop je je kunt beroepen om je ontwikkeling concreet te ondersteunen zijn niet uitputtend geformuleerd: omdat niet iedereen zich in hetzelfde tempo ontwikkelt en niet op dezelfde manier leert, is het heel goed mogelijk dat niet 12

13 iedere genoemde bron voor jou (even) relevant is geweest; het kan ook zijn dat je voorbeelden haalt uit bronnen die helemaal niet worden genoemd en die voor jou waardevol zijn geweest. 3. Product Een samenhangende tekst, inclusief referenties. Richtlijn voor lengte tekst Zelfevaluatie 1: ongeveer 2000 woorden. Zelfevaluatie 1 is onderdeel van het Verslag OP B. Het complete verslag (inclusief de andere gevraagde documenten) wordt ingeleverd via Turnitin. 4. Literatuur Je maakt gebruik van de algemene en vakdidactische literatuur die de afgelopen periode bij PAD A, B en Vakdidactiek 1 aan bod is geweest. Welke specifieke literatuur je gebruikt kan per persoon verschillen. 5. Studielast Zelfevaluatie 1 (inclusief herschreven visie) 8 uur 6. Beoordeling Zelfevaluatie 1 wordt beoordeeld door je vakdidacticus. Zelfevaluatie 1 maakt deel uit van het Verslag OP B en wordt beoordeeld. Het Verslag OP B dient minimaal met een voldoende (5.5) te worden afgerond en telt voor 30% mee in het eindcijfer van Onderwijspraktijk B. 13

14 Bijlage 2 Beoordelingsformulier Interactie in de klas Student: Onderwijskundige: Punten: Basisvoorwaarden voor het beoordelen Datum: De tekst wordt uitsluitend van feedback/beoordeling voorzien indien: de opdracht is ingeleverd binnen de gestelde termijn; er geen sprake is van plagiaat; de opdracht volledig is ingeleverd inclusief alle gevraagde onderdelen en een lijst met de geraadpleegde literatuur en bronnen. CRITERIA PUNTEN OPMERKINGEN Typering rozen 1 5 punten Verschillen en overeenkomsten tussen rozen 1 5 punten Voornemens en reflectie 1 5 punten Structuur verslag 1 punt Kwaliteit onder meer af te leiden uit: de drie rozen zijn correct getypeerd en adequaat toegelicht met behulp van de literatuur interactiepatronen zijn correct getypeerd en adequaat toegelicht er worden passende voorbeelden uit de eigen lespraktijk gekoppeld aan de beschrijvingen. Kwaliteit onder meer af te leiden uit: verschillen en overeenkomsten zijn correct benoemd en adequaat toegelicht met behulp van literatuur kwaliteiten en valkuilen zijn correct benoemd en adequaat toegelicht beschrijving herkenning eigen gedrag is adequaat gekoppeld aan de roos van de leerlingen. er worden passende voorbeelden uit de eigen lespraktijk gekoppeld aan de beschrijvingen. Kwaliteit onder meer af te leiden uit: tevredenheid en voornemens sluiten aan op analyses, zijn concreet geformuleerd, verbonden met de theorie en gekoppeld aan het ideaalbeeld feedback van WPB is gekoppeld aan tevredenheid en voornemens reflectie is breed, concreet en niet defensief. Kwaliteit onder meer af te leiden uit: de tekst heeft een adequate structuur formuleringen zijn helder, eenduidig en grammaticaal correct APA richtlijnen zijn juist toegepast (referenties en bronvermelding) Totaal aantal punten (max. 16 ) * Richtlijn: 1 = zeer onvoldoende; 2 = onvoldoende; 3 = voldoende; 4 = ruim voldoende; 5 = goed. 14

15 Bijlage 3 Beoordelingsformulier Verslag OP B Student: Datum: Vakdidacticus: Onderwijskundige: Cijfer: Basisvoorwaarden voor het beoordelen Dit verslag wordt uitsluitend van een beoordeling voorzien indien: het verslag is ingeleverd binnen de gestelde termijn; er geen sprake is van plagiaat; het verslag volledig is ingeleverd inclusief alle bijlagen. ONDERDEEL PUNTEN OPMERKINGEN Interactie in de klas Max. 16 punten; punten worden overgenomen uit afzonderlijk scoringsformulier (zie bijlage 3) Zelfevaluatie punten Totaal aantal punten Max. 20 punten Cijfer punten cijfer punten cijfer <= (punten x 0.65) 3 = cijfer N.B. Dit cijfer bepaalt voor 30% het eindcijfer voor OP B. 15

16 Bijlage 4 Voorbeelden van stage activiteiten 1. Lesgebonden activiteiten lessen observeren bij verschillende docenten en vakken deellessen geven team teaching (samen met WPB lesgeven) begeleid lesgeven zelfstandig lesgeven (verantwoordelijk voor een klas: lessen voorbereiden; toetsen maken, afnemen en beoordelen; rapportcijfers bepalen; ouders te woord staan; deelnemen aan rapportvergaderingen) voor en nabespreken van lessen deelname aan excursies 2. Schoolgebonden activiteiten kennismaken met schoolleiding kennismaken met onderwijsondersteunend personeel (conciërge, vertrouwenspersoon, etc.) kennismaken met omgangscultuur op school kennismaken met de onderwijsvisie/ missie van de school vergaderingen bijwonen (sectie, intersectie, afdeling, rapportvergaderingen, etc.) oriëntatie op leerlingbegeleiding oriëntatie op mentoraat oriëntatie op decanaat oriëntatie op intercultureel onderwijs oriëntatie op vakoverstijgend onderwijs deelname aan ouderavonden deelname aan schoolfeesten deelname aan projecten deelname aan werkweken deelname aan buitenschoolse activiteiten en uitwisselingsprogramma s 3. Schooloverstijgende activiteiten oriëntatie op het Nederlandse schoolsysteem (schooltypen) oriëntatie op rechtspositie van docenten 16

17 Bijlage 6 Beoordelingsformat Praktijkbeoordeling Onderwijspraktijk B Minor Invuller WPB Fase Beoordelingsformat Onderwijspraktijk B minor Student: Vak: WPB: School: Vakdidacticus: Plaats: Datum: Algemene toelichting Het beoordelingsformat bestaat uit zeven competenties, die zijn onderverdeeld in een aantal criteria. Per criterium worden één of meerdere indicatoren beschreven, gescheiden door een witregel. Er worden vier niveaus onderscheiden. Niveau 3 beschrijft het niveau van een startbekwame docent, dus wat een student aan het einde van de opleiding zou moeten kunnen laten zien. Niveau 4 beschrijft het niveau van een excellente docent, wat aangegeven wordt met een dubbele lijn. De criteria genoemd in dit beoordelingsformat zijn gedurende de hele opleiding dezelfde. Het toekennen van het cijfer is relatief, dat wil zeggen in relatie tot de fase van de opleiding. Als een student bijvoorbeeld bij Onderwijspraktijk A in niveau 2 functioneert krijgt hij een hoger cijfer dan als hij bij Onderwijspraktijk B op ditzelfde niveau functioneert (zie hieronder voor nadere richtlijnen). Aanwijzingen voor gebruik Laat de student invullen welke lessen zijn gegeven en welke overige activiteiten zijn gedaan in het Overzicht gegeven lessen Onderwijspraktijk A + B en accordeer dit. Vul het beoordelingsformat in voor de competenties 1 t/m 4 en 7 (niet de grijze gedeeltes), op basis van de lessen die u van de student heeft gezien. Markeer per indicator welk gedrag het meest van toepassing is. Gebruik hiervoor bij voorkeur de markeerfunctie in Word. Licht voor elke competentie het oordeel toe in het lege vak onder de beoordelingstabel. Maak hierbij gebruik van (kenmerkende) voorbeelden. Verwijs bij gebruik van voorbeelden bij voorkeur naar een les(moment) waarin dit is waargenomen (...): de les van 17 februari in 4h ; de les met het sokken incident ; de les waarin Carla eruit moest ; enz. Na de beschrijvingen van de competenties volgen het woordrapport, een korte beoordelende beschouwing over de ontwikkeling van de student in de periode waarover de beoordeling gaat en reactie van de student op het woordrapport en cijfertoekenning. Opmerking [EAM1]: Klopt niet!

18 Richtlijnen voor cijfertoekenning Praktijkdeel Onderwijspraktijk B Bij Onderwijspraktijk B (OP B) worden alle competenties beoordeeld. Oordelen worden gegeven in hele en halve cijfers. Het uiteindelijke cijfer voor het praktijkdeel wordt vastgesteld door de vakdidacticus, op basis van het ingevulde beoordelingsformat en in overleg met u als WPB. Dit cijfer telt voor 70% mee voor het cijfer Onderwijspraktijk B. Indien de stage als onvoldoende beoordeeld wordt (5 of lager), is het belangrijk dat u in ieder geval dit formulier én het cijfer invult en contact opneemt met de vakdidacticus en indien het een opleidingsschool betreft, de instituutsopleider. De student kan een beroep doen op de tweede kans procedure. Hieronder staan richtlijnen voor cijfertoekenning. Indien u hiervan af wilt wijken dient u dit te onderbouwen en hierover te overleggen met de VD. Voor een voldoende beoordeling voor OP B minor, dient de student op niveau 2, 3 te functioneren, waarbij met name de competenties interpersoonlijk, pedagogisch en organisatorisch vrijwel volledig op niveau 3 zouden moeten zijn. Niveau 1 wordt als onvoldoende beschouwd. Niveau 4 wordt gezien als excellent (daarom is er tussen kolom 3 en 4 steeds een dubbele lijn i.p.v. een enkele lijn). Cijfer OP B minor Richtlijnen 3 of lager Student functioneert vrijwel volledig op niveau 1 en incidenteel op niveau 2 4 Student functioneert zowel op niveau 1 als op niveau 2 5 Student functioneert vrijwel volledig op niveau 2 6 Student functioneert voor de competenties interpersoonlijk, pedagogisch en organisatorisch vrijwel volledig op niveau 3 maar incidenteel op niveau 2 en de overige competenties op niveau 2 7 Student functioneert voor de competenties interpersoonlijk, pedagogisch en organisatorisch vrijwel volledig op niveau 3 en de overige competenties op niveau 2. 8 Student functioneert voor de competenties interpersoonlijk, pedagogisch en organisatorisch vrijwel volledig op niveau 3, en de overige competenties zowel op niveau 2 als niveau 3 9 Student functioneert vrijwel volledig op niveau 3 10 Student functioneert tenminste op zowel niveau 3 als op niveau 4 18

19 Visueel zien bovenstaande richtlijnen er als volgt uit. Leeswijzer: Groen = spreiding scores student over de niveaus. Bijv. Student functioneert vrijwel volledig op niveau 2 (groene blok ligt in zijn geheel op niveau 2)= cijfer 5. Student functioneert voor de competenties interpersoonlijk, pedagogisch en organisatorisch vrijwel volledig op niveau 3 en de overige competenties op niveau 2. (groene blok ligt zowel op niveau 2 als 3) = cijfer 7. Cijfer OP B minor Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 3 of lager

20 Overzicht gegeven lessen Onderwijspraktijk B Klas Uren p/w Lesduur (minuten) Onderwerp Overzicht Totaal aantal lesgegeven uren Totaal aantal lessen in de bovenbouw Totaal aantal lessen in de onderbouw Aantal lessen bij anderen geobserveerd Overige activiteiten binnen school Kennismaken met schoolleiding Kennismaken met onderwijsondersteunend personeel Oriëntatie op leerlingbegeleiding Oriëntatie op mentoraat Oriëntatie op decanaat Beoordelen Bijwonen sectievergaderingen Bijwonen rapportvergaderingen Deelname studiedagen Deelname ouderavonden Deelname excursies Deelname schoolfeesten/buitenschoolse activiteiten Deelname projecten Anders, namelijk Voor akkoord Paraaf WPB 20

21 Interpersoonlijk competent Communicatie en contact Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Is zich niet altijd bewust van wat respectvol gedrag en taalgebruik naar leerlingen toe inhoudt. Toont zich weinig bewust van de eigen manier van communiceren en het effect hiervan op leerlingen (inhouds en betrekkingsniveau). Toont over het algemeen gedrag en taalgebruik respect voor leerlingen. Toont zich enigszins bewust van de eigen manier van communiceren en het effect hiervan op leerlingen (inhouds en betrekkingsniveau). Toont in gedrag en taalgebruik respect voor leerlingen. Toont zich over het algemeen bewust van de eigen manier van communiceren en het effect hiervan op leerlingen (inhouds en betrekkingsniveau). Is m.b.t. respect voorbeeldig in gedrag en taalgebruik naar leerlingen. Communiceert goed op inhouds en betrekkingsniveau en kan de eigen rol hierin bewust inzetten om doelen te bereiken. Heeft enige affiniteit met (de leefwereld van) leerlingen en heeft enige kennis over wat leerlingen bezighoudt, maar weet dit niet nog te benutten. Toont affiniteit met (de leefwereld van) leerlingen, heeft kennis over wat leerlingen bezighoudt en weet dit soms te benutten. Toont affiniteit met (de leefwereld van) leerlingen en weet kennis over wat leerlingen bezighoudt in de regel in te benutten. Toont affiniteit met (de leefwereld van) leerlingen en weet kennis over wat leerlingen bezighoudt te benutten. Opmerkingen, toelichting en voorbeelden 21

22 Pedagogisch competent leeromgeving Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Schept nauwelijks een veilige leeren leefomgeving: is weinig consequent in het hanteren van omgangsregels en/of deze zijn te impliciet. Schept af en toe een veilige leer en leefomgeving. Stimuleert wederzijds respect: deelt leerlingen omgangsregels mee, maar creëert daarvoor geen draagvlak. Ondersteunt zelfvertrouwen en zelfstandigheid van leerlingen. Schept in de regel een veilige leeren leefomgeving. Zorgt voor wederzijds respect en gedeelde omgangsregels. Stimuleert zelfvertrouwen en zelfstandigheid van leerlingen. Schept en handhaaft in vrijwel elke situatie een veilige leer en leefomgeving, waar leerlingen zich medeverantwoordelijk voor voelen en waarin zij zelfstandig, met zelfvertrouwen kunnen functioneren. Stuurt en begeleidt het groepsproces maar niet altijd even consequent; signaleert ongewenste groepsprocessen. Experimenteert met het sturen en begeleiden van het groepsproces; signaleert en benoemt ongewenste groepsprocessen. Stuurt en begeleidt het groepsproces; treedt op bij ongewenste groepsprocessen. Stuurt en begeleidt het groepsproces; kan optreden bij en anticiperen op ongewenste groepsprocessen. leerlingen Heeft vooral oog voor de klas en nog weinig voor individuele leerlingen. Heeft binnen de klas oog voor individuele leerlingen. Herleidt afwijkend gedrag soms tot leer, ontwikkelings, en/of gedragsproblemen. Benadert leerlingen als individuen. Signaleert en benoemt leer, ontwikkelings en/of gedragsproblemen en overlegt met collega s over passende acties. Benadert leerlingen als individuen. Signaleert en benoemt leer, ontwikkelings en/of gedragsproblemen en verwijst indien nodig zelfstandig door binnen de school. Opmerkingen, toelichting en voorbeelden 22

23 Vakdidactisch competent Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Vakkennis & vakinhouden Loopt met enige regelmaat aan tegen lacunes in inhoudelijke kennis. Beperkt zich tot de methode als leidraad voor vakinhoud. Toont inhoudelijke kennis op niveau van de methode. Geeft af en toe les los van de methode: voegt onder begeleiding vakinhouden (voorbeelden, toepassingen etc.) toe om leerstof betekenis te verlenen. Houdt met selectie leerstof enigszins rekening met niveau doelgroep. Toont parate inhoudelijke kennis die methode overstijgt. Kan methode op verschillende manieren gebruiken door aan te vullen en te verrijken. Kan zelfstandig vakinhouden en leermiddelen selecteren en toevoegen. Deze inhouden zijn doorgaans passend bij het niveau van de doelgroep. Maakt leerstof regelmatig actueel, betekenisvol en relevant. Toont parate inhoudelijke kennis die methode overstijgt. Kan methode op verschillende manieren gebruiken door aan te vullen en te verrijken. Kan zelfstandig vakinhouden en leermiddelen selecteren en toevoegen. Deze inhouden zijn passend bij het niveau van de doelgroep. Maakt leerstof actueel, betekenisvol en relevant. Doet dit alles op systematische en/of creatieve wijze. Leerdoelen & leeractiviteiten Formuleert leerdoelen in algemene termen. Koppelt leeractiviteiten nog nauwelijks aan leerdoelen. Gebruikt vrijwel alleen aanbiedende werkvormen. Formuleert doorgaans concrete en specifieke leerdoelen. Koppelt leeractiviteiten meestal aan leerdoelen. Gebruikt aanbiedende werkvormen en experimenteert met activerende werkvormen. Formuleert concrete en specifieke leerdoelen. De gekozen leeractiviteiten zijn over het algemeen passend bij de leerdoelen en specifiek voor het vak( onderdeel). Gebruikt gevarieerde, bij het vak ( onderdeel) passende, aanbiedende en activerende werkvormen. Formuleert concrete en specifieke leerdoelen die dekkend zijn ten opzicht van de doelstellingen van het vak( onderdeel). Er is sprake van samenhang tussen de leerdoelen. De gekozen leeractiviteiten zijn passend (aantrekkelijk en efficiënt) bij de leerdoelen. Gebruikt verscheidende, samenhangende werkvormen, die leerlingen activeren en motiveren voor het vak( onderdeel). 23

24 Formatieve & summatieve evaluatie Is weinig gericht op de leeropbrengst van de les: tijdens of aan het einde van de les wordt nauwelijks gecheckt of leerdoelen behaald zijn. Geeft feedback aan leerlingen in algemene bewoordingen. Probeert soms na te gaan of leerdoelen van de les bereikt zijn door middel van enkele formatieve evaluatiemethoden. Geeft over het algemeen leerlingen concrete en specifieke feedback. Gaat na of leerdoelen van de les bereikt zijn door middel van diverse formatieve evaluatiemethoden. Weet deze informatie te gebruiken om leerlingen verder te helpen. Geeft over het algemeen leerlingen concrete en specifieke feedback. Feedback richt zich niet alleen op het antwoord zelf maar ook op de wijze waarop leerlingen tot een antwoord komen. Staat systematisch stil bij leeropbrengst en past diverse formatieve evaluatie methoden toe om leeropbrengsten te achterhalen. Gebruikt deze informatie op systematische wijze om het leerproces van zowel de individuele leerling, als de klas als geheel te bevorderen. Geeft effectieve en constructieve feedback op product en proces, aan de klas als geheel en aan individuele leerlingen. Beperkt zich tot toetsen en correctiemodellen van collega s of het schoolboek. Maakt soms eigen toetsen en correctiemodellen. De meeste toetsvragen sluiten aan bij leerdoelen en leeractiviteiten uit de lessen. Ontwerpt zelf toetsen en correctiemodellen. Toetsvragen sluiten aan bij leerdoelen en leeractiviteiten uit de lessen. Gebruikt resultaten uit de toets om nieuwe lessen anders vorm te geven qua inhoud en/of didactiek. Ontwerpt zelf toetsen en correctiemodellen. Toetsvragen sluiten aan bij leerdoelen en leeractiviteiten uit de lessen. Analyseert toetsresultaten systematisch om nieuwe lessen anders vorm te geven qua inhoud en/of didactiek. 24

25 Differentiatie & leerstrategieën Maakt weinig onderscheid tussen leerlingen. Heeft nog geen aandacht voor leerstrategieën. Focus is op correctheid antwoord en nauwelijks op oplossingsmethoden/strategieën. Stelt weinig vragen die leerlingen aanzetten tot denken. Merkt verschillen tussen leerlingen op en zoekt naar oplossingen. Besteedt een enkele keer aandacht aan leerstrategieën. Probeert af en toe leerlingen uit te lokken tot het expliciteren van denkstappen. Stelt soms vragen die leerlingen aanzetten tot denken. Heeft redelijk zicht op verschillen tussen leerlingen. Geeft leerlingen zicht op hun eigen vorderingen. Houdt in de les af en toe rekening met verschillen door uitleg en/of verwerking af te stemmen op leerlingen. Geeft leerlingen soms keuzemogelijkheden. Besteedt nu en dan expliciet aandacht aan leerstrategieën. Stimuleert leerlingen na te denken over oplossingsmethoden/ strategieën bij een taak. Stelt vragen die leerlingen aanzetten tot denken. Heeft zicht op verschillen tussen leerlingen. Geeft leerlingen instrumenten in handen om inzicht in eigen vorderingen in kaart te brengen. Houdt in de les regelmatig rekening met verschillen tussen leerlingen. Differentieert op instructie, leerstof, werkvorm, verwerkingsvorm en/of tempo. Besteedt met regelmaat expliciet aandacht aan leerstrategieën. Stimuleert leerlingen na te denken over oplossingsmethoden/ strategieën bij een taak. Stelt vragen die leerlingen aanzetten tot denken. Opmerkingen, toelichting en voorbeelden 25

26 Organisatorisch competent leeromgeving Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Is soms in staat om begin en/of einde van de les ordelijk te laten verlopen. Overgangen binnen een les zijn niet altijd soepel. Start van de les verloopt ordelijk en efficiënt. Is nog niet flexibel genoeg om de les ordelijk en efficiënt af te ronden als de lesplanning niet gehaald wordt. Gebruikt de leertijd min of meer efficiënt. Gebruikt les en leertijd goed. Zorgt voor een ordelijk en efficiënt verloop van de les: laat weinig tijd verloren gaan aan het begin, tijdens of aan het einde van de les; houdt zich aan de bij leerlingen bekende planning. Gebruikt les en en leertijd optimaal: gaat flexibel om met onverwachte situaties die de lesorganisatie kunnen verstoren. Schat soms goed in aan welke eisen lokaal en materialen moeten voldoen. Materialen en lokaal zijn redelijk op orde en over het algemeen passend bij werk en groeperingsvormen. Voorbereiding van lokaal en materiaal is in orde en passend bij werk en groeperingsvormen. Voorbereiding van lokaal en materiaal is in orde, passend bij werkvormen. Kan flexibel omgaan met omgevingsfactoren bij onverwachte gebeurtenissen. Geeft een les zonder expliciete doelen en/of verwachtingen bij de start van de les; is alleen bezig met eigen aandeel les. Geeft lessen waarin eenvoudige werkvormen afgestemd zijn op leerdoelen en leeractiviteiten en heeft daarbij enig zicht op het proces. Kan in een les waarin complexere werkvormen afgestemd zijn op leerdoelen en leeractiviteiten, het proces bewaken. Kan in een les waarin complexere werkvormen afgestemd zijn op leerdoelen en leeractiviteiten, het proces regisseren. planning les Slaagt er nauwelijks in om eenvoudige werk en groeperingsvormen te organiseren. Kan eenvoudige werk en groeperingsvormen organiseren. Kan complexere werk en groeperingsvormen gericht op zelfstandig (samen) werken en zelfstandig leren organiseren. Kan complexere werk en groeperingsvormen gericht op zelfstandig (samen)werken en zelfstandig leren organiseren en sturen. Instructies zorgen soms voor verwarring bij leerlingen. Instructies zijn over het algemeen eenduidig en volledig. Instructies zijn eenduidig en volledig. Instructies, ook voor complexere werkvormen en over meerdere lessen, zijn eenduidig en volledig. 26

27 tijdsplanning Vindt het nog lastig om tijdsduur van lesonderdelen in te schatten. Organisatie eenheid is de les. Toont zich redelijk realistisch, maar nog weinig flexibel in planning van de les. Organisatie eenheid is hoofdstuk of onderwerp. Toont zich realistisch en flexibel in planning van de les. Organisatie eenheid is trimester/rapportperiode. Toont zich realistisch en flexibel in planning van de les, ook in de complexere lessen. Organisatie eenheid is het schooljaar: gericht op de te behalen curriculumdoelen (examens, pta etc). Opmerkingen, toelichting en voorbeelden 27

28 Competent in het samenwerken met collega s delen en deelnemen Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Heeft voornamelijk contact met WPB. Loopt (observerend) mee in het team. Aandacht gaat voornamelijk uit naar de klas en het lesgeven. Wisselt soms ervaringen over uitvoering van lessen uit met collega s. Toont met enige regelmaat belangstelling voor andere werkzaamheden en activiteiten in de school die het klassenniveau overstijgen. Zoekt actief uitwisseling met collega s gericht op optimaliseren eigen lessen. Is af en toe actief betrokken bij werkzaamheden en activiteiten op schoolniveau. Zoekt actief en structureel uitwisseling gericht op wederzijdse professionalisering vakgenoten en andere betrokkenen in de school. Is actief betrokken bij werkzaamheden en activiteiten op schoolniveau. Toont enige belangstelling voor zorgstructuur van de school. Heeft enig zicht op zorgstructuur in de school en wie verantwoordelijk zijn voor doorverwijzen. Kent de zorgstructuur van de school en weet wie verantwoordelijk zijn voor doorverwijzen. Kent de zorgstructuur van de school en weet wie verantwoordelijk zijn voor doorverwijzen. Kent de grenzen van de zorgstructuur in de school en de eigen rol hierin. Toont initiatieven ter verbetering van procedures en protocollen. Verkent het pedagogisch/ didactisch klimaat in eigen klassen. Beschrijft het pedagogisch/didactisch klimaat in eigen klassen. Analyseert en evalueert het pedagogisch/ didactisch klimaat in eigen klassen en deelt die kennis en aanpak met anderen. Analyseert het pedagogisch/didactisch klimaat in eigen klassen en deelt die kennis en aanpak met andere betrokkenen; levert constructieve bijdrage aan verdere wederzijdse professionalisering binnen de school. grenzen Ervaart werkbelasting zonder grenzen aan te geven. Probeert grenzen van tijd en betrokkenheid te verwoorden. Benoemt en deelt grenzen van betrokkenheid met begeleider. Geeft grenzen van tijd en betrokkenheid aan en weet wie daarop binnen de organisatie aangesproken kan worden. 28

Beoordelingsformat Praktijkbeoordeling Onderwijspraktijk B Minor

Beoordelingsformat Praktijkbeoordeling Onderwijspraktijk B Minor Beoordelingsformat Praktijkbeoordeling Onderwijspraktijk B Minor Invuller WPB Fase Beoordelingsformat Onderwijspraktijk B minor Student: Vak: WPB: School: Vakdidacticus: Plaats: Datum: Algemene toelichting

Nadere informatie

Beoordelingsformat Onderwijspraktijk A

Beoordelingsformat Onderwijspraktijk A Beoordelingsformat Onderwijspraktijk A Invuller WPB Fase Verkort beoordelingsformat OP A Student: Vak: WPB: School: Vakdidacticus: Plaats: Datum: Algemene toelichting Het beoordelingsformat bestaat uit

Nadere informatie

Studiehandleiding Onderwijspraktijk A

Studiehandleiding Onderwijspraktijk A Interfacultaire Lerarenopleiding (ILO) Pedagogische en Onderwijswetenschappen (POW) Nieuwe Achtergracht 166 1018 WS Amsterdam Studiehandleiding Onderwijspraktijk A Master voltijd: Onderwijspraktijk A /

Nadere informatie

Studiehandleiding Taal en diversiteit

Studiehandleiding Taal en diversiteit Universitaire Pabo van Amsterdam Nieuwe Prinsengracht 130 1018 VZ Amsterdam E-mail: upva@uva.nl www.student.uva.nl/upva Studiehandleiding Taal en diversiteit (studiegidsnummer 70720219DY) Jaar 2 Semester

Nadere informatie

Studiehandleiding eigen vaardigheid basistoets Nederlands (studiegidsnr: 70710P06MY)

Studiehandleiding eigen vaardigheid basistoets Nederlands (studiegidsnr: 70710P06MY) Universitaire Pabo van Amsterdam Nieuwe Prinsengracht 130 1018 VZ Amsterdam E-mail: upva@uva.nl www.student.uva.nl/upva Studiehandleiding eigen vaardigheid basistoets Nederlands (studiegidsnr: 70710P06MY)

Nadere informatie

Studiehandleiding Onderwijspraktijk A

Studiehandleiding Onderwijspraktijk A Universiteit van Amsterdam Faculteit der Maatschappij en Gedragswetenschappen College Pedagogiek, Onderwijskunde en Lerarenopleiding Nieuwe Achtergracht 127 1018 WS Amsterdam owb-ilo-fmg@uva.nl Studiehandleiding

Nadere informatie

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Naam: School: Daltoncursus voor leerkrachten Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Inleiding: De verantwoordelijkheden van de leerkracht zijn samen te vatten door vier beroepsrollen te

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

Studiehandleiding Leren & Instructie A

Studiehandleiding Leren & Instructie A Universiteit van Amsterdam Faculteit der Maatschappij en Gedragswetenschappen College Pedagogiek, Onderwijskunde en Lerarenopleiding Nieuwe Achtergracht 127 1018 WS Amsterdam infopow@uva.nl Studiehandleiding

Nadere informatie

Aantekenformulier van het assessment PDG

Aantekenformulier van het assessment PDG Aantekenformulier van het assessment PDG Kandidaat: Assessor: Datum: Een startbekwaam docent voldoet aan de bekwaamheidseisen voor leraren in het tweedegraadsgebied (zie competentie 1 t/m 7 op de volgende

Nadere informatie

Bijlage 2a Competentiematrix schoolstage

Bijlage 2a Competentiematrix schoolstage Bijlage 2a Competentiematrix schoolstage Ingevuld door: Fase opleiding: Student: Stagebegeleider: School: Plaats: Datum: Stagecoach academie: Begeleider stageplaats voltijd / deeltijd jaar 1/2/3/4........

Nadere informatie

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen Daniëlle Ramp, competentie ontwikkeling, oriënterende stage 1. Interpersoonlijk competent Contact maken Stimuleren om op een eigen manier te leren Klimaat voor scheppen 2. Pedagogisch competent Begeleiding

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 3 (jaar 3) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen SWOT-ANALYSE Met een SWOT-analyse breng ik mijn sterke en zwakke punten in kaart. Deze punten heb ik vervolgens in verband gebracht met de competenties van en leraar en heb ik beschreven wat dit betekent

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 2 (jaar 2)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 2 (jaar 2) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 2 (jaar 2) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Uit: Besluit van 16 maart 2017 tot wijziging van het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel en het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel BES in verband

Nadere informatie

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview) Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview) Student: Opleidingsassessor: Studentnummer:. Veldassessor:. Datum: Een startbekwaam

Nadere informatie

Competentievenster 2015

Competentievenster 2015 Windesheim zet kennis in werking Competentievenster 2015 TWEEDEGRAADS LERARENOPLEIDING WINDESHEIM Inleiding 3 Het competentievenster van de tweedegraads lerarenopleidingen van Hogeschool Windesheim vormt

Nadere informatie

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Samenwerken Omgevingsgericht/samenwerken Reflectie en zelfontwikkeling competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Competentieprofiel stichting Het Driespan, (V)SO

Nadere informatie

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Minor Educatie & Communicatie Variant II

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Minor Educatie & Communicatie Variant II Protocol Werkplekleren Student ESoE Minor Educatie & Communicatie Variant II Versie juli 2011 1 Protocol Werkplekleren Minor Educatie & Communicatie Variant I Inleiding Om het werkplekleren zo soepel mogelijk

Nadere informatie

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage 3 SFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op pad/ecursie

Nadere informatie

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht Tijdens de DON bijeenkomst van 13 november 2013 hebben we in kleine groepen (daltoncoördinatoren en directeuren) een lijst met competenties/bekwaamheden

Nadere informatie

Interpersoonlijk competent

Interpersoonlijk competent Inhoudsopgave Inhoudsopgave...0 Inleiding...1 Interpersoonlijk competent...2 Pedagogisch competent...3 Vakinhoudelijk & didactisch competent...4 Organisatorisch competent...5 Competent in samenwerken met

Nadere informatie

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Eindproduct (aankruisen) X in beeld/lesgeven op pad/ecursie aan

Nadere informatie

Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren

Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren Let op: momenteel wordt gewerkt aan een instrument dat beoordeelt aan de hand van de nieuwe bekwaamheidseisen

Nadere informatie

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Masteropleiding Science Education and Communication (SEC)

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Masteropleiding Science Education and Communication (SEC) Protocol Werkplekleren Student ESoE Masteropleiding Science Education and Communication (SEC) Versie juli 2011 1 Protocol Werkplekleren Master SEC Inleiding Om het werkplekleren zo soepel mogelijk te laten

Nadere informatie

kempelscan K1-fase Eerste semester

kempelscan K1-fase Eerste semester kempelscan K1-fase Eerste semester Kempelscan K1-fase eerste semester 1/6 Didactische competentie Kern 3.1 Didactisch competent Adaptief omgaan met leerlijnen De student bereidt systematisch lessen/leeractiviteiten

Nadere informatie

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT DE SBL competenties COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leef- en werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC Bekwaamheidseisen docenten LC vmbo en havo/vwo. (tekst: Wet op de beroepen in het onderwijs en Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel / 2006). 1. Zeven

Nadere informatie

BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3

BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3 BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3 1. INTERPERSOONLIJK COMPETENT De leraar die interpersoonlijk competent is, geeft op een goede manier leiding aan leerlingen (individueel en in

Nadere informatie

Taken Leren en Instructie (L&I) 1 t/m 3

Taken Leren en Instructie (L&I) 1 t/m 3 Taken Leren en Instructie (L&I) 1 t/m 3 Het hele eerste semester staat in het teken van het leren ontwerpen van lessen. Als kapstok gebruiken we het Model Didactische Analyse (MDA). De bouwstenen van dit

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Rapport Docent i360. Test Kandidaat Rapport Docent i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Competentiemeter docent beroepsonderwijs Competentiemeter docent beroepsonderwijs De beschrijving van de competenties in deze competentiemeter is gebaseerd op: - de bekwaamheidseisen uit de Algemene Maatregel van Bestuur als uitwerking van de

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD Bekwaamheidseisen docenten LD vmbo en havo/vwo. (tekst: Wet op de beroepen in het onderwijs en Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel / 2006). 1. Zeven

Nadere informatie

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

Toetsbekwaamheid BKE november 2016 Toetsbekwaamheid BKE november 2016 De Basiskwalificatie Examinering heeft als doel de hbo-toetspraktijk te versterken. Een belangrijk aspect in die toetspraktijk is het gesprek over toetsing: het vragen/

Nadere informatie

Studiehandleiding beeldende vorming 2

Studiehandleiding beeldende vorming 2 Universitaire Pabo van Amsterdam www.student.uva.nl/upva Studiehandleiding beeldende vorming 2 70720212LY Docent Ineke Schaveling April 2014 Inleiding Deze module is een vervolg op Beeldende Vorming 1.

Nadere informatie

Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Matt Huntjens ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op pad/excursie

Nadere informatie

kempelscan P2-fase Studentversie

kempelscan P2-fase Studentversie kempelscan P2-fase Studentversie Pedagogische competentie Kern 2.1 Pedagogisch competent Pedagogisch handelen Je draagt bij aan een veilige leef- en leeromgeving in de groep O M V G Je bent consistent

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis Rapport Docent i360 Naam Angela Rondhuis Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift HOGESCHOOL ROTTERDAM Pedagogisch didactisch getuigschrift Pedagogisch Didactisch Getuigschrift Handleiding voor de coach Instituut voor Lerarenopleidingen Versie 24.11.16 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3

Nadere informatie

Protocol ECD. Masteropleiding Science Education and Communication (SEC)

Protocol ECD. Masteropleiding Science Education and Communication (SEC) Protocol ECD Masteropleiding Science Education and Communication (SEC) Versie juli 2011 1 Protocol ECD Inleiding Om het werkplekleren zo soepel mogelijk te laten verlopen worden in dit protocol de richtlijnen,

Nadere informatie

LeerWerkPlan VLO fase 2, Zwolle

LeerWerkPlan VLO fase 2, Zwolle 12-10-2010 VLO fase 2, Zwolle Leerwerkplan leerjaar 1 Opmerkingen Werkplekbegeleider Handtekening Opdracht 1 Competentie gericht leren B4 Organisatorisch gedragsindicator: B 4.5 B6 Competent in het samenwerken

Nadere informatie

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 Interpersoonlijke competentie Kern 1.2 Inter-persoonlijk competent Communiceren in de groep De student heeft zicht op het eigen communicatief gedrag in de klas

Nadere informatie

Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie

Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie Formulier tussenevaluatie Naam student: Studentnummer: Naam school / onderwijsinstelling: Naam werkplekbegeleider: Naam instituutsopleider: Datum: Beoordeling Niet

Nadere informatie

Onderwijs en Opvoeding. HANDLEIDING Educatieve minor

Onderwijs en Opvoeding. HANDLEIDING Educatieve minor , Onderwijs en Opvoeding HANDLEIDING Educatieve minor Fase Semester 1 Leerroute Educatieve Minor 2018-2019 Schrijvers Susan Kruis, Danielle van der Maten en Inge Oudkerk-Pool e-mail Docenten: m.s.kruis@hva.nl

Nadere informatie

Beoordelingsinstrument voor het beoordelen van het portfolio en werkplekleren (rubrics)

Beoordelingsinstrument voor het beoordelen van het portfolio en werkplekleren (rubrics) Beoordelingsinstrument voor het beoordelen van het portfolio en werkplekleren (rubrics) Beschrijving van het beoordelingsinstrument Niveaus Er worden in dit beoordelingsinstrument vier niveaus onderscheiden

Nadere informatie

Studiehandleiding Vakdidactiek 1

Studiehandleiding Vakdidactiek 1 Interfacultaire Lerarenopleiding (ILO) Pedagogische en Onderwijswetenschappen (POW) Nieuwe Achtergracht 166 1018 WS Amsterdam Studiehandleiding Vakdidactiek 1 Master voltijd: Vakdidactiek 1 / 7104MA125Y

Nadere informatie

Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018)

Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018) Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018) In de VMBO stroom van het ACL wordt sinds het schooljaar 2016-2017 expliciet aandacht besteed aan de leergebied overstijgende (LGO)

Nadere informatie

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD ILS Nijmegen Mei 2009 Voorwoord: Dit voorstel voor een competentieprofiel van de spd is ontworpen op verzoek van de directies van ILS- HAN en ILS-RU door de productgroep

Nadere informatie

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Gerwin Haveman ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven x

Nadere informatie

Beoordeling werkplekleren Educatieve Minor

Beoordeling werkplekleren Educatieve Minor Beoordeling werkplekleren Educatieve Minor 2018-2019 Datum: Student: Studentnummer: Werkplekbegeleider: Stageschool: Plaats: Schoolopleider: HvA-Examinator: Punten per : Eindcijfer 1 Handtekening HvA-examinator

Nadere informatie

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN ILO EN SCHOOL VOOR VOORTGEZET ONDERWIJS (inzake het praktijkdeel van Bachelor-Minor-studenten met een aanstelling)

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN ILO EN SCHOOL VOOR VOORTGEZET ONDERWIJS (inzake het praktijkdeel van Bachelor-Minor-studenten met een aanstelling) SAMENWERKINGSOVEREENKOMST Partijen, De Interfacultaire Lerarenopleidingen van de Universiteit van Amsterdam rechtsgeldig vertegenwoordigd door mw. drs. L.C.J. Gerritsen, Onderwijscoördinator, hierna te

Nadere informatie

Beroepsproduct (aankruisen) Datum: UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE

Beroepsproduct (aankruisen) Datum: UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE BIJLAGE D: SFORMULIEREN BEROEPSPRODUCTEN Bij de beroepsproducten wordt steeds een variant op onderstaand formulier gebruikt. De nadere invulling van de variant is afhankelijk van de geselecteerde criteria

Nadere informatie

studiehandleiding Schoolorganisatie (70220366AT)

studiehandleiding Schoolorganisatie (70220366AT) Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen College of Child Development and Education Graduate School of Child Development and Education Nieuwe Prinsengracht 130 1018 VZ Amsterdam infopow@uva.nl

Nadere informatie

Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar primair onderwijs het volgende doen:

Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar primair onderwijs het volgende doen: 1 Interpersoonlijk competent De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leefen werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar primair onderwijs en

Nadere informatie

Praktijk oriëntatie. Maatschappelijke zorg. Niveau 3 + 4

Praktijk oriëntatie. Maatschappelijke zorg. Niveau 3 + 4 Praktijk oriëntatie Maatschappelijke zorg Niveau 3 + 4 Reader voor studenten Schooljaar 2018-2019 Inhoudsopgave Voorblad Inhoudsopgave 2 Inleiding 3 1.Inhoud Praktijk oriëntatie Voor wie is Praktijk oriëntatie?

Nadere informatie

Studiehandleiding Beroepsvaardigheden 1

Studiehandleiding Beroepsvaardigheden 1 Universitaire Pabo van Amsterdam Nieuwe Prinsengracht 130 1018 VZ Amsterdam E-mail: upva@uva.nl www.student.uva.nl/upva Studiehandleiding Beroepsvaardigheden 1 (70710P03MY) Onderdelen: - Digitale technieken

Nadere informatie

Vrijstellings- en assessmentregelingen m.b.t. elders. verworven competenties (EVC s) Lerarenopleiding Groningen

Vrijstellings- en assessmentregelingen m.b.t. elders. verworven competenties (EVC s) Lerarenopleiding Groningen Vrijstellings- en assessmentregelingen m.b.t. elders verworven competenties (EVC s) Lerarenopleiding Groningen Studiejaar: 2015-2016 Voor studenten die Het tweede jaar van de Educatieve Master of de masteropleiding

Nadere informatie

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven. Procedure en criteria voor het beoordelen van studenten in de beroepspraktijk Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis Rapport Docent i360 Naam Angela Rondhuis Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor je ligt het

Nadere informatie

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Masteropleiding Science Education and Communication (SEC)

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Masteropleiding Science Education and Communication (SEC) Protocol Werkplekleren Student ESoE Masteropleiding Science Education and Communication (SEC) Versie nov. 2009 Protocol Werkplekleren Master SEC Inleiding Om het werkplekleren zo soepel mogelijk te laten

Nadere informatie

LeerWerkPlan VLO fase 1, Zwolle

LeerWerkPlan VLO fase 1, Zwolle Akkoord, 11-11-2009/HMJ - Laatste opdracht vervangen door iets anders (is gelijk aan 1 e verplichte opdracht, voegt dus niets toe). Je kunt dit ook eerst even afwachten: er doet zich waarschijnlijk wel

Nadere informatie

Studiehandleiding Geschiedenis (studiegidsnr.: 70710102MY)

Studiehandleiding Geschiedenis (studiegidsnr.: 70710102MY) Universitaire Pabo van Amsterdam Nieuwe Prinsengracht 130 1018 VZ Amsterdam E-mail: upva@uva.nl www.student.uva.nl/upva Studiehandleiding Geschiedenis (studiegidsnr.: 70710102MY) Jaar 1 Semester 1, blok

Nadere informatie

Studiehandleiding Rekenen jaar 1 (studiegidsnr.: 70710P14LY) Universitaire Pabo van Amsterdam. Nieuwe Prinsengracht 130.

Studiehandleiding Rekenen jaar 1 (studiegidsnr.: 70710P14LY) Universitaire Pabo van Amsterdam. Nieuwe Prinsengracht 130. Universitaire Pabo van Amsterdam Nieuwe Prinsengracht 130 1018 VZ Amsterdam E-mail: upva@uva.nl www.student.uva.nl/upva Studiehandleiding Rekenen jaar 1 (studiegidsnr.: 70710P14LY) Jaar 1 Semester 1, blok

Nadere informatie

Universitaire Pabo van Amsterdam. Nieuwe Prinsengracht VZ Amsterdam.

Universitaire Pabo van Amsterdam. Nieuwe Prinsengracht VZ Amsterdam. Universitaire Pabo van Amsterdam Nieuwe Prinsengracht 130 1018 VZ Amsterdam E-mail: upva@uva.nl www.student.uva.nl/upva Studiehandleiding Digitaal Denken in Meten en Meetkunde (studiegidsnr.: 70720203AY)

Nadere informatie

Portfolio. Pro-U assessment centrum. Eigendom van:

Portfolio. Pro-U assessment centrum. Eigendom van: Pro-U assessment centrum Eigendom van: Blad 1 Persoonlijke gegevens Naam en voorletters Adres Postcode en woonplaats Telefoonnummer Mobiel nummer Onderwijsinstelling E-mailadres Docentbegeleider Geboortedatum

Nadere informatie

1 Interpersoonlijk competent

1 Interpersoonlijk competent 1 Interpersoonlijk competent De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leefen werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar primair onderwijs en

Nadere informatie

Studiehandleiding Leren & Instructie A

Studiehandleiding Leren & Instructie A Universiteit van Amsterdam Faculteit der Maatschappij en Gedragswetenschappen College Pedagogiek, Onderwijskunde en Lerarenopleiding Nieuwe Achtergracht 127 1018 WS Amsterdam infopow@uva.nl Studiehandleiding

Nadere informatie

Educatieve Hogeschool van Amsterdam, lerarenopleiding vo/bve Beoordelingsformulier voor het werkplekleren (definitieve versie, november 2007)

Educatieve Hogeschool van Amsterdam, lerarenopleiding vo/bve Beoordelingsformulier voor het werkplekleren (definitieve versie, november 2007) Educatieve Hogeschool van Amsterdam, lerarenopleiding vo/bve sformulier voor het werkplekleren (definitieve versie, november 2007) Toelichting bij het beoordelen in het Werkplekleren. De tweedegraads lerarenopleiding

Nadere informatie

ASSESSMENT STARTBEKWAAM MINOR 2 HJK of HOK Beoordelingsformulier Criteriumgericht interview en reflectie

ASSESSMENT STARTBEKWAAM MINOR 2 HJK of HOK Beoordelingsformulier Criteriumgericht interview en reflectie ASSESSMENT STARTBEKWAAM MINOR 2 HJK of HOK Beoordelingsformulier Criteriumgericht interview en reflectie Naam student: Klas: Fase: startbekwaam NHL emailadres: 1 e kans / herkansing / algehele herkansing

Nadere informatie

Assessment Startbekwaam

Assessment Startbekwaam Assessment Startbekwaam Rapportage Studiejaar 2014-2015 Hogeschool Rotterdam Instituut voor Lerarenopleidingen 1 Basisgegevens KANDIDAAT Voor- en achternaam: Studentnummer: Opleiding: Studentstatus: Naam

Nadere informatie

Eindverslag stage jaar 1

Eindverslag stage jaar 1 Eindverslag stage jaar 1 In de stagegids jaar 1 kun je alle achtergrondinformatie over de stage vinden. In de bijlage van de stagegids staat ook een overzicht (tabel) met alle documenten die van belang

Nadere informatie

Docent LB. Inhoudsopgave. Docent LB Inter-persoonlijk. Leesinstructies Rapportgegevens

Docent LB. Inhoudsopgave. Docent LB Inter-persoonlijk. Leesinstructies Rapportgegevens Docent LB Naam feedbackontvanger MGN(Robbert van Megen) Huidige datum: 12/24/2010 Inhoudsopgave Leesinstructies Rapportgegevens Feedbackontvanger Geselecteerde competenties Feedbackgevers Totaaloverzicht

Nadere informatie

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren Dit document is bedoeld om de opleidings- en werkveldexaminatoren te informeren over de achtergronden van het Startbekwaamheidsgesprek.

Nadere informatie

Beoordelingsrapport Studie en Werk 1B - voltijd

Beoordelingsrapport Studie en Werk 1B - voltijd Beoordelingsrapport Studie en Werk 1B - voltijd 2016-2017 Inleiding: Bij Studie en Werk 1B word je beoordeeld op je leerproces én je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. De beoordeling

Nadere informatie

Samen beoordelen van deeltijdstudenten Bijlage 9

Samen beoordelen van deeltijdstudenten Bijlage 9 Samen beoordelen van deeltijdstudenten Bijlage 9 Kenniscentrum Talentontwikkeling Handleiding Stage Deeltijdopleiding Jaar 1 1 Pabo Hogeschool Rotterdam September 2017 Inleiding In het eerste jaar van

Nadere informatie

Leerwerktaak Bouwen aan grammatica

Leerwerktaak Bouwen aan grammatica Leerwerktaak Bouwen aan grammatica Titel Bouwen aan grammatica! Onderwijstype Niveau Competenties(s) Beroepstaak VO MBO 1 propedeusefase 2 hoofdfase 3 eindfase (lio) 1 interpersoonlijk 2 pedagogisch 3

Nadere informatie

De ROWF organiseert al vanaf het begin van de opleidingsschool onderdelen vanuit het generieke programma van de HvA Les op Locatie.

De ROWF organiseert al vanaf het begin van de opleidingsschool onderdelen vanuit het generieke programma van de HvA Les op Locatie. ROWF Les op locatie in de beroepsopdracht van de HvA. De ROWF organiseert al vanaf het begin van de opleidingsschool onderdelen vanuit het generieke programma van de HvA Les op Locatie. Het doel is de

Nadere informatie

BKO-vragenlijst Individueel traject

BKO-vragenlijst Individueel traject BKO-vragenlijst Individueel traject Naam : Faculteit : E-mailadres : Telefoonnummer : Datum : Deze vragenlijst is bedoeld om inzicht te krijgen in uw onderwijswerkzaamheden. De onderwerpen die aan bod

Nadere informatie

GROEIDOSSIER Praktijk SOV

GROEIDOSSIER Praktijk SOV GROEIDOSSIER Praktijk SOV 2017 2018 Arteveldehogeschool Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Kattenberg 9 B-9000 Gent Tel.: 09 234 82 70 Fax: 09 234 80 01 www.arteveldehogeschool.be/oso/stage

Nadere informatie

Taken Leren en Instructie - 1 -

Taken Leren en Instructie - 1 - Taken Leren en Instructie - 1 - Taken Leren en Instructie (L&I) 1 t/m 3 Het hele eerste semester staat in het teken van het leren ontwerpen van lessen. Als kapstok gebruiken we het Model Didactische Analyse

Nadere informatie

Heikamperweg AZ Asten-Heusden

Heikamperweg AZ Asten-Heusden Heikamperweg 1 5725 AZ Asten-Heusden bbs.antonius@prodas.nl www.antonius-heusden.nl Beste geïnteresseerde in de kwaliteiten van BBS. Antonius, Kwalitatief en passend onderwijs verzorgen is een opdracht

Nadere informatie

Zelfevaluatie. Inleiding:

Zelfevaluatie. Inleiding: Sabine Waal Zelfevaluatie Inleiding: In dit document heb ik uit geschreven wat mijn huidige niveau is en waar ik mij al zoal in ontwikkeld heb ten opzichte van de zeven competenties. Elke competentie heb

Nadere informatie

STAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING/ Sonja van de Valk

STAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING/ Sonja van de Valk Let op!!! Dit is een groeidocument. Dat wil zeggen dat dit werkplan regelmatig bijgesteld zal moeten worden. Bekijk per competentie eerst waar je mee wilt beginnen. Vul nog niet meteen alles in. Zorg er

Nadere informatie

ALEXANDER GIELE Competentiemonitor Ingevuld door : C.M.T. Ruppert Ingevuld op : 19 december 2013

ALEXANDER GIELE Competentiemonitor Ingevuld door : C.M.T. Ruppert Ingevuld op : 19 december 2013 ALEANDER GIELE Competentiemonitor Ingevuld door : C.M.T. Ruppert Ingevuld op : 19 december 2013 Deze monitor is ingevuld op basis van een eerste gesprek, een lesobservatie en een nagesprek (soms in andere

Nadere informatie

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk Op de HBOV van de Hogeschool Leiden wordt sinds het studiejaar 2013-2014 gewerkt met CBP s, Competentie Beoordelingen in de Praktijk. Gedachte hierachter is, dat

Nadere informatie

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Gerwin Haveman ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op

Nadere informatie

Informatiebulletin voor studenten Bijlage 3

Informatiebulletin voor studenten Bijlage 3 Informatiebulletin voor studenten Bijlage 3 Kenniscentrum Talentontwikkeling Informatiebulletin voor studenten Inhoud 1. Inleiding: OS Boss po 2 2. Opleiding, begeleiding en beoordeling 2 3. Rollen en

Nadere informatie

1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat

1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat KIJKWIJZER PEDAGOGISCH-DIDACTISCH HANDELEN IN DE KLAS School : Vakgebied : Leerkracht : Datum : Groep : Observant : 1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat (SBL competenties 1 en 2) 1.1* is

Nadere informatie

Profiel schoolopleider en schoolcoördinator 1

Profiel schoolopleider en schoolcoördinator 1 Profiel schoolopleider en schoolcoördinator 1 Dit profiel bevat de taken en competenties voor de schoolopleider en de schoolcoördinator, geordend naar de bekwaamheidsgebieden van de Velon beroepsstandaard.

Nadere informatie

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren Dit document is bedoeld om de opleidings- en werkveldexaminatoren te informeren over de achtergronden van het Startbekwaamheidsgesprek.

Nadere informatie

CP Resultaten QuickScan

CP Resultaten QuickScan CP Resultaten QuickScan Interpersoonlijk competent 1.1 Hij maakt contact met de leerlingen en hij zorgt ervoor dat zij contact kunnen maken met hem en zich op hun gemak voelen. score: 83% 1.2 Hij geeft

Nadere informatie

Inhoudsopgave : PARAGRAAF 4 EXAMEN 6 Artikel 4 Iudicium 6

Inhoudsopgave : PARAGRAAF 4 EXAMEN 6 Artikel 4 Iudicium 6 Regels en Richtlijnen voor de Bacheloropleiding Gezondheidswetenschappen 2015-2016 voor studenten die zijn gestart per 1 september 2015, zoals bedoeld in artikel 7.12b van de Wet op het Hoger Onderwijs

Nadere informatie

De OER in gewoon Nederlands

De OER in gewoon Nederlands De OER in gewoon Nederlands Een samenvatting van de hoofdpunten van de Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2018-2019 Bachelor Pedagogische wetenschappen en Bachelor Onderwijswetenschappen College of Child

Nadere informatie

Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage:

Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage: Bijlage III: Competentie formulier stage onderbouw 1 (Vak)didactisch vermogen en operationaliserend vermogen Kun je vakinhoudelijke doelstellingen formuleren uitvoeren in de les 1= onvoldoende, nog niet

Nadere informatie

Beoordelingsformulier Studie en Werk 1B Deeltijd

Beoordelingsformulier Studie en Werk 1B Deeltijd Beoordelingsformulier Studie en Werk 1B Deeltijd Bij Studie en Werk 1B-Deeltij word je beoordeeld op je leerproces én functioneren als (aankomend_ docent op je leerwerkplek. De beoordeling wordt onderbouwd

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst ILO - School

Samenwerkingsovereenkomst ILO - School Samenwerkingsovereenkomst ILO - School TUSSEN ILO EN SCHOOL VOOR VOORTGEZET ONDERWIJS (inzake het praktijkdeel van (Post)Master-studenten met een stageplek) Partijen, De Interfacultaire Lerarenopleidingen

Nadere informatie

1. Interpersoonlijk competent

1. Interpersoonlijk competent 1. Interpersoonlijk competent De docent BVE schept een vriendelijke en coöperatieve sfeer in het contact met deelnemers en tussen deelnemers, en brengt een open communicatie tot stand. De docent BVE geeft

Nadere informatie

C.1 Delen en deelnemen

C.1 Delen en deelnemen COLLEGIALE SAMENWERKING C.1 Delen en deelnemen De leraar levert een oplossingsgericht bijdrage aan algemene taken in het team en aan de onderwijskundige en pedagogische ontwikkeling van de school. De leraar

Nadere informatie

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN REGELS VOOR HET SCHRIJVEN EN BEOORDELEN VAN BACHELORSCRIPTIES BIJ KUNST- EN CULTUURWETENSCHAPPEN (tot 1 september 2015 geldt dit reglement ook voor de BA Religiewetenschappen)

Nadere informatie