Uitvoeringsprogramma Vergunningen, Toezicht en Handhaving 2016

Transcriptie

1 Uitvoeringsprogramma Vergunningen, Toezicht en Handhaving 2016 Afdeling Veiligheid, Vergunningen en Handhaving Datum: 11 januari 2016

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding VTH-beleid 3 3. Inzichten 3 4. Uitvoeringsprogramma s Vergunningen 4.2 Toezicht & (juridische) Handhaving 5. Monitoring en bijsturing. 11 2

3 1. Inleiding Voor u ligt het Uitvoeringsprogramma Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) Dit uitvoeringsprogramma geeft een overzicht van de voorgenomen activiteiten binnen de disciplines vergunningen, toezicht en handhaving voor het jaar Hierdoor is het voor eenieder transparant waar het bestuur prioriteiten aan toekent en op welke wijze zij haar taken uitoefent. Het uitvoeringsprogramma is een uitwerking van het op 7 juli 2015 vastgestelde Vergunningen-, Toezicht en Handhavingsbeleid , pionieren in de bebouwde omgeving (VTH-beleid). Hierin is opgenomen dat jaarlijks een programma voor vergunningen met betrekking tot de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), wordt opgesteld voor het komende jaar. De wettelijke verplichting voor een jaarprogramma voor Toezicht en (juridische) Handhaving is opgenomen in artikel 7.3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor). De wettelijke verplichting voor een jaarprogramma voor vergunningverlening gaat volgen uit artikel 5.3 wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving). Het is nog niet bekend wanneer deze wetswijziging in werking treedt, maar dit zal naar verwachting in 2016 zijn. 2. VTH-beleid Medio 2015 is het nieuwe VTH-beleid vastgesteld. Het vastgestelde VTH-beleid is risicogestuurd waarbij de zes criteria veiligheid, gezondheid, leefbaarheid, duurzaamheid, financieel en bestuurlijk voorop staan. Het is als bevoegd gezag zonder inzet van voldoende capaciteit niet mogelijk alle taken op het gebied van VTH, het voor 100% nalopen van alle gegevens en details, uit te voeren. Echter wordt dit ook als niet noodzakelijk geacht. Op basis van een risicoafweging stelt de gemeente daarom prioriteiten. Wij zetten de beschikbare capaciteit in daar waar de risico s het grootst zijn en waarvoor onze deskundigheid en kennis het meest gevraagd is. Op die manier blijft Zoetermeer op een verantwoorde manier verzekerd van een veilige en gezonde bebouwde leefomgeving. Daar waar de risico s laag c.q. aanvaardbaar worden geacht wordt minimale of geen capaciteit ingezet. 3. Inzichten Na vaststelling van het VTH-beleid zijn wij tot een aantal nieuwe inzichten gekomen. Ten eerste is het VTH-beleid en de daarin opgenomen risicoanalyse alleen van toepassing op de Wabo gerelateerde taken. Echter wordt de beschikbare capaciteit ook ingezet voor (andere) taken zoals de APV, bijzondere wetten en overige taken zoals handhaving kinderopvang, hennep, advisering en administratieve werkzaamheden. In dit uitvoeringsprogramma zijn alle taken die binnen het VTH terrein vallen meegenomen in de capaciteitsverdeling. Ten tweede is het lastig gebleken om de theorie uit het VTH-beleid voor wat betreft het toezicht en de handhaving om te zetten naar de praktijk. Volledig risicogestuurd werken vergt een geheel andere werkwijze, zowel op de werkvloer voor de medewerkers als daarbuiten op de bouwplaats. In het Programma Toezicht en (juridische) Handhaving 2016 wordt een tweetal soorten bouwwerken benoemd waarmee we starten met het risicogestuurd werken. We gaan dit stap voor stap invoeren. Dit wordt nader toegelicht in paragraaf 4.2. Voor het Programma Vergunningen 2016 wordt het risicogestuurd werken wel direct toegepast. In de praktijk werd bij vergunningverlening namelijk al risicogestuurd gewerkt, maar nu is dit gestructureerd en geüniformeerd. Ten derde gaan we komend jaar meer sturen op het bevorderen van het naleefgedrag van burgers en ondernemers. Het naleefgedrag is een belangrijke indicator om de naleving van verleende vergunningen of bouwregels te meten. De primaire verantwoordelijkheid om volgens de regels te bouwen ligt bij de vergunninghouder, dan wel bij de aannemer en niet bij de gemeente. Om inzicht te krijgen in het naleefgedrag dient per controle nauwkeurig te worden bijgehouden welke overtredingen geconstateerd zijn en wanneer deze verholpen zijn. De aannemer die regelmatig de vergunningvoorschriften en/of de bouwregels overtreedt, wordt frequenter gecontroleerd dan de aannemer die de regels goed naleeft. Hiermee wil de gemeente stimuleren dat aannemers zelf ook toezien op naleving van voorschriften en regels. 3

4 Door het eigen verantwoordelijkheidsbesef van de burger of de aannemer te vergroten, wordt de betrokkenheid bij en het bewustzijn van eigen handelen gestimuleerd. Het is hierbij van groot belang dat tijdens de controles duidelijk wordt gemaakt welke gevolgen en/of consequenties foutief handelen kan hebben. Het streven hierbij is om op de lange termijn het naleefgedrag te verhogen waardoor de kwaliteit van de leefomgeving wordt verbeterd. 4. Uitvoeringsprogramma s Het jaarlijkse Programma laat zien waar we het betreffende jaar de capaciteit op verwachten in te zetten en waar niet of in ieder geval minder. De capaciteitsinzet op de VTH-taken voor 2016 wordt in de hierop volgende paragrafen weergegeven. 4.1 Vergunningen De core business van het uitvoeringsprogramma Vergunningen bestaat uit het o verlenen, weigeren, wijzigen, intrekken of buiten behandelingstellen van vergunningen; o afhandelen van meldingen; o verlenen van ontheffingen; o behandelen en beantwoorden van informatieverzoeken; o voeren van verweer bij bezwaar en beroep. In de wet- en regelgeving is bepaald voor welke activiteiten inwoners en bedrijven een vergunning moeten aanvragen om ze te mogen uitvoeren of ondernemen. Dit kan verdeeld worden in drie groepen: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Algemene plaatselijke verordening Zoetermeer (APV) Overige wetten (Drank- en Horeca Wet, Leegstandswet, Huisvestingswet). Iedere binnengekomen vergunningaanvraag wordt (in meer of mindere mate) beoordeeld en getoetst. Voor aanvragen om een omgevingsvergunning is het echter niet nodig om elke aanvraag, die wordt ingediend, even diepgaand te toetsen aan het Bouwbesluit. Sinds 2013 maakt Zoetermeer al deel uit van een groep van zeven gemeenten die de Bouwbesluittoets voor bepaalde categorieën kleine bouwwerken zoals dakkapellen, dakramen, vlaggenmasten, kozijnen e.d. niet meer uitvoert. Deze vijfjarige pilot is vastgelegd in artikel 6G van het Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet. Hiermee heeft Zoetermeer al een start gemaakt met deregulering en risicogestuurd werken. Met de vaststelling van het VTH-beleid en het jaarlijkse uitvoeringsprogramma zetten we dit voort. Sommige activiteiten zijn namelijk wel vergunningplichtig, maar scoren bijvoorbeeld laag op risico s in het kader van veiligheid en gezondheid. Daar waar de risico s laag c.q. aanvaardbaar zijn kan worden volstaan met een minder diepgaande toets. Dit speelt met name bij de Wabo-activiteiten bouwen en slopen. De overige activiteiten hebben een andere toetsingsgrondslag zoals bijvoorbeeld de APV, het Bomenbeleid, de Erfgoedverordening etc. Deze regelingen bevatten eigen toetscriteria. Een totaaloverzicht van de aantallen te verwachten vergunningaanvragen, meldingen, ontheffingen en hiermee samenhangende werkzaamheden (op jaarbasis) én de daarmee gemoeide capaciteit is weergegeven in het Programma Vergunningen 2016 (zie figuur 1 op pagina 5). In dit overzicht zijn niet de extra uren meegenomen voor projecten die niet passen binnen de normale urenramingen. In het Programma Vergunningen zijn de uren voor vergunningverlening krap bemeten. Echter wel aanvaardbaar omdat het gaat om geprognotiseerde aantallen. Dit betekent wel dat wanneer er zich calamiteiten of onvoorziene situaties voordoen, dit direct een aanslag zal zijn op de capaciteit en urenbesteding. Lopende het jaar zullen er dan, op basis van de prioritering uit het VTHbeleid, nieuwe keuzes gemaakt moeten worden over de urenbesteding voor vergunningverlening, dan wel inzet van (extra) capaciteit. 4

5 Figuur 1: Programma Vergunningen Onderdelen Activiteiten Wijze van toetsing Aantal Uren Wabo -Vergunningen WBV vooroverleg Toetsprotocol Bouw < Bouw tot Bouw tot Bouw tot Bouw tot Bouw tot Bouw tot Bouw Sloopvergunning Sloopmelding RO (afwijken van Bestemmingsplan of bestemmingsplan) - regulier kruimelgevallenbeleid RO (afwijken van Maatwerk bestemmingsplan) uitgebreid Kapvergunning Bomenbeleid Vergunning brandveilig VRH gebruik Melding brandveilig gebruik VRH Uitweg vergunning APV Monumentenvergunning Erfgoedverordening Aanlegvergunning Bestemmingsplan Vergunning gebruik openbare APV ruimte Vergunning veranderen weg APV Ontheffing Bouwbesluit Maatwerk 5 40 (bouwlawaai) APV-Vergunningen Evenementen - groot APV en Evenementen klein en Evenementenbeleid middelgroot Overig Overige wetten - Drank en horeca Drank- en horecawet vergunningen (vergunning/ontheffing) Onttrekken aan de Huisvestingswet en 5 65 woonvoorraad Leegstandswet Splitsingsvergunning 5 65 Huisvestings- en leegstandswet - overig Bezwaar en Behandeling bezwaar Awb beroep Behandeling beroep 5 80 Behandeling hoger beroep 2 32 Voorlopige voorziening 2 48 Mediation Maatwerk Advisering Advies Inwoners, Bestuur en Maatwerk 208 collega s Cursussen & Bijhouden Kennis & Kwaliteitscriteria 2.1 en 440 Opleidingen Vaardigheden maatwerk Totaal beschikbaar (incl. inhuurbudget) Totaal benodigd Het verschil tussen Totaal beschikbaar en Totaal benodigd is aanvaardbaar omdat het Programma gebaseerd is op geprognotiseerde aantallen. De werkelijke aantallen zijn pas eind 2016 bekend. 5

6 Het Programma Vergunningen 2016 bestaat uit zes onderdelen. Hieronder worden de zes onderdelen toegelicht. Onderdeel 1: Wabo vergunningen Het onderdeel Wabo vergunningen geeft het aantal te verwachten aanvragen voor omgevingsvergunningen weer en de daarvoor benodigde capaciteit. De activiteiten vooroverleg, bouw- en sloopvergunningen en sloopmeldingen worden getoetst aan het Bouwbesluit. Voor deze activiteiten wordt op basis van het Toetsprotocol activiteit bouwen (Toetsprotocol) 2 bepaald op welk niveau een vergunningaanvraag getoetst wordt aan het Bouwbesluit. Het Toetsprotocol geeft aan waar we kunnen volstaan met een beperktere toets of waar een volledige toets nodig is. Op deze manier krijgen vergunningaanvragen met een hogere prioriteit c.q. een hogere kans dat een calamiteit zich voordoet een hoger niveau van toetsing dan vergunningaanvragen met een lagere prioriteit c.q. een kleine kans dat een calamiteit zich voordoet. De overige activiteiten in dit onderdeel hebben een andere regeling waaraan zij getoetst worden bijvoorbeeld de APV, het Kruimelgevallenbeleid of het Bomenbeleid. Bij deze overige activiteiten is geen sprake van verschillende niveau s van toetsing op basis van het Toetsprotocol. Onderdeel 2: APV vergunningen Het onderdeel APV vergunningen geeft het aantal te verwachten vergunningaanvragen op grond van de APV weer en de daarvoor benodigde capaciteit. Er is in dit onderdeel een splitsing gemaakt tussen evenementenvergunningen (groot en klein- en middelgroot) en overige APV vergunningen. Bij overige APV vergunningen moet gedacht worden aan standplaatsvergunningen, speelautomaatvergunningen, kampeerontheffingen e.d.. Deze soort vergunningen komen minder vaak voor. De aanvragen voor evenementen worden getoetst aan het Evenementenbeleid. De overige APV vergunningen worden verleend op de regels uit de APV. De diepte van toetsing is afhankelijk van wat er in het van toepassing zijnde beleid aan criteria is opgenomen, danwel in de APV zelf staat. Onderdeel 3: Overige wetten vergunningen Het onderdeel Overige wetten vergunningen geeft het aantal te verwachten vergunningaanvragen weer die worden verleend op grond van de Huisvestingswet, de Leegstandswet en de Drank- en Horecawet en de daarvoor benodigde capaciteit. Voorbeelden van vergunningen op grond van deze wetten zijn: een drank- en horeca vergunning of ontheffing voor het schenken en/of verkopen van alcoholische dranken, een huisvestingsvergunning voor het toewijzen van goedkopere woningen aan mensen met een lager inkomen of een vergunning voor de tijdelijke verhuur van een reeds te koop staande woning indien deze na langere tijd niet tegen redelijke condities verkocht kan worden en er wel al een nieuwe woning gekocht/gehuurd is. De diepte van toetsing is afhankelijk van wat er in de van toepassing zijnde wetten aan criteria is opgenomen. Onderdeel 4: Bezwaar en beroep Het betreft hier de juridische behandeling van ingediende bezwaar- en beroepschriften tegen besluiten op vergunningaanvragen (weigeringen, verleende vergunningen, buiten behandeling stelling). Het gaat om de soort vergunningen die hierboven in de verschillende onderdelen is genoemd. Onderdeel 5: Advisering Bij advisering gaat het met name over informeren en adviseren van inwoners, collega s en het bestuur omtrent de bovengenoemde vergunningen en de regelgeving die daarbij betrokken is. Dit gebeurt in de vorm van bijvoorbeeld vooroverleg, deelname aan overleggen zoals de Vergunningenkamer en input leveren voor de beantwoording van technische raadsvragen. Voor dit onderdeel is het lastig om (prognose) aantallen aan te geven. Er wordt gerekend met een tijdsbesteding van twee uur per week, per team. Onderdeel 6: Cursussen en opleidingen Het is belangrijk dat alle medewerkers zich blijven ontwikkelen en dat hun kennis over het vakgebied actueel is en de benodigde vaardigheden regelmatig traint. De prioriteit ligt bij de opleidingen die noodzakelijk zijn in het kader van de Kwaliteitscriteria en de trainingen die noodzakelijk zijn voor het kunnen uitvoeren van het werk. Voor dit onderdeel is het lastig om (prognose) aantallen aan te geven. Er wordt gerekend met een tijdsbesteding van 40 uur per persoon, per jaar. 2 Door het college op d.d. 7 juli 2015 vastgesteld en maakt deel uit van het VTH-beleid. 3 Zie voor nadere toelichting op de Kwaliteitscriteria het memo d.d. 11 december 2016, weekberichten 6

7 4.2 Toezicht en (juridische) Handhaving Toezicht en (juridische) Handhaving zijn kerntaken van de gemeente. Door Toezicht en (juridische) Handhaving zal de leefbaarheid en de veiligheid van de gemeente verbeteren. Het merendeel van de toezichts- en handhavingstaken wordt uitgevoerd naar aanleiding van verleende vergunningen en afgehandelde meldingen en overlastmeldingen. Deze taken zijn deels vooraf te plannen aan de hand van het aantal te verwachten vergunningaanvragen. We handhaven om ervoor te zorgen dat de regels worden nageleefd. Daarvoor gebruiken we een aantal instrumenten: voorlichting, toezicht, inspecties en aanschrijvingen (opleggen last onder dwangsom en/of toepassen bestuursdwang). Het bestuursrecht geeft instrumenten om op te treden, indien dat nodig is. Verder kan het Openbaar Ministerie kiezen voor strafrechtelijk optreden. In het VTH-beleid is een uitgebreide risicoanalyse opgenomen voor het toezicht. Niet iedere (bouw)activiteit die wordt ontplooid, met vergunning of vergunningsvrij, kent namelijk dezelfde risico s als er iets mis gaat. Het VTH-beleid geeft aan dat wij ons toezicht en de handhaving risicogestuurd organiseren. Dit betekent dat wij de beschikbare capaciteit inzetten daar waar de risico s op een calamiteit het grootst zijn en waarvoor onze deskundigheid en kennis het meest gevraagd is. Daar waar de risico s laag zijn wordt minimale of geen capaciteit ingezet. Zoals reeds in paragraaf 3 inzichten aangegeven zijn we na vaststelling van het VTH-beleid tot een aantal nieuwe inzichten gekomen. Het is lastig gebleken om de theorie (het risicogestuurd werken) uit het VTH-beleid voor wat betreft het toezicht en de handhaving om te zetten naar de praktijk. We gaan de komende jaren het risicogestuurd werken stap voor stap invoeren. Op deze manier kunnen we per activiteit bekijken en ervaren of het volledig risicogestuurd werken mogelijk is of niet. Met andere woorden: of het mogelijk en wenselijk is om bij bepaalde activiteiten minder of geen toezicht meer uit te voeren en we dus niet meer tijdens of na de bouw langsgaan om te controleren of er volgens weten regelgeving gebouwd is. Dit kan uiteraard alleen bij bouwwerken waarbij de kans op een calamiteit klein is (essentie van het risicogestuurd werken). Het komende jaar starten we met de volgende twee soorten bouwwerken: dakkapellen en balkon beglazing. Hiervoor wordt in het Programma Toezicht en (juridische) Handhaving een beperkt aantal toezichturen opgenomen. Zoals reeds aangegeven ligt de primaire verantwoordelijkheid om volgens de regels te bouwen bij de vergunninghouder, dan wel bij de aannemer. Juridische handhaving Het uitvoeringsprogramma ziet voornamelijk op het houden van toezicht op de nalevering van regelgeving. Vanuit de verleende vergunning of vanuit algemene regels die zijn opgesteld in wetten, verordeningen en besluiten. In veel gevallen kan er worden gecorrigeerd door middel van bijvoorbeeld een waarschuwing. Maar ook zal het noodzakelijk zijn in een aantal gevallen sanctioneel op te treden. Dit sanctioneel optreden kan door middel van het opleggen van een bouwstop, het aanschrijven om een overtreding ongedaan te maken, het opleggen van een last onder dwangsom of het opleggen van een last onder bestuursdwang. Wanneer wij welke sanctie inzetten wordt bepaald aan de hand van de Landelijke Handhavingssanctiestrategie 4. Indien het een situatie betreft waarbij door het verlenen van de juiste vergunning de overtreding alsnog beëindigd kan worden, onderzoeken wij deze mogelijkheid. Daarnaast is er ook aandacht voor het (juridisch) afhandelen van meldingen en handhavingsverzoeken van burgers/omwonenden. Deze zijn niet vooraf te plannen. Ook is het aantal handhavingstrajecten en het aantal daaruit vloeiende bezwaar- en beroepszaken niet vooraf te plannen. Wel is aan de hand van kengetallen van afgelopen jaren een inschatting te maken van het aantal te verwachten meldingen/handhavingsverzoeken en de omvang van de (juridische) inzet die hiervoor noodzakelijk is. Een overzicht van de aantallen uit te voeren controles, handhavingsinstrumenten en hiermee samenhangende werkzaamheden (op jaarbasis) én de daarmee gemoeide capaciteit is weergegeven in het Programma Toezicht en (juridische) Handhaving 2016 (zie figuur 2 hieronder). 4 Door het college vastgesteld op d.d. 7 juli 2015 tezamen met het VTH-beleid 7

8 In dit overzicht zijn niet de extra uren meegenomen voor projecten die niet passen binnen de normale urenramingen. In het Programma Toezicht en (juridische) Handhaving zijn de uren voor toezicht krap bemeten. Echter wel aanvaardbaar omdat het gaat om geprognotiseerde aantallen. Dit betekent wel dat wanneer er zich calamiteiten of onvoorziene situaties voordoen, dit direct een aanslag zal zijn op de capaciteit en urenbesteding. Lopende het jaar zullen er dan, op basis van de prioritering uit het VTH-beleid, nieuwe keuzes gemaakt moeten worden over de urenbesteding voor bouwtoezicht, dan wel inzet van (extra) capaciteit. Om tot een sluitende capaciteitsplanning te komen is op onderdelen c.q. activiteitsniveau gekeken waar op verantwoorde wijze een reductie in uren en aantal controles kon worden gerealiseerd. Lopende 2016 zal aan de hand van de werkelijkheid/monitoring moeten worden bezien in hoeverre dit overeenkomt. Figuur 2 Programma Toezicht & Handhaving 2016 Onderdelen Activiteiten Aantal Uren Toezicht Wabo Regulier bouwtoezicht (incl. bijbehorende werkzaamheden zoals afstemming, overleg e.d.) Calamiteiten Handhavingsverzoeken Bouwmeldingen (melddesk) Woonwagenlocaties 4 60 Wijkgericht handhaven Inzet rampen en crisisorganisatie Toezicht APV Evenementen - groot Evenementen klein en middelgroot Drank- en Horeca inrichtingen Toezicht - Constructieve ondersteuning onderhoud aan Projectmatig infrastructurele kunstwerken Onderzoek galerijvloeren bij flatgebouwen Asbest inventarisatie 160 Damocles (hennep) Inbraakpreventie Inspectiesignaal 2 80 Handhaving Handhavingsbesluit - constateringsbrieven Wabo en APV Handhavingsbesluit - voornemen tot last onder dwangsom Handhavingsbesluit - last onder dwangsom Handhavingsbesluit - Voornemen tot 5 40 bestuursdwang Handhavingsbesluit - bestuursdwang 5 40 Bestuurlijke boete 5 40 Handhaving - Onderzoek galerijvloeren bij flatgebouwen Projectmatig (betreft 35 straatnamen) Handhaving - Kinderopvang Overig N.a.v. melding N.a.v. handhavingsverzoek Wob verzoeken Bezwaar en beroep Behandeling bezwaar Behandeling beroep Behandeling hoger beroep Voorlopige voorziening Mediation Advisering Advies Inwoners, Bestuur en collega s 208 Cursussen & Bijhouden Kennis & Vaardigheden 320 Opleidingen Totaal beschikbaar Totaal benodigd

9 Het Programma Toezicht en (juridische) Handhaving 2016 bestaat uit negen onderdelen. Hieronder worden de negen onderdelen toegelicht. Onderdeel 1: Wabo Toezicht Het onderdeel Wabo toezicht geeft het aantal te verwachten controles op Wabo vergunningen weer en de daarvoor benodigde capaciteit. Deze werkzaamheden worden in het Programma Toezicht en (juridische) Handhaving verdeeld in het reguliere bouwtoezicht en toezicht naar aanleiding van handhavingsverzoeken, bouwmeldingen en calamiteiten. In 2016 worden er circa 650 te controleren dossiers verwacht. Dit aantal bestaat uit dossiers uit het afgelopen jaar die een doorloop hebben naar 2016 en (nieuwe) dossiers naar aanleiding van nieuw binnengekomen vergunningaanvragen. Onderdeel 2: APV Toezicht Het onderdeel APV toezicht geeft het aantal te verwachten controles op APV vergunningen weer en de daarvoor benodigde capaciteit. De focus van controles op APV vergunningen ligt voornamelijk bij (kleine, middelgrote en grote) evenementen. Er wordt toezicht gehouden op bouwkundige constructies van tribunes en tenten die tijdens het evenement gebruikt worden. Controle vindt plaats op basis van de vergunningvoorschriften en de bij de aanvraag ingediende (constructieve) informatie. Tijdens grote evenementen wordt op het evenemententerrein altijd een voorschouw uitgevoerd. In 2016 worden er circa 150 te controleren evenementen verwacht. Onderdeel 3: Projectmatig toezicht Het onderdeel projectmatig toezicht geeft het aantal te verwachten projecten weer en de daarvoor benodigde capaciteit. Het projectmatig toezicht is een piek in het toezichtwerk en is daarom niet op voorhand meegenomen in de capaciteitsraming. Omdat we de afgelopen jaren meerdere malen dergelijke projecten hebben meegemaakt worden deze vanaf 2016 meegenomen in het uitvoeringsprogramma. Projectmatig toezicht heeft betrekking op toezicht op grond van specifieke toezichtsthema s die in het komende jaar uitgevoerd worden. Het betreft o.a. de volgende vijf thema s: Inventarisatie asbesthoudende gebouwen Vooralsnog is een globale inventarisatie uitgevoerd met betrekking tot de zgn. lintbebouwing. Gezien de wetgeving zal daaruit volgend ook over de gehele gemeente moeten worden geïnventariseerd welke gebouwen zijn voorzien van asbest. Daarnaast zal moet worden geïnventariseerd waar bergingen, schuren of dergelijke zijn voorzien van asbest. Dit zal een forse aanslag zijn en of worden op de capaciteit van bouwtoezicht. Constructieve ondersteuning onderhoud aan infrastructurele kunstwerken In de gemeente Zoetermeer vindt structureel onderhoud aan infrastructurele kunstwerken plaats. Jaarlijks wordt een gedeelte van de kunstwerken geïnspecteerd. Uit deze globale inspectie worden een aantal kunstwerken uitgebreider geïnspecteerd, op basis waarvan een programma Kunstwerken wordt samengesteld. Toezicht op de infrastructurele kunstwerken vindt alleen plaats als de constructieve veiligheid in het geding is. Verder wordt er niet actief gecontroleerd. In het Programma Toezicht en (juridische) Handhavng zijn hiervoor in totaal 100 uren opgenomen Inbraakpreventie De gemeente maakt samen met andere partners een vuist tegen woninginbraak. Gedurende het jaar worden er verschillende wijkveiligheidsavonden georganiseerd waarbij informatie wordt verstrekt over hoe de kans op een woninginbraak zelf nog verder kan worden verkleind. De gemeente heeft hiervoor een Inbraakpreventie specialist opgeleid. In het programma Toezicht en (juridische) Handhaving zijn voor de Inbraakpreventie specialist 192 uren opgenomen. Gemeentelijk toezicht hennep Het lokaal drugsbeleid is erop gericht om de handel in en productie van drugs integraal aan te pakken. De strafrechtelijke en fiscale aanpak richten zich primair op het subject, terwijl de bestuursrechtelijke aanpak beoogt aan de ongewenste situatie een einde te maken. Met de inzet van strafrechtelijke, 5 Het verschil tussen Totaal beschikbaar en Totaal benodigd is aanvaardbaar omdat het Programma gebaseerd is op geprognotiseerde aantallen. De werkelijke aantallen zijn pas eind 2016 bekend. 9

10 fiscale en bestuursrechtelijke instrumenten dan wel een combinatie daarvan wordt tegen drugscriminaliteit integraal opgetreden. De gemeente past het Damoclesbeleid toe. De controles voor de bestuursrechtelijke aanpak worden uitgevoerd door de bouwtoezichthouders in samenwerking met de politie. In 2016 wordt een toename verwacht in het aantal op te rollen hennepkwekerijen, namelijk ca. 70. Onderzoek galerijvloeren bij flatgebouwen Zie onderdeel 5 Handhaving projectmatig. Onderdeel 4: Handhaving Wabo en APV Het onderdeel Handhaving Wabo en APV geeft het aantal te verwachten handhavingstrajecten weer en de daarvoor benodigde capaciteit. Als wij tijdens het houden van toezicht constateren dat sprake is van een activiteit die in strijd is met de wet, - regelgeving, of de voorwaarden uit de vergunning, treden wij handhavend op. Handhaven heeft als doel de (illegaal) ontstane situatie terug te brengen naar een situatie die wel voldoet aan de (wettelijke) regels en vergunning. Zoals reeds in de inleiding van dit hoofdstuk aangegeven is hanteren wij bij handhaving van de Wabo en de APV de Landelijke Handhavingssanctiestrategie. Om de sanctiestrategie te bepalen wordt zowel naar het gedrag van de overtreder gekeken als naar de ernst van de overtreding. Bewust gemaakte overtredingen met ernstige gevolgen worden zwaar aangepakt, bijvoorbeeld met een mix van bestuurlijke en strafrechtelijke middelen. Bij de inzet van strafrechtelijke instrumenten is een nauwe samenwerking met de politie en het Openbaar Ministerie vereist. Onderdeel 5: Handhaving projectmatig Het onderdeel projectmatige handhaving geeft het aantal te verwachten projecten weer en de daarvoor benodigde handhavende capaciteit. Projectmatige handhaving heeft betrekking op (grote) projecten zoals Cadenza of handhaving op grond van het Damoclesbeleid. Daarnaast omvat dit onderdeel specifieke handhavingsthema s /projecten die in het komende jaar uitgevoerd worden. Het betreft het volgende thema: Onderzoek galerijvloeren bij flatgebouwen Per 1 januari 2016 stelt het Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties een onderzoeksplicht voor galerijflats in. Op basis hiervan moeten eigenaren van galerijflats een onderzoek laten uitvoeren naar de constructieve veiligheid van de galerij- en balkonvloeren. Aanleiding hiervoor is het in 2011 afgegeven inspectiesignaal in verband met de instorting van een galerijvloer in Leeuwarden. Gemeenten kunnen het onderzoeksrapport opvragen en op grond van de Woningwet handhavend optreden als eigenaren niet voldoen aan deze onderzoeksplicht. De gemeente gaat komend jaar de eigenaren van (betreffende) flatgebouwen actief aanschrijven om hen aan de onderzoeksplicht te laten voldoen. Onderdeel 6: Handhaving overig Het onderdeel handhaving overig heeft betrekking op overige werkzaamheden zoals het behandelen van (bouw)meldingen, handhavingsverzoeken, verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob-verzoeken) en de Wet Kinderopvang en de daarvoor benodigde capaciteit. Meldingen met betrekking tot brandveiligheid, constructieve veiligheid en gezondheid worden verder onderzocht en indien nodig volgt een juridisch handhavingstraject. Het is belangrijk om meldingen serieus te onderzoeken, maar tegelijkertijd ervoor te waken dat de meldingen niet de agenda gaan bepalen. Reageren op een handhavingsverzoek betreft een verplichting (beginselplicht tot handhaving). Bij de beslissing of een zaak verder wordt onderzocht in verband met (mogelijk) handhavend optreden wordt gehandeld conform de prioritering uit het VTH-beleid. Concreet betekent dit dat iedereen die een melding of een verzoek indient bij de gemeente een antwoord krijgt maar dat het in verband met prioritering niet in alle gevallen leidt tot het (direct) oppakken van de melding of het verzoek. Voor de benodigde juridische capaciteit moet worden uitgegaan van een gemiddelde aangezien ieder dossier andere discussiepunten met zich mee zal brengen. 10

11 Handhaving kinderopvang betreft de bestuursrechtelijke handhaving op de naleving van de Wet Kinderopvang. De wijze van handhaving is vastgelegd in het handhavingsbeleid voor de kinderopvang. Onderdeel 7: Bezwaar en beroep Het betreft hier de juridische behandeling van ingediende bezwaar- en beroepschriften tegen handhavingsbesluiten. Het gaat om het soort handhavingsbesluiten dat hierboven in de verschillende onderdelen is genoemd. Onderdeel 8: Advisering Bij advisering gaat het met name over informeren en adviseren van inwoners, collega s en het bestuur omtrent de bovengenoemde vergunningen en de regelgeving die daarbij betrokken is. Dit gebeurt in de vorm van bijvoorbeeld vooroverleg, deelname aan overleggen zoals de Vergunningenkamer en input leveren voor de beantwoording van technische raadsvragen. Voor dit onderdeel is het lastig om (prognose) aantallen aan te geven. Er wordt gerekend met een tijdsbesteding van twee uur per week, per team. Onderdeel 9: Cursussen en opleidingen Het is belangrijk dat alle medewerkers zich blijven ontwikkelen en dat hun kennis over het vakgebied actueel is en de benodigde vaardigheden regelmatig traint. De prioriteit ligt bij de opleidingen die noodzakelijk zijn in het kader van de Kwaliteitscriteria 2.1. en de trainingen die noodzakelijk zijn voor het kunnen uitvoeren van het werk. Voor dit onderdeel is het lastig om (prognose) aantallen aan te geven. Er wordt gerekend met een tijdsbesteding van 40 uur per persoon, per jaar. 5. Monitoring en bijsturing Omdat niet van te voren exact in te schatten is met welke aantallen we in een jaar te maken krijgen bevat het uitvoeringsprogramma VTH 2016 aannames/prognosecijfers gebaseerd op ervaringscijfers van voorgaande jaren, informatie uit onze Vastgoeddatabase en ingecalculeerde economische groei. Gedurende het jaar wordt het uitvoeringsprogramma gemonitord aan de hand van de aantallen aanvragen, controles, handhavingsverzoeken en het tijdschrijfsysteem WBU. Op basis van deze gegevens wordt gekeken waar we afwijken van de prognoses en dus moeten bijsturen. Indien gedurende het jaar uit monitoring blijkt dat eerdere actualisatie nodig is, dan aan het einde van 2016, wordt er tussentijds een nieuw Uitvoeringsprogramma aangeboden. 11