Beoordelingsrapport Studie en Werk 1B - voltijd

Transcriptie

1 Beoordelingsrapport Studie en Werk 1B - voltijd Inleiding: Bij Studie en Werk 1B word je beoordeeld op je leerproces én je functioneren als (aankomend) docent op je leerwerkplek. De beoordeling wordt onderbouwd in dit beoordelingsrapport. Het rapport bestaat uit vier onderdelen: I. Voorwaarden beoordeling Studie en Werk 1B Je instituutsopleider en je werkplekbegeleider vullen op deze checklist in of je voldoet aan de voorwaarden om beoordeeld te kunnen worden. II. Functioneren op de leerwerkplek jaar 1 Je vult op dit formulier eerst zelf de eerste kolom in en laat vervolgens je werkplekbegeleider de tweede kolom invullen. III. Eindbeoordeling Studie en Werk 1B Als I. en II. aanwezig zijn kan de eindbeoordeling plaatsvinden. Er wordt een beoordelingsmoment ingepland op je leerwerkplek. Van te voren geef je jouw werkplekbegeleider en je instituutsopleider toegang tot je map met bewijsmaterialen. Tijdens het beoordelingsmoment geef je jouw videopresentatie. Vervolgens stellen jouw werkplekbegeleider en je instituutsopleider de beoordeling vast en bespreken ze deze met jou.

2 I. Voorwaarden beoordeling Studie en Werk 1B datum naam student en studentnummer naam school naam en handtekening werkplekbegeleider naam en handtekening instituutsopleider In te vullen door je werkplekbegeleider: voldaan niet voldaan De student is voldoende tijd op de leerwerkplek geweest: minimaal 20 dagen (van 7 uur) De student komt de afgesproken tijden na. De student heeft goed gecommuniceerd over eventuele afwezigheid of te laat komen. De student heeft de afgesproken activiteiten uitgevoerd. De student heeft minimaal 5 lesonderdelen voorbereid en uitgevoerd. De student heeft voorafgaand aan de lessen uitgewerkte lesplannen aangeleverd. De student heeft de ondernomen activiteiten en gegeven lessen wekelijks met de begeleider geëvalueerd. De student trekt waarneembaar lering uit de opgedane ervaringen en/of de ontvangen feedback Eventuele opmerkingen of toelichting: In te vullen door je instituutsopleider: voldaan niet voldaan Studie en Werk 1A is afgetekend in OSIRIS De student heeft een volledig ingevulde leerwerkovereenkomst ingeleverd bij bureau werkplekleren. Het leerwerkplan van de student is binnen 3 weken na start van het werkplekleren goedgekeurd door de instituutsopleider en de WB De student heeft (minstens 2-wekelijks) een logboek bijgehouden van de eigen activiteiten en leerervaringen op de leerwerkplek De opdracht uit de bundel vak (28 uur) is goedgekeurd door de SWB

3 II. Functioneren op de leerwerkplek jaar 1 - voltijd Invulinstructie Dit formulier over het functioneren van de student op de leerwerkplek wordt aan het eind van Studie en Werk 1B ingevuld door de student zelf en door de werkplekbegeleider (WB). De werkplekbegeleider scoort in hoeverre de onderstaande beweringen van toepassing op de student. Daarbij geldt: bijna nooit (1), af en toe (2), regelmatig (3), vrijwel altijd (4). Geef per competentie ook een toelichting! 1. Interpersoonlijk aan het eind van Studie en Werk 1B zelf WB De student spreekt leerlingen aan op ongewenst gedrag en beloont gewenst gedrag, bv. - observeert docenten in het omgaan met leerlingen - is vriendelijk tegen leerlingen - benadert leerlingen positief De student bouwt een band op met individuele en met groepen leerlingen, bv. - heeft een belangstellende houding - gebruikt deze belangstelling bij het ontwikkelen van een relatie met leerlingen. De student is een voorbeeld in sociaal gedrag voor leerlingen, bv. - houdt zich aan afspraken - is respectvol - houdt zich aan regels van de school 2. Pedagogisch aan het eind van Studie en Werk 1B zelf WB De student sluit aan bij leefwereld van leerlingen, bv. - vraagt leerlingen naar hun interesses en thuiswereld - toont deze belangstelling bij het ontwikkelen van een relatie met leerlingen. - observeert kenmerken van de leerling-populatie op de school - vormt zich een beeld van hun sociale en culturele achtergrond - kan de rol van de school in het leven van de jongeren beschrijven De student waardeert de inbreng van leerlingen en is nieuwsgierig naar hun ideeën, bv. - complimenteert leerlingen De student brengt eigen opvattingen in verband met de pedagogische opdracht van de school, bv. - verkent en onderzoekt het pedagogische klimaat in de school - toont aan hoe dit onderzoek een rol speelt in zich ontwikkelende eigen opvattingen - houdt in het contact met leerlingen rekening met de regels van de school De student stimuleert leerlingen kritisch na te denken over eigen gedrag en het groepsgedrag en daarover in de klas te communiceren, bv. - stelt leerlingen vragen over hun gedrag

4 3. Vakinhoudelijk en vakdidactisch aan het eind van Studie en Werk 1B zelf WB De student gebruikt een repertoire aan didactische strategieën en werkvormen, zoals pgo, natuurlijk leren, klassikaal leren, sociaal en samenwerkend leren, bv. - kan verschillende didactische strategieën op de school beschrijven - assisteert in lessen van één of meer docenten op school - toont waardering voor coöperatief gedrag - toont interesse in vormen van samenwerkend leren - betoont zich coöperatief door steun aan te bieden. De student maakt gebruik van moderne audiovisuele en ict-leermiddelen, bv. - onderzoekt de mogelijkheden van de school om deze middelen te gebruiken - assisteert en stimuleert leerlingen bij het gebruik van moderne middelen De student helpt leerlingen vak-, leer- en beroepsvaardigheden te ontwikkelen, bv, - assisteert de docent bij het aanleren van eenvoudige vaardigheden - begeleidt leerlingen bij hun huiswerk en reflecteert daarbij op leervaardigheden De student houdt rekening met verschillen, bv. - onderzoekt verschillen tussen leerlingen - en de wijze waarop docenten op school omgaan met deze verschillen De student gebruikt verschillende manieren van toetsen, assessment en evaluatie, bv. - kijkt toetsen na - surveilleert 4. Organisatorisch aan het eind van Studie en Werk 1B zelf WB De student bevordert taakgericht werken, bv. - helpt leerlingen opdrachten en instructies uit te voeren - heeft eigen spullen op orde: opdrachten op tijd en bij de hand De student kan prioriteiten stellen en de beschikbare tijd efficiënt over taken verdelen, bv. - komt afspraken na - observeert docenten wat betreft planning en organisatie van verschillende werkvormen - start en eindigt de eigen les volgens de lesplanning - doet opdrachten op tijd De student draagt bij aan schoolactiviteiten, bv. - neemt initiatieven om deel te nemen aan activiteiten - assisteert bij begeleiden van activiteiten

5 5. Samenwerken met collega s aan het eind van Studie en Werk 1B zelf WB De student deelt kennis met het team en leert van collega s, bv. - observeert bij medestudenten en bij docenten en reflecteert op en bespreekt datgene dat is waargenomen - geeft feedback aan en ontvangt feedback van collega s op de school - geeft feedback aan en ontvangt feedback van medestudenten De student levert een bijdrage aan samenwerkingsprojecten in het team: zowel binnen het vak en leergebieden als vakoverstijgend, bv. - onderzoekt welke projecten er zijn op de school - assisteert bij de uitvoering van projecten - neemt deel aan projecten op de opleiding en experimenteert met rollen en taken De student draagt bij aan het denken over onderwijsinnovatie, bv. - onderzoekt op de school activiteiten wat betreft onderwijsvernieuwing - stelt zich op de hoogte van landelijke innovaties De student participeert in algemene onderwijstaken, bv. - surveilleert - kijkt toetsen na 6. Samenwerken in de omgeving aan het eind van Studie en Werk 1B zelf WB De student gebruikt de omgeving van de school als kennisbron en als toepassingsmogelijkheid van kennis en vaardigheden, bv. - onderzoekt hoe de school werkt aan omgevingsonderwijs - doet een voorstel voor een eenvoudig project met het eigen vak in de omgeving van de school De student onderhoudt contacten met ouders en verzorgers van leerlingen, bv. - onderzoekt op welke wijze de school contact onderhoudt met ouders 7. Reflectie en ontwikkeling aan het eind van Studie en Werk 1B zelf WB De student maakt een eigen persoonlijk ontwikkelingsplan, bv. - reflecteert op eigen sterke en zwakke kanten - beschrijft leerdoelen voor de hoofdfase van zijn studie De student vindt een evenwicht tussen betrokkenheid en professionele distantie, bv. - analyseert situaties vanuit docentperspectief en niet meer vanuit leerling-perspectief - is zich bewust van deze perspectief-wisseling - handelt vanuit de docentrol in een groep leerlingen De student bouwt aan en onderhoudt een relevant netwerk van collega s, bv. - onderhoudt contacten met eigen jaargroep en medestagiaires De student kijkt kritisch naar zijn werk en gebruikt evaluatie, reflectie en feedback van anderen om zich verder te ontwikkelen, bv. - geeft en ontvangt feedback

6 8. Onderzoekend handelen aan het eind van Studie en Werk 1B zelf WB Informatievaardigheden, bv. - zoekt met hulp naar informatie op internet om eenvoudige en gegeven vragen te beantwoorden - gebruikt informatie van instanties binnen het beroep docent. Kritische grondhouding laten zien, bv. - bevraagt leerlingen en docenten op de leerwerkplek over het hoe en waarom achter handelen. Ethisch handelen, bv. - parafraseert en citeert gebruikte bronnen in geschreven stukken - overlegt met de werkplekbegeleider over de wijze waarop met gegevens van leerlingen omgegaan moet worden - rapporteert alleen daadwerkelijk verzamelde data en anonimiseert gegevens in verslagen Onderzoek t.b.v. beroepsproduct, bv. - oefent het verzamelen en analyseren van data met eenvoudige en gegeven onderzoeksinstrumenten in een kleine groep respondenten - trekt hierbij logische conclusies Schriftelijk rapporteren en presenteren - rapporteert een eenvoudig onderzoekje door het kunnen aanvullen van een gegeven verslag Feedback op het functioneren in de praktijk aan het eind van Studie en Werk 1B: Datum: De student is geschikt als toekomstig leraar? ja / twijfel / nee Sterke punten: Ontwikkelpunten: Handtekening werkplekbegeleider:

7 III. Eindbeoordeling Studie en Werk 1B - voltijd: Beoordelingscriteria Onvoldoende (< 5,5) Voldoende (5,5 6,9) Goed (7,0 8,4) Uitstekend (8,5 10) beoordeling De student geeft een realistisch en volledig beeld van het docentschap. In je verhaal laat je zien nog een onvolledig beeld te hebben van het docentschap doordat je slechts enkele aspecten van het docentschap beschrijft. In je verhaal laat je zien oog te hebben voor de verschillende rollen van een docent, de doelgroepen die je zou kunnen lesgeven en de functie van je vak. Als bij voldoende en je verhaal is daarbij consistent, wat betekent dat je alle aspecten in samenhang met elkaar beschrijft. Als bij goed waarbij je verhaal al duidelijk blijk geeft van een onderbouwde eigen visie op docentschap. De student kan taken uitvoeren op niveau hoofdfasebekwaam en geeft een realistisch beeld van de huidige eigen bekwaamheid. De student geeft een realistisch beeld van de eigen motivatie en vaardigheden en laat zien voldoende lerend vermogen te hebben. In je verhaal maak je weinig tot geen gebruik van de praktijkervaringen die je in de afgelopen maanden hebt opgedaan op je leerwerkplek. In je verhaal maak je gebruik van de praktijkervaringen die je in de afgelopen maanden hebt opgedaan op je leerwerkplek. Als bij voldoende en de nadruk ligt op zaken die je zelf hebt uitgevoerd in plaats van enkel geobserveerd Onvoldoende (< 5,5) Voldoende (5,5 6,9) Goed (7,0 8,4) Uitstekend (8,5 10) beoordeling De verzamelde bewijsstukken in De verzamelde bewijsstukken in De verzamelde bewijsstukken in Als bij goed waarbij je hebt laten je portfolio tonen niet aan dat je je portfolio tonen aan dat je wat je portfolio tonen aan dat je wat zien al op een zeer gevorderd wat betreft presenteren, contact betreft presenteren, contact betreft presenteren, contact niveau te hebben gefunctioneerd. maken met leerlingen en het maken met leerlingen en het maken met leerlingen en houden houden aan afspraken hebt houden aan afspraken hebt aan afspraken hebt gefunctioneerd op het niveau gefunctioneerd op het niveau gefunctioneerd op een hoger hoofdfasebekwaam. hoofdfasebekwaam. niveau, of ook al bekwaamheid hebt getoond op andere vlakken van het docentschap. Je eigen beeld van hoe je de taken hebt uitgevoerd is niet congruent met dat van je begeleiders. Je eigen beeld van hoe je de taken hebt uitgevoerd is congruent met dat van je begeleiders. Als bij voldoende en in je reflectie op de uitgevoerde taken verwoord je alternatieven voor het eigen handelen. Onvoldoende (< 5,5) Voldoende (5,5 6,9) Goed (7,0 8,4) Uitstekend (8,5 10) beoordeling Je geeft geen realistisch beeld van Je geeft een realistisch beeld van Je geeft aan hoe je eigen Als bij goed waarbij je ook blijk je eigen: je eigen: motivatie, zelfstandigheid, geeft van een onderzoekende motivatie en zelfstandigheid motivatie en zelfstandigheid kernkwaliteiten, bekwaamheden houding en/of op een sterke kernkwaliteiten en verworven kernkwaliteiten en verworven en/of taalvaardigheid verbeterd theorie en praktijk met elkaar bekwaamheden bekwaamheden kunnen worden. weet te verbinden. taalvaardigheid taalvaardigheid Je hebt te weinig actief anderen bij je eigen leerproces betrokken door om feedback te vragen. Je hebt anderen actief bij je eigen leerproces betrokken door om feedback te vragen. Uit voorbeelden die je geeft blijkt dat je jezelf hebt ontwikkeld als gevolg van ontvangen feedback. Eindbeoordeling (gemiddelde van bovenstaande drie criteria) naam en handtekening werkbegeleider naam en handtekening instituutsopleider

8