PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR. De vergadering begint met een besloten deel. Naar verwachting start het openbare deel om uur.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR. De vergadering begint met een besloten deel. Naar verwachting start het openbare deel om uur."

Transcriptie

1 ZITTING AGENDA 19 e vergadering bestuurscommissie Vervoersautoriteit op woensdag 21 september 2016, van tot uur, vergaderzaal G van de MRDH, Grote Marktstraat 43 te Den Haag PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR De vergadering begint met een besloten deel. Naar verwachting start het openbare deel om uur. Opening en mededelingen openbaar gedeelte Welkom aan de heer Sjoerd Bosman, interim-directeur Openbaar Vervoer. 1. Vaststellen van de agenda van het openbare deel Vaststellen verslag 2. Verslag van het openbare gedeelte van de 18 e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit op 6 juli 2016 Gevraagd besluit: 1. Het verslag van het openbare gedeelte van de 18 e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit vast te stellen. Ter bespreking 5. Uitvoering Regionaal Investeringsprogramma MRDH Met het Regionaal Investeringsprogramma ligt er een stevige opdracht voor deze regio. Het is nu aan de eigenaren van de projecten om te zorgen dat de projecten tot uitvoering komen. Het is echter evident (gezien de onderlinge afhankelijkheden en gezamenlijke mogelijkheden) dat een gedeelde en door alle partijen gedragen uitvoering van groot belang is. Juist door als overheden gezamenlijk op de realisatie van het programma te sturen wordt onderlinge synergie optimaal benut. De bijgevoegde notitie beschrijft het voorstel voor een uitvoeringsstrategie van de gezamenlijke partijen voor het Regionaal Investeringsprogramma. Dit voorstel voor de uitvoeringsstrategie loopt vooruit op het definitief vaststellen van het Regionaal Investeringsprogramma. Hetzelfde besluit zal worden voorgelegd aan de bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat op 22 september. - Gevraagd besluit: Akkoord gaan, lopende de zienswijzeprocedure voor het Regionaal Investeringsprogramma, met: 1. Het indelen van projecten van het Regionaal Investeringsprogramma in de categorieën: A. Projecten waarvan MRDH of PZH bestuurlijk eigenaar zijn. B. Projecten waarvan gemeenten bestuurlijk eigenaar zijn. C. Projecten waarvan derden (Rijk, bedrijven etc.) bestuurlijk eigenaar zijn. 2. De verantwoordelijkheids-/rolverdeling van de projecten zoals opgenomen in bijlage 1 behorende bij deze notitie Uitvoering Regionaal Investeringsprogramma. Pagina 1 van 5

2 3. De bestuurlijk eigenaren van de projecten te verzoeken uiterlijk 1 december 2016 met een collegebesluit aan te geven wie bestuurlijk verantwoordelijk is, wie projectmanager/-leider is en welk resultaat wanneer bereikt moet worden. 4. De voorgestelde keuze van de focusprojecten. 5. Het informeren over relevante ontwikkelen betreffende de uitvoering van het Regionaal Investeringsprogramma in de reguliere vergaderingen van de bestuurlijke gremia (algemeen bestuur en bestuurscommissies) en eenmaal per jaar een special te organiseren om de balans op te maken. 6. De bovengenoemde besluiten (1 t/m 5) ter definitieve accordering voor te leggen aan het algemeen bestuur van 9 december Hamerstukken De hamerstukken zullen ter vergadering in één keer worden afgedaan. Indien u toch wenst te spreken over een hamerstuk dient u dit voorafgaand aan de vergadering kenbaar te maken aan de voorzitter via w.dekker@mrdh.nl en t.vanmourik@mrdh.nl. 6. Subsidielijst Vervoersautoriteit MRDH De bijgevoegde lijst bevat alle voorgestelde subsidieverleningen ten behoeve van Verkeer en Vervoer verzameld in één tabel. De subsidieverleningen passen binnen de vastgestelde begroting, maar vallen buiten het verleende ondermandaat. - Gevraagd besluit: 1. De lijst van subsidies en gunningen vast te stellen. 7. Verlengen concessie Haaglanden Regio De MRDH heeft op 27 september 2008 een concessie verleend aan Veolia voor de exploitatie van het busvervoer in Haaglanden Regio voor de periode augustus 2009 augustus De MRDH heeft ambtelijk met Veolia overeenstemming bereikt over de voorwaarden van de verlenging. De verlenging leidt tot kwaliteitsverbetering in het Openbaar Vervoer (Wifi, chipkaartapparatuur in buurtbussen, tien nieuwe bussen ter vervanging van andere voertuigen) en gelijktijdig een lagere exploitatiebijdrage. Verder zijn met Veolia goede afspraken gemaakt om het transitiepad naar zero emissie busvervoer na december 2019 mogelijk te maken. - Gevraagd besluit: 1. De concessie Haaglanden Regio aan Veolia Transport Nederland met twee jaar te verlengen van 27 augustus 2017 tot zondag 25 augustus 2019 conform het in bijlage 1 genoemde voorstel. 2. De bijgevoegde brief aan Veolia Transport Nederland (onderdeel van Transdev Nederland Holding N.V.) over deze verlenging vaststellen(bijlage 2). 8. Loon- prijspeilaanpassingen 2016 RET en Connexxion De concessiehouders RET N.V. en Connexxion Openbaar Vervoer N.V. ontvangen voor het uitvoeren van de concessies/contracten (exploitatie)subsidies van de MRDH. De subsidies zijn in december 2015 verleend op basis van het prijspeil In de beschikkingen is aangegeven, dat de subsidies in het najaar van 2016 worden geïndexeerd naar prijspeil Dit gebeurt op basis van de in de concessie/in het contract afgesproken index. - Gevraagd besluit: 1. De loon- en prijspeilaanpassing 2016 voor de (exploitatie)subsidies OV vast te stellen op 1,68%; Pagina 2 van 5

3 2. Op grond van artikel 23 van de Subsidieverordening Verkeer en Vervoer 2012 van de stadsregio Rotterdam, die van toepassing is op basis van artikel 1 van de Tijdelijke Subsidieverordening Verkeer en Vervoer MRDH 2015 voor de loon- en prijspeilaanpassing 2016 de volgende aanvullende subsidies te verlenen: a ,- aan RET N.V. voor het Jaarplan Instandhouding Infrastructuur; b ,- aan RET N.V. voor de exploitatie van de Fast Ferry; c ,- aan de RET N.V. voor Regie en Ontwikkeling; d ,- aan RET N.V. voor de concessie Rail; e ,- aan de RET N.V. voor het Uitvoeringsplan Sociale Veiligheid; f ,- aan RET N.V. voor het Jaarplan Verkoop en Marketing; g ,- aan RET N.V. voor de operationele kosten voor het Elektronisch Beheer Systeem (Rail); h ,- aan Connexxion Openbaar Vervoer N.V. voor de concessie Voorne-Putten/Rozenburg; i ,- aan Connexxion Openbaar Vervoer N.V. voor de concessie Parkshuttle Rivium. 9. Samenwerkingsovereenkomst vervanging St. Sebastiaansbrug De intentieovereenkomst (vastgesteld op 7 december 2015) is uitgewerkt in een samenwerkingsovereenkomst. De samenwerkingsorganisatie is nader ingevuld, met voor de MRDH de coördinerende rol tussen de partners en als het gaat om de aansturing van het ingenieursbureau Rotterdam. De coördinerende rol laat onverlet de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor en dus risico binnen het project. Het risico wordt voor een derde door alle partners gedragen. Verder zijn de afspraken over de omleidingskosten herzien. - Gevraagd besluit: 1. In te stemmen met de samenwerkingsovereenkomst vervanging Sint Sebastiaansbrug. 10. Aanpassing budgetten Netwerk RandstadRail Op 6 december 2010 is er een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de gemeente Den Haag en MRDH waarin afspraken zijn gemaakt over de uitvoering van het programma Netwerk Randstad Rail (NRR). Naar aanleiding van deze overeenkomst zijn de kosten voor spoormaterialen en -complexen ten behoeven van NRR in de opdrachtsom aan de gemeente Den Haag opgenomen. Het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden heeft op verzoek van de gemeente Den Haag op 13 maart 2013 ingestemd om het subsidie-instrument toe te passen voor projecten in het kader van Netwerk RandstadRail die door de HTM buiten de concessie worden uitgevoerd. Hieronder valt ook de aanschaf en inbouw van spoorcomplexen en -materialen. Dit voorgesteld besluit voorziet in een tweede aanpassing in de wijze waarop de budgetten verstrekt worden aan de gemeente Den Haag. - Gevraagd besluit: 1. In te stemmen met het verlagen van de opdrachtsom voor de uitvoering van het programma Netwerk RandstadRail aan gemeente Den Haag met betrekking tot spoorse materialen en wisselcomplexen met een totaal bedrag van Pagina 3 van 5

4 11. Vaststellen diverse subsidies Mobiliteitsfonds Haaglanden Voorgesteld wordt om de subsidies vast te stellen voor Verkeerseducatie voorgezet onderwijs deel 1 en 2 en Schoon rijden Haaglanden We Share. - Gevraagd besluit: 1. De volgende subsidies op grond van artikel 25 van de Verordening Mobiliteitsfonds Haaglanden 2005 vast te stellen, waarbij in afwijking van deze verordening niet om een accountantsverklaring wordt gevraagd: a. Verkeerseducatie voortgezet onderwijs deel 1 (HCO), vast te stellen op ,32 exclusief BTW (beschikking 05VDN002 d.d. 29 juni 2005); b. Verkeerseducatie voortgezet onderwijs deel 2 (HCO), vast te stellen op ,00 exclusief BTW (beschikking 07VDN001 d.d. 6 februari 2008); c. Schoon rijden Haaglanden We Share (Urgenda), vast te stellen op ,92 exclusief BTW (beschikking 13MDN001 d.d. 11 december 2013). 12. Convenant fietsparkeren bij NS-stations [nazending] Uit de evaluatie van het Actieplan Fietsparkeren bij Stations is gebleken dat de vraag naar fietsparkeerplekken bij NS-stations in ieder geval tot 2030 blijft toenemen en dat het budget voor het Actieplan onvoldoende is om aan deze vraag te voldoen. Na uitputting van het budget wordt in 2020 nog een landelijk tekort van fietsparkeerplekken verwacht en een tekort van in Voor de MRDH gaat het tot en met 2020 om projecten bij 9 NS-station. In het convenant worden voor de periode tot 2021 afspraken gemaakt over verbetering van de rol- en taakverdeling tussen partijen, prioriteren en financieren van urgente projecten en kostenbesparing. Gevraagd besluit: 1. Instemmen met de ontwerp-overeenkomst Fietsparkeren bij Stations 13. Beschikking knooppuntontwikkeling Den Haag CS fietsparkeren Koningin Julianaplein Op basis van de prognose van ProRail, NS en de gemeente Den Haag is er in 2020 een behoefte aan fietsparkeerplekken. In de periode is het aantal fietsenstallingen uitgebreid van in 2012 tot plekken in Het project fietsparkeren Koningin Julianaplein is onderdeel van een het totale project Knooppuntontwikkeling DH-CS - fietsparkeren. Al eerder is subsidie verleend voor fietsenstallingen op de locaties Prins Bernardviaduct (zijde Rijnstraat), Prins Bernardviaduct (zijde Anna van Buerenstraat) en bovengrondse stalling Koningin Julianaplein, waarbij ca fietsenstallingplaatsen zijn gerealiseerd. - Gevraagd besluit: 1. Het verlenen van de door de gemeente Den Haag gevraagde subsidie voor het project Knooppuntontwikkeling DH-CS - fietsparkeren Koningin Julianaplein voor het bedrag van ,42, als onderdeel van de Beter Benutten - maatregel 21b. 14. Budget programma Beter Benutten Vervolg Haaglanden Het programma Beter Benutten Vervolg Haaglanden is het bereikbaarheidsprogramma dat loopt tot eind In de Stuurgroep Beter Benutten Vervolg Haaglanden d.d. 18 augustus 2016 is er overeenstemming bereikt tussen de betrokken partijen over de invulling en omvang van het programma. Ter realisatie heeft de Rijksoverheid toereikend budget, de Pagina 4 van 5

5 MRDH heeft daarentegen niet genoeg aan het eerder vastgestelde budget van 11 miljoen. De totale bijdrage van de MRDH aan het programma Beter Benutten Vervolg komt op Dit resulteert in een tekort van Gevraagd besluit: 1. Een extra budget vast te stellen van ten behoeve van het programma Beter Benutten Vervolg Haaglanden, te dekken uit onderbesteding uit het programma Beter Benutten Haaglanden (deel 1). 15. Vergaderplanning 2017 bestuurscommissie Vervoersautoriteit De bestuurscommissie Vervoersautoriteit dient de data vast te stellen voor de reguliere vergaderingen van de bestuurscommissie. De vergaderingen van de (bestuurlijke) gremia zijn zo op elkaar afgestemd dat de doorlooptijd van besluiten zo kort mogelijk is. Ter informatie is de planning van de overige (bestuurlijke) overleggen van de Vervoersautoriteit en Economisch Vestigingsklimaat bijgevoegd. De data en tijden zijn op 9 augustus jl. gecommuniceerd met de leden en hun secretariaten. - Gevraagd besluit: 1. In te stemmen met de vergaderdata van de bestuurscommissie voor Ter informatie 16. Verslag studiereis Provincie Zuid-Holland en Vervoersautoriteit MRDH van 16 en 17 juni Ter bespreking 3. Presentaties Kadernota Openbaar Vervoer en Ontwerp Programma van Eisen concessies Bus De MRDH werkt momenteel aan één integraal Programma van Eisen voor alle busconcessies. Dit Programma van Eisen heeft inhoudelijk samenhang met de Kadernota Openbaar Vervoer. Het voornemen is om beide onderwerpen ter besluitvorming aan te bieden aan de bestuurscommissie van 26 oktober De bestuurscommissie wordt geïnformeerd over de te maken keuzes en te doorlopen proces richting het vaststellen en ter zienswijze leggen van het Ontwerp Programma van Eisen concessies Bus. - Gevraagd besluit: 1. Kennis nemen van de presentaties waarin u wordt geïnformeerd over het te doorlopen proces en de te maken keuzes. 4. Aanbesteden of inbesteden busvervoer De stukken zijn ter vergadering beschikbaar. Rondvraag en sluiting van het openbare deel Volgende vergadering: woensdag 26 oktober 2016, tot uur bij de MRDH, zaal G Pagina 5 van 5

6 VERSLAG Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 6 juli 2016 G. Opening en mededelingen OPENBAAR De voorzitter opent de openbare vergadering en alle afwezigen zijn gelijk als bij het besloten deel. De heer Van Hemert geeft aan dat er een bezoek is gebracht aan ABB, een bedrijf dat gespecialiseerd is in snelladers. Dit was een zeer nuttig bezoek en misschien kan er een gevolg aan gegeven worden. De voorzitter meldt dat de heer Donk, voorzitter OR HTM, op 15 juni voor deze vergadering om inspreektijd verzocht heeft over het agendapunt K.2 Gunningsbesluit concessies Rail Rotterdam en Rail Haaglanden. De spreektekst van de heer Donk is bijgesloten bij het verslag. De heer Langenberg (voorzitter) neemt het voorzitterschap van deze vergadering over van de heer De Bruijn (plv. voorzitter). De voorzitter geeft aan dat er uit Sarajevo belangstelling is voor oude trams van HTM. Er is onderzoek gedaan naar asbest. De directeur van uit vervoersbedrijf GRAS uit Sarajevo en de minister van Verkeer zullen de optie voor de overdracht van de trams verder bekijken en bespreken. H. Vaststellen verslag H.1. Concept samenvattend verslag van de 17 e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit op 15 juni 2016 openbare gedeelte De bestuurscommissie stelt het verslag van het openbare gedeelte vast van de vergadering van 15 juni I. Hamerstukken De voorzitter geeft aan dat het voorstel is om de hamerstukken (agendapunt I.1 t/m I.10) hierbij af te doen door conform te besluiten. I.1. Consortiumovereenkomst onderzoeksprogramma SURF STAD De bestuurscommissie stemt in met: 1.Ondertekening van de consortiumovereenkomst voor het onderzoeksprogramma SURF STAD door de voorzitter van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit. I.2. Pilot Zuidelijke Randstad Toekomstbeeld OV 2040 De heer Lacroix geeft aan dat in december en maart bijeenkomsten zijn geweest. De pilot is nu afgerond. De MRDH levert daarmee een bijdrage aan de landelijke discussie. Aan de landelijke spoortafel wordt het resultaat besproken. De heer Vermeulen en de heer Langenberg zijn bij dit overleg aanwezig. I&M wil graag op 24 augustus nog een bijeenkomst koppelen aan het presidium om te praten over het verdere traject. Een uitnodiging volgt nog (vergadering is gepland op 1 september). De heer Houtkamp vraagt of dit een bouwsteen wordt voor de kadernota of voor dit proces. Er wordt aandacht gevraagd voor alle magneetpunten omdat die elk hun eigen periferie hebben. Het is zaak niet alleen te kijken naar solide en robuust railvervoer, maar ook naar snelle busverbindingen over langere afstanden. De heer Vermeulen geeft aan dat als regio dicht bij de uitkomst gebleven moet worden van de conclusies bij het onderzoek. Vervoerders hebben eigen toekomstbeelden en dit kan ervoor zorgen 1

7 dat er partijen kunnen afhaken. Zuid-Holland loopt echt voorop, maar de rest van Nederland moet erbij betrokken worden en aanhaken. Het is zaak om niet of voor de muziek uit te lopen. De heer Vermeulen vraagt aandacht om vast te houden aan de visie van Stedenbaan en niet aan andere visies (van vervoerders). De heer Harpe deelt de zorg over de voortgang en aanhaking van de andere landsdelen. Het gremium Stedenbaan kan gebruikt worden om zorgen weg te nemen. De voorzitter geeft aan dat bestuurders zorgen voor een visie en dat zij hierover gaan en niet de uitvoerders. Vervoerders moeten goed aangehaakt worden. Er kan in klein beraad nogmaals over het onderwerp doorgepraat worden. Na het zomerreces wordt een bijeenkomst Stedenbaan gepland. De bestuurscommissie stemt in met: 1.Kennis nemen van de tien uitgangspunten voor de toekomst van het OV in de Zuidelijke Randstad die resulteren uit de pilot Toekomstbeeld OV Zuidelijke Randstad. 2.Kennis nemen van de rol van de pilot Toekomstbeeld OV Zuidelijke Randstad in het nationale proces en dat de afstemming met de andere schaalniveaus en landsdelen mogelijk nog tot aanpassing van de uitgangspunten zou kunnen leiden. 3.Kennis nemen van het voornemen te komen tot een actieagenda Toekomstbeeld OV Zuidelijke Randstad ter implementatie van de tien principes in concrete acties. 4.Besluiten dat de tien uitgangspunten de basis zijn voor de verdere uitwerking van het toekomstige HOV-netwerk in de Zuidelijke Randstad onder gezamenlijke regie van PZH en MRDH en de daartoe te verrichten beleidsuitwerkingen, verkenningen en studies inclusief het Regionaal Investeringsprogramma en de analysefase van het MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag. 5.De wens te uiten de actieagenda Toekomstbeeld OV Zuidelijke Randstad daartoe toe te voegen aan de samenwerkingsiconen PZH-MRDH en opdracht te geven om te onderzoeken hoe de samenwerking in het kader van Stedenbaan de verdere implementatie van Toekomstbeeld OV inclusief de afstemming met ruimte en wonen kan ondersteunen. I.3. Verbeteren OV-bereikbaarheid Rotterdam The Hague Airport De heer Lacroix geeft een korte toelichting. Het advies is vastgesteld in de bestuurscommissie en quickwinns zijn er geformuleerd en inmiddels ook uitgevoerd.de railverbinding vanuit de Noordkant is geen haalbare kaart, maar er is wel mogelijkheid voor een busverbinding. De metro voorziet in de aanwas van reizigers vanuit Rotterdam en Den Haag. RET heeft onderzoek gedaan naar de verbinding met de bus. Structurele buslijnen zijn echter lastig rendabel te maken naar de luchthaven. De heer Van Hemert geeft aan dat er nog steeds gewacht op antwoord op het onderzoek naar verbinding tussen Westland-Delft--Rijswijk-RTHA. Er komen nog nieuwe woningen (3500) in Rijswijk Buiten. Deze wijk heeft echter geen openbaar vervoer. Graag nogmaals aandacht voor dit onderzoek en dit is 2 jaar terug ook al aangekondigd in de pers. Er is bekendheid nodig voor de kosten van dit onderzoek en de kosten voor dit traject. De heer Harpe merkt op dat het lastig is om aannames te doen als de bus nog niet rijdt. Er is afgesproken om te kijken of er een slimme combinatie te vinden is van innovatief vraag gestuurd vervoer en dat er wellicht een schema mogelijk is dat afgestemd is op de vluchten. De heer Meijer sluit aan bij de punten van Delft en Rijswijk. Kijk ook naar het overstapstation en de functie van het station Rijswijk, want dit wordt gemist. Westland is ook van economisch belang voor RTHA. Kijk naar een win-win situatie en onderzoek uitbreiding van OV naar de woonwijk Rijswijk Buiten. De heer Vermeulen geeft aan dat Provinciale Staten gevraagd heeft om het belang van de naamswijziging Meijersplein onder de aandacht te brengen. Den Haag verwacht een goede financiële onderbouwing voor de naamswijziging, voordat de financiering toegezegd wordt door Den Haag. De heer Lacroix geeft aan dat de busverbinding Delft CS naar Alexander is onderzocht, dus niet vanuit Westland en vanuit Rijswijk. Belangrijk is als men kijkt naar de behoefte van de bereikbaarheid van luchthaven dan voldoet een bus vaak niet. Reizigers verlangen een goede aansluiting naar RTHA en waarschijnlijk is dat vervoer op maat. 2

8 Voor spoor 3 wordt er een verkenner aangesteld die in gesprek gaat met mobiliteitsaanbieders in de regio. Hierachter zit ook een drijvende kracht van een CEO Schiphol. Ook wordt in gesprek gegaan met de vraagkant. De naamswijziging is nu een probleem omdat er niet veel gereisd wordt naar RTHA vanaf Meijersplein. Een betere connectie van Meijersplein naar de terminal is belangrijk. Op korte termijn komt via Beter Benutten een kwaliteitsimpuls Meijersplein m.b.t. de verbinding met de terminal RTHA. RET heeft onderzoek gedaan naar de kosten voor de naamswijziging van Meijersplein en deze komen uit op maximaal De voorzitter geeft aan dat Rotterdam voorstander is van mobility as service (MAAS) en dit onderzoek wordt gestart in september in samenwerking met de Verkeersonderneming. Een extra impuls is goed, maar kijk ook naar de andere verbindingen is de opmerking..dit onderwerp komt na het zomerreces terug in de bestuurscommissie ter bespreking in de bestuurscommissie. De heer Harpe geeft aan dat Delft niet is meegenomen in het onderzoek naar de verbinding naar RTHA en wil aandacht voor Delft. Delft wil graag meegenomen worden in MAAS en op de hoogte gesteld worden over het onderzoek. De heer Vermeulen vraagt of er kans is om de campus Leiden mee te nemen in het onderzoek MAAS. De bestuurscommissie geeft aan dat de naamswijziging zo snel mogelijk doorgevoerd moet worden bij Meijersplein. Het onderwerp wordt besproken in het presidium op 24 augustus De bestuurscommissie stemt in met: 1.Kennis nemen van de stand van zaken met betrekking tot spoor 1 quick wins 2.Kennis nemen van de stand van zaken met betrekking tot spoor 3 mobiliteitsdiensten 3.Kennis nemen van de stand van zaken met betrekking tot spoor 4 verbinding RTHA-Meijersplein 4.Vaststellen dat aanpassing van de naam van metrohalte Meijersplein naar een nog te bepalen nieuwe naam mogelijk is mits: Een significante verbetering wordt bereikt in de verbinding tussen de halte en de luchthaventerminal. De gemeente Rotterdam een formeel verzoek tot naamswijziging indient. De kosten van de naamswijziging zoveel mogelijk zijn beperkt door te combineren met naamswijzigingen elders in het net. De partijen MRDH, RTHA, Den Haag en Rotterdam ieder 25% van deze kosten dragen. Over de concrete financiële consequenties later te besluiten op basis van een onderbouwd voorstel. 5.Vaststellen dat op de luchthaven gerichte aanpassingen van het huidige busnet nu onvoldoende kosteneffectief zijn, de RET te vragen een nader marktonderzoek te doen naar de kansen van opnemen van Delft, Rijswijk en Westland in de busverbinding naar de luchthaven, de mogelijke spitsdienst Zoetermeer-Schiedam en in toekomstige verkenningen naar het HOV-net in het gebied tussen Zoetermeer, Rotterdam en Delft/Den Haag RTHA als mogelijke bestemming mee te wegen in de netwerkontwikkeling. I.4. Herziene beschikking vervoersknoop Bleizo De bestuurscommissie stemt in met: 1.De vigerende beschikking 14TZR001 met bijbehorende verplichtingen ad minus de betaling ad in te trekken; 2.In te stemmen met het afwijken van het in de subsidieverordening genoemde VAT-percentage op voorwaarde dat het beschikbare budget niet wordt overschreden. 3.Een nieuwe beschikking 16OZO0027 af te geven voor vervoersknoop Bleizo ad exclusief BTW aan de gemeente Zoetermeer; 1. Een reservering op te nemen voor betaling in 2019 van de Bedieningsovereenkomst ad exclusief BTW + indexering aan de NS 2. Een bedrag van exclusief BTW ter beschikking te stellen ten behoeve van het uitvoeren van onafhankelijke kwaliteitscontroles 3

9 I.5. Bevoorschotting HTM Rail 2016 inzake invoer Avenio railvoertuigen De bestuurscommissie stemt in met: 1.Het vaststellen van de bevoorschotting aan HTM Personenvervoer N.V. voor het jaar 2016 van in verband met de inzet van de Avenio railvoertuigen voor de uitvoering van de dienstregeling. I.6. Indexering subsidie voor project Rotterdamse baan De bestuurscommissie stemt in met: 1.Het nog niet bestede deel van de subsidie aan de gemeente Den Haag voor het project Rotterdamse baan te indexeren naar prijspeil 2015, conform de beschikking d.d. 9 oktober 2013, waarbij een bedrag van ,- ten laste wordt gebracht van het Regiofonds (BOR) en een bedrag van ten laste wordt gebracht van het Mobiliteitsfonds Haaglanden. I.7. Meerjarenplanning en analyse wegwerkzaamheden en evenementen Zuid-Holland De bestuurscommissie stemt in met: 1.Kennis te nemen van de meerjarenplanning en analyse werkwerkzaamheden en evenementen in de provincie Zuid-Holland Binnen de eigen gemeente (als wegbeheerder) na te gaan of er voldaan wordt aan de afstemverplichtingen door wegwerkzaamheden en evenementen in te voeren in LTC en af te stemmen via de regionale afstemoverleggen. I.8. Brief aan gemeente Zuidplas inzake lobby A20 Nieuwerkerk-Gouda De bestuurscommissie stemt in met: 1. Bijgevoegde brief aan de gemeente Zuidplas vast te stellen waarin de medeondertekening van een Position Paper ter versnelling van het project A20 Nieuwerkerk-Gouda niet wordt gesteund. De heer Vermeulen vraagt aandacht voor de lobby naar het rijk voor dit onderwerp. De heer Immerzeel geeft aan dat de MRDH het project A20 ondersteunt omdat dit de nummer 5 van de prioriteitenlijst is van het BO MIRT. Bij het ministerie staat het ter uitvoering in de boeken tussen 2023 en 2026 en dit sluit exact aan bij Rotterdam Vooruit voor de A16. Mevrouw Mourik geeft aan dat Voorne-Putten het voorstel voor medeondertekening niet ondersteunt. De voorzitter geeft aan dat de Positition Paper wordt ondersteund, maar niet door de bestuurscommissie wordt ondertekend. Het besluit en de brief worden aangepast. I.9. Beslissing op bezwaar Advier De bestuurscommissie stemt in met: 1.Inzake de bezwaren van Advier met betrekking tot de subsidievaststelling Inzake de bezwaren van Advier met betrekking tot de subsidievaststelling haalbaarheidsstudie Multi-Use Transferium Delft het advies van de Algemene Bezwaarschriften Commissie in zijn geheel over te nemen en: de bezwaren tegen de beslissing van de Stuurgroep Beter benutten om het project te beëindigen niet-ontvankelijk te verklaren; de bezwaren tegen het besluit tot vaststelling van de subsidie en de bezwaren tegen de terugvordering ongegrond te verklaren; het bestreden besluit te handhaven. Advier middels bijgevoegde beslissing op bezwaar te informeren. I.10. Bestuurlijke voorziening voor besluitvorming tijdens het zomerreces De bestuurscommissie stemt in met: 1.In verband met het zomerreces voor een beperkte periode een mandaat/volmacht te verlenen aan de directeur Vervoersautoriteit of zijn plaatsvervanger tezamen met: mevrouw C. Mourik voor de weken 28, 29 en 34 de heer P.J. Langenberg voor de weken 30, 31 en 32 de heer M.J. Rosier voor week 33 4

10 om in spoedeisende gevallen, waarbij aantoonbaar met besluitvorming niet gewacht kan worden tot na het zomerreces, namens de bestuurscommissie Vervoersautoriteit/de voorzitter te besluiten en te ondertekenen. J. Ter informatie J.1. Terugblik adviescommissie Vervoersautoriteit d.d. 15 juni 2016 De heer Van Sluis spreekt zijn verbazing uit over het inspreekrecht bij de adviescommissies. De heer Gleijm geeft aan dat nog gekeken wordt naar de besluitvormingsbevoegdheid en rolvastheid van de adviescommissie. De voorzitter merkt op dat het proces van het Investeringsprogramma niet in goede aarde is gevallen bij de Rotterdamse raadsleden. Dit is een leerpunt voor de MRDH en nog een aandachtspunt is de naamsbekendheid van de MRDH. J.2. Terugblik algemeen bestuur MRDH d.d. 1 juli 2016 De heer Immerzeel merkt op dat de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid is vastgesteld door het AB van 1 juli. K. Ter bespreking K.1. Vervoerplannen 2017 De bestuurscommissie stemt in met: 1.Kennis te nemen van de vervoerplannen 2017 van HTM, HTMbuzz, Veolia, RET en Connexxion. 2.Kennis te nemen van de binnengekomen reacties op de ontwerp-vervoerplannen Instemmen met de Nota van Reactie. 4.Instemmen met de invoering van de vervoerplannen 2017 per 11 december Uitvoering geven aan de reactie van de adviescommissie door het onderwerp burgerparticipatie mee te nemen in de evaluatie van de gemeenschappelijke regeling. De heer Van Noort en de heer Houtkamp vragen aandacht voor de Nota van Reactie en de beantwoording aan de gemeenten. De heer Bavelaar geeft aan dat er nog contact opgenomen wordt met Barendrecht en Schiedam om hun aangegeven punten te bespreken. De heer Harpe geeft aan dat er een brief is verstuurd aan de bestuurscommissie van fracties uit Delft over een motie die is ingediend inzake buslijn 62. De bestuurscommissie besluit dat er een formele reactie van de bestuurscommissie geschreven wordt dat de fracties zich kunnen wenden tot hun college. De heer Bavelaar geeft aan dat er een voorstel komt om 1x de procedure te doorlopen voor de vervoerplannen De vervoerplannen hebben dan een looptijd van 16 maanden i.p.v.12 maanden. De reactietermijn wordt 8 weken voor gemeenten i.p.v. de huidige 6 weken. K.2. Gunningsbesluit concessies Rail Rotterdam en Rail Haaglanden A. Gunningsbesluit concessie Rail Rotterdam 2016 De bestuurscommissie stemt in met: 1. Op basis van het advies van het beoordelingsteam het voornemen uit te spreken om de concessie Rail Rotterdam te gunnen aan RET N.V.; 2. De portefeuillehouder Middelen conform bijgevoegde volmacht te machtigen om de zeggenschap (een aandeel) RET N.V. te verwerven; 3. In te stemmen met de voorgestelde samenwerkingsverklaring tussen MRDH en RET N.V.; 4. De voorzitter van de bestuurscommissie te machtigen de bijgevoegde samenwerkingsverklaring te ondertekenen; 5. De concessie Rail Rotterdam te gunnen aan RET N.V.; 6. De voorzitter van de bestuurscommissie te machtigen het bijgevoegde gunningsbesluit en concessiebesluit te ondertekenen; 7. De portefeuillehouder Middelen conform bijgevoegde volmacht te machtigen alle aan het aandeelhouderschap verbonden bevoegdheden en verantwoordelijkheden uit te voeren; 5

11 8. Bijgaande brief aan de gemeenteraden te laten ondertekenen door de voorzitter van de bestuurscommissie; 9. Bijgaand persbericht vast te stellen en te verspreiden. B. Gunningsbesluit concessie Rail Haaglanden 2016 De bestuurscommissie stemt in met: 1.Op basis van het advies van het beoordelingsteam het voornemen uit te spreken om de concessie Rail Haaglanden te gunnen aan HTM Personenvervoer N.V. 2.Bijgaand persbericht vast te stellen en te verspreiden. De portefeuillehouder Middelen geeft grote complimenten voor de ambtelijke organisatie. Er is ontzettend veel werk verzet in dit dossier. De voorzitter dankt de portefeuillehouder Middelen voor zijn inzet bij het tot stand komen van de concessies Rail. Er komt een evaluatie van het proces om te bekijken waar er ruimte is voor verbetering voor lering m.b.t. tot de concessies bus. L. Rondvraag en sluiting De heer Rosier geeft aan dat voor knooppunt BLEIZO een samenwerkingsovereenkomst ondertekend is met Prorail. Gemeente Zoetermeer gaat namens MRDH samen met Prorail het treinstation bouwen en dit is een unieke constructie. De heer Kist nodigt de leden van de bestuurscommissie uit voor de Eneco tour op 8 en 9 augustus

12 Aanwezig Rotterdam Den Haag Zoetermeer Barendrecht Brielle Capelle aan den IJssel Delft Hellevoetsluis Krimpen aan den IJssel Leidschendam-Voorburg Midden-Delfland Nissewaard Pijnacker-Nootdorp Rijswijk Schiedam Westland Wassenaar P.J. Langenberg (voorzitter) Th.J.A.M. de Bruijn M.J. Rosier L. van Noort A.A. Schoon D.P. van Sluis L.B. Harpe C.J.A. van Lith C.A. Oosterwijk (plv) F.J. Kist H.H.V. Horlings C. Mourik P. Melzer R. van Hemert M.C.J. Houtkamp A.W. Meijer L. Doorn Staf Vervoersautoriteit A.L. Gleijm (secretaris, directeur Vervoersautoriteit) Vervoersautoriteit Vervoersautoriteit E.L.P.G. Bavelaar (manager Openbaar Vervoer) J.W. Immerzeel (manager Verkeer) Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering D. Dijs (voorlichting) W. Dekker (bestuurszaken) Bedrijfsvoering T. van Mourik (bestuurszaken) Afwezig Albrandswaard Lansingerland Maassluis Ridderkerk Vlaardingen Westvoorne J.E. de Leeuwe S. Fortuyn C. Pleijsier Dhr. V.A. Smit R. van Harten P. Blok - Van Werkhoven 7

13 8

14

15

16 Onderwerp Uitvoering Regionaal Investeringsprogramma Voorgesteld Akkoord gaan, lopende de zienswijzeprocedure voor het Regionaal besluit Investeringsprogramma, met: 1) Het indelen van projecten van het Regionaal Investeringsprogramma in de categorieën: a. Projecten waarvan MRDH of PZH bestuurlijk eigenaar zijn. b. Projecten waarvan gemeenten bestuurlijk eigenaar zijn. c. Projecten waarvan derden (Rijk, bedrijven etc.) bestuurlijk eigenaar zijn. 2) De verantwoordelijkheids-/rolverdeling van de projecten zoals opgenomen in bijlage 1 behorende bij de notitie Uitvoering Regionaal Investeringsprogramma.. 3) De bestuurlijk eigenaren van de projecten uiterlijk 1 december 2016 met een collegebesluit moeten aangeven wie bestuurlijk verantwoordelijk is, wie projectmanager/-leider is en welk resultaat wanneer bereikt moet worden en dat alleen op basis daarvan een project deel zal blijven uitmaken van het Regionaal Investeringsprogramma. 4) De voorgestelde keuze van de focusprojecten. 5) Het informeren over relevante ontwikkelen betreffende de uitvoering van het Regionaal Investeringsprogramma in de reguliere vergaderingen van de bestuurlijke gremia (algemeen bestuur en bestuurscommissies) en eenmaal per jaar een special te organiseren om de balans op te maken. 6) De bovengenoemde besluiten (1 t/m 5) ter definitieve accordering voor te leggen aan het algemeen bestuur van 9 december Korte Met het Regionaal Investeringsprogramma ligt er een stevige opdracht voor deze regio. motivering Het is nu aan de eigenaren van de projecten om te zorgen dat de projecten tot uitvoering komen. Het is echter evident (gezien de onderlinge afhankelijkheden en gezamenlijke mogelijkheden) dat een gedeelde en door alle partijen gedragen uitvoering van groot belang is. Juist door als overheden gezamenlijk op de realisatie van het programma te sturen wordt onderlinge synergie optimaal benut. De bijgevoegde notitie beschrijft het voorstel voor een uitvoeringsstrategie van de gezamenlijke partijen voor het Regionaal Investeringsprogramma. Dit voorstel voor de uitvoeringsstrategie loopt vooruit op het definitief vaststellen van het Regionaal Investeringsprogramma. Hetzelfde besluit is voorgelegd aan de bestuurscommissie EV op 22 september Financiën n.v.t. Juridisch n.v.t. Communicatie n.v.t. Bijlagen 1. Notitie Uitvoering Regionaal Investeringsprogramma met bijlage 1. Gevolgde Presidium Vervoersautoriteit 31 augustus 2016 (mondeling) procedure Ambtelijk overleg Vervoersautoriteit 1 en 13 september 2016 Anders, te weten 22 september 2016, bestuurscommissie EV Verdere procedure Adviescommissie Vervoersautoriteit Zienswijzetermijn Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 21 september 2016 agendapunt 5 n.v.t. Zienswijzeprocedure Regionaal Investeringsprogramma loopt tot 14 oktober 2016 Dagelijks bestuur MRDH 23 november 2016 Algemeen bestuur MRDH 9 december 2016 Anders, te weten 22 september 2016, bestuurscommissie EV Openbaar besluit Ja Contactpersoon Tom Boot Datum 8 september 2016 Telefoonnummer

17 Vergadering: 22 september 2016 Agendapunt: 5 Onderwerp: Uitvoering Regionaal Investeringsprogramma Van: Annet Bertram (SG), Arthur Gleijm (Directeur Va) en Lucas Vokurka (Directeur EV) Datum: 16 september 2016 Contactpersoon: Tom Boot en Matthijs Elfers Telefoonnummer: Aan de bestuurscommissies Economisch Vestigingsklimaat en Vervoersautoriteit, Op 6 juli is in aanwezigheid van de bestuurlijk vertegenwoordigers van de 23 MRDH-gemeenten, de provincie Zuid-Holland (PZH), de Economische Programmaraad Zuidvleugel (EPZ), Holland Rijnland en Drechtsteden het investeringsprogramma aangeboden aan minister-president Rutte. Hiermee is de regio erin geslaagd om een samenhangend en robuust pakket te presenteren dat antwoord geeft op de vraag naar significante economisch versterking van de regio. Studies van OESO en NEO Observatory laten zien dat er in de regio een potentieel is van 0,5 1 procent extra groei van het bruto regionaal product over een reeks van jaren. Het gaat om een totale groei van de werkgelegenheid in de MRDH met structureel tot arbeidsjaren. Met het door het algemeen bestuur MRDH (1 juli) en Gedeputeerde Staten PZH (28 juni) vastgestelde en door de EPZ (13 juni) van positief advies voorziene regionale investeringsprogramma ligt er een stevige opdracht voor de regio. Het is nu aan de regio om te zorgen dat de projecten tot uitvoering komen. Het is evident (gezien de onderlinge afhankelijkheden en gezamenlijke mogelijkheden) dat een gedeelde en door alle partijen gedragen uitvoering van groot belang is. Juist door als overheden gezamenlijk en in samenhang op de realisatie van het programma te sturen wordt onderlinge synergie optimaal benut. Deze notitie beschrijft ons voorstel voor een uitvoeringsstrategie van de gezamenlijke partijen voor het regionale investeringsprogramma. Vooraf is het belangrijk nog eens vast te stellen dat het regionale Investeringsprogramma één en ondeelbaar is. Het gezamenlijk commitment is voorwaarde om het uitgevoerd te krijgen. Twee uitgangspunten staan centraal: 1. De belangrijkste rol van de MRDH is het voeren van de bestuurlijke regie op de uitvoering van het investeringsprogramma. Het gaat vooral om het ontwikkelen van bestuurlijke power om projecten verder te brengen. De provincie, de MRDH, de gemeenten en in sommige gevallen private partners zijn eigenaar ( trekker ) van de projecten. Het merendeel van de projecten waar de MRDH eigenaar van is betreft infrastructuur/mobiliteit, gegeven de verantwoordelijkheden van de Vervoersautoriteit. In enkele gevallen gaat het om projecten waar de MRDH overall een trekkende rol heeft, bijvoorbeeld de Fieldlabs. 2. Formatief is de organisatie van de MRDH lean en mean. Daarbij past niet een grote uitvoeringsorganisatie. Wel faciliteert de MRDH ondersteuning door vliegwielfuncties, bestaande uit ondersteunende faciliteiten, in te stellen. Deze worden nader toegelicht in de tekst (paragraaf 2.1). Ook richt de MRDH zich op mogelijkheden om win-winsituaties te creëren, bijvoorbeeld opschaling, cross-overs, synergie, hefboomwerking tot stand brengen. Van hieruit is het logisch om zo snel mogelijk eigenaren te verbinden aan de projecten. Alles dient erop gericht te zijn om de eigenaren vanuit het collectief 23 gemeenten en provincie te steunen om de projecten tot uitvoering te brengen. Dit voorstel voor de uitvoeringsstrategie loopt vooruit op het definitief vaststellen van het regionale investeringsprogramma. Tot 14 oktober as kunnen de 23 gemeenten een zienswijze op het regionale investeringsprogramma indienen. Over de reacties adviseren de bestuurscommissies EV en Va en de adviescommissies EV en Va op 15 en 16 november a.s. De uiteindelijke besluitvorming over het 1

18 regionale investeringsprogramma is voorzien op 9 december a.s. Vanzelfsprekend zal de uitvoeringsstrategie hierop worden aangepast. Met de uitvoeringsstrategie beogen we: Onderlinge verwachtingen over de verantwoordelijkheden en rollen bij de uitvoering van het investeringsprogramma glashelder te maken. Duidelijke afspraken te maken over hoe we de uitvoering en realisatie van het investeringsprogramma willen stimuleren: vliegwielfuncties bestaande uit ondersteunende faciliteiten, samenwerking met het rijk en interdependentie publiek privaat. De inzet van de MRDH-organisatie op de uitvoering van projecten in het investeringsprogramma te expliciteren. Hieraan ligt een prioritering van projecten ten grondslag. Een systeem opzetten om de voortgang van de projecten uit het programma te kunnen volgen en de bestuurders hierover te kunnen adviseren. Inzicht geven in de ambtelijke sturing op het investeringsprogramma. 1. Helderheid over verantwoordelijkheden en rollen Om te kunnen sturen op het programma is helderheid over bestuurlijk eigenaarschap cruciaal. Hiervoor stellen we een aantal organisatieprincipes voor, zijnde: Bestuurlijk eigenaar is in beginsel de partij die verantwoordelijk is voor het eindresultaat van het project. Deze kan het beste overzien wat het eindresultaat moet zijn en waar de voetangels en klemmen zitten. Veel projecten verkeren op dit moment in de initiatieffase. Initiatiefnemers zijn vaak (primair) belanghebbende bij een project. De initiatiefnemers zullen niet altijd in staat zijn om een project zelf tot uitvoering te brengen. Het eigenaarschap kan, afhankelijk van de fase van het project, wisselen. Een voorbeeld hiervan is het investeringsproject A13 vierde rijstrook. Het eigenaarschap berust in eerste instantie bij de gemeente Delft als initiatiefnemer. Dit project zal alleen tot realisatie kunnen worden gebracht wanneer het Rijk de uitvoering op zich neemt. Elke project kent als regel slechts één bestuurlijke eigenaar. Bij bewezen effectiviteit zal er sprake kunnen zijn van duo-eigenaarschap. Wel zullen er natuurlijk vaak meerdere bestuurlijk betrokken partijen zijn. Bestuurlijk eigenaarschap betekent niet per definitie zelf (als enige) bekostigen. De bestuurlijk eigenaar moet wel de bekostiging organiseren. Bestuurlijke eigenaren kunnen zijn: o wethouders en burgemeesters vanuit gemeenten o gedeputeerden vanuit de provincie o bestuurders vanuit de EPZ (als een project door een bedrijf of instelling verbonden o aan de EPZ wordt getrokken) aangewezen bestuurders vanuit de bestuurscommissie EV of VA of het algemeen bestuur (als de MRDH zelf bestuurlijk eigenaar is) Ieder project heeft vanuit de organisatie van de bestuurlijk eigenaar een projectleider die ambtelijk het eerste aanspreekpunt vormt voor het betreffende project. In bijlage 1 hebben we de projecten van het regionale investeringsprogramma ingedeeld in drie categorieën: A. Projecten waarvan de MRDH of de PZH bestuurlijk eigenaar zijn. B. Projecten waarvan gemeenten bestuurlijk eigenaar zijn. C. Projecten waarvan derden (rijk, bedrijven etc.) bestuurlijk eigenaar zijn. Voor alle projecten zal uiterlijk 1 december as duidelijk moeten zijn: Wie bestuurlijk verantwoordelijk is. Wie projectmanager/-leider is. Tot welk resultaat het project moet leiden. Wanneer het resultaat bereikt moet zijn. De bestuurlijk eigenaar wordt verzocht hiertoe een collegebesluit te nemen. Het voorstel voor de aanpak van de projecten waarvan de MRDH de bestuurlijk eigenaar is zullen wij op 15 en 16 2

19 november a.s. aan de Bestuurscommissies Va en EV voorleggen. Voor projecten, die de MRDH ondersteunt, zal nader moeten worden bepaald hoe dat precies gebeurt. De eigenaar van een project zal moeten expliciteren welke ondersteuning nodig is. Per project komt daarvoor een voorstel, tevens te bespreken in de vergaderingen van de Bestuurscommissies op 15 en 16 november a.s. 2. Ondersteuning voor het gehele investeringsprogramma Als MRDH willen we de uitvoering en realisatie van het gehele regionale investeringsprogramma bevorderen. Daartoe richten we vliegwielfaciliteiten in. Enerzijds gaat het om ondersteunende faciliteiten (bijvoorbeeld beschikbaar stellen van expertise), anderzijds het vormgeven van de samenwerking met het rijk en met bedrijven en kennisinstellingen. Met nadruk wijzen wij er op dat elk project eigen specifieke voorzieningen vergt, bijvoorbeeld ten aanzien van de financiering. De aard van de projecten verschilt sterk. Maatwerk is noodzakelijk. 2.1 Vliegwielfaciliteiten De MRDH en PZH dragen zelf zorg voor de ondersteuning van de projecten waarvan zij eigenaar zijn (categorie A). Voor projecten waar het om een groot regionaal belang gaat, maar waarvan gemeenten of derden eigenaar zijn (categorieën B en C), willen de MRDH en PZH ondersteuning faciliteren (in bijlage 1 is dit per project aangegeven). De MRDH stelt voor deze projecten ondersteuning beschikbaar voor zover de personele en financiële mogelijkheden reiken. Voor de overige projecten, waarvan gemeenten of derden eigenaar zijn (categorieën B en C) blijft de rol van de MRDH in beginsel beperkt tot het volgen van de voortgang. Wel kunnen de projectleiders van deze projecten gebruik maken van de generieke faciliteiten die de MRDH ter ondersteuning wil inrichten. Het gaat om de volgende faciliteiten: FINANCIERING De bekostigings- en financieringsstrategie van een project vergt vaak specifieke deskundigheid. Om een dergelijke strategie op te stellen zal de programmaorganisatie ondersteuning bieden. We zullen een nauwe relatie onderhouden met het Nederlands Investerings Agentschap (NIA) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Zij hebben de projecten van het investeringsprogramma globaal geanalyseerd op financierbaarheid. Geconcludeerd is dat de projecten zich veelal nog in de denk- /ontwikkelfase bevinden. De termsheets van de projecten bevatten op dit moment nog te weinig informatie om het marktperspectief in te kunnen schatten. Kansen liggen er wat betreft NIA en RVO vooral bij: o Next generation woonwijken o Energie-infrastructuur o Energietransitie mobiliteit o Vernieuwing Haven Industrieel Complex o Campussen Delft en Leiden o Fieldlabs en proeftuinen o Glasvezel/digital gateway. EUROPA Een groep Europa-deskundigen van de PZH, MRDH en gemeenten zal zorgdragen dat de kansen om gebruik te maken van Europese middelen optimaal worden benut. Zij hebben het investeringsprogramma al gescand op de mogelijkheden om EUmiddelen te verwerven. Het betreft enerzijds inspelen op de mogelijkheden die Europese fondsen bieden, anderzijds om specifieke projecten die een demonstratiewaarde hebben voor Europese doelen en uitdagingen. Kansen liggen er onder andere voor: o Mobiliteit, bijvoorbeeld Trans Europese Corridors. o Energie, bijvoorbeeld energie-infrastructuur, energiebesparing in de gebouwde omgeving, omslag naar low carbon en biobased economy. o Regionaal innovatie-ecosysteem, bijvoorbeeld fieldlabs, campussen. PUBLIC AFFAIRS Voor het investeringsprogramma als geheel en voor afzonderlijke projecten zal gelobbyd moeten worden naar bijvoorbeeld politieke partijen. De MRDH zal een Public Affairs (PA)-specialist aanstellen. Deze gaat daar in samenspraak met de PA-specialisten 3

20 van de PZH, gemeenten, EPZ en daarin vertegenwoordigde bedrijven en kennisinstellingen, invulling aan geven. De MRDH stelt samen met deze partners een public affairs strategieagenda op. Deze zal tijdens de Bestuurscommissies van november ter bespreking worden aangeboden. TAFEL RIJK-MRDH/REGIO De primaire partners van het investeringsprogramma zijn de MRDH, bestaande uit de 23 gemeenten, de PZH, de regio s Holland Rijnland en Drechtsteden en de EPZ. De betrokkenheid van het rijk bij het tot uitvoering brengen van het investeringsprogramma is essentieel. Het gaat om partnerschap, commitment, maar zeker ook om financiële inbreng. Rond het aanbieden van het investeringsprogramma aan ministerpresident Rutte is afgesproken om een Tafel Rijk-MRDH/Regio, ambtelijk op DG/directeurenniveau, in te richten om de samenwerking gestalte te geven. Aan de Tafel Rijk-MRDH/Regio zullen de volgende gespreksonderwerpen aan de orde komen: o Commitment over het investeringsprogramma als geheel. o o Betrokkenheid van het rijk bij afzonderlijke projecten. Mogelijkheden om het niveau van de publieke investeringen op een hoger niveau te brengen (richting Regeerakkoord 2017!). Wat dit laatste betreft stemmen de geluiden over de lengte van de financiële polsstok op dit moment niet optimistisch. Er is echter alle reden om juist ook op nationaal niveau het besef te laten groeien dat investeringen noodzakelijk zijn voor het versterken van onze concurrentiepositie. Studies van SEO en NEO Observatory laten zien dat de publieke investeringen na de economische crisis nog (volstrekt) onvoldoende op peil zijn gebracht. Dit, terwijl de tijd om te investeren vanwege de lage rente juist uitermate gunstig is. Een stevig pleidooi voor meer investeren, zo mogelijk samen met de regio s Amsterdam/Utrecht en Eindhoven, is daarom noodzakelijk. Dit laatste zal onderdeel zijn van de te ontwikkelen public affairs strategie. Vanzelfsprekend zullen we ook het overleg over het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) benutten voor het inbrengen van het investeringsprogramma. Het eerstvolgende Bestuurlijk Overleg MIRT is op 13 oktober as. THEMABIJEENKOMSTEN Gebruik makend van de ervaringen met de Investment Days, waarvan er inmiddels drie hebben plaatsgevonden, komen er thematische bijeenkomsten waar projectleiders kennis kunnen vergaren en delen. Tijdens deze bijeenkomsten komen specifieke vraagstukken zoals financiering aan de orde. Voorwaarde voor het gebruik mogen maken van de faciliteiten is dat het project een bestuurlijk eigenaar en een projectleider/-manager heeft. 2.2 Interdependentie publiek - privaat De publieke kant van het Regionaal Investeringsprogramma is op dit moment dominant. Dat is begrijpelijk omdat het overgrote deel van de projecten door provincie en gemeenten zijn aangedragen. Veel projecten hebben wel een publiek-privaat karakter. Uitvoering is alleen mogelijk in nauwe samenwerking overheden bedrijfsleven kennisinstellingen ( triple helix ). In de regio is de EPZ op dit moment het bestaande platform waar de triple helix samenwerking vorm krijgt. De Roadmap Next Economy (RNE) zal dit najaar gereed zijn. Gewerkt wordt aan het benoemen van projecten hierbij. Bij deze projecten is de private kant veelal dominant. Daarvoor in aanmerking komende projecten staan al, voor zover nu bekend, in het investeringsprogramma. De verwachting is dat er nog projecten bij zullen komen. 3 Trekkerschap en ondersteuning bij focusprojecten In paragraaf 2 zijn de vliegwielfuncties vanuit de MRDH geïntroduceerd voor het investeringsprogramma in brede zin. Alle projecten binnen het programma kunnen hier gebruik van 4

21 maken. In deze paragaaf gaan we in op de inzet van de MRDH (als trekker of ondersteuner zie bijlage 1) voor specifieke projecten binnen het investeringsprogramma genaamd focusprojecten. Tijdens de bestuurlijke besprekingen over het investeringsprogramma is namelijk nadrukkelijk de wens geuit om voor de uitvoering van het investeringsprogramma focus aan te brengen. Het is onmogelijk om alle meer dan 150 in het investeringsprogramma opgenomen projecten tegelijkertijd verder in de planvorming en de uitvoering te brengen. Wat zijn focusprojecten? Focusprojecten zijn projecten uit de lijst van 150 projecten met een grote regionale betekenis die in de periode tot medio 2017 tot een concreet resultaat kunnen leiden 1. Daarnaast herkennen we ook projecten als focusprojecten als deze van dusdanig regionaal belang zijn dat een (nadere) verkenning of eerste actie gewenst is. Deze verkenning zal dan moeten leiden naar een go/no go-beslissing binnen afzienbare tijd voor wat betreft de uitvoering van het project. Net als het regionale investeringsprogramma als geheel zijn de focusprojecten niet in beton gegoten. Als een initiatiefnemer c.q. bestuurlijk eigenaar aannemelijk maakt dat een belangrijk project in de periode tot medio 2017 tot concreet resultaat zal kunnen leiden, zal dit project aan de lijst van focusprojecten worden toegevoegd. De focusprojecten zijn opgenomen in de navolgende tabel. De tabel is in feite een verbijzondering van bijlage 1. In de eerste laag van de tabel zijn die projecten aangegeven waarbij MRDH trekker is. In de tweede laag zijn de overige focusprojecten weergegeven waar de MRDH een ondersteunende rol 2 heeft. In een aparte tabel zijn de focusprojecten weergegeven waar de PZH bestuurlijk trekker is. Hierbij heeft de MRDH in sommige gevallen een ondersteunende rol* Projecten waarbij MRDH trekker is Trekker Vier sporen Den Haag-Rotterdam Rijswijk-Delft Zuid MRDH Delft Zuid - Schiedam MRDH Schiedam-Rotterdam Centraal MRDH Schaalsprong Metropolitaan OV Samenloop RandstadRail E met Zoetermeerlijn 3/4 MRDH OV plan 2040 Rotterdam eo (Ontsluiting Rotterdam Zuid) MRDH OV plan 2040 Den Haag eo (Den Haag Binckhorst-CID- MRDH Scheveningen) Nieuwe tram infra 2024 Den Haag (Tramontsluiting MRDH Schevingen haven) Netwerkvisie RandstadRail Oostland (HOV Den Haag ZW MRDH Rijswijk Delft + HOV Zoetermeer Rotterdam + HOV Delft- Oostland Rotterdam) Automatisch Vervoer Last Mile Fieldlab Automatisch Vervoer MRDH Rotterdam The Hague Airport shuttle RandstadRail MRDH Meijersplein Vervoer op maat Transformatie onderkant OV MRDH Energietransitie mobiliteit Zero emissie openbaar vervoer MRDH Laadpalen elektrisch vervoer MRDH Weginfrastructuur Programma Aansluitingen HWN/OWN: Programma Aansluitingen HWN/OWN: A4/N223 Den Hoorn, A4 - N470 Kruithuisweg - A13, A29/N487, A29/N217, A29/N59 Hellegatsplein, A12 / N219, A4 / N206, A20 Maasdijk, A20 Vlaardingen, A20 Maassluis Noordzijde, A20 Vlaardingen West, A20 Maassluis Zuidzijde, A15 IIsselmondse Knoop, A15 Aveling, A15 Hartelbrug, A15 Harmsenbrug (N57), A20 Capelle a/d IJssel (m.n. afrit vanuit Terbregseplein), Aansluiting Zoetermeer, A4 - N211 - N222 - A20 (Veilingroute), A4 Den Haag Zuid Harnaschknoop MRDH 1 Als een concreet resultaat beschouwen we bijvoorbeeld het instellen van een fonds, een investeringsbeslissing of een schop in de grond. 2 Zoals eerder vermeld moet per project de ondersteunende rol in overleg met desbetreffende projectleiders nader worden gespecificeerd. 5

22 Fietsparkeren bij OV haltes MRDH Next generation woonwijken Verduurzaming woningen VvE s MRDH Fieldlabs Fieldlabsinfrastructuur MRDH Transformatie kantoren Transformatie kantoren 3 MRDH Metropolitaan Landschap Hollandse banen MRDH Metropolitane routes MRDH Inpassing Viersporigheid Central Park MRDH Focusprojecten waarbij MRDH ondersteuner is (richting medio 2017) Next generation woonwijken Verstedelijkingsstrategie* PZH Wijkenaanpak Rotterdam en Den Haag Energie-infrastructuur Smart Multi Commodity Grid* PZH Opwekking duurzame energie Geothermie* PZH Weginfrastructuur A4 Zuid* PZH Campus Delft Diverse deelprojecten zie bijlage 1 Delft Campus Leiden Diverse deelprojecten zie bijlage 1 Leiden Central innovation district HSD campus, Innovation centre, Museumkwartier, Den Haag Binckhorsthaven Internationale ontwikkeling Diverse deelprojecten zie bijlage 1 Den Haag Scheveningen R dam Innovation District Rotterdam Greenports Next Step Food Wold food park (diverse deelprojecten zie bijlage 1) Ridderkerk Weginfrastructuur Brienenoord/Algera/ PM 4 Oeververbindingen A12 Corridor/Bleizo Multimodale ontsluiting Corridor A12 (Railterminal) Lansingerland Maritiem Service District Schiedam Digital gateway PM Focusprojecten waarbij de PZH bestuurlijk trekker is Trekker Energie-infrastructuur Cluster West PZH Cluster Oost PZH Smart Multi Commodity Grid* PZH Opwekking duurzame energie Geothermie* PZH Next generation woonwijken Verstedelijkingsstrategie* PZH A12 Corridor/Bleizo Logistieke hotspot PZH Weginfrastructuur A4 Zuid* PZH 4. Voortgang(sbewaking) De voortgang van (de projecten van) het investeringsprogramma is voor iedereen te volgen via de website De MRDH beheert deze website. De eigenaren van de projecten zijn zelf verantwoordelijk voor het aanleveren van adequate informatie. De AB s van MRDH, Drechtsteden en Holland Rijnland, GS, de bestuurscommissies en adviescommissies EV en Va van de MRDH zullen in de reguliere vergaderingen over relevante ontwikkelingen op de hoogte worden gehouden. In de EPZ, waarin al deze partijen vertegenwoordigd zijn, worden, samen met de bestuurders van bedrijven en kennisinstellingen, de voortgang en strategische kansen, dilemma s en knelpunten besproken en geadresseerd. Dit gebeurt minimaal 1 keer per jaar. Eenmaal per jaar organiseren we een special om samen met alle betrokken partijen de balans op te kunnen maken. De eerste keer zal in juli 2017 zijn als we een jaar onderweg zijn. 5. Ambtelijke sturing De ambtelijke sturing op het investeringsprogramma vindt plaats door: 3 De MRDH is trekker voor het netwerk van gemeenten en provincie rond het onderwerp Transformatie kantoren. Bij individuele projecten (gebiedsontwikkelingen) zijn gemeenten zelf trekker. 4 Er zal door de MRDH een overleg worden georganiseerd met o.a. Rotterdam, Ridderkerk, Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel over alle oeververbindingen. Doel van dit overleg is om te komen tot een gezamenlijk beeld en strategie. 6

23 Investment Board Deze wordt voorgezeten door de SG MRDH. Tevens maken hier deel vanuit de Secretaris- Directeur van de PZH en Directeuren van de gemeenten Rotterdam, Den Haag en van de MRDH. De Investment Board stuurt op: o Succesvol ten uitvoer brengen van het investeringsprogramma als geheel. o Daar waar nodig en zinvol, stimuleren van de voortgang van afzonderlijke projecten. o Zorgdragen dat de ondersteunende faciliteiten voor het investeringsprogramma goed functioneren. o Samenwerking met het rijk. o Interdependentie publiek - privaat. De Investment Board vergadert eenmaal per maand. Kernteam Dit bestaat uit vertegenwoordigers van MRDH (EV en Va), PZH, EPZ, regio s Holland Rijnland en Drechtsteden, Rotterdam en Den Haag. Het kernteam heeft de volgende taken: o Up to date houden van de website gebruik makend van de inbreng van de gemeentelijke contactpersonen. o Opstellen van rapportages over de voortgang van het investeringsprogramma en signaleren van kansen, dilemma s en knelpunten. o Organiseren van de ondersteuning van de daarvoor in aanmerking komende projecten. Het kernteam komt maandelijks bijeen. Voorgesteld besluit Akkoord gaan, lopende de zienswijzeprocedure voor het regionale investeringsprogramma, met: 1. Het indelen van projecten van het regionale investeringsprogramma in de categorieën: A. Projecten waarvan MRDH of PZH bestuurlijk eigenaar zijn. B. Projecten waarvan gemeenten bestuurlijk eigenaar zijn. C. Projecten waarvan derden (Rijk, bedrijven etc.) bestuurlijk eigenaar zijn. 2. De verantwoordelijkheids-/rolverdeling van de projecten zoals opgenomen in bijlage 1 behorende bij deze notitie Uitvoering regionale investeringsprogramma. 3. De bestuurlijk eigenaren van de projecten te verzoeken uiterlijk 1 december 2016 met een collegebesluit aan te geven wie bestuurlijk verantwoordelijk is, wie projectmanager/-leider is en welk resultaat wanneer bereikt moet worden. 4. De voorgestelde keuze van de focusprojecten/projecten waar de MRDH-organisatie extra inzet op pleegt. 5. Het informeren over relevante ontwikkelen betreffende de uitvoering van het regionale investeringsprogramma in de reguliere vergaderingen van de bestuurlijke gremia (algemeen bestuur en bestuurscommissies) en eenmaal per jaar een special te organiseren om de balans op te maken. 6. De bovengenoemde besluiten (1 t/m 5) ter definitieve accordering voor te leggen aan het algemeen bestuur van 9 december

24 8

25 Bijlage 1: Categorisering projecten naar bestuurlijk en eigenaar en rol MRDH Categorie A: Bestuurlijk eigenaar: MRDH of PZH Thema Project Bestuurlijk eigenaar Vier sporen Den Haag - Rotterdam Vier sporen Rijswijk - Delft Zuid MRDH T Vier sporen Delft Zuid- Schiedam MRDH T Vier sporen Schiedam - Rotterdam Centraal MRDH T Internationale verbinding met Ruhrgebied MRDH T Next generation woonwijken Verstedelijkingsstrategie PZH O Verduurzaming woningen VvE s MRDH T Wijkaanpak MRDH T Energie-infrastructuur Cluster West PZH O Cluster Oost PZH O Locale distributienetwerken PZH O Smart Multi Commodity Grid PZH O Opwekking duurzame energie Zon PZH V Wind PZH V Geothermie PZH O Automatisch Vervoer/ Vervoer op Maat Fieldlab Automatisch Vervoer MRDH T Rotterdam The Hague Airport shuttle RandstadRail Meijersplein MRDH T Transformatie onderkant OV en doelgroepenvervoer MRDH T Energietransitie mobiliteit Zero emissie openbaar vervoer MRDH T Zonne-energie tram en metro MRDH T Laadpalen elektrisch vervoer MRDH T Proeftuinen energietransitie N470 en N211 PZH V Transformatie kantoren Transformatie kantoren 1 MRDH T Weginfrastructuur A4 Zuid PZH O A20 Verdubbeling Nieuwerkerk Gouda PZH O Programma Aansluitingen HWN/OWN: A4/N223 Den Hoorn, A4 - N470 Kruithuisweg - A13, A29/N487, A29/N217, A29/N59 Hellegatsplein, A12 / N219, A4 MRDH T Rol MRDH T: Trekker O: Ondersteunend V: Volgend 1 De MRDH is trekker voor het netwerk van gemeenten en provincie rond het onderwerp Transformatie kantoren. Bij individuele projecten (gebiedsontwikkelingen) zijn gemeenten zelf trekker.

26 / N206, A20 Maasdijk, A20 Vlaardingen, A20 Maassluis Noordzijde, A20 Vlaardingen West, A20 Maassluis Zuidzijde, A15 IIsselmondse Knoop, A15 Aveling, A15 Hartelbrug, A15 Harmsenbrug (N57), A20 Capelle a/d IJssel (m.n. afrit vanuit Terbregseplein), Aansluiting Zoetermeer, A4 - N211 - N222 - A20 (Veilingroute), A4 Den Haag Zuid Harnaschknoop Fietsparkeren bij OV haltes MRDH T Schaalsprong Metropolitaan OV Samenloop RandstadRail E met Zoetermeerlijn 3/4 MRDH T Nieuwe tram infra 2024 Den Haag (Scheveningen haven) MRDH T Automatisering metro MRDH T HOV Zoetermeer Rotterdam (Netwerkvisie RandstadRail Oostland) MRDH T HOV Delft - Oostland Rotterdam (Netwerkvisie RandstadRail Oostland) MRDH T HOV Den Haag ZW Rijswijk Delft (Netwerkvisie RandstadRail Oostland) MRDH T OV plan 2040 Rotterdam eo (Ontsluiting Rotterdam Zuid) MRDH T OV plan 2040 Den Haag eo (Den Haag Binckhorst CID - Scheveningen) MRDH T Fieldlabs Fieldlabsinfrastructuur MRDH T A12 Corridor/Bleizo Logistieke hotspot PZH V Greenports Modernisering Glastuinbouw Greenport corridor (Verdubbeling veilingroute) PZH O HOV Westland (Centrale as) MRDH T Metropolitaan Landschap Hollandse banen MRDH T Metropolitane routes MRDH T Inpassing Viersporigheid Central Park MRDH T

27 Categorie B: Bestuurlijk eigenaar: gemeenten Thema Project Bestuurlijk eigenaar Metropolitaan Landschap Waaloevers Barendrecht V Automatisch Vervoer Capelle aan den IJssel Parkshuttle Kralingse Zoom Capelle ad IJssel O Campus Delft S-Strip collectieve voorzieningen Delft O Parkeergarage TU Delft Science Park Delft O Bedrijfsverzamel gebouw voor doorgroeiers Delft O A13 aansluiting science park Delft O Gelatine fietsbrug Delft O Gelatine fietstunnel spoor Delft O Faradaybrug Delft O Faraday fietstunnel spoor Delft O Beatrixlaan - Nijhofflaan ongelijkvloers Delft O De laatste kilometer fiets Delft O A13 fietstunnel Ruijven Delft O Stationsgebied Delft O Aerospace Innovation Centre Delft O Dutch Offshore Technology Centre Delft O Biotech campus Delft Delft O Flood Proof Holland Delft O Proeftuin multi commodity smart grid Delft O Warmtenet (Delft) Delft O A13 vierde rijstrook Delft O Kruithuisplein vergroten capaciteit Delft O Kruithuisweg - Voorhofdreef ongelijkvloers Delft O Automatisch Vervoer Last Mile Den Haag - Binckhorstshuttle Den Haag O Weginfrastructuur A4 Passage Poorten en Inprikkers Den Haag O Central Innovation District HSD campus, Innovation centre, Museumkwartier, Binckhorsthaven Den Haag O Internationale ontwikkeling Scheveningen (tramontsluiting Scheveningen bad is Nieuwe Schenkverbinding Den Haag V Verlengde Velostrada Den Haag O Scheveningen Bad all weather proof, Innoport en kustverdediging Den Haag O Bereikbaarheid Scheveningen op piekmomenten Den Haag O Rol MRDH T: Trekker O: Ondersteunend V: Volgend

28 onderdeel van thema Kustfietsroute Den Haag V Metropolitaan Landschap Verbinding Malieveld-Haagse Bos Den Haag V Molenvlietpark Den Haag V Rijnerwatering Den Haag V Energie-infrastructuur Smart Grid Dordtse Kil IV Dordrecht V Uitbreiding HVC Warmtenet Dordrecht naar Papendrecht Dordrecht V Weginfrastructuur A15 traject Papendrecht - Gorinchem Dordrecht V Knooppunt A16 - N3, inclusief ontsluiting Dordtse Kil IV Dordrecht V Metropolitaan Landschap River Art Dordrecht V Rivierzone Dordrecht V Metropolitaan Landschap Noordrand Brielle V Zuidrand (Haringvliet) Hellevoetsluis V Energie-infrastructuur Smart Grid Stormpoldergebied Krimpen ad IJssel V Weginfrastructuur Nieuwe verbindingsweg N210-Noord/Lekdijk Krimpenerwaard V Fiets-/voetveer Stormpolder-IJsselmonde Krimpen ad IJssel V Vernieuwing Haven Industrieel Complex Herontwikkeling EMK terrein Krimpen ad IJssel V A12 Corridor/Bleizo Multimodale ontsluiting Corridor A12 (Railterminal) Lansingerland O Automatisch Vervoer Leiden shuttle BioSciencePark Leiden O Campus Leiden Horeca op plein bêtacampus, Entreegebied Leiden O Gefaseerde bouw P-garage Leiden O Uitbreiding/aanpassing sportcentrum met 1500 m2 Leiden O Bedrijfsruimte voor 50 (door)startende ondernemers Leiden O Instituut voor Regeneratieve Geneeskunde Leiden O Uitvoering Leidse Ring Noord Leiden O Aanleg 'hartlijn campus BSP' Leiden O Opwaarderen 5 snelfietsroutes Leiden O Leiden Utrecht spoorverdubbeling Leiden O Uitbreiden fietsenstallingen nabij CS Leiden O Verplaatsen busstation naar westzijde CS Leiden O Herontwikkeling Stationsgebied Leiden O Instrumentation for Space Leiden O Metropolitaan Landschap Groenstructuur Holland-Rijnland Leiden V Hart van groen blauwe netwerk Holland Rijnland/ Singelpark leiden Leiden V Blueport / Hollandse plassen Leiden V Rijn en Veenstreek Leiden V Metropolitaan Landschap De Vliet Leidschendam- V

29 Voorburg Metropolitaan Landschap Monstersche sluis Maassluis V Lijndraaiersbrug Maassluis V Metropolitaan Landschap Koningsrust/Westgaag-Oostgaag/Maaslandse Dam Midden-Delfland V Internationaal hippisch Kenniscentrum MRDH/CHIO Midden-Delfland V Metropolitaan Landschap De Bernisse Nissewaard V Greenports Modernisering Glastuinbouw Ontsluiting glastuinbouwgebied Pijnacker West en Oost Pijnacker-Nootdorp V A12 Corridor/Bleizo Verbeteren ontsluiting bedrijvenparken en glastuinbouwgebieden Pijnacker-Nootdorp V Metropolitaan Landschap Ruijven Noord Pijnacker-Nootdorp V Greenports Next Step Food World Food Parc- Verwaarden reststromen Ridderkerk O World Food Parc - Productielocatie Duurzame Energie Ridderkerk O World Food Parc- Smart Logistics Ridderkerk O World Food Parc-Human Capital Pool Ridderkerk O World Food Parc - Freshcentre/Centre of expertise Ridderkerk O Automatisch Vervoer Rijswijk shuttle Plaspoelpolder, Broekpolder en Hoornwijck Rijswijk O Transformatie kantoren Rijswijk O Weginfrastructuur Extra oeververbindingen/brienenoord-/algeracorridor PM 2 O Rotterdam Innovation District RID Programmering / accelerator Rotterdam O RDM Herontwikkeling grofsmederij Rotterdam O M4H Ontwikkeling Productiecampus Rotterdam O M4H Transformatie Marconiplein en Vierhavenblok Rotterdam O M4H Infrastructuurpakket Rotterdam O Central Business District Rotterdam Central District Rotterdam Rotterdam V Ontwikkelen Maritiem District Rotterdam V Hoboken-Museumpark Rotterdam V Rivieroevers binnenstad Rotterdam V Coolsingel Rotterdam V Greenports Next Step Food Food Innovation Fund Rotterdam V Personalised food Rotterdam V Onderwijs & Arbeidsmarkt instituut voor transitie Rotterdam V Metropolitaan Landschap Landgoederen Schiezone Rotterdam V Rotte Rotterdam V Blauwe verbinding Zuidrand Rotterdam Rotterdam V Passantenhaven Rotterdam V 2 Er zal door de MRDH een overleg worden georganiseerd met o.a. Rotterdam, Ridderkerk, Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel over alle oeververbindingen. Doel van dit overleg is om te komen tot een gezamenlijk beeld en strategie.

30 Vernieuwing Haven Industrieel Complex Verdieping Nieuwe Waterweg Rotterdam V Bioraffinage Rotterdam V CCS-Road Rotterdam V Theemswegtracé Rotterdam V Actieplan Versterking Industrie Rotterdam - Moerdijk Rotterdam V Ontwikkeling offshore/maritieme industrie Maasvlakte 2 Rotterdam V Automatisch Vervoer Schiedam Metroshuttle en Havenshuttle Vijfsluizen Schiedam O Maritiem Service District Schiedam Schiedam O Greenports Next Step Food Food Innovation Academy Vlaardingen O Metropolitaan Landschap Landgoederen Duin Horst en Weide Wassenaar V Verbinding groen N44 Wassenaar V Greenports Modernisering Glastuinbouw Modernisering glastuinbouw (Oranjepolder) Westland V Digital Gateway Glasvezel (backbone digitale infrastructuur) PM O A12 Corridor/Bleizo Capaciteitsuitbreiding A12 en verbeteren uitstraling Zoetermeer V Doorontwikkeling Dutch Innovation Park Zoetermeer V Metropolitaan Landschap Vaarverbinding Zoetermeer Zoetermeer V Rotte-Rijn-Vliet Zoetermeer O

31 Categorie C: Bestuurlijk eigenaar: derden Thema Project Eigenaar Bestuurlijk trekker Rol MRDH T: Trekker O: Ondersteunend V: Volgend Automatisch Vervoer Delft - ResearchLab TU Campus Delft TU Delft MRDH O Fieldlabs 3 VP Delta MRDH/PZH O The Green Village MRDH/PZH O Robovalley MRDH/PZH O Smart Integrator 4 Aero / Space MRDH/PZH O Dutch Optics Centre (DOC) MRDH/PZH O Medical Delta Living Labs MRDH/PZH O Big Data Innovatiehub MRDH/PZH O Digital Factory Composites MRDH/PZH O Dutch Windwheel Bloc/IQ MRDH/PZH O SMASH MRDH/PZH O Freshteq.NL MRDH/PZH O TIMA (Duurzaamheidsfabriek) MRDH/PZH/Dordrecht O Smart Metrology (Duurzaamheidsfabriek) MRDH/PZH/Dordrecht O Smart, Safe & Resilient Mainports MRDH/PZH O Additive Manufacturing MRDH/PZH O Proeftuin Delta Innovaties ZH MRDH/PZH O Digital Gateway Glasvezel Stormpolder en omgeving Krimpen ad IJssel V A12 Corridor/Bleizo Transportium Zoetermeer O Greenports Next Step Food Biobased greenport Oostland (voorheen: Kas als Apotheek) WUR Lansingerland V Greenports Next Step Food Coolport Westland PZH V Metropolitaan Landschap Herinrichting Krimpenerhout Groenalliantie Krimpen ad IJssel V 3 Field labs zijn afzonderlijke projecten met afzonderlijke private eigenaren. Het netwerk van field labs wordt ondersteund voor MRDH en PZH.

32 Vergadering: 21 september 2016 Agendapunt: 6 Onderwerp: Lijst van subsidies Datum: 16 september 2016 Contactpersoon: Wendy van den Heuvel Telefoonnummer: Aan de bestuurscommissie Vervoersautoriteit, Voorgesteld besluit 1. Conform de onderstaande lijst de genoemde besluiten te nemen. De bijgevoegde lijst met voorgestelde subsidieverleningen is samengesteld op basis van een aantal uitgangspunten. 1. Het betreft subsidieverleningen ten behoeve van Verkeer en Vervoer. 2. De verleningen geschieden conform de ingediende aanvraag. 3. De subsidieverleningen passen binnen de vastgestelde begroting (IPVa jaarschijf 2016), maar vallen buiten het verleende (onder)mandaat omdat zij de hoogte van het te verlenen bedrag overschrijden. 4. De subsidieverleningen voldoen aan de vigerende subsidieverordening en deze is ook van toepassing op de verlening. Het betreft hier de tijdelijke subsidieverordening Verkeer en vervoer MRDH 2015, waar in artikel 1 de Subsidieverordening Verkeer en Vervoer 2012 van de stadsregio Rotterdam (SVV2012) en de Verordening Mobiliteitsfonds Haaglanden 2005 (VMH 2005) van toepassing worden verklaard. 5. Daar waar gebruik gemaakt wordt van een hardheidsclausule gaat het uitsluitend om verleningen aan projecten die niet zijn opgenomen in het IPVa jaarschijf 2016, maar die wel aan alle voorwaarden voldoen om te worden opgenomen en waarvoor voldoende budget binnen het subsidieplafond beschikbaar is. 6. In de tabel is aangegeven of het gaat om lump sum of een maximaal verleend bedrag, waarbij bij vaststelling wordt afgerekend op basis van werkelijk gemaakte subsidiabele kosten. Eveneens is aangegeven op grond van welk artikel van de verordening subsidie wordt verleend. 1

33 Nr. Aanvrager Betreft Te besluiten Artikel verordening 1 gemeente project OV-knooppunt Blaak uit het verlenen Art 7 Rotterdam programma Beter Benutten Vervolg (maximaal) SVV gemeente Vlaardingen 3 gemeente Vlaardingen 4 Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam 5 Verkeersonderneming 6 gemeente Rotterdam Rotterdam (BBV-RD) project Verbetering knooppunt Vijfsluizen uit het programma Beter Benutten Vervolg Rotterdam project Onderdoorgang Marathonweg uit het IPVa2016 project Ombouw kruising N218 (Stenen Baakplein) uit het programma Beter Benutten Vervolg Rotterdam project Gebiedsaanpak Wonen en Werken (2016) uit het programma Beter Benutten Vervolg Rotterdam project Fietspad Blaak onder Kubuswoningen toevoegen aan het IPVa2016. verlenen (maximaal) verlenen (maximaal) verlenen (maximaal) verlenen (maximaal) 1. op grond van hardheidsclausule toevoegen aan IPVa jaarschijf verlenen (maximaal) Art 7 SVV2012 Art 7 SVV2012 Art 7 SVV2012 Art 7 SVV2012 Art 8 SVV2012 Projectnr. 16ORO WVL WVL WHA MVO FRO0093 Begrotingsprogramma Openbaar Vervoer Verkeer Verkeer Verkeer Verkeer Verkeer 2

34 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 21 september 2016 agendapunt 7 Onderwerp Voorgesteld besluit Korte motivering Verlengen concessie Haaglanden Regio 1) De concessie Haaglanden Regio aan Veolia Transport Nederland met twee jaar te verlengen van zondag 27 augustus 2017 tot zondag 25 augustus 2019 conform het in bijlage 1 genoemde voorstel. 2) De bijgevoegde brief aan Veolia Transport Nederland (onderdeel van Transdev Nederland Holding N.V.) over deze verlenging vaststellen(bijlage 2). De MRDH heeft op 27 september 2008 een concessie verleend aan Veolia voor de exploitatie van het busvervoer in Haaglanden Regio voor de periode augustus 2009 augustus De MRDH heeft ambtelijk met Veolia overeenstemming bereikt over de voorwaarden van de verlenging. De verlenging leidt tot kwaliteitsverbetering in het Openbaar Vervoer (Wifi, chipkaartapparatuur in buurtbussen, tien nieuwe bussen ter vervanging van andere voertuigen) en gelijktijdig een lagere exploitatiebijdrage. Verder zijn met Veolia goede afspraken gemaakt om het transitiepad naar zero emissie busvervoer na december 2019 mogelijk te maken. Aan de bestuurscommissie wordt daarom gevraagd de concessie Haaglanden regio met twee jaar te verlengen tot zondag 25 augustus MRDH wil de concessie Haaglanden Regio verlengen omdat: gelijktijdige verlaging van exploitatiebijdrage en verbetering van de kwaliteit van OV mogelijk is; na 2019 een grotere kans op succesvolle transitie naar zero emissie busvervoer ontstaat; de besluitvorming over aanbesteden en inbesteden en daarmee samenhangend de verdere concessieverlenigingsprocedure nog niet doorlopen is. Vanwege mogelijke besparingsmogelijkheden op de exploitatiesubsidie heeft de MRDH met Veolia Transport Nederland een gezamenlijke inspanningsverplichting afgesproken over eventuele wijziging van de financiering van het materieel. Dit wordt komende tijd verder uitgewerkt. Metrocov heeft een positief advies gegeven. Financiën De verlenging leidt bij een gelijkblijvend voorzieningenniveau tot verlaging van de exploitatiebijdrage. De basis exploitatiebijdrage bedraagt maximaal , - (prijspeil 2015) en wordt ook in de verlenging jaarlijks met 1 % gekort. Het aantal dienstregeling uren (DRU s) is DRU. Voor de financiering van het materieel zet Veolia Transport Nederland eigen vermogen in. Hiervoor wordt door de moedermaatschappij Transdev rente in rekening gebracht. MRDH ziet besparingsmogelijkheden door Veolia Transport Nederland geld te lenen tegen een lagere rente (vergelijkbaar met leningennotitie rail). Met de winst die daarmee wordt gehaald, kan MRDH zijn exploitatiesubsidie verlagen. In de subsidiebeschikking wordt hierover een procesafspraak gemaakt. Met de gemaakte afspraken wordt aan deze voorwaarden voldaan. Juridisch De busconcessie Haaglanden regio is in 2008 gegund aan Veolia voor een periode van 8 jaar. In de huidige concessie is geen verlengingsmogelijkheid opgenomen omdat bij de concessieverlening in de Wet personenvervoer 2000 (Wp2000) de concessieperiode was gemaximaliseerd op 8 jaar. Door wijziging in de regelgeving past de verlenging naar maximaal 10 jaar wel binnen Wp2000 en is deze ook mogelijk op grond van recente rechtspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (over de busconcessie Groningen Drenthe 28 december 2015). Een belangrijke voorwaarde is dat het economisch voordeel van de vervoerder niet wezenlijk wijzigt. Communicatie Persbericht in samenspraak met Veolia. Bijlagen 1. Toelichting 2. Brief aan Veolia Transport Nederland 3. Advies Metrocov 4. Voorstel Veolia Transport Nederland voor verlenging concessie Haaglanden regio

35 Gevolgde procedure Verdere procedure Presidium Vervoersautoriteit 8 juni 2016 Ambtelijk overleg Vervoersautoriteit 20 juni 2016 Anders, te weten 30 juni 2016, Metrocov Adviescommissie Vervoersautoriteit n.v.t. Zienswijzetermijn n.v.t. Dagelijks bestuur MRDH n.v.t. Algemeen bestuur MRDH n.v.t. Anders, te weten Besluit tot verlenging wordt verzonden naar Veolia Transport Nederland Openbaar besluit ja Contactpersoon Gert-Jan den Toom Datum 5 september 2016 Telefoonnummer

36 Vergadering: 21 september 2016 Agendapunt: 7 Onderwerp: Verlenging concessie Haaglanden Regio Datum: 8 september 2016 Contactpersoon: Gertjan Nijsink, Gert Jan den Toom Telefoonnummer: Aan de bestuurscommissie Vervoersautoriteit, Voorgesteld besluit 1. De concessie Haaglanden Regio aan Veolia Transport Nederland met twee jaar te verlengen van 27 augustus 2017 tot zondag 25 augustus 2019 conform het in bijlage 1 genoemde voorstel. 2. De bijgevoegde brief aan Veolia Transport Nederland (onderdeel van Transdev Nederland Holding N.V.) over deze verlenging vaststellen(bijlage 2). Toelichting De MRDH heeft op 27 september 2008 een concessie verleend aan Veolia voor de exploitatie van het busvervoer in Haaglanden regio voor de periode augustus 2009 augustus De MRDH heeft ambtelijk met Veolia overeenstemming bereikt over de voorwaarden van de verlenging. De verlenging lijdt tot kwaliteitsverbetering in het Openbaar Vervoer (Wifi, chipkaartapparatuur in buurtbussen, 10 nieuwe bussen ter vervanging van oudere bussen) en gelijktijdig een lagere exploitatiebijdrage. Verder zijn met Veolia goede afspraken gemaakt om het transitiepad naar zero emissie busvervoer na december 2019 mogelijk te maken. Aan de bestuurscommissie wordt daarom gevraagd de concessie Haaglanden Regio met twee jaar te verlengen tot zondag 25 augustus De verlenging leidt bij een gelijkblijvend voorzieningenniveau tot verlaging van de exploitatiebijdrage. De basis exploitatiebijdrage bedraagt maximaal ,- (prijspeil 2015) en wordt ook in de verlenging jaarlijks met 1 % gekort. Het aantal dienstregeling uren (DRU s ) is DRU. Wens tot verlenging MRDH wil de concessie verlengen: omdat het daarmee mogelijk is om de exploitatiebijdrage te verlagen en gelijktijdig kwaliteitsverbeteringen door te voeren (gedeeltelijke instroom nieuwe voertuigen, wifi in de bussen, OV-chipkaartapparatuur in de buurtbussen); omdat het milieuvoordelen oplevert. De huidige voertuigen zijn technisch nog niet afgeschreven en de nieuwe technieken voor zero emissie technieken zullen in augustus 2019 verder uitontwikkeld zijn. Dit betekent een grotere kans op succesvolle transitie naar zero emissie busvervoer; omdat binnen de MRDH de besluitvorming over aanbesteden en inbesteden en daarmee samenhangend de verdere concessieverlengingsprocedure nog niet doorlopen is. Dit kan tot wijziging van het huidige concessiegebied van Haaglanden Regio leiden; omdat de voorbereidingstijd om tot een verantwoorde concessieverlening te komen te kort is. De ervaring met railconcessies leert dat rekening gehouden dient te worden met 1

37 aanzienlijke besluitvormingstrajecten. Een normale concessieverleningsprocedure duurt ongeveer twee jaar en gezien de besluitvormingsprocedures bij MRDH dient rekening gehouden te worden met 2 ½ jaar. Daarnaast vragen nieuwe zero emissie technieken een langere implementatietijd dan die benodigd is voor de aanschaf van nieuwe (diesel) bussen. Afspraken verlenging Om de verlenging van de concessie Haaglanden Regio juridisch houdbaar te houden mag het economisch voordeel van de vervoerder niet wezenlijk wijzigen. Bij het maken van de afspraken met Veolia Transport Nederland is hier rekening mee gehouden. Als aanvulling op de afspraken uit de huidige concessie is het volgende pakket aan afspraken overeengekomen met vervoerder VeoliaTransport Nederland: Korting op de exploitatiesubsidie De korting van 1% op de exploitatiesubsidie overeenkomstig artikel 24.5 van de geldende concessie wordt óók over de twee verlengingsjaren toegepast. Wifi in alle bussen Alle bussen die voor de reguliere dienstregeling in de concessie Haaglanden Regio worden ingezet, worden voor de start van de verlenging voorzien van WIFI ten behoeve van de passagiers. OV chipkaarten in buurtbussen De twee buurtbussen in Pijnacker worden per augustus 2017 voorzien van handheld chipkaart apparatuur. Inzet nieuwe 10 MRDH bussen Veolia huurt van MRDH de 10 nieuwe MRDH bussen die MRDH in haar bezit heeft gekregen na de rijksbezuinigingen op de BDU in 2011 uit de concessie Den Haag Stad. Hiervoor levert Veolia 6 oude bussen in bij fabrikant MAN waarvoor Veolia een vergoeding krijgt. Door de 10 nieuwe bussen bestaat de mogelijkheid om extra voertuigen in te zetten ten behoeve van frequentieverhoging voor lijn 36 na ombouw van de Hoekse lijn en om nieuwere bussen in te zetten in de lopende concessie. Het kostenvoordeel gebruikt Veolia bij de bekostiging van de overige onderdelen van dit aanbod. De kosten om de bussen weer fit for purpose te maken zijn voor rekening van MRDH. De bussen blijven eigendom van MRDH. Te zijner tijd wordt hiervoor een huurovereenkomst met Veolia Transport Nederland. Vergemakkelijken transitiepad naar zero emissie busvervoer Met Veolia Transport Nederland zijn goede afspraken gemaakt om het transitiepad naar zero emissie busvervoer na december 2019 mogelijk te maken. De aardgassen bussen en aardgasvulpunten kunnen na de verlenging van de concessie (september 2019) nog een aantal jaren mee. Om het transitiepad naar zero emissiebusvervoer te vergemakkelijken wil MRDH in de nieuwe concessie Haaglanden Regio de vervoerders de mogelijkheid aanbieden om de 10 MRDH aardgasbussen en de 105 aardgasbussen inclusief de aardgasvulstations van Veolia of een deel daarvan onder voorwaarden over te laten nemen van Veolia. Opbrengsteffecten ombouw Hoeks lijn In september 2017 gaat de Hoeks lijn als metro rijden. Vanaf dat moment wordt de frequentie van lijn 36 verhoogd. De kosten van deze frequentieverhoging zijn door Veolia in beeld gebracht. De negatieve gevolgen van de reizigersopbrengsten ( ,- per jaar) wordt meegenomen in de exploitatiesubsidie. 2

38 Procesafspraak verlaging kapitaalslasten Voor de financiering van het materieel zet Veolia Transport Nederland eigen vermogen in. Hiervoor wordt door de moedermaatschappij Transdev rente in rekening gebracht. MRDH ziet besparingsmogelijkheden door Veolia Transport Nederland geld te lenen tegen een lagere rente vergelijkbaar met leningennotitie rail. Met de winst die daarmee wordt gehaald, kan MRDH zijn exploitatiesubsidie verlagen. MRDH heeft met Veolia Transport Nederland voor de komende maaden een gezamenlijke inspannigsverplichting afgesproken over eventuele wijziging van de financiering van het materieel. Deze inspanningsverplichting wordt opgenomen in de subsidiebeschikking aan VeoliaTransport Nederland. Advies Metrocov Metrocov adviseert positief over de verlenging van de busconcessie Haaglanden regio. Het verzoek van Metrocov om detoekomstvisie van het Zoetermeerse stadsnet van Rover Zoetermeer te betrekken bij de verlenging wordt meegenomen in het proces rondom de vervoerplannen. 3

39 Grote Marktstraat 43 Postbus CB Den Haag Telefoon Retouradres: Postbus CB Den Haag Veolia Transdev t.a.v. de heer B.C. Schmeink Postbus AE Hilversum C O N C E P T informatie@mrdh.nl Internet: KvK nummer: Bankrekeningnummer NL96 BNGH contactpersoon Gert Jan den Toom uw kenmerk MG/ ons kenmerk Datum 22 september 2016 Projectnummer Onderwerp Verlenging concessie Haaglanden regio doorkiesnummer Geachte heer Schmeink, bijlage(n) 2 In de afgelopen periode heeft tussen Veolia Transdev en de vervoersautoriteit van de MRDH overleg plaatsgevonden over de mogelijkheid van verlenging van de concessie Haaglanden Regio. Dit overleg heeft er toe geleid dat Veolia Transdev een voorstel heeft gedaan om een aantal kwaliteitsverbeteringen door te voeren met een lager wordende exploitatiebijdrage. Voor de komende maanden hebben we een gezamenlijke inspanningsverplichting afgesproken over eventuele wijziging van de financiering van het materieel met als gezamenlijke doel de exploitatiebijdrage te verlagen. In onze vergadering van 21 september 2016 heeft de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de MRDH besloten om de concessie Haaglanden regio met een periode van twee jaren te verlengen tot zondag 25 augustus De verlenging geschiedt onder gelijkblijvende voorwaarden, met inachtneming van de aanvullende afspraken die in het kader van de verlenging zijn gemaakt en die zijn verwoord in uw voorstel (bijlage 2). Grondslag voor de verlenging is de gewijzigde Europese en landelijke regelgeving rond concessietermijnen. Wij feliciteren u met deze verlenging en wensen u veel succes bij de realisatie van de afgesproken kwaliteitsverbeteringen bij de verdere uitvoering van de concessie. Wij rekenen op een voortzetting van de constructieve samenwerking met Veolia Transdev. Hoogachtend, namens de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit, A.L. Gleijm, secretaris P.J. Langenberg, voorzitter Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Delft, Den Haag, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Leidschendam-Voorburg, Maassluis, Midden-Delfland, Nissewaard, Pijnacker-Nootdorp, Ridderkerk, Rijswijk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Wassenaar, Westland, Westvoorne, Zoetermeer.

40 Bijlage 1: bezwaarprocedure Bijlage 2 verleningsvoorstel Veolia Transdev 2

41

42 MRDH t.a.v. de heer G. Nijsink Postbus CB 's-gravenhage Laapersveld VB Hilversum Postbus AE Hilversum T Datum 1 juni 2016 Behandeld door M. Gerritsen Uw kenmerk -- Telefoon (035) Ons kenmerk MG/ m.gerritsen@connexxion.nl Onderwerp Verlenging concessie Haaglanden Regio Geachte heer Nijsink, Voor u ligt ons voorstel voor de verlenging van de concessie Stadsgewest Haaglanden Concessie openbaar vervoer REGIO. Veolia Transport Nederland Openbaar Vervoer B.V. (hierna te noemen Veolia ) zet het partnerschap met Metropoolregio Rotterdam Den Haag ook na 26 augustus 2017 graag voort. Wij bieden de in dit aanbod weergegeven verbeteringen aan om te komen tot een verlenging van de huidige concessieduur met een periode van twee jaar. Dit aanbod is geldig tot en met 30 september 2016, waarna dit voorstel automatisch komt te vervallen. De huidige concessie Haaglanden Regio eindigt in de nacht van 26 op 27 augustus 2017, conform Artikel 3.1. van het concessiebesluit. De looptijd van deze concessie laat ruimte voor een verlenging met 2 jaar toe, tot de wettelijk vastgelegde maximale duur voor concessies van 10 jaar 1. Met de verlenging van de concessie Haaglanden Regio tot 25 augustus 2019 wordt het huidige voorzieningenniveau (hoeveelheid DRU s) in het openbaar vervoer in Haaglanden Regio gecontinueerd, waardoor het OV voor huidige en toekomstige reizigers een vertrouwde, stabiele en betrouwbare vervoermogelijkheid blijft. 1 De recente uitspraak van het CBb met betrekking tot de verlenging van de concessie Groningen Drenthe maakt deze verlenging mede mogelijk (zaak 15/ d.d. 28 december 2015). Het gehanteerde uitgangspunt daarbij is dat een verlenging zoals in Groningen Drenthe en dus ook in Haaglanden Regio enkel de uitbreiding van de looptijd van de concessie betreft en niet een kenmerk vertoont dat wezenlijk verschilt van de bepalingen van de oorspronkelijke concessie. Transdev Nederland Holding NV, Utrecht Handelsregister Connexxion, Veolia Transport Nederland en Witte Kruis zijn onderdeel van Transdev.

43 Datum 1 juni 2016 Onderwerp Verlenging concessie Haaglanden Regio Ons kenmerk MG/ Pagina 2 van 8 Veolia laat het financieel voordeel van deze tweejarige verlenging volledig terugvloeien naar u als opdrachtgever en naar de reiziger in Haaglanden Regio. Veolia geeft het OV in de concessie Haaglanden Regio de komende jaren hiermee een kwaliteitsimpuls, zodat de reizigers het OV hoger zullen waarderen. U leest hier alles over op de navolgende pagina s. Ons aanbod In het kader van deze verlenging zijn tussen Veolia en MRDH uitgangspunten vastgesteld. Op basis van deze uitgangspunten biedt Veolia u onderstaand pakket aan kortingen en verbeteringen: 1. Korting op exploitatiesubsidie Bij de aanbesteding van deze concessie in 2008 was het doel van (de rechtsvoorganger van) MRDH om met behoud van de bestaande goede klantwaardering van het busvervoer en binnen de bestaande budgettaire ruimte het openbaar busvervoer met een hoog gedefinieerde kwaliteit in te kopen tegen een zo laag mogelijke prijs. Daarom hanteerde MRDH als één van haar uitgangspunten dat het gebruik van het openbaar vervoer per bus, uitgedrukt in het aantal instappers, taakstellend voor de vervoerder met 2% per jaar diende te groeien. Dit was verdisconteerd in een afname van 1% per jaar van de jaarlijkse exploitatiebijdrage. Alles met het doel een duurzame financierbaarheid van het openbaar vervoer te bereiken, door het verbeteren van de opbrengsten en de kostendekkingsgraad. Veolia is hier de afgelopen zeven jaar succesvol in gebleken; het OV is populairder dan ooit en de kostendekkingsgraad is verbeterd. Toch denken wij dat deze verbeterende lijn nog een aantal jaren kan worden voortgezet. Daarom biedt Veolia voor de beide verlengingsjaren aan om, conform artikel 24.5 van de geldende concessie, de exploitatiesubsidie wederom jaarlijks, met inachtneming van de indexatie, met 1% te laten afnemen ten opzichte van het voorgaande jaar.

44 Datum 1 juni 2016 Onderwerp Verlenging concessie Haaglanden Regio Ons kenmerk MG/ Pagina 3 van 8 2. WIFI in alle bussen Toen Veolia in 2008 haar aanbieding deed was deze state of the art, maar de wereld om ons heen verandert snel. Internet lijkt er al een eeuwigheid te zijn, net als de mobiele telefoon. Toch heeft de smartphone, en daarmee het mobiele surfen, pas de laatste jaren een grote vlucht genomen. Ter illustratie twee foto s; zelfde plek, zelfde doelgroep, acht jaar technologische ontwikkeling. Sint Pieters Plein 2005, uitvaart Paus Johannes Paulus II. Sint Pieters Plein 2013, Inauguratie Paus Franciscus. Kortom, onderweg online zijn is niet meer weg te denken. Daarom worden alle bussen die voor de reguliere dienstregeling in de concessie Haaglanden Regio worden ingezet, vóór de start van de verlenging, voorzien van WIFI ten behoeve van passagiers. Omwille van de beschikbaarheid voor álle passagiers wordt de bandbreedte gemaximeerd; dit om te voorkomen dat de busrit bijvoorbeeld wordt gebruikt om films te downloaden.

45 Datum 1 juni 2016 Onderwerp Verlenging concessie Haaglanden Regio Ons kenmerk MG/ Pagina 4 van 8 3. OV Chipkaart in buurtbussen In mei 2011 werd in heel Zuid-Holland de strippenkaart voor het laatst afgestempeld en moest de reiziger aan de chipkaart. Vanwege het nog wat beperkte productportfolio bestonden en bestaan er in den lande nog steeds papieren kaartsoorten, bijvoorbeeld in meermanskaarten en in flat fare. Bij Buurtbussen speelt ook nog mee dat deze busjes niet in de stalling van de vervoerder overnachten, waardoor de data overdracht wie heeft welk saldo op z n kaart niet mogelijk is. Inmiddels zijn daar technische oplossingen voor en kan de buurtbus nog meer een integraal onderdeel worden van het OV in Haaglanden. Daarom voorzien wij de twee buurtbussen in Pijnacker per augustus 2017 van handheld chipkaart apparatuur. Hierdoor kunnen de reizigers van de buurtbus gewoon met hun OV-chipkaart reizen.

46 Datum 1 juni 2016 Onderwerp Verlenging concessie Haaglanden Regio Ons kenmerk MG/ Pagina 5 van 8 4. Gebruik 10 MRDH bussen Een verlengingsperiode van twee jaar leidt voor Veolia, na 26 augustus 2017 onder andere tot een verlaging van de voertuigkosten, als gevolg van een gunstiger afschrijvingsduur. Hier staat echter, vanwege de leeftijd van deze voertuigen, een hoger onderhoudstarief tegenover. Zoals aangegeven vloeit het voordeel onder aan de streep terug naar u en naar ons aanbod aan de reizigers. Om het effect van deze verlenging voor u als opdrachtgever verder te vergroten is de inzet van een tiental vrijwel ongebruikte bussen in uw eigendom, meegenomen. Veolia is namelijk in de gelegenheid om, tegen vooraf vastgestelde bedragen, haar eigen gasbussen aan de leverancier terug te leveren. Hiervoor zijn per individuele bus bedragen per 30 augustus 2017, 30 augustus 2019 en per december 2019 afgesproken. De 10 MRDH bussen zijn van een vergelijkbaar type als de Veolia bussen, echter met een veel lager kilometrage en derhalve lagere onderhoudslasten. Voor deze 10 MRDH bussen bestaat nog geen terugkoopafspraak met de leverancier. Op verzoek van MRDH zet Veolia deze tien bussen in, in plaats van haar eigen bussen. Hiervoor wordt door MRDH een marktconforme huur in rekening gebracht ter dekking van de lease-, houderschaps- en verzekeringskosten 2. De bussen blijven dus gewoon eigendom van MRDH. Vanwege de zeer lage kilometerproductie voor bussen van deze leeftijd, zijn er geen ervaringscijfers voor het onderhoud van deze 10 bussen. MAN heeft een opgave gedaan van de onderhoudstarieven. In opdracht van Veolia draagt MAN zorg voor het onderhoud, tegen een afgesproken kilometerprijs, substantieel lager dan dat van de veelgebruikte Veolia bussen 3. Het kostenvoordeel van zowel het eerder aan de leverancier terug leveren van een aantal bussen uit de eigen vloot van Veolia, als van de lagere onderhoudslasten van deze 10 bussen, is gebruikt bij de bekostiging van de onderdelen van dit aanbod. 2 Naast de reguliere exploitatiesubsidie ontvangt Veolia, ter volledige dekking van deze huurkosten, een vaste subsidie. Door deze constructie wordt staatssteun voorkomen. 3 Voor het bedrijfsklaar maken van deze voertuigen is door MAN ook een kostenopgave geleverd. Deze is niet in deze bieding verwerkt en wordt derhalve één op één doorbelast aan MRDH.

47 Datum 1 juni 2016 Onderwerp Verlenging concessie Haaglanden Regio Ons kenmerk MG/ Pagina 6 van 8 5. Voorbereiding voor aangepaste dienstregeling bij opening Hoekse Lijn Wanneer de Hoekse Lijn in de tweede helft van 2017 geopend wordt als metrolijn, zal de frequentie op die lijn naar 6x per uur gaan. MRDH heeft Goudappel onderzoek laten uitvoeren naar het lijnennet ná ombouw van de Hoekse Lijn. Goudappel heeft daarbij onder meer lijn 36 onderzocht en aanbevolen om (1) de route van lijn 36 na ombouw Hoekse Lijn niet te wijzigen en dus niet aan te takken in Maassluis - en (2) de frequentie in de spits te verhogen naar 6x/uur. Deze aanpassing maakt geen onderdeel uit van het voorliggend aanbod, maar is wel alvast doorgerekend om MRDH te voorzien van relevante informatie aangaande de impact van de opening van de Hoekse Lijn op het busvervoer. Milieuvriendelijke uitbreiding Van de onder (4) genoemde 10 Veolia bussen worden 4 bussen niet aan de leverancier terug geleverd, maar gebruikt voor bovengenoemde uitbreiding van het netwerk. Hiermee wordt voorkomen dat voor deze uitbreiding, tot het einde van de verlenging, minder milieuvriendelijke dieselbussen worden ingezet. Sebastiaansbrug Voor het meerwerk a.g.v. de werkzaamheden aan de Sebastiaansbrug is bij MRDH een geoormerkt budget beschikbaar voor de gemeente Delft. Voor omleidingen geldt dat de inzet van dieselbussen daarbij is toegestaan. Veolia begrijpt echter ook dat dit een ongewenst negatief effect heeft op de milieuprestaties. Mocht het om die reden wenselijk zijn en budgettair mogelijk om ook deze omleiding met gasbussen te rijden dan is Veolia te allen tijde bereid hier medewerking aan te verlenen.

48 Datum 1 juni 2016 Onderwerp Verlenging concessie Haaglanden Regio Ons kenmerk MG/ Pagina 7 van 8 6. Faciliteren (ZE-)transitie in nieuwe concessie MRDH heeft de wens om alle CNG-bussen en de gasvulpunten beschikbaar te hebben voor de start van de opvolgende concessie. Hierdoor kunnen door MRDH in de aanbesteding van het vervoer vanaf augustus 2019 ruim 100 bussen beschikbaar gesteld worden aan een opvolgend vervoerder. Deze vervoerder kan hiermee de periode overbruggen totdat de in de beoogde aanbesteding voorgeschreven emissieloze bussen kunnen worden geleverd. Tevens zijn deze bussen hierdoor beschikbaar voor het geborgd continueren van het OV in geval er bezwaar en eventueel beroep wordt ingediend tegen de gunning van de nieuwe concessie en deze gunning juridisch nog niet onherroepelijk is. Voor beide mogelijke gebeurtenissen voorkomt deze beschikbaarstelling de tijdelijke inzet van oude dieselbussen en daarmee een tijdelijke verslechtering van de milieuprestatie. De voorwaarden waaronder deze bussen en gasvulpunten beschikbaar zijn, zijn onderdeel van de tussen Veolia en MRDH afgesproken uitgangspunten.

49 Datum 1 juni 2016 Onderwerp Verlenging concessie Haaglanden Regio Ons kenmerk MG/ Pagina 8 van 8 Veolia binnen Transdev Veolia is onderdeel van het wereldwijde opererende mobiliteitsconcern Transdev, evenals Connexxion (Transdev Nederland Holding NV), met dien verstande dat van Transdev Nederland Holding NV de Bank Nederlandse Gemeenten indirect medeaandeelhouder is. Beide bedrijven worden op dit moment al aangestuurd door dezelfde directie; de CEO Bart Schmeink en CFO Anne Marie van der Wijst. Veolia Environment, een van de grootaandeelhouders van Transdev, wil haar rol binnen het OV beperken en staat derhalve niet langer toe dat haar naam gebruikt wordt voor openbaar vervoer activiteiten in Nederland; dit wordt waarschijnlijk eind 2016 geëffectueerd. Om voor de periode van 2017 tot en met augustus 2019 voor de concessiehouder van Haaglanden Regio een nieuwe naam in de markt te zetten, inclusief het commercieel laden van het merk, is een kostbare exercitie. Dit betreft namelijk niet alleen het uiterlijk van bussen, maar ook zaken als websites, drukwerk, etc. De beschikbaarheid - binnen hetzelfde concern - van Connexxion als bekend en gewaardeerd merk en OV-bedrijf, biedt de mogelijkheid om hier voor de voornoemde periode gebruik van te maken. Eind 2016 loopt ook de enige andere Nederlandse concessie van Veolia af: Limburg. Daarmee is Haaglanden de enige overgebleven OV concessie van Veolia. Naar verwachting zal Connexxion Openbaar Vervoer B.V. de resterende OV-bedrijven van Veolia Transport in Nederland per 1 januari 2017 overnemen, waarmee de overname en naamswijziging ná het formele besluit tot verlenging zullen plaatsvinden. Daarmee vormen zij dan ook geen belemmering voor de verlenging. Met vriendelijke groet, B.C. Schmeink CEO

50 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 21 september 2016 agendapunt 8 Onderwerp Voorgesteld besluit Korte motivering Financiën Loon- en prijspeilaanpassingen 2016 RET en Connexxion 1) De loon- en prijspeilaanpassing 2016 voor de (exploitatie)subsidies OV vast te stellen op 1,68%; 2) Op grond van artikel 23 van de Subsidieverordening Verkeer en Vervoer 2012 van de stadsregio Rotterdam, die van toepassing is op basis van artikel 1 van de Tijdelijke Subsidieverordening Verkeer en Vervoer MRDH 2015 voor de loon- en prijspeilaanpassing 2016 de volgende aanvullende subsidies te verlenen: a ,- aan RET N.V. voor het Jaarplan Instandhouding Infrastructuur; b ,- aan RET N.V. voor de exploitatie van de Fast Ferry; c ,- aan de RET N.V. voor Regie en Ontwikkeling; d ,- aan RET N.V. voor de concessie Rail; e ,- aan de RET N.V. voor het Uitvoeringsplan Sociale Veiligheid; f ,- aan RET N.V. voor het Jaarplan Verkoop en Marketing; g ,- aan RET N.V. voor de operationele kosten voor het Elektronisch Beheer Systeem (Rail); h ,- aan Connexxion Openbaar Vervoer N.V. voor de concessie Voorne- Putten/Rozenburg; i ,- aan Connexxion Openbaar Vervoer N.V. voor de concessie Parkshuttle Rivium. De concessiehouders RET N.V. en Connexxion Openbaar Vervoer N.V. ontvangen voor het uitvoeren van de concessies/contracten (exploitatie)subsidies van de MRDH. De subsidies zijn in december 2015 verleend op basis van het prijspeil In de beschikkingen is aangegeven, dat de subsidies in het najaar van 2016 worden geïndexeerd naar prijspeil Dit gebeurt op basis van de in de concessie/in het contract afgesproken index. De loon- en prijspeilaanpassing bij de subsidie 2016 voor de concessie Hoekse Lijn aan de NS volgt in een separate agendapost. De concessie Bus Rotterdam e.o. (RET Bus B.V.) kent een voorcalculatorisch indexpercentage. De subsidie bij dit voorcalculatorische indexpercentage 2016 is al bij de verlening van de exploitatiesubsidie 2016 in december 2015 toegekend. In de concessies behorende bij het voormalige Stadsgewest Haaglanden wordt een andere werkwijze van indexering gehanteerd. Een bedrag van ,- ten laste van het budget Openbaar Vervoer. Dit bedrag past in de hiervoor gevormde reservering. Juridisch Communicatie Bijlagen Gevolgde procedure Verdere procedure Meerjarenperspectief: loon-en prijscompensatie wordt jaarlijks toegekend op de OV (exploitatie) subsidies aan de concessiehouders en werkt door gedurende de looptijd van de concessies. n.v.t. n.v.t. 1. Toelichting 2. Conceptbeschikking aan RET N.V. 3. Conceptbeschikking aan Connexxion Openbaar Vervoer N.V. Presidium Vervoersautoriteit 24 augustus 2016 Ambtelijk overleg Vervoersautoriteit 5 september 2016 Anders, te weten n.v.t. Adviescommissie Vervoersautoriteit n.v.t. Zienswijzetermijn n.v.t. Dagelijks bestuur MRDH n.v.t. Algemeen bestuur MRDH n.v.t. Anders, te weten n.v.t. Openbaar besluit ja Contactpersoon Joost Witte Datum 2 juni 2016 Telefoonnummer

51 Vergadering: 21 september 2016 Agendapunt: 8 Onderwerp: Loon- en prijspeilaanpassingen 2016 RET en Connexxion Datum: 8 september 2016 Contactpersoon: Joost Witte Telefoonnummer: Aan de Bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit MRDH, Gevraagde besluiten: 1. de loon- en prijspeilaanpassing 2016 voor de (exploitatie)subsidies OV vast te stellen op 1,68%; 2. op grond van artikel 23 van de Subsidieverordening Verkeer en Vervoer 2012 van de stadsregio Rotterdam, die van toepassing is op basis van artikel 1 van de Tijdelijke Subsidieverordening Verkeer en Vervoer MRDH 2015 voor de loon- en prijspeilaanpassing 2016 de volgende aanvullende subsidies te verlenen: a ,- aan RET N.V. voor het Jaarplan Instandhouding Infrastructuur; b ,- aan RET N.V. voor de exploitatie van de FastFerry; c ,- aan de RET N.V. voor Regie en Ontwikkeling; d ,- aan RET N.V. voor de concessie Rail; e ,- aan de RET N.V. voor het Uitvoeringsplan Sociale Veiligheid; f ,- aan RET N.V. voor het Jaarplan Verkoop en Marketing; g ,- aan RET N.V. voor de operationele kosten voor het Elektronisch Beheer Systeem (Rail); h ,- aan Connexxion Openbaar Vervoer N.V. voor de concessie Voorne-Putten/Rozenburg; i ,- aan Connexxion Openbaar Vervoer N.V. voor de concessie Parkshuttle Rivium. Toelichting: De concessiehouders RET N.V. en Connexxion Openbaar Vervoer N.V. ontvangen voor het uitvoeren van de concessies/contracten een (exploitatie) subsidie van de Vervoersautoriteit MRDH. De subsidies voor dit jaar zijn in december 2015 verleend op basis van het prijspeil Voor de loon- en prijspeilaanpassing van de (exploitatie)bijdragen openbaar vervoer is de methodiek gebruikt, die het voormalige Ministerie van Verkeer en Waterstaat tot en met 2004 volgde en die vanaf 2005 (invoering van de BDU) ook door de Vervoersautoriteit MRDH wordt gevolgd. De methodiek van het Rijk houdt in dat op basis van het Centraal Economisch Plan, dat het Centraal Planbureau (CPB) in maart/april publiceert de bijdrage wordt verhoogd met een gewogen percentage van de Loonvoet Marktsector (voor ,2% met een weging van 65%) en de Index Materiële Overheidsconsumptie, IMOC (voor ,7% met een weging van 35%). Voor 2016 komt hiermee de loon- en prijspeilaanpassing op 1,68%. Het onderdeel kapitaallasten en de managementfee in de bijdrage aan RET N.V. worden niet geïndexeerd, aangezien deze kostenposten ongevoelig zijn voor loon- en prijsontwikkelingen. 1

52 Bij de concessies van het voormalige Stadsgewest Haaglanden wordt bij de subsidieverlening al een voorschot verleend op de loon- en prijspeilaanpassing en wordt bij de vaststelling de definitieve loon- en prijspeilaanpassing meegenomen. Voor het gebied van de voormalige stadsregio Rotterdam volgen ook nog de loon- en prijspeilaanpassingen voor de Hoekse Lijn aan de NS. RET Bus B.V. heeft bij de subsidieverlening in december 2015 al een voorcalculatorische loon- en prijspeilaanpassing 2016 ontvangen. In het najaar van 2017 wordt de nacalculatorische loon- en prijspeilaanpassing 2016 bekend en wordt er verrekend. In de volgende tabel staan de verleende bijdragen aangegeven (prijspeil 2015) alsmede de benodigde bedragen om de bijdragen op prijspeil 2016 te brengen: Concessie/Contract Verleende bijdrage (pp 2015) Loon- en prijspeilaanpassing 2016 RET-Jaarplan Instandhouding Infrastructuur (exclusief kapitaallasten/managementfee) RET FastFerry RET-Regie en Ontwikkeling RET-concessie Rail RET-Uitvoeringsplan Sociale Veiligheid RET Jaarplan Verkoop en Marketing EBS Rail Connexxion-concessie Voorne Putten Rozenburg Connexxion-concessie Parkshuttle Rivium TOTAAL ,-,- 2

53 Grote Marktstraat 43 Postbus CB Den Haag Telefoon Retouradres: Postbus CB Den Haag RET N.V. t.a.v. de heer P.G. Peters Postbus AC ROTTERDAM C O N C E P T Datum 21 september 2016 Onderwerp Loon- en prijspeilaanpassingen informatie@mrdh.nl Internet: KvK nummer: Bankrekeningnummer NL96 BNGH contactpersoon Joost Witte uw kenmerk - ons kenmerk Projectnummer - doorkiesnummer j.witte@mrdh.nl Geachte heer Peters, bijlage(n): 1 Bij beschikkingen: -van 7 december 2015, documentnummer (B&O Railinfrastructuur); -van 7 december 2015, documentnummer (concessie Rail, Sociale Veiligheid, Verkoop en Marketing, EBS, Fast Ferry en Regie en Ontwikkeling), heeft de Bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit MRDH u voor het jaar 2016 de volgende (exploitatie)subsidies toegekend: 1. voor het Jaarplan Instandhouding Infrastructuur (exclusief kapitaallasten/managementfee) maximaal ,- 2. voor de Fast Ferry maximaal ,- 3. voor de activiteiten op het gebied van Regie en Ontwikkeling maximaal ,- 4. voor de concessie Rail maximaal ,- 5. voor het Uitvoeringsplan Jaarplan Sociale Veiligheid maximaal ,- 6. voor het Jaarplan Verkoop en Marketing maximaal ,- 7. voor de operationele kosten voor het Elektronisch Beheer Systeem (Rail) maximaal ,- De Bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit MRDH heeft op 21 september 2016 de loon- en prijspeilaanpassing voor 2016 voor de exploitatie- en de overige subsidies vastgesteld op 1,68%. Deze aanpassing vindt plaats conform de methodiek die het voormalige Ministerie van Verkeer en Waterstaat tot en met 2004 volgde en die vanaf 2005 (invoering van de BDU) ook door de voormalige stadsregio Rotterdam is gevolgd. Deze methodiek houdt in dat op basis van het Centraal Economisch Plan, dat het Centraal Planbureau in maart/april publiceert de bijdrage wordt verhoogd met een gewogen percentage van de Loonvoet Marktsector (voor ,2% met een weging van 65%) en de Index Materiële Overheidsconsumptie, IMOC Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Delft, Den Haag, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Leidschendam-Voorburg, Maassluis, Midden-Delfland, Nissewaard, Pijnacker-Nootdorp, Ridderkerk, Rijswijk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Wassenaar, Westland, Westvoorne, Zoetermeer.

54 (voor ,7% met een weging van 35%). Voor 2016 komt hiermee de loon- en prijspeilaanpassing op 1,68%. In onderstaande tabel staan de verleende bijdragen aangegeven (prijspeil 2015) en het bedrag dat wordt uitgekeerd om de bijdrage op prijspeil 2016 te brengen. De verlening vindt plaats op grond van de tijdelijke Subsidieverordening Verkeer en Vervoer MRDH 2015 in samenhang met de Subsidieverordening Verkeer en Vervoer 2012 van de stadsregio Rotterdam. RET-Jaarplan Instandhouding , ,- Infrastructuur (exclusief kapitaallasten/managementfee) RET-Fast Ferry , ,- RET-Regie en Ontwikkeling , ,- RET-concessie Rail , ,- RET-Uitvoeringsplan Sociale , ,- Veiligheid RET-Jaarplan Verkoop en , ,- Marketing RET- EBS Rail , ,- Totaal ,- De loon- en prijspeilaanpassingen naar 2016 worden binnenkort aan RET N.V. betaald. RET Bus B.V. is middels een brief d.d. 7 december 2015 (kenmerk 16274) geïnformeerd over de voorcalculatorische loon- en prijspeilaanpassing 2016, die in de verleende subsidie voor 2016 reeds verwerkt is. Bezwaar: Tegen bovengenoemd besluit kunt u bezwaar aantekenen. Voor informatie over de bezwaarprocedure van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag verwijzen wij u naar bijlage 1. Wij vertrouwen erop u goed te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, namens de Bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit MRDH, A.L. Gleijm, secretaris. P.J. Langenberg, voorzitter. Bijlage 1: bezwaarprocedure 2

55 Bijlage 1: Bezwaar: Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt door belanghebbenden een bezwaarschrift worden ingediend. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan: De bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den-Haag Postbus CB Den Haag Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het bezwaar zich richt; d. de gronden van het bezwaar (motivering). Voorlopige voorziening: Gelijktijdig met of na indiening van het bezwaarschrift kunt u, bij een spoedeisend belang, een verzoek doen tot het treffen van een voorlopige voorziening. Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de rechtbank binnen het rechtsgebied waar de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft. In verband met de behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. Omtrent de hoogte daarvan, de wijze waarop en de termijn waarbinnen u dient te betalen krijgt u na indiening van het verzoek bericht van de griffier van de bevoegde rechtbank. Rechtstreeks beroep: Tegen dit besluit kan door een aan de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam- Den Haag deelnemende gemeente geen bezwaar worden gemaakt. Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kan een deelnemende gemeente tegen dit besluit binnen zes weken (gerekend vanaf de dag na bekendmaking) een gemotiveerd beroepschrift indienen bij: Rechtbank Rotterdam Sector Bestuursrecht Postbus BM ROTTERDAM 3

56 Grote Marktstraat 43 Postbus CB Den Haag Telefoon Retouradres: Postbus CB Den Haag Connexxion Openbaar vervoer N.V. t.a.v. de heer A. Fens Postbus AE Hilversum C O N C E P T informatie@mrdh.nl Internet: KvK nummer: Bankrekeningnummer NL96 BNGH contactpersoon Joost Witte uw kenmerk Datum 21 september 2016 Onderwerp Loon- en prijspeilaanpassingen 2016 ons kenmerk Projectnummer doorkiesnummer j.witte@mrdh.nl Geachte heer Fens, bijlage(n): 1 Bij beschikking van 7 december 2015, documentnummer heeft de Bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit MRDH u voor het jaar 2016 de volgende exploitatiesubsidies toegekend: 1. voor de concessie Voorne Putten Rozenburg maximaal ,- 2. voor de concessie Parkshuttle Rivium maximaal ,- De Bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit MRDH heeft op 21 september 2016 de loon- en prijspeilaanpassing voor 2016 voor de exploitatie- en de overige subsidies vastgesteld op 1,68%. Deze aanpassing vindt plaats conform de methodiek die het voormalige Ministerie van Verkeer en Waterstaat tot en met 2004 volgde en die vanaf 2005 (invoering van de BDU) ook door de voormalige stadsregio Rotterdam is gevolgd. Deze methodiek houdt in dat op basis van het Centraal Economisch Plan, dat het Centraal Planbureau in maart/april publiceert de bijdrage wordt verhoogd met een gewogen percentage van de Loonvoet Marktsector (voor ,2% met een weging van 65%) en de Index Materiële Overheidsconsumptie, IMOC (voor ,7% met een weging van 35%). Voor 2016 komt hiermee de loon- en prijspeilaanpassing op 1,68%. In onderstaande tabel staan de verleende bijdragen aangegeven (prijspeil 2015) en het bedrag dat wordt uitgekeerd om de bijdrage op prijspeil 2016 te brengen. De verlening vindt plaats op grond van de tijdelijke Subsidieverordening Verkeer en Vervoer MRDH 2015 in samenhang met de Subsidieverordening Verkeer en Vervoer 2012 van de stadsregio Rotterdam. Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Delft, Den Haag, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Leidschendam-Voorburg, Maassluis, Midden-Delfland, Nissewaard, Pijnacker-Nootdorp, Ridderkerk, Rijswijk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Wassenaar, Westland, Westvoorne, Zoetermeer.

57 Connexxion- concessie , ,- Voorne Putten - Rozenburg Connexxion- concessie , ,- Parkshuttle Rivium Totaal ,- De loon- en prijspeilaanpassingen naar 2016 worden binnenkort aan Connexxion Openbaar Vervoer N.V. betaald. Bezwaar: Tegen bovengenoemd besluit kunt u bezwaar aantekenen. Voor informatie over de bezwaarprocedure van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag verwijzen wij u naar bijlage 1. Wij vertrouwen erop u goed te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, namens de Bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit MRDH, A.L. Gleijm, secretaris. P.J. Langenberg, voorzitter. Bijlage 1: bezwaarprocedure 2

58 Bijlage 1: Bezwaar: Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt door belanghebbenden een bezwaarschrift worden ingediend. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan: De bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den-Haag Postbus CB Den Haag Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het bezwaar zich richt; d. de gronden van het bezwaar (motivering). Voorlopige voorziening: Gelijktijdig met of na indiening van het bezwaarschrift kunt u, bij een spoedeisend belang, een verzoek doen tot het treffen van een voorlopige voorziening. Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de rechtbank binnen het rechtsgebied waar de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft. In verband met de behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. Omtrent de hoogte daarvan, de wijze waarop en de termijn waarbinnen u dient te betalen krijgt u na indiening van het verzoek bericht van de griffier van de bevoegde rechtbank. Rechtstreeks beroep: Tegen dit besluit kan door een aan de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam- Den Haag deelnemende gemeente geen bezwaar worden gemaakt. Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kan een deelnemende gemeente tegen dit besluit binnen zes weken (gerekend vanaf de dag na bekendmaking) een gemotiveerd beroepschrift indienen bij: Rechtbank Rotterdam Sector Bestuursrecht Postbus BM ROTTERDAM 3

59 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 21 september 2016 agendapunt 9 Onderwerp Voorgesteld besluit Korte motivering Samenwerkingsovereenkomst vervanging St. Sebastiaansbrug Delft In te stemmen met de samenwerkingsovereenkomst vervanging Sint Sebastiaansbrug. Op 7 december 2015 heeft de bestuurscommissie Vervoersautoriteit ingestemd met de intentieovereenkomst St. Sebastiaansbrug. Deze overeenkomst regelt de samenwerking tussen provincie Zuid-Holland, gemeente Delft en MRDH voor de herbouw van de St Sebastiaansbrug. Voor de MRDH is de herbouw van belang om de doortrekking van tramlijn 19 naar de TU-delft mogelijk te maken. De werkzaamheden voor de tramlijn vallen onder het separate project lijn 19b. Financiën Juridisch Communicatie Bijlagen Gevolgde procedure Verdere procedure De intentieovereenkomst is uitgewerkt in een samenwerkingsovereenkomst en deze ligt ter besluitvorming voor. Een uitwerking heeft plaatsgevonden voor wat betreft het Programma van eisen, planning, communicatie en financiën. Daarnaast is de samenwerkingsorganisatie nader ingevuld, met voor de MRDH de coördinerende rol tussen de partners en als het gaat om de aansturing van het ingenieursbureau Rotterdam. De coördinerende rol laat onverlet de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor en dus risico binnen het project. Het risico wordt voor een derde door alle partners gedragen. Eerder lag deze afspraak er niet, maar gezien de financiële bijdrage en de verantwoordelijkheid m.bt. tramlijn 19, zou een discussie bij overschrijdingen gevoerd worden en lag in de lijn dat MRDH hier haar verantwoordelijkheid zou nemen. Verder zijn de afspraken over de omleidingskosten herzien. Hiervoor blijft vanuit MRDH 1,4 mln. beschikbaar, maar deze wordt rechtstreeks met de vervoerders verrekend en niet langer via de gemeente Delft. Het risico van overschrijding hierop is ondergebracht bij het project. Hiermee wordt efficiency bereikt en MRDH houdt grip op adequate omleidingsmaatregelen, als de brug voor een heel jaar niet beschikbaar is voor al het wegverkeer. Deze stremming is gepland voor Overeenkomst past binnen eerder toegezegde financiële bijdrage ad 5,6 miljoen. Bij de vaststelling van de intentieovereenkomst (december 2015) is de hernieuwde basis voor de financiering geregeld: De bijdrage van MRDH bedroeg 3,6 mln. vanuit project lijn 19. Met de intentieverklaring is deze met 2,0 mln. opgehoogd vanuit het programma NRR. Additioneel is er vanuit exploitatie 1,4 mln. gereserveerd voor omleidingskosten van de bussen. Dit budget is beschikbaar gekomen uit een oude reservering t.b.v. Delft voor bus maatregelen. De samenwerkingsovereenkomst is opgesteld n.a.v. extern juridisch advies waarvoor alle betrokken partijen (MRDH, PZH en gemeente Delft) input hebben geleverd om de risico s inzichtelijk en beheersbaar te houden. n.v.t. 1. Samenwerkingsovereenkomst inclusief bijlagen Presidium Vervoersautoriteit 24 augustus 2016 Ambtelijk overleg Vervoersautoriteit 05 september 2016 Anders, te weten n.v.t. Adviescommissie Vervoersautoriteit n.v.t. Zienswijzetermijn n.v.t. Dagelijks bestuur MRDH n.v.t. Algemeen bestuur MRDH n.v.t. Anders, te weten n.v.t. Openbaar besluit ja Contactpersoon Arend-Jan van der Lely Datum 7 september 2016 Telefoonnummer

60 Samenwerkingsovereenkomst vervanging Sint Sebastiaansbrug Partijen: 1. De gemeente Delft, gevestigd te 2611 BV Delft aan het Stationsplein 1, vertegenwoordigd door wethouder L. Harpe, daartoe ex artikel 171 lid 2 Gemeentewet gemachtigd door de burgemeester en gelet op het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Delft van [datum], hierna te noemen: de Gemeente; 2. De provincie Zuid-Holland, gevestigd te 2596 AW Den Haag aan het Zuid-Hollandplein 1, te dezen vertegenwoordigd door de heer F. Vermeulen, in zijn hoedanigheid van gedeputeerde van Verkeer en Vervoer, daartoe ex artikel 176 lid 2 van de Provinciewet gemachtigd door de commissaris van de Koning, uitvoering gevend aan het besluit van gedeputeerde staten van [datum], hierna te noemen: de Provincie; 3. De publiekrechtelijke instelling Metropoolregio Rotterdam Den Haag, gevestigd te 2511 BH Den Haag aan de Grote Marktstraat 43, te dezen vertegenwoordigd door de voorzitter van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit, de heer P. Langenberg, hierna te noemen: MRDH; hierna gezamenlijk te noemen: Partijen. Overwegende dat: a. Partijen belang hechten aan adequaat op elkaar aansluitende verbindingen van verkeersstromen op de huidige locatie van de Sint Sebastiaansbrug te Delft, welke locatie partijen genoegzaam bekend is, zodat met deze omschrijving kan worden volstaan; b. Partijen daarnaast belang hechten aan een goed functionerend (openbaar) vervoersnetwerk in de regio waarbinnen de Sint Sebastiaansbrug is gelegen; c. Partijen onderkennen dat de bestaande aanbruggen in slechte conditie verkeren en bovendien het beweegbare brugdeel niet geschikt is om er tramverkeer over te laten plaatsvinden; d. Partijen daarom voornemens zijn de Sint Sebastiaansbrug te vervangen, te weten in de vorm van een nieuw te bouwen beweegbare brug; e. De Gemeente wegbeheerder en eigenaar is van de aanbruggen van de Sint Sebastiaansbrug; f. De Provincie vaarwegbeheerder en eigenaar is van het val van de brug inclusief de besturing; g. MRDH concessieverlener is van het openbaar vervoer en in die hoedanigheid verantwoordelijk is voor onder andere de aanleg van tramlijn 19 naar Technopolis, in welk traject de Sint Sebastiaansbrug is opgenomen; Samenwerkingsovereenkomst vervanging Sint Sebastiaansbrug Pagina 1 van 11

61 h. Naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank van 14 november 2014 met betrekking tot de omgevingsvergunning WABO fase 1 voor de realisatie van een nieuwe brug Partijen nader overleg met elkaar hebben gevoerd; i. Dit heeft geleid tot een heroverweging van de uitvoeringsmodaliteiten van de nieuwe Sint Sebastiaansbrug, waarbij Partijen op basis van een weging van ontwerpeisen, technische haalbaarheid, financiering, draagvlak en de voorwaarden van het vigerende bestemmingsplan hebben gekozen voor de optie van een beweegbare brug met een doorvaarthoogte van 4,5 meter; j. Partijen tot deze optie zijn gekomen na uitvoerige bestudering van diverse alternatieven, na intensief ambtelijk en bestuurlijk overleg en na onderhandeling over de te realiseren kwaliteit en door partijen beschikbaar te stellen financiële bijdragen; k. Partijen met de onderhavige overeenkomst tussen hen een bindende regeling wensen te treffen met betrekking tot de realisatie van het project vervanging Sint Sebastiaansbrug en eerder over dit onderwerp tussen 2 of meer van de hierboven genoemde Partijen gesloten overeenkomsten met betrekking tot dit project als vervallen hebben te gelden; l. Partijen met elkaar hebben afgesproken om dit project in gezamenlijkheid te realiseren, waarbij iedere partij integraal verantwoordelijk blijft voor zijn aandeel in het project; m. Partijen de tussen hen gemaakte afspraken wensen vast te leggen in de onderhavige overeenkomst. Verklaren te zijn overeengekomen als volgt: 1. Definities In deze overeenkomst wordt verstaan onder: Scope De door Partijen vastgestelde afbakening van het Project op basis van hetgeen is opgenomen in het rapport toelichting ontwerp. Integraal Programma van Eisen Het door Partijen reeds opgestelde Integraal Programma van Eisen van het Project dat als kader heeft te gelden voor de ontwerpopgave die is samengesteld op basis van de door Partijen individueel opgestelde programma s van eisen. Samenwerkingsovereenkomst De onderhavige overeenkomst. Samenwerkingsovereenkomst vervanging Sint Sebastiaansbrug Pagina 2 van 11

62 Project Realisatie van de vervanging van de Sint Sebastiaansbrug te Delft conform het Integraal Programma van Eisen. 2. Projectomschrijving/Scope 2.1. De Samenwerkingsovereenkomst heeft betrekking op de samenwerking tussen Partijen in het kader van de realisatie van de vervanging van de Sint Sebastiaansbrug te Delft. Het Project zal worden gerealiseerd met inachtneming van het Integraal Programma van Eisen, dat als bijlage 1 aan de Samenwerkingsovereenkomst wordt gehecht en waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast dient te worden beschouwd Als toelichting op de uitgangspunten en projectbegrenzing is een scopetekening opgenomen als bijlage De Scope houdt in dat de realisatie van het Project in ieder geval betrekking zal hebben op de volgende uit te voeren activiteiten en in aanmerking te nemen uitgangspunten: a. De sloop van de bestaande brug; b. De bouw van een nieuwe beweegbare brug op dezelfde locatie als de huidige brug, passend binnen het huidige bestemmingsplan; c. De nieuwe brug zal een doorvaarthoogte hebben van 4,5 meter en een doorvaartbreedte van 10,5 meter; d. De brug zal al het verkeer, zowel gemotoriseerd als niet gemotoriseerd, zowel privé als openbaar en zowel weg- als waterverkeer moeten faciliteren, hetgeen tot uitdrukking komt in de volgende inrichtingselementen: 1. Voor het gemotoriseerd verkeer zullen minimaal 2 x 1 rijstroken gerealiseerd worden (3 x 1 rijstroken ten behoeve van de vrij liggende rechtsaffer te weten richting het Noorden, plaatselijk bekend als de Ezelsveldlaan); 2. Voor het openbaar vervoer zal een aparte 2 x 1 HOV-baan gerealiseerd worden, in de zijligging aan de oostzijde van de brug; 3. Op de brug zal aan weerszijden een fiets- en voetpad gerealiseerd worden; 4. Bij de uitvoering van het Project zal worden gewaarborgd dat de binnen het kader van het project Tramlijn 19 tot stand te brengen tramlijn over de brug zal kunnen lopen Partijen verplichten zich te houden aan de Scope. Partijen verplichten zich tot het plegen van aanpassingen in de Scope indien en voor zover hiertoe op basis van de realisatie van het Project onverhoopt aanleiding bestaat, waarbij geldt dat Partijen zich tot het uiterste zullen inspannen om het Project binnen de bestaande Scope te realiseren. In geval van de noodzaak Samenwerkingsovereenkomst vervanging Sint Sebastiaansbrug Pagina 3 van 11

63 tot een scopewijziging neemt de projectboard hiertoe het initiatief. De besluitvorming zal plaatsvinden conform het bepaalde in de bijlage behorende bij artikel Verplichtingen Partijen 3.1. Iedere partij blijft integraal verantwoordelijk voor zijn aandeel in het Project, zowel bestuurlijk, financieel, organisatorisch of anderszins Partijen verplichten zich jegens elkaar om het Project gezamenlijk te realiseren en medewerking te verlenen met inachtneming van de planning zoals bedoeld in artikel 11. Daaronder zijn ook begrepen handelingen met betrekking tot procedures ter verkrijging van publiekrechtelijke toestemmingen (zoals goedkeuringen, vrijstellingen en ontheffingen). Partijen verplichten zich jegens elkaar om bedoelde procedures zo spoedig mogelijk te doorlopen en uiterlijk binnen de geldende wettelijke beslistermijnen besluiten te nemen Partijen verplichten zich om elkaar over en weer juist en volledig te informeren over aangelegenheden welke van invloed zijn of kunnen zijn op de realisatie van het Project, daaronder mede begrepen andere projecten (zoals bijvoorbeeld het project Tramlijn 19) Partijen verplichten zich in dit verband jegens elkaar om zorg te dragen voor deugdelijk opgebouwde dossiers, onder andere zoals bedoeld in de Wet lokaal spoor ter verkrijging van een indienststellingsvergunning ten behoeve van Tramlijn Partijen zullen zich inspannen om alle in het kader van de realisatie noodzakelijke en/of daaraan dienstige activiteiten stipt en zorgvuldig uit te voeren, daaronder begrepen het in voorkomend geval zorg dragen voor tijdige besluitvorming binnen de organisatie van iedere partij Partijen zullen zich inspannen om de voor realisatie van het Project noodzakelijke (bestuursrechtelijke) medewerking van derden te verkrijgen. 4. Ingangsdatum en duur Samenwerkingsovereenkomst 4.1. De Samenwerkingsovereenkomst gaat in per de datum van ondertekening door Partijen. De Samenwerkingsovereenkomst wordt aangegaan voor de duur van de realisatie van het Project en zal eindigen per de datum van oplevering van het Project en overdracht aan de beheerorganisaties van Partijen en goedkeuring van de eindafrekening van het Project door Samenwerkingsovereenkomst vervanging Sint Sebastiaansbrug Pagina 4 van 11

64 Partijen, tenzij Partijen gezamenlijk besluiten de Samenwerkingsovereenkomst eerder te beëindigen en dit schriftelijk met elkaar overeenkomen De volgende tussen twee of meer Partijen bij de Samenwerkingsovereenkomst gesloten overeenkomsten met betrekking tot het Project hebben met ingang van de datum van ondertekening van de Samenwerkingsovereenkomst als vervallen te gelden: - Overeenkomst Gemeente-Provincie van 26 juni 2012; - Addendum op de overeenkomst Gemeente-Provincie van 3 december 2013; - Ondertekend verslag BO Gemeente-Provincie van 17 juli 2014; - Overeenkomst Provincie-Stadsgewest Haaglanden van 18 september Genoemde overeenkomsten/stukken zijn Partijen genoegzaam bekend, zodat met deze omschrijving kan worden volstaan Indien en voor zover na de oplevering van het Project nog sprake zal zijn van enige noodzaak tot samenwerking tussen Partijen in het kader van het blijvend realiseren van de doelstellingen als omschreven in de considerans van de Samenwerkingsovereenkomst, verplichten Partijen zich reeds nu voor alsdan om daaraan medewerking te verlenen en hierover nadere afspraken met elkaar te maken. 5. Coördinatie van het Project 5.1. Partijen realiseren het Project gezamenlijk en zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de uitvoering hiervan MRDH neemt de verantwoordelijkheid op zich om de geldstromen te organiseren en gaat namens Partijen contractuele verplichtingen aan met derde partijen. MRDH zal met inachtneming van het voorgaande namens Partijen uitvoering geven aan besluiten van de tot stand te brengen overlegstructuur als opgenomen in artikel De Gemeente en de Provincie verlenen MRDH hierbij mandaat en volmacht voor het mede namens hen verrichten van rechtshandelingen en het aangaan van verplichtingen jegens derden (waaronder uitdrukkelijk mede begrepen het aanbesteden en gunnen van opdrachten voor diensten, leveringen en werken) ten behoeve van de realisatie van het Project, zulks met inachtneming van het bepaalde daarover in bijlage MRDH draagt zorg voor een goede financiële administratie en de totstandkoming van kasritmes tussen Partijen. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de reserveringen die de Gemeente en de Provincie in januari van ieder jaar moeten vastleggen in de voorjaarsnota. Samenwerkingsovereenkomst vervanging Sint Sebastiaansbrug Pagina 5 van 11

65 5.5. Partijen zullen zorg dragen voor een goede (onderlinge) afstemming van de in het kader van de realisatie van het Project uit te voeren werkzaamheden met overige projecten die hiermee zouden kunnen conflicteren. 6. Projectorganisatie 6.1. Partijen hebben in het kader van het Project een projectorganisatie tot stand gebracht die is opgenomen in bijlage 3 en aan de Samenwerkingsovereenkomst wordt gehecht. De respectievelijke vertegenwoordigers van Partijen in de te onderscheiden organen van de projectorganisatie staan hierop vermeld, evenals de wijze van totstandkoming van besluitvorming en ieders verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Partijen verplichten zich tot het afvaardigen van vertegenwoordigers in bedoelde organen, die beschikken over voldoende kennis en ervaring met betrekking tot de aan de orde zijnde problematieken Partijen zijn verplicht invulling te geven aan en zich te gedragen volgens de in bijlage 3 beschreven projectorganisatie en werkwijze. 7. Financiële bijdragen, rekening en risico 7.1. De kosten van realisatie van het Project op basis van de thans bekende feiten worden door Partijen geraamd op 25 miljoen exclusief BTW, zoals opgenomen in bijlage 4 en op basis van de gegevens zoals opgenomen in de zogeheten SSK-raming van de kosten d.d. 10 maart 2016, welke onderdeel uitmaakt van bijlage 2. In dit bedrag is ook begrepen een reservering voor projectrisico s en onvoorzien Alle in de Samenwerkingsovereenkomst genoemde bedragen zijn exclusief BTW, tenzij nadrukkelijk anders vermeld. Om zekerheid te verkrijgen over de compensatiemogelijkheden van de BTW zal een advies (ruling) worden gevraagd bij de fiscus. Indien blijkt dat één van de Partijen hierdoor een onevenredig nadeel ondervindt, zullen Partijen overleg voeren, met het doel om gezamenlijk een oplossing voor dat onevenredige nadeel te vinden Partijen dragen in de volgende verhouding bij in bovenstaande kosten: - de Gemeente 10,0 miljoen 40,0% - de Provincie 9,4 miljoen 37,6% - MRDH 5,6 miljoen 22,4% Samenwerkingsovereenkomst vervanging Sint Sebastiaansbrug Pagina 6 van 11

66 Indien de realisatie van het Project zal kunnen plaatsvinden voor minder dan 25 miljoen zal tussen Partijen een verdeling van het batig saldo gelden met inachtneming van deze percentages Partijen verplichten zich uitdrukkelijk jegens elkaar tot het leveren van een maximale inspanning om de realisatie van het Project voor de bedragen zoals opgenomen in de kostenraming (bijlage 4) te laten plaatsvinden en dus meerkosten te voorkomen. Onvermijdbare meerkosten die er toe leiden dat het beschikbare budget van 25 miljoen wordt overschreden, worden door Partijen in gelijke delen gedragen, zodat ieder der Partijen 1/3 e deel van deze meerkosten zal dragen Partijen zullen geen kosten in rekening brengen voor de inzet van eigen medewerkers van Partijen ten behoeve van de realisatie van het Project, behoudens indien en voor zover het betreft projectgerichte werkzaamheden die anders door derden zouden worden verricht MRDH zal aan de Gemeente en de Provincie tijdig en conform het bepaalde in artikel 5, vierde lid bedragen doorbelasten op basis van de voortgang van het Project en de door MRDH als gevolg van de inschakeling van derden gemaakte kosten, met inachtneming van het cashflowschema Sint Sebastiaansbrug, dat als bijlage 4 aan de Samenwerkingsovereenkomst wordt gehecht Partijen onderkennen dat, vooruitlopend op de totstandkoming van de Samenwerkingsovereenkomst, door Partijen kosten zijn gemaakt (historische kosten) in het kader van het Project. Deze kosten, zoals opgenomen in bijlage 5 bij de Samenwerkingsovereenkomst, worden verdisconteerd in het beschikbare budget ter uitvoering van de Samenwerkingsovereenkomst. Partijen streven er naar om de onderlinge verrekening van bedoelde kosten in het jaar 2016 te doen plaatsvinden. Een en ander conform het cashflowschema zoals opgenomen als bijlage 4. De historische kosten zijn inmiddels op basis van een definitief overzicht inzichtelijk gemaakt. Het verschil tussen de raming en het werkelijke bedrag komt ten laste van de post risico/onvoorzien. De kosten in verband met een mogelijk nog door Stedin in te dienen claim voor het verleggen van kabels/leidingen zullen - indien deze kosten door Stedin bij één der partijen in rekening worden gebracht en rechtens voor vergoeding in aanmerking komen - eveneens ten laste worden gebracht van de post risico/onvoorzien, mits dit past binnen de vastgestelde financiële kaders als bedoeld in het vierde lid. Dit geldt tevens voor eventuele overige onvoorziene claims van derden Tijdens de realisatie van het Project dient bestemmingsverkeer gedurende de stremmingsperiode van de brug om te rijden. Ten aanzien van het busvervoer heeft MRDH aan de Gemeente in het verleden een totale financiële bijdrage toegezegd (brief van Samenwerkingsovereenkomst vervanging Sint Sebastiaansbrug Pagina 7 van 11

67 Stadsgewest Haaglanden van 19 september 2014, kenmerk SH /SH ) van 1,4 miljoen, ter dekking van de door de vervoermaatschappijen (thans RET en Veolia) te maken omrijdkosten. Afgesproken wordt nu om de verrekening niet via de Gemeente, maar rechtstreeks tussen MRDH en de busmaatschappijen te laten verlopen. Indien het door MRDH beschikbaar gestelde bedrag van 1,4 miljoen onverhoopt niet toereikend blijkt te zijn, maken de meerkosten onderdeel uit van de projectkosten. De toezegging van MRDH over betaling aan de Gemeente van in totaal 1,4 miljoen komt hiermee te vervallen De eindafrekening van het Project wordt voorzien van een accountantsverklaring. 8. Verzoeken om schadevergoeding/nadeelcompensatie 8.1. Verzoeken om schadevergoeding of nadeelcompensatie in verband met de uitvoering van het Project zullen door de Gemeente worden afgewikkeld overeenkomstig de binnen de Gemeente geldende algemene nadeelcompensatieverordening gemeente Delft. Eventueel hieruit voortvloeiende uit te keren bedragen maken onderdeel uit van de projectkosten als omschreven in artikel Partijen komen overeen dat met betrekking tot het verleggen van kabels en leidingen de Verordening ondergrondse infrastructuren Delft zal worden gehanteerd. 9. Extra werkzaamheden op verzoek van een der Partijen 9.1. Indien een der Partijen in het kader van de realisatie van het Project werkzaamheden wil laten uitvoeren welke niet als zodanig onderdeel van het Project uitmaken, kan de desbetreffende partij dit voorleggen aan de projectboard. Uitgangspunt is dat de kosten van bedoelde werkzaamheden uitsluitend voor rekening en risico van de aanvragende partij komen en dat de voortgang van de realisatie van het Project door bedoelde werkzaamheden niet mag worden vertraagd of belemmerd Partijen stellen vast dat bij de aanvang van de Samenwerkingsovereenkomst reeds sprake is van werkzaamheden als bedoeld in artikel 9, eerste lid in verband met het project Tramlijn 19, welk project belangrijke raakvlakken vertoont met het Project. Het project Tramlijn 19 voorziet namelijk in de aanleg van infrastructurele voorzieningen ten behoeve van de op de Sint Sebastiaansbrug te realiseren tramlijn. Samenwerkingsovereenkomst vervanging Sint Sebastiaansbrug Pagina 8 van 11

68 10. Eisen aan het Project Het Project zal sober en doelmatig worden uitgevoerd met inachtneming van het Integraal Programma van Eisen, de Scope en het beschikbare budget Indien sprake zal zijn van conflicterende regels uit te onderscheiden normenstelsels verplichten Partijen zich tot het voeren van overleg over een oplossing, waarbij de continuïteit van de realisatie van het Project zo veel mogelijk dient te worden gewaarborgd. 11. Planning De projectboard heeft een planning opgesteld met betrekking tot de uitvoering van het Project. Deze planning is als bijlage 6 aan de Samenwerkingsovereenkomst gehecht. Eventuele noodzakelijke wijzigingen van deze planning zullen tot stand worden gebracht met inachtneming van het bepaalde in artikel Overdracht en beheer Het door de aannemer in het kader van het Project opgeleverde werk dient te worden overgedragen aan de beheerorganisatie van ieder der Partijen bij de Samenwerkingsovereenkomst met inachtneming van de binnen de desbetreffende partij daarvoor geldende procedures. Partijen zullen gezamenlijk een overdrachtsprotocol overeenkomen, waarbij het bestaande protocol van de Provincie als voorbeeld heeft te gelden Ieder der Partijen zal vervolgens haar desbetreffende aandeel in het in het kader van het Project opgeleverde werk voor eigen rekening en risico in stand houden en (doen) beheren. Indien en voor zover dit noodzakelijk is, leggen Partijen afspraken omtrent beheer vast in een beheerovereenkomst. 13. Communicatie Het ten aanzien van het Project geldende communicatieplan is als bijlage 7 aan de Samenwerkingsovereenkomst gehecht. De inhoud hiervan heeft als hier herhaald en ingelast te gelden. De Gemeente coördineert de communicatiewerkzaamheden. Samenwerkingsovereenkomst vervanging Sint Sebastiaansbrug Pagina 9 van 11

69 14. Wijziging van de Samenwerkingsovereenkomst Wijziging van de Samenwerkingsovereenkomst kan uitsluitend plaatsvinden indien Partijen hierover volledige overeenstemming hebben bereikt. Dergelijke wijzigingen zullen schriftelijk worden vastgelegd. 15. Geschillenbeslechting Partijen verklaren zich jegens elkaar bereid om bij het ontstaan van verschillen van inzicht met betrekking tot uitleg en/of de uitvoering van de Samenwerkingsovereenkomst te trachten de bestaande verschillen van inzicht in goed overleg met elkaar te bespreken, teneinde bedoelde verschillen te overbruggen Indien en voor zover het in artikel 15, eerste lid bedoelde overleg niet tot een oplossing leidt, zal bevoegd zijn de bevoegde rechter te Den Haag Op de Samenwerkingsovereenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. Aldus opgemaakt in drievoud en ondertekend te Den Haag op [datum] Gemeente Delft Provincie Zuid-Holland Metropoolregio Rotterdam Den Haag L. Harpe F. Vermeulen P. Langenberg Wethouder Gedeputeerde Verkeer en Vervoer Voorzitter bestuurscommissie Vervoersautoriteit Samenwerkingsovereenkomst vervanging Sint Sebastiaansbrug Pagina 10 van 11

70 Bijlagen: 1. Integraal Programma van Eisen 2. Scopetekening 3. Projectorganisatie 4. Cashflowschema 5. Overzicht historische kosten 6. Planning 7. Communicatieplan Samenwerkingsovereenkomst vervanging Sint Sebastiaansbrug Pagina 11 van 11

71 Vervangen Sint Sebastiaansbrug Integraal Programma van Eisen Projectcode Datum 24 maart 2016 Rapportnummer Versie 1.0 Opdrachtgever MRDH, PZH en Gemeente Delft Paraaf Opdrachtgever: Opsteller M. Said Paraaf Opsteller: Controleur W.A. Gellweiler Paraaf Controleur: Projectleider M. Said Paraaf Projectleider:

72 Inhoudsopgave 1. Inleiding Algemeen Aanleiding Scope en projectgrenzen Relaties met andere werken Vigerende documenten Vigerende normen en richtlijnen Rangorde documenten Opbouw document Objectoverstijgende eisen Benodigd onderzoek Milieu Grondmechanisch Landmeetkundig Wet en regelgeving Optimalisaties/kansen Uitvoeringsfasering Vormgeving en ruimtebeslag Wegbebakening Markeringen Bebording en bewegwijzering Bestemmingsplan Informatievoorziening Omgeving Vooropnamen Duurzaam bouwen Grondgesteldheid, grond en oppervlakte water Waterkering 19

73 3.12 Geluidshinder Vergunningen Eisen sloop bestaande brug Eisen Aanbrug Noord en Zuid Functionele verkeerskundige eisen brug Gemotoriseerd verkeer Fiets- en voetverkeer Tram Trappen Functionele verkeerskundige eisen onderliggende wegen Openbaar vervoer Verkeerregelinstallaties Traminfrastructuur Horizontaal en verticaal alignement Statisch systeem Voorzieningen voor de spoorconstructie Onderhoud Hemelwaterafvoer Parkeergarage Nieuwelaan Remmingwerk/beschermingswerk Ontwerpeisen Overgangsconstructie, te bevestigen en in te storten spooronderdelen Algemeen Eisen t.a.v. de traminfrastructuur Eisen m.b.t. compensatie-lassen Tractie-energiesysteem Bovenleiding Overig Belastingen en vervormingen Fiets- en voetgangersbelasting Tramverkeer Belastingen spoorconstructie Horizontale belasting Verhinderde vervorming 37

74 Doorbuiging/ hoekverdraaiing Vermoeiing Zettingen Betonafwerking Geluidwerende voorzieningen Kabels en leidingen Eisen basculebrug en kelder Eisen beweegbare brug Scheepvaart Toegankelijkheid basculekelder Brugbesturingsinstallatie Potentiaalvereffening Installaties Voorzieningen voor brugbediening Opslagruimte reserve afsluitbomen Scheepvaartverlichtingsignalen Cameramasten Eisen buitenruimte Ruimtelijke eisen: omgeving en raakvlakken Antigraffiti coating Openbare verlichting Kabels en leidingen Algemeen In het maaiveld 43 BIJLAGEN Bijlage I : Overzicht K&L

75 Revisiebeheer Revisie Status Datum Opmerkingen / omschrijving 0.1 CONCEPT 4 maart 2016 Eerste concept gereed 1.0 Definitief 24 maart 2016 Definitieve versie, commentaar Kernteam verwerkt Verspreiding Revisie Verstuurd Naar Actie maart 2016 Kernteam Ter toetsing april 2016 Opdrachtgever Ter acceptatie LIJST MET AFKORTINGEN RVW : Richtlijn Vaarwegen SSB : Sint Sebastiaansbrug PZH : Provincie Zuid-Holland MRDH : Metropoolregio Rotterdam Den Haag VRI : Verkeersregelinstallatie OV : Openbare Verlichting LCC : Life Cycle Costs BS : Bovenkant Spoor HWA : Hemelwaterafvoer

76 1. Inleiding 1.1 Algemeen Dit document bevat het Programma van Eisen voor de reconstructie van de Sint Sebastiaansbrug te Delft. De Sint Sebastiaansbrug, zie figuur 1, is gelegen over het Rijn-Schiekanaal en is in 1963 aangelegd. Figuur 1: situatie Sint Sebastiaansbrug De aanbruggen zijn in eigendom bij de gemeente Delft, welke eveneens verantwoordelijk is voor het beheer en onderhoud. Het beweegbare deel en de aanbrug over het Rijn-Schiekanaal is geheel in eigendom bij de Provincie Zuid-Holland, welke ook zorgdraagt voor het beheer en onderhoud hiervan. In onderstaande schematische tekening is de eigendomssituatie weergegeven.

77 Figuur 2: bouwonderdelen en eigendommen Sint Sebastiaansbrug Eerder in het proces zijn drie PvE s gemaakt: één door gemeente Delft, één door PZH, één door MRDH. Dit document zorgt voor de integrale afstemming en bundeling van de verschillende PvE s. Binnen het Programma van Eisen vallen de bouwonderdelen zoals aangegeven in figuur 2. MRDH is verantwoordelijk voor de nieuwe tramverbinding over de brug. Gedurende de looptijd van het project zijn diverse onderzoeken uitgevoerd. Deze vele onderzoeken hebben inzicht gegeven in de onderhoudsstaat van de brug. Daarnaast zorgen de onderzoeken ervoor dat het een grote opgave is om de relevante informatie eruit te halen. De relevante informatie is opgenomen in dit PvE.

78 1.2 Aanleiding Bestaande situatie De huidige Sint Sebastiaansbrug bestaat uit twee betonnen aanbruggen, een bascule brug en een betonnen rijdek over het Rijn-Schiekanaal. De opbouw van het profiel van de huidige brug bestaat uit zowel gemotoriseerd als niet gemotoriseerd verkeer, zie figuur 3. Figuur 3: dwarsprofiel Sint Sebastiaansbrug autonome situatie Sinds medio 2008 is er een tijdelijke indeling van kracht. Uit de onderzoeken is namelijk gebleken dat de constructie niet sterk/stijf genoeg meer is. Het vrachtverkeer mag dan ook veiligheidshalve geen gebruik maken van de brug. Met als uitgangspunt de nieuwe tramverbinding is gekozen voor een nieuwe brug die aan alle eisen voldoet. Nieuwe situatie De opdrachtgever (gemeente Delft, MRDH en PZH) heeft besloten de brug in zijn geheel te vervangen door een nieuwe beweegbare brug. Aanleiding van deze vervanging is de komst van tramlijn 19 en de huidige staat van de brug. In Delft zal tramlijn 19 ter hoogte van de Westvest aftakken van het bestaande tracé van tramlijn 1, om via de Zuidwal het Zuidpoortgebied te bereiken. In dit deel van het tracé zal de tramlijn samenlopen met een busverbinding op een gecombineerde HOV-baan (hoogwaardige openbaar vervoer). In het voorontwerp van het tramtracé is de tramlijn ter hoogte het Zuidpoortgebied en de passage over de Sint Sebastiaansbrug in de zijligging gedacht. Het beheer en onderhoud van tramlijn 19 komt voor rekening van Metropoolregio Rotterdam - Den Haag (MRDH), welke tevens eigenaar hiervan wordt. Het kunstwerk omvat een weg voor autoverkeer, fiets- en voetgangers en een HOV- baan (geschikt voor tram en bus), zie figuur 4. De Sint Sebastiaansbrug kruist het Rijn-Schiekanaal onder een hoek van circa 10 en heeft een doorvaarthoogte van (minimaal) 4.50 meter. De draagconstructie bestaat uit twee betonnen aanbruggen, een basculebrug en een betonnen aanbrug over Rijn-Schiekanaal.

79 Figuur 4: indeling bovenbouw Sint Sebastiaansbrug volgens bestemmingsplan Het langsalignement van de brug (zie figuur 5) wordt bepaald door het alignement M1ZA van de tramlijn. Tevens wordt het dwarsprofiel van de brug bepaald door de assen van de tram. Het langsalignement en het dwarsprofiel van de nieuwe brug is weergegeven op tekening F01-T001. Op de tekening is te zien dat de nieuwe brug ten opzichte van de huidige brug in oostelijk richting is opgeschoven als gevolg van de tramlijn. Figuur 5: langsalignement M1ZA (deel as G as O) Doel en gebruik brug De Sint Sebastiaansbrug heeft als algemeen doel het wegprofiel van de Michiel de Ruyterweg over het Rijn-Schiekanaal te laten overbruggen. De aanbruggen van deze brug hebben tot doel om het (beweegbare) brugdeel over het Rijn-Schiekanaal toegankelijk te maken.

80 De Sint Sebastiaansbrug is een verkeersbrug die geschikt moet zijn voor gemotoriseerd verkeer, bus- en tramverkeer alsmede voor fiets- en voetgangers. De Michiel de Ruyterweg heeft een functie voor regionaal verkeer en heeft de kenmerken van een doorstroomroute. Het Rijn-Schiekanaal, waarover het kunstwerk ligt, is een belangrijke vaarweg voor de beroepsvaart. Daarnaast wordt de vaarweg gebruikt voor de pleziervaart. Functionele doelstelling: Het kruisen van het Rijn-Schiekanaal d.m.v. een nieuwe beweegbare brug; Het vernieuwen van de aanbruggen; De aanpassing van de verkeersfuncties tussen het Mijnbouwplein en de Zuidwal; Het instandhouden van de afwikkeling van de onderliggende bestaande verkeersroutes en het instand houden van de ondergrondse infrastructuur. Het project moet na oplevering integraal functioneren, wat inhoudt dat alle objecten op elkaar en de directe omgeving zijn afgestemd en de onderliggende bestaande verkeersroutes en ondergrondse infrastructuur hersteld of aangepast zijn. De overgang tussen de beweegbare brug en de aansluitende brugdelen / dek basculekelder dient zodanig vlak en vloeiend te verlopen dat het verkeer geen hinder ondervindt. 1.3 Scope en projectgrenzen De scope van de brug is op hoofdlijnen als volgt: De volledige sloop van de bestaande brug (tussen as B en S, zie [1]); Het bouwen van aardenbanen, aanbruggen en een nieuwe beweegbare brug op (nagenoeg) dezelfde locatie als de huidige brug passend binnen het huidige bestemmingsplan en het langsalignement van de tram (M1ZA); Het aanbrengen van voorzieningen ten behoeve van het spoor (zoals waterkabel, fundering voor bvl-masten, uitsparingen, inkassingen en tramgerelateerde mantelbuizen). Het verzorgen van een goede inpassing van de brug in de omgeving (o.a. trappartijen, aansluiting op Zuidwal en Mijnbouwplein); De nieuwe brug zal een doorvaarthoogte hebben van (minimaal) 4,5 meter; De brug zal al het verkeer, zowel gemotoriseerd als niet gemotoriseerd, zowel privé als openbaar en zowel wegverkeer als scheepvaart moet faciliteren: o Daartoe is het uitgangspunt dat voor het gemotoriseerd verkeer minimaal 2 x 1 rijstroken gerealiseerd worden (3 x 1 rijstroken ten behoeve van de vrij liggende rechtsaffer); o Daartoe is het uitgangspunt dat voor het openbaar vervoer een aparte 2 x1 HOV-baan gerealiseerd wordt, in de zijligging aan de oostzijde van de brug; o Daartoe is het uitgangspunt dat op de brug aan weerszijde een fiets- en voetpad gerealiseerd wordt. Bovenstaande scope is uitgewerkt in [2]. Zie ook figuur 8 in hoofdstuk 2

81 De projectgrenzen van het project Vervangen Sint Sebastiaansbrug, volgend uit het bestemmingsplan, is in figuur 6 met een gele lijn aangegeven. Als gevolg van uitwerking van de scope, zie [2], zijn de projectgrenzen ten opzichte van de projectgrenzen in het bestemmingsplan verruimd. Figuur 6: projectgrenzen conform bestemmingsplan Figuur 7: projectgrenzen volgend uit scope 1.4 Relaties met andere werken Technische inhoudelijke relatie Reeds uitgevoerde werken: - Zettingsvrije plaat tram aan de noordzijde ter plaatse van de Zuidwal; - Reeds verlegde kabels en leidingen noordzijde; - Duiker / kabeltrace hoogheemraadschap aansluiting Mijnbouwplein; Aanleg en inpassing tramlijn 19, waarvan een deel van het tracé over de Sint Sebastiaansbrug loopt; De nieuwbouw appartementen "de Ruyterhoeck" ten noorden van de Sint Sebastiaansbrug. Bij dit appartementencomplex is een parkeergarage aanwezig die grenst aan de verbreding van de Sint Sebastiaansbrug;

82 De verkeerskundige aanpassing van de kruisingen aan de voet van de brug ter plaatse van de aansluiting met de Zuidwal en het Mijnbouwplein. Vervangen oeverconstructie Delftsche Schie door PZH Faseringsrelatie De volgende werkzaamheden kunnen invloed hebben op de planning van de werkzaamheden van de Sint Sebastiaansbrug: Werkzaamheden met betrekking tot tramlijn 19; Werkzaamheden aan de spoorzone; Werkzaamheden aan de Oostpoortbrug; Nieuwbouw langs Kanaalpad en Kanaalweg; Bouwwerkzaamheden Nieuwelaan. Werkzaamheden Mijnbouwstraat (oost) en Poortlandplein Groot Onderhoud N470 i.r.t. omleidingroute 1.5 Vigerende documenten De volgende documenten hebben als uitgangspunt gediend voor de inhoud van dit PvE: [1] Tekening F01-T001 [2] Uitwerking scope en projectgrenzen [3] Kostenraming [4] Ontwerpverantwoording [5] Planning [6] Documenten van MRDH: I.1 Alignementen: Spooras M1NA en Spooras M1ZA. I.2 Geometrische dwarsprofielen van de sporen. I.3 Stalen goot t.b.v. spoorconstructie op spoordek. Stalen goot t.b.v. spoorconstructie op val. I.4 Profiel van Vrije Ruimte (RT ). I.5 Fundatie bovenleiding (tekening.nr ). I.6 Mastenplan bovenleiding (nog vast te stellen). I.7 Compensatie-lassen. [7] Documenten van PZH Functioneel en Technisch PvE Beweegbare kunstwerken versie 4.0. Functioneel en technisch Programma van Eisen Vaste kunstwerken. Provinciaal vaarwegbeleid. [8] Documenten van Gemeente Delft Bestemmingsplan Technisch Programma van Randvoorwaarden gemeente Delft. Programma van eisen Openbare Verlichting Gemeente Delft.

83 [9] Overige documenten Geo- en milieutechnisch bodemonderzoek door VanderHelm Milieubeheer B.V. te Berkel en Rodenrijs namens Haskoning/DHV Nederland B.V. uit 2012 en Vigerende normen en richtlijnen De volgende normen en richtlijnen zijn primair van belang: NEN-EN1990 Grondslagen van het ontwerp; NEN-EN1991 Belastingen op constructies; NEN-EN1992 Ontwerp en berekening van betonconstructies; NEN-EN1993 Ontwerp en berekening van staalconstructies; NEN-EN1997 Geotechnisch ontwerp; NEN6786 Voorschriften voor het ontwerpen van beweegbare bruggen (oktober 2001) 1) CUR rapport 85 - Beton, scheurvorming door krimp en temperatuurswisselingen in wanden; CUR rapport Geotechniek, damwandconstructies; Richtlijnen Ontwerpen Kunstwerken (ROK 1.2); CUR 100: Schoonbeton - specificatie, uitvoering en beoordeling van betonoppervlakken waaraan esthetische eisen worden gesteld; Overige normen en richtlijnen benoemd in hoofdstuk 3 t/m 7 (bv. OVS, NBD). 1) Opgemerkt wordt dat momenteel een complete herziening van NEN6786 plaats vindt en reeds is de conceptversie gepubliceerd. De publicatiedatum van de definitieve versie is nog niet bekend. In het project SSB wordt de huidige versie (oktober 2001 met aanvulling A1 van oktober 2002) 1.7 Rangorde documenten De rangorde van documenten is: Nederlandse wetgeving (Bouwbesluit); Integraal Programma van Eisen Vervangen Sint Sebastiaansbrug ; Vigerende normen en richtlijnen; Vigerende documenten; Informatieve documenten onderzoeken bijlage II.

84 2. Opbouw document Om de eisen in voorliggend document van enige structuur te voorzien is gebruik gemaakt van een work breakdown structure (WBS), zie figuur 8. De eisen worden geformuleerd onderstaande niveaus: Sloop bestaande (hoofdstuk 4); Nieuwbouw aanbrug noord en zuid (hoofdstuk 5); Nieuwbouw basculebrug en kelder (hoofdstuk 6); en Buitenruimte (hoofdstuk 7). De volgende opmerkingen dienen in acht te worden genomen bij het lezen van dit document: De eisen uit hoofdstuk 5 zijn ook van toepassing op de basculebrug en kelder. Alléén de aanvullende eisen worden in dit hoofdstuk beschreven; In hoofdstuk 3 worden objectoverstijgende eisen geformuleerd. Deze eisen zijn van algemene aard en derhalve niet opgenomen in de WBS. De structuur en terminologie komt overeen met de indeling in paragraaf 1.3, [2] en [3]. Figuur 8: work breakdown structure (WBS)

85 3. Objectoverstijgende eisen 3.1 Benodigd onderzoek Milieu Ter voorkoming van vertraging in de uitvoering is het wel van belang om vooraf een verkennend bodemonderzoek uit te voeren, om vast te stellen of er mogelijk sprake zou kunnen zijn van een geval van ernstige bodemverontreiniging op die plaatsen van de land- en waterbodem waar werkzaamheden in de bodem gaan plaatsvinden. Verder is bij de aanvoer van grond en bij de toepassing elders van eventuele afgevoerde grond het Besluit Bodemkwaliteit van toepassing Grondmechanisch Een geotechnische bodemonderzoek is reeds uitgevoerd door De Ruiter Boringen en Bemalingen BV: Geotechnisch bodemonderzoek project Sint Sebastiaansbrug te Delft (kenmerk ODS/BB , d.d. 28 juni 2007). In de ontwerpfase moet door de opdrachtnemer worden aangegeven of er aanvullend geotechnisch onderzoek nodig is Landmeetkundig Het bestaande maaiveld ter plaatse van de Sint Sebastiaansbrug dient in de ontwerpfase ingemeten worden Wet en regelgeving Bij dit Programma van Eisen wordt er vanuit gegaan dat het wettelijk kader in beginsel altijd prevaleert boven de inhoudelijk gestelde eisen. Daarnaast is zoveel mogelijk verwezen naar handboek en standaarddocumenten. Indien specifieke eisen afwijken van de inhoud van de eisen in de handboeken dan gaan de specifieke eisen voor. Bij tegenstrijdigheden tussen specifieke eisen onderling en met eisen vanuit de handboeken onderling wordt er van uitgegaan dat dit gemeld tijdens het ontwerpproces, zodat de gemeente Delft kan aangeven welke eis prevaleert. In de handboeken en standaarddocumenten zijn eisen opgenomen die mogelijk ook betrekking hebben andere fases van projecten. De handboeken en standaarddocument niet speciaal aangepast ten behoeve van het project Sint Sebastiaansbrug. Daar waar eisen niet toepassing zijn op de VO fase wordt er vanuit gegaan dat deze niet worden meegenomen. Het project moet voldoen aan alle wettelijke normen, richtlijnen, waaronder in ieder geval het Bouwbesluit, beleidsplan van het bestuur Veiligheidsregio Haaglanden, eisen vergunningverleners (HHD), vaarwegbeleid PZH, de flora en fauna wetgeving en de boomverordening. Het project moet voldoen aan de richtlijnen van het CROW, waaronder in ieder geval de richtlijnen 74, 148, 164a t/m 164b, 207, 222, 230 en 720.

86 3.1.5 Optimalisaties/kansen Uitgangspunt van het project is complete vervanging. Indien hergebruik van onderdelen technisch mogelijk blijkt, zou dit als een kans binnen het project kunnen worden gezien. Onderdelen waar mogelijke kansen liggen zijn:hergebruik bestaande fundering aanbruggen; Hergebruik (delen van de) basculekelder (incl. fundering); Hergebruik (delen van de) waterpijler (incl. fundering). 3.2 Uitvoeringsfasering De sloop en bouw van het kunstwerk zal in één fase plaatsvinden. Stremming wegverkeer Hierbij wordt uitgegaan van een volledige afsluiting van de brug voor al het wegverkeer maximaal 12 maanden bedraagt. Of een gedeeltelijke opening eerder mogelijk is om de hinder door stremmingen te beperken (dit geldt bijvoorbeeld voor het busverkeer), dient in ontwerpfase en conform communicatie- en BLVC- plannen te worden onderzocht. Stremming vaarweg Op grond van de Vaarwegenverordening Zuid-Holland mag een vaarweg nooit worden gestremd, echter is ontheffing mogelijk op dit verbod. Belemmeren van de scheepvaart is als volgt gecategoriseerd: belemmering: beperkte doorvaart is mogelijk in combinatie met bv bloktijden; oponthoud/korte stremmingen: stremming in bloktijden geheel stremmen: mogelijk in weekenden en nachten i.v.m. beroepsvaart, meerdaagse stremmingen in overleg echter zoveel mogelijk beperken. De benodigde stremming voor de bouw van o.a. de pijlers en basculekelder dient in overleg met PZH te worden gepland. Daarnaast zal de vaarweg beschikbaar moeten zijn voor scheepvaart met de volgende maximaal toelaatbare scheepsafmetingen 65 (l) x 7,50 (b) x 2,50 (d) m, met boegschroef en marifoon max. lengte 70 m. Bouwtijd en uitvoering De streeftijd voor de hinder voor de bussen is 12 maanden in verband met bijkomende kosten voor omleidingroutes. Voor iedere maand stremming, meer dan de hiervoor genoemde 12 maanden, dient ,- per maand te worden gereserveerd. 3.3 Vormgeving en ruimtebeslag Conform bestemmingsplan én het budget versus de kostenraming (voor de kostenraming zie [3]) dient vormgeving van de Sint Sebastiaansbrug sober en doelmatig te zijn en moet voldoen aan de typering uit het bestemmingsplan. De vormgeving en het ruimtebeslag zijn weergegeven op [1].

87 Op de brug zal het aantal obstakels tot een minimum worden beperkt door bijvoorbeeld slechts één lijn van masten op het midden van de brug (combinatiemast bovenleiding en verlichting). De Sint Sebastiaansbrug is onderdeel van de regionale verkeersroute en heeft een doorstroomfunctie. De indeling van het brugdek en de materialisatie moeten passen bij dit verkeerskarakter: zwart asfalt voor de auto en de tram, rood asfalt voor de fiets en trottoirs van betontegels. De fietspaden en de trottoirs worden zodanig aangelegd dat een duidelijk onderscheid ontstaat tussen langzaamverkeer en snelverkeer. De trappen zijn een onderdeel van de brug en mogen de sfeer van de onderzijde niet negatief beïnvloeden. Er dienen geen zichtbare kabels en leidingen te worden aangelegd. Het profiel van vrije ruimten (PVR) van de onderdoorgangen van de fiets- en voetpaden zijn aangegeven op tekening [1]. Aan de noordzijde is, in de huidige situatie, onder de aanbruggen de opslagruimte gesitueerd. Er komt in de nieuwe situatie géén opslagruimte onder de aanbruggen. 3.4 Wegbebakening Markeringen Conform wegontwerp, zie tekening [1] Bebording en bewegwijzering Conform wegontwerp [1] dient het project te voorzien in aanpassing van de bebording en bewegwijzering aan de gewijzigde inrichting. Het project dient tevens te voorzien in voldoende ruimte voor het plaatsen van het bestaande dynamisch parkeerroutebord aan de oostzijde. Deze objecten op de brug dienen zoveel mogelijk met elkaar gecombineerd te worden. 3.5 Bestemmingsplan Het bestemmingsplan is van de Sint Sebastiaansbrug is leidend. Voor bestemmingsplan zie [8]. 3.6 Informatievoorziening Bij de bepaling van het ontwerp / de reconstructie van de Sint Sebastiaansbrug zijn de volgende partijen betrokken: Gemeente Delft; Provincie Zuid-Holland; Metropoolregio Rotterdam Den Haag; Hoogheemraadschap van Delfland; Hulpdiensten; Eigenaren kabels en leidingen; Veiligheidsregio;

88 Q-team / stadsbouwmeester; Overige stakeholders. De volgende partijen dienen geïnformeerd te worden: Omwonenden; Openbaar vervoersbedrijven Ondernemers; TU Delft en DUWO Overige betrokkenen. 3.7 Omgeving De Sint Sebastiaansbrug ligt in de bebouwde kom van Delft, dicht bij het centrum. Aan alle zijden van de brug is in de directe omgeving bebouwing aanwezig: Aan de Nieuwelaan is een nieuwbouw appartementencomplex gevestigd ten noorden van het Rijn- Schiekanaal; Aan het kanaalpad ten zuiden van het kanaal is een pand van DUWO aanwezig; Aan de Michiel de Ruyterweg is een begraafplaats gevestigd aan de zuidzijde van het Rijn-Schiekanaal (westzijde brug); Aan de noordzijde van het kanaal aan de Zusterlaan is wooncomplex gevestigd; Langs de brug zijn op diverse locaties monumentale bomen aanwezig. 3.8 Vooropnamen ln verband met hei- en grondwerk dienen van de belendende percelen vooropnamen gemaakt te worden. Gedurende realisatieperiode dient de uitvoerende partij monitoring (gebaseerd op een monitoringsplan) toe te passen en de resultaten communiceren. Dit geldt ook voor de monumentale bomen, hiervoor moet een plan opgesteld worden. 3.9 Duurzaam bouwen Verfsysteem Conform CROW - CUR / Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen GWW, specificatieblad G055. Hergebruik sloopafval Sloopafval dient door een erkend gecertificeerd verwerkingsbedrijf te worden verwerkt. Grondwater Aandachtspunt volgend uit het 'Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen' is het zo weinig mogelijk bemalen van grondwater, ter voorkoming van omgevingshinder.

89 3.10 Grondgesteldheid, grond en oppervlakte water Grondgesteldheid Geo- en milieutechnisch bodemonderzoek is in 2012 en 2013 door VanderHelm Milieubeheer B.V. te Berkel en Rodenrijs namens Haskoning/DHV Nederland B.V. uitgevoerd. Grondwater Het grootste gedeelte van de brug (m.n. de aanbruggen) wordt boven de grondwaterstand ontworpen. Mogelijk liggen de poeren / landhoofden van de constructie net onder de grondwaterstand. Bemaling is dan mogelijk nodig. Oppervlaktewater Het Rijn-Schiekanaal dient tijdens de werkzaamheden functioneel te blijven, zie ook paragraaf 3.2. Er zijn drie mogelijkheden: Belemmeringen; Oponthoud; Geheel stremming (alleen toegestaan in de nachtelijke uren en/of weekenden). M.b.t. vervuiling van het grond- en oppervlaktewater dient te worden voldaan aan de vereisten die door Hoogheemraadschap Delfland worden gesteld. Peilen De gegevens van de waterpeilen: Boezempeil Rijn-Schiekanaal: NAP 0,43 meter; Uit de peilbuisgegevens blijkt dat de grondwaterstand zich nagenoeg op het zelfde niveau bevindt als het kanaalpeil. Grond Een onderzoek naar de verontreiniging van de grond dient uitgevoerd te worden. Zie paragraaf Waterkering De zuidoever langs Rijn-Schiekanaal is een regionale waterkering van NAP + 0,10 meter. Deze waterkering, inclusief beschermings- en invloedszone, dient te allen tijde in stand te worden gehouden. Werkzaamheden in de waterkering, inclusief beschermings- en invloedszone, dienen met het Hoogheemraadschap Delfland te worden afgestemd Geluidshinder Aan de wet Geluidhinder dient te worden voldaan. Er worden hiervoor echter geen extra (constructieve) aanpassingen ten behoeve van geluid opgenomen in / op de nieuwe brug (bijvoorbeeld geluidsschermen). Zie paragraaf 5.16

90 3.13 Vergunningen De benodigde vergunningen dienen in de ontwerpfase (VO/DO-fase) geïnventariseerd te worden, in samenwerking met de gemeente Delft, door de het ingenieursbureau van de gemeente Rotterdam.

91 4. Eisen sloop bestaande brug De brug wordt volledig gesloopt (inclusief het bestaande brugwachtershuisje), waarbij de fundering tot 1,5 meter onder maaiveld wordt gesloopt. De funderingspalen blijven verder ondergronds achter; dit heeft de minste impact op mogelijke verstoring van de ondergrond en kan bijdragen aan het draagvermogen aan de fundering van de nieuwe brug. Palen die niet verwijderd worden dienen ingemeten te worden en een revisie dient afgegeven te worden aan de gemeente Delft. Strikte eisen worden vanuit de opdrachtgever(s) niet gesteld aan de sloopwerkzaamheden. Bij de sloop van de bestaande brug dient rekening te worden gehouden met onderstaande aspecten (niet limitatief): Omgeving: sloopwerkzaamheden uitvoeren binnen de wet- en regelgeving (o.a. geluid); De bestaande bebouwing / belendingen (o.a. parkeergarage, monumentale panden); Monumentale bomen zuidzijde; Scheepvaart; Bodemgesteldheid; Archeologie; Trillingsarm slopen; Ondergrondse infrastructuur (o.a. kabels en leidingen); Eisen volgend uit de sloopvergunning; Asbest; Eisen vanuit het Hoogheemraadschap Delfland.

92 5. Eisen Aanbrug Noord en Zuid 5.1 Functionele verkeerskundige eisen brug De Sint Sebastiaansbrug is bestemd voor ontsluitingsverkeer en voor het openbaar vervoer (trams en bussen). De verkeersfuncties in de nieuwe situatie tussen het Mijnbouwplein en de Zuidwal worden in deze paragraaf benoemd. Tekening F01-T001 is leidend voor de verkeerskundige indeling van de brug. Er wordt géén rekening gehouden met een vrij indeelbare brug. (Dit is in afwijking van art 8.2 van het TPvE Beweegbare Kunstwerken van PZH) De rijstroken voor verkeer zijn bepaald, net zoals de rijstroken voor de HOV-baan en voor fietsverkeer en voetgangers. Zie ook figuur 4. Het is alléén mogelijk om op de locatie van de HOV-baan later twee rijstroken te maken. Hiervoor zijn wel mogelijk aanpassingen op dekniveau nodig i.v.m. de ingegoten spoorstaven. Om de fiets- en voetpaden afdoende te beschermen dient een stootrand te worden toegepast van minimaal 200 mm hoog als afscheiding tussen de rijbaan en het fietspad Gemotoriseerd verkeer Het project moet voorzien in de aanpassing ten opzichte van de huidige situatie van de autoverkeersfuncties voor het gemotoriseerd verkeer: zie paragraaf 1.2; De verbindingsfunctie voor het gemotoriseerd verkeer is een wijkontsluitingsweg met een ontwerpsnelheid van 50 km/u; Voor Nobs dient voertuigen per jaar per rijstrook aangehouden te worden. Dit is in overeenstemming met tabel NB.5 van NEN-EN namelijk verkeerscategorie 3 voor wegen met weinig vrachtverkeer. (Dit komt ongeveer overeen met de opgave van de gemeente Delft per etmaal van 700 voertuigen middelzwaar vrachtverkeer en 250 zwaar vrachtverkeer); De verbinding dient geschikt te zijn voor Load Model 1 (LM1) van NEN-EN1991-2; Het verkeerstype conform NEN-EN tabel NB.6 en tabel NB.8 is lokaal verkeer. Dient aan te sluiten op Zuidwal aan de noordkant en het Mijnbouwplein aan de zuidkant Fiets- en voetverkeer Het project moet voorzien in het herstel van de huidige functie voor fietsers en voetgangers: zie paragraaf 1.3. De fietspaden dienen fysiek gescheiden te zijn van het gemotoriseerde verkeer; De fysieke scheiding dient te bestaan uit een obstakelvrije zone van minimaal 0,35 meter; Voetpaden dienen onderscheiden te worden van de fietspaden door ander materiaalgebruik en een hoogteverschil. Daarbij dient het voetpad hoger te liggen dan het fietspad; Dient aan te sluiten op Zuidwal aan de noordkant en het Mijnbouwplein aan de zuidkant.

93 Conform het bestemmingsplan [8] zijn de voetpaden aan weerszijden van de brug 2,0 meter breed. Tevens dienen de voetpaden obstakelvrij te zijn. Openbare verlichting, afvalcontainers, etc kunnen worden geplaatst wanneer deze kleiner zijn dan (<1m breed). Hiermee is de verwachting dat verlichting, afvalcontainers etc. geen probleem vormen. De fiets- en voetpaden op de Sint Sebastiaansbrug hoeven niet te worden berekend op autoverkeersbelasting. Wel dienen ze de belastingen uit dienstvoertuigen / onderhoudsvoertuigen te kunnen dragen (er hoeft geen rekening te worden gehouden met (de belastingen van) hulpdiensten op de fiets- en voetpaden van de brug). Naar aanleiding hiervan dienen er voorzieningen te worden aangebracht zodat het niet mogelijk is dat autoverkeer op het voet- en fietspad kan komen. Deze obstakels mogen worden aangebracht op de scheiding van het voet- /fietspad. De hellingbaan van de brug wordt bepaald door het alignement van de tramlijn 19. Zolang het alignement van de tramlijn 19 dit mogelijk maakt, dient te worden voldaan aan de aanbevolen hellingpercentages conform de CROW Tram Het langsalignement M1ZA is van toepassing. Hierop staan de eisen met betrekking tot de dimensionering van de weg aangegeven. Kenmerkende tramonderdelen op Sint Sebastiaansbrug De x-y-z-coördinaten van de spoorstaven op het val zijn vanuit het spoor gezien harde punten. Als gevolg van o.a. temperatuursinvloeden ontstaan er krachten in de spoorstaven die moeten worden opgevangen. De hiertoe benodigde compensatie-inrichtingen in het spoor dienen in een rechtstand te worden ingebouwd. Afhankelijk van het definitieve horizontaal en verticaal alignement kunnen de locaties van het de compensatie-inrichtingen worden bepaald. Gezien het trambaanspecifieke karakter worden deze elementen gebouwd door het project Tramlijn 19; Voorstel te realiseren tramonderdelen door project SSB Het trajectdeel gelegen tussen de compensatie-inrichtingen aan weerszijden van het val, inclusief het val, worden door het project Sint Sebastiaansbrug gerealiseerd. De aan weerszijden aansluitende trajectdelen worden gerealiseerd door het project Tramlijn 19. Voorzieningen spoor Ten behoeve van de tramsporen op de brug moet de gehele overbrugging worden voorzien van vier stalen goten, met een inwendige breedte van 220 mm en een inwendige diepte van 200 mm. De gootconstructie is alleen vereist op betonnen en stalen brugdelen. Voorwaarden: Aan beide zijden van de brug moet in het brugdek voldoende ruimte worden opgenomen voor het realiseren van compensatie-lassen; De goten op de brug dienen aan de noordzijde aan te sluiten op de goten van de bestaande aanliggende betonplaat ter hoogte van de Zuidwal;

94 Het ontwerp van (voorzieningen aan de) klep dient zodanig te zijn dat ter plaatse van de overgangen naar de vaste brugdelen veilige staafovergangen worden verkregen. Aan weerszijden van de klep moeten in het brugdek sparingen worden opgenomen ten behoeve van de spoorstaafovergangconstructies. Stroomvoorzieningen De klep van de brug moet zijn voorzien van een scharnierende bovenleidingophangconstructie; Aan beiden zijden van de klep moet op het brugdek een bovenleidingportaal kunnen worden gerealiseerd; Naast de trambaan moeten voorzieningen voor gecombineerde bovenleiding / OV-masten worden gerealiseerd; Ten behoeve van de retourstroomkabel dient in het kanaal een zinker te worden aangebracht. In beide vaste delen van de brug dienen voor deze retourstroomkabel tot aan en in het brugdek een mantelbuis te worden opgenomen; Zwerfstromen in de constructie dienen vermeden te worden. De constructie dient zodanig ontworpen te worden dat eventuele zwerfstromen voorkomen worden c.q. afgevoerd worden zonder dat er schade optreedt aan de constructie. Veiligheidsvoorzieningen Alle vaste metalen elementen van de brug die, bij draadbreuk, in aanraking kunnen komen met de bovenleiding dienen voorzien te worden van voorzieningen voor doorslagveiligheden; Ten behoeve van de stroomvoorziening moeten voorzieningen ten behoeve van de aarding worden opgenomen; Tussen de trambaan en het fietspad moet een hekwerk worden aangebracht Trappen Het project moet voorzien in het herstel ter hoogte van de Kanaalweg aan de oostzijde van de voetverbinding (trap) vanaf straatniveau naar het voetpadniveau op de aanbrug. Het project moet voorzien in het herstel ter hoogte van de Nieuwelaan van een voetverbinding (trap) vanaf straatniveau naar het voetpadniveau op de aardebaan. Deze trap dient ook voor onderhoudspersoneel voor de beweegbare brug geschikt te zijn. 5.2 Functionele verkeerskundige eisen onderliggende wegen Het project moet voorzien in het instandhouden van de afwikkeling van de onderliggende bestaande verkeersroutes. Voor profiel van vrije ruimte onder de aanbruggen wordt verwezen naar tekening F01-T001. Op deze tekening staat o.a. de dimensionering van het wegprofiel aangegeven. Gashouderpad (noordzijde) Het project dient te voorzien in het herstel van de verbinding voor fietsverkeer, waarvan alleen onderhoudsvoertuigen gebruik kunnen maken;

95 Het project dient te voorzien in het aanpassen van de voetgangersfunctie ten opzichte van de huidige situatie. Kanaalweg (zuidzijde) Het project dient te voorzien in het aanpassen van de verbinding voor fietsverkeer, waarvan hulpdiensten gebruik kunnen maken; Het project dient te voorzien in het aanpassen van de voetgangersfunctie ten opzichte van de huidige situatie. Kanaalpad (evenwijdig - oostzijde) Het project dient heringericht te worden voor de verbinding van voetgangers. Nieuwelaan (evenwijdig oostzijde) Het project dient te voorzien in het herstellen van de verbinding voor voetgangers en fietsers. Mijnbouwpad (evenwijdig - westzijde) Het project dient heringericht te worden voor de verbinding van fietsverkeer; Het tweerichtingen fietspad dient te voorzien in een minimale breedte van 3,0 meter. De wens vanuit de gemeente Delft is 3,5 meter. Zusterlaan (evenwijdig - westzijde) Het project dient te voorzien in het herstellen van de verbinding voor voetgangers, fietsers en auto s. Het project dient te voorzien in het behoud van het aantal parkeerplaatsen op Zusterlaan (circa 15 stuks). Het voetpad aan de oostzijde van de Zusterlaan komt te vervallen. (In de bestaande situatie is dit het voetpad onder de console van de huidige brug.) 5.3 Openbaar vervoer Op het kunstwerk zal een speciale voorziening voor het openbaar vervoer worden aangebracht, namelijk een HOV-baan. Deze HOV-baan moet geschikt zijn voor tram- en busverkeer. Het profiel van vrije ruimte ten behoeve van de RandstadRail dient te worden aangehouden voor de tramverbinding. De HOV-baan sluit aan op de bestaande trambaan op de Zuidwal, Het ontwerp moet voldoen aan zowel het spoor- alsmede het wegontwerp [1]. In het ontwerp moet worden gedacht aan voorzieningen die hierin een rol spelen: onder andere detectielussen ten behoeve van de VRI installaties in het dek, de goten voor de tramrails, de bovenbouw van de trambaan en mantelbuizen. 5.4 Verkeerregelinstallaties Conform het wegontwerp [1] en eventuele voorzieningen, zoals detectielussen, De regelingen zijn voertuigafhankelijke verkeerslichtenregeling die reageren op het actuele verkeersaanbod. De aanwezigheid van verkeer wordt gemeten met detectiemiddelen

96 (detectielussen, druknoppen, e.d.). Detectielussen moeten ook in het brugdek kunnen worden toegepast (toepassen van kunststof bewapening). Alle richtingen dienen conflictvrij te worden geregeld. Het zicht op de verkeerslichten mag niet worden belemmerd. Er dient voldoende ruimte aanwezig te zijn voor verkeersmasten en verkeerslantaarns. De regeling slagbomen van de brug dienen in overleg met het Stedelijk team van de gemeente Delft afgestemd te worden met de naastgelegen VRI s. 5.5 Traminfrastructuur Horizontaal en verticaal alignement Het horizontaal alignement is gebonden aan de vrijheden van het bestemmingsplan en moet aansluiten op het ontwerp op de aansluitende kruisingen bij de Ezelsveldlaan en het Mijnbouwplein. Het verticaal alignement is gebaseerd op een bepaalde BS-hoogte. Deze is afgeleid van de combinatie doorvaarthoogte / constructiehoogte. In samenspraak met de spoorontwerpers zijn er aanpassingen in het verticale alignement mogelijk. Onderwerp Horizontaal en verticaal alignement spoorassen Dwarsprofielen Netto breedte tram / busbaan Omschrijving eis Spoorassen conform alignement- tekeningen (Royal Haskoning DHV): LP M1NA, LP M1ZA (Ontwerp van de spoorassen zal plaatsvinden in overleg met IBR.) Zie [6] Deze worden, later, aangeleverd door MRDH. 6,50 meter Opm.1: Hart van de sporen ligt in het midden van de tram/busbaan. Opm. 2: Vanwege de PVR verbreding in bogen kan de netto breedte aan de zijde Ezelsveldlaan groter zijn Statisch systeem Het statisch systeem heeft gevolgen voor de krachten en verplaatsingen in het spoor. Hierin dient rekening te worden gehouden met de volgende elementen: Een compensatie-las heeft de volgende functie: om op lange brugdekken de dilatatie ten gevolge van temperatuursveranderingen van de spoorstaven en één of twee brugdekken op te nemen, dan wel van een brugdek in combinatie met aansluitend voegloos spoor; Een brugovergang heeft de volgende functie: de brugovergang is een voegconstructie in een (vol)profiel spoorstaaf waardoor een beweegbare brug kan worden geopend. De brugovergang neemt tevens de dilatatie van de beweegbare brug op; Een anti-kruip heeft de volgende functie: verschuiving van de benen van een brugovergang ten gevolge van rem- en aanzetkrachten voorkomen.

97 Het statisch systeem van de brug dient geschikt te zijn voor de sporen van tramlijn 19 waarbij rekening moet worden gehouden met de volgende eisen: Een brugovergang per spoorstaaf aan het begin en het einde van het val; De aanbrug dient ter plaatse van de brugovergang voorzien te zijn van een vaste oplegging. Echter, als het statisch systeem anders is dan een vaste oplegging wordt verwezen naar paragraaf Bij de positionering van deze brugovergangen dient rekening te worden gehouden met de volgende eisen over de gehele lengte van de brugovergang (lengte circa 2,75 meter): bij voorkeur in een rechtstand; R h 5000 meter; niet in een overgangsboog; niet in een verticale boog R v < meter; Uitzettingen van aanbruggen en spoorstaven dienen te worden opgevangen met behulp van compensatie-lassen. Vanuit oogpunt van geluidsreductie is het aantal compensatie-lassen beperkt tot 1 per aanbrug; Bij de positionering van deze compensatielassen dient rekening te worden gehouden met de volgende eisen over de gehele lengte van de compensatie-las (lengte circa 5,75 meter): bij voorkeur in een rechtstand; R h 5000 meter; niet in een overgangsboog; niet in een verticale boog R v < meter; op het kunstwerk 1,5 m van een voeg in het dek; De locaties van brugovergang en compensatie-lassen dienen te worden aangetoond met een langskrachtenberekening. Brugovergangen en compensatie-lassen mogen niet gecombineerd worden Voorzieningen voor de spoorconstructie Het Programma van Eisen is opgezet vanuit een spoorconstructie met een stalen goot waarin een ingegoten spoorstaaf is opgenomen. Vanwege de vereiste overrijdbaarheid van de baan, samen met de brugovergangen en compensatie-lassen is dit de meest in aanmerking komende spoorconstructie. In het geval andere spoorconstructies worden voorgesteld dienen deze afgewogen te worden tegenover een ingegoten spoorconstructie. De rail van de aansluitende tracédelen betreft een 59R2. Op de aanbrug en het val bestaat de mogelijkheid een lager railprofiel toe te passen onder de volgende voorwaarden: Toepassen van een ingegoten rail: door het toepassen van een continue ondersteuning wordt het vereiste traagheidsmoment minder waardoor in principe een lichtere rail mogelijk zou moeten zijn; Tot en met de compensatie-las (vanaf het landhoofd gezien) dient de rail 59Ri2 toegepast te worden; De haalbaarheid van een andere rail moet aangetoond worden;

98 Een mogelijk toepasbare, lagere, rail is 54G2. Toegepaste railprofielen dienen een straal van 13 mm in de railkop te hebben. De groefbreedte dient groter te zijn dan 42 mm (vanwege de wielflens) en kleiner dan 48 mm (vanwege de veiligheid). Onderwerp Spoorwijdte Tolerantie gootbodem (dwarsrichting) Verticale ligging gootbodem Omschrijving eis Nominaal 1435 mm met tolerantie -0 / +2 mm. +/- 0,17 graden t.o.v. horizontaal. Max. verticale afwijking t.o.v. het tracé: +/- 2 mm. Horizontale ligging gootbodem Max. horizontale afwijking t.o.v. het tracé: +/- 3 mm op koorde van 10 meter. De isolatiewaarde van de spoorconstructie t.o.v. de wapening van het beton dan wel het stalen val Minimaal 1000 Ohm. Voorzieningen t.p.v. de aanbruggen Let op: de grens voorzieningen voor het tramspoor ligt (bij benadering) op as B aan de noordkant en as S aan de zuidkant. Onderwerp Gootconstructie aanbruggen (beton) Spoorstaafprofiel Gootdiepte aanbruggen. Gootbreedte aanbruggen Omschrijving eis Zie paragraaf Zie [6]. 59R2 (constructiehoogte spoorstaaf: 180 mm). 200 mm. 240 mm. Voorzieningen t.p.v. de beweegbare brug Onderstaande onderwerpen zijn mede afhankelijk van de te kiezen constructie op het val. Onderwerp Gootconstructie op het val Omschrijving eis Stalen goot met afmetingen te bepalen in DO-ontwerp Zie [6]. Spoorstaafprofiel Zie paragraaf Gootdiepte t.p.v. val Wordt bepaald in DO-ontwerp

99 Gootbreedte t.p.v. val Verplaatsingen val Wordt bepaald in DO-ontwerp De relatieve verplaatsingen van het val (op railniveau) ter plaatse van de toekomstige spoorstaafovergangen mogen de volgende waarden niet overschrijden. Hoogterichting: +/- 2 mm; Dwarsrichting: +/- 1 mm; Langsrichting: +/- 7 mm. (Geldt bij statisch systeem met val op 2 vaste steunpunten); Bij afwijking van dit statisch systeem dient een veilig en bereidbaar systeem te worden ontworpen. Toelichting bij de eis: eis i.v.m. sprong in de rijspiegel en steilheid wielprofiel. 5.6 Onderhoud Objecten moeten onderhoudbaar zijn, daarbij dient rekening gehouden te worden met een goede, non-destructieve en veilige toegang. Objecten moeten onderhoudsarm worden ontworpen en uitgevoerd, waarbij geen afweging plaatsvindt op basis van LCC. Het werk moet zodanig geconstrueerd worden dat de objecten ten minste gedurende de gestelde levensduur de gevraagde functie kunnen uitoefenen. Vanuit het oogpunt van beheer en onderhoud worden de volgende functionele eisen gesteld aan het ontwerp: Uitgangspunt dient te zijn dat het dagelijkse beheer en onderhoud uitgevoerd kan worden met zo min mogelijk hinder voor het verkeer; Het kunstwerk wordt ontworpen met een levensduur van 100 jaar. Onderdelen van het kunstwerk welke de levensduur van 100 jaar niet behalen, worden ontworpen met een extra bescherming of worden uitgevoerd zodat levensduurverlengende onderhoudsmaatregelen kunnen worden toegepast of dat onderdelen vervangen kunnen worden (oplegblokken moeten bijvoorbeeld vervangen kunnen worden). Deze vervangbare onderdelen dienen bereikbaar en inspecteerbaar te zijn; Onderhoudsmaatregelen welke het milieu belasten dienen waar redelijkerwijs mogelijk te worden vermeden; Onderhoud dient veilig en ten minste volgens de ARBO-richtlijnen te kunnen worden uitgevoerd. 5.7 Hemelwaterafvoer Voorzieningen om hemelwater te kunnen afvoeren dienen in het kunstwerk opgenomen te worden. Het project dient te voorkomen dat hemelwater de functionaliteit kan verstoren. De afvoer van hemelwater van het project dient zodanig te zijn dat deze geen wateroverlast veroorzaakt in de omgeving. Er dient te voorkomen dat waterafvoer gepaard gaat met vervuiling van grond- en/of oppervlaktewater.

100 Onder de voegovergangen en dilataties in het dek dient een afwateringsvoorziening te worden aangebracht. Het afvoerstelsel dient te zijn voorzien van aansluitingen op het gemeentelijk schoonwater riool. De afvoercapaciteit en de grootte van de open goten of kolken en afvoerleiding dient gebaseerd te worden op een theoretische regenbui die niet vaker dan één keer per jaar zal optreden. Het afvoersysteem dient te worden gedaan volgens de 'Handleiding Wegenbouw en Ontwerp Hemelwaterafvoer van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (uitgave juni 1988). Afvoerbuizen voor hemelwater dienen een diameter van ten minste 110mm te bezitten. De afvoerbuis dient zoveel mogelijk recht te zijn. Bochten <135 zijn niet toegestaan. De waterafvoer zodanig detailleren dat de buizen ook vanaf de onderzijde van de brug door te spuiten zijn. De oplegpijler afwaterend maken richting landzijde zodat de pijler niet verontreinigd kan worden door afstromend water. Het water dient te worden opgevangen in een goot die in het beton aan de bovenzijde van het oplegvlak van de pijler is geformeerd. Breedte van de goot ten minste 150mm; de goot (in lengterichting van de goot) afwaterend maken richting waterafvoer. 5.8 Parkeergarage Nieuwelaan De wand van de particuliere parkeergarage aan de Nieuwelaan (noordoostzijde van de brug), zie ook paragraaf 3.7, is niet gedimensioneerd op de gronddruk die voortkomt uit de belasting van de Sint Sebastiaansbrug. In het ontwerp dient hier rekening mee te worden gehouden om de extra gronddruk op de constructie van de parkeergarage te voorkomen. 5.9 Remmingwerk/beschermingswerk Het remming/beschermingswerk wordt vernieuwd en dient te voldoen aan de vigerende normen. Uitgangspunten voor remmingwerk: Maatgevende scheepsklasse: CEMT III. Max vaarsnelheid: 3,5 m/s (richting as van het kanaal) [bron vaarwegbeheerder] Aanvaarhoek 15 graden met de as van het kanaal Tonnage/waterverplaatsing van het maatgevende schip: 1250 ton Situatie: beschutte omgeving Geen afmeer voorzieningen zoals bolders of ladders Verlichting 5.10 Ontwerpeisen Ontwerplevensduur De verhardingen van de weg dienen ontworpen te worden op een levensduur van 15 jaar. De ontwerplevensduur van constructieve onderdelen van de brug dienen 100 jaar te zijn conform opgave van de opdrachtgever. (dit is in afwijking van het gestelde in NEN-EN1990)

101 Veiligheidsklasse Het kunstwerk is ingedeeld in gevolgklasse 2 (CC2) conform tabel NB.20 van NEN-EN1990. Geotechnische categorie Het kunstwerk is ingedeeld in de geotechnische categorie 2 conform de NEN Milieuklasse De onderstaande milieuklassen zijn gedefinieerd: Voor het brugdek geldt XC4, XD3, XF4; Voor de schamprand geldt XC4, XD3, XF2; Voor de pijlers en landhoofden geldt XC4, XD3, XF2; Voor de poeren geldt XC4. XD3. XF4; Voor de funderingspalen geldt XC4, XD3, XF4. Ontwerpsnelheid Het tracé ligt binnen de bebouwde kom. De ontwerpsnelheid is 50 km/uur Overgangsconstructie, te bevestigen en in te storten spooronderdelen Algemeen De wegen worden bij de overgang naar het kunstwerk voorzien van overgangsplaten. De overgangsplaten dienen zoveel mogelijk haaks op de wegas geplaatst te worden. De overgangsplaten dienen ontworpen te worden conform het revisierapport van Rijkswaterstaat op de richtlijn overgangsconstructies (stootplaten) met als documentnaam: NBD 00750, uitgave Tevens dient voor de aansluiting van de HOV-baan op het kunstwerk een overgangsconstructie ontworpen te worden, waarbij de maximale hoekverdraaiing van de HOV-baan bij de te verwachten zetting voldoet conform de NEN Eisen t.a.v. de traminfrastructuur De brugovergangen bevinden zich aan de einden van het val van de brug en dienen het openen en sluiten van het val mogelijk te maken. Er dient rekening gehouden te worden met een ruimtereservering voor acht brugovergangen, vier aan de voorzijde van de brug (niet-draaipuntzijde) en vier aan de achterzijde (draaipuntzijde). Deze brugovergangen moeten geschikt zijn voor: aansluiting op spoorstaafprofiel 59R2; toepassing in een door busverkeer bereden dek (HOV-baan);

102 de ingegoten spoorconstructie. Lengteveranderingen van het val moeten door de brugovergangen kunnen worden opgenomen. Hierbij uit te gaan van een temperatuurvariatie van ± 35 C bij een middentemperatuur van 20 C. Verplaatsingen van het aansluitende spoor op de aanbrug en de kelder moeten worden voorkomen; waar dat niet (geheel) lukt, moeten de brugovergangen die verplaatsingen kunnen opnemen. Onderwerp HTM wielprofiel Onderhoud Retourstroom Levensduur brugovergangen Dwarshelling Omschrijving eis De brugovergangen dienen geschikt te zijn voor het HTM wielprofiel. Zie paragraaf Brugovergangen moeten vervangen kunnen worden zonder dat aansluitende spoorstaven uitgewisseld moeten worden. Er moet een voorziening worden getroffen voor het doorleiden van de retourstroom. Opm: Het spoordeel op de brug moet in gesloten toestand elektrisch verbonden zijn zodat het retourcircuit niet doorbroken wordt. De delen voor en na de brug moeten eveneens bij een geopende brug leiden tot een niet onderbroken retourcircuit. Minimaal 30 jaar. De brugovergangen worden niet in een dwarshelling gelegd, maar horizontaal. Opleggingen De elasticiteit t.p.v. de brugovergangen dient zodanig te zijn dat de invering daar niet groter is dan bij het standaard spoor Eisen m.b.t. compensatie-lassen Compensatielassen moeten in staat zijn de dilatatie van het spoor op te vangen en worden toegepast op plaatsen waar een overschrijding van spoorstaafspanningen en/of relatieve verplaatsingen in het ingegoten spoor optreden. Het aantal en de locatie waar deze toegepast gaan worden, dient in een langskrachtenberekening conform NEN-EN (Verkeersbelasting op bruggen) onderbouwd te worden. Het aantal compensatielassen dient tot een minimum beperkt te worden (uit oogpunt van geluid en onderhoud), zie eisen in onderstaande tabel. Compensatie-lassen moeten geschikt zijn voor: aansluiting op spoorstaafprofiel 59R2; toepassing in een door busverkeer bereden dek (HOV-baan); een ingegoten spoorconstructie.

103 Onderwerp Aantal compensatielassen Langshelling Dwarshelling Omschrijving eis Aanbruggen noordzijde: 1 per spoor. Aanbruggen zuidzijde: 1 per spoor. Eisen aan het alignement, ter plaatse van compensatielassen, zijn opgenomen op de door MRDH te leveren tekening M1ZA/M1NA. Compensatielassen dienen horizontaal te worden aangebracht. Waterafvoer De inkassingen t.b.v. de compensatielassen dienen voorzien te zijn van een (te ontstoppen) waterafvoer Tractie-energiesysteem Onderwerp Zinkerconstructie Omschrijving eis In het ontwerp dient rekening gehouden te worden met een zinker ten behoeve van het tractie-energiesysteem (plus- en minkabel). Minkabel Aansluiting van minkabel op beide sporen nabij het val (max. 5 meter uit beide pijlers). Aansluiting van pluskabel op bovenleidingmasten nabij het val. Shuntkasten Ter hoogte van het opstijgpunt van de minkabels moeten funderingen voor shuntkasten worden aangelegd. Hiertoe dienen vanuit de zinker mantelbuizen opgenomen te worden (t.b.v. retourkabels naar shuntkast): Diameter: 90 mm; Bochtstraal: 700 mm. Noot: De shuntkasten worden door MRDH geplaatst Bovenleiding Onderwerp Bovenleidingmasten Bovenleidingportaal Omschrijving eis De masten t.b.v. de bovenleiding buiten het val worden door MRDH aangebracht. In het ontwerp dient slechts rekening gehouden te worden met de positie en verankering van deze masten. (in te storten delen) Zie [6]. Het (beweegbare) bovenleidingportaal ter plaatse van het val dient door opdrachtnemer ontworpen te worden. Hierbij horen tevens de aangrenzende portalen op de vaste brug waar de normale bovenleiding op afgespannen moet worden, incl. overgang naar rijdraden aan weerszijden van het beweegbare deel van de brug.

104 Belastingen De belastingen uit de bovenleidingconstructie zijn in [6] gegeven. Stroomrail Ophangconstructie Voorschriften In het ontwerp van het bovenleidingportaal rekening houden met de stoomrail zoals weergegeven in [6] (E-CU Stroomrail). De rijdraad van de bovenleiding bevindt zich op 5,50 m+bs. Rekening dient gehouden te worden met het HTM Infra Voorschrift Aanraakspanning versus zwerfstromen, doc.nr.: De rijdraad van de bovenleiding bevindt zich op 5,50m+BS. Noot: De actuele versie van doc is op te vragen bij HTM. Aarding Alle elektrisch geleidende delen van de brug moeten elektrisch doorverbonden zijn (zoals leuningen, lantaarnpalen, goten, etc.). Van toepassing is EN Min. afstand van bewegende objecten tot bovenleiding Doorslagveiligheden Noot: Maat Y in figuur 1, par Overhead contact line zone and pantograph zone is bij HTM 2 meter. 40 cm Alle elektrisch geleidende delen van en rondom de brug welke binnen het valbereik van de bovenleiding liggen dienen d.m.v. een doorslagveiligheid te zijn verbonden met de retour (= spoorstaaf) Overig De rijbanen en voet-/fietspaden dienen afgesloten te worden met slagbomen en dienen voorzien te zijn van de noodzakelijke brugseinen. Tevens dient rekening te worden gehouden met inmeldlussen voor OV in het asfalt voor de beïnvloeding van de VRI s in de directe omgeving van de brug. Waterdichtheid De dilataties van het gehele kunstwerk dienen waterdicht te zijn. De betonconstructie onder de voeg- / dilatatieconstructie dient te worden gedetailleerd als het ware het een open dilatatie / voeg.

105 5.12 Belastingen en vervormingen In de, nog op te stellen, ontwerpbasis zullen de relevante normen worden uitgewerkt. In dit document worden de te hanteren normen genoemd en worden alléén eisen genoemd die afwijkend/aanvullend zijn op vigerende normen Fiets- en voetgangersbelasting De fiets- en voetgangersbelasting moet worden aangehouden conform NEN-EN In afwijking van de NEN artikel dient te worden gerekend met een door de gemeente Delft gespecificeerd dienstvoertuig met een totaal gewicht van 50 kn met twee assen. De maximale asbelasting bedraagt 31 kn. De overige kenmerken van dit dienstvoertuig zijn in overeenstemming met de NEN Tramverkeer De trambelasting is gespecificeerd door de tramexploitant HTM. Het type voertuig waarmee rekening wordt gehouden is het Agglo voertuig. De specificaties zijn als volgt: Ledig gewicht 570 kn; Maximaal statisch gewicht (vol beladen) voor overbelasten: 960 kn; Voertuig bestaat uit 4 draaistellen (onderlinge afstanden: 10,475 meter - 7,4 meter meter) met elk twee assen (h.o.h. 1,9 meter); Maximale statische asbelasting (vol beladen) voor overbelasten: 120 kn; Voertuiglengte is 37 meter; Voertuigbreedte is 2,65 meter. In principe wordt er niet gereden met dubbele rijstellen. Echter, voor overbelasten moet wel rekening worden gehouden met dubbele rijstellen. De stootfactor bedraagt een factor 1,5 op de globale constructie en bedraagt een factor 3 op lokale onderdelen van de brugconstructie. De voertuigen zijn (schematisch) als volgt: Aangehouden wordt het volgende voor vermoeiing: (zonder stootfactoren)

106 Beladingsgraad Percentage van voorkomen: Totaalgewicht [kn] Aslast [kn] Leeg 0% ,25 30% beladingsgraad (= alle zitplaatsen bezet + 1 pers/m 2 ) 100% beladingsgraad (=alle zitplaatsen bezet + 4 pers/m 2 ) 80% ,4 20% ,5 Voor de vermoeiingsberekening wordt aangehouden dat: trams per jaar per rijrichting (=4 trams x 18 uur x 260 dagen); 12% van de trams passeren elkaar gelijktijdig op de brug (in overeenstemming met OVS ) Belastingen spoorconstructie Onderwerp Belastingen van tramverkeer Verdeling van de draaistelafstand Asafstand Voertuiglengte Stootfactor op de brug Omschrijving eis Belastingstelsel voor tweerichtingen materieel met een totale lengte van 1 x 37 meter (enkel rijstel). Totaal gewicht per rijstel: 960 kn verdeeld over vier draaistellen. 10,475 meter - 7,4 meter - 10,475 meter. Elk draaistel bevat twee assen: h.o.h.1,9 meter. 2 x 37 meter. een factor van 1,5 (globaal) op de brugconstructies en een factor 3 (locaal) op onderdelen van de brugconstructie. Rem en aanzetkrachten (tram) Maximaal 3.78 m/s 2 (= noodremvertraging) Ontwerpsnelheid (tram) Aslast onderhoudsmaterieel 50 km/u op de aanbruggen en 25 km/uur op het val. 130 kn (statisch) of 30 kn/m (hiervan de maatgevende waarde aanhouden). As-configuratie zoals hierboven gegeven. Rijsnelheid 5 km/uur Horizontale belasting De in rekening te brengen horizontale belasting conform NEN-EN1991 Belastingen op constructies en CUR166. Grond- en waterdrukken Voor de grondwaterstand en het waterpeil Rijn-Schiekanaal: zie paragraaf Voor maaiveldhoogtes: zie [1] en geotechnisch onderzoek [9].

107 Verhinderde vervorming Krimp- en kruipinvloeden Conform NEN6723 en CUR rapport 85. Voor alle constructieonderdelen moet worden nagegaan of er verhinderde vervorming kan optreden. Hier moet op gewapend worden ter voorkoming van doorgaande scheurvorming, waarbij de scheurwijdte-eis geldt van 0,2 mm. Calamiteiten Aanrijding onderkant dek en/of onderbouw Aangezien er géén sprake is van een wegverkeer onder de brug is de kans op een aanrijding van de onderbouw of van het dek zeer beperkt. Als er al sprake zou zijn van een aanrijding dan zal dit met lage snelheid zijn en waarschijnlijk ook een voertuig met een lage massa. Daarom wordt er géén rekening gehouden met aanrijdbelasting op de onderbouw of op het dek Doorbuiging/ hoekverdraaiing Doorbuiging conform de NEN-EN1990: Voor het tramverkeer gelden comforteisen aangaande hoekverdraaiingen en doorbuiging conform NEN-EN1990. Opbuiging (positieve zeeg): De opbuiging van het kunstwerk dient onder de permanente belasting 1/1000 tot 1/2000 van de overspanning te bedragen Vermoeiing Voor N obs dient voertuigen per jaar per rijstrook aangehouden te worden. Het verkeerstype conform tabel NB.6 (voor staalconstructies) en tabel NB.8 (voor betonconstructies) is lokaal verkeer van NEN-EN NB 5.13 Zettingen Na oplevering mag een maximale restzetting van de aardebaan van maximaal 10 cm over een periode van 30 jaar optreden (met uitzondering van de tram??!). De toelaatbare zakking van de fundering van de aanbruggen gedurende de referentieperiode bedraagt maximaal 0,02 meter. Ten behoeve van de verkeersweg, fiets- en voetpad is ter plekke van de aardebaan een overgangsconstructie nodig. De minimale lengte van de stootplaten voor de gehele brug (met uitzondering van de voetpaden) is 5,0 meter. De stootplaten dienen hooggelegen te zijn. Tevens is ten behoeve van de aansluiting van de HOV-baan op de aardebaan met het kunstwerk een overgangsconstructie nodig. De overgangsconstructie dient te voldoen aan de maximale

108 toelaatbare hoekverdraaiing die optreedt ten opzichte van de te verwachten zetting van de aardebaan Betonafwerking De vlakheid van in het zicht blijvende betonoppervlakken dient te voldoen aan klasse A van NEN 6722:2000 / CUR Geluidwerende voorzieningen De nieuwe situatie brengt meer en andere verkeersbewegingen teweeg. Als gevolg hiervan wordt extra geluid verwacht. Gemeente Delft neemt extra maatregelen. In dit project zijn daarom geen extra voorzieningen met betrekking tot de geluidsreducerende maatregelen van toepassing. Conform het bestemmingsplan (zie [8]) dient te worden gezocht naar geluidsreductie met betrekking tot asfalt en voegen. In het ontwerp van de nieuwe brug dient het aspect geluidsreductie te worden meegenomen Kabels en leidingen In het dek moeten voorzieningen worden aangebracht ten behoeve van; Openbare verlichting; Brugbediening, zoals: stopseinen, afsluitbomen en camera's van de beweegbare brug; Detectielussen ten behoeve van de VRI. De detectielussen worden aangesloten op een grondkabel die in het trottoir van de aanbruggen wordt gelegd. Hiervoor moeten voorzieningen voor worden aangebracht; PRIS (parkeerrouteinformatiesysteem); Kabels en leidingen voor derden (i.c. mantelbuizen ten behoeve van niet brug-eigen kabels en leidingen). De benodigde afmetingen van de zinker dienen te worden bepaald. De afmeting van de zinker dient hierop te worden afgestemd. Tijdens het ontwerp (VO/DO-fase) dienen de eisen en wensen aangaande de voorzieningen voor kabels en leidingen in de constructie geïnventariseerd te worden. In overleg met de opdrachtgever wordt besloten hoe met deze eisen wordt omgegaan.

109 6. Eisen basculebrug en kelder Let op: De eisen uit hoofdstuk 5 zijn ook van toepassing op de basculebrug en kelder. Alléén de aanvullende eisen worden in dit hoofdstuk beschreven. 6.1 Eisen beweegbare brug Brugopeningen Voor het constructieve ontwerp wordt een aantal brugopeningen van gehanteerd. (=100 jaar x openingen per jaar) Voor het bepalen van de onderhoudsintervallen en voor de gebruiksslijtage wordt rekening gehouden met het te verwachten aantal openingen van , gehanteerd. (=100 jaar x openingen per jaar). Aandrijving De nieuwe Sint Sebastiaansbrug dient te worden uitgevoerd met een elektromechanische aandrijving met panamawiel. 6.2 Scheepvaart De Provincie Zuid-Holland beheert, onderhoudt en bedient een groot areaal aan beweegbare kunstwerken zowel voor zichzelf als voor derden. Vanuit de beheer-, onderhouds- en bedienfilosofie en de eisen gesteld aan beschikbaarheid en betrouwbaarheid heeft de provincie Zuid-Holland een functioneel en technisch programma van eisen opgesteld, FTPvE4.0 [7]. Dit document dient gebruikt te worden als basis bij het specificeren van nieuwbouwwerken en (grootschalig) onderhoudswerken. Het detail ontwerp dient per object in overleg met de beheerder aan de lokale situatie en specifieke eisen te worden aangepast. De object specifieke eisen zijn in dit document per onderdeel weergegeven. De doorvaarthoogte van de brug is bestuurlijk vastgesteld op (minimaal) 4,5 meter. De doorvaarthoogte wordt gemeten ten opzichte van het zomerpeil dat is vastgesteld op -0,42 m NAP. In het FTPvE 4.0 [7] staan in hoofdstuk 2.2 de richtlijnen waar de brug aan dient te voldoen. Hier wordt o.a. verwezen naar de Richtlijn Vaarwegen 2011 (RVW) van Rijkswaterstaat. Het doorlopen van de RVW op hoofdlijnen geeft het nautisch ontwerpkader. Het doorlopen van het RVW is al gedaan door PZH. Dit heeft geresulteerd in de volgende eisen die betrekking hebben op de beweegbare brug en de aanbrug (vaste deel) die zich over het watergang bevinden. De doorvaarthoogte en -breedte van de nieuwe brug mogen niet kleiner zijn dan de huidige doorvaarthoogte en -breedte. Het deel van de aanbrug dat over het Rijn-Schiekanaal is gelegen dient te worden ontworpen op een aanvaarbelasting;

110 De brug (bovenbouw en onderbouw) moet, voor wat betreft delen die kunnen worden aangevaren te worden ontworpen op aanvaarbelastingen. De klasse van de vaarweg is hiervoor CEMT III. De belasting dient te worden ontleend aan de ROK; Het profiel voor de recreatievaart is BM; De doorvaartwijdte van het beweegbare deel moet minimaal 10,5 meter zijn (haaks op de vaarrichting van het schip). De gevraagde doorvaartwijdte is niet conform de RVW; De doorvaartwijdte van het vaste deel van de brug moet minimaal 10,5 meter zijn (haaks op de vaarrichting van het schip) om de vaarwegbreedte optimaal te benutten. De gevraagde doorvaartwijdte is niet conform de RVW; Het beweegbare deel van de brug moet aan de noordzijde gesitueerd worden; Het val moet richting het noorden openen om de mogelijkheid van bijzondere transporten te behouden (de Hambrug opent ook richting het noorden). Wanneer trams in de toekomst over de brug gaan rijden heeft dit nog meer invloed op de bediening op de omliggende bruggen. Een opening moet zo min mogelijk hinder veroorzaken voor het tramverkeer, een opening van de SSB wordt dus kritischer en de andere twee bruggen zullen hierop moeten volgen met een langere openingsduur. Uitgaand van een maatgevend klasse III schip van 8,2 meter x 85 meter en met toepassing van par en RVW 2011 moeten de Ham- en Oostpoortbrug in tandem worden bediend met de SSB. Die invloed op de overige bruggen volgt dus uit het toepassen van de RVW. VRI net buiten de brug is gekoppeld aan de rode lichtseinen. Scheepvaart is leidend. Als de schip komt gaat reageert VRI. Wellicht moeten wij voor wat voorzieningen (lussen) zorgen. In ontwerp moet rekening gehouden worden met communicatie/signalering tussen brug en tram. 6.3 Toegankelijkheid basculekelder De huidige basculekelder is toegankelijk door een deur aan de oostzijde. De toegang tot de basculekelder dient aan de oostzijde te worden gehandhaafd. Daarnaast dient er een tweede vluchtweg te worden gecreëerd in verband met de lengte van de basculekelder (>8 meter) 6.4 Brugbesturingsinstallatie In het ontwerp dient rekening te worden gehouden met voorzieningen ten behoeve van het brugbesturinginstallatiesysteem. Hieronder vallen onder andere de stopseinen, afsluitbomen, cameramasten en de voorzieningen voor de bekabeling. Een en ander dient afgestemd te worden met de opdrachtgever (Provincie Zuid-Holland). 6.5 Potentiaalvereffening Vreemd geleidende delen, zoals leuningen, mogen bij bovenleidingbreuk niet onder spanning komen te staan.

111 6.6 Installaties Voorzieningen voor brugbediening ln samenspraak met de provincie Zuid-Holland dienen de voorzieningen t.b.v. de beweegbare brug te worden bepaald, deze voorzieningen kunnen o.a. bestaan uit: Voorseinen; Stopseinen; Afsluitboomkasten; Cameramasten; Seinen HOV; Bord J15 (al of niet elektrisch); Doorvaartsein conform BPR art. 626; Zinker voor kabels Opslagruimte reserve afsluitbomen Er dient een, voor de Provincie Zuid-Holland toegankelijke, ruimte in de aanbrug te worden opgenomen om de reserve afsluitbomen in op te slaan Scheepvaartverlichtingsignalen Ten behoeve van de oostelijke verbreding van de brug dienen basculekelder en de kanaalpijler verbreed te worden. De huidige scheepvaartseinen zullen verplaatst moeten worden of moeten worden vernieuwd Cameramasten Om afstandbediening van de beweegbare brug mogelijk te maken zullen voorzieningen worden aangebracht om later cameramasten te kunnen plaatsen. Hierbij wordt onder andere rekening gehouden met doorvoerbuizen ten behoeve van de bekabeling naar de masten. De positie van de cameramasten volgt uit ontwerp en pre LOR en zullen met beheerder worden afgestemd.

112 7. Eisen buitenruimte 7.1 Ruimtelijke eisen: omgeving en raakvlakken Eisen t.a.v. de bestaande objecten Het project dient langs de grenzen van het project in alle opzichten aan te sluiten op de omgeving; Het project dient te voorzien in het voorkomen van schade aan naastgelegen constructies en gebouwen tijdens de realisatie en na oplevering. Vooral dient te worden aangetoond dat de parkeergarage en de direct aangrenzende panden aan de noordoostzijde van de brug en de monumentale bomen aan de zuidzijde langs het Rijn-Schiekanaal geen schade ondervinden; Bestaande objecten (deze worden in de volgende fase (VO-fase) gekwantificeerd door de gemeente Delft), welke binnen de projectgrens vallen, dienen verwijderd te worden, voor zover dit nodig is voor de realisatie van het project of indien deze geen functie hebben na oplevering. Ruimtelijke inpassing Aan de zuidzijde van het Rijn- Schiekanaal bevindt zich een boezemkade. Hiervoor gelden de regels en bepalingen van het Hoogheemraadschap van Delfland; De nieuwe brug wordt breder en zal aan de oostzijde dichter bij de bestaande bebouwing komen te liggen. Deze toenadering is nodig vanwege de ligging van de trambaan en het fietspad aan deze zijde. De ruimte tussen de brug en de naastgelegen bebouwing wordt hierdoor smaller. Zie tekening F01-T001. Onder de brug komen géén parkeerplaatsen. Er is later ook geen mogelijkheid om deze onder de brug aan te brengen. Aan de noord-westzijde (Zusterlaan) dient het aantal bestaande parkeerplaatsen te worden behouden; Het ontwerp van de brug dient aan te sluiten op de bestaande pleinen aan de noordzijde en zuidzijde van de brug inclusief VRI, zonder aanpassing van de Zuidwal. Het Mijnbouwplein. Kan, indien noodzakelijk, nog aangepast worden aangezien deze ook heringericht wordt door MRDH Het ontwerp van het project dient aan de zuidzijde aan te sluiten op het wegontwerp zie tekening [1] en de VRI van het project Mijnbouwplein van MRDH; De wens van de Gemeente Delft is om gedurende de uitvoering ten minste één van de voet- /fietsverbindingen van de Kanaalweg of het Gashouderpad/Nieuwelaan beschikbaar te houden. Onderzocht dient te worden of dit mogelijk is. Ruimtes onder de aanbruggen (inrichting ruimtes) Er worden geen opslagruimtes voorzien onder de aanbruggen. 7.2 Antigraffiti coating

113 ln het zicht blijvende, verticale en gemakkelijke openbaar bereikbare betonoppervlakken dienen aan de buitenzijde te worden voorzien van een antigraffiti coating. Beleid van Delft is geen anti graffiti coating. Vanuit het project wordt dit meestal wel gedaan met een onderhoudstermijn van 2 tot 5 jaar, om de brug niet gelijk vol gekliederd te hebben. 7.3 Openbare verlichting De openbare verlichting moet worden uitgevoerd conform het Programma van Eisen aanleg openbare verlichting van de gemeente Delft. 7.4 Kabels en leidingen Algemeen Ter plaatse van het kunstwerk zijn verschillende kabels en leidingen aanwezig. In de nieuwe situatie zijn de landhoofden en pijlers van de constructie zo gunstig mogelijk gepositioneerd ten aanzien van de kabels en leidingen: zie tekening [1]. In de volgende fase (VO-fase) dienen de eisen en wensen van de kabel en leidingen beheerders te worden geïnventariseerd. Ook moet een KLIC-melding gedaan worden. Na overleg met de opdrachtgever wordt besloten hoe deze eisen in het ontwerp verwerkt kunnen worden. Indien de kabels en leidingen verlegd moeten worden, dient er een verleggingsplan van de kabels en leidingen te worden opgesteld. Rekening dient te worden gehouden met de reeds verlegde kabels en leidingen. De aanwezige kabels en leidingen zijn geïnventariseerd en aangegeven op tekening DW-BA L Zie bijlage 1. Tevens dient rekening te worden gehouden met een glasvezelkabel ten behoeve van de brugbediening op afstand.is deze al aangelegd? Staat deze al op tekening? Bestaande K&L stroken dienen beschermd te worden tegen zettingen a.g.v. belastingen uit de aardebaan. Uitwerking hiervan i.o.m. de K&L-eigenaren tijdens de voorbereidingsfase In het maaiveld De aanwezige kabels en leidingen zijn geïnventariseerd en aangegeven op tekening DW- BA L Zie bijlage 1. Bij het ontwerp dient rekening te worden gehouden met de eisen die gesteld worden aan de kabels en leidingen. De eisen aangaande de kabels en leidingen dienen in de ontwerpfase geïnventariseerd te worden.

114 Bijlage I: Overzicht K&L

115 DOORSNEDE D- D t.o.v. as Spooras_M1ZA_ bij metrering Schaal 1: VOETPAD TRN- LIGGER 2000 FIETSPAD 1:60.5 ZIP700- LIGGER BS TRAM- /BUSBAAN 3280 BS 1: : : RIJBAAN FIETSPAD VOETPAD vri 10 Ontwerphoogte 1:100 1:70 DOORSNEDE E- E (BESTAAND) BS Afstand uit as [M] Bestaande hoogte o.b.v. AHN3 Ontwerphoogte DOORSNEDE J- J t.o.v. as Spooras_M1ZA_ bij metrering Schaal 1: : Bestaande hoogte o.b.v. AHN Afstand uit as [M] N.A.P. ZOMERPEIL Ontwerphoogte Bestaande hoogte o.b.v. AHN Afstand uit as [M] LENGTEPROFIEL SPOORAS_M1ZA_ Metrering tot Schaal 1: R= m RIJN- SCHIEKANAAL T Ontwerphoogte M Bestaande hoogte o.b.v. AHN GEOGRID TOEPASSEN? S Afstand uit as [M] VOETPAD GEOGRID Bestaande hoogte o.b.v. AHN Ontwerphoogte T Schaal 1 : OVERZICHT Afstand uit as [M] T S RIJN- SCHIEKANAAL R= m P=- 4.6% AARDENBAAN MET ZETTINGVRIJE PLAAT T.B.V. TRAM S DOORSNEDE I- I t.o.v. as Spooras_M1ZA_ bij metrering Schaal 1:50 Schaal 1 : N.A.P R bmn en s tr R R Q Q Q P L=45.742m P=0.6% ZIP700- LIGGERS MET DRUKLAAG P P MONUMENTALE BOOM PVR HxB = 3200 x O MIJNBOUWPAD O O TRAM- /BUSBAAN OP ZETTINGSVRIJE PLAAT (ONTWERP DERDEN) N NIEUW REMMINGWERK BRUGAS N N WEG L A A N A K KABELS EN LEIDINGEN (INDICATIEF) M LANDHOOFD ZUID M TWEE RIJSTROKEN SPOORAS M1ZA EG W L A A N KA bmn en s tr NIEUW REMMINGWERK L 800 DOORSNEDE E- E t.o.v. as Spooras_M1ZA_ bij metrering Schaal 1:50 SPOORAS M1ZA Ontwerphoogte TE SLOPEN BRUGWACHTERSHUIS DOORSNEDE E- E (NIEUW) Bestaande hoogte o.b.v. AHN3 FIETSPAD L=12.452m L Afstand uit as [M] R= m N.A.P VOETPAD DOORVAARTPROFIEL HxB = 4500 x I DOORVAARTBREEDTE MIN VOETPAD FIETSPAD VOETPAD OEVERPIJLER L BASCULEBRUG (2 VALLEN) K NIEUWE BASCULEKELDER J SINT SEBASTIAANSBRUG Schaal 1 : DOORVAARTPROFIEL HxB = 4500 x WATERPIJLER NIEUWE SLAGBOOM SPOORAS M1ZA N.A.P. ZOMERPEIL DOORSNEDE C- C t.o.v. as Spooras_M1ZA_ bij metrering Schaal 1: DOORVAARTBREEDTE MIN L=28.904m P=4.1% HOLD: Locatie traforuimte nog af te stemmen met OG I m NIEUWE BASCULEKELDER KELDERWAND (ONTWERP DERDEN) KELDERDAK IN SITU GESTORT I NIEUW REMMINGWERK SPOORAS M1NA GA D U O SH D A ERP SPOORAS M1NA MONUMENTALE BOOM 7700 S H PVR HxB = 3200 x KELDERWAND H ZIP700- LIGGERS MET DRUKLAAG H HOLD: Locatie traforuimte nog af te stemmen met OG L=49.917m LAAN R E T S U Z MIN R 700 Ontwerphoogte L=18.763m Bestaande hoogte o.b.v. AHN RUIMTERESERVERING TRAFORUIMTE Afstand uit as [M] LANDHOOFD NOORD G N.A.P KABELS EN LEIDINGEN (INDICATIEF) OVERKLUIZING AARDENBAAN Bestaande hoogte o.b.v. AHN GEOGRID G G Afstand uit as [M] F F Ontwerphoogte N.A.P E F DOORSNEDE A- A t.o.v. as Spooras_M1ZA_ bij metrering Schaal 1: D Ontwerphoogte spooras M1ZA m AARDENBAAN MET ZETTINGVRIJE PLAAT T.B.V. TRAM E Metrering [M] GARAGE R= m AANSLUITEND MAAIVELD m N.A.P. ZOMERPEIL C B MIN AANSLUTING OP BESTAANDE SITUATIE NADER TE BEPALEN MONUMENTALE BOOM Q NIEUWE TRAP KANAALPAD TE SLOPEN TRAP NIEUWE KAST BRUGBESTURING NIEUWE CAMERA NIEUWE ZINKER TE SLOPEN TRAP J DOORSNEDE B- B t.o.v. as Spooras_M1ZA_ bij metrering Schaal 1:50 NIEUWE TRAP P J Ontwerphoogte RUIMTERESERVERING TRAFORUIMTE O I Bestaande hoogte o.b.v. AHN AANSLUTING OP BESTAANDE SITUATIE NADER TE BEPALEN L N I Afstand uit as [M] PLAAT 34 TRAM- /BUSBAAN OP ZETTINGSVRIJE K 12 H E J 11 H 7697 D 4368 I 10 G H 9 G D F Bestaande hoogte o.b.v. AHN3 C F B G E Bestaande hoogte o.b.v. AHN3 C F D B E 6000 Ontwerphoogte E PARKEER D D 1t/m C Verticaal verloop C C AL W D I U Z B A Afstand uit as [M] B B A NIEUW REMMINGWERK 2 T M 5.00 MONUMENTALE BOOM 2.50 N.A.P. DOORSNEDE F- F t.o.v. as Spooras_M1ZA_ bij metrering Schaal 1: N.A.P DOORSNEDE G- G t.o.v. as Spooras_M1ZA_ bij metrering Schaal 1: L=42.929m 2.50 L=34.693m N.A.P. DOORSNEDE H- H t.o.v. as Spooras_M1ZA_ bij metrering Schaal 1: N.A.P.

116 Projectorganisatie Sint Sebastiaansbrug 1. Basisafspraken Betrokken partijen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de voorbereiding en realisatie van het project. Betrokken partijen schakelen gezamenlijk een partij in die verantwoordelijk wordt gesteld voor het uitvoeren van het projectmanagement, uitwerking (engineering), aanbesteden en realisatie van het project. Partijen stellen voldoende personele inzet beschikbaar voor de vorming van een kernteam, een projectboard en een ambtelijk opdrachtgeversoverleg. De externe projectmanager vormt samen met de technische projectleiders vanuit de drie betrokken partijen een Kernteam. Inzet van eigen personeel wordt niet in rekening gebracht. De hiermee gepaard gaande kosten vormen daardoor geen onderdeel van de projectkosten. Gemeente Delft is verantwoordelijk voor de communicatie van het project en de coördinatie van de communicatie tussen de betrokken partijen. De MRDH is verantwoordelijk voor de coördinatie van de geldstromen binnen het project en het namens de betrokken partijen verstrekken van opdrachten aan externe partijen. MRDH int termijnbedragen van Provincie en gemeente op basis van de voortgang/geldbehoefte op basis van de afspraken die hierover zijn gemaakt in bijlage 4 (Cashflowschema) van deze overeenkomst. 2. Taken/verantwoordelijkheden externe projectmanager De externe projectmanager is integraal verantwoordelijk voor de aansturing van het project. Hieronder wordt in ieder geval verstaan: a. opstellen van een integraal programma van eisen (inmiddels gereed) en zorgdragen voor een voorontwerp en definitief ontwerp en bijbehorende bestek(ken) voor de Sint Sebastiaansbrug dat hieraan voldoet; b. opstellen van een scopetekening (inmiddels gereed) en zorgdragen voor een ontwerp voor de Sebastiaansbrug dat hieraan voldoet; c. opstellen van een gedetailleerde projectraming en beheersing daarvan; d. opstellen en bewaken van een risico- dossier; e. sturen op de realisatie van het project binnen de gestelde financiële kaders f. opstellen van een projectplanning en beheersing daarvan; g. sturen op de realisatie van het project binnen het tijdpad dat volgt uit de projectplanning; h. aansturing van alle bij het project betrokken externe deskundigen. Afstemmen van de inhoudelijke voortgang binnen het Kernteam en het aldaar bespreken en voorbereiden van te nemen besluiten door de Projectboard. Integraal en tijdig informeren van de Projectboard over de voortgang van het project. Voorbereiden van de aanvraag van alle noodzakelijke vergunningen en toestemmingen.

117 Coördineren van de aanbesteding en uitbrengen van een gunningsadvies richting Projectboard. Zorgdragen voor de invulling van directievoering & toezicht bij uitvoering van het project (tijdens de bouw). De externe projectmanager verstrekt geen opdrachten aan externe partijen, tenzij het gaat om onderzoeken en/of externe inhuur die past binnen de opdracht die de externe projectmanager van de projectboard heeft ontvangen. Alle voor de voorbereiding en realisatie van het project noodzakelijke opdrachten worden verstrekt en afgehandeld door de MRDH. 3. Taken/verantwoordelijkheden Kernteam Bespreken van inhoudelijke issues die zich voordoen bij de voorbereiding van het project. Het uitzetten van vragen binnen de drie betrokken organisaties en/of indirect betrokken organisaties zoals HTM. De externe projectmanager is verantwoordelijk voor de organisatie van de Kernteamoverleggen 4. Taken/verantwoordelijkheden Projectboard Aansturen van de externe projectmanager op zijn taken zoals beschreven onder 2. Bewaken het projectbudget. Het nemen van besluiten over de voortgang van het project die passen binnen scope en budget van het project. Besluitvorming die afwijkt van scope en/of het budgettaire kader, zoals dat is opgenomen in bijlage 4 (cashflowschema) van deze overeenkomst, dient altijd ter goedkeuring te worden voorgelegd aan het Opdrachtgeversoverleg. Verstrekken van externe opdrachten. Opdrachten die niet passen binnen de budgettaire kaders van het project kunnen alleen worden verstrekt na instemming hiermee door het Opdrachtgeversoverleg. Alle opdrachten worden - altijd en alleen na goede afstemming in de projectboard - namens de drie betrokken partijen verstrekt door de MRDH en financieel afgehandeld door de MRDH (met inachtneming van de hiervoor bij de MRDH geëigende procedure). Informeren van het Opdrachtgeversoverleg over de voortgang van het project en het voorleggen van besluiten die aan de opdrachtgevers zijn voorbehouden. Het ter goedkeuring voorleggen van het concept- voorontwerp, definitief ontwerp en bestek(ken) aan het Opdrachtgeversoverleg. Vaststellen wanneer het project gereed is voor overdracht aan de beheerorganisatie van partijen en het formeel verlenen van goedkeuring bij de oplevering. De deelnemers aan de Projectboard komen 4- wekelijks bijeen, tenzij vanuit het projectbelang een andere frequentie noodzakelijk is. De MRDH is verantwoordelijk voor de organisatie van de Projectboardbijeenkomsten.

118 5. Taken/verantwoordelijkheden Ambtelijk Opdrachtgeversoverleg Zich laten informeren over de voortgang van het project door het Projectboard. Het nemen van besluiten over voorstellen die afwijken van de scope, raming (budgettaire kader) en planning van het project. Het nemen van besluiten over opdrachten die niet passen binnen het budgettaire kader. Het informeren van bestuurders en het mogelijk overlaten van besluitvorming aan de bestuurders over politiek gevoelige en/of relevante ontwikkelingen. De ambtelijke opdrachtgevers dienen zelf een afweging te maken over de situaties waarin de bestuurders geïnformeerd dan wel betrokken moeten worden. De deelnemers aan het Opdrachtgeversoverleg komen 2- maandelijks bijeen, tenzij vanuit het projectbelang een andere frequentie noodzakelijk is. De MRDH is verantwoordelijk voor de organisatie van het Opdrachtgeversoverleg. 6. Taken/verantwoordelijkheden Bestuurlijk overleg Het nemen van besluiten over onderwerpen die vanuit het Opdrachtgeversoverleg worden voorgelegd. De deelnemers aan het Bestuurlijk overleg komen bij elkaar indien 1 van de partijen en/of het Opdrachtgeversoverleg daartoe aanleiding ziet. Het bestuurlijk overleg zal in ieder geval plaatsvinden bij de afronding van de aanbestedingsfase om kennis te nemen van het gunningadvies, tenzij alle bestuurders hiervoor op dat moment geen aanleiding zien. Partijen spreken af dat indien besluitvorming in respectievelijke besturen noodzakelijk is, dat zij deze onderling afstemmen en streven naar zoveel mogelijk eenduidige formulering van te nemen besluiten en hieraan aan ten grondslag liggende documenten. De leden van de projectboard zijn verantwoordelijk voor de begeleiding en bewaking van de besluitvorming. Bestuurlijke besluitvorming is in ieder geval voorzien bij (voorlopige) gunning aan de aannemer en budgetoverschrijdingen. De MRDH is verantwoordelijk voor de organisatie van het Bestuurlijk overleg. 7. Organisatie in schema HL>% '94%!"##$%&'$(')"'*% <#*%6'%=$)/,*% 8'**-$9%>-$1'% ='09))$"/,;%#@'$"'2% +$,-*%.$/'01$#*2%?$/4%=-@'"--$% >-$$B%@-*%.#*2'*% E16$-4592'@'$0#@'$"'2% 3/45-$6%%7/00'% +$'*6%:-*%@A6%8'"B% CD-*%6'%&$/'0% H$#,'49I#-$6% +6@/0')$0%?G9'$*%1$#,'49(-*-2'$% 8'**'$9%:#4;'$%?6%@-*%6'$%&##$9% E"-F%>##2'$6/,;% J'$*9'-(% K)90I'6$/,@'*% 'G9'$*'%6'0;)*6/2'*% $--;@"-;;'*%

119 BIJLAGE 4: CASHFLOWSCHEMA SEBASTIAANSBRUG Raming Bedrag Fase 1 Historische kosten (a) Investeringsraming (b) waarvan voorbereidingskosten waarvan aanneemsom Risico en onvoorzien (c) Totaal Bijdragen en gemaakte kosten PZH MRDH DelL Totaal Bijdrage volgens contract (27 nov 2015) % 22% 40% 100% Betaald fase Tafelbrug Voorschot DelL aan PZH (2012 en 2013) Nog betalen BehoeQe schema PZH MRDH DelL Totaal Kasritme Fase 1: historie t/m aanbesteding /2017 Fase 2: start realisawe = 30% Fase 3: realisawe = 20% Fase 4 :realisawe = 30% Fase 5: eindfactuur aannemer = 20% Fase 6: reservering risico en onvoorzien ntb Totaal Afrekening Fase 1 PZH MRDH DelL Totaal Te betalen historische kosten Te betalen voorbereidingskosten Totaal fase Reeds betaald historische kosten Nog betalen fase 1 aan MRDH

120

121

122 Aanpak communicatie Sint Sebastiaansbrug Jan Langstraat Definitieve versie: Inleiding PZH, MRDH en gemeente Delft werken op basis van de op 27 november 2015 gesloten intentieovereenkomst aan de realisatie van een nieuwe Sint Sebastiaansbrug. Het Ingenieursbureau van de gemeente Rotterdam heeft opdracht gekregen voor het integraal projectmanagement. In overleg tussen de drie opdrachtgevers is afgesproken is dat de gemeente de lead neemt in de communicatie. Deze notitie doet een voorstel voor communicatiestrategie en aanpak en de organisatie en rolverdeling. 2. Uitgangspunten In de afgelopen jaren zijn diverse documenten tot stand gekomen over de gewenste communicatiestrategie en uitvoering. De uitgangspunten, zoals geformuleerd in het strategisch communicatieplan 2012 (PZH) gelden nog steeds: - Draagvlak creëren voor en tijdens de uitvoering door tijdig, transparant en volledig te communiceren; - Helder maken welke inbreng alle betrokkenen hebben in het (ontwerp)proces door het managen van verwachtingen; - Positieve houding uitdragen en stimuleren over de realisatie van de nieuwe brug. We geven dit gestalte door: - Communicatie tijdens de planontwikkeling; - Communicatie tijdens de uitvoering, met het accent op omgevingscommunicatie en bereikbaarheidscommunicatie; - Communicatie over de bestuurlijke besluitvorming. 3. Kernboodschap (maart 2016) Delft krijgt een nieuwe Sebastiaansbrug die de huidige brug vervangt. De nieuwe brug zorgt voor een veilige en vlotte verbinding tussen het centrum van Delft en de TU-wijk en Technopolis. De huidige brug is in slechte staat en vertoont scheuren. De brug is daardoor ook niet geschikt voor de aanleg van de geplande trambaan voor tramlijn 19, die naar Technopolis gaat rijden. De nieuwe brug wordt een beweegbare brug op dezelfde locatie als de huidige brug, passend binnen het huidige bestemmingsplan. De brug krijgt een doorvaarthoogte van 4,5 meter. Gemotoriseerd verkeer beschikt op de nieuwe brug over twee keer één rijstrook. Voor het openbaar vervoer zijn twee rijstroken beschikbaar voor tram en bus in de zijligging aan de oostzijde van de brug. Aan weerzijden komen vrijliggende voet- en fietspaden. 1

123 Gemeente Delft, Provincie Zuid-Holland en Metropoolregio Rotterdam Den Haag hebben gezamenlijk belang bij de vervanging van de brug en zullen het project dan ook gezamenlijk laten ontwerpen en bouwen. Ook dragen de drie partijen gezamenlijk de kosten die hiermee gepaard gaan. Gestreefd wordt om begin 2018 te starten met de realisatie. Afhankelijk van de te kiezen uitvoeringsmethode zou de tram medio 2019 of eind 2019 kunnen rijden. Vanwege de tijdelijke afsluiting van deze belangrijke verbinding tijdens de sloop en bouw, wordt zorgvuldig gecommuniceerd over de planning van de werkzaamheden, omleidingen en andere hinder. 4. Rolverdeling/samenwerking In de intentieovereenkomst hebben partijen afgesproken om in gezamenlijkheid het project te realiseren. In de nog af te sluiten samenwerkingsovereenkomst wordt een nadere rol-, taak- en bevoegdheidsverdeling afgesproken en wordt tevens vastgelegd welke partij voor wel taakonderdeel als aanspreekpunt zal fungeren. Vooruitlopend hierop hebben partijen afgesproken dat de gemeente de verantwoordelijkheid op zich neemt om namens de drie partijen de communicatie te organiseren. Dit betekent dat de (communicatieadviseur van) de gemeente Delft de communicatieboodschap en strategie bewaakt en dat de gemeente in de publiekscommunicatie als afzender functioneert. In de intentieovereenkomst is vermeld dat iedere partij integraal verantwoordelijk is voor zijn aandeel in het project, zowel bestuurlijk, organisatorisch als anderszins. Voor de communicatie betekent dit dat iedere partij verantwoordelijk is voor de eigen bestuurlijke communicatie en de (pers)woordvoering daarover. Bij ieder besluit worden hierover procesafspraken gemaakt. Ook blijft iedere partij verantwoordelijk voor de communicatie met de eigen interne en externe doelgroepen. (Bijvoorbeeld MRDH met de OV-bedrijven en PZH met de scheepvaart.) In de nog op te stellen communicatiekalender zal worden vastgelegd welke partij met welke doelgroep communiceert. In hoofdstuk 6 is aangegeven wat deze rolverdeling en samenwerking betekent voor de organisatie van de communicatie. 5. Communicatiestrategie 5.1 Communicatie tijdens de planontwikkeling Informatie en reactie Het uitgangspunt om binnen de kaders van de intentieovereenkomst te komen tot een sobere brug die binnen het bestemmingsplan past betekent dat de speelruimte beperkt is. De hoogte van de brug en de indeling met rijstroken voor langzaam verkeer, autoverkeer en openbaar vervoer zijn in de intentieovereenkomst en het vigerende bestemmingsplan vastgelegd. Dit betekent dat tijdens de planontwikkeling het accent bij de communicatie zal liggen op informatieverstrekking en het bieden van een beperkte reactiemogelijkheid. Reacties kunnen worden meegenomen als zij passen binnen de kaders van bestemmingsplan, intentieovereenkomst (of samenwerkingsovereenkomst) en PvE en niet leiden tot hogere kosten of risico s. We staan open voor reacties en suggesties over de wijze van 2

124 communiceren en vragen hier ook actief naar. Door goed aan te sluiten op wensen over de communicatie kan draagvlak worden bevorderd. Aanpak: We zorgen dus voor duidelijke, actuele en goed vindbare informatie. Belangrijkste media die we hiervoor inzetten zijn en de Stadskrant (voor korte berichten en wanneer daar aanleiding voor is een aparte, in te kopen, pagina). Ook de gemeentelijke Facebookpagina, Twitter kunnen zo nodig worden ingezet. Ook stellen we externe stakeholders in de gelegenheid om te reageren. Het reeds bestaande burenoverleg, waarin belangrijke belangenorganisaties zijn vertegenwoordigd, is hiervoor een geschikt platform. We houden de deelnemers aan het burenoverleg via op de hoogte van de voortgang en beleggen op logische momenten in het proces bijeenkomsten. De stukken voor de vergunningaanvraag worden vooraf gedeeld met het burenoverleg. Voor een breder publiek zullen we een inloopbijeenkomst houden, zoals dat in de afgelopen jaren al eerder is gebeurd, met aandacht voor het voorlopig ontwerp, de te volgen procedure en de omleidingsroutes. De wijze waarop we andere stakeholders betrekken moet nader worden bepaald, mede op basis van een hernieuwde stakeholdersanalyse. Te denken valt aan het Q-team, de TU, bedrijven en instellingen in Technopolis, DUWO, scheepvaart ) 5.2 Communicatie tijdens de uitvoering Bereikbaarheidscommunicatie Afsluiting van de Sebastiaansbrug heeft veel impact op met name het autoverkeer en het OV. De in te stellen omleidingsroutes zullen het verkeer naar verwachting goed kunnen opvangen. Het verkeer ondervindt tegen de tijd dat de brug wordt afgesloten immers geen of weinig hinder meer van werkzaamheden in de spoorzone. Westlandseweg en Ireneboulevard zijn altijd beschikbaar voor verkeer in twee richtingen. Niettemin zal de impact van de afsluiting van de brug op het verkeer nog steeds fors zijn en zal flink moeten worden ingezet op (bereikbaarheids)communicatie. Aanpak; In aanloop naar de afsluiting van de brug moet breed worden gecommuniceerd over omleidingsroutes. We doen dat in de periode vóór de afsluiting door middel van een korte campagne. Tijdens de afsluiting moet duidelijke bebording zijn aangebracht en moet de informatie over de omleidingen digitaal goed vindbaar zijn. De site is hierbij een belangrijk medium, evenals de tweets Omgevingscommunicatie De uitvoering van het project heeft ook veel impact op bewoners en bedrijven in de directe omgeving van de brug, in de vorm van bouwoverlast en bereikbaarheidsproblemen. Dit betekent dat eveneens fors zal moeten worden ingezet op goede omgevingscommunicatie. Het BLVC plan van de aannemer zal hierin moeten voorzien. Aanpak; De directe omgeving wordt rechtstreeks geïnformeerd over de werkzaamheden met huis-aan-huisbrieven of anderszins en krijgt een aanspreekpunt voor meldingen of klachten. Met een samen te stellen klankbordgroep van bewoners wordt in een vaste 3

125 frequentie vergaderd. (Mogelijk is deze klankbordgroep een voortzetting van het burenoverleg.) Ook met de ondernemers wordt rechtstreeks contact onderhouden. Raakvlak met andere projecten In samenhang met de vervanging van de Sebastiaansbrug wordt in opdracht van MRDH gewerkt aan de aanleg van tramlijn 19 en de herinrichting van het Mijnbouwplein en in opdracht van de gemeente aan de herinrichting van het Poortlandplein en de Mijnbouwstraat-oost. We maken duidelijk wat de samenhang is tussen deze projecten en stemmen de communicatie op elkaar af. De BLVC plannen die voor deze projecten zijn gemaakt moeten daartoe worden herijkt. (De herontwikkeling van DUWO en TU Kanaalweg is mogelijk al afgerond wanneer de werkzaamheden aan de brug worden uitgevoerd.) Aanpak; Op basis van de communicatieplannen en projectplanningen wordt één centrale communicatiekalender opgesteld, waarin de grote mijlpalen zijn opgenomen. 5.3 Communicatie over de bestuurlijke besluitvorming Delft, provincie Zuid-Holland en Metropoolregio Rotterdam Den Haag werken gezamenlijk aan de vervanging van de Sint Sebastiaansbrug (intentieovereenkomst van ). Deze drie partijen financieren gezamenlijk de brug en zijn ieder voor een gelijk deel aansprakelijk voor het financiële risico van het project. Uiterlijk 1 mei 2016 wordt de intentieovereenkomst omgezet in een Samenwerkingsovereenkomst waarin voor elke partij de rol, taak en bevoegdheid wordt vastgelegd. Vooruitlopend daarop zijn nu de volgende rollen bekend. Rollen van de partijen: Delft: wegbeheerder en eigenaar van de aanbruggen. Heeft de lead in de communicatie. PZH: vaarwegbeheerder en eigenaar van de val van de brug incl. besturing. MRDH: concessieverlener van het OV en verantwoordelijk voor de aanleg van tramlijn 19 (o.a. over de Sint Sebastiaansbrug). Is verantwoordelijk voor de organisatie van de financiën/geldstromen en is penvoerder voor de contracten met derden (o.a. ingenieursbureau en aannemer). Gedurende de looptijd van het project Sint Sebastiaansbrug worden diverse besluiten genomen in de verschillende bestuurlijke gremia. Aanpak: de te verwachten bestuurlijke besluiten worden in de mijlpalenkalender gezet. Het is zeer gewenst om de besluiten binnen de diverse gremia zo dicht mogelijk bij elkaar in te plannen. Om te voorkomen dat een partij een openbaar besluit heeft genomen en de andere partij het besluit nog moet nemen, kunnen de voorgenomen besluiten (zo ver openbaar) gezamenlijk voorafgaand bekend worden gemaakt. Nadat elke partij zijn besluit heeft genomen, wordt dit gemeld in besluitenlijsten van de eigen bestuurlijke gremia en online toegevoegd aan de eerdere berichtgeving hierover op de website van delft. 4

126 6. Organisatie van de communicatie Zoals aangegeven is door de drie opdrachtgevers afgesproken dat de gemeente de lead neemt in de communicatie met de stad. Gemeente Delft is spreekbuis en coördinator. Opdrachtgever: Vanuit de Projectboard treedt Iwan de Vries op als opdrachtgever en aanspreekpunt voor de communicatie. Hij legt waar nodig communicatie-beslispunten voor aan Projectboard. Communicatieoverleg: Werkafspraken over strategie en uitvoering van de communicatie worden gemaakt in een communicatieoverleg bestaande uit: - Iwan de Vries (vanuit Projectboard) - Mozafar Said (integraal projectmanager) - Olaf Hoogerdijk (als lid van het technisch kernteam en vanwege de raakvlakken met samenhangende projecten; Poortlandplein, Mijnbouwstraat, Tramlijn 19) - Jan Langstraat (communicatieadviseur en perswoordvoerder) - Ad hoc: communicatiemedewerker, bereikbaarheidsregisseur Afstemming: Jan Langstraat draagt zorg voor afstemming met en informeren van communicatieadviseurs/woordvoerders van Provincie en MRDH. Pers: We voeren een actief persbeleid en zijn alert op nieuwsaanleidingen waarmee de pers kan worden benaderd. Persvoorlichting Delft verzorgt de perswoordvoering over het project. Woordvoerders MRDH, Provincie en Delft verzorgen zelf de bestuurlijke woordvoering m.b.t. het project namens hun organisatie, na onderlinge afstemming. Ook verzorgen MRDH en gemeente de woordvoering over de samenhangende projecten waarvoor zij opdrachtgever zijn. Stakeholdersanalyse: Eerder is een stakeholdersinventarisatie/analyse gemaakt. Nu het project een nieuwe start maakt moeten we opnieuw kijken welke stakeholders relevant zijn voor de communicatie en wie vanuit het project met welke stakeholders communiceert. 7. Uitvoering communicatie Rechtstreekse contacten en overleg met stakeholders vinden plaats vanuit de projectorganisatie, dus door de projectmanager, projectleiders of de leden van de projectboard. Op basis van de stakeholdersanalyse wordt dit nader ingevuld. In de periode van de uitvoering is ook de aannemer hierbij aan zet. De afdeling Communicatie van de gemeente Delft biedt hierbij ondersteuning en draagt zorg voor de stadsbrede communicatie. 5

127 7.1 Personele inzet De afdeling Communicatie gemeente Delft levert of organiseert personele inzet. Communicatieadvies, -coördinatie en perswoordvoering geldt als basisdienstverlening. Uren van de senior communicatieadviseur/woordvoerder komen dan ook niet ten laste van het project. De overige (uitvoerende) communicatiewerkzaamheden gelden als maatwerk. De kosten daarvan worden doorbelast aan het project. Het gaat daarbij om: - Beheer en inzet concernmedia, waaronder redactie ( Stadskrant, social media) - Redactie bewonersbrieven - Voorbereiding en begeleiding inloopbijeenkomst - Zorgdragen voor gezamenlijke communicatiekalender voor Sebastiaansbrug, Tramlijn 19, Poortlandplein, Mijnbouwstraat, Mijnbouwplein - Voorbereiding start/openingshandeling - Maken van Q&A s voor KCC en onderhouden van contacten met KCC - Voorbereiden en begeleiden korte bereikbaarheidscampagne over afsluiting en omleidingen kort voor afsluiten brug. - P.m. nader te bepalen inzet op omgevingscommunicatie in periode van uitvoering. Hierover moeten afspraken worden gemaakt met de aannemer. Projectondersteuner: Vanuit cluster Ruimte/IB is een projectondersteuner beschikbaar (beheer adressenlijsten voor bewonersbrieven, verzenden van bewonersbrieven, reservering zaalruimte, ondersteuning inloopbijeenkomst, faciliteren bijeenkomsten, faciliteren start- of openingshandeling) 7.2 Middeleninzet Gedurende de planvoorbereiding en -uitvoering zullen kosten moeten worden gemaakt voor de inzet van communicatiemiddelen. Hierbij valt te denken aan: - Presentatiematerialen zoals tekeningen en kaarten; deze worden geleverd door IB Rotterdam - Concernmedia, zoals paginaruimte Stadskrant - Zaalhuur - Productie en verspreiding bewonersbrieven - Middelen voor de campagne over afsluiting/omleidingen (zoals posters en advertentieruimte, vormgeving) - Start-, openingshandeling - Bebording - Mogelijk geeft het overleg met stakeholders aanleiding om extra middelen in te zetten waarmee het draagvlak kan worden vergroot. 6

128 8. Projectplanning en communicatiekalender Voor het maken van een communicatiekalender zijn de volgende momenten van belang. De momenten worden opgenomen in de communicatiekalender en deze wordt aangevuld/aangepast aan de hand van de projectplanning: - Procestoelichting aan burenoverleg,in aanwezigheid van wethouder (eind maart) - Voorlopig ontwerp (eind 2016) - Concept bouwaanvraag (??) - Kort voor start bouw: over uitvoeringsmethode (4 e kwartaal 2017) - Uitvoering (begin 2018 medio of eind 2019) 7

129 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 21 september 2016 agendapunt 10 Onderwerp Voorgesteld besluit Korte motivering Aanpassen Budgetten Netwerk Randstad Rail In te stemmen met het verlagen van de opdrachtsom voor de uitvoering van het programma Netwerk RandstadRail aan gemeente Den Haag met betrekking tot spoorse materialen en wisselcomplexen met een totaal bedrag van Op 6 december 2010 is er een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de gemeente Den Haag en MRDH waarin afspraken zijn gemaakt over de uitvoering van het programma Netwerk Randstad Rail (NRR). Naar aanleiding van deze overeenkomst zijn de kosten voor spoormaterialen en -complexen ten behoeven van NRR in de opdrachtsom aan de gemeente Den Haag opgenomen. De gemeente Den Haag heeft in 2013 verzocht om in plaats hiervan subsidies met betrekking tot spoormaterialen en - complexen direct aan HTM te verstrekken. Het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden heeft hierop op 13 maart 2013 ingestemd om het subsidie-instrument toe te passen voor projecten in het kader van Netwerk Randstad Rail die door de HTM buiten de concessie worden uitgevoerd. Hieronder valt ook de aanschaf en inbouw van spoorcomplexen en -materialen. Dit voorgesteld besluit voorziet in een tweede aanpassing in de wijze waarop de budgetten verstrekt worden aan de gemeente Den Haag. Op 18 mei 2015 heeft de bestuurscommissie de eerste aanpassing van de opdrachtsom aan de gemeente Den Haag vastgesteld. Hiermee wordt het besluit van het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden opgevolgd. De diverse opdrachten zijn beschreven in de bijlage van de bijgevoegde brief. Het betreft de subsidies die zijn verleend sinds mei 2015 tot mei 2016 aan de HTM. Het gaat om in totaal een verlaging van de opdrachtsom met Dit bedrag is inmiddels reeds in subsidies verstrekt aan HTM. In de toekomst kunnen zich nog vergelijkbare aanpassingen voordoen. Financiën Geen financiële gevolgen. De subsidies aan HTM zijn inmiddels verleend en voor hetzelfde bedrag wordt nu de opdrachtsom aan Den Haag verlaagd. Juridisch n.v.t. Communicatie n.v.t. Bijlagen 1. Brief aan het college van B&W van de gemeente Den Haag Gevolgde Presidium Vervoersautoriteit 22 juni 2016 procedure Ambtelijk overleg Vervoersautoriteit 5 september 2016 Anders, te weten Datum voluit invullen + welke procedure het betreft en wat de uitkomst van deze procedure is, bijv. akkoord. Anders n.v.t. invullen. Verdere Adviescommissie Vervoersautoriteit n.v.t. procedure Zienswijzetermijn n.v.t. Dagelijks bestuur MRDH n.v.t. Algemeen bestuur MRDH n.v.t. Anders, te weten n.v.t. Openbaar besluit ja Contactpersoon Rosina Hoenderdos Datum 24 mei 2016 Telefoonnummer

130 Grote Marktstraat 43 Postbus CB Den Haag Telefoon Retouradres: Postbus CB Den Haag College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Den Haag Postbus DJ DEN HAAG C O N C E P T Datum 21 september 2016 Onderwerp Aanpassing budgetten NRR informatie@mrdh.nl Internet: KvK nummer: Bankrekeningnummer NL96 BNGH contactpersoon Rosina Hoenderdos uw kenmerk P. Habermehl ons kenmerk MRDH Projectnummer VVS200 en VVS 200A doorkiesnummer r.hoenderdos@mrdh.nl Geacht college, bijlage(n) 1 In het kader van de gesloten samenwerkingsovereenkomst d.d. 6 december 2010 ontvangt u hierbij een aantal mutaties op reeds verstuurde opdrachten. Deze mutaties zijn het gevolg van wijzigingen in de projectorganisatie en verdeling van de projecten. Gedurende de uitwerking van de projecten is er voor gekozen de organisatie van de projecten te wijzigen. Er zijn verschillende subsidies aan HTM verleend, waarvan de kosten in eerste instantie in de opdracht van de gemeente Den Haag zaten. Dit betreft kosten voor materialen en wisselcomplexen. In de bijlage is per afzonderlijke opdracht aangegeven welke correcties zijn doorgevoerd. Op basis hiervan wordt in totaal een bedrag van exclusief BTW (zegge: zeven miljoen zevenhonderd eenenvijftigduizend negenhonderdzesentwintig euro) in mindering gebracht op de projecten in uitvoering van de gemeente. Daarnaast voeren wij nog een correctie door. Het ontwerp voor de tophalte Hollands Spoor is in 2013 goedgekeurd. In onze brief met kenmerk SH is opgenomen dat bij goedkeuring van deze tophalte, de bijdrage voor een standaardhalte vervalt. Deze opdracht met hetzelfde kenmerk zal dan ook verlaagd worden met exclusief BTW (zegge driehonderdzeventienduizend euro). Een dergelijke slag is in mei 2015 ook gemaakt. De gemeente Den Haag en MRDH blijven contact houden over toekomstige correcties op beschikkingen die nog afgegeven gaan worden aan HTM. Er zal dan wederom een aanpassing op de budgetten plaats vinden. Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Delft, Den Haag, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Leidschendam-Voorburg, Maassluis, Midden-Delfland, Nissewaard, Pijnacker-Nootdorp, Ridderkerk, Rijswijk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Wassenaar, Westland, Westvoorne, Zoetermeer.

131 We vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Voor nadere vragen en/of overleg kunt u contact opnemen met Arend-Jan van der Lely, programmamanager NRR. Hoogachtend, de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit MRDH, A. Gleijm P.J. Langenberg secretaris voorzitter 2

132 Bijlage 1: Aanpassing budgetten NRR Budgetmutaties Project-opdracht HTM excl opslagen MRDH kenmerk Omschrijving CS - HS SH Aanpassen complex Lange Vijverberg / Toernooiveld Subs. spoorse materialen Lekstraat/Weteringkade SH Wisselcomplex Bosbrug Koninginnegracht SH Spoorse materialen Koninginnegracht deel Deelbescherming materialen Koninginnegracht fase b Nieuwe Parklaan SH Spoorse materialen Nieuwe Parklaan NNR gebogen sporen Nieuwe Parklaan deel B NRR gebogen sporen Circusplein Subs. spoorse mat. NRR nwe Parklaan Tailtrack Madurodam SH Spoorse materialen Madurodam Spoorse materialen Trubeka tbv Madurodam 9 Vrederust SH Spoorse materialen Trubeka tbv Dedemsvaartweg Holland Spoor SH NRR Complex Stationsplein Stationsplein SH Lijn 15 SH Spoorse materialen Stadslaan lijn 15 Totaal

133 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 21 september 2016 agendapunt 11 Onderwerp Voorgesteld besluit Korte motivering Vaststelling diverse subsidies Mobiliteitsfonds Haaglanden De volgende subsidies op grond van artikel 25 van de Verordening Mobiliteitsfonds Haaglanden 2005 vast te stellen, waarbij op grond van artikel 45 in afwijking van de verordening niet om een accountantsverklaring is gevraagd: A. Verkeerseducatie voortgezet onderwijs deel 1 (HCO), vast te stellen op ,32 exclusief BTW (beschikking 05VDN002 d.d. 29 juni 2005); B. Verkeerseducatie voortgezet onderwijs deel 2 (HCO), vast te stellen op ,00 exclusief BTW (beschikking 07VDN001 d.d. 6 februari 2008); C. Schoon rijden Haaglanden We Share (Urgenda), vast te stellen op ,92 exclusief BTW (beschikking 13MDN001 d.d. 11 december 2013). De vaststelling van de bovenstaande subsidies wijkt af van de verordening, in de zin dat er geen accountantsverklaring is gevraagd. De redenen hiertoe zijn: Voor de subsidies verkeerseducatie is de bezwaartermijn van financiële stukken verstreken. HCO heeft overigens wel kunnen aantonen dat de kosten zijn gemaakt, zelfs meer dan aan voorschotten is betaald. Er is overeenstemming met HCO om de subsidies vast te stellen ter hoogte van de betaalde voorschotten. De subsidie voor Schoon Rijden was beschikt aan Siemens in het kader van Beter Benutten. Siemens heeft voor ,92 aan kosten besteed, waarop gefactureerd is. Vervolgens heeft de Stuurgroep Beter Benutten besloten om het project over te dragen aan Stichting Urgenda. Deze stichting heeft vervolgens geen kosten meer gemaakt. De Stichting kan daarom ook geen accountantsverklaring krijgen (want ze hebben zelf geen kosten gemaakt). Omdat de kosten van Siemens zijn verantwoord en onder goedkeuring van de Stuurgroep Beter Benutten zijn betaald, kan de subsidie zonder verdere verrekening worden vastgesteld op de gefactureerde kosten. Hier is overeenstemming over met Urgenda Financiën Geen financiële gevolgen. De eindbedragen zijn reeds in de begroting verwerkt. Juridisch Voorliggende gevallen zijn te beschouwen als bijzondere gevallen als bedoelt in artikel 45 van de Verordening Mobiliteitsfonds Haaglanden Communicatie n.v.t. Bijlagen 1. Conceptvaststellingsbeschikkingen aan HCO en Urgenda Gevolgde Presidium Vervoersautoriteit 24 augustus 2016 procedure Ambtelijk overleg Vervoersautoriteit 05 september 2016 Anders, te weten n.v.t. Verdere Adviescommissie Vervoersautoriteit n.v.t. procedure Zienswijzetermijn n.v.t. Dagelijks bestuur MRDH n.v.t. Algemeen bestuur MRDH n.v.t. Anders, te weten n.v.t. Openbaar besluit ja Contactpersoon Bart Waasdorp Datum 7 september 2016 Telefoonnummer

134 Grote Marktstraat 43 Postbus CB Den Haag Telefoon Internet: KvK nummer: Retouradres: Postbus CB Den Haag Haags Centrum voor Onderwijsbegeleiding Postbus AM DEN HAAG C O N C E P T Datum 21 september 2016 Onderwerp Subsidievaststelling project 05VDN002 Verkeerseducatie voortgezet onderwijs (HCO) Bankrekeningnummer NL96 BNGH contactpersoon G. Singh uw kenmerk 78954/ ons kenmerk Projectnummer 05VDN002 doorkiesnummer g.singh@mrdh.nl bijlage(n) 1 Geacht bestuur, Op 29 juni 2005 is door het Stadsgewest Haaglanden subsidie verleend voor het project Verkeerseducatie voortgezet onderwijs (HCO). Op 1 januari 2015 is de Wet afschaffing plusregio s en de AMvB WP 2000 in werking getreden. Daarmee zijn alle subsidieverleningen overgegaan op de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH). Dit betekent dat de MRDH uw subsidieverlening verder afhandelt, waarbij uiteraard gewoon de verordening mobiliteitsfonds Haaglanden 2005 van het Stadsgewest Haaglanden als juridisch kader geldt. Naar aanleiding van uw op 27 juni 2016 ontvangen verzoek tot subsidievaststelling, met bovengenoemd kenmerk, waarbij u de eindafrekening indient met betrekking tot het project Verkeerseducatie voortgezet onderwijs (HCO) delen wij u het volgende mee. Motivering van de beslissing tot vaststelling Bij de subsidieverlening is op 29 juni 2005, kenmerk SH aan u een subsidie toegekend van ,00. Uit de ingediende eindafrekening maken wij op dat de werkelijk gemaakte uitvoeringskosten ,32 bedragen. Op grond van artikel 31, lid 2, van de verordening mobiliteitsfonds Haaglanden 2005 (die van toepassing is op basis van artikel 1 van de tijdelijke subsidieverordening verkeer en vervoer MRDH 2015), wordt de subsidie op dit bedrag vastgesteld. Dit bedrag is reeds aan u betaald; er vinden geen verdere verrekeningen plaats. De bestuurscommissie Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag, A. Gleijm P.J. Langenberg plv. secretaris voorzitter Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Delft, Den Haag, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Leidschendam-Voorburg, Maassluis, Midden-Delfland, Nissewaard, Pijnacker-Nootdorp, Ridderkerk, Rijswijk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Wassenaar, Westland, Westvoorne, Zoetermeer.

135 Bezwaar Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt door belanghebbenden een bezwaarschrift worden ingediend. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan: De Bestuurscommissie Va van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag Postbus CB Den Haag Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het bezwaar zich richt; d. de gronden van het bezwaar (motivering). Voorlopige voorziening Gelijktijdig met of na indiening van het bezwaarschrift kunt u, bij een spoedeisend belang, een verzoek doen tot het treffen van een voorlopige voorziening. Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de rechtbank binnen het rechtsgebied waar de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft. In verband met de behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. Omtrent de hoogte daarvan, de wijze waarop en de termijn waarbinnen u dient te betalen krijgt u na indiening van het verzoek bericht van de griffier van de bevoegde rechtbank. 2

136 Grote Marktstraat 43 Postbus CB Den Haag Telefoon Retouradres: Postbus CB Den Haag Haags Centrum voor Onderwijsbegeleiding Postbus AM DEN HAAG C O N C E P T Datum 21 september 2016 Onderwerp Subsidievaststelling project 07VDN001 Verkeerseducatie voortgezet onderwijs deel 2 (HCO) informatie@mrdh.nl Internet: KvK nummer: Bankrekeningnummer NL96 BNGH contactpersoon G. Singh uw kenmerk 78954/ ons kenmerk Projectnummer 07VDN001 doorkiesnummer g.singh@mrdh.nl bijlage(n) 1 Geacht college, Op 6 februari 2008 is door het Stadsgewest Haaglanden subsidie verleend voor het project Verkeerseducatie voortgezet onderwijs deel 2 (HCO). Op 1 januari 2015 is de Wet afschaffing plusregio s en de AMvB WP 2000 in werking getreden. Daarmee zijn alle subsidieverleningen overgegaan op de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH). Dit betekent dat de MRDH uw subsidieverlening verder afhandelt, waarbij uiteraard gewoon de verordening mobiliteitsfonds Haaglanden 2005 van het Stadsgewest Haaglanden als juridisch kader geldt. Naar aanleiding van uw op 27 juni 2016 ontvangen verzoek tot subsidievaststelling, met bovengenoemd kenmerk, waarbij u de eindafrekening indient met betrekking tot het project Verkeerseducatie voortgezet onderwijs deel 2 (HCO) delen wij u het volgende mee. Motivering van de beslissing tot vaststelling Bij de subsidieverlening is op 6 februari 2008, kenmerk SH aan u een subsidie toegekend van ,00. Uit de ingediende eindafrekening maken wij op dat de werkelijk gemaakte uitvoeringskosten ,00 bedragen. Op grond van artikel 31, lid 2, van de verordening mobiliteitsfonds Haaglanden 2005 (die van toepassing is op basis van artikel 1 van de tijdelijke subsidieverordening verkeer en vervoer MRDH 2015), wordt de subsidie op dit bedrag vastgesteld. Dit bedrag is reeds aan u betaald; er vinden geen verdere verrekeningen plaats. De bestuurscommissie Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag, A. Gleijm P.J. Langenberg plv. secretaris voorzitter Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Delft, Den Haag, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Leidschendam-Voorburg, Maassluis, Midden-Delfland, Nissewaard, Pijnacker-Nootdorp, Ridderkerk, Rijswijk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Wassenaar, Westland, Westvoorne, Zoetermeer.

137 Bezwaar Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt door belanghebbenden een bezwaarschrift worden ingediend. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan: De Bestuurscommissie Va van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag Postbus CB Den Haag Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het bezwaar zich richt; d. de gronden van het bezwaar (motivering). Voorlopige voorziening Gelijktijdig met of na indiening van het bezwaarschrift kunt u, bij een spoedeisend belang, een verzoek doen tot het treffen van een voorlopige voorziening. Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de rechtbank binnen het rechtsgebied waar de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft. In verband met de behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. Omtrent de hoogte daarvan, de wijze waarop en de termijn waarbinnen u dient te betalen krijgt u na indiening van het verzoek bericht van de griffier van de bevoegde rechtbank. 2

138 Grote Marktstraat 43 Postbus CB Den Haag Telefoon Retouradres: Postbus CB Den Haag Stichting Urgenda T.a.v. mevrouw M. minnesma Distelweg HD Amsterdam C O N C E P T informatie@mrdh.nl Internet: KvK nummer: Bankrekeningnummer NL96 BNGH contactpersoon Bart Waasdorp uw kenmerk Datum 21 september 2016 Onderwerp Vaststelling subsidie Schoon rijden Haaglanden We Share (Beter Benutten SGH) Geachte mevrouw Minnesma, ons kenmerk Projectnummer 13MDN001 doorkiesnummer b.waasdorp@mrdh.nl bijlage(n) 1 Op 11 december 2013 is door het Stadsgewest Haaglanden subsidie verleend voor het project Schoon rijden Haaglanden We Share (Beter Benutten SGH). Op 1 januari 2015 is de Wet afschaffing plusregio s en de AMvB WP 2000 in werking getreden. Daarmee zijn alle subsidieverleningen overgegaan op de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH). Dit betekent dat de MRDH uw subsidieverlening verder afhandelt, waarbij uiteraard gewoon de verordening mobiliteitsfonds Haaglanden 2005 van het Stadsgewest Haaglanden als juridisch kader geldt. Naar aanleiding van uw op 22 juni 2016 ontvangen brief met betrekking tot de subsidievaststelling 13MDN001, delen wij u het volgende mee. Motivering van de beslissing tot vaststelling Bij de subsidieverlening is op 29 juni 2005, kenmerk SH /sub355 aan u een subsidie toegekend van maximaal ,90. Uit de beschikbare correspondentie maken wij op dat de werkelijk gemaakte uitvoeringskosten ,92 exclusief BTW bedragen. Op grond van artikel 31, lid 2, van de verordening mobiliteitsfonds Haaglanden 2005 (die van toepassing is op basis van artikel 1 van de tijdelijke subsidieverordening verkeer en vervoer MRDH 2015), hierna verordening, wordt de subsidie op dit bedrag vastgesteld. Dit bedrag is reeds aan Siemens betaald; er vinden geen verdere verrekeningen meer plaats. De bestuurscommissie Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag, A. Gleijm P.J. Langenberg plv. secretaris voorzitter Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Delft, Den Haag, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Leidschendam-Voorburg, Maassluis, Midden-Delfland, Nissewaard, Pijnacker-Nootdorp, Ridderkerk, Rijswijk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Wassenaar, Westland, Westvoorne, Zoetermeer.

139 Bezwaar Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt door belanghebbenden een bezwaarschrift worden ingediend. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan: De Bestuurscommissie Va van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag Postbus CB Den Haag Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het bezwaar zich richt; d. de gronden van het bezwaar (motivering). Voorlopige voorziening Gelijktijdig met of na indiening van het bezwaarschrift kunt u, bij een spoedeisend belang, een verzoek doen tot het treffen van een voorlopige voorziening. Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de rechtbank binnen het rechtsgebied waar de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft. In verband met de behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. Omtrent de hoogte daarvan, de wijze waarop en de termijn waarbinnen u dient te betalen krijgt u na indiening van het verzoek bericht van de griffier van de bevoegde rechtbank. 2

140 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 21 september 2016 agendapunt 12 Onderwerp Voorgesteld besluit Korte motivering Bestuursovereenkomst Fietsparkeren bij stations 1) Instemmen met de ontwerp-overeenkomst Fietsparkeren bij Stations Uit een eind 2015 gehouden evaluatie van het Actieplan Fietsparkeren bij Stations is gebleken dat de vraag naar fietsparkeerplekken bij NS-stations in ieder geval tot 2030 blijft toenemen en dat het budget voor het Actieplan onvoldoende is om aan deze vraag te voldoen. Na uitputting van het budget wordt in 2020 nog een landelijk tekort van fietsparkeerplekken verwacht en een tekort van in Voor de MRDH gaat het tot en met 2020 om projecten bij 9 NS-stations (zie de toelichting). Er zijn veel partijen betrokken bij de omgeving van de stations en deze verschillen van mening over de verdeling van verantwoordelijkheden en kosten van het fietsparkeren bij stations. Het hierop gevolgde overleg tussen de betrokken (koepels van) partijen heeft geresulteerd in de bijgevoegde bestuursovereenkomst. Hierin worden voor de periode tot 2021 afspraken gemaakt over verbetering van de rol- en taakverdeling tussen partijen, prioriteren en financieren van urgente projecten en kostenbesparing. In 2021 worden voor de periode tot 2026 afspraken gemaakt over de resterende tekorten aan fietsparkeerplekken en in 2026 wordt hetzelfde gedaan, waarbij wordt gestreefd naar verhoging van de kostendekkingsgraad en verlaging van de overheidsbijdragen. Bedoeling is dat de overeenkomst in oktober wordt ondertekend. Financiën Juridisch Communicatie Bijlagen Gevolgde procedure Verdere procedure Voor vijf van de negen projecten heeft de MRDH in 2015 al subsidiebeschikkingen afgegeven. Voor de vier nog niet beschikte projecten zijn in het IPVa bedragen gereserveerd. Door ondertekening van de overeenkomst verplicht de MRDH tot de eigen bijdrage. De MRDH verplicht zich te komen tot een regionale invulling van het convenant (o.a. efficiënter benutten, kostenbesparingsmaatregelen, verlaging overheidsbijdragen). n.v.t. 1) Toelichting 2) Ontwerp-bestuursovereenkomst Fietsparkeren bij stations Presidium Vervoersautoriteit 14 september 2016 Ambtelijk overleg Vervoersautoriteit n.v.t. Anders, te weten n.v.t. Adviescommissie Vervoersautoriteit n.v.t. Zienswijzetermijn n.v.t. Dagelijks bestuur MRDH n.v.t. Algemeen bestuur MRDH n.v.t. Anders, te weten Ondertekening bestuursovereenkomst in oktober 2016 Openbaar besluit ja Contactpersoon Jan Groeneveld Datum 16 september 2016 Telefoonnummer

141 Vergadering: 21 september 2016 Agendapunt: 12 Onderwerp: Bestuursovereenkomst Fietsparkeren bij stations Datum: 16 september 2016 Contactpersoon: Jan Groeneveld Telefoonnummer: Aan de bestuurscommissie Vervoersautoriteit, Voorgesteld besluit: 1. Instemmen met de ontwerp-bestuursovereenkomst Fietsparkeren bij stations Toelichting: Uit een eind 2015 gehouden evaluatie van het Actieplan Fietsparkeren bij Stations is gebleken dat de vraag naar fietsparkeerplekken bij NS-stations in ieder geval tot 2030 blijft toenemen en dat het budget voor het Actieplan onvoldoende is om aan deze vraag te voldoen. Na uitputting van het budget wordt in 2020 nog een landelijk tekort van fietsparkeerplekken verwacht en een tekort van in 2030, welk tekort zonder inzet van extra maatregelen nog zal stijgen. Het evaluatierapport constateert dat veel partijen betrokken zijn bij de omgeving van de stations en dat deze van mening verschillen over de verdeling van verantwoordelijkheden en kosten van het fietsparkeren bij stations. Het CPB/PBL-rapport Kansrijk Mobiliteitsbeleid constateert dat voor het stimuleren van het OVgebruik het verbeteren van het voor- en natransport minstens zo belangrijk en vaak doelmatiger is dan het verbeteren van het OV zelf, waarbij vooral fietsvoorzieningen bij het station belangrijk zijn. De evaluatie heeft geleid tot overleg tussen de betrokken (koepels van) partijen: ministerie van I&M, IPO, VNG, NS, ProRail, ROVER, Fietsersbond, Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland, Stadsregio Amsterdam en MRDH. Doel hiervan was te komen tot afspraken over de verdeling van verantwoordelijkheden en kosten, op basis waarvan het tekort aan fietsparkeerplekken zowel voor de zeer korte als voor de langere termijn aangepakt zal worden. Daarnaast was het doel een route uit te zetten om het tekort aan fietsparkeerplekken en de dekking van de integrale kosten van het fietsparkeren bij stations het hoofd te bieden. De bijgevoegde ontwerp-bestuursovereenkomst is het resultaat van dit overleg. Partijen beogen deze in oktober te ondertekenen. De periode tot 2030 is in drie fasen geknipt: fase 1 tot en met 2020, fase 2 loopt van 2021 tot en met 2025 en fase 3 van 2026 tot en met Fase 1 staat in het teken van optimalisering van rol- en taakverdeling tussen partijen (art. 6), prioriteren van de meest urgente plannen (art. 7), efficiënter benutten (art. 8), kostenbesparing (art. 9) en financiering van zoveel mogelijk urgente projecten (art. 10). Wat dit laatste betreft maakt het Rijk voor het Actieplan Fietsparkeren een budget vrij, waarvan de hoogte op Prinsjesdag bekend wordt gemaakt. In fase 2 worden nieuwe afspraken gemaakt voor de resterende tekorten (art. 11). In fase 3 wordt hetzelfde gedaan, waarbij wordt gestreefd naar verhoging van de kostendekkingsgraad en verlaging van de overheidsbijdragen (art. 12). Voor de MRDH gaat het momenteel voor de periode tot en met 2020 (fase 1) om negen projecten. Het gaat om de volgende NS-stations en de stand van zaken: 1. Laan van NOI, bijdrage ProRail voor standaardoplossing is gereserveerd. Voor een duurdere oplossing is de extra plus (nog) onzeker. 2. Mariahoeve, met gereserveerde middelen ProRail kan het plan gerealiseerd worden. 3. Moerwijk, budget ProRail is gereserveerd, subsidieaanvraag bij MRDH volgt dit najaar. 4. Ypenburg, is beschikt en wordt gebouwd. Oplevering dit najaar. 1

142 5. Rijswijk, bijdrage ProRail voor standaardoplossing is gereserveerd. Voor een duurdere oplossing is de extra plus (nog) onzeker. 6. Zoetermeer Oost, budget ProRail is gereserveerd, ophoging wordt dit najaar bij MRDH aangevraagd. 7. Barendrecht, gemeente en MRDH hebben budget gereserveerd 8. Rotterdam-Alexander, bijdrage ProRail voor standaardoplossing is gereserveerd. Voor een duurdere oplossing is de extra plus (nog) onzeker. 9. Schiedam, budget ProRail is gereserveerd. Plan moet nog nader uitgewerkt worden. Er zijn dus drie projecten (Laan van NOI, Rijswijk en Alexander) met kans om duurder te worden dan de bij ProRail gereserveerde bedragen en waarvoor een hogere bijdrage van ProRail (nog) onzeker is. De drie projecten worden in de eerste processtap (september/oktober) betrokken bij het vaststellen van een lijst met urgente projecten die mogelijk in aanmerking komen voor het restant budget van het Actieplan. Vervolgens worden deze urgente projecten beoordeeld op basis van de voorwaarden van het Actieplan en de prioriteringscriteria van de voorliggende bestuursovereenkomst. Dan wordt duidelijk welke projecten de hoogste urgentie hebben en welke projecten zo urgent zijn dat ze mogelijk nog voor cofinanciering in aanmerking komen. Deze stap eindigt in oktober met het ondertekenen van de bestuursovereenkomst. Voor de drie genoemde projecten is op dat moment dus bekend of zij nog voor cofinanciering in aanmerking. Mocht dat niet zo zijn, dan worden ze bij het beschikbaar komen van nieuw budget (nieuw kabinet) opnieuw beoordeeld op de dan geldende voorwaarden. Geadviseerd wordt met de bestuursovereenkomst Fietsparkeren bij stations in te stemmen. 2

143 concept - Bestuursovereenkomst fietsparkeren bij stations 14 sept versie 3.0 1

144 Partijen: De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, Sharon A.M. Dijksma, handelend als bestuursorgaan en als rechtsgeldig vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, hierna te noemen: het Rijk; Fietsersbond, vertegenwoordigd door de directeur, mevrouw S. Kluit, hierna te noemen: Fietsersbond; Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland, vertegenwoordigd door de voorzitter, de heer A.B. Hettinga RA, hierna te noemen FMN; De vereniging het Interprovinciaal Overleg, vertegenwoordigd door de heer F. Vermeulen, hierna te noemen: IPO; Metropoolregio Rotterdam Den Haag, handelend als bestuursorgaan, namens deze de voorzitter van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, de heer P.J. Langenberg, hierna te noemen Metropoolregio Rotterdam Den Haag; NS Groep NV, vertegenwoordigd door de president-directeur de heer R. van Boxtel, hierna te noemen: NS; ProRail, vertegenwoordigd door de president-directeur, de heer P. Eringa, hierna te noemen: ProRail; Rover, vertegenwoordigd door de voorzitter, de heer A. Kruyt, hierna te noemen: Rover; Het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam, handelend als bestuursorgaan, namens deze de portefeuillehouder Openbaar Vervoer van het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam, de heer P.J.M. Litjens, hierna te noemen: Stadsregio Amsterdam; r De Vereniging van Nederlandse Gemeenten, vertegenwoordigd door de heer F. van As en mevrouw L. van Hooijdonk, hierna te noemen: VNG; [Indien mogelijk ANWB / Consumentenbond /LSVB] Overwegen: 1. In 2015 is een tussentijdse evaluatie uitgevoerd van het Actieplan Fietsparkeren bij Stations waaruit bleek: - de vraag van reizigers naar fietsparkeerplekken blijft toenemen en het budget voor het Actieplan is onvoldoende om de voorzieningen uit te breiden op basis van de toenemende vraag; - na uitputting van het totale budget van het Actieplan Fietsparkeren (AFP) wordt in 2020 nog een tekort van fietsparkeerplekken verwacht en een tekort van in 2030; een tekort dat zonder inzet van extra maatregelen nog zal stijgen; - de kosten voor aanleg, exploitatie en handhaving plus de kosten voor beheer, onderhoud en vernieuwing (BOV-kosten), lopen fors op; voor projecten in planvorming zijn ze deels niet gedekt; - verschil van mening bestaat over de verdeling van verantwoordelijkheden en kosten van het fietsparkeren bij stations. 2. In het evaluatierapport wordt geadviseerd dat betrokken partijen 1) belangen en rollen expliciet maken; 2) overeenstemming bereiken over (de verantwoordelijkheden en verdeling van) de integrale kosten van het fietsparkeren bij stations; en 3) die verdeling vervolgens formeel verankeren. Voorts worden in de Evaluatie de volgende versterkende maatregelen aanbevolen: 1 Evaluatie Actieplan Fietsparkeren bij stations , KWINK groep,

145 - opbrengsten verhogen, bijvoorbeeld door geleidelijk invoeren of opvoeren van betaald stallen, verdiscontering van de kosten van fietsparkeren in het treinkaartje of bijdragen van derden, zoals werkgevers; - kosten van de exploitatie reduceren, bijvoorbeeld door samenwerking met sociale werkplaatsen, automatisering, benuttingsmaatregelen en deelfietsen; - structureel inbedden van (resultaten van) pilots; - de maatschappelijke baten van fietsen en fietsparkeren beter in kaart brengen. Met deze bestuursovereenkomst is aan deze aanbevelingen een eerste invulling gegeven. 3. De fiets speelt een steeds belangrijker rol in het voor- en natransport naar stations en de groei hiervan blijft doorgaan tot in elk geval Uitbreiding van de capaciteit is nodig om aan de groeiende behoefte aan fietsparkeerstallingen tegemoet te komen. 4. De combinatie fiets-ov draagt sterk bij aan de bereikbaarheid van centrumgebieden en is bovendien concurrerend met de auto op belangrijke relaties tussen de steden. 5. Fietsen is goed voor de gezondheid en de luchtkwaliteit van steden. 6. Het CPB/PBL-rapport Kansrijk Mobiliteitsbeleid' concludeert dat voor het stimuleren van openbaarvervoergebruik het verbeteren van voor- en natransport minstens zo belangrijk en vaak doelmatiger is dan het verbeteren van het openbaar vervoer zelf, waarbij met name fietsvoorzieningen bij het station belangrijk zijn. 7. De faciliteiten van OV-knooppunten in de keten zijn van doorslaggevend belang in de keuze van reizigers voor OV; zoals korte zoektijd, veiligheid, service, korte looproutes naar de perrons en aansluiting op fietsroutes. 8. Van de beschikbaarheid van veilige stallingen gaat een stimulerend effect op fietsgebruik uit. 9. In samenwerking tussen partijen is al veel resultaat geboekt, maar er resteren nog grote opgaven waarbij een structurele oplossing voor de bekostiging van extra stallingruimte ontbreekt. 10. Partijen delen de ambitie dat reizigers goed in staat moeten worden gesteld om te kunnen kiezen voor de combinatie fiets-trein, onder de randvoorwaarden dat (a) steeds betere benutting van investeringen nodig blijft en (b) beperking van kosten nodig is, maar gebruik van de fiets in voor- en natransport niet mag worden ontmoedigd. 11. NS heeft de concessieverplichting om naar redelijkheid bij te dragen aan de integrale kosten van fietsparkeren bij stations, waarbij een evenwichtige kostenverdeling tussen alle bij het fietsparkeren betrokken partijen het uitgangspunt is. 12. In een zodanige taak- en rolverdeling moet worden voorzien dat de aanleg, exploitatie, handhaving en BOV (beheer, onderhoud en vernieuwing) in de toekomst consistent en eenduidig geregeld is. Komen als volgt overeen: Artikel 1. Definities In deze bestuursovereenkomst wordt verstaan onder: beheer, onderhoud en vernieuwing (BOV): dagelijks/kleinschalig onderhoud, constructief/grootschalig onderhoud en vernieuwing/vervanging. Dit zijn alle activiteiten die bijdragen aan de instandhouding van de fietsenstalling; dagelijks/kleinschalig onderhoud: uitgaven voor de activiteiten die noodzakelijk zijn om de prestaties op het gebied van beschikbaarheid, betrouwbaarheid en veiligheid te realiseren, waaronder alle (overige) onderhoudswerkzaamheden, niet zijnde constructief onderhoud, waaronder begrepen, maar niet beperkt tot energievoorziening en -gebruik, storingsafhandeling van de fietsrekken en het verwijs- en benuttingssysteem, dieptereiniging van oppervlakte lagen, sneeuwvrij en begaanbaar houden; constructief/grootschalig onderhoud: uitgaven voor alle projectmatige activiteiten die nodig zijn om de technische kwaliteit te handhaven en een hogere frequentie hebben dan 1 jaar, waaronder alle (onderhouds)werkzaamheden, voor zover deze er op gericht zijn de stabiliteit van de constructie van de fietsenstalling te waarborgen dan wel werkzaamheden die daarmee verband houden, waaronder begrepen inspecties, toezicht, rapportages, conservering, reparaties en herstelwerkzaamheden, niet zijnde vernieuwing; exploitatie van een fietsenstalling: - het geopend houden van de fietsenstalling gedurende openingstijden; 3

146 - het handhaven van de in de fietsenstalling geldende huisregels, waaronder het apart zetten van fietsen die langer dan de maximale stallingsduur (zoals in de huisregels omschreven) in de fietsenstalling aanwezig zijn, welke door de gemeente regelmatig en minimaal eenmaal per maand worden afgevoerd uit de fietsenstalling; - zorgdragen voor voldoende bemensing voor de exploitatie; - het klantvriendelijk en gastvrij ontvangen van gebruikers van de fietsenstalling; - het bezemschoon houden van de fietsenstalling; handhaving: het ruimen van fietswrakken, weesfietsen en de handhaving van het verbod op het verkeerd, gevaarlijk of hinderlijk gestalde fietsen in de openbare ruimte op basis van het vigerende handhavingsbeleid van de betreffende gemeente en het Handboek Weesfietsenaanpak, d.d. september 2012; stations: alle treinstations, dus zowel stations waar NS halteert als waar regionale treinvervoerders halteren; vernieuwing/vervanging: vervanging van transferruimten/stallingsinrichting, waaronder gehele of gedeeltelijke een-op-een vervanging zonder dat daarbij de capaciteit of de functionaliteit wordt aangepast. Artikel 2. Doel bestuursovereenkomst 1. Deze bestuursovereenkomst heeft tot doel om voor zowel de zeer korte als voor de langere termijn het tekort aan fietsparkeerplekken (zie voor een overzicht bijlage 1) aan te pakken en een route uit te zetten om het tekort aan fietsparkeerplekken en de dekking van de integrale kosten het hoofd te bieden. Partijen spreken met dit convenant af om op vier manieren voor zover dat binnen hun beïnvloedingsmogelijkheden ligt - te willen meewerken aan dit doel. a. door maatregelen te nemen waarmee de behoefte aan parkeerplaatsen kan worden verminderd, bijvoorbeeld door een betere benutting van bestaande parkeercapaciteit; b. door kostenbesparing toe te passen, waarmee de behoefte aan extra financiële middelen dus kleiner wordt; c. door (extra) financiële middelen ter beschikking te stellen voor de bouw van extra stallingruimte en voor exploitatie, handhaving en BOV; d. door een beroep te doen op derden, waaronder werkgevers en gebruikers, om bij te dragen aan de oplossing van de tekorten. 2. Ter uitwerking van het eerste lid worden in deze bestuursovereenkomst afspraken vastgelegd over: a. het aanpakken van het tekort aan fietsparkeerplaatsen met gezamenlijke inspanning en er aldus voor zorgen dat reizigers de keuze voor de combinatie fiets-ov goed kunnen maken, waarbij de fiets wordt gebruikt voor het eerste en laatste stuk van de ketenreis; b. de midterm review van de Vervoerconcessie voor het hoofdrailnet in 2019 en de verlening van de nieuwe concessie voor het hoofdrailnet per 2025 daarbij gebruiken als momenten voor evaluatie en bijstelling; c. het als gezamenlijke overheden (extra) investeringsbudget ter beschikking stellen voor de aanleg en BOV in de periode tot 2020, en samen met andere partijen zoeken naar extra budget voor de periode 2020 tot 2030; d. het vóór 2020 gezamenlijk zoeken van een oplossing voor een optimale en eenduidige rol- en verantwoordelijkheidsverdeling bij de bekostiging van aanleg, exploitatie, handhaving en BOV; e. voor de periode streven naar een hogere bijdrage aan de kosten van fietsenstallingen door degenen die daar baat bij hebben; f. het zo efficiënt en effectief mogelijk inzetten van de beschikbaar gestelde middelen; g. bij de uitwerking van de oplossingsrichtingen leerervaringen benutten uit investeringsprogramma s voor andere knooppuntvoorzieningen; h. bereiken van verbeteringen van fietsparkeervoorzieningen op OV-knooppunten in het (Europese) hoofdnetwerk door toepassing van technologische innovaties. Artikel 3. Oplossingsrichtingen De fietsenstallingproblematiek wordt via drie oplossingsrichtingen aangepakt, waarbij gefaseerd maatregelen worden genomen als uitgewerkt in de artikelen 6 tot en met 11. Het betreft: a. efficiëntere benutting van stallingcapaciteit: door extra benuttingsmaatregelen zoals innovatieve techniek, beperken langstallen en gratis stallingduur, slim tariefbeleid en efficiënte en 4

147 laagdrempelige deelfietssystemen ervoor zorgen dat de behoefte aan uitbreiding van het aantal fietsparkeerplaatsen gemiddeld met 20-25% kan worden verminderd; b. kostenbesparing: een doelmatiger besteding van de beschikbare middelen kan een bijdrage leveren aan het oplossen van de tekorten aan fietsparkeerplekken waardoor met dezelfde financiële middelen meer gedaan wordt; mogelijkheden om tot besparingen te komen worden nader onderzocht op besparingspotentieel en haalbaarheid en op korte termijn toegepast; c. (extra) financiële middelen: om aan de totale opgave van aanleg, exploitatie, handhaving en BOV te kunnen voldoen wordt op dit moment ingeschat dat een bedrag van miljoen (excl. BTW) benodigd is tot aan jaar 2020, en miljoen (excl. BTW) tot aan het jaar Deze bedragen zijn gebaseerd op de prognoses en conclusies uit het evaluatieonderzoek 2015 (Kwink-rapportage). De omvang van de tekorten wordt bijgesteld naar aanleiding van de resultaten van de onderzoeken naar de mogelijkheden voor efficiëntere benutting en kostenbesparing. Artikel 4. Doelstelling (extra) financiële middelen Bij het vinden van (extra) financiële middelen als bedoeld in artikel 3, onderdeel c, streven partijen naar: a. een redelijke verdeling van de totale kosten tussen overheden, vervoerders en gebruikers (op dit moment geschat op miljoen per jaar, uitgaande van een verwacht tekort van circa fietsparkeerplekken in 2030); b. een toenemende participatie van derden (zoals marktpartijen) die ook baat hebben bij fietsenstallingen; c.het aantrekken van Europese subsidiegelden ten behoeve van innovatieve fietsenstallingen bij belangrijke OV-knooppunten in het hoofdnetwerk, bijvoorbeeld vanuit de programma s Horizon, TEN-T of Interreg. Artikel 5. Uitwerking in overeenkomsten per provincie en vervoerregio en fasering 1. Na inwerking treding van deze bestuursovereenkomst worden de afspraken in deelovereenkomsten uitgewerkt en geconcretiseerd per provincie en vervoerregio. Daarin worden maatwerkafspraken over de verdeling van kosten tussen partijen en over maatregelen om de doelen van deze bestuursovereenkomst te bereiken opgenomen Partijen onderscheiden drie fasen in de uitvoering van deze bestuursovereenkomst. 3. Na afronding van fase 1 en fase 2, bedoeld in de artikelen 6 tot en met 11 wordt telkens een go/no-go-moment ingelast en worden afspraken over de vervolgfase gemaakt. Hierbij worden de inzichten, prognoses en evaluaties van onderzoeken en pilots betrokken. Artikel 6. Fase 1: Tot en met 2020 / Aansturing van het Vervolg Actieplan Fietsparkeren 1. In fase 1 (periode tot en met 2020) werken partijen aan optimalisering van hun rol- en taakverdeling, waarbij de initiatiefnemende overheden (gemeenten, provincies, Stadsregio Amsterdam en Metropoolregio Rotterdam Den Haag) sterker gaan sturen op toepassing van de principes van efficiënter benutten, kosten besparen en inschakeling van (nieuwe) partijen die baat hebben bij fietsenstallingen. Daarbij is sturing via concessies een punt van nader onderzoek. 2.Voor de presentatie van een sluitende business case wordt, waar mogelijk, gebruik gemaakt van een gestandaardiseerd beheer- en exploitatiemodel voor fietsenstallingen 3. Afspraken over de kosten en opbrengsten van exploitatie worden vastgelegd in een exploitatieovereenkomst. 3.Ter uitvoering van het eerste lid is er een Stuurgroep Fietsparkeren bestaande uit vertegenwoordigers van: - het Rijk (voorzitter); - VNG, - ProRail; - NS Stations. Na ondertekening van dit convenant wordt de Stuurgroep aangevuld met een vertegenwoordiger van het IPO, de Stadsregio Amsterdam en Metropoolregio Rotterdam Den Haag; 2 Partijen spreken per locatie af hoe de kosten onderling worden verdeeld. De intentie is samen een oplossing te vinden, maar dit is niet te lezen als een landelijke verplichting voor alle individuele partners en locaties. 3 Het B&E- model dat in opdracht van de Stadsregio Amsterdam met ProRail en NS werd ontwikkeld, kan hierbij als uitgangspunt dienen. 5

148 4. Ter advisering aan de Stuurgroep en bestuurders van de daarin vertegenwoordigde organisaties wordt in overleg met de Stichting Fiets en OV een klankbordgroep ingericht. 5. Verder processtappen staan beschreven in bijlage 2 (Processtappen om tekorten op korte en langere termijn op te lossen). Artikel 7. Fase 1: Tot en met 2020 / Voorrang voor meest urgente plannen 1. In verschillende gemeenten zijn plannen in voorbereiding voor uitbreiding van fietsenstallingen bij stations met een geplande realisatiedatum vóór of in Omdat het benodigde bedrag voor realisatie en BOV van deze plannen hoger is dan het beschikbare bedrag is prioritering nodig die plaatsvindt op basis van de volgende criteria: a. het absolute en relatieve tekort aan stallingplaatsen als maat voor urgentie. Hoe hoger het (absolute en relatieve) tekort, des te hoger de urgentie. Hierbij wordt aangegeven waaruit het absolute cijfer is opgebouwd; b. de gevolgen van uitstel vanwege samenhang met andere ruimtelijke ontwikkelingen op de locatie, waardoor realisatie op een later moment onmogelijk of aanmerkelijk duurder wordt (te beoordelen op basis van een onderbouwing); c. de onderbouwing van de planning die gericht is op de realisatie vóór of in Daarnaast wordt een beperkt bedrag gereserveerd voor het continueren van de planvorming ter voorbereiding van de besluitvorming in Fase 2. Artikel 8. Fase 1: Tot en met 2020 / Efficiënter benutten 1. Om een efficiënter gebruik van fietsenstallingen te bewerkstelling nemen partijen de volgende maatregelen: a. gemeenten streven ernaar aantoonbaar en toetsbaar maatregelen in hun ruimtelijke plannen op te nemen om te bereiken dat OV-stallingen met name door OV-reizigers worden gebruikt en dat organisaties die in de stationsomgeving zijn of worden gevestigd voor voldoende eigen (fiets)parkeervoorzieningen zorgen. Gemeenten kunnen het fietsparkeren als volgt organiseren/regelen: - fietsparkeereisen als voorwaardelijke verplichting in de regels van nieuwe/herziene bestemmingsplannen opnemen. - in een omgevingsvergunning voorwaarden/fietsparkeernomen opnemen als afgeweken wordt van het bestemmingplan incl. mogelijkheden tot afkoop van fietsparkeervoorzieningen. - een gemeentelijke document fietsparkeereisen bestemmingsplannen opstellen en vaststellen. De gemeenten Utrecht en Den Haag hebben bijvoorbeeld een overkoepelende nota voor fietsparkeren vastgesteld, dat als kader dient voor nieuwe en te herziene bestemmingsplannen. Gebruik door niet-ov-reizigers is alleen mogelijk als specifiek voor dat doel apart gefinancierde extra stallingen zijn gerealiseerd. Dit is voorwaarde voor cofinanciering door andere overheden; b. Bij langparkeren en gratis stallen is een adequate weesfietsenaanpak en beperking van langparkeren en de gratis stallingsduur, met name in gebouwde voorzieningen met toezicht, voorwaarde voor cofinanciering. Deze aanpak moet aantoonbaar aan een aantal nader te bepalen minimumeisen voldoen. c. De praktijkervaringen met toepassing van HBF 4 in Amersfoort, Arnhem, Beverwijk, Breda, Delft, Groningen, Haarlem, Nijmegen, Rotterdam Centraal, Zutphen en Utrecht Centraal worden systematisch geëvalueerd. De resultaten van de evaluatie worden per medio 2017 opgeleverd. Het experiment Fast Lanes ter versnelling van het in- en uitcheckproces voor het optimaal benutten van de capaciteit en het beperken van de zoek- en procestijd wordt door de gemeente Amsterdam en NS voortgezet en geëvalueerd in HBF staat voor handhaven en benutten fietsenstallingen. Dit systeem detecteert dat een fiets in een rek staat. Daardoor kan worden geïnventariseerd hoelang een fiets er al staat en op welke plekken in de fietsenstalling nog rekken vrij zijn. 6

149 d. Het onderzoek naar en de ontwikkeling van een efficiënte en effectieve (in termen van gemak en kosten) beheer-, verwijs- en betaaloplossing voor de grote fietsenstalling op Utrecht Centraal met een doorgaand fietspad wordt voortgezet en geëvalueerd per einde e. De twee lopende pilots met een klantvriendelijke geautomatiseerde stallingsentree te Bilthoven en Heerenveen worden door NS en ProRail voortgezet en geëvalueerd in 2017 en f. Het onderzoek naar een passende (en voor de klant zo aantrekkelijk mogelijke) beheerstrategie voor de omgang met de groeiende vraag van fietsen met een afwijkende maat wordt door NS en ProRail voortgezet. De opzet van een pilot en evaluatie vindt plaats in g. Over de effecten van de lopende initiatieven van NS met een aantrekkelijk fiets-trein-product en het gebruik van de OV-chipkaart daarbij, wordt door NS-reizigers in 2017 gerapporteerd. h. In samenspraak met werkgevers wordt een pilot opgezet om mogelijkheden van een combinatie van betaald fietsparkeren met NS-reisproducten te onderzoeken. i. Op meerdere stallinglocaties wordt geëxperimenteerd met differentiatie in tarifering op basis van kwaliteitsfactoren en stallingduur waarbij ook wordt geëxperimenteerd met de betalingsbereidheid van klanten. j. Er wordt een prijsvraag uitgeschreven voor de inzet van ICT-hulpmiddelen t.b.v. een eenvoudige wijze van het vinden van een vrije parkeerplek, het terugvinden van de eigen fiets, de registratie en betaling bij parkeren in een fietsenstalling. k. Lopende experimenten of initiatieven met deelfietsconcepten (zoals in Arnhem, Utrecht, Metropoolregio Rotterdam Den Haag en Gelderland) die bijdragen aan een betere benutting (hogere efficiëntie) of het verkorten van de ketenreis met de fiets of de OV-fiets worden in 2017 geëvalueerd. l. De aanpak de eerste 24 uur gratis parkeren wordt uitgebreid naar andere bewaakte en/of bemenste stallingen, vooral op grote en middelgrote stations met een hoge fietsparkeerdruk. 2. a. Er wordt een samenhangend meerjarenprogramma voor onderzoek en experimenten opgesteld, waarin zowel de lopende als aanvullende voorstellen worden opgenomen. b. De evaluaties van experimenten en voortgang van de pilots en onderzoeken in het eerste lid worden zo veel mogelijk in samenwerking met de Ketenploeg en Technologieploeg van het initiatief Tour de Force uitgevoerd. c. Alle uitkomsten van evaluaties en onderzoeken worden gerapporteerd aan de Stuurgroep fietsparkeren en de klankbordgroep. Artikel 9. Fase 1: Tot en met 2020 / Kostenbesparing Partijen doen nader onderzoek naar de mogelijkheden van kostenbesparing die uit een eerste quick scan van besparingsmogelijkheden naar voren kwamen. Waar mogelijk worden op basis daarvan op korte of iets langere termijn besparingsmaatregelen genomen: a. in de planvormingsfase: op bepaalde locaties wordt om stedenbouwkundige en architectonische redenen gekozen voor een kwalitatief hoogwaardige voorkeursvariant. Er zullen criteria worden ontwikkeld om steeds een kwalitatieve basisvariant als referentievariant te kunnen presenteren en bij de besluitvorming over het project en de cofinanciering te betrekken; b. in de planvormingsfase: ProRail en de betrokken gemeenten onderzoeken hoe alternatieve goedkopere locaties in de nabijheid van het station of bij voorstadstations in de planvoorbereiding kunnen worden betrokken, en of er mogelijkheden bestaan om kosten te besparen door kleinere stallingen te clusteren tot één grotere; c. in de voorbereiding van de aanleg: - ProRail, NS en de betrokken gemeenten onderzoeken mogelijkheden om op projectmanagementkosten te besparen, bijvoorbeeld door standaardisering van werkwijzen en communicatie met medefinanciers op de verschillende locaties; - de mogelijkheden onderzoeken om uit te gaan van het principe dat de eigenaar van de grond de grond schoon en bouwrijp oplevert, zodat dit niet ten laste van het aanlegbudget komt, en 7

150 - onderzoeken of bij de aanschaf van de verschillende typen fietsenrekken en kappen er mogelijkheden zijn om meer ruimte aan de markt te geven; d. in de aanbestedingsfase: de mogelijkheden onderzoeken om een experiment in te richten waarin, via integraal aanbesteden van aanleg, exploitatie, handhaving en BOV, met ontwerpvrijheid voor de biedende partijen, een integraal contract wordt gegund en dit te vergelijken met de meest voorkomende referentiesituatie; e. in de voorbereiding van de aanleg en tijdens de aanleg: mogelijkheden onderzoeken om te besparen op engineeringkosten, bijvoorbeeld door een andere contractering te overwegen, een lager beroep op engineeringdiensten te doen door clustering van opdrachten, volumerisico s te delen, of de scope van de opdracht te beperken. f. in de exploitatiefase: - met inachtneming van de belangrijke rol van personeel voor sociale veiligheid, onderzoeken of besparing op personeelskosten mogelijk is, bijvoorbeeld in de piekmomenten, door inzet van ondersteunende technologie, inzet van het beschikbare personeel voor extra taken in de dalmomenten (voor bijvoorbeeld verkoop van consumpties, uitvoeren van fietsreparaties of het beheer van toiletten) en inzet van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt; - nagaan of het mogelij is een een business case op te stellen voor intensieve handhaving, met aandacht voor de wensen van gebruikers om de bestaande capaciteit beter te benutten. Artikel 10. Fase 1: Tot en met 2020 / Financiering 1. Om op korte termijn zo veel mogelijk urgente projecten te kunnen realiseren wordt voor aanleg in fase1 van het vervolg van het Actieplan extra budget vrijgemaakt. 2. De bijdragen van partijen zijn onderdeel van het budget en zijn als volgt: a. Rijk: een totale rijksbijdrage van x mln. incl. BTW, prijspeil 2016 voor de bekostiging van ten hoogste 50% van het investeringsbudget voor individuele projecten; b. gezamenlijke gemeenten, provincies en vervoerregio s: ten minste 50% van het investeringsbudget voor individuele projecten 5 ;. 3. De bijdrage van het Rijk is afhankelijk van het voldoen aan de volgende voorwaarden: a. een sobere en doelmatige voorziening; b. een sluitende integrale businesscase 6 ; c. een handhavings- en weesfietsenaanpak als beschreven in artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en d. een aanpak gericht op het voorkomen van gebruik van stallingen door niet-ov-reizigers, als beschreven in artikel 8, eerste llid, onderdeel a. 4. NS en decentrale overheden leggen een kostenverdeling van de exploitatiekosten in de in artikel 5 genoemde deelovereenkomsten vast. 5. Ter dekking van de ontbrekende exploitatiekosten en jaarlijkse lasten zijn enkele oplossingen door decentrale overheden, ProRail en NS voor een aantal stations en regio s uitgewerkt/ overeengekomen 7. Bij grote bemenste / bewaakte stallingen waar voor de oplossing het eerste 24 uur gratis concept gewenst/ noodzakelijk is, blijkt nu vaak tweederde van de financiering beschikbaar te zijn. NS heeft de intentie uitgesproken voor de concessiestallingen (stations) waar het eerste 24 uur gratis concept in een bemenste en bewaakte vorm gewenst/ noodzakelijk is om eenderde te willen bijdragen aan de exploitatie kosten. Gemeenten zijn ook bereid eenderde bij te dragen. Artikel 11. Fase 2: 2021 tot en met 2025 Voor fase 2 (2021 tot en met 2025) bezien partijen op basis van de uitvoering van de regionale Plannen van Aanpak als beschreven in bijlage 2 (stap 3), hoe groot de tekorten zijn die resteren, en welke nieuwe afspraken te maken zijn voor het oplossen daarvan, waarbij als uitgangspunt geldt: 5 Over de onderlinge verdeling tussen de decentrale overheden worden per landsdeel nadere afspraken gemaakt. 6 Zodra afspraken zijn gemaakt over een meer eenduidige rol- en verantwoordelijkheidsverdeling (artikel 2 lid 1 sub d), zullen betrokken partijen opnieuw naar deze businesscases kijken. Mocht de gevonden oplossing niet afdoende zijn voor de exploitatiekosten, dan zoeken betrokken decentrale overheden en NS daar samen een oplossing voor. 7 In de Stadsregio Amsterdam hebben de Stadsregio, de gemeente Amsterdam, NS en ProRail een samenwerkingsovereenkomst gesloten waarbij de Stadsregio de intentie heeft uitgesproken het ontbrekende eenderde deel van de exploitatie kosten te willen dragen voor een nader overeen te komen periode. Dit is een voorbeeld van de hier bedoelde oplossing voor de ontbrekende dekking 8

151 a. voortzetten cofinanciering van het rijk en decentrale overheden, waarbij mogelijk andere voorwaarden zullen gelden. b. dekking voor ontbrekende kosten voor de integrale businesscase geschiedt door decentrale overheden, NS en bijdragen van derden. c. gemeenten nemen aantoonbaar en toetsbaar maatregelen op in hun ruimtelijke plannen om te bereiken dat OV-stallingen met name door OV-reizigers worden gebruikt en dat organisaties die in de stationsomgeving zijn of worden gevestigd voor voldoende eigen (fiets)parkeervoorzieningen zorgen. Artikel 12. Fase 3: 2026 tot en met Voor fase 3 (2026 tot en met 2030) maken partijen nieuwe afspraken over aanleg, exploitatie, handhaving en BOV, waarbij wordt gestreefd naar verhoging van de kostendekkingsgraad en verlaging van de overheidsbijdragen. Dit kan worden bereikt door lagere exploitatiekosten en/of een (hogere) vergoeding door gebruikers/ vervoerders in nader vast te stellen vormen. De mate waarin verhoging van de kostendekkingsgraad mogelijk is wordt in fase 1 en 2 verder uitgewerkt. 2. De nieuw verworven inzichten en keuzen van maatregelen op het vlak van benutting, kostenbesparing en bekostiging van fietsenstallingen die in fase 1 en 2 zijn beproefd en toegepast, worden vertaald in een nieuw model van bekostiging en aansturing van de aanleg, exploitatie, handhaving en BOV van fietsenstallingen. Artikel 13. Wettelijke procedures 1. Partijen verbinden zich jegens elkaar om de voor de uitvoering van deze bestuursovereenkomst benodigde publiekrechtelijke besluiten zodanig vast te stellen, dat de uitvoering van deze bestuursovereenkomst publiekrechtelijk is toegestaan. 2. Partijen bevorderen daarbij zoveel mogelijk, met inachtneming van wettelijke procedures en de te betrachten zorgvuldigheid jegens derden, dat de procedures tot het nemen van publiekrechtelijke besluiten met voortvarendheid worden doorlopen. 3. Indien de in het tweede lid bedoelde procedures ertoe leiden dat uitvoering van de bestuursovereenkomst niet of althans niet op de door partijen bij het aangaan ervan voorgestane wijze kan worden uitgevoerd, bezien partijen of de bestuursovereenkomst wijziging of (gedeeltelijke) beëindiging behoeft. Artikel 16 wordt hierbij in acht genomen. Artikel 14. Onvoorziene omstandigheden 1. Partijen treden met elkaar in overleg indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen die van dien aard zijn dat naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van deze bestuursovereenkomst niet mag worden verwacht. 2. Het overleg vindt plaats binnen vier weken nadat een partij daartoe mededeling heeft gedaan aan de andere partij. Partijen bezien in goed overleg of deze bestuursovereenkomst wijziging of (gedeeltelijke) beëindiging behoeft. Artikel 15. Ongeldigheid Indien een bepaling van deze bestuursovereenkomst in enige mate als nietig, vernietigbaar, ongeldig, onwettig of anderszins als niet-bindend moet worden beschouwd, wordt die bepaling, voor zover nodig, vervangen door een bepaling die wél bindend en rechtsgeldig is en die de inhoud van de niet-geldige bepaling zoveel mogelijk benadert. Het overige deel van deze bestuursovereenkomst blijft in een dergelijke situatie ongewijzigd, tenzij dit redelijkerwijs niet mogelijk is. Artikel 16. Wijzigingen 1. Een partij kan de andere partij schriftelijk verzoeken deze bestuursovereenkomst te wijzigen. De wijziging behoeft de instemming van partijen. Besluitvorming vindt plaats in een bestuurlijk overleg van partijen. 2. Partijen treden in overleg binnen vier weken nadat een partij de wens daartoe aan de andere partijen schriftelijk heeft meegedeeld. 3. De wijziging en de verklaring tot instemming wordt als bijlage aan de bestuursovereenkomst gehecht. Artikel 17. Inwerkingtreding en looptijd 1. Deze bestuursovereenkomst treedt in werking de dag na de ondertekening van de bestuursovereenkomst door partijen. 9

152 2. Deze bestuursovereenkomst eindigt met ingang van 1 januari Rechtsgevolgen die voortvloeien uit deze bestuursovereenkomst en die naar hun aard geacht worden door te werken of eventueel ontstaan na de beëindiging van deze bestuursovereenkomst, worden afgehandeld in overeenstemming met deze bestuursovereenkomst. Artikel 18. Bijlagen 1. De bij deze bestuursovereenkomst behorende bijlagen maken integraal onderdeel uit van deze bestuursovereenkomst, mits gedateerd en geparafeerd door partijen. 2. Bij strijdigheid tussen een bijlage en de bestuursovereenkomst prevaleert de bestuursovereenkomst, tenzij partijen de strijdigheid in de bijlage expliciet hebben benoemd en de bijlage hebben gedateerd en geparafeerd, dan prevaleert de bijlage. Artikel 19. Publicatie Binnen tien werkdagen na ondertekening van deze bestuursovereenkomst wordt de tekst daarvan door het Rijk gepubliceerd in de Staatscourant. Aldus overeengekomen en in achtvoud ondertekend, De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Sharon A.M. Dijksma Fietsersbond, namens deze, mevrouw S. Kluit Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland namens deze, A.B. Hettinga RA Interprovinciaal Overleg namens deze, F. Vermeulen Metropoolregio Rotterdam Den Haag namens deze, P.J. Langenberg NS namens deze, R. van Boxtel ProRail namens deze, 10

153 P. Eringa Rover namens deze, A. Kruyt Stadsregio Amsterdam namens deze, P.J.M. Litjens Vereniging van Nederlandse Gemeenten namens deze, F. van As 11

154 Bijlage 1 als bedoeld in artikel 2, eerste lid Uitsnede locaties planvorming incl. verdeling over het land (separaat) 1.1 Lopende planvorming op de grotere locaties Station in planvorming Regio Absoluut tekort Leeswijzer Amsterdam Amstel SRA Het huidig resterende budget van het Actieplan Fietsparkeren bij Stations is niet voldoende om alle weergegeven tekorten weg te werken. Amsterdam Bijlmer Arena SRA In het overzicht zijn locaties opgenomen waar huidig planvorming plaats heeft. Niet op alle locaties met een tekort tot 2030 vindt reeds planvorming plaats. Locaties waar het tekort tot 2030 door eerdere of toekomstige (reeds gefinancierde) aanleg van fietsparkeerplaatsen reeds is opgelost, zijn tevens niet in het overzicht opgenomen. Amsterdam Centraal SRA Lopende projecten zijn geactualiseerd tot en met augustus Prognoses zijn gebaseerd op de standlijn juni 2015 (t.t.v. Evaluatie). Amsterdam Lelylaan SRA Per locatie is het absolute tekort opgenomen. Dit hoeft, door complexe inpassing, niet één op één overeen te komen met de lokale bouwopgave Amsterdam Muiderpoort SRA 900 Amsterdam Sloterdijk SRA Den Haag LNOI MRDH Dordrecht Zuid-Holland Ede-Wageningen Gelderland Eindhoven Noord-Brabant Goes Zeeland 400 Gouda Zuid-Holland Haarlem Noord-Holland Heemstede-Aerdenhout Noord-Holland Hilversum Noord-Holland Hoofddorp SRA Leiden Zuid-Holland Leiden Lammerschans Zuid-Holland Naarden-Bussum Noord-Holland Nijmegen Gelderland Rijswijk MRDH 900 Rotterdam Alexander MRDH Rotterdam Centraal MRDH Tilburg Noord-Brabant Utrecht Centraal Utrecht Utrecht Overvecht Utrecht Zaandam SRA Zwolle Overijssel

155 1.2 Lopende planvorming op overige locaties Overige locaties met standaard scope Absoluut tekort Drenthe Flevoland Friesland Gelderland Groningen Limburg Noord-Brabant Noord-Holland SRA Overijssel Utrecht Zeeland 900 Zuid-Holland MRDH Verdeling lopende planvorming over het land (Som tabel 1.1 en tabel 1.2) 13

156 Verdeling lopende planvorming over het land (Som Tabel 1 en Tabel 2) NH: SRA: ZH: MRDH:

157 Bijlage 2 als bedoeld in artikel 6, vijfde lid Processtappen om tekorten op korte en langere termijn op te lossen Stap 1a Planning September/ Oktober 2016 Maatregel Inventarisatie van urgente locaties die mogelijk in aanmerking komen voor het restant budget van het Actieplan Fietsparkeren of het Fase 1 Vervolg Actieplan Fietsparkeren, waarover in het convenant afspraken worden gemaakt Inventariseren van locaties waar planvorming al in een zeer ver gevorderd stadium is en waar een urgentie bestaat tot snelle besluitvorming. Ten behoeve daarvan is een lijst rondgestuurd. Voor deze locaties wordt een investeringsvoorstel uitgewerkt en aangeboden aan de Stuurgroep Actieplan Fietsparkeren bij Stations vóór conform de gangbare procedure gezamenlijk via ProRail. NB Een positie op de lijst biedt geen garantie voor cofinanciering; dit is afhankelijk van de mate waarin het voorstel voldoet aan de gestelde criteria en het beschikbare geld. Inventariseren voor welke locaties decentrale overheden plannen maken in samenwerking met ProRail en vervoerders en waarin zij ook willen investeren. Het gaat hier om locaties die minder urgent zijn en/of de planvorming minder ver is Deze locaties komen niet meer in aanmerking voor cofinanciering uit het resterende budget Actieplan Fietsparkeren. De betrokken decentrale overheden worden hierover geïnformeerd. Voor deze locaties geldt dat zij, wanneer wordt besloten tot een Tweede Fase Vervolg Actieplan (nieuwe Kabinet),een cofinanciering-aanvraag kunnen indienen. Stap 1b September/ Oktober 2016 Beoordeling urgentie investeringsvoorstellen uit de lijst locaties De project-/investeringsvoorstellen die in de Stuurgroep van juni 2016 al zijn getoetst op de voorwaarden van het Actieplan, worden net als de overige projecten op de lijst urgente projecten beoordeeld op basis van de voorwaarden van het Actieplan (als opgenomen in het Convenant) en de overeengekomen prioriteringscriteria (als opgenomen in het Convenant). Dan wordt duidelijk welke projecten de hoogste urgentie hebben en welke projecten zo urgent zijn dat ze mogelijk nog voor cofinanciering in aanmerking komen. Deze stap eindigt met het ondertekenen van het convenant. Stap 2 November/ December 2016 Beoordeling van of investeringsvoorstellen voor urgente locaties voldoen aan de voorwaarden De aanvragen worden beoordeeld op basis van de voorwaarden van het Actieplan (als opgenomen in het Convenant) en de overeengekomen prioriteringscriteria (als opgenomen in het Convenant). In december wordt vastgesteld welke projecten nog voor cofinanciering in aanmerking komen. Projecten die o.b.v. de prioriteringscriteria en/of het beschikbare budget afvallen zullen bij het beschikbaar komen van nieuw budget voor een Tweede Vervolg Actieplan (nieuw Kabinet) opnieuw beoordeeld worden op de dan geldende voorwaarden. Stap 3 Januari/ Februari 2017 Regionale invulling van het Convenant Per regio (provincie of vervoerregio) wordt op basis van het Convenant een regionale invulling gegeven aan een Plan van Aanpak waarin wordt stil gestaan bij: De wijze waarop de Regio het proces met Gemeente, ProRail en NS voor ogen ziet om aanvragen voor een Vervolg Actieplan Fietsparkeren in te kunnen dienen Een longlist van locaties waarop inspanningen worden verricht (t.b.v. 15

158 Vervolgplan Actieplan Fase 2, indien daartoe wordt besloten) De wijze waarop aan financiering en criteria voldaan zal worden. M.a.w. de concrete regionale invulling van: 1. Efficiënter benutten 2. Kostenbesparingsmaatregelen 3. Financiën (wijze waarop verwacht wordt een financieel dekkende business case te realiseren voor aanleg en exploitatie, handhaving, beheer en onderhoud fase) Stap 4 Nieuwe Kabinetsperiode Beoordeling van nieuwe investeringsaanvragen Bij een Vervolgplan Actieplan- fase 2 kunnen, op basis van de dan geldende voorwaarden, nieuwe investeringsaanvragen worden ingediend. De eerder afgevallen projecten worden opnieuw beoordeeld. 16

159 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 21 september 2016 agendapunt 13 Onderwerp Voorgesteld besluit Korte motivering Subsidieverlening Knooppuntontwikkeling DH-CS - fietsparkeren Koningin Julianaplein Het verlenen van de door de gemeente Den Haag gevraagde subsidie voor het project Knooppuntontwikkeling DH-CS - fietsparkeren Koningin Julianaplein voor het bedrag van ,42, als onderdeel van de Beter Benutten - maatregel 21b. Met de groei van het gebruik van trein en RandstadRail en de groei van de fiets in het voor en na transport naar het station groeit de behoefte aan fietsparkeerplaatsen bij Den Haag Centraal. Op basis van de prognose van ProRail, NS en de gemeente Den Haag is er in 2020 een behoefte aan fietsparkeerplekken. In de periode is het aantal fietsenstallingen uitgebreid van in 2012 tot plekken in Dit project is onderdeel van een het totale project Knooppuntontwikkeling DH-CS - fietsparkeren. Al eerder is subsidie verleend voor fietsenstallingen op de locaties Prins Bernardviaduct (zijde Rijnstraat), Prins Bernardviaduct (zijde Anna van Buerenstraat) en bovengrondse stalling Koningin Julianaplein, waarbij ca fietsenstallingplaatsen zijn gerealiseerd. Het nu voorliggende project is de realisatie van het laatste deel, een fietsenkelder onder het Koningin Julianaplein van circa plekken met als doel voldoende, veilige en kwalitatief goede fietsparkeerplekken in de directe nabijheid van het station te realiseren. Daarmee is binnen het gehele budget voor Knooppuntontwikkeling DH-CS fietsparkeren aan de Beter Benutten doelstelling voldaan. Financiën Een subsidieverlening van ,42, die gedekt is in het IPVa. Juridisch n.v.t. Communicatie n.v.t. Bijlagen 1. Verleningsbrief aan gemeente Den Haag Gevolgde Presidium Vervoersautoriteit 24 augustus 2016 procedure Ambtelijk overleg Vervoersautoriteit 05 september 2016 Anders, te weten n.v.t. Verdere Adviescommissie Vervoersautoriteit n.v.t. procedure Zienswijzetermijn n.v.t. Dagelijks bestuur MRDH n.v.t. Algemeen bestuur MRDH n.v.t. Anders, te weten n.v.t. Openbaar besluit ja Contactpersoon Ton Roovers Datum 7 september 2016 Telefoonnummer

160 Grote Marktstraat 43 Postbus CB Den Haag Telefoon Retouradres: Postbus CB Den Haag Burgemeester en Wethouders van de gemeente Den Haag Postbus DP DEN HAAG C O N C E P T Datum 21 september 2016 Onderwerp Beschikking project Knooppuntontwikkeling DH-CS - fietsparkeren Koningin Julianaplein informatie@mrdh.nl Internet: KvK nummer: Bankrekeningnummer NL96 BNGH contactpersoon A. Roovers uw kenmerk DSO_SO/ ons kenmerk Projectcode 16KDH0004 doorkiesnummer t.roovers@mrdh.nl bijlage(n) 1 Geacht college, Bijgaand zenden wij u ons besluit ten aanzien van de subsidie uit het mobiliteitsfonds voor het project Knooppuntontwikkeling DH-CS - fietsparkeren Koningin Julianaplein. (projectnummer: 16KDH0004) Het project is opgenomen in de programma s Beter benutten (maatregel 21b) en Fiets in de Keten van het mobiliteitsfonds. Hoogachtend, Namens de bestuurscommissie Vervoersautoriteit, A.L. Gleijm, secretaris P.J. Langenberg, voorzitter Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Delft, Den Haag, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Leidschendam-Voorburg, Maassluis, Midden-Delfland, Nissewaard, Pijnacker-Nootdorp, Ridderkerk, Rijswijk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Wassenaar, Westland, Westvoorne, Zoetermeer.

161 Grote Marktstraat 43 Postbus CB Den Haag Telefoon Retouradres: Postbus CB Den Haag Burgemeester en Wethouders van de gemeente Den Haag Postbus DP DEN HAAG C O N C E P T Datum 21 september 2016 Onderwerp Beschikking project Knooppuntontwikkeling DH-CS - fietsparkeren Koningin Julianaplein informatie@mrdh.nl Internet: KvK nummer: Bankrekeningnummer NL96 BNGH contactpersoon A. Roovers uw kenmerk DSO_SO/ ons kenmerk Projectnummer 16KDH0004 doorkiesnummer t.roovers@mrdh.nl bijlage(n) 1 Geacht college, Met verwijzing naar uw op 22 december 2015 ontvangen brief met bovenvermeld kenmerk betreffende het verzoek om, op grond van de subsidieverordening mobiliteitsfonds Haaglanden 2005 (die van toepassing is op basis van artikel 1 van de tijdelijke subsidieverordening verkeer en vervoer MRDH 2015), hierna te noemen verordening, subsidie te verlenen ten behoeve van het project Knooppuntontwikkeling DH-CS - fietsparkeren Koningin Julianaplein, welke is geregistreerd onder projectnummer 16KDH0004, delen wij u het volgende mee. Ten behoeve van de gemeente Den Haag is het project aangemeld om in aanmerking te komen voor subsidie uit het mobiliteitsfonds. Het project is getoetst aan de doelstellingen van het geldende regionale verkeers- en vervoerplan, de Regionale Nota Mobiliteit (RNM), en is opgenomen in de programma s Beter Benutten (ID-nr. BB21b) en Fiets in de Keten (ID-nr. HGL821) van het mobiliteitsfonds. Voorts is het project getoetst aan de verordening. Naar ons oordeel voldoet het project aan de doelstellingen en voorwaarden om gekenmerkt te worden als fiets in de ketenproject. Op grond hiervan komt het in aanmerking voor een subsidie uit het mobiliteitsfonds. Het taakstellend budget voor het programma Beter Benutten is als volgt opgesteld (kopie uit Plan van Aanpak): Taakstellend budget, prognose kasritme en verdeling over de partners Bijdrage van Budget in k Prognose Kasritme * prijspeil Rijksbijdrage (excl. BTW) Bijdrage rijk BTW problematiek Stadsgewest Haaglanden (programma fiets IPVV) Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Delft, Den Haag, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Leidschendam-Voorburg, Maassluis, Midden-Delfland, Nissewaard, Pijnacker-Nootdorp, Ridderkerk, Rijswijk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Wassenaar, Westland, Westvoorne, Zoetermeer.

162 Bijdrage Haaglanden BTW problematiek 63,5 63,5 Gemeente Den Haag Bijdrage Den Haag BTW problem 63,5 63,5 Totaal excl. BTW Kasritme is indicatief aangegeven. Zodra duidelijkheid bestaat over de planning van beide fietsparkeervoorzieningen en de verschijningsvorm, kan het kasritme definitief worden gemeld. Afspraak in het BO MIRT van 7 november 2011 De rijksbijdrage (in het overzicht bijlage II bereikbaarheidsverklaring - 1,6 mln) is inclusief BTW. Deze bijdrage zal na verrekening met de door het Rijk uitgevoerde projecten in de regio, afhankelijk van de voortgang van het pakket, in jaartranches worden toegekend. Constaterend dat mogelijk een financieel knelpunt kan ontstaan m.b.t. verrekening van BTW, komen Rijk en regio overeen deze evt. problematiek zoveel als mogelijk binnen de overeengekomen financiële contouren op te lossen. Indien een deel van het BTW-probleem niet is in te passen, zullen Rijk en regio ieder de helft van dat restprobleem voor rekening nemen. In bovenstaand overzicht is de Rijksbijdrage excl. BTW berekend en is aangegeven welk aandeel van de BTW-problematiek voor rekening van het Rijk en van de overige partijen maximaal kan zijn. In de stuurgroep vergadering van 13 maart 2014 is afgesproken een bedrag van ,- extra rijksbudget toe te voegen om het aantal fietsstallingplaatsen verder te verruimen. Dit bedrag wordt toegevoegd in het kader van de 2e tranche versleuteling overschotten en tekorten. In de subsidieberekening, zie bijlage 1, is aangegeven welke gevolgen dit heeft voor het totaal van het te besteden subsidiebedrag. 1 Doel en omschrijving activiteiten Met de groei van het trein en Randstadrailgebruik en de groei van de fiets in het voor en na transport naar het station groeit de behoefte aan fietsparkeerplaatsen bij Den Haag Centraal. Op basis van de prognose van Prorail, NS en de gemeente is er in 2020 een behoefte aan fietsparkeerplekken. In de periode is het aantal fietsenstallingen uitgebreid van in 2012 tot plekken in Dit project is de realisatie van een fietsenkelder onder het Koningin Julianaplein van circa plekken met als doel voldoende, veilige en kwalitatief goede fietsparkeerplekken in de directe nabijheid van het station te realiseren. 2 Subsidie Met de subsidievaststelling van deel 1 van het project Knooppuntontwikkeling DH-CS fietsparkeren (12FDG007) is vast komen te staan dat er nog een besteedbaar subsidiebedrag beschikbaar van ,- is voor het 2 e deel van het project Knooppuntontwikkeling DH- CS fietsparkeren Koningin Julianaplein. Ingevolge artikel 7 van de verordening kennen wij u een subsidie toe in de vorm van een vast bedrag van ,42. 3 Subsidieberekening Volgens uw subsidieverzoek zijn de projectkosten begroot op ,00. Op de door u aangeleverde kostenraming zijn wij uitgegaan van het aan de fiets toe te rekenen deel van de totale kosten welke wij op basis van deze raming hebben bepaald op ,00. Op dit bedrag hebben wij de kosten voor leges en precario in mindering gebracht, omdat deze niet subsidiabel zijn. Voor de projectkosten in de subsidieberekening wordt daarom uitgegaan van ,00. 2

163 De subsidie is als volgt bepaald: Projectkosten (excl. BTW) ,00 Onvoorzien ,00 Grondslag subsidie ,00 VAT ,00 Subsidiabele projectkosten ,00 Maximale subsidie ,42 Voor een specificatie van de subsidieberekening, zie bijlage 1. Verdeling over de subsidieprogramma s: VVB115 Programma Beter Benutten ,05 VVV805 Fiets in de Keten ,37 4 Voorschot subsidie Op grond van artikel 29 van de verordening wordt na de inzending van de gunning- c.q. opdrachtbrief tot uitvoering van (minimaal 50% van) het werk een voorschot verleend van 50% van het subsidiebedrag. Op basis hiervan houden wij rekening met het volgende betalingsschema. Voorlopige subsidie 4 e kwartaal ,21 1 e declaratie + opdracht 2 e kwartaal ,21 Einddeclaratie + proces verbaal van oplevering Totaal ,42 5 Subsidievoorwaarden en verplichtingen Aan het verlenen van de subsidie verbinden wij de volgende voorwaarden en verplichtingen: a) De uitvoering van het werk dient binnen 6 maanden na de datum van deze beschikking te zijn gestart. b) Bij de jaarlijkse actualisatie van het Investeringsprogramma Vervoersautoriteit (IPVa) dient over dit project te worden gerapporteerd. c) Indien een informatiepaneel op het werk wordt geplaatst, dient daarop te worden aangegeven dat voor dit werk subsidie is verstrekt door de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Bij de eindverantwoording dient dit aantoonbaar te worden gemaakt. Voor informatie inzake de vormgeving dient u contact op te nemen met de afdeling communicatie van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, tel d) Binnen een termijn van vier weken na ingebruikname of afronding van het project dient hiervan melding te worden gedaan bij de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. 6 Vaststelling van de subsidie Binnen een termijn van 26 weken na ingebruikname of afronding van het project dient een aanvraag tot vaststelling van de subsidie te worden ingediend. Deze termijn kan op verzoek éénmaal met 26 weken worden verlengd. De aanvraag tot vaststelling bevat: een eindrapportage met inbegrip van de datum van ingebruikname. Deze rapportage geeft minimaal een beschrijving van de uitgevoerde werkzaamheden c.q. activiteiten in relatie tot hetgeen waarop de subsidiebeschikking tot stand is gekomen; indien van toepassing een overdrachtsdocument aan de beheerder, of anders een proces verbaal van oplevering of opnemingsrapport. 3

164 Indien bovengenoemde bescheiden zonder berichtgeving niet binnen de gestelde termijn worden ontvangen, dan kunnen wij de subsidie ambtshalve vaststellen. Na vaststelling van de subsidie kunt u een eindfactuur indienen, waarna wij onder verrekening van de betaalde voorschotten tot uitbetaling zullen overgaan. U dient uw facturen te sturen aan: Metropoolregio Rotterdam Den Haag Afdeling Financiën Postbus CB Den Haag Onder vermelding van projectnr. 16KDH0004, verplichtingennr en werkplannummers VVB115 en VVV805. Facturen die niet voorzien zijn van deze gegevens worden geretourneerd. U kunt uw facturen ook digitaal indienen via facturen@mrdh.nl. Hoogachtend, Namens de bestuurscommissie Vervoersautoriteit, A.L. Gleijm, secretaris P.J. Langenberg, voorzitter 4

165 Bezwaar Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt door belanghebbenden een bezwaarschrift worden ingediend. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan: De Bestuurscommissie VA van de metropoolregio Rotterdam Den-Haag Postbus CB Den Haag Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het bezwaar zich richt; d. de gronden van het bezwaar (motivering). Voorlopige voorziening Gelijktijdig met of na indiening van het bezwaarschrift kunt u, bij een spoedeisend belang, een verzoek doen tot het treffen van een voorlopige voorziening. Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de rechtbank binnen het rechtsgebied waar de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft. In verband met de behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. Omtrent de hoogte daarvan, de wijze waarop en de termijn waarbinnen u dient te betalen krijgt u na indiening van het verzoek bericht van de griffier van de bevoegde rechtbank. 5

166 Bijlage 1 Subsidieberekening behorende bij subsidiebeschikking: Gemeente Den Haag Fietsproject "Knooppuntontwikkeling DH-CS - fietsparkeren Koningin Julianaplein" (maatregel 21b) 16KDH0004 Kosten Toe te rekenen aan de fietsenstalling Subsidiabel Taakstellend budget PvA (totaal maatregel 21) Door stuurgroep toegevoegd aan totaal Totaal beschikbaar Bouwkosten Rijksbijdrage , , ,82 s) 1 Grondkosten , , ,00 Rijksbijdrage BTW problematiek , , ,09 s) 2 Bouwkundig , , ,00 SGH (progr. Fiets) , ,00 s) 3 Installaties , , ,00 SGH BTW problematiek , ,55 s) 4 Vaste inrichting , , ,00 Den Haag , , ,00 5 Terrein , , ,00 Den Haag BTW problematiek , , ,55 6 Indirecte projectkosten , , ,00 Den Haag extra eigen bijdrage , ,00 7 Design/engineering tot start bouw door aannemer , , ,00 Totaal , , ,00 8 Onvoorzien , ,00-1) 9 Heffingen , , ,00 2) 10 Voorbereiding en begeleiding gemeente , ,00-3) Taakstellend budget PvA n.a.v. subsidievaststelling (maatregel 21a) Subtotaal , , ,00 Onvoorzien 10% ,00 Rijksbijdrage ,78 s) Grondslag ,00 Rijksbijdrage BTW problematiek ,75 s) VAT-kosten (16%) ,00 SGH (progr. Fiets) ,63 s) Subsidiabel ,00 SGH BTW problematiek ,87 s) Den Haag ,78 Totaal aan gemeentelijke bijdrage Maximale subsidie ,42 Den Haag BTW problematiek Totaal ,00 Totaal beschikbaar subsidie fietsparkeren ,45 Subsidievaststelling maatregel 21a ,03 Beschikbaar voor KJ-plein (maatregel 21b) ,42 Verdeling over de subsidieprogramma's: VVB115 Programma Beter Benutten ,05 VVV805 Fiets in de Keten ,37 Taakstellend budget PvA (maatregel 21b) Rijksbijdrage ,04 s) 1) De kosten voor onvoorzien worden onder de streep aan het subtotaal toegevoegd. Rijksbijdrage BTW problematiek ,34 s) 2) Kosten voor leges en precario worden beschouwd als eigen apparaatskosten en zijn derhalve niet subsidiabel. SGH (progr. Fiets) ,37 s) 3) De VAT-kosten worden aan de grondslag toegevoegd. SGH BTW problematiek ,68 s) s) Aan subsidie toe te kennen subsidiabele onderdelen Den Haag ,58 Totaal aan gemeentelijke bijdrage Den Haag BTW problematiek Provincie Zuid-Holland ,00 Totaal ,00

167 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 21 september 2016 agendapunt 14 Onderwerp Voorgesteld besluit Korte motivering Budget programma Beter Benutten Haaglanden Een extra budget vast te stellen van ten behoeve van het programma Beter Benutten Vervolg Haaglanden, te dekken uit onderbesteding uit het programma Beter Benutten Haaglanden (deel 1). Het programma Beter Benutten Vervolg Haaglanden is het bereikbaarheidsprogramma dat loopt tot eind In de Stuurgroep Beter Benutten Vervolg Haaglanden d.d. 18 augustus 2016 is er overeenstemming bereikt tussen de betrokken partijen over de invulling en omvang van het programma. Ter realisatie heeft de Rijksoverheid toereikend budget, de MRDH heeft daarentegen niet genoeg aan het eerder vastgestelde budget van 11 miljoen. De totale bijdrage van de MRDH aan het programma Beter Benutten Vervolg komt op Vanuit het afgesloten Agglonet is toegevoegd, dan resteert nog een tekort van De oorzaken waardoor er aanvullend budget vanuit de MRDH nodig is, zijn: van het budget is 5 miljoen belegd aan ITS (intelligente transport systemen), waardoor er een beperkt budget resteert voor de overige projecten; het programma P+R valt hoger uit dan eerder voorzien; over het busplatform Den Haag CS zijn vorig jaar afspraken gemaakt over een hogere bijdrage dan eerder voorzien; een hogere kostenraming voor het project Laan van Delfvliet. Het programma Beter Benutten Haaglanden (deel 1) liep formeel tot eind Met het Rijk is afgesproken dat de eindafrekening van het programma eind 2016 gereed moet zijn. Omdat een groot deel van de projecten is afgerond en de rest met een afkoop zal worden afgesloten, is er een goede prognose van de overblijvende middelen. De resterende budgetten zijn toereikend om het programma van Beter Benutten Vervolg te dekken, conform de afspraken in de Bereikbaarheidsverklaring. Financiën Benodigd extra budget Beter Benutten Vervolg Haaglanden: Geen financiële gevolgen. Dekking uit vrijval Beter Benutten Haaglanden (deel 1): Projecten met een rijksbijdrage uit Spitsmijden Beter Benutten-projecten, vrijval rijksbijdrage Beter Benutten-projecten, vrijval regionale bijdrage Afronding Voorziene vrijval BB Haaglanden (deel 1) Juridisch n.v.t. Communicatie n.v.t. Bijlagen 1. Toelichting 2. Programma Beter Benutten Vervolg Haaglanden Gevolgde Presidium Vervoersautoriteit 24 augustus 2016 procedure Ambtelijk overleg Vervoersautoriteit 5 september 2016 Anders, te weten n.v.t. Verdere Adviescommissie Vervoersautoriteit n.v.t. procedure Zienswijzetermijn n.v.t. Dagelijks bestuur MRDH n.v.t. Algemeen bestuur MRDH n.v.t. Anders, te weten n.v.t. Openbaar besluit ja Contactpersoon Bart Waasdorp Datum 7 september 2016 Telefoonnummer

168 Vergadering: 21 september 2016 Agendapunt: 14 Onderwerp: Beter Benutten Haaglanden, overheveling budget Datum: 9 september 2016 Contactpersoon: Bart Waasdorp Telefoonnummer: Aan de bestuurscommissie Vervoersautoriteit, Voorgesteld besluit: 1. een extra budget vast te stellen van ten behoeve van het programma Beter Benutten Vervolg Haaglanden, te dekken uit onderbesteding uit het programma Beter Benutten Haaglanden (deel 1). Toelichting In de Stuurgroep Beter Benutten Vervolg Haaglanden d.d. 18 augustus 2016 is er overeenstemming bereikt over de invulling en de omvang van het programma Beter Benutten Vervolg Haaglanden, zie het bijgevoegde overzicht voor de projecten. Om het totale programma te kunnen realiseren zijn er extra regionale middelen nodig bovenop de eerder gereserveerde bedragen (inclusief de overheveling van Agglonet) binnen de begroting van de MRDH. Benodigd budget Beter Benutten Haaglanden Vervolg: MRDH Vastgesteld budget (begroting 2015) Agglonet (vastgesteld bij begroting 2016) Nader te reserveren BBV Haaglanden De voorziene overschotten van van Beter Benutten 1 Haaglanden kunnen dienen ter dekking van het programma Beter Benutten Vervolg. Er zijn drie blokken waar budget vrijvalt binnen het programma Beter Benutten 1 Haaglanden: Projecten met een rijksbijdrage uit Spitsmijden Beter Benutten-projecten, vrijval rijksbijdrage Beter Benutten-projecten, vrijval regionale bijdrage Afronding Voorziene vrijval BB Haaglanden Conform de Bereikbaarheidsverklaring komt de vrijval van de rijksbijdragen binnen het programma Beter Benutten 1 Haaglanden ten goede aan het project Bleizo. Dit betekent dat de MRDH-bijdrage aan het project Bleizo evenredig kan dalen en ingezet kan worden voor het programma Beter Benutten Vervolg. De vrijval van regionale bijdrage binnen het programma Beter Benutten 1 Haaglanden is volledig ten gunste van de MRDH en kan vrij herbestemd worden. Bij het voorliggende voorstel zijn de financiële gevolgen van de afronding van de projecten lijn 15/17 en tailtrack Wateringsevest buiten beschouwing gelaten en blijven derhalve ten laste en ten gunste van de programma s AROV/NRR. Edcos 25628

169 BETER BENUTTEN VERVOLG HAAGLANDEN Beter Benutten Vervolg (gebied Haaglanden) laatst bijgewerkt op investering excl BTW Rijk 45,25% MRDH derden HGL-BBV-001 Gebieds-en werkgeversaanpak VMWS HGL-BBV-002 Logistieke efficiency goederentransport VMWS HGL-BBV-004 Busplatform Den Haag Centraal OV HGL-BBV-005 P+R locaties FKM HGL-BBV-006/1 Snelfietsroute Midden-Delfland-Delft -Pijnacker-Zoetermeer FKM HGL-BBV-006/2 Snelfietsroute Leiden -Katwijk FKM HGL-BBV-006/3 Snelfietsroute Naaldwijk-Wateringen-Rijswijk FKM HGL-BBV-006/4 Snelfietsroute Rijswijk-Den Haag Spoorwijk FKM HGL-BBV-006/5 Snelfietsroute Vlietroute FKM HGL-BBV-007 Beatrixlaan-Van Foreestweg VMWS HGL-BBV-008 A4 / Laan van Delfvliet (deels inclusief BTW, aangepast ) VMWS HGL-BBV-009 Pieken in fietsintensiteiten Jaffalaan FKM HGL-BBV-010 Stimuleren E-fiets Leiden FKM HGL-BBV-011 Verbeteren HOV verbinding Leiden-Leiderdorp OV HGL-BBV-013 Deelfietssysteem Biosciencepark FKM HGL-BBV-020 ITS VMWS Gedragsbeïnvloeding, vanuit lijn 1 OV Gedragsbeïnvloeding, vanuit snelfietsroutes FKM Totaal Gedragsbeïnvloeding (begrepen in de bovengenoemde budgetten) Clusterprogramma snelfietsroutes Tramlijn Verbeteren HOV verbinding Leiden-Leiderdorp Clusterprogramma PenR Busplatform Den Haag Centraal Stimuleren E-fiets Leiden Deelfietssysteem Biosciencepark Budgetten I&M inclusief ITS, exclusief BTW MRDH Gereserveerd budget Extra budget, Bestuurscommissie 21 september Agglonet (inzet van het restant voor busplatform) Regionale overheden, werkgevers en andere bronnen Provincie en gemeenten Werkgevers

170 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 21 september 2016 agendapunt 15 Onderwerp Vergaderplanning bestuurscommissie Vervoersautoriteit 2017 Voorgesteld 1) De vergaderplanning 2017 van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit MRDH vast besluit te stellen. 2) Kennisnemen van de planning van de overige (bestuurlijke) overleggen van de MRDH Korte motivering De bestuurscommissie Vervoersautoriteit dient de data vast te stellen voor de reguliere vergaderingen van de bestuurscommissie. De vergaderingen van de (bestuurlijke) gremia zijn zo op elkaar afgestemd dat de doorlooptijd van besluiten zo kort mogelijk is. Ter informatie is de planning van de overige (bestuurlijke) overleggen van de Vervoersautoriteit en Economisch Vestigingsklimaat bijgevoegd. De data en tijden zijn reeds op 9 augustus jl. gecommuniceerd met de leden en hun secretariaten. Financiën n.v.t. Juridisch n.v.t. Communicatie n.v.t. Bijlagen 1. Overzicht vergaderdata Gevolgde Presidium Vervoersautoriteit 24 augustus 2016 procedure Ambtelijk overleg Vervoersautoriteit 5 september 2016 Anders, te weten n.v.t. Verdere Adviescommissie Vervoersautoriteit n.v.t. procedure Zienswijzetermijn n.v.t. Dagelijks bestuur MRDH n.v.t. Algemeen bestuur MRDH n.v.t. Anders, te weten n.v.t. Openbaar besluit ja Contactpersoon Wouter Dekker Datum 7 september 2016 Telefoonnummer

171 Conceptplanning (bestuurlijke) overleggen MRDH Data Bestuurscommissie Va 2017 MRDH, zaal G. woensdag 1 februari uur woensdag 8 maart uur woensdag 12 april uur woensdag 17 mei uur woensdag 7 juni uur woensdag 5 juli uur woensdag 20 september uur woensdag 25 oktober uur woensdag 15 november uur woensdag 20 december uur 2017 jan. feb. maart april mei juni juli aug. sept. okt. nov. dec. algemeen bestuur dagelijks bestuur bestuurscommissie Va bestuurscommissie EV adviescommissie Va adviescommissie EV ambtelijk overleg Va ambtelijk overleg EV presidium Va

172 Verslag werkbezoek Noordrijn-Westfalen 16 en 17 juni 2016 Algemeen en aanleiding Op 1 juli 2016 hebben de MRDH en de provincie Zuid-Holland een convenant gesloten voor intensievere samenwerking op het gebied van verkeer en vervoer en van economie. Een belangrijke afspraak is om te komen tot een eindbeeld voor een vervoerregio in het gebied van de MRDH. Ter voorbereiding van de discussie over het eindbeeld, waar begrippen als partnerschap en regionale samenwerking nader ingevuld moeten worden, is het van belang dat partijen zich oriënteren op voorbeelden in vergelijkbare complexe metropolitane gebieden in Europa. Met een werkbezoek aan Noordrijn-Westfalen (NRW) hebben de gedeputeerde verkeer en vervoer van de provincie, samen met leden van de bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit van de MRDH, hier een eerste invulling aan gegeven (zie bijlage 1 voor deelnemers en programma). Tevens is dit werkbezoek een goed startpunt van de verbetering van de bilaterale samenwerking tussen deze metropolitane regio s, zoals vastgelegd in de Europastrategie van de provincie 1. Noordrijn-Westfalen telt ruim 17 miljoen inwoners. Het is de grootste deelstaat qua inwoneraantal en de meest dichtbevolkte deelstaat van Duitsland. Met Noordrijn-Westfalen werkt de provincie al samen binnen een aantal Europese netwerken: AIR (Luchtkwaliteit), Vanguard (Economie) en CLINSH (Binnenvaart). Ook maakt Noordrijn-Westfalen deel uit van het EGTC netwerk waar Zuid-Holland sinds kort met Gelderland in acteert. Noordrijn-Westfalen is de belangrijkste handelspartner van Nederland. Voornamelijk op het gebied van logistiek en transport is verdere samenwerking tussen Zuid-Holland (Haven Rotterdam) en het Ruhrgebied interessant. Maar er liggen ook kansen voor samenwerking op gebied energie en bioeconomie. Noordrijn-Westfalen heeft een stevige doelstelling geformuleerd t.a.v. de verbetering van de samenwerking met haar westelijke buurlanden (zie NRW strategie Benelux 2 ). In bijlage 2 is kort geschetst wat er op dit moment speelt rond de transport corridors naar Duitsland (TEN-T) en wat de stand van zaken is rond de internationale spoorverbinding tussen de Zuidelijke Randstad en het Roergebied. Bilaterale samenwerking tussen Nederlandse regio s en NRW Presentatie door Coen Meekers met aansluitend discussie o.l.v. consul-generaal Ton Lansink Het bezoek begon met een hartelijke ontvangst op de residentie van consul-generaal Ton Lansink. Daarbij waren ook vertegenwoordigers van de deelstaat Noordrijn- Westfalen en de provincie Gelderland aanwezig. Coen Meekers, die door de provincie Gelderland permanent is gestationeerd op het Consulaat Generaal, schetste in zijn presentatie de wijze waarop Nederlandse regio s succesvol kunnen samenwerken met de deelstaat, maar ook waar, vooral door cultuurverschillen, risico s zijn. 1 Europastrategie Provincie Zuid-Holland : 2 NRW strategie Benelux:

173 Gelderland heeft al langere tijd goede contacten met de landsregering in Düsseldorf en op Koningsdag is een formele samenwerking getekend tussen Gelderland, Overijssel en Limburg en het consulaat-generaal (CG) om de vertegenwoordiging van de grensprovincies in Düsseldorf te formaliseren. Het overleg tussen Zuidoost Nederland en NRW over mobiliteitsonderwerpen begon met praktische zaken op het gebied van de afstemming van wegonderhoud. De drie provincies grenzen aan de deelstaat, maar ook verschillende rijkswegen passeren de landsgrens. Het overleg is afgelopen jaren uitgegroeid naar een volwaardig overleg waar ook meer strategische onderwerpen op de agenda komen, zoals de samenwerking op de Rhine Alpine corridor. Het mobiliteitsoverleg Zuidoost NL met NRW komt 1x per 2 jaar bestuurlijk en 2 keer per jaar ambtelijk bij elkaar. Daarnaast zijn er werkgroepen en regelmatig conferenties. De Duitse overheid lijkt op papier een overzichtelijke structuur te hebben, maar het is nog niet zo makkelijk de weg te vinden binnen de ambtelijke organisatie van de deelstaat. De structuur van Abteilungen, Gruppe, Referaten, maakt het voor een buitenstaander lastig de juiste persoon en afdeling te vinden. Dat is één van de redenen dat de buurprovincies zich met het CG hebben verenigd om zo kennis te delen maar op deze manier ook voor de ambtenaren van de deelstaat een helder Nederlands aanspreekpunt te hebben. Ten aanzien van de cultuurverschillen is het nuttig om te weten dat de Nederlandse aanpak van snel op het doel afgaan niet werkt. Het is belangrijk om eerst kennis te maken, de relatie af te tasten, een stabiel netwerk op te bouwen en je een betrouwbare partner te tonen. En het vereist loopvermogen (Laufpensum). De delegatie kreeg het welgemeende advies vooral te investeren in voorspelbaarheid vanuit Nederlandse kant. En met een goede voorbereiding. Zaken doe je aan de vergadertafel en niet tijdens de borrel na afloop. In politiek en ambtenarij zitten mensen in Duitsland langer op hun plek en worden contacten langjarig aangegaan. Veel ambtelijke wisselingen zijn niet bevorderlijk in het verkeer met de Bondsrepubliek of de Länder. Kortom: denk niet dat je zomaar iets kunt regelen, dat is echt een langjarige investering. De heer Lansink was uiteraard zeer bereid de nodige adviezen te geven. En uiteraard niet alleen over waar het beste Altbier gedronken kan worden in Düsseldorf. Afgesproken is om bij de follow up van het bezoek het CG intensief te betrekken en ook gebruik te maken van de gestarte samenwerking tussen Nederlandse partijen. Het Nederlandse consulaat in Düsseldorf heeft een goed netwerk en is graag bereid onze regio of een samenwerking van regio s te faciliteren bij acties in/met NRW. In het algemeen hebben NRW en Nederland veel gezamenlijke belangen en dezelfde vraagstukken, maar NRW heeft binnen Duitsland op dit moment niet altijd automatisch de sterkste lobby naar Berlijn. Meer verbindingen (fysiek) naar Nederland worden vanuit Berlijn of als regionaal of als risico voor de positie van de haven van Hamburg gezien. Het nieuwe Bundesverkehrswegeplan 2030 heeft geen hoge prioriteiten voor NL-NRW verbindingen. Ondanks nationale lobby vanuit ons land. Inhoudelijk zijn er veel overeenkomsten tussen Noordrijn-Westfalen en Zuid-Holland. Samen met Vlaanderen (de haven van Antwerpen) vormen we in Europa het grootste cluster van chemische industrie. Daarnaast is vervoer over weg, spoor en water een uitdaging in dit gebied. Toch is de oriëntatie van (West-) Nederland nog te weinig (ten onrechte) op het oosten gericht. Terwijl in NRW een bijzonder groot aantal Nederlandse bedrijven is gevestigd (meer dan in heel de VS) die intensief zaken doen met Duitse bedrijven. De Hollandse koopmansgeest en de Duitse degelijke maakindustrie lijken een goed combinatie op te leveren op de wereldmarkt. De vertegenwoordigers van Noordrijn-Westfalen kondigden aan zeer geïnteresseerd te zijn in nauwere samenwerking met de provincie. Wij hebben afgesproken samen met de Staatskanzlei NRW een bezoek van de staatssecretaris van Europese Zaken (Staatssekretär für Europa und Medien, Dr. Marc Jan Eumann) en mogelijk van de minister van Economische Zaken te willen voorbereiden. Ook is deelname aan

174 gemeenschappelijke conferenties (voor Duitsers kan een conferentie ook iets heel kleins zijn) een voorbeeld. Concreet is een conferentie in maart 2017 (werktitel: Sustainable Cities Strong Regions ) in voorbereiding waar deelname van een bestuurder van Zuid-Holland voorgesteld wordt. Toekomst van Elektrische voertuigen en Waterstofbussen Presentaties van Dr.-Ing. Bingchang Ni (EE Energy Engineers) en Dr. Michael Weber (Netzwerk Brennstoffzelle und Wasserstoff NRW) Op het consulaat-generaal kreeg de delegatie uitleg over de ontwikkelingen met elektrische voertuigen en waterstofbussen in de regio. Op het niveau van de Bondsregering wordt al lang over een Energiewende gesproken 3. Het doel van de energietransitie is zo snel mogelijk het tijdperk van hernieuwbare energie te bereiken. En tegelijkertijd om elektriciteit betaalbaar te houden. In dat kader heeft het Bundesministerium für Verkehr und digitale Infrastruktur (BMVI) in 2011 een aantal regio s aangewezen als voorbeeldregio voor de bevordering van elektrisch rijden (Elektromobilität). Het doel van het programma is om vooral de samenwerking tussen industrie, onderzoekswereld en publieke sector te bevorderen bij de verankering van elektrische mobiliteit in het dagelijks leven. In totaal zijn daarvoor over heel Duitsland 66 projecten uitgerold. Het gaat om een waaier van activiteiten waaronder het realiseren van laadpunten, inzet op wagenparkbeheerders, deelauto aanpak met bewoner coöperaties, volledige elektrische bussen etc. Er is nu een park in heel Duitsland van 2000 elektrische voertuigen (vergelijk Nederland: nu volledig elektrische personenauto s, maar wel met een veel grotere fiscale prikkel). De modelregio Rhein-Ruhr is de grootste binnen Duitsland. Daar zijn inmiddels 425 laadpunten gerealiseerd (met nog 350 onderhanden) en rijden er 440 (van de 2000) volledig elektrische voertuigen rond (bussen en personenauto s). Hiervoor is 50 miljoen subsidie voor uitgegeven 4. Net als in Nederland is er vanuit de publieke sector belangstelling om via de bussen van het openbaar vervoer een voortrekkersrol te vervullen. Daarbij richt men zich ook op de bestaande Europese projecten zoals ZeEUS. Binnen NRW zijn er projecten in:

175 Bonn (6 Sileo 12 m bussen) vanaf 2015, kw s-nachts opladen in garage, rijden overdag 200 kilometer. Ambitie in Bonn is om in 2030 volledig elektrisch te rijden. Münster (5 VDL 12 m bussen) begin 2016, snelladen met 500 kw tussentijds bij de eindhalte (5-10 minuten). De techniek van het snelladen komt van de TH Aken en Pintsch Bamag. Keulen (8 VDL gelede bussen) vanaf dec Snelladen met 240 kw bij eindhalte (6 min), s- Nachts met 50 kw in garage. Solingen (50 gelede trolleybussen). Nu nog met diesel range extender, vanaf 2020 zal alle diesel hulpaandrijving vervangen zijn door baterijen of supercaps. Alle dieselbussen zullen in Solingen door elektrische bussen worden vervangen. Trolleynetwerk wordt verder uitgebreid. In Duitsland is al vanaf 2000 belangstelling voor de ontwikkeling van brandstofcel technologie, zowel voor bussen als personenauto s. Dat heeft (vergelijkbaar met Rotterdam) ook te maken met de waterstof infrastructuur die samenhangt met de industriesector in het Ruhrgebied. Het Netzwerk Brennstoffzelle und Wasserstoff NRW werd opgericht als onderdeel van de EnergieAgentur.NRW. Het netwerk brengt ervaringen en nieuwe spelers op het gebied van brandstofcel- en waterstoftechnologie samen om de ontwikkeling en marktintroductie verder te brengen. EnergieAgentur is opgericht door de deelstaat regering om innovaties en samenwerking in het bedrijfsleven te bevorderen. De energie sector is van oudsher een van de meest krachtige sectoren in NRW. Dr. Michael Weber schetste een groot aantal voordelen van de toepassing van waterstoftechnolgie bij mobiliteit. Waterstof als opslagmedium/ buffer van wind- en zonne-energie, het snel kunnen tanken van waterstof, hoge Well-to-Wheel efficiency, naast de voordelen van rijden met een elektromotor (geen fijn stof en NOx). Over de veiligheid had de heer Weber mooie plaatjes en liet zien dat kortsluiting in een Tesla snellaadstation er ook indrukwekkend uit ziet Brand bij lekkage waterstoftank vs. benzinebrand Tesla na kortsluiting snellaadstation De grote automobielfabrikanten (vooral Japan en Korea) komen binnenkort met brandstofcelauto s die km op een volle tank kunnen rijden. Ook de Duitse industrie staat klaar om deze concurrentie aan te gaan. Daimler-Benz heeft aangekondigd dat zij in 2017 waterstofmobiliteit in Duitsland gaan uitrollen. In Keulen rijden 4 brandstofcelbussen (2 van VDL/ APTS en 2 van Van Hool) uit de eerste fase van het Europese programma waar Zuid-Holland in de tweede tranche een vervolg gaat doen in de HWGOconcessie en bij de RET in Rotterdam. In Keulen wordt waterstof gemaakt op basis van chloor-elektrolyse. In Hamburg wordt een busstation gepland voor het tanken van m bussen en 180 gelede bussen (bron: Hamburger Hochbahn). Vanaf wordt de introductie voorbereid van 10 Alstom Cordia Lint treinen in het Roergebied die zullen gaan rijden met batterijen en een waterstof range extender. Dit in plaats van de diesel elektrische treinen. Dit zijn plannen vergelijkbaar met Groningen.

176 Eind 2016 zullen er 50 laadpunten voor waterstof gerealiseerd zijn in Duitsland (elke 200 km op de Autobahn). Daarvan zijn er 7 in NRW. H 2 Mobility Deutschland GmbH zal in 2023 dit netwerk hebben uitgebreid naar 400 tankstations. Elke 90 kilometer op de Autobahn. In de discussie ontstond veel uitwisseling over techniek, maar ook over de vorm van aanbesteden. Voor zowel de provincie als de metropoolregio is dit relevant gelet de ervaringen die we nu zelf opdoen met het laten rijden van bussen op waterstof in respectievelijk Hoeksche Waard en Rotterdam. Het gericht vragen aan vervoerders van relevante opties voor zero-emissie (laat hen het uitrekenen) is daarbij een belangrijke les. Verkehrsverbund Rhein-Ruhr (VRR) Presentatie door Rianne Rovers en Gregor Böck Op vrijdag bezocht de delegatie het Verkehrsverbund Rhein-Ruhr ( Dit is een zogenaamd Zweckverband als samenwerking tussen de lokale overheden en landsregering (een soort WGR-regio) op het gebied van regionaal openbaar vervoer. In de deelstaat bestaan drie van zulke Zweckverbände voor openbaar vervoer. VRR is de grootste opdrachtgever voor openbaar vervoer in Duitsland, gemeten in het aantal vervoerde reizigers per jaar (1,1 miljard reizigers). Naast regionale busverbindingen, besteed VRR ook het S-Bahn en regionaal treinverkeer aan. In totaal zijn ze de opdrachtgever voor 33 communale busvervoerders en 6 regionale spoorvervoerders. Dit is goed vergelijkbaar met de rol van provincie en MRDH als vervoersautoriteit. De wijze van aanbesteden verschilt. De VRR laat weinig vrijheden voor de vervoerders. VRR bepaalt de tariefstructuur, zorgt voor een structuur voor de verkoop van vervoerbewijzen, verzorgt de verkeersintegratie tussen de vervoerders en de opbrengstverdeling. Het opbrengst-risico ligt wel bij de VRR. Er weken 180 mensen bij VRR. VRR vergadert eenmaal per kwartaal met 26 vertegenwoordigers van gemeenten en Kreisen. De directeur van VRR doet de voorstellen aan dit overleg. Door decentralisaties van de regionale spoorverbindingen is VRR verantwoordelijk geworden voor de concessies op het spoor. De extra kwaliteit die tegen een lagere prijs is behaald door aanbesteding (ook in concessies die door Deutsche Bahn zijn teruggewonnen) is opmerkelijk en vergelijkbaar met de positieve ervaringen die we in Nederland hebben opgedaan met marktwerking. In de VRR is inmiddels 70% van het regionale spoorvervoer aanbesteed. In tegenstelling tot Nederland maken verschillende vervoerders gebruik van dezelfde baanvakken. De capaciteit hiervoor wordt toegewezen door het infrastructuurbedrijf DB Netz. Dat is een dochter van de DB, die o.a. de taak heeft de toewijzing en verkeersleiding geheel neutraal en zonder discriminatie ten gunste van de DB-treinen te doen. Bij de aanbesteding is het van belang om niet alleen als vervoerder aantrekkelijk te zijn voor de concessieverlener, maar ook als concessieverlener aantrekkelijk voor de bedrijven die inschrijven. Een keuze uit veel spelers is immers beter dan een beperkte keuze uit slechts enkele bedrijven. Met investeringen in nieuwe verbindingen (zoals verbindingen over de grens naar Arnhem) wordt enorm veel kwaliteitswinst voor de reiziger geboekt en is VRR aantrekkelijk voor de vervoersbedrijven. Niet minder dan zeven verschillende vervoerders rijden op het spoor, waaronder ook Nederlandse, Britse en Franse spelers. Een jaarlijks Qualitätsbericht (kwaliteitsrapport) laat het resultaat van de aanbestedingen zien. De

177 vervoerders kunnen voor goede of slechte prestaties bonussen of boetes krijgen. In het meest recente rapport (over 2015) zijn de scores voor klanttevredenheid op vrijwel alle aspecten het laagst voor de onderhands gegunde treindiensten van de DB. Opvallend is de dat de DB zelf op de onder concurrentie verworven concessies beter scoort. In de hoogste regionen zit overigens de NS-dochter Abellio. Samen met vier andere vervoersautoriteiten is het VRR bezig met de Rhein-Ruhr-Express (RRX), een snelle treindienst door heel NRW van Aken in het zuidwesten naar Hamm in het noordoosten. Uitbouw van de infrastructuur is nodig op het traject Köln Düsseldorf Essen Dortmund om elke 15 minuten een RXX-trein te mengen met een goed IC/ICE aanbod. RRX wordt gezien als premiumproduct in het regionaal spoorvervoer waarbij hoge eisen worden gesteld. Het VRR vraagt aan de vervoerders welk type materieel ze willen gebruiken en onderhandelt dan zelf met de banken (voor een goedkope lening) en de fabrikanten. Het speciale rollend materieel is door de vervoersautoriteiten na aanbesteding besteld bij Siemens. Dit is een contract inclusief onderhoud over de levensduur van het materieel van 30 jaar, wat voorkomt dat de fabrikanten zouden concurreren met een lage aanschafprijs die later hoge onderhoudskosten zou betekenen. Het materieel wordt in twee concessieperiodes van 15 jaar aan de verschillende vervoerders verhuurd. De exploitatieconcessies zijn aanbesteed in drie kavels (RE1 / RE11, RE5 / RE6 en RE4), die zijn gewonnen door het Nederlandse Abellio (één kavel) en het Britse National Express (twee kavels). Die gaan in 2018 rijden. Het model om materieel te kopen inclusief onderhoud door de fabrikant met inzetbaarheidsgarantie voor de hele levensduur, gaat door het VRR ook in andere gevallen toegepast worden. Het RXX materieel van Siemens Binnenhaven Duisburg Een bezoek aan de haven van Duisburg sloot het werkbezoek af. De huidige haven van Duisburg is grotendeels voortgekomen uit de haven van Ruhrort. Ten zuiden van de Ruhr ontstond in de 19e eeuw de haven van Duisburg, die uit de Außenhafen en de Innenhafen bestond. De twee havens waren grote concurrenten van elkaar. In 1905 werd Ruhrort bij Duisburg gevoegd en gingen de twee samen verder als de haven van Duisburg. In de jaren 90 werd de Innenhafen omgebouwd tot woon-, kantoor- en uitgaansgebied. De haven wordt beschouwd als de grootste binnenhaven van Europa en na afweging van alle publieke en private havenfaciliteiten zelfs als de grootste binnenhaven in de wereld. Met een totale oppervlakte van 10 vierkante kilometer strekt het gebied van de haven zich uit van het Ruhr-estuarium aan de Ruhrmonding, langs de Rijn tot aan bovenstrooms Duisburg Rheinhausen. De 21 openbare insteekhavens hebben een water oppervlakte van meer dan 180 ha. De oever lengte is 40 km, waarvan 15 km loswal met spooraansluiting Er is ongeveer 1,5 miljoen m² overdekte opslagruimte aanwezig. De totale overslag bedroeg in ,4 miljoen ton, waarvan 12,1 miljoen ton per schip, en 10,7 miljoen ton per spoor. Samen met de trein- en vrachtauto overslag, inclusief acht particuliere commerciële

178 havens in het noorden en het zuiden van de stad, had de haven in 2009 een totale overslag van 81,8 miljoen ton. De haven van Duisburg is de Europese in het net van waterwegen de achterland-hub voor de zeehavens Rotterdam, Amsterdam, Emden, Antwerpen en Hamburg. In deze Noordzeehavens worden goederen van zeeschepen op binnenschepen overgeladen en grotendeels via Duisburg getransporteerd naar het Europese achterland. Omgekeerd zijn er ook directe verbindingen van Duisburg over de Rijn en de Maas naar het buitenland. Er worden op deze wijze verbindingen gelegd met in totaal honderd Europese havens. Elk jaar wordt er ongeveer twee miljoen ton vracht overgeladen op ongeveer zeewaardige coasters. In de haven van Duisburg zijn 250 bedrijven gevestigd met ongeveer arbeidsplaatsen. 11% van alle banen Duisburg is afhankelijk van de haven. De in 2000 opgerichte Duisport-groep bestaat uit de Duisburg- Haven AG en andere dochterondernemingen, met circa 600 medewerkers. Eigenaar van de Duisport-Groep zijn tot nu toe het Land Noord-Rijnland-Westfalen, de stad Duisburg en de Bondsrepubliek Duitsland in gelijke delen. De federale overheid heeft eind augustus 2011 haar voornemen bekend gemaakt om haar belang te verkopen. Bij de rondvaart door de haven viel op dat, ondanks de voornemens van de Energiewende, er nog steeds een forse kolenoverslag plaats vond op het koleneiland.

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR. De vergadering begint met een besloten deel. Naar verwachting start het openbare deel om uur.

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR. De vergadering begint met een besloten deel. Naar verwachting start het openbare deel om uur. ZITTING 2015 2018 AGENDA 19 e vergadering bestuurscommissie Vervoersautoriteit op woensdag 21 september 2016, van 09.30 tot 11.00 uur, vergaderzaal G van de MRDH, Grote Marktstraat 43 te Den Haag PUNTEN

Nadere informatie

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT ZITTING 2015-2018 AGENDA 18 e vergadering bestuurscommissie Vervoersautoriteit op woensdag 6 juli 2016, van 09.30 tot 11.30 uur, vergaderzaal G van

Nadere informatie

Besluitenlijst van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag 17 e vergadering, , MRDH te Den Haag

Besluitenlijst van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag 17 e vergadering, , MRDH te Den Haag A. Mededelingen Besluitenlijst van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag 17 e vergadering, 06.07.2016, MRDH te Den Haag PUNTEN VAN BEHANDELING - BESLOTEN B. Vaststellen

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 6 juli 2016 OPENBAAR

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 6 juli 2016 OPENBAAR VERSLAG Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 6 juli 2016 G. Opening en mededelingen OPENBAAR De voorzitter opent de openbare vergadering en alle afwezigen zijn gelijk als bij het besloten deel.

Nadere informatie

1. Het concept samenvattend verslag van het openbare gedeelte van de 15 e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit vast te stellen.

1. Het concept samenvattend verslag van het openbare gedeelte van de 15 e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit vast te stellen. H.2. Besluitenlijst van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag 15 e vergadering, 13.04.2016, MRDH te Den Haag Aanwezige leden Th.J.A.M. de Bruijn, M.J. Rosier,

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 26 oktober 2016 OPENBAAR

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 26 oktober 2016 OPENBAAR VERSLAG Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 26 oktober 2016 OPENBAAR Opening en mededelingen openbaar gedeelte 1. Vaststellen van de agenda van het openbare deel De heer Rosier geeft aan dat

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 7 december 2016 OPENBAAR

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 7 december 2016 OPENBAAR VERSLAG Bestuurscommissie vergadering 7 december 2016 OPENBAAR Opening en mededelingen openbaar gedeelte De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom bij de laatste vergadering van de

Nadere informatie

Aan de bestuurscommissies Economisch Vestigingsklimaat en Vervoersautoriteit,

Aan de bestuurscommissies Economisch Vestigingsklimaat en Vervoersautoriteit, Vergadering: 22 september 2016 Agendapunt: 5 Onderwerp: Uitvoering Regionaal Investeringsprogramma Van: Annet Bertram (SG), Arthur Gleijm (Directeur Va) en Lucas Vokurka (Directeur EV) Datum: 16 september

Nadere informatie

Deze is ter informatie verzonden aan de MRDH-coördinatoren, griffiers en het ambtelijk overleg Vervoersautoriteit

Deze  is ter informatie verzonden aan de MRDH-coördinatoren, griffiers en het ambtelijk overleg Vervoersautoriteit Deze email is ter informatie verzonden aan de MRDHcoördinatoren, griffiers en het ambtelijk overleg Vervoersautoriteit Geachte leden van de adviescommissie Vervoersautoriteit, Ter informatie zijn bijgevoegd:

Nadere informatie

Besluitenlijst van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag 6 e vergadering, 17 juni 2015, MRDH te Den Haag

Besluitenlijst van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag 6 e vergadering, 17 juni 2015, MRDH te Den Haag Besluitenlijst van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag 6 e vergadering, 17 juni 2015, MRDH te Den Haag Aanwezige leden P.J. Langenberg, Th.J.A.M. de Bruijn,

Nadere informatie

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT Grote Marktstraat 43 Postbus 66 2501 CB Den Haag Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Postbus 66 2501 CB Den Haag Aan de colleges van Burgemeester en

Nadere informatie

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG ZITTING 2015-2018 AGENDA 22 e vergadering bestuurscommissie Vervoersautoriteit op woensdag 7 december 2016, van 09.30 tot 11.00 uur, vergaderzaal G van de MRDH, Grote

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 8 maart 2017 OPENBAAR

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 8 maart 2017 OPENBAAR VERSLAG Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 8 maart 2017 OPENBAAR Opening en mededelingen openbaar deel 1. Mededelingen en vaststellen agenda De voorzitter opent de vergadering en meldt dat

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag Nr. 1071 25 juli 2018 Besluitenlijst, Bestuurscommissie Vervoersautoriteit, 11 juli

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 december 2017, tot uur

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 december 2017, tot uur Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 december 2017, 09.30 tot 11.30 uur OPENBAAR DEEL Aanwezig Voorzitter Albrandswaard P.J. Langenberg Mw. J.E. de Leeuw e Midden-Delfland Nissew aard H.H.V.

Nadere informatie

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR. A. Opening en mededelingen - Welkom aan de heer Arthur Gleijm, interim-directeur Vervoersautoriteit MRDH.

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR. A. Opening en mededelingen - Welkom aan de heer Arthur Gleijm, interim-directeur Vervoersautoriteit MRDH. METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT ZITTING 2015-2018 AGENDA 17 e vergadering bestuurscommissie Vervoersautoriteit op woensdag 15 juni 2016, van 09.30 tot 11.30 uur, vergaderzaal G van

Nadere informatie

RET N.V. t.a.v. de heer M. Unck Postbus AC ROTTERDAM. Geachte heer Unck,

RET N.V. t.a.v. de heer M. Unck Postbus AC ROTTERDAM. Geachte heer Unck, Grote Marktstraat 43 Postbus 66 2501 CB Den Haag Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Postbus 66 2501 CB Den Haag RET N.V. t.a.v. de heer M. Unck Postbus 112 3000 AC ROTTERDAM Datum 5 juli 2017 Onderwerp

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 25 oktober 2017 Delft, Markt 87, Raadzaal

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 25 oktober 2017 Delft, Markt 87, Raadzaal Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 25 oktober 2017 Delft, Markt 87, Raadzaal OPENBAAR DEEL Aanwezig Voorzitter P.J. Langenberg Midden-Delfland H.H.V. Horlings Albrandswaard Mw. J.E. de Leeuwe Barendrecht

Nadere informatie

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2016 Versie 1, 15 april 2016

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2016 Versie 1, 15 april 2016 Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2016 Versie 1, 15 april 2016 Het voorliggende document betreft de eerste versie van de inhoudelijke jaarplanning MRDH 2016. Per kwartaal is aangegeven welke (grote) onderwerpen

Nadere informatie

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 5 juli 2017, tot uur

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 5 juli 2017, tot uur A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 5 juli 2017, 11.00 tot 12.00 uur MRDH, Grote Marktstraat 43 te Den Haag, zaal G (5 e etage) OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar deel

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 7 maart 2018

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 7 maart 2018 METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG AGENDA Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 7 maart 2018 09.30 uur - 11.30 uur MRDH, Westersingel 12 te Rotterdam, ruimte A. OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 17 mei 2017 MRDH, zaal G.

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 17 mei 2017 MRDH, zaal G. BESLUITENLIJST Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 17 mei 2017 MRDH, zaal G. Opening en mededelingen besloten gedeelte 1. Mededelingen en vaststellen agenda PUNTEN VAN BEHANDELING BESLOTEN Verslag besloten

Nadere informatie

Uw subsidieaanvraag is geregistreerd onder projectnummer /VVO116 met verplichtingennummer

Uw subsidieaanvraag is geregistreerd onder projectnummer /VVO116 met verplichtingennummer Grote Marktstraat 43 Postbus 66 2501 CB Den Haag Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Postbus 66 2501 CB Den Haag HTM Personenvervoer N.V. t.a.v. de heer G. Boot Postbus 28503 2502 KM DEN HAAG Datum 15 juni

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 16 november 2016 OPENBAAR

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 16 november 2016 OPENBAAR VERSLAG Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 16 november 2016 OPENBAAR Opening en mededelingen openbaar gedeelte Een welkom aan wethouder Arnold de Leeuw (Krimpen aan den IJssel). Verhinderd

Nadere informatie

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT Grote Marktstraat 43 Postbus 66 2501 CB Den Haag Telefoon 088 5445 100 E-mail: informatie@mrdh.nl Internet: www.mrdh.nl KvK nummer: 62288024 Retouradres:

Nadere informatie

H.2. Aanwezige leden. Vervoersautoriteit MRDH: W.J. Benschop (secretaris), E. Bavelaar, D. Dijs, W. Dekker, T. van Mourik (verslag)

H.2. Aanwezige leden. Vervoersautoriteit MRDH: W.J. Benschop (secretaris), E. Bavelaar, D. Dijs, W. Dekker, T. van Mourik (verslag) H.2. Besluitenlijst van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag 8 e vergadering, 21 september 2015, MRDH te Den Haag Aanwezige leden P.J. Langenberg, Th.J.A.M.

Nadere informatie

Met vriendelijke groet, W. (Wouter) Dekker, MSc bestuurszaken Vervoersautoriteit Telefoon: Mobiel:

Met vriendelijke groet, W. (Wouter) Dekker, MSc bestuurszaken Vervoersautoriteit Telefoon: Mobiel: Deze mail is verzonden aan de colleges van B&W en gemeenteraden van de MRDH-gemeenten, de leden van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit, de leden van het ambtelijk overleg Vervoersautoriteit en MRDH-coördinatoren.

Nadere informatie

Uw subsidieaanvraag is geregistreerd onder projectnummer /VVO115 met verplichtingennummer

Uw subsidieaanvraag is geregistreerd onder projectnummer /VVO115 met verplichtingennummer Grote Marktstraat 43 Postbus 66 2501 CB Den Haag Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Postbus 66 2501 CB Den Haag HTM Personenvervoer N.V. t.a.v. de heer G. Boot Postbus 28503 2502 KM DEN HAAG Datum 16 juni

Nadere informatie

Adviescommissie Vervoersautoriteit woensdag 6 juni 2018, uur

Adviescommissie Vervoersautoriteit woensdag 6 juni 2018, uur AGENDA Adviescommissie Vervoersautoriteit woensdag 6 juni 2018, 19.30 20.30 uur Locatie: zaal A, MRDH Westersingel 12, Rotterdam Parkeren: kan op het parkeerterrein van de MRDH. Ingang via de poort naast

Nadere informatie

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 september 2017, tot uur

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 september 2017, tot uur A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 september 2017, 09.30 tot 11.30 uur MRDH, Grote Marktstraat 43 te Den Haag, zaal G (5 e etage) OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar

Nadere informatie

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR ZITTING 2015 2018 AGENDA 20 e vergadering bestuurscommissie Vervoersautoriteit op woensdag 26 oktober 2016, van 09.30 tot 11.30 uur, vergaderzaal G van de MRDH, Grote Marktstraat 43 te Den Haag PUNTEN

Nadere informatie

algemeen bestuur 11 e vergadering, vrijdag 9 december 2016, uur

algemeen bestuur 11 e vergadering, vrijdag 9 december 2016, uur BEKNOPT VERSLAG algemeen bestuur 11 e vergadering, vrijdag 9 december 2016, 15.00 17.00 uur Raadhuis Krimpen aan den IJssel, raadzaal, Raadhuisplein 2, 2922 AD Dit beknopt verslag wordt toegezonden vooruitlopend

Nadere informatie

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT ZITTING 2015-2018 AGENDA 19 e vergadering bestuurscommissie Vervoersautoriteit op woensdag 21 september 2016, van 09.30 tot 11.00 uur, vergaderzaal

Nadere informatie

Het taakstellend budget voor het programma Beter Benutten is als volgt opgesteld (kopie uit Plan van Aanpak):

Het taakstellend budget voor het programma Beter Benutten is als volgt opgesteld (kopie uit Plan van Aanpak): Grote Marktstraat 43 Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Burgemeester en Wethouders van de gemeente Den Haag Postbus 12 651 2500 DP DEN HAAG C O N C E P T Datum 21 september 2016 Onderwerp Beschikking project

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 15 november 2017 MRDH, Westersingel 12 Rotterdam

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 15 november 2017 MRDH, Westersingel 12 Rotterdam Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 15 november 2017 MRDH, Westersingel 12 Rotterdam OPENBAAR DEEL Aanwezig Plv. voorzitter M.J. Rosier Midden-Delfland H.H.V. Horlings Albrandswaard Mw. J.E. de Leeuwe

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 17 mei 2017

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 17 mei 2017 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 17 mei 2017 MRDH, Grote Markstraat 43 Den Haag OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar deel 10. Mededelingen en vaststellen agenda De voorzitter heet de heer

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zoetermeer Afdeling Stadsontwikkeling Postbus AA ZOETERMEER. Geacht college,

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zoetermeer Afdeling Stadsontwikkeling Postbus AA ZOETERMEER. Geacht college, Grote Marktstraat 43 Postbus 66 2501 CB Den Haag Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Postbus 66 2501 CB Den Haag Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zoetermeer Afdeling Stadsontwikkeling Postbus

Nadere informatie

De schaal van de woningcorporaties in overeenstemming brengen met de schaal van de regionale woningmarkt.

De schaal van de woningcorporaties in overeenstemming brengen met de schaal van de regionale woningmarkt. COLLEGEVOORSTEL Onderwerp Besluit tot aanwijzing gebied regio s Haaglanden, Midden-Holland en Rotterdam als kernwerkgebied voor de woningcorporaties Te besluiten om 1. Kennis te nemen van de voorlopige

Nadere informatie

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2017 en eerste doorkijk 2018 Versie 5, 15 september 2017

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2017 en eerste doorkijk 2018 Versie 5, 15 september 2017 Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2017 en eerste doorkijk 2018 Versie 5, 15 september 2017 Het voorliggende document betreft de inhoudelijke jaarplanning MRDH. Per kwartaal is aangegeven welke (grote) onderwerpen

Nadere informatie

Op 7 december 2016 is door MRDH middels een beschikking met kenmerk aan u een exploitatiesubsidie verleend van maximaal

Op 7 december 2016 is door MRDH middels een beschikking met kenmerk aan u een exploitatiesubsidie verleend van maximaal Westersingel 12 Postbus 21012 3001 AA Rotterdam Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Postbus 21012 3001 AA Rotterdam HTMbuzz B.V. t.a.v. de directie Postbus 45789 2504 BD Den Haag Datum 10 april 2019 Onderwerp

Nadere informatie

Dag van de Light Rail. Willem Benschop, directeur Vervoersautoriteit MRDH 28 januari 2015

Dag van de Light Rail. Willem Benschop, directeur Vervoersautoriteit MRDH 28 januari 2015 1 Dag van de Light Rail Willem Benschop, directeur Vervoersautoriteit MRDH 28 januari 2015 Inhoud 1. De Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag Opheffing stadsregio s Waarom opschaling? 2.

Nadere informatie

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2017 en eerste doorkijk 2018 Versie 4, 20 april 2017

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2017 en eerste doorkijk 2018 Versie 4, 20 april 2017 Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2017 en eerste doorkijk 2018 Versie 4, 20 april 2017 Het voorliggende document betreft de vierde versie van de inhoudelijke jaarplanning MRDH. Per kwartaal is aangegeven

Nadere informatie

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 22 september 2016 MRDH OPENBAAR DEEL

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 22 september 2016 MRDH OPENBAAR DEEL VERSLAG Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 22 september 2016 MRDH OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar deel 1. Mededelingen en vaststellen agenda De voorzitter opent

Nadere informatie

College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Den Haag Postbus DP DEN HAAG. Geacht college,

College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Den Haag Postbus DP DEN HAAG. Geacht college, Westersingel 12 Postbus 21012 3001 AA Rotterdam Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Postbus 21012 3001 AA Rotterdam College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Den Haag Postbus 12651 2500 DP

Nadere informatie

Stadhuis Den Haag, raadzaal, Spui 70, 2511 BT

Stadhuis Den Haag, raadzaal, Spui 70, 2511 BT METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG AGENDA algemeen bestuur 16 e vergadering, donderdag 21 december 2017, 14.30-16.30 uur Stadhuis Den Haag, raadzaal, Spui 70, 2511 BT Opening en mededelingen 1. Mededelingen

Nadere informatie

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 17 november 2016 MRDH OPENBAAR DEEL

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 17 november 2016 MRDH OPENBAAR DEEL VERSLAG Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 17 november 2016 MRDH OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar deel 1. Mededelingen en vaststellen agenda o De vicevoorzitter opent

Nadere informatie

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR ZITTING 2015 2018 AGENDA 21 e vergadering bestuurscommissie Vervoersautoriteit op woensdag 16 november 2016, van 09.30 tot 11.00 uur, vergaderzaal G van de MRDH, Grote Marktstraat 43 te Den Haag PUNTEN

Nadere informatie

Metropoolregio Rotterdam Den Haag Sijthoff City Grote Marktstraat BH Den Haag Postbus CB Den Haag

Metropoolregio Rotterdam Den Haag Sijthoff City Grote Marktstraat BH Den Haag Postbus CB Den Haag Geachte leden van de adviescommissie Vervoersautoriteit, Per brief van 18 november jl. (zie bijlage) heeft u advies uitgebracht aan het algemeen bestuur over de 1 e Bestuursrapportage MRDH 2015. Bijgevoegd

Nadere informatie

Gemeente Delft. VER7Nonmg 1 :c Geachte leden van de raad,

Gemeente Delft. VER7Nonmg 1 :c Geachte leden van de raad, Ruimte en Economie Advies Gemeente Delft bezoekadres: Stationsplein 1 2611 BV Delft IBAN NL21 BNGH 0285 0017 87 t.n.v. gemeente Delft Retouradres : Advies, Postbus 78, 2600 ME Delft Gemeenteraad Behandeld

Nadere informatie

VOORNEMEN TOT AANWIJZEN KERNWERKGEBIED HAAGLANDEN, ROTTERDAM, MIDDEN- HOLLAND

VOORNEMEN TOT AANWIJZEN KERNWERKGEBIED HAAGLANDEN, ROTTERDAM, MIDDEN- HOLLAND DSO/2016.270 RIS 292840 VOORNEMEN TOT AANWIJZEN KERNWERKGEBIED HAAGLANDEN, ROTTERDAM, MIDDEN- HOLLAND HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, Overwegende dat: - de Woningwet eisen stelt aan het werkgebied

Nadere informatie

OV, hoe werkt het? (in de MRDH) Ivo van der Linden Adviescommissie VA, 10 oktober 2018

OV, hoe werkt het? (in de MRDH) Ivo van der Linden Adviescommissie VA, 10 oktober 2018 OV, hoe werkt het? (in de MRDH) Ivo van der Linden Adviescommissie VA, 10 oktober 2018 Inhoudsopgave 1 2 3 4 1. Wettelijk kader en context Wettelijk kader en begrippen Wet Lokaal Spoor (WLS) Aanleg, beheer,

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 17 oktober 2018 MRDH, Westersingel 12 te Rotterdam

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 17 oktober 2018 MRDH, Westersingel 12 te Rotterdam Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 17 oktober 2018 MRDH, Westersingel 12 te Rotterdam Aanw ezig Voorzitter (plv) Albrandswaard OPENBAAR DEEL R. van Asten M. Heezen Midden-Delfland H.H.V. Horlings Barendrecht

Nadere informatie

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR. vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit vast te stellen.

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR. vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit vast te stellen. METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT ZITTING 2015-2018 AGENDA 21 e vergadering bestuurscommissie Vervoersautoriteit op woensdag 16 november 2016, van 09.30 tot 11.00 uur, vergaderzaal G

Nadere informatie

Vanwege het zomerreces is het verzoek om zoveel mogelijk de (concept) zienswijze voor het

Vanwege het zomerreces is het verzoek om zoveel mogelijk de (concept) zienswijze voor het Grote Marktstraat 43 Postbus 66 2501 CB Den Haag Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Postbus 66 2501 CB Den Haag Aan de gemeenteraden van de 23 gemeenten E-mail: informatie@mrdh.nl Internet: www.mrdh.nl

Nadere informatie

Bedoeling is in juni 2016 een verzoek voor de vorming van een kernwerkgebied bij de minister in te dienen.

Bedoeling is in juni 2016 een verzoek voor de vorming van een kernwerkgebied bij de minister in te dienen. 2016-03- 03 Aan:. de raden van bestuur van de corporaties die actief zijn in de regio s Haaglanden, Midden-Holland en Rotterdam. de colleges van B&W van de gemeenten waar corporaties die actief zijn in

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 5 juli 2017

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 5 juli 2017 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 5 juli 2017 MRDH, Grote Markstraat 43 Den Haag OPENBAAR DEEL Aanwezig Voorzitter P.J. Langenberg Midden-Delfland H.H.V. Horlings Secretaris A.L. Gleijm Nissewaard Mw.

Nadere informatie

Concessie Rail Adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH Eric Bavelaar, Directeur Openbaar Vervoer Vervoersautoriteit MRDH 17 juni 2015

Concessie Rail Adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH Eric Bavelaar, Directeur Openbaar Vervoer Vervoersautoriteit MRDH 17 juni 2015 Concessie Rail 2016 Adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH Eric Bavelaar, Directeur Openbaar Vervoer Vervoersautoriteit MRDH 17 juni 2015 Context Twee railconcessies: Rail Rotterdam: Tram en Metro (inclusief

Nadere informatie

Raadsvoorstel tot vaststelling MVS zienswijze ontwerp Programma van Eisen Parkshuttle

Raadsvoorstel tot vaststelling MVS zienswijze ontwerp Programma van Eisen Parkshuttle RAADSVOORSTEL Registratienummer : 1619964 R-nummer : 87.1 Datum besluit B&W : 14 november 2017 Portefeuillehouder : R. van Harten Raadsvoorstel tot vaststelling MVS zienswijze ontwerp Programma van Eisen

Nadere informatie

Agenda. Openbare vergadering van. Datum en tijdstip 15 september 2015 16:00 uur. Algemeen Bestuur GR Bleizo

Agenda. Openbare vergadering van. Datum en tijdstip 15 september 2015 16:00 uur. Algemeen Bestuur GR Bleizo Agenda Openbare vergadering van Algemeen Bestuur GR Bleizo Datum en tijdstip 15 september 2015 16:00 uur Gemeente Lansingerland - Dhr. A. Abee (voorzitter) - Dhr. J. Heuvelink - Dhr. S.A.F. Fortuyn Gemeente

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG AGENDA Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 26 september 2018 09.00-10.50 uur MRDH, Westersingel 12 te Rotterdam Inwerkprogramma: presentatie 'OV hoe werkt het?'

Nadere informatie

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR Vergadering Datum Tijd Plaats Bestuurscommissie Va 15 juni 2016 9.30 uur MRDH Aanwezig Rotterdam Zoetermeer Albrandswaard Brielle Capelle aan den IJssel Delft Hellevoetsluis Krimpen aan den IJssel Lansingerland

Nadere informatie

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 2 februari 2017 MRDH OPENBAAR DEEL

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 2 februari 2017 MRDH OPENBAAR DEEL VERSLAG Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 2 februari 2017 MRDH OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar deel 1. Mededelingen en vaststellen agenda o De voorzitter opent

Nadere informatie

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 september 2017, tot uur

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 september 2017, tot uur A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 september 2017, 09.30 tot 11.30 uur MRDH, Grote Marktstraat 43 te Den Haag, zaal G (5 e etage) OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar

Nadere informatie

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND ^ gemeente Roermond VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND datum indiening: 24 maart 2014 datum/agendapunt B&Wvergadering: 010414/A07 afdeling: Stedelijice Ontwikkeling Onderwerp:

Nadere informatie

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 27 september 2018 MRDH OPENBARE VERGADERING

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 27 september 2018 MRDH OPENBARE VERGADERING VERSLAG Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 27 september 2018 MRDH OPENBARE VERGADERING Opening en mededelingen 1. Mededelingen en vaststellen agenda Tijdelijk technisch voorzitter

Nadere informatie

Er zijn een paar overall -conclusies te trekken als alle data, inclusief de financiering met elkaar vergeleken worden.

Er zijn een paar overall -conclusies te trekken als alle data, inclusief de financiering met elkaar vergeleken worden. 7 juni 2017 agendapunt 8 Onderwerp: Verantwoording exploitatie OV-concessies 2016 Portefeuille: Datum: OV-Performance 7 juni 2017 Contactpersoon: J.M. Witte Telefoonnummer: 088 5445207 Aan de bestuurscommissie

Nadere informatie

Notitie. Lenneke Kriek T 06 42 25 55 39 E 6 juni 2013 Leden bestuurlijk overleg Werk en Inkomen

Notitie. Lenneke Kriek T 06 42 25 55 39 E 6 juni 2013 Leden bestuurlijk overleg Werk en Inkomen Notitie Van Lenneke Kriek T 06 42 25 55 39 E hjcm.kriek@spijkenisse.nl Bezoekadres Teilingerstraat 176 3032 AW Rotterdam Postadres Postbus 20 3000 AA Rotterdam T (010) 850 97 77 F (010) 850 97 78 www.wsprijnmond.nl

Nadere informatie

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 december 2017, tot uur

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 december 2017, tot uur A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 december 2017, 09.30 tot 11.30 uur MRDH, vergaderzaal A (begane grond) Westsingel 12 te Rotterdam. OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar

Nadere informatie

ZITTING 2014 2018 A.1

ZITTING 2014 2018 A.1 ZITTING 2014 2018 A.1 BESLUITENLIJST VAN DE 1 e VERGADERING VAN HET DAGELIJKS BESTUUR VAN HET STADSGEWEST HAAGLANDEN, GEHOUDEN OP 9 juli 2014, AANVANG 13.45 UUR TE ROTTERDAM Aanwezig: mr. drs. G.A.A. Verkerk

Nadere informatie

ZITTING 2010 2014 A.1

ZITTING 2010 2014 A.1 ZITTING 2010 2014 A.1 BESLUITENLIJST VAN DE 70 e VERGADERING VAN HET DAGELIJKS BESTUUR VAN HET STADSGEWEST HAAGLANDEN, GEHOUDEN OP 21 mei 2014, AANVANG 14.00 UUR TE DEN HAAG Aanwezig: mr. drs. G.A.A. Verkerk

Nadere informatie

Vergadering Datum Tijd Plaats Adviescommissie Va MRDH 17 juni 2015 19.00 uur Zoetermeer, raadzaal

Vergadering Datum Tijd Plaats Adviescommissie Va MRDH 17 juni 2015 19.00 uur Zoetermeer, raadzaal Vergadering Datum Tijd Plaats Adviescommissie Va MRDH 17 juni 2015 19.00 uur Zoetermeer, raadzaal Aanwezige commissieleden dhr. A. Hekman Schiedam dhr. C.M.P. t Hart Maassluis (voorzitter) dhr. F.P. van

Nadere informatie

Adviescommissies VA & EV MRDH

Adviescommissies VA & EV MRDH ANALYSE- & OPLOSSINGSRICHTINGENFASE MIRT ONDERZOEK BEREIKBAARHEID ROTTERDAM DEN HAAG Adviescommissies VA & EV MRDH 12 april 2017 Investeringsstrategie MRDH RIJK -> MIRT: Samenhang strategische trajecten

Nadere informatie

Concessie Rail Gemeenteraad Den Haag Gertjan Nijsink, projectleider concessieverleningen Vervoersautoriteit MRDH 2 september 2015

Concessie Rail Gemeenteraad Den Haag Gertjan Nijsink, projectleider concessieverleningen Vervoersautoriteit MRDH 2 september 2015 Concessie Rail 2016 Gemeenteraad Den Haag Gertjan Nijsink, projectleider concessieverleningen Vervoersautoriteit MRDH 2 september 2015 Context Twee railconcessies: Rail Rotterdam: Tram en Metro (inclusief

Nadere informatie

Vergadering Datum Tijd Plaats Adviescommissie Va MRDH 16 november 2015 19.00 uur De Rode Olifant, Den Haag

Vergadering Datum Tijd Plaats Adviescommissie Va MRDH 16 november 2015 19.00 uur De Rode Olifant, Den Haag Vergadering Datum Tijd Plaats Adviescommissie Va MRDH 16 november 2015 19.00 uur De Rode Olifant, Den Haag Vergadering Datum Tijd Plaats Adviescommissie Va MRDH 16 november 2015 18.00 uur de Rode Olifant,

Nadere informatie

Algemeen bestuur. De leden van de bestuurs- en adviescommissie zijn voorgedragen door de gemeenten.

Algemeen bestuur. De leden van de bestuurs- en adviescommissie zijn voorgedragen door de gemeenten. Algemeen bestuur Onderwerp Voorgesteld besluit Korte motivering Vergadering 19-12-2014 Agendapunt 8 Economisch Vestigingsklimaat Vaststellen van: 1. De verordening Bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat

Nadere informatie

prov.nc,eholland 12 SEP 2016 ^ VOORBLAD Deo,/bijlage Afd. Geme Provincie Zuid-Holland Productnr. Geachte ontvanger,

prov.nc,eholland 12 SEP 2016 ^ VOORBLAD Deo,/bijlage Afd. Geme Provincie Zuid-Holland Productnr. Geachte ontvanger, prov.nc,eholland Afd. Geme Deo,/bijlage Productnr. 12 SEP 2016 ^ VOORBLAD Provincie Zuid-Holland Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Gemeenteraad

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 31 januari 2018, tot uur

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 31 januari 2018, tot uur Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 31 januari 2018, 09.30 tot 11.30 uur MRDH, vergaderzaal A (begane grond) Westersingel 12 te Rotterdam. OPENBAAR DEEL Aanw ezig Voorzitter Albrandswaard Brielle

Nadere informatie

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2019 Versie 2, april 2019

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2019 Versie 2, april 2019 Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2019 Versie 2, april 2019 Het voorliggende document betreft de inhoudelijke jaarplanning MRDH. Per kwartaal is aangegeven welke (grote) onderwerpen voor behandeling gepland

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 11 juli uur uur Westersingel 12 te Rotterdam

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 11 juli uur uur Westersingel 12 te Rotterdam METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG AGENDA Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 11 juli 2018 09.00 uur - 11.30 uur Westersingel 12 te Rotterdam OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar deel 1. Mededelingen

Nadere informatie

SAMENWERKINGS- OVEREENKOMST

SAMENWERKINGS- OVEREENKOMST 2017 Gemeenten Voorne- Putten in samenwerking met de Metropoolregio Rotterdam Den Haag SAMENWERKINGS- OVEREENKOMST Een samenwerking tussen de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en de gemeenten Brielle,

Nadere informatie

Aan de bestuurscommissies Economisch Vestigingsklimaat en Vervoersautoriteit,

Aan de bestuurscommissies Economisch Vestigingsklimaat en Vervoersautoriteit, Vergadering: 16 en 17 november 2016 Agendapunt: 3.B Onderwerp: Uitvoering Regionaal Investeringsprogramma Van: Annet Bertram (SG), Arthur Gleijm (Directeur Va) en Lucas Vokurka (Directeur EV) Datum: 11

Nadere informatie

Besluitenlijst procedurevergadering Statencommissie Verkeer en Milieu van 25 oktober 2017

Besluitenlijst procedurevergadering Statencommissie Verkeer en Milieu van 25 oktober 2017 Besluitenlijst procedurevergadering Statencommissie Verkeer en Milieu van 25 oktober 2017 1 a) Opening en mededelingen De voorzitter, mevrouw Oosterop - van Leussen, opent de procedurevergadering om 14.00

Nadere informatie

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 12 april 2017, tot uur

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 12 april 2017, tot uur AGENDA A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 12 april 2017, 09.30 tot 11.30 uur MRDH, Grote Marktstraat 43 te Den Haag, zaal G (5 e etage) Opening en mededelingen openbaar deel 1. Mededelingen

Nadere informatie

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG Retouradres: Postbus 12600,2500 DJ Den Haag Colleges van B&W in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag U w brief van U w k enmer k Ons kenmerk Burgemees ter/2013. aanbiedingvoor

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: 19 december Onderwerp: Voorstel oprichting Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH)

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: 19 december Onderwerp: Voorstel oprichting Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: 19 december 2013 Onderwerp: Voorstel oprichting Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) Gevraagde Beslissing: Te besluiten om: 1. Over te gaan tot het

Nadere informatie

Nieuwe fase in samenwerking in de regio

Nieuwe fase in samenwerking in de regio Nieuwe fase in samenwerking in de regio Presentatie voor de gemeenteraad Opbouw MRDH en Afbouw Haaglanden 2 september 2014 Aanleiding voor de presentatie MRDH: Consultatiepakket gemeenten om daadwerkelijke

Nadere informatie

BEHANDELINGSFORMULIER AB

BEHANDELINGSFORMULIER AB BEHANDELINGSFORMULIER AB Onderwerp Portefeuillehouder Beleidstaak Voorgesteld besluit Afkoop besluit Woninggebonden subsidies De heer ir. B. Emmens Vergadering 24-11-2010 Agendapunt 8 Wonen Instemmen met

Nadere informatie

Ontwerp Programma van Eisen concessies Bus

Ontwerp Programma van Eisen concessies Bus Ontwerp Programma van Eisen concessies Bus Adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH Sjoerd, Bosman, Directeur Openbaar Vervoer Vervoersautoriteit MRDH 16 november 2016 Concessie Stand van zaken OV-concessies

Nadere informatie

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 18 mei 2017 MRDH OPENBARE VERGADERING

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 18 mei 2017 MRDH OPENBARE VERGADERING VERSLAG Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 18 mei 2017 MRDH OPENBARE VERGADERING Opening en mededelingen 1. Mededelingen en vaststellen agenda De voorzitter opent de vergadering.

Nadere informatie

hierna te noemen QWHOVNO (Quick-Wins Hoogwaardig Openbaar Vervoer Noordoost-Brabant)

hierna te noemen QWHOVNO (Quick-Wins Hoogwaardig Openbaar Vervoer Noordoost-Brabant) BESTUURSOVEREENKOMST TUSSEN DE PROVINCIE NOORD-BRABANT EN DE GEMEENTEN BERNHEZE, EINDHOVEN, OSS, S HERTOGENBOSCH, SCHIJNDEL, UDEN EN VEGHEL MET BETREKKING TOT HET REALISEREN VAN QUICK-WINS VOOR HET HOV

Nadere informatie

Investeringsstrategie MRDH

Investeringsstrategie MRDH Investeringsstrategie MRDH Aanleiding De economische ontwikkeling van de MRDH blijft achter bij die van Amsterdam en Eindhoven en zeker bij die van andere Europese metropolitane regio s Agenda Economisch

Nadere informatie

Statenvoorstel. Wijziging incidentele subsidie Gemeente Gorinchem - Reizigerstunnel Gorinchem

Statenvoorstel. Wijziging incidentele subsidie Gemeente Gorinchem - Reizigerstunnel Gorinchem Statenvoorstel Vergaderdatum GS: 31 oktober 2017 Portefeuillehouder: Vermeulen, F Uiterlijke beslistermijn: 20 december 2017 Behandeld ambtenaar: dhr. H. Aydin E-mailadres: h.aydin@pzh.nl Telefoonnummer:

Nadere informatie

Iwan Bean vertegenwoordiger DO H10 Ismael el Barzouhi (agendapunt 4 en 5) Ed Botticher (agendapunt 7)

Iwan Bean vertegenwoordiger DO H10 Ismael el Barzouhi (agendapunt 4 en 5) Ed Botticher (agendapunt 7) Verslag Onderwerp : GR Bestuur Datum : 10 september 2018 Aanwezigen : Inge Zweerts de Jong gemeente Wassenaar - namens de H5 Piet Vreugdenhil gemeente Westland namens H4 Kavita Parbhudayal gemeente Den

Nadere informatie

OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland

OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland - Voor de OV Visie - Voor de OV-Concessie Zuid-Holland Noord Fred van der Blij 14 februari 2018 OV Visie is gezamenlijk proces Vanuit 19 gemeenten afspraak om OV

Nadere informatie

OM UUR START DE VERGADERING MET EEN BESLOTEN DEEL. Aansluitend worden in het OPENBAAR DEEL de volgende agendapunten behandeld:

OM UUR START DE VERGADERING MET EEN BESLOTEN DEEL. Aansluitend worden in het OPENBAAR DEEL de volgende agendapunten behandeld: Agenda 7 e openbare vergadering algemeen bestuur Metropoolregio Rotterdam Den Haag Vrijdag 4 maart 2016, aanvang 15.00 uur, in de raadszaal van de gemeente Pijnacker-Nootdorp, Emmastraat 165, 2641 ED Pijnacker

Nadere informatie

Statenvoorstel. Concept advies Bestuurlijke Regiegroep RTHA over regionaal draagvlak ontwikkeling Rotterdam The Hague Airport aan Staatssecretaris

Statenvoorstel. Concept advies Bestuurlijke Regiegroep RTHA over regionaal draagvlak ontwikkeling Rotterdam The Hague Airport aan Staatssecretaris Statenvoorstel Vergaderdatum GS: 18 april 2017 Portefeuillehouder: Bom - Lemstra, AW Uiterlijke beslistermijn: 28 juni 2017 Behandeld ambtenaar : K. de Jong E-mailadres: k.de.jong@pzh.nl Telefoonnummer:

Nadere informatie

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 15 november 2017, tot uur

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 15 november 2017, tot uur A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 15 november 2017, 10.30 tot 11.30 uur MRDH, vergaderzaal A (begane grond) Westsingel 12 te Rotterdam. De vergadering start met een besloten deel.

Nadere informatie

Vergadering: 17 november 2016 Agendapunt: 13. Aan de bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat,

Vergadering: 17 november 2016 Agendapunt: 13. Aan de bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat, Vergadering: 17 november 2016 Agendapunt: 13 Onderwerp: Roadmap Next Economy Van: Hans Beekman Datum: 11 november 2016 Telefoonnummer: 06-20000251 Aan de bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat,

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 11 juli 2018 MRDH, Westersingel 12 te Rotterdam

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 11 juli 2018 MRDH, Westersingel 12 te Rotterdam VERSLAG Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 11 juli 2018 MRDH, Westersingel 12 te Rotterdam OPENBAAR DEEL Aanw ezig Voorzitter (plv) M.J. Rosier Midden-Delfland H.H.V. Horlings Barendrecht P.W.J. Luijendijk

Nadere informatie