PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR"

Transcriptie

1 ZITTING AGENDA 21 e vergadering bestuurscommissie Vervoersautoriteit op woensdag 16 november 2016, van tot uur, vergaderzaal G van de MRDH, Grote Marktstraat 43 te Den Haag PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR Opening en mededelingen openbaar gedeelte 1. Vaststellen van de agenda van het openbare deel Vaststellen verslag 2. Verslag van het openbare gedeelte van de 20 e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit d.d. 26 oktober 2016 Gevraagd besluit: Het verslag van het openbare gedeelte van de 20 e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit vast te stellen. Ter bespreking 3. Regionaal Investeringsprogramma [nazending] 3.A. Nota van Beantwoording Gevraagd besluit: Kennis te nemen van de binnengekomen zienswijzen en de Nota van beantwoording door te geleiden naar het dagelijks bestuur ter agendering in de vergadering van het algemeen bestuur van 9 december Op 14 oktober jl. liep de zienswijzeprocedure af voor gemeenten voor het aanleveren van zienswijzen voor het Regionaal Investeringsprogramma. In de nota van beantwoording zijn de zienswijzen van de gemeenten gebundeld en voorzien van een reactie. 3.B. Uitvoering Gevraagd besluit: Akkoord gaan met: 1. Het indelen van projecten van het Regionaal Investeringsprogramma in de categorieën: A. Projecten waarvan MRDH of PZH bestuurlijk eigenaar zijn. B. Projecten waarvan gemeenten bestuurlijk eigenaar zijn. C. Projecten waarvan derden (Rijk, bedrijven etc.) bestuurlijk eigenaar zijn. De projecten staan in bijlage De verantwoordelijkheids-/rolverdeling van de projecten zoals opgenomen in de bijlage 1 en 2 behorende bij deze notitie Uitvoering Regionale Investeringsprogramma. 3. Het opnemen van daarvoor in aanmerking komende projecten uit de shortlist van de Roadmap Next Economy in het Regionaal Investeringsprogramma. 4. De voorgestelde keuze van de focusprojecten, van de projecten waar de MRDH-organisatie extra inzet op pleegt en van de etalageprojecten. 5. Het informeren over relevante ontwikkelen betreffende de uitvoering van het regionale investeringsprogramma in de reguliere vergaderingen van de bestuurlijke gremia (algemeen Pagina 1 van 5

2 bestuur en bestuurscommissies) en eenmaal per jaar een special te organiseren om de balans op te maken. 6. De bovengenoemde besluiten (1 t/m 5) ter definitieve accordering voor te leggen aan het algemeen bestuur van 9 december Op 6 juli is in aanwezigheid van de bestuurlijk vertegenwoordigers van de 23 MRDH-gemeenten, de provincie Zuid-Holland (PZH), de Economische Programmaraad Zuidvleugel (EPZ), Holland Rijnland en Drechtsteden het investeringsprogramma aangeboden aan minister-president Rutte. Hiermee is de regio erin geslaagd om een samenhangend en robuust pakket te presenteren dat antwoord geeft op de vraag naar significante economisch versterking van de regio. Het Regionaal Investeringsprogramma betekent een enorme opgave voor de regio. Met elkaar moeten we ervoor zorgen dat de projecten tot uitvoering komen. Het is evident (gezien de onderlinge afhankelijkheden en gezamenlijke mogelijkheden) dat een gedeelde en door alle partijen gedragen uitvoering van groot belang is. Juist door als overheden gezamenlijk en in samenhang op de realisatie van het programma te sturen wordt onderlinge synergie optimaal benut. Deze notitie beschrijft ons voorstel voor een uitvoeringsstrategie van de gezamenlijke partijen voor het Regionaal Investeringsprogramma. 4. Tarieven openbaar vervoer 2017 Gevraagd besluit: 1. In te stemmen met de landelijke en regionale tariefvoorstellen 2017, met o.a. het verhogen van het kilometertarief met de Landelijke Tarieven Index (0,38%), gelet op het advies van het Metrocov, waarbij het kilometertarief voor 2017 op 15,5 ct. voor de regio (oud) Haaglanden en voor de regio (oud) stadsregio Rotterdam 13,7 ct. wordt. 2. In te stemmen met de bijgevoegde tarief- en reisproductvoorstellen van RET; 3. In te stemmen met de bijgevoegde tarief- en reisproductvoorstellen van HTM, uitgezonderd het voorstel van het vervangen van Regio-abonnementen met de sterwaarde 5 en 6 door een Zuidvleugelabonnement ; 4. a) In te stemmen met de bijgevoegde tarief- en reisproductvoorstellen van Connexxion, uitgezonderd het voorstel van de kilometertariefverhoging naar 13,9ct; b) In te stemmen met het op 19 oktober 2016 gewijzigde voorstel van Connexxion voor het flat fare tarief op de Parkshuttle Rivium van 55ct; 5. In te stemmen met de bijgevoegde tarief- en reisproductvoorstellen van Veolia, uitgezonderd het voorstel van de kilometertariefverhoging naar 15,7ct; 6. In te stemmen met het verlenen van een volmacht aan de voorzitter van de Bestuurscommissie Va om een afsprakenkader 2017 voor de opbrengstverdeling van de Regio Abonnementen te ondertekenen; 7. In te stemmen met het verlenen van een mandaat aan de voorzitter van Bestuurscommissie Va om de tariefbesluiten te ondertekenen. De bestuurscommissie Va is bevoegd om de OV-tarieven van de door de Metropoolregio Rotterdam Den Haag geconcessioneerde vervoerders vast te stellen. Hiervoor wordt als richtlijn de landelijk vastgestelde index als richtlijn gehanteerd. Aanvankelijk was er een negatief advies op de voorgestelde flat fare tariefsverhoging bij Parkshuttle van 0,50 naar 0,60. Echter omdat het tarief van 0,50 al sinds 1 januari 2010 niet gewijzigd is, heeft contact met Connexxion geleid tot een nieuw voorstel van 0,55. In dit nieuw voorgestelde tarief zijn alle indexeringen die gedurende deze 7 jaar niet verwerkt zijn, opgenomen. Het rekentarief komt uit op 0, Metrocov kon wel positief adviseren over dit nieuwe voorstel van 0,55. Pagina 2 van 5

3 5. Beleidsnota Reserves, voorzieningen en fondsen [nazending] Het algemeen bestuur heeft op 4 november besloten het besluitvormingsproces, inclusief de zienswijzeprocedure, voor de Beleidsnota reserves, voorzieningen en fondsen te koppelen aan de procedure van de begroting MRDH De beleidsnota zal daarom op een later moment besproken worden. Hamerstukken De hamerstukken zullen ter vergadering in één keer worden afgedaan. Indien u toch wenst te spreken over een hamerstuk dient u dit voorafgaand aan de vergadering kenbaar te maken aan de voorzitter via w.dekker@mrdh.nl en t.vanmourik@mrdh.nl. 6. Beleidsregel vergunning spoorvoertuigen werkmaterieel Gevraagd besluit: In te stemmen met de beleidsregel ten aanzien van het gebruik van railwerkvoertuigen op het spoor. Op basis van de Wet Lokaal Spoor heeft de Metropoolregio Rotterdam Den Haag een rol, taak en bevoegdheid om de veiligheid op het spoor te waarborgen. Als instrument is daarvoor o.a. het verlenen van vergunningen voor het indienststellen van de spoorweg en de spoorvoertuigen opgenomen in de Wet. De beleidsregel geeft aan dat railwerkvoertuigen, die niet deelnemen aan het verkeer, geen indienststellingsvergunning nodig hebben. De railwerkvoertuigen worden gebruikt door de beheerder of aannemers, voor het verrichten van onderhoud door het werkgebied in de openbare ruimte af te zetten en het spoor buiten dienst te nemen. Bovendien beoefent bediener van de railwerkvoertuig welke niet deelneemt aan het verkeer geen veiligheidsfunctie en hoeft dus niet medisch en psychisch te worden gekeurd in de zin van de WLS. Hiermee wordt bureaucratie en daarmee onnodige kosten voorkomen. De beleidsregel is in samenspraak met de beheerders van RET, HTM en de Inspectie Transport en Leefomgeving tot stand gekomen. 7. Beleidslijn Sociale veiligheid in het openbaar vervoer Gevraagd besluit: De Beleidslijn Sociale Veiligheid in het Openbaar Vervoer vast te stellen. De Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) is verantwoordelijk voor het waarborgen van de sociale veiligheid in het openbaar vervoer. In de afgelopen periode is in samenwerking met de vervoerders en andere belanghebbende partijen een beleidslijn sociale veiligheid voor het gehele metropoolregio opgesteld. Door de beleidslijn kan MRDH op hoofdlijnen monitoren, sturen en financiële middelen beschikbaar stellen. De beleidslijn bevestigt en formaliseert de huidige praktijk. Er is voor gekozen om de risicogestuurde inzet die in de afgelopen jaren is ingezet voort te zetten, waarbij MRDH financieel ondersteunt via de exploitatiesubsidies. Doel van het beleid is om het huidige relatief hoge niveau van sociale veiligheid minimaal te handhaven bij een gelijkblijvend budget. MRDH geeft de richting van het beleid aan, maar schrijft geen maatregelen voor aangezien de vervoerders beschikken over expertise op het gebied van maatregelen ten behoeve van sociale veiligheid en specifieke gebiedskennis. Daarnaast verschilt de aard van de (concessie)gebieden binnen de MRDH waardoor één generiek maatregelenpakket voor het hele gebied niet volstaat. Pagina 3 van 5

4 8. Loon- en prijspeilaanpassingen 2016 concessie Hoekse Lijn (NS) Gevraagd besluit: 1. De loon- en prijspeilaanpassing 2016 conform de CPI (Consumentenprijsindex uit de Macro Economische Verkenningen (MEV) voor de concessie Hoekse Lijn vast te stellen op 0,2%. 2. Op grond van artikel 23 van de Subsidieverordening Verkeer en Vervoer 2012 van de stadsregio Rotterdam, die van toepassing is op basis van artikel 1 van de Tijdelijke Subsidieverordening Verkeer en Vervoer MRDH 2015 voor de loon- en prijspeilaanpassing 2016 een aanvullende subsidie van maximaal 9.488,- te verlenen aan N.S. Reizigers voor de uitvoering van de concessie Hoekse Lijn. Op 7 december 2015 heeft de bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit aan de NS een exploitatiesubsidie verleend voor de uitvoering van de concessie Hoekse Lijn en voor de gebruiksvergoeding van de infrastructuur van de Hoekse Lijn in de periode 13 december 2015 tot en met 10 december 2016 op prijspeil Conform de concessie wordt de verleende subsidie met prijspeil 2015 voor wat betreft het exploitatiedeel ( ,-) lopende het dienstregelingjaar aangepast aan het prijspeil De bestuurscommissie wordt thans voorgesteld de loon- en prijspeilaanpassing 2015 voor de concessie Hoekse Lijn conform de CPI 2016, zoals gepubliceerd in de MEV van september 2016, vast te stellen op 0,2%. Daarmee kan een aanvullende subsidie als gevolg van de loon-en prijspeilaanpassing 2016 verleend worden van 9.488, e bestuursrapportage MRDH 2016 Gevraagd besluit: 1. In te stemmen met de 2e bestuursrapportage MRDH 2016 en deze door te geleiden naar het dagelijks bestuur ter agendering in de vergadering van het algemeen bestuur van 9 december De MRDH maakt op grond van de Financiële verordening MRDH 2015 jaarlijks twee bestuursrapportages waarin de mogelijkheid wordt geboden de begroting tussentijds aan te passen aan de hand van gerealiseerde of verwachte ontwikkelingen. De bestuursrapportage betreft een afwijkingenrapportage op zowel beleidsmatig als financieel gebied. Beleidsmatige afwijkingen worden toegelicht en voor financiële afwijkingen worden begrotingswijzigingen voorgesteld. Met de in deze rapportage voorgestelde begrotingswijzigingen daalt de lastenkant van de begroting van 652 miljoen naar 630 miljoen. Deze daling wordt vooral veroorzaakt doordat de bijdrage aan de verlenging van de A16 (programma Verkeer) wordt doorgeschoven naar 2017 vanwege een latere uitvoering dan oorspronkelijk gepland. Daar tegenover staan hogere lasten voor de Rotterdamse baan (programma Verkeer) en de OV-projecten Netwerk Randstadrail (NRR) en Aanlanding Erasmuslijn. De begroting voor salarislasten stijgt incidenteel met als gevolg van de invoering van het Individueel Keuzebudget (IKB) met ingang van 1 januari Deze incidenteel hogere lasten zijn als volgt over de programma s verdeeld: programma Openbaar vervoer , programma Verkeer met en programma Economisch Vestigingsklimaat Binnen de vastgestelde begroting voor apparaatslasten zijn tenslotte een aantal budgettair neutrale wijzigingen doorgevoerd vanwege voortschrijdend inzicht en nieuwe ontwikkelingen zonder effect op het totaal van de apparaatslasten. 10. Eerste veegactie: reglementen van orde Gevraagd besluit: 1. Het bijgevoegde 'Eerste wijzigingsbesluit Reglement van Orde Vervoerautoriteit MRDH 2015' vast te stellen, waarbij de belangrijkste wijzigingen zijn: invoegen procedure stemming op zaken; invoegen procedure stemming op personen; Pagina 4 van 5

5 invoegen procedure voor het verkrijgen van informatie door raadsleden van de deelnemende gemeenten. De veegactie is een actie om onvolkomenheden in de gemeenschappelijke regeling, verordeningen, instellingsbesluiten en reglementen (zowel juridisch/technisch) recht te trekken, evenals zaken waar we in de afgelopen periode tegenaan zijn gelopen en die het werken bemoeilijken. Of zoals in het werkplan 2016 is gesteld: ( )Hierbij is een aantal technische onvolkomenheden naar voren gekomen. Het gaat dan bijvoorbeeld om tekstuele omissies en -onduidelijkheden en zaken die in de praktijk toch moeilijk werkbaar blijken. Het wegnemen van deze technische onvolkomenheden draagt bij aan het uitgangspunt in de gemeenschappelijke regeling dat de Metropoolregio een slagvaardige en efficiënte samenwerking op bovenlokaal niveau is. In het reglement van orde van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit worden de volgende zaken toegevoegd: - Procedure stemming op zaken en personen - Verstrekken van inlichtingen In het reglement van orde van de bestuurscommissie was niet geregeld hoe een raadslid van een deelnemende gemeente informatie kon verkrijgen van de bestuurscommissies van de MRDH. Uitgangspunt is dat een raadslid eerst, in de geest van verlengd lokaal bestuur, het commissielid van de eigen gemeente om inlichtingen verzoekt. Als dat niet tot een gewenst resultaat leidt, staat de weg naar de bestuurscommissie open. Ter informatie 11. Roadmap Next Economy - fase 4 Gevraagd besluit: Kennis te nemen van de Roadmap Next Economy De RNE beschrijft een toekomstbeeld van onze economie in 2030, op basis van mondiale trends, naar de regio vertaald in vijf transitiepadenwaarlangs onze regio zich de komende jaren verder zou moeten ontwikkelen om ook in de toekomst concurrerend te zijn en werkgelegenheid te creëren. Deze transitiepaden geven de komende jaren richting aan alle regionale partijen publiek én privaat in hun activiteiten. Voor iedere trend geeft de roadmap concrete projecten voor de regio. De RNE is onlosmakelijk verbonden met het Regionaal Investeringsprogramma, de samenhangende lijst met investeringen om de economische structuur in onze regio beslissend te versterken. De RNE voedt het Investeringsprogramma met projecten ter vernieuwing en verduurzaming van de economie van de regio Rotterdam Den Haag. 12. Agenda adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH d.d. 16 november 2016 Rondvraag en sluiting openbare gedeelte 13. Rondvraag De vergadering zal in beslotenheid worden voortgezet. Volgende vergadering: woensdag 7 december 2016, tot uur bij de MRDH, zaal G Pagina 5 van 5

6 VERSLAG Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 26 oktober 2016 OPENBAAR Opening en mededelingen openbaar gedeelte 1. Vaststellen van de agenda van het openbare deel De heer Rosier geeft aan dat hij voorzitter is wegens afwezigheid van de heren De Bruijn en Langenberg. Berichten van verhindering worden opgenomen in het verslag. Een welkom aan gedeputeerde Vermeulen, de aanwezig zal zijn tot en met agendapunt 16. Met het goed vinden van de vergadering wordt gestart met het nagezonden agendapunt Bereikbaarheid Rotterdam The Hague Airport. Een hartelijk welkom aan de heer Louwerse, directeur Rotterdam The Hague Airport en de heer Van der Bend, directeur Verkeersonderneming. Zij zijn aanwezig om the Letter of Intent voor Mobility as a Service (MaaS) te ondertekenen. NAZENDING Bereikbaarheid Rotterdam The Hague Airport. In de notitie zijn de maatregelen die zijn en worden genomen om via quick wins de bereikbaarheid van de luchthaven te verbeteren kort geschetst. Het doel is te laten zien dat er al grote stappen zijn gezet en binnen afzienbare termijn nog worden gezet. Op verzoek van Rijswijk, Delft en Westland is door RET nader onderzoek verricht of toevoegen van bestemmingen in die gemeenten de business case voor een busverbinding via het vliegveld naar Rotterdam Alexander haalbaar te maken. Conclusie van het onderzoek is dat dit niet het geval is. De heer Van Hemert vraagt in dit gremium wederom aandacht voor de ontsluiting van Rijwijk Buiten. Goed openbaar vervoer is belangrijk voor deze nieuwe wijk. Zijn voorstel is om beslispunt 1. van het besluit te schrappen, maar de overige beslispunten zijn akkoord. De heer Van Hemert heeft bereikbaarheid RTHA gekoppeld voor meer bereik en belangrijkheid voor de aanhaking van Rijswijk Buiten. De heer Lacroix meldt dat er op dit moment ambtelijk overleg plaats vindt over ontsluiting van Rijswijk Buiten. Uit het onderzoek van RET komt naar voren dat het toevoegen van bestemmingen in Rijswijk, Delft en Westland niet voldoende reizigers oplevert voor busverbinding naar RTHA. MaaS kan een passende oplossing zijn om toch voor verbinding te zorgen naar het vliegveld, waar er geen regulier openbaar vervoer voorhanden is. De heer Van Hemert geeft aan dat hij het onderzoek niet kent van RET over de bereikbaarheid van RTHA vanuit Westland, Delft en Rijswijk. De heer Melzer sluit zich aan bij de heer Van Hemert en vraagt duidelijkheid over de financiële gevolgen en deze expliciet op te nemen Ook zijn in de Letter of Intent vier partijen genoemd en er tekenen er maar drie. De heer Lacroix geef aan dat RTHA ook tekent namens Schiphol Real Estate. De heer Louwerse is blij met de aandacht van de bestuurscommissie voor de bereikbaarheid van RTHA en de naamswijziging bij metrohalte Meijersplein. De heer Vermeulen heeft lof voor dit voornemen en het is positief dat de MRDH hierin stappen zet met verschillende partijen. De heer Van de Bendt meldt dat MaaS steeds meer in opkomst is en dat er belangstelling bestaat vanuit veel partijen om er wat mee te gaan doen in de nabije toekomst. Het is nu nog een aanvulling op het reguliere openbaar vervoer en hoe Maas in de toekomst er uit gaat zien, is nog een vraag. Hiervoor wordt een onderzoek gestart. De heer Rosier geeft aan dat de verdeling van de financiering nog geen uitgemaakte zaak is. Het besluit wordt aangepast naar de huidige stand van zaken. Het bedrag wordt voor 25% betaald door RTHA en de publieke partners betalen het resterende bedrag en komen onderling nog tot een 1

7 akkoord over de verdeelsleutel. Beslispunt 1. wordt aangevuld met in relatie tot Rotterdam The Hague Airport. De bestuurscommissie stemt in met: 1.Vaststellen dat toevoegen van het marktpotentieel van Rijswijk en Westland niet leidt tot voldoende vraag voor een nieuwe busverbinding in relatie tot Rotterdam The Hague Airport. 2.Instemmen met naamswijziging van metrohalte Meijersplein naar Meijersplein/Airport. De kosten voor de MRDH worden vooruitlopend op beslispunt 3 uitgaande van een bijdrage van 37,5% geraamd op Instemmen met de kostenverdeling van de door RET geraamde kosten van de naamswijziging ad excl VAT volgens de verdeling 25% RTHA, nadere invulling van de restant kostenverdeling volgt door de publieke partijen. 4.Instemmen met ondertekening letter of intent voor de invulling van de business case en organisatie voor Mobility as a Service voor RTHA door de voorzitter van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit. Vaststellen verslag 2. Verslag van het openbare gedeelte van de 19 e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit op 21 september 2016 Het verslag van het openbare gedeelte van de 19 e vergadering wordt zonder wijzigingen vastgesteld. Ter bespreking 3. Perspectief op openbaar vervoer in MRDH De bestuurscommissie Vervoersautoriteit heeft in haar vergadering op 21 september 2016 bij de besluitvorming rond het aan- of inbesteden van de busconcessies aangegeven dat het belangrijk is dat de MRDH een toekomstperspectief ontwikkelt op het openbaar vervoer. Het perspectief geeft inzicht tot mogelijke optimalisaties op de aansturing van het openbaar vervoer op korte termijn en geeft input voor de volgende concessieverleningen (na 2025). Recente en lopende studies, waaronder OV-toekomstbeeld 2040, worden meegenomen in de analyse. Uiterlijk in het vierde kwartaal van 2017 zal het perspectief op openbaar vervoer in MRDH worden opgeleverd. De voorzitter merkt op dat bij het besluit voor inbesteden en aanbesteden concessies bus is aangegeven dat het belangrijk is om met een toekomstperspectief te komen, mede over aansturing van de OV bedrijven. De vraag is nu of de bestuurscommissie kan instemmen met de drie voorliggende vragen. De heer Meijer ziet graag meer aandacht voor doelgroepenvervoer en het particuliere vervoer. Dit mag sterker worden aangezet in het stuk. Mevrouw De Leeuwe vraagt aandacht voor de samenhang met de Kadernota OV en governance in de notitie. Graag ook aandacht voor de discussie wat openbaar vervoer nu eigenlijk is. De heer Kist geeft aan dat het belangrijk is om eerst de breedte in te gaan, alvorens te gaan trechteren. Een belangrijke vraag is hoe dit te verwezenlijken is. Dit is geen beleidsmatig stuk, maar gaat over aansturing en governance. Mevrouw Mourik en de heer Van Sluis geven aan dat het verwarrend is met alle stukken, wat waar geregeld wordt. Dit toekomstperspectief moet gaan over hoe en wat het georganiseerd wordt. De heer Vermeulen meldt dat overleg is met voorzitters van de bestuurscommissies en gedupeerde Adri Bom en hem en dat er ook aandacht is voor samenwerking en samenhang tussen MRDH en de provincie. De voorzitter geeft aan dat het toekomstperspectief is dat doelgroepenvervoer alsmede particulier vervoer en de wisselwerking met regulier openbaar vervoer explicieter in de notitie terecht komt. een Laten we dit expliciet maken evenals het doelgroepenvervoer en particulier vervoer en de De heer Gleijm benadrukt dat de notitie echt een doorkijk geeft en het hier gaat om een eerste aanzet. 2

8 De voorzitter geeft aan dat het voorstel is om de heer Kist aan te wijzen als bestuurlijk trekker voor dit onderwerp. Het onderwerp komt terug ter bespreking. De bestuurscommissie gaat akkoord met het voorstel om de heer Kist aan te wijzen als bestuurlijk trekker voor perspectief openbaar vervoer in de MRDH De bestuurscommissie stemt in met: Ten behoeve van het ontwikkelen van een toekomstbeeld van MRDH op het openbaar vervoer in instemmen met het uitwerken van de hoofdvragen: 1. Wat voor openbaar vervoer past bij de metropoolregio in ? 2. Op welke wijze is dit openbaar vervoer te verwezenlijken? 3. Welke quick-wins zouden tussen nu en 2025 al kunnen worden binnengehaald? 4. Proces Investeringsprogramma Vervoersautoriteit (IPVa) 2018 De doelen die de Vervoersautoriteit wil bereiken staan beschreven in de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid (UAB). Het Investeringsprogramma Vervoersautoriteit (IPVa) maakt duidelijk hoe deze ambities vorm krijgen in projecten en welke kosten hiermee gepaard gaan. Het IPVa maakt deel uit van de begroting Vervoersautoriteit en dient jaarlijks voor 1 maart door de bestuurscommissie te worden aangeboden aan het dagelijks bestuur (DB). Concreet betekent dit dat het proces om te komen tot het IPVa 2018 start in november 2016 met een gespreksronde langs de gemeenten/wegbeheerders. Input voor deze gesprekken zijn de doelstellingen uit de UAB. De UAB biedt op dit moment vanwege de uitwerkingsopgaven op onderdelen nog onvoldoende houvast voor een subsidieverordening en een uitvoeringsregeling. De heer Immerzeel legt uit dat het proces om tot IPVA 2018 te komen anders loopt. Dat heeft er o.a. mee te maken dat UAB nog in uitwerking is en deze biedt op dit moment onvoldoende houvast voor toetsing. Daarnaast is 2018 het jaar dat de twee boekhoudingen op elkaar gaan en er een nieuwe subsidieverordening moet zijn vastgesteld. Het voorstel is om nu nog geen exacte invulling te geven aan de pot kleine projecten. Deze gesprekken zouden nu al gevoerd moeten worden, maar dat is in tijd voor de MRDH en de gemeenten veel te vroeg. Ambtelijk is vanuit gemeenten aangegeven dat er eerst een slag gemaakt moet worden met de uitwerking van UAB. Het is echter wel zaak om de begroting 2018 vaststellen en het voorstel is een subsidieplafond in de begroting op te nemen. Voor het subsidieplafond in de begroting wordt uitgegaan van aangeleverde projecten en uiteindelijk uitgekeerde subsidies voor daadwerkelijk uitgevoerde projecten uit het verleden. Het onderwerp komt als apart bespreekpunt terug bij de bestuurscommissie. De heer Van Hemert vraag wanneer de inwonerbijdrage besproken wordt in de bestuurscommissie. De heer Immerzeel geeft aan dat de inwonerbijdrage bij bespreking van de begroting duidelijk moet zijn, uitgangspunt is wel dat de inwonerbijdrage voor alle gemeenten gelijk is. Het onderwerp inwonerbijdrage wordt geagendeerd voor de bestuurscommissie, voordat deze wordt verwerkt in de begroting. Mevrouw De Leeuwe vraagt of er haast gemaakt kan worden met de nieuwe subsidieverordening. De bestuurscommissie stemt in met: 1.De concrete invulling van het programma kleine projecten in het Investeringsprogramma Vervoersautoriteit (IPVa) pas op te starten in 2017 na besluitvorming over de nieuwe Subsidieverordening Vervoersautoriteit. 2.In het IPVa 2018 een subsidieplafond in te stellen voor het programma kleine projecten qua hoogte gebaseerd op de omvang subsidieaanvragen in het verleden. Hamerstukken De hamerstukken zullen ter vergadering in één keer worden afgedaan. Indien u toch wenst te spreken over een hamerstuk dient u dit voorafgaand aan de vergadering kenbaar te maken aan de voorzitter via w.dekker@mrdh.nl en t.vanmourik@mrdh.nl. 3

9 5. Verlengen concessie Parkshuttle Rivium De bestuurscommissie stemt in met: 1.Op grond van artikel 3 lid 3 van het Concessiebesluit Parkshuttle Rivium 2011 tot en met 2016 de Concessie Parkshuttle Rivium met twee jaar te verlengen tot de zondag in december 2018 waarop de NS-dienstregeling wijzigt, conform de in bijlage 1 genoemde voorwaarden; 2.De in bijlage 2 opgenomen brief aan Connexxion Openbaar Vervoer N.V. over bovengenoemde verlenging vast te stellen. 6. Subsidievaststelling Hoekse Lijn 2015 De bestuurscommissie stemt in met: 1.De subsidies 2015 aan NS Reizigers op grond van de subsidieaanvraag en artikel 23 van de Subsidieverordening Verkeer en Vervoer 2012 van de stadsregio Rotterdam, die van toepassing is op basis van artikel 1 van de tijdelijke Subsidieverordening Verkeer en Vervoer 2015 van de MRDH vast te stellen op: ,- (prijspeil 2015) voor uitvoering van de concessie Hoekse Lijn voor de periode 14 december 2014 tot en met 12 december 2015; ,99 als gebruiksvergoeding van de infrastructuur van de Hoekse lijn in de periode van 14 december 2014 tot en met 12 december Subsidieverlening Fietsdepot Haaglanden 2016 De bestuurscommissie stemt in met: 1.In afwijking van artikel 7, lid 6 van de Verordening mobiliteitsfonds Haaglanden 2005 aan de gemeente Den Haag een subsidie te verlenen van maximaal euro voor het project Fietsdepot Haaglanden Ter informatie 8. Terugkoppeling adviescommissie Vervoersautoriteit d.d. 5 oktober 2016 Mevrouw Mourik geeft een korte terugkoppeling en geeft aan dat de Kadernota OV en het Ontwerp PvE concessies zijn besproken. Tijdens de vergadering is het vooral gegaan over het onderwerp inbesteding. Er is weer toegezegd dat er altijd een lid van het presidium aanwezig is tijdens de vergaderingen van de adviescommissie. 9. Bestuurlijke trekkers concessieverlening concessies Bus De voorzitter geeft aan dat de bestuurscommissie Vervoersautoriteit bij haar besluit over het aan- of inbesteden van de concessies Bus het presidium de opdracht gegeven bestuurlijke trekkers voor de busconcessies (Haaglanden Stad, Haaglanden Streek, Rotterdam e.o. en Voorne-Putten en Rozenburg) te benoemen. Er is invulling gegeven aan het op 21 september uitgesproken voornemen om bestuurlijke duo s te vormen die bestaan uit de portefeuillehouder Middelen en een bestuurder uit een gemeente die niet valt binnen het betreffende concessiegebied (de heer Harpe voor de concessies Rotterdam en Voorne-Putten en Rozenburg, de heer Van Sluis voor de concessies Haaglanden Stad en Haaglanden Streek). De bestuurscommissie neemt kennis van: 1.De door het presidium aangewezen bestuurlijke trekkers voor de concessieverlening van de concessies Bus, waarbij is aangewezen: 1.de portefeuillehouder Middelen Vervoersautoriteit en het lid van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de gemeente Capelle aan den IJssel voor de concessies Bus Haaglanden Stad en Haaglanden Streek; 2.de portefeuillehouder Middelen Vervoersautoriteit en het lid van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de gemeente Delft voor de concessies Bus Rotterdam e.o. en Voorne- Putten en Rozenburg. 4

10 10. Slim OV idee en CIPTEC De heer Immerzeel geeft aan dat naar aanleiding van de continuering van SOVI en de ontwikkelingen in CIPTEC de campagne SOVI en de crowdsourcing campagne van CIPTEC aan elkaar verbonden worden. Beide campagnes streven naar het verkrijgen van innovatieve ideeën ter verbetering van het openbaar vervoer. Het verbinden van SOVI en het innovatieplatform van CIPTEC geeft een extra dimensie aan het internationale aspect en aan relevantie voor OV partners. De MRDH wordt door de campagne internationaal aan te vliegen als innovatieve organisatie in Europa neergezet. PZH is ook partner in deze. De heer Gleijm merkt op dat er na dit jaar een goede evaluatie over de opbrengsten komt. Bovendien moet vooraf al zicht zijn op uitvoering van het idee. Het wordt daardoor iets minder vrijblijvend. Rondvraag en sluiting openbare gedeelte 11. Rondvraag De heer Van Hemert geeft een terugkoppeling over Tour de Force Hij is ambassadeur fiets en de afgelopen 2 jaar is er hard gewerkt met verschillende partijen. Er is een prachtige landelijke agenda gemaakt voor 2017/2020. Deze wordt ter informatie aan de bestuurscommissie verzonden. Op 8 december wordt deze agenda aan de minister aangeboden. Het laat zien dat we resultaat boeken voor aandacht voor de fiets. Suggesties en ideeën voor de agenda vanuit de bestuurscommissie zijn welkom. De voorzitter vraagt aandacht voor de bestuurlijke oploop MIRT onderzoek bereikbaarheid Rotterdam Den Haag aansluitend aan de bestuurscommissie van 16 november De ambtelijke bijeenkomst is 26 oktober om dit onderwerp te bespreken. Eind november wordt dit onderwerp ook nog in breder verband besproken in een eerste Metropolitaan Debat. Hiervoor worden niet alleen de bestuurders van de 23 MRDH-gemeenten uitgenodigd maar ook het bedrijfsleven, wetenschap en maatschappelijke organisaties. Het doel van dit metropolitaan debat is om richting te krijgen voor de verdere trechtering naar een uiteindelijk voorkeursperspectief, met oplossingen voor de bereikbaarheidsopgaven in de regio. De heer Van Sluis vraagt wie er uit het bedrijfsleven zijn uitgenodigd. Het is belangrijk om grote organisaties uit te nodigen voor het metropolitaan debat. De voorzitter geeft aan dat dit wordt uitgezocht en wordt teruggekoppeld. De heer Gleijm vult aan dat het MIRT onderzoek bereikbaarheid Rotterdam Den Haag een belangrijke positie krijgt in allocatie van extra beschikbare middelen vanuit het MIRT. Daarom is het extra belangrijk om aandacht te hebben en aanwezig te zijn bij de bestuurlijke oploop. De vergadering zal in beslotenheid worden voortgezet. 5

11 Aanwezig Zoetermeer Albrandswaard Brielle Capelle aan den IJssel Delft Krimpen aan den IJssel Lansingerland Leidschendam-Voorburg Maassluis Midden-Delfland Nissewaard Pijnacker-Nootdorp Rijswijk Schiedam Wassenaar Westland Westvoorne M.J. Rosier J.E. de Leeuwe A.A. Schoon D.P. van Sluis L.B. Harpe G. Boudesteijn S. Fortuyn F.J. Kist C. Pleijsier H.H.V. Horlings C. Mourik P. Melzer R. van Hemert M.C.J. Houtkamp B. Doorn A.W. Meijer P. Blok Van Werkhoven Staf Vervoersautoriteit A.L. Gleijm (secretaris, directeur Vervoersautoriteit) Vervoersautoriteit J.W. Immerzeel (manager Verkeer) Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering D. Dijs (voorlichting) W. Dekker (bestuurszaken) Bedrijfsvoering T. van Mourik (bestuurszaken) Afwezig Rotterdam Den Haag Barendrecht Hellevoetsluis Ridderkerk Vlaardingen P.J. Langenberg (voorzitter) Th.J.A.M. de Bruijn D. Vermaat C.J.A. van Lith V.A. Smit R. van Harten 6

12 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 16 november 2016 agendapunt 3.A Onderwerp Voorstel Korte motivering Nota van beantwoording zienswijze Regionaal Investeringsprogramma Kennis te nemen van de binnengekomen zienswijzen en de Nota van beantwoording door te geleiden naar het dagelijks bestuur ter agendering in de vergadering van het algemeen bestuur van 9 december Op 14 oktober jl. liep de zienswijzeprocedure af voor gemeenten voor het aanleveren van zienswijzen voor het Regionaal Investeringsprogramma. In de nota van beantwoording zijn de zienswijzen van de gemeenten gebundeld en voorzien van een reactie. Financiën Juridisch Communicatie Bijlagen Gevolgde procedure Verdere procedure MRDH geeft jaarlijks, als onderdeel van de exploitatiesubsidies, circa 55 miljoen euro aan sociale veiligheid in het openbaar vervoer uit. De beleidslijn helpt bij het effectief inzetten van deze middelen. n.v.t. n.v.t. 1.. Nota van beantwoording zienswijze Regionaal Investeringsprogramma Presidium Vervoersautoriteit n.v.t. Ambtelijk overleg n.v.t. Vervoersautoriteit Anders, te weten n.v.t. Adviescommissie n.v.t. Vervoersautoriteit Zienswijzetermijn n.v.t. Dagelijks bestuur MRDH n.v.t. Algemeen bestuur MRDH n.v.t. Anders, te weten n.v.t. Openbaar besluit ja Contactpersoon Hélène van Rijn Wet. bekendmaking nee Telefoonnummer

13 Nota van beantwoording - Regionaal Investeringsprogramma Versie BC EV, 7 november 2016 edocs: 1

14 1. Inleiding Op 1 juli 2016 heeft het dagelijks bestuur MRDH het Regionaal Investeringsprogramma ter zienswijze gelegd bij de 23 MRDH-gemeenten. De zienswijzeperiode liep tot en met 14 oktober Voor u ligt de Nota van Beantwoording. Van alle gemeenten is een reactie ontvangen. De gemeenten Brielle, Hellevoetsluis, Nissewaard en Westvoorne hebben een gezamenlijke zienswijze ingediend. Ook de gemeenten Maassluis, Schiedam en Vlaardingen hebben gezamenlijk een zienswijze gegeven. In onderstaande tabel is aangegeven wanneer de zienswijzen zijn ontvangen. datum ontvangen Indiener 24 oktober 2016 Albrandswaard 13 oktober 2016 Barendrecht 13 oktober 2016 Brielle 12 oktober 2016 Capelle aan den IJssel 3 oktober 2016 Delft 4 oktober 2016 Den Haag 13 oktober 2016 Hellevoetsluis 12 oktober 2016 Krimpen aan den IJssel 10 oktober 2016 Lansingerland 13 oktober 2016 Leidschendam-Voorburg 30 september 2016 Maassluis 12 oktober 2016 Midden-Delfland 13 oktober 2016 Nissewaard 4 oktober 2016 Pijnacker-Nootdorp 14 oktober 2016 Ridderkerk 3 oktober 2016 Rijswijk 6 oktober 2016 Rotterdam 30 september 2016 Schiedam 30 september 2016 Vlaardingen 13 oktober 2016 Wassenaar 14 oktober 2016 Westland 13 oktober 2016 Westvoorne 10 oktober 2016 Zoetermeer De ontvangen zienswijzen zijn separaat als bijlagen bijgevoegd. In deze Nota van Beantwoording wordt eerst kort stilgestaan bij de aanleiding van de zienswijzeprocedure. Vervolgens wordt op hoofdlijnen ingegaan op de ontvangen zienswijzen. Tot slot is een tabel toegevoegd, waarin alle zienswijzen zijn voorzien van een reactie en eventuele aanpassingsvoorstellen zijn opgenomen. 2. Aanleiding Sinds 1 februari jl. is gewerkt aan het opstellen van het Regionaal Investeringsprogramma. Het algemeen bestuur is tijdens zijn vergaderingen op 4 maart en 27 mei jl. over de voortgang geïnformeerd. Begin juni zijn op zes locaties (te weten: Schiedam, Nissewaard, Delft, Barendrecht, Den Haag en Rotterdam) bijeenkomsten gehouden om raadsleden te informeren. Ook de adviescommissies EV en Va hebben twee keer kunnen adviseren. Op 1 juli jl. heeft het algemeen bestuur het Regionaal Investeringsprogramma vrijgegeven om de zienswijzeprocedure te starten. Het Investeringsprogramma omvat 25 focusthema's en -gebieden met 150 onderliggende projecten ter versterking van de regionale economische structuur. De inhoud is tot stand gekomen vanuit de 23 gemeenten, in nauwe samenwerking met de provincie Zuid-Holland, de Economische Programmaraad Zuidvleugel (EPZ) en in goede afstemming en met input van de naastgelegen regio's Drechtsteden en Holland-Rijnland. Voeding voor het Investeringsprogramma heeft daarnaast plaatsgevonden vanuit de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid en het traject Roadmap Next Economy (RNE). Deze unieke aanpak heeft een eensgezind en eensluidend Investeringsprogramma opgeleverd waarmee we gezamenlijk duidelijkheid creëren richting het bedrijfsleven, Rijk en Europa over wat er moet gebeuren voor de ruimtelijk-economische structuurversterking van de regio edocs: 2

15 Dynamisch Investeringsprogramma Het Regionaal Investeringsprogramma is niet 'in beton gegoten'. Er zullen in de loop van de tijd projecten bij komen en af gaan. Het betreft dus een dynamische lijst, waarbij steeds moet worden gekeken op welke wijze de doelen van het Regionaal Investeringsprogramma dichterbij gebracht kunnen worden. De projecten moeten bijdragen aan het doel: een attractieve, duurzame en bereikbare regio, die in staat is maximaal te profiteren en in te spelen op de economische transitie en mogelijkheden tot werkgelegenheidsgroei. De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de projecten, waar de gemeenten eigenaar van zijn, ligt bij de gemeenteraden, passend bij het principe van verlengd lokaal bestuur. 3. Hoofdlijn uit binnengekomen zienswijzen Er bestaat veel waardering over het ingezette traject en de wijze waarop de betrokkenheid van onderop is georganiseerd. Daarnaast is ook de pragmatische insteek, projectbenadering, voor vele gemeenten een herkenbare, alsmede de onderlinge samenhang en noodzaak van het gepresenteerde pakket. Ook wordt het belang van een goede monitoring, van de voortgang én de effecten, als ook het constant alert zijn op prioritering van projecten veelvuldig genoemd. De projecten moeten in elk geval een bijdrage leveren aan een verbeterde bereikbaarheid in en van de regio en de economische structuurversterking. Een goede monitoring van projecten biedt ook kansen om succesvolle trajecten te herkennen en daarmee een extra impuls te kunnen geven door deze, waar mogelijk, regionaal op te schalen. Het Regionaal Investeringsprogramma is een dynamisch programma. Het is aan de samenwerkende partijen, om eigenaarschap te tonen. Dit is niet alleen een zaak van de MRDH als organisatie, maar van alle partijen. Dit vraagt inzet in projecten, maar ook het nemen van verantwoordelijkheid bij (mede)financiering. Daarnaast constateren veel gemeenteraden dat de genoemde projecten nog een nadere concretiseringsslag behoeven. Zij zijn dan ook benieuwd naar de te kiezen uitvoeringsstrategie. Onderdeel van die strategie moet ook zijn het aanbrengen van focus. Met 25 thema s en daaronder 150 projecten is het evident dat niet alles tegelijkertijd kan worden opgepakt. Het investeringsprogramma is een combinatie van projecten uit de huidige economie en de next economie. De attractiviteit van de regio is een belangrijk aspect voor veel gemeenteraden. Hierbij wordt ook nadrukkelijk aandacht gevraagd de bestaande kwaliteiten van het landschap in termen bestaande (historische) structuren. Diverse gemeenten hebben opmerkingen gemaakt over het project Warmtenet variërend van steun voor het verkennen van kansen, vraagtekens of een warmtenet de meest passende en toekomstbestendige duurzame oplossing is tot het pleidooi om dit project uit het Regionaal Investeringsprogramma te halen. De reacties op de zienswijzen omtrent het project Warmtenet in voorliggend document zijn afgestemd met de provincie Zuid-Holland, bestuurlijk trekker van dit project. Naar aanleiding van de zienswijzen zijn er geen aanpassingen gedaan in het Regionaal Investeringsprogramma. 4. Vervolg Het Regionaal Investeringsprogramma is pas een succes als het ook daadwerkelijk leidt tot gerichte investeringen in de regio. Daarvoor is de invulling van eigenaarschap bij projecten cruciaal. Voor het overgrote deel van de projecten zijn partners (Rijksoverheid, NIA, EIB, Europese fondsen, private partijen) nodig om de realisatie ervan mogelijk te maken. De ontwikkeling van de Rijksinvesteringen is de afgelopen jaren sterk achtergebleven ten opzichte van vóór de crisis. Het Fonds Economische Structuurversterking is als gevolg van de teruglopende aardgasbaten uitgeput. Het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing bestaat niet meer. Er is dus grote urgentie om samen met het Rijk en de private partijen als partners te bezien welke realisatiekansen er zijn door projecten samen met hen uit te werken. Vanzelfsprekend staat voorop dat de mogelijkheden van de eigen begrotingen van 23 gemeenten, regio's en provincie worden benut. Hierover zal dan vanzelfsprekend de uiteindelijke besluitvorming in de individuele gemeenteraden en provinciale staten de plaatsvinden. De aanpak van de uitvoering van het Regionaal Investeringsprogramma is beschreven in een afzonderlijke notitie, die tegelijkertijd met de beantwoording van de zienswijzen ter besluitvorming voor ligt. edocs: 3

16 5. Bijlagen Alle ontvangen zienswijzen zijn separaat bijgevoegd. edocs: 4

17 6. Overzicht zienswijze MRDH-gemeenten en reactie en actie MRDH De ingebrachte zienswijzen van de MRDH-gemeenten op het Regionaal Investeringsprogramma zijn verwerkt in onderstaande tabel. De reacties zijn gesorteerd per gemeente. De tabel geeft weer wat de reactie van de MRDH is op het betreffende punt. Aangezien de reacties niet hebben geleid tot aanpassing van de ter zienswijze gelegde stukken is er geen kolom toegevoegd met wijzigingsteksten. De tabel besluit met een lijst van wijzigingen die ambtshalve zijn toegebracht, denk aan actualisaties en herstellen van omissies. Opmerking Albrandswaard Waardering ingezet traject Ten eerste spreken wij onze waardering uit voor het ingezette traject. De praktische insteek, het proces van onderop met de betrokken gemeenten en de samenwerking spreken ons erg aan. Daarnaast vinden wij het waardevol dat MRDH en provincie constructief hebben samengewerkt aan het investeringsprogramma, met respect voor elkaars taken en bevoegdheden. We hebben de afgelopen maanden gemerkt dat de regionale samenwerking groeitwe zijn op de goede weg, maar laten we met elkaar blijven werken aan verdere verbetering. Dit is noodzakelijk voor het slagen van de projecten op langere termijn. Inbreng Albrandswaard Albrandswaard heeft geen eigen projecten op het investeringsprogramma staan. Toch doen we graag mee in een aantal projecten van andere gemeenten en enkele MRDH-brede projecten. Het accent van onze inbreng ligt in de kernopgave attractiviteit. Hierin ligt de kracht van Albrandswaard en heeft de gemeente veel te bieden aan de regio. Onze gemeente tussen stad en groen biedt een aantrekkelijk woonmilieu en recreatiemogelijkheden voor bewoners van de regio. Hierdoor herkennen wij ons met name in het thema attractiviteit en leveren wij graag onze bijdrage aan realisatie van deze projecten. Hierbij merken we op dat er niet alleen geld beschikbaar moet zijn en komen voor realisatie van nieuwe projecten. Ook dient de focus gericht te blijven op beheer van het landschap om de attractiviteit van het landschap ook voor de toekomst veilig te stellen. Momenteel spelen ontwikkelingen waarbij de aandacht voor het beheer naar de achtergrond dreigt te verdwijnen. Niet alleen het landschap, ook het historische vastgoed en historische structuren, zoals dijklinten, maken voor ons onlosmakelijk onderdeel uit van een attractieve regio. Wat betreft de projecten in de andere drie kernopgaven toonaangevende duurzaamheid, connectiviteit en vernieuwing van de economie zal onze inbreng eerder volgend zijn. Bovendien zullen we deze koppelen aan attractiviteit. Een voorbeeld hiervan vormt de A4 Zuid. Deze mag voor ons geen negatieve gevolgen hebben voor de kwaliteit van de woonomgeving (o.a. geluid, luchtkwaliteit en landschappelijke impact). Niet alleen overheden Het is goed dat de MRDH samen met andere overheden het initiatief voor het Regionaal Investeringsprogramma heeft genomen. Wij vinden het echter van belang dat ook het bedrijfsleven en Reactie MRDH Het AB dankt de gemeente voor haar waardering. Het AB neemt hier kennis van. Het AB is het daarmee eens. Het AB is het daarme eens. Het maakt onderdeel uit van de planvorming. De effecten van infrastructurele ingrepen op de kwaliteit van de leefomgeving is een belangrijk onderdeel van de planvormingsfase. Het AB is het daarmee eens. Wij onderzoeken of de Economische Programmaraad het platform kan worden voor die onderdelen uit het edocs: 5

18 Opmerking onderwijsinstellingen een actieve rol moeten hebben bij de projecten. Bij diverse projecten is dit al het geval, maar niet bij alle. Wij zijn van mening dat, wellicht met uitzondering van een aantal infrastructurele projecten, een gezonde private business case een voorwaarde is voor het duurzaam doen slagen van de projecten. De overheid kan dan eventueel zorgen voor het laatste duwtje in de rug. Wat verwachten we van de MRDH Wij waarderen de aanjagende en coördinerende rol die de MRDH heeft gespeeld bij de totstandkoming van het Regionaal Investeringsprogramma, en de ruimte die hierbij geboden is voor lokale inbreng. Wij vertrouwen erop dat de MRDH ook in de toekomst een rol speelt bij het monitoren van de doelstellingen, het informeren en coördineren, en indien dit nodig blijkt het prioriteren. Wij vertrouwen erop dat u onze opmerkingen mee zult nemen in de verdere besluitvorming en uitwerking van het Regionaal Investeringsprogramma. Wij zien uit naar een goede samenwerking in het vervolgtraject. Barendrecht Waardering ingezet traject Ten eerste spreken wij onze waardering uit voor het ingezette traject. De praktische insteek, het proces van onderop met de betrokken gemeenten en de samenwerking spreken ons erg aan. We hebben de afgelopen maanden gemerkt dat de regionale samenwerking groeit, dat dit energie geeft en meer dynamiek in de diverse projecten. Dit is noodzakelijk voor het slagen van de projecten op langere termijn. Barendrecht doet mee De noodzaak om de regionale economie te vernieuwen en te verduurzamen is duidelijk aangetoond Reactie MRDH investeringsprogramma die overwegend een private inspanning vragen. DE MRDH zal de coördinatie op zich nemen. De voortgang van (de projecten van) het investeringsprogramma is voor iedereen te volgen via de website De MRDH beheert deze website. De eigenaren van de projecten zijn zelf verantwoordelijk voor het aanleveren van adequate informatie. De AB s van MRDH, Drechtsteden en Holland Rijnland, GS, de bestuurscommissies en adviescommissies EV en Va van de MRDH zullen in de reguliere vergaderingen over relevante ontwikkelingen op de hoogte worden gehouden. In de EPZ, waarin al deze partijen vertegenwoordigd zijn, worden, samen met de bestuurders van bedrijven en kennisinstellingen, de voortgang en strategische kansen, dilemma s en knelpunten besproken en geadresseerd. Dit gebeurt minimaal 1 keer per jaar. Eenmaal per jaar organiseren we een special om samen met alle betrokken partijen de balans op te kunnen maken. De eerste keer zal in juli 2017 zijn als we een jaar onderweg zijn. Een notitie over de uitvoering van het regionaal investeringsprogramma is gereed en zal voor het AB van 9 december geagendeerd worden. Het AB dankt de gemeente voor haar waardering. Het AB is verheugd dat u samen met ons wil samenwerken om het Regionaal edocs: 6

19 Opmerking door o.a. de OESO. Innovatie en verduurzaming zijn dé manier om de huidige achterstand in economische prestatie in te lopen. Barendrecht wil daarom zeker zijn bijdrage leveren aan het verder uitwerken én in de praktijk brengen van dit regionaal investeringsprogramma. Barendrecht is een strategisch gelegen gemeente en heeft veel te bieden aan de samenwerkingspartners in het Regionaal Investeringsprogramma. We willen ons in deze samenwerking constructief opstellen. De projecten die we hebben ingebracht voor ons agro logistieke cluster zijn hier een goed voorbeeld van. Speerpunten Barendrecht Een aantal thema's/projecten is voor Barendrecht bij uitstek van belang. Bij de verdere uitwerking hiervan wil Barendrecht graag bij betrokken zijn en een actieve inbreng leveren. Dit zijn: * De vijf projecten die wij samen met Rotterdam en Ridderkerk hebben ingebracht voor het agro logistieke cluster in Barendrecht. Samen met Ridderkerk en Rotterdam werken we hard om hier sterke projecten van te maken, gericht op vernieuwing en duurzaamheid. De kennis die wij met deze projecten opdoen, kunnen ook relevant zijn voor andere gemeenten in de regio en delen wij graag. De projecten zijn een essentieel onderdeel van het door alle betrokken gemeenten ingebrachte programma Greenport. Reactie MRDH Investeringsprogramma tot uitvoering te brengen. Het AB is verheugd dat Barendrecht betrokken wil zijn bij de uitvoering van deze projecten. Deze projecten zijn opgenomen in de uitvoeringsnotitie. * Duurzaamheidsprojecten. Barendrecht heeft een ambitieuze duurzaamheidsagenda: in 2030 volledig klimaatneutraal. Er lopen onderzoeken naar de aanleg van een warmtenet (thema energie infrastructuur, aansluiten bij infrastructuur in Rotterdam) en geothermie. Dit sluit goed aan op kernopgave 'toonaangevende duurzaamheid'. Wij verwachten dat door samenwerking en kennis delen in de regio de verschillende projecten op dit vlak elkaar kunnen versterken. Daarom sluiten wij graag aan bij de projecten over smart grids en geothermie, maar zijn zeker ook geïnteresseerd in de projecten die Barendrecht verder kunnen helpen te verduurzamen. - Infrastructurele projecten. Barendrecht heeft een strategische ligging en de diverse infrastructuren vormen de levensader voor Barendrecht. Daarbij is de infrastructuur die door Barendrecht loopt van levensbelang voor (de bereikbaarheid van) de regio (Al 5, A29, hoofdspoor, HSL, Betuweroute). Met de partners in de regio wil Barendrecht samenwerken aan een betere bereikbaarheid. Een van de speerpunten van Barendrecht is het project A4 Zuid. - Luchtkwaliteit. Barendrecht wordt doorsneden door diverse infrastructuren van regionaal en nationaal belang. Naast een goede bereikbaarheid kan dit effect hebben op de luchtkwaliteit. Wij vragen daarom uw aandacht om bij de uitwerking en de beoordeling van de diverse projecten criteria te hanteren voor de reductie van luchtverontreiniging. Dit komt de leefbaarheid in Barendrecht en de regio ten goede, en daarmee de attractiviteit Bij verdere uitwerking wordt hier rekening mee gehouden. Het project A4 zuid staat onder de noemer Corridor Rotterdam Antwerpen in de Verkenningsfase in het Investeringsprogramma. Het AB neemt kennis van de reactie van Barendrecht. Op het moment dat er een verkenning gestart wordt naar de Corridor Rottefdam Antwerpen, dan zal het AB erop toezien dat alle relevante partijen, waaronder ook gemeente Barendrecht, betrokken worden. Toonaangevende duurzaamheid is een van de pijlers van het Regionaal Investeringsprogrmma. edocs: 7

20 Opmerking vn de regio. Niet alleen overheden Het is goed dat de MRDH samen met andere overheden het initiatief voor het Regionaal Investeringsprogramma heeft genomen. Wij vinden het echter van belang dat ook het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen een actieve rol moeten hebben bij de projecten. Bij diverse projecten is dit al het geval, maar niet bij alle. Wij zijn van mening dat, wellicht met uitzondering van een aantal infrastructurele projecten, een gezonde private business case een voorwaarde is voor het duurzaam doen slagen van de projecten. De overheid kan dan eventueel zorgen voor het laatste 'duwtje in de rug'. Wat verwachten we van de MRDH? Wij waarderen de aanjagende en coördinerende rol die de MRDH heeft gespeeld bij de totstandkoming van het Regionaal Investeringsprogramma en de ruimte die hierbij geboden is voor lokale inbreng. Wij vertrouwen erop dat de MRDH ook in de toekomst een rol speelt bij het monitoren van de doelstellingen, het informeren en coördineren, en indien dit nodig blijkt het prioriteren. Reactie MRDH De projecten die daarop zijn gericht zullen ook de luchtkwaliteit ten goede komen. Met het gereed komen van de Roadmap Next Economy (RNE) krijgt de private inbreng in het Regionaal Investeringsprogramma een zwaarder accent. Projecten uit het RNE traject zijn al geland en zullen nog landen in het Regionaal Investeringsprogramma. Voorbeelden zijn: - Smart Multi Commodity Grid - Connect MRDH - Digital port - Automated/connected mobility - Waste2Chemical - Bio Refinery - Dutch Wind Wheel. Uitvoering is alleen mogelijk in nauwe samenwerking overheden bedrijfsleven kennisinstellingen ( triple helix ). Het AB zal dit op zich nemen. Zie ook de uitvoeringsnotitie. De voortgang van (de projecten van) het investeringsprogramma is voor iedereen te volgen via de website De MRDH beheert deze website. De eigenaren van de projecten zijn zelf verantwoordelijk voor het aanleveren van adequate informatie. De AB s van MRDH, Drechtsteden en Holland Rijnland, GS, de bestuurscommissies en adviescommissies EV en Va van de MRDH zullen in de reguliere vergaderingen over relevante ontwikkelingen op de hoogte worden gehouden. In de EPZ, waarin al deze partijen vertegenwoordigd zijn, worden, samen met de bestuurders van bedrijven en kennisinstellingen, de voortgang en strategische kansen, dilemma s en knelpunten besproken en geadresseerd. Dit gebeurt minimaal 1 keer per jaar. Eenmaal per jaar organiseren we een special om edocs: 8

21 Opmerking Wij vertrouwen erop dat u onze opmerkingen mee zult nemen in de verdere besluitvorming en uitwerking van het Regionaal Investeringsprogramma. Wij zien uit naar een goede samenwerking in het vervolgtraject. Brielle, Hellevoetsluis, Nissewaard en Westvoorne De gemeenteraden van de gemeenten op Voorne-Putten hebben kennis genomen van het Regionaal Investeringsprogramma, en hebben geconstateerd dat de gekozen focusthema's inhoudelijk goed te verdedigen zijn, en ook goed aansluiten bij de ambities van gemeenten op Voorne-Putten. Projecten aangedragen voor Voorne-Putten zoals de Noordrand (Geuzenlinie) inclusief de Innovatiezone Westvoorne-Green Economy, Zuidrand, Fieldlab SSR Mainport, verduurzaming woningvoorraad, aanleg glasvezel, de metropolitane verbindingen (Hollandse Banen en vaarroutes) en de A4-zuid hebben hun plaats gekregen binnen het investeringsprogramma. Wij missen daarbij de verbreding van de N57. In de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid is de bereikbaarheid van Voorne-Putten en Havengebied waaronder verbreding van de N57 immers als opgave opgenomen in de verkenningsfase. Van belang is ook dat het Regionaal Investeringsprogramma een dynamisch document is. Voortschrijdend inzicht én nieuwe projecten die bijdragen aan het gestelde doel, dienen ook in de toekomst een kans te krijgen. Het op papier zetten van het programma is één, de verdere uitwerking en de daadwerkelijke uitvoering is van groter belang. Veel projecten zijn immers nog weinig concreet en moeten uitgewerkt worden. Als deelnemers binnen de MRDH zullen we moeten wel laten zien dat we het programma daadwerkelijk onderschrijven. Het vraagt van de gemeenten, ook die op Voorne-Putten, inzet, prioritering en (mede)financiering. Het leggen van dwarsverbanden en het zoeken naar strategische partners is dan een vereiste. Samen met de andere gemeenten en partners, ondersteund door het werkapparaat van de MRDH, zal dit gestalte moeten krijgen. De gemeenteraden kunnen instemmen met de huidige opzet van het investeringsprogramma. Wel vragen zij andermaal aandacht voor de bereikbaarheid van Voorne-Putten. In dat verband worden de uitkomsten van de verkenning naar de verbreding van de N57 met belangstelling tegemoet gezien. Capelle aan den IJssel Wij plaatsen een kritische kanttekening bij de investeringen omtrent de warmte-kouderotonde. Er zijn diverse mogelijkheden voor energietransitie en wij hebben serieuze twijfels over de keuze voor een warmte-kouderotonde en of dit de meest passende en toekomstbestendige oplossing is. Wij vragen hier dan ook uw aandacht voor. Reactie MRDH samen met alle betrokken partijen de balans op te kunnen maken. De eerste keer zal in juli 2017 zijn als we een jaar onderweg zijn. Een notitie over de uitvoering van het regionaal investeringsprogramma is gereed en zal voor het AB van 9 december geagendeerd worden. De netwerkstudie Bereikbaarheid Voorne-Putten en Haven Rotterdam is begin 2016 opgeleverd en gedeeld met de partners binnen de bestuurlijke kamer Zuid-West. Wegbeheerders, MRDH en Voorne-Putten voeren momenteel overleg over vervolgproces. N57 is een verantwoordelijkheid van ministerie van I&M. Er heeft nog geen verkenning naar de N57 plaastgevonden. Op moment dat dit aan de orde is, zal MRDH erop toezien dat de gemeenten betrokken worden. Het Regionaal Investeringsprogramma is ook een dynamisch document. Gemeenten kunnen zelf zorgen voor de dynamiek door het aanleveren van projecten. Het AB is het daarmee eens. Zoals hiervoor aangegeven heeft er nog geen verkenning naar de N57 plaastgevonden. Op moment dat dit aan de orde is, zal MRDH erop toezien dat de gemeenten betrokken worden De energietransitie gaat over de overgang van fossiele naar duurzame energiebronnen. De beste manier om het gebruik van fossiele bronnen terug te dringen, is het volgen van de trias energetica. Op de eerste plaats energie besparen. Op de tweede plaats hernieuwbare bronnen benutten, edocs: 9

22 Opmerking Reactie MRDH zoals duurzame warmte, wind, zon, biomassa en delta-energie. Op de derde plaats onvermijdbare koolstofbronnen zó gebruiken dat ze tot zo min mogelijk CO2-uitstoot leiden. Om al deze energiebronnen efficient in te zetten wordt warmte, naast de huidige energieinfrastructuur, een van de belangrijke energiedragers (Commodity). Er komt meer en meer behoefte aan de omzetting van de ene vorm van energie in de andere. De uitdaging is een slim energienetwerk (Smart Multi Commodity Grid) te realiseren waarin alle elementen uit het energiesysteem met elkaar verbonden worden met behulp van hoogwaardige ICT-toepassingen. Hiervoor is infrastructuur noodzakelijk. De warmterotonde vormt een integraal onderdeel van de gehele energievoorziening in de toekomst en is een belangrijke backbone in het slimme energienetwerk. De warmterotonde voorziet in 25% van de huidige totale warmte behoefte in Zuid-Holland waarbij er geen sprake is van overdimensionering. De zorg over de warmterotonde betreft de twijfel over de duurzaamheid van restwarmte als energiebron en meer specifiek de warmte van kolencentrales. Het AB deelt die zorg: het inzetten van restwarmte van kolencentrales is geen duurzame oplossing. Er worden veel inspanningen verricht om duurzame bronnen, zoals geothermie, te ontwikkelen. Echter hiervoor is tijd nodig. Op de korte termijn is het zonde om restwarmte weg te gooien en niet te benutten als een stap in de energietransitie. Restwarmte van kolencentrales kan, naast andere bronnen, alleen benut worden mits er sprake is van een beperkte tijdsperiode en een helder transitiepad voor uitfasering. Ook in de toekomstige circulaire economie zal restwarmte beschikbaar blijven. Met de provincie is het AB van mening dat bij de ontwíkkeling van de business case edocs: 10

23 Opmerking Ten aanzien van het Regionaal Investeringsprogramma willen wij benadrukken dat het van grote waarde is geweest om in korte tijd een constructief programma neer te zetten waarin zowel de regionale en lokale belangen goed zijn vertegenwoordigd. De samenwerking tussen de 23 gemeenten, de provincie Zuid-Holland, de EPZ en de naastgelegen regio's Drechtsteden en Holland-Rijnland, is hierin cruciaal geweest. Niet alleen heeft dit de samenwerking binnen de gemeenten van de Metropool op ambtelijk en bestuurlijk vlak een impuls gegeven, ook met andere partijen zijn de banden op positieve wijze aangehaald. Door de handen ineen te slaan en over de gemeentegrenzen heen te kijken is de Capelse invloed en de combinatie van het lokale en regionale belang terug te zien in de Top 25 van het Regionaal Investeringsprogramma. Een goed voorbeeld hiervan is het vervoersknooppunt Rivium Campus, met onder andere de parkshuttle en de waterbus, die in de toekomst niet alleen vervoer zullen bieden aan Capellenaren, maar ook aan een overgroot deel aan forensen in de regio. Ook de oplaadpalen die, dankzij een gezamenlijke aanbesteding, zorgen voor een belangrijke economisch en duurzame ontwikkeling voor elektrisch vervoer binnen de Metropool is een mooi voorbeeld. Daarnaast zijn wij verheugd dat het herontwerp van de Brienenoord en de Algeracorridor als focusthema is toegevoegd en de waarde van het regionaal belang en die van de individuele gemeenten serieus worden genomen. Wij kijken dan ook positief en met enthousiasme naar de toekomst. Delft De gemeente Delft heeft met haar partners de TU Delft en TNO actief meegewerkt aan de totstandkoming van het Regionaal Investeringsprogramma. Wij zijn dan ook van mening dat de Delftse inbreng en belangen voldoende zijn gewaarborgd om op regionale en nationale schaal met impact te kunnen bijdragen aan de economische structuurversterking. We zijn verheugd over het samenhangende pakket investeringen met input vanuit de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid en het traject Roadmap Next Economy, de samenwerking van 23 gemeenten, Drechtsteden, Holland Rijnland, de Economische Programmaraad Zuidvleugel en de provincie Zuid-Holland. We hopen dat alle gemeenteraden onvoorwaardelijk positief zullen instemmen met dit Investeringsprogramma, opdat we zo snel mogelijk gezamenlijk de investeringen kunnen realiseren en de economische structuur van deze regio versterken. We stemmen dan ook in met het Regionaal Investeringsprogramma. Den Haag Den Haag onderschrijft de noodzaak van een regionaal investeringsprogramma dat door alle partijen in de regio Zuid-Holland onderschreven wordt met als doel het versterken van de concurrentiepositie Reactie MRDH Warmterotonde een strategie moet worden ontwikkeld die gebaseerd is op een exploitatieplan dat op termijn duurzame warmte kan leveren. Omdat het project zich in deze fase richt op de financiële haalbaarheid, blijf het met deze kanttekening in het investeringsprogramma. Het AB is ook van mening dat er binnen een kort tijdsbestek enorm veel werk is verzet door veel verschillende partijen. Het AB neemt hier kennis van. Dank voor deze positieve reactie. Dank voor uw instemming. Het regionaal investeringsprogramma is een pakket van meer dan 150 concrete projecten. edocs: 11

24 Opmerking en de indeling in vier thema s: vernieuwen van de economie, vernieuwen energie, vernieuwen verbindingen en vernieuwen stad en ommeland. Voorkomen moet worden dat het Regionaal Investeringsprogramma (en de Roadmap Next Economy) leidt tot versnippering van middelen en van aandacht. Den Haag pleit daarom voor een scherpe focus op die investeringen die een vlilegwieleffect hebben. Daarvoor is een verdiepingsslag noodzakelijk waarin aandacht gegeven wordt aan de onderbouwing in termen van nut en noodzaak en effecten op bijvoorbeeld werkgelegenheid, en voor de verdere uitwerking en vervolgstappen. Het project Warmtenet/Warmterotonde Cluster West dient geschrapt te worden van de lijst van investeringsprojecten in de Regionale Investeringsagenda. Reactie MRDH Deze zullen in samenhang gerealiseerd moeten worden om het potentieel van de regio in volle kracht te benutten. Uw pleidooi voor focus herkent het AB. Het is onmogelijk om meer dan 150 projecten tegelijkertijd verder in de planvorming en de uitvoering te brengen. Daarom worden in de uitvoering van het investeringsprogramma focusprojecten benoemd met een grote regionale betekenis die in de periode tot medio 2017 tot een concreet resultaat kunnen leiden. De energietransitie gaat over de overgang van fossiele naar duurzame energiebronnen. De beste manier om het gebruik van fossiele bronnen terug te dringen, is het volgen van de trias energetica. Op de eerste plaats energie besparen. Op de tweede plaats hernieuwbare bronnen benutten, zoals duurzame warmte, wind, zon, biomassa en delta-energie. Op de derde plaats onvermijdbare koolstofbronnen zó gebruiken dat ze tot zo min mogelijk CO2-uitstoot leiden. Om al deze energiebronnen efficient in te zetten wordt warmte, naast de huidige energieinfrastructuur, een van de belangrijke energiedragers (Commodity). Er komt meer en meer behoefte aan de omzetting van de ene vorm van energie in de andere. De uitdaging is een slim energienetwerk (Smart Multi Commodity Grid) te realiseren waarin alle elementen uit het energiesysteem met elkaar verbonden worden met behulp van hoogwaardige ICT-toepassingen. Hiervoor is infrastructuur noodzakelijk. De warmterotonde vormt een integraal onderdeel van de gehele energievoorziening in de toekomst en is een belangrijke backbone in het slimme energienetwerk. De warmterotonde voorziet in 25% van de huidige totale warmte behoefte in Zuid-Holland waarbij er geen sprake is van overdimensionering. De zorg over de warmterotonde betreft de twijfel over de duurzaamheid van restwarmte als edocs: 12

25 Opmerking Den Haag wacht met belangstelling nadere voorstellen af die moeten leiden tot een verdere invulling en concretisering. Krimpen aan den IJssel Investeringsprogramma is het resultaat van een integraal proces Allereerst willen wij de MRDH bedanken en complimenteren met het gevolgde proces dat heeft geleid tot dit Regionaal Investeringsprogramma. De inzet van alle stakeholders uit de 23 gemeenten van de MRDH, de Economische Programmaraad Zuidvleugel, de provincie Zuid-Holland en de buurregio s Holland Rijnland en Drechtsteden heeft geleid tot een volwaardig Regionaal Investeringsprogramma. Op zich waarderen wij ook dat voeding heeft plaatsgevonden vanuit de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid en het traject Roadmap Next Economy (RNE). Eerlijk gezegd roept dit alles wel de vraag bij ons op waarom in deze fase nog om formele zienswijzen van raden wordt gevraagd. Het proces van totstandkoming is immers horizontaal en interactief geweest met (de uitnodiging tot) betrokkenheid van alle raadsleden, bestuurders en beleidsambtenaren uit de regio. Investeren in onze regio is van groot belang De economische ontwikkeling van onze metropoolregio blijft achter bij die van Amsterdam en Eindhoven en zeker bij die van andere Europese metropolitane regio s. Met u en de OESO edocs: Reactie MRDH energiebron en meer specifiek de warmte van kolencentrales. Het AB deelt die zorg: het inzetten van restwarmte van kolencentrales is geen duurzame oplossing. Er worden veel inspanningen verricht om duurzame bronnen, zoals geothermie, te ontwikkelen. Echter hiervoor is tijd nodig. Op de korte termijn is het zonde om restwarmte weg te gooien en niet te benutten als een stap in de energietransitie. Restwarmte van kolencentrales kan, naast andere bronnen, alleen benut worden mits er sprake is van een beperkte tijdsperiode en een helder transitiepad voor uitfasering. Ook in de toekomstige circulaire economie zal restwarmte beschikbaar blijven. Met de provincie is het AB van mening dat bij de ontwíkkeling van de business case Warmterotonde een strategie moet worden ontwikkeld die gebaseerd is op een exploitatieplan dat op termijn duurzame warmte kan leveren. Omdat het project zich in deze fase richt op de financiële haalbaarheid, blijf het met deze kanttekening in het investeringsprogramma. De voorstellen zijn verwerkt in de uitvoeringsnotitie. Deze wordt in het AB van 9 december vastgesteld. Dank voor uw waardering. Het AB spant zich in om de 23 gemeenten zo veel mogelijk te betrekken bij dit belangrijke proces. In de GR is daarom nadrukkelijk vastgelegd dat gemeenteraden in de gelegenheid worden gesteld om hun zienswijzen te geven op dergelijke onderwerpen. Het AB neemt hier kennis van. 13

26 Opmerking onderstrepen ook wij de urgentie om de economische structuur van onze regio te versterken. Wij zijn ervan overtuigd dat het daarbij niet alleen om versterking van de huidige economische structuur moet gaan. Er moet een radicale omschakeling plaatsvinden op weg naar een economie en samenleving die CO2-neutraal is. Een investeringsprogramma waar we met elkaar voor gaan staan Met elkaar hebben we bepaald welke projecten er nodig zijn om onze regio verder te brengen. Het resultaat is prachtig vormgegeven in de interactieve kaart. Inzichtelijk maken waar we met elkaar voor gaan is van belang om verbindingen tussen de verschillende projecten te kunnen leggen maar vooral ook om energie los te krijgen. Daarom leggen we de wens neer om het Regionaal Investeringsprogramma duidelijk te framen. Waarin gaat onze regio zich nu onderscheiden van Eindhoven, Amsterdam en andere Europese metropolitane regio s? Wat voor type leiderschap hoort daarbij en welke (moedige) besluiten en concrete acties moeten daar vooral op korte termijn voor worden genomen? Wat ons betreft, zit er in het huidige overzicht nog onvoldoende focus. Een opgave in viervoud, met een top 25 aan focusthema s/gebieden met daaronder 150 concrete projecten geeft weliswaar zicht op de (enorme) omvang van de opgave. Het leidt tegelijk af van de vraag wat nu de werkelijke missie voor onze metropoolregio is en waar nu precies de gezamenlijkheid van onze inspanningen op gericht is. Dat het een dynamisch programma is, lijkt ons vanzelfsprekend. Voortschrijdend inzicht én nieuwe projecten die bijdragen aan de gestelde doelen, dienen ook in de toekomst een kans te krijgen. Wij Reactie MRDH Onze regio heeft alles in huis om een Europese topregio te zijn. De regio ligt aan zee, heeft uitstekende verbindingen over weg, spoor, water en via de lucht. We hebben toonaangevende internationale bedrijven, uitmuntende onderwijsen kennisinstellingen, de grootste mainport van Europa, mondiaal toonaangevende greenports voor agrofood en internationaal aanzien op het gebied van vrede en recht. Van oudsher nemen de maritieme en de logistieke industrie een belangrijke plek in, terwijl we groeien op het gebied van de medische en de veiligheidsindustrie. Er liggen hierdoor volop mogelijkheden voor kruisbestuiving tussen bijvoorbeeld (bio)chemie en tuinbouw, tussen security, ICT en finance, tussen voedselproductie en gezondheid en tussen de lucht /ruimtevaart en het maritieme cluster. Onze regio kent dus een diverse economische structuur. Juist deze diversiteit uniek in Nederland - maakt dat onze regio zeer goed gepositioneerd is voor innovatie op het snijvlak van sectoren en disciplines. De nieuwe industriële revolutie die gaande is, werd ingezet door de verregaande digitalisering. Die digitalisering is van invloed op alle segmenten van de samenleving, van de haven tot zorg en welzijn. In Nederland zijn de metropoolregio s de MRDH incluis koplopers in deze razendsnelle verandering van de economie. Het regionaal investeringsprogramma is een pakket van meer dan 150 concrete projecten. Deze zullen in samenhang gerealiseerd moeten worden om het potentieel van de regio in volle kracht te benutten. Uw pleidooi voor focus herkennen wij. Het is onmogelijk om meer dan edocs: 14

27 Opmerking willen ons in ieder geval inzetten voor de projecten waar wij als gemeente voor aan zet zijn. De vierde industriële revolutie Wij denken dat we aan de vooravond staan van fundamentele veranderingen in de manier waarop we leven, werken en met elkaar omgaan. Relaties met klanten en met medewerkers zijn nu reeds aan het veranderen. Winkels verdwijnen, produceren kan thuis met behulp van 3D-printen, overleggen kunnen op afstand worden gehouden. Bedrijven, overheden, werknemers en gemeenschappen staan voor grote uitdagingen en moeten nieuwe werkvormen en organisatiemodellen adopteren. Ook op dit punt vragen we ons af of dit Regionaal Investeringsprogramma daar nu écht de basis voor legt. Staan er per saldo niet teveel projecten op het programma die voortborduren op de oude economie en op oude werkvormen en organisatiemodellen? Rol maritieme sector belangrijk in het vernieuwen van de economie De maritieme industrie is een belangrijke economische pijler van de MRDH. Dat zien we op zich terug in (twee van) de fieldlabs en in het Maritiem Service District Schiedam, maar wij hadden graag gezien dat de (vernieuwing van de) maritieme sector één van de topsectoren van Nederland met een eigen Maritiem Kennis Centrum als zodanig als één van de focusthema s was benoemd. Reactie MRDH 150 projecten tegelijkertijd verder in de planvorming en de uitvoering te brengen. Daarom worden in de uitvoering van het investeringsprogramma focusprojecten benoemd met een grote regionale betekenis die in de periode tot medio 2017 tot een concreet resultaat kunnen leiden. Het Regionaal Investeringsprogramma is een evenwichtig pakket aan investeringen dat in samenhang gerealiseerd moet worden om het potentieel van de regio in volle kracht te benutten. Voor zover er al een onderscheid is tussen oude en nieuwe economie kan voor dat laatste worden gesteld dat de Roadmap Next Economy het investeringsprogramma voedt met concrete projecten ter vernieuwing en verduurzaming van de economie van de regio Rotterdam Den Haag. Bij de uitvoering van de projecten is er sprake van één regionaal investeringsprogramma, inclusief de projecten die voortkomen uit de RNE. Het vernieuwen van het maritieme cluster is zeker belangrijk voor de economie van de regio. Het Regionaal Investeringsprogramma richt zich vooral op projecten. Deze zijn grotendeels benoemd in het IP dan wel in beeld bij het traject RNE. Deze projecten worden deels nog toegevoegd aan het IP. Daarnaast zijn de provincie Zuid-Holland, Drechtsteden en MRDH gestart met een Toekomstverkenning Maritieme Cluster Zuid-Holland. Deze verkenning is gericht op het ontwikkelen van kennis en inzicht over relevante ontwikkelingen die op de langere termijn (komende jaar) van belang zijn binnen het Maritieme Cluster in Nederland, Zuid-Holland en relevante deelregio s. Op basis daarvan kunnen strategische kwesties en opgaven worden geagendeerd en vertaald naar concrete keuzes en projecten. Deze verkenning wordt in maart 2017 afgerond en zal daarna waar relevant zijn doorwerking krijgen. edocs: 15

28 Opmerking Verduurzaming en vernieuwing energie Dat energie en duurzaamheid volop terug komt in de projecten van ons Regionaal Investeringsprogramma is evident. De noodzaak om stappen te zetten is na de klimaattop in Parijs alleen maar toegenomen. Dit geldt ook voor het besef dat we dit niet alleen kunnen. We moeten maximaal gebruik maken van elkaars kracht, kennis en ervaring. Daarom pleiten wij er voor dat de MRDH in haar rol als regisseur succesvolle aanpakken zo snel mogelijk opschaalt naar andere gemeenten in de MRDH. Om onze doelen te halen zou zich dit niet moeten beperken tot de in het investeringsprogramma gedefinieerde projecten. Wij zien hierin een rol weggelegd voor het Bestuurlijk Netwerk Energie, in samenwerking met de Alliantie Duurzaam Rijnmond. Vernieuwen van verbindingen over water en weg De Rotterdamse regio is van oudsher een waterland. Het gebied waar dit Regionaal Investeringsprogramma betrekking op heeft is hier met al haar watergerelateerde activiteiten een sprekend voorbeeld van, zowel op het gebied van werkgelegenheid als de recreatieve vaarroutes. Personenvervoer over water is momenteel een lappendeken van (typen) verbindingen en opdrachtgevers, waarbij zowel overheden als marktpartijen betrokken zijn. Wij zijn een groot voorstander van het streven om hierin (in samenhang met de netwerken van fiets, OV en weg) veel meer samenhang te brengen. Zeker voor gemeenten met een goede oriëntatie op het water is hier nog een wereld te winnen. Nieuwe vaste oeververbindingen De vele en brede wateren in de regio, zoals de Nieuwe Maas en de Hollandsche IJssel zorgen ook voor blokkades als het gaat om het verbinden van gebieden via wegen. Dit versterkt de roep om nieuwe vaste verbindingen over het water. Niet alleen in de stad Rotterdam maar ook in de oostflank van de regio, namelijk een verbinding tussen de Krimpenerwaard en het eiland IJsselmonde. Om kort te zijn verwijzen wij hiervoor naar de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid en de Rijksstructuurvisie bereikbaarheid regio Rotterdam en NWO. Wij bepleiten een meer actieve/trekkende rol van de MRDH voor wat betreft de (integrale) afweging van de urgentie dan wel de vervolgaanpak van de beoogde nieuwe oeververbindingen in de Rotterdamse regio. Krimpenerwaard is attractie voor metropoolregio Verbetering van het vestigingsklimaat door het aantrekkelijker maken van het landschap rond de steden vinden wij belangrijk. Dagtoerisme tussen stad en ommeland verdient het om zich verder te ontwikkelen en uitgebreid te worden. Daarom gaat onze buurgemeente Krimpenerwaard samen met onze gemeente en het bedrijfsleven toerisme en recreatie binnen de polder Krimpenerwaard gezamenlijk promoten. Dit unieke, uitgestrekte en groene gebied aan de oostkant van de Metropoolregio kent nu al zeer uiteenlopende mogelijkheden waar onze wandelende, fietsende en varende recreërende metropolitanen gebruik van (kunnen) maken. De Krimpenerwaard is het recreatieve alternatief voor het oostelijke deel van de MRDH. Daarnaast is de Krimpenerwaard een belangrijke leverancier van streekproducten. Reactie MRDH Wij delen uw opvatting dat het zinvol is succesvolle aanpakken op te schalen naar en te delen met andere gemeenten. De MRDH kent een informeel netwerk energie, zowel bestuurlijk als ambtelijk. Dit netwerk biedt een platform aan de gemeenten om informatie en kennis op het gebied van energie(transitie) uit te wisselen. Op dit moment loopt een verkenning naar samenwerking met de Alliantie Duurzaam Rijnmond. De Provincie Zuid-Holland en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) hebben samen met de Drechtsteden, de gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam besloten gezamenlijk te gaan werken aan een toekomstvisie voor personenvervoer over water. Doel van de visie is om de kansen en mogelijkheden van samenwerking beter te benutten. Samenwerking en afstemming leidt tot een betere dienstverlening voor de reiziger en een efficiënte inzet van middelen. Deze visie is eind 2016 gereed. Deze maken onderdeel uit van het MIRT Onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag, waar MRDH een van de opdrachtgevers voor is. Uitkomsten van het MIRT Onderzoek en Nationale Markt- en Capaciteitsanalyse (NMCA) 2017 zullen al dan niet aanleiding geven voor verdere verkenning. Dan zal ook de rolverdeling bepaald worden. Het AB deelt uw visie om het dagtoerisme verder te ontwikkelen in onze regio omdat dit ten goede komt aan de economische ontwikkeling van het landelijk gebied en onderdeel is van het economische vestigingsklimaat van onze regio. Logischerwijs gaat dit over de grenzen van de regio heen, bijvoorbeeld in het oostelijk deel van de MRDH waar de gemeente Krimpen aan den IJssel gelegen is in de polder Krimpenerwaard. Om de verbinding inhoudelijk te versterken is een edocs: 16

29 Opmerking Krimpen aan den IJssel ziet de noodzaak van een regionaal investeringsprogramma. Met elkaar kunnen we onze concurrentie positie versterken. Daarbij vormen alle deelnemers een even essentieel radertje. Alle specifieke aandachtspunten en opmerkingen die wij hier hebben verwoord zijn volgens ons van belang voor de hele Metropoolregio en niet alleen onze eigen gemeente. Wij zetten onze schouders eronder en hopen dat iedereen dat zal doen. Lansingerland Positieve ontwikkeling Allereerst spreken we onze waardering uit voor het in korte tijd tot stand komen van dit omvangrijke en veelomvattende programma. We onderkennen de noodzaak en complexiteit hiervan. Het is goed om te zien dat niet alleen de 23 gemeenten in de MRDH aan dit programma zijn verbonden, maar ook de provincie Zuid-Holland, buurregio's Holland-Rijnland en Drechtsteden en het bedrijfsleven. Dat het van groot belang is om een gezamenlijk en krachtig investeringsprogramma te hebben, blijkt wel uit de diverse onderzoeken waarin geconcludeerd is dat deze regio een impuls nodig heeft. Tevens weten we dat er ingrijpende (economische) veranderingen komen. Ontwikkelingen die veel kansen bieden voor ons als gemeenten en als totale regio. Inspelen op en benutten van deze kansen is nodig voor de noodzakelijke vernieuwing en het creëren van werkgelegenheid. We kijken dan ook uit naar de oplevering van de Roadmap Next Ecomomy later dit jaar. Actieve bijdrage vanuit Lansingerland Wij zien voor Lansingerland een rol weggelegd om hier actief een bijdrage aan te leveren. Allereerst vanuit de Greenport, waar al jaren veel innovatie plaatsvindt. Ontwikkelingen als opwekken van duurzame energie (o.a. geothermie), ontwikkelen van een warmtenet, maar ook kennisontwikkeling, zijn onderwerpen waar vanuit Lansingerland een belangrijke bijdrage aan geleverd wordt. Maar ook de ontwikkelingen rond de Corridor A12, waar we samen met Zoetermeer, Pijnacker-Nootdorp, de provincie Zuid-Holland en het bedrijfsleven hard aan werken, gaat de MRDH een economische impuls opleveren. De ontwikkeling van de allereerste energieneutrale railterminal in deze corridor zal voor een geweldige duurzame economische impuls gaan zorgen. Daarnaast zorgt Bleizo voor een divers en gevarieerd gebied aan de poort van de MRDH. De Vervoersknoop Bleizo gaat een belangrijke verbinding vormen tussen de Haagse en Rotterdamse regio. Lansingerland blijft zich inzetten om een sterke lokale economie te behouden en te blijven versterken (top 10-positie in de jaarlijkse ranking Economische toplocaties van Elsevier/Bureau Louter) en hiermee te zorgen voor economische spin-off voor de gehele regio. Ook als woongebied heeft Lansingerland de MRDH veel te bieden. In Lansingerland zijn veel aantrekkelijke woonmilieus te vinden waar binnen de MRDH grote behoefte aan is. Lansingerland wil nadrukkelijk betrokken zijn bij de woonopgaves. Reactie MRDH delegatie van de bestuurscommissie EV op 17 november 2016 op werkbezoek geweest in de gemeente Krimpenerwaard. Het AB is verheugd dat gemeente Krimpen aan den IJssel zich zo gecommitteerd heeft aan de concrete uitvoering van het Regionaal Investeringsprogramma. Het AB dankt u voor de waardering. Het AB juicht het toe dat gemeente Lansingerland een actieve rol wil spelen bij de verdere uitvoering van het Regionale Investeringsprogramma. De verantwoordelijkheid voor het onderwerp woonopgaves ligt primair bij de provincie. edocs: 17

30 Opmerking Bedrijfsleven aan zet Voor het slagen van dit programma is de rol van het bedrijfsleven minstens zo belangrijk. Zoals terecht wordt gesteld, is dit programma een uitnodiging aan bedrijven, Rijk, Europa, beleggers en investeerders, financiële instellingen en andere partijen om gezamenlijk dit programma tot uitvoering te brengen. Wij zien dit investeringsprogramma als een programma dat de basisvoorwaarden schept waarmee het bedrijfsleven kan gaan excelleren. We vragen van de MRDH aandacht om er voor te zorgen dat private (en andere) partijen ook daadwerkelijk een bijdrage gaan leveren aan dit programma en daarmee aan versterking van de economie van onze regio. Eén en ongedeeld is een sterk signaal De kracht van het Regionaal Investeringsprogramma komt naar voren uit het één en ongedeeld zijn van het investeringsprogramma. Dit laat de kracht van de MRDH als geheel zien. Dit is ook hard nodig als je naar de uitkomsten van het OESO-rapport over deze regio kijkt. Daarin is een duidelijk signaal afgegeven dat het gebied meer als één geheel moet gaan opereren. Dit onderschrijven wij. Daarnaast is het een sterk signaal naar het Rijk en naar andere partners toe dat de MRDH als één geheel achter dit investeringsprogramma staat. Dit draagt bij aan een sterkere positionering van de MRDH, zowel nationaal als internationaal. Aandacht voor samenhang met RNE Wel vragen we uw aandacht voor de samenhang met de Roadmap Next Economy (RNE). De Roadmap Next Economy is de routekaart voor de komende 10 tot 20 jaar en geeft een handelsperspectief met projecten en plannen welke nodig zijn om optimaal te kunnen inspelen op de wereldwijde economische en technologische ontwikkelingen. Het is van belang dat dit niet 2 parallelle programma's gaan worden, maar dat dit samenkomt tot één (alles overkoepelend) programma waar de MRDH, samen met alle partners, haar kracht op inzet. Voorkomen moet worden dat de (uitvoerings)kracht teveel verspreid wordt over verschillende programma's. Bundeling zorgt voor power en een stevige impuls voor de economische ontwikkeling van de MRDH en tegelijkertijd voor efficiëntere inzet van middelen. Oost-west assen Ook benadrukken wij, dat naast de as Den Haag-Rotterdam, de oost-west assen van essentieel belang zijn voor het functioneren van de MRDH. Zowel voor de interne ontsluiting van werk- en woongebieden, als voor recreatie en ontspanning. Daarnaast is de oost-west verbinding van wezenlijk belang voor de bovenregionale en internationale verbindingen van de MRDH. Wij vragen hiervoor in het regionaal investeringsprogramma meer aandacht. Wij zien hiervoor kansen om naast 'vier sporen Den Haag-Rotterdam' ook in te zetten op viersporigheid op het traject Den Haag-Zoetermeer-Utrecht. Metropolitaan openbaar vervoer netwerk Het hebben van goede verbindingen is naar ons idee van groot belang voor het functioneren van de MRDH. Daarom is het goed dat er in het investeringsprogramma diverse projecten zijn met als doel Reactie MRDH Via het RNE traject zijn private partijen inmiddels actief betrokken bij de uitvoering van het Regionaal Investeringsprogramma. Het AB is het daarmee eens. De Roadmap Next Economy voedt het investeringsprogramma met concrete projecten ter vernieuwing en verduurzaming van de economie van de regio Rotterdam Den Haag. Bij de uitvoering van de projecten is er sprake van één regionaal investeringsprogramma, inclusief de projecten die voortkomen uit de RNE. Het AB onderschrijft het belang van de oost-west assen voor het functioneren van de MRDH. Vandaar dat de A12 corridor ook is opgenomen in de lijst van projecten. Het is aan de gemeenten zelf om aanvullende projecten voor de oost-west verbinding aan te dragen voor het Regionaal Investeringsprogramma. Het is immers een dynamisch programma. Het AB heeft juist reeds een OV toekomstbeeld 2040 voor de hele Zuidvleugel opgesteld. Die willen wij eerst met u vertalen naar deelgebieden. edocs: 18

31 Opmerking het versterken van de onderlinge verbindingen. Wij zijn echter wel van mening dat dit vanuit een overkoepelende toekomstvisie moet gebeuren. Een toekomstvisie waarin duidelijk een beeld wordt gegeven hoe het openbaar vervoer netwerk er in de hele MRDH uit moet zien. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van diverse vergezichten. De thema's/projecten als viersporigheid, schaalsprong metropolitaan openbaar vervoer, HOV Den Haag ZW-Rijswijk-Delft-Rotterdam en HOV Zoetermeer- Rotterdam behoren ons inziens vanuit deze toekomstvisie uitgevoerd te gaan worden. Nu lijken het losstaande projecten en ontbreekt de onderlinge samenhang. Wij dringen er op aan om op korte termijn een toekomstvisie openbaar vervoer voor de gehele MRDH op te stellen. Uitgangspunt hiervoor is wat ons betreft Lightrail als basis voor het regionale openbaar vervoernetwerk in de Zuidvleugel. Meer aandacht nodig voor cross-overs In het investeringsprogramma zien we al een goede aanzet naar cross-overs tussen kennisinstellingen en bedrijfsleven en tussen de verschillende (in deze regio aanwezige) topsectoren. Maar in onze ogen verdient dit nog meer aandacht. De economische kansen in de MRDH liggen in de kruisbestuivingen tussen de topsectoren onderling en tussen deze sectoren en kennisinstellingen. In de MRDH zitten aan de ene kant veel sterke sectoren met uitgebreide R&D-instituten en aan de andere kant kennisinstellingen die weinig interactie met elkaar hebben. Het maken van verbindingen tussen sectoren en met kennisinstellingen moet naar ons idee daarom nog sterker vorm krijgen. En nu in actie komen Met dit investeringsprogramma van de MRDH, is een eerste belangrijke stap gezet. De volgende stap is minstens zo belangrijk, namelijk het uitvoeren van deze agenda. Hoewel de projecten primair door de gemeenten getrokken gaan worden, vragen wij de MRDH om regie te houden en voor sturing en begeleiding van de projecten te zorgen. Afstemming tussen gemeenten onderling, het leggen van (nieuwe) dwarsverbanden, ondersteunen bij subsidieaanvragen, het agenderen van de projecten, het monitoren van de voortgang van het investeringsprogramma en alle projecten, draagvlak creëren, balans bewaken, maar bovenal ook stimuleren zijn rollen die wij voor de MRDH zien weggelegd. Verder onderschrijven wij het gezamenlijke advies van de adviescommissies Vervoersautoriteit en Economisch Vestigingsklimaat en verzoeken de MRDH hier uitvoering aan te geven. Reactie MRDH Daarbij bent u reeds betrokken. Daarna zal hoe dan ook weer op een hoger schaalniveau de verbinding worden gezocht. Het is een continue proces van in- en uitzoomen. Het AB onderschrijft deze stelling volledig. Mede daarom is vorig jaar besloten om de 15 fieldlabs uit het regionaal investeringsprogramma bijeen te brengen in een peer to peer network om crossectorale innovaties tot stand te brengen. Een kernteam vanuit MRDH, PZH, IQ en TNO ondersteunt deze Fieldlabinfrastructuur door het organiseren van activiteiten op het gebied van o.a. financiering, stimuleren van startups en scaleups en de aansluiting onderwijsarbeidsmarkt. Meer informatie via De belangrijkste rol van het AB en bestuurscommissies EV en Va is het voeren van de bestuurlijke regie op de uitvoering van het investeringsprogramma. Het gaat vooral om het ontwikkelen van bestuurlijke power om projecten verder te brengen. De provincie, de MRDH, de gemeenten en in sommige gevallen private partners zijn eigenaar ( trekker ) van de projecten. Het merendeel van de projecten waar de MRDH eigenaar van is betreft infrastructuur/mobiliteit, gegeven de verantwoordelijkheden van de Vervoersautoriteit. In enkele gevallen gaat het om projecten waar de MRDH overall een trekkende rol heeft, bijvoorbeeld de Fieldlabs. De MRDH faciliciteert ondersteuning door vliegwielfuncties, bestaande uit ondersteunende faciliteiten, in te stellen. Ook richt de MRDH zich op mogelijkheden om win-winsituaties te creëren, edocs: 19

32 Opmerking Ook vragen wij de MRDH om gemeenten te faciliteren bij de communicatie richting onze burgers. Het is ons inziens van groot belang om de burgers te kunnen laten zien wat de MRDH doet en wat investeringsprogramma voor de inwoners van de MRDH betekent. We verzoeken u met het maken van plannen en inzetten van capaciteit rekening te houden met bovenstaande. Leidschendam-Voorburg Wij hebben het concept regionaal investeringsprogramma van de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag (MRDH) ontvangen, In korte tijd hebt u veel werk verricht. In onderstaande zienswijze leest u dat wij de lijn van het regionale investeringsprogramma steunen, maar dat wij kritisch zijn over het te snel doorlopen proces. Door met criteria de juiste focus aan te brengen ontstaat een compacter programma. Leidschendam-Voorburg wil ook grote, lopende, projecten bij het programma betrekken. Als regio moeten wij de samenwerking met kennisinstellingen en het bedrijfsleven aangaan. Economie, Duurzaamheid, Innovatie en Kansen voor mensen staan centraal. Onze inzet is een gebied waar mensen graag willen werken en blijven wonen, met uitstekende vestigingsplaatsfactoren voor (internationale) bedrijven. Een goed investeringsprogramma vergroot de kansen op financiering door het rijk en Europese subsidies. Wij sluiten onze zienswijze af met een aantal speerpunten. Kritisch over het doorlopen proces De gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg is kritisch over het gevolgde proces van de totstandkoming van dit programma. Door de termijn waarop het investeringsprogramma aan het kabinet aangeboden moest worden en ten behoeve van de voorbereiding op de Tweede Kamerverkiezingen beschikbaar moest zijn, is er te weinig oog geweest voor een goede lokale inbedding van het investeringsprogramma. Dat is vooral jammer omdat dit programma juist zoveel inwoners, bedrijven en instellingen uit de regio aangaat. Uiteindelijk zijn de investeringen gericht op de kwaliteit van het leven in de regio, ook van mensen die geen werk hebben en moeite hebben werk te vinden. Steun voor de lijn van het regionaal investeringsprogramma De nadruk op het versterken van de as Rotterdam-Den Haag is vanzelfsprekend in het licht van de rapporten van OESO en van TIR CG over Next Economy. De samenhang met de provincie en met de Zuidvleugel ligt ook voor de hand waarmee een versterking komt tussen kennisinstituten uit Delft, Rotterdam, Den Haag en Leiden. Deze lijn ondersteunen wij ook. Toch is het regionaal investeringsprogramma een te groot stuk. Met 25 thema's en 150 projecten - hoe nuttig ook - wordt vooral een ambitie uitgesproken, maar niet een werkbaar programma geleverd dat ook daadwerkelijk kan worden uitgevoerd. Dat komt enerzijds door de nog ontbrekende financiële middelen, maar ook een gebrek aan focus en concreetheid van de verschillende projecten. Reactie MRDH bijvoorbeeld opschaling, cross-overs, synergie, hefboomwerking tot stand brengen. De MRDH-organisatie faciliteert de gemeenten bij hun communicatie naar de inwoners. De gemeenten kunnen dan vanuit hun rol de communicatie naar de inwoners oppakken, daarbij ondersteund door de MRDH. Van belang voor de inwoners is wat de samenwerking in regionaal verband de gemeente en daarmee de inwoners oplevert. Het AB is zich er van bewust dat het proces om tot een regionaal investeringsprogramma te komen heel snel tot stand is gekomen. De gemeenten zijn zo veel en tijdig mogelijk betrokken geweest. Het AB is van mening dat door de zienswijzeprocedure de gemeenten in de gelegenheid zijn gesteld om gedurende een langere periode aanvullende opmerkingen en input te leveren op het regionaal investeringsprogramma. Ook zijn er diverse raadslopen georganiseerd en is het onderwerp in de Bestuurscommissies uitvoering besproken. Het AB is zich ervan bewust dat het regionaal investeringsgprogramma veel projecten bevat. Het AB is van mening dat de komende tijd benut moet worden om slagen te maken in het verder concretiseren van projectplannen. De MRDH en de provincie dragen zelf zorg voor de ondersteuning van de projecten waarvan zij eigenaar zijn. Voor het projecten waar het om een groot regionaal belang gaat, maar waarvan edocs: 20

33 Opmerking Breng meer focus aan Wij verzoeken u dan ook meer focus aan te brengen en doen hiervoor een suggestie van criteria die u daarbij kunnen helpen: 1. 'Efficiëntie': Om maatregelen op een gedegen manier te kunnen prioriteren, verzoeken wij u voor de verschillende maatregelen een indicatie van de effectiviteit van de verschillende maatregelen te geven. Een uitgebreide Kosten-Baten Analyse vergt veel tijd en achten wij daarom voor deze prioritering overbodig, maar zal bij de definitieve besluitvorming over grotere investeringen wel overwogen kunnen worden. 2. 'Duurzaamheid': Wat dragen de geformuleerde maatregelen bij aan duurzaamheid? 3. 'Concurrerende Economie': Hoe kan een meer geïntegreerde Metropoolregio de economische agglomeratiekracht versterken? 4. 'Kansen voor Mensen': In welke mate verbeteren de geformuleerde maatregelen de kansen van mensen op het vlak van arbeidsmarkt, onderwijs en maatschappelijke participatie? 5. 'Kwaliteit van Plekken': In hoeverre dragen maatregelen bij aan kwaliteit van plekken in de Metropoolregio? Het gaat in onze regio om een unieke mix van stedelijke en landelijke gebieden. Laat zien wat er allemaal al gebeurt Daarnaast verzoeken wij u meer gebruik te maken van de kracht die al in de metropoolregio aanwezig is. Iedere gemeente brengt iets mee. En iedere gemeente investeert nu al in de verschillende aspecten die in investeringsprogramma staan. Voor de gemeente Leidschendam-Voorburg bijvoorbeeld geldt een aantrekkelijke ontmoetings- en vestigingsplaats in de Randstad, met een bijzondere woonomgeving die verbonden is met de belangrijkste werkgebieden in de regio en met een rijkdom aan excellente groene en stedelijke voorzieningen op loop- en fietsafstand. Een gemeente die kleinschaligheid, kwaliteit en veiligheid biedt binnen een groot stedelijk netwerk. Wij werken nu al met meerdere en verschillende partijen aan het realiseren van The Mall of The Netherlands, het versterken van het Duin Horst en Weidelandschap, het omzetten van kantoren naar Reactie MRDH gemeenten of derden eigenaar zijn willen de MRDH en de provincie ondersteuning faciliteren. De MRDH stelt voor deze projecten ondersteuning beschikbaar voor zover de personele en financiële mogelijkheden reiken. Voor de overige projecten, waarvan gemeenten of derden eigenaar zijn blijft de rol van de MRDH in beginsel beperkt tot het volgen van de voortgang. Wel kunnen de projectleiders van deze projecten gebruik maken van de generieke faciliteiten die de MRDH ter ondersteuning wil inrichten. Het regionaal investeringsprogramma is een pakket van meer dan 150 concrete projecten. Deze zullen in samenhang gerealiseerd moeten worden om het potentieel van de regio in volle kracht te benutten. Uw pleidooi voor focus herkent het AB. Het is onmogelijk om meer dan 150 projecten tegelijkertijd verder in de planvorming en de uitvoering te brengen. Daarom worden in de uitvoering van het investeringsprogramma focusprojecten benoemd met een grote regionale betekenis die in de periode tot medio 2017 tot een concreet resultaat kunnen leiden. Bij het opstellen van het Regionaal Investeringsprogramma zijn de projecten beoordeeld door de adviesbureaus SEO en Rebel. Daarbij zijn soortgelijke als de genoemde criteria gebruikt. Het AB nodigt alle gemeenten van harte uit om een bijdrage te leveren aan de uitvoering van het regionaal investeringsprogramma. Dit programma is immers van alle 23 gemeenten. edocs: 21

34 Opmerking woningen zoals bij het voormalig CBS-gebouw, het mogelijk maken van hoogwaardig wonen in een groene omgeving zoals in de Duivenvoordecorridor. Reactie MRDH Er wordt nog te vaak ingezet op fossiele energiebronnen. Wij voeren een actief beleid op Duurzaamheid, onder andere gericht op schone energie en elektrische mobiliteit. Waar dat kan moet worden ingezet op innovatie, door gemeenten én de MRDH. Wij vragen u meer concrete, vaak reeds financieel gedekte projecten van de 23 gemeenten in het Investeringsprogramma op te nemen. Wij werken mee aan een stevig fietsnetwerk, dat nu al succesvol is. Ook steunen wij de voorgestelde verbeteringen van het openbaar vervoer. Als al deze inspanningen ongenoemd blijven lijkt het net alsof we aan het begin staan van een langdurig traject. Terwijl de werkelijkheid is dat wij al grote stappen maken en het investeringsprogramma zien als een nodige versterking, met een goede kans van slagen. Ten overvloede blijft onze gemeente aandacht vragen voor de verdere uitwerking én realisatie van het MIRT programma Haaglanden. Daar is al geld voor gereserveerd voor de aanpassing van de kruispunten van de N14. Wij vragen u om er nu bij het rijk op aan te dringen de planvoorbereiding zo snel mogelijk te starten. Naar speerpunten in het Regionale Investeringsprogramma Op basis van de geformuleerde criteria willen wij graag dat u een aantal thema's en projecten die nu voorliggen opneemt in het Regionaal Investeringsprogramma en de komende tijd samen met de betrokken overheden verder uitwerkt: 2. Next generation woonwijken Nu vooral gericht op enkele wijken in Den Haag en Rotterdam. Wij verzoeken u, samen met gemeenten en corporaties te kijken in hoeverre dit thema kan worden verbreed. Voor Leidschendam- Voorburg denken wij in het bijzonder aan wijken grenzend aan Den Haag. Het AB onderschrijft uw pleidoor om in te zetten op innovatie. Het is aan de gemeenten zelf om actuele informatie aan te leveren bij het AB. Deze informatie wordt door ons verwerkt in een volgende versie van het investeringsprogramma. Aanpassing van de N14 maakt onderdeel uit van MIRT-pakket A4 Passage en Poorten & Inprikkers. MRDH heeft met Rijk en PZH afspraken hierover vastgelegd in een bestuursakkoord. Voor N14 is opgenomen dat planuitwerkingsfase in 2019 afgerond wordt. Het AB zal hier bij het Rijk op toezien. De thema s en projecten die u benoemt zijn al opgenomen onder het kopje focusprojecten in het Regionaal Investeringsprogramma. Dat zal gebeuren. 5. Glasvezel regio (uitbreiding en toegankelijkheid) 8. Transformatie kantoren en winkels In het bijzonder de Mall of The Netherlands, waar 500 miljoen privaat geld wordt geïnvesteerd. De werkzaamheden zijn inmiddels gestart. Dit levert u geen extra kosten op; 11. Schaalsprong naar een Metropolitaan OV netwerk Mede vanwege het enorme succes van RandstadRail kunnen de verbindingen de groei van reizigers edocs: 22

35 Opmerking op termijn niet meer aan. U bent inmiddels samen met een aantal gemeenten gestart met verkennende studies, ook naar alternatieve tracés. Een verkenning naar automatisch vervoer ('Last Mile'), zoals tussen Den Haag, de Binckhorst en het station van Voorburg (thema 6) wordt hier vanzelfsprekend bij betrokken. Wij vragen u vooral de samenhang tussen de studies te bewaken. 17. Central innovation District / Security Delta Den Haag, inclusief verkeer en vervoer (Beatrixkwartier en Binckhorst). In dit verband vragen wij u om de snelfietsroute De Velostrada (Den Haag - Leiden) samen met betrokkenen verder te verkennen; 25. Metropolitaan landschap (landschapstafel Duin Horst Weide, Duivenvoordecorridor en Vlietland Wij vragen u in dit verband de 'Hollandse Banen', een recreatief fietsnetwerk, verder uit te werken. Het gaat daarbij ook om een goede aansluiting op stedelijke (snel)fietsroutes. Op die manier ontstaat een sterk regionaal netwerk dat door alle fietsers, recreatief of niet, kan worden gebruikt. Maassluis, Vlaardingen en Schiedam Reacties op proces en opbouw Allereerst willen wij de MRDH bedanken en complimenteren met het gevolgde proces, dat heeft geleid tot dit Regionaal Investeringsprogramma. Met u onderstrepen wij het belang vanuit het OESO rapport, om in onze regio te investeren in de economische structuurversterking. Gezien de achterblijvende groei van de werkgelegenheid de te hoge (jeugd)werkloosheid, de noodzaak tot vernieuwing en verduurzaming van de economie en de behoefte aan topbereikbaarheid liggen er urgente opgaven voor zowel de regio, als voor Nederland. Deze integrale aanpak heeft geleid tot een volwaardig Investerings-programma. Het proces met alle stakeholders uit de 23 gemeenten van de MRDH, de Economische Programmaraad Zuidvieugel, de provincie Zuid-Holland, Holland Rijnland en Drechtsteden is wat ons betreft zorgvuldig doorlopen. Mede door de veelheid aan partijen en belanghebbenden, is de bestuurlijke en ambtelijke druk voor allen aanzienlijk geweest bij het inventariseren en opstellen van voorliggend programma. U kunt trots zijn op het bereikte resultaat. Algemene opmerkingen Wij kunnen ons in grote lijnen vinden in de top 25. Niettemin willen we enige voor ons belangrijke zaken naar voren brengen in deze zienswijze. Het betreft een aantal algemene zaken, aangaande de deelonderwerpen Economie, Mobiliteit en Duurzaamheid, welke in het bijzonder betrekking hebben op onze gemeenten. Mobiliteit Het versterken van de railinfrastructuur middels viersporigheid van het tracé Den Haag. Daarbij is het behoud van de IC status van station Schiedam van wezenlijk belang als regionaal CV knooppunt, waarin de westelijke Rotterdamse regio (MVS, Nissewaard en Voorne Putten) wordt aangesloten op edocs: Reactie MRDH Uw opmerking neemt het AB ter harte.. De snelfietsroute is onderdeel van het regionaal investeringsprogramma. De Hollandse Banen zijn onderdeel van het regionaal investeringsprogramma en worden door het AB in overleg met provincie en de gemeenten uitgewerkt. Een goede aansluiting op het stedelijke (snel)fietsroute netwerk maakt daar een onderdeel van uit. Het AB dankt u voor uw vertrouwen. Op de betreffende onderwerpen wordt hieronder ingegaan. 23

36 Opmerking deze back-bone van de MRDH. We zijn verheugd op de prioritaire inzet van de MRDH op het behoud van de IC status, maar zien dat in het Investeringsprogramma niet expliciet verwoord. We verzoeken u dit alsnog expliciet te verwoorden. Wij vertrouwen erop dat u net als wij dit belang actief uitdraagt richting de verantwoordelijke minister. Innovatieve oplossingen via first/last-mile verbindingen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het geheel van ketenverplaatsingen van met name woon/werkverkeer. Het MVS gebied leent zich uitstekend als proeftuin voor dergelijke initiatieven, mede in relatie tot de proeven met automatisch vervoer rondom het havengebied van Vijfsluizen. Nederland is van oudsher een waterland. Het gebied waar dit Regionaal Investeringsprogramma betrekking op heeft is hier met al haar watergeretateerde activiteiten een sprekend voorbeeld van zowel op het gebied van werkgelegenheid in de havens als de recreatieve vaarroutes. Wij zien grote potentie in het verder benutten van dit water ten behoeve van (maatwerk) woonwerkverkeer en openbaar vervoerverbindingen. De benoemde Schaalsprong metropolitaan OV. Vervoer over water ljsselmond / Krimpenerwaard gaat ons inziens niet ver genoeg. Er liggen kansen voor robuuste verbindingen tussen Rotterdam, de MVS gemeenten aan de noordzijde en het Botlekgebied aan de zuidzijde van de Nieuwe Maas (Het doortrekken van de waterbus). Ook ter bevordering van initiatieven op het gebied van onderwijs-arbeidsmarkt zijn deze verbindingen nodig bijvoorbeeld voor de Food Innovation Academy of ten behoeve van het Havencluster. En we zien bij vervoer over water kansen voor nieuwe duurzame technieken, die zeker bij deze opschaling zouden moeten worden betrokken. Economie: Voor wat betreft het Economische vestigingsklimaat, zijn met name de verdere ontwikkeling van het Maritiem Servicedistrict Schiedam, de Food Innovation Academy en de mogelijkheden voor toerisme en vrijetijdsbesteding/recreatie in ons gebied van belang. De Food Innovation Academy ontwikkelt zich door. Voor de Food Innovation Academy wordt eind dit jaar een expertmeeting georganiseerd voor ondernemers, over potentiele cross-overs met voedingsmiddelentechnologie, op basis van de aanwezige innovatiekracht van onze regio. Unilever zal hierin participeren. Dit zal leiden tot een FIA living lab voor het toegepaste onderzoek door HBO studenten. Wij verheugen ons over het feit, dat dit in de Top 25 investeringsprojecten een plek heeft gekregen. Dit is onderdeel van de Greenport Next step Food. Schiedam heeft kennisgenomen van het feit dat het Maritiem Servicedistrict Schiedam is opgenomen in Regionaal Investeringsprogramma. Wij zijn tevreden met deze plek in het Programma en kijken zeer uit naar verdere samenwerking. Reactie MRDH Is wel degelijk onderdeel van de planvorming. Staat bij de projectaanpak expliciet benoemd. Het AB deelt uw opvatting dat innovatieve oplossingen via first/last-mile verbindingen een belangrijke bijdrage kunnen leveren. De provincie Zuid-Holland en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) hebben samen met de Drechtsteden, de gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam besloten gezamenlijk te gaan werken aan een langetermijnvisie voor personenvervoer over water. Het doel van de visie is om de kansen en mogelijkheden van samenwerking beter te benutten. Samenwerking en afstemming leidt tot een betere dienstverlening voor de reiziger en een efficiënte inzet van middelen. Deze visie zal helpen bij het formuleren van een gemeenschappelijk beeld voor de toekomst en om een basis te leggen voor verdere uitwerking in programma s en projecten. De visie is eind 2016 gereed. Het AB neemt hier kennis van. Het AB neemt hier kennis van. edocs: 24

37 Opmerking De uitvoering van de ambitiekaart voor de ontwikkeling en verduurzaming van het havengebied van Schiedam wordt versneld ter hand genomen. De gemeenteraad van Schiedam heeft hiertoe in de Zomernota voor de begroting van 2017 de financiële kaders vastgesteld. In de begroting voor 2017 wordt een bedrag van 4 miljoen aan extra middelen beschikbaar gesteld voor de verduurzaming van het havengebied, naast de reservering van bestaande middelen voor de realisatie van de ambitiekaart. De samenwerkingspartners van Schiedam stellen nog eens een bedrag ad 13 miljoen beschikbaar, in totaal dus een bedrag ad 22 miljoen aan publieke investeringen. Marktpartijen nemen eind 2016 een beslissing over de herontwikkeling van het slibdepot. In 2016 en 2017 wordt er met name geïnvesteerd in het verbeteren van de infrastructuur, het openbaar gebied, openbaar vervoer en onderzoek naar verduurzaming van het havengebied en de versterking van de relatie tussen haven en stad. A20 zone Wij zijn blij met de voorgestelde maatregelen en investeringen in de kennisas Rotterdam, Delft, Den Haag (Backbone). Vervolgstap hierop is de A20-zone bij de backbone te betrekken. Hiermee creëren we een scharnierpunt tussen kennisinstellingen en kennisintensieve maakindustrie. Wij vragen daarom de MRDH de nodige verbinding en tussen kennisinstellingen en relevante maakindustrie te leggen. Vrije tijd/toerisme Verbetering van het vestigingsklimaat door het aantrekkelijker maken van het landschap rond de steden achten wij van groot belang. Als te ontwikkelen deel van het project Metropolitaan Landschap (project 25) oriënteert Maassluis zich samen met u en andere gemeenten in en om Delfland en op Voorne Putten op een alliantie op het terrein van Vrijetijdseconomie (inclusief behoud van veerpont en nieuwe Hollandse baan die deze gebieden verbindt). Er komt een werkconferentie met marketingorganisaties en anderen om de kansen die het dagtoerisme binnen MRDH tussen stad en land (naluur/recreatie/horeca) biedt, verder te ontwikkelen en uit te bouwen. Duurzaamheid: Ook op het aandachtsgebied duurzaamheid is het van belang, dat we maximaal gebruik maken van elkaars kracht, kennis en ervaring. Wij pleiten er dan ook voor, dat succesvolle aanpakken opschaalbaar zijn naar andere gemeenten in de metropoolregio. Om onze doelen te halen, zou zich dit niet moeten beperken tot de uit het investeringsprogramma gefinancierde projecten. Wij zien hierin een rol weggelegd voor het Bestuurlijk Netwerk Energie, in samenwerking met de Alliantie Duurzaam Rijnmond. Hïerover vinden inmiddels gesprekken plaats. Reactie MRDH De MRDH draagt bij aan deze noodzakelijke verbindingen door te investeren in (de opzet van) fieldlabs. Zo zijn onder andere bijdragen gegeven aan het Fieldlab Additive Manufacturing en Smart Maintenance of Ships (SMASH). Binnen deze fieldlabs werken onderwijs, kennisinstellingen en bedrijfsleven nauw samen bij de (door)ontwikkeling van nieuwe technologieën. Het AB deelt uw opvatting dat het belangrijk is om het vestigingsklimaat te verbeteren door het aantrekkelijker maken van het landschap rond de steden. Het AB deelt uw opvatting dat het zinvol is succesvolle aanpakken op te schalen naar en te delen met andere gemeenten. De MRDH kent een informeel netwerk energie, zowel bestuurlijk als ambtelijk. Dit netwerk biedt een platform aan de gemeenten om informatie en kennis op het gebied van energie(transitie) uit te wisselen. De onderwerpen die hier behandeld worden zijn breder dan de projecten uit het regionale investeringsprogramma, en worden door de gemeenten, provincie Zuid-Holland en de waterschappen ingebracht. Op dit moment loopt edocs: 25

38 Opmerking Onder het thema Next Generation Woonwijken bepleiten wij de gezamenlijke uitvoering van de verduurzaming van VvE s en de VvE-loketten van Schiedam en Vlaardingen specifiek de Alliantie Duurzaam Rijnmond voor de verduurzaming van VvE s. Ten behoeve van energiebesparing in de gebouwde omgeving adviseren wij om in afstemming met provincie, rijk en gemeenten een fonds in te richten, dat qua financieringsmogelijkheden complementair is aan bestaande financieringsmogelijkheden. Een belangrijke belemmering, waardoor de energiebesparing in de gebouwde omgeving moeizaam op gang komt, is dat vastgoed- en woningeigenaren onvoldoende kennis en tijd hebben, om hiermee aan de slag te gaan. Wij pleiten er dan ook voor, dat het regionaal fonds de (voor)financiering van proces- en ontwikkelkosten (inclusief ontzorging) mogelijk gaat maken. Bij de uitvoering van het thema Energie-infrastructuur willen met name Schiedam en Vlaardingen de activiteiten binnen dit thema benutten om nieuwe kansen te verkennen om de restwarmte van de bestaande Leiding over Noord en de toekomstige Leiding door het Midden te gaan gebruiken in de toekomstige mix van duurzame warmte in onze gebouwde omgeving (als onderdeel van een uiteindelijk geheel duurzame energie-infrastructuur). (Aanvullende opmerkingen vanuit Schiedam): Schiedam vraagt hierbij aandacht voor de bronnen en afnemers van een warmtenet. Het net mag op geen enkele wijze energiebesparing bij een bron of afnemer tegenwerken en dient onafhankelijk te zijn van (rest)warmte die op niet-duurzame wijze is opgewekt. Ook dient er aandacht te zijn voor alternatieve vormen van duurzame warmtelevering voor de gebouwde omgeving Maassluis sluit aan bij het verkennen van de kansen op het gebied van duurzame warmte, wanneer de mogelijkheid zich voordoet. Een vervolgstap Roadmap Next Economy moet worden gezet m.b.t. duurzaamheid. Hoe kan het implementatieproces en de gewenste scale-ups worden vormgegeven. In het bijzonder gaat het om aan te geven hoe we tot een succesvolle financiering komen met steun van het rijk, het realiseren van een efficiënte kennisdeling, het zoeken van samenwerking en concretisering van implementatie van de opgaven. Wij vragen de MRDH aandacht te hebben voor deze vervolgstap. Specifieke opmerkingen Een goede inpassing van de Blankenburgverbinding in relatie tot de regionale economische hotspots Reactie MRDH een verkenning naar samenwerking met de Alliantie Duurzaam Rijnmond. Het AB deelt uw opvatting om bestaande structuren, zoals de VvE-loketten en Alliantie Duurzaam Rijnmond te benutten bij de verduurzaming van VvE s. Het AB deelt uw visie dat de ontwikkeling van nieuwe financieringsmogelijkheden complementair moeten zijn aan de bestaande. Via het netwerk energie van de MRDH, waar ook de provincie bij is aangesloten, bieden wij u graag het platform om uw voorstel voor een regionaal fonds toe te lichten. De verdere ontwikkeling van de warmte infrastructuur in Schiedam en Vlaardingen, en mogelijk Maassluis, geeft concreet invulling aan de ambities in de regio om vraag en aanbod van warmte met elkaar te verbinden. De Roadmap Next Economy voedt het investeringsprogramma met concrete projecten ter vernieuwing en verduurzaming van de economie van de regio Rotterdam Den Haag. Bij de uitvoering van de projecten is er sprake van één regionaal investeringsprogramma, inclusief de projecten die voortkomen uit de RNE. Alle projecten uit het investeringsprogramma, ook de projecten die voortkomen uit de RNE, kunnen gebruik maken van de generieke regionale ondersteuningen, waaronder de ontwikkeling van een financieringsstrategie voor de projecten. Het AB neemt hier kennis van. edocs: 26

39 Opmerking is in ieders belang, zeker ook voor onze inwoners. De inpassing zelf is de verantwoordelijkheid van het ministerie van I&M. De invulling en verdere uitwerking van het Kwaliteitsprogramma Blankenburgverbinding raakt vele partners in het MRDH-gebied. Het Kwaliteitsprogramma gaat namelijk over een groter gebied dan alleen het gebied direct grenzend aan de nieuwe rijksweg. Het doel van het programma is, om het gebied, waarin straks de rijksweg komt te liggen, een kwaliteitsimpuls te geven, door onder meer het recreatieaanbod te vergroten en nieuwe natuur te ontwikkelen. Wij doen een oproep aan alle partijen, een constructieve bijdrage te leveren aan het slagen van deze ambitie. De projecten bieden ruimte voor ontwikkelingen op het gebied van recreatie, educatie én ondernemerschap. Midden-Delfland Van theorie naar praktijk Bij de vorming van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag is de focus gericht op wetenschappelijk onderzoek. Voorbeelden zijn de vier kernopgaven uit het advies van professor Tordoir en het advies van het OESO. Rode draad van deze onderzoeken is het feit dat de economische groei in onze regio stagneert ten opzichte van de potenties. Met de onderzoeken is de urgentie aangetoond om de ruimtelijk-economische structuur te versterken en zijn adviezen geven hoe in gezamenlijkheid de agglomeratiekracht beter te benutten. Het Regionaal Investeringsprogramma is een instrument om de noodzakelijke praktische invulling te geven aan de diverse adviezen. Doelstelling Wij onderschrijven de doelstellingen die in uw bovenvermelde brief zijn benoemd: "De projecten moeten bijdragen aan het doel: een attractieve, duurzame en bereikbare regio, die in staat is aximaal te profiteren en in te spelen op de economische transitie en mogelijkheden tot werkgelegenheidsgroei." Het Regionaal Investeringsprogramma is een waardevolle inventarisatie van projecten die bijdragen aan het versterken van de ruimtelijk-economische structuur. Het clusteren van de 25 thema's tot vier aandachtsgebieden zorgt voor een focus in de uitvoering. Kern van het Regionaal Investeringsprogramma is een duurzame economische vernieuwing. Dit sluit goed aan op de identiteit en doelstellingen van de gemeente Midden-Delfland. Proces investeringsprogramma Het Regionaal Investeringsprogramma is een product van samenwerking van diverse regionale partijen. Het is positief dat alle partijen bereid zijn vanuit de doelstelling samen te werken. In korte tijd is hierdoor een grote verscheidenheid aan projecten gebundeld. Wij benadrukken het belang om het Regionaal Investerings-programma niet als statisch document te behandelen. Bij het uitwerken van de diverse projecten zal blijken dat de urgentie verschilt of dat de prioritaire projecten ondersteund moeten worden met aanvullende projecten. Een goed voorbeeld van de noodzaak het investeringsprogramma als dynamisch document te beschouwen is het proces van de Roadmap Next Economy (RNE). Het investeren in een duurzame economische vernieuwing sluit aan op de verwachte uitkomst van de RNE. Wij sluiten niet uit dat Reactie MRDH Het AB waardeert uw oproep aan alle partijen een constructieve bijdrage te leveren aan het slagen van deze ambitie. Het AB neemt hier kennis van. Het AB neemt hier kennis van Het AB onderschrijft uw opmerking om het Regionaal Investeringsprogramma als een dynamisch document te behandelen. Het is aan de gemeenten om aanpassingen door te geven. edocs: 27

40 Opmerking inhoudelijke aanpassing van projecten nog wenselijk is. Economische vernieuwing houdt ook in dat cross-overs tussen bijvoorbeeld de agrarische sectoren greenport en veehouderij met andere sectoren ontstaan. Economische vernieuwing kan ook deels gevonden worden in nog niet bestaande cross-overs tussen de diverse grote economische sectoren in onze regio. Positie en inzet Midden-Delfland Het realiseren van de projecten uit het Regionaal Investeringsprogramma vraagt een grote inzet van overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen. Wij bevestigen dat vanuit Midden-Delfland inzet en ondersteuning op de regionale opgaven geleverd wordt. Een gezamenlijke inzet bevestigt de kracht van de regio en biedt meer kansen op realisatie van de diverse projecten. Als gemeente focussen wij ons op de thema's die voortvloeien uit de economische vernieuwing van de Greenport en het versterken van het economisch vestigingsklimaat. Het Central Park Midden-Delfland vervult een belangrijke functie binnen de economische back-bone van de regio. Wij richten onze bijdrage dan in het bijzonder op een zorgvuldige inpassing van de viersporigheid Delft-Schiedam, projecten die de ruimtelijke kwaliteit van het landschap versterken en projecten die economische vernieuwing ter ondersteuning van het behoud van het landschap stimuleren, zoals recreatie, toerisme, kennisontwikkeling hippische sport en landbouw en verdere ontwikkeling korte ketens. Pijnacker-Nootdorp Wij zijn blij met het resultaat, waarin zichtbaar wordt dat door slimme regionale samenwerking de regio initiatieven neemt om de agglomeratievoordelen in de Metropoolregio beter te benutten door in te zetten op vernieuwing van de economie, vernieuwing van energie, vernieuwen van verbindingen, en vernieuwen van stad en omgeving. Wij vertrouwen er op dat op die manier meer economische groei, en verbetering van de werkgelegenheid te bereiken is. Wij achten het van groot belang dat de aan de MRDH deelnemende gemeenten met dit Regionaal Investeringsprogramma tonen over de eigen gemeentegrenzen heen te kunnen kijken, en tot regionale samenwerking te komen. Nu al merken wij dat het ingezette proces leidt tot een betere onderlinge samenwerking, tot realiseerbare projecten, en tot agendavorming voor de komende jaren. Ondanks het positieve resultaat tot nu toe is nog niet geheel duidelijk hoe het proces rond het Regionaal Investeringsprogramma nu verder gaat verlopen. Zo is niet helder wat de status van het programma is in het licht van de verkiezingen in het voorjaar van 2017 en de positie die het huidige kabinet daarin heeft. Ook is er nog onduidelijkheid met betrekking tot de vraag welke bronnen aangeboord moeten worden om ook de financiële haalbaarheid van de projecten te waarborgen en de processen die daarvoor moeten worden doorlopen. Wij bepleiten transparantie bij het vorm geven van het vervolgproces. Verder achten wij het van belang om het door de MRDH reeds ingezette traject Roadmap Next Economy (RNE) nadrukkelijk bij dit vervolg te betrekken. Reactie MRDH Het AB is verheugd dat gemeente Midden- Delfland zich actief gaat inzetten op de regionale opgaven. Het AB neemt hier kennis van. Het AB deelt deze opvatting. De uitwerking van het verdere proces is onderwerp van een uitvoeringsnotitie die zal worden vastgesteld in het AB van 9 december Dit maakt onderdeel uit van de uitvoeringsnotitie. Het voorstel voor uitvoering ligt voor bij de gemeenten. De gemeenteraden worden uiteraard betrokken bij het vervolgproces. edocs: 28

41 Opmerking Het Regionaal Investeringsprogramma bestaat nu uit zo'n 150 projecten, zonder dat volledig duidelijk is hoe die zich tot elkaar verhouden. Wij menen dat daarin meer focus wenselijk is. Wij pleiten voor een transparant proces om die focus naderbij te brengen. Wij vragen aan de MRDH in de tweede helft van 2016 een plan van aanpak voor het vervolg te maken, waarin de bovenstaande elementen zijn opgenomen. Wij pleiten er voor dat de deelnemende gemeenten elkaar hierin faciliteren, zodat de ingeslagen weg van regionale samenwerking verder kan worden ontwikkeld. In uw aanbiedingsbrief wordt een website genoemd, die een uitgebreide inhoudelijke toelichting bevat op het Regionaal Investeringsprogramma. Daarin valt op dat niet alle door onze gemeente aangedragen projecten daarin op de juiste wijze zijn opgenomen. Zo zijn er projecten die zijn aangemerkt als 'verkenning' terwijl ze in werkelijkheid al in de planfase zijn. Wij vragen aandacht voor het actueel maken en houden van de website. De onvolkomenheden zullen overigens ambtelijk worden doorgegeven. Ridderkerk Samenwerking en energie Wij waarderen de samenwerking die aan de basis van het Regionaal Investeringsprogramma ligt. Niet alleen de samenwerking tussen de deelnemende gemeenten, maar ook met aangrenzende regio s en de provincie. Deze samenwerking is noodzakelijk om de potentie van de Zuidelijke Randstad volledig te benutten. Ook spreken wij onze waardering uit voor de verbeterde samenwerking met de provincie, waarbij ieder vanuit zijn eigen taken en bevoegdheden een bijdrage levert aan de ontwikkeling van de regio. Daarbij is het goed dat de projecten gedragen worden door de gemeenten en andere bestaande structuren, zoals de Greenport en de Landschapstafels. Wij hopen dat de MRDH in de toekomst van deze bestaande structuren blijft uit gaan, maar wel een rol zal spelen in coördinatie en afstemming. We zien dat er een energie ontstaan is die de projecten verder brengt. Het zou goed zijn dat deze energie en de ambitie die uit het investeringsprogramma spreekt ook vertaald worden in concrete resultaten die de regio verder helpen. Het Regionaal Investeringsprogramma is hierbij een belangrijke stap, maar we dringen wel aan op snelheid bij het verder concretiseren en uitvoeren van de projecten. Dat neemt niet weg dat de initiatiefnemers verantwoordelijk blijven om van hun projecten een succes Reactie MRDH Inmiddels zijn projecten uit de RNE opgenomen in het Regionaal Investeringsprogramma. Het regionaal investeringsprogramma is een pakket van meer dan 150 concrete projecten. Deze zullen in samenhang gerealiseerd moeten worden om het potentieel van de regio in volle kracht te benutten. Uw pleidooi voor focus herkent het AB. Het is onmogelijk om meer dan 150 projecten tegelijkertijd verder in de planvorming en de uitvoering te brengen. Daarom worden in de uitvoering van het investeringsprogramma focusprojecten benoemd met een grote regionale betekenis die in de periode tot medio 2017 tot een concreet resultaat kunnen leiden. Een uitvoeringsnotitie gaat nu het besluitvormingsproces in. Het AB steunt uw pleidooi van harte. Het is aan de gemeenten zelf om actuele informatie aan te leveren bij de MRDH organisatie. Het AB onderschrijft dit. Het is belangrijk dat dit wordt doorgepakt. edocs: 29

42 Opmerking te maken. Inzet Ridderkerk Ridderkerk is actief betrokken bij een aantal projecten gericht op vernieuwing van de economie, duurzaamheid en attractiviteit. Ten eerste gaat het hierbij om de vijf projecten die we hebben ingebracht voor Nieuw Reijerwaard (toonaangevende duurzaamheid / vernieuwing economie). Deze projecten zijn een essentieel onderdeel van het door alle betrokken gemeenten ingebrachte programma Greenport. Wij zijn blij dat de MRDH zich committeert aan dit programma. De projecten zijn innovatief, duurzaam, en opschaalbaar naar de hele regio. Met name willen we hierbij noemen het project Human Capital Pool, waarbij duurzame werkgelegenheid voor kwetsbare groepen centraal staat en het project Productielocatie Duurzame Energie, dat zich al in de aanbestedingsfase bevindt met uitsluitend private financiering. Attractiviteit is een thema dat wij met genoegen terugzien in het Regionaal Investeringsprogramma. Een aantrekkelijk woonmilieu is van groot belang voor bestaande en toekomstige bewoners en voor het economisch vestigingsklimaat van de regio. Ridderkerk is van unieke waarde in de regio als gemeente met een dorps karakter, met de werkgelegeneheid en voorzieningen van Rotterdam en Drechtsteden binnen handbereik. Het Regionaal Investeringsprogramma draagt verder bij aan versterking van deze aantrekkelijkheid, met projecten als Hollandse Banen, Waalvisie, Rivier als Getijdenpark en River Art. Deze projecten zijn tot stand gekomen met de Landschapstafel IJsselmonde als platform. Ridderkerk wil op deze manier zijn constructieve bijdrage leveren aan een versterking van het economisch klimaat in de regio, in samenwerking met onze partners. In deze samenwerking kunnen wij van elkaar leren en kennis delen. In bestaande overlegstructuren als de Greenport Westland Oostland en de Landschapstafel IJsselmonde vindt dergelijke samenwerking al plaats. Dit draagt positief bij aan de verankering van de projecten en de realisatie van het investeringsprogramma. Ridderkerk levert een belangrijke bijdrage aan de bereikbaarheid van de regio door aanwezigheid van belangrijke (rijks)wegen op zijn grondgebied. 11% van de grond in Ridderkerk is in gebruik als wegen, veruit het hoogste percentage van alle gemeenten in Nederland. Deze grote infrastructuur zet druk op de attractiviteit en leefbaarheid. Dit aspect moet dus ook zwaar meewegen bij het prioriteren en uitwerken van de projecten in het Regionaal Investeringsprogramma. Het project Brienenoord Algera Corridor mag gelet op het feit dat de leefbaarheid in Ridderkerk door onder meer het grote aandeel (rijks)wegen toch al onder druk staat, geen negatieve effecten op de leefbaarheid hebben. Van de variant die momenteel bekend staat als voorkeursoplossing, is bekend dat deze wél een negatief effect heeft op de leefbaarheid. Wat onze raad betreft is deze voorkeursoplossing dan ook onbespreekbaar, zoals blijkt uit de unaniem door ons op 20 april 2011 aangekomen motie nr , inzake de oeververbinding Krimpenerwaard Ridderkerk. Graag denken wij mee over een andere oplossing zonder negatieve effecten. Filter op projecten Wij onderschrijven de ambitieuze insteek van het Regionaal Investeringsprogramma. Ambitie helpt om Reactie MRDH Het AB neemt hier kennis van. Het AB neemt hier kennis van. Het AB onderschrijft dat attractiviteit en leefbaarheid van belang zijn voor deze regio. De planning voor verdere verkenning voor Brienenoord- en Algeracorridor is mede afhankelijk van de uitkomst van het MIRTonderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag en de NMCA die beiden in 2017 worden opgeleverd. Het AB zal erop toezien dat alle relevante partijen, waaronder de gemeente Ridderkerk, betrokken worden bij de verdere uitwerking. Het regionaal investeringsprogramma is een pakket van meer dan 150 concrete projecten. edocs: 30

43 Opmerking dingen voor elkaar te krijgen. Tevens onderschrijven wij dat in het Regionaal Investeringsprogramma geen projecten zijn geprioriteerd of gefilterd. De projecten hebben immers alle hun waarde, zijn zeer divers en zijn alle van belang voor betrokken gemeenten. Wij sluiten echter niet uit dat in de toekomst prioritering nodig zal zijn. Ten eerste vanwege schaarste aan middelen. Ten tweede omdat projecten negatieve effecten elders kunnen hebben. Wij verwachten dat de MRDH een prioritering indien nodig faciliteert. Een vraag hierbij is hoe projecten zich tot elkaar verhouden en of alle projecten echt van toegevoegde waarde voor de regio als geheel zijn. In onze raad is de vraag gerezen of er een filter is geweest of moet komen voor projecten op de lijst, waarin ook belangenafweging plaatsvindt. Ook in dit verband verwijzen wij naar het project Brienenoord Algera Corridor, waar conflicterende belangen kunnen gaan spelen. Daarnaast is voor veel projecten de financieringsbehoefte nog niet geheel duidelijk. Ook is in veel gevallen onduidelijk wanneer er financiering nodig is en waar die vandaan moet komen. Voor een aantal thema s is het waarschijnlijk dat niet alle wensen vervuld kunnen worden. Ook dan komt wellicht de wens van prioriteren aan de orde. Gelet op de nu ingezette en geïntensiveerde samenwerking, moeten we niet in een situatie van onderlinge concurrentie terecht komen. Niet alleen overheden Het is goed dat de MRDH samen met andere overheden het initiatief voor het Regionaal Investeringsprogramma heeft genomen. Wij vinden het echter van belang dat ook het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen een actieve rol moeten hebben bij de projecten. Bij diverse projecten is dit al het geval, maar niet bij alle. Wij zijn van mening dat, wellicht met uitzondering van een aantal infrastructurele projecten, een gezonde private business case een voorwaarde is voor het duurzaam doen slagen van de projecten. De overheid kan dan eventueel zorgen voor het laatste duwtje in de rug. Wat verwachten we van de MRDH Wij waarderen de aanjagende en coördinerende rol die de MRDH heeft gespeeld bij de totstandkoming van het Regionaal Investeringsprogramma, en de ruimte die hierbij geboden is voor lokale inbreng. Wij vertrouwen erop dat de MRDH ook in de toekomst een rol speelt bij het monitoren van de doelstellingen, het informeren en coördineren, en indien dit nodig blijkt het prioriteren. Wij vertrouwen erop dat u onze opmerkingen mee zult nemen in de verdere besluitvorming en uitwerking van het Regionaal Investeringsprogramma. Wij zien uit naar een goede samenwerking in het vervolgtraject. Rijswijk U geeft aan dat het gevolgde proces gericht was op het voorsorteren op de aankomende Tweede Kamer verkiezingen en om die reden op het aanbieden van het programma voor 1 juli aan ministerpresident Rutte. Het gevolg hiervan was dat er tijdsdruk op het proces tot het vormen van een Regionaal Investeringsprogramma stond. Het eindresultaat is een doordacht en gevarieerd Reactie MRDH Deze zullen in samenhang gerealiseerd moeten worden om het potentieel van de regio in volle kracht te benutten. Uw pleidooi voor focus herkent het AB. Het is onmogelijk om meer dan 150 projecten tegelijkertijd verder in de planvorming en de uitvoering te brengen. Daarom worden in de uitvoering van het investeringsprogramma focusprojecten benoemd met een grote regionale betekenis die in de periode tot medio 2017 tot een concreet resultaat kunnen leiden. Dit komt tot uiting bij de keuze van de focusprojecten. Dit is inderdaad het geval. Veel projecten vergen nog een nadere uitwerking. Pas dan zal een goede afweging mogelijk zijn. Veel projecten hebben het karakter van publiekprivate samenwerking. Per project zal moeten blijken hoe daar invulling aan kan worden gegeven. Het AB neemt hier kennis van. Het AB neemt hier kennis van. Het AB deelt de opvatting van gemeente Rijswijk dat het belangrijk is om een zorgvuldig proces te doorlopen. edocs: 31

44 Opmerking investeringsprogramma. Wij vinden het van groot belang dat ook als snelheid geboden is, toch steeds een zorgvuldig proces wordt doorlopen waarop alle gemeenten zijn aangesloten. Wij ondersteunen de door u verwoorde investeringsvoornemens in "Investeren in vernieuwen". Wij concluderen dat een zorgvuldig te doorlopen proces met partijen van verschillende disciplines en niveaus van groot belang is voor de uitvoering van het programma en verwachten van u om dat goed vorm te geven. U schrijft over een "levendig" programma waaraan projecten toegevoegd kunnen worden en waarin projecten kunnen afvallen. Wij vernemen graag hoe dit proces wordt ingevuld, waarbij we in het bijzonder goede afspraken willen maken over de bestuurlijke en ambtelijke aansluiting op het project Transformatie winkels en kantoren. Reactie MRDH Het AB deelt uw mening. De gemeenten beslissen over hun eigen projecten. De gemeenten kunnen zelf projecten toevoegen of laten afvallen. De AB s van MRDH, Drechtsteden en Holland Rijnland, GS, de bestuurscommissies en adviescommissies EV en Va van de MRDH zullen in de reguliere vergaderingen over relevante ontwikkelingen op de hoogte worden gehouden. In de EPZ, waarin al deze partijen vertegenwoordigd zijn, worden, samen met de bestuurders van bedrijven en kennisinstellingen, de voortgang en strategische kansen, dilemma s en knelpunten besproken en geadresseerd. Dit gebeurt minimaal 1 keer per jaar. Eenmaal per jaar organiseren wordt een special georganiseerd om samen met alle betrokken partijen de balans op te kunnen maken. De eerste keer zal dit in juli 2017 zijn. Het project Transformatie Kantoren en Winkels heeft zich uiteindelijk geconcentreerd op kantoren. Er zijn 16 aandachtsgebieden benoemd (deelprojecten). Dit zijn gebieden met kantoren. In sommige gebieden zal het daadwerkelijk gaan om transformatie, maar in andere gebieden zal het gaan om sloop, in weer andere gebieden juist om de bouw van kantoren. De tem gebiedsontwikkeling kantorenlocaties dekt de inhoud daarom beter transformatie kantoren. Rijswijk is de trekker van dit project (bestuurlijk trekker is wethouder René van Hemert). Ambtelijk zijn 9 gemeenten met veel kantoren, de provincie en de MRDH betrokken. Nu wordt gewerkt aan de verdere concretisering van de 16 deelprojecten. edocs: 32

45 Opmerking In het (levendige) programma zien wij zowel kansen als bedreigingen. Kansen omdat we bijvoorbeeld input aan het programma kunnen leveren door projecten aan te dragen. Hierbij denken wij expliciet aan een goede verbinding van de economische toplocatie Plaspoelpolder met Rotterdam The Hague Airport en de TU Delft. We zien ook bedreigingen omdat voor ons belangrijke projecten kunnen afvallen en dat de druk op het budget van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag toeneemt. Voor wensen zoals de uitbreiding van het openbaar vervoer netwerk en een verbinding met/via Rijswijk Buiten zal dit gevolgen kunnen hebben. De viersporigheid is ook voor de gemeente Rijswijk van belang. Naast de bereikbaarheid van Rijswijk en de economische toplocatie Plaspoelpolder in het bijzonder zal dit bijdragen aan de gewenste uitstraling van station Rijswijk als metropolitaan OV-knooppunt. Wij pleiten voor een sterke lobby op dit onderwerp. Onder "Vernieuwen stad en omgeving" lezen wij onder andere de ambitie om groene zones, waaronder de Landgoederenzone in Rijswijk, beter toegankelijk te maken. De verbinding met ander groen of blauw via de "Slowlanes" per fiets of te voet is een project dat ons erg aanspreekt, net als het onderzoek naar de haalbaarheid van invulling van de "last mile" tussen station Rijswijk en de werklocaties Plaspoelpolder, Broekpolder en Hoornwijck met automatisch vervoer. In de gewenste schaalsprong van regionaal openbaar vervoer, waaronder een onderzoek naar een Hoogwaardige OV-verbinding tussen Den Haag Zuidwest via Rijswijk naar Delft, zien wij wederom de kansen voor de verdere ontwikkeling van station Rijswijk en de stationsomgeving. U geeft aan dat wijzigingen in het investeringsprogramma op de website worden doorgevoerd. Wij horen graag nog op welke manier wij op de hoogte worden gebracht van wijzigingen in het investeringsprogramma. Reactie MRDH Het AB neemt hier kennis van. Het feit dat het dossier viersporigheid een prominente plek in het Investeringsprogramma heeft, betekent dat MRDH met haar partners het belang van dit dossier intensief blijft uitdragen. Het AB neemt hier kennis van. De langere termijnperspectieven voor ontwikkeling van het station en haar omgeving worden onderkend door MRDH. De voortgang van (de projecten van) het investeringsprogramma is voor iedereen te volgen via de website De MRDH beheert deze website. De eigenaren van de projecten zijn zelf verantwoordelijk voor het aanleveren van adequate informatie. De AB s van MRDH, Drechtsteden en Holland Rijnland, GS, de bestuurscommissies en adviescommissies EV en Va van de MRDH zullen in de reguliere vergaderingen over relevante ontwikkelingen op de hoogte worden gehouden. In de EPZ, waarin al deze partijen vertegenwoordigd zijn, worden, samen met de bestuurders van bedrijven en kennisinstellingen, de voortgang en strategische kansen, dilemma s en knelpunten besproken en geadresseerd. Dit gebeurt minimaal 1 keer per jaar. Eenmaal per jaar organiseren wordt een special georganiseerd om samen met alle betrokken partijen de balans op te kunnen maken. De eerste keer zal dit in juli 2017 zijn. edocs: 33

46 Opmerking Het Investeringsprogramma is een pakket aan maatregelen waarvoor de financiën nog niet rond zijn en waarvoor prioritering noodzakelijk is. Wij verwachten nog geïnformeerd te worden op welke wijze u de raden betrekt bij het verdere proces om hiertoe te komen. Rotterdam De ambities in het Regionaal Investeringsprogramma worden vanuit Rotterdam herkend. De gekozen thema's sluiten aan bij de opgaven uit de Agenda Economisch vestigingsklimaat en de Strategische Bereikbaarheidsagenda Vervoersautoriteit. Algemeen De gemeenteraad wil zijn complimenten geven voor het werk dat is verzet om te komen tot dit product. Het overzicht van alle projecten en programma's die zijn opgenomen op de investeringskaart is indrukwekkend en laten duidelijk zien hoeveel energie er in onze regio bij gezamenlijke overheden aanwezig is. Goed ook, omdat dit overzicht alle participanten in staat stelt om inzicht te krijgen in de projecten van buurgemeenten en om betere afstemming en daardoor meerwaarde te creëren voor eigen investeringen. Wij onderschrijven het grote belang van een gezamenlijk regionaal investeringsprogramma. De samenwerking tussen provincie Zuid-Holland, de economische programmaraad Zuidvleugel en de gemeenten in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag gericht op een samenhangend investeringsprogramma draagt direct bij aan de concurrentiepositie van onze regio. Het maakt ons slagvaardiger in de samenwerking met andere partijen, zoals het rijk en moet bijdragen aan het sneller realiseren van cofinanciering vanuit het rijk, Europa of andere fondsen. Voor Rotterdam zijn een aantal zaken van groot belang om het vervolg van het investeringsprogramma ook tot een succes te maken. Hieronder zetten wij deze onderwerpen verder uiteen. Meer focus In het proces van de totstandkoming van het Investeringsprogramma is er voor gekozen om een zo compleet mogelijk beeld te schetsen van de investeringsambities van de deelnemende partners. De komende periode zal het kaf van het koren moeten worden gescheiden. Op basis van goede criteria kan een nadere focus in dit Investeringsprogramma worden aangebracht. Wij zijn van mening dat om echt het verschil te maken voor de regio en om bij het Rijk Europa en andere financiers het goede verhaal te vertellen een scherpe focus essentieel is. Alleen dan kan een Regionaal Investeringsprogramma meerwaarde hebben en de ambitie om onze regio economisch sterker te maken daadwerkelijk resultaat opleveren. Wij vragen daarom aan uw dagelijks bestuur een voorstel met een helder afwegingskader tot prioritering uit te werken en dit aan de raden van de MRDH gemeenten voor te leggen. Wij zijn uiteraard gaarne bereid om hieraan een substantiële bijdrage te leveren. Lokale legitimering en draagvlak Het regionaal investeringsprogramma is een nieuw initiatief dat haar bestaansrecht moet bewijzen. Lokale legitimering en draagvlak zo wel bestuurlijk als in de samenleving zijn daarbij cruciaal. De Reactie MRDH Het AB neemt kennis van uw verzoek en bespreekt de wijze van betrokkenheid in zijn vergadering op 9 december a.s. Het AB neemt hier kennis van. Dank voor uw waardering. Het AB neemt hier kennis van. Het AB neemt kennis van uw verzoek en bespreekt de wijze van betrokkenheid in zijn vergadering op 9 december a.s. edocs: 34

47 Opmerking Rotterdamse Raad wil daarin haar verantwoordelijkheid nemen, maar kan dan alleen goed wanneer zij actief betrokken is bij planvorming en uitvoering. Wij roepen het Dagelijks Bestuur op dit proces goed te organiseren. Relatie met de Roadmap Next Economy Het Regionale Investeringsprogramma en de Roadmap Next Economy hebben tot nu toe een eigen (tijds)pad bewandeld. Rotterdam is van mening dat de uitvoering van beide trajecten in samenhang of tenminste in nauwe afstemming moet plaatsvinden. Er zijn grote parallellen te trekken tussen de publieke investeringen in het Regionale Investeringsprogramma en de Roadmap, de wijze waarop deze trajecten worden uitgevoerd moet daarom ook gericht zijn op het creëren van maximale synergie. Betrokkenheid Rotterdamse Raad Met het Regionale Investeringsprogramma draagt Rotterdam geen bevoegdheden over aan de MRDH, ten aanzien van de Rotterdamse projecten en programma's. De Rotterdamse projecten en programma's zijn en blijven de verantwoordelijkheid van de Rotterdamse organisatie en het bestuur. Wassenaar Wij onderkennen het grote belang van het Regionaal Investeringsprogramma. Meer werkgelegenheid, hogere economische groei en behoud van de internationale concurrentiepositie van de MRDH zijn belangrijk voor alle gemeenten van de MRDH. Voor Wassenaar maakt het duurzaam behoud van het internationale leefmilieu dat Wassenaar biedt, mogelijk. Wassenaar is daarnaast afhankelijk van de (boven)regionale arbeidsmarkt, waardoor ook voor de Wassenaarse bevolking in zijn algemeenheid behoud en verruiming van het werkaanbod in de nabijheid van Wassenaar van groot belang is. Dat ingespeeld wordt op te verwachten, nieuwe economische ontwikkelingen is essentieel voor het halen van de doelstellingen. Wij ondersteunen van harte de algemene programma's Next generation woonwijken, Energieinfrastructuur, Opwekking duurzame energie. Energietransitie mobiliteit en Transformatie winkels en kantoren. De 'Ondertunneling N44'staat op de Projectenlijst onder Metropolitaan Landschap Verbinding groen N44. Ondertunneling maakt het mogelijk om het groen te verbinden en het Duin Horst & Weidegebied te vergroten. Ook wordt het door het Rijk aangewezen beschermd dorpsgezicht 'Landgoederenzone Wassenaar, Voorschoten en Leldschendam-Voorburg' versterkt. Daarnaast biedt Ondertunneling de mogelijkheid om plaatselijk de luchtkwaliteit te verbeteren (door beperking van de emissie van o.a. fijnstof en stikstofdioxide). Het is verder evident dat de Ondertunneling N44 van essentieel belang is voor de MRDH in de ontwikkeling naar een economisch uitstekend presterende regio, zowel nationaal als internationaal. Wij zijn verheugd dat u dit regionale belang onderschrijft in uw voorstel 'Investeren in vernieuwen' waarin staat dat voor de weginfrastructuur nieuwe verbeteringen noodzakelijk blijven, waaronder de ondertunneling van de N44 in Wassenaar. Wij vragen u om uw inzet te continueren, zowel voor de lobby voor de Ondertunneling als voor het opzetten van het studieproject over de Ondertunneling N44. Reactie MRDH De gemeenteraden zullen uiteraard actief betrokken worden bij het vervolgproces. Het AB deelt uw mening dat de uitvoering van beide trajecten in samenhang, dan wel afstemming moet plaatsvinden. Het AB neemt hier kennis van. Het AB neemt hier kennis van. Het AB neemt hier kennis van. Het project Ondertunneling N44 staat in de verkenningsfase van de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid (UAB). De N44 is een rijksweg. Het initiatief voor het opzetten van een studieproject ligt daarom primair bij het rijk of bij gemeente Wassenaar. edocs: 35

48 Opmerking Het project Slow lanes wordt inmiddels aangeduid als Hollandse Banen. Wij verzoeken u om ook op de langere termijn zich in te blijven zetten voor de realisatie van deze fietsverbindingen tussen stad en land, die de MRDH nog aantrekkelijker zullen maken als vestigingsmilieu. De systematiek en informatie op de Projectenlijst, de hard copy Investeringskaart, de Investeringskaart op en de beschrijvingen zijn niet éénduidig. Ook zijn er soms grote overlappen tussen projecten. Wij verzoeken u te bezien hoe de projecten op de Projectenlijst, maar ook op beter op elkaar afgestemd kunnen worden qua benaming, beschrijving en abstractieniveau. Daarmee zal er meer overzicht komen wat waar speelt en kunnen de juiste partners gevonden worden voor de realisatie van de projecten. Voor de Wassenaarse projecten onder Metropolitaan Landschap verzoeken wij u deze afstemming in overleg te doen met de Landschapstafel Duin Horst & Weide, bijvoorbeeld door aan de hand van één kaart van het gebied de diverse projecten met elkaar te verbinden. Westland Het uitbrengen van het OESO-rapport 'Metropolitan Review Rotterdam The Hague' op 1 februari 2016 heeft het opstellen van een samenhangend Regionaal Investeringsprogramma in gang gezet. In de afgelopen maanden is intensief gewerkt aan het opstellen van het Regionaal Investeringsprogramma wat op 6 juli is aangeboden aan Premier Rutte. De regio heeft een stevige ambitie neergezet om de economie te versterken. Wij zijn zeer verheugd met het bereikte resultaat tot nu toe. De samenwerking tussen MRDH, Provincie Zuid-Holland, Economisch Programmaraad Zuidvleugel, Drechtsteden en de regio Holland-Rijnland is hierdoor versterkt. Er is een huzarenstuk geleverd waarvoor wij u complimenteren als trekker van het proces. Reactie MRDH De Hollandse Banen zijn onderdeel van het regionaal investeringsprogramma en worden door de MRDH in overleg met provincie en de gemeenten uitgewerkt. Inmiddels heeft afstemming van de projecten qua namen, beschrijving en abstractieniveau plaatsgevonden. Dit is opgenomen in de uitvoeringsnotitie. De projecten die onderdeel uitmaken van het Metropolitaan Landschap zijn veelal ingebracht door de gemeenten en zijn soms tevens onderdeel van het uitvoeringsprogramma van een Landschapstafel. De gemeenten zelf verzorgen de afstemming tussen de projecten uit de Landschapstafel en de projecten in het investeringsprogramma. Daar waar de MRDH aan de lat staat voor de uitvoering van projecten, bijvoorbeeld voor de Hollandse Banen, verzorgt de MRDH de verbinding en samenhang ten behoeve van dat project, bijvoorbeeld via de Landschapstafels. Het AB is verheugd met uw reactie. Binnen de Greenport Westland-Oostland hebben de gemeenten nadrukkelijk een bijdrage kunnen leveren in de totstandkoming van het Regionaal Investeringsprogramma. Dat is goed terug te zien in het programma. Wij kunnen ons daarom prima herkennen in het Regionaal Investeringsprogramma. edocs: 36

49 Opmerking Hieronder gaan wij wat meer in op specifieke punten. De urgentie om het Regionaal Investeringsprogramma op 1 juli 2016 door het Algemeen Bestuur van de MRDH vast te stellen was ingegeven door: de aanstaande kabinetswisseling en het landelijk verkiezings-proces daaraan voorafgaand; het benutten van de financieringsmogelijkheden van de Europese fondsen (Juncker); het inlopen van de achterstand ten opzichte van andere grootstedelijke regio's; het oogsten van de revenuen van de samenwerking, die in MRDH-verband tot stand zijn gebracht. Voor het overgrote deel van de projecten zijn partners (Rijk, Europese Investeringsbank, Europese fondsen, private partijen) nodig om de realisatie ervan mogelijk te maken. Samen met partners moet worden bezien welke realisatiekansen er zijn door projecten samen met hen uit te werken. De overhandiging aan Premier Rutte was een belangrijke mijlpaal. De urgentie en energie die hiervoor zijn gecreëerd moet ons inziens worden vastgehouden. Het programma met de investeringskaart omvat 25 focusthema's en -gebieden met 150 onderliggende projecten. De projecten zijn sterk verschillend van karakter zowel in schaal als in concreetheid. Wij dringen erop aan om deze projecten te prioriteren teneinde het economisch resultaat te verhogen. In dit verband wijzen wij u erop dat de voor Greenpoort Westland Oostland van belang zijnde projecten, waaronder innovatie die bijdraagt aan versterking van het glastuinbouwcluster, in deze prioritering worden meegenomen. Wij verzoeken de MRDH om hierin het voortouw te nemen en stellen tevens voor om met potentiële investeerders toe te werken naar businesscasus. Namens de Greenport Westtand-Oostland (opgewerkt door de gemeenten en besproken in de Greenboard van GPWO) zijn de volgende projecten ingediend en opgenomen in het Regionaal Investeringsprogramma onder een drietal thema's. Deze projecten dragen bij aan de doelen van het Collegewerkprogramma Westland op het gebied van nieuwe verdienmodellen, versterken van het agro-logistieke cluster en verduurzaming op het gebied van energie. Het draagt bij aan de vijf ontwikkelpaden uit het Strategisch Handelingsperspectief Greenport Westland-Oostland, waaraan wij samen met de Provincie Zuid-Holland in de coalitie HOT werken: 1. Modernisering/herstructurering in combinatie met energie- en watertransitie Reactie MRDH Het AB deelt uw opvatting dat de het belangrijk is om de urgentie en energie vast te houden. Dit vraagt veel van alle partijen die zich gecommiteerd hebben aan het investeringsprogramma. Het regionaal investeringsprogramma is een pakket van meer dan 150 concrete projecten. Deze zullen in samenhang gerealiseerd moeten worden om het potentieel van de regio in volle kracht te benutten. Uw pleidooi voor focus herkent het AB. Het is onmogelijk om meer dan 150 projecten tegelijkertijd verder in de planvorming en de uitvoering te brengen. Daarom worden in de uitvoering van het investeringsprogramma focusprojecten benoemd met een grote regionale betekenis die in de periode tot medio 2017 tot een concreet resultaat kunnen leiden. Gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor hun eigen projecten. De MRDH richt vliegwielfaciliteiten in om gemeenten te ondersteunen bij het opstellen van business cases. Het AB neemt hier kennis van. edocs: 37

50 Opmerking 2. Westland bereikbaar, wonen en prettig werken Op schaalniveau Greenport Westland-Oostland: 3. Complementaire businessterreinen in multimedaal knooppuntennetwerk 4. Versterken kennis en innovatieklimaat 5. Aantrekken en mogelijk makenvan doorontwikkeling pioniers. De volgende projecten zijn relevant : Toonaangevende duurzaamheid Cluster West Cluster Oost Smart grid glastuin bouw Energietransitie door geothermie Reactie MRDH Het AB neemt hier kennis van. Vernieuwing economie Moderne tuinbouw Oranjepolder Foodcenter Reijerwaard: verwaarden van reststromen, productielocatie duurzame energie, parkmanagement nieuwe stijl, sociaal bedrijf arbeidspool, Freshcentre/centre of expertise Food innovation Fund Biobased business met plantenstoffen uit de Greenport Kas als apotheek Onderwijs & arbeidsmarkt voor regio Rotterdam Coolport Westland Personalised Food Connectiviteit Centrale As Westland incl. HOV-verbinding Verdubbeling Veilingroute Ontsluiting glastuinbouwgebieden Pijnacker-West en Pijnacker-Oost Wij vinden dat deze projecten nodig zijn om de transitie van de Greenport verder aan te jagen. Dit doet de gemeente niet alleen, maar in samenwerking met andere partners zoals in de Greenport Westland-Oostland, de coalitie HOT, de Provincie Zuid-Holland en de MRDH. Uiteindelijk zal er op regionaal niveau een nadere prioritering in tijd en geld moeten plaatsvinden van alle projecten in het Investeringsprogramma. Dat zal op een transparante en weloverwogen wijze met de raden gecommuniceerd moeten worden. Het regionaal investeringsprogramma is een pakket van meer dan 150 concrete projecten. Deze zullen in samenhang gerealiseerd moeten worden om het potentieel van de regio in volle kracht te benutten. Uw pleidooi voor focus herkent het AB. Het is onmogelijk om meer dan 150 projecten tegelijkertijd verder in de planvorming en de uitvoering te brengen. Daarom worden in de uitvoering van het investeringsprogramma edocs: 38

51 Opmerking Reactie MRDH focusprojecten benoemd met een grote regionale betekenis die in de periode tot medio 2017 tot een concreet resultaat kunnen leiden. Wij zijn van harte bereid om samen met u de schouders te zetten onder deze projecten die bijdragen aan een sterke Europese topregio in de next economy met een mondiale tuinbouwkern voor voeding, gezondheid en welbevinden. Zoetermeer De urgentie is er. De concurrentiepositie van onze regio staat onder druk, zoals blijkt uit het OESOrapport dat begin 2016 ook in onze raad is besproken. Een half jaar intensief regionaal samenwerken heeft een indrukwekkend resultaat opgeleverd. Dit resultaat is een prestatie op zich, maar is pas het begin. Hier nu gezamenlijk op voortbouwen is noodzakelijk, want alleen dan kunnen we regionaal succes hebben en de potentie van onze regio optimaal benutten. Wij stippen hieronder diverse aandachtspunten aan, maar willen bovenal meegeven dat het nu tijd voor uitvoering is waar wij als Zoetermeer wederom actief aan zullen bijdragen. Als Zoetermeer zetten wij sterk in op regionale samenwerking en participatie. Dat doen wij vanuit een actieve rol binnen het traject rondom de Roadmap Next Economy (RNE), samen met collegagemeenten Lansingerland en Pijnacker-Nootdorp, de provincie en de Economische Programmaraad Zuidvleugel (EPZ) vanuit een overkoepelende visie op de Al2-corridor en uiteraard door actief bij te dragen aan het investeringsprogramma dat nu voorligt. Onze beweegredenen hiervoor zijn helder; succes van de regio betekent ook groei en welvaart voor Zoetermeer. Doel is economische structuurversterking en het beter benutten van onze gezamenlijke agglomeratiekracht. Wij onderschrijven dit en wij willen graag hier een stap verder ingaan met elkaar: Goede verbindingen zijn een basisvoorwaarde voor een succesvolle regio. Met de schaalsprong regionaal openbaar vervoer wordt ingezet op verbetering van de bereikbaarheid van de gehele regio. Diverse projecten en vergezichten binnen het investeringsprogramma richten zich hier op. Wij zien kansen om dit te koppelen aan een toekomstvisie openbaar vervoer. Thema's en projecten zoals viersporigheid, schaalsprong metropolitaan openbaar vervoer, HOV Den Haag ZW-Rijswijk-Delft- Rotterdam en HOV Zoetermeer-Rotterdam behoren volgens ons vanuit deze toekomstvisie uitgevoerd te worden. Nu lijken het losstaande projecten en ontbreekt de onderlinge samenhang. Wij dringen aan op een toekomstvisie openbaar vervoer voor de gehele MRDH. Lightrail zien wij daarbij als succesvoorbeeld voor een nog robuuster regionaal openbaar vervoernetwerk, waarbij ook lightrail over het hoofdspoornetwerk een grote impuls aan het netwerk kan geven. Zoals aan het begin reeds aangestipt komt het nu aan op de uitvoering. Om deze vervolgstap van programma naar realisatie voortvarend op te kunnen pakken geven wij twee laatste aandachtspunten en een laatste toevoeging mee: De regio moet meer als één geheel gaan opereren zoals ook uit het OESO-rapport naar voren kwam. In onze eerdere reactie op het OESO-rapport gaven wij mee dat de regio baat heeft bij een Het AB is blij met uw bereidheid om samen te werken om de projecten uit te gaan voeren. Het AB deelt met u de opvatting dat het tijd is voor de uitvoering van projecten. In de uitvoeringsnotitie is uiteengezet hoe de uitvoering van de projecten concreet gestalte gaat krijgen. Het AB is verheugd met uw toezegging om samen met andere partijen te werken aan de economische structuurversterking in de MRDH. Het AB heeft juist reeds een OV toekomstbeeld 2040 voor de hele Zuidvleugel. Die willen wij eerst me u vertalen naar deelgebieden. Daarbij bent u reeds betrokken. Daarna zal hoe dan ook weer op een hoger schaalniveau de verbinding worden gezocht. Het is een continue proces van in- en uitzoomen. In de uitvoeringsnotitie waaraan nu gewerkt wordt is opgenomen hoe de lobbystrategie vorm wordt gegeven. edocs: 39

52 Opmerking gezamenlijke strategie en lobby. Ook de adviescommissies doen de aanbeveling een sterke uitwerking vorm te geven, met onder andere een gerichte lobbystrategie. Wij onderschreven de adviezen van de adviescommissies van harte. Zoek bij die uitvoeringsstrategie tevens aansluiting bij de Regiomonitor MRDH die recent is ontwikkeld en gepubliceerd. Met deze monitor wordt zichtbaar gemaakt hoe wij als regio scoren en deze monitor kan positief bijdragen aan de zichtbaarheid en het gewenste effect van hetgeen we met elkaar oppakken en ambiëren. Na een succesvolle werkconferentie RNE in Zoetermeer en het druk bezochte executive seminar van de Roadmap Next Economy (RNE) kijken we met interesse uit naar de uiteindelijke Roadmap die later dit jaar wordt gepresenteerd. Wij zijn van mening dat in de volgende fase van uitvoering bundeling moet gaan plaatsvinden. De kracht van de regio is om als één geheel te gaan opereren en in de gezamenlijke uitvoering, zowel vanuit de RNE las het investeringsprogramma, ligt er nu een uitgelezen kans om dat te gaan doen. Het investeringsprogramma is een dynamisch investerings-programma. Dit houdt in dat het niet in beton gegoten is en er ruimte is voor nieuwe kansrijke projecten. In Zoetermeer is in lijn met het thema Next Generation woonwijken een duurzaamheidsproject in de wijk Palenstein tot ontwikkeling gekomen dat uitermate geschikt is om binnen dit thema opgenomen te worden. In deze wijk wordt nu gewerkt aan de realisatie van zo'n 150 woningen met een nul-op-de-meter prestatie en er liggen kansen voor verdere (regionale) opschaling. Wij zien graag in de beantwoording op de zienswijze terug hoe invulling wordt gegeven aan bovenstaande punten om gezamenlijk verder te bouwen aan versterking van de regio. Reactie MRDH Het AB neemt hier kennis van. De Roadmap Next Economy voedt het investeringsprogramma met concrete projecten ter vernieuwing en verduurzaming van de economie van de regio Rotterdam Den Haag. Bij de uitvoering van de projecten is er sprake van één regionaal investeringsprogramma, inclusief de projecten die voortkomen uit de RNE. Het investeringsprogramma is een dynamisch inversteringsprogramma. Dit houdt in dat gemeenten projecten kunnen aanleveren. edocs: 40

53 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 16 november 2016 agendapunt 3.B Onderwerp Voorstel Korte motivering Uitvoering Regionaal Investeringsprogramma Akkoord gaan met: 1) Het indelen van projecten van het Regionaal Investeringsprogramma in de categorieën: A. Projecten waarvan MRDH of PZH bestuurlijk eigenaar zijn. B. Projecten waarvan gemeenten bestuurlijk eigenaar zijn. C. Projecten waarvan derden (Rijk, bedrijven etc.) bestuurlijk eigenaar zijn. De projecten staan in bijlage 1. 2) De verantwoordelijkheids-/rolverdeling van de projecten zoals opgenomen in de bijlage 1 en 2 behorende bij deze notitie Uitvoering Regionale Investeringsprogramma. 3) Het opnemen van daarvoor in aanmerking komende projecten uit de shortlist van de Roadmap Next Economy in het Regionaal Investeringsprogramma. 4) De voorgestelde keuze van de focusprojecten, van de projecten waar de MRDHorganisatie extra inzet op pleegt en van de etalageprojecten. 5) Het informeren over relevante ontwikkelingen betreffende de uitvoering van het regionale investeringsprogramma in de reguliere vergaderingen van de bestuurlijke gremia (algemeen bestuur en bestuurscommissies) en eenmaal per jaar een special te organiseren om de balans op te maken. 6) De bovengenoemde besluiten (1 t/m 5) ter definitieve accordering voor te leggen aan het algemeen bestuur van 9 december Op 6 juli is in aanwezigheid van de bestuurlijk vertegenwoordigers van de 23 MRDHgemeenten, de provincie Zuid-Holland (PZH), de Economische Programmaraad Zuidvleugel (EPZ), Holland Rijnland en Drechtsteden het investeringsprogramma aangeboden aan minister-president Rutte. Hiermee is de regio erin geslaagd om een samenhangend en robuust pakket te presenteren dat antwoord geeft op de vraag naar significante economisch versterking van de regio. Het Regionaal Investeringsprogramma betekent een enorme opgave voor de regio. Met elkaar moeten we ervoor zorgen dat de projecten tot uitvoering komen. Het is evident (gezien de onderlinge afhankelijkheden en gezamenlijke mogelijkheden) dat een gedeelde en door alle partijen gedragen uitvoering van groot belang is. Juist door als overheden gezamenlijk en in samenhang op de realisatie van het programma te sturen wordt onderlinge synergie optimaal benut. Deze notitie beschrijft ons voorstel voor een uitvoeringsstrategie van de gezamenlijke partijen voor het Regionaal Investeringsprogramma. Financiën Juridisch Communicatie Bijlagen Gevolgde procedure Verdere procedure n.v.t. n.v.t. n.v.t. Bijlage 1: Categorisering projecten naar bestuurlijk en eigenaar en rol MRDH Bijlage 2: Projectenlijst met bestuurlijk eigenaar, projectleider en beoogd resultaat in 2017 Bijlage 3: Aanpak Public Affairs Bijlage 4: Groslijst projecten RNE Presidium Vervoersautoriteit 9 november 2016 Ambtelijk overleg 3 november 2016 (schriftelijk) Vervoersautoriteit Anders, te weten n.v.t. Adviescommissie 16 november 2016 Vervoersautoriteit Zienswijzetermijn n.v.t. Dagelijks bestuur MRDH 23 november 2016 Algemeen bestuur MRDH 9 december 2016

54 Anders, te weten n.v.t. Openbaar besluit ja Contactpersoon Lucas Vokurka Wet. bekendmaking nee Telefoonnummer

55 Vergadering: 16 en 17 november 2016 Agendapunt: 3.B Onderwerp: Uitvoering Regionaal Investeringsprogramma Van: Annet Bertram (SG), Arthur Gleijm (Directeur Va) en Lucas Vokurka (Directeur EV) Datum: 11 november 2016 Contactpersoon: Tom Boot en Matthijs Elfers Telefoonnummer: Aan de bestuurscommissies Economisch Vestigingsklimaat en Vervoersautoriteit, Op 6 juli is in aanwezigheid van de bestuurlijk vertegenwoordigers van de 23 MRDH-gemeenten, de provincie Zuid-Holland (PZH), de Economische Programmaraad Zuidvleugel (EPZ), Holland Rijnland en Drechtsteden het investeringsprogramma aangeboden aan minister-president Rutte. Hiermee is de regio erin geslaagd om een samenhangend en robuust pakket te presenteren dat antwoord geeft op de vraag naar significante economisch versterking van de regio. Studies van OESO en NEO Observatory laten zien dat er in de regio een potentieel is van 0,5 1 procent extra groei van het bruto regionaal product over een reeks van jaren. Het gaat om een totale groei van de werkgelegenheid in de MRDH met structureel tot arbeidsjaren. Het Algemeen Bestuur MRDH en Gedeputeerde Staten PZH hebben het Regionaal Investeringsprogramma op respectievelijk 1 juli en 28 juni voorlopig vastgesteld, nadat dit op 13 juni door de EPZ van een positief advies was voorzien. Tot 14 oktober hebben de gemeenteraden de mogelijkheid gekregen een zienswijze op het Regionaal Investeringsprogramma in te dienen. De besluitvorming over de (reactie op de) zienswijzen vindt gelijktijdig plaats met de besluitvorming over de uitvoering van het Regionale Investeringsprogramma. De afrondende besluitvorming over het Regionaal Investeringsprogramma is, na de advisering door de Bestuurscommissies en Adviescommissies EV en Va, voorzien op 9 december as. Het Regionaal Investeringsprogramma betekent een enorme opgave voor de regio. Met elkaar moeten we ervoor zorgen dat de projecten tot uitvoering komen. Het is evident (gezien de onderlinge afhankelijkheden en gezamenlijke mogelijkheden) dat een gedeelde en door alle partijen gedragen uitvoering van groot belang is. Juist door als overheden gezamenlijk en in samenhang op de realisatie van het programma te sturen wordt onderlinge synergie optimaal benut. Deze notitie beschrijft ons voorstel voor een uitvoeringsstrategie van de gezamenlijke partijen voor het Regionaal Investeringsprogramma. Vooraf is het belangrijk nog eens vast te stellen dat het Regionaal Investeringsprogramma één en ondeelbaar is. Het gezamenlijk commitment is voorwaarde om het uitgevoerd te krijgen. Twee uitgangspunten staan centraal: 1. De belangrijkste rol van de MRDH is het voeren van de bestuurlijke regie op de uitvoering van het investeringsprogramma. Het gaat vooral om het ontwikkelen van bestuurlijke power om projecten verder te brengen. De provincie, de MRDH, de gemeenten en in sommige gevallen private partners zijn eigenaar ( trekker ) van de projecten. Het merendeel van de projecten waar de MRDH eigenaar van is betreft infrastructuur/mobiliteit, gegeven de verantwoordelijkheden van de Vervoersautoriteit. In enkele gevallen gaat het om projecten waar de MRDH overall een trekkende rol heeft, bijvoorbeeld de Fieldlabs. 2. Formatief is de organisatie van de MRDH lean en mean. Daarbij past niet een grote uitvoeringsorganisatie. Wel faciliteert de MRDH ondersteuning door vliegwielfuncties, bestaande uit ondersteunende faciliteiten, in te stellen. Deze worden nader toegelicht in de tekst (paragraaf 2.1). Ook richt de MRDH zich op mogelijkheden om win-winsituaties te creëren, bijvoorbeeld opschaling, cross-overs, synergie, hefboomwerking tot stand brengen. 1

56 Van hieruit is het logisch om zo snel mogelijk eigenaren te verbinden aan de projecten. Alles dient erop gericht te zijn om de eigenaren vanuit het collectief 23 gemeenten en provincie te steunen om de projecten tot uitvoering te brengen. Met de uitvoeringsstrategie beogen we: 1. Onderlinge verwachtingen over de verantwoordelijkheden en rollen bij de uitvoering van het investeringsprogramma glashelder te maken. 2. Duidelijke afspraken te maken over hoe we de uitvoering en realisatie van het investeringsprogramma willen stimuleren: vliegwielfuncties bestaande uit ondersteunende faciliteiten, samenwerking met het rijk en interdependentie publiek privaat. 3. De inzet van de MRDH-organisatie op de uitvoering van projecten in het investeringsprogramma te expliciteren. Hieraan ligt een prioritering van projecten ten grondslag. 4. Een systeem opzetten om de voortgang van de projecten uit het programma te kunnen volgen en de bestuurders hierover te kunnen adviseren. 5. Inzicht geven in de ambtelijke sturing op het investeringsprogramma. Deze onderdelen lichten we hierna successievelijk toe. 1. Helderheid over verantwoordelijkheden en rollen Om te kunnen sturen op het programma is helderheid over bestuurlijk eigenaarschap cruciaal. Hiervoor stellen we een aantal organisatieprincipes voor, zijnde: Bestuurlijk eigenaar is in beginsel de partij die verantwoordelijk is voor het eindresultaat van het project. Deze kan het beste overzien wat het eindresultaat moet zijn en waar de voetangels en klemmen zitten. Veel projecten verkeren op dit moment in de initiatieffase. Initiatiefnemers zijn vaak (primair) belanghebbende bij een project. De initiatiefnemers zullen niet altijd in staat zijn om een project zelf tot uitvoering te brengen. Het eigenaarschap kan, afhankelijk van de fase van het project, wisselen. Een voorbeeld hiervan is het investeringsproject A13 vierde rijstrook. Het eigenaarschap berust in eerste instantie bij de gemeente Delft als initiatiefnemer. Dit project zal alleen tot realisatie kunnen worden gebracht wanneer het Rijk de uitvoering op zich neemt. Het streven is dat elk project zo veel mogelijk één bestuurlijke eigenaar krijgt. Daar waar nuttig zal er sprake kunnen zijn van gedeeld eigenaarschap. Wel zullen er natuurlijk vaak meerdere bestuurlijk betrokken partijen zijn. Bestuurlijk eigenaarschap staat los van zelf bekostigen. De bestuurlijk eigenaar moet wel de bekostiging organiseren. Bestuurlijke eigenaren kunnen zijn: o wethouders en burgemeesters vanuit gemeenten o gedeputeerden vanuit de provincie o bestuurders vanuit de EPZ (als een project door een bedrijf of instelling verbonden o aan de EPZ wordt getrokken) aangewezen bestuurders vanuit de bestuurscommissie EV of VA of het algemeen bestuur (als de MRDH zelf bestuurlijk eigenaar is) Ieder project heeft vanuit de organisatie van de bestuurlijk eigenaar een projectleider die ambtelijk het eerste aanspreekpunt vormt voor het betreffende project. In bijlage 1 hebben we de projecten van het regionale investeringsprogramma ingedeeld in drie categorieën: A. Projecten waarvan de MRDH of de PZH bestuurlijk eigenaar zijn. B. Projecten waarvan gemeenten bestuurlijk eigenaar zijn. C. Projecten waarvan derden (rijk, bedrijven etc.) bestuurlijk eigenaar zijn. Voor alle projecten is het noodzakelijk vast te stellen: wie bestuurlijk trekker is, wie projectmanager/-leider is, tot welk resultaat het project moet leiden, wanneer het resultaat bereikt moet zijn. 2

57 Voor zover bekend zijn deze gegevens opgenomen in bijlage 2. Daarbij hebben we ons allereerst gericht op de in 2017 te bereiken resultaten. 2. Ondersteuning voor het gehele investeringsprogramma Als MRDH en PZH willen we de uitvoering en realisatie van het gehele Regionaal Investeringsprogramma bevorderen. De beschikbare working force van de gemeenten en provincie willen we optimaal benutten (capaciteit en expertise). We richten vliegwielfaciliteiten in. Enerzijds gaat het om ondersteunende faciliteiten (bijvoorbeeld beschikbaar stellen van expertise), anderzijds het vormgeven van de samenwerking met het rijk en met bedrijven en kennisinstellingen. Met nadruk wijzen wij er op dat elk project eigen specifieke voorzieningen vergt, bijvoorbeeld ten aanzien van de financiering. De aard van de projecten verschilt sterk. Maatwerk is noodzakelijk. 2.1 Vliegwielfaciliteiten De MRDH en PZH dragen zelf zorg voor de ondersteuning van de projecten waarvan zij eigenaar zijn (categorie A). Voor projecten waar het om een groot regionaal belang gaat, maar waarvan gemeenten of derden eigenaar zijn (categorieën B en C), willen de MRDH en PZH ondersteuning faciliteren (in bijlage 1 is dit per project aangegeven). De MRDH stelt voor deze projecten ondersteuning beschikbaar voor zover de personele en financiële mogelijkheden reiken. Voor de overige projecten, waarvan gemeenten of derden eigenaar zijn (categorieën B en C) blijft de rol van de MRDH in beginsel beperkt tot het volgen van de voortgang. Wel kunnen de projectleiders van deze projecten gebruik maken van de generieke faciliteiten die de MRDH ter ondersteuning wil inrichten. Het gaat om de volgende faciliteiten: FINANCIERING Het vliegwiel financiering richt zich primair op de ondersteuning van projecten met terugverdiencapaciteit. Daarvoor kiezen we twee invalshoeken: 1. Project development (het ontwikkelen van projectvoorstellen), 2. Projectfinanciering Veel projecten binnen het programma bevinden zich nog een vroege fase van uitwerking. Om de brug te slaan van projectidee naar uitgewerkte projectvoorstellen willen we het volgende realiseren: A. Een gestandaardiseerd model beschikbaar voor alle projectleiders waarin stapsgewijs de voor financiers relevante vragen worden gesteld. Aan de hand van model wordt informatie over projecten op een zo uniforme manier worden gepresenteerd en wordt per project duidelijk hoever deze is in termen van uitwerking. B. Een banken panel (BNG, NWB en NIBC) voor het verkrijgen van reflectie op projectvoorstellen richting uiteindelijke financiering. Dit panel zal samen met het NIA worden georganiseerd. Naast bovenstaande acties is de regio recent een dialoog gestart met de Europese Commissie en de EIB over het realiseren van een regionaal investeringsplatform. In de regio hebben we ervaring met nagenoeg alle bestaande instrumenten van de Europese Commissie en de EIB voor financiering, leningen en subsidies. Deze instrumenten zijn gericht op individuele projecten en businesscases. De doelstelling van het te vormen platform is om te komen tot een betere afstemming tussen deze instrumenten, het nationaal instrumentarium en het investeringsprogramma. De wenselijkheid en haalbaarheid van dit beoogde platform zal in de komende tijd moeten worden onderzocht. Dit platform zou idealiter moeten dienen voor: Het leveren van project development assistance (PDA) aan investeringsprojecten. Dit vergt een afspraak tussen de regio en de Europese Commissie over een PDA-faciliteit op programmaniveau in tegenstelling tot de bestaande faciliteiten die gericht zijn op individuele projecten. Het vergemakkelijken van Europese medefinanciering van (kleinere) projecten. Dit kan betekenen dat de regio via een EIB Framework Loan als intermediair voor EIB financiering aan projecten gaat optreden. Het organiseren van afstemming tussen regionale projecten, Europese instrumenten en het ondersteuningsinstrumentarium van het Rijk, met name rijksregelingen op het gebied van garanties. Dit vergt nauwe samenwerking met het Rijk en NIA/NFI. 3

58 Ook hebben we afspraken gemaakt met de RVO over projectondersteuning. Als projectteam zullen regelmatig afstemming organiseren met de RVO om projecten vanuit het programma indien opportuun te koppelen aan de relevante experts binnen het RVO in het kader van kennisdeling en gebruikmaking van landelijke regelingen. EUROPA Kern van de aanpak die door een kernteam van EU experts van Den Haag, Rotterdam, Provincie en MRDH wordt vormgegeven is te zorgen voor gerichte aansluiting tussen projecten uit de investeringsagenda en de kansen en voorwaarden vanuit EU subsidieregelingen. Gegroepeerd naar de (deel)thema s uit de investeringsagenda is een overzicht gemaakt van het Europese subsidielandschap. Dit biedt het startpunt voor het proces om projecteigenaren inzicht te bieden in de kansen en het (huis)werk dat moet worden gedaan om deze kansen te verzilveren. De volgende acties worden de komende periode uitgevoerd: o Eerste kansenkaart. Op korte termijn leveren we een scan op van Europese subsidiemogelijkheden (calls) die open gaan gekoppeld aan de thema's van de investeringsagenda. Voor de focusprojecten uit de investeringsstrategie vertalen we dit in een indicatie van de mate van kansrijkheid van projecten die daar op in kunnen zetten (of dat al doen). Gereed: begin november. o Thematische aanvalsplannen. Per (deel)thema starten we met de uitwerking van een "aanvalsplan" om gericht de subsidiemogelijkheden meer systematisch te benutten. We richten ons ook op het beïnvloeden van de werkprogramma's die voorafgaan aan de uiteindelijke subsidiemogelijkheden. We voeren dit uit in de vorm van workshops met sleutelfiguren per thema met overzicht over onderliggende projecten. We combineren dit met instructie en training over het verwerven EU subsidies (kennisontwikkeling). Hoeft niet voor alle thema's gelijk klaar te zijn. Streven is om voor alle thema s dit jaar een eerste versie van het aanvalsplan op te leveren De (deel)thema s zijn: - vernieuwen verbindingen: infrastructuur, trans-europese corridors en mobiliteitsinnovaties, - vernieuwen economie: fieldlabs; campussen; innovatiefinanciering, - vernieuwen energie; energie-infrastructuur, geothermie, energiebesparing bebouwde omgeving, - vernieuwen stad en omgeving. o Ondersteuningsteam. Er wordt een pool van regionale EU subsidie experts gevormd. Kern wordt gevormd door de subsidieteams van R'dam, Den Haag en PZH. Daarom heen wordt een schil van experts van universiteiten, TNO, Deltares en Havenbedrijf Rotterdam georganiseerd. Hiermee vormen we een groep van 'eerstelijns advies' waarmee beschikbare regionale kennis over EU subsidies laagdrempelig beschikbaar wort gemaakt voor projecten. Met deze groep ontwikkelen we een systematische (meerjarige) aanpak. Om de slagingskans van projecten te versterken brengen we de kansrijke programma's in kaart met de daarbij horende adviseurs bij de 'national contact points' (als RVO) en Europese programmasecretariaten. Zo krijgen we vroegtijdig zicht op eisen en wensen programma's en kunnen we zorgen voor aansluiting op en lobby voor onze thema's en projecten. Gereed in december 1. Afbakening en aansluiting op andere vliegwielen: We focussen binnen het vliegwiel Europa op de Europese subsidieprogramma s. De inzet richting EIB en andere Europese financieringsinstrumenten wordt georganiseerd vanuit het vliegwiel financiering. Bij de genoemde workshops nemen we waar mogelijk beide onderwerpen geïntegreerd mee. Voor wat betreft de lobby in Europa gericht op de investeringsagenda worden relevante acties meegenomen vanuit het vliegwiel lobby/public affairs. PUBLIC AFFAIRS Voor het investeringsprogramma als geheel en voor afzonderlijke projecten zal gelobbyd moeten worden naar bijvoorbeeld politieke partijen. De PA-specialisten van de MRDH, PZH, gemeenten, EPZ en daarin vertegenwoordigde bedrijven en kennisinstellingen, 1 De uiteindelijke aanvraag en vereiste capaciteitsinzet daarbij blijft uiteraard de verantwoordelijkheid van de projectleider zelf. 4

59 geven daar gezamenlijk invulling aan. De MRDH heeft samen met deze partners een public affairs aanpak opgesteld. Zie bijlage 3. TAFEL RIJK-MRDH/REGIO De primaire partners van het investeringsprogramma zijn de MRDH, bestaande uit de 23 gemeenten, de PZH, de regio s Holland Rijnland en Drechtsteden en de EPZ. De betrokkenheid van het rijk bij het tot uitvoering brengen van het investeringsprogramma is essentieel. Het gaat om partnerschap, commitment, maar zeker ook om financiële inbreng. Qua visie en beleid is er geen of nauwelijks verschil tussen wat het rijk en wat de regio wil. We lis er behoefte aan een nieuwe werkwijze/nieuw instrumentarium gericht op het kunnen beoordelen van projecten op effectiviteit (afwegingskader met modern MKBA), wettelijke regelingen, bekostiging en financiering. Rond het aanbieden van het investeringsprogramma aan minister-president Rutte is afgesproken om een Tafel Rijk-MRDH/Regio, ambtelijk op DG/directeurenniveau, in te richten om de samenwerking gestalte te geven. Aan de Tafel Rijk-MRDH/Regio zullen de volgende gespreksonderwerpen aan de orde komen: o Commitment over het investeringsprogramma als geheel. o Betrokkenheid van het rijk bij afzonderlijke projecten. o Nieuw instrumentarium bestaande uit een afwegingskader met modern MKBA, o wettelijke regelingen, bekostiging en financiering. Mogelijkheden om het niveau van de publieke investeringen op een hoger niveau te brengen (richting Regeerakkoord 2017!). Wat dit laatste betreft stemmen de geluiden over de lengte van de financiële polsstok op dit moment niet optimistisch. Er is echter alle reden om juist ook op nationaal niveau het besef te laten groeien dat investeringen noodzakelijk zijn voor het versterken van onze concurrentiepositie. Studies van SEO en NEO Observatory laten zien dat de publieke investeringen na de economische crisis nog (volstrekt) onvoldoende op peil zijn gebracht. Dit, terwijl de tijd om te investeren vanwege de lage rente juist uitermate gunstig is. Een stevig pleidooi voor meer investeren, zo mogelijk samen met de regio s Amsterdam/Utrecht en Eindhoven, is daarom noodzakelijk. Dit laatste zal onderdeel zijn van de te ontwikkelen public affairs strategie. We willen vóór het einde van dit jaar ambtelijk afspraken maken met het rijk. Inzet is om in januari 2017 bestuurlijk overleg rijk-regio te organiseren over de uitvoering van het Regionaal Investeringsprogramma. THEMABIJEENKOMSTEN Gebruik makend van de ervaringen met de Investment Days, waarvan er inmiddels drie hebben plaatsgevonden, komen er thematische bijeenkomsten waar projectleiders kennis kunnen vergaren en delen. Tijdens deze bijeenkomsten komen specifieke vraagstukken, zoals financiering, aan de orde. 2.2 Interdependentie publiek - privaat De publieke kant van het Regionaal Investeringsprogramma was in eerste instantie dominant. Dat is begrijpelijk omdat het overgrote deel van de projecten door provincie en gemeenten zijn aangedragen. Veel projecten hebben wel een publiek-privaat karakter. Met het gereed komen van de Roadmap Next Economy (RNE) krijgt de private inbreng in het Regionaal Investeringsprogramma een zwaarder accent. De daarvoor in aanmerking komende breakthrough en geprioriteerde projecten van de shortlist uit het RNE traject zijn al geland in het Regionaal Investeringsprogramma. Voorbeelden zijn: - Smart Multi Commodity Grid - Connect MRDH - Digital port - Automated/connected mobility - Waste2Chemical - Bio Refinery - Dutch Wind Wheel. In bijlage 4 is de longlist van projecten uit het RNE traject vermeld. In de komende tijd zullen we nagaan welke daarvan in het Regionaal Investeringsprogramma opgenomen kunnen worden/ Uitvoering van de projecten is alleen mogelijk in nauwe samenwerking overheden bedrijfsleven kennisinstellingen ( triple helix ). Het hierna volgende schema illustreert hoe de match tussen het 5

60 Regionaal Investeringsprogramma (met de vier invalshoeken van Pieter Tordoir) en de RNE (met de vijf transitiepaden) tot stand komt. Invalshoeken Tordoir Transitiepaden RNE Vernieuwen verbindingen Vernieuwen economie Vernieuwen energie Vernieuwen stad en omgeving Smart Digital Delta Digital Port Smart Energy Delta Virtual Power Plant Circular Economy Entrepreneurial Region Fieldlab Blockchain Next Society Next Generation Woonwijken Illustratie hoe projecten uit de RNE in het Regionaal Investeringsprogramma landen. 3 Trekkerschap en ondersteuning bij focusprojecten In paragraaf 2 zijn de vliegwielfuncties vanuit de MRDH geïntroduceerd voor het investeringsprogramma in brede zin. Alle projecten binnen het programma kunnen hier gebruik van maken. In deze paragaaf gaan we in op de inzet van de MRDH (als trekker of ondersteuner zie bijlage 1) voor specifieke projecten binnen het investeringsprogramma, de zogenoemde focusprojecten. Tijdens de bestuurlijke besprekingen over het investeringsprogramma is namelijk nadrukkelijk de wens geuit om voor de uitvoering van het investeringsprogramma focus aan te brengen. Het is onmogelijk om alle meer dan 150 in het investeringsprogramma opgenomen projecten tegelijkertijd verder in de planvorming en de uitvoering te brengen. Wat zijn focusprojecten? Focusprojecten zijn projecten uit de lijst van 150 projecten met een grote regionale betekenis die in de periode tot medio 2017 tot een concreet resultaat kunnen leiden 2. Daarnaast herkennen we ook projecten als focusprojecten als deze van dusdanig regionaal belang zijn dat een (nadere) verkenning of eerste actie gewenst is. Deze verkenning zal dan moeten leiden naar een go/no go-beslissing binnen afzienbare tijd voor wat betreft de uitvoering van het project. Net als het Regionale Investeringsprogramma als geheel zijn de focusprojecten niet in beton gegoten. Als een initiatiefnemer c.q. bestuurlijk eigenaar aannemelijk maakt dat een belangrijk project in de periode tot medio 2017 tot concreet resultaat zal kunnen leiden, zal dit project aan de lijst van focusprojecten worden toegevoegd. De focusprojecten zijn opgenomen in de navolgende tabel 3. 2 Als een concreet resultaat beschouwen we bijvoorbeeld het instellen van een fonds, een investeringsbeslissing of een schop in de grond. 3 (*) Heeft relatie met Roadmap Next Economy 6

61 Focusprojecten Bestuurlijk verantwoordelijk Vier sporen Den Haag- Rijswijk-Delft Zuid MRDH/PZH/Rijk Rotterdam Delft Zuid Schiedam Schiedam-Rotterdam Centraal Nex Generation Woonwijken (*) Verstedelijkingsstrategie PZH Verduurzaming woningen VvE s MRDH/Gemeenten Wijkaanpak MRDH/Gemeenten Energie-infrastructuur Smart Multi Commodity Grid (*) PZH/MRDH/Gemeenten Cluster West Cluster Oost Opwekking duurzame energie Geothermie (*) PZH/Gemeenten Digital Gateway (*) Connect MRDH Privaat Digital Port Automated/connected Mobility Automatisch Vervoer Last Mile Fieldlab Automatisch Vervoer (*) MRDH/Kennisinstellingen Rotterdam The Hague Airport shuttle RandstadRail MRDH Meijersplein Rivium Capelle ad Ijssel Vijfsluizen Schiedam Vervoer op maat Transformatie onderkant OV MRDH Energietransitie mobiliteit Zero emissie openbaar vervoer (*) MRDH/Privaat OV- en weginfrastructuur MRDH/PZH Laadpalen elektrisch vervoer MRDH/Gemeenten Transformatie kantoren en Transformatie kantoren 4 MRDH/Gemeenten winkels Weginfrastructuur Programma Aansluitingen Hoofdwegennet/Onderliggend wegennet A4/N223 Den Hoorn, A4 - N470 Kruithuisweg - A13, A29/N487, A29/N217, A29/N59 Hellegatsplein, A12 / N219, A4 / N206, A20 Maasdijk, A20 Vlaardingen, A20 Maassluis Noordzijde, A20 Vlaardingen West, A20 Maassluis Zuidzijde, A15 IIsselmondse Knoop, A15 Aveling, A15 Hartelbrug, A15 Harmsenbrug (N57), A20 Capelle a/d IJssel (m.n. afrit vanuit Terbregseplein), Aansluiting Zoetermeer, A4 - N211 - N222 - A20 (Veilingroute), A4 Den Haag Zuid Harnaschknoop MRDH/PZH/Rijk Oeververbindingen Rotterdam MRDH/Rotterdam/Rijk Brienenoord/Algeracorridor MRDH/Rotterdam/Capelle en Krimpen ad IJssel/Rijk Corridor Rotterdam-Antwerpen PZH/Rijk Fietsparkeren bij OV haltes MRDH Schaalsprong Metropolitaan OV Samenloop RandstadRail E met Zoetermeerlijn ¾ MRDH Rotterdam Den Haag Oost-/Westland Campus Leiden (*) Bereikbaarheid, Stationsgebied, Vastgoed, Faciliteiten Leiden Campus Delft (*) Bereikbaarheid, Stationsgebied, Vastgoed, Faciliteiten Delft Rotterdam Innovation District (*) Herontwikkeling, Innovatie, Bereikbaarheid Rotterdam Central Innovation Ditstrict Herontwikkeling, Innovatie, Bereikbaarheid Den Haag Den Haag (*) Internationale Ontwikkeling Herontwikkeling, innovatie, Bereikbaarheid Den Haag Scheveningen Fieldlabs Fieldlabsinfrastructuur (*) MRDH/PZH /Kennisinstellingen Greenports Modernisering Greenport corridor (onderdeel van integrale PZH Glastuinbouw gebiedsontwikkeling A4-Veilingroute A20) Greenports Next Step Food World food park GR Nieuw Reijerwaard A12 Corridor/Bleizo Multimodale ontsluiting Corridor A12 (Railterminal) Lansingerland Maritiem Service District Schiedam Metropolitaan Landschap Hollandse banen MRDH/PZH/Gemeenten Metropolitane fietsroutes Inpassing Viersporigheid Central Park 4 De MRDH is trekker voor het netwerk van gemeenten en provincie rond het onderwerp Transformatie kantoren. Bij individuele projecten (gebiedsontwikkelingen) zijn gemeenten zelf trekker. 7

62 Het aantal focusprojecten is nog te groot voor een effectieve lobby-/public affairs strategie. Daarom zetten we ook een beperkt aantal projecten in de etalage, zoals reeds is gebeurd bij de presentatie van het Regionaal Investeringsprogramma. Het gaat om de volgende projecten: Etalageprojecten Vernieuwen verbindingen Viersporigheid Den Haag Rotterdam Schaalsprong OV Last mile/automatisch Vervoer (*) Vernieuwen economie Campussen Leiden en Delft (*) Fieldlabs (*) Central Innovation Districts Rotterdam en Den Haag (*) Digital Gateway (*) Vernieuwen energie Warmtenet (*) Smart Multi Commodity Grid (*) Geothermie (*) Vernieuwen stad en omgeving Next Generation Woonwijken (*) Central Park 4. Voortgang(sbewaking) De voortgang van (de projecten van) het investeringsprogramma is voor iedereen te volgen via de website De MRDH beheert deze website. De eigenaren van de projecten zijn zelf verantwoordelijk voor het aanleveren van adequate informatie. De AB s van MRDH, Drechtsteden en Holland Rijnland, GS, de bestuurscommissies en adviescommissies EV en Va van de MRDH zullen in de reguliere vergaderingen over relevante ontwikkelingen op de hoogte worden gehouden. In de EPZ, waarin al deze partijen vertegenwoordigd zijn, worden, samen met de bestuurders van bedrijven en kennisinstellingen, de voortgang en strategische kansen, dilemma s en knelpunten besproken en geadresseerd. Dit gebeurt minimaal 1 keer per jaar. Eenmaal per jaar organiseren we een special om samen met alle betrokken partijen de balans op te kunnen maken. De eerste keer zal in juli 2017 zijn als we een jaar onderweg zijn. 5. Ambtelijke sturing De ambtelijke sturing op het investeringsprogramma vindt plaats door: Investment Board Deze wordt voorgezeten door de SG MRDH. Tevens maken hier deel vanuit de Secretaris- Directeur van de PZH en Directeuren van de gemeenten Rotterdam, Den Haag en van de MRDH. De Investment Board stuurt op: o Succesvol ten uitvoer brengen van het investeringsprogramma als geheel. o Daar waar nodig en zinvol, stimuleren van de voortgang van afzonderlijke projecten. o Zorgdragen dat de ondersteunende faciliteiten voor het investeringsprogramma goed functioneren. o Samenwerking met het rijk. o Interdependentie publiek - privaat. De Investment Board vergadert eenmaal per maand. Kernteam Dit bestaat uit vertegenwoordigers van MRDH (EV en Va), PZH, EPZ, regio s Holland Rijnland en Drechtsteden, Rotterdam en Den Haag. Het kernteam heeft de volgende taken: o Up to date houden van de website gebruik makend van de inbreng van de gemeentelijke contactpersonen. o Opstellen van rapportages over de voortgang van het investeringsprogramma en signaleren van kansen, dilemma s en knelpunten. o Organiseren van de ondersteuning van de daarvoor in aanmerking komende projecten. Het kernteam komt maandelijks bijeen. 8

63 Voorgesteld besluit Akkoord gaan met: 1. Het indelen van projecten van het Regionaal Investeringsprogramma in de categorieën: A. Projecten waarvan MRDH of PZH bestuurlijk eigenaar zijn. B. Projecten waarvan gemeenten bestuurlijk eigenaar zijn. C. Projecten waarvan derden (Rijk, bedrijven etc.) bestuurlijk eigenaar zijn. De projecten staan in bijlage De verantwoordelijkheids-/rolverdeling van de projecten zoals opgenomen in de bijlagen 1 en 2 behorende bij deze notitie Uitvoering Regionaal Investeringsprogramma. 3. Het opnemen van de daarvoor in aanmerking komende projecten uit de shortlist van de Roadmap Next Economy in het Regionaal Investeringsprogramma. 4. De voorgestelde keuze van de focusprojecten, van de projecten waar de MRDH-organisatie extra inzet op pleegt en van de etalageprojecten. 5. Het informeren over relevante ontwikkelen betreffende de uitvoering van het regionale investeringsprogramma in de reguliere vergaderingen van de bestuurlijke gremia (algemeen bestuur en bestuurscommissies) en eenmaal per jaar een special te organiseren om de balans op te maken. 6. De bovengenoemde besluiten (1 t/m 5) ter definitieve accordering voor te leggen aan het algemeen bestuur van 9 december

64 Bijlage 1: Categorisering projecten naar bestuurlijk en eigenaar en rol MRDH Categorie A: Bestuurlijk eigenaar: MRDH of PZH Thema Project Bestuurlijk eigenaar Vier sporen Den Haag - Rotterdam Vier sporen Rijswijk - Delft Zuid MRDH/PZH T Vier sporen Delft Zuid- Schiedam MRDH/PZH T Vier sporen Schiedam - Rotterdam Centraal MRDH/PZH T Internationale verbinding met Ruhrgebied MRDH/PZH T Next generation woonwijken Verstedelijkingsstrategie PZH O Verduurzaming woningen VvE s MRDH T Wijkaanpak MRDH T Energie-infrastructuur Cluster West PZH V Cluster Oost PZH V Locale distributienetwerken PZH O Smart Multi Commodity Grid PZH O Opwekking duurzame energie Zon PZH V Wind PZH V Geothermie PZH O Automatisch Vervoer/ Vervoer op Maat Fieldlab Automatisch Vervoer MRDH T Rotterdam The Hague Airport shuttle RandstadRail Meijersplein MRDH T Transformatie onderkant OV en doelgroepenvervoer MRDH T Energietransitie mobiliteit Zero emissie openbaar vervoer MRDH T Zonne-energie tram en metro MRDH T Laadpalen elektrisch vervoer MRDH T Proeftuinen energietransitie N470 en N211/Energy Highway N59 PZH V Transformatie kantoren Transformatie kantoren 1 MRDH T Weginfrastructuur Oeververbindingen Rotterdam MRDH/Rotterdam T Oeververbindingen Herontwerp Brienenoord/Algeracorridor MRDH/Rotterdam/ T Capelle/Krimpen A4 Passage en Poorten & Inprikkers MRDH/PZH T Rol MRDH T: Trekker O: Ondersteunend V: Volgend 1 De MRDH is trekker voor het netwerk van gemeenten en provincie rond het onderwerp Transformatie kantoren. Bij afzonderlijke projecten (gebiedsontwikkelingen) zijn gemeenten zelf trekker.

65 Corridor Rotterdam - Antwerpen PZH O A20 Verdubbeling Nieuwerkerk Gouda PZH O Programma Aansluitingen HWN/OWN: A4/N223 Den Hoorn, A4 - N470 MRDH T Kruithuisweg - A13, A29/N487, A29/N217, A29/N59 Hellegatsplein, A12 / N219, A4 / N206, A20 Maasdijk, A20 Vlaardingen, A20 Maassluis Noordzijde, A20 Vlaardingen West, A20 Maassluis Zuidzijde, A15 IIsselmondse Knoop, A15 Aveling, A15 Hartelbrug, A15 Harmsenbrug (N57), A20 Capelle a/d IJssel (m.n. afrit vanuit Terbregseplein), Aansluiting Zoetermeer, A4 - N211 - N222 - A20 (Veilingroute), A4 Den Haag Zuid Harnaschknoop Fietsparkeren bij OV haltes MRDH T Schaalsprong Metropolitaan OV Samenloop RandstadRail E met Zoetermeerlijn 3/4 MRDH T Automatisering metro MRDH T HOV Zoetermeer Rotterdam (Netwerkvisie RandstadRail Oostland) MRDH T HOV Delft - Oostland Rotterdam (Netwerkvisie RandstadRail Oostland) MRDH T HOV Den Haag ZW Rijswijk Delft (Netwerkvisie RandstadRail Oostland) MRDH T Schaalsprong regionaal openbaar vervoer Rotterdam eo 2040 MRDH T Schaalsprong regionaal openbaar vervoer Den Haag eo 2040 MRDH T Fieldlabs Fieldlabsinfrastructuur MRDH T A12 Corridor/Bleizo Logistieke hotspot PZH V Greenports Modernisering Glastuinbouw Greenport corridor (onderdeel van integrale gebiedsontwikkeling A4-Veilingroute PZH O A20) HOV Westland (onderdeel van integrale gebiedsontwikkeling centrale as) MRDH T Metropolitaan Landschap Hollandse banen MRDH T Metropolitane fietsroutes MRDH T Inpassing Viersporigheid Central Park MRDH T

66 Categorie B: Bestuurlijk eigenaar: gemeenten Thema Project Bestuurlijk eigenaar Metropolitaan Landschap Waaloevers Barendrecht V Noordrand Brielle V Automatisch Vervoer Capelle aan den IJssel Parkshuttle Kralingse Zoom Capelle ad IJssel O Campus Delft S-Strip collectieve voorzieningen Delft O Parkeergarage TU Delft Science Park Delft O Bedrijfsverzamel gebouw voor doorgroeiers Delft O A13 aansluiting science park Delft O Gelatine fietsbrug Delft O Gelatine fietstunnel spoor Delft O Faradaybrug Delft O Faraday fietstunnel spoor Delft O Beatrixlaan - Nijhofflaan ongelijkvloers Delft O De laatste kilometer fiets Delft O A13 fietstunnel Ruijven Delft O Stationsgebied Delft O Aerospace Innovation Centre Delft O Dutch Offshore Technology Centre Delft O Biotech campus Delft Delft O Flood Proof Holland Delft O Proeftuin multi commodity smart grid Delft O Warmtenet (Delft) Delft O A13 vierde rijstrook Delft O Kruithuisplein vergroten capaciteit Delft O Kruithuisweg - Voorhofdreef ongelijkvloers Delft O Automatisch Vervoer Last Mile Den Haag - Binckhorstshuttle Den Haag O Central Innovation District HSD campus, Innovation centre, Museumkwartier, Binckhorsthaven Den Haag O Nieuwe Schenkverbinding Den Haag V Rol MRDH T: Trekker O: Ondersteunend V: Volgend

67 Verlengde Velostrada Den Haag O Internationale ontwikkeling Scheveningen Scheveningen Bad all weather proof, Innoport en kustverdediging Den Haag O Bereikbaarheid Scheveningen op piekmomenten Den Haag O Kustfietsroute Den Haag V Metropolitaan Landschap Verbinding Malieveld-Haagse Bos Den Haag V Molenvlietpark Den Haag V Rijnerwatering Den Haag V Next generation woonwijken Verduurzaming woningen VvE s Den Haag en O Rotterdam Energie-infrastructuur Smart Grid Dordtse Kil IV Drechtsteden V Uitbreiding HVC Warmtenet Dordrecht naar Papendrecht Drechtsteden V Weginfrastructuur A15 traject Papendrecht - Gorinchem Drechtsteden V Knooppunt A16 - N3, inclusief ontsluiting Dordtse Kil IV Drechtsteden V Metropolitaan Landschap River Art Dordrecht V Rivierzone Drechtsteden V Zuidrand (Haringvliet) Hellevoetsluis V Energie-infrastructuur Smart Grid Stormpoldergebied Krimpen ad IJssel V Weginfrastructuur Nieuwe verbindingsweg N210-Noord/Lekdijk Krimpenerwaard V Fiets-/voetveer Stormpolder-IJsselmonde Krimpen ad IJssel V Vernieuwing Haven Industrieel Complex Herontwikkeling EMK terrein Krimpen ad IJssel V A12 Corridor/Bleizo Multimodale ontsluiting Corridor A12 (Railterminal) Lansingerland O Automatisch Vervoer Leiden shuttle BioSciencePark Leiden O Campus Leiden Horeca op plein bêtacampus, Entreegebied Leiden O Gefaseerde bouw P-garage Leiden O Uitbreiding/aanpassing sportcentrum met 1500 m2 Leiden O Bedrijfsruimte voor 50 (door)startende ondernemers Leiden O Instituut voor Regeneratieve Geneeskunde Leiden O Uitvoering Leidse Ring Noord Leiden O Aanleg 'hartlijn campus BSP' Leiden O Opwaarderen 5 snelfietsroutes Leiden O Leiden Utrecht spoorverdubbeling Leiden O Uitbreiden fietsenstallingen nabij CS Leiden O Verplaatsen busstation naar westzijde CS Leiden O Herontwikkeling Stationsgebied Leiden O Instrumentation for Space Leiden O Metropolitaan Landschap Groenstructuur Holland-Rijnland Leiden/Holland- Rijnland V

68 Hart van groen blauwe netwerk Holland Rijnland/ Singelpark leiden Leiden/Holland- V Rijnland Blueport / Hollandse plassen Leiden/Holland- V Rijnland Rijn en Veenstreek Leiden/Holland- V Rijnland Metropolitaan Landschap De Vliet Leidschendam- V Voorburg Metropolitaan Landschap Monstersche sluis Maassluis V Lijndraaiersbrug Maassluis V Metropolitaan Landschap Koningsrust/Westgaag-Oostgaag/Maaslandse Dam Midden-Delfland V Internationaal hippisch Kenniscentrum MRDH/CHIO Midden-Delfland V Metropolitaan Landschap De Bernisse Nissewaard V Greenports Modernisering Glastuinbouw Ontsluiting glastuinbouwgebied Pijnacker West en Oost Pijnacker-Nootdorp V A12 Corridor/Bleizo Verbeteren ontsluiting bedrijvenparken en glastuinbouwgebieden Pijnacker-Nootdorp V Metropolitaan Landschap Ruijven Noord Pijnacker-Nootdorp V Greenports Next Step Food World Food Parc- Verwaarden reststromen Ridderkerk O World Food Parc - Productielocatie Duurzame Energie Ridderkerk O World Food Parc- Smart Logistics Ridderkerk O World Food Parc-Human Capital Pool Ridderkerk O World Food Parc - Freshcentre/Centre of expertise Ridderkerk O Automatisch Vervoer Rijswijk shuttle Plaspoelpolder, Broekpolder en Hoornwijck Rijswijk O Transformatie kantoren Rijswijk O Rotterdam Innovation District RID Programmering / accelerator Rotterdam O RDM Herontwikkeling grofsmederij Rotterdam O M4H Ontwikkeling Productiecampus Rotterdam O M4H Transformatie Marconiplein en Vierhavenblok Rotterdam O M4H Infrastructuurpakket Rotterdam O Central Business District Rotterdam Central District Rotterdam Rotterdam V Ontwikkelen Maritiem District Rotterdam V Hoboken-Museumpark Rotterdam V Rivieroevers binnenstad Rotterdam V Coolsingel Rotterdam V Greenports Next Step Food Food Innovation Fund Rotterdam V Personalised food Rotterdam V Onderwijs & Arbeidsmarkt instituut voor transitie Rotterdam V Metropolitaan Landschap Landgoederen Schiezone Rotterdam V Rotte Rotterdam V

69 Blauwe verbinding Zuidrand Rotterdam Rotterdam V Passantenhaven Rotterdam V Vernieuwing Haven Industrieel Complex Verdieping Nieuwe Waterweg Rotterdam V Bioraffinage Rotterdam V CCS-Road Rotterdam V Theemswegtracé Rotterdam V Actieplan Versterking Industrie Rotterdam - Moerdijk Rotterdam V Ontwikkeling offshore/maritieme industrie Maasvlakte 2 Rotterdam V Automatisch Vervoer Schiedam Metroshuttle en Havenshuttle Vijfsluizen Schiedam O Maritiem Service District Schiedam Schiedam O Greenports Next Step Food Food Innovation Academy Vlaardingen O Metropolitaan Landschap Landgoederen Duin Horst en Weide Wassenaar V Verbinding groen N44 Wassenaar V Greenports Modernisering Glastuinbouw Stimuleringsfonds modernisering glastuinbouw (Oranjepolder) Westland V A12 Corridor/Bleizo Capaciteitsuitbreiding A12 en verbeteren uitstraling Zoetermeer V Doorontwikkeling Dutch Innovation Park Zoetermeer V Metropolitaan Landschap Vaarverbinding Zoetermeer Zoetermeer V Rotte-Rijn-Vliet Zoetermeer O

70 Categorie C: Bestuurlijk eigenaar: derden Thema Project Eigenaar Bestuurlijk trekker Rol MRDH T: Trekker O: Ondersteunend V: Volgend Automatisch Vervoer Delft - ResearchLab TU Campus Delft TU Delft MRDH O Truck platooning Havenbedrijf, TNO V Energietransitie mobiliteit Vehicle-to-grid charging stations Eneco/TENNET V Fieldlabs 2 VP Delta MRDH/PZH O The Green Village MRDH/PZH O Robovalley MRDH/PZH O Smart Integrator 4 Aero / Space MRDH/PZH O Dutch Optics Centre (DOC) MRDH/PZH O Medical Delta Living Labs MRDH/PZH O Big Data Innovatiehub MRDH/PZH O Digital Factory Composites MRDH/PZH O Dutch Windwheel Bloc/IQ MRDH/PZH O SMASH MRDH/PZH O Freshteq.NL MRDH/PZH O TIMA (Duurzaamheidsfabriek) Smart Metrology (Duurzaamheidsfabriek) MRDH/PZH/Dordrecht O MRDH/PZH/Dordrecht O Smart, Safe & Resilient Mainports MRDH/PZH O Additive Manufacturing MRDH/PZH O Proeftuin Delta Innovaties ZH MRDH/PZH O Fieldlab Blockchain Fox Hole Production Lab Havenbedrijf, CIC, Deloitte Digital Gateway Connected MRDH KPN, Vodafone, O Fox It, CGI Digital Port Havenbedrijf, TNO O Automated/Connected Mobility TNO, Connekt, DITCM, RET, Connexxion Vernieuwing Haven Industrieel Complex Waste2Chemical Akzo Nobel, Van Ganzewinkel, AVR, Enerkem, Air Liquide V V V V 2 Field labs zijn afzonderlijke projecten met afzonderlijke private eigenaren. Het netwerk van field labs wordt ondersteund voor MRDH en PZH.

71 A12 Corridor/Bleizo Transportium Dura Zoetermeer O Vermeer/Siemens Greenports Next Step Food Biobased greenport Westland Oostland (voorheen: Kas als Apotheek) WUR Lansingerland V Greenports Next Step Food Coolport Westland PZH V Metropolitaan Landschap Herinrichting Krimpenerhout Groen Alliantie Krimpen ad IJssel V

72 Bijlage 2 Projectenlijst (*) gerelateerd aan Roadmap Next Economy De 25 thema's Projecten/investeringen Categorie Rol MRDH Bestuurlijk eigenaar: instantie Bestuurlijk eigenaar: persoon Projectleider Beoogd resultaat Vier sporen Den Haag - Rotterdam 1.1 Rijswijk - Delft Zuid A T MRDH Melanie Schultz (minister I&M)/Floor Vermeulen (PZH)/Pex Langenberg (MRDH) Willem Benschop Eind 2016: Tracébesluit Vier sporen Den Haag - Rotterdam 1.2 Delft Zuid- Schiedam A T MRDH Melanie Schultz (minister I&M)/Floor Vermeulen (PZH)/Pex Langenberg (MRDH) Willem Benschop Vier sporen Den Haag - Rotterdam Vier sporen Den Haag - Rotterdam 2 Next generation woonwijken (*) Schiedam - Rotterdam Centraal Internationale verbinding met Ruhrgebied A A T T MRDH MRDH Melanie Schultz (minister I&M)/Floor Vermeulen (PZH)/Pex Langenberg (MRDH) Melanie Schultz (minister I&M)/Floor Vermeulen (PZH)/Pex Langenberg (MRDH) Willem Benschop Willem Benschop Afronden onderzoek Besluit realisatie voorjaar Verstedelijkingsstrategie A O PZH Adri Bom (PZH) Klaas Spannenburg Er moeten tot 2030 ruim woningen in stedelijk gebied bij komen. Hiervan kunnen woningen alleen nog worden gerealiseerd door verdichting en transformatie. Het gaat daarbij om dure locaties waarvoor nieuwe financieringsvormen moeten worden gevonden door aanpassing van beleid, wet- en regelgeving en vernieuwende samenwerking. Zeven gemeenten testen dit uit in acht gebiedsontwikkelingen: de City Deal Binnenstedelijk bouwen en transformatie. Resultaten zullen met het rijk worden besproken. Verdichting, transformatie en renovatie biedt naar schatting van het CPB perspectief op een investeringsimpuls van ca 1,6 miljard per jaar en ca fulltime banen. Next generation woonwijken 2.2 Verduurzaming woningen VVE's A T MRDH Broer Duursma Een financieringsmogelijkheid voor energie besparende onderhoudsmaatregelen bij kleine VvE s (<10 appartementen) Uitgesplitst naar de verschillende fases: Fase 0: Overzicht private (co)financieringsopties energie bespaarleningen kleine VvE s (afgrond 05/2016), Fase 1: Start pilot energie bespaarleningen kleine VvE s in Rotterdam (afgrond, opzetten pilot niet gelukt 09/2016), Fase 2: Intentie voor private (co)financiering energie bespaarleningen kleine VvE s (12/2016), Fase 3: Intentie voor publieke (co)financiering energie bespaarleningen kleine VvE s (04/2016), Fase 4: Financieringsmogelijkheid voor energie besparende onderhoudsmaatregelen bij kleine VvE s (07/2017). Next generation woonwijken 2.3 Wijkaanpak A T MRDH Cees Stoppelenburg Overzicht lopende trajecten verduurzaming (deskresearch, input gemeenten en platform) 5 cases binnen gemeenten uitwerken als leermateriaal; wat wordt er gedaan, vanuit welke motieven, wie zijn betrokken, wat loopt, wat niet en waarom, resultaten) Actie Fakton (businesscase werkgelegenheid (input voor de cases en BZK voor nationale verduurzamingsopgave), geënt op de wijken Rotterdam/Den Haag Contouren algemene aanpak op basis van eerste 3 bullets. (inclusief mogelijk vervolg afhankelijk van de resultaten) Lerend netwerk case-gemeenten (en wellicht breder). 3 Energie-infrastructuur 3.1 Cluster West A V PZH Han Weber (PZH), Pex Langenberg (Rotterdam), Joris Wijsmuller (Den Haag), Theo Duijvestijn (Westland), Stephan Brandligt (Delft), (+ HbR, WBR en Eneco) Gerdien Priester/Arend Bosma/Astrid Madsen/Ted Zwietering 2016-dec: go/no go voor leiding over West 2017-medio: Warmtefonds 2018-medio: einde engineeringsfase (verwachting) Energie-infrastructuur 3.2 Cluster Oost A V PZH Han Weber (PZH), wethouders gemeenten, bestuurder LTO, Heineken, Wbr, Nuon. Gerdien Priester Energie-infrastructuur 3.3 Lokale distributienetwerken A O PZH Han Weber (PZH) Tanja Haring Actieplan eind maart Businesscase private partners 2017-maart Uitvoeringstrategie gereed 2017-juni Uitvoeringsstrategie vaststellen Vervolgstappen afhankelijk van uitvoeringsstrategie Energie-infrastructuur 3.4 Smart Multi Commodity Grid (*) A O PZH Stedin/Eneco/ Havenbedrijf Energie-infrastructuur 3.5 Smart Grid Dordtse Kil IV B V Drechtsteden Jasper Mos/Rik van de Linden (Dordrecht) Han Weber (PZH) Marco van Steekelenburg Oktober 2016: plan van aanpak incl business case Medio 2017: uitwerking project plan en start eerste pilots. (Mariahoeve en M4Havens, waterstofhub Oude Tonge) 2023: onderzoekprojectafronding, maar 2050 eindbeeld Afronding haalbaarheidsfase eind 2016 Besluitvorming smart grid begin 2017 Start uitgifte grond 2018 Energie-infrastructuur 3.6 Uitbreiding HVC Warmtenet Dordrecht naar Papendrecht B V Drechtsteden Joke Reuwer-Verheij (Papendrecht) Uitwerken van de businesscase en het tekenen van de contracten in het voorjaar 2017 Eerste warmtelevering op zijn vroegst zomer Energie-infrastructuur 3.7 Smart Grid Stormpoldergebied B V Krimpen aan den Marco Oosterwijk (Krimpen a/d IJssel IJssel 4 Opwekking duurzame energie 4.1 Zon A V PZH Han Weber/Adri Bom (PZH) Edwin Perdijk Uitvoer pilots in 2017 Ruimtelijke strategie in 2017 Opwekking duurzame energie Opwekking duurzame energie 4.2 Wind (*) A V PZH Han Weber/Adri Bom (PZH) Hans Geerders 735,5 MW in 2020 (jaarlijkse Monitor Wind op Land door RVO) 4.3 Geothermie (*) A V PZH Han Weber (PZH)/Theo Duivesteijn (Westland) Tanja Haring Realisering van 3 projecten per jaar 5 Digital gateway 5.1 Connected MRDH (*) C O KPN/Vodafone/Fox It/CGI 5.2 Digital port (*) C O Havenbedrijf/TNO 5.3 Automated/connected mobility (*) C O TNO/Connekt/DITCM/ RET/Connexxion 6 Automatisch Vervoer Last Mile/Vervoer op maat 5.4 Glasvezel Stormpolder en omgeving C V Krimpen aan den IJssel 6.1 Capelle aan den IJssel Parkhuttle Kralingse Zoom B O Capelle aan den IJssel Privaat Afronding eind 2016 Pex Langenberg (MRDH)/Dick van Sluis (Capelle aan den IJssel) Dennis Potter (Capelle aan den IJssel) In 2016 beslissingen door MRDH en gemeente Capelle aan den IJssel over het verlengen van de concessie tot 1 januari 2019 en noodzakelijk onderhoud van de huidige baan In het eerste kwartaal 2017 afronding haalbaarheidsstudie voor het nieuwe systeem. Dan is ook de financieringsstrategie rond voor het uitbreiden van de Parkshuttle als innovatief vervoerconcept en nieuwe overstapmogelijkheden in een nieuwe vervoershub Rivium-Campus. Bij positieve besluitvorming is deze nieuwe hub in januari 2019 operationeel, bij het ingaan van de nieuwe concessie en dienstregeling. Automatisch Vervoer Last Mile/Vervoer op maat 6.2 Rotterdam The Hague Airport shuttle RandstadRail Meijersplein A T MRDH Pex Langenberg (MRDH) Remco Derksen (MRDH) De aanbesteding start in september 2016 als onderdeel van de Marktplaats voor Infrastructuur van de Verkeersonderneming. Daarna is medio 2017 de technische invulling van de verbinding duidelijk en wordt besloten over de publieke investeringen in de infrastructuur en startdatum van de exploitatie. Eventuele aanleg van benodigde infrastructuur start voor 1 januari Automatisch Vervoer Last Mile/Vervoer op maat 6.3 Schiedam Metroshuttle en Havenshuttle Vijfsluizen B O Schiedam Marcel Houtkamp (Schiedam) Rien van der Knaap (Schiedam) Eind 2016 is de haalbaarheidsstudie afgerond, inclusief de afstemming met MRDH en RET. Schiedam heeft de doelstelling om in het eerste kwartaal van 2017 investeringsbeslissing te nemen. Schiedam richt zich op gefaseerde in gebruik name in 2018 Automatisch Vervoer Last Mile/Vervoer op maat Automatisch Vervoer Last Mile/Vervoer op maat 6.4 Delft - ResearchLab TU Campus Delft C O Delft Theun Baller (TU Delft) Arjan van Binsbergen (TU Delft) De TU Delft besluit eind 2016 over het ResearchLab Delft, inclusief de zelfrijdende voertuigen Renault Twizy en het Campus Advanced Transport System (CATS). Medio 2017 zijn de eerste proefopstellingen gereed. 6.5 Leiden shuttle BioSciencePark B O Leiden Robert Strijk (Leiden) Chris de Vor Eind 2016 uitkomst verkenning. Opstellen projectplan op basis van verkenning innovatief vervoerssysteem als mogelijke oplossing voor het beter verbinden van de hele topcampus ism projectpartners. Automatisch Vervoer Last Mile/Vervoer op maat 6.6 Rijswijk shuttle Plaspoelpolder, Broekpolder en Hoornwijck B O Rijswijk René van Hemert (Rijswijk) Eind 2016 besluitvorming Rijswijk over of het volgende stappen wil zetten in het verkennen van een (zelfrijdende) shuttle service tussen treinstation Rijswijk en de Plaspoelpolder, Broekpolder en Hoornwijck. Automatisch Vervoer Last Mile/Vervoer op maat Automatisch Vervoer Last Mile/Vervoer op maat 6.7 Den Haag - Binckhorstshuttle B O Den Haag Tom de Bruijn (Den Haag) Eind 2016 is duidelijk of Den Haag automatisch vervoer als oplossing ziet om de drie treinstations beter te verbinden met het gebied zodat de transitie van de Binckhorst als onderdeel van het Central Innovation District wordt aangejaagd. 6.8 Transformatie onderkant OV en doelgroepenvervoer A T MRDH Pex Langenberg (MRDH) Rita Bakker Verkenning gereed per Bestuurlijke conferentie toekomst Maatwerkvervoer winter 2017 Start planstudie lente 2017 Besluitvorming planstudie najaar Truck Platooning (*) C V Havenbedrijf/TNO 7 Energietransitie mobiliteit 7.1 Zero emissie openbaar vervoer (*) A T MRDH Pex Langenberg (MRDH) Gert-Jan den Toom 2 busconcessies in 2017 en andere 2 busconcessies ibij volgende gunning. Energietransitie mobiliteit 7.2 Verduurzaming ov-infra A T MRDH Pex Langenberg (MRDH) Pim Uijtdewilligen Bestuurlijk besluit over verkenning (bijvoorbeeld zonnepanelen op daken ov-haltes). Energietransitie mobiliteit 7.3 Laadpalen elektrisch vervoer A T MRDH Pex Langenberg (MRDH) Gert de Visser In april 2016 is een regionaal plan van aanpak vastgesteld met de uitbreidingsambitie van meer dan laadpalen de komende 3 jaar. Rijksbijdrage van 2,4 mln euro verkregen Energietransitie mobiliteit 7.4 Proeftuinen energietransitie N470 en N211/Energy Highway N59 A V PZH Floor Vermeulen (PZH) Jonne Klaver Realisatie/uitwerking corridorplan 7.5 Vehicle-to-grid charging stations (*) C O Eneco/TENNET

73 8 Transformatie kantoren en winkels 8.1 Transformatie kantoren en winkels A T MRDH René van Hemert (Rijswijk) Rogier Brinkhof * Capelle aan den IJssel: gebiedspaspoort (toekomstvisie) voor Rivium-Campus om samen met provincie en Ministerie van I&M de (her)ontwikkeling van Rivium te versnellen. * Rijswijk Plaspoelpolder: investering in entree van het gebied en sloop vijf kantoren. Hierna herontwikkeling met andere bestemming. Oplevering 18 units bedrijfsruimte bij Harbour Village. * Delft: verdere inrichting openbare ruimte van het stationsgebied. Invulling van de voor Delft en de MRDH geïdentificeerde vastgoedconcepten (in onderzoek commercieel perspectief Nieuw Delft ). * Den Haag: - Museumkwartier: investering 1 miljoen in openbare ruimte, circa 8 miljoen in realisatie Escher Museum en kleine projecten zoals pop-up musea in leegstaande kantoren en activiteiten in het kader van het Mondriaanjaar. - Beatrixkwartier: investeringen in openbare ruimte van station Laan van Noi en in The Hague Security Delta. Huisvesting statushouders in Ministerie van SZW. - Binckhorst Maanplein: investeringen in Impacteconomy ( 4 miljoen), aanpak buitenruimte ( 2 miljoen), begeleiding transformatieprojecten en werk aan omgevingsplan. * Vlaardingen: De eigenaar van Vijfsluizen is zich aan het bezinnen op zijn grondpositie en op de ontwikkeling van het gebied. * Schiedam Schieveste: o.a. opening bioscoop Euroscoop (12 zalen, in aanbouw). De beide bruggen over de Schie liggen er al, maar zullen dan operationeel zijn en aangetakt op het wegennet (afritten A20/rondweg Schieveste). * Rotterdam: - Rotterdam Centrum: herontwikkeling Coolsingel i.k.v. verbetering verblijfskwaliteit. Aanvang Forum (sloop m² kantoren ten gunste van woningbouw). - Prins Alexander: NS rondt de renovatie van station Prins Alexander af. In het kantorengebied Marten Meesweg renovatie Maxium, via een Green Loan (de eerste gecertificeerde groene lening). - Brainpark: op Brainpark 1 diverse plannen voor herontwikkeling en transformatie. - Rotterdam Airport: verbetering verblijfskwaliteit door toevoeging kleinschalige horeca en detailhandel. 9 Weginfrastructuur 9.1 Oeververbindingen Rotterdam B O MRDH/Rotterdam Pex Langenberg (MRDH/Rotterdam) Martin Guit Uitwerking in het kader van MIRT-Programma Rotterdam-Den Haag Idem bereikbaarheid Rotterdam Zuid 9.2 Oeververbindingen Herontwerp Brienenoord Algeracorridor B O MRDH/Rotterdam/Ca pelle/krimpen ad Ijssel/Ridderkerk Melanie Schultz (minister I&M)/Pex Langenberg (Rotterdam)/Dick van Sluis (Capelle)/Marco Oosterwijk (Krimpen) Weginfrastructuur 9.3 A20 verdubbeling Nieuwerkerk Gouda A O Rijk/PZH Melanie Schultz (minister I&M)/Floor Vermeulen (PZH) Herman Roem (DGB) en Ton Klijnhout (RWS WNZ) Startbeslissing voor planuitwerking. Weginfrastructuur 9.4 Knooppunt A16 - N3, inclusief ontsluiting Dordtse Kil IV B V Drechtsteden Melanie Schultz (minister I&M) Januari 2017: bestuurlijke besluitvorming Juli 2017: start uitvoering 2019: oplevering Weginfrastructuur 9.5 Corridor Rotterdam - Antwerpen A O PZH Floor Vermeulen (PZH) Donald Broekhuizen Er zijn twee onderzoekstrajecten: (1) MIRT onderzoek bereikbaarheid Rotterdam-Den Haag. Onderzoek in analyse- en oplossingsrichtingenfase, loopt tot medio Tussen- en eindresultaten in o.a. ateliersessies en metropolitane debatten, o.a. dinsdag 29 november. (2) MIRT Onderzoek corridor Rotterdam- Antwerpen. Nieuw, nog niet gestart, geen planning. Weginfrastructuur 9.6 A4 Passage en Poorten & Inprikkers A T MRDH/Rijk/PZH/ Den Haag Melanie Schultz (minister I&M)/Tom de Bruijn (Den Haag) Start planuitwerkingsfase gereed realisatie. Weginfrastructuur 9.7 A4/N223 Den Hoorn, A4 - N470 Kruithuisweg - A13, A29/N487, A29/N217, A29/N59 Hellegatsplein, A12 / N219, A4 / N206, A20 Maasdijk, A20 Vlaardingen, A20 Maassluis Noordzijde, A20 Vlaardingen West, A20 Maassluis Zuidzijde, A15 IIsselmondse Knoop, A15 Aveling, A15 Hartelbrug, A15 Harmsenbrug (N57), A20 A T MRDH Melanie Schultz (minister I&M)/Floor Vermeuelen (PZH)/Pex Langenberg (Rotterdam)/Christel Mourik (Nissewaard) Weginfrastructuur 9.8 A15 traject Papendrecht - Gorinchem B V Dordrecht Floor Vermeulen (PZH) /Hans Tanis (Drechtsteden) Marcus Potters Voorjaar 2017: Shortlist knelpunten en oplossingsrichtingen. Bespreken in voorjaarsoverleg MIRT Start lobbytraject. Weginfrastructuur 9.9 Nieuwe verbindingsweg N210-Noord/Lekdijk B V Krimpen aan den IJssel Weginfrastructuur 9.10 Fiets-/voetveer Stormpolder-IJsselmonde B V Krimpen aan den IJssel Gerrit Boudesteijn (Krimpen aan den IJssel)/Pieter Neven (Krimpenerwaard) Marco Oosterwijk (Krimpen a/d Ijssel Verkenning Verkenning Weginfrastructuur 9.11 Fietsparkeren bij OV haltes A T MRDH René van Hemert Maya Weirauch 10 Vernieuwing Haven 10.1 Verdieping Nieuwe Waterweg B V Rotterdam Adriaan Visser/Maarten Edwin Hupkes Industrieel Complex Struijvenberg/Pex Langenberg Vernieuwing Haven 10.2 Bioraffinage (*) B V DSM Rene vd Plas Industrieel Complex Vernieuwing Haven 10.3 CCS-Road B V Rotterdam Ruud Melieste Industrieel Complex Vernieuwing Haven 10.4 Theemswegtrace B V Rotterdam Industrieel Complex Vernieuwing Haven 10.5 Actieplan Versterking Industrie Rotterdam - Moerdijk B V Rotterdam Miranda Janse Industrieel Complex Vernieuwing Haven 10.6 Ontwikkeling offshore/maritieme industrie Maasvlakte 2 B V Rotterdam Miranda Janse Industrieel Complex Vernieuwing Haven Industrieel Complex 10.7 Herontwikkeling EMK terrein B V Krimpen aan den IJssel 10.8 Waste2Chemical (*) C O AkzoNobel/Van Ganzewinkel/AVR/En erkem/air Liquide Marco Oosterwijk (Krimpen a/d IJssel Start uitvoering: april Oplevering: januari 2020 Bioraffinage/biobased: Waste 2 Chemical: Uitwerking businesscase door consortium en definitieve go/no-go CCS-Road Grant agreements en vergunningen najaar 2016, FID 1e kwartaal 2017, start aanleg 2018, start operationele fase Verdieping Nieuwe Waterweg: start uitvoering verdieping 2017 Ontwikkeling Offshore/maritieme industrie Maasvlakte2: Ontwerp bestemingsplan gereed, uitwerking TenneT-kabel Net op Zee Hollandse Kust Zuid Theemswegtrace: start realisatie Schaalsprong metropolitaan openbaar vervoer 11.1 Schaalsprong regionaal openbaar vervoer Den Haag e.o A T MRDH Pex Langenberg (MRDH)/Tom de Bruijn (Den Haag) Pim Uijtdewilligen/Frans Botma Besluit over netwerkverkenning. Schaalsprong metropolitaan openbaar vervoer Schaalsprong metropolitaan openbaar vervoer Schaalsprong metropolitaan openbaar vervoer 12 HOV Den Haag ZW - Rijswijk - Delft -Rotterdam 11.2 Samenloop Randstadrail E met Zoetermeerlijn 3/4 A T MRDH Pex Langenberg (MRDH) Pim Uijtdewilligen Planstudie leidend tot projectbesluit + dekkingsvoorstel: medio Automatisering metro A T MRDH Pex Langenberg (MRDH) Pim Uijtdewilligen/Martin Guit Niet op korte termijn Schaalsprong regionaal openbaar vervoer Rotterdam e.o HOV Delft - Oostland - Rotterdam(Netwerkvisie Randstadrail Oostland) A T MRDH Pex Langenberg (Rotterdam) Pim Uijtdewilligen/Martin Guit Besluit over netwerkverkenning. A T MRDH Lennart Harpe (Delft) Pim Uijtdewilligen Besluit over netwerkverkenning. HOV Den Haag ZW - Rijswijk - Delft -Rotterdam 12.2 HOV Den Haag ZW - Rijswijk - Delft (Netwerkvisie Randstadrail Oostland) A T MRDH Pex Langenberg (MRDH) Pim Uijtdewilligen Besluit over netwerkverkenning. 13 HOV Zoetermeer - Rotterdam 13.1 HOV Zoetermeer - Rotterdam (Netwerkvisie Randstadrail Oostland) A T MRDH Marc Rosier (Zoetermeer)/Albert Abee (Lansingerland) Pim Uijtdewilligen Besluit over netwerkverkenning. 14 Campus Leiden 14.1 a m2 horeca op plein betacampus m2 horeca in Entreegebied B O Leiden Willem te Beest (CvB Universiteit Leiden) Ferdi Poppelier 1. start placemaking, planvoorbereiding 2. bestemmingsplanprocedure Gorleus, start tender ontwikkeling gebouw Campus Leiden 14.1 b Gefaseerde bouw P-garage 1000 pp in en 700 pp in B O Leiden Willem te Beest (CvB Universiteit Leiden) Campus Leiden 14.1 c Uitbreiding/aanpassing sportcentrum met 1500 m2 B O Leiden Willem te Beest (CvB Universiteit Leiden) Ferdi Poppelier Ferdi Poppelier Campus Leiden 14.2 a Bedrijfsruimte voor 50 (door)startende ondernemers B O Leiden Thijs de Kleer (Stichting Biopartner) Thijs de Kleer Businesscase opstellen voor Biopartner gebouw 5 Tender ontwikkeling Entreegebied, start parkeren op maaiveld Parkeergarage 1000 plaatsen. Exploiteren bestaande garage, in fase 2 (na realisatie eerste garage) sloop nieuwbouw. Opstarten planvorming Campus Leiden 14.2 b Instituut voor Regeneratieve Geneeskunde B O Leiden Pancras Hoogendoorn (CvB LUMC) Ton Rabelink/Paul Bilars Uitwerken en implementatie actieplan, aangaan samenwerkingen. Campus Leiden Campus Leiden Campus Leiden 14.3 a Uitvoering Leidse Ring Noord (ongel.vl.kr. Plesmanlaan- Darwinweg-Vondellaan) 14.3 b Aanleg 'hartlijn campus BSP' naar historisch centrum van 2 km door reconstructie openbare ruimte 14.3 c Opwaarderen 5 snelfietsroutes naar/van Den Haag, Katwijk, Zoetermeer, Leiderdorp, Teylingen B O Leiden Robert Strijk (Leiden) Chris de Vor Uitvoeringsbesluit aanleg minimale variant. B O Leiden Robert Strijk (Leiden) Chris de Vor Opstelling projectplan ten behoeve van verkenning. Heeft relatie met AVLM traject 6.5. B O Leiden Robert Strijk (Leiden) Chris de Vor Maken van Realisatieafspraken met samenwerkingspartners (buurgemeenten, provincie) Campus Leiden 14.3 d Leiden - Utrecht (+ aansluitig HSL-Oost) 1. Invoering R-net in 2020; frequentieverhoging door toevoeging 2 sprinters/u en regionale stations 2. Invoering 'Limeslijn' in 2030 met snel, hoogfrequent, betrouwbaar, comfortabel tussen de economische groeiregio's Utrecht en Leiden B O Leiden Robert Strijk (Leiden) Chris de Vor Vervolgstappen nav uitkomsten NMCA en het toekomstbeeld OV. Start vervolgonderzoek toekomstperspectief Limeslijn. Campus Leiden 14.4 a Uitbreiden fietsenstallingen nabij CS B O Leiden Paul Laudy (Leiden) Sandra Minnesma Marktverkenning en besluitvorming exploitatie, ontwerp extra fietsenstallingen. Campus Leiden Campus Leiden 14.4 b Verplaatsen busstation naar westzijde CS en integreren in compacte, moderne (emissievrije) OV-terminal 14.4 c Herontwikkeling Stationsgebied: realiseren bouwkavels en vastgoed voor in totaal ca m2 kantoor, 8500 m2 retail, 760 woningen en m2 leisure; verbreden en verfraaien 3 spoorwegonderdoorgangen B O Leiden Paul Laudy (Leiden) Han Wieringa Kaderbesluit verplaatsing busstation. B O Leiden Paul Laudy (Leiden) Robert van Bergehenegouwe Start bouw fase 1 Lorentz. Rijnsburgerblok K3/4 en YNS H1 contractvorming, bouwplanuitwerking en start bestemmingsplanproecdure. Campus Leiden 14.5 Instrumentation for Space B O Leiden dr. Frank Molster (manager PPS) LiS TOP/ dr. Aad van Strien (voorzitter bestuur LiS & LiS TOP) LiS & LiS TOP Marcel Gordijn Subsidie ontvangen in Opstarten nieuwe opleidingsrichting Ruimtevaart. Start opleiding 15 Campus Delft 15.1 a S-Strip collectieve voorzieningen B O Delft Tim van der Hagen/Ferrie Forster Liesbeth van Rietschoten Campus Delft 15.1 b Parkeergarage TU Delft Science Park B O Delft Tim van der Hagen/Ferrie Forster Liesbeth van Rietschoten Campus Delft 15.1 c Warmtenet (Delft) B O Delft Campus Delft 15.2 Bedrijfsverzamel gebouw voor doorgroeiers B O Delft Tim van der Hagen/Ferrie Forster Liesbeth van Rietschoten Campus Delft 15.3 a A13 aansluiting science park B O Delft Lennart Harpe (Delft) Michiel van Bokhorst Campus Delft 15.3 b A13 vierde rijstrook B O Delft Lennart Harpe (Delft) Michiel van Bokhorst Campus Delft 15.3 c Kruithuisplein vergroten capaciteit B O Delft Floor Vermeulen (PZH) Michiel van Bokhorst Campus Delft 15.3 d Kruithuisweg - Voorhofdreef ongelijkvloers B O Delft Lennart Harpe (Delft) Patrick van der Graaff Campus Delft 15.3 e Gelatine fietsbrug B O Delft Lennart Harpe (Delft) Jan Nederveen Uitvoeringsconvenant Campus Delft 15.3 f Gelatine fietstunnel spoor B O Delft Lennart Harpe (Delft) David Polman Meenemen in Viersporigheid Rijkswijk - Delft Zuid

74 Campus Delft 15.3 g Faradaybrug B O Delft Lennart Harpe (Delft) Jan Nederveen Uitvoeringsconvenant Campus Delft 15.3 h Faraday fietstunnel spoor B O Delft Lennart Harpe (Delft) David Polman Uitvoeringsconvenant Campus Delft 15.3 i Beatrixlaan - Nijhofflaan ongelijkvloers B O Delft Lennart Harpe (Delft) Patrick van der Graaff Campus Delft 15.3 j De laatste kilometer fiets B O Delft CvB TU Delft Annemijn Cappenberg Campus Delft 15.3 k A13 fietstunnel Ruyven B O Delft Stephan Brandligt (Delft) Diny Tubbing Campus Delft 15.4 Stationsgebied B O Delft Lennart Harpe (Delft) Campus Delft 15.5 Aerospace Innovation Centre B O Delft Tim van der Hagen/Ferrie Forster Louis Roxs Campus Delft 15.6 Dutch Offshore Technology Centre B O Delft Tim van der Hagen/Ferrie Forster Louis Roxs Campus Delft 15.7 Biotech campus Delft B O Delft Frank Teeuwisse (DSM) Gerealiseerd Campus Delft 15.8 Flood Proof Holland B O Delft Tim van der Hagen/Ferrie Forster Liesbeth van Rietschoten Campus Delft 15.9 Proeftuin multi commodity smart grid B O Delft Tim van der Hagen/Ferrie Forster Liesbeth van Rietschoten 16 Rotterdam Innovation District Rotterdam Innovation District Rotterdam Innovation District Rotterdam Innovation District Rotterdam Innovation District 16.1 RID Programmering / accelerator B O Rotterdam 16.2 RDM Herontwikkeling grofsmederij B O Rotterdam 16.3 M4H Ontwikkeling Productiecampus B O Rotterdam 16.4 M4H Transformatie Marconiplein en Vierhavenblok B O Rotterdam 16.5 M4H Infrastructuurpakket B O Rotterdam 16.6 M4H Pilot Virtual Power Plant (*) C O Rotterdam/Siemens/E neco/ Havenbedrijf Adriaan Visser (Rotterdam) 1 De TP loodsen worden ontwikkeld (planvorming gestart) en de eerste innovatieve maakindustrie kan zich daar in 2017 gaan vestigen; 2 Citrusveiling is de planvorming gestart en hier vestigen zich in 2017 de eerste bedrijven De floating farm gaat in 2017 van start; 3 Transformatie (naar wonen) van de Europoint torens (II en III) Voor Ferro en Katoenveem vindt de marktconsultatie plaats, start herontwikkeling in 2017 mogelijk 4 De Rotterdam Science Tower wordt uitgebreidt met tenminste 5 extra verdiepingen 5 Start invulling Marconistrip. Afhankelijk van de gekozen samenwerking(s) vorm met het HBR wordt de gemeentelijke bijdrage aan de RID verder vorm gegeven onderstaande onderwerpen zijn afhankelijk van de keuzes die de komende maanden worden gemaakt: RID Programmering / accelerator RDM Herontwikkeling grofsmederij M4H Ontwikkeling Productiecampus 17 Central Innovation District & Security Delta Den Haag Central Innovation District & Security Delta Den Haag Central Innovation District & Security Delta Den Haag 17.1 HSD campus, Innovation centre, Museumkwartier, Binckhorsthaven B O Den Haag Karsten Klein/Boudewijn Revis/Rabin Baldewsingh/Joris Wijsmuller (Den Haag) 17.2 Nieuwe Schenkverbinding B V Den Haag Tom de Bruijn (Den Haag) Verkenning 17.3 Verlengde Velostrada B O Den Haag Tom de Bruijn (Den Haag) Planovrming Spuikwartier/Museumkwartier infrastructurele maatregelen. Innovation Center for Peace and Justice en Humanity Hub. Overkluizing Utrechtse Baan. 18 Central Business District Rotterdam Central Business District Rotterdam Central Business District Rotterdam Central Business District Rotterdam Central Business District Rotterdam 19 Internationale ontwikkeling Scheveningen Internationale ontwikkeling Scheveningen Internationale ontwikkeling Scheveningen 18.1 Central District Rotterdam B V Rotterdam Adriaan Visser/Ronald Schneider Jan Cees Blok (Rotterdam) 18.2 Ontwikkelen Maritiem District B V Rotterdam Adriaan Visser (Rotterdam) Jan Cees Blok 18.3 Hoboken-Museumpark B V Rotterdam Adriaan Visser (Rotterdam) Jan Cees Blok 18.4 Rivieroevers binnenstad B V Rotterdam Adriaan Visser (Rotterdam) Jan Cees Blok 18.5 Coolsingel B V Rotterdam Adriaan Visser (Rotterdam) Jan Cees Blok 19.1 Scheveningen Bad all weather proof, Innoport en kustverdediging B O Den Haag Karsten Klein/Boudewijn Revis/Rabin Baldewsingh/Tom de Bruijn (Den Haag) 19.3 Bereikbaarheid Scheveningen op piekmomenten B O Den Haag Tom de Bruijn (Den Haag) 19.4 Kustfietsroute B V Den Haag Tom de Bruijn (Den Haag) In 2017 wordt de uitvoering gestart van de in 2016 op gestelde nieuwe Ontwikkelvisie RCD met de focus op het Schieblock en de omgeving van CS begin 2017 volgt een nadere uitwerking en een planning voor 2017 e.v. De Kust (Uitvoeringsprogramma 'De Kust Gezond') NHH / Viscluster (Voortgang Scheveningen Haven) Zeilhaven Volvo Ocean Race, innoport Beach City Westduinweg Innovatiesubsidies en Agenda Scheveningen Bad 20 Fieldlabs 20.1 VP Delta C O MRDH/PZH Adri Bom ((PZH)/Ferrie Förster (MRDH) Ruben Geradts (TU Delft) Realisatie x nieuwe proeftuinen van de 11 in totaal Fieldlabs 20.2 The Green Village C O MRDH/PZH Adri Bom ((PZH)/Ferrie Förster (MRDH) Fieldlabs 20.3 Robovalley C O MRDH/PZH Adri Bom ((PZH)/Ferrie Förster (MRDH) Fieldlabs 20.4 Smart Integrator 4 Aero / Space C O MRDH/PZH Adri Bom ((PZH)/Ferrie Förster (MRDH) Fieldlabs 20.5 Dutch Optics Centre (DOC) C O MRDH/PZH Adri Bom ((PZH)/Ferrie Förster (MRDH) Fieldlabs 20.6 Medical Delta Living Labs C O MRDH/PZH Adri Bom ((PZH)/Ferrie Förster (MRDH) Jaron Weishut (Green Village) Start realisatie Residential Living Lab Start realisatie Co Creation Centre 4 inhoudelijke crossovers met SSMR o.a. i.r.t. IPC regeling Raoul Oostenbrink (Robovalley) Start realisatie RoboHouse 20 robotscans bij maakbedrijven regio 6 crossover projecten met Medical Delta o.a. i.r.t. IPC regeling Joyce ten Holter/Anton Duisterwinkel (TU Delft/IQ) Bart Snijders (TNO) Rian Rijnsburger Afronding kwartiermakersfase, afhankelijk van uitkomst formele start Fieldlab (anders uit regionaal investeringsprogramma) Ontwikkelplan Digitalisering Aero/Space sector Officiële opening op 19 november Realisatie DOC fonds Goedkeuring EFRO Sneller Gezond Thuis en daarmee formele start Medical Delta Living Labs 6 crossover projecten met RoboValley o.a. i.r.t. IPC regeling Fieldlabs 20.7 Automatisch Vervoer Last Mile A T MRDH/PZH Adri Bom ((PZH)/Ferrie Förster (MRDH) Gert de Visser/Patrick van Norden Afronden kwartiermakersfase: eerste kwartaal 2017 Besluit tot oprichten Fieldlab AVLM Fieldlabs 20.8 Proeftuin Delta Innovaties ZH C O MRDH/PZH Piet Sleeking (Dordrecht) Karel Willems Project is reeds gestart. Oplevering van projecten in fases uiterlijk december 2020 Fieldlabs 20.9 Big Data Innovatiehub C O MRDH/PZH Adri Bom ((PZH)/Ferrie Förster (MRDH) Martijn de Groot (Zotermeer) Formele opening (2017) X projecten op het snijvlak van Big Data en zelfredzaamheid Afspraken met onderwijsinstellingen over human capital vraagstuk Fieldlabs TIMA (Duurzaamheidsfabriek) C O MRDH/PZH Adri Bom ((PZH)/Ferrie Förster (MRDH) Rein Meester (Dordrecht Duurzaamheidsfabriek) Toekenning Smart Industry keurmerk Fieldlab feestelijke bijeenkomst Fieldlabs Additive Manufacturing C O MRDH/PZH Adri Bom ((PZH)/Ferrie Förster (MRDH) Fieldlabs Smart, Safe & Resilient Mainports C O MRDH/PZH Adri Bom ((PZH)/Ferrie Förster (MRDH) Fieldlabs Freshteq.NL C O MRDH/PZH Adri Bom ((PZH)/Ferrie Förster (MRDH) Fieldlabs Dutch Windwheel (*) C O MRDH/PZH Adri Bom ((PZH)/Ferrie Förster (MRDH) Fieldlabs SMASH C O MRDH/PZH Adri Bom ((PZH)/Ferrie Förster (MRDH) Jurjen Duintjer (Port of Rotterdam)/Jacqueline Schardijn (IQ) Peter de Bruijn (Studio Veiligheid) Proefopstelling inclusief metaalprinters gereed Officiële opening en World Delta Expo Congress november 16 4 inhoudelijke crossovers met TGV i.r.t. IPC regeling 2 nieuwe product/usercases via samenwerking SSRM Tjerk Gorter Officiële opening najaar 2016 X aantal internationale projecten Lennart Graaf (Bloc)/Sander 5 productinnovaties (proof of concepts): Smart Structure, Smart Skin, Smart Installations/ HVAC, Smart van der Wal (IQ) Grid en Integrated smart City Concept Feasibility study leidend tot go no go besluit in december 2017 voor tweede fase Sander Steenbrink (Boskalis)/Edward Gilding (IQ) 5/6 grote projecten getest in de praktijk Organisatie van x workshops Afronding kwartiermakersfase; werving middelen voor vervolg (publiek/privaat) Fieldlabs Digital Factory Composites C O MRDH/PZH Adri Bom ((PZH)/Ferrie Förster (MRDH) Fieldlabs Smart Metrology (Duurzaamheidsfabriek) C O MRDH/PZH Adri Bom ((PZH)/Ferrie Förster (MRDH) Fieldlabs Field lab infrastructuur A T MRDH/PZH Adri Bom ((PZH)/Ferrie Förster (MRDH) Fieldlab Blockchain (*) C O Havenbedrijf/CIC/ Deloitte Frans van der Ven (Airborne) Rein Meester (Dordrecht Duurzaamheidsfabriek) Elske Janssens Workshops, projecten, prototypes: nader te specificeren n.a.v. rondje fieldlabs Financiering en start NACRA project Toekenning Smart Industry keurmerk Fieldlab feestelijke bijeenkomst Financiering en start project Smart Metrology 10 crossoverprojecten 4 gemeenschappelijke sessies fieldlabprojectleiders 4 deelsessies op specifieke vraagstukken Openstelling IPC regeling specifiek voor Fieldlabs ZH crossoverprojecten X aantal EFRO toekenningen Fieldlabinfrastructuur X aantal projectbijdragen MRDH Analyse financieringsbehoefte en koppeling aan mogelijke bronnen Gebundelde vraagarticulatie richting vliegwiel tafels Rijk, Financiering, Europa en Public Affairs Aanvulling toolkit regionale brandingsstrategie met info fieldlabs Via Metropolitan Startup Lab specifiek geprogrammeerd op Fieldlabinfrastructuur Inbedding Fieldlabinfrastructuur in regionale startup scale up strategie Liaisonnetwerk overheidsfunctionarissen fieldlabprojectleiders Marktplaatssessie juni 2017 tussen startups, fieldlabs en overheidsfunctionarissen Inventarisatie knelpunten wet- en regelgeving in relatie tot innovatieopgaven fieldlabs Factsheet rol overheid in innovatie n.a.v. best practices in Europa Procesbegeleiding aanvraag Smart Industry Keurmerk voor x fieldlabs Uitbouw interregionale samenwerking Brabant en Vlaanderen Elk fieldlab gekoppeld aan minstens 1 onderwijsinstellingen op hbo/mbo niveau Opleidingsbehoefte in kaart, afspraken over ontwikkeling en uitvoer Vernieuwing curricula in kaart, afspraken over ontwikkeling en uitvoer X aantal docentstages X aantal Fieldlab stage- en projectopdrachten matchen Fox Hole Production Lab (*) C O 21 Greenport Modernisering glastuinbouw 21.1 Stimuleringsfonds Modernisering glastuinbouw (Oranjepolder) B V Westland Theo Duivesteijn/Arne Weverling (Westland) Antoon van de Ven Verplaatsen van 5 in de weg liggende woningen en herstructurering van glasareaal van 50 ha per jaar. Greenport Modernisering glastuinbouw 21.2 Greenport corridor (onderdeel van gebiedsontwikkeling A4-Veilingroute A20) A O Westland Bram Meijer (Westland)/Floor Vermeulen (PZH) Antoon van de Ven Faciliteren van 2 aardwarmteboringsinitiatieven Greenport Modernisering glastuinbouw 21.3 HOV Westland (onderdeel van integrale gebiedsontwikkeling centrale as) A T MRDH Bram Meijer (Westland)/Floor Vermeulen (PZH) Antoon van de Ven MKBA analyse van corridor, intentieovereenkomst met stakeholders over gezamenlijke doelen en afspraak met rijk over start verkenning in kader van MIRT Mainport-Greenport. Greenport Modernisering glastuinbouw 21.4 Ontsluiting glastuinbouwgebied Pijnacker West en Oost B V Pijnacker-Nootdorp José van Egmond/Piet Meltzer (Pijnacker-Nootdorp) Antoon van de Ven 1.1 Komkommerweg fase 1 : Realisatiefase 3e kwartaal e/3e kwartaal Komkommerweg fase 2 : PLanfase : 2016 Planverkenning incl. Finaciele mogelijkheden 2. Oostland, Oostelijke randweg. Realisatiefase; voorjaar eind Greenport Next step food 22.1 Food Innovation Academy B O Vlaardingen Ruud de Vries (Vlaardingen) Esther van de Velde Initiatief reeds gestart in eerste fase. Eerste studenten zijn begonnen in (BBL en BOL)In 2016 start er weer een groep.

75 Greenport Next step food 22.2 World Food Parc- Verwaarden reststromen B O BAR Lennart van der Linden (Barendrecht)/Volbregt Smit (Ridderkerk)/Maarten Struijvenberg (Rotterdam) Sharon Janmaat Start onderzoeksfase Q2 2016, Oplevering onderzoeksfase Q4 2016, Start Implementatie Q Greenport Next step food 22.3 World Food Parc- Productielocatie Duurzame Energie B O BAR Lennart van der Linden (Barendrecht)/Volbregt Smit (Ridderkerk)/Maarten Struijvenberg (Rotterdam) Christien van Grunsven Aanbestedingstraject loopt. Voor de zomer 2016 selectie partijen; in najaar 2016 selectie en gunning aanbiedingen. Onderzoek kan parralel plaatsvinden. Greenport Next step food 22.4 World Food Parc- Smart Logistics B O BAR Lennart van der Linden (Barendrecht)/Volbregt Smit (Ridderkerk)/Maarten Struijvenberg (Rotterdam) Sharon Janmaat Start onderzoeksfase Q Oplevering onderzoeksfase met businesscase op hoofdlijnen Q Uitgewerkte businesscase Q Greenport Next step food 22.5 World Food Parc-Human Capital Pool B O BAR Lennart van der Linden (Barendrecht)/Volbregt Smit (Ridderkerk)/Maarten Struijvenberg (Rotterdam) Sharon Janmaat 2016/2017 planvorming, vanaf 2018 implementeren Greenport Next step food 22.6 World Food Parc- Freshcentre/Centre of expertise B O BAR Lennart van der Linden (Barendrecht)/Volbregt Smit (Ridderkerk)/Maarten Struijvenberg (Rotterdam) Christien van Grunsven Planvorming 2016, realisatie 2017 Greenport Next step food 22.7 Food Innovation Fund B V Rotterdam Maarten Struijvenberg (Rotterdam) Nick vd Berg Deze zomer starten met verkennende gesprekken. Eind dit jaar een eerste intentieovereenkomst. Medio 2017 staat er een structuur die gevuld kan worden. Eind 2017 is het fonds gerealiseerd. Greenport Next step food 22.8 Bio Base Greenport Westland Oostland (Kas als apotheek) C V Lansingerland DB Greenport WO Samir Amghar Vier keer per jaar Ondernemersplatform Plantenstoffen voor rapportage, finetuning en update actieprogramma. Rapportage aan DB GPWO. Eind 2016 besluitvorming over Europees project met partners uit Nederland, Belgie, UK Greenport Next step food Onderwijs & Arbeidsmarkt instituut voor transitie B V Rotterdam Sharon Janmaat Formele start september oktober 2016 door minister Bussemaker, viering nieuwe samenwerkingsvorm en ambitie van het sluiten van de gehele onderwijskolom. Greenport Next step food Coolport Westland C V Westland Adri Bom (PZH) Gerard Wesseling 1- Selectie terreinen. 2- Go no go RWS en HBR. 3- Nauisch/technisch en bouwkundige verkenning. 4- Voorlopige begroting. 5- Go no go Participanten en stakeholders. 6-Uitwerken definitief logistiek concept, begroting en realisatieplan. Greenport Next step food Personalised food B V Rotterdam Maarten Struijvenberg (Rotterdam) Amelia Oei en Jeannette Leete Pilot met prostaatkankerpatiënten start in Stakeholdersmeeting september. Projectgroep als resultaat. Bijeenbrengen van lopende startups. Twee pilots in jan 2017-dec A12 Corridor/Bleizo 23.1 Transportium C O Privaat Q verwerving eigen vermogen. Q Due diligence en contracting. Q Detail engineering. Q Start realisatie. Q4/1 2019/20 Oplevering, start operatie. A12 Corridor/Bleizo 23.2 Logistieke hotspot A T Lansingerland Albert Abee (Lansingerland)/Adri Bom (PZH) Q2-Q3 uitwerking concept, Q4 besluitvorming, realisatie A12 Corridor/Bleizo 23.3 Capaciteitsuitbreiding A12 en verbeteren uitstraling B V Zoetermeer Marc Rosier (Zoetermeer) Het uitvoeren van de verkenning in 2016 A12 Corridor/Bleizo 23.4 Multimodale ontsluiting Corridor A12 (Railterminal) B O Lansingerland Albert Abee (Lansingerland)/Adri Bom (PZH) Mei 2016 draagvlak onderzoek gereed, eind 2016/begin 2017 besluitvorming, 2017 start bestemmingsplanprocedure, 2020 operationeel. A12 Corridor/Bleizo 23.5 Verbeteren ontsluiting bedrijvenparken en glastuinbouwgebieden B V Pijnacker-Nootdorp José van Egmond/Piet Meltzer (Pijnacker-Nootdorp) Verbetering bereikbaarheid: resultaat onderzoek eind A12 Corridor/Bleizo 23.6 Doorontwikkeling Dutch Innovation Park B V Zoetermeer Mariette Van Leeuwen/Marc Rosier/Isabelle Vugs (Zoetermeer) 24 Maritiem Service District Schiedam Lectoraat: start Opening station Bleizo en Van Tuyll: Big Data Innovatiehub: Extra opleiding/specialisatie: 2017/2018. Gebiedsontwikkeling: initiatieffase 2016, start Marketing/communicatie: marketingplan gereed 1e helft Maritiem Service District Schiedam B O Schiedam Nathalie Gouweleeuw (Schiedam) Bart Heinz Herontwikkeling slibdepot 2020 gereed. Herstructurering knooppunt Vijfsluizen eind 2017 gereed. Daarnaast investeert de gemeente in de periode voor circa 3 miljoen euro in de verbetering van de lokale infrastructuur, watertaxi- aanlegsteigers en OV/elektrisch vervoer en natuurontwikkeling in het havengebied. 25 Metropolitaan Landschap 25.1 a Landgoederen Duin Horst en Weide B V Wassenaar Leo Maat (Wassenaar) Lennert Langerak (Landschapstafel Duin, Horst en Weide) Metropolitaan Landschap 25.1 b Landgoederen Schiezone B V Rotterdam Joost Eerdmans / Ronald Schneider (Rotterdam) Maurits Heijbroek / Peter van Veldhoven (Rotterdam) Metropolitaan Landschap 25.1 c Verbinding Malieveld-Haagse Bos B V Den Haag Boudewijn Revis (Den Haag) planvorming 2017/2018, aanleg 2019/2020 Q1 2017: inventarisatie van wensen en mogelijkheden/ kosten etc. Q4 2017: document. 2019: uitwerking Er worden voor deelprojecten worden uitwerkingen gemaakt. Start uitvoering eerste deelplan medio Afronding gehele plan, sterk afhankelijk van beschikbaarheid middelen, rond Metropolitaan Landschap 25.1 d Molenvlietpark B V Den Haag Boudewijs Revis (Den Haag) Ivo Vermeulen (Den Haag) 2016: duidelijkheid over financiele bijdrage : uitvoering. Metropolitaan Landschap 25.1 e Koningsrust/Westgaag-Oostgaag/Maaslandse Dam B V Midden Delfland Govert van Oord (Midden-Delfland) Alle genoemde projecten en daarbij horende deelresultaten starten in 2016 / 2017 en zijn afgerond in 2019 Metropolitaan Landschap 25.1 f Ruijven Noord B V Pijnacker-Nootdorp Jaap van Staalduine (Pijnacker Nootdorp) / Arnoud Rodenburg (Midden-Delfland) Metropolitaan Landschap 25.1 g Rotte B V Rotterdam Joost Eerdmans (Rotterdam) / Jeroen Heuvelink (Lansingerland) / Rik van Woudenberg (Zuidplas) Pieter de Greef (Rotterdam) / Eric Rumpff (Recreatieschap Rottemeren) 1e besluitvormingsmoment: oktober 2016 concept visie + businesscase. Realisatie vanaf 2016 t/m Momenteel worden de groene - en blauwe structuren in het gebied aangelegd/versterkt en recreatieve verbindingen gerealiseerd. Programma Rivieroevers is in maart 2016 door het college van B&W van Rotterdam vastgesteld. Voor vergroening deel oever van de Rotte met aanleg fiets- en wandelroute (Lombardkade/Steigersgracht) wordt een schetsontwerp uitgewerkt en geraamd. Metropolitaan Landschap 25.1 i Waaloevers B V Barendrecht Landschapstafel IJsselmonde Wietske Wolf-Lutz (Barendrecht) Metropolitaan Landschap 25.1 j Noordrand B V Hellevoetsluis Peter Hofman (Hellevoetsluis) Najaar 2016 visie gereed inclusief uitvoeringsprogramma Metropolitaan Landschap 25.1 k Zuidrand (Haringvliet) B V Hellevoetsluis Peter Hofman (Hellevoetsluis) Metropolitaan Landschap 25.1 l Internationaal hippisch Kenniscentrum MRDH/CHIO B V Midden Delfland Govert van Oord (Midden-Delfland) 2016 oprichting Stichting Center Equesterian Expertise & Knowledge. Start MBO-opleiding 1 augustus 2016 (is definitief) Metropolitaan Landschap 25.1 mherinrichtig Krimpenerhout C V Krimpen aan den IJssel Gerrit Boudestein (DB-lid Groenalliantie Midden-Holland e.o) Henk Werksma (Groenalliantie Midden-Holland e.o) SO in oktober 2016 / DO in zomer 2017 / uitvoering 2017/2018 Metropolitaan Landschap 25.2 Groenstructuur Holland-Rijland B V Holland-Rijnland Kees den Ouden (Holland Rijnland) Marcel Gordijn Opstellen projectplannen. Realisatie van deelprojecten. Metropolitaan Landschap 25.3 Hart van groen blauwe netwerk Holland Rijnland/ Singelpark leiden B V Holland-Rijnland Kees den Ouden (Holland Rijnland) Marcel Gordijn Uitvoering eerste deelprojecten. Planvorming nieuwe projecten. Metropolitaan Landschap 25.4 a Hollandse banen A T MRDH René van Hemert (Rijswijk) / Floor Vermeulen (PZH) Linda Frinking/Helmut Thoele&Wil de Moor Q besluitvorming over 2 pilottrajecten, 2018 start uitvoering pilots Metropolitaan Landschap 25.4 b Metropolitane fietsroutes A T MRDH Pex Langenberg (MRDH) Ron van Noortwijk (MRDH) Visie voor netwerk en verkenningen voor twee routes. Metropolitaan Landschap 25.5 a Monstersche sluis B V Maassluis Sjef Evers (Maassluis) Jan Freie Metropolitaan Landschap 25.5 b Lijndraaiersbrug B V Maassluis Kees. Pleijsier (Maassluis) Jan Freie 2017 Metropolitaan Landschap 25.5 c Rijnerwatering B V Den Haag Boudewijn Revis (Den Haag) Toegevoegd aan het vaarnetwerk in 2017 Metropolitaan Landschap 25.5 d De Vliet B V Leidschendam- Voorburg Metropolitaan Landschap 25.5 e De Bernisse B V Nissewaard Floor Kist (Leidschendam-Voorburg / Duin, Horst en Weide) Lennert Langerak (Landschapstafel Duin, Horst en Weide) 2016: Financieringsstrategie op orde, regionale businesscase, aanscherping project scope, 2017 nadere planuitwerking en start realisatie eerste programma onderdelen, realisatiefase loopt door tot in 2020 Metropolitaan Landschap 25.5 f Blauwe verbinding Zuidrand Rotterdam B V Rotterdam Joost Eerdmans (Rotterdam) / Monhemius (Barendrecht) / Goedknegt Albrandswaard) / Struik (WS Hollandse Delta) Metropolitaan Landschap 25.5 g Rotte-Rijn-Vliet B O Zoetermeer Robin Paalvast (MRDH) / Kees van Velzen (Holland-Rijnland) Carl Andriessen 1e fase is al gestart en delen zijn al afgerond. 2e fase doortrekken van Blauwe verbinding over de Waal moet nog nader worden uitgewerkt. Q1 start haalbaarheidsstudie, Q3 besluitvorming over go/no go Metropolitaan Landschap 25.5 h Vaarverbinding Zoetermeer B V Zoetermeer Robin Paalvast (Zoetermeer) Onderzoek en samenspraak eind 2016 Metropolitaan Landschap 25.5 i River Art B V Drechtsteden Piet Sleeking (Dordrecht) maart 2016 oplevering eerste project Metropolitaan Landschap 25.5 j Hollandse Utrechtse Plassen/Bluepoort B V Holland-Rijnland Kees den Ouden (Holland Rijnland) Marcel Gordijn Opstellen uitvoeringsprogramma. Metropolitaan Landschap 25.5 k Hollandse Utrechtse Plassen/Rijn en Veenstreek B V Holland-Rijnland Kees den Ouden (Holland Rijnland) Marcel Gordijn Opstellen uitvoeringsprogramma. Metropolitaan Landschap 25.5 l Passantenhaven B V Rotterdam Joost Eerdmans (Rotterdam) Er is nog geen concrete planning omdat financiering ontbreekt Metropolitaan Landschap 25.6 Rivierzone B V Drechtsteden Walter de Vries Groene Poort Zuid is reeds in uitvoering - loopt nog meerdere jaren. Getijdenparken Mallegat en Nassauhaven worden volgend jaar opgeleverd. Uitvoering Maasboulevard e.o (deel bij Tropicana) en getijdenpark Brienenoord De Esch start in Groene Poort-Noord, vooroever Oeverbos en Maashaven naar verwachting in Schiehaven en Huys ten Donck 2020 en later. Metropolitaan Landschap 25.7 Verbinding groen N44 B V Wassenaar Bert Doorn (Wassenaar) Michael van Leeuwen Metropolitaan Landschap 25.8 Inpassing Viersporigheid Central Park A T MRDH Q1 2017: opdrachtformulering voor studie inpassing viersporigheid Central Park

76 Idee Verkenning Planvorming Realisatie Vier sporen Den Haag - Rotterdam Next generation woonwijken Energie-infrastructuur Opwekking duurzame energie Digital gateway Vervoer op maat Energietransitie mobiliteit Transformatie kantoren en winkels Weginfrastructuur Vernieuwing Haven Industrieel Complex Schaalsprong metropolitaan openbaar vervoer Verbinding Den Haag ZW - Rijswijk - Delft -Rotterdam Verbinding Zoetermeer - Rotterdam Campus Leiden Campus Delft Rotterdam Innovation District Central Innovation District/Security Delta Den Haag Central Business District Rotterdam Kustontwikkeling Fieldlabs Greenport Modernisering glastuinbouw Greenport Next step food A12 Corridor/Bleizo Maritiem Service District Schiedam Metropolitaan Landschap Albrandswaard Barendrecht Ridderkerk Brielle Capelle aan den IJssel Krimpen aan den IJssel Delft Den Haag Hellevoetsluis Lansingerland Leidschendam-Voorburg Maassluis Midden Delfland Nissewaard Pijnacker-Nootdorp Rijswijk Rotterdam Vlaardingen Wassenaar Zoetermeer Schiedam Westvoorne Westland Leiden Dordrecht Connectiviteit Toonaangevende duurzaamheid Vernieuwing economie Attractiviteit rijk europa/privaat/gemeenten europa rijk/privaat rijk/provincie/gemeenten rijk/provincie/mrdh/gemeent en rijk/gemeenten rijk/europa/provincie/mrdh rijk/mrdh rijk/mrdh/gemeenten rijk/gemeenten/corporaties gemeenten privaat mrdh/gemeenten provincie/gemeenten

77 provincie/mrdh/gemeenten rijk/kennisinstellingen/regio/p rivaat kennisinstellingen kennisinstellingen/rijk/europa /provincie/gemeenten/privaa t kennisinstellingen/provincie/ gemeenten kennisinstellingen/privaat/ov erheden privaat/provincie privaat/mrdh privaat/gemeenten privaat/mrdh/gemeenten privaat/mrdh/provincie/gem eenten privaat/provincie/gemeenten privaat/corporaties/gemeent en privaat/rijk/provincie/gemeen ten privaat/europa (subsidie)/europa (lening)/rijk/provincie/gemee nten europa (subsidie) europa (lening - EIB) publiek privaat combinatie 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 1) Puur publiek 2) Publiek met uitvoering privaat 3) Privaat met publieke impuls 4) Privaat met voorwaardescheppende rol overheid mandje bestaande uit 2 en 3 A B C T O V

78 Grote Marktstraat 43 Postbus CB Den Haag Telefoon Internet: Bankrekeningnummer: NL96 BNGH M E M O KvK nummer: Aan Colleges B&W Den Haag CC Datum 20 oktober 2016 en Rotterdam Van Bart Nijhof Telefoon Onderwerp PA strategie Investeringsprogramma Aanleiding Met het regionaal investeringsprogramma kent de regio Rotterdam-Den Haag, lopend van Leiden tot Dordrecht, voor het eerst in de geschiedenis één visie en één investeringsprogramma ter versterking van de regionale economische structuur. Visie en programma zijn regionaal breed gedragen: publiek én privaat. Het nationale discours richt zich steeds meer op het versterken van de grootstedelijke gebieden. Met andere woorden: er is momentum. Voor de verwezenlijking van het programma is actieve deelname van de rijksoverheid onontbeerlijk. In maart 2017 zijn er Tweede Kamerverkiezingen en wordt gestart met de formatie van een nieuw kabinet. Met een gecoördineerde regionale lobby in aanloop naar verkiezingen en formatie willen we de betrokkenheid van het rijk in de aankomende kabinetsperiode stevig verankeren. Om de regionale lobby te coördineren is er een werkgroep public affairs gestart. Werkgroep public affairs De werkgroep public affairs wordt getrokken door de MRDH en is georganiseerd langs de lijnen van de Economische Programmaraad Zuidvleugel (EPZ). Doel van de gezamenlijke public affairs aanpak is verankering van de visie en projecten van het regionale investeringsprogramma in het regeerakkoord, zodat actieve betrokkenheid (financieel en inhoudelijk) in de aankomende kabinetsperiode gerealiseerd wordt. Deelnemers aan de werkgroep zijn de public affairs medewerkers van de volgende organisaties: Rotterdam (Gillis Oudeman) Den Haag (Gert-Jan Bunck tijdelijk waarnemer) Delft (Wilbert Hoondert) Dordrecht (Karel Willems) PZH (Marieke Hoste) Siemens (Leo Freriks) Havenbedrijf Rotterdam (Huibert van Rossum) TNO (Frank van den Heuvel) VNO-NCW (Bert Mooren) EPZ (Linco Nieuwenhuyzen) MRDH (Bart Nijhof trekker) 1

79 De werkgroep komt eens in de drie weken samen. Dit zal in aanloop naar de verkiezingen geïntensifieerd worden. Rol werkgroep: Organiseren van bestuurlijk commitment in de eigen organisatie op de regionale lobbystrategie Uitdragen van één kernboodschap rondom regionaal investeringsprogramma (zie bijlagen voor concept kernboodschap) Zorgdragen dat lobby-activiteiten individuele deelnemers passen binnen de kernboodschap van het regionaal investeringsprogramma en binnen dit frame geplaatst worden Overzicht en coördinatie op regionale lobby-activiteiten Afstemming met andere trajecten (G4, REOS, Rijkstafel) Organisatie van specifieke activiteiten ten behoeve van het uitdragen van de kernboodschap Aanpak: Opstellen van breed gedragen kernboodschap bruikbaar door alle stakeholders. Deze boodschap is complementair aan de boodschappen van de individuele deelnemers en laat ruimte voor eigen profilering en lobby binnen het bredere frame. Continue publiek-private inzet Verbreden groep private messengers Activiteiten Vaststellen van directe doelgroep (lijst van verwachte direct betrokkenen rondom formatieproces) Organiseren van werkbezoeken rondom investeringsprogramma (altijd met een publiek-privaat karakter) Inzet richting individuele stakeholders - één-op-één gesprekken met leden van de doelgroep. Deze gesprekken kunnen door bestuurders als directieleden, als door public affairs professionals gevoerd worden. Organiseren van bijeenkomsten voor kamerleden, -kandidaten en -medewerkers Publicatie van enkele opinieartikelen in aanloop naar verkiezingen Planning De eerste stap is verkrijgen van bestuurlijk commitment op de gezamenlijke aanpak. Vervolgens wordt op basis hiervan een concreet aantal gezamenlijke activiteiten uitgewerkt. Bestuurlijk commitment moet uiterlijk december 2016 verkregen zijn. Per januari 2017 wordt dan de aanpak uitgevoerd. Bestuurlijke momenten mbt commitment op public affairs aanpak: 25 oktober: ontmoeting colleges Rotterdam en Den Haag 16 november: DB EPZ 16 en 17 november: Bestuurscommissie Va en EV 23 november: DB MRDH 28 november: EPZ 9 december: Algemeen Bestuur MRDH Daarnaast bespreking i college van GS PZH en colleges van B&W van Rotterdam, Den Haag, Delft en Dordrecht. 2

80 Budget Nader te bepalen. Verwachting is dat slechts een beperkt budget nodig is, voor organisatie van enkele werkbezoeken en een bijeenkomst. Bijlage Concept kernboodschap public affairs regionaal investeringsprogramma 3

81 Bijlage: Kernboodschap regionaal investeringsprogramma Werkgroep Public Affairs 20 oktober 2016 Onze regio het stedelijk gebied rondom Rotterdam Den Haag, Leiden, Drechtsteden staat aan de vooravond van een voor Nederland ongekende ontwikkeling. De belangrijkste sectoren steunpilaren van de Nederlandse economie zullen zich opnieuw moeten uitvinden. In vijftien jaar zullen er woningen worden gebouwd. De vraag naar mobiliteit neemt met sprongen toe. Deze ontwikkelingen brengen grote kansen met zich mee. Kansen voor duurzame economische ontwikkeling, kansen op werk voor onze inwoners, kansen voor Nederland. De regio kent momentum. De samenwerking tussen gemeenten, provincie, kennisinstellingen en bedrijfsleven heeft een grote vlucht genomen. Deze partijen hebben gezamenlijk één visie en één investeringsprogramma opgesteld ter versterking van de economische kracht en aantrekkelijkheid van de regio. Uitvoering van dit programma met 140 concrete projecten leidt tot grote opbrengsten: - Een structurele toename in arbeidsplaatsen: tot banen - Een structureel hoger groeipad: 3% economische groei per jaar in de regio - Een regio die wereldwijd koploper is in slimme, circulaire economie Verwezenlijking van dit programma vraagt om focus en gerichte investeringen. Minder versnippering. Geen verdelende rechtvaardigheid. Onze regio levert een breed gedragen programma en investeert haar kracht publiek én privaat in de realisatie hiervan. De regio vraagt de nationale overheid en Europa uit om ook aan boord te stappen. Gezamenlijk kunnen we de kansen voor groei, werkgelegenheid en duurzaamheid in hun volle potentie verwezenlijken. In de Ruimtelijk-Economische Ontwikkelstrategie en de Agenda Stad geeft het kabinet ondubbelzinnig aan te willen investeren in de vernieuwing, versterking en verbinding van grootstedelijk Nederland om zo het vestigingsklimaat van Nederland als geheel te vergroten. De partijen in de regio bedrijfsleven, kennisinstellingen, gemeenten én provincie staan klaar om mét het rijk de handschoen op te pakken en de kansen tot vernieuwing en groei te verzilveren. Wat zien we op dit moment? - Groei en welvaart in Nederland en onze regio blijven achter ondanks veel potentie op regio-niveau: de regio heeft, als grootste stedelijke regio van Nederland, sterke sectoren en kennisinstellingen maar crossovers & innovatiekracht worden onvoldoende benut, de werkloosheid is bovengemiddeld, de samenhang tussen stedelijke gebieden is gebrekkig (onvoldoende agglomeratiekracht). Investeren in deze opgaven is van nationaal belang. Deze analyse wordt gedeeld door het Nederlandse bedrijfsleven (NL Next Level) en wetenschap (Nationale Wetenschapsagenda). Wat willen we bereiken? - Europese topregio met sterk en duurzaam economisch klimaat en hoge quality of life - Méér werkgelegenheid - Overgang naar de nieuwe economie - Samen met de andere grootstedelijke regio s van Nederland (Amsterdam, Utrecht, Eindhoven) de Nederlandse economische groei versnellen Hoe doen we dat? 4

82 - De basis voor elke economie is de kwaliteit van de infrastructuur daarom zetten we in op het vernieuwen van verbindingen. Uitstekende verbindingen in alle modaliteiten (weg, spoor, water, lucht) zowel intern als met het (Europese) achterland zijn en blijven van onverminderd belang. Nu al en steeds meer in de toekomst tekent zich het belang van de ICT infrastructuur af in al haar facetten als randvoorwaarde voor het vestigingsklimaat. - In de toekomst bepaalt de next economy de concurrentiekracht van Nederland, dit vraagt om het vernieuwen van de economie. Digitalisering en verduurzaming van energieopwekking en efficiënt gebruik van productiesystemen, vervoersketens en dienstverlening hebben een grote positieve impact op de economische bedrijvigheid. Dit vraagt vernieuwing én doorontwikkeling van het bestaande. Omdat deze regio de ontwikkeling naar een nieuwe economie onderkent en omarmt, ontstaat hier nieuwe economische bedrijvigheid en werkgelegenheid op alle beroepsniveaus. Crosssectoraal werken we aan mondiale uitdagingen op het gebied van voeding, gezondheid, maritieme- en logistieke vraagstukken, watermanagement en veiligheid - De regio wil bijdragen aan oplossingen voor mondiale uitdagingen op gebied van klimaat en duurzaamheid. Daarom werken we aan het vernieuwen van energie. Met de mainport, slimme logistieke oplossingen bij TNO en TU Delft is dit dé regio voor het in de praktijk brengen van de circulaire economie, hergebruik van grondstoffen en het duurzaam benutten van natuurlijke hulpbronnen. We verduurzamen stapsgewijs onze energievoorziening (geothermie, zon, wind) en zetten in op efficiënter energieverbruik in industrie, glastuinbouw en gebouwde omgeving. - Kwaliteit van leven in stedelijke regio s wordt steeds belangrijker. We vernieuwen stad en omgeving tot een aantrekkelijk en veilig gebied met een goede woon- en leefomgeving, topklasse werklocaties, nabij goed toegankelijk groen met ruimte voor sport, cultuur en vrije tijd. We versterken het groen in en om de stad en ontwikkelen onze binnensteden tot nog aantrekkelijker gebieden Inzet op concrete projecten Het regionaal investeringsprogramma is een pakket van 140 concrete projecten. Deze zullen in samenhang gerealiseerd moeten worden om het potentieel van de regio in volle kracht te benutten. Ter illustratie van de inzet van de regio op het investeringsprogramma zetten we een aantal projecten in de etalage. - Vernieuwen van verbindingen: schaalsprong metropolitaan openbaar vervoer - volledige viersporigheid tussen Den Haag Rotterdam als backbone voor regionaal railvervoer van Leiden tot Dordrecht - hoogwaardig netwerk van lightrail in de regio: verbinding Rotterdam/Zoetermeer met Scheveningen/Internationale Zone Den Haag via Binckhorst, verbeterde ov ontsluiting Rotterdam via nieuwe oeververbinding - automatisch vervoer op de last mile op economische hotspots in de regio - Vernieuwen van de economie: innovatie en campusontwikkeling - ontwikkeling van hoogwaardige, stedelijke innovation districts CID en RID - campusontwikkeling Leiden en Delft - fieldlabs als aanjager voor crossovers en open innovatie - Vernieuwen van energie: slimme infra, nieuwe bronnen - aanleg nieuwe energie-infrastructuur, warmtenetten en smart multi commodity grid - geothermie, zon en wind als nieuwe energiebronnen 5

83 - Vernieuwen stad en omgeving: aantrekkelijk stedelijk wonen nabij toegankelijk groen - next generation woonwijken verduurzamen en herstructureren van de stedelijke omgeving - ontwikkelen van Central Park Rotterdam Den Haag - aanleg van vaar- en fietsroutes - Hollandse banen - voor recreatie en forenzen Wat levert het op? - Een structurele toename in arbeidsplaatsen: tot banen - Een structureel hoger groeipad: 3% economische groei per jaar in de regio - Een regio die wereldwijd koploper is in slimme, circulaire economie 6

84 Bijlage: werkvoorraad RNE projecten Inleiding Deze, nog dynamische projectenlijst vormt de huidige werkvoorraad voor de Roadmap Next Economy en wordt als bijlage opgenomen in het regionaal investeringsprogramma. Verdere ordening en prioritering gaat vindt in overleg plaats met alle betrokken partners. Met een deel van de projecten (w.o. short term) kan naar verwachting worden aangevangen in Projecten worden tot uitvoering gebracht met het label 'RNE' wanneer deze door de RNE validatietool als zodanig worden geïdentificeerd en er tenminste sprak is van een letter of commitment van de participanten. De werkvoorraad is aan verandering onderhevig. In de loop van de tijd zullen initiatieven afvallen of buiten het RNE kader worden voortgezet. Ook zullen nieuwe initiatieven en ideeën leiden tot toevoeging aan de werkvoorraad. De onderstaande labeling per project (P, F en E) is een momentopname, komt voort uit de voeding van de RNE aan het regionaal investeringsprogramma, en is aan verandering onderhevig. Bij de verdere uitwerking van de projecten vanuit de RNE wordt dit verder uitgewerkt in overleg met betrokken partners. P = platform of proces, zijnde niet investeringsprojecten. De niet investringsprojecten zijn onderdeel van de projectenlijst RNE. Daar het geen investeringsprojecten zijn, worden ze niet opgenomen in het Investerings Programma van de MRDH. Deze labeling is bij verdere uitwerking van projecten vanuit de RNE nog aan verandering onderhevig. F = focusproject in het regionaal investeringsprogramma: Focusprojecten zijn projecten uit het investeringsprogrmma met een grote regionale betekenis die in de periode tot medio 2017 tot een concreet resultaat kunnen leiden. Daarnaast herkennen we ook projecten als focusprojecten als deze van dusdanig regionaal belang zijn dat een (nadere) verkenning of eerste actie gewenst is. Deze labeling is bij verdere uitwerking van projecten vanuit de RNE nog aan verandering onderhevig. E = etalage project in het regionaal investeringsprogramma: Het aantal focusprojecten is nog te groot voor een effectieve lobby /public affairs strategie. Daaromwordt een beperkt aantal projecten in de etalage gezet, zoals reeds is gebeurd bij de presentatie van het Regionaal Investeringsprogramma. Deze labeling is bij verdere uitwerking van projecten vanuit de RNE nog aan verandering onderhevig. Smart Digital Delta F Enabling projects CONNECT MRDH: DATA/3DMRDH: Improving and coupling the existing MRDH network and IT infrastructure to support ubiquitous and secure IoT services. It requires large investments as infrastructure build out is a capital intensive undertaking. It will result in a secure, open and future proof ICT environment, e.g. Secure Extranets; Secure extranet IEX as a service; MRDH wide municipal fiber; MRDH wide WiFi; MRDH wide LoRa/LWPAN; Dense 4G network for industrial and economic infra; 5G. Focus areas include campus areas and business and innovation districts in the region, e.g. Rotterdam Central District, The Hague Central Innovation District, International Zone The Hague, Merwe4Haven, Testbed Scheveningen and Vlaardingen. Providing access to currently available (open) data within the MRDH and make them accessible through dashboards. Based on the presented information and strategies, MRDH can articulate effective policies and politics to achieve CI RNE goals. Introduction of sensors, actuators, secure extranets, secure transactions and online government services, dashboards show and inspire progress and provide the basis for a regional expertise that allows for business development in the field of digital systems and digital security. Also features a 3D MRDH ground truth database that interfaces with building information management (BIM) systems, environmental impact analyses tools. This allows for fully digital urban planning from the design phase onwards up until impact analysis. E Secure Digital Data Exchange & National Cyber Testbed: Secure Digital Marketplace: Digital Dispute Resolution: Region wide IT capacity for accessing IoT data across sectors. Data combined from sources such as sensors, infrastructures, companies, persons and governments. Constructed with a systems of systems view the new IT capacity will allow to discover, access and combine data, supported by secure identification, context based access, localization and privacy compliancy. New competitive trans sectoral data views are the result. Given the interdependencies and scale of the possible disruptions a national cyber testbed is a requisite. The National Cyber Testbed provides a platform where the architecture of the Secure Digital Exchange can be tested in a protected simulation environment. Moreover, the resilience of alternate architectures can be assessed. Create an MRDH wide IT capacity for developing services across sectors. Services that combine more basic services that access data sources from sensors, infrastructures, companies, persons and governments. Constructed with a systems of systems view the new IT capacity will allow to discover, access and combine data and services with secure, monitored transactions, resulting in new competitive trans sectoral services. Typically enhanced by new developments such as blockchain technology. Democratize justice services through the creation of an online platform for resolving cyber and digital world issues: It allows stakeholders to work together towards fair, agreed and effective solutions. It is an approach that offers comfort, fairness and a structure based on cutting edge knowledge about conflict. The approach is scalable internationally. F Carrier projects Digital Port: Port as a Service: digitalization and connectivity of everything are two main elements for the Port of Rotterdam. The information about traffic, cargo, planning and port infrastructure is of huge value for optimizing transport and port management and so increase the value added of the port. Three activities relate to the Smart Digital Delta transition: Nautical efficiency (Port Call Optimization); Port Base (port community system); IoT for Logistics. develops an implementation of remotely managed robotized Port, including automated vessels, smart maintenance of port infrastructure, automated supply, port monitoring systems, logistics platforms. Major developments: crewless shipping and trucking/smart mobility, port monitoring (sensoring) and scaling up Maritime Field Lab to a digital manufacturing port infrastructure, Rotterdam Logistics Lab (enabling logistics), Fieldlab Blockchain in Logistics.

85 F Automated/connected mobility: Using the Connect MRDH project establish an IoT portal for mobility and high density WiFi/xG network in the (sub)urban environment as the basis for new mobility services, automated transport, truck platooning, automated cooperative mobility and driverless public Smart Agri Logistics: deals with the improvement of chain management, reduction of km s (scaling up, return cargo, synchro modality), sharing knowledge and information, track & trace, use of biofuels. Growing as a Service: allows to pave the way for a new growth strategy of the sector by enabling to scale the existing domain knowledge to other regions through digital services. Growth models and growth improvement programs can be marketed as a Service, thereby linking remote growth to knowledge developed, stored and marketed from the region. Including a digital market for (inter)national trade based on consumers behavior. Digital Virtual Factory: to secure a frontrunner position for the MRDH in reshored and pooled manufacturing/assembly of small series of high mix, high complexity products. My Data Our Health: to democratize the consumer healthcare professional relation and putting the citizen in charge of the ownership of their own health data. E Short term projects Smart lamppost infrastructure testbed Creating an open smart lamppost infrastructure testbed that allows for multiple sensors to be attached Municipal WiFi Provide Municipal WiFi in a test location LoRa/LPWAN coverage Providing MRDH wide secure LoRa/LPWAN coverage Fox Hole Production Lab The Fox Hole Production Lab for rapid prototyping of IoT devices Unmanned Valley, a large scale testing facility that bundles initiatives such as drone valley and plans for a high tech test center that allows for data fusion from earth observation with many other data sources Unmanned Valley P Freezones Creating several Freezones within the MRDH with minimum restrictions to stimulate uptake of IoT services Security testbed and Living lab Area security Create a security testbed and Living lab Area security at HSD Campus FI Ware Lab Create a FI Ware Lab environment in the MRDH Automated Last Mile Develop automated transport for the last mile from the public transport system on 7 locations in the region including the F reseach lab automated driving n the TU campus. Ith a fieldlab on top of the 7 locations to stimulate the learning processes and speed up and scale up solutions. Intelligent Transport Systems Speeding up implementation of Intelligent Transport Systems (smart management, smart traffic lights) Traffic management as a service Develop business models for traffic management services based on the "Praktijkproef Amsterdam" (PPA) using the data infrastructure developed in the existing Better Use Program. Automated/Connected on the highway Scale up A59 corridor and experiences in Brainport Eindhoven to the network in the Southern Randstad (A4/A13/A20, Westland) Solar on public transport assets Produce sustainable energy with public transport assets Port, Maritime, Logistic Rotterdam Logistics Lab, Integration of logistics data platforms (Smart Data Factory as federative system), Port Base, Rotterdam Logistics Lab Neutral Logistics Information Platform, Next Logic. Truck platooning Scale up existing experiment with Truck platooning: platooning with 1000 trucks in the port area. Port LoRa/WiFi LoRa/WiFi infrastructure pilot for the port Maritime Industry Scale up Fieldlab Maritime Industry (smart maintenance & aquatic drones research and testing program) Crewless transport/ Logistics Lab Create a Fieldlab for crewless transport/ Logistics Lab Blackchain in Logistics Create a Fieldlab for Blackchain in Logistics Food & Flowers P Samenmarkt/Bloomy Market Scale up the Samenmarkt/Bloomy Market initiative/project that focuses on creating a transsectoral demand/supply platform SmartAgriLogistics Scaling up the initiative that focuses on SmartAgriLogistics IDC Scaling up Innovation and Demonstration Centre (IDC) Digitaal telen P FreshTeq Connect initiatives like FreshTeq.nl with this roadmap Consumer interaction Extend experiments around digital reality driving consumer interaction Mobility Mobility Portal: SURF STAD: Development of the mobility platform for Rotterdam and The Hague with use cases suggestions: Dynamic traffic management incl. target group users (e.g. public transport, road side application, traffic control center), Smart parking, event management (in car and road side application), Predictive traffic intensity and accessibility (Smart routing, in car application and road side) (Spatial and Transport Effects of Automated Driving) Initiative by Delft University of Technology together with knowledge partners like Erasmus University, TNO, SmartPort, Rotterdam University of Applied Science, private partners and practice partners like MRDH, province of South Holland with a 2,5 mln. budget. E F HTSM Fieldlab Ecosystem Support the Fieldlab Ecosystem and integrate and scale up Fieldlabs for digital manufacturing, in particular RoboValley, 3Dprinting, ACA, Smart Integrator, Smart Maintainance of Ships, Blockchain in Logistics, Aquatic Drones and other digital revolutions (autonomous transport, MedTech, Big Data Hub, Natnl Cyber Testbed) P Slim Gemaakt' Support Slim Gemaakt, the regional platform for Smart Industry Life Sciences, Health & Technology

86 Pilot IoT platform My Data Our Health Start a pilot with the IoT platform My Data Our Health which will combine a virtual platform with in real life meetings of the participating community. MDOH safeguards data ownership of citizens and patients by creating a legal entity in which participants become member of a cooperation. Thus they will control how their data can be used for research and / or commercial benefits Impact & Sharing Economy Pilot IoT for every student Start a pilot with IoT for every student (LoRaPi phase 1) suitable for IoT applications. The prototype works on both the closed KPN network and the open Things Network (also accommodating blockchain software) P Sustainable Citizen Coach Sustainable Citizen Coach, crowdsourcing energy efficient behavior/measures The Hague Humanity Hub Developing The Hague Humanity Hub, scaling the standing support base for digital pioneers for peace and justice worldwide. HHH will focus on big data analytics. Closely related is the exploration of the development of a Stanford Peace Informatics lab, that is currently underway. Scaling existing platform of digital pioniers in global piece & justice issues, with focus on big data analysis. Smart Energy Delta Systemic breakthroughs: Industrialized residential renovation and retrofitting A hyper flexible reliable energy provision A new networked energy market and related business models The Port Industrial Complex Carrier project Smarter & Cheaper: Core to the Core Business Grid By sharing infrastructure, logistics, energy and utilities, and by exchanging raw materials, products and residual and waste materials, companies in the cluster can operate more efficiently than if they were to run in standalone mode. This enables them to reduce their costs and strengthen their competitive position. The system builds onto the already existing infrastructure and enables innovation of the future steam supply. Some ten interested companies have formulated the following objectives for a system of this nature, which is aimed at cost reduction (through means of economies of scale, lower investments, efficient generation, lower steam demand, shared backup facilities), supply reliability (fuel diversification, optimization of energy flows) and sustainability (CO 2 and NO x reduction). The organization model should guarantee a win win for all parties and contribute to a business climate that attracts new investments due to competitive advantage and ignite innovation (e.g. power to steam, biomass as energy source). Other & short term projects: Urban Industrial balancing act hybrid energy system utilizing the Port Industrial Complex as balancing for Rotterdam City to guarantee enough flex capacity CCS Rotterdam Storage and Capture Demonstration project Development off shore wind cluster in the port (incl. test and training facility) Development of a proposition for offshore wind farm assembly at Maasvlakte 2 First phase development Smart Multi Commodity Grid with Virtual Power plant in M4H Implementation of rooftop solar at Maasvlakte 2 Exploration of deep Geothermal wells in port area Short term: Smart Energy Business Parks Short term: Land based Wind Turbines in the Greenport Short term: Solar PV on pipeline corridors Short term: Rooftop PV for Public Transport locations (starting with 4 Metro Stations) Short term: Existing public transport grids as part of Pilots to accelerate multiple use of the public transport grids, e.g. solar panels from neighbor buildings, EV load stations at the smart grid public parkings E F The Greenport Carrier project Faster & Smarter: Geothermal for the Greenport Accelerating the use of Geothermal energy in the Greenport by means of facilitating at least 20 new geothermal wells in 2020 connected to the local energy infrastructure. E Other projects: CO2 Smart Grid Short term: Land based Wind Turbines in the Greenport SMART Grids Greenports (locations: Westland, Oostland, World Foof Lab)Smart Grid The Urban Built Environment Carrier project Faster & Cheaper: Next Generation Residential Areas ( 8 districts ) F In order to accelerate the transition towards zero net energy for existing urban districts we are implementing large scale retrofitting of residential areas, demonstrating that even districts and neighborhoods that are perceived as too difficult, can be transformed. This will start in districts located in Rotterdam (Bospolder/Tussendijken, Reyerdijk), The Hague (Moerwijk, Mariahoeve), Zoetermeer (Palenstein) and Westvoorne (Drenkeling, Rockanje, Oostvoorne).

87 Other projects: Going Dutch in the Urban Greenfield (Dutch Design meets Low Carbon Net energy Producing Districts) Buildings as sustainable energy sources (TU Delft project Energy Positive Terraced Houses ) P Short term: Cooperating housing associations Short term: My school Your Energy (a Net Zero Energy as a Service Solution for neighborhood schools) Short term: Green Village (smart energy field lab) F Mobility Carrier project: Faster & Further: Hydrogen for Zero Emission Public In 2020: Hydrogen busses and 5 10 filling stations, 50 hydrogen cars using this infrastructure. In 2025: all new Transport busses zero emission. Zero emission busses Ultimately in 2025 all new busses are zero emission busses (electric of hydrogen). Use public transport concessions to speed this up. E F Smart Multi Commodity Grid Enabler project Faster and Smarter: Smart Multi Commodity Grid The intermittent character of renewable energy sources requires a multi commodity system, where instead of a traditional top down energy infrastructure, the energy system becomes a true two way system that is able to seamlessly match supply and demand under all conditions. A Smart Multi Commodity Grid does not exclude energy sources and technologies, it reinforces them. The set up varies per district: all electric, heat, all gas, self sufficient /autarky, with or without storage (including electric vehicles) and conversion or other flexibility options. Different geographical and scale levels are determined: a large scale network for industrial / port / agribusiness activities (high temperature, waste heat, CO 2 ), a medium scale network (Agro farm producing energy for about 500 households) with biomass, CHP and sources and local, small scale energy networks (potentially off grid or hub and spoke system) with solar panels, heat pumps and local storage. Configurations will vary on local settings: all electric, heat/electric, gas/electric, DC networks etc. Other projects: Virtual Power Plant MerweVierhavens (M4H) Western pipeline (excess heat network) DC connecting Streetlights as Smart Grids, Sharing Renewable Energy on DC Short term: Power2Hydrogen station Short term: Only vehicle to grid charging poles Bi directional charging stations as a pilot for Vehicle to Grid infrastructure, as part of the smart multi commodity grid. World Food Parc Circular Economy Material Resources in the Industry Carrier projects Waste to Chemical (W2C) Bio Refinery Other projects: Carbon Capture Usage Decommissioning of Oil and Gasplatforms Upscaling the development of steam infrastructure and other waste streams in the port A private sector consortium headed by chemical firm AkzoNobel has selected Rotterdam as the preferred location for building a methanol production facility based upon waste streams. Other partners include waste company Van Gansewinkel, AVR, French company Air Liquide and Canadian technology company Enerkem, supported by the city of Rotterdam, the Province Zuid Holland, InnovationQuarter and Cleantech Delta. The project involves an investment of approx. 180 mln. Production should start in 2018, aiming to chemically recycle tons of waste into tons of syngas and methanol, which can be used for a variety of chemical products (e.g. fibers and glues). A private sector consortium headed by chemical firm DSM will be performing a study into the feasibility of a biochemical plant in Rotterdam. The members have brought together a total budget of EUR 16.2 million to this end, including just short of EUR 10 million in EU grants. The project involves the conversion of various wood types (e.g. spruce, poplar and scrap wood) into ethanol, butanol and other chemicals. The study will examine whether a plant of this kind fits in Rotterdam s present cluster. The consortium members view Rotterdam as a promising location for these new production chains mainly thanks to the expected synergy with existing activities in Rotterdam s port area. CO2 is often just seen as waste and as a greenhouse gas. However many applications exist in industry, greenhouse horticulture, water purification, algae growth etc. In this case also the source of the CO2 is relevant as it is the atmosphere! The technology is already developed and can be applied for various sectors within a few years. In projects CO2 Smart Grid and Leasing Carbon Capture and Usage technology contributing Circular Economy attention is given to the Use of CO2 as a resource. Carbon Capture Usage can be seen as a game changer, taking the linear approach one step further by reusing the captured Co2 as a valuable resource, instead of storing it in depleted gas fields. Opposed to Carbon Capture Storage which costst energy and money, Carbon Capture Usage can be profitable. There are many oil and gasplatforms located in the North Sea that need to be demolished in the upcoming decade. The port of Rotterdam explores the possibilities for developing such a decommissioning cluster together with leading private parties like Keppel Verolme and Van Oord, with a special focus on recycling the valuable materials. The possibilities to exchange waste and steam between different industrial companies are explored in the upcoming years by special envoy who has been assigned to make the industrial complex more efficient, circular and biobased. Material Resources in Greenhouse Horticulture

88 A route to a Sustainable Future for Greenhouse Horticulture The traditional products from Greenport like cucumbers, tomatoes and sweet peppers are, although high in yield, less attractive from an economical point of view. A transition to even higher productivity and high quality products for pharma, cosmetics, food industry and agro chemistry provides well needed earning capability, combined with a contribution to the transition to a non fossil based industry. The transition to high quality crops can be combined with Overseas Greenhouses. Using Dutch knowledge and experience, entrepreneurs can invest in places with more favorable climates and where our consumers are. It potentially reduces the energy component of growing in The Netherlands (approx. 30%) and the air freight. If we use (available) internet and IoT technology we can upgrade this market to Growth as a Service. New High Productive Biomass (including algae) can be the feedstock for new or renovated Oil refineries Converting Oil Refineries into Bio Refineries. Other technologies allow adding value to this feedstock or rest materials BioBased Business met plantenstoffen uit de Greenports and Verwaarden alle reststromen or in building blocks for Pharmacy Kas als apotheek or direct in Personalised food. Material Resources in the Urban Built Environment Improved collection Household Waste Improving material reuse in selected areas "Circulaire Economie in kaart" / pilot Binckhorst Afval loont'/urban Mining The enabler: Circularity Indicators As soon as people are financially rewarded they are prepared to separate various waste flows and bring them to collection points. This not only increases the efficiency of collecting valuable resources but it also brings the message across that what was previously called waste in fact represents value! This concept of collecting various resources can be extended to include collecting products whether or not broken which nowadays may only be offered as waste but in fact represent a certain value. These products can be offered at selected stations where adequate compensation for the residual value is given and where the product can be repaired / maintained and be brought back into the economic circuit. This obviously generates low to medium skilled labor. Urban Mining and Afval loont are two initiatives which even might work together and for which a possible roll out into the complete MRDH region is part of the proposals. In many sectors waste resource flows can be redirected into input flows for other processes. It is rather difficult however to bring the various parties together as the perceptions differ greatly. For one party it is a waste stream but for the other it is the input for a process with demands on quality, quantity, availability and reliability which are not automatically shared by the supplier. The described initiatives within various sectors can bring valuable contributions to the objectives of RNE within MRDH: Tipping point Circulaire bouw metropool in the Building Industry, Circularity Center for Harbor and Industry, ResourceCity for reactivation of outdated business grounds, Puls Up with their system of Oogstkaarten (Harvesting cards) to identify available materials and finally the Field Lab Blue City which acts as an incubator for CE startups. Stromenanalyse van afval en gronstoffen brengt potentiële waarde van afval voor vormen van circulaire economie in beeld. Na een pilot op de Binckhorst bekijken we of deze analyse stadsbreed/regiobreed kan worden uitgevoerd. Waardevolle grondstoffen terughalen uit 'afval'. Pilotproject in Den Haag, waarbij inwoners meeprofiteren van de waarde van stoffen die 'gedolven' worden uit afval. A project between amongst others ICCE, LIST, TU Delft, Lateral Thinking Factory and getzed is looking into the possibility to improve on existing circularity indicators. The existing indicators are actually quite linear, not taking the quality of various flows into account. For energy this can be done through the use of Exergy, for the other resources like water, biological and technical materials similar parameters will have to indicate the quality level of various flows. variety of projects brought in by the business community [Many of these project initiatives will be subject to further research and development as viable business cases in the course of the RNE deployment.] Other projects Short term: Field Lab Blue City Sailing heat provides an alternative to heat roundabouts through the use of Phase Change Materials. Smart Tiles as an energy harvesting paste, Recolour for recycling and reprocessing unused paint. An expertise center for remanufacturing Reman centre, the salvage of materials for left alone boats and ships Weesbootjes a pilot for the reuse of dredging silt (baggerslib) as material for bank protection Oeverbeschoeiing van baggerspecie: GeoWall. The projects Blue House and Zero medicines, hormones or multi resistant bacteria emitting Hospitals contribute to a better water quality in the region as does the project Blue House. Scaling up of the incubator for CE startups. Entrepreneurial Region Carrier Project Scale up Stimulation A regional program partly inspired by the Scale Up Nation initiative, needs to be set up to ensure fast growth of scale ups in relevant market segments. A basis for the investment program may be found in the Road to Capital initiative that is currently being developed by Innovation Quarter, ECE, YES!Delft and Venture Café. Projects are envisaged on: investor readiness of both young companies and young potential investors, a scale up program and active enhancement of the relations between entrepreneurs and investors. Short term projects: P Organize cross over events P Continue to stimulate networks P Prof meets CTO Enabling project

89 P Field Lab Ecosystem Carrier Project: Dutch Wind Wheel Enabling Project: Prototyping A Field Lab ecosystem aims to improve and elaborate the cross sectoral innovation, practical education and quadruple cooperation between end users, companies, R&D and government, as well as to remove the obstacles that stand in the way of innovation. Field labs will help to establish a more collaborative, distributed, open and laterally scaled approach to entrepreneurialism. The cumulative force of the collaborative cross sectoral field lab approach may even result in strange attractors in our region, that will have a strong pull effect on creative pioneers from all over the world and contribute to substantial clustering of talents. Such initiatives may prove to be the catalysts for new innovations across and beyond sectors. The first example of an initiative that shows all the characteristics of a strange attractor is the Dutch Wind Wheel. This project encompasses many of the innovations (Smart Grid, Big Data, Last Mile Transport, Safety & Security) that are being developed in the various field labs and has the potential to become a visual icon for the next economy of historic proportions. It will stimulate tourism and create new jobs. And most importantly: it will become the brand and trade mark of MRDH. Realization of the Dutch Wind Wheel is projected in Next to building an infrastructure and transforming our dominant sectors, the next economy needs a forefront. An emerging movement of makers, creatives and grassroots networks already lives and breathes the next economy. By developing radically new technologies, collaborative models and skills they provide our ecosystem with scalable and open business cases (e.g. LoRaPi), crossover opportunities for other RNE programs (e.g. Fieldlab Blockchain) and effective bridges between entrepreneurial region and next society (e.g. The Hague International Center for Civic Hacks). This new movement does not match traditional support structures and the MRDH is one of the first regions globally to specifically invest in its crucial role. The Prototyping Program aims to boost the number of pioneers and radical innovations, to create a strong and growing movement and to fully utilize this pioneering potential for the regional economy. P P P Short term Prototyping Program Establish the Prototyping Program as a new player within the ecosystem: scouting, initiating and supporting radical innovations from makers, creatives and grass roots networks. Prosumer Sharing Station Pilot for a community based Prosumer Sharing Station (as a kind of Field Lab for the collaborative commons) to empower common citizens to maximize the impact of their assets Fieldlab Blockchain Developing blockchain technology for application in logistics and contracts. Enabling project: MRDH as pilot region for Next Economy Transition Act The government should act in a more entrepreneurial manner and the time seems right for a new regulatory framework that will stimulate innovation and accelerate the transition, culminating in a Next Economy Transition Act (comparable to the Crisis en Herstelwet from a decade ago). Short term Legal Intervention Team Set up the multi government Legal Intervention Team and select and propose 3 Smart Laws, 3 synchronizations and 3 stimulations that can be implemented quickly Next Society Better opportunities for learning and work for the lower P educated P The middle educated need to work on their development and education An effort on talent approach invocational training Increase labor market opportunities for vocational training of students (stage, internship, traineeship, etc.) in collaboration with the business community An e portfolio for all young people An effort on basic skills and digital skills Employability scan for everyone Availability of educational budgets for retraining preferably on a higher level Permanent education system on a regional scale across and beyond sectors P Attracting new talents Investigate the location conditions for new talents: focus on primary and secondary education Transparent digital platform of supply and demand on the labor market Short term project Workforce Incubator Establish a Workforce Incubator, with a specific focus on (social) entrepreneurs that use new technology to mobilize our unused workforce. P P Carrier projects : Accelerating within our schools Establish a Regional Knowledge Centre for Educational Research & Innovation including digital skills for everyone Establish a regional academic expertise centre for primary, secondary, vocational and higher education P Branching out into society Developing (branche oriëntated) CO OP program s in which learning and working are stronly intertwined P The Resilient City Campus: developing Educational Ecosystems within Communities Teaming up with businesses Maritime and Smart Industry Campus including six fieldlabs Health & Lifescience Campus Security and Justice Campus High & Smart Tech Campus including High Tech Centre, Dutch Innovation Factory and Dutch Grow Factory ( industrial mini plants) Greenport Horti Campus Food Campus Campus Entrepreneurial Region and Entrepreneurial Skills Developing a Retail Innovation Centre

90 P Regional Next Education Group A system breakthrough will be made by the initiative of 10 vocational education institutes to team up on a single platform: the Regional Next Education Group. They are prepared to share their current projects, activities, campuses, etc. and jointly launch new projects within the context of the RNE. The platform s mission is to turn the challenges and wicked problems in the RNE into initiatives in and with education. P P P Regional RNE Campus Network Bijdrage aan Smart Energy Delta Based on experience gatherd in the Center of Expertise and Centers of Craftmanship, the partners in de RNE Next Education Group will build a campus network consisting of eigth campuses: Maritime and Smart Industry, Health & Lifescience, Security and Justice, Greenport, High & Smart Tech, Food, Entrepreneural Campus en The Resilient City Campus. Ten behoeve van het transitiepad Smart Energy Delta van de Roadmap Next Economy willen de onderwijsinstellingen verkennen of zij kunnen bijdragen middels het opleiden van jongeren en volwassenen die werk zullen vinden bij bedrijven die aan deze verduurzamingswerkzaamheden uitvoeren. Evenzo verwachten de onderwijsinstellingen een bijdrage te kunnen leveren aan het concept Next Generation Woonwijken, waarvan er acht zullen ontstaan via de ideeën voor Greening the City. Het Wellantcollege is hiervan de trekker.

91 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 16 november 2016 agendapunt 3 Onderwerp Tarieven openbaar vervoer 2017 Voorstel 1) In te stemmen met de landelijke en regionale tariefvoorstellen 2017, met o.a. het verhogen van het kilometertarief met de Landelijke Tarieven Index (0,38%), gelet op het advies van het Metrocov, waarbij het kilometertarief voor 2017 op 15,5 ct. voor de regio (oud) Haaglanden en voor de regio (oud) stadsregio Rotterdam 13,7 ct. wordt. 2) In te stemmen met de bijgevoegde tarief- en reisproductvoorstellen van RET; 3) In te stemmen met de bijgevoegde tarief- en reisproductvoorstellen van HTM, uitgezonderd het voorstel van het vervangen van Regio-abonnementen met de sterwaarde 5 en 6 door een Zuidvleugelabonnement ; 4) a) In te stemmen met de bijgevoegde tarief- en reisproductvoorstellen van Connexxion, uitgezonderd het voorstel van de kilometertariefverhoging naar 13,9ct; b) In te stemmen met het op 19 oktober 2016 gewijzigde voorstel van Connexxion voor het flat fare tarief op de Parkshuttle Rivium van 55ct; 5) In te stemmen met de bijgevoegde tarief- en reisproductvoorstellen van Veolia, uitgezonderd het voorstel van de kilometertariefverhoging naar 15,7ct; 6) In te stemmen met het verlenen van een volmacht aan de voorzitter van de Bestuurscommissie Va om een afsprakenkader 2017 voor de opbrengstverdeling van de Regio Abonnementen te ondertekenen. 7) In te stemmen met het verlenen van een mandaat aan de voorzitter van Bestuurscommissie Va om de tariefbesluiten te ondertekenen. Korte motivering De bestuurscommissie Va is bevoegd om de OV-tarieven van de door de Metropoolregio Rotterdam Den Haag geconcessioneerde vervoerders vast te stellen. Hiervoor wordt als richtlijn de landelijk vastgestelde index als richtlijn gehanteerd. De bestuurscommissie Va wordt gevraagd de OV tarieven voor 2017, gelet op het advies van het Metrocov vast te stellen. In de voorstellen is rekening gehouden en afstemming geweest met betrokken vervoerders. Metrocov heeft uiteindelijk positief geadviseerd over alle tariefvoorstellen. Aanvankelijk was er een negatief advies op de voorgestelde flat fare tariefsverhoging bij Parkshuttle van 0,50 naar 0,60. Echter omdat het tarief van 0,50 al sinds 1 januari 2010 niet gewijzigd is, heeft contact met Connexxion geleid tot een nieuw voorstel van 0,55. In dit nieuw voorgestelde tarief zijn alle indexeringen die gedurende deze zeven jaar niet verwerkt zijn, opgenomen. Het rekentarief komt uit op 0, Metrocov kon wel positief adviseren over dit nieuwe voorstel van 0,55. Een op 1 november jl. ingediend voorstel door Veolia, welke is overeengekomen met de gemeente Pijnacker-Nootdorp én de buurtbusvereniging aldaar inzake de invoering van een flat fare tarief van 1,65 (Voltarief) op de buurbus in Pijnacker-Nootdorp, wordt nog ter advisering aan het Metrocov voorgelegd. Bij een positief advies kan de voorzitter van Bestuurscommissie Va, hiertoe gemandateerd, een apart tariefbesluit aan Veolia ondertekenen, zodat ook dit tarief nog per 1 januari 2017 ingevoerd kan worden. Financiën Juridisch Communicatie Bijlagen n.v.t. n.v.t. Persbericht. Toelichting; 1. Advies Metrocov; 2. Adviesaanvraag aan consumentenorganisaties inzake tarieven op te nemen in het Landelijk Tarievenkader 2017; 3. Tarieven-overzicht 2017 (landelijk, regionaal en per vervoerder), wordt tevens bijlage bij de tariefbeschikking van de vervoerders; 4. Tarief- en reisproductvoorstellen RET; 5. Tarief- en reisproductvoorstellen HTM;

92 6. Tarief- en reisproductvoorstellen Veolia; 7. Tarief- en reisproductvoorstellen Connexxion; Gevolgde Presidium Vervoersautoriteit 26 oktober 2016 procedure Ambtelijk overleg Vervoersautoriteit 31 oktober 2016 Anders, te weten 18 oktober 2016 Metrocov Verdere Adviescommissie n.v.t. Vervoersautoriteit procedure Zienswijzetermijn n.v.t. Dagelijks bestuur MRDH n.v.t. Algemeen bestuur MRDH n.v.t. Anders, te weten n.v.t. Openbaar besluit ja Contactpersoon Joost Witte Wet. bekendmaking nee Telefoonnummer

93 Vergadering: 16 november 2016 Agendapunt: 3 Onderwerp: Tariefvoorstellen 2017 Van: J.M. Witte Datum: 4 november 2016 Contactpersoon: J.M. Witte Telefoonnummer: Gevraagd besluit De Bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit wordt gevraagd: 1) In te stemmen met de landelijke en regionale tariefvoorstellen 2017, met o.a. het verhogen van het kilometertarief met de Landelijke Tarieven Index (0,38%), gelet op het advies van het Metrocov, waarbij het kilometertarief voor 2017 op 15,5 ct. voor de regio (oud) Haaglanden en voor de regio (oud) stadsregio Rotterdam 13,7 ct. wordt. 2) In te stemmen met de bijgevoegde tarief- en reisproductvoorstellen van RET; 3) In te stemmen met de bijgevoegde tarief- en reisproductvoorstellen van HTM, uitgezonderd het voorstel van het vervangen van Regio-abonnementen met de sterwaarde 5 en 6 door een Zuidvleugelabonnement ; 4) a) In te stemmen met de bijgevoegde tarief- en reisproductvoorstellen van Connexxion, uitgezonderd het voorstel van de kilometertariefverhoging naar 13,9 ct; b) In te stemmen met het op 19 oktober 2016 gewijzigde voorstel van Connexxion voor het flat fare tarief op de Parkshuttle Rivium van 55 ct; 5) In te stemmen met de bijgevoegde tarief- en reisproductvoorstellen van Veolia, uitgezonderd het voorstel van de kilometertariefverhoging naar 15,7 ct; 6) In te stemmen met het verlenen van een volmacht aan de voorzitter van de Bestuurscommissie Va om een afsprakenkader 2017 voor de opbrengstverdeling van de Regio Abonnementen te ondertekenen; 7) In te stemmen met het verlenen van een mandaat aan de voorzitter van Bestuurscommissie Va om de tariefbesluiten te ondertekenen. 2. Toelichting Tariefvoorstellen 2017 De Bestuurscommissie Va is bevoegd om de OV-tarieven van de door de Metropoolregio Rotterdam Den Haag geconcessioneerde vervoerders vast te stellen. Uitgangspunt daarbij is de Landelijke Tarievenindex (LTI), die het Tarievenbureau OV (een instantie van de 14 OV autoriteiten) begin juli berekent op basis van CPB-cijfers. Wijziging van de tarieven vergt volgens de Wet Personenvervoer 2000 een advies van de consumentenorganisaties, verenigd in het Metrocov. In het Metrocov is op 18 oktober 2016 positief geadviseerd over de Tarieven OV 2017 op één punt na; het flat fare tarief bij de Parkshuttle Rivium. Zie bijlage 1. Bij 2.5d Voorstellen Connexxion wordt dit nader toegelicht en tegelijk een nieuw voorstel van Connexxion van 19 oktober 2016 ingebracht. In bijlage 1 adviseert Metrocov positief over dit nieuwe voorstel. 1

94 In deze notitie wordt ingegaan op de diverse ontwikkelingen op het gebied van tarieven en kaartsoorten. 2.1 Indexering OV-tarieven 2017 De decentrale overheden hebben samen met de vervoerders de zogenaamde LTI ontwikkeld. Met deze index, opgenomen in het Landelijke Tarievenkader (LTK), wordt de kostenontwikkeling in de regionale OV-sector afgedekt. De LTI voor 2017 is door het Tarievenbureau OV vastgesteld op 0,38%. Op basis van dit percentage is aan het Samenwerkingsverband gezamenlijke ROCOV s een adviesaanvraag verstuurd. Zie bijlage 2. Vanuit het ROVB van 29 september 2016 is vernomen dat het Samenwerkingsverband gezamenlijke ROCOV s positief heeft geadviseerd over de landelijke tariefvoorstellen. Met de vervoerders is afgesproken dat deze LTI ook richtinggevend is voor de regionale tarieven. Het is mogelijk dat vervoerders verzoeken om bij sommige tariefvoorstellen van de LTI af te wijken. 2.2 Landelijke OV-tarieven 2017 De in het Convenant Landelijk Tarievenkader opgenomen tarieven moeten worden aangepast met de vastgestelde index. In dit convenant zijn afspraken over de tarieven gemaakt die erop zijn gericht het tariefstelsel voor de reiziger gemakkelijk te maken en de concessiegrensoverschrijdende reiziger te faciliteren. Het belangrijkste gezamenlijk vast te stellen tarief is het Basistarief. Dit is het bedrag dat de klant die reist op saldo betaalt aan het begin van zijn reis met bus, tram, metro en regionaal spoor. Als de klant binnen 35 minuten na uitcheck overstapt op een andere bus, tram, metro of regionaal spoor en daar ook op saldo reist, betaalt hij dit Basistarief niet opnieuw. Basistarief ,89 Rekentarief 0,891 Basistarief ,89 Rekentarief 0,894 In het LTK is vastgelegd, dat houders van een persoonlijke OV-chipkaart in de leeftijd van 4 tot en met 11 jaar en van 65 jaar en ouder automatisch leeftijdskorting krijgen op de ritprijs. Deze korting geldt zowel voor het Basistarief, als voor het regionale kilometertarief. De leeftijdskorting blijft in 2017 ongewijzigd 34%. NB: Voor de overige landelijke tarieven, maar ook voor de regionale, en vervoerder specifieke tarieven en producten wordt verwezen naar bijlage 3, welke ook als bijlage bij de tariefbeschikking aan de vervoerders zal dienen. 2.3 Voorstel km-tarieven 2017 Bij de overstap van de strippenkaart naar het reizen op saldo met de OV-chipkaart zijn voor iedere regio de km-tarieven bepaald. In de voormalige stadsregio s Rotterdam en Haaglanden gelden sindsdien twee verschillende km-tarieven. In de regio Rotterdam is het km-tarief alleen gestegen met de jaarlijkse index. In de regio Haaglanden is in het verleden ervoor gekozen om de bezuinigingen op de BDU deels op te vangen door het km-tarief meer te laten stijgen dan de LTI. Hiermee is voorkomen dat er nog meer bezuinigd moest worden op de lijnvoering van het OV in Haaglanden. Hierdoor is de ontwikkeling van de km-tarieven niet gelijk met elkaar opgelopen. 2

95 Voor 2017 wordt voorgesteld het km-tarief voor beide regio s te laten stijgen met alleen de LTI. Dat betekent een stijging van 0,38%. Voor 2017 gelden dan de volgende km-tarieven: Voorstel Tarief 2016 Voorstel Tarief 2017 Regio Rotterdam 0,137 (rekentarief 0,13669) 0,137 (rekentarief 0,13721) Haaglanden 0,154 (rekentarief 0,15425) 0,155 (rekentarief 0,15484) 2.4 Regio Abonnement Het Regio Abonnement is geldig bij alle vervoerders in de Metropoolregio. Per 1 januari 2017 is het Regio Abonnement ook geldig bij Arriva in de concessie Hoekse Waard Goeree Overflakkee (HWGO) van de provincie Zuid-Holland. De reizigers waarderen deze abonnementen positief. Bij de overgang van de sterabonnementen naar de Regio Abonnementen zijn de tarieven gehandhaafd en jaarlijks aangepast met de LTI. Het effect hiervan is dat de tarieven niet in de pas lopen met die van het saldo reizen. Regio Abonnementhouders zijn in verhouding minder gaan betalen, terwijl het gebruik van het OV is toegenomen. Dit geldt specifiek voor de groep van de abonnementhouders met een 1- en 2-sterren abonnement. Veel gebruik, mag worden beloond, maar voor gemak mag ook worden betaald. Voor 2017 wordt vooralsnog voorgesteld de prijzen van de verschillende Regio Abonnementen met de LTI van 0,38% te laten stijgen. Uitgegaan bij de berekening is van Tarief 2015 Vol op hele Euro s en op basis van de bijbehorende geïndexeerde rekentarieven. Het handhaven van het Regio Abonnement houdt in dat het Afsprakenkader waarin de opbrengstenverdeling tussen vervoerders geregeld en gefinancierd wordt, in 2016 moet worden uitgebreid met de regio s Zuid-Holland-Noord en DAV. De kosten voor het afsprakenkader en de werkgroep verdeling regio abonnementen liggen naar verwachting op een bedrag van ca ,- (prijspeil 2016). De kosten worden verdeeld tussen de Provincie Zuid-Holland en de MRDH. De voorzitter van de Bestuurscommissie Va is met volmacht bevoegd dit te ondertekenen. In de vergadering van de Werkgroep Verdeling Regio Abonnement d.d. 24 augustus 2016 is door alle Partijen aangegeven het afsprakenkader voor 2017 te verlengen, conform de regels die hiervoor gelden. 2.5 Voorstellen vervoerders De tariefvoorstellen van de vervoerders zijn te vinden in bijlage 4 t/m 7. Hieronder de bijzonderheden van de voorstellen van de afzonderlijke vervoerders. a) Voorstellen RET RET stelt voor de RET-2 en 3 dagen OV-chipkaarten af te schaffen. RET stelt voor om de verkoop van RET 1 dag-kaart op de bus en tram af te schaffen. Dit in het kader van maatregelen na berovingen. Contant geld op bus en tram wordt hiermee verminderd, waardoor de veiligheidssituatie hopelijk verbeterd wordt. Speciaal voor de STENA LINE reizigers hebben NS en RET gezamenlijk een één nieuw OV-reisproduct ontwikkeld van/naar ieder NS-station in Nederland met alle 3

96 bus-, tram- en metrolijnen van de RET naar Hoek van Holland Haven voor 18,-. Het RET-deel betreft 4,06 prijspeil 2016 gebaseerd op de kosten van het op saldo reizen tussen Schiedam en Hoek van Holland Haven enkele reis. Er is geen sprake van een reductie-tarief voor kinderen en ouderen. De RET heeft de afstandstabel voor het traject metro Hoekse Lijn opgesteld, op basis waarvan de OV-tarieven op dit traject bepaald worden. RET stelt voor om met ingang van 1 april 2017 alle OV-reisproducten en tarieven die gelden voor in ieder geval de metro ook goed te keuren voor het nieuwe traject van Metrolijn B tussen station Schiedam Centrum tot en met station Hoek van Holland Strand en tijdens de ombouwfase ook voor het vervangend busvervoer. RET heeft voorgesteld om de dagkaart niet meer te verkopen op de bus, om het totale bedrag aan contant geld te verminderen en hiermee de kans op een overval te verkleinen. Wel blijft het voor de reiziger mogelijk om contant te betalen op de bus en een uurkaartje te kopen. b) Voorstellen HTM: HTM heeft met ingang van 1 januari 2016 het Kinderkaartje geïntroduceerd tegen een actietarief van 1 euro tot 1 juli Met ingang van de zomer geldt het tarief van 2,50. Ook wil HTM de leeftijdsgrens voor dit kaartje verhogen van 11 naar 12 jaar. Het Regio-abonnement is een interoperabel OV-reisproduct dat geldig is bij alle vervoerders. HTM stelt voor om de 5- en 6 ster zone abonnementen te vervangen. Hier is echter geen overleg over gevoerd met de andere vervoerders, MRDH en PZH. Zonder inzicht in de consequenties voor de reiziger en de vervoerders kan hier geen besluit over genomen worden. Voorgesteld wordt niet in te stemmen met het verzoek van de HTM en HTM te adviseren dit te bespreken in de werkgroep verdeling Regio-abonnement (WVR). Het voorstel is om dit in de WVR in 2017 te onderzoeken. HTM stelt voor trajectabonnement Zoetermeer- Den Haag af te schaffen. Eind 2014 is door het Dagelijks Bestuur van Stadsgewest Haaglanden besloten het trajectabonnement Zoetermeer Den Haag gefaseerd in 3 jaar af te schaffen. Conform afspraak wordt het tarief van het trajectabonnement in 2017 gelijk aan het Regio-abonnement en kan de reiziger dus, zonder financiële consequenties, geadviseerd worden om over te gaan op een Regio-abonnement. c) Voorstellen Veolia Veolia wil in overleg over opbrengstenderving met MRDH als nieuwe manieren betalen geïntroduceerd worden op hun bussen. Hoewel het zeer de vraag is of deze er al in 2017 zullen zijn, moet er ook verwezen naar de samenwerking tussen de vervoerders en overheden op landelijk schaalniveau (NOVB) waar mogelijk hierover afspraken gemaakt gaan worden. Voorgesteld wordt om dit in de tariefbeschikking aan te geven. Veolia stelt voor om het kilometertarief met meer dan het LTI-percentage te laten stijgen. Veolia wil naar 15,7 cent per kilometer i.p.v. 15,5 cent per kilometer waar de verhoging van de LTI 2017 al in zit. Voorgesteld wordt hier niet mee in te stemmen. Veolia wil in overleg over opbrengstenderving door daling van de opbrengsten bij de OV-studentenkaart als gevolg van het feit dat MBO-studenten per 1 januari 2017 een OV-studentenkaart krijgen. Ook hier wordt landelijk in NOVB-/ROVB-verband gesproken. De vervoerders hebben zelf het contract met het Rijk gesloten zonder inbreng van de decentrale overheden. Deze overheden dienen nog met elkaar af te spreken hoe hier mee om te gaan. Voorgesteld wordt om dit in de tariefbeschikking aan te geven. 4

97 Veolia gaat op de Buurtbussen over op de OV-chipkaart met bijbehorende OVchipkaartproducten. Veolia stelt voor om daarom specifieke papieren Buurtbusproducten af te schaffen me uitzondering van de Ritkaart Buurtbus. Veolia stelt tevens voor om de prijs van deze Ritkaart Buurtbus te laten stijgen van 2,- naar 2,50 om daarmee te voorkomen dat een product kopen op de Buurtbus goedkoper zou zijn dan reizen met een opgeladen OV-chipkaart. Ter stimulering van het gebruik van de OV-chipkaart (met lagere tarieven) is in alle concessies wagenverkoop altijd duurder (gemaakt). Ook hebben recente berovingen er toe geleid dat vervoerders om de veiligheidssituatie in het OV te verbeteren het gebruik van contant geld in het OV terug willen dringen. Een hogere ritprijs bij wagenverkoop dan bij het gebruik van de OV-chipkaart, hoort daar bij. Hoewel Metrocov over het bovenstaande positief geadviseerd heeft en dus het voorstel om hier mee in te stemmen blijft staan, is MRDH door Veolia geïnformeerd dat er nog gesprekken volgen met de buurtbusvereniging en gemeente Pijnacker- Nootdorp om eventueel ook een flat fare tarief op de buurtbus in te voeren. Dit naar aanleiding van enige commotie. Al jarenlang wil de buurtbusvereniging en de gemeente Pijnacker-Nootdorp het OV-chipkaartsysteem op de buurtbussen, maar nu het er binnenkort is, realiseert men pas wat de normale OV-chipkaarttarieven betekenen. 1 November jl. is MRDH door Veolia geïnformeerd dat overleg met de gemeente Pijnacker-Nootdorp er toe heeft geleid dat er een akkoord is op de invoering van een flat fare tarief op de buurtbus van 1,65. Dit tarief is voor één jaar afgesproken. Voor volgend jaar wordt op basis van ritregistratie beken hoe er gereisd wordt en dan wordt bepaald wat het tarief zou moeten worden. Reizigers dienen wel gewoon uit te checken, om zoveel mogelijk de ritgegevens compleet te maken. Regionale en landelijke producten via OV-chipkaart worden geaccepteerd. Aangezien tarieven adviesplichtig zijn, zal aan Metrocov om advies gevraagd moeten worden. Bij een positief advies kan de voorzitter van Bestuurscommissie Va, hiertoe gemandateerd, een apart tariefbesluit aan Veolia ondertekenen, zodat ook dit tarief nog per 1 januari 2017 ingevoerd kan worden. d) Voorstellen Connexxion Connexxion wil in overleg over opbrengstenderving met MRDH als nieuwe manieren betalen geïntroduceerd worden op hun bussen. Hoewel het zeer de vraag is of deze er al in 2017 zullen zijn, moet er ook verwezen naar de samenwerking tussen de vervoerders en overheden op landelijk schaalniveau (NOVB) waar mogelijk hierover afspraken gemaakt gaan worden. Voorgesteld wordt om dit in de tariefbeschikking aan te geven. Connexxion stelt voor om het kilometertarief met meer dan het LTI-percentage te laten stijgen. Connexxion wil naar 13,9 cent per kilometer i.p.v. 13,7 cent per kilometer waar de verhoging van de LTI al in zit. Voorgesteld wordt hier niet mee in te stemmen. Connexxion wil in overleg over opbrengstenderving door daling van de opbrengsten bij de OV-studentenkaart als gevolg van het feit dat MBO-studenten per 1 januari 2017 een OV-studentenkaart krijgen. Ook hier wordt landelijk in NOVB-/ROVBverband gesproken. De vervoerders hebben zelf het contract met het Rijk gesloten zonder inbreng van de decentrale overheden. Deze overheden dienen nog met elkaar af te spreken hoe hier mee om te gaan. Voorgesteld wordt om dit in de tariefbeschikking aan te geven. 5

98 Connexxion stelt voor om het zogeheten flat fare tarief op de Parkshuttle te verhogen van 0,50 naar 0,60. Een rit gaat hierdoor 1,49 kosten in 2017 in plaats van 1,39 in Een voor Connexxion gerechtvaardigde stijging van iets meer dan 5% door het gegeven dat dit tarief al sinds 1 januari 2010 niet meer is geïndexeerd. Na een negatief advies hierover van het Metrocov wordt voorgesteld om dit advies op te volgen en niet in te stemmen met het voorgestelde tarief van 0,60. Na contact met Connexxion over het bovenstaande wordt, omdat het tarief van 0,50 al sinds 1 januari 2010 niet gewijzigd is, voorgesteld om wel in te stemmen met 0,55. In dit nieuwe voorgestelde tarief zijn alle indexeringen, die gedurende deze 7 jaar niet verwerkt zijn, wel opgenomen. Het rekentarief komt uit op 0, Het voorstel is dus 1 cent minder dan het had mogen zijn. Connexxion heeft 19 oktober 2016 aangegeven dit tarief als nieuw voorstel in te willen dienen. Met onderstaande onderbouwing is het Metrocov ingelicht over hoe met het negatieve advies is omgegaan. Over dit nieuwe voorstel van 0,55 heeft Metrocov inmiddels positief geadviseerd. Jaar Indexpercentage Daadwerkelijke Tarief Tarief dat er had kunnen zijn , ,9% 0,50 0, ,9% 0,50 0, ,83% 0,50 0, ,28% 0,50 0, ,14% 0,50 0, ,2% 0,50 0, Gevraagd Tarief ,38% 0,60 0, nieuw tariefvoorstel 0, Verdere procedure en communicatie Na het vaststellen van de tarieven voor 2017 worden de vervoerders hiervan op de hoogte gesteld door middel van tariefbeschikkingen. In deze beschikkingen worden tevens enkele tarieven van onderschikt belang formeel vastgesteld. Naast de formele publicatie van het besluit van de Bestuurscommissie brengt de MRDH twee persberichten uit met de belangrijkste tariefwijzigingen. De tariefinformatie aan de reizigers is een taak van de vervoerders. Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Advies Metrocov; Adviesaanvraag aan consumentenorganisaties inzake tarieven op te nemen in het Landelijk Tarievenkader 2017; Tarieven-overzicht 2017 (landelijk, regionaal en per vervoerder), wordt tevens bijlage bij de tariefbeschikking van de vervoerders; Tarief- en reisproductvoorstellen RET; Tarief- en reisproductvoorstellen HTM; Tarief- en reisproductvoorstellen Veolia; Tarief- en reisproductvoorstellen Connexxion; 6

99

100

101 Adviesaanvraag aan consumentenorganisaties inzake tarieven op te nemen in het Landelijk Tarievenkader 2017 Inleiding Sinds 1 januari 2012 wordt gebruik gemaakt van de Landelijke Tarieven Index (LTI) om tarieven in het OV aan te passen. In beginsel is de LTI alleen van toepassing op reisproducten en tarieven die zijn opgenomen in het Landelijk Tarievenkader OV-chipkaart (LTK). Decentrale overheden kunnen hun regionale tarieven baseren op deze LTI. De berekeningsmethode van de LTI staat beschreven in bijlage 1c van het LTK. LTI 2017 Onderstaande tabel laat de LTI-berekening zien. (nieuwe) weging 2017 Correcties 2015/2016 Toelichting correcties (gerealiseerde waarde minus geschatte t.t.v. berekening) component loonvoet 62,35% 2,30% -0,30% LTI 2015: 1,2%-1,5% diesel 5,93% -13,62% -0,053% LTI 2016:-6,592%-(-6,539%) elektriciteit 1,09% -7,96% -0,001% LTI 2016: -0,947%-(-0,945%) gas 0,78% -2,16% 0,104% LTI 2016: -2,042%-(-2,147%) cpi 29,85% 1,00% -0,90% LTI 2015: 0,6%-1,5% (gewogen) totaal 100,00% 0,82% -0,44% Kostengrondslag 0,381% Tariefindex (LTI) 0,38% De berekening komt uit op 0,38%. Ter toelichting het volgende: 1. Onlangs is een onderzoek afgerond naar nieuwe wegingsfactoren voor de onderscheiden kostenindices. Een dergelijk onderzoek vindt eens in de drie jaar plaats. De uitkomsten zijn meegenomen in de berekening [de wegingsfactoren voor energie indices zijn lager (ca 1,9% punt) en die voor lonen is gelijk gebleven]. 2. Vorig jaar is gemeld dat er een discussie speelt over het al dan niet corrigeren van de loonvoet marktsector. Een onderzoek hiernaar loopt nog. Vooralsnog is de methode van berekening dus niet aangepast. 3. Voor energiecijfers is een schatting nodig voor de maand juni (2016). De basis hiervoor vormen de energiecijfers van januari mei 2015 die een licht stijgende trend aangaven. 4. Volgens een eerder genomen beluit zal vanaf 2017 in het geheel geen rekening meer worden gehouden met een (automatische) opslag in de LTI voor optredende vraaguitval. Dit element komt dan ook niet meer voor in de berekening. Tarieven LTK 2017 blz 2 19 juli 2016

102 LTK Tarieven 2017 Toepassing van de LTI op de tarieven zoals opgenomen in het LTK resulteert in onderstaande tabel opmerking Tarieven LTK Rekentarief Nieuw Rekentarief Nieuw Saldoreizen: Basistarief 0,891 0,89 0,894 0,89 rekentarieven in 3 decimalen Basistarief met 20% korting (icm AK) 0,71 0,71 berekend o.b.v. 'echte' tarief Basistarief met 34% korting 0,59 0,59 berekend o.b.v. 'echte' tarief Basistarief met 40% korting (icm AK) 0,53 0,53 berekend o.b.v. 'echte' tarief Basistarief met 34% + 20% korting (icm AK + lft) 0,47 0,47 berekend o.b.v. 'echte' tarief Vastrecht Korting Altijd Korting 17,759 17,50 17,827 17,50 Altijd Korting OV / OV Voordeel 10,758 11,00 10,799 11,00 laatste bijstelling 2014 laatste bijstelling 2014 OV-jaarkaart / OV Vrij hoofd abonnementhouder 656,40 658,80 maandbedrag afgerond op 0,05 bij-abonnementen (i.c.m. DalVrij en SpoorVrij) 395,04 396,60 maandbedrag afgerond op 0,05 1 Dag OV Vrij 10,626 10,60 10,667 10,60 geldig vanaf 1 juli juni2017 Holland Travel Ticket (btm deel) 7,50 Budget Zeker Small 500,94 501,00 502,91 503,00 afronden op hele euro's Medium 784,30 784,00 786,99 787,00 afronden op hele euro's Large 1.189, , , ,00 afronden op hele euro's Grensbedragen 581,90 582,00 584,22 584,00 910,80 911,00 914,47 914,00 NB bovengrens is Net Abo Zkl: 1.347,50 Netabonnement Vol tarief (per jaar maal 10) 276,60 277,65 afronden op 0,05 Jaarkaart 2.766, ,50 maal 10 Reductie tarief (per jaar maal 10) 182,55 183,25 afronden op 0,05 Reductie Jaarkaart 1.825, ,50 maal 10 Netabonnement Zakelijk 1.347, ,60 afronden op 0,10 De kortingsproducten zijn evenals vorig jaar niet in prijs verhoogd. Het is de wens dit niet telkens te indexeren. Wel is er een rekentarief berekend. Bij-abonnementen voor OV Vrij Voorgesteld wordt in het LTK als uitzondering op te nemen dat bij-abonnementen voor het gecombineerde (Trein én BTM) product OV Vrij niet voor de zakelijke markt beschikbaar zijn. Toelichting: NS biedt voor zakelijke klanten geen (goedkope) bij-abonnementen aan voor het spoordeel (Altijd Vrij, Dal Vrij of Weekend Vrij). Daarom is het ook niet mogelijk het BTM deel als supplement aan te bieden. In het particuliere kanaal blijven deze abonnementen overigens wel beschikbaar. Deze situatie is pas recent naar voren gekomen en deze uitzondering zal nu pas in het LTK opgenomen kunnen worden. Tarieven LTK 2017 blz 2 19 juli 2016

103 Holland Travel Ticket Het NOVB is akkoord gegaan met een tweetal producten Holland Travel Ticket en Holland Travel Ticket Off Peak. Voorgesteld wordt het BTM deel als landelijk geldend product op te nemen in het LTK. De reisrechten zijn grotendeels gelijk aan die van het (LTK reisproduct)netabonnement. Uitzonderingen zijn: Het is wel geldig op de nachtlijnen in en rond Amsterdam (bij het stadsvervoer en de concessies Waterland, Amstel/Meerlanden en Zaanstreek) en in buurtbussen met ov-chipkaartapparatuur. Niet geldig op bij Arriva/Qbuzz Opstapper Het tarief is opgenomen in de hierboven weergegeven tabel. Hoewel hierover in het NOVB al een besluit is genomen, worden deze nieuwe reisproducten in de adviesaanvraag meegenomen. Adviesaanvraag Wij verzoeken u uiterlijk 15 september 2016 advies uit te brengen over de hiervoor vermelde voorgenomen tarieven in het LTK Tarieven LTK 2017 blz 2 19 juli 2016

104 Bijlage Overzicht tarieven vervoerbewijzen 2017 Landelijk en Regionaal: geldig voor alle vervoerders; daarna per vervoerder specifieke producten en tarieven. LANDE- LIJK Nummer: Omschrijving Prijs/Tarief 2016 Prijs/Tarief 2017 Opmerkingen MRDH-001 MRDH-002 MRDH-003 MRDH-004 MRDH-005 Kortingsproducten landelijk: Landelijk Altijd Korting maand Landelijk Altijd Korting jaar OV-voordeel maand (korting 20%) OV-voordeel jaar (korting 20%) Viziris saldoreizen Productnaam: sentire Vastrecht 17,50 Korting 20% jaar 40% Vastrecht 175,00 Korting 20% jaar 40% Vastrecht 17,50 Korting 20% jaar 40% Vastrecht 175,00 Korting 20% jaar 40% Chipkaart kortingsproduct. Geldig voor geheel Nederland exclusief NS/ vervoer over water Chipkaart kortingsproduct. Geldig voor geheel Nederland exclusief NS/ vervoer over water 11,00 11,00 Combinatie altijd voordeel (NS) en altijd korting (BTM). Betreft tarief excl. NS-deel 132,00 132,00 Combinatie altijd voordeel (NS) en altijd korting (BTM). Betreft tarief excl. NS-deel Zie tarieven Zie tarieven Instaptarief (borg) verlaagd van 4,00 naar saldoreizen; saldoreizen; 1,20 Product gratis Product gratis Landelijke reisproducten: OV-jaarkaart: MRDH persoon 656,40 658,80 Geldig OV geheel Nederland. Betreft tarief excl. NS-deel MRDH-007 Bijkaart per persoon 395,04 396,60 extra MRDH-008 Maand 276,60 277,65 Geldig OV geheel Nederland exclusief NS Netabonnement voltarief MRDH-009 Maand Netabonnement 182,55 183,25 idem reductietarief MRDH-010 Jaar Netabonnement 2766, ,50 idem voltarief MRDH-011 Jaar Netabonnement 1825, ,50 idem reductietarief MRDH-012 Jaar Netabonnement 1347, ,60 idem zakelijk MRDH-013 Budget zeker small 501,00 503,00 Alleen verkrijgbaar bij een Traject vrij spoorabonnement in de zakelijke markt (bovengrens 584) MRDH-013 Budget zeker medium 784,00 787,00 Alleen verkrijgbaar bij een Traject vrij spoorabonnement in de zakelijke markt (bovengrens 914) MRDH-013 Budget zeker large 1.189, ,00 Alleen verkrijgbaar bij een Traject vrij spoorabonnement in de zakelijke markt MRDH-014 Eén dag OV Vrij 10,60 10,60 Alleen verkrijgbaar voor de Rijksoverheid t.b.v. veteranen, gedetineerden bij proefverlof en ontslag en asielzoekers MRDH-015 Holland Travel Ticket 59,00 59,00 MRDH-016 Off Peak Holland 39,00 39,00 Travel Ticket REGIO- NAAL Nummer: Omschrijving Prijs/Tarief 2016 Prijs/ Tarief 2017 Opmerkingen MRDH-017 (regio Rotterdam) MRDH-018 (regio Haaglanden) Saldoreizen: Chipkaart reistegoed Voltarief Chipkaart reistegoed Voltarief Vaste voet 0,89 Km. Prijs 0,137 Vaste voet 0,89 Km. Prijs 0,154 Vaste voet 0,89 km. Prijs 0,137 Vaste voet 0,89 Km. Prijs 0,155 tarief bestaand uit vaste component en variabel kilometerdeel. Het betreft hier heel het vervoersgebied regio Rotterdam, inclusief Metro E tot Pijnacker-Zuid. ( Rekentarief: 0,13721) tarief bestaand uit vaste component en variabel kilometerdeel. Het betreft hier heel het vervoersgebied regio Haaglanden, inclusief Metro E vanaf Pijnacker-Zuid. ( Rekentarief: 0,15484) 1

105 MRDH-019 (regio Rotterdam) MRDH-020 (regio Haaglanden) MRDH-021 (regio Rotterdam) MRDH-022 (regio Haaglanden) MRDH-023 (regio Rotterdam) MRDH-024 (regio Haaglanden) MRDH-025 (regio Rotterdam) MRDH-026 (regio Haaglanden) Chipkaart reistegoed korting 34 % op kilometer Voltarief Chipkaart reistegoed korting 34 % op kilometer Voltarief Chipkaart reistegoed korting 20 % op kilometer Voltarief Chipkaart reistegoed korting 20% op kilometer Voltarief Chipkaart reistegoed korting 40 % (i.c.m. AK) op kilometer Voltarief Chipkaart reistegoed korting 40 % (i.c.m. AK) op kilometer Voltarief Chipkaart reistegoed korting 34 % + 20 % (i.c.m. AK en leeftijd) op kilometer Voltarief Chipkaart reistegoed korting 34 % + 20 % (i.c.m. AK en leeftijd) op kilometer Voltarief Vaste voet 0,59 km. Km. Prijs 0,090 Vaste voet 0,59 Km. prijs 0,102 Vaste voet 0,71 Vaste voet 0,71 Vaste voet 0,53 Vaste voet 0,53 Vaste voet 0,47 Vaste voet 0,47 Vaste voet 0,59 Km. prijs 0,091 Vaste voet 0,59 Km. prijs 0,102 reductiepercentage op voltarief: 34% (leeftijdsreductie). Het betreft hier heel het vervoersgebied van de regio Rotterdam, exclusief Metro E tussen Pijnacker-Zuid en Den Haag Centraal. Voor Metro E (traject Pijnacker-Zuid-DH CS), wordt als uitgangspunt het tarief genomen zoals genoemd bij MRDH-018. tarief bestaand uit vaste component en variabel kilometerdeel. Het betreft hier heel het vervoersgebied regio Haaglanden, inclusief Metro E vanaf Pijnacker-Zuid. Vaste voet 0,71 20 % korting op kilometer Voltarief bij reizen met het product Altijd Korting Vaste voet 0,71 idem Vaste voet 0,53 40 % korting op kilometer Voltarief bij reizen met het product Altijd Korting voor jarigen. Vaste voet 0,53 idem Vaste voet 0,47 34 % leeftijdsreductie op kilometer Voltarief bij reizen met het product Altijd Korting. Vaste voet 0,47 idem Regioabonnementen voltarief: MRDH-027 Maand 1 ster 49,00 49,00 (niet geldig op BOB-bus / Fastferry) MRDH-028 Maand 2 ster 79,00 79,00 Idem MRDH-029 Maand 3 ster 117,00 118,00 Idem MRDH-030 Maand 4 ster 156,00 156,00 Idem MRDH-031 Maand 5 ster 194,00 195,00 Idem MRDH-032 Maand 6 ster 234,00 235,00 Idem Regioabonnementen reductie: MRDH-033 Maand 1 ster 31,00 32,00 Idem MRDH-034 Maand 2 ster 53,00 53,00 Idem MRDH-035 Maand 3 ster 78,00 78,00 Idem MRDH-036 Maand 4 ster 103,00 103,00 Idem MRDH-037 Maand 5 ster 129,00 129,00 Idem MRDH-038 Maand 6 ster 154,00 155,00 Idem Regioabonnementen Idem voltarief MRDH-039 Jaar 1 ster 490,00 490,00 Idem MRDH-040 Jaar 2 ster 790,00 790,00 Idem MRDH-041 Jaar 3 ster 1170, ,00 Idem MRDH-042 Jaar 4 ster 1560, ,00 Idem MRDH-043 Jaar 5 ster 1940, ,00 Idem MRDH-044 Jaar 6 ster 2340, ,00 Idem Regioabonnementen Idem reductie: MRDH-045 Jaar 1 ster 310,00 320,00 Idem MRDH-046 Jaar 2 ster 530,00 530,00 Idem MRDH-047 Jaar 3 ster 780,00 780,00 Idem MRDH-048 Jaar 4 ster 1030, ,00 Idem MRDH-049 Jaar 5 ster 1290, ,00 Idem MRDH-050 Jaar 6 ster 1540, ,00 Idem MRDH-051 Tourist Day Ticket 13,50 13,50 2

106 Specifiek per vervoerder RET/ RET Bus Nummer: Omschrijving Prijs/Tarief 2016 Prijs/Tarief 2017 Opmerkingen Losse kaartjes: MRDH-052 RET 1 uur 3,00 3,00 MRDH-053 RET 2 uur 3,50 3,50 MRDH-054 RET 2 x 1 uur 6,00 6,00 MRDH dagkaart wegwerpchipkaart 7,50 7,50 Geldig op metro/randstadrail, tram en bus RET. MRDH dag reductietarief 3,75 3,75 Idem. MRDH-057 RET-Uitkaartje 2,80 2,80 Wordt alleen verkocht via theaters en bij evenementen. MRDH-058 RET Nachtlijnen Chip saldo 4,60 Chip saldo 4,67 Enkele reis Wegwerpkrt 5,00 Wegwerpkrt 5,00 MRDH-059 RET Boetekaart i.c.m. PV/VT 53,50 53,50 Boete is 50 Euro, inclusief ritprijs t.w.v. 3,50 Euro MRDH-060 RET Controlekaart 40,00 40,00 MRDH-061 Fast Ferry Enkele vaart (voltarief) Enkele vaart (reductie) Dagretour (voltarief) Dagretour (reductie) 20-vaartenkaart 3,40 2,30 5,60 4,00 42,60 3,50 2,50 5,60 4,00 43,50 MRDH-062 RET-abonnement Maand Chipkaart Vastrecht 6,30 korting 20% Vastrecht 6,30 korting 20% Chipkaart kortingsproduct, Geldig op hele lijnennet RET (niet geldig op BOB-bus /Nachtnet /Fastferry) Idem. MRDH-063 RET-abonnement Maand Chipkaart Vastrecht 22,90 Korting 40% Vastrecht 23,00 Korting 40% MRDH-064 Enkele Rit TukTuk n.v.t. 1,50 MRDH-065 Combi-ticket NS-RET n.v.t. 18,00 i.v.m. metro Hoekse Lijn MRDH-066 Gecombineerd n.v.t. 4,06 i.v.m. metro Hoekse Lijn reisrecht NS-RET (RET-deel) MRDH-067 RET-abonnementen zakelijke markt: Voltarief: Maand 1 ster 46,00 46,00 Maand 2 ster 73,00 73,00 idem Maand 3 ster 109,00 110,00 idem Maand 4 ster 145,00 145,00 idem Maand 5 ster 180,00 181,00 idem reductietarief: Maand 1 ster 29,00 30,00 idem Maand 2 ster 49,00 49,00 idem Maand 3 ster 73,00 73,00 idem Maand 4 ster 96,00 96,00 idem Maand 5 ster 120,00 120,00 idem Voltarief: Jaar 1 ster 460,00 460,00 idem Jaar 2 ster 730,00 730,00 idem Jaar 3 ster 1090, ,00 idem Jaar 4 ster 1450, ,00 idem Jaar 5 ster 1800, ,00 idem reductietarief: Jaar 1 ster 290,00 300,00 idem Jaar 2 ster 490,00 490,00 idem Jaar 3 ster 730,00 730,00 idem Jaar 4 ster 960,00 960,00 idem Jaar 5 ster 1200, ,00 idem Identiek aan Regioabonnementen, maar uitsluitend geldig bij RET (met korting 7%) 3

107 HTM/ HTM Buzz Nummer: Omschrijving Prijs/Tarief 2016 Prijs/ reductietarief (1) 2016 Prijs/ Tarief 2017 Prijs/ reductietarief 2017 Interoperabiliteit MRDH-068 Avondurenabonn. jaar 120,00 n.v.t 120,00 n.v.t HTM/HTMbuzz chipkaart MRDH-069 Avondurenabonn. maand 20,00 n.v.t. 20,00 n.v.t. HTM/HTMbuzz chipkaart MRDH-070 HTM dagkaart 6,50 n.v.t. 6,50 n.v.t. HTM/HTMbuzz chipkaart en papier MRDH-071 HTM Alles kids groepsretour 25,00 n.v.t. 25,00 n.v.t. HTM/HTMbuzz chipkaart MRDH-072 Haaglanden Alles kids groepsretour 35,00 n.v.t. 35,00 n.v.t. HTM/HTMbuzz/ Veolia model chipkaart Opmerkingen Ook bij Veolia geldig. Opbrengstver-deling op basis van gebruik MRDH-073 P+R Hoornwijck 7,45 n.v.t. 7,45 n.v.t. HTM/HTMbuzz papier Gemeente betaalt HTM dit bedrag per voertuig. Afhankelijk van standpunt Gemeenteraad Den Haag en mogelijkheden techniek zal er mogelijk een andere opzet komen. Indien dit doorgaat, gelden de tarieven bij MRDH-074 en MRDH-075. MRDH-074 P+R Hoornwijck 1 e pers. n.v.t. n.v.t. 5,00 papier Afhankelijk van standpunt Gemeenteraad Den Haag en mogelijkheden techniek zal er mogelijk een andere opzet komen. Indien dit niet doorgaat, blijft het tarief bij MRDH- 073 alleen van kracht. MRDH-075 P+R Hoornwijck +1 pers. (max. 5) n.v.t. n.v.t. 1,00 papier Afhankelijk van standpunt Gemeenteraad Den Haag en mogelijkheden techniek zal er mogelijk een andere opzet komen. Indien dit niet doorgaat, geldt het tarief bij MRDH-073 alleen van kracht. 3,50 n.v.t. 3,50 n.v.t. HTM/HTMbuzz papier MRDH-076 Uurnetkaartje wagenverkoop MRDH-077 Ooievaarspas HTM/HTMbuzz chipkaart MRDH-078 HTM relatieretour 3,60 n.v.t. 3,60 n.v.t. HTM/HTMbuzz CT-kaart MRDH-079 HTM congreskaart 12,00 n.v.t. 12,00 n.v.t. HTM/HTMbuzz papier Drie dagen geldig MRDH-080 HTM congreskaart extra dag 3,50 n.v.t. 3,50 n.v.t. HTM/HTMbuzz papier Verkrijgbaar t/m 10 e dag MRDH-081 Kinderkaartje 2,50 n.v.t 2,50 n.v.t HTM/HTMbuzz chipkaart Een evt. HTMvoorstel voor lager tarief na evaluatie juli t/m september 2016 zal separaat ingediend worden. MRDH-082 Proces verbaal + ritprijs 55,00 n.v.t. 55,00 n.v.t. HTM/HTMbuzz papier Boete is 50 euro, inclusief ritprijs t.w.v. 5 euro. MRDH-083 HTM controlekaart (excl. Ritkaart 35,00 n.v.t. 35,00 n.v.t. HTM/HTMbuzz papier 4

108 MRDH-084 HTM Ritkaart 5,00 n.v.t. 5,00 n.v.t. HTM/HTMbuzz papier Geldig gedurende 2 uur bij HTM, HTMbuzz en RET. Reizigers die doorreizen met RET ontvangen daarnaast (kosteloos) een eenmalige chipkaart die na 1e check-in 2 uur geldig is. MRDH-085 HTM toonrechtregeling 7,50 n.v.t. 7,50 n.v.t. HTM/HTMbuzz n.v.t. Geen reisrecht maar administratie-kosten MRDH-086 MRDH-087 MRDH-088 Vrij vervoer (ex)personeel, familie, etc. Combikaart Madurodam (retour) Combikaart Scheveningen HTM/HTMbuzz chipkaart/ papier 2,80 n.v.t 2,80 n.v.t HTM papier /chipkaart 3,50 n.v.t. 3,50 n.v.t. HTM papier /chipkaart Regulier saldotarief Regulier saldotarief MRDH-089 NS spoordeelwinkel 4,00 2,50 4,00 2,50 HTM/HTMbuzz E-ticket Actie in combinatie met NS. MRDH-090 HTMbuzz nachtnet stempelkaart 5,00 n.v.t. 5,00 n.v.t. HTMBuzz Papier /OV-chip Papierenkaartje bedraagt 5 euro, als product op OV chipkaart 4,50 euro. MRDH-091 HTMbuzz nachtnet op 4,50 4,50 chipkaart saldo OV-chipkaart MRDH day travel ticket 16,50 n.v.t. 16,50 n.v.t. HTM/HTMbuzz CT kaart Te koop bij servicepunten, Hotels, VVV s en B&B in Den Haag e.o. Connexxion Nummer: Omschrijving Prijs/Tarief 2016 Prijs/Tarief 2017 Opmerkingen MRDH-093 Connexxion wegwerp ritkaartje stad (wagenverkoop) 3,00 3,00 Geldig binnen stad, bv binnen Spijkenisse of Hellevoetsluis Geldig voor één uur met recht van overstap MRDH-094 MRDH-095 Connexxion wegwerp ritkaartje streek (wagenverkoop) Parkshuttle ritprijs flatfare Voltarief Parkshuttle ritprijs korting 20 % (i.c.m. AK) Parkshuttle ritprijs korting 34 % Parkshuttle ritprijs korting 40 % (i.c.m. AK) Parkshuttle ritprijs korting 34 % + 20 % (i.c.m. AK en leeftijd) 5,00 5,00 Geldig voor rit regionaal Voorne Putten Geldig voor één uur met recht van overstap. Vaste voet 0,89 Vaste voet 0,89 Geldig voor een rit met de Ritprijs 0,50 Ritprijs 0,55 Parkshuttle Rivium Vaste voet 0,71 Ritprijs 0,40 Vaste voet 0,59 Ritprijs 0,33 Vaste voet 0,53 Ritprijs 0,30 Vaste voet 0,47 Ritprijs 0,264 Vaste voet 0,71 Ritprijs 0,44 Vaste voet 0,59 Ritprijs 0,363 Vaste voet 0,53 Ritprijs 0,33 Vaste voet 0,47 Ritprijs 0,290 Idem, 20 % korting bij reizen met het product Altijd Korting Idem, reductiepercentage op voltarief: 34% (leeftijdsreductie) Idem, 40 % korting bij reizen met het product Altijd Korting voor jarigen Idem, reizigers met 34 % leeftijdsreductie bij reizen met het product Altijd Korting MRDH-096 Ritkaart Parkshuttle 3,00 3,00 Geldig voor retourrit MRDH-097 Connexxion rituitrijkaart (controlekaart) 40,00 40,00 Reizigers zonder plaatsbewijs kunnen kiezen tussen de rituitrijkaart of een procesverbaal MRDH-098 Ritkaart Buurtbus 3,00 3,00 MRDH-099 Kids groepsticket 21,00 22,00 Dagkaart voor maximaal 15 kinderen + maximaal 3 begeleiders Veolia Nummer: Omschrijving Prijs/ Tarief 2016 MRDH-100 Ritkaartje Zoetermeer/Delft Prijs/ Reductietarief 2016 Prijs/ Tarief 2017 Prijs/ Reductietarief 2017 Interoperabiliteit Model Opmerkingen 2,00 n.v.t 2,00 n.v.t Veolia papier 5

109 MRDH-101 Ritkaartje streek 4,00 n.v.t. 4,00 n.v.t. Veolia papier MRDH-102 Groepskaart 28,00 n.v.t. n.v.t. n.v.t. Veolia papier Veolia Transport MRDH-103 Buurtbus ritkaart 2,00 1,20 2,50 n.v.t. Veolia papier MRDH-104 Veolia - n.v.t. n.v.t. Veolia CT-kaart geschenkkaart MRDH-105 Probeerkaartje - n.v.t. n.v.t. Veolia CT-kaart MRDH-106 Vrij vervoer - n.v.t. n.v.t. Veolia chipkaart personeel en familie MRDH-107 Veolia 40,00 n.v.t. 40,00 n.v.t. Veolia papier Rituitkaart (controlekaart) MRDH-108 Veolia dagkaart 8,50 n.v.t. 8,50 n.v.t. Veolia CT-kaart MRDH-109 Veolia gezinskaart 15,00 n.v.t. 15,00 n.v.t. Veolia CT-kaart MRDH-110 Veolia 10- rittenkaart MRDH-111 Haaglanden Alles kids groepsretour Veolia-HTM MRDH-112 Kids Groepsticket 35,00 n.v.t. 35,00 n.v.t. Veolia CT-kaart 35,00 n.v.t. 35,00 n.v.t. HTM/HTMbuzz/ Veolia n.v.t. 22,00 CT-kaart opbrengstverdeling op basis van gebruik 6

110

111

112

113

114

115

116

117

118

119

120 r Metropoolregio Rotterdam Den Haag T.a.V. Mevrouw I. de Bruijn Postbus 66 Gescand HTM Postadres HTM Personenvervoer N.V. Postbus KM Den Haag Bezoekadres Afdeling Reizigers 2501 CB Den Haag Koningin Julianaplein AA Den Haag Tel. +31 (0) Datum Uw brief van / kenmerk Behandeld door 15 juli D. Otto Betreft Ons kenmerk Aanbiedingsbrief Producten en tarieven A/&M/DO seccom@htm.nl Geachte mevrouw De Bruijn, Hierbij ontvangt u onze aanvraag tot vaststelling van de "Producten & tarieven 2017" voor het openbaar vervoer in de concessies van HTM rail en HTMbuzz. Bijgevoegd document toont alle in 2017 te voeren producten en tarieven De tarieven 2017 ontstaan door indexering van de 2016 tarieven met een LTI van 0,38%, afgerond als gebruikelijk. De LTI heeft een voorlopige status, later dit jaar zal in het LTK de LTI definitief worden vastgesteld. De landelijk te voeren producten en tarieven kennen eveneens een voorlopige status en ook deze worden later dit jaar in het LTK vastgesteld. Hieronder geven wij een beknopt informatie over hetgeen wij als wijziging voorstellen. 1. Kilometer tarief Het kilometer vol-tarief stijgt met 0,001 naar 0,155 per kilometer. 2. Kinderkaart Het tarief van de Kinderkaart staat vooralsnog op 2,50. Per 1 januari 2016 introduceerde HTM deze kaart met een actietarief van 1,50. Sinds 1 juli is het tarief 2,50. Het tarief 2017 wil HTM in oktober vaststellen op basis van de verkoopontwikkeling na de verhoging van het actietarief. Indien de verkoop aanzienlijk daalt zal HTM een lager tarief dan de nu voorgestelde 2,50 overwegen. HTM stelt voor om de leeftijdsgrens te verhogen van 11 naar 12 jaar, dit om beter aan te sluiten bij het Basisonderwijs waar veel vraag is naar dit vervoerbewijs. 3. Regio abonnementen HTM stelt voor om de Regio abonnementen 5 en 6 ster uit het assortiment te nemen en te vervangen door een "Zuidvleugel" abonnement. 5 en 6 ster abonnementen worden slechts in kleine aantallen verkocht en bieden de mogelijkheid, zonder grote tariefverhoging, te worden omgezet naar een abonnement voor de Zuidvleugel, mogelijk voor heel Zuid Holland. Een abonnement voor heel deze regio geeft een krachtige uitstraling van een grenzeloze samenwerking van openbaar vervoerbedrijven en politiek binnen deze regio. Daarnaast maakt dit het kopen van het abonnement eenvoudiger doordat kennis over zones, sterwaarden en concessiegebieden niet nodig is.... Graag bij correapondeotie.aan ons ksnmerksefereren HTM hoofdkantoor ING Bank Den Haag Kamer van Koophandel Algemeen tel:+31 (0) IBAN: NL26INGB UITP mme Website:

121 / HTM Pagina 2 van 2 Kenmerk /V&M/DO Datum 15 juli HTM Trajectabonnement Zoetermeer <> Den Haag Centrum Conform afspraak wordt het tarief van het Traject abonnement gelijk aan dat van het Regio abonnement 3 ster vol. In 2017 zouden beide producten voor hetzelfde tarief naast elkaar bestaan, waarna het Trajectabonnement per 2018 op zou houden te bestaan. HTM stelt voor om de verkoop al per 1 januari 2017 te stoppen. Door een grotere geldigheid is het 3 ster abonnement aantrekkelijker, maar veel reizigers zullen uit gewoonte een Trajectabonnement kopen. Hiermee zijn ze slechter af, wat tot ontevredenheid en klachten zal leiden. HTM meent dit te kunnen voorkomen door de verkoop te stoppen per 1 januari 2017 en het alternatief van een Regio abonnement 3 ster met zonenummer 5442 (Stompwijk) te promoten. 5. P&R Hoornwijck De Gemeente Den Haag is gestart met de ontwikkeling van een integraal P&R beleid. In gesprekken is gebleken dat de Gemeente de P&R-opzet in andere grote steden als voorbeeld neemt. Afhankelijk van het standpunt dat de Gemeenteraad hierover inneemt, en de termijn die technische aanpassingen aan apparatuur / investeringen vragen, zal HTM op enig moment in 2017 niet langer een OV-vergoeding van 7,45 per verkochte P&R kaart van de gemeente ontvangen. In plaats daarvan zal HTM de volledige opbrengsten van P&R-verkoop krijgen. De Gemeente draagt zorg voor de parkeergelegenheden. Een concreet productaanbod is nog niet vastgesteld en is afhankelijk van de technische mogelijkheden die de markt biedt. Vooralsnog wordt gedacht wordt aan een lijn of bestemming gebonden (dag)retour waarbij de eerste persoon 5,00 betaalt en iedere extra persoon 1,00 betaalt, waarbij het maximum aantal personen per auto is vastgesteld op 5. HTM wil met dit voorstel akkoord gaan. HTM verwacht met dit evenwichtige en beperkte aanbod van producten, waarvan veel tarieven ongewijzigd blijven, de reizigerstevredenheid positief te beïnvloeden en reizigersgroei te bevorderen. Wij vertrouwen erop u hiermee van dienst te zijn geweest en hopen spoedig een reactie op onze voorstellen van u te mogen vernemen. Met vriendelijke groet, _&// Erik Beenen / / Manager Reizigers. Bijlage: Overzicht Producten & Tarieven 2017 Bijl.: 1

122 LTI ,38% (Nog definitief vast te stellen in LTK 3e kwartaal 2016) Product omschrijving Vol tarief Reductie tarief Vol tarief Reductie tarief Saldo reizen + gerelateerde producten Opstap tarief 0,89 0,59 Kilometertarief *1) 0,155 0,102 0,154 0,102 Altijd Korting maand 17,50-17,50 Altijd Korting jaar 175,00-175,00 Geen verkoop / servicing door HTM rail / HTMbuzz OV Voordeel maand 11,00-11,00 OV Voordeel jaar 132,00 132,00 *1) "Rekentarief" vol-tarief: 2016 = 0,15425 / 2017 = 0,15484 Losse kaartjes HTM Uurnetkaart 3,50-3,50 HTM Dagkaart 6,50-6,50 HTM Kinderkaart *2) - 2,50-2,50 HTM 3 Day The Hague Travelcard 16,50-16,50 HTM Alles Kids Groepsretour 25,00-25,00 HTM Relatie Retour 3,60-3,60 HTM Kennismakingskaart HTM Congreskaart 1 e 3 dagen 12,00-12,00 HTM Congreskaart+1 dag (max. 10 dagen) 3,50-3,50 HTM Evenementen kaart 4,00-4,00 Tourist Day Ticket 13,50-13,50 Geen verkoop / servicing door HTM rail / HTMbuzz HTMbuzz Nachtbuzz stempelkaart 5,00-5,00 HTMbuzz Nachtbuzz saldo van OV-chipkaart 4,50-4,50 P&R Hoornwijck 1 e persoon *3) 5,00-7,45 P&R Hoornwijck+1 persoon (tot max. 5 personen) 1, Haaglanden Alles Kids Groepsretour 35,00-35,00 HTM/NS combikaart E-Ticket Spoordeelwinkel 4,00 2,50 4,00 2,50 HTM/NS Combikaart Madurodam uit NS automaat 2,80-2,80 HTM/NS Combikaart Scheveningen uit NS automaat 3,50-3,50 1 dag OV Vrij 10,50-10,50 Holland Travel Ticket 59,00-59,00 Off peak Holland Travel Ticket 39,00 ^ ^ 39,00 - *2) Afhankelijk van verkoopresultaat juli t/m september 2016 zal HTM mogelijk een voorstel voor een lager tarief indienen. *3) HTM overlegt met Gemeente Den Haag over P&R, waaronder de tarieven, mogelijk hierdoor in 2017 nog vergoeding van 7,45 per P&R Ticket. Abonnementen Regio abonnement maand 1-ster 49,00 33,00 49,00 31,00 Regio abonnement maand 2-ster 79,00 52,00 79,00 53,00 Regio abonnement maand 3-ster 117,00 78,00 117,00 78,00 Regio abonnement maand 4-ster 157,00 103,00 156,00 103,00 Regio abonnomont maand 5-ster 195,00 129,00 194,00 129,00 Regio abonnement maand 6-ster 235,00 155,00 234,00 154,00 Regio abonnement jaar 1-ster 490,00 330,00 490,00 310,00 Regio abonnement jaar 2-ster 790,00 520,00 790,00 530,00 Regio abonnement jaar 3-ster 1.170,00 780, ,00 780,00 Regio abonnement jaar 4-ster 1.570, , , ,00 Regio abonnement jaar ö-ster 1.950, , , ,00 Regio abonnement jaar 6 stor 2.350, , , ,00 Nieuw "Zuidvleugel" abonnement maand 198,00 133,00 Nieuw "Zuidvleugel" abonnement jaar 1.980, ,00 HTM Trajectabonnement DH <> Z'meer maand *5) 117,00-108,00 HTM Avonduren abonnement maand 20,00-20,00 HTM Avonduren abonnement jaar 120,00-120,00 Net abonnement jaar zakelijk 1.352, ,50 Geen verkoop / servicing door HTM rail / HTMbuzz Net abonnement maand 277,65 183,25 276,60 182,55 Net abonnement jaar 2.776, , ,50 OV Jaarkaart OV Vrij 1e persoon BTM-deel Onbekend - 656,40 OV-jaarkaart OV Vrij bijkaart+1 persoon BTM-deel Onbekend - 395,04 Budget Zeker Small 503,00-501,00 Budget Zeker Medium 787,00-784,00 Budget Zeker Large 1.194, ,00 - *4) Tarieven maand abonnement overgenomen uit voorstel MRDH *5) Conform afspraak tarief gelijk aan 3-ster Regio abonnement, voorstel HTM om per verkoop te staken. Boetes + gerelateerde kaarten Proces Verbaal (excl. Ritkaart) 50,00-50,00 HTM Controlekaart (excl. Ritkaart) 35,00-35,00 HTM Ritkaart ' uur geldig bij RET en HTM) 5,00-5,00 HTM Toonrechtregeling 7,50-7,50 - Diverse producten OV Studentenkaart - Ooievaarspas 65-plussers Sentire IVrij vervoer personeel, gezinsleden + gepensioneerden ^ -

123 Tariefplan 2017 Veolia Transport Haaglanden Dit document beschrijft het voorgenomen Tariefplan 2017 voor de concessie Haaglanden streek. Het tariefplan bestaat uit 3 onderdelen: a) Landelijk Tarievenkader (LTK ) en Landelijk Tarievenindex (LTI); b) Regionale tarieven en reisproducten; c) Planning. Wij verzoeken u in te stemmen met de voorgestelde tarieven en producten. Landelijke tarievenkader (LTK) en Landelijke Tarievenindex (LTI) Het Tarieven Bureau Openbaar Vervoer (TB-OV) stemt de landelijke tarieven met de verschillende decentrale overheden af en verzorgt ook de adviesaanvraag naar de landelijke consumentenorganisaties. Het resultaat hiervan zal, conform afspraak, één-opéén worden overgenomen en van toepassing zijn voor het openbaar vervoer in de concessie Zeeland. De landelijke tarievenindex wordt eind september definitief vastgesteld, maar is voorlopig bepaald op 0,382%. Een overzicht van de voorlopige tarieven van landelijke kaartsoorten is in de bijlage opgenomen. Regionale en/of bedrijfseigen tarieven en reisproducten Uitgangspunt voor de tariefaanvraag 2017 is dat het gemiddelde gewogen tarief van alle reisproducten niet boven de landelijke LTI ( 0,382%) uitkomt. Door uit te gaan van een gemiddelde is het mogelijk dat sommige tarieven boven de landelijke LTI-index uitkomen. Echter, dit zal gecompenseerd worden door andere reisproducten die niet of nauwelijks geïndexeerd worden, lees hetzelfde tarief hebben als in De facto stellen wij voor 2017 voor om van de regionale tarieven het km-tarief, de Regio abonnementen en het wagenverkoopkaartje van de buurtbus te verhogen. Alle andere tarieven handhaven we op het prijspeil van Onderstaand zijn eerst de reisproducten inhoudelijk omschreven en vervolgens zijn de afzonderlijke tarieven 2016 en 2017 (voorstel) weergegeven. 1. OV-chipkaart saldo reizen Het volledige tarief bestaat uit een opstaptarief (landelijk bepaald, op basis huidige indexatie: 0,89) en kilometer-tarief (per concessie te bepalen). Nieuwe betaalsystemen: Verschuiving Papier. Door de introductie van nieuwe betaalsystemen en -concepten: gecoördineerd via het NOVB (Nationaal Openbaar Vervoer Beraad), via de Coöperatie TLS en via de Coöperatie OV Betalen ontstaan er de komende drie jaar nieuwe manieren van betalen voor reizigers. Er is hierbij zeer aannemelijk dat huidige reizigers die betalen via een wagenverkoopkaartje overstappen naar reizen naar gebruik via EMV (bankpas)en/of Smart OV ( mobiele telefoon). Hierbij is er een grote verschuiving van papier naar saldo opbrengsten. Dit heeft negatieve gevolgen voor de huidige opbrengstenstructuur en de

124 kostendekkingsgraad van de concessie. Op basis van de landelijke gremia is de verwachting dat 70% van de huidige wagenverkoop hierdoor geleidelijk verschuift naar opbrengst naar gebruik (saldo). Dit betekent gemiddeld 50% minder opbrengst per rit van de huidige papierrealisatie (in 2016 naar verwachting 1,1 miljoen). Mocht in de toekomst blijken dat door het toegenomen gebruik van nieuwe betaalsystemen onze kostendekkingsgraad onder druk komt te staan, treden wij met u in overleg. Daling SOV MBO Per 1 januari 2017 komen MBO BOL-studenten van 16 en 17 jaar (BOL18-) ook in aanmerking voor een gratis studentenreisrecht. Dit is het resultaat van een onderhandeling van vervoerders met het Rijk, waarbij via ROVB de decentrale overheden betrokken zijn geweest. Doel van de onderhandelingen was om het SOV-contract voor de OV-sector te behouden. Door toevoeging van de groep BOL18- en een korting op de bestaande contractsom is dit doel bereikt. De groep BOL18- maakt nu relatief vaak gebruik van het OV en de gewijzigde landelijke regeling zal daarom voor een forse daling van het aantal normaal betalende reizigers leiden. Panteia heeft hiervoor onderzoek uitgevoerd naar de huidige reizigersopbrengsten. Voor deze concessie moet rekening worden gehouden met lagere normale reizigersopbrengsten. De vanaf 2017 gederfde reizigersopbrengst zal slechts deels worden gecompenseerd door hogere SOV-gelden en een verhoging van de geoormerkte incassovergoeding. De uiteindelijke kosten bedragen voor deze concessie naar verwachting Onzekerheid bestaat over het aantal MBO-studenten dat het Studentenreisrecht zal gaan afnemen en de uiteindelijke afspraken met het ministerie over de garantiestelling voor de geoormerkte incassovergoeding. De wijze waarop de BOL18- is geïntegreerd heeft instemming van het Directeurenoverleg ROVB van 2 juni en het ROVB bestuurlijk overleg van juni Omdat het behoud van het SOV-contract van groot belang is voor de continuïteit van het OV, en daarmee het opbrengstenniveau van de concessie, stellen wij voor om met elkaar in gesprek te gaan over de wijze van compensatie van de uiteindelijke kosten voor de verlenging van dit SOV-contract. De gederfde reizigersinkomsten zijn niet meegenomen in de berekening die ten grondslag ligt aan dit tariefvoorstel. Voor 2017 stellen wij voor het kilometer tarief te verhogen naar 0, In procenten betekent dit een verhoging met 1,712%; op een gemiddelde rit van 6,5 kilometer is dat een prijsverhoging van 1,7 cent per rit. Tariefgroep Regulier vol tarief 0, , OV-chipkaart Buurtbus Met ingang van 2017 is het mogelijk om de OV-chipkaart in de buurtbus te gebruiken. Reizigers betalen hierbij hetzelfde tarief als op de reguliere buslijnen. Daarnaast is op de Buurtbus een ritkaartje verkrijgbaar van 2,50. De reductieritkaart, 4- en 10- rittenkaarten (vol en reductie) vervallen per 1 januari Zodra de tariefaanvraag is goedgekeurd, zullen we de communicatie rondom het vervallen van de bestaande

125 kaarten opstarten, zodat reizigers op tijd hierover zijn geïnformeerd en de reeds gekochte kaarten tot eind van dit jaar op kunnen gebruiken. 3. Regio Abonnement Sinds 1 januari 2013 is het Regio Abonnement verkrijgbaar. Dit abonnement is met ingang van 2017 geldig bij alle stads- en streekvervoerders in de gehele provincie Zuid- Holland. Het Regio Abonnement is niet geldig op de trein. Het Regio Abonnement is verkrijgbaar in een maand- en jaarvorm. Evenals de voorgaande jaren is er een voltarief en een reductietarief voor kinderen, scholieren (t/m 18 jaar) en senioren (65+). Door alle bij het Regio Abonnement betrokken vervoerders wordt voorgesteld om de abonnementen te indexeren met definitieve LTI, waarbij de bedragen op hele euro s worden afgerond. Voltarief 2016 Voltarief 2017 Reductietarief 2016 Reductietarief ster 49,00 49,00 31,00 32,00 2 ster 79,00 79,00 53,00 53,00 3 ster 117,00 117,00 78,00 78,00 4 ster 156,00 157,00 103,00 104,00 5 ster 194,00 195,00 129,00 129,00 6 ster 234,00 235,00 154,00 155,00 Het jaarabonnement is 10x de prijs van het maandabonnement. Aanvullende maatregel Het komt regelmatig voor dat reizigers die in het bezit zijn van een abonnement, een stukje verder reizen buiten het geldige abonnementsgebied. Tot nu toe is het mogelijk dat houders van het Regio Abonnement kunnen inchecken in hun abonnementsgebied, terwijl ze een negatief saldo in de epurse hebben staan. Uitchecken buiten het abonnementsgebied is dan mogelijk, waarbij de vervoerder de saldo-opbrengsten misloopt. Ook zien we hierbij wel bewust gedrag van het niet uitchecken buiten het abonnementsgebied. In de Werkgroep Verdeling Regio Abonnementen (WVR) van 24 augustus 2016 is besloten om met ingang van het tariefjaar 2017 voor het Regio Abonnement bij het inchecken de zgn. initial fee te heffen. Reizigers in het bezit van een Regio Abonnement moeten zodoende zorgen dat hun saldotegoed op 0,- of hoger staat, alvorens ze kunnen inchecken. Zodoende wordt gewaarborgd dat reizigers ook het ritgedeelte dat buiten hun abonnement valt, direct (kunnen) betalen via de epurse op het moment dat ze uitchecken. Het spreekt voor zich dat deze maatregel op gepaste wijze gecommuniceerd wordt. 4. Ritkaarten Voor degenen die geen OV-chipkaart (bij zich) hebben, of niet voldoende saldo op hun OV-chipkaart hebben staan, is er de mogelijkheid om bij de chauffeur een ritkaart te kopen. Er zijn twee OV-ritkaarten: Ritkaart Delft/ Zoetermeer Deze kaart is geldig in zone 5426 in Delft en in zone 5441 in Zoetermeer in de bussen van Veolia én geldig op lijn 45 (Den Haag CS Leiden CS) tussen Leiden CS en Leiden Brahmslaan. Geldig voor één enkele reis op de dag van afstempeling, dus zonder overstappen. Ritkaart Streek Deze kaart is geldig in de bussen van Veolia Transport Haaglanden.

126 Geldig voor één enkele reis op de dag van afstempeling, dus zonder overstappen Ritkaart 2,- 2,- Delft/Zoetermeer/lijn 45 Ritkaart streek 4,- 4,- 5. Kids groepsticket Het Kids Groepsticket is bedoeld voor organisaties (school, BSO etc.), die met kinderen op reis gaan naar een recreatieve bestemming in de omgeving. Het is een papieren vervoerbewijs, ongedateerd, geldig op de dag van stempeling door de buschauffeur. Met één Kids Groepsticket mag een groep van maximaal 15 kinderen in de leeftijd van 4-11 jaar samen met maximaal 3 volwassen begeleiders na 9.00 uur onbeperkt reizen met Veolia, Connexxion, Hermes en Breng. Per bestelling van één of meerdere vervoerbewijzen wordt 10,00 handeling- en verzendkosten in rekening gebracht. We sluiten met dit product aan bij onze zusterorganisaties binnen Transdev. De bestaande groepskaart Haaglanden zal hiermee komen te vervallen. Tariefgroep Kids groepsticket Niet in het assortiment 22,00 6. Rituitrijkaart De rituitrijkaart wordt verkocht door controleurs (medewerkers Service en Veiligheid) en dienen ter vervanging van het proces verbaal. De rituitrijkaart is een instrument voor deze medewerkers om reizigers zonder geldig plaatsbewijs alsnog in het bezit te stellen van een geldig plaatsbewijs, als alternatief voor een boete. Ervaringen laten zien dat een rituitrijkaart de sociale veiligheid in en rond het voertuig ten goede komt. Het tarief van de rituitrijkaart is per 1 april 2016 verhoogd naar 40,00. In 2017 verhogen wij de prijs van de rituitrijkaart niet. Tariefgroep Rituitrijkaart 40,00 40,00 7. Tourist Day Ticket In het voorjaar van 2016 hebben de vervoerders Arriva, Connexxion, HTM, RET, Veolia Transport Haaglanden en de Waterbus tezamen met de opdrachtgevers MRDH en de Provincie Zuid-Holland het Tourist Day Ticket gelanceerd. Dit ticket biedt op de dag van de eerste incheck tot einde van de respectievelijke dienstregelingen een dag onbeperkt gebruik van het openbaar vervoer in de gehele provincie Zuid-Holland. Het ticket is niet geldig in de treinen, de Fast Ferries, het Driehoeksveer, Ferry, buurtbussen, nachtbussen, OV-taxi s en op de buslijnen 195 en Tourist Day Ticket 13,50 13,50

127 8. Geschenkdagkaart De geschenkdagkaart wordt door de Veolia klantenservice gebruikt als attentie of schadeloosstelling bij klachten. De kaart geeft recht op een dag gratis vervoer op alle lijnen van Veolia Transport Haaglanden. De kaart kent een nul tarief. 9. algemene actiekaart / probeerkaart Dit betreft specifieke kaartsoorten rondom speciale gelegenheden of andere (promotionele) doeleinden. Denk hierbij aan een Bevrijdingsfestival, Koningsdag, Kruidvat-actie en dergelijke. In voorkomende gevallen is het te bepalen (actie)-tarief voor risico van Veolia Transport, in die zin dat er geen sprake is van vergoeding voor mogelijke derving of andere kosten door MRDH. Deze generieke aanvraag vervangt alle losse tussentijdse aanvragen. Haaglanden voorstel Naam Prijs 2016 Prijs 2017 Saldoreizen Chipkaart reistegoed voltarief vaste voet 0,89 km prijs 0,15,4 vaste voet 0,89 km prijs 0,157 Regionale reisproducten Naam Prijs 2016 Prijs 2017 Regio Abonnementen vol tarief Maand 1 ster 49,00 49,00 Maand 2 ster 79,00 79,00 Maand 3 ster 117,00 117,00 Maand 4 ster 156,00 157,00 Maand 5 ster 194,00 195,00 Maand 6 ster 234,00 235,00 Regio Abonnementen reductie tarief Maand 1 ster 31,00 32,00 Maand 2 ster 53,00 53,00 Maand 3 ster 78,00 78,00 Maand 4 ster 103,00 104,00 Maand 5 ster 129,00 129,00 Maand 6 ster 154,00 155,00 Regio Abonnementen vol tarief Jaar 1 ster 490,00 490,00 Jaar 2 ster 790,00 790,00 Jaar 3 ster 1.170, ,00 Jaar 4 ster 1.560, ,00 Jaar 5 ster 1.940, ,00 Jaar 6 ster 2.340, ,00 Regio Abonnementen reductie tarief Jaar 1 ster 310,00 320,00 Jaar 2 ster 530,00 530,00

128 Jaar 3 ster 780,00 780,00 Jaar 4 ster 1.030, ,00 Jaar 5 ster 1.290, ,00 Jaar 6 ster 1.540, ,00 Regionale kaarten en producten Prijs 2016 Prijs 2017 ritkaartje Delft/Zoetermeer/lijn 45 2,00 2,00 ritkaartje streek 4,00 4,00 Veolia rituitrijkaart 40,,00 40,00 Ritkaart buurtbus 2,00 2,50 Kids Groepsticket 22,00 Tourist Day Ticket 13,50 13,50 Veolia Dagkaart 8,50 8,50 Veolia Gezinsdagkaart 15,00 15,00 Veolia 10-rittenkaart 35,00 35,00 Alles Kids Groepsretour HTM-Veolia 35,00 35,00 In bijlage 1 is hiertoe een financiële onderbouwing opgenomen. Planning Veolia Transport Haaglanden streeft ernaar om alle nieuwe tarieven, kaartsoorten per 1 januari 2017 operationeel te hebben. Om dit te realiseren is het van belang dat uiterlijk medio oktober 2016 uw akkoord is ontvangen. De tijd erna is nodig om de tariefaanpassingen door te voeren in alle systemen (zowel bij Veolia als ook bij externe partijen) en het druk- en distributieproces rondom papieren kaartsoorten te realiseren.

129 Bijlage 1: Financiële onderbouwing gemiddelde LTI Tariefplan 2017

130 Tariefplan 2017 Voorne Putten & Rozenburg, Parkshuttle Dit document beschrijft het voorgenomen Tariefplan 2017 voor de concessie Voorne Putten & Rozenburg. Het tariefplan bestaat uit 3 onderdelen: a) Landelijk Tarievenkader (LTK ) en Landelijk Tarievenindex (LTI); b) Regionale tarieven en reisproducten; c) Planning. Wij verzoeken u in te stemmen met de voorgestelde tarieven en producten. Landelijke tarievenkader (LTK) en Landelijke Tarievenindex (LTI) Het Tarieven Bureau Openbaar Vervoer (TB-OV) stemt de landelijke tarieven met de verschillende decentrale overheden af en verzorgt ook de adviesaanvraag naar de landelijke consumentenorganisaties. Het resultaat hiervan zal, conform afspraak, één-op-één worden overgenomen en van toepassing zijn voor het openbaar vervoer in de concessie Zeeland. De landelijke tarievenindex wordt eind september definitief vastgesteld, maar is voorlopig bepaald op 0,382%. Een overzicht van de voorlopige tarieven van landelijke kaartsoorten is in de bijlage opgenomen. Regionale en/of bedrijfseigen tarieven en reisproducten Uitgangspunt voor de tariefaanvraag 2017 is dat het gemiddelde gewogen tarief van alle reisproducten niet boven de landelijke LTI ( 0,382%) uitkomt. Door uit te gaan van een gemiddelde is het mogelijk dat sommige tarieven boven de landelijke LTI-index uitkomen. Echter, dit zal gecompenseerd worden door andere reisproducten die niet of nauwelijks geïndexeerd worden, lees hetzelfde tarief hebben als in De facto stellen wij voor 2017 voor om van de regionale tarieven het km-tarief en Regio abonnementen te verhogen en alle andere tarieven te handhaven op het prijspeil van Onderstaand zijn eerst de reisproducten inhoudelijk omschreven en vervolgens zijn de afzonderlijke tarieven 2016 en 2017 (voorstel) weergegeven. 1. OV-chipkaart saldo reizen Het volledige tarief bestaat uit een opstaptarief ( landelijk bepaald, op basis huidige indexatie: 0,89) en kilometer-tarief ( per concessie te bepalen). Nieuwe betaalsystemen: Verschuiving Papier. Door de introductie van nieuwe betaalsystemen en -concepten: gecoördineerd via het NOVB (Nationaal Openbaar Vervoer Beraad), via de Coöperatie TLS en via de Coöperatie OV Betalen ontstaan er de komende drie jaar nieuwe manieren van betalen voor reizigers. Er is hierbij zeer aannemelijk dat huidige reizigers die betalen via een wagenverkoopkaartje overstappen naar reizen naar gebruik via EMV (bankpas)en/of Smart OV ( mobiele telefoon). Hierbij is er een grote verschuiving van papier naar saldo opbrengsten. Dit heeft negatieve gevolgen voor de huidige opbrengstenstructuur en de kostendekkingsgraad van de concessie. Op basis van de landelijke gremia is de verwachting dat 70% van de huidige wagenverkoop hierdoor geleidelijk verschuift naar opbrengst naar gebruik (saldo). Dit betekent gemiddeld 50% minder opbrengst per rit van de huidige papierrealisatie (in 2016 naar verwachting ).

131 Mocht in de toekomst blijken dat door het toegenomen gebruik van nieuwe betaalsystemen onze kostendekkingsgraad onder druk komt te staan, treden wij met u in overleg. Voor 2017 stellen wij voor het kilometer tarief te verhogen naar 0, In procenten betekent dit een verhoging met 1,504%; op een gemiddelde rit van 8,5 kilometer is dat een prijsverhoging van 2 cent per rit. Tariefgroep Regulier vol tarief 0, ,13906 Regulier reductietarief (34% 0, , korting) 2. OV-chipkaart Buurtbus In de concessie Voorne Putten & Rozenburg is de OV-chipkaart geldig op de buurtbus. Reizigers betalen hierbij hetzelfde tarief als de reguliere buslijnen. Daarnaast is op de Buurtbus een ritkaartje verkrijgbaar van 1,10. Dit tarief wordt in 2017 niet aangepast. 3. Regio Abonnement Sinds 1 januari 2013 is het Regio Abonnement verkrijgbaar. Dit abonnement is met ingang van 2017 geldig bij alle stads- en streekvervoerders in de gehele provincie Zuid-Holland. Het Regio Abonnement is niet geldig op de trein. Het Regio Abonnement is verkrijgbaar in een maand- en jaarvorm. Evenals de voorgaande jaren is er een voltarief en een reductietarief voor kinderen, scholieren (t/m 18 jaar) en senioren (65+). Door alle bij het Regio Abonnement betrokken vervoerders wordt voorgesteld om de abonnementen te indexeren met definitieve LTI, waarbij de bedragen op hele euro s worden afgerond. Voltarief 2016 Voltarief 2017 Reductietarief 2016 Reductietarief ster 49,00 49,00 31,00 32,00 2 ster 79,00 79,00 53,00 53,00 3 ster 117,00 117,00 78,00 78,00 4 ster 156,00 157,00 103,00 104,00 5 ster 194,00 195,00 129,00 129,00 6 ster 234,00 235,00 154,00 155,00 Het jaarabonnement is 10x de prijs van het maandabonnement. Aanvullende maatregel Het komt regelmatig voor dat reizigers die in het bezit zijn van een abonnement, een stukje verder reizen buiten het geldige abonnementsgebied. Tot nu toe is het mogelijk dat houders van het Regio Abonnement kunnen inchecken in hun abonnementsgebied, terwijl ze een negatief saldo in de epurse hebben staan. Uitchecken buiten het abonnementsgebied is dan mogelijk, waarbij de vervoerder de saldo-opbrengsten misloopt. Ook zien we hierbij wel bewust gedrag van het niet uitchecken buiten het abonnementsgebied. In de Werkgroep Verdeling Regio Abonnementen (WVR) van 24 augustus 2016 is besloten om met ingang van het tariefjaar 2017 voor het Regio Abonnement bij het inchecken de zgn. initial fee te heffen. Reizigers in het bezit van een Regio Abonnement moeten zodoende zorgen dat hun saldotegoed op 0,- of hoger staat, alvorens ze kunnen inchecken. Zodoende wordt gewaarborgd dat reizigers ook het ritgedeelte dat buiten hun abonnement valt, direct (kunnen) betalen via de epurse op het moment dat ze uitchecken. Het spreekt voor zich dat deze maatregel op gepaste wijze gecommuniceerd wordt.

132 Daling SOV MBO Per 1 januari 2017 komen MBO BOL-studenten van 16 en 17 jaar (BOL18-) ook in aanmerking voor een gratis studentenreisrecht. Dit is het resultaat van een onderhandeling van vervoerders met het Rijk, waarbij via ROVB de decentrale overheden betrokken zijn geweest. Doel van de onderhandelingen was om het SOV-contract voor de OV-sector te behouden. Door toevoeging van de groep BOL18- en een korting op de bestaande contractsom is dit doel bereikt. De groep BOL18- maakt nu relatief vaak gebruik van het OV en de gewijzigde landelijke regeling zal daarom voor een forse daling van het aantal normaal betalende reizigers leiden. Panteia heeft hiervoor onderzoek uitgevoerd naar de huidige reizigersopbrengsten. Voor deze concessie moet rekening worden gehouden met lagere normale reizigersopbrengsten. De vanaf 2017 gederfde reizigersopbrengst zal slechts deels worden gecompenseerd door hogere SOV-gelden en een verhoging van de geoormerkte incassovergoeding. De uiteindelijke kosten bedragen voor deze concessie naar verwachting Onzekerheid bestaat over het aantal MBO-studenten dat het Studentenreisrecht zal gaan afnemen en de uiteindelijke afspraken met het ministerie over de garantiestelling voor de geoormerkte incassovergoeding. De wijze waarop de BOL18- is geïntegreerd heeft instemming van het Directeurenoverleg ROVB van 2 juni en het ROVB bestuurlijk overleg van juni Omdat het behoud van het SOV-contract van groot belang is voor de continuïteit van het OV, en daarmee het opbrengstenniveau van de concessie, stellen wij voor om met elkaar in gesprek te gaan over de wijze van compensatie van de uiteindelijke kosten voor de verlenging van dit SOV-contract. De gederfde reizigersinkomsten zijn niet meegenomen in de berekening die ten grondslag ligt aan dit tariefvoorstel. 4. OV-ritkaarten Voor degenen die geen OV-chipkaart (bij zich) hebben, of niet voldoende saldo op hun OV-chipkaart hebben staan, is er de mogelijkheid om bij de chauffeur een ritkaart te kopen. Er zijn twee OV-ritkaarten: OV-ritkaart Stad Deze kaart is 1 uur na afstempeling geldig in de bussen van Connexxion in Spijkenisse of Hellevoetsluis. Overstappen is mogelijk tot 45 minuten na afstempeling. Daarna kan men nog maximaal 15 minuten reizen. OV-ritkaart Streek Deze kaart is 1 uur na afstempeling geldig in de bussen van Connexxion in Voorne Putten en Rozenburg. Overstappen is mogelijk tot 45 minuten na afstempeling. Daarna kan men nog maximaal 15 minuten reizen OV-ritkaart Stad 3,- 3,- OV-ritkaart Streek 5,- 5,- Ritkaart buurtbus Het tarief voor de ritkaart van de buurtbus blijft in 2017 gelijk aan dat van De kaart kost 3, Kids groepsticket Het Kids Groepsticket is bedoeld voor organisaties (school, BSO etc.), die met kinderen op reis gaan naar een recreatieve bestemming in de omgeving. Het is een papieren vervoerbewijs, ongedateerd, geldig op de dag van stempeling door de buschauffeur. Met één Kids Groepsticket mag een groep van maximaal 15 kinderen in de leeftijd van 4-11 jaar samen met maximaal 3 volwassen begeleiders na 9.00 uur onbeperkt reizen met Connexxion, Breng en Hermes. Per bestelling van één of meerdere vervoerbewijzen wordt 10,00 handelingen verzendkosten in rekening gebracht.

133 In 2017 gaat het tarief met 1,- omhoog. Tariefgroep Kids groepsticket 21,00 22,00 6. Rituitrijkaart De rituitrijkaart wordt verkocht door controleurs (medewerkers Service en Veiligheid) en dienen ter vervanging van het proces verbaal. De rituitrijkaart is een instrument voor deze medewerkers om reizigers zonder geldig plaatsbewijs alsnog in het bezit te stellen van een geldig plaatsbewijs, als alternatief voor een boete. Ervaringen laten zien dat een rituitrijkaart de sociale veiligheid in en rond het voertuig ten goede komt. Het tarief van de rituitrijkaart is per 1 april 2016 verhoogd naar 40,00. In 2017 verhogen wij de prijs van de rituitrijkaart niet. Tariefgroep Rituitrijkaart 40,00 40,,00 7. Tourist Day Ticket In het voorjaar van 2016 hebben de vervoerders Arriva, Connexxion, HTM, RET, Veolia Transport Haaglanden en de Waterbus tezamen met de opdrachtgevers MRDH en de Provincie Zuid-Holland het Tourist Day Ticket gelanceerd. Dit ticket biedt op de dag van de eerste incheck tot einde van de respectievelijke dienstregelingen een dag onbeperkt gebruik van het openbaar vervoer in de gehele provincie Zuid-Holland. Het ticket is niet geldig in de treinen, de Fast Ferries, het Driehoeksveer, Ferry, buurtbussen, nachtbussen, OV-taxi s en op de buslijnen 195 en Tourist Day Ticket 13,50 13,50 8. Geschenkdagkaart De geschenkdagkaart wordt door Connexxion klantenservice gebruikt als attentie of schadeloosstelling bij klachten. De kaart geeft recht op een dag gratis vervoer op alle lijnen van Connexxion. De kaart kent een nul tarief. 9. algemene actiekaart / probeerkaart Dit betreft specifieke kaartsoorten rondom speciale gelegenheden of andere (promotionele) doeleinden. Denk hierbij aan een Bevrijdingsfestival, Koningsdag, Kruidvat-actie en dergelijke. In voorkomende gevallen is het te bepalen (actie)-tarief voor risico van Connexxion, in die zin dat er geen sprake is van vergoeding voor mogelijke derving of andere kosten door MRDH. Deze generieke aanvraag vervangt alle losse tussentijdse aanvragen. Tarieven Parkshuttle De Parkshuttle kent een vast tarief van 0,50 dat al een aantal jaren gelijk is gebleven. Het aandeel SOV-kaart reizigers ligt op 15%-20%. De Parkshuttle is niet meegenomen in de verdeling van de SOV-gelden. Wij willen deze reizigers gebruik laten blijven maken van de Parkshuttle, maar achten het mede daarom gerechtvaardigd dat we de prijzen van de Parkshuttle per 1 januari 2017 verhogen naar 0,60. Omdat het instaptarief gehandhaafd blijft op 0,89, komt het gemiddeld gewogen tarief uit op een stijging van iets meer dan 5% Parkshuttle 0,50 0,60 De feitelijke voorgenomen tarieven van de belangrijkste regionale kaartsoorten en/of reisproducten staan in onderstaand overzicht:

134 Voorne Putten & Rozenburg voorstel Naam Prijs 2016 Prijs 2017 Saldoreizen Chipkaart reistegoed voltarief Chipkaart reistegoed korting 20% (ICM AK) vaste voet 0,89 km prijs 0,137 vaste voet 0,71 km prijs 0,11 vaste voet 0,89 km prijs 0,139 vaste voet 0,71 km prijs 0,11 Chipkaart reistegoed korting 34% vaste voet 0,58 km prijs 0,090 vaste voet 0,59 km prijs 0,092 Chipkaart reistegoed korting 40% (icm AK) vaste voet 0,53 km prijs 0,822 vast voet 0,54 km prijs 0,834 Chipkaart reistegoed korting 34% + 20% (icm AK en leeftijd) vaste voet 0,46 km prijs 0,072 vaste voet 0,47 km prijs 0,073 Regionale reisproducten Naam Prijs 2016 Prijs 2017 Regio Abonnementen vol tarief Maand 1 ster 49,00 49,00 Maand 2 ster 79,00 79,00 Maand 3 ster 117,00 117,00 Maand 4 ster 156,00 157,00 Maand 5 ster 194,00 195,00 Maand 6 ster 234,00 235,00 Regio Abonnementen reductie tarief Maand 1 ster 31,00 32,00 Maand 2 ster 53,00 53,00 Maand 3 ster 78,00 78,00 Maand 4 ster 103,00 104,00 Maand 5 ster 129,00 129,00 Maand 6 ster 154,00 155,00 Regio Abonnementen vol tarief Jaar 1 ster 490,00 490,00 Jaar 2 ster 790,00 790,00 Jaar 3 ster 1.170, ,00 Jaar 4 ster 1.560, ,00 Jaar 5 ster 1.940, ,00 Jaar 6 ster 2.340, ,00 Regio Abonnementen reductie tarief Jaar 1 ster 310,00 320,00 Jaar 2 ster 530,00 530,00 Jaar 3 ster 780,00 780,00 Jaar 4 ster 1.030, ,00

135 Jaar 5 ster 1.290, ,00 Jaar 6 ster 1.540, ,00 Regionale kaarten en producten Prijs 2016 Prijs 2017 CXX wegwerp ritkaartje stad 3,00 3,00 CXX wegwerp ritkaartje streek 5,00 5,00 Connexxion rituitrijkaart 40,,00 40,00 Ritkaart buurtbus 3,00 3,00 Kids Groepsticket 21,00 22,00 Tourist Day Ticket 13,50 13,50 Kids Groepsticket 21,00 22,00 Parkshuttle (flat fare) 0,50 0,60 In bijlage 1 is hiertoe een financiële onderbouwing opgenomen (in deze onderbouwing is de Parkshuttle buiten beschouwing gelaten, omdat het hier een aparte concessie betreft). Planning Connexxion streeft ernaar om alle nieuwe tarieven, kaartsoorten per 1 januari 2017 operationeel te hebben. Om dit te realiseren is het van belang dat uiterlijk medio oktober 2016 uw akkoord is ontvangen. De tijd erna is nodig om de tariefaanpassingen door te voeren in alle systemen (zowel bij Connexxion, als externe partijen) en het druk- en distributieproces rondom papieren kaartsoorten te realiseren.

136 Bijlage 1: Financiële onderbouwing gemiddelde LTI Tariefplan 2017

137 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 16 november 2016 agendapunt 6 Onderwerp Voorstel Korte motivering Beleidsregel vergunning spoorvoertuigen werkmaterieel In te stemmen met de beleidsregel ten aanzien van het gebruik van railwerkvoertuigen op het spoor. Op basis van de Wet Lokaal Spoor heeft de Metropoolregio Rotterdam Den Haag een rol, taak en bevoegdheid om de veiligheid op het spoor te waarborgen. Als instrument is daarvoor o.a. het verlenen van vergunningen voor het indienststellen van de spoorweg en de spoorvoertuigen opgenomen in de Wet. De beleidsregel geeft aan dat railwerkvoertuigen, die niet deelnemen aan het verkeer, geen indienststellingsvergunning nodig hebben. De railwerkvoertuigen worden gebruikt door de beheerder of aannemers, voor het verrichten van onderhoud door het werkgebied in de openbare ruimte af te zetten en het spoor buiten dienst te nemen. Bovendien beoefent bediener van de railwerkvoertuig welke niet deelneemt aan het verkeer geen veiligheidsfunctie en hoeft dus niet medisch en psychisch te worden gekeurd in de zin van de WLS. Hiermee wordt bureaucratie en daarmee onnodige kosten voorkomen. Voorwaarde is dat de beheerder voorschrijft aan welke eisen de railwerkvoertuigen en de voertuigbediener moet voldoen en toezicht houdt op naleving. Deze voorwaarde wordt geformaliseerd door instemming met deze beleidsregel. De beleidsregel is in samenspraak met de beheerders van RET, HTM en de Inspectie Transport en Leefomgeving tot stand gekomen. Financiën n.v.t. Juridisch n.v.t. Communicatie De beleidsregel is tot stand gekomen in overleg met Juridische Zaken. Bijlagen 1. Concept Beleidsregel Gevolgde Presidium Vervoersautoriteit 12 oktober 2016 procedure Ambtelijk overleg Vervoersautoriteit 31 oktober 2016 Anders, te weten n.v.t. Verdere Adviescommissie n.v.t. Vervoersautoriteit procedure Zienswijzetermijn n.v.t. Dagelijks bestuur MRDH n.v.t. Algemeen bestuur MRDH n.v.t. Anders, te weten n.v.t. Openbaar besluit ja Contactpersoon Pieter Joosten Wet. bekendmaking nee Telefoonnummer

138 Beleidsregel Railwerkvoertuig: omtrent artikel 32 eerste lid en artikel 36 tweede lid van de Wet lokaalspoor (Wls) bij uitsluitend gebruik van railwerkvoertuig op de spoorweg voor werkzaamheden aan de spoorweginfrastructuur Inleiding Op basis van de Wet lokaalspoor (hierna: Wls) heeft de Metropoolregio Rotterdam Den Haag een rol, taak en bevoegdheid om de veiligheid op het spoor te waarborgen. Als instrument is daarvoor o.a. het verlenen van vergunningen voor het indienststellen van de spoorweg en de spoorvoertuigen opgenomen in de Wet. De lokale spoorweg is primair bestemd voor het openbaar vervoer van personen en/of goederenvervoer (Wls artikel 2 lid 2a). Van de spoorweg wordt gebruik gemaakt door een spoorvoertuig. Een spoorvoertuig is een voertuig bestemd voor verkeer over de lokale spoorweg (Wls artikel 1). Voor een spoorvoertuig dient een indienststellingsvergunning te zijn verleend (Wls artikel 32) en de bestuurder van een spoorvoertuig oefent een veiligheidsfunctie uit (Wls artikel 36 lid 2). Om de spoorweg veilig en in goede staat te houden is er beheer en onderhoud nodig. De Wls geeft aan dat hiervoor een beheerder dient te worden benoemd (hoofdstuk 3 Wls). De beheerder heeft de mogelijkheid de spoorweg buiten dienst en/of buiten gebruik te nemen (artikel 23 Wls). Voor het verrichten van onderhoud worden railwerkvoertuigen ingezet. Voor die railwerkvoertuigen die niet deelnemen aan het verkeer op het spoorweg en op de openbare weg, maar die zich wel op het spoor bewegen, is geen indienstellingsvergunning nodig conform de Wls. De bestuurder van de railwerkvoertuig beoefent geen veiligheidsfunctie in de zin van de Wls. Voor deze situatie geeft deze beleidsregel aan, welke eisen er door de beheerder moeten worden gesteld. Overwegende dat 1. op grond van artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht, kan de Bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag een beleidsregel vaststellen; 2. de door de Metropoolregio Rotterdam Den Haag aangestelde beheerder van de spoorweg als opdrachtgever optreedt voor het uit te voeren beheer en onderhoud aan het spoor en voor deze werkzaamheden geen vergunning op basis van artikel 12 van de Wls hoeft aan te vragen; 3. de beheerder de mogelijkheid heeft de spoorweg buiten dienst en/of buiten gebruik te nemen; 4. voor het beheer en onderhoud railwerkvoertuigen ingezet worden en veelal niet deelnemen aan het verkeer in de zin van de Wls en Wegenverkeerswet; 5. het van belang is dat de inzet van deze railwerkvoertuigen waar geen indienststellingsvergunning voor nodig is, zodanig gebeurt dat daarmee de veiligheid op het spoor gewaarborgd is. Besluit de Bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag het volgende: Beleidsregels railwerkvoertuig 2016 Blad 1 van 5

139 Beleidsregels ten aanzien van het gebruik van railwerkvoertuigen op het spoor Artikel 1 Tenzij anders vermeld gelden de definities van de Wet lokaalspoor uit art 1. Als aanvulling hierop gelden de volgende definities in het kader van deze beleidsregel: a. buitendienst gestelde spoorweginfrastructuur: spoorweginfrastructuur waarop het openbaarvervoer van personen en/of goederenvervoer niet meer is toegestaan; b. buitenbedrijf gestelde spoorweginfrastructuur: spoorweginfrastructuur waarop het openbaarvervoer van personen en/of goederenvervoer niet meer is toegestaan en is afgesloten van in dienst zijnde spoorweginfrastructuur door middel van fysiek genomen maatregelen; c. onderhoudswerk: alle activiteiten of werkzaamheden t.b.v. de instandhouding van de spoorweg; d. railwerkvoertuig: een voertuig dat uitsluitend wordt gebruikt voor onderhoudswerk en zich kan bewegen over het spoor; e. voertuigbediener: de bestuurder of indien het railwerkvoertuig geen bestuurder kent, de persoon die als verantwoordelijk is aangewezen voor het railwerkvoertuig. Artikel 2 Op het railwerkvoertuig is art 32 lid 1 van de Wet lokaalspoor niet van toepassing, als: f. de beheerder eisen heeft opgesteld waaraan het railwerkvoertuig dient te voldoen; g. het railwerkvoertuig voldoet aan de eisen van de beheerder en de beheerder toestemming heeft gegeven het railwerkvoertuig te gebruiken; h. het railwerkvoertuig zich uitsluitend beweegt op door de beheerder buitendienst of buitenbedrijf gesteld spoorweginfrastructuur en niet deelneemt aan het verkeer in de zin van de Wegenverkeerswet; i. het bewijs van toelating aanwezig is bij de voertuigbediener. Artikel 3 Op de voertuigbediener van het railwerkvoertuig genoemd in artikel 2, is art 36 lid 2 van de Wet lokaalspoor niet van toepassing, als a. de beheerder instructies heeft opgesteld waaraan de voertuigbediener zich dient te houden; b. de instructie bevat in ieder geval maar niet uitsluitend, het gebied van het buitendienst - of buitenbedrijf gesteld spoorweginfrastructuur waarbinnen het railwerkvoertuig zich mag bewegen; c. de beheerder de voertuigbediener toestemming heeft verleend het voertuig te bedienen nadat de beheerder zich heeft verzekerd dat de instructie door de voertuigbediener is ontvangen en is begrepen; d. de beheerder er op toeziet dat de voertuigbediener de instructies opvolgt; e. een kopie van de toestemming en de instructies aanwezig is bij de voertuigbediener. Beleidsregels railwerkvoertuig 2016 Blad 2 van 5

140 Artikel 4 Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels railwerkvoertuig 2016 en treden in werking op de dag na ondertekening. Aldus vastgesteld in de vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit van 16 november 2016,: A.L. Gleijm De secretaris P.J. Langenberg De voorzitter Beleidsregels railwerkvoertuig 2016 Blad 3 van 5

141 Toelichting Artikel 1 Het verschil tussen buitendienst en buitenbedrijf wordt gekenmerkt door: Buitendienst gesteld spoorweginfrastructuur: de werkplekbeveiliger is verantwoordelijk voor de veiligheid ter plaatse en kan op gezette tijden tussen de werkzaamheden de spoorweg weer vrij geven voor verkeer van spoorvoertuigen. Bij buitenbedrijf gesteld spoor is verkeer in de zin, van vervoeren van personen niet meer mogelijk, door genomen fysieke maatregelen zoals bijvoorbeeld: het uitgeschakeld zijn van de tractie; het wegnemen van een spoorverbinding; een wissel in gefixeerde richting te leggen. Onderhoudswerk bevat bijvoorbeeld ook inspecties van de bovenleiding waarvoor een ladderwagen in het spoor nodig is. Railwerkvoertuigen worden of zijn in het spoor gezette voertuigen. Het kunnen mechanisch voor bewogen voertuigen zijn, maar ook een platte wagen voor materialen of een ladder met railwielen. Daarom wordt er ook over voertuigbediener gesproken waar in eerste instantie de bestuurder mee wordt bedoelt en als dat niet aan de orde is, is dat de eerst verantwoordelijke voor het voertuig. Artikel 2 Het voertuig krijgt geen indienststellingsvergunning in de zin van de Wet lokaalspoor. Het beweegt zich op buitendienst of buitenbedrijf gesteld spoorweginfrastructuur en het neemt op dat moment niet deel aan het verkeer in de zin van de Wegenverkeerswet. Dit omdat het spoor buitendienst of buitenbedrijf is gesteld en dat het werkgebied voor overig verkeer, in de zin van de Wegenverkeerswet, is afgesloten. Hierbij wordt wel de eis gesteld dat het railwerkvoertuig moet voldoen aan de eisen van de beheerder en de beheerder zich op de hoogte stelt of hieraan wordt voldaan voordat hij het voertuig toelaat. In het bewijs van toelating kan de beheerder nog voorwaarde opnemen en een locatie of tijdslimiet verbinden. Dit is in lijn met de verantwoordelijkheid die de beheerder heeft voor de spoorweg; de veiligheid en het beheer en onderhoud (zie ook artikel 12 en 22 van de Wet lokaalspoor). De beheerder heeft voldoende invloed op de eigen dienst of de opdrachtnemer van het onderhoudswerk om eisen te kunnen stellen aan het railwerkvoertuig en de voertuigbediener zodat in lijn met artikel 32 lid 2 van de Wet lokaalspoor het voertuig zich kan bewegen over de spoorweg zonder verkeer. In bijzondere gevallen kan hij deze eisen ook stellen in het kader van artikel 12. Artikel 3 De voertuigbediener dient bekend te zijn bij de beheerder. Hij dient instructies te krijgen zodat hij de werkzaamheden op veilige wijze uitvoert zonder schade aan de spoorweginfrastructuur, binnen het onderhoudswerkterrein. Voorgaande staat los van de werkinstructies die de beheerder en/of de opdrachtnemer geeft aan de werknemers in het V&G-plan in het kader van ARBO regelgeving (de veiligheid van personen binnen het werkgebied). Het zwaartepunt van het wel of niet bekwaam zijn van de voertuigbediener ligt eveneens bij de ARBO wet en is primair een zaak van de beheerder indien werk in eigen dienst wordt uitgevoerd of van de opdrachtnemer van het onderhoudswerk. Beleidsregels railwerkvoertuig 2016 Blad 4 van 5

142 Beleidsregels railwerkvoertuig 2016 Blad 5 van 5

143 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 16 november 2016 agendapunt 7 Onderwerp Voorstel Korte motivering Beleidslijn Sociale Veiligheid in het Openbaar Vervoer De Beleidslijn Sociale Veiligheid in het Openbaar Vervoer vast te stellen. De Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) is verantwoordelijk voor het waarborgen van de sociale veiligheid in het openbaar vervoer. In de afgelopen periode is in samenwerking met de vervoerders en andere belanghebbende partijen zoals de gemeenten Rotterdam en Den Haag en de politie een beleidslijn sociale veiligheid voor het gehele metropoolregio opgesteld. Door de beleidslijn kan MRDH op hoofdlijnen monitoren, sturen en financiële middelen beschikbaar stellen. Financiën Juridisch Communicatie Bijlagen Gevolgde procedure Verdere procedure De beleidslijn bevestigt en formaliseert de huidige praktijk. Er is voor gekozen om de risicogestuurde inzet die in de afgelopen jaren is ingezet voort te zetten, waarbij MRDH financieel ondersteunt via de exploitatiesubsidies. Doel van het beleid is om het huidige relatief hoge niveau van sociale veiligheid minimaal te handhaven bij een gelijkblijvend budget. De vervoerders stellen jaarlijks een effectief en efficiënt maatregelenpakket per concessiegebied samen gebaseerd op dataverzameling en analyse. De vervoerders zijn tevens verantwoordelijk voor de uitvoering van dit maatregelenpakket. De rol en verantwoordelijkheid van de individuele gemeenten daarbij wijzigt niet ten opzichte van de huidige praktijk. MRDH geeft de richting van het beleid aan, maar schrijft geen maatregelen voor aangezien de vervoerders beschikken over expertise op het gebied van maatregelen ten behoeve van sociale veiligheid en specifieke gebiedskennis. Daarnaast verschilt de aard van de (concessie)gebieden binnen de MRDH waardoor één generiek maatregelenpakket voor het hele gebied niet volstaat. MRDH monitort of het gewenste veiligheidsniveau gehandhaafd blijft. MRDH geeft jaarlijks, als onderdeel van de exploitatiesubsidies, circa 55 miljoen euro aan sociale veiligheid in het openbaar vervoer uit. De beleidslijn helpt bij het effectief inzetten van deze middelen. n.v.t. n.v.t. 1. Beleidslijn Sociale Veiligheid in het Openbaar Vervoer. Presidium Vervoersautoriteit 12 oktober 2016 Ambtelijk overleg 31 oktober 2016 Vervoersautoriteit Anders, te weten 18 oktober 2016, METROCOV positief advies Adviescommissie n.v.t. Vervoersautoriteit Zienswijzetermijn n.v.t. Dagelijks bestuur MRDH n.v.t. Algemeen bestuur MRDH n.v.t. Anders, te weten n.v.t. Openbaar besluit ja Contactpersoon Jolanda Weijdt Wet. bekendmaking nee Telefoonnummer

144 Vergadering: 16 november 2016 Agendapunt: 7 Onderwerp: Beleidslijn Sociale Veiligheid in het Openbaar Vervoer. Datum: 16 november 2016 Contactpersoon: Jolanda Weijdt Telefoonnummer: Aan de bestuurscommissie Vervoersautoriteit, 1. Aanleiding en doel beleidslijn De Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) is verantwoordelijk voor het waarborgen van sociale veiligheid in het openbaar vervoer. Door de samenvoeging van de stadsregio Rotterdam en het Stadsgewest Haaglanden ontbrak het aan gezamenlijk vastgesteld beleid voor sociale veiligheid in het openbaar vervoer voor het gehele metropoolregio. In de afgelopen periode is in samenwerking met de vervoerders en andere belanghebbenden (waaronder politie, Openbaar Ministerie, gemeenten Den Haag en Rotterdam) een beleidslijn sociale veiligheid opgesteld. De beleidslijn legt vast: - welk kader MRDH voor ogen heeft met sociale veiligheid en de hiervoor gereserveerde financiële middelen (richting van het beleid); - wat de werkwijze is rond de monitoring en verantwoording van het beleid en de besteding van de financiële middelen (inrichting van het beleid); - hoe de invulling van de samenwerking met vervoerders en partners eruit ziet (verrichting van het beleid). De beleidslijn is van toepassing op alle concessies die de MRDH verleend heeft of in de looptijd van deze beleidslijn gaat verlenen. De beleidslijn heeft geen vaste looptijd en wordt herijkt als de actualiteit daarom vraagt. Door de beleidslijn kan MRDH op hoofdlijnen monitoren, sturen en financiële middelen beschikbaar stellen. In de concessies kunnen aanvullende specifieke wensen en eisen opgenomen worden ten behoeve van maatwerk of lokale situaties binnen de concessies. 2. Richting van het beleid: kader sociale veiligheid. Sociale veiligheid is een belangrijk maatschappelijk thema. Reizigers en personeel moeten zich veilig weten, steun ervaren en vertrouwen hebben om zich vrij te bewegen. De MRDH moet volgens de WP2000 voorschriften aan de concessies verbinden om een verantwoorde mate van veiligheid te waarborgen. De vervoerder is verantwoordelijk voor de realisatie van deze eisen en handhaving van de bedrijfsorde*. Waar de veiligheid in het openbaar vervoer ook de openbare orde raakt, verschuift de verantwoordelijkheid van de vervoerder naar gemeente en politie en voor de strafrechtelijke handhaving is het Openbaar Ministerie verantwoordelijk. 3. Inrichting van het beleid: werkwijze monitoring en verantwoording. * De afwezigheid van verstoring of bedreiging door direct of dreigend gevaar voor anderen in het voertuig en op haltes en stations die in eigendom zijn van het vervoersbedrijf of als de rechten van anderen in het voertuig of op haltes en stations van de vervoerder worden of dreigen te worden aangetast.

145 Bij het opstellen van de beleidslijn is de Strategische bereikbaarheidsagenda van de MRDH het vertrekpunt. De hoofdopgave van de metropoolregio is het realiseren van een duurzaam, compleet en robuust metropolitaan vervoersnetwerk. De centrale hoofddoelstelling is dat het openbaar vervoer hoogwaardiger wordt. Het streven naar veilig openbaar vervoer is een middel en een voorwaarde om tot hoogwaardig openbaar vervoer te komen. Een reiziger waardeert zijn reis als goed als er geen incidenten zijn en hij of zij zich veilig voelt. Een reiziger voelt zich veilig als de fysieke factoren rond het openbaar vervoer aantrekkelijk zijn ingericht en onderhouden. De MRDH beoogt hoogwaardig openbaar vervoer in de metropoolregio. Dit is in de beleidslijn vertaald naar twee hoofddoelstellingen voor sociale veiligheid: - het creëren van aantrekkelijk openbaar vervoer en een aangename omgeving: een reiservaring waarin reizigers en personeel zich prettig en beschermd voelen en zich met plezier bewegen door de metropoolregio; - het borgen van sociale veiligheid in het openbaar vervoer: een reiservaring waarin reizigers of personeel geen slachtoffer worden van overlast en agressie in en rond het OV. Er zijn twee indicatoren om (per concessie) het veiligheidsniveau te monitoren: 1. het reizigersoordeel over de totale rit; 2. het reizigersoordeel over de veiligheid in het algemeen. Gezien de verschillen in aard van de gebieden, lokale situaties en modaliteiten, zijn er per gebied eisen en ambities vastgesteld op basis waarvan getoetst wordt of het gewenste veiligheidsniveau is behaald. Concessie Klantenoordeel (reizigersoordeel) van de waardering van de totale rit in het openbaar vervoer. De aantrekkelijkheid van de rit wordt vanaf jaar 2016 en verder gewaardeerd met een Klantenoordeel (reizigersoordeel) van de waardering van de veiligheid in het algemeen. De veiligheid wordt vanaf jaar 2016 en verder gewaardeerd met een (PvE) Eis Ambitie (PvE) Eis Ambitie Stadsvervoer Den Haag, bus (HTMbuzz) - 7,7-7,6 Concessie bus Rotterdam e.o. (RET) 7,0 7,6 7,0 7,6 Regiovervoer Haaglanden (Veolia) 7,0 7,6-7,9 Bus Voorne-Putten/Rozenburg (Connexxion) 7,0 7,6-7,8 Stadsvervoer Den Haag, tram en RandstadRail 7,5 7,5 7,0 7,4 Haaglanden (Concessie Rail Haaglanden, HTM) Stadsvervoer Rotterdam, tram (RET) 7,5 7,8 7,0 7,6 Stadsvervoer Rotterdam, metro en RandstadRail (RET) Trein Rotterdam-Hoek van Holland (NS, per RET) 7,5 7,6 7,0 7,1-7,2-7,2 In bovenstaande tabel wordt onderscheid gemaakt tussen eisen en ambities. De eisen bestaan uit de minimaal te behalen cijfers zoals vastgelegd in de programma s van eisen. De ambities zijn gebaseerd op de OV-klantenbarometerscores uit Deze moeten minimaal behouden worden. Bij de busconcessies geldt dat ter voorbereiding op het verlenen van nieuwe concessies een nieuw Programma van Eisen Bus wordt opgesteld. Bij ingang van de toekomstige busconcessies in de periode vanaf 2018 gelden de eisen zoals benoemd in de nieuwe Programma s van Eisen. De eisen die in de tabel vermeld staan voor de railconcessies van RET en HTM, dienen conform de Programma s van Eisen gedurende de looptijd van de concessies met minimaal drie tiende punt te stijgen. 4. Verrichting van het beleid: uitvoering beleidslijn 2

146 De MRDH geeft de richting van het beleid aan. De vervoerders beschikken over kennis en kunde op het gebied van de inzet van maatregelen ten behoeve van sociale veiligheid. De vervoerders maken een passend maatregelenpakket per concessiegebied. De inzet van maatregelen vindt plaats op basis van dataverzameling en analyse. De risicogerichte aanpak van de afgelopen jaren wordt voortgezet. De concessiehouder stelt jaarlijks een uitvoeringsplan sociale veiligheid op. In dit plan staat een beschrijving van de veiligheidssituatie in het concessiegebied en een overzicht van de maatregelen die de concessiehouder neemt om de doelstellingen uit de beleidslijn te realiseren. De concessiehouder stelt kwartaalrapportages op waarin staat beschreven wat de voortgang is van het uitvoeringsplan en de uitvoering wordt gemonitord. De stand van zaken rondom de realisatie van de uitvoeringsplannen wordt elk kwartaal met MRDH besproken. MRDH stelt eisen aan de informatie die de vervoerders moeten leveren. Per concessie wordt bepaald hoeveel budget nodig is voor sociale veiligheid in het openbaar vervoer onder de noemer subsidie sociale veiligheid. Dit wordt vastgelegd in de concessieafspraken die worden afgesloten voorafgaand aan de start van een nieuwe concessieperiode. Voorgesteld besluit De Beleidslijn Sociale Veiligheid in het Openbaar Vervoer vast te stellen. 3

147 Metropoolregio Rotterdam Den Haag Beleidslijn Sociale Veiligheid in het Openbaar Vervoer Rapport - Concept november 2016 Jolanda Weijdt (MRDH) Mirjam Brussen (Twynstra Gudde)

148 Samenvatting De Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) is de opdrachtgever van het openbaar vervoer in de regio Rotterdam en Den Haag, bestaande uit 23 gemeenten met in totaal ongeveer 2,2 miljoen inwoners. Het is een wettelijke taak dat elke vervoersautoriteit (kwaliteits)eisen verbindt aan de concessies die worden verleend, onder meer over het waarborgen van sociale veiligheid in het openbaar vervoer. Sociale veiligheid gaat over de bescherming of het beschermd voelen tegen gevaar dat veroorzaakt wordt door of dreigt van het menselijk handelen in de openbare ruimte, in dit plan specifiek gericht op sociale veiligheid in het openbaar vervoer. Aanleiding en doel beleidslijn Door de samenvoeging van de stadsregio Rotterdam en het Stadsgewest Haaglanden ontbrak het aan gezamenlijk eenduidig beleid voor sociale veiligheid in het openbaar vervoer. De beleidslijn legt vast: - welk kader wij voor ogen hebben met sociale veiligheid en de hiervoor gereserveerde financiële middelen. Op die manier kan vanuit hetzelfde beleid in lopende en toekomstige aan- en inbestedingen van vervoersconcessies worden gewerkt (richting beleid). - wat de werkwijze is rond de monitoring en verantwoording van het beleid en de besteding van de financiële middelen tussen ons als vervoersautoriteit en concessieverlener in de rol als opdrachtgever, en de vervoersbedrijven als concessiehouders in de rol van opdrachtnemer (inrichting beleid). - hoe de invulling en samenwerking met vervoerders en partners (zoals politie en het OM) eruit ziet (verrichting beleid). De beleidslijn is van toepassing op alle concessies die de MRDH verleent of in de looptijd van deze beleidslijn gaat verlenen. Doelstellingen en indicatoren sociale veiligheid in het openbaar vervoer De centrale opgave voor het openbaar vervoer binnen de metropoolregio is het realiseren van hoogwaardig openbaar vervoer. De centrale opgave is vertaald naar twee doelstellingen voor sociale veiligheid in het openbaar vervoer: - het creëren van aantrekkelijk openbaar vervoer en een aangename omgeving. - het borgen van sociale veiligheid in het openbaar vervoer. De twee doelstellingen zijn geoperationaliseerd naar twee meetbare indicatoren met een eis en ambitie per concessie: - de reizigerswaardering (klantenoordeel uitgedrukt in een cijfer van 1 tot 10) van de totale rit in het openbaar vervoer. Deze waardering geeft een indicatie of er sprake is van een aantrekkelijk openbaar vervoer en een aangename omgeving. - de reizigerswaardering (klantenoordeel uitgedrukt in een cijfer van 1 tot 10) van de veiligheid in het algemeen in het openbaar vervoer. Deze waardering geeft een indicatie van de sociale veiligheid in het openbaar vervoer. Samenwerking concessieverlener en concessiehouders Jaarlijks stelt de concessiehouder een uitvoeringsplan sociale veiligheid in het openbaar vervoer op waarin wordt beschreven hoe de doelstellingen gerealiseerd worden. Per kwartaal wordt een kwartaalrapportage geschreven waarin de voortgang en de uitvoering van het uitvoeringsplan worden gemonitord. Er vinden kwartaalgesprekken plaats tussen de MRDH en de concessiehouder. Elk halfjaar wordt door de MRDH een kennisoverleg georganiseerd tussen alle concessiehouders in de metropoolregio om kennis en ervaring uit te wisselen. De uitkomsten uit dit kennisoverleg worden teruggekoppeld naar de gemeenten via de reguliere overlegcyclus.

149 Versiebeheer en besluitvormingsroute Versie Van reactie voorzien in Concept 0.1 Begeleidingscommissie (maart 2016) MT MRDH (maart 2016) Concept 0.2 METROCOV (april 2016) Provincie Zuid-Holland (mei 2016) Concept 0.3 MT MRDH (augustus 2016) Begeleidingscommissie (augustus 2016) Concept 0.4 Stuurgroep Veilig Rotterdam (11 oktober 2016) Presidium MRDH (12 oktober 2016) METROCOV (18 oktober 2016) Ambtelijk Overleg Vervoersautoriteit (31 oktober 2016) Concept 0.5 Definitieve vaststelling beleidslijn: Bestuurlijke Commissie Vervoersautoriteit (16 november 2016)

150 Inhoudsopgave Samenvatting 1. Beleidslijn als richtinggevend kader voor sociale veiligheid in het openbaar vervoer Aanleiding en doel beleidslijn Sociale veiligheid in het openbaar vervoer Wettelijke taken en verantwoordelijkheden 2 2. Onze visie op sociale veiligheid in het openbaar vervoer Weerbarstige werkelijkheid van sociale veiligheid in het openbaar vervoer Maatwerk, afstemming en samenwerking 5 3. Richting voor sociale veiligheid openbaar vervoer Centrale opgave: op weg naar hoogwaardig openbaar vervoer Doelstellingen sociale veiligheid in het openbaar vervoer 8 4. Uitvoering beleidslijn sociale veiligheid openbaar vervoer Beleidscyclus sociale veiligheid in het openbaar vervoer Overlegmomenten sociale veiligheid in het openbaar vervoer Toekenning financiële middelen Communicatie over sociale veiligheid 17 Bijlagen 1. Bijlage 1 - Overzicht concessies MRDH 2. Bijlage 2 - Wettelijke taken en verantwoordelijkheden 3. Bijlage 3 Kenmerken sociale veiligheid in het openbaar vervoer per gemeente 4. Bijlage 4 - Format Kwartaalrapportage 5. Bijlage 5 Begrippenlijst 6. Bijlage 6 Literatuuroverzicht

151 1. Beleidslijn als richtinggevend kader voor sociale veiligheid in het openbaar vervoer 1.1 Aanleiding en doel beleidslijn Wij, Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH), zijn de opdrachtgever van het openbaar vervoer in de metropoolregio Rotterdam en Den Haag. Onze regio bestaat uit 23 gemeenten met in totaal ongeveer 2,2 miljoen inwoners. Onze ambitie is om kwalitatief hoogwaardig openbaar vervoer te realiseren. Dat lukt alleen als het openbaar vervoer veilig, aantrekkelijk, betrouwbaar, snel en gemakkelijk is. Niet voor niets investeren wij jaarlijks meer dan 55 miljoen in sociale veiligheid in het openbaar vervoer. Door de samenvoeging van de stadsregio Rotterdam en het Stadsgewest Haaglanden ontbrak het aan gezamenlijk en eenduidig beleid voor sociale veiligheid in het openbaar vervoer. Deze voorliggende beleidslijn voorziet in duidelijke kaders als de basis voor de aanpak van sociale (on)veiligheid in het openbaar vervoer. De beleidslijn legt vast: - welk kader wij als vervoersautoriteit en concessieverlener voor ogen hebben met sociale veiligheid en de hiervoor gereserveerde financiële middelen. Op die manier kan vanuit hetzelfde beleid in lopende en toekomstige aan- en inbestedingen van vervoersconcessies worden gewerkt (richting van het beleid) - wat de werkwijze is rond de monitoring en verantwoording van het beleid en de besteding van de financiële middelen tussen ons als vervoersautoriteit en concessieverlener in de rol als opdrachtgever en de vervoersbedrijven als concessiehouders in de rol van opdrachtnemer (inrichting van het beleid) - hoe de invulling en de samenwerking met vervoersbedrijven en veiligheidspartners (zoals politie en het OM) eruit ziet (verrichting van het beleid). Door de beleidslijn kunnen wij op hoofdlijnen monitoren en sturen, als ook de financiële middelen beschikbaar stellen. De beleidslijn is voor de vervoerders een richtinggevend document voor de uitvoering van het sociale veiligheidsbeleid, bijvoorbeeld om passende maatregelen te kiezen voor het bereiken van de gestelde doelen. Voor de gemeenten, politie en het Openbaar Ministerie (OM) is de beleidslijn een handvat voor de gewenste richting die de MRDH op wil gaan als ook de basis voor de onderlinge samenwerking om onveiligheid terug te dringen. De beleidslijn is van toepassing op alle concessies die wij reeds verleend hebben (zie bijlage 1) of in de komende periode gaan verlenen. In het programma van eisen van elke concessie kunnen aanvullende specifieke wensen en eisen worden opgenomen ten behoeve van maatwerk en/of de lokale situatie binnen de betreffende concessie. 1.2 Sociale veiligheid in het openbaar vervoer Wij vinden sociale veiligheid in het openbaar vervoer een belangrijk maatschappelijk thema. Sociale veiligheid gaat over de bescherming of het beschermd voelen tegen gevaar dat veroorzaakt wordt door of dreigt van het menselijk handelen in de openbare ruimte. Gevaar in het openbaar vervoer heeft bijvoorbeeld te maken met overlast of agressie op haltes of geweld in het vervoermiddel. 1

152 Mensen zien vanuit hun eigen perspectief bepaalde risico s, vormen op basis daarvan een beeld en maken een inschatting of zij daar persoonlijk mee om kunnen gaan. Op basis van deze persoonlijke beleving wordt een afweging gemaakt of en hoe men met het openbaar vervoer reist. Veiligheid wordt veelal onderscheiden in objectieve en subjectieve veiligheid. De objectieve veiligheid gaat over veiligheid die objectief vast te stellen is, bijvoorbeeld het aantal keer dat mishandeling heeft plaatsgevonden of het aantal keer dat mensen beroofd zijn. Subjectieve veiligheid gaat over de waarneming en de beleving van veiligheid. Het gevoel dat je in angstige en/of bedreigende situaties terecht kunt komen en daarvan de risico s niet kunt hanteren, is van invloed op de bewegingsvrijheid. Beide begrippen samen geven inzicht in de sociale veiligheid in het openbaar vervoer. De afweging om met de tram, metro of bus te gaan, mag niet afhangen van angst of beeldvorming dat het openbaar vervoer niet veilig is. Wij willen juist dat iedereen in en buiten onze metropoolregio zich prettig voelt in het openbaar vervoer, omdat het een veilige openbare plek is. Waarborgen van sociale veiligheid bezien wij vanuit een breed perspectief op slachtofferschap. Wij willen bescherming organiseren gericht op het voorkomen van daadwerkelijk persoonlijk lichamelijk letsel (objectieve veiligheid), maar ook op het voorkomen van onveiligheidsgevoelens (gedachten, percepties en emoties) die onbehagen oproepen (subjectieve veiligheid). De afgelopen jaren hebben wij met andere (overheids)instanties samengewerkt aan het realiseren van een veilig openbaar vervoer voor reizigers en personeel. Ons gezamenlijk streven is dat reizigers en het personeel in het openbaar vervoer zich veilig weten, steun ervaren en vertrouwen hebben om zich in vrijheid te bewegen door de metropoolregio en andere delen in Nederland. 1.3 Wettelijke taken en verantwoordelijkheden In de Wet personenvervoer 2000 is vastgelegd dat aan elke concessie voor het openbaar vervoer voorschriften moeten worden verbonden om een verantwoorde mate van veiligheid te waarborgen voor zowel de reizigers als het personeel binnen het openbaar vervoer. Als vervoersautoriteit en concessieverlener stellen wij deze voorschriften op. Vervoersbedrijven als concessiehouders voeren deze voorschriften uit (zie ook bijlage 2). Een vervoerder is primair verantwoordelijk voor de handhaving van de bedrijfsorde in het openbaar vervoer waardoor sociale veiligheid in het openbaar vervoer ontstaat en wordt ervaren. In de dagelijkse praktijk wordt de vervoerder geconfronteerd met onveiligheid in en rond het voertuig en op en rond haltes en stations. De vervoerder heeft daardoor goed zicht op het onveiligheidsbeeld in het openbaar vervoer en bouwt kennis op over oplossingen en maatregelen die onveiligheid kunnen terugdringen. De veiligheid van het personeel van de vervoerder maakt deel uit van het arbeidsomstandighedenbeleid van het vervoersbedrijf. Waar de onveiligheid in het openbaar vervoer ook de openbare orde raakt, verschuift de verantwoordelijkheid van de vervoerder naar de gemeente en de politie. De burgemeester is belast met de handhaving van de openbare orde en bedient zich daarbij van de onder zijn gezag staande politie. De politie zorgt voor daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze hulp behoeven. Voor de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde is het OM verantwoordelijk. De gemeente en de politie hebben goed zicht op het onveiligheidsbeeld in de gemeente waar onveiligheid in het openbaar vervoer deel van uit maakt. 2

153 2. Onze visie op sociale veiligheid in het openbaar vervoer 2.1 Weerbarstige werkelijkheid van sociale veiligheid in het openbaar vervoer Hoewel op papier de verantwoordelijkheden rond sociale veiligheid helder lijken, weten we inmiddels uit ervaring dat de dagelijkse praktijk weerbarstiger is. Daar liggen verschillende oorzaken aan ten grondslag. We schetsen in deze paragraaf de dynamiek waarin wij met elkaar werken, om vanuit daar in de volgende paragraaf speerpunten te benoemen die wij belangrijk vinden voor de komende jaren. Ordeverstoringen houden zich niet aan de op papier beschreven grenzen Ordeverstoringen in het openbaar vervoer houden zich niet aan de op papier vastgelegde grenzen en scheidslijnen; ze vinden plaats in of rond het voertuig en verplaatsen zich naar de stationsomgeving of daarbuiten of ontstaan op looproutes op weg naar haltes en zetten zich voort in het voertuig. Bij een incident zijn daardoor al snel meerdere verantwoordelijken betrokken en is samenwerking gewenst om het incident op te lossen over grenzen van gemeenten, concessies en eenheden heen. Deze overlap tussen lokale veiligheid en sociale veiligheid in het openbaar vervoer leidt ook tot een lastig samenspel in de voorbereiding ter voorkoming van incidenten. Wij zijn als vervoersautoriteit van 23 gemeenten verantwoordelijk voor het stads- en streekvervoer in de metropoolregio waaronder het borgen van sociale veiligheid in het openbaar vervoer. Tegelijkertijd zijn de afzonderlijke gemeenten wettelijk eindverantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid. Wij maken vanuit onze verantwoordelijkheid afspraken met de vervoerders over sociale veiligheid in het openbaar vervoer, de gemeenten maken lokale afspraken over handhaving van de openbare orde en veiligheid waar sociale veiligheid in het openbaar vervoer deel van uit maakt. Wij zijn voor onze richting en beleid rond sociale veiligheid in het openbaar vervoer deels afhankelijk van keuzen en prioriteiten die elke gemeente afzonderlijk maakt in haar lokale veiligheidsbeleid en vice versa. Daarbij geldt dat de gekozen richting vanuit ons als MRDH of een gemeente in sommige gevallen met spoed bijgesteld kan worden, bijvoorbeeld door lokaal maatwerk vanwege een onverwachte toename van incidenten. Van de vervoerder vergt dit flexibiliteit en aanpassingsvermogen, wat niet altijd gemakkelijk is. Het kan leiden tot onduidelijkheid over wat wij als opdrachtgever vragen en een individuele gemeente wenst of tot gemeentelijke verschillen binnen hetzelfde concessiegebied. Generieke aanpak voor zo n divers gebied volstaat niet De metropoolregio omvat een groot gebied bestaande uit grote en kleine steden en dorpen met eigen economische, demografische en sociaal-geografische kenmerken. De diversiteit in het openbaar vervoer per gemeente in de metropoolregio is groot. Van bus tot boot, van tram, lightrail tot metro. Zo is er een gemeente met één buslijn, maar ook een gemeente waar (water)bus, tram, metro samenkomen op verschillende drukke knooppunten. Het maakt dan ook dat de ervaren onveiligheidsproblematiek per gemeente verschilt. In sommige gemeenten is nauwelijks overlast, terwijl in andere gemeenten verschillende plaatsen zijn aangewezen als hotspot of risicogebied. Hierdoor verschillen accenten in lokaal veiligheidsbeleid en wensen rond sociale veiligheid in het openbaar vervoer (zie bijlage 3). Tot slot verschilt in elke gemeente de politieke en bestuurlijke dynamiek en daarmee de aandacht voor veiligheidsvraagstukken. Gezien deze verschillen en eigen identiteit van elke gemeente is een generieke aanpak rond sociale veiligheid in het openbaar vervoer niet gewenst. Maatwerk is nodig, passend bij de context waar het vraagstuk speelt. 3

154 Sturingsinformatie kent allerlei praktische dilemma s Inzicht in aantal en soorten incidenten in het openbaar vervoer binnen onze regio is belangrijk, omdat het informatie bevat die nodig is om tot passende maatregelen over te gaan. En zo zijn er meer indicatoren die belangrijke informatie geven. Ervaring van de afgelopen jaren leert echter dat het meten van (sociale) veiligheid niet eenvoudig is. Dat heeft diverse oorzaken, zoals: - het meldingsbeleid van incidenten tussen vervoerders verschilt evenals de mogelijkheden en daarmee de toegankelijkheid om te melden (papier of digitaal, telefonisch of via WhatsApp) - de meldingsbereidheid na incidenten verschilt onder personeel en reizigers. Wat reiziger A tijdens zijn reis als incident ervaart of als onveilig beleeft, kan reiziger B op dezelfde reis juist niet ervaren als incident of onveilig - de landelijke A-B-C-methodiek om incidenten te categoriseren wordt verschillend geïnterpreteerd en gehanteerd door vervoerders waardoor onderlinge vergelijking tussen concessiegebieden binnen en buiten onze regio moeizaam is - er maar beperkt een relatie is tussen objectieve veiligheid (aantal incidenten) en subjectieve veiligheid (beleving) 1. Mensen kunnen zich erg onveilig voelen op plekken waar nauwelijks incidenten plaatsvinden. Het onveilig voelen kan reizigers weerhouden om gebruik te maken van het openbaar vervoer. Veiligheidsbeleving gaat altijd over de perceptie van de individuele reiziger en die kan erg verschillen - de verschillende partners, als gemeenten, politie en vervoerders, werken met verschillende informatiesystemen die niet aan elkaar gekoppeld zijn en ieder op een andere manier incidenten registreren. Het analyseren van onveiligheidsproblematiek in het openbaar vervoer is het meest volledig als informatie wordt samengevoegd of gesynchroniseerd met de registratie van partners, zoals politie, en gezamenlijk een analyse van deze informatie plaatsvindt om tot juiste duiding te komen (zo kan een plek met incidenten in een kleine gemeente als hotspot worden aangemerkt, terwijl een plek met hetzelfde aantal incidenten in een grotere gemeente niet als hotspot wordt aangemerkt). In de eerste Veiligheidsscan Openbaar Vervoer (september 2015) is geprobeerd per gemeente een beeld te geven van de veiligheidssituatie. Momenteel worden aanpassingen doorgevoerd om uit deze analyse betere sturingsinformatie te verkrijgen. Structurele aandacht voor sociale veiligheid is en blijft steeds noodzakelijk Ervaring leert dat er momenten zijn waarop het aantal incidenten redelijk stabiel is, maar er zijn ook momenten dat incidenten op specifieke plekken toenemen. Er wordt weleens gesproken van het waterbedeffect : inzet van (extra) maatregelen in het ene gebied leiden tot afname aldaar, maar tot verplaatsing en dus toename van incidenten elders. Ook tussen tijdstippen (avond, overdag, s nachts) en perioden (zomer, winter) zitten verschillen. Wat we in ieder geval weten, is dat incidenten helaas blijven voorkomen. Structurele aandacht is en blijft daardoor noodzakelijk. Juist omdat incidenten altijd met impact gepaard gaan en complex zijn om adequaat te bestrijden. De Monitor Veilige Publieke Taak (TNO, 2015) laat dit ook zien. Er zijn verschillen tussen sectoren in het aantal slachtoffers van agressie en geweld door derden. Agressie en geweld komt het meest voor bij werknemers met een publieke taak in de gezondheidszorg, maar ook bij de politie en in het openbaar verover. Mede daarom hebben wij het Convenant Veilige Publieke taak ondertekend (2012). 1 Zie bijvoorbeeld Centrum Criminaliteitspreventie Veiligheid of wetenschappelijke bronnen als van het Sociaal Cultureel Planbureau (2008). Sociale veiligheid ontsleuteld; veronderstelde en werkelijke effecten van sociaal veiligheidsbeleid of Vanderveen, G.N.G. (2006). Interpreting fear, crime, risk and unsafety. Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 4

155 Samenwerken als partner en concurrent is niet eenvoudig Tot slot, de onderlinge samenwerking tussen vervoerders tijdens perioden van aanbestedingen van vervoersconcessies kan soms extra spanning opleveren. Vervoersbedrijven zijn naast samenwerkingspartners op die momenten ook directe concurrenten van elkaar. De ervaring leert wel dat vervoerders hier ten aanzien van het uitwisselen van kennis en kunde rond sociale veiligheid professioneel mee omgaan. 2.2 Maatwerk, afstemming en samenwerking Bovenstaande dynamiek maakt dat wij als vervoersautoriteit speerpunten zien die belangrijk zijn voor een goed sociaal veiligheidsbeleid in onze regio. Speerpunten die met elkaar samenhangen. Als vervoersautoriteit willen wij zelf aan deze speerpunten werken, als ook vervoerders en veiligheidspartners stimuleren de handschoen op te pakken. Samenwerking als absolute must De ervaring van de betrokkenen in de afgelopen jaren leert dat daadwerkelijke ordehandhaving en daarmee de waarborging voor sociale veiligheid in het openbaar vervoer, alleen slaagt door onderlinge samenwerking tussen de vervoerder, gemeenten en de MRDH, maar ook de politie en het OM. Ieder heeft informatie over de veiligheidssituatie en samenvoeging en samenwerking leiden tot het best mogelijke beeld en passend handelen. Wij als MRDH zien het belang hiervan en stimuleren onderlinge samenwerking waar mogelijk. Het gezamenlijke belang van alle betrokkenen staat tenslotte voorop. Dat is het realiseren van een bereikbare, toegankelijke en veilige metropoolregio waarin het openbaar vervoer een aantrekkelijke en plezierige mogelijkheid is om je te verplaatsen binnen en buiten de regio. Elk incident vinden wij er één te veel. Regelmatige afstemming om tot afspraken te komen Ook veelgehoord vanuit gemeenten en vervoerders is dat op specifieke tijden ineens veel mensen gebruik maken van het openbaar vervoer waardoor het wachten of door drukte de kans op overlast en agressie vergroot wordt. Denk bijvoorbeeld aan lessen op middelbare scholengemeenschappen die tegelijkertijd uitgaan of grote evenementen die tot een piek aan reizigers leiden op sommige momenten. Reizigersstromen monitoren en spreiden vinden wij gewenst. Goede contacten, afspraken en het uitwisselen van informatie tussen vervoerders, gemeenten en politie rond evenementen, of met scholengemeenschappen, horecagebieden en dergelijke zijn van grote meerwaarde. Wij zullen in gesprekken met onze partners, als gemeenten, politie en OM, steeds benadrukken hoe belangrijk wij onderlinge afstemming met vervoerders vinden ter voorbereiding op en ter voorkoming van sociaal onveilige situaties. Dit geldt eveneens voor het samenvoegen van informatie om gezamenlijk een zo goed als mogelijk beeld van de veiligheidssituatie te verkrijgen ongeacht welk informatie- en registratiesysteem daarvoor wordt gebruikt. Toch leiden deze maatregelen helaas niet in alle gevallen tot het voorkomen van (ernstige) incidenten waarbij reizigers of personeel betrokken zijn. In dergelijke situaties is het voor ons van groot belang dat het personeel steun krijgt en kan terugvallen op de politie en het OM. Wederom geldt hier dat samenwerking cruciaal is. Regelmatige afstemming tussen vervoerders en politie om onderlinge samenwerking in tijden van nood goed te laten verlopen, vinden wij belangrijk. Net als afspraken over passende vervolging als daders worden gepakt ongeacht of slachtoffers reizigers of personeel betreffen. Informeren en terugkoppelen over het verloop van een zaak hoort daar in onze optiek vanzelfsprekend bij. Wij zullen dit blijven adresseren als vervoersautoriteit. 5

156 Ruimte voor maatwerk en een risicogerichte inzet Een generieke aanpak van maatregelen die werken in alle concessies achten wij niet wenselijk. Er moet in onze optiek ruimte zijn om steeds per situatie te kijken wat de passende maatregelen zijn. Daarbij vinden wij het van belang dat de focus ligt op plekken waar de kans op incidenten groot is of plekken die op grond van eerdere ervaringen als hotspot zijn aan te merken. De afgelopen jaren hebben de vervoerders hier reeds op ingezet en deze risicogerichte inzet wordt de komende jaren vanuit ons gestimuleerd. Wij vinden het belangrijk dat vervoerders inspelen op de actualiteit. Goede risicoanalyses en dataverzameling helpen om tot passende inzet te komen. Daarbij geldt ook dat gebruikelijke maatregelen of meer maatregelen, zoals meer camera s of meer toezicht, ook niet altijd tot minder incidenten leiden. Het gerichter, verspreider of flexibeler inzetten van het reeds aanwezige personeel kan soms net zo effectief zijn (Transtec Adviseurs, 2015; Twynstra Gudde, 2012). Ook de inzet van meer financiële middelen leidt niet per definitie tot minder incidenten of een hogere veiligheidsbeleving. Combinaties van maatregelen gericht op onveiligheid en veiligheid Eerder onderzoek laat zien dat combinaties van maatregelen elkaar kunnen versterken (zie bijvoorbeeld Transtec Adviseurs, 2015, Taskforce Veiliger Openbaar Vervoer, 2009). Wij willen dat maatregelen niet op zichzelf staan maar aanvullend zijn op de bestaande reguliere maatregelen die een vervoerder reeds inzet. Daarbij stimuleren wij preventieve en repressieve maatregelen om incidenten te voorkomen, dan wel te bestrijden. Wat in veel verschillende gemeenten terugkeert als probleem is dat stationsomgevingen of halten soms rommelig ogen door foutgeparkeerde fietsen of vuil. Een rommelige aanblik kan bij reizigers invloed hebben op veiligheidsgevoelens. Wij onderschrijven het adagium van veel gemeenten, maar ook de vervoerders in onze regio: schoon en heel is veiliger. Wij moedigen verzorgde, onbeschadigde, overzichtelijke stationsomgevingen, busstations, halten en toevoerrouten van harte aan en brengen dit onder de aandacht bij gemeenten. Uit voorbeelden van vervoerders van de afgelopen jaren weten we hoe belangrijk het klantvriendelijk bejegenen van reizigers is. Door hen te ontvangen en te behandelen als gasten in het openbaar vervoer wordt de kans op agressie en overlast verkleind en gaat daar een de-escalerend werking vanuit. Zoals vervoerders ervaren: reizigers die zich als gast behandeld voelen, gedragen zich ook als gast. Regels worden gerespecteerd, materiaal wordt met respect gebruikt. De komende jaren willen wij de maatregelen rond gastheerschap blijven aanmoedigen. Kaartcontrole en repressie blijft uiteraard noodzakelijk, maar gaat ten alle tijde gepaard met een vriendelijke en behulpzame houding van personeel dat weet om te gaan met conflicten en agressie. Sturen op vertrouwen in kennis en expertise Deze beleidslijn beoogt vast te leggen welk kader wij als MRDH voor ogen hebben en de hiervoor gereserveerde middelen. We willen doelstellingen meegeven die wij willen bereiken en te monitoren zijn met streefcijfers (zie ook volgende hoofdstuk). Tegelijkertijd willen we naast verantwoording van cijfers ook oog en oor houden voor het verhaal. Wij willen met de vervoerders samenwerken en in gesprek blijven om op die manier het verhaal achter de cijfers ook goed te kennen. 6

157 Een ander belangrijk punt is dat we kiezen om in deze beleidslijn geen maatregelen uit te werken die wij willen zien of verwachten van vervoerders. Wij willen de richting geven, maar vertrouwen op de kennis en expertise van de vervoerders in het uitwerken van een passend maatregelenpakket voor het concessiegebied. Door hun dagelijkse ervaring achten wij hen in staat de richting te vertalen. Daarnaast beschrijven de vervoerders bij de aan- of inbesteding al hun voornemens rond sociale veiligheid op grond van opgedane kennis en ervaring. Belangrijk hierbij te noemen is dat we uit eerder onderzoek weten dat het evalueren van veiligheidsbeleid niet eenvoudig is (bijvoorbeeld Sociaal Cultureel Planbureau, 2008, Kwink Groep/ TU Delft, 2015). Het verband tussen beleid, maatregelen, resultaten en effecten is niet tot nauwelijks te leggen (doeltreffendheid en doelmatigheid). Effecten van veiligheidsbeleid laten zich moeilijk meten. Ook toerekenbaarheid van de prestatie aan alleen de vervoerder is lastig als de prestatie het resultaat van samenwerking tussen verschillende partijen is. Eveneens geldt dat de verantwoording van financiële middelen niet eenvoudig is. Er is bekend welke middelen beschikbaar zijn en hoe zij besteed zijn, maar het effect daarvan op één modaliteit of concessiegebied is bijna niet mogelijk. Al met al kunnen we dus concluderen dat prestaties moeilijk kwantificeerbaar zijn. We zoeken daarom naar een goede balans tussen meetbare doelstellingen gecombineerd met een gesprek waarin verantwoording, leren en ontwikkelen hand in hand gaan. We kiezen nadrukkelijk voor het stimuleren van samenwerking om sociale veiligheid te borgen in het openbaar vervoer. Daar zullen we in de evaluatie van het beleid nadrukkelijk bij stilstaan. Inspelen op actualiteit Tot slot kunnen we concluderen dat we de afgelopen jaren te maken hebben gekregen met crisissituaties die we vooraf niet hadden bedacht en konden overzien, denk bijvoorbeeld aan terrorisme in het openbaar vervoer (zoals in Brussel in 2016). Onze inschatting is dat dit de komende jaren helaas niet anders zal zijn. Ook hiervoor geldt dat onderlinge samenwerking en afstemming cruciaal zijn en blijven om op dergelijke (crisis)situaties adequaat in te spelen. Wij houden zelf actief de ontwikkelingen en actualiteiten bij, maar sporen vervoerders, gemeenten en veiligheidspartners aan dit tevens actief te doen en te delen. 7

158 3. Richting voor sociale veiligheid openbaar vervoer 3.1 Centrale opgave: op weg naar hoogwaardig openbaar vervoer De hoofdopgave van onze metropoolregio is het realiseren van een duurzaam, compleet en robuust metropolitaan netwerk van openbaar vervoer, auto en fiets. Het streven is dat economische toplocaties, woningen, arbeidsplaatsen en voorzieningen snel bereikbaar zijn en de reis met het openbaar vervoer concurrerend is qua reistijd ten opzichte van dezelfde reis met de auto tijdens de spits. Ook is het van belang dat de metropoolregio qua openbaar vervoer snel en goed is verbonden met omliggende gebieden als de Metropoolregio Amsterdam, Utrecht, Zuid-Holland, Noord-Brabant, de Vlaamse Ruit en Rhein-Ruhr-gebied. De komende periode worden de richtlijnen voor het openbaar vervoersnetwerk binnen de MRDH uitgewerkt in de Kadernota Openbaar Vervoer (zie voor meer informatie Ontwerp uitvoeringsagenda bereikbaarheid , MRDH, februari 2016). De ambitie is om te komen tot één integraal openbaar-vervoersysteem binnen de metropoolregio dat optimaal voorziet in de deur-tot-deurreis. De centrale doelstelling is dat het openbaar vervoer hoogwaardiger wordt. Dat wil zeggen dat het openbaar vervoer uitstekende kwaliteit biedt, want het is: - aantrekkelijk (toegankelijk, comfortabel) - sociaal veilig (beschermd voelen, geen gevaar) - betrouwbaar (nooit lang wachten, goede en actuele informatievoorzieningen, voldoende zitplaatsen) - snel (sneller dan auto en fiets, frequent, snelle aansluitingen) - gemakkelijk (herkenbaar en samenhangend). Door dit integrale openbaar vervoersysteem kan de reiziger met gemak door de hele metropoolregio reizen en eenvoudig overstappen op andere knooppunten/hoofdverbindingen om met het openbaar vervoer (zoals een Sprinter, Intercity of ICE) interregionale of internationale bestemmingen te bereiken. Het belang van en de aandacht voor sociale veiligheid staat dan ook niet ter discussie bij het realiseren van deze ambitie. 3.2 Doelstellingen sociale veiligheid in het openbaar vervoer Het streven naar veilig openbaar vervoer is een middel en een voorwaarde om tot hoogwaardig openbaar vervoer binnen de metropoolregio te komen. Een reiziger waardeert zijn reis als goed als er geen incidenten zijn en hij of zij zich veilig voelt. Een reiziger voelt zich veilig en beleeft een veilige reis als de fysieke factoren rond het openbaar vervoer aantrekkelijk zijn ingericht en onderhouden. Denk bijvoorbeeld aan het ontwerp en de inrichting (zoals een overzichtelijke en toegankelijke stationsomgeving), maar ook het beheer (zoals schoon, heel en onderhouden). Het terugdringen van het aantal incidenten in het openbaar vervoer en het verhogen van de veiligheidsbeleving vraagt daarmee om inzet die gericht is op het voorkomen en bestrijden van onveiligheid en om inzet, gericht op het verhogen van de aantrekkelijkheid van het openbaar vervoer en haar omgeving. 8

159 3.2.1 Terugblik sociale veiligheid afgelopen jaren Wanneer wij terugkijken op de inzet van de vervoerders in onze regio, maar ook gemeenten, politie en OM de afgelopen jaren, kunnen wij op basis van de cijfers vaststellen dat er succesvol is gewerkt aan het verbeteren van de sociale veiligheid in het openbaar vervoer. De waardering die reizigers toekennen aan de veiligheid in het algemeen in de concessies is een ruime voldoende voor alle vervoersmodaliteiten over de afgelopen jaren en is stabiel dan wel stijgend (OV-klantenbarometer 2015). Tabel 2. Reizigerswaardering veiligheid algemeen (bron: OV-klantenbarometer 2015) Concessie Stadsvervoer Den Haag, bus (HTMbuzz) 7,6 7,6 7,7 7,6 7,6 Concessie bus Rotterdam e.o. (RET) 7,7 7,4 7,6 7,6 7,6 Regiovervoer Haaglanden (Veolia) 7,8 7,7 7,8 7,8 7,9 Bus Voorne-Putten/Rozenburg (Connexxion) 7,5 7,4 7,6 7,7 7,8 Stadsvervoer Den Haag, tram (HTM) 6,8 7,0 6,9 7,2 7,2 RandstadRail tram Haaglanden (HTM) 7,1 7,2 7,2 7,2 7,5 Stadsvervoer Rotterdam, tram (RET) 7,2 7,1 7,4 7,5 7,6 Stadsvervoer Rotterdam, metro en RandstadRail (RET) 7,1 7,0 7,1 7,2 7,1 Trein Rotterdam-Hoek van Holland (NS) 7,3 7,2 7,3 7,3 7,2 Ook de aantrekkelijkheid van de reis is de afgelopen jaren binnen onze concessies als ruim voldoende beoordeeld en voor de bus, tram en metro zelfs met tienden gestegen (OV-klantenbarometer 2015). De waardering voor de aantrekkelijkheid van de reis van de totale rit komt voort uit de gemiddelde waardering op items als zitplaats, netheid, vriendelijkheid, gemak instappen en kopen, punctualiteit, tarief, overstaptijd, frequentie et cetera. Tabel 3. Reizigerswaardering totale rit (bron: OV-klantenbarometer 2015) Concessie Stadsvervoer Den Haag, bus (HTMbuzz) 7,4 7,5 7,5 7,5 7,7 Concessie bus Rotterdam e.o. (RET) 7,5 7,3 7,5 7,7 7,6 Regiovervoer Haaglanden (Veolia) 7,5 7,4 7,4 7,7 7,6 Bus Voorne-Putten/Rozenburg (Connexxion) 7,4 7,4 7,5 7,6 7,6 Stadsvervoer Den Haag, tram (HTM) 7,1 7,2 7,1 7,3 7,4 RandstadRail tram Haaglanden (HTM) 7,2 7,4 7,4 7,4 7,5 Stadsvervoer Rotterdam, tram (RET) 7,2 7,3 7,6 7,7 7,8 Stadsvervoer Rotterdam, metro en RandstadRail (RET) 7,2 7,4 7,5 7,5 7,6 Trein Rotterdam-Hoek van Holland (NS) 7,4 7,4 7,2 7,2 7, Doelstellingen en meetbare indicatoren Wij beogen een hoogwaardig openbaar vervoer in de metropoolregio. Wij vertalen dit naar twee doelstellingen voor sociale veiligheid: - het creëren van aantrekkelijk openbaar vervoer en een aangename omgeving. Wij streven naar een reiservaring waarin reizigers en personeel zich prettig en beschermd voelen en zich met plezier bewegen door de metropoolregio. - het borgen van sociale veiligheid in het openbaar vervoer. Wij streven naar een reiservaring waarin reizigers of personeel geen slachtoffer worden van overlast en agressie in en rond het OV 9

160 De twee doelstellingen zijn geoperationaliseerd naar twee indicatoren: - de reizigerswaardering (klantenoordeel uitgedrukt in een cijfer van 1 tot 10) van de totale rit in het openbaar vervoer, bestaande uit verschillende deelitems als zitplaats, netheid, vriendelijkheid, punctualiteit, frequentie et cetera. Deze waardering geeft een indicatie of er sprake is van een aantrekkelijk openbaar vervoer en een aangename omgeving. - de reizigerswaardering (klantenoordeel uitgedrukt in een cijfer van 1 tot 10) van de veiligheid in het algemeen in het openbaar vervoer. Deze waardering geeft een indicatie van de sociale veiligheid in het openbaar vervoer. Voor beide indicatoren geldt dat wij een eis en een ambitie stellen (zie tabel 4). - De eis betreft het minimaal behalen van de gestelde cijfers op beide indicatoren die zijn vastgelegd in het Programma van Eisen voorafgaand aan de gunning van elke concessie 2. Deze eis is een ondergrens. - De ambitie betreft het minimaal behouden van het cijfer op beide indicatoren per concessie zoals behaald in de OV-klantenbarometer De ambitie is in bijna alle gevallen hoger dan de gestelde eis en past tevens bij de huidige subsidie sociale veiligheid. Wij onderbouwen graag hoe wij tot deze doelstellingen, indicatoren met eisen en ambities zijn gekomen: - er is gezocht naar doelstellingen en indicatoren die informatie geven over de veiligheidssituatie in en rond het openbaar vervoer en die een redelijk beeld kunnen verstrekken van de werkelijke veiligheidssituatie. - er is gekozen om te kijken naar de waardering die reizigers, klanten van het openbaar vervoer, geven. Het openbaar vervoer is bedoeld en staat ten dienste van de reizigers. - er is gezocht naar indicatoren die beïnvloedbaar zijn door de vervoerders en ook grotendeels toerekenbaar zijn als prestatie van de vervoerder. Zoals eerder genoemd, er zal door ons niet alleen naar de cijfers worden gekeken, nader gesprek ter toelichting en duiding van de cijfers hoort bij de afweging of de doelstellingen door de vervoerder zijn bereikt. - gekozen is voor twee bestaande indicatoren die reeds jaarlijks worden gemonitord om onnodige organiseerdrukte, bureaucratie en afvinken te voorkomen en zicht te behouden op trends en patronen. Uiteraard zijn er meer indicatoren die informatie kunnen geven over sociale veiligheid in het openbaar vervoer (zoals indicatoren rond veiligheid van de rit of instaphalte, veiligheid van personeel of zwartrijdpercentages). Deze indicatoren worden hier buiten beschouwing gelaten, maar bevatten zeker relevante informatie voor de vervoerder zelf. - waarborgen voor sociale veiligheid die voor reizigers worden georganiseerd, gelden natuurlijk ook voor het personeel van de vervoerders. De zorg voor het personeel valt echter onder het arbeidsomstandighedenbeleid van het vervoersbedrijf. De MRDH monitort om die reden niet actief op de cijfers uit de Personeelsmonitor maar neemt hier alleen kennis van (informatieplicht indien Personeelsmonitor wordt afgenomen door de vervoerder, zie bijlage 4). - tot slot, de ruim voldoende scores die de afgelopen jaren zijn gegeven door reizigers in de OV-klantenbarometer worden gekoesterd, daarom is de ambitie om deze waardering minimaal te behouden. 2) In sommige Programma van Eisen van lopende concessies is geen eis gesteld op deze indicatoren, maar gelden andere eisen (zoals het klantenoordeel op veiligheid rit of instaphalte) of maken de indicatoren onderdeel uit van een gewogen eisenpakket. Daarnaast wordt ter voorbereiding op het verlenen van nieuwe concessies voor het busvervoer momenteel een Programma van Eisen Bus opgesteld. Bij het verlenen van nieuwe busconcessies geldt (net als bij de recent gegunde railconcessies) dat een eis wordt gesteld op beide indicatoren. De ambitie is tenminste het behoud van de klantenwaardering op beide indicatoren van het laatste jaar voorafgaand aan het jaar waarin de nieuwe busconcessie wordt verleend. 10

161 Tabel 4. Indicatoren met eis en ambitie per concessie voor de komende jaren startend in 2016 Concessie Klantenoordeel (reizigersoordeel) van de waardering van de totale rit in het openbaar vervoer. De aantrekkelijkheid van de rit wordt vanaf jaar 2016 en verder gewaardeerd met een Klantenoordeel (reizigersoordeel) van de waardering van de veiligheid in het algemeen. De veiligheid wordt vanaf jaar 2016 en verder gewaardeerd met een (PvE) Eis Ambitie (PvE) Eis Ambitie Stadsvervoer Den Haag, bus (HTMbuzz) - 7,7-7,6 Concessie bus Rotterdam e.o. (RET) 7,0 7,6 7,0 7,6 Regiovervoer Haaglanden (Veolia) 7,0 7,6-7,9 Bus Voorne-Putten/Rozenburg (Connexxion) 7,0 7,6-7,8 Stadsvervoer Den Haag, tram en RandstadRail 7,5 3 7,5 4 7,0 5 7,4 6 Haaglanden (Concessie Rail Haaglanden, HTM) Stadsvervoer Rotterdam, tram (RET) 7,5 7 7,8 7,0 8 7,6 Stadsvervoer Rotterdam, metro en RandstadRail (RET) Trein Rotterdam-Hoek van Holland (NS, per RET) 7,5 9 7,6 7,0 10 7,1-7,2-7,2 3) In het PvE concessie Rail Haaglanden wordt als eis ten minste een 7,5 gesteld oplopend tot een 7,8 in ) De ambitie is gebaseerd op de gemiddelde reizigerswaardering van de totale rit van de concessie Stadsvervoer Den Haag tram, waardering 7,4, en RandstadRail tram Haaglanden, waardering 7,5 (gemiddelde 7,5). 5) In het PvE concessie Rail Haaglanden wordt als eis ten minste een 7,0 gesteld, oplopend tot een 7,3 in ) De ambitie is gebaseerd op de gemiddelde reizigerswaardering van veiligheid in het algemeen van de concessie Stadsvervoer Den Haag tram, waardering 7,2, en RandstadRail tram Haaglanden, waardering 7,5 (gemiddelde 7,4). 7) In het PvE concessie Rail Rotterdam wordt als eis ten minste een 7,5 gesteld, oplopend tot een 7,8 in ) In het PvE concessie Rail Rotterdam wordt als eis ten minste een 7,0 gesteld, oplopend tot een 7,3 in ) In het PvE concessie Rail Rotterdam wordt als eis ten minste een 7,5 gesteld, oplopend tot een 7,8 in ) In het PvE concessie Rail Rotterdam wordt als eis ten minste een 7,0 gesteld, oplopend tot een 7,3 in

162 Figuur 1. Samenvattend overzicht centrale opgave, doelstellingen, indicatoren en eisen en ambities sociale veiligheid in het openbaar vervoer MRDH Sociale veiligheid in het openbaar vervoer Centrale doelstelling Naar een hoogwaardiger openbaar vervoer Aantrekkelijk Sociaal veilig Snel Gemakkelijk Betrouwbaar Doelstelling 1: het creëren van aantrekkelijk openbaar vervoer en een aangename omgeving. Meetbare indicator De reizigerswaardering van de totale rit in het openbaar vervoer (eis en ambitie) Doelstelling 2: het borgen van sociale veiligheid in het openbaar vervoer. Meetbare indicator De reizigerswaardering van de veiligheid in het algemeen in het openbaar vervoer (eis en ambitie) 12

163 4. Uitvoering beleidslijn sociale veiligheid openbaar vervoer 4.1 Beleidscyclus sociale veiligheid in het openbaar vervoer Kadernota Openbaar Vervoer Wij zijn een samenwerkingsverband van 23 gemeenten (verlengd lokaal bestuur) die met elkaar onder meer de Strategische Bereikbaarheidsagenda Vervoersautoriteit (2013) willen uitvoeren. De hoofdopgave is om een duurzaam, compleet en robuust metropolitaan netwerk van openbaar vervoer, auto en fiets te realiseren. De doelstellingen vanuit deze strategische bereikbaarheidsagenda worden uitgewerkt in een Kadernota Openbaar Vervoer (wordt momenteel opgesteld). In deze Kadernota komen tactische eisen en richtlijnen voor het openbaar vervoer voor de komende tien jaar te staan (zie voor meer informatie Ontwerp uitvoeringsagenda bereikbaarheid , februari 2016). Beide documenten samen vormen het vertrekpunt voor het meerjarenbeleid sociale veiligheid in het openbaar vervoer Meerjarenbeleid sociale veiligheid in het openbaar vervoer De beleidslijn voor sociale veiligheid in het openbaar vervoer kent geen vastgestelde looptijd. Herijking van het beleid vindt plaats indien de actualiteit daar om vraagt. Bijvoorbeeld vanwege nieuwe trends en ontwikkelingen die wij zien of vanuit signalen van vervoerders dat beleid achterhaald is en herziening verdient. Uiteraard wordt vanuit ons gemonitord of het huidige kader voldoende toereikend is om veiligheid in het openbaar vervoer in de metropoolregio te borgen, wij toetsen dit bijvoorbeeld ook in reguliere overleggen met vervoerders. Bij het opstellen van een nieuwe beleidslijn worden de concessiehouders en andere samenwerkingspartners, zoals politie, OM en gemeenten, betrokken om mee te denken over de gewenste richting van het meerjarenbeleid sociale veiligheid in het openbaar vervoer. Er wordt een zorgvuldig traject met belanghebbenden doorlopen, voorafgaand aan de bestuurlijke vaststelling. De beleidslijn wordt bestuurlijk vastgesteld en ambtelijk voorbereid conform de formele besluitvormingsroute binnen de MRDH Jaarlijks uitvoeringsplan sociale veiligheid in het openbaar vervoer Jaarlijks stelt de concessiehouder een bondig uitvoeringsplan sociale veiligheid in het openbaar vervoer op (ook wel Sociaal Veiligheidsplan genoemd). Het uitvoeringsplan bevat een beschrijving van de veiligheidssituatie in het concessiegebied en een nadere operationalisering van de maatregelen die de concessiehouder neemt om de doelstellingen uit de beleidslijn te realiseren. Het eerste concept van het uitvoeringsplan wordt in juni door de concessiehouder opgesteld (eerste concept gereed op 30 juni). Vervolgens vindt een besluitvormingstraject van circa zes tot acht weken plaats. Wanneer de bestuurlijke besluitvorming over de subsidieverlening aan het einde van het jaar plaatsvindt, wordt het uitvoeringsplan ter inzage aan de bestuurders meegestuurd. Het jaarplan bevat de volgende indeling: 13

164 - hoofdstuk 1: beschrijvende analyse sociale veiligheid concessiegebied in het afgelopen jaar in relatie tot de doelstellingen zoals vastgelegd in het uitvoeringsplan voor het betreffende jaar - hoofdstuk 2: hotspots en risicogebieden. analyse van hotspots en risicogebieden (conform methodiek van RET). initiatieven en maatregelen om sociale veiligheid te verbeteren - hoofdstuk 3: cijfers. bereik eis en ambitie indicator klantenoordeel waardering rit (tot vier jaren terug). bereik eis en ambitie indicator klantenoordeel veiligheid in het algemeen (tot vier jaren terug). eventueel aanvullende cijfers die gesteld worden in de afzonderlijke Programma s van Eisen van de betreffende concessie - hoofdstuk 4: initiatieven en maatregelen. beschrijving van initiatieven en maatregelen (zoals de werkwijze en inzet van personeel dat belast is met het toezicht en de controle van de vervoersbewijzen in het voertuig en op de haltes) uitgesplitst naar risicobeheersing, incidentbestrijding en nazorg. ureninzet op jaarbasis - hoofdstuk 5: begroting 11. een overzicht van de kosten van de maatregelen en activiteiten, uitgesplitst naar de inzet van personeel (in fte s, onderverdeeld naar functies) en middelen (assets en externe kosten) - bijlage: advies consumentenorganisatie en wijze van opvolging advies door concessiehouder. Als vervoersautoriteit gaan wij ervanuit dat de vervoerders binnen onze concessiegebieden hun jaarlijkse uitvoeringsplannen met elkaar bespreken en afstemmen om te onderzoeken waar samenwerking en versterking van voorgenomen maatregelen mogelijk zijn. Indien gewenst vanuit de vervoerders kan tijdens het kennisoverleg (zie paragraaf 4.2.2) hier tijd voor worden ingeruimd. Of de gestelde eis en ambitie op de indicatoren per concessie behaald worden, wordt besproken in het kwartaaloverleg of - indien gewenst - een specifiek overleg over het uitvoeringsplan (zie ook paragraaf 3.2). Mocht de eis en ambitie niet behaald worden, dan wordt in overleg gesproken over de reden daarvan en de maatregelen die de vervoerder neemt om de indicatoren wel te behalen voor het volgende jaar. Voor sommige concessies zijn specifieke prestatieafspraken gemaakt in de programma s van eisen (zoals bonus-malus regelingen bij doelbereik). Verwezen wordt naar de afzonderlijke programma s van eisen voor de concessie specifieke afspraken. De concessiehouder legt een conceptversie (ook wel ontwerpversie genoemd) van het uitvoeringsplan voor aan de concessieverlener. Dit concept wordt vervolgens gedeeld met de consumentenorganisatie METROCOV. Het METROCOV krijgt zes weken de tijd om schriftelijk advies te geven. Ter goedkeuring van het uitvoeringsplan legt de concessiehouder het uitvoeringsplan sociale veiligheid voor, inclusief een afschrift van het advies van de consumentenorganisatie als ook de manier waarop de concessiehouder met dit advies omgaat. Binnen drie weken na ontvangst van het concept uitvoeringsplan sociale veiligheid toetst de concessieverlener het plan. Indien het plan akkoord wordt bevonden, treedt het in werking op de in het plan genoemde ingangsdatum. Indien het plan niet akkoord wordt bevonden, geeft de concessieverlener gemotiveerde aanwijzingen aan de concessiehouder om de conceptversie te verbeteren. Binnen vier weken wordt de concessiehouder verzocht een herzien concept uitvoeringsplan sociale veiligheid in te 11) In het uitvoeringsplan wordt alleen de begroting van maatregelen en activiteiten voor sociale veiligheid opgenomen. De financiële verantwoording vindt separaat plaats, conform de afgesproken procedure over de verantwoording van de subsidie sociale veiligheid. 14

165 dienen. De concessieverlener zal het plan binnen twee weken na ontvangst toetsen en kan zelf de aanwijzingen verwerken die nodig zijn voor goedkeuring van het plan Kwartaalrapportages Voor de concessiehouders geldt dat per kwartaal een kwartaalrapportage wordt gevraagd waarin de voortgang en de uitvoering van het jaarlijkse uitvoeringsplan worden beschreven met behulp van cijfermatige data. Voor zover mogelijk worden daarbij een overzicht en evaluatie gegeven van de getroffen maatregelen en de behaalde resultaten. Binnen zes weken na het verstrijken van het kwartaal wordt de rapportage aangeleverd. In de kwartaalrapportages wordt aanvullende informatie aangeleverd waar geen eis of ambitie op wordt gesteld, maar die de concessieverlener wel graag wil ontvangen en ter beschikking kan stellen aan derden (informatieplicht). Deze informatie wordt op hoofdlijnen bekeken. De trends en ontwikkelingen worden gevolgd; er worden geen absolute cijfers bekeken. De kwartaalrapportage bevat de volgende indeling (zie bijlage 4 voor format kwartaalrapportage): - paragraaf 1: algemene beschrijving sociale veiligheid in kader tot voortgang doelbereik - paragraaf 2: Indicatoren en kengetallen. aantal A-B-C-incidenten per categorie conform de landelijk afgesproken systematiek (alleen op verzoek uitgesplitst naar subcategorieën). overzicht hotspots en risicogebieden. inzet uren personeel per kwartaal per hotspot per maatregel. zwartrijdpercentage/niet-betalende reizigers.. eventueel aanvullende cijfers die gesteld worden in de afzonderlijke programma s van eisen van de betreffende concessie (zoals percentage controledruk) - paragraaf 3: begroting (prognose en realisatie). Op verzoek van de concessieverlener kunnen gedurende de looptijd van de beleidslijn aanvullende cijfers worden opgevraagd die bij nader inzien - of gezien de ontstane situatie - relevant zijn. Belangrijk hierbij te benadrukken is dat wij als concessieverlener de cijfers bezien met de analyse die de vervoerder daarbij maakt. 4.2 Overlegmomenten sociale veiligheid in het openbaar vervoer Kwartaaloverleg concessieverlener en concessiehouder Per kwartaal vindt op initiatief van ons met de concessiehouders van het stadsvervoer een kwartaaloverleg plaats over sociale veiligheid in het openbaar vervoer. Voorafgaand aan dit overleg levert de concessiehouder de kwartaalrapportage aan. Na ontvangst van de kwartaalrapportage vindt binnen twee weken een kwartaaloverleg plaats. Opvallendheden uit de kwartaalrapportages worden besproken, zoals afwijkingen van de trendlijn of ontwikkelingen ten aanzien van hotspots en risicogebieden. Het kwartaaloverleg staat in het teken van het monitoren van het doelbereik, als ook het uitwisselen van kennis, expertise en ontwikkelingen in andere concessiegebieden of landelijke ontwikkelingen die voor de concessiehouder en verlener interessant kunnen zijn. Ook samenwerking met andere vervoerders, (veiligheids)partners en de stand van zaken van lokale handhavingsarrangementen zijn onderwerp van gesprek. Indien nodig of gewenst wordt naast het kwartaaloverleg een specifiek overleg gepland om het concept uitvoeringsplan sociale veiligheid te bespreken. 15

166 Met de concessiehouders van het streekvervoer wordt geen afzonderlijk overleg over sociale veiligheid in het openbaar vervoer gepland. Het uitvoeringsplan en de kwartaalrapportage worden besproken in het reguliere concessieoverleg (exploitatie). Indien bespreking in dit overleg niet volstaat, wordt een afzonderlijk overleg ingepland Halfjaarlijks kennisoverleg samenwerkingspartners Juist omdat het werken aan een sociaal veilig openbaar vervoer samenwerking vereist, is het belangrijk en gewenst dat met enige regelmaat alle concessiehouders en samenwerkingspartners, zoals politie, elkaar ontmoeten. In deze ontmoetingen staat het uitwisselen van kennis en ervaring centraal, bijvoorbeeld ten behoeve van de aanpak van sociale veiligheid en de werking van bepaalde maatregelen, maar ook ten aanzien van actualiteit en trends die politie en OM waarnemen (zoals een duidelijke toename van een bepaald type incident bijvoorbeeld) of innovatieve ontwikkelingen die van invloed zijn op de veiligheidsbeleving. Als vervoersautoriteit hechten wij belang aan kennisuitwisseling. Wij willen onderlinge kennisuitwisseling bevorderen en organiseren en faciliteren elk half jaar een kennisoverleg. De input die voortkomt uit het kennisoverleg wordt door ons ingebracht in het reguliere ambtelijke overleg vervoersautoriteit (AOVa), een maandelijks overleg (m.u.v. vakantieperioden) waar elke gemeente aan deelneemt. Op die manier borgen wij dat richting de gemeenten blijvend aandacht wordt gevraagd voor sociale veiligheid in het openbaar vervoer. Wij kunnen daarnaast de input van de gemeenten meenemen naar het kennisoverleg. Beleidslijn verantwoordelijkheid concessieverlener richting sociale veiligheid openbaar vervoer herzien indien nodig opgesteld in overleg met concessiehouders ambtelijk voorbereid met gemeenten bestuurlijk vastgesteld Uitvoeringsplan verantwoordelijkheid concessiehouder uitvoering beleid beschrijving veiligheidsbeeld en maatregelen 1x per jaar Kwartaalrapportage verantwoordelijkheid concessiehouder beschrijving voortgang plus data (informatieplicht) 4 x per jaar binnen 2 weken na ontvangst kwartaalrapportage bespreking doelbereik en trends & ontwikkelingen 4 x per jaar concessieverlener, concessiehouders en samenwerkingspartners uitwisseling kennis, kunde, aanpak en maatregelen, trends en ontwikkelingen 2 x per jaar terugkoppeling in AOVa Kwartaaloverleg Kennisoverleg Figuur 2. Overzicht beleid en uitvoering sociale veiligheid in het openbaar vervoer 4.3 Toekenning financiële middelen Vanuit de Rijksoverheid is als uitgangspunt gekozen dat het verkeers- en vervoersbeleid en daarmee ook het beleid voor sociale veiligheid in het openbaar vervoer decentraal wordt uitgevoerd. Op die manier kan regionaal maatwerk worden geleverd. Wij, als vervoersautoriteit, zijn verantwoordelijk voor 16

167 het aanbesteden en beheren van concessies en krijgen vanuit de Rijksoverheid budgetten hiervoor uit de BDU-gelden (Wet op de Brede Doel Uitkering Verkeer en Vervoer ingevoerd op 1 januari 2015). Per concessie wordt bepaald hoeveel budget nodig is voor sociale veiligheid in het openbaar vervoer onder de noemer subsidie sociale veiligheid. Dit wordt vastgelegd in de concessieafspraken (contracten/ programma s van eisen) die worden afgesloten voorafgaand aan de start van een nieuwe concessieperiode. Op basis van de afspraken en de financiële middelen kan de concessiehouder jaarlijks het concept uitvoeringsplan sociale veiligheid opstellen. De concessieverlener stelt de subsidie sociale veiligheid vast zodra de bestuurscommissie het concept uitvoeringsplan sociale veiligheid voor het desbetreffende kalenderjaar definitief heeft ingezien (december voor het daaropvolgende kalenderjaar). Voor elke concessie in de MRDH geldt dat contractafspraken zijn gemaakt over de inzet van toezichthouders, cameratoezicht, als ook afspraken over registratie van incidenten, huisregels in voertuigen en halten en vaardigheden van personeel in het openbaar vervoer om conflictsituaties te voorkomen en beheersen. Jaarlijks wordt gekeken of deze afspraken bijstelling behoeven. MRDH neemt maatregelen om sociale veiligheid uit de concurrentie te halen (reeds bij enkele concessies geïmplementeerd) en besteedt hier bij toekomstige aanbestedingen tevens aandacht aan. Tijdens de reguliere concessie-overleggen spreken wij als concessieverlener met de concessiehouder over de financiële stand van zaken rond de uitvoering van de concessie. Zo wordt gekeken of de uitgaven die zijn gedaan om een veilige situatie in het openbaar vervoer na te streven ook tot de gewenste effecten leiden. Voor sommige concessies geldt dat bonus-malusregelingen zijn afgesproken (bijvoorbeeld voor de concessie Rail Haaglanden en concessie Rail Rotterdam). Verwezen wordt naar de concessiespecifieke afspraken die hierover zijn vastgelegd in de financiële paragraaf, behorend bij het programma van eisen en de voorwaarden bij de subsidiebeschikkingen en de subsidievaststelling. Tot slot, soms zijn er incidentele gelden of eenmalige subsidies die wij als MRDH kunnen inzetten voor projecten, pilots of eenmalige activiteiten voor sociale veiligheid in het openbaar vervoer. Mocht dit het geval zijn, dan wordt dit uiteraard aan de vervoerders kenbaar gemaakt. 4.4 Communicatie over sociale veiligheid Algemene communicatie De concessiehouder informeert in overleg met de concessieverlener de reizigers, het personeel en publiek over veiligheidssituatie, de voortgang en effecten van maatregelen ter verbetering van sociale veiligheid. Indien de concessiehouder actief informatie over sociale veiligheid aan de pers verstrekt (zoals de incidentencijfers), dient dit vooraf afgestemd te worden met de concessieverlener Crisiscommunicatie Tijdens de uitvoering van de concessie kan het voorkomen dat er een crisissituatie (ook wel calamiteit, ramp of ongeval genoemd) ontstaat. De concessiehouder heeft ter voorbereiding op een crisissituatie een calamiteiten(bestrijdings)plan opgesteld, waarin ook het communicatieproces staat beschreven. De concessiehouder licht de concessieverlener per direct in als er gebeurtenissen plaatsvinden die grote publieke impact hebben en mogelijk tot sociaal onveilige situaties leiden. Denk bijvoorbeeld 17

168 aan zware overlast- en geweldsituaties, maar ook ernstige verstoringen van de exploitatie die mogelijk tot onveilige situaties leiden en/of incidenten, waarvan bekend is, of te verwachten valt dat deze veel publiciteit genereren. In principe handelt de concessiehouder de crisiscommunicatie af volgens de door haar opgestelde protocollen. Waar nodig kan de concessieverlener ondersteuning leveren of meedenken over een goed communicatieproces. Onze organisatie werkt momenteel aan een protocol waarin de wijze van handelen en communicatie bij incidenten in het openbaar vervoer wordt beschreven. 18

169 Bijlagen 19

170 Bijlage 1 - Overzicht concessies MRDH Huidige concessies binnen de Metropoolregio Rotterdam Den Haag: - concessie Rail Haaglanden, tram en RandstadRail 3 en 4 regio Haaglanden, HTM tot december concessie Rail Rotterdam, tram en metro in de regio Rotterdam, RET tot december concessie Bus Rotterdam en omstreken, busvervoer in Albrandswaard, Capelle aan den IJssel, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Barendrecht, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis en Ridderkerk. Deze concessie is verleend aan de RET voor de periode december 2012 tot december concessie Bus Voorne-Putten Rozenburg, busvervoer in Brielle, Bernisse, Hellevoetsluis, Spijkenisse, Rozenburg, Westvoorne en het westelijk havengebied. Deze concessie is verleend aan Connexxion voor de periode december 2009 tot december concessie Bus Den Haag stad, busvervoer in Den Haag, Leidschendam-Voorburg en Rijswijk. Deze concessie is verleend aan HTMbuzz voor de periode december 2012 tot december concessie Regionaal Busvervoer Haaglanden, busvervoer in Delft, Midden-Delfland, Pijnacker- Nootdorp, Westland, Wassenaar en Zoetermeer. Deze concessie is verleend aan Veolia Transport voor de periode 2009 tot augustus concessie Hoekse Lijn. Onder deze concessie valt de spoorlijn Rotterdam CS Hoek van Holland. Deze lijn wordt de komende jaren omgebouwd tot metrolijn en aangesloten op het metronet. NS Reizigers voert de treindienst in opdracht van de Vervoersautoriteit uit tot het moment van ombouw (tot en met maart 2017) - concessie Parkshuttle Rivium. De Parkshuttle is een onbemande busdienst tussen Kralingse Zoom en bedrijventerrein Rivium. Deze concessie is verleend aan Connexxion voor de periode december 2011 tot december Bijlage 1

171 Bijlage 2 - Wettelijke taken en verantwoordelijkheden Een concessie is het recht om met uitsluiting van anderen openbaar vervoer te verrichten in een bepaald gebied gedurende een bepaald tijdvak. De concessieverlener, in dit geval de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, is het bevoegde gezag om een concessie te verlenen. De concessiehouder is een vergunninghoudende vervoerder aan wie een concessie is verleend. In de Wet Personenvervoer 2000 is opgenomen dat een concessieverlener (MRDH) aan een concessie voorschriften kan verbinden (WP2000, artikel 32, lid 1). In ieder geval dienen aan een concessie voorschriften te worden verbonden ten aanzien van het waarborgen van een verantwoorde mate van veiligheid ten behoeve van zowel reizigers als personeel binnen het openbaar vervoer (WP2000, artikel 33, lid 2h). De gebruikers van het openbaar vervoer (reizigers) dienen zich in een auto, bus, trein, metro, tram of een via een geleidesysteem voortbewogen voertuig dan wel in of in de onmiddellijke nabijheid van een station, halteplaats, of een andere bij het openbaar vervoer behorende voorziening en de daarbij behorende perrons, trappen, tunnels en liften zodanig te gedragen dat orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang niet wordt of kan worden verstoord (WP2000, artikel 72). Een ieder is verplicht de aanwijzingen betreffende de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang op te volgen die door of vanwege de vervoerder duidelijk kenbaar zijn gemaakt (WP2000, artikel 73). Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden opgesteld over hetgeen onder verstoring van orde, rust, veiligheid en of een goede bedrijfsgang wordt verstaan (WP2000, artikel 74, lid 1a) en hoe bedoelde aanwijzingen hiervoor kunnen worden gegeven (WP2000, artikel 74, lid 1b). In het Besluit personenvervoer 2000 is opgenomen dat de concessiehouder krachtens de concessie ten minste eenmaal per jaar advies vraagt aan consumentenorganisaties, voor zover de concessiehouder ten aanzien van die onderwerpen maatregelen heeft getroffen, omtrent de voorzieningen die gesteld zijn ten behoeve van het waarborgen van een verantwoorde mate van veiligheid van reizigers en van het voor hem werkzame personeel (B2000, artikel 33, lid 1h). Onder verstoring van orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang wordt verstaan (B2000, artikel 52, lid 1): - a. gedragingen waardoor de bediening en het gebruik van voorzieningen of van een vervoermiddel dan wel de taakuitoefening van het personeel van de vervoerder worden verhinderd of belemmerd (niet van toepassing voor zover de vervoerder daarvoor, met inachtneming van de belangen van de reizigers, toestemming heeft gegeven) - b. misbruik maken van voorzieningen dan wel gebruik maken van voorzieningen of van een vervoermiddel op een tijdstip waarop deze niet voor gebruik beschikbaar zijn dan wel op een andere wijze dan waarvoor deze bestemd zijn - c. uit een vervoermiddel werpen van stoffen of van voorwerpen - d. zich in kennelijke staat van dronkenschap of onder kennelijke invloed van verdovende middelen bevinden - e. afsteken van vuurwerk, of op zodanige wijze geluid voortbrengen dat anderen daarvan hinder ondervinden - f. uitoefenen van beroep of bedrijf of het aanbieden van diensten - g. tentoonstellen van voorwerpen, maken van reclame of propaganda, verspreiden van drukwerken, bedelen of houden van inzamelingen - h. meenemen in een vervoermiddel van dieren, stoffen of voorwerpen, die hinder, gevaar, verontreiniging of beschadiging veroorzaken of kunnen veroorzaken - i. roken in een vervoermiddel, station of halte, of gedeelten daarvan, ten aanzien waarvan de vervoerder heeft aangegeven dat roken niet is toegestaan Bijlage 2 blad 1

172 - j. zich bevinden op een station of halte op een tijdstip dat deze kenbaar gesloten is of op een gedeelte van een station of halte dat kenbaar daartoe niet toegankelijk is - k. zich op een station of halte begeven langs een andere dan de daarvoor bestemde weg - l. op een andere wijze hinder, gevaar, verontreiniging of beschadiging veroorzaken of kunnen veroorzaken. In de Gemeentewet is opgenomen dat de burgemeester: - belast is met de handhaving van de openbare orde (artikel 172, lid 1) - bevoegd is overtredingen van wettelijke voorschriften die betrekking hebben op de openbare orde, te beletten of te beëindigen. Hij bedient zich daarbij van de onder zijn gezag staande politie - bevoegd is bij verstoring van de openbare orde of bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, de bevelen te geven die noodzakelijk te achten zijn voor de handhaving van de openbare orde. In de Arbeidsomstandighedenwet is opgenomen dat werkgevers zorgen voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers inzake alle met de arbeid verbonden aspecten en daartoe een beleid voeren dat gericht is op zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden (artikel 3). In de Politiewet 2012 is opgenomen dat de politie tot taak heeft in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven (artikel 3). In de Wet op de Rechterlijke Organisatie (Wet RO) staat beschreven dat het Openbaar Ministerie is belast met de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde en met andere bij de wet vastgestelde taken (artikel 124). Het Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar bevat onder meer regels over de bekwaamheid en betrouwbaarheid, beëdiging en instructie van, alsmede het toezicht op buitengewoon opsporingsambtenaren en het grondgebied waarvoor de opsporingsbevoegdheid geldt. Hierbij horen tevens de Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar waarin regels worden gesteld om de kwaliteit van de strafrechtelijke handhaving door de BOA s te borgen en te verbeteren zodat de BOA s deze belangrijke rol op een kwalitatief goede wijze kunnen invullen. In paragraaf 9 worden de regels rond het domein IV Openbaar Vervoer toegelicht. De BOA openbaar vervoer is in bezoldigde dienst van een openbaar vervoersbedrijf dan wel een (ander) publiekrechtelijk rechtspersoon en is belast met de opsporing van strafbare feiten binnen het domein openbaar vervoer. Bijlage 2 blad 2

173 Bijlage 3 Kenmerken sociale veiligheid in het openbaar vervoer per gemeente Opgesteld door elke gemeente en aangevuld met informatie vanuit de vervoerders. Gemeente Albrandswaard Kenmerken openbaar vervoer en sociale veiligheid Het openbaar vervoer in Albrandswaard bestaat uit: - twee metrostations, te weten Rhoon en Poortugaal - buurtbus 602: ronde Poortugaal-Rhoon-Portland - streeklijn 82, 182 en streeklijn 79: vanaf metrostation Poortugaal naar de Delta Ziekenhuizen en vice versa. - BOB-bus 7: Rhoon Poortugaal via Groenekruisweg Wat het openbaar vervoer in Albrandswaard specifiek kenmerkt is dat met enige regelmaat overlast wordt ervaren van verwarde personen die wonen op de vestiging van het psychiatrisch ziekenhuis Delta en Kijvelande. Op metrostation Poortugaal en Rhoon wordt regelmatig overlast ervaren van foutgeparkeerde fietsen en van veel en regelmatig graffiti op de metropilaren. De sociale veiligheid op de metrostations overdag, s avonds en s nachts verdient aandacht, in het bijzonder metrolijn D in de avond- en nachtelijke uren. De inzet van de ov-surveillanten op het traject Slinge Zalmplaat zorgt voor een positieve bijdrage aan de veiligheid. Barendrecht Er zijn geen lokale handhavingsarrangementen binnen de gemeente. Recentelijk is met de RET een project georganiseerd tegen het wildparkeren van fietsen op metrostation Rhoon. Een deel van de openbare ruimte zal door de gemeente als ov-gebied worden aangewezen. Na aanwijzing kan RET handhaven op basis van de Wet Personenvervoer. De gemeente Barendrecht kent diverse openbaar vervoersverbindingen: vanaf het NS-station Barendrecht richting zowel het zuiden van Nederland als richting Rotterdam. De TramPlus-verbinding (lijn 25) met als bestemming de Kop van Zuid en het centrum van Rotterdam. Vanuit zowel Barendrecht Centrum (inclusief bedrijfsterrein Oost) als Barendrecht Carnisselande is er een reguliere verbinding tussen de wijken onderling en met Zuidplein (Rotterdam). In de spits is er een verbinding met Kralingse Zoom (Rotterdam). Vanuit de Hoeksewaard is er een spitsstreeklijn naar de scholen in Barendrecht. Sporadisch is er sprake van overlast van jeugd bij het NS-station en de tramhalte op het Middeldijkerplein en de Avenue van Carnisse. De overlast bij de TramPlus-lijn was in het verleden een groot zorgpunt vanwege hangjongeren. Door de inzet van wijkregie samen met de politie en Boa s is dit de afgelopen jaren verbeterd, maar het blijft een aandachtspunt. De BOB-bus is een aandachtspunt vanwege het onveiligheidsgevoel bij passagiers en het gedrag van andere jongeren (door alcohol). Er vinden acties plaats door Boa s van de RET en van de gemeente (wijkregie in samenwerking met politie). Voor de veiligheidssituatie rond het NS-station in Barendrecht is een handhavingsarrangement afgesloten met de betrokken partners (zoals ProRail, RET, NS-reizigers en politie). Bijlage 3 blad 1

174 Gemeente Brielle Kenmerken openbaar vervoer en sociale veiligheid In de gemeente Brielle wordt het openbaar vervoer gekenmerkt door: - twee buslijnen die conform de toegankelijkheidseisen zijn ingericht;. een buslijn over de provinciale weg. Bij de provinciale knooppunten liggen knooppunten met ander openbaar vervoer, te weten bij rotonde Seggelant en Centrum Brielle. een buslijn over een gemeentelijke weg - buurtbusroute waarbij de haltes niet altijd voldoen aan de toegankelijkheidstoets. Wel is de buurtbus toegankelijk voor rolstoelgebruikers. Specifieke aandachtspunten blijven dat het openbaar vervoer herkenbaar, heel en schoon is en dat er voldoende fietsparkeermogelijkheden zijn. Ook een aandachtspunt is dat schade (vaak glasschade) zo snel mogelijk hersteld wordt. Structureel wordt door RET gecontroleerd op de bussen van Connexxion. Dit wordt voornamelijk uitgevoerd op de aan- en afvoerlijnen Spijkenisse en Brielle v.v. In bijzondere gevallen wordt op aangeven van Connexxion ook in Brielle gecontroleerd door de RET. Capelle aan den IJssel De maatregelen die de gemeente Brielle heeft genomen zijn dat de gemeentelijke bushalten aangepast zijn aan de toegankelijkheidseisen en voorzien zijn van voldoende fietsparkeermogelijkheden. Dagelijks is een groep werknemers onderweg om in het kader van schoon, heel en veilig vuil binnen de gemeente te verwijderen. De buitendienst leegt vuilnisbakken en signaleren zaken zodat snel herstel mogelijk wordt. Soms wordt bij grootschalige evenementen uit voorzorg het glas uit de bushokjes verwijderd. Het openbaar vervoer bestaat uit trein-, metro- en busvervoer alsmede een parkshuttle (Rivium). Capelle aan den IJssel beschikt over het NS-station Capelle-Schollevaar en de metrostations De Terp, Capelle Centrum en Slotlaan. Verder ligt op de grens met de gemeente Rotterdam het OV- Knooppunt Capelsebrug waar verschillende metro- en buslijnen (zowel lokale als regionale lijnen) samenkomen. In het Integraal Veiligheidsbeleid zijn geen specifieke aandachtspunten opgenomen rond veiligheid in het openbaar vervoer. Er is aandacht voor straatroof, fietsendiefstal en voertuigencriminaliteit rondom stations. Maatregelen vanuit de gemeente betreffen de instelling van cameratoezicht rondom de Capelse Brug en het Stationsplein (operationeel in 2e kwartaal 2016) en bewaakte fietsenstallingen. Op dit moment bestaat er geen goed zicht op veiligheidscijfers en gevoelens om de eventuele noodzaak van inzet van maatregelen te kunnen bepalen. Bijlage 3 blad 2

175 Gemeente Delft Kenmerken openbaar vervoer en sociale veiligheid Delft heeft qua regionaal openbaar vervoer de tram (lijn 19 die op termijn naar Technopolis gaat en lijn 1 naar Tanthof) en de bus (regionale lijnen en stadslijnen). Het belangrijkste knooppunt is station Delft Centrum. Alle tram- en buslijnen halteren hier en op deze plek vindt tevens overstap op de trein plaats. Andere belangrijke locaties/bestemmingen met het openbaar vervoer zijn het TU-gebied, het Reinier de Graaf ziekenhuis en Ikea. Op dit moment is de overlast beheersbaar. De voornaamste problematiek is fietsdiefstal rond de knooppunten. Rond oud en nieuw staat het eindpunt van tramlijn 1 onder extra aandacht. Verder blijft de veiligheidsbeleving op en rond station Zuid laag, maar dat komt overeen met vergelijkbare kleine stations. Er is een eenjarig lokaal veiligheidsarrangement afgesloten met alle OV-partners, met een focus op de stationsgebieden, dat jaarlijks stilzwijgend wordt verlengd. Eventuele problematiek op andere locaties in het openbaar vervoer wordt wel meegenomen. Het arrangement leidt tot de inzet van toezicht en handhaving door partners en het nemen van preventieve maatregelen tegen fietsendiefstal. HTM is partner in de voorbereiding van Oud en Nieuw. De openbare ruimte rond station Zuid is enkele jaren terug heringericht waarbij toentertijd de uitgangspunten van sociaal veilig ontwerpen zijn meegenomen. Den Haag In onze optiek kan de veiligheidsbeleving op en rond station Zuid verder verbeterd worden door het creëren van sociale ogen (zien en gezien worden). Woningbouw (sociaal veilig ontwerpen) rond het station kan hier uitkomst bieden. Een lopend traject is de verbetering van de fietsstalling(voorzieningen) rond de stations. Het openbaar vervoer wordt in Den Haag bestaat uit trein (NS), tram (HTM) en bus (HTM en Veolia). Ook rijdt de metrolijn E van de RET tussen Den Haag en Rotterdam. HTM doorkruist met 12 tramverbindingen (waarvan 2 RandstadRail, lijn 3 en 4) de stad. Hiernaast zet HTM 9 reguliere buslijnen en 6 nachtbussen in. Den Haag CS voor 25 buslijnen van Veolia de begin- c.q. eindhalte. Er is sprake van een uitgebreid openbaar vervoersnetwerk om burgers op de plaats van bestemming te krijgen. Belangrijke knooppunten qua openbaar vervoer zijn de NS-stations Den Haag Centraal (CS) en Hollands Spoor (HS). Vanwege het grote aantal reizigers onder meer bezoekers en medewerkers van de diverse Ministeries - is sociale veiligheid op deze knooppunten van groot belang. Veilig en prettig reizen per trein, tram en bus vanaf Den Haag CS is van groot belang voor het sociale leven en het economische verkeer in Den Haag. Voor beide stations geldt dat de objectieve veiligheidssituatie op dit moment goed is. Op Den Haag HS is waarneembaar dat de cijfers voor wat betreft subjectieve veiligheid soms achterblijven. De overige NS-stations in de gemeente Den Haag zijn: Mariahoeve, Laan van NOI (Nieuw Oost-Indië), Moerwijk en Ypenburg. In algemene zin kan worden gesteld dat er geen specifieke aandachtspunten rond sociale veiligheid in het openbaar vervoer bekend zijn, anders dan (incidenteel) geweld, zakkenrollerij of openbare dronkenschap. De cijfers laten een positieve trend zien. Rond grote evenementen zijn afstemmingsprocessen ingericht waarbij de vervoerders zijn betrokken. De aanpak van veiligheid in het openbaar vervoer in Den Haag is een gezamenlijke opgave van de gemeente, politie, NS, ProRail, HTM, RET en het streekvervoer. Op diverse niveaus is intensief contact tussen de lokale partijen. Op dit moment wordt de grondslag gelegd voor een structurele overlegstructuur op operationeel, tactisch en strategisch niveau. Het is de ambitie om per station een integraal veiligheidsplan te ontwikkelen. Bijlage 3 blad 3

176 Gemeente Hellevoetsluis Krimpen aan den IJssel Lansingerland Kenmerken openbaar vervoer en sociale veiligheid Er zijn geen klachten of meldingen bekend van ervaringen met onveiligheid in de bussen in Hellevoetsluis. Structureel wordt door RET gecontroleerd op de bussen van Connexxion. Dit wordt voornamelijk uitgevoerd op de aan- en afvoerlijnen Spijkenisse en Hellevoetsluis v.v. In bijzondere gevallen wordt op aangeven van Connexxion ook in Hellevoetsluis gecontroleerd door RET. Voor deze gemeente spelen met name de buslijnen 97 en 98 een belangrijke rol: een hoge frequentie in de spits (om de 5 à 6 minuten) en overdag om de 15 minuten. Het lokale knooppunt voor het openbaar vervoer is het busstation aan de Albert Schweitzerlaan, waar zich ook een P+R-terrein en een overdekte fietsenstalling bevinden. Op dit busstation komen de buslijnen uit Gouda en de Krimpenerwaard samen met de lijnen 96, 97 en 98. Momenteel zijn er plannen in de maak om de omgeving van het busstation compleet opnieuw in te richten met een groter P+R-terrein, een compacter busstation en een nieuwe, grotere, overdekte fietsenstalling. Een andere kenmerkende vorm van openbaar vervoer is de Waterbus tussen Rotterdam en Dordrecht. Met deze verbinding over het water is de gemeente verbonden met enerzijds Ridderkerk en de Drechtsteden en anderzijds Rotterdam. De indruk is dat het aantal incidenten rondom of in samenhang met het openbaar vervoer beperkt is. In het verleden hebben zich bij de haltes van de Waterbus (niet alleen in Krimpen maar ook in andere gemeenten) incidenten voorgedaan bij grote evenementen in Dordrecht en Rotterdam (vanwege het grote aanbod van passagiers en/of de beschonken staat waar passagiers in verkeerden). Hierover zijn destijds goede afspraken gemaakt tussen de provincie Zuid-Holland (concessieverlener Waterbus) en de Waterbus, onder andere door het inzetten van extra (veiligheids)personeel. De gemeente kent geen grote knooppunten maar wel enkele haltes, zoals de RET-haltes Westpolder en Rodenrijs alsook alle Zoro-busbaanhaltes. Het aangezicht is rommelig vanwege de vele geparkeerde fietsen, wat een negatieve invloed kan hebben op de veiligheidsbeleving van bezoekers en inwoners van Lansingerland. Fietsendiefstal op deze locaties vindt plaats; er is een beperkt aantal incidenten bekend. De tijdstippen variëren; daar zijn geen patronen uit te halen. Enkele keren per jaar vinden handhavingsacties plaats ten aanzien van het fiets parkeren. Er is geen permanent toezicht; daarover wordt momenteel overleg gevoerd want toezicht op en rondom de haltes is een verbeterpunt. Er zijn geen actuele lokale veiligheidsarrangementen binnen deze gemeente, gemaakte afspraken zijn stilzwijgend voortgezet. Leidschendam- Voorburg De maatregelen die de vervoerder (RET) neemt zijn cameratoezicht op de metrostations en in de voertuigen en op de haltes van de Zoro-lijn. Risicogerichte inzet vindt plaats en er is aandacht voor schoon en heel materieel en gebouwen. Het openbaar vervoer binnen de gemeente kenmerkt zich door treinstations van de NS, RandstadRail HTM en RET, overige tramlijnen en bussen van verschillende vervoerders. Er zijn geen specifieke aandachtspunten rond sociale veiligheid in het openbaar vervoer bekend, anders dan incidenteel geweld, zakkenrollerij of openbare dronkenschap. Over meerdere jaren beschouwd is er geen sprake van hotspots of hottimes. De verlichting rond de stations van RandstadRail is getoetst en op enkele locaties verbeterd. Preventief vinden acties, zoals waarschuwingsborden of graveeracties, bij de fietsenstallingen van de stations van RandstadRail. De politie-eenheid Den Haag, HTM en RET voeren periodiek gecoördineerde acties uit tegen zwartrijden in het openbaar vervoer, met name in de trams. Als belangrijke basis geldt regelmatige controle op zwartrijden en blijvende aandacht voor de huisregels die in het openbaar vervoer gelden. Bijlage 3 blad 4

177 Gemeente Maassluis Kenmerken openbaar vervoer en sociale veiligheid Het openbaar vervoer binnen Maassluis ziet er als volgt uit: - buslijn 126 van station West naar Schiedam en vice versa - buslijn 33 van Delft en Maasland, via station Maassluis, station West naar Naaldwijk en vice versa - NS met sprinters op station Maassluis en station Maassluis-West (tot 1 april 2017). Beide stations zijn knooppunten. In de periode tussen 1 april en 1 september 2017 is de ombouw van de Hoekse Lijn gepland en rijdt er vervangend busvervoer via de stations. Vanaf 1 september 2017 is gepland dat de metro (RET) gaat rijden op drie stations in Maassluis; extra station (Steendijkpolder). Binnen de gemeente zijn weinig tot geen meldingen bekend van incidenten in de trein in 2014 en Bekend is dat in meldingen bij de politie zijn gedaan omtrent overlast, vernielingen en vandalisme bij station Maassluis-West. Niet in alle gevallen is hiervan aangifte gedaan. Sinds 2015 vindt extra toezicht bij Station Maassluis West plaats door de politie en het team Handhaving en Toezicht van de gemeente. Binnenkort wordt voor de duur van een maand de mobiele camera-unit van de gemeente bij dit station geplaatst om de overlast te verminderen. Sociale veiligheid in het openbaar vervoer is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van vervoerders maar omdat reizigers zich verplaatsen in het openbaar gebied, is het in onze optiek een gezamenlijke verantwoordelijkheid van zowel de vervoerder als de (lokale) overheid. Vanwege de vernieuwing van de Hoekse Lijn en een nieuw station worden meer vervoersbewegingen verwacht van reizigers die de stad bezoeken. Sociale veiligheid blijft dan ook een aandachtspunt. In overleg met de vervoerder wordt gekeken naar de toegankelijkheid van en naar de stations (bijvoorbeeld het plaatsen van poortjes tussen het perron en de openbare weg), maar ook naar de inrichting van de stations (verlichting, zichtlijnen, verblijfsmogelijkheden en dergelijke) en de veiligheid van de gebruikers ervan (bijvoorbeeld door cameratoezicht op de perrons). Midden- Delfland Op initiatief van RET worden in 2016 voorbereidingen getroffen om te komen tot een periodiek Handhavingsoverleg Hoekse lijn met de betrokken veiligheidspartners uit de gemeenten Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Maassluis. In Midden-Delfland is het Maasland Viaduct een knooppunt alsook het knooppunt bij het Reinier de Graaf ziekenhuis. Het openbaarvervoer netwerk bestaat uit drie doorgaande lijnen (twee in het noorden, één in het zuiden) en twee verbindende OV-lijnen in noord-zuidrichting tussen deze verbindende lijnen. Midden-Delfland ziet als aandachtspunten: - de sociale veiligheid op stille momenten op busstation Maasland Viaduct - fietsendiefstal vanuit de fietsenstalling van busstation Maasland Viaduct - schade aan fietsen op de haltes. Nissewaard Maatregelen die genomen worden zijn gericht op de aanpak van fietscapaciteit, veilige fietsenstalling en fietsendiefstal. Verbeteringen rond sociale veiligheid die gezien worden zijn het beperken van overstaptijd en de beveiliging van de fietsenstalling. Momenteel is in Spijkenisse op de metrostations veel overlast van wildplakken op de wanden en de pilaren. De gemeente en RET zijn in overleg met betrekking tot de juridische aanpak en handhaving op dit probleem. De sociale veiligheid op de metrostations overdag, s avonds en s nachts verdient aandacht, in het bijzonder metrolijn D in de avond- en nachtelijke uren. In Spijkenisse ligt momenteel de nadruk op het sociaal veilig maken van het ov-knooppunt Spijkenisse Centrum (metro en bus) om het reizen voor reizigers naar dit punt aantrekkelijker te maken. De maatregelen die de RET inzet zijn: cameratoezicht op de metrostations en in de voertuigen, risicogerichte inzet en schoon & heel materieel en gebouwen. Bijlage 3 blad 5

178 Gemeente Pijnacker- Nootdorp Ridderkerk Kenmerken openbaar vervoer en sociale veiligheid In de gemeente zijn twee soorten openbaar vervoer actief, te weten het busnet en het Randstadrailnet. Op de Randstadrail halten is cameratoezicht aanwezig. Elk jaar vinden gezamenlijke acties plaats vanuit de vervoerder (RET) en de politie. Er zijn geen lokale handhavingsarrangementen afgesloten omdat er geen problemen bekend zijn. Om sociale veiligheid in den brede te verbeteren, wordt binnen de gemeente actief ingezet op het durven helpen en aanspreken van elkaar. In Ridderkerk bestaat het openbaar vervoer uit: - een busnetwerk (uitgevoerd door de RET) dat vooral op Rotterdam en in mindere mate op Dordrecht en Barendrecht is georiënteerd. De bussen (grote en achtpersoonsbussen) sluiten aan op tramlijn 23 (Beverwaard-Rotterdam), NS-station Barendrecht en Waterbushalte De Schans - de Waterbusverbinding Rotterdam-Dordrecht (uitgevoerd door Aquabus bv) die halteert aan De Schans in Ridderkerk. Ook het voet-fietsveer naar Krimpen aan de Lek en Molenwaard (zogenaamde Driehoeksveer, exploitant Ottevanger) halteert daar. Rijswijk Op dit moment wordt bushalte Sportlaan aan de Populierenlaan als hotspot gezien vanwege hinder/ overlast van jeugd. Deze halte wordt veel gebruikt door bezoekers aan sportcentrum en zwembad De Fakkel. Een aandachtspunt is halte De Schans van de Waterbus tijdens evenementen in Rotterdam of Dordrecht. De vervoerder heeft hier oog voor. Tot slot is er rond twee middelbare scholengemeenschappen in Ridderkerk in de ochtend en tussen de middag sprake van hinder en overlast door jongeren die vanuit Rotterdam per bus naar deze scholen gaan. De RET zet extra controleurs in bij deze overlast in samenwerking met de twee scholen, Sport en Welzijn en het politiebasisteam Oude Maas. Door Rijswijk rijden trams, bussen en treinen. Momenteel loopt er een onderzoek naar de terugkomst van een pont. De knooppunten zijn Station Rijswijk, de Generaal Spoorlaan en de Haagweg. Binnen de gemeente is geen volledig zicht op sociale veiligheid in het openbaar vervoer; wel is samen met de MRDH gewerkt aan toegankelijk openbaar vervoer. De gemeente zet Inspecteurs Openbaar Gebied in die tevens op en rond haltes en stations actief zijn. De streekvervoerder geeft aan dat er een convenant is afgesloten met scholen, gemeente en politie. De incidenten die bekend zijn, spelen zich voornamelijk af rond de scholen. Bijlage 3 blad 6

179 Gemeente Rotterdam Kenmerken openbaar vervoer en sociale veiligheid Rotterdam heeft zeven NS-stations, te weten Rotterdam Centraal, Rotterdam Alexander, Rotterdam Zuid, Rotterdam Blaak, Rotterdam Lombardijen, Rotterdam Noord en Rotterdam Stadion (alleen bij evenementen). Verder lopen er vijf metroverbindingen door de stad (lijn A tot en met E), elf tramlijnen, 56 buslijnen, de Fast Ferry en 14 BOB-buslijnen (allen geëxploiteerd door de RET). Specifieke aandachtspunten zijn de veiligheid in de metro in de avonduren. Er worden extra toezichthouders ingezet (OV-surveillanten) in de avonduren en op donderdag tot en met zaterdag is er 100% dekking (de kans dat je een OV-surveillant tegenkomt) in de avonduren. Het doel van deze inzet is om het veiligheidsgevoel van reizigers in de metro te verhogen in de avonduren. Een ander specifiek aandachtspunt binnen de gemeente is het reizen in de avonduren met de tram. Naar aanleiding van een hoog aantal incidenten op drie lijnen is de afgelopen periode de mogelijkheid ingezet om een reisverbod op te leggen. Het reisverbod behelst een pakket aan maatregelen met als bedoeling om ernstige en langdurige overlast op openbare vervoerlijnen tegen te gaan. De maatregelen omvatten extra inzet van RET-personeel en materieel, politie-instructie aan RET-personeel, aanpak op scholen. Samen met de vervoerder, politie en OM werkt de gemeente samen om oplegging, uitvoering en handhaving van het reisverbod te effectueren. Het reisverbod wordt niet zomaar ingezet, het wordt gezien als laatste middel als de bestaande maatregelen niet toereikend zijn. Er zijn 6 lokale handhavingsarrangementen (LVA s) afgesloten in Rotterdam, voor Station Rotterdam Centraal, Station Rotterdam Alexander, Station Rotterdam Zuid, Station Rotterdam Blaak, Station Rotterdam Lombardijen en Station Rotterdam Noord. Deelnemende partijen naast onze gemeente zijn, de politie, het OM, NS, ProRail en RET. De doelstelling van de LVA s (met uitzondering van Rotterdam CS) is dat de partijen de sociale veiligheid in de lokale stationsgebieden willen borgen en bevorderen. In het LVA hebben de betrokkenen afspraken en inspanningen vastgelegd zodat zij intensiever en efficiënter samenwerken en elkaar informeren over relevante ontwikkelingen. Met de gezamenlijke uitvoering van activiteiten in en om de lokale stations van Rotterdam streven de partijen naar het verbeteren en handhaven van zowel de objectieve als de subjectieve veiligheid. Reizigers, personeel en overige gebruikers van de stations voelen zich veiliger en prettiger tijdens hun verblijf of werk. De gezamenlijke doelstelling van het LVA Rotterdam CS is het continueren en verbeteren van een veilig, toegankelijk en gastvrij Centraal Station en haar directe omgeving. De aanpak van veiligheid in het openbaar vervoer in Rotterdam is een gezamenlijke opgave van de gemeente, politie, OM, RET, de Metropoolregio, private partners en bewoners. Het is belangrijk om met elkaar te werken aan het versterken van de subjectieve en objectieve veiligheid in het openbaar vervoer in Rotterdam. In Rotterdam zijn we op de goede weg. De samenwerking zoals deze bijvoorbeeld nu plaatsvindt tussen politie, OM, gemeente en RET is uniek in Nederland. Bijlage 3 blad 7

180 Gemeente Schiedam Kenmerken openbaar vervoer en sociale veiligheid Het openbaar vervoer in Schiedam kenmerkt zich door de trein met station Schiedam Centrum en Hoekselijn met station Nieuwland, de metro naar Rotterdam en Spijkenisse, de tram (lijn 21/24), bus (lijnen 51, 53, 54 en 126) en watertaxi. Een belangrijk regionale knooppunt is station Schiedam Centrum, niet alleen voor Schiedam zelf, maar ook voor de westelijke Rotterdamse regio; een gebied met plusminus mensen (Vlaardingen, Maassluis, Schiedam Spijkenisse en Rotterdam West). Verder zijn station Nieuwland en knooppunt Metrostation Vijfsluizen op lokale schaal belangrijke knooppunten. Vanwege de vernieuwing van de Hoekse Lijn en een nieuw station worden meer vervoersbewegingen verwacht van reizigers die de stad bezoeken. In overleg met de vervoerder wordt gekeken naar de toegankelijkheid van en naar de stations (bijvoorbeeld het plaatsen van poortjes tussen het perron en de openbare weg), maar ook naar de inrichting van de stations (verlichting, zichtlijnen, verblijfsmogelijkheden en dergelijke) en de veiligheid van de gebruikers ervan (bijvoorbeeld door cameratoezicht op de perrons). Op initiatief van RET worden in 2016 voorbereidingen getroffen om te komen tot een periodiek Handhavingsoverleg Hoekse lijn met de betrokken veiligheidspartners uit de gemeenten Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Maassluis. Maatregelen die momenteel worden ingezet, zijn: cameratoezicht op de metrostations en in de voertuigen, risicogerichte inzet en schoon en heel materieel en gebouwen. Ook worden ovsurveillanten ingezet in de metro op het traject Marconiplein Zalmplaat. Vlaardingen Het openbaar vervoer in Vlaardingen kenmerkt zich door de tram (lijn 24), bus (lijnen 56, 57 en 126), trein en watertaxi. Belangrijke knooppunten zijn drie NS-stations, te weten Vlaardingen-Oost, Vlaardingen-Centrum en Vlaardingen-West en knooppunt Metrostation Vijfsluizen. Er zijn geen specifieke aandachtspunten vanuit het gemeentelijk veiligheidsbeleid inzake openbaar vervoer. De reden is dat de vervoerders hun eigen beleid hebben en zelf opsporingsambtenaren inzetten in bussen, trams, metro's en treinen. Wat betreft het openbaar vervoer streeft Vlaardingen naar het bedienen van (toekomstige) werklocaties, het stadscentrum, regionale verbindingen, aansluitingen vanaf de stations en het organiseren van basismobiliteit en servicelijnen (doelgroep vooral ouderen en niet-autobezitters). Vanwege de vernieuwing van de Hoekse Lijn en een nieuw station worden meer vervoersbewegingen verwacht van reizigers die de stad bezoeken. Sociale veiligheid blijft dan ook een aandachtspunt. In overleg met de vervoerder wordt gekeken naar de toegankelijkheid van en naar de stations (bijvoorbeeld het plaatsen van poortjes tussen het perron en de openbare weg), maar ook naar de inrichting van de stations (verlichting, zichtlijnen, verblijfsmogelijkheden en dergelijke) en de veiligheid van de gebruikers ervan (bijvoorbeeld door cameratoezicht op de perrons). Wassenaar Westland Op initiatief van RET worden in 2016 voorbereidingen getroffen om te komen tot een periodiek Handhavingsoverleg Hoekse lijn met de betrokken veiligheidspartners uit de gemeenten Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Maassluis. Er is weinig informatie over de lokale situatie binnen het openbaar vervoer. Er zijn geen specifieke knelpunten bekend. Binnen de gemeente is dan ook geen specifiek beleid met maatregelen en aandachtspunten opgenomen. Er zijn geen klachten of meldingen van ervaringen met onveiligheid in de bussen in Westland. Om die reden is in onze optiek geen specifiek beleid noodzakelijk. Bijlage 3 blad 8

181 Gemeente Zoetermeer Kenmerken openbaar vervoer en sociale veiligheid Zoetermeer heeft als openbaar vervoer: - de trein van Den Haag naar Gouda en vice versa (vervoerder NS) - de tram Den Haag naar Zoetermeer en vice versa (verzorgd door HTM) - een streekbus Zoetermeer naar Leiden, Den Haag, Rijswijk, Gouda, Delft, Rodenrijs (daar is aansluiting op de metro Rotterdam mogelijk), Alphen aan de Rijn (verzorgd door Veolia, Arriva, RET) - een stadsbus binnen Zoetermeer (Veolia). De belangrijkste knooppunten zijn bus-/tramstation Centrum West, tramhalte Voorweg Hoog/Laag en trein-/busstation Station Zoetermeer. Vier maal per jaar vindt een integrale handhavingsactie plaats. Specifiek aandachtspunt rond sociale veiligheid betreft de RandstadRail, vooral in de avonduren. Inzet van beveiligers/begeleiders op de tramlijnen 3 en 4 (Randstadrail van HTM) is gewenst. Westvoorne Recentelijk heeft HTM een drie jaar durend project afgesloten, waarbij op elke tram een beveiliger/ begeleider meereed. Om kostentechnische redenen heeft de HTM besloten dit project, ondanks positieve ervaringen, niet voort te zetten. Ons gevoel is dat deze extra inzet van controleploegen ook geleid heeft tot de recente positieve beoordeling door reizigers van veiligheid in de OV-klantenbarometer. Wellicht kan een pool van werkzoekenden en/of kansarmen op de arbeidsmarkt worden opgericht van waaruit deze gewenste voorziening kan worden voortgezet. Bezien moet worden wie een dergelijke pool kan beheren en financieren. Een andere optie is het plaatsen van toegangspoortjes op de RandstadRail-haltes in Zoetermeer tot en met Den Haag Grote Markt-tunnel. Het is een ingrijpende en verstrekkende maatregel maar de RET heeft hier positieve effecten mee bereikt. De gemeente Westvoorne is een relatief kleine gemeenschap met één (doorgaande) buslijn. Er zijn geen klachten bekend over het gevoel van onveiligheid in de bus of dat sociale veiligheid in het geding is. Er is goed contact met Connexxion. Indien knelpunten ontstaan, is contact snel gelegd. Structureel wordt door RET gecontroleerd op de bussen van Connexxion. Dit wordt voornamelijk uitgevoerd op de aan- en afvoerlijnen Spijkenisse en Westvoorne v.v. In bijzondere gevallen wordt op aangeven van Connexxion ook in Westvoorne gecontroleerd door RET. Bijlage 3 blad 9

182 Bijlage 4 - Format Kwartaalrapportage De kwartaalrapportage bevat de volgende indeling: - paragraaf 1: algemene beschrijving sociale veiligheid in kader tot voortgang doelbereik - paragraaf 2: indicatoren en kengetallen. het aantal A-B-C-incidenten (hoofdcategorieën) in het betreffende kwartaal per modaliteit van de voorgaande twee jaren en de lopende kwartalen (conform MIPOV eisen). Tabel A. Weergave A-B-C incidenten per kwartaal per modaliteit Modaliteit Jaar Jaar Jaar Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 A B C. het aantal A-B-incidenten in het betreffende kwartaal per maand per modaliteit, uitgesplitst naar dienstregelinguren (DRU s) en dienstregelingskilometers (DIRK s) van de voorgaande twee jaren en de lopende kwartalen. Deze systematiek is gebaseerd op het aantal gereden DRU s en DIRK s (voor vergelijkbaarheid tussen voorgaande jaren en concessies wordt momenteel zowel een analyse per DRU s en DIRK s opgevraagd. Op termijn zal alleen het aantal incidenten per DIRK s worden gevraagd) en op een splitsing tussen respectievelijk A- en B- incidenten (die relatief goed gemeld worden) en C-incidenten (die slechts in beperkte mate geregistreerd (kunnen) worden). Deze informatie wordt gevraagd te verbetering van de vergelijkbaarheid tussen concessies. Tabel B1. Weergave A-B incidenten per DRU s per kwartaal per modaliteit Modaliteit Jaar Jaar Jaar Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Bus Tram Metro/RaRa Tabel B2. Weergave A-B incidenten per DIRK s per kwartaal per modaliteit Modaliteit Jaar Jaar Jaar Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Bus Tram Metro/RaRa. overzicht hotspots en risicogebieden. inzet uren personeel per kwartaal per hotspot per maatregel Tabel C. Inzet uren personeel per hotspot per maatregel Hotspot Maatregel Maatregel Maatregel Etc. Totaal aantal uren Bijlage 4 blad 1

183 Hotspot A Hotspot B Hotspot C Etc. Risicogebied Risicogebied A Risicogebied B Risicogebied C Etc. Risicolijn Risicolijn A Risicolijn B Risicolijn C Etc. Totaal. zwartrijdpercentage/niet-betalende reizigers. Het zwartrijdpercentage wordt bepaald op basis van de verhouding tussen het aantal gecontroleerde reizigers en de afwijkingen die hierbij worden aangetroffen. Dat wil zeggen: het aantal processen verbaal, verhoogde tarieven en pardonaties die bij de controles worden uitgeschreven. eventueel aanvullende cijfers die gesteld worden in de afzonderlijke programma s van eisen van de betreffende concessie (zoals percentage controledruk) - paragraaf 3: begroting. prognose en realisatie tot dusver. De inzet van personeel (in fte s, onderverdeeld naar functies) en middelen (assets en externe kosten). Daarnaast ontvangt de concessieverlener graag de uitkomsten van de Personeelsmonitor die om de twee jaar wordt gehouden indien de concessiehouder hieraan deelneemt. Bijlage 4 blad 2

184 Bijlage 5 Begrippenlijst - Beleidslijn Sociale Veiligheid. Door de concessieverlener vast te stellen en/of vastgesteld beleid op het gebied van sociale veiligheid dat als uitgangspunt dient voor het door de concessiehouder in te dienen sociaal veiligheidsplan - Bedrijfsorde. De afwezigheid van verstoring of bedreiging door direct of dreigend gevaar voor anderen in het voertuig en op haltes en stations die in eigendom zijn van het vervoersbedrijf of als de rechten van anderen in het voertuig of op haltes en stations van de vervoerder worden of dreigen te worden aangetast. - Bus. Motorrijtuig, al dan niet voorzien van een aanhangwagen, ingericht voor het vervoer van meer dan acht personen, de bestuurder daaronder niet begrepen, in de zin van artikel 1 sub e van de Wp Calamiteit.. a. als de fysieke gezondheid van één of meerdere personen direct gevaar loopt en hulp noodzakelijk is; en/of. b. er sprake is van dermate grote schade aan goederen dat direct en professioneel ingrijpen noodzakelijk is; en/of. c. bedrijfsprocessen worden verstoord; waaronder begrepen (natuur)rampen, brand, ontploffing of overstroming. - Concessie. Recht om met uitsluiting van anderen openbaar vervoer te verrichten in een bepaald gebied gedurende een bepaald tijdvak. - Concessiehouder. Vergunninghoudende vervoerder aan wie een concessie is verleend. - Concessieoverleg. Een door de concessieverlener geïnitieerd en georganiseerd overleg tussen de concessiehouder en de concessieverlener. - Concessieperiode. De periode waarin de concessieverlener het recht heeft openbaar vervoer te verrichten (aanvang en duur van de concessie). - Concessieverlener. Het tot verlening van een concessie bevoegde gezag, bedoeld in artikel Crisis. Zie calamiteit. - Hotspot. Een tijdelijk aangewezen aandachtsgebied door de concessiehouder gebaseerd op een toename van het aantal geregistreerde A-, B- of C-incidenten waardoor extra maatregelen in dat gebied nodig zijn om sociale veiligheid te bevorderen. Ook wel risicogebied genoemd. - Incident. Onvoorziene gebeurtenis, al dan niet binnen de invloedssfeer van de concessiehouder, die de uitvoering van de concessie negatief beïnvloedt. - Incident Sociale Veiligheid. Een aan de sociale veiligheid gerelateerd incident dat geregistreerd wordt zoals voorgeschreven door het ministerie van Infrastructuur en Milieu en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (op dit moment: de A-B-C-methodiek). - Kadernota Openbaar Vervoer. Het door de concessieverlener vast te stellen en/of vastgestelde beleid ten aanzien van het openbaar-vervoeraanbod in (een deel van) de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. - Lijn. Een vaste route die een voertuig dat voor de uitvoering van openbaar vervoer wordt ingezet, rijdt met bepaalde intervallen, tijdens een bepaalde bedieningsperiode en halterend bij bepaalde stations of haltes zoals aangegeven in een dienstregeling. - Metro. Een railvoertuig dat uitsluitend gebruikmaakt van een volledig van het overige verkeer afgescheiden baan. - Ongeval. Zie calamiteit. - Openbaar Vervoer. Voor een ieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling met een auto, bus, trein, metro, tram of een via een geleidesysteem voortbewogen voertuig. Bijlage 5 blad 1

185 - Openbare orde. De afwezigheid van verstoring of bedreiging van het maatschappelijk verkeer door direct of dreigend gevaar voor anderen of als de rechten van anderen worden of dreigen te worden aangetast. - Objectieve veiligheid. Veiligheid dat objectief vast te stellen is, bijvoorbeeld aan de hand van het aantal gemeten incidenten. - OV-Klantenbarometer. Onderzoek onder reizigers in opdracht van het CROW/KpVV of diens opvolger(s), naar de waardering voor en ervaringen met het openbaar vervoer. - Personeel. Al die personen die in dienst of in opdracht van de concessiehouder werkzaam zijn ten behoeve van het uitvoeren van de concessie. - Personeelsmonitor Sociale Veiligheid. Onderzoek onder het personeel in opdracht van het CROW/KpVV of diens opvolger(s), naar de waardering voor en ervaringen met sociale veiligheid in het openbaar vervoer. - Ramp. Zie calamiteit. - Reis. Een (deel van een) Rit of een aaneengesloten verzameling van meerdere (delen van) ritten. - Risicogebied. Een tijdelijk aangewezen aandachtsgebied door de concessiehouder, gebaseerd op een toename van het aantal geregistreerde A-, B- of C-incidenten waardoor extra maatregelen in dat gebied nodig zijn om sociale veiligheid te bevorderen. Ook wel hotspot genoemd. - Risicolijn. Een tijdelijke aangewezen aandachtslijn door de concessiehouder, gebaseerd op een toename van het aantal geregistreerde A-, B- of C-incidenten waardoor extra maatregelen in dat gebied nodig zijn om sociale veiligheid te bevorderen. - Rit. Volgens een dienstregeling gepland openbaar vervoer op een lijn of een traject. - Sociale Veiligheid. De mate waarin mensen beschermd zijn en zich beschermd voelen tegen persoonlijk leed door misdrijven, overtredingen en overlast door anderen. - Subsidie Sociale Veiligheid. De Subsidie Sociale Veiligheid is bedoeld voor het uitvoeren van activiteiten, gerelateerd aan Sociale Veiligheid in het concessiegebied. - Subjectieve veiligheid. De waarneming en beleving van veiligheid. - Tram. Een railvervoertuig dat gebruikmaakt van in de openbare weg gelegen of vrijliggende railinfrastructuur. - Veiligheid. Afwezigheid van een onaanvaardbaar risico of gevaar voor personeel, reizigers, overige weggebruikers en omwonenden. - Veiligheidsscan. Een nieuw onderzoek waarin alle monitorgegevens op lokaal, regionaal en landelijk niveau rond veiligheid in het openbaar vervoer, maar ook in de openbare ruimte worden gecombineerd, in opdracht van het CROW/KpVV of diens opvolger(s). - Vervoerder. Degene die openbaar vervoer, besloten busvervoer of taxivervoer verricht, niet in de hoedanigheid van bestuurder van een auto, bus, trein, metro, tram of een via een geleidesysteem voortbewogen voertuig. - Wp2000. Wet Personenvervoer 2000 van 6 juli 2000, Staatsblad 314, inclusief alle nadien doorgevoerde wijzigingen. Bijlage 5 blad 2

186 Bijlage 6 Literatuuroverzicht Bij de totstandkoming van dit document is kennisgenomen van diverse documenten, evaluaties, handreikingen en dergelijke die te maken hebben met sociale veiligheid in het openbaar vervoer. - CROW-KpVV, Sociale veiligheid van personeel in het stads- en streekvervoer, mei Ministerie van BZK, OV-autoriteiten, streekvervoerders en vakbonden, Convenant Sociale Veiligheid OV, versie 18 juni CROW-KpVV, OV-klantenbarometer - CROW-KpVV, Personeelsmonitor - CROW-KpVV, Reizigersmonitor - CROW-KpVV, Veiligheidsscan - Daders op het spoor, Een analyse van geweldplegers en geweldsincidenten tegen NS-personeel. Bureau Bruinsma en Bureau Beke. - Evaluatie Sociale Veiligheid. Studie naar effecten van beleid sociale veiligheid bus, tram, metro. Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 24 maart 2015, Transtec Adviseurs bv - Eindmeting Pilot Verbeterd Toezicht, Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland, 4 oktober 2012, Twynstra Gudde. - Initiatiefgroep Samen op Reis, Samen op reis. Opstap naar een beter OV, Sociale veiligheid op het spoor. Quickscan maatregelenpakket verbetering sociale veiligheid in treinen en op stations. DSP Groep. 20 mei Taskforce Veiliger Openbaar Vervoer, Naar een veiliger openbaar vervoer voor werknemers, 9 september Uitvoeringsprogramma sociale veiligheid openbaar vervoer, , Provincie Zuid-Holland. Januari Veilige publieke taak, Convenant Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer, Zwieten, M. van, E. de Vroome & S. van den Bossche (2015). Monitor Veilige Publieke Taak Rapportage voor Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Programma Veilige Publieke Taak. TNO. Bijlage 6

187 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 16 november 2016 agendapunt 7 Onderwerp Voorstel Korte motivering Loon-en prijspeilaanpassing 2016 concessie Hoekse Lijn (NS) 1) De loon- en prijspeilaanpassing 2016 conform de CPI (Consumentenprijsindex uit de Macro Economische Verkenningen (MEV) voor de concessie Hoekse Lijn vast te stellen op 0,2%. 2) Op grond van artikel 23 van de Subsidieverordening Verkeer en Vervoer 2012 van de stadsregio Rotterdam, die van toepassing is op basis van artikel 1 van de Tijdelijke Subsidieverordening Verkeer en Vervoer MRDH 2015 voor de loon- en prijspeilaanpassing 2016 een aanvullende subsidie van maximaal 9.488,- te verlenen aan N.S. Reizigers voor de uitvoering van de concessie Hoekse Lijn. Op 7 december 2015 heeft de bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit aan de NS een exploitatiesubsidie verleend voor de uitvoering van de concessie Hoekse Lijn en voor de gebruiksvergoeding van de infrastructuur van de Hoekse Lijn in de periode 13 december 2015 tot en met 10 december 2016 op prijspeil Conform de concessie wordt de verleende subsidie met prijspeil 2015 voor wat betreft het exploitatiedeel ( ,-) lopende het dienstregelingjaar aangepast aan het prijspeil De bestuurscommissie Va wordt thans voorgesteld de loon- en prijspeilaanpassing 2015 voor de concessie Hoekse Lijn conform de CPI 2016, zoals gepubliceerd in de MEV van september 2016, vast te stellen op 0,2%. Daarmee kan een aanvullende subsidie als gevolg van de loon-en prijspeilaanpassing 2016 verleend worden van 9.488,-. Financiën n.v.t. Juridisch n.v.t. Communicatie De beleidsregel is tot stand gekomen in overleg met Juridische Zaken. Bijlagen 1. Conceptbeschikking aan NS inzake loon- en prijspeilaanpassing 2016 Gevolgde Presidium Vervoersautoriteit 12 oktober 2016 procedure Ambtelijk overleg Vervoersautoriteit 31 oktober 2016 Anders, te weten n.v.t. Verdere Adviescommissie n.v.t. Vervoersautoriteit procedure Zienswijzetermijn n.v.t. Dagelijks bestuur MRDH n.v.t. Algemeen bestuur MRDH n.v.t. Anders, te weten Beschikking wordt aan NS verzonden Openbaar besluit ja Contactpersoon Joost Witte Wet. bekendmaking nee Telefoonnummer

188 Grote Marktstraat 43 Postbus CB Den Haag Telefoon Retouradres: Postbus CB Den Haag N.S. Regiodirectie Randstad Zuid T.a.v. de heer J.E.P.M. Alting von Geusau Postbus HK EINDHOVEN C O N C E P T informatie@mrdh.nl Internet: KvK nummer: Bankrekeningnummer NL96 BNGH contactpersoon Joost Witte uw kenmerk Datum 16 november 2016 Onderwerp Loon- en prijspeilaanpassing 2016 ons kenmerk Projectnummer doorkiesnummer j.witte@mrdh.nl Geachte heer Alting von Geusau, bijlage(n): 1 De Bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit MRDH heeft op 16 november 2016 het volgende besloten: 1. de loon-en prijspeilaanpassing 2016 conform de CPI (Consumentenprijsindex uit de Macro Economische Verkenningen (MEV) voor de concessie Hoekse Lijn vast te stellen op 0,2%; 2. vervolgens op grond van artikel 23 van de Subsidieverordening Verkeer en Vervoer 2012 van de stadsregio Rotterdam, die van toepassing is op basis van artikel 1 van de Tijdelijke Subsidieverordening Verkeer en Vervoer MRDH 2015 voor de loon-en prijspeilaanpassing 2016 een aanvullende subsidie van maximaal 9.488,- te verlenen aan N.S. Reizigers voor de uitvoering van de concessie Hoekse Lijn. Het vermelde bedrag is exclusief BTW en wordt binnenkort aan u betaald. In onderstaande tabel staat de verleende bijdrage aangegeven (prijspeil 2015) en het bedrag dat wordt uitgekeerd om de bijdrage op prijspeil 2016 te brengen. Verleende subsidie exploitatiedeel (prijspeil ,- 2015) brief d.d. 8 december 2015 kenmerk Loon-en prijspeilaanpassing 2016 (0,2%) 9.488,- over het exploitatiedeel ,- totaal ,- Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Delft, Den Haag, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Leidschendam-Voorburg, Maassluis, Midden-Delfland, Nissewaard, Pijnacker-Nootdorp, Ridderkerk, Rijswijk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Wassenaar, Westland, Westvoorne, Zoetermeer.

189 Bezwaar Tegen bovengenoemde besluiten kunt u bezwaar aantekenen. Voor informatie over de bezwaarprocedure van stadsregio Rotterdam verwijzen wij u naar de bijlage. Wij vertrouwen erop u voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, namens de Bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit MRDH, A.L. Gleijm, secretaris P.J. Langenberg, voorzitter Bijlagen: -Bezwaar- en beroepsclausule. 2

190 Bijlage 1: Bezwaar: Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt door belanghebbenden een bezwaarschrift worden ingediend. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan: De bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den-Haag Postbus CB Den Haag Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het bezwaar zich richt; d. de gronden van het bezwaar (motivering). Voorlopige voorziening: Gelijktijdig met of na indiening van het bezwaarschrift kunt u, bij een spoedeisend belang, een verzoek doen tot het treffen van een voorlopige voorziening. Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de rechtbank binnen het rechtsgebied waar de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft. In verband met de behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. Omtrent de hoogte daarvan, de wijze waarop en de termijn waarbinnen u dient te betalen krijgt u na indiening van het verzoek bericht van de griffier van de bevoegde rechtbank. Rechtstreeks beroep: Tegen dit besluit kan door een aan de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam- Den Haag deelnemende gemeente geen bezwaar worden gemaakt. Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kan een deelnemende gemeente tegen dit besluit binnen zes weken (gerekend vanaf de dag na bekendmaking) een gemotiveerd beroepschrift indienen bij: Rechtbank Rotterdam Sector Bestuursrecht Postbus BM ROTTERDAM 3

191 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 16 november 2016 agendapunt 8 Onderwerp 2 e bestuursrapportage MRDH 2016 Voorstel In te stemmen met de 2 e bestuursrapportage MRDH 2016 en deze door te geleiden naar het dagelijks bestuur ter agendering in de vergadering van het algemeen bestuur van 9 december Korte motivering De MRDH maakt op grond van de Financiële verordening MRDH 2015 jaarlijks twee bestuursrapportages waarin de mogelijkheid wordt geboden de begroting tussentijds aan te passen aan de hand van gerealiseerde of verwachte ontwikkelingen. De bestuursrapportage betreft een afwijkingenrapportage op zowel beleidsmatig als financieel gebied. Beleidsmatige afwijkingen worden toegelicht en voor financiële afwijkingen worden begrotingswijzigingen voorgesteld. Met de in deze rapportage voorgestelde begrotingswijzigingen daalt de lastenkant van de begroting van 652 miljoen naar 630 miljoen. Deze daling wordt vooral veroorzaakt doordat de bijdrage aan de verlenging van de A16 (programma Verkeer) wordt doorgeschoven naar 2017 vanwege een latere uitvoering dan oorspronkelijk gepland. Daar tegenover staan hogere lasten voor de Rotterdamse baan (programma Verkeer) en de OV-projecten Netwerk Randstadrail (NRR) en Aanlanding Erasmuslijn. De hogere lasten voor de projecten Rotterdamse baan en NRR zijn een gevolg van in 2016 betaalde kosten voor werkzaamheden, die volgens eerdere planningen al in 2015 zouden worden uitgevoerd. Het gaat hier alleen om een budgetverschuiving in jaren: de totale begroting voor deze projecten wijzigt niet. Het project Aanlanding Erasmuslijn betreft een in de begroting aangebrachte splitsing tussen kosten en ontvangen bijdragen en is budgettair neutraal. Voor het programma Samenwerkingsverbanden worden geen begrotingswijzigingen voorgesteld. De begroting voor salarislasten stijgt incidenteel met als gevolg van de invoering van het Individueel Keuzebudget (IKB) met ingang van 1 januari Het IKB komt in plaats van bestaande afzonderlijke regelingen als vakantiegeld, eindejaarsuitkering, levensloopbijdrage en de waarde van bovenwettelijk verlof. Conform de verantwoordingsvoorschriften in het Besluit begroting en verantwoording wordt er in het jaar voorafgaand aan de invoering van het IKB een éénmalige extra last van 7 maanden (juni tot en met december 2016) vakantiegeld verantwoord. Deze incidenteel hogere lasten zijn als volgt over de programma s verdeeld: programma Openbaar vervoer , programma Verkeer met en programma Economisch Vestigingsklimaat De dekking voor de incidenteel hogere lasten wordt voor de programma s Verkeer en Openbaar vervoer binnen de BDU opgevangen. Voor het programma Economisch Vestigingsklimaat wordt voorgesteld om deze incidenteel hogere last te dekken door een onttrekking aan de bestemmingsreserve Egalisatiereserve economisch vestigingsklimaat, ten laste van het nog niet gealloceerde deel in deze reserve. Binnen de vastgestelde begroting voor apparaatslasten zijn tenslotte een aantal budgettair neutrale wijzigingen doorgevoerd vanwege voortschrijdend inzicht en nieuwe ontwikkelingen zonder effect op het totaal van de apparaatslasten. Financiën Als gevolg van de in de 2 e bestuursrapportage MRDH 2016 opgenomen 2 e begrotingswijziging 2016 daalt het begrotingstotaal met 22 miljoen van 652 miljoen naar 630 miljoen. Daarnaast stijgt het nadelig resultaat vóór bestemming van naar Voorgesteld wordt ter dekking van de stijging van dit nadelig saldo ad een

192 Juridisch onttrekking te doen aan de bestemmingsreserve Egalisatiereserve Economisch Vestigingsklimaat. In artikel 7 van de Financiële verordening (FV) staat opgenomen dat het dagelijks bestuur het algemeen bestuur twee keer per jaar informeert over de realisatie van de begroting van de Metropoolregio. Daarnaast worden de in de bestuursrapportage opgenomen begrotingswijzigingen ter vaststelling aan het algemeen bestuur aangeboden. Met de nu gehanteerde procedure wordt aan deze voorschriften voldaan. In de GR, artikelen 2:1 lid 2 sub J en 4:1 lid 2, is bepaald dat de zienswijzenprocedure van overeenkomstige toepassing is op wijzigingen van de begroting, tenzij de bijdragen van de gemeenten niet veranderen en er niet wordt geschoven tussen begrotingsposten. Deze mutaties zijn in deze begrotingswijziging niet aan de orde, waardoor er geen zienswijzenprocedure hoeft te worden doorlopen. Communicatie In MRDH journaal en publicatie op website MRDH na vaststelling AB; Binnen twee weken na vaststelling ter kennis brengen van de provincie Zuid-Holland in haar rol als toezichthouder. Bijlagen 1. Conceptbeschikking aan NS inzake loon- en prijspeilaanpassing 2016 Gevolgde Presidium Vervoersautoriteit 12 oktober 2016 procedure Ambtelijk overleg Vervoersautoriteit 31 oktober 2016 Anders, te weten n.v.t. Verdere Adviescommissie n.v.t. Vervoersautoriteit procedure Zienswijzetermijn n.v.t. zie juridische aspecten Dagelijks bestuur MRDH n.v.t. Algemeen bestuur MRDH 9 december 2016 Anders, te weten n.v.t. Openbaar besluit ja Contactpersoon Evert Visser Wet. bekendmaking nee Telefoonnummer

193 2e Bestuursrapportage MRDH

194 Inhoudsopgave 1. INLEIDING SAMENVATTING BEGROTINGSWIJZIGING PROGRAMMA S PROGRAMMA VERKEER Beleidsmatige voortgang Financiële afwijkingen PROGRAMMA OPENBAAR VERVOER Toelichting beleidsmatige afwijkingen Financiële afwijkingen PROGRAMMA ECONOMISCH VESTIGINGSKLIMAAT Beleidsmatige afwijkingen Financiële afwijkingen PROGRAMMA SAMENWERKINGSVERBANDEN Financiële afwijkingen PARAGRAFEN ORGANISATIE EN BEDRIJFSVOERING Financiële afwijkingen BESLUIT BIJLAGE 1 STAAT VAN RESERVES EN FONDSEN e Bestuursrapportage MRDH

195 1. Inleiding Algemeen Hierbij ontvangt u de 2 e Bestuursrapportage 2016 van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Op basis van de inzichten van medio september 2016 is gekeken naar de verwachte financiële afwijkingen ten opzichte van de op 1 juli 2016 door het algemeen bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag vastgestelde 1 e begrotingswijziging Ook worden de afwijkingen ten opzichte van de geplande activiteiten uit de begroting 2016 weergegeven. Regionaal Investeringsprogramma Op 6 juli jl. bereikten we een belangrijke mijlpaal voor de regionaal economische structuurversterking. Minister-president Mark Rutte nam het Regionaal Investeringsprogramma in ontvangst. De MRDH, de provincie Zuid-Holland, de regio s Holland Rijnland en Drechtsteden en de Economische Programmaraad Zuidvleugel tonen daarmee waar de regio gezamenlijk op inzet. De tot het investeringsprogramma behorende meer dan 150 projecten staan op de site De site bevat door de provincie en gemeenten toegeleverde informatie over de projecten. De projecten in het investeringsprogramma zijn niet in beton gegoten. Er zullen projecten bijkomen, er zullen projecten wijzigen en er zullen projecten afvallen. Ook kunnen we niet alles tegelijkertijd, we moeten keuzes maken waarmee we beginnen De realisatie van de projecten is veelal afhankelijk van diverse partners. Daarom zoeken we de samenwerking met bedrijven, kennisinstellingen, medeoverheden, financiers, sociale ondernemingen en maatschappelijke organisaties. Daar horen nieuwe samenwerkings-, financierings- en verdienmodellen bij. Het investeringsprogramma geeft een forse impuls aan de regio en aan Nederland als geheel. Pakken we het goed aan, dan zal de economie in de regio met 2 tot 4% kunnen groeien. Op basis van de investeringen, die voor de meeste projecten in kaart zijn gebracht, verwachten we dat voor de uitvoering van het Regionaal Investeringsprogramma de komende 10 jaar indicatief 12 tot 15 miljard euro nodig is van bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Per project zal in de verdere uitwerking een bekostigings- en financieringsarrangement moeten komen. Gemeenten hebben de mogelijkheid om tot 14 oktober a.s. hun zienswijzen op het investeringsprogramma in te dienen. Definitieve vaststelling van het Regionaal Investeringsprogramma is voorzien in het Algemeen Bestuur op 9 december a.s. De voorbereiding van de uitvoering hebben we al wel ter hand genomen. Daarbij gaat het onder andere om het eenduidig beleggen van het bestuurlijk eigenaarschap van de projecten. Verder willen we focusprojecten benoemen. Dit zijn projecten uit de lijst van 150 projecten met een grote regionale betekenis die in de periode tot medio 2017 tot een concreet resultaat kunnen leiden. Daarnaast herkennen we ook projecten als focusprojecten als deze van dusdanig regionaal belang zijn dat een (nadere) verkenning of eerste actie gewenst is. Deze verkenning zal dan moeten leiden naar een go/no go-beslissing binnen afzienbare tijd voor wat betreft de uitvoering van het project. Vanzelfsprekend blijft het een toetspunt dat de 23 gemeenten zich hierin moeten kunnen herkennen. 2e Bestuursrapportage MRDH

196 Als MRDH richten we vliegwielfaciliteiten in waarmee we projecten kunnen ondersteunen. Het gaat om het inzetten van experts voor bijvoorbeeld financiering, public affairs en Europa. In dit kader is er een MRDH tafel met het Rijk en gestructureerd overleg met de banken, pensioenfondsen en Europese instellingen. Het Regionaal Investeringsprogramma heeft op dit moment nog geen consequenties voor de begroting van de MRDH. Op het moment dat dat wel het geval is ontvangt u hiervoor een voorstel ter besluitvorming. Leeswijzer In hoofdstuk 2 treft u de samenvatting van de 2e begrotingswijziging 2016 aan. In hoofdstuk 3 worden op programmaniveau de financiële afwijkingen gepresenteerd. Over de beleidsmatige afwijkingen wordt in dit hoofdstuk via een stoplichtenmodel gerapporteerd. In hoofdstuk 4 worden de afwijkingen op het gebied van Organisatie en Bedrijfsvoering toegelicht. In bijlage 1 is de staat van Reserves en Fondsen opgenomen. 2e Bestuursrapportage MRDH

197 2. Samenvatting begrotingswijziging Programmabegroting Eerst gewijzigde Prognose Begrotings- (euro's) begroting wijziging Lasten per programma 1. Verkeer Openbaar vervoer Economisch vestigingsklimaat Samenwerkingsverbanden Totaal Baten per programma 1. Verkeer Openbaar vervoer Economisch vestigingsklimaat Samenwerkingsverbanden Totaal Resultaat voor reservemutaties Onttrekking aan Egalisatiereserve EV Resultaat na reservemutaties Resultaat tweede begrotingswijziging 2016 Het resultaat vóór bestemming van deze begrotingswijziging bedraagt nadelig. Dit wordt veroorzaakt door incidenteel hogere apparaatslasten, voor zover deze zijn toe te rekenen aan het programma Economisch vestigingsklimaat. Deze incidenteel hogere apparaatslasten zijn het gevolg van de verplichte invoering van het Individueel Keuzebudget (IKB) met ingang van 1 januari Voorgesteld wordt om deze incidentele last te dekken door een onttrekking aan de bestemmingsreserve Egalisatiereserve economisch vestigingsklimaat, ten laste van het nog niet gealloceerde deel in deze reserve. Programmatotaal Het begrotingstotaal daalt met 22 miljoen, de lasten dalen van 652 miljoen naar 630 miljoen. Deze daling wordt vooral veroorzaakt doordat de bijdrage aan de verlenging van de A16 (programma Verkeer) wordt doorgeschoven naar 2017 vanwege een latere uitvoering dan oorspronkelijk gepland. Daartegenover staan hogere lasten voor de Rotterdamse baan (programma Verkeer) en de OV-projecten Netwerk Randstadrail (NRR) en Aanlanding Erasmuslijn. De hogere lasten voor de projecten Rotterdamse baan en NRR zijn een gevolg van in 2016 betaalde kosten voor werkzaamheden, die volgens eerdere planningen al in 2015 zouden worden uitgevoerd. Het gaat hier alleen om een budgetverschuiving in jaren: de totale begroting voor deze projecten wijzigt dus niet. Het project Aanlanding Erasmuslijn betreft alleen een nu in de begroting aangebrachte splitsing tussen kosten en ontvangen bijdragen en is dus budgettair neutraal. De voorgestelde begrotingswijzigingen worden in hoofdstuk 3 per programma nader toegelicht. 2e Bestuursrapportage MRDH

198 3. Programma s Beleidsmatige afwijkingen In deze bestuursrapportage wordt met betrekking tot de voortgang van in 2016 te realiseren activiteiten het zogenaamde stoplicht-model gehanteerd. Per programma wordt in kleur de stand van zaken van de geplande activiteiten uit de begroting 2016 weergegeven. Bij afwijkingen is een toelichting opgenomen. Peildatum hiervoor is medio september. Hierna volgt een korte uitleg van het gebruik van de kleuren. Status Groen Oranje Rood Betekenis De activiteit wordt conform planning gerealiseerd. Het realiseren van de voor 2016 geplande activiteit loopt vertraging op. De activiteit wordt niet meer gerealiseerd. Financiële afwijkingen In de financiële overzichten per programma zijn prognoses voor de realisatie van de begroting 2016 opgenomen. Indien deze prognoses afwijken van de in juli 2016 door het algemeen bestuur gewijzigde begroting 2016 is een voorstel tot begrotingswijziging opgenomen. 2e Bestuursrapportage MRDH

199 3.1 Programma Verkeer Beleidsmatige voortgang Acties in 2016 Status Toelichting Concurrerende economie MRDH breed Bijdragen aan het MIRT-onderzoek Rotterdam-Den Haag, samen met het Rijk en de centrumgemeenten. Uitwerken van de Strategische Bereikbaarheidsagenda van de MRDH. Rotterdamse regio Bijdragen aan de totstandkoming van de grote wegverkeersprojecten in de regio, zoals de A4 Delft-Schiedam, de verbreding van de A15 Maasvlakte-Vaanplein, de A13/A16-verbinding en de Blankenburgverbinding. Laten uitvoeren van het vraagbeïnvloedingsprogramma Beter Benutten vervolg door de Verkeersonderneming. Regio Haaglanden Bijdragen aan de totstandkoming van de grote wegverkeerprojecten in de regio, zoals de Rotterdamsebaan, A4-passage en Poorten & Inprikkers, A4 Delft-Schiedam en het programma Aansluitingen HWN- OWN (hoofdwegennet/onderliggend wegennet), maar ook aan grote wegverkeerprojecten over de grenzen van de regio heen, zoals de RijnlandRoute. Samen met de gemeenten, provincie, Rijkswaterstaat, VNO-NCW West werken aan de realisatie van maatregelen uit het Beter Benutten 1 programma. Coördineren van het vervolgprogramma Beter Benutten Haaglanden en met genoemde partijen uitwerken van vraagsturingsprojecten door bedrijfsleven en verbeteren infrastructuurprojecten door overheden. Verbeteren van de kwaliteit van plekken MRDH breed Inventariseren van OV-locaties waar een tekort aan fietsparkeerplaatsen is om vervolgens met wegbeheerders afspraken te maken over realisatie en subsidies. Onderzoeken van de mogelijkheden voor verhuur van fietsen bij OV-locaties en dit te adviseren aan de wegbeheerders en vervoerbedrijven. Herijken van de regionale 2e Bestuursrapportage MRDH

200 fietsroutenetwerk(en). Samen met de provincie Zuid-Holland als partner van het regionaal orgaan Verkeersveiligheid (ROV Z-H) gemeenten stimuleren de verkeersveiligheid te verbeteren middels gedragsbeïnvloedingsmaatregelen (bijvoorbeeld Totally Traffic voor het voortgezet onderwijs en SCHOOL op SEEF in het basisonderwijs). Gemeenten stimuleren/ondersteunen deel te nemen aan het uitvoeren van landelijke campagnes en het promoten van de schoolbrengdag. Verstrekken van subsidies aan wegbeheerders om verkeersonveilige situaties aan te pakken, bijvoorbeeld blackspots Regio Haaglanden Bijdragen aan de bouw van een fietsviaduct over de A4 (Ypenburg, Den Haag). Kansen voor mensen MRDH breed Samen met de partners in de Zuidvleugel verder vorm geven aan de organisatie van Regionaal (Operationeel) Verkeersmanagement bij BEREIK!. De MRDH levert 0,5 fte aan het op 1 januari 2011 opgerichte Regionaal Verkeerskundig Team van BEREIK!. Met gemeenten, provincie en omliggende regio s samenwerken aan het opstellen van een beleidsplan en uitvoeringsprogramma snelfietsroutes Monitoren van het fietsgebruik op meer dan tachtig locaties om vervolgens de regionale fietsroutenetwerken te herijken. Rotterdamse regio Monitoring van de verkeersintensiteiten op de N471. Afspraken maken over de korte termijn maatregelen voor de Harmsenknoop N57- A15 en het knooppunt Vijfsluizen bij Schiedam/Vlaardingen. Subsidiëren van maatregelen in het kader van het programma Beter Benutten vervolg. Bijdragen (kennis en subsidie) aan de uitvoering van de snelfietsroute Rotterdam- Spijkenisse. Bijdragen aan de voorbereiding van de snelfietsroutes Rotterdam Gouda. Regio Haaglanden Samenwerken met de gemeenten, provincie, RWS, VNO-NCW West aan de 2e Bestuursrapportage MRDH

201 realisatie van maatregelen op het gebied van weginfrastructuur uit het Beter Benutten 1 programma en Beter Benutten Vervolg. Bijdragen aan de voorbereiding van de snelfietsroute Rotterdam Zoetermeer. Rotterdamse regio De snelfietsroute Dordrecht Rotterdam (F16) van bewegwijzering voorzien. Uitvoering is vertraagd, maar zal wel in 2016 plaatsvinden. Zie hierna voor het effect hiervan op de promotiecampagne. De duurzame regio MRDH breed In samenwerking met de regiogemeenten, RWS, PZH, Havenbedrijf Rotterdam en met betrokkenheid van de belangenorganisaties wordt een beleidskader over vrachtwagenparkeren opgesteld voor de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Het (laten) beheren van de regionale verkeers- en milieumodellen Rotterdam en Haaglanden. Het stimuleren van het fietsgebruik met de jaarlijkse actie Op de fiets werkt beter! Rotterdamse regio Het door de Verkeersonderneming laten uitvoeren van de deelprogramma s reisgedrag, rijgedrag en logistiek in het kader van het programma Beter Benutten Vervolg. Regio Haaglanden We stimuleren afspraken over werk gerelateerd parkeren tussen bedrijven en overheidspartijen en dragen bij aan het verbeteren en uitbreiden van diverse P+Rlocaties. Rotterdamse regio Het uitvoeren van een promotiecampagne en de nameting van de snelfietsroute Dordrecht Rotterdam (F16). De bewegwijzering wordt in Q4 uitgevoerd. Hierdoor zal de promotiecampagne en de nameting niet meer in 2016 uitgevoerd worden. Rotterdamse regio Afronden van het Verwijzingsplan P+R. Regio Haaglanden Bijdragen aan het aanpakken van knelpunten op het gebied van de luchtkwaliteit en geluidsbelasting en samen met de gemeenten het Programma Duurzame Mobiliteit uitvoeren. Door vertraging van contractuele afspraken tussen Rijkswaterstaat en de gemeente Rotterdam is uitwerking van het Verwijzingsplan P+R vertraagd en zal uitvoering niet meer in 2016 plaatsvinden. Bij de uitwerking van de Uitvoeringsagenda wordt de ambitie ten aanzien van DuMo in concrete doelstellingen vertaald. Dat leidt in 2016 niet meer tot uitvoering van een programma DuMo. 2e Bestuursrapportage MRDH

202 Efficiënt en rendabel MRDH breed Uitwerken van de Strategische Bereikbaarheidsagenda van de MRDH met speciale aandacht voor innovatieve mobiliteitsconcepten. Rotterdamse regio Laten uitvoeren door de Verkeersonderneming van het deelprogramma reisgedrag van Beter Benutten vervolg. Regio Haaglanden Samen met het bedrijfsleven / VNO-NCW West voortzetten van innovatieve maatregelen die gericht zijn op ander reisgedrag en verbetering van de reis- en routeinformatie, ter uitvoering van het Regionaal Convenant Bereikbaar Haaglanden dat door ruim 60 bedrijven en een aantal bedrijvenverenigingen is ondertekend. 2e Bestuursrapportage MRDH

203 3.1.2 Financiële afwijkingen Programma 1: Verkeer Eerst gewijzigde Prognose Begrotings- (euro's) begroting wijziging Lasten: Programmakosten regio Haaglanden - Beleid en programmering Verkeersmanagement en wegenstructuur Fiets- en ketenmobiliteit Verkeersveiligheid Apparaatslasten Subtotaal regio Haaglanden Programmakosten Rotterdamse regio - Beleid en programmering Verkeersmanagement en wegenstructuur Fiets- en ketenmobiliteit Verkeersveiligheid Apparaatslasten Subtotaal Rotterdamse regio Totaal lasten Baten: Regio Haaglanden Rotterdamse regio Totaal baten Resultaat Toelichting financiële afwijkingen: Regio Haaglanden Beleid en programmering In de eerst gewijzigde begroting 2016 waren deelbudgetten voor beleid en programmering ondergebracht bij de investeringen. Met de voorgestelde tweede begrotingswijziging van 1,9 miljoen wordt dit budgetneutraal uit de betreffende investeringsbudgetten van Verkeersmanagement en wegenstructuur en Fiets- en ketenmobiliteit gehaald en toegevoegd aan het budget voor beleid en programmering. Verkeersmanagement en wegenstructuur 2e Bestuursrapportage MRDH

204 In de eerst gewijzigde begroting 2016 was voor de Rotterdamse Baan een bedrag van 44,2 aan uitgaven opgenomen. Als gevolg van in 2016 betaalde kosten voor werkzaamheden die volgens eerdere planningen al in 2015 zouden zijn uitgevoerd, moet de begroting 2016 voor dit project worden verhoogd tot 57,2 miljoen. Het gaat hier alleen om een budgetverschuiving in jaren: de totale projectbegroting wijzigt dus niet. Regio Rotterdam Verkeersmanagement en wegenstructuur De in de eerst gewijzigde begroting 2016 opgenomen bijdrage aan de verlengde A16 is doorgeschoven naar 2017 voor een bedrag van 63,2 miljoen vanwege een latere uitvoering dan oorspronkelijk gepland. Verkeersveiligheid De verwachte bestedingen zijn lager, omdat het aantal aanvragen voor o.a. blackspots lager is dan verwacht op basis van de aanmeldingen. De incidenteel hogere apparaatslasten worden nader toegelicht in hoofdstuk van deze rapportage. 2e Bestuursrapportage MRDH

205 3.2 Programma Openbaar Vervoer Toelichting beleidsmatige afwijkingen Acties in 2016 Status Toelichting Concurrerende economie MRDH Breed Bijdragen aan het MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam-Den Haag. Bijdragen aan het MIRT-onderzoek Internationale Connectiviteit. Participatie in Europese projecten en onderzoeken. Rotterdamse regio Ombouw Hoekse Lijn. Een activiteit in de gemeenten Schiedam, Maassluis, Vlaardingen en Rotterdam (Hoek van Holland). Onderzoek naar vergroten bereikbaarheid Maasvlakte 2. Regio Haaglanden Invullen van het programma Netwerk RandstadRail. Er worden nog aanpassingen doorgevoerd in Den Haag, Rijswijk en Delft. Verbeteren van de kwaliteit van plekken MRDH Breed Verhogen van toegankelijkheid van bus- en tramhaltes. Bijdragen aan het samenwerkingsverband Stedenbaan Plus. Rotterdamse regio Uitvoeren van projecten uit het programma Naar een Toekomstvast OV (NTOV). Dit betreft projecten in zowel Haaglanden-gemeenten als gemeenten in de regio Rotterdam. Regio Haaglanden Ontwikkelen van vervoers-/ov knoop Bleizo in Zoetermeer. Realiseren eindstation metrolijn E Den Haag Centraal. Rotterdamse regio Kwaliteitsverbetering station Alexander Onderdeel trein/metro is in uitvoering, fietsparkeren is nog in onderzoek. 2e Bestuursrapportage MRDH

206 Kansen voor mensen MRDH Breed Uitwerken van relevante onderwerpen uit de Strategisch Bereikbaarheidsagenda naar een beleidsuitvoeringsplan. Verbeteren van first and last mile voor OV gebruikers. Bijdragen aan het samenwerkingsverband Stedenbaan Plus. In 2016 omgevormd naar programma Automatisch Vervoer Last Mile i.r.t. RNE. Bredere aanpak last mile start Rotterdamse regio Uitwerken conclusies onderzoek Verbeteren Bereikbaarheid Rotterdam The Hague Airport (RTHA). Regio Haaglanden Uitwerken van kansrijke projecten uit het programma Werelds Netwerk aan Zee. MRDH Breed Optimaliseren van indeling (bus) concessiegebieden en aansluitend optimalisatie van het busnetwerk. Als gevolg van beëindiging aandeelhouderschap NS in HTM wordt momenteel dit programma herzien. Dit wordt in het derde kwartaal 2016 uitgewerkt in de voorbereiding van de nieuwe busconcessies. De duurzame regio MRDH Breed Uitvoering geven aan de nieuwe Wet lokaal spoor (regeling treedt in werking op ). Relevante eisen worden opgenomen in de nieuw concessies. Bijdragen aan kennisontwikkeling op het gebied van zero-emissie busvervoer. Regio Haaglanden Uitvoering geven aan het plan duurzame mobiliteit Haaglanden. Efficiënt en rendabel MRDH Breed Kostenbeheersing toepassen op regulier beheer en onderhoud en vervangingsinvesteringen rail. Kostenbeheersing en innovatieve aspecten in Concessie Rail Actieve sturing en adequaat beheer van de OV concessies. 2e Bestuursrapportage MRDH Kostenbeheersing onderhoud RET is ingevoerd. Andere financiering vervangingsinvesteringen RET vereist nog besluitvorming in Algemeen Bestuur. Dit is onderdeel van de nieuwe railconcessies, die momenteel worden inbesteed. In juli 2016 is het gunningsbesluit voor de Rotterdamse railconcessie genomen in het najaar volgt die voor de Haaglandse railconcessie. Er wordt gewerkt aan verdere verbetering van het concessiemanagement. Dit moet leiden tot een MRDH-brede

207 Inrichten OV marketing platform. concessiemonitor. Op dit moment wordt hard gewerkt vanuit het marketingplatform om het Tourist Day Ticket te introduceren. Dit heeft er toe geleid dat verdere inrichting van het marketingplatform en de organisatie even on hold is gezet. Na de introductie van het Tourist Day Ticket wordt dit opgepakt. 2e Bestuursrapportage MRDH

208 3.2.2 Financiële afwijkingen Programma 2: Openbaar Vervoer Lasten: Eerst gewijzigde Prognose Begrotings- (euro's) begroting wijziging Programmakosten regio Haaglanden Beleid en programmering OV Exploitatie Beheer en onderhoud infra Netwerk Programmakosten Rotterdamse regio Beleid en programmering OV Exploitatie Beheer en onderhoud infra Netwerk Programmakosten MRDH Beleid en programmering OV Exploitatie Apparaatslasten Totaal lasten Baten: Regio Haaglanden Rotterdamse regio Totaal baten Resultaat Toelichting financiële afwijkingen: Regio Haaglanden Exploitatie/Beheer en onderhoud infra In de eerst gewijzigde begroting 2016 was het geraamde bedrag voor indexatie geheel opgenomen onder Exploitatie. De feitelijke uitkering is verdeeld over de posten Exploitatie en Beheer en onderhoud infra. Vandaar de voorgestelde begrotingswijziging van 3,8 miljoen (budgetneutraal). Netwerk In de eerst gewijzigde begroting 2016 is de begrote bijdrage van het Ministerie van I&M voor de aanlanding van de Erasmuslijn in Den Haag ad. 22 miljoen direct in mindering gebracht op de lasten. Dit wordt nu gecorrigeerd door een gelijktijdige budget neutrale ophoging van de kosten en de baten voor dit project. 2e Bestuursrapportage MRDH

209 Als gevolg van in 2016 betaalde kosten voor werkzaamheden binnen het project Netwerk Randstadrail (NRR) die volgens eerdere planningen al in 2015 zouden zijn uitgevoerd, moet de begroting 2016 voor dit project met een bedrag van 9 miljoen worden verhoogd. Het gaat hier alleen om een budgetverschuiving in jaren: de totale projectbegroting wijzigt dus niet. De incidenteel hogere apparaatslasten worden nader toegelicht in hoofdstuk van deze rapportage. 2e Bestuursrapportage MRDH

210 3.3 Programma Economisch Vestigingsklimaat Beleidsmatige afwijkingen Acties in 2016 Status Toelichting Werklocaties Een visie voor werklocaties in de MRDH: Regionale visievorming op het terrein van bedrijventerreinen, kantoren en detailhandel. Afstemming bereikbaarheid werklocaties met Vervoersautoriteit. Programmeringsafspraken werklocaties: Gezamenlijke programmering van bedrijventerreinen, kantoren en detailhandel, met aandacht voor herprogrammering, herstructurering en herbestemming van bestaande locaties. Monitoring van ontwikkeling werklocaties. Afstemming programmering werklocaties met buurregio s. Vertegenwoordiging van de MRDHgemeenten naar provincie Zuid-Holland rond de afstemming van regionale plannen op het provinciaal instrumentarium (REOfunctie). Het toetsen van nieuwe initiatieven aan de visies. Dit willen we doen in logische thematische en geografische verbanden, afhankelijk van de schaal van de opgave die voorligt. Kennisdeling met en ondersteuning van gemeenten en regionale economische netwerken. Inrichten van een goed functionerende regionale overlegstructuur, die zowel geografisch als thematisch logisch ingedeeld is. Eén loket voor locatievraagstukken: We willen eerst het bestaande speelveld in kaart brengen. Vervolgens willen we kijken hoe de zaken optimaler kunnen worden georganiseerd. 2e Bestuursrapportage MRDH In de Agenda Economisch Vestigingsklimaat staat dat de MRDH streeft naar één loket voor (advisering over) locatievraagstukken. De aanname was dat er diverse organisaties met dit vraagstuk bezig zijn en dat dit efficiënter kan. Om hier meer inzicht in te krijgen is in 2015 onderzocht hoe deze organisaties zich tot elkaar verhouden; het speelveld is in kaart gebracht. Hierna zijn de verschillende mogelijkheden bestudeerd op haalbaarheid en draagvlak. Er is verder onderzocht of de loketvoorziening Steenworp naar

211 metropoolniveau getild kon worden. Conclusie van dat onderzoek is dat deze opschaling een effect heeft op de inwonerbijdrage en dat dat nu ongewenst is. Beweging in het speelveld van de organisaties die zich bezighouden met locatievraagstukken is op korte termijn niet haalbaar gebleken. Smart Infrastructure We dragen bij aan de besluitvorming over warmte infrastructuur in cluster west van de warmterotonde. We leveren een visie op over een regionale ICT infrastructuur binnen het smart city concept om duurzame stedelijke ontwikkeling te faciliteren. We zorgen dat op de schaal van de MRDH lokaal geproduceerde laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen wordt geplaatst. We zorgen dat voor alle gemeenten de vraag naar en aanbod van duurzame energie inzichtelijk is. Branding Ontwikkeling van een breed gedragen brandingstrategie, met bestuurlijk commitment voor de uitvoering. Organiseren van netwerk van marketingen acquisitieorganisaties. Vormen en benutten van netwerk van bedrijven in de metropoolregio als ambassadeurs in het gebied bij internationale bezoeken/geïnteresseerde leads e.d. Vergroten van de (inter-)nationale bekendheid van de MRDH als mondiale show case voor oplossingen op het gebied van duurzaam leven in een sterk verstedelijkte deltaregio. Mede-opdrachtgeverschap in metropoolverband aan bestaande marketing- en acquisitieorganisaties in de regio. In de begroting 2017 is warmteinfrastructuur opgenomen als samenwerkingsproject met de provincie. Het werkveld Smart Infrastructure zet in dit kader in op het vormgeven van de energietransitie in de regio. Voor alle gemeenten wordt in 2016 met behulp van een digitale kaart de vraag en het aanbod van warmte en koude inzichtelijk gemaakt. Dit betreft het belangrijkste onderdeel van duurzame energie. Clustervorming Fysieke en ruimtelijke randvoorwaarden stimuleren voor verbinding tussen en groei van innovatieve bedrijven in de regio, onder meer door verzekerd aanbod van locaties in alle marktsegmenten en op alle kwaliteitsniveaus en door inrichting van nieuwe en versterking van bestaande interactie-, kennis-, campus- 2e Bestuursrapportage MRDH

212 en overige werkmilieus binnen de metropoolregio. Faciliteren van kansrijke cross-overs door het instellen van regelluwe zones, proeftuinen en living labs. Implementeren van de Campusstrategie MRDH. Relevante bedrijvennetwerken van metropoolgemeenten in verbinding brengen met elkaar en uitvoeringsorganisaties als InnovationQuarter. Meer consistentie in het regionaaleconomische beleid door het afstemmen van regionale economische doelstellingen met de economische programma s van de deelnemende gemeenten. Ondersteunen van de samenwerking tussen de universiteiten van Leiden, Delft en Erasmus Universiteit (LDE) en met Wageningen Universiteit. Het ondersteunen van de samenwerking is geen doel op zich, we zetten langs de lijnen van de inhoud de specifieke expertise van de 4 universiteiten in t.b.v. de economische ontwikkeling van de regio, waar mogelijk door samenwerking (in wisselende coalities) van de betrokken instellingen. Financiering De MRDH wil komen tot een langjarige regionale investeringsstrategie met breed bestuurlijk commitment. Onderdeel van deze strategie is een dynamische lijst van kansrijke potentiële investeringsprojecten en fondsen. Met deze lijst wordt actief gezocht naar potentiële publieke en private investeerders. Op deze wijze moeten de investeringen in onze regio exponentieel toenemen. Koppeling van publieke middelen aan private middelen onder andere van institutionele beleggers door het gezamenlijk ontwikkelen van business cases binnen de langjarige regionale ontwikkelingsstrategie. Ondersteunen van ontwikkeling van specifieke business cases, bijvoorbeeld op het gebied van het koppelen van bestaande of aanleggen van nieuwe energie-infrastructuur. Inzet op bundeling van publieke investeringsmiddelen (lokaal, provinciaal, nationaal, Europees), onder andere in revolverende ontwikkelingsfondsen. Jaarlijks bepalen de deelnemende gemeenten met elkaar de inhoudelijke focus van de financieringsvraagstukken en concrete business cases waarop dat jaar 2e Bestuursrapportage MRDH

213 wordt ingezet. Onderwijs en arbeidsmarkt Op basis van de resultaten van de actieagenda s in 2015 voor 3 clustercombinaties : Agro/Horti/Food/Logistiek, Maritime/ Aerospace/ICT en Safety&Security/ICT/Hightech de afgesproken maatregelen in de triple helix bewaken/aanjagen. Op basis van de in 2015 ontwikkelde aanpak slim gemaakt een actieagenda opstellen voor de sterke clusters in de metropoolregio, gekoppeld aan concrete uitvoeringsafspraken met de triple helix. Effecten van ontwikkelingen die van invloed zijn op de regionale arbeidsmarkt van verschillende clusters (nieuwe maakindustrie, reshoring, robotisering) verkennen en vertalen naar concrete afspraken met de betreffende clusters. Ontsluiten succesvolle aanpakken onderkant arbeidsmarkt. Bijdragen aan verduurzaming van bestaande mbo-centra voor Innovatief Vakmanschap (CIV) en hbo-centres of Excellence (COE) en bijdragen aan opstart in clusters waar nog geen CIV en/of COE zijn, resulterend in een aantal concrete business cases, waarin bijdragen en inzet zijn benoemd. Door de CIV s/coe s is deze actie zelf opgepakt. Met het Platform Bétatechniek is verkend of er op dit moment concrete acties noodzakelijk zijn vanuit de regionale overheid. Dit blijkt op dit moment niet het geval. Op het moment dat er concrete vragen opkomen, zal dit waar mogelijk gericht worden opgepakt. Daarnaast is vanuit het RNE-traject het platform Next Ecucation gevormd door tien professionele onderwijsinstellingen dat zal voortbouwen op de resultaten van de CIV s en COE s. Bereikbaarheid Koppeling economische doelstellingen aan de doelen uit de strategische bereikbaarheidsagenda (vergroten van bereikbaarheid kernen, beter benutten bestaande infrastructuur, versterken kwaliteit vervoersknooppunten). Gerichte activiteiten op grond van een mobiliteitsstrategie voor de economische (hotspots van de) clusters inzake verschillende modaliteiten en vervoersstromen. Met onderscheid in regionale bereikbaarheid en internationale connectiviteit. Inzetten regionale bedrijfsleven en kennisinstellingen in MRDH bij ontwikkeling pilots en proeftuinen voor mobiliteitsvernieuwing, inclusief de bereikbaarheid van het landelijk gebied. 2e Bestuursrapportage MRDH

214 Gebruik maken van de expertise van de bestaande initiatieven in de regio zoals de Verkeersonderneming Rotterdam en de Mobiliteitsmakelaar Haaglanden: initiatieven opschalen en verbinden. Vanuit EV zullen geen initiatieven worden ontwikkeld gericht op mobiliteitsmanagement. Focus op mobiliteitsinnovatie en toplocaties. Nieuwe economische dragers landelijk gebied We ontwikkelen een gedeeld perspectief op de economische opties voor het Metropolitane landschap in de MRDH. In het groene gebied vormen we een netwerk tussen ondernemers - vanuit de vrijetijds- en de landbouwsector - en lokale overheden ter versterking van beide sectoren in hun onderlinge samenhang. We vergroten de bereikbaarheid en de toegankelijkheid van de verschillende gebieden. Door gezamenlijke productontwikkeling en gemeenschappelijke branding en marketing trekken we meer bezoekers. We organiseren een platform voor de verschillende gemeenten met vrijetijdseconomie als een belangrijke economische sector, inclusief gebieden met belangrijke landschappelijke waarden. 2e Bestuursrapportage MRDH

215 3.3.2 Financiële afwijkingen Programma 3: Economisch vestigingsklimaat Eerst gewijzigde Prognose Begrotings- (euro's) begroting wijziging Lasten: Programmakosten Apparaatslasten Totaal lasten Baten: Inwonerbijdrage Overige inkomsten gemeenten Inkomsten provincie Totaal baten Resultaat voor reservemutaties Onttrekking aan Egalisatiereserve EV Resultaat na reservemutaties Toelichting financiële afwijkingen: Lasten De begrote programmakosten stijgen met Dit is als volgt te verklaren: 1. Roadmap Next Economy (RNE). Vanuit hun staande economische beleid dragen de gemeenten Den Haag en Rotterdam samen maximaal (waarvan zoveel mogelijk in-kind) bij aan procesmiddelen voor de totstandkoming van de RNE. De door de MRDH voorgeschoten proceskosten zullen met een maximum van via gelijke delen aan de gemeenten Rotterdam (maximaal ) en Den Haag (maximaal ) worden gefactureerd. Voorgesteld wordt de geraamde programmakosten te verhogen met dit bedrag met als dekking een verhoging van de inkomsten. 2. In het kader van de samenwerking tussen de provincie Zuid-Holland en de MRDH draagt de provincie bij aan een eerste voorbeelduitwerking van de Hollandse Banen ( ) en aan de bestuursconferentie Rotte Rijn Vliet ( 4.865). Voorgesteld wordt de geraamde lasten te verhogen met het bedrag van deze inkomsten van De begrote apparaatslasten stijgen incidenteel met Deze verhoging wordt nader toegelicht in hoofdstuk van deze rapportage. De bij de jaarrekening 2015 gevormde Egalisatiereserve EV kent nog een deel niet-gealloceerde middelen van Voorgesteld wordt om hiervan in te zetten ter dekking van de eenmalige extra apparaatslasten. 2e Bestuursrapportage MRDH

216 Baten Overige inkomensoverdrachten gemeenten Betreft de bijdragen van de gemeenten Rotterdam en Den Haag aan de totstandkoming van de Roadmap Next Economy vanuit hun staande economische beleid. Zie verder de toelichting op de lasten. Voorgesteld wordt de geraamde baten (overige inkomsten gemeenten) te verhogen met Inkomsten provincie Betreft de bijdragen van de provincie Zuid-Holland aan twee samenwerkingsprojecten. Zie verder de toelichting op de lasten. Voorgesteld wordt de geraamde baten (inkomsten provincie) te verhogen met Reserves Betreft de bijdrage aan de exploitatie als gevolg van een geraamde onttrekking aan de bestemmingsreserve Egalisatiereserve economisch vestigingsklimaat ter dekking van eenmalige extra apparaatslasten. Zie verder de toelichting op de lasten. Voorgesteld wordt een reserveonttrekking van ter begroting te brengen. 2e Bestuursrapportage MRDH

217 3.4 Programma Samenwerkingsverbanden Financiële afwijkingen Programma 4: Samenwerkingsverbanden Eerst gewijzigde Prognose Begrotings- (euro's) begroting wijziging Lasten: DOVA BEREIK! Totaal lasten Baten: DOVA BEREIK! Totaal baten Resultaat Toelichting: Voor dit programma wordt geen begrotingswijziging voorgesteld. 2e Bestuursrapportage MRDH

218 4. Paragrafen 4.1 Organisatie en bedrijfsvoering Financiële afwijkingen Salarislasten: Apparaatslasten Eerst gewijzigde Prognose Begrotings- (euro's) begroting wijziging Directe salarislasten Doorbelaste salarislasten Salarislasten tijdelijke extra formatie Subtotaal salarislasten Overige materiële apparaatslasten: Bestuursondersteuning en juridische zaken ICT/DIV Overige personele lasten Financiën Huisvestingslasten en overige facilitaire zaken Communicatie Opbrengsten: Bijdrage DOVA Bijdrage BEREIK! Subtotaal overige materiële apparaatslasten en opbrengsten Totaal apparaatslasten Toelichting begrotingswijziging: Salarislasten De begroting voor salarislasten stijgt incidenteel met als gevolg van de invoering van het Individueel Keuzebudget (IKB) met ingang van 1 januari Het IKB komt in plaats van bestaande afzonderlijke regelingen als vakantiegeld, eindejaarsuitkering, levensloopbijdrage en de waarde van bovenwettelijk verlof. Conform de verantwoordingsvoorschriften in het Besluit begroting en verantwoording wordt er in het jaar voorafgaand aan de invoering van het IKB een éénmalige extra last van 7 maanden (juni tot en met december 2016) vakantiegeld verantwoord. Deze incidenteel hogere lasten zijn als volgt over de programma s verdeeld: programma Openbaar vervoer , programma Verkeer met en programma Economisch Vestigingsklimaat Toelichting wijzigingen binnen apparaatslastenbegroting: Binnen de vastgestelde begroting voor apparaatslasten wordt een aantal wijzigingen doorgevoerd vanwege voortschrijdend inzicht en nieuwe ontwikkelingen. Er zijn geen wijzigingen op het totaal van de apparaatslasten (budgetneutraal), maar alleen verschuivingen 2e Bestuursrapportage MRDH

219 tussen de afzonderlijke onderdelen. Hierna volgt per onderdeel een korte toelichting op de mutaties: Materiële apparaatslasten Binnen de begroting voor materiële apparaatslasten wordt een aantal wijzigingen doorgevoerd vanwege een aantal nieuwe ontwikkelingen. Het betreft verschuivingen tussen de afzonderlijke onderdelen van materiële apparaatslasten. Hierna volgt per onderdeel een korte toelichting op de mutaties: Bestuursondersteuning en juridische zaken Het in de eerste bestuursrapportage 2016 opgenomen budget om plaats onafhankelijk te kunnen vergaderen is voor een groot deel niet benodigd in In de huidige huisvestingslocatie in Den Haag vinden kleine aanpassingen plaats die binnen bestaand budget kunnen worden opgevangen. Het budget voor bekendmakingen wordt vanaf 2016 binnen het budget voor bestuursondersteuning verantwoord. ICT/DIV ICT inrichtingsvraagstukken zijn in 2016 beperkter dan verwacht. Een aantal vraagstukken wordt meegenomen voor de nieuwe ICT inrichting vanwege de verhuizing in Overige personele lasten Voor de begeleiding en uitwerking van de interne evaluatie van de werkorganisatie is in 2016 meer budget benodigd gebleken. Financiën Vanwege de interne evaluatie van de werkorganisatie die in de eerste helft van 2016 heeft plaatsgevonden en de uitwerking hiervan, is het nu niet opportuun om de Rekenkamers van de gemeenten Den Haag en Rotterdam te vragen een quick scan uit te voeren. Wel is er tijdelijk extra personele ondersteuning nodig op het gebied van financiën, onder meer om voldoende voortgang te kunnen boeken op de verbeterpunten uit het accountantsverslag. De begroting voor dit onderdeel blijft daarom nagenoeg gelijk. Huisvestingslasten en overige facilitaire zaken Het budget voor facilitaire diensten kent een lagere uitputting dan verwacht op basis van de realisatie in De realisatie in 2015 kende nog een aantal incidentele posten vanwege de start per 1 januari 2015 op de huidige locatie. Communicatie Het budget voor de website kent een lagere uitputting dan verwacht op basis van de realisatie in De realisatie in 2015 kende nog een aantal incidentele posten vanwege de vrijwel volledige ontwikkeling van de website in Het uitgangspunt dat publicaties in principe digitaal worden ontwikkeld geeft daarnaast ruimte binnen het communicatie budget. Bekendmakingen worden vanaf 2016 verantwoord binnen het budget voor bestuursondersteuning. Opbrengsten De geraamde opbrengsten van de samenwerkingswerkingsverbanden DOVA en BEREIK! voor het gebruik van de MRDH faciliteiten zijn lager op basis van feitelijk verbruik. 2e Bestuursrapportage MRDH

220 5. Besluit Het algemeen bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, gelet op artikel 4:1 van de Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 23 november 2016; b e s l u i t : 1. kennis te nemen van de 2 e Bestuursrapportage 2016; 2. de in de 2 e Bestuursrapportage 2016 opgenomen 2 e begrotingswijziging 2016 vast te stellen. Aldus besloten in de openbare vergadering van 9 december 2016 van het algemeen bestuur. de secretaris, de voorzitter, mw. mr. drs. A.W.H. Bertram ing. A. Aboutaleb 2e Bestuursrapportage MRDH

221 Bijlage 1 Staat van reserves en fondsen In onderstaand overzicht wordt de stand van reserves en fondsen weergegeven op basis van de stand van de jaarrekening 2015 en de voor het exploitatiejaar 2016 geraamde mutaties inclusief de bij deze rapportage voorgestelde begrotingswijzigingen. Balans Raming Raming Raming Omschrijving saldo dotaties onttrekking saldo MRDH Reserve weerstandsvermogen EV Egalisatiereserve EV Regio Rotterdam BDU Regio Haaglanden Regiofonds BOR Mobiliteitsfonds Totalen e Bestuursrapportage MRDH

222 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 16 november 2016 agendapunt 9 Onderwerp Voorstel Korte motivering Veegactie: wijziging Reglement van Orde vervoerautoriteit MRDH Het bijgevoegde 'Eerste wijzigingsbesluit Reglement van Orde Vervoerautoriteit MRDH 2015' vast te stellen, waarbij de belangrijkste wijzigingen zijn: invoegen procedure stemming op zaken; invoegen procedure stemming op personen; invoegen procedure voor het verkrijgen van informatie door raadsleden van de deelnemende gemeenten. De veegactie De veegactie is een actie om onvolkomenheden in de gemeenschappelijke regeling, verordeningen, instellingsbesluiten en reglementen (zowel juridisch/technisch) recht te trekken, evenals zaken waar we in de afgelopen periode tegenaan zijn gelopen en die het werken bemoeilijken. Of zoals in het werkplan 2016 is gesteld: ( )Hierbij is een aantal technische onvolkomenheden naar voren gekomen. Het gaat dan bijvoorbeeld om tekstuele omissies en -onduidelijkheden en zaken die in de praktijk toch moeilijk werkbaar blijken. Het wegnemen van deze technische onvolkomenheden draagt bij aan het uitgangspunt in de gemeenschappelijke regeling dat de Metropoolregio een slagvaardige en efficiënte samenwerking op bovenlokaal niveau is Context Naast het identificeren van onvolkomenheden en onwerkbaarheden, spelen er nog vele andere trajecten die mogelijk herziening van MRDH-regelgeving met zich meebrengen, zoals de afgesproken evaluatie. Deze worden in een latere fase aangepast. Sommige wijzigingen, betreffende omissies, zijn echter zo technisch en zo gemakkelijk aan te passen dat ze niet hoeven te wachten. Het zijn deze wijzigingen die nu in een eerste fase van de veegactie worden opgepakt. De eerste fase betreft de wijzigingen van het regelement van orde (RvO) van de bestuurscommissie. Het RvO van de adviescommissie Va zal op een vergelijkbare wijze worden aangepast. De voorstellen tot aanpassing van het RvO van de adviescommissie zal het DB aan het AB aanbieden conform artikel 7 lid 2 van Instellingsbesluit adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH Daarnaast zullen ook het reglement van orde van het DB en het AB worden aangepast en zullen nog een aantal technische wijzigingen in de financiële verordening en de controleverordening via het DB aan het AB worden aangeboden. De financiële verordeningen worden aangepast aan de wijze waarop de MRDH al twee jaar feitelijk handelt. Wijzigingsvoorstellen Voorgestelde wijzigingen in de reglementen van orde van de bestuurscommissie (BC) Stemming op zaken. In de RvO s voor de bestuurscommissie wordt voor de regelingen met betrekking tot stemming verwezen naar de RvO van het AB. Om praktische redenen is het beter om de procedure in de RvO te zetten voor zover deze van toepassing is voor de BC. Stemmen op personen. Er ontbreekt een stemprocedure voor stemmen op personen. Dit is bij de BC over het algemeen alleen aan de orde bij het verkiezen van de voorzitter. Niettemin dient er een procedure te zijn. Deze procedure is voor zover van toepassing overgenomen van het RvO van het AB. Dit is ook de procedure die tot op heden, bij gebrek aan een eigen procedure is gehanteerd. Bij de BC Va is het verkiezen van een voorzitter uiteraard niet aan de orde, maar weer wel voor de benoeming van de portefeuillehouder middelen. Verstrekken van inlichtingen. In de RvO van de bestuurscommissie was niet geregeld hoe een raadslid van een deelnemende gemeente informatie kon verkrijgen van bestuurscommissies van de MRDH. Uitgangspunt is dat een raadslid eerst, in de geest van verlengd lokaal bestuur, het commissielid van de eigen gemeente om inlichtingen verzoekt. Als dat niet tot een gewenst resultaat leidt, staat de weg naar de bestuurscommissie open. Om vertraging in de beantwoording te voorkomen is al in de RvO geregeld dat de voorzitter het verzoek zelf mag afdoen

223 of mag bepalen hoe en door wie het verzoek wordt afgedaan. Daarbij dient hij uiteraard wel het beleid van de bestuurscommissie in acht te nemen. Dit sluit overigens geenszins de mogelijkheid uit dat de voorzitter zwaarwegende verzoeken tot inlichtingen toch inbrengt bij de vergaderingen van de bestuurscommissie. In ieder geval wordt de bestuurscommissie in alle gevallen geïnformeerd over de wijze waarop het verzoek is afgehandeld. Kleine overige wijzigingen: Secretaris-generaal In de regelingen van de MRDH die bij oprichting zijn vastgesteld was inconsequent omgegaan met de benaming van de functie secretaris-generaal. Dat wordt nu bij elke regeling die wordt aangepast hersteld.' Financiën n.v.t. Juridisch Het wijzigingsbesluit treed in werking op 1 januari Communicatie In MRDH journaal en publicatie op website MRDH na vaststelling AB; Binnen twee weken na vaststelling ter kennis brengen van de provincie Zuid-Holland in haar rol als toezichthouder. Bijlagen 1. Eerste wijzigingsbesluit Reglement van Orde Vervoerautoriteit MRDH Geconsolideerde Reglement van Orde van de Vervoersautoriteit MRDH 2015, waarbij de wijzigingen zijn verwerkt 3. Vigerend Reglement van orde van de Vervoersautoriteit MRDH 2015 Gevolgde Presidium Vervoersautoriteit n.v.t. procedure Ambtelijk overleg Vervoersautoriteit 3 november 2016 (schriftelijke ronde) Anders, te weten n.v.t. Verdere Adviescommissie n.v.t. Vervoersautoriteit procedure Zienswijzetermijn n.v.t. Dagelijks bestuur MRDH n.v.t. Algemeen bestuur MRDH n.v.t. Anders, te weten n.v.t. Openbaar besluit ja Contactpersoon Bernadette Livain Wet. bekendmaking nee Telefoonnummer

224 BIJLAGE 1 ONTWERPBESLUIT Wijziging Reglement van Orde Vervoersautoriteit MRDH 2015 De bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, gelet op, de bepalingen van de gemeenschappelijke regeling MRDH, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht, artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 10, derde lid, van de Verordening Vervoersautoriteit MRDH 2015; Het Reglement van Orde Vervoersautoriteit MRDH 2015 zoals vastgesteld op 19 januari 2015; Overwegende dat, Er omissies, onwerkbaarheden en onduidelijkheden zijn geconstateerd in de regelingen van de MRDH en dat er derhalve behoefte s aan technische aanpassingen en aanvullingen; Gelezen, het voorstel van 16 november 2016; besluit: vast te stellen de wijziging van het Reglement van Orde bestuurscommissie Vervoersautoriteit MRDH 2015: Artikel I het Reglement van Orde Vervoersautoriteit MRDH 2015 wordt als volgt gewijzigd: A. In Artikel 1, onderdeel c wordt de Secretaris van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag wordt vervangen door: de secretaris-generaal van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag Pagina 1

225 B. Artikel 14 Beslissing wordt vervangen door: Artikel 14 Besluitvorming C. artikel 15 wordt vervangen door: Artikel 15 Stemming 1. Indien geen van de leden om stemming vraagt, wordt het besluit geacht met algemene stemmen te zijn aangenomen. 2. In de vergadering aanwezige leden kunnen aantekening in het verslag vragen, dat zij geacht worden te hebben tegengestemd of zich op grond van artikel 22, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 28 Gemeentewet van stemming hebben onthouden. 3. Indien door een of meer leden stemming wordt gevraagd, doet de voorzitter daarvan mededeling. 4. Stemming geschiedt in beginsel door handopsteking, tenzij een van leden om stemming bij hoofdelijke afroeping vraagt of stemming bij handopsteking niet duidelijk was. 5. Bij hoofdelijke stemming is ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van deelneming aan de stemming op grond van artikel 22, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 28 Gemeentewet moet onthouden, verplicht zijn stem uit te brengen. 6. De leden brengen hun stem uit door het woord 'voor' of 'tegen' uit te spreken, zonder enige toevoeging. 7. Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering. Het laatst opgeroepen lid kan niet meer stemmen of zijn stem wijzigen, nadat met het tellen van de stemmen is begonnen. 8. Een lid mag uitsluitend aan een stemming deelnemen als hij de presentielijst heeft getekend voordat de omvraag is begonnen. 9. De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mede, met vermelding van het aantal voor en tegen uitgebrachte stemmen. Hij doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit. D. 1 artikel 16 wordt vernummerd naar artikel artikel 17 wordt vernummerd naar artikel artikel 18 wordt vernummerd naar artikel Ingevoegd worden nieuwe artikelen 16, 17 en 18, luidende: Artikel 16 Stemming over personen 1. Wanneer een stemming over personen voor het doen van een benoeming of het opstellen van een voordracht of aanbeveling moet plaatshebben, benoemt de voorzitter drie leden tot stembureau. 2. Aan de leden van de Vervoersautoriteit MRDH worden stembriefjes ter beschikking gesteld waarop de namen van de aanbevolen of voorgedragen personen vermeld staan. Bij een aanbeveling heeft de Vervoersautoriteit MRDH de vrijheid op een persoon te stemmen die niet op het stembriefje voorkomt. In dat geval vermelden zij de naam van die persoon op het stembriefje. Bij een voordracht bestaat die mogelijkheid niet. De leden van de Vervoersautoriteit MRDH hebben dan de mogelijkheid om tegen een voorgedragen persoon te stemmen. 3. leder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van artikel 22, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 28 van de Pagina 2

226 Gemeentewet van stemming moet onthouden is verplicht een stembriefje in te leveren. De stembriefjes dienen identiek te zijn. 4. Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De Vervoersautoriteit MRDH kan op voorstel van de voorzitter beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevoegd op een stembriefje. 5. Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het derde lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn, worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden. 6. Voor de totstandkoming van een beslissing bij stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van de uitgebrachte stemmen. De leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd worden geacht geen stem te hebben uitgebracht. 7. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de Vervoersautoriteit MRDH, op voorstel van de voorzitter. 8. Onder de zorg van de secretaris worden de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling van de uitslag vernietigd. Artikel 17 Herstemming over personen 1. Wanneer bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan. 2. Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen de twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben gekregen. Hebben meer dan twee personen evenveel stemmen, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben. 3. Indien bij tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist terstond het lot. Artikel 18 Beslissing door het lot 1. Wanneer het lot moet beslissen, worden de namen van hen tussen wie de beslissing moet plaatshebben, door de voorzitter op afzonderlijke, geheel gelijke, briefjes geschreven. 2. Deze briefjes worden, nadat zij door het stembureau zijn gecontroleerd, op gelijke wijze gevouwen, in een stembokaal gedeponeerd en omgeschud. 3. Vervolgens neemt de voorzitter een van de briefjes uit de stembokaal. Degene wiens naam op dit briefje voorkomt, is gekozen. E. Ingevoegd wordt een nieuw artikel 20, luidende: Artikel 20 inlichtingen 1. Indien één of meerder leden van de raad van een deelnemende gemeente inlichtingen wensen van de Vervoersautoriteit MRDH dienen zij die te verkrijgen via het lid dat namens hun gemeente in de Vervoersautoriteit MRDH plaats neemt. Als deze procedure niet tot een bevredigend Pagina 3

227 antwoord heeft geleid, kunnen zij zich direct richten tot de Vervoersautoriteit MRDH 2. Bij een verzoek als bedoeld in het eerste lid, handelt de voorzitter het verzoek aan de Vervoersautoriteit MRDH af naar bevind van zaken, waarbij het antwoord in lijn ligt van het door de Vervoersautoriteit MRDH vastgestelde beleid. De voorzitter informeert de Vervoersautoriteit MRDH over de wijze waarop het verzoek is afgehandeld. Artikel II Inwerkingtreding en citeertitel A. Dit wijzigingsbesluit treedt in werking op 1 januari 2017 B. Dit wijzigingsbesluit wordt aangehaald als:: Eerste wijzigingsbesluit Reglement van Orde Vervoerautoriteit MRDH Aldus besloten in de vergadering van de Vervoerautoriteit MRDH van 16 november de plv. secretaris, de voorzitter, A.L.Gleijm P. Langenberg Pagina 4

228 Geconsolideerde versie REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE VERVOERSAUTORITEIT MRDH 2015 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen a. algemeen bestuur: het algemeen bestuur als bedoeld in artikel 2:3 van de Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014; b. provinciale staten: provinciale staten van de provincie Zuid-Holland; c. secretaris: de secretaris-generaal van de Metropoolregio of diens vervanger; d. vertegenwoordigend orgaan: de raden van de gemeenten e. voorzitter: de voorzitter van de Vervoersautoriteit MRDH. Artikel 2 De voorzitter De voorzitter is belast met: a. het leiden van de vergadering; b. het handhaven van de orde; c. het doen naleven van het reglement van orde; d. het formuleren van conclusies, aanbevelingen en adviezen naar aanleiding van hetgeen in de vergadering is besproken; e. de uitvoering van hetgeen dit reglement hem verder opdraagt. Artikel 3 Secretaris 1. De secretaris is in elke vergadering van de Vervoersautoriteit MRDH aanwezig. 2. De secretaris kan aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement deelnemen. Hoofdstuk 2 Vergaderingen Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen Artikel 4 Vergaderfrequentie De Vervoersautoriteit MRDH stelt vóór de aanvang van elk kalenderjaar een schema op voor de in dat jaar te houden vergaderingen. Dit schema wordt tijdig ter kennis gebracht van de leden, van het algemeen bestuur en van de vertegenwoordigende organen. Artikel 5 Uitnodiging 1. De voorzitter zendt ten minste 14 dagen voor een vergadering de leden een uitnodiging onder vermelding van plaats, dag en uur van de vergadering, inclusief de daarbij behorende stukken. 2. Indien een vertegenwoordigend orgaan een onderwerp wil aanbrengen ter agendering, dan richt deze zich uiterlijk 3 weken voor de geplande vergadering tot de voorzitter. Artikel 6 Agenda 1. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de uitnodiging tot uiterlijk 24 uur voor de aanvang van de vergadering een aanvullende agenda opstellen. Deze wordt met de daarbij behorende stukken aan de leden verzonden. 2. Bij aanvang van de vergadering stelt de Vervoersautoriteit de agenda vast. 3. Op voorstel van een lid of de voorzitter, kan de Vervoersautoriteit MRDH bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren. 4. Op voorstel van een lid of van de voorzitter kan de Vervoersautoriteit MRDH de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen. Paragraaf 2 Orde der vergadering 1

229 Artikel 7 Verhindering tot bijwoning vergadering Het lid dat verhinderd is de vergadering bij te wonen, geeft daarvan vóór het begin van de vergadering kennis aan de secretaris van de Vervoersautoriteit MRDH onder vermelding van zijn (eventuele) vervanger. Artikel 8 Opening vergadering; quorum 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur indien ten minste de helft van het aantal leden van de Vervoersautoriteit MRDH blijkens de presentielijst aanwezig is. 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter, plaats, dag en uur van de volgende vergadering. Op deze vergadering is artikel 56 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. Artikel 9 Verslag en besluitenlijst 1. De secretaris draagt zorg voor het opstellen van een presentielijst, een kort verslag en de besluitenlijst van de vergadering. 2. Het verslag bevat: a. de namen van de afwezige leden; b. de namen van de andere personen die hebben deelgenomen aan de beraadslaging; c. een formulering van de genomen besluiten. 3. Stemverhoudingen worden alleen vermeld als een lid daarom vraagt. 4. Het verslag wordt in de eerstvolgende vergadering vastgesteld, waarna dit door de voorzitter en de secretaris wordt ondertekend. 5. Aan de hand van het verslag wordt een besluitenlijst opgesteld. Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de besluitenlijst zo spoedig mogelijk na de vergadering openbaar gemaakt en ter kennis gebracht van het algemeen bestuur en de vertegenwoordigende organen. Artikel 10 Handhaving orde; schorsing 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij: a. de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het in acht nemen van dit reglement te herinneren; b. een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden. 2. Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen. 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten. Artikel 11 Voorstellen van orde 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht. 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen. 3. Over een voorstel van orde beslist de Vervoersautoriteit MRDH terstond. Artikel 12 Beraadslaging 1. De Vervoersautoriteit MRDH kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over een of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen. 2

230 2. Op verzoek van een lid of op voorstel van de voorzitter kan de Vervoersautoriteit besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is. 3. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de Vervoersautoriteit anders beslist. Artikel 13 Deelname aan de beraadslaging door anderen 1. De Vervoersautoriteit MRDH kan bepalen dat anderen dan de in de vergadering aanwezige leden deelnemen aan de beraadslaging. 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een der leden genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen. Artikel 14 Besluitvorming 1. Wanneer de voorzitter vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de Vervoersautoriteit anders beslist. 2. Nadat de beraadslaging is gesloten vindt besluitvorming plaats over het voorstel. 3. Voordat de besluitvorming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel over de te nemen eindbeslissing. Artikel 15 Stemming 1. Indien geen van de leden om stemming vraagt, wordt het besluit geacht met algemene stemmen te zijn aangenomen. 2. In de vergadering aanwezige leden kunnen aantekening in het verslag vragen, dat zij geacht worden te hebben tegengestemd of zich op grond van artikel 22, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 28 Gemeentewet van stemming hebben onthouden. 3. Indien door een of meer leden stemming wordt gevraagd, doet de voorzitter daarvan mededeling. 4. Stemming geschiedt in beginsel door handopsteking, tenzij een van leden om stemming bij hoofdelijke afroeping vraagt of stemming bij handopsteking niet duidelijk was. 5. Bij hoofdelijke stemming is ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van deelneming aan de stemming op grond van artikel 22, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 28 Gemeentewet moet onthouden, verplicht zijn stem uit te brengen. 6. De leden brengen hun stem uit door het woord 'voor' of 'tegen' uit te spreken, zonder enige toevoeging. 7. Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering. Het laatst opgeroepen lid kan niet meer stemmen of zijn stem wijzigen, nadat met het tellen van de stemmen is begonnen. 8. Een lid mag uitsluitend aan een stemming deelnemen als hij de presentielijst heeft getekend voordat de omvraag is begonnen. 9. De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mede, met vermelding van het aantal voor en tegen uitgebrachte stemmen. Hij doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit. Artikel 16 Stemming over personen 1. Wanneer een stemming over personen voor het doen van een benoeming of het opstellen van een voordracht of aanbeveling moet plaatshebben, benoemt de voorzitter drie leden tot stembureau. 2. Aan de leden van de Vervoersautoriteit MRDH worden stembriefjes ter beschikking gesteld waarop de namen van de aanbevolen of voorgedragen personen vermeld staan. 3

231 Bij een aanbeveling heeft de Vervoersautoriteit MRDH de vrijheid op een persoon te stemmen die niet op het stembriefje voorkomt. In dat geval vermelden zij de naam van die persoon op het stembriefje. Bij een voordracht bestaat die mogelijkheid niet. De leden van de Vervoersautoriteit MRDH hebben dan de mogelijkheid om tegen een voorgedragen persoon te stemmen. 3. leder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van artikel 22, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 28 van de Gemeentewet van stemming moet onthouden is verplicht een stembriefje in te leveren. De stembriefjes dienen identiek te zijn. 4. Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De Vervoersautoriteit MRDH kan op voorstel van de voorzitter beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevoegd op een stembriefje. 5. Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het derde lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn, worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden. 6. Voor de totstandkoming van een beslissing bij stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van de uitgebrachte stemmen. De leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd worden geacht geen stem te hebben uitgebracht. 7. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de Vervoersautoriteit MRDH, op voorstel van de voorzitter. 8. Onder de zorg van de secretaris worden de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling van de uitslag vernietigd. Artikel 17 Herstemming over personen 1. Wanneer bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan. 2. Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen de twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben gekregen. Hebben meer dan twee personen evenveel stemmen, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben. 3. Indien bij tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist terstond het lot. Artikel 18 Beslissing door het lot 1. Wanneer het lot moet beslissen, worden de namen van hen tussen wie de beslissing moet plaatshebben, door de voorzitter op afzonderlijke, geheel gelijke, briefjes geschreven. 2. Deze briefjes worden, nadat zij door het stembureau zijn gecontroleerd, op gelijke wijze gevouwen, in een stembokaal gedeponeerd en omgeschud. 3. Vervolgens neemt de voorzitter een van de briefjes uit de stembokaal. Degene wiens naam op dit briefje voorkomt, is gekozen. Hoofdstuk 3 Openbare vergadering Artikel 19 De vergaderingen van de Vervoersautoriteit MRDH zijn in beginsel besloten. De Vervoersautoriteit MRDH kan besluiten een openbare vergadering te houden. De bepalingen van dit reglement zijn voor zover mogelijk van toepassing op openbare vergaderingen. Artikel 20 inlichtingen 4

232 1. Indien één of meerder leden van de raad van een deelnemende gemeente inlichtingen wensen van de Vervoersautoriteit MRDH dienen zij die te verkrijgen via het lid dat namens hun gemeente in de Vervoersautoriteit MRDH plaats neemt. Als deze procedure niet tot een bevredigend antwoord heeft geleid, kunnen zij zich direct richten tot de Vervoersautoriteit MRDH 2. Bij een verzoek als bedoeld in het eerste lid, handelt de voorzitter het verzoek aan de Vervoersautoriteit MRDH af naar bevind van zaken, waarbij het antwoord in lijn ligt van het door de Vervoersautoriteit MRDH vastgestelde beleid. De voorzitter informeert de Vervoersautoriteit MRDH over de wijze waarop het verzoek is afgehandeld.. Hoofdstuk 4 Slotbepalingen Artikel 21 Uitleg reglement In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de Vervoersautoriteit MRDH op voorstel van de voorzitter. Artikel 22 Inwerkingtreding 1. Dit reglement kan worden aangehaald als: Reglement van orde van de Vervoersautoriteit MRDH Dit reglement treedt in werking op 1 januari

233 REGLEMENT VAN ORDE VERVOERSAUTORITEIT MRDH 2015 De Vervoersautoriteit MRDH; gelet op artikel 9 van de Verordening Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014; BESLUIT: vast te stellen het navolgende: REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE VERVOERSAUTORITEIT MRDH Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen a. algemeen bestuur: het algemeen bestuur als bedoeld in artikel 2:3 van de Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014; b. provinciale staten; provinciale staten van de provincie Zuid-Holland; c. secretaris: de secretaris van de Metropoolregio of diens vervanger; d. vertegenwoordigend orgaan: de raden van de gemeenten e. voorzitter: de voorzitter van de Vervoersautoriteit MRDH. Artikel 2 De voorzitter De voorzitter is belast met: a. het leiden van de vergadering; b. het handhaven van de orde; c. het doen naleven van het reglement van orde; d. het formuleren van conclusies, aanbevelingen en adviezen naar aanleiding van hetgeen in de vergadering is besproken; e. de uitvoering van hetgeen dit reglement hem verder opdraagt. Artikel 3 Secretaris 1. De secretaris is in elke vergadering van de Vervoersautoriteit MRDH aanwezig. 2. De secretaris kan aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement deelnemen. Hoofdstuk 2 Vergaderingen Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen Artikel 4 Vergaderfrequentie De Vervoersautoriteit MRDH stelt vóór de aanvang van elk kalenderjaar een schema op voor de in dat jaar te houden vergaderingen. Dit schema wordt tijdig ter kennis gebracht van de leden, van het algemeen bestuur en van de vertegenwoordigende organen. Artikel 5 Uitnodiging 1. De voorzitter zendt ten minste 14 dagen voor een vergadering de leden een uitnodiging onder vermelding van plaats, dag en uur van de vergadering, inclusief de daarbij behorende stukken. 2. Indien een vertegenwoordigend orgaan een onderwerp wil aanbrengen ter agendering, dan richt deze zich uiterlijk 3 weken voor de geplande vergadering tot de voorzitter. Artikel 6 Agenda 1. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de uitnodiging tot uiterlijk 24 uur voor de aanvang van de vergadering een aanvullende agenda opstellen. Deze wordt met de daarbij behorende stukken aan de leden verzonden. 2. Bij aanvang van de vergadering stelt de Vervoersautoriteit de agenda vast. 3. Op voorstel van een lid of de voorzitter, kan de Vervoersautoriteit MRDH bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren. 1

234 4. Op voorstel van een lid of van de voorzitter kan de Vervoersautoriteit MRDH de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen. Paragraaf 2 Orde der vergadering Artikel 7 Verhindering tot bijwoning vergadering Het lid dat verhinderd is de vergadering bij te wonen, geeft daarvan vóór het begin van de vergadering kennis aan de secretaris van de Vervoersautoriteit MRDH onder vermelding van zijn (eventuele) vervanger. Artikel 8 Opening vergadering; quorum 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur indien ten minste de helft van het aantal leden van de Vervoersautoriteit MRDH blijkens de presentielijst aanwezig is. 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter, plaats, dag en uur van de volgende vergadering. Op deze vergadering is artikel 56 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. Artikel 9 Verslag en besluitenlijst 1. De secretaris draagt zorg voor het opstellen van een presentielijst, een kort verslag en de besluitenlijst van de vergadering. 2. Het verslag bevat: a. de namen van de afwezige leden; b. de namen van de andere personen die hebben deelgenomen aan de beraadslaging; c. een formulering van de genomen besluiten. 3. Stemverhoudingen worden alleen vermeld als een lid daarom vraagt. 4. Het verslag wordt in de eerstvolgende vergadering vastgesteld, waarna dit door de voorzitter en de secretaris wordt ondertekend. 5. Aan de hand van het verslag wordt een besluitenlijst opgesteld. Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de besluitenlijst zo spoedig mogelijk na de vergadering openbaar gemaakt en ter kennis gebracht van het algemeen bestuur en de vertegenwoordigende organen. Artikel 10 Handhaving orde; schorsing 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij: a. de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het in acht nemen van dit reglement te herinneren; b. een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden. 2. Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen. 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten. Artikel 11 Voorstellen van orde 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht. 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen. 3. Over een voorstel van orde beslist de Vervoersautoriteit MRDH terstond. Artikel 12 Beraadslaging 1. De Vervoersautoriteit MRDH kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over een of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen. 2. Op verzoek van een lid of op voorstel van de voorzitter kan de Vervoersautoriteit besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is. 3. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de Vervoersautoriteit anders beslist. 2

235 Artikel 13 Deelname aan de beraadslaging door anderen 1. De Vervoersautoriteit MRDH kan bepalen dat anderen dan de in de vergadering aanwezige leden deelnemen aan de beraadslaging. 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een der leden genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen. Artikel 14 Beslissing 1. Wanneer de voorzitter vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de Vervoersautoriteit anders beslist. 2. Nadat de beraadslaging is gesloten vindt besluitvorming plaats over het voorstel. 3. Voordat de besluitvorming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel over de te nemen eindbeslissing. Artikel 15 Stemming Op de wijze waarop een voorstel tot besluitvorming wordt gebracht is artikel 21 van het Reglement van orde van het algemeen bestuur MRDH 2014 van overeenkomstige toepassing. Hoofdstuk 3 Openbare vergadering Artikel De vergaderingen van de Vervoersautoriteit MRDH zijn in beginsel besloten. De Vervoersautoriteit MRDH kan besluiten een openbare vergadering te houden. 2. De bepalingen van dit reglement zijn voor zover mogelijk van toepassing op openbare vergaderingen. Hoofdstuk 4 Slotbepalingen Artikel 17 Uitleg reglement In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de Vervoersautoriteit MRDH op voorstel van de voorzitter. Artikel 18 Inwerkingtreding 1. Dit reglement kan worden aangehaald als; Reglement van orde van de Vervoersautoriteit MRDH. 2. Dit reglement treedt in werking op de dag nadat het is vastgesteld. Aldus besloten in de vergadering van de Vervoersautoriteit MRDH d.d. 19 januari 2015, de secretaris, P.J. Langenberg mr. M.J. Toet 3

236 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 16 november 2016 agendapunt 18 Onderwerp Voorstel Korte motivering Roadmap Next Economy Kennis te nemen van de Roadmap Next Economy Op 10 september 2015 heeft de bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat (BCEV) van de MRDH besloten tot het opstellen van een Roadmap Next Economy (RNE). De roadmap is opgesteld in samenwerking met TIR Consulting Group onder leiding van Jeremy Rifkin en een groot aantal publieke en private partijen uit de regio. Door de gemeenten van de MRDH is intensief meegewerkt aan het opstellen van de roadmap. Met de bijgevoegde Roadmap Next Economy wordt het eindproduct van het project opgeleverd. Een verdere toelichting wordt in de bijgevoegde notitie gegeven. Daarin zijn ook de projecten opgenomen waarmee de RNE het regionale investeringsprogramma voedt. De RNE beschrijft een toekomstbeeld van onze economie in 2030, op basis van mondiale trends, naar de regio vertaald in vijf transitiepadenwaarlangs onze regio zich de komende jaren verder zou moeten ontwikkelen om ook in de toekomst concurrerend te zijn en werkgelegenheid te creëren. Deze transitiepaden geven de komende jaren richting aan alle regionale partijen publiek én privaat in hun activiteiten. Voor iedere trend geeft de roadmap concrete projecten voor de regio. De RNE is onlosmakelijk verbonden met het Regionaal Investeringsprogramma, de samenhangende lijst met investeringen om de economische structuur in onze regio beslissend te versterken. De RNE voedt het Investeringsprogramma met projecten ter vernieuwing en verduurzaming van de economie van de regio Rotterdam Den Haag. De eerste projecten uit de roadmap hebben al voor de zomer hun plek gevonden in dit programma. Meer zullen er volgen. De transitiepaden en bijbehorende investeringsprojecten hebben veelal een sterk privaat karakter. Aansluitend op de sturingsfilosofie van de roadmap: bedrijfsleven en kennisinstellingen zijn aan zet, de rol van de overheden is te faciliteren onder andere door belemmeringen weg te nemen Om die reden is goede publiek-private samenwerking bij de uitvoering onmisbaar. Financiën n.v.t. Juridisch n.v.t. Communicatie De beleidsregel is tot stand gekomen in overleg met Juridische Zaken. Bijlagen 1. Toelichtende notitie RNE 2. Roadmap Next Economy Gevolgde Presidium Vervoersautoriteit 26 oktober 2016 (schriftelijke ronde) procedure Ambtelijk overleg Vervoersautoriteit 31 oktober 2016 Anders, te weten 26 oktober 2016, Informatiebijeenkomst raadsleden 17 november 2016, bestuurscommissie EV Verdere Adviescommissie n.v.t. Vervoersautoriteit procedure Zienswijzetermijn n.v.t. Dagelijks bestuur MRDH n.v.t. Algemeen bestuur MRDH 9 december 2016 Anders, te weten Na bespreking in BCEV op 17 november brief naar colleges van de 23 gemeenten van de MRDH Openbaar besluit ja Contactpersoon Hans Beekman Wet. bekendmaking nee Telefoonnummer

237 Vergadering: 17 november 2016 Agendapunt: 18 Onderwerp: Roadmap Next Economy Van: Hans Beekman Datum: Versie 17 oktober 2016 Telefoonnummer: Aan de bestuurscommissie Vervoersautoriteit, Op 10 september 2015 heeft de bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat (BCEV) besloten tot het opstellen van een Roadmap Next Economy voor de regio Rotterdam - Den Haag. Met de bijgevoegde roadmap wordt daarvoor het eindproduct geleverd en kan de trekkende rol van de MRDH in het project worden beëindigd. In deze notitie staat een toelichting op het project voor de bestuurscommissie Vervoersautoriteit. Voorgesteld besluit 1. Kennis te nemen van de Roadmap Next Economy Aanleiding Ruim een jaar geleden is de regio Rotterdam Den Haag in opdracht van de MRDH gestart met het opstellen van de Roadmap Next Economy (RNE), in samenwerking met en op basis van het gedachtegoed van Jeremy Rifkin. Op 17 november zal de Bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat de definitieve roadmap bespreken. Kernpunten De RNE beschrijft een toekomstbeeld van onze economie in 2030, op basis van mondiale trends, naar de regio vertaald in vijf transitiepadenwaarlangs onze regio zich de komende jaren verder zou moeten ontwikkelen om ook in de toekomst concurrerend te zijn en werkgelegenheid te creëren. Deze transitiepaden geven de komende jaren richting aan alle regionale partijen publiek én privaat in hun activiteiten. Voor iedere trend geeft de roadmap concrete projecten voor de regio. De RNE is onlosmakelijk verbonden met het Regionaal Investeringsprogramma, de samenhangende lijst met investeringen om de economische structuur in onze regio beslissend te versterken. De RNE voedt het Investeringsprogramma met projecten ter vernieuwing en verduurzaming van de economie van de regio Rotterdam Den Haag. De eerste projecten uit de roadmap hebben al voor de zomer hun plek gevonden in dit programma. Meer zullen er volgen. De transitiepaden en bijbehorende investeringsprojecten hebben veelal een sterk privaat karakter. Aansluitend op de sturingsfilosofie van de roadmap: bedrijfsleven en kennisinstellingen zijn aan zet, de rol van de overheden is te faciliteren onder andere door belemmeringen weg te nemen Om die reden is goede publiekprivate samenwerking bij de uitvoering onmisbaar. Mobiliteit en logistiek is een belangrijk onderdeel van de RNE, waaraan de Va afgelopen jaar heeft bijgedragen. De relevantie voor de Va speelt langs twee lijnen: 1. Connectiviteit en bereikbaarheid zijn onderdeel van de basisvoorwaarden voor de transitiepaden in de RNE. Daarom is en wordt de RNE benut om voeding te geven aan (de analysefase van) het MIRT-onderzoek bereikbaarheid Rotterdam Den Haag. 1

238 2. Projecten op het gebied van mobiliteit en logistiek volgen uit de vijf transitiepaden. Dit heeft er onder andere toe geleid dat projecten zoals Automatisch Vervoer op de Last Mile, zero emissie OV en zonne-energie voor tram en metro al zijn opgenomen in het Regionaal Investeringsprogramma. Vanuit de RNE-werkgroep mobiliteit en logistiek wordt daarbovenop door bedrijfsleven en kennisinstellingen invulling gegeven aan projecten op het gebied van innovatief verkeersmanagement, smart logistics (waaronder platooning) en toepassing van smart mobility (zelfrijdend, connected) in onze regio. Deze projecten zijn een verdieping van projecten die al worden ontwikkeld in het kader van het programma Beter Benutten. De totstandkoming van de roadmap is een sprekend voorbeeld van de wijze waarop de regio Rotterdam Den Haag steeds dichter tot elkaar komt. Meer en meer functioneren we als één gemeenschap. Gezamenlijk analyseren we problemen, brengen we mogelijkheden in kaart en vinden we gedragen antwoorden op de grote sociale en economische uitdagingen waar we als collectief voor gesteld staan. Samen zoeken we oplossingen, samen voeren we deze uit. Met de bespreking van de RNE op 17 november in de bestuurscommissie EV is de trekkende rol van de MRDH klaar, maar de RNE niet. Om de noodzakelijke transities in de economische stuctuur van de regio te realiseren is volhardendheid nodig van alle partijen in de triple helix. Hiervoor wordt aan de Economische Programmaraad Zuidvleugel (EPZ) en de regionale ontwikkelmaatschappij InnovationQuarter (IQ) gevraagd een rol te spelen, in samenhang met het Regionaal Investeringsprogramma. De Vervoersautoriteit zal waar nodig een rol blijven vervullen bij de realisatie van concrete transitieprojecten op het gebied van mobiliteit en logistiek. Daarnaast blijft de Va direct betrokken bij de verdere uitrol van de transitiepaden van de RNE vanwege de rol van connectiviteit en bereikbaarheid in de transitiepaden en omdat mogelijk uit de transitiepaden nieuwe projecten op het gebied van mobiliteit en logistiek kunnen volgen. 2

239 Samenvatting Roadmap Next Economy (concept)

240 Inleiding Onze wereld is in transitie. We leven niet langer in een tijdperk van verandering, we maken de verandering van een tijdperk mee. We zien de uitdagingen elke dag, om ons heen en in de media: klimaatverandering, toenemende migratie, de groeiende ongelijkheid in de samenleving, de opkomst van nieuwe economieën en wereldmachten en de dreigende uitputting van onze natuurlijke hulpbronnen. Samen plaatsen ze ons voor de grootste uitdaging sinds de negentiende eeuw. Dat vraagt om een fundamentele omslag in de manier waarop we onze samenleving en onze economie opnieuw vorm geven en laten bloeien. De Roadmap Next Economy (RNE) is het antwoord van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) op die uitdaging: een alles omvattende strategie en actieprogramma die de basis leggen voor de transformatie van onze regionale economie. We willen een regio zijn die voorop loopt in Europa bij de transformatie naar een nieuwe economie, met een aantrekkelijk klimaat voor talenten, ondernemingen en investeerders. We staan aan het begin van wat sommigen de Derde Industriële Revolutie noemen. Twee ontwikkelingen torenen boven alles uit: de snelle ontwikkeling van de internettechnologie en de overgang naar schone energie. Samen hebben ze vergaande gevolgen voor de manier waarop onze samenleving en economie zijn georganiseerd. Van een verticale economie met dominante grote producenten en gescheiden economische sectoren gaan we naar een meer horizontale economie. In zo n economie werken bedrijven, overheid en kennisinstellingen veel meer samen, over de grenzen heen, en kunnen consumenten tegelijk ook producenten zijn; dat is bijvoorbeeld te zien in de nieuwe deeleconomie die ontstaat op internet. De nieuwe economie is bovendien circulair: afval bestaat niet meer, reststoffen worden maximaal hergebruikt om nieuwe waarde te creëren. Twee belangrijke dingen zijn een randvoorwaarde om die economische transformatie mogelijk te maken. Ten eerste digitalisering van de economie: een heel nieuwe digitale IT- en internet-infrastructuur, sneller, flexibeler en veiliger dan alles wat we nu kennen. Die maakt het mogelijk om op ongekende schaal data te verzamelen, te verbinden en te verrijken, en dat maakt van alles mogelijk: van nieuwe diensten en businessmodellen tot een slim en flexibel energienetwerk, nodig om over te gaan naar een energievoorziening met nul uitstoot van CO2 in Dat nieuwe energienetwerk is de tweede randvoorwaarde. Samen vergen ze een enorme investering; op dit moment ramen we die voor de hele MRDH tussen de 50 en 100 miljard euro. De uitgangspositie van de MRDH is in principe goed. We hebben sterke economische clusters (bijvoorbeeld de Rotterdamse haven, de Greenport en Vrede en Recht), we zijn sterk in onderzoek en ontwikkeling en we hebben een jonge bevolking. Daar staat tegenover dat we er niet uithalen wat er in zit; we zetten onze potentie niet om in toegevoegde economische waarde en banen. En als we niets doen, lopen we duidelijke risico s: de economie van de MRDH rust

241 voor een groot deel op fossiele brandstoffen, veel mensen zijn laagopgeleid en ons ondernemersklimaat is nog niet stimulerend genoeg. De strategie en het actieprogramma van de RNE benoemt vijf transitiepaden die nodig zijn om de nieuwe economie van de MRDH vorm te geven. Smart Digital Delta Alles dat de MRDH nodig heeft om de dataproductiviteit te verhogen en de stap te maken naar een digitale economie: betere digitale verbindingen, netwerken, platforms en big data. Smart Energy Delta Alles dat nodig is om in de MRDH een infrastructuur op te zetten voor hernieuwbare energie: slimme netwerken, nieuwe schone energiebronnen, CO2- opslag, conversie- en opslagtechnologie. Circular Economy Alles dat te maken heeft met het gebruik en hergebruik van hulpbronnen en reststoffen in de MRDH. Entrepreneurial Region Alle bouwstenen voor het goede, vooruitstreven ondernemersklimaat dat nodig is om de overgang naar een nieuwe economie mogelijk te maken: nieuwe ondernemingsmodellen, producten en diensten, nieuwe samenwerkingsvormen, de ontwikkeling en begeleiding van start ups, nieuwe wet- en regelgeving. Next Society De acties die nodig zijn om de inclusieve samenleving van de (nabije) toekomst vorm te geven: ontwikkelingen in arbeidsmarkt en onderwijs, coöperaties, burgerbewegingen en nieuwe vormen van gemeenschappelijk (sociaal) ondernemerschap en bezit. De doelen in deze RNE liggen niet voor het grijpen. Er is snel actie nodig op heel veel verschillende niveaus tegelijk. De RNE benoemt de projecten die ons in staat stellen om de gestelde doelen te bereiken. Daarbij willen we zeker ook gebruik maken van bestaand enthousiasme en initiatief in de regio: projecten die nu al in de steigers staan stimuleren en mogelijk maken, omdat ze bijdragen aan het grote geheel en onze toekomstige doelen.

242 Transitie 1: de Smart Digital Delta Onze uitgangspositie De economie digitaliseert in een ongehoord tempo. De volgende generatie netwerken 5 G - zal sneller, flexibeler en veiliger zijn dan alles dat we nu kennen, en opent zo de poort naar ongekende nieuwe mogelijkheden en nieuwe businessmodellen. Dat geldt ook voor de snelle ontwikkeling van het Internet of Things: het internet dat slimme apparaten aan elkaar verbindt en ons in staat stelt op een heel nieuwe schaal data te verzamelen, te koppelen en te verrijken. Als gevolg van deze Derde Industriële Revolutie groeit de wereldwijde economische competitie. Stedelijke regio s die voorop lopen in die ontwikkeling, zullen de mogelijkheden voor nieuwe economische groei verzilveren; regio s waar dat niet lukt, blijven achter. De Metropoolregio Rotterdam Den Haag heeft grote potentie om voorop te lopen in deze ontwikkeling. In Europa scoren we een vierde plaats met onderzoek en ontwikkeling op dit punt. Daar tegenover staat dat we die mogelijkheden onvoldoende verzilveren in onze reële economie. Dat moet anders: we willen daarom de innovatie-activiteiten binnen de regio veel beter regisseren en op elkaar afstemmen. Alleen dat stelt ons in staat om onze potentie waar te maken en te zijn wat we willen zijn: de Digital Gateway to Europe. Onze doelen De Smart Digital Delta is kortweg de digitale integratie van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Zo n digitale integratie maakt ook de fysieke integratie van de regio mogelijk: bedrijven kunnen slimmer en efficiënter gebruik maken van elkaars infrastructuur en mogelijkheden, de Rotterdamse haven en de Greenport zullen beter functioneren en kunnen nieuwe groeimogelijkheden aanboren. Sterke economische sectoren kunnen veel meer dan nu samen werken aan nieuwe initiatieven (cross-overs) en er ontstaan mogelijkheden voor een nieuwe Nederlandse (3D-)maakindustrie. Nieuwe digitale platforms maken het ook voor onze inwoners mogelijk om samen maatschappelijke initiatieven te ontplooien en te ondernemen: de nieuwe, maatschappelijke deeleconomie. Wat hebben we nodig? Om de doelen van de Smart Digital Delta te bereiken, is een aantal dingen nodig: - een veilige, robuuste digitale infrastructuur waar bedrijven en organisaties data kunnen delen (extranet); - veilige, gecontroleerde digitale marktplaatsen waar ondernemers digitaal kunnen ondernemen en handelen; - een degelijk juridisch fundament voor de nieuwe digitale economie: wetgeving, mogelijkheden tot geschilbeslechting; - mogelijkheden om digitaal belasting- en douanezaken te regelen Wat gaan we doen? Vijf belangrijke faciliterende projecten maken de ontwikkeling tot een Smart Digital Delta mogelijk: Connect MRDH

243 Verbeteren en koppelen van de bestaande netwerk- en IT-infrastructuur binnen de regio om nieuwe dienstverlening en het Internet of Things te ondersteunen. Een veilige, open en toekomstbestendige ICT-omgeving maakt economische groei mogelijk. 3D Data MRDH Toegang tot alle beschikbare (open) overheidsdata binnen de regio maakt het mogelijk om gegevens te analyseren en te verrijken. De resultaten komen (onder meer) ten goede aan onze infrastructuur, de kwaliteit van onze stedelijke planning en ons ondernemersklimaat. Denk bijvoorbeeld aan een alomvattende 3D-kaart van de Metropoolregio. Secure Digital Data & Cyber Testbed Meer IT-capaciteit om snelle en veilige uitwisseling van Internet of Things-data mogelijk te maken, ook tussen sectoren. Plus een nationale testlocatie waar zo n nieuw digitaal platform door en door kan worden getest op veiligheid, flexibiliteit en schokbestendigheid. Digital Marketplace Meer IT-capaciteit om digitale marktplaatsen en het ontwikkelen van nieuwe vormen van digtale dienstverlening mogelijk te maken, ook tussen verschillende economische sectoren. Digital Dispute Resolution Online platform waar belanghebbenden organisaties, overheden en bedrijven samen kunnen werken aan conflictbeslechting, gebruikmakend van de nieuwste technologie en kennis en zonder tussenkomst van een rechter. Naast deze grootschalige projecten die de ontwikkeling van de MRDH tot Smart Digital Delta mogelijk maken, is er een groot aantal belangrijke, dragende projecten die direct impact hebben om belangrijke economische pijlers van onze economie, zoals: - Digital Port: digitalisering van de Rotterdamse haven, optimaliseren van havenmanagement (logistiek, infrastructuur); - Port as a Service: ontwikkeling van nieuwe geautomatiseerde havendiensten (onbemande schepen en vrachtwagens, intelligent onderhoud, automatische levering, et cetera); - Automated/connected mobility: een Internet of Things-portaal voor mobiliteit (onder meer zelfrijdende voertuigen en openbaar vervoer); - Smart Agri Logistics: beter beheer van de agrarische productieketens, schoner en efficiënter vervoer); - Growing as a Service: ontwikkeling van gedigitaliseerde groeiprogramma s, waarbij de Greenport functioneert als kennisportaal en verkeerstoren voor gewasteelt elders; - Digital Virtual Factory: de regio als voortrekker voor de nieuwe digitale (3D-)maakindustrie; - My Data Our Health: veilig online platform voor het delen van gezondheidsdata, als basis voor nieuwe dienstverlening.

244 Transitie 2: de Smart Energy Delta Onze uitgangspositie Een minstens even grote revolutie als die van de digitaliserende economie is aan de gang in de energievoorziening. De komende decennia zullen fossiele brandstoffen meer en meer ruimte moeten maken voor schone, hernieuwbare energiebronnen. Het uiteindelijke doel: een samenleving die vanaf 2050 geen CO2 meer uitstoot. Zeker voor de Metropoolregio Rotterdam Den Haag is dat een enorme verandering: de Rotterdamse haven, een van de grote motoren van de economie, is het grootste petrochemische industriële complex in Europa. Voor de tuinbouwsector, nog zo n economische pijler van de regio, is CO2 juist een belangrijke grondstof. Minstens even groot zijn de uitdagingen in de gebouwde omgeving: met 3,6 miljoen inwoners is onze regio het dichtstbevolkte deel van Nederland en samen gebruiken we 30 procent van alle energie in Nederland. Belangrijk voor al die sectoren is de manier waarop we ons voortbewegen: elektrisch of door waterstof aangedreven transport levert een grote bijdrage aan het bereiken van het doel. Onze doelen Het einddoel is hierboven al genoemd: in 2050 stoot de Metropoolregio Rotterdam Den Haag geen CO2 meer uit. Om dat doel te bereiken zullen we alle zeilen moeten bijzetten, want op dit moment gaat de ontwikkeling bij lange na niet snel genoeg. Een simpele weg om er te komen is er niet. De oplossing bestaat uit veel elementen: energiebesparing, efficiënt gebruik van energie en restwarmte, meer gebruik van schone energiebronnen als zon, wind en getijdeenergie, schone brandstoffen als groene stroom en waterstof en afvang en opslag van CO2. Gebruikmakend van al die bouwstenen wil de Smart Energy Delta dat mogelijk maken: een betrouwbare, flexibele, schone en betaalbare energievoorziening. We geloven dat de overgang naar een CO2-vrije energievoorziening grote economische mogelijkheden biedt: mogelijkheden voor innovatie, nieuwe vormen van dienstverlening in een nieuwe energiesector, en een daarmee een sterkere regio die de wereldwijde concurrentie beter aankan. Wat hebben we nodig? - Een hyperflexibele, betrouwbare energievoorziening: genoeg energie uit wind en zon is niet altijd beschikbaar, en dus hebben we een energienetwerk nodig dat veel verschillende bronnen gebruikt en supersnel kan schakelen tussen die bronnen; - Een nieuwe, gekoppelde energiemarkt waaraan veel meer leveranciers kunnen deelnemen dan nu en waar energie vrij kan stromen; - Een industriële, grootschalige aanpak voor renovatie en energieefficiënt maken van woonhuizen. Wat gaan we doen? Het bereiken van de gestelde doelen vraagt een inspanning van vrijwel alle lagen in de samenleving: van de overheid, die met consistent beleid, prikkels en maatregelen de energietransitie mogelijk maakt; van netwerkbeheerders, die

245 samen moeten toewerken naar een nieuw, gedeeld netwerk; van woningcorporaties en huiseigenaren die moeten meewerken aan het energieefficiënt maken van hun huizen. Willen we onze ambities voor een schone, flexibele, betrouwbare en betaalbare energievoorziening waarmaken, dan is één project daarvoor van doorslaggevend belang: Smart Multi Commodity Grid Het Smart Multi Commodity Grid is het energienetwerk van de volgende generatie; een totaal nieuw, slim energienetwerk, ondersteund door ICT, dat het mogelijk maakt om alle toekomstige aanbieders van energie te koppelen en te schakelen tussen verschillende energieleveranciers en bronnen. Het is een van de essentiële pijlers van onze toekomstige samenleving. Het maakt het mogelijk dat niet alleen grote energiebedrijven leveren aan het net, maar ook huishoudens, ondernemingen en energiecoöperaties; het koppelt alle denkbare energiebronnen en maakt het mogelijk om onze energie maximaal efficiënt te gebruiken. De Metropoolregio benoemt daarnaast vier dragende projecten, die elk in een specifiek belangrijk domein een doorbraak kunnen forceren en aanjager kunnen zijn van andere projecten: - Industrie/haven: Core to the core business -grid. Havenbedrijven delen infrastructuur, logistiek en energie en wisselen producten en grond- en reststoffen uit. Zo functioneren ze samen efficiënter, besparen ze kosten en verbeteren ze hun concurrentiepositie; - Greenport: geothermische energie. Minstens twintig nieuwe putten voor aardwarmte in 2020; - Bebouwde omgeving: woonwijken van de volgende generatie. Ontwikkelen van een aanpak voor het grootschalig renoveren en energieneutraal maken van bestaande woonwijken, ook de moeilijke; - Mobiliteit: openbaar vervoer op waterstof. In 2025 alle bussen emissievrij. Om het beoogde doel te halen, is nog veel meer nodig. Tientallen andere projecten in de Metropoolregio zullen daaraan bijdragen. Enkele voorbeelden: een smart grid in de Merwe4Havens, een pijplijn voor restwarmte van de Rotterdamse haven naar de Greenport, windmolens op land en windparken op zee en opslag van CO2 onder de zeebodem.

246 Transitie 3: de circulaire economie Onze uitgangspositie Met een steeds groeiende wereldbevolking en steeds grotere vraag naar energie dreigen we de natuurlijke hulpbronnen van de aarde uit te putten. Het antwoord op die dreiging is een circulaire economie: een economie die enkel hernieuwbare hulpbronnen gebruikt: energie, biologische en technische materialen, water, aarde en lucht. Dat betekent: optimaal hergebruik van grondstoffen en zo weinig mogelijk schadelijke stoffen terugbrengen in het milieu. De overgang naar een circulaire economie levert nieuwe economische groeikansen op. Voor Nederland is de schatting dat de circulaire economie nieuwe banen kan opleveren. Lokaal kan deze ontwikkeling op een Haags bedrijventerrein als de Binckhorst alleen al 20 miljoen euro extra waarde opbrengen. De uitgangspositie van onze regio is goed: in de metropool zitten mensen, grondstoffen, productie en kennis die nodig zijn voor de circulaire economie immers dicht op elkaar. Hoewel de circulaire economie nog in de kinderschoenen staat, zijn er nu al veel initiatieven in de MRDH: bijvoorbeeld start-ups via YesDelft! en projecten als Cirkelstad en Blue City 010. Ook een eerste verkenning in het kader van de RNE leverde veel projecten op. Onze doelen De MRDH wil een van de eerste volledig circulaire regio s in de wereld worden. Dat is nodig om onze toekomst op deze planeet veilig te stellen, maar het is ook nodig voor onze eigen toekomst als welvarende, vooroplopende regio in Europa. De overgang naar een circulaire economie biedt kansen voor innovatie en economische groei, en nieuwe toekomstmogelijkheden voor belangrijke economische sectoren in onze regio, die nu nog zijn gebaseerd op fossiele brandstoffen. Wat hebben we nodig? Om in de MRDH de stap te zetten naar een circulaire economie, is nodig: - een verandering in denken: afval bestaat niet, afval is een hernieuwbare grondstof en heeft waarde. Nodig zijn educatie en een infrastructuur die hierbij past; - de kennis en de mensen om de stap naar de circulaire economie te maken, van intelligent ontwerp tot effectieve inzameling. Hier ligt een belangrijke taak voor mbo, hbo en wetenschappelijk onderwijs; - analyse van ons eigen gebruik van grondstoffen en materialen: wat hebben we, waar is het te vinden, wat is de kwaliteit, wanneer is het rijp voor hergebruik? Dat vraagt om zaken als sensortechnologie, materiaalpaspoorten en een hulpbronnenbank. Wat gaan we doen? Op dit moment zijn de vele circulaire initiatieven in de MRDH vaak nog klein. Opschalen is nodig. We willen snel een uitgebreide en diepgaande analyse maken van de zakelijke kansen, zodat we zo snel mogelijk aan de slag kunnen met concrete business cases. Ook willen we snel onze indicatoren voor circulariteit verbeteren.

247 De circulaire projecten in de RNE die we in elk geval willen aanpakken, hebben vooral te maken met efficiënt gebruik van grondstoffen en materialen: - Industrie/haven: Carbon Capture Usage (gebruik van afgevangen CO2 als grondstof voor industrie en landbouw), Waste to Chemical (reststoffen omzetten in grondstoffen voor de chemische industrie), bioraffinage (hoogproductieve biomassa als energie); - Greenport: waarde toevoegen door overstap van traditionele gewassen naar hoogwaardige producten voor bijvoorbeeld farmaceutische industrie, voedingsmiddelenbranche en agrochemie; reductie energiegebruik door overseas greenhouses en growing as a service (traditionele glastuinbouw naar plekken met beter klimaat, kennis en digitale techniek in de MRDH); - Bebouwde omgeving: beter en efficiënter inzamelen van afval (inzamelstations voor producten en apparaten voor recycling of hergebruik, financiële compensatie, urban mining); effectief koppelen van aanbieders van afval aan producenten voor wie afval grondstof is.

248 Transitie 4: de ondernemende regio Onze uitgangspositie Bijna alle economische topsectoren in de Nederlandse economie hebben een sterke basis in onze regio. In de nieuwe economie sterk gebaseerd op intensieve netwerken en innovatie over de grenzen van sectoren heen is die diversiteit een groot pluspunt. De MRDH herbergt veel talent en startende ondernemingen, maar deze komen bij ons nog niet voldoende tot bloei. We halen er niet uit wat erin zit. Ons investeringsklimaat moet beter, net als onze netwerkstructuur. Regelgeving moet ondernemerschap niet afremmen, maar juist aanmoedigen. Ook staan we nog niet voldoende bekend als innovatieve regio Positieve ontwikkelingen zijn overigens wel zichtbaar; denk aan nieuwe netwerkorganisaties (bijvoorbeeld Clean Tech Delta en The Hague Security Delta), aan organisaties die de ontwikkeling van start-ups stimuleren (zoals YES!Delft), aan nieuwe investeringsfondsen en de nu al zichtbare toename van durfinvesteringen in de MRDH. Onze doelen We willen dat de economie van de MRDH zich ontwikkelt tot eentje die vooroploopt in de nieuwe economie, met een ondernemersklimaat dat daarbij past: een omgeving die innovatie over de grenzen van economische sectoren heen stimuleert; een omgeving waar ook overheid, kennisinstellingen en financiers een ondernemende mentaliteit hebben; een omgeving waar jonge ondernemers gedijen en start-ups snel kunnen groeien. Wat hebben we nodig? Wereldwijd zien we dat succesvol ondernemende regio s een aantal kenmerken gemeen hebben: - ondernemerscultuur: tolerantie voor risico s en creativiteit, sterk leiderschap, verbinden van perspectiefrijke initiatieven met de juiste mensen, naamsbekendheid van de regio; - ondernemersstructuur: intensieve netwerken zodat kruisbestuiving mogelijk is tussen sectoren, aanwezigheid van goed instuten en infrastructuur; - ondernemerspraktijk: ondernemersvriendelijke markten, positieve prikkels en financieringsmogelijkheden, regelgeving die ondernemen stimuleert. Wat gaan we doen? De RNE presenteert vier actieprogramma s: Stimuleren scale-ups Programma om de groei van startende ondernemers te bevorderen; stimuleren van netwerken; organiseren van cross-over evenementen die de werelden van research & development en ondernemers bijeen brengen. Fieldlab-ecosysteem

249 Fieldlabs zijn de praktijklaboratoria van de nieuwe economie: proeftuinen voor het testen en ontwikkelen van nieuwe technologie. Doel: creëren van een samenhangend en samenwerkend netwerk van fieldlabs om innovatie en samenwerking te stimuleren. Bouw van het Dutch Wind Wheel in Rotterdam: een fieldlab als icoon, landmark en handelsmerk van de MRDH. Prototyping program Voor een steeds groter aantal makers, creatieven en grassroots-bewegingen is de nieuwe economie al realiteit. De MRDH wil als een van de eerste regio s deze beweging actief stimuleren om zo het potentieel van deze pioniers optimaal te benutten. Het Prototyping program scout, initieert en stimuleert innovaties in deze beweging. Proef met een prosumer lab als proeftuin voor de deeleconomie. Ondernemende overheid Opzetten van een Juridisch interventieteam om te werken aan nieuwe wet- en regelgeving die de nieuwe economie mogelijk maakt en stimuleert: vervangen en waar nodig omzeilen van wetten die de transitie belemmeren, nieuwe wetten maken, bestaande zo praktisch mogelijk toepassen. MRDH als proeftuin voor deze nieuwe regelgeving.

250 Transitie 5: de nieuwe samenleving Onze uitgangspositie De overgang naar een nieuwe economie heeft onvermijdelijk ingrijpende gevolgen voor de samenleving, voor de manier waarop we studeren, werken en ondernemen. De contouren van die ontwikkelingen zijn nu al zichtbaar. Voor ondernemers is continu innoveren steeds meer een voorwaarde. In plaats van de vaste baan komt voor steeds meer mensen een lossere arbeidsverbintenis: een kortlopend contract of het werken als zzp er. De opkomende deeleconomie, waarbij digitale platforms de basis zijn voor een nieuwe vorm van sociaal en gemeenschappelijk ondernemen en nieuwe economische groei, zal die ontwikkeling alleen maar versnellen. Als MRDH willen we voorop lopen in de nieuwe economie en voorop lopen in Europa. Dat is hard nodig. Pijlers die traditioneel belangrijk zijn voor onze economie worden kleiner. De werkgelegenheid in de traditionele industrie krimpt, net als bij de overheid. En door digitalisering zullen ook steeds meer administratieve banen verdwijnen. Onze doelen Om als MRDH succesvol de concurrentie aan te gaan met andere metropolen in Europa, hebben we de goede mensen nodig met de goede vaardigheden om hun aandeel te leveren in de nieuwe economie. Het is daarom belangrijk om goed te kijken wat de ontwikkelingen betekenen voor de manier waarop we leren en werken, voor het onderwijs en de arbeidsmarkt. Want iedereen moet de kans krijgen om een aandeel te leveren en mee te doen. Wat gaan we doen? Onderwijs De nieuwe economie vraagt om een nieuwe manier van denken over onderwijs: mensen leren hun leven lang bij, zullen moeten leren kansen te zien en met een ondernemende blik te kijken. En het onderwijs zal steeds nauwer moeten aansluiten bij de praktijk: bij wat ondernemers willen, en bij de praktische problemen van de samenleving. Daarom benoemt de RNE drie belangrijke vernieuwingen in het onderwijs: - Nieuwe vaardigheden (nieuw maakonderwijs, over grenzen heen leren kijken, multidisciplinair werken, ondernemende mentaliteit); nieuwe onderwijsmethoden (nieuwe leeromgevingen waar de grens tussen school en werkplek vervaagt); voldoende en gekwalificeerde docenten. - Meer onderwijs in de samenleving: onderwijs als partner in de buurt, zodat de samenleving direct profiteert en studenten meteen veel praktijkervaring opdoen. De stad is de leeromgeving. - Meer samenwerken met bedrijven: studenten in een nieuwe leerwerkomgeving waar ze hun werk- en denkkracht meteen kunnen benutten, beter begeleiden van studenten naar ondernemerschap, gedeelde faciliteiten.

251 Arbeidsmarkt De nieuwe economie, met zijn nieuwe bedrijfsmodellen en zijn nieuwe arbeidsverhoudingen, maakt het nodig om op verschillende niveaus te kijken naar arbeid en werk. We moeten bijvoorbeeld goed kijken naar de uitwerking op ons sociaal stelsel, dat nu nog erg is gekoppeld aan een vaste baan. Bovendien is de bestaande wet- en regelgeving niet toegesneden op nieuwe verschijnselen als de opkomende deeleconomie. Bovendien moet iedereen de kans krijgen om aan te haken, zodat de ongelijkheid in de samenleving niet grote wordt. Praktisch zullen de komende jaren de volgende ontwikkelingen centraal staan: - Betere kansen voor laagopgeleiden: hoe koppelen we innovatie aan sociaal beleid, talentontwikkeling en betere kansen op werk? - Permanente educatie voor middelbaar opgeleiden. - Aandacht voor talent: wat is nodig? - Transparant digitaal platform voor de arbeidsmarkt. - Aandacht voor de praktische uitwerking van de deeleconomie, bijvoorbeeld voor huishoudens.

252 Vervolgstappen De transitie van de MRDH naar een nieuwe economie is een ingewikkeld proces, waarin de ontwikkelingen overal met elkaar zijn verweven. We onderscheiden vijf transitiepaden, maar deze overlappen elkaar voortdurend. De kunst is daarom ervoor te zorgen dat ze geen eigen leven gaan leiden. Onze werkmethode is daarop gebaseerd: de komende jaren zullen we flexibel moeten werken de ontwikkelingen gaan snel maar tegelijk steeds de samenhang in de gaten houden. De transitie is kapitaalintensief, voor overheden, bedrijven en kennisinstellingen. Daarom zullen we voortvarend werken aan nieuwe en betere financieringsmogelijkheden om de transitie mogelijk te maken. - Een toegankelijk regionaal investeringsplatform waar investeerders worden gekoppeld aan initiatieven (investering tussen de 25 miljoen en 100 miljoen); - Kaderleningsinstrument voor beter toegankelijk maken van Europese leningen (EFSI, JESSICA, investeringen tot 25 miljoen); - Afspraken met Europa over betere ondersteuning bij programmaontwikkeling op thema s als energie, klimaat, biobased en circulair; - Onderzoek naar financieringsmogelijkheden voor het onderwijs (nieuwe vaardigheden voor de nieuwe economie). De RNE blijkt nu al een uitstekend instrument om onze regio Europees te profileren. EU-commissaris Sefcovič schuift de MRDH samen met de regio Hautede-France naar voren als een schoolvoorbeeld om Europese doelstellingen te halen. Die vooruitgeschoven positie biedt uitstekende kansen aan onze regio en onze bedrijven.

253 CONCEPT Strategie en actiepunten voor transitie in de regio Rotterdam Den Haag

254 Inhoudsopgave 2 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

255 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 3

256 Context & Urgentie Onze wereld is in transitie. We leven niet langer in een tijdperk van verandering, we zijn getuige van de verandering van een tijdperk. We staan aan de vooravond van de grootste sociale en economische uitdagingen sinds de 19e eeuw. Wereldwijde tendensen zoals klimaatverandering, geopolitieke veranderingen zoals de opkomst van nieuwe economische machten, toenemende migratie, groeiende ongelijkheid, uitputting van natuurlijke hulpbronnen, disruptieve technologische innovaties en de opkomst van gemeenschappelijk bezit sturen deze transitie in de richting van een systeemverandering. We moeten anticiperen op deze verandering; een fundamentele omslag is nodig in de manier waarop we onze samenleving managen, mobiel houden en van energie voorzien. Deze transformatie, door Jeremy Rikfin beschreven als de Derde Industriële Revolutie, heeft vergaande gevolgen voor de regio Rotterdam Den Haag (MRDH). De nieuwe economie (next economy) is gebaseerd op het samensmelten van internet- en communicatietechnologie met nieuwe vormen van decentrale energie. Dit heeft vergaande gevolgen voor communicatie, mobiliteit, energieopwekking en -verbruik, en ook voor de manier waarop de economie is georganiseerd. Van een gecentraliseerde, verticaal georganiseerde economie bewegen we naar een laterale, decentrale en circulaire economie, gebaseerd op samenwerking. Dit impliceert dat er een geheel nieuwe digitale, economische, sociale en kennisinfrastructuur moet worden opgebouwd, net als in de 19e eeuw, tijdens de vorige industriële revolutie. De urgentie voor onze regio kan niet groter zijn. De startpositie van onze regio is gunstig omdat we beschikken over de kennis, vaardigheden, infrastructuur en instituties om te anticiperen op de nieuwe economie. Het probleem is echter dat we dit potentieel niet weten om te zetten in een stevige economische winst en maatschappelijke waarde. In geen enkele ander regio in Nederland gaapt zo n groot gat tussen potentie en verwezenlijking van menselijk, economisch en institutioneel kapitaal. Ter illustratie: tijdens de periode waren de groei van het regionaal product (-0,4%), de groei per hoofd van de bevolking (-1,1%) en de groei van de werkgelegenheid (-0,5%) negatief en lag het werkloosheidscijfer (9,0%) hoger dan het gemiddelde in Nederland (6,9%). De OESO (2016) bevestigt dat het economisch potentieel onvoldoende wordt benut. Dit komt voornamelijk door een gebrek aan samenwerking. De gouden driehoek van overheid, bedrijfsleven en kennissector functioneert in de MRDH niet optimaal. Dit heeft ook een relatie met de innovatieparadox: de kennis bestaat maar deze kennis wordt niet op een adequate manier te gelde gemaakt. Een andere regionale tekortkoming is het gebrek aan kruisbestuiving tussen economische sectoren. De nieuwe economie doorkruist grenzen tussen sectoren; bij de toekomstige circulaire economie bijvoorbeeld energie, chemie, agro-food en logistiek. Ook het ondernemersklimaat is niet erg gunstig. Een cultuur waarin het nemen van risico s wordt aangemoedigd en mislukkingen worden getolereerd ontbreekt grotendeels. Bovenal lijken een overkoepelende strategie en orkestratie van de regio te ontbreken die fundamentele vragen aanpakken. Het gaat bijvoorbeeld om de vraag waarmee we in onze regio ons geld verdienen. Welke vaardigheden zijn nodig voor de nieuwe economie? Dit lijkt een structureel fenomeen, gezien de dominante economische sectoren in de MRDH. Traditionele industrie, logistiek en overheidsdiensten worden minder belangrijk. In onze regio is de oude, traditionele economie nog altijd dominant, hoewel elke euro die in de oude economie wordt geïnvesteerd onze samenleving 2 euro kost. Elke euro die daarentegen in de nieuwe economie wordt gestoken levert 3 euro aan toegevoegde waarde op, in termen van innovatie, werkgelegenheid en economische structuur (PBL, 2013). 4 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

257 De MRDH is op een aantal punten kwetsbaar: veel mensen zijn laagopgeleid en ongekwalificeerd, en de regionale economie is sterk geworteld in fossiele brandstoffen en gerelateerde industrieën die het einde van hun levensduur bereikt hebben. De OESO (2016) benadrukt dat schaalvoordelen te behalen zijn door middel van intensievere regionale samenwerking. Dit betekent dat de regio al zijn krachten en energie moet mobiliseren om toonaangevend te worden in de nieuwe economie. Onze regio heeft concurrentievoordelen die het mogelijk maken om deze kansen te grijpen: onze ervaring op het gebied van industrie en productie, demografische voordelen zoals een groot reservoir aan jonge mensen, en een sterke toename van ondernemers en start-ups die aan de nieuwe economie werken. Er is bovendien een concentratie van bedrijven en kennisinstituten in clusters zoals schone technologie, life sciences, recycling van (afval)materiaal, gegevensbeveiliging en voeding. In combinatie met de haven en de greenport als internationaal industrieel en logistiek knooppunt, vormt dit alles een bijzonder sterke mix. De MRDH is ook kwetsbaar op milieugebied; denk aan het hoge energiegebruik, vervuiling, de effecten van klimaatverandering, gezondheidsproblemen, water en de algemene kwaliteit van leven. Deze kwesties moeten worden aangepakt door de weerbaarheid van de regio te verbeteren. Daar tegenover staat dat ze ook nieuwe economische kansen bieden: de sterke maritieme industrie in de MRDH heeft bijvoorbeeld een leidende positie in de delta- en watertechnieken die wereldwijd nodig zijn in de strijd tegen de gevolgen van klimaatverandering. We erkennen dat we een tijdperk van digitale platforms betreden. Om deze platforms succesvol te laten werken in onze regio moeten we onze ITinfrastructuur sterk verbeteren als het gaat om snelheid en flexibiliteit. Zo kunnen big data vrij doorstromen en kan rechtstreeks informatie worden geleverd die direct ten goede komt aan opkomende nieuwe bedrijfsmodellen. Voor vele economische sectoren in onze regio zullen digitale platforms ontstaan, zoals transport & logistiek, gezondheid, voedselproductie en de maakindustrie. Deze platforms beschikken over de potentie om de productiviteit aanzienlijk te verhogen en de transactiekosten te verlagen. Met zulke platforms verandert de MRDH in een intelligente economische (cyber)ruimte en zal het concurrentievermogen van onze regio toenemen. Tegelijkertijd moet onze ITinfrastructuur schokbestendig en veilig zijn, zodat deze gegevensstromen op een veilige manier kunnen worden uitgewisseld. We beseffen dat we zijn beland in het tijdperk van Parijs en pariteit. We zijn getuige van de gecombineerde krachten van het klimaatverdrag van Parijs en de prijspariteit van hernieuwbare energiebronnen, zoals wind- en zonne-energie. Hernieuwbare energie concurreert nu in prijs met fossiele brandstoffen (zelfs tegen de huidige lage tarieven) en dit zal onvermijdelijk leiden tot een enorme toename van zowel publieke als private investeringen in deze technologieën. Dit is een fundamentele verandering en de Roadmap Next Economy streeft ernaar enkele grootschalige hernieuwbare energieprojecten te realiseren die een veilig en aantrekkelijk investeringsrendement opleveren. Deze projecten zullen bijdragen aan de opbouw van een smart multi commodity grid in onze regio: een slim en flexibel energienetwerk dat leveranciers en energiebronnen naadloos verbindt. Dit omvat tevens de grootschalige renovatie van de bebouwde omgeving en verbetering van de energie-efficiency van onze industrie door middel van een vergaand proces van decarbonisatie CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 5

258 De nieuwe economie heeft vele vormen en gezichten: een digitale, biogebaseerde, circulaire, deel-, maker- en roboteconomie. De nieuwe economie is steeds sterker gebaseerd op zijdelingse relaties en kleinschalige, lokaal georganiseerde netwerken van producenten en consumenten, in plaats van verticaal geïntegreerde structuren. Metropoolregio s zijn de motor van de nieuwe economie en de toekomst van Europa is de toekomst van de (transnationale) regio s. Dit zal onvermijdelijk leiden tot een sterke concurrentie tussen Europese regio s. Om aantrekkelijk te zijn voor talenten en bedrijven is het belangrijk om een ondernemend ecosysteem te creëren waarin overheden, onderzoek- en kennisinstituten, bedrijven, investeerders en de samenleving met elkaar verbonden zijn en samenwerken. De nieuwe economie wordt tevens gekenmerkt door grote onzekerheid en ontwikkelingen die ontwrichtend werken, ofwel disrupties; veel traditionele sectoren zullen verdwijnen. Maar er zullen ook nieuwe sectoren ontstaan die kansen bieden voor nieuwe bedrijven. Gezien de uitdagingen waar we mee te maken hebben is het verschil tussen een scenario met maximale inspanningen (RNE-scenario) en het scenario op oude voet verder gaan het meest interessant. Er is voor onze regio daarom een urgente noodzaak om te komen tot een alomvattende benadering van de vraag hoe we omgaan met deze transformaties, zowel om kansen te grijpen als om disrupties tegen te gaan. Daarom heeft de MRDH het initiatief genomen om alle regionale stakeholders bij elkaar te brengen voor een gezamenlijke inspanning. We werken aan een alomvattende economische strategie, waarmee we onze concurrentiepositie kunnen behouden en een hoopvolle toekomst kunnen creëren voor de mensen in onze regio. Deze toekomst is van ons allemaal: de nieuwe economie moet sociaal inclusiever zijn en een alternatief bieden voor de snel toenemende ongelijkheid, het resultaat van onze huidige samenleving waarin meestal het recht van de sterkste overheerst. De transitie naar de nieuwe economie zal niet alleen leiden tot het verdwijnen van bekende technologieën, diensten en concepten. De transitie zal ook leiden tot een gevoel van onbehagen, ongemak en (financiële) onzekerheid. Om de weerstand tegen deze veranderingen en negatieve bijwerkingen te verminderen, is het erg belangrijk om de bewoners op korte termijn een aantrekkelijk perspectief te bieden en zo de negatieve effecten van transitie te compenseren. Dit betekent dat niet-technische en niet-financiële factoren ook belangrijk zijn. Hierbij zullen we ons richten op prettige wijken om te wonen en aantrekkelijke werkplekken, in de breedste zin van het woord. 6 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

259 Binnen de MRDH onderschrijven de partijen breed de urgente noodzaak tot handelen. De wereldwijde trends en ontwikkelingen geven bovendien duidelijke aanwijzingen wat er moet gebeuren. De moeilijkste vraag is echter hoe dit moet worden uitgevoerd. Hoe kunnen we deze transitie verwezenlijken, hoe kunnen we onze bevolking enthousiast maken over deze transitie en welke impulsen hebben we nodig om de vereiste stappen te zetten? Hiervoor moeten we een onderscheid maken tussen financiële, institutionele, juridische en mentale impulsen. Financiële impulsen Het opbouwen van een geheel nieuwe infrastructuur is kostbaar. Net zoals we in de 19e eeuw fysieke infrastructuur hebben opgebouwd (wegen, spoorwegen, bruggen en havens), bouwen we nu de digitale en circulaire infrastructuur op. De investeringen in digitale communicatieplatforms, glasvezel, big data, sensoren, internet of things, slimme logistiek, slimme mobiliteit en een multi commodity energy grid zullen grofweg tussen 50 en 100 miljard euro bedragen. Dit omvat tevens het inpassen en het gebruik van IT-instrumenten in het onderwijs, iets wat de hoogste prioriteit zou moeten hebben. Juridische impulsen De nieuwe economie staat op gespannen voet met traditionele wetten. Volgens onderzoek door het Ministerie van Economische Zaken verhinderen ongeveer vijftig regels en verordeningen een verdere ontwikkeling van de circulaire economie. Een berucht voorbeeld is de Afvalstoffenwet, die voorkomt dat afval als grondstof kan worden hergebruikt in circulaire bedrijfsprocessen. Deze wetten zouden moeten worden afgeschaft, of we kunnen een regelvrije zone of regio vaststellen waar regels worden bepaald voor circulaire ontwikkelingen en bouwactiviteiten. Institutionele impulsen In onze regio is intensievere samenwerking nodig tussen kennisinstituten, onderwijsinstellingen, bedrijven en overheden. Net zo belangrijk is de samenwerking met buitenlandse topinstituten en bedrijven. In een aantal sectoren, zoals robotica, blockchain, kunstmatige intelligentie, 3D- en 4D-printen en nanotechnologie hoort Nederland niet meer bij de koplopers. We moeten deze gespecialiseerde kennis naar onze regio halen. Ook moeten we meer verbindingen leggen tussen traditionele, grote bedrijven en opkomende start-ups. Ze hebben elkaar hard nodig om in de nieuwe economie te kunnen overleven. Ten slotte moeten we voorkomen dat start-ups die uitgroeien tot scale-ups onze regio verlaten, of naar het buitenland verhuizen. Mentale impulsen Om een echte ondernemende regio te worden met een hoge standaard van leven en werken is een cultuuromslag nodig. Onderzoek door Harvard Business Review toont aan dat een ondernemende regio niet zozeer wordt gekenmerkt door het aantal start-ups of ondernemers, integendeel zelfs. Het is veel belangrijker of de cultuur ondernemerschap bevordert, stimuleert en waardeert, en dat de risico s worden aanvaard die horen bij het ondernemerschap. De dominante cultuur in onze regio is nogal conservatief en risicomijdend, en dus niet erg stimulerend en faciliterend voor ondernemerschap. Ook de structuur lijkt een bepalende factor te zijn voor ondernemerschap; vooral de ondersteuning door instellingen en infrastructuur is belangrijk, evenals het menselijk kapitaal. Het begint allemaal bij onderwijs, met name beroepsonderwijs, met leren-werken-ondernemerschap als startpunt. Dit komt samen in campussen waar bedrijven en onderwijsinstellingen zijn gehuisvest op hetzelfde terrein. De transitie naar de nieuwe economie is een zaak van lange adem. De komende jaren zijn cruciaal: haken we aan bij de Europese topregio s of glijden we af naar de grijze Europese middenmoot? De grootste uitdaging is wellicht om tegelijk hiermee te werken aan een maatschappij die iedereen de kans geeft om aan te haken en mee te doen, om een scheuring zoals in de 19e eeuw te voorkomen CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 7

260 RNE-proces Onze ambitie heet de Roadmap Next Economy (RNE). Deze omvat een geïntegreerde evaluatie van de impact van relevante globale tendensen. Deze leiden tot een langetermijnstrategie en een actieprogramma voor onze regionale economie die de transitie naar de nieuwe economie stimuleren en een aantrekkelijk klimaat creëren voor talenten, bedrijven en investeerders, nieuwe ondernemingen en banen. We realiseren de Roadmap Next Economy in samenwerking met Jeremy Rifkin en zijn Third Industrial Revolution Consulting Group (TIR CG). De werkmethode was aanvankelijk gebaseerd op de aanname dat algemene thema s die de nieuwe economie kenmerken (communicatie-, energie- en mobiliteitsinternet, circulariteit en onderwijs, en arbeidsmarkt) tegenover de specifieke economische sectoren in de regio zouden moeten worden geplaatst (bijvoorbeeld maritiem en logistiek, chemische industrie, agro-food & flowers, health & life sciences, regionale en wereldwijde veiligheid & justitie, en maakindustrie). Voor deze thema s en economische sectoren zijn werkgroepen samengesteld met vertegenwoordigers van verschillende partners. Deze hebben een verkennend rapport geschreven waarin kansen, knelpunten en mogelijke doorbraakprojecten worden geïdentificeerd. Dit proces toonde aan dat de nieuwe economie niet langer verticaal gestructureerd is in pijlers en sectoren, maar horizontaal en sectoroverschrijdend. Daarom was een meer geïntegreerde benadering van het hele economische systeem nodig. We besloten om transitiepaden te kiezen als mogelijke ontwikkelingslijnen voor de nieuwe economie. Drie van deze paden gaan over de fysieke infrastructuur die we moeten bouwen voor de nieuwe economie: digitale infrastructuur rond communicatie en mobiliteit, energie en circulaire processen. Twee paden zijn instrumenteel en faciliterend voor het realiseren van de nieuwe fysieke infrastructuur; ze maken de transitie mogelijk via onder meer nieuwe vormen van onderwijs, vaardigheden, arbeidsmarktafspraken en nieuwe bedrijfsmodellen, nieuwe producten en diensten en nieuwe vormen van samenwerking. Dit resulteert in het onderstaande coherente pakket van vijf transitiepaden die onderling zijn verstrengeld: 8 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

261 1. Smart Digital Delta Naar nul marginale kosten Dit transitiepad omvat alle kwesties met betrekking tot betere digitale verbindingen, big-dataplatforms, slimme logistiek, slimme mobiliteit, sensoren, internet of things, etc. Dit omvat alle acties die moeten worden ondernomen om een uitgekiende digitale infrastructuur op te zetten waarmee de regio zijn dataproductiviteit kan verhogen. 2. Smart Energy Delta Naar nul koolstof Dit transitiepad omvat alles wat te maken heeft met onderling verbonden slimme energiesystemen, duurzame energiebronnen, conversie- en opslagtechnologie, energiebesparing, opslag van koolstofdioxide, warmte-uitwisseling en de gehele elektrische en waterstofinfrastructuur. Dit omvat alle acties die moeten worden ondernomen om in de regio een infrastructuur voor hernieuwbare energie op te zetten. 3. Circular Economy Naar nul afval Dit transitiepad omvat alles wat te maken heeft met het gebruik en hergebruik van hulpbronnen en afvalstromen binnen de regio: recycling, creatief hergebruik (upcycling), biogebaseerde materialen en schone technologieën. Dit omvat alle acties die moeten worden ondernomen om van de regio een circulair knooppunt te maken. 4. Entrepreneurial Region Naar nieuwe productiviteit Dit transitiepad omvat alle relevante bouwstenen voor de nieuwe economie: nieuwe ondernemingsmodellen, nieuwe producten en diensten, nieuwe cliënten, nieuwe vormen van samenwerking, disruptieve innovaties, de ontwikkeling van start-ups naar scale-ups, wetten en regels, living labs en barrières die moeten worden weggenomen om de nieuwe economie op te bouwen. Dit betreft alle acties om in de regio een ondernemende cultuur en structuur te creëren. 5. Next Society Naar een inclusieve maatschappij Dit transitiepad omvat verschillende aspecten van de toekomstige maatschappij in onze regio. Het gaat over nieuwe arbeidsmarktafspraken, nieuwe vaardigheden en nieuwe onderwijsvormen, gemeenschapsbezit, burgercoöperaties, bottom-up-bewegingen, sociale ondernemers en sociale innovatie. Dit omvat alle acties die moeten worden ondernomen om een meer inclusieve maatschappij op te bouwen CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 9

262 Smart digital delta Alle partijen die betrokken zijn bij de MRDH aanvaarden de noodzaak om de metropoolregio om te vormen tot een digitale toegangspoort en datahub voor Europa. Digitalisering levert middelen om economische groei te creëren, maar leidt tevens tot heftige wereldwijde concurrentie. Digitalisering maakt sectoroverschrijdende en wereldwijde distributie van gegevens mogelijk, en ook de optimalisatie van processen. Bedrijven die hun basis hebben binnen de MRDH krijgen door digitalisering kans om te expanderen en het is essentieel dat de MRDH hierop anticipeert door de noodzakelijke stappen te zetten om de concurrentie andere grootstedelijke regio s in Europa voor te blijven. De ambitie is het transformeren van de MRDH in een efficiënte, welvarende wereldhandelsregio door het maximaal inzetten van digitale technologie. De MRDH presteert uitstekend op het gebied van onderzoek en ontwikkeling in ICT, met een 4de plaats binnen Europa. Onze regio slaagt er echter maar matig in om dit onderzoek om te zetten in bedrijfsmatig succes, getuige de 17de plaats. Het is dus nodig om de innovatieactiviteiten binnen de MRDH beter op elkaar af te stemmen en sterker te koppelen aan economische sectoren. Op die manier organiseren we focus en kritische massa binnen de regio. Investeringen in de telecommunicatie-infrastructuur van de toekomst zijn nodig, omdat het duidelijk is dat de hedendaagse netwerken niet afdoende zijn om het internetverkeer van de nieuwe economie op te vangen. Het internetverkeer blijft exponentieel groeien en verzadigt de toegangsnetwerken en het glasvezelnet, een situatie die vroeger onvoorstelbaar leek. Het einde van die groei is niet in zicht, in tegendeel: voor het internetverkeer gerelateerd aan het Internet of Things zijn niet alleen enorme investeringen in infrastructuur nodig, maar ook een fundamenteel herontwerp van netwerken om een veel ingewikkelder internetverkeer te beheren en te zorgen dat het voldoende flexibel blijft. Dit wordt mogelijk gemaakt door de opkomende standaardisatie van 5G-netwerken. Deze zijn sneller, flexibeler en veiliger dan de bestaande, en bieden zo onvoorziene mogelijkheden om partijen in de productieketen te verbinden en zo op alle niveaus in de waardeketen meerwaarde te creëren (end-to-end-systeem). 5G is nodig om het niveau van connectiviteit mogelijk te maken dat de nieuwe economie vereist. Het biedt overal en altijd toegang tot een groot aantal toepassingen en diensten; daarbij zijn de betrouwbaarheid en continuïteit veel groter dan nu en kunnen productiemiddelen veel efficiënter worden gebruikt, terwijl tegelijkertijd veiligheid en privacy worden beschermd. De mogelijkheden van 5G vereisen grote inspanningen in onderzoek en innovatie. De MRDH zal daarom actief deelnemen aan de R&D-inspanningen die de Europese commissie ontplooit binnen het publiek-private samenwerkingsinitiatief 5G-PPP. Hierbij zijn met name vroege demonstraties van de technologie te verwachten. 10 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

263 Het transitiepad Smart Digital Delta betekent de digitale integratie van de MRDH. Deze vertaalt zich als vanzelf in meer fysieke en economische integratie en stelt zo de regio in staat zo concurrerend mogelijk te zijn. Dit transitiepad richt zich om te beginnen op de dominante economische sectoren van de regio. Smart Digital Delta legt tegelijkertijd een digitale basis onder de verdere internationale expansie van bedrijven. Als de transitie succesvol is en in vergelijking met naburige regio s sneller verloopt, zal deze transitie het oprichten van digitale online platforms stimuleren. Juist op deze online platforms ontwikkelt zich de impact-economie, waar burgers en ondernemers elkaar vinden en maatschappelijk ondernemen en economisch succes hand in hand kunnen gaan. De Smart Digital Delta kan deze nieuwe economische vormen binnen de MRDH aanjagen. Meerlaagse technologieën (netwerken, data-opslag, verrijken van gegevens, ontwikkelen van applicaties) die door Smart Digital Delta worden geïntroduceerd, overschrijden de grenzen tussen (economische) sectoren en overheidsniveaus en respecteren tegelijkertijd de menselijke maat. Deze technologieën vragen om een aangepast juridisch en beleidsfundament, waardoor ze internationaal en digitaal kunnen functioneren in commerciële, juridische en persoonlijke transacties. De softwaresystemen ondersteunen meerdere juridische domeinen (systemen) en eigendomsconcepten van data, goederen en gebouwen. Een actieve beveiligingsinfrastructuur maakt het mogelijk om de basisgegevens van een land zoals het kadaster te beschermen, en schept nieuwe mogelijkheden om de wet te handhaven binnen het virtuele domein. De Smart Digital Delta helpt ook burgers om zich te handhaven in de nieuwe, digitale realiteit. Omdat van inwoners wordt verwacht dat ze steeds flexibeler, mobieler en duurzamer worden, ondersteunen toepassingen binnen de Smart Digital Delta burgers in de interactie met systemen in de digitale en de echte wereld, voor het vinden van een baan, mobiliteit, financiën, sociale en fysieke veiligheid, gezondheidszorg, welzijn, duurzaamheid en digitale gemeenschappen. Toonaangevende bedrijven en instituten uit de MRDH doen mee aan de Smart Digital Delta. De impact van de digitale transformatie in de MRDH is groot. Om te beginnen vindt deze plaats in twee van de belangrijkste economische domeinen in de MRDH: de haven en gerelateerde sectoren en de Greenport. Een derde belangrijk domein is Security&Justice: een vitale randvoorwaarde voor het opzetten van een veilig en betrouwbaar gedigitaliseerd handelssysteem. Mobiliteit is een gemeenschappelijke subsector voor de hierboven genoemde domeinen. De mobiliteit van personen, goederen, energie en andere stedelijke stromen is de sleutel tot een onbelemmerde (vrij stromende) werking van de MRDH. Burgers in de MRDH moeten de gelegenheid krijgen om snel deel te nemen aan de nieuwe economie. Dat willen we bereiken door voort te bouwen op bestaande initiatieven en infrastructuur, ze op te schalen en te beveiligen, en vervolgens nieuwe dienstverlening te stimuleren. Een voorbeeld is de transformatie van reeds aanwezige infrastructuur tot een veilig IoT-platform (Internet of Things) voor gezond leven waaraan iedereen kan deelnemen, gebaseerd op de bestaande infrastructuur tussen zorginstellingen. Zo n platform is de basis voor een grote en actieve gemeenschap van participerende burgers, die later kan worden benaderd voor het verzamelen van milieugegevens of mobiliteitsexperimenten. Een dergelijk platform met gezondheidsgegevens (toegankelijk met persoonlijke, digitale gegevenspaspoorten) creëert op zichzelf al een nieuwe sector op het gebied van e-health, lifestyle, voedsel en big data (op gezondheidsgebied). Het invoeren van nieuwe digitale technologie zorgt als vanzelf voor versnelling van het proces van digitale transformatie. Om een aantrekkelijk ondernemersklimaat te creëren moet een veilige infrastructuur worden opgebouwd voor uitwisseling van data, gecomplementeerd met digitale handelsen juridische functies. Rijstroken voor vrachtwagens moeten worden voorbereid op nieuwe ontwikkelingen als colonnerijden met meervoudig samengestelde vrachtwagens, geautomatiseerde goederenverwerking en geautomatiseerde overheidsprocedures zoals automatische ladingcontrole, belastingen en douane. Onderzoek toont aan dat met name de sterkste sectoren in de MRDH het meeste baat hebben bij nieuwe digitale technologieën. Dit vereist een systematische aanpak zoals getoond in [Afbeelding 1], die hieronder in meer detail wordt beschreven. De ontwikkeling van Smart Digital Delta-sectoren is hierin opgenomen als een reeks projectresultaten. Deze wijze van organisatie maakt een combinatie mogelijk van de resultaten van projecten met een gezamenlijke werkwijze, en daarmee de ambitie van de MRDH om de digitale toegangspoort naar Europa te worden CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 11

264 Systeemdoorbraken De systeemdoorbraken die dit transitiepad benoemt, zijn direct verbonden aan de economische sectoren die er gebruik van kunnen maken: Een digitale haven heeft een integraal, digitaal systeem nodig voor logistiek en fabricage; Growing as a service vereist plaats-onafhankelijke, lokaal gedigitaliseerde systemen. Ook binnen de IT-sector zelf zijn systeemdoorbraken nodig. De belangrijkste: veilig, betrouwbaar en transparant uitwisselen van data; een gedigitaliseerd juridisch systeem voor handel. Het transitiepad Smart Digital Delta is gebaseerd op: 1. De gedachte dat digitalisering van Maritime&Logistics, Food&Flowers, Security&Justice en Impact and Sharing Economy ook zal doorwerken in andere sectoren. 2. De strategie dat de digitalisering van een sector afgetrapt moet worden door middel van een faciliterend (enabling) project. Zo n faciliterend project brengt een kettingreactie op gang: het maakt de weg vrij voor een reeks andere projecten die op hun beurt dragende (carrier) projecten mogelijk maken, massaal genoeg om de sector om te vormen tot een onderdeel van Smart Digital Delta. Bijvoorbeeld: een digitale haven heeft behoefte aan een veilig, fijnmazig en krachtig netwerk, een schaalbare en veilige gegevensinfrastructuur, enzovoort. 3. De generieke, sectoroverschrijdende digitale infrastructuren die nodig zijn ontbreken op dit moment om de volgende redenen: a. Het ontbreekt aan veilige digitale gegevensuitwisseling (veilig extranet) b. Het ontbreekt aan veilige digitale markten c. Er is geen mogelijkheid tot afwikkeling van geschillen over digitale gegevens (bijvoorbeeld of en hoe een digitale transactie voldaan is) d. Er bestaat geen mogelijkheid om de (internationale) legitimiteit van digitale transacties te controleren (bijvoorbeeld: voldoet dit aan de privacywetgeving?). Een digitale wetgevingsinfrastructuur ontbreekt. e. Het is niet mogelijk om belastingen en douane te betrekken bij rechtstreekse transacties. 12 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

265 Volgens McKinsey is deze sectoroverschrijdende digitale infrastructuur de sleutel tot het succes van het IoT. Het traject in [Afbeelding 2] lost de hierboven genoemde sectoroverschrijdende digitaliseringsproblemen direct op: De faciliterende projecten worden in het schema aangeduid met pijlen van binnen naar buiten, en beslaan zo het gehele tijdpad van nu tot Deze projecten richten zich op de ontwikkeling van fundamentele veranderingen in ICT, veiligheid en privacy. De dragende projecten staan in de buitenste ring ( ). Deze projecten richten zich op het behalen van specifieke doorbraken binnen economische clusters. Zij werken toe naar de stippen op de horizon die zijn geformuleerd binnen de ambities van de verschillende clusters. Korte-termijnprojecten binnen de clusters worden afgebeeld op de rand van de cirkel die de tijdlijn uitbeeldt CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 13

266 Projecten Faciliterende projecten zijn meestal relevant voor meerdere dragende projecten. Op die manier zijn ze een aanjager voor meer investeringen en opschaling. De Smart Digital Delta kent zes cruciale faciliterende projecten, gekoppeld aan dragende projecten in de belangrijkste economische clusters [Afbeelding 3]. Faciliterende projecten CONNECT MRDH : verbeteren en koppelen van de bestaande netwerk- en IT-infrastructuur in de MRDH om alom aanwezige en veilige IoT-diensten te ondersteunen. Hiervoor zijn grote investeringen nodig; de bouw van infrastructuur is kapitaalintensief. Dit zal leiden tot een veilige, open en toekomstbestendige ICT-omgeving, met bijvoorbeeld veilig extranet; veilig extranet IEX as a service ; glasvezel in de gehele MRDH; WiFi in de gehele MRDH; LoRa/LWPAN (een nieuwe technologie die het mogelijk maakt om miljoenen apparaten kostenefficiënt te verbinden met internet) in de gehele MRDH; fijnmazig 4G-netwerk voor industriële en economische infrastructuur; 5G. Focusgebieden zijn campussen en bedrijven- en innovatiewijken in de regio, zoals Rotterdam Central District, The Hague Central Innovation District, International Zone The Hague, Merwe4Haven en Testbed Scheveningen. Secure Digital Data Exchange & Nationaal Cyber Testbed: regionaal beschikbare IT-capaciteit voor toegang tot IoT-data tussen verschillende sectoren; gegevens combineren van sensoren, infrastructuur, bedrijven, personen en overheden. Met een overkoepelende visie op nieuwe IT-systemen kan de nieuwe IT-capaciteit bijdragen aan het ontsluiten, ontginnen en verrijken van gegevens, ondersteund door veilige identificatie, contextafhankelijke toegang, lokalisatie en privacy-compliantie. Nieuwe, concurrerende en sectoroverschrijdende datasets zijn het resultaat. Gezien de onderlinge verbanden en de schaal van mogelijke storingen is een Nationaal Cyber Testbed een voorwaarde. Het Nationaal Cyber Testbed levert een platform waarin de architectuur van een veilige digitale gegevensuitwisseling (Secure Digital Exchange) binnen een beschermde simulatieomgeving kan worden getest. Ook kan hier de flexibiliteit en schokbestendigheid van alternatieve IT-architectuur worden getest en geëvalueerd. DATA/3D MRDH : verleent toegang tot de momenteel beschikbare (open) data binnen de MRDH (kadaster en andere databases van de overheid) en maakt deze toegankelijk door middel van dashboards, zodat gebruikers de verbanden tussen data kunnen zien en gebruiken. Zo kan de MRDH effectief beleid en politieke standpunten naar voren brengen om RNE-doelstellingen te bereiken die betrekking hebben op de kritische infrastructuur die nodig is om economie en samenleving te laten functioneren. Introductie van sensoren, veilige extranetten, veilige transacties en online overheidsdiensten leggen een basis voor regionale expertise waardoor bedrijfsontwikkeling rond digitale systemen en digitale veiligheid mogelijk wordt. Dit project omvat tevens een alomvattende 3D-kaart van de MRDH, ondergronds en bovengronds, die wordt gekoppeld aan gebouwinformatiemanagement (BIM)-systemen en tools voor milieueffectanalyse. Deze koppeling maakt volledige digitale stedelijke planning mogelijk, vanaf de ontwerpfase tot de effectanalyse. Secure Digital Marketplace: creëren van IT-capaciteit in de gehele MRDH voor het ontwikkelen van digitale marktomgevingen die dienstverlening tussen sectoren mogelijk maken; diensten die onderliggende basisdiensten combineren, die op hun beurt gegevens halen uit sensoren, infrastructuur, bedrijven, personen en overheden. De nieuwe IT-capaciteit kan zo leiden tot nieuwe, sectoroverschrijdende dienstverlening voor veilige, bewaakte transacties. Deze ontwikkeling kan worden versterkt door nieuwe ontwikkelingen, zoals de blockchain-technologie. Digital Dispute Resolution: democratiseert juridische diensten door middel van de creatie van een online platform voor het oplossen van (handels)problemen in de virtuele en digitale wereld. Partijen kunnen hier, zonder tussenkomst van een rechter, samen werken aan billijke, afgestemde en effectieve oplossingen. In deze omgeving, waar de allernieuwste kennis over conflictoplossing wordt ontsloten, staan gemak, redelijkheid en billijkheid voor de gebruikers voorop. Het digitale juridische platform is internationaal schaalbaar. 14 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

267 Dragende projecten Digital Port: digitalisering en het verbinden van alles zijn twee belangrijke elementen voor de haven van Rotterdam. Informatie over verkeer, lading, planning en de haveninfrastructuur is van onschatbare waarde voor het optimaliseren van transport- en havenmanagement en geeft de haven toegevoegde waarde. Drie activiteiten zijn gerelateerd aan de Smart Digital Delta-transitie: Nautische efficiëntie (Port Call Optimization); Port Base (systeem voor de havengemeenschap); IoT voor logistiek. Port as a Service: ontwikkeling van een extern gemanagede, gerobotiseerde haven, inclusief geautomatiseerde schepen, intelligent onderhoud van de haveninfrastructuur, automatische leveringen, havenbewakingssystemen, logistieke platforms. Grote ontwikkelingen: onbemande schepen en vrachtwagens/slimme mobiliteit, havenbewaking (sensoren) en opschalen van het Maritime Field Lab naar een digitale infrastuctuur voor nieuwe maakindustrie, Rotterdam Logistics Lab (faciliterende logistiek), Field lab Blockchain in Logistics. Automated/connected mobility: dit programma gaat over het IoT-portaal voor mobiliteit, voor een hoogwaardig en laagdrempelig WiFi/xG-netwerk met volledige dekking in de (sub)urbane omgeving als basis voor nieuwe mobiliteitsdiensten en geautomatiseerd transport (vormen van truckpelotons, zelfrijdende voertuigen, openbaar vervoer zonder bestuurders) Smart Agri Logistics: voor de verbetering van ketenbeheer, vermindering van aantal vervoerskilometers (opschaling, retourvracht, et cetera), delen van kennis en informatie, track & trace, gebruik van biobrandstoffen. Growing as a Service: maakt de weg vrij voor een nieuwe groeistrategie van de tuinbouwsector door bestaande domeinkennis met behulp van digitale dienstverlening op te schalen naar gebieden elders. Groeimodellen en groeiverbeteringsprogramma s kunnen zo aangeboden worden als dienst, waarbij teelt van gewassen elders wordt gekoppeld aan kennis die ontwikkeld, bewaard en verkocht wordt in de regio. Digital Virtual Factory: om een voortrekkerspositie van de MRDH veilig te stellen in de nieuwe 3D-maakindustrie: het verplaatsen en samenvoegen van de productie/assemblage van kleine oplages van diverse en complexe producten. My Data Our Health: voor het democratiseren van de relatie consument - zorgverlener en om de burger verantwoordelijk te maken voor het eigendom van zijn eigen gezondheidsgegevens CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 15

268 Economisch cluster --> Haven, maritiem en logistiek Mobiliteit Food & Flowers Stipje aan de horizon binnen de cluster Digital Port Port as a Service Automated Mobility Smart AgriLogistics Growing as a Service 2018 CONNECT MRDH Veilige netwerkinfrastructuur voor automatisering in de digitale haven Veilige netwerkinfrastructuur voor geautomatiseerde coöperatieve mobiliteit (CCM), geautomatiseerd openbaar vervoer tot aan de eindbestemming Veilige netwerkinfrastructuur voor automatisering binnen de agrologistiek DATA MRDH Veilige gegevensinfrastructuur voor het bewaren en visualiseren van havenstromen Veilige gegevensinfrastructuur voor het bewaren en visualiseren van mobiliteitsgegevens Veilige gegevensinfrastructuur voor het bewaren en visualiseren van agrologistieke gegevens Stimulerende faciliterende projecten D MRDH Secure Digital Data Exchange Open en toegankelijke database met ruimtelijke 3Dgegevens van de havenregio Veilige identificatie-, lokalisatieen privacybeschermende ITcomponenten voor Portbase, Transport- en logistiekplatform (Smart Data Factory) Port Innovation Lab Veilige identificatie-, lokalisatieen privacybeschermende ITcomponenten voor Port supply chain management as a Service (unmanned valley) Open en toegankelijke database met ruimtelijke 3Dgegevens van de MRDH Veilige identificatie-, lokalisatieen privacybeschermende ITcomponenten voor mobiliteitsportaal, stedelijk mobiliteitsportaal Open en toegankelijke database met ruimtelijke 3Dgegevens van de regio Westland Veilige identificatie-, lokalisatieen privacybeschermende ITcomponenten voor agrologistiek Veilige identificatie-, lokalisatieen privacybeschermende ITcomponenten voor telen als dienst Secure Digital Marketplace IT-componenten voor veilige transactie-/betalings-/ accountancy-/belasting-/ overheidsinstrumenten voor een veilige gegevensdoorvoer, voor geautomatiseerde douane en inspectie, track-and-trace IT-componenten voor veilige transactie-/betalings-/ belasting-/ overheidsinstrumenten voor een IT-infrastructuur die is voorbereid op het TTIP-tijdperk IT-componenten voor veilige transactie-/betalings-/ accountancy-/belasting-/ overheidsinstrumenten voor zelfstandig georganiseerd verkeersmanagement, vluchtplanmanagement voor drones IT-componenten voor veilige transactie-/betalings-/ accountancy-/belasting-/ overheidsinstrumenten voor de agrologistiek IT-componenten voor veilige transactie-/betaling-/ accountancy-/belasting-/ overheidsinstrumenten voor telen als dienst 2025 Digital dispute resolution Digitale verwerking van geschillen/rechtspraak binnen Port as a Service Digitale verwerking van geschillen/rechtspraak binnen telen als dienst 16 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

269 Vraaggestuurde dragende projecten Security & Justice Impact-economie en deeleconomie Health and Life Sciences Cleantech Maakindustrie/ Smart Industry New Justice Journeys Democratisering van gegevenstechnologie My Data Our Health Digital Bill of Materials Dutch Wind Wheel Digital Virtual Factory Veilige netwerkinfrastructuur voor het delen van juridische gegevens Veilige netwerkinfrastructuur voor het eenvoudig delen van gegevens Veilige netwerkinfrastructuur voor 3D-printen Gegevensinfrastructuur voor het veilig bewaren van buitenlandse juridische gegevens Veilige gegevensinfrastructuur voor het bewaren en visualiseren van MRDHgegevens Veilige gegevensinfrastructuur voor het bewaren en visualiseren van patiëntendossiers (gezondheidsgegevenskluis) Veilige gegevensinfrastructuur voor het bewaren van materiaalgegevens Veilige gegevensinfrastructuur voor gedeeld ontwerpen, gedeelde productieplanning en decentrale assemblage Open en toegankelijke database met ruimtelijke 3Dgegevens van de MRDH Veilige identificatie-, lokalisatieen privacybeschermende ITcomponenten voor het handhaven van de wet in het digitale domein Veilige identificatie-, lokalisatieen privacybeschermende ITcomponenten voor het delen van capaciteit en bedrijfsmiddelen in een generieke vraag- en aanbodomgeving Veilige identificatie-, lokalisatieen privacybeschermende ITcomponenten voor het delen van persoonsgegevens Veilige identificatie-, lokalisatieen privacybeschermende ITcomponenten voor het delen van capaciteit en bedrijfsmiddelen in een generieke vraag- en aanbodomgeving Veilige identificatie-, lokalisatieen privacybeschermende ITcomponenten voor gedeeld ontwerp, productieplanning en decentrale assemblage IT-componenten voor veilige transactie-/betalings-/ accountancy-/belasting-/ overheidsinstrumenten voor de gezondheidszorg IT-componenten voor veilige transactie-/betalings-/ accountancy-/belasting-/ overheidsinstrumenten voor industriële toeleveringsketens IT-componenten voor veilige transactie-/betaling-/ accountancy-/belasting-/ overheidsinstrumenten voor gedeeld ontwerp, productieplanning en decentrale assemblage Online platform voor het democratiseren van conflictoplossing in het digitale domein Online platform voor het democratiseren van conflictoplossing in het digitale domein Online platform voor het democratiseren van conflictoplossing in het digitale domein Afbeelding CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 17

270 Korte termijn De hierboven genoemde faciliterende en dragende projecten zijn ambitieus, grootschalig en hebben een brede uitwerking. Het zal nog een aantal jaren duren eer realisatie in beeld komt. Om intussen een stapsgewijze benadering mogelijk te maken, hebben we verschillende kleinere innovatieprojecten gezocht die een impuls zijn voor ontwikkelingen die uiteindelijk de grote ambitie waarmaken. Door volledig gebruik te maken van deze projecten kunnen we voortbouwen op bestaande motivatie en succes in de MRDH. Creëren van een open testopstelling voor intelligente straatverlichting, waaraan meerdere sensoren kunnen worden bevestigd. Aanbieden van gemeentelijke WiFi in een testlocatie. Aanbieden van veilige LoRa/LPWAN-dekking in de gehele MRDH. Het Fox Hole Production-lab voor het snel maken van prototypes van IoT-apparaten. Unmanned Valley, een grootschalige testlocatie waar initiatieven worden gebundeld zoals drone valley en plannen voor een high tech test center, waar de gegevens van aardobservatie met verschillende andere gegevensbronnen kunnen worden samengevoegd. Creëren van verschillende Freezones binnen de MRDH met minimale beperkingen om de introductie van IoT-diensten te stimuleren. Creëren van een veiligheidstestopstelling en living lab -gebiedsbeveiliging op de HSD-campus. Creëren van een FI-Ware-labomgeving in de MRDH. Testopstelling voor het automatisch vinden van de eindbestemming (Living Lab Automated Last Mile) en een realistische testomgeving voor zelfrijdende voertuigen. Snellere implementatie van intelligente transportsystemen (intelligent management, intelligente verkeerslichten). 18 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

271 Snelle resultaten, gerelateerd aan dragende projecten, kunnen worden behaald door het versnellen of opschalen van lopende activiteiten, zoals: Haven, maritiem en logistiek Rotterdam Logistics Lab, integratie van logistieke gegevensplatforms (Smart Data Factory), Port Base, Neutral Logistics Information Platform, Next Logic. Opschalen van het bestaande experiment met truckpelotonvorming. LoRa/WiFi-infrastructuur-proefproject voor de haven. Opschalen van het Field lab Maritime Industry (intelligent onderhoud en het onderzoeks- en testprogramma voor onderwaterdrones). Creëren van een proeflaboratorium voor onbemand transport/ logistieklaboratorium. Creëren van een Field lab Blockchain in Logistics. Food & Flowers Opschalen van het Samenmarkt -initiatief dat zich richt op een sectoroverschrijdend platform voor vraag en aanbod. Opschalen van het initiatief gericht op intelligente agrologistiek (SmartAgriLogistics). Opschalen van het innovatie en demonstratiecentrum (IDC) Digitaal telen. Verbinden van initiatieven zoals FreshTeq.nl met deze RNE. Uitbreiden van experimenten rond digitale realiteit die interactie met de consument aanjagen. Mobiliteit Mobiliteitsportaal. Ontwikkeling van het mobiliteitsplatform voor Rotterdam en Den Haag voor dynamisch verkeersmanagement, inclusief doelgroepgebruikers (bv. openbaar vervoer, toepassing langs wegen), intelligent parkeren (toepassing in auto s en langs wegen), real timeinformatie over gebeurtenissen als ongevallen, files en werkzaamheden (toepassing in auto s en langs wegen), voorspelling van verkeersintensiteit en toegankelijkheid (intelligente navigatie, toepassing in auto s en langs wegen). SURF STAD (triple helix-onderzoek naar ruimtelijke en transporteffecten van geautomatiseerd rijden). Initiatief van TU Delft samen met partners als de Erasmus Universiteit, TNO, SmartPort, Hogeschool Rotterdam, private partijen, MRDH en provincie Zuid-Holland, budget 2,5 miljoen. HTSM Ondersteunen van het netwerk van Field Labs, integratie en opschalen van Field Labs voor digitale fabricage, in het bijzonder RoboValley, 3D-printen, ACA, Smart Integrator, Smart Maintenance van schepen, Blockchain in Logistics, Aquatic, drones en andere digitale doorbraken (automatisch vervoer, MedTech, Big Data Hub, National Cyber Testbed). Ondersteunen van Slim Gemaakt, het regionale platform voor Smart Industry. Life Sciences, gezondheid en technologie Proefproject met het IoT-platform My Data Our Health (Mijn gegevens, onze gezondheid - MDOH) waarin een virtueel platform wordt gecombineerd met fysieke bijeenkomsten van de deelnemers. Deelnemers aan MDOH worden lid van een coöperatie: een juridische vorm die het recht beschermt van burgers en patiënten om over hun eigen gegevens te beschikken. Zij kunnen zo controleren hoe hun gegevens gebruikt kunnen worden voor onderzoek en/of commerciële doeleinden. Impact-economie en deeleconomie Start van een proefproject met het IoT voor elke student (LoRaPi fase 1). Elke student krijgt een Raspberry Pi Zero, geschikt voor IoT-toepassingen. Het prototype werkt zowel op het gesloten KPN-netwerk als het Open Things Network en is al getest op werking met blockchain-software. Met een kostprijs van minder dan 100 dollar een prijs die in de toekomst flink zal dalen brengt LoRaPi de verbinding van elke student met het IoT heel dichtbij. Een coach die inwoners stimuleert en helpt bij duurzaam gedrag, crowdsourcing van energie-efficiënt gedrag/maatregelen. Ontwikkelen en opschalen van The Hague Humanity Hub (HHH), het platform voor digitale pioniers voor wereldwijde vrede en rechtvaardigheid. HHH zal focussen op analyse van big data. Nauw verband hiermee houdt de lopende verkenning voor een Stanford Peace Informatics Lab CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 19

272 Smart Energy Delta De MRDH staat voor grote uitdagingen op het gebied van energie. Enerzijds zijn de doelstellingen op het gebied van energie en klimaat groot. Anderzijds heeft de MRDH de kans zich te ontwikkelen tot een onderscheidende energieregio met een voorbeeldfunctie, een concurrerend bedrijfsklimaat en nieuwe exportmogelijkheden. Energiebesparing, energie-efficiëntie, hernieuwbare energiebronnen zoals biomassa, zonne- en windenergie, afvalwarmte en CO 2 -afvang en opslag zullen zeer waarschijnlijk stevige elementen zijn van de toekomstige energievoorziening van de MRDH. Een steeds groter aanbod en gebruik van hernieuwbare energiebronnen als zonne- en windenergie vraagt daarnaast om een veel flexibeler energiesysteem voor korte en lange termijn, omdat het aanbod van die bronnen fluctueert. In de nabije toekomst vraagt dit flexibele energiesysteem om een hybride gebruik van fossiele en duurzame energie, en om een multi commodity netwerk dat geschikt is voor meerdere energiebronnen. Dit energiesysteem zal in de loop van de tijd drastisch evolueren, afhankelijk van vraag en aanbod van hernieuwbare energiebronnen. Deze transitie naar een schone energievoorziening biedt enorme mogelijkheden voor innovatie, versterken van het concurrentievermogen en de ontwikkeling van nieuwe economische bedrijvigheid. Als de belangrijke partijen in het energiedomein hun investeringen in infrastructuur op elkaar afstemmen en de overheid zich opwerpt als eerste klant van nieuwe toepassingen (launching customer) zal deze ontwikkeling sneller verlopen. Een succesvolle transitie naar een regionaal duurzaam energiesysteem voor de MRDH zal leiden tot een aantrekkelijke en leefbare omgeving, een concurrerend ondernemersklimaat en het creëren van nieuwe energiebedrijvigheid in de regio. Gebruikmakend van het momentum, de snelheid (urgentie) en de schaal van de MRDH ontwikkelen ondernemers nieuwe, onderscheidende en betaalbare energiediensten voor een wereldmarkt. 20 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

273 1. MRDH-domeinen voor energietransitie De MRDH bestaat uit drie specifieke, sterk onderling verbonden domeinen: een groot industrieel havencomplex, een Greenport met daarbinnen kleinere dorpen en sterk verstedelijkte gebieden met meerdere kernen. In zo n diverse omgeving laat de energietransitie zich niet gemakkelijk vormgeven, omdat al deze domeinen energie-intensief zijn en er al grootschalige investeringen zijn gedaan in gebouwen en infrastructuur. Voor elk domein is de uitdaging een andere, net als de belanghebbenden en de mogelijke oplossingen. Wat er in deze domeinen moet gebeuren, wanneer en hoe, vereist zorgvuldig onderzoek en planning. Binnen de MRDH zijn deze domeinen bovendien sterk onderling verbonden. Dit geldt niet alleen voor landgebruik en ruimtelijke ordening, maar ook voor de mobiliteit en de doorstroom van mensen, goederen en energie. Een integrale benadering is dus nodig. Ook mobiliteit is een essentiële factor in de Smart Digital Delta; verkeer en vervoer maken integraal deel uit van de energietransitie in de MRDH, maar juist verkeer en vervoer draaien grotendeels op fossiele brandstoffen en zorgen voor substantiële CO 2 -uitstoot. 1.1 Haven Industrieel Complex De haven van Rotterdam is de grootste haven buiten Azië en huisvest het grootste industriële complex op petrochemische basis in Noordwest-Europa, met invoer, uitvoer, doorvoer, opslag en conversie van kolen, aardolie en (vloeibaar) aardgas. Een CO 2 -vrije economie heeft natuurlijk vergaande gevolgen voor de haven, ten aanzien van transport, distributie, conversie en opslagsystemen. De transitie naar een koolstofvrije samenleving is een formidabele opgave zonder precedent, maar het Haven Industrieel Complex heeft alles in zich om de omvorming naar een post-fossiele energieopslag, -conversie en -distributieknooppunt mogelijk te maken: de schaal en de (chemisch gerelateerde) technologische basis. 1.2 Greenport De Nederlandse landbouw is wereldleider. Ze levert de hoogste productie per hectare en heeft een indrukwekkende exportpositie op het gebied van voedsel en bloemen. Zuid-Holland huisvest het grootste deel van de uitgebreide en energie-intensieve Nederlandse kassensector. Op dit moment gebruikt de Greenport veel CO 2 voor de groei van gewassen. Dat is een complicerende factor in de discussies over de energietransitie. Als de aardgasaanvoer naar de kassensector stilgelegd wordt, zal deze aanvoer gecompenseerd moeten worden door andere CO 2 -bronnen en hiervoor is een specifieke infrastructuur nodig. Binnen de MRDH speelt de Greenport een belangrijke rol. Deze is energieintensief in zijn behoefte aan warmte, licht en CO 2, wat een levensvatbare businesscase oplevert. De regionale kassensector is zeer gemotiveerd om duurzame productie serieus te nemen en zijn leidende rol en marktpositie vast te houden, met een toenemend wereldwijd bewustzijn van het belang van betaalbare en duurzame voedselproductie - verantwoordelijk voor 30% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. 1.3 De stedelijke gebouwde omgeving De MRDH bestaat als onderdeel van de Randstad uit twee grote stedelijke gebieden - Den Haag en Rotterdam, met een onderlinge afstand van 20 km. Rond deze steden liggen kleinere steden en dorpen. In totaal bergt de provincie Zuid-Holland 3,6 miljoen inwoners op een oppervlak van 3400 km 2, en daarmee is de provincie Zuid-Holland het meest dichtbevolkte stedelijke gebied van Nederland. Transformatie van de bestaande gebouwde omgeving is een grote uitdaging. De gebouwde omgeving in de MRDH is verantwoordelijk voor 30% van de nationale vraag naar energie. Als we kijken naar het beperken van de vraag naar energie en duurzame energievoorziening, verdient de bebouwing dus een groot deel van de aandacht. Voor het verminderen van de warmtevraag door middel van een betere isolatie en de introductie van efficiënte units voor warmteproductie, zoals warmtepompen, zijn lokale, afgestemde acties en financiële ondersteuning nodig. Om de ambitieuze energiedoelstellingen voor de gebouwde omgeving te realiseren ( energieneutrale woningen rond 2040, (afbeelding 1)), is medewerking van bewoners hard nodig. Onderzoek heeft aangetoond dat niet alleen financiële prikkels bepalend zijn voor besluiten van bewoners om te investeren in de energiekwaliteit van hun huizen; het gaat ook om zaken als comfort, veiligheid en zorg voor het milieu. Daarom zullen projecten ontwikkeld worden die niet uitsluitend gericht zijn op energie, maar ook op de aantrekkelijkheid van de buurt in een veel bredere zin. Technisch gezien is het mogelijk om huizen, gezien over het hele jaar, energieneutraal te maken ( 0 op de meter ). In Noordwest-Europa is er wel een extra uitdaging. De opbrengt van zonnepanelen kan in de winter wel tien keer lagen liggen dan in de zomer, en dus is het een uitdaging om deze seizoensfluctuatie op te vangen; zeker in een periode waarin een nieuwe grootschalige vraag naar elektriciteit ontstaat (zoals elektrisch transport). 1.4 Mobiliteit Wegtransport heeft overduidelijk te maken met (sectoroverstijgende) uitdagingen als het gaat om emissiereductie (CO 2, NOx, roetdeeltjes). Een volledige transitie naar elektrisch transport en/of transport aangedreven door duurzame brandstoffen zoals waterstof (in combinatie met brandstofcellen), reduceert alle lokale gevaarlijke emissies uit de transportsector tot een minimum of zelfs tot nul. De energietransitie in de transportsector zorgt op die manier voor gratis schonere lucht. Belangrijker nog is dat de schonere auto s en schepen van de toekomst grote hoeveelheden hoogwaardige energie (elektriciteit, waterstof of andere duurzame brandstof) meedragen. Op die manier functioneren verkeer en vervoer als een extra distributienetwerk voor energie. De ontwikkelingen in de transportsector kunnen een grote invloed hebben op onze visie op het gebruik en de distributie van energie CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 21

274 2. Naar een koolstofvrije MRDH De Metropoolregio streeft ernaar volledig op hernieuwbare energie te draaien, zonder uitstoot van koolstofdioxide. Zo houdt de MRDH optimale leefomstandigheden terwijl schadelijke milieuverontreiniging wordt teruggedrongen. Dit draagt bij aan de (inter)nationale afspraken over het koolstofvrij maken van de economie. De moderne metropoolregio moet collectief de uitstoot van broeikasgassen terugbrengen tot nul. Dit omvat het uitstootvrij maken van elektriciteit en licht, verwarming en koeling van ruimtes, industriële restwarmte en emissievrij transport. Het toekomstige energiesysteem zal andere kenmerken hebben: Grote en kleine partijen zijn aangesloten (verschillende schaalniveaus) Afnemers kunnen tegelijkertijd ook leveranciers zijn Leveranciers op veel verschillende locaties, ook kleine ( microcentrales ) ICT faciliteert de energie-infrastructuur De energie-infrastructuur kent verschillende schaalniveaus: lokale, middelgrote en grootschalige netwerken Om dit te bereiken moeten we ons niet alleen richten op de energietransitie op zichzelf. Het gaat ook om ontwikkelen en exploiteren van het economische potentieel van productinnovaties voor duurzame energiesystemen, en om het organiseren en stimuleren van het klimaat waarin deze innovatie tot bloei kan komen (waaronder living labs, ondernemerschap, arbeid en onderwijs, financiën en regulering). De transitie van onze energievoorziening moet sneller, verder, slimmer en goedkoper. De energietransitie zal op elk deelterrein anders en in een verschillend tempo verlopen: de ene alternatieve bron zal sneller beschikbaar komen dan de andere, de ene sector zal sneller op een smart grid aansluiten dan de andere. Het transitiepad Smart Energy Delta streeft naar: Het ontwikkelen en stimuleren van het gebruik van hernieuwbare en toekomstbestendige energiebronnen in de MRDH voor verstedelijkte en industriegebieden, de greenport en mobiliteit. Ontwikkeling van een bijzonder flexibele, schone, betaalbare en betrouwbare energie-infrastructuur en -markten als randvoorwaarde; Het activeren van alle partijen in de triple helix en burgers om proactief te investeren, te ontwikkelen en bij te dragen door koolstofvrij te maken, energie te besparen en gebruik te maken van hernieuwbare energie. De ontwikkeling van een zich wereldwijd onderscheidende energieregio met een voorbeeldfunctie en nieuwe exportmogelijkheden; Verbeteren van het regionale ondernemersklimaat; exploitatie van mogelijkheden voor innovatie en investeringen in de energietransitie, uiteindelijk leidend tot nieuwe energiebedrijven; Energie-efficiënt maken van bestaande woningen gaat gepaard met kwalitatief verbeteren van de leefomgeving. De MRDH moet pro-actief de vereiste transitie naar een betaalbare en toekomstbestendige energievoorziening mee mogelijk maken, samen met de provincie Zuid-Holland en andere regionale en nationale stakeholders. De systematische aanpak van het transitiepad Smart Energy Delta om haar doelstellingen te realiseren wordt gevisualiseerd in [Afbeelding 1]. Afbeelding 1 22 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

275 3. Systeemdoorbraken Voor de MRDH betekent dit dat we op de korte termijn minimaal moeten streven naar enkele tienduizenden huishoudens die energieneutraal zijn, met een groei naar meer dan huizen in Binnen de volgende tien tot vijftien jaar moeten emissievrij verkeer en (openbaar) vervoer een feit zijn. De inspanningen voor het in grote mate uitstootvrij maken van onze energie-intensieve industrie moet per direct starten met het ontwikkelen en uittesten van de benodigde technologie en systemen, gevolgd door versnelde grootschalige implementatie. Verder zullen we het gebruik van lokale, hernieuwbare energiebronnen intensiever moeten nastreven en versterken met maatregelen en prikkels om versnelde reductie van CO 2 -uitstoot te bereiken. Die ontwikkeling kan niet stap voor stap verlopen. Zo n lineaire benadering betekent eenvoudigweg te weinig vooruitgang met een te lage snelheid voor de MRDH om tussenliggende doelstellingen te behalen. Op deze manier komt de MRDH zelfs niet in de buurt van een koolstofvrije regio in De inspanningen moeten dus worden versneld. Daarom streven we ernaar bovenop de directe resultaten van de Smart Energy Delta-projecten ook drie systeemdoorbraken te bereiken: Geïndustrialiseerde renovatie en aanpassing van woonhuizen Een hyperflexibele betrouwbare energievoorziening Een nieuwe gekoppelde energiemarkt en gerelateerde bedrijfsmodellen Afbeelding CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 23

276 4. Faciliterend project: Smart Multi-Commodity Grid Een Smart Multi Commodity Grid is een energiesysteem dat gebruik maakt van ICT-oplossingen om controle en flexibiliteit sterk te verbeteren: maximaal efficiënt gebruik van meerdere energiebronnen, waarborgen van leveringszekerheid door snel in te kunnen grijpen bij pieken in het energiegebruik. Gas-, elektriciteit- en warmtenetwerk worden aan elkaar gekoppeld en optimaal aangepast aan de integratie van hernieuwbare energie. Zo maakt het netwerk de overgang naar een schone energievoorziening mogelijk. Daarmee is het een van de essentiële pijlers onder de derde industriële revolutie zoals beschreven door Jeremy Rifkin. Het fluctuerende aanbod van hernieuwbare energiebronnen als zon en wind vereist een systeem dat niet alleen traditioneel top-down werkt, maar een systeem voor tweerichtingsverkeer dat naadloos en onder alle omstandigheden vraag en aanbod aan elkaar aanpast. 24 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

277 5. Kansen en handelingsperspectief De volgende stappen moeten gezet worden: In de urban brownfields (de bestaande stedelijke omgeving) moeten veel stappen tegelijkertijd worden gezet. In wijken waar de gasinfrastructuur wordt vernieuwd, moet meteen rekening worden gehouden worden met alle energiebesparingsopties (waaronder renovatie of herbouw). Ook het gebruik van energiebronnen (en transport met elektrische voertuigen) verdient een plek in het proces van besluitvorming, in samenwerking met de belanghebbenden. Er is een industriële aanpak nodig van renovatie, grootschalige installatie van zonnepanelen en ontwikkeling van geïntegreerde zonnepanelen, lokale energie-opslag en robuuste energiesystemen. In de urban greenfields (nieuwbouwwijken) zijn emissievrije wijken de norm. Het verlagen van de energievraag in de Greenport en het zoveel mogelijk gebruiken van CO 2 -vrije energiebronnen Innovatie en onderzoek naar het koolstofvrij maken van de chemische industrie, alternatieven voor fossiele brandstoffen op de langere termijn, in combinatie met proefprojecten voor energiebesparing, afvang en opslag van CO 2 op korte termijn in het Haven Industrieel Complex. In plaats van het opzetten van verschillende, naast elkaar opererende netwerken moeten netwerkbeheerders toewerken naar een Smart Multi- Commodity Energy Grid (slim meervoudig nutsnetwerk). Zo kunnen de verschillende opgezette energienetwerken op wijkniveau aan elkaar worden gekoppeld, wordt gebruik gemaakt van de flexibiliteit van verschillende systemen en profiteren we optimaal van investeringen. Het Smart Multi-Commodity Energy Grid vraagt om nieuwe standaarden, normen en protocollen. De stakeholders binnen de MRDH moeten de leiding nemen bij de toepassing, en het aanbieden van kansen voor het vaststellen en ontwikkelen van deze nieuwe normen, bijvoorbeeld voor flexibiliteit en slimme netwerkapparaten. Aantrekken van gerelateerde organisaties. Als de infrastructuur eenmaal gereed is, kan waterstof in de MRDH een energiedrager worden met vrijwel verwaarloosbare kosten. De Rotterdamse haven heeft een lange geschiedenis van productie, distributie en gebruik van waterstof, en hier ligt het grootste waterstofnetwerk ter wereld. Zo kan een belangrijke verbinding worden gelegd tussen energietransitie in de haven, het bijbehorende industriële complex (HIC) en de bebouwde omgeving. Woningbouwcorporaties, netwerkbeheerders en gemeenten zullen moeten samenwerken en burgers moeten activeren/stimuleren tot energiebesparend gedrag en investeringen. Ook de rol van energiecoöperaties (ESCO s) is belangrijk en moet verder worden gestimuleerd. Een randvoorwaarde voor de energietransitie is dat de lokale, regionale en landelijke overheid een robuust energie-aanbod en leveringszekerheid faciliteren, net als de mogelijkheid om hernieuwbare energie terug te leveren aan het net. Dit kan door: Het gebruik van collectieve warmtebronnen en opschalen van geothermische warmteputten. Zonnepanelen op daken en gevels. Prosumers (meeproducerende consumenten), energiecoöperaties en woningbouwcorporaties spelen hier een belangrijke rol. Windenergie op zee. Hoewel besluitvorming over dit onderwerp plaatsvindt op nationaal niveau, biedt het voor de regio kansen. Windenergie op land: laten meeprofiteren van de lokale gemeenschap maakt dat windmolens een aanwinst worden in plaats van een ongewenste verschijning. Getijdenkracht, blauwe energie (gebruik maken van het verschil tussen zoet en zout water voor elektriciteitsopwekking) en biomassa. Het realiseren van energiebesparingen door middel van isolatie en efficiënte energie-installaties en apparaten. Hergebruik en efficiënt ( cascaderend ) gebruik van restwarmte uit industrie en Greenport in de bebouwde omgeving. Slimme oplossingen en flexibiliteit door middel van het opvangen van piekbelasting, opslag en conversie. Nationaal beleid ten aanzien van belastingvoordelen om haalbare businesscases mogelijk te maken. Goede ruimtelijke integratie van hernieuwbare energiebronnen en infrastructuur in het landschap van de MRDH en de stedelijke ruimte, en het opzetten van een regionaal energie-informatiesysteem (REIS). Om aan de bovenstaande eisen te voldoen en rekening te houden met de domeinen, faciliterende gebieden en randvoorwaarden, hebben we transitiedoelen gesteld [Afbeelding 2] CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 25

278 Projecten De projecten gerelateerd aan het transitiepad Smart Energy Delta worden ingedeeld volgens de eerder geïdentificeerde domeinen. Als elementen van een systematische aanpak zijn al deze projecten onderling verbonden. Ze zullen dan ook een effect hebben dat verder gaat dan deze domeinen, en zelfs verder dan het transitiepad. Haven Industrieel Complex Greenport Projecten binnen dit domein omvatten efficiënter energiegebruik in de industrie, versnellen van het proces van (vergaand) koolstofvrij maken en meer productie van hernieuwbare energie Dragend project Slimmer en goedkoper: Core to the Core Business -grid Door het delen van infrastructuur, logistiek, energie en nutsdiensten en de uitwisseling van grondstoffen, producten en afvalmateriaal kunnen bedrijven binnen het havencluster efficiënter werken dan individuele bedrijven. Zo kunnen ze kosten besparen en hun concurrentiepositie verbeteren. Het Core to the Core Business -grid bouwt voort op de reeds bestaande infrastructuur en maakt de innovatie van toekomstige stoomvoorziening mogelijk. Ongeveer tien geïnteresseerde bedrijven hebben de doelstellingen geformuleerd voor een dergelijk systeem dat gericht is op kostenverlaging (via schaalvoordeel, lagere investeringen, efficiënte opwekking, lagere vraag naar stoom, gedeelde back-upfaciliteiten), betrouwbaarheid van levering (brandstofdiversificatie, optimalisatie van energiestromen) en duurzaamheid (vermindering van de uitstoot van CO 2 en NOx). Het organisatiemodel moet zorgen voor een winwinsituatie voor alle partijen en bijdragen aan een bedrijfsklimaat dat met zijn concurrentievoordeel nieuwe investeringen aantrekt en innovatie aanjaagt (bv. elektriciteit-naar-stoom, biomassa als energiebron). Dragend project Sneller en slimmer: Geothermische energie voor de Greenport Versnelling van het gebruik van geothermische energie in de Greenport. Minstens 20 nieuwe geothermische bronnen in 2020, gekoppeld aan de lokale energieinfrastructuur. Andere projecten: Intelligent CO 2 -netwerk Korte termijn: windturbines op land in de Greenport Andere projecten: Een stedelijk industriële evenwichtsoefening: een hybride energiesysteem dat eventuele overcapaciteit van het Haven Industrieel Complex gebruikt voor de energiebehoefte van de stad Rotterdam, om zo voldoende flexibele capaciteit te garanderen CCS Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratieproject (opslag van CO 2 onder de zeebodem) Ontwikkeling van windparken op zee De ontwikkeling van een voorstel voor de offshore assemblage van windfarms op Maasvlakte 2 Implementatie van zonnepanelen op daken op Maasvlakte 2 Verkenning van diepe geothermische bronnen in het havengebied Korte termijn: Smart Energy Business Parks Korte termijn: windturbines op land in de Greenport Korte termijn: zonnepanelen op leidingstraten Korte termijn: zonnepanelen op dak van OV-locaties (te beginnen met vier metrostations ) 26 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

279 Stedelijke gebouwde omgeving Mobiliteit Dragend project Sneller en goedkoper: Woonwijken van de volgende generatie Om de transitie naar energieneutrale bestaande wijken te versnellen gaan we grootschalig woonwijken renoveren. Daarbij laten we zien dat zo n transformatie ook mogelijk is voor wijken en buurten die als te moeilijk of te duur worden beschouwd. Dragend project Sneller en verder: Waterstof voor emissievrij openbaar vervoer In 2020: waterstofbussen en 5-10 tankstations, 50 waterstofauto s die van deze infrastructuur gebruikmaken. In 2025: alle nieuwe bussen emissievrij. Smart Multi-Commodity Grid Andere projecten: Going Dutch in the Urban Greenfield (Dutch Design gecombineerd met koolstofarme netto-energieproducerende wijken) Gebouwen als duurzame energiebronnen (TU Delft project 2500 energieneutrale rijtjeshuizen ) Korte termijn: samenwerkende woningbouwcorporaties Korte termijn: Mijn school, jouw energie (een energieneutraal als dienst - oplossing voor buurtscholen) Korte termijn: Green Village (Field lab slimme energie) Faciliterend project: Smart Multi-Commodity Grid Het steeds wisselende aanbod van hernieuwbare energiebronnen als zon en wind vereist een systeem dat niet alleen traditioneel top-down werkt, maar tweerichtingsverkeer mogelijk maakt en onder alle omstandigheden vraag en aanbod naadloos bij elkaar weet te brengen. Een Smart Multi-Commodity Grid sluit bepaalde energiebronnen en technologieën niet uit, maar zorgt juist dat alle bronnen elkaar aanvullen en versterken. De opzet van een slim netwerk kan per gebied verschillen: volledig elektrisch, warmte, volledig gas, zelfvoorzienend/autarkisch, met of zonder opslag (inclusief elektrische voertuigen), conversie en andere flexibiliteitsopties. Slimme netwerken kunnen dus ook een verschillende schaal hebben: een grootschalig netwerk voor industriële/haven/agribusiness-activiteiten (hoge temperatuur, afvalwarmte, CO 2 ), een netwerk op middelgrote schaal (productie van energie op landbouwbedrijven voor ongeveer 500 huishoudens) met biomassa, warmtekrachtkoppeling en geothermische bronnen en lokale, kleinschalige energienetwerken (mogelijk losgekoppeld van het netwerk of in een relaissysteem) met zonnepanelen, warmtepompen en lokale opslag. De configuratie verschilt per geval: volledig elektrisch, warmte/elektrisch, gas/ elektrisch, gelijkstroomnetwerken, enzovoort. Andere projecten: Virtuele energiecentrale MerweVierhavens (M4H) Koppelen van straatverlichting met gelijkstroom als intelligent netwerk dat ook energie teruglevert aan het net, delen van hernieuwbare energie Korte termijn: Power2Hydrogen-station Korte termijn: alleen vehicle-to-grid (V2G) oplaadpalen CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 27

280 Circular Economy 1. Introductie De ontwikkeling naar een schone, CO 2 -vrije energievoorziening is van het allergrootste belang, maar vereist enorm veel hulpbronnen en materialen. Om te voorkomen dat deze nieuwe behoefte de commercieel winbare voorraden nog extra uitput, is de herbruikbaarheid van materialen misschien nog wel een grotere uitdaging dan de transitie naar hernieuwbare energie. De circulaire economie is ook noodzakelijk door de gestage uitputting van onze natuurlijke hulpbronnen. In de nabije toekomst moeten we onze technische en biologische materialen recyclen en upcyclen, aangezien ze nu sneller uitgeput raken of worden verbruikt dan ze aangemaakt kunnen worden. Door recycling en hoogwaardig hergebruik houden hulpbronnen hun waarde. Zo blijven ze langer houdbaar en kunnen ze steeds opnieuw waarde creëren in de keten. Schadelijke lozingen in de bodem, water en lucht voorkomen we zoveel mogelijk. In een circulaire economie zijn de productieketens gesloten en wordt er zo min mogelijk afval verbrand of gestort. Grafisch afgebeeld ziet dat eruit als het onderstaande vlinder -schema (Afbeelding 1). Dit is een meer pragmatische benadering dan de ultieme doelstelling van hernieuwbaarheid die hierboven staat. Het model bestaat voornamelijk uit verbeteringen in de efficiëntie. Het resultaat is vaak efficiënt, maar niet noodzakelijkerwijs effectief. In de RNE definiëren we circulariteit als de hernieuwbaarheid van alle natuurlijke hulpbronnen: energie, water, biologische en technische materialen, lucht en teelaarde. Dit betekent dat alle hulpbronnen afkomstig zijn uit een hernieuwbare bron of dat ze kunnen worden hernieuwd. Tegelijkertijd willen we negatieve effecten op ecologie, economie en maatschappij voorkomen. Dit is een ultieme doelstelling, een stip aan de horizon. Als we dit bereiken, is de circulaire economie een feit: alle hulpbronnen kunnen telkens weer worden hernieuwd en gebruikt met als gevolg dat er geen afval meer is. Alle afval stromen zijn dus hulpbronnen, hoewel meestal voor andere processen. De ultieme circulariteit in 2050 ziet er uit als volgt: Energie Water Biologische materialen Technologische materialen Teelaarde Lucht 100% hernieuwbare energie Water dat voor inname te reinigen is Minder verbruiken dan verbouwd kan worden Recyclen en upcyclen voor continu (her)gebruik Kwaliteit en kwantiteit nemen niet af Lucht die voor inname te reinigen is Afbeelding 1 28 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

281 De potentie van de circulaire economie is enorm, zowel als het gaat om het creëren van nieuwe banen als de bijdrage aan duurzame ontwikkeling. Bij de overgang naar een circulaire economie kunnen we in Nederland minstens nieuwe banen creëren (Rabobank, 2015; McKinsey, 2015; TNO, 2013), waarvan duizenden nieuwe banen in de MRDH. De transitie naar een circulaire economie staat nog in de kinderschoenen. In sommige sectoren is al aanzienlijke voortgang geboekt in het hergebruik en recyclen van materialen, maar we staan nog maar aan het begin van een veel bredere benadering om onze toekomstige materiaalbehoefte veilig te stellen. Die bredere benadering begint al in de ontwerpfase van een product: ontwerpen met het oog op demontage, een allereerste stap die hergebruik van componenten en/of reparatie van producten mogelijk maakt. Maar dit is zeker niet voldoende. We moeten materialen en zelfs stoffen kunnen scheiden zodat we deze kunnen recyclen of zelfs upcyclen. Hiervoor is energie nodig, en in een circulaire economie is die uiteraard ook hernieuwbaar. Er zijn al diverse succesvolle initiatieven genomen, maar deze zijn vrijwel allemaal relatief kleinschalig. Twee belangrijke adviesraden, het Planbureau voor de Leefomgeving (2016) en de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (2015) onderschrijven dit. Het Nederlandse kabinet heeft gereageerd met een visie en ambitie om vanaf 2050 in Nederland een circulaire economie te hebben. De belofte en potentie van de circulaire economie worden nu algemeen erkend. De MRDH is ambitieus en wil een van de eerste volledig circulaire regio s ter wereld worden. Dichtbevolkte regio s zoals de MRDH hebben een goede startpositie voor de circulaire economie (PBL, 2016, CEDelft, 2016; Superuse, 2016). De economie van de MRDH is nu nog lineair, net als de rest van Nederland en Europa: grondstoffen worden omgezet in producten die aan het eind van hun levensduur worden vernietigd. Toch zijn al steeds meer circulaire elementen zichtbaar, zoals diverse start-ups via Yes!Delft, diverse initiatieven onder het etiket 070, het project Cirkelstad, het Circulariteitscentrum in Rotterdam en Blue City 010. Deze circulaire niche-initiatieven moeten worden opgeschaald, met name binnen de MRDH. Als eerste regio ter wereld wil de MRDH alle stromen hulpbronnen, materialen en afval binnen de regio in kaart brengen, om zo kansen aan te duiden voor de circulaire economie. Dit zal binnen enkele jaren concrete business cases opleveren. Het in kaart brengen van hulpbronnen en afvalstromen binnen de MRDH zal gebeuren op verschillende aggregatieniveaus: op het niveau van huishoudens, industrieterreinen, steden en de regio als geheel. Dat zal de voedingsbodem zijn voor verschillende industriële circulaire projecten. Voor huishoudens kan de circulaire economie concreet worden gemaakt door afval te zien als hulpbron en daaraan waarde toe te kennen. Op dit moment gebeurt het inzamelen van huishoudelijk afval binnen de gemeenten van de MRDH nogal gefragmenteerd en groeit het de burger - volgens eigen zeggen - boven het hoofd (zie kader). Als we waarde gaan toekennen aan afval en de afvalinzameling dichterbij huis organiseren, kunnen we een grote sprong maken in efficiënt gebruik van hulpbronnen. We kunnen zelfs lokale producten maken uit teruggewonnen hulpbronnen. Een coalitie van bedrijven uit de industrie en de logistiek zouden een proefproject kunnen starten waarmee afval kan worden omgezet in hulpbronnen voor chemische producten (Waste to Chemicals). Hierop gebaseerd zou de eerste Europese fabriek kunnen worden gerealiseerd binnen de MRDH. Inzameling van afval zoals de burger die meemaakt (voorbeeld Rijswijk) Gft groene container bij huis Textiel container Reshare in Den Haag (>1km) Glas glasbak bij school (ca. 300m) Papier blauwe container bij huis Plastic bak bij school (ca. 300 m) Restafval grijze container bij huis Batterijen container bij supermarkt (ongeveer 450 m) Elektronisch afval inzamelingsstation (ongeveer 2 km) Bouwafval inzamelingsstation Analyse van afvalstromen op industrieterreinen toont aan dat de circulaire economie ook hier veel geld kan opleveren en waarde kan toevoegen. Een onderzoek voor het Haagse bedrijventerrein Binckhorst toont alleen al voor dit industrieterrein een monetaire waarde van 20 miljoen euro bij implementatie van de circulaire economie. In plaats van te verdwijnen in de verbrandingsoven, wordt afval opgewaardeerd tot nieuwe hulpbronnen en producten. Dit bespaart kosten, levert banen op en verlaagt de CO 2 -uitstoot van bedrijven. Resource brokers kunnen, als makelaars in hulpbronnen, verbindingen leggen tussen bestaande en nieuwe bedrijven. Resource city scans in Amsterdam en Glasgow onderstrepen het enorme potentieel in reductie van materiaalverbruik en uitstoot van broeikasgassen aan de ene kant, en economische groei en werkgelegenheid aan de andere kant. Als de bouwsector op een circulaire manier wordt georganiseerd, levert dat een enorme hoeveelheid materiaal ( ton/jaar) op, besparing van CO2-uitstoot (0,5 miljoen ton/jaar), 700 extra banen en 85 miljoen euro waardevermeerdering per jaar. Dit kan worden gehaald door intelligent ontwerpen van gebouwen, efficiënte scheiding van reststoffen, herwinning en hergebruik van materialen en het opzetten van een hulpbronnenbank. Ook op het niveau van regio s laten de eerste verkennende onderzoeken een aanzienlijke toegevoegde waarde van circulariteit zien. Voor de provincie Zeeland geeft een eerste circulair onderzoek 2000 extra banen aan (CE Delft, 2016), op voorwaarde van een proactieve rol van de regionale overheid bij circulair aanbesteden en uitgifte van land voor circulaire bedrijven CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 29

282 2. Paradigmaverschuiving Binnen MRDH is vooral een paradigmaverschuiving nodig: we moeten het concept afval vervangen door een concept dat reststoffen erkent als waardevolle hulpbronnen. Iedereen moet doordrongen zijn van het idee dat reststoffen waarde vertegenwoordigen: inwoners, maatschappelijke organisaties, publieke en private ondernemingen en economische activiteiten. Voor deze mentale verandering is permanente educatie nodig, net als het omscholen van mensen die nodig zijn om onze producten en processen te herontwerpen om het hergebruik en upcyclen van componenten, materialen en stoffen mogelijk te maken. Er zijn veel nieuwe arbeidskrachten nodig, omdat het proces van het terugwinnen van materialen uit afval arbeidsintensiever is dan ze te creëren uit maagdelijk materiaal. Onderwijsinstellingen uit het mbo en hbo moeten hiervoor grote aantallen gekwalificeerde studenten opleiden, terwijl de samenwerking met universiteiten en kennisinstituten de vereiste technologische vooruitgang moet brengen die ons in staat stelt om op fossiele brandstoffen gebaseerde technologieën te vervangen. In alle clusters van de regionale economie worden biologische en/of technische materialen gebruikt: systemen, onderdelen of gewoon materialen. Beter recyclen wordt mogelijk als we de locatie, conditie en beschikbaarheid hiervan kennen, bijvoorbeeld door gebruik van intelligente Asset Value Drivers. Of het nu gaat om scheepsbouw, de ontmanteling van olie- en gasplatforms of de bebouwde omgeving, voor dit alles moeten materiaalpaspoorten en sensortechnologie worden ontwikkeld. 3. Projecten Circulaire Economie De projecten van het transitiepad Circulaire Economie zijn ingedeeld volgens de domeinen die we eerder al onderscheidden in het transitiepad Smart Energy Delta: Industrie (Haven Industrieel complex), Landbouw (Greenport) en Stedelijke gebouwde omgeving. Het merendeel van de projecten betreft initiatieven rond materialen, zowel technisch als biologisch. Alle projecten hebben onderling relaties; samen vormen ze een systeembenadering. Ze hebben dan ook een impact die verder gaat dan het eigen domein, en zelfs verder dan het transitiepad. Bijvoorbeeld: een project over verbetering van de waterkwaliteit en het faciliterende project Indicatoren van Circulariteit dienen uiteindelijk samen als randvoorwaarde om circulair ondernemen mogelijk te maken. 30 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

283 Materiële hulpbronnen in de industrie Dragend project: Waste to Chemical (W2C - Afval tot chemicaliën) PM Dragend project: Bioraffinage PM Gebruik en afvang van koolstofdioxide We beschouwen CO 2 vaak alleen als afval en als broeikasgas. Toch bestaan er veel verschillende toepassingen, bijvoorbeeld in de industrie, glastuinbouw, waterzuivering en algenteelt. In dit geval is ook de bron van de CO 2 relevant, omdat dit afkomstig is uit de atmosfeer. De technologie om CO 2 nuttig te gebruiken als grondstof is al ontwikkeld en kan binnen enkele jaren worden toegepast in verschillende sectoren. In de projecten CO 2 Smart Grid en Leasing Carbon Capture and Usage technology contributing Circular Economy wordt CO 2 gebruikt als hulpbron. Gebruik en afvang van koolstofdioxide (Carbon Capture Usage - CCU) kan worden gezien als een andere fundamentele verandering. Opgevangen CO 2 hergebruiken als waardevolle hulpbron gaat een stap verder dan het opslaan in lege gasvelden. CCU kan winstgevend zijn, in tegenstelling tot Carbon Capture Storage (CCS) die energie en geld kost CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 31

284 Materiële hulpbronnen in de landbouw Een weg naar een duurzame toekomst voor de glastuinbouw Traditionele producten uit de Greenport zoals komkommers, tomaten en paprika s leveren grote opbrengsten op. Echter: vanuit economisch perspectief zijn ze op termijn minder aantrekkelijk. Een transitie naar een steeds hogere productiviteit en hoogwaardige producten voor farmaceutische toepassingen, cosmetica, voedingsindustrie en agro-chemie kan meer inkomsten opleveren, en levert ook een bijdrage aan de transitie naar een industrie die niet langer op fossiele (brand)stoffen is gebaseerd. De Greenport kan de transitie naar hoogwaardige gewassen combineren met kassen in het buitenland ( Overseas Greenhouses ). Met Nederlandse kennis en ervaring kunnen ondernemers investeren in gebieden elders op de wereld waar het klimaat gunstiger is en waar onze consumenten wonen. Dit verlaagt in potentie de energiecomponent van telen in Nederland (ongeveer 30%) en de luchtvracht. Met gebruik van internet en IoT-technologie kunnen we deze markt zelfs opwaarderen tot Telen als dienst ( Growing as a Service ). Nieuwe, hoogproductieve biomassa (waaronder algen) kan dienen als grondstof voor nieuwe of gerenoveerde olieraffinaderijen ( Conversie van olieraffinaderijen tot bioraffinaderijen ). Met andere technologieën kan waarde worden toegevoegd aan grondstoffen of restmaterialen ( BioBased Business met plantenstoffen uit de Greenports en Verwaarden alle reststromen ), kunnen deze dienen als hulpbronnen voor de farmaceutische industrie ( Kas als apotheek ), of zelfs direct worden gebruikt in Personalised food. 32 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

285 Materiële hulpbronnen in de stedelijke gebouwde omgeving Beter inzamelen van huishoudelijk afval Zodra mensen financieel worden beloond, zijn ze bereid verschillende afvalstromen te scheiden en deze naar inzamelingspunten te brengen. Het inzamelen van waardevolle hulpbronnen wordt zo een stuk efficiënter en weerspiegelt ook dat wat we vroeger afval noemden feitelijk waarde vertegenwoordigt. Dit concept van het inzamelen van verschillende hulpbronnen kan worden uitgebreid tot de inzameling van producten, al dan niet kapot. Ook deze producten vertegenwoordigen een bepaalde waarde. Ze kunnen worden aangeboden bij speciale inzamelstations, waar de brenger een bedrag ontvangt voor de restwaarde. Hierna volgt reparatie of onderhoud en kan het product opnieuw een bestemming krijgen in het economische circuit. Dit levert natuurlijk ongeschoolde en laaggeschoolde arbeidsplaatsen op. Urban Mining en Afval loont zijn twee initiatieven die zouden kunnen samenwerken. Mogelijke uitbreiding naar de complete MRDH is opgenomen in de voorstellen. Het verbeteren van hergebruik van materialen in specifieke gebieden In verschillende sectoren kunnen afvalstromen dienen als grondstof voor andere processen. Het is lastig om de verschillende partijen bij elkaar te brengen, omdat hun percepties sterk kunnen verschillen. De ene partij beschouwt iets als afval, maar voor de ander is het een grondstof in een proces dat eisen stelt aan kwaliteit, kwantiteit, beschikbaarheid en betrouwbaarheid. De leverancier deelt deze eisen niet automatisch. De initiatieven binnen verschillende sectoren kunnen een waardevolle bijdrage leveren aan de doelstellingen van de RNE in onze regio. Tipping point Circulaire bouw-metropool in de bouwsector; Circularity Center voor de haven en industrie; ResourceCity voor het nieuw leven inblazen van gedateerde industrieterreinen; Puls Up met een systeem van oogstkaarten om beschikbare materialen te identificeren en tenslotte het Field Lab Blue City, dat dient als incubator van opstartende bedrijven binnen de circulaire economie. Faciliterend project: Indicatoren van circulariteit Dit project van onder meer ICCE, LIST, TU Delft, Lateral Thinking Factory en getzed kijkt naar de mogelijkheden om de bestaande indicatoren van circulariteit te verbeteren. De indicatoren die we nu hebben, zijn nog steeds vrij lineair van aard en houden weinig rekening met de kwaliteit van verschillende stromen. Voor energie kan het gebruik van Exergy hierbij nuttig zijn, voor andere hulpbronnen zoals water, biologische en technische materialen kunnen vergelijkbare parameters een indicatie leveren van het kwaliteitsniveau van de verschillende stromen. Diversen Bedrijven in de MRDH hebben verschillende projecten ingediend: Sailing heat levert een alternatief voor warmterotondes door middel van het gebruik van Phase Change Materials; Smart Tiles als een energie-oogstende pasta; Recolour voor het recyclen en herverwerken van ongebruikte verf; een expertisecentrum voor herfabricage Reman-centre ; het terugwinnen van materialen uit achtergelaten boten en schepen in het project Weesbootjes. Ook is er een proefproject voor het hergebruik van baggerslib als materiaal voor het beschermen van oevers, overbeschoeiing van baggerspecie: GeoWall. De haalbaarheid van veel van deze projectinitiatieven zal in de loop van de RNE nog nader worden onderzocht en ontwikkeld. Het project Zero medicines, hormones or multi resistant bacteria emitting Hospitals draagt bij aan een betere waterkwaliteit in de regio, net als het project Blue House CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 33

286 4. Systeemdoorbraken De systematische aanpak die nodig is voor het transitiepad circulaire economie staat in afbeelding 2. Deze figuur toont ook de onderlinge afstemming met andere transitiepaden. Omdat circulaire bedrijfsmodellen nog in de kinderschoenen staan, zal deze eerste oogst van projectideeën en -initiatieven worden gevolgd door een uitgebreidere, diepgaande en sectoroverschrijdende analyse van mogelijke zakelijke kansen. Deze analyse is eind 2016 beschikbaar en zal nauw verbonden zijn aan een vergelijkbare analyse van biobased bedrijfsmodellen. Beide analyses worden uitgevoerd in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven. 34 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

287 De projecten die zich richten op circulaire materialen in de industrie zijn nauw verbonden aan de fossiele industrie. Deze moet de komende decennia een ontwikkeling doormaken naar alternatieve, niet-fossiele hulpbronnen. De projecten Van afval naar chemicaliën (Waste to Chemicals - W2C) en Bioraffinage leveren technologieën om deze transitie mogelijk te maken, terwijl ze tegelijkertijd nieuwe bedrijfsmodellen creëren. Gebruik en afvang van koolstofdioxide (Carbon Capture Usage - CCU) kan worden gezien als een andere fundamentele verandering, omdat koolstofdioxide wordt gebruikt bij verschillende processen in de voedingsindustrie (bijvoorbeeld fabricage van dranken, het onttrekken van cafeïne uit koffie, onttrekken van cholesterol), in de industrie (bijvoorbeeld synthese van polycarbonaten, elektriciteit naar gas) en in thermodynamische cycli (bijvoorbeeld lassen, biologisch afbreekbare verpakkingen en componenten, polyurethaan, waterzuivering). Projecten binnen de circulaire landbouw zijn gericht op de teelt van hoogwaardige gewassen en actieve ingrediënten/moleculen voor de farmaceutische, cosmetische en voedingsindustrie, evenals de agro-chemie. Elk individueel project is misschien klein, maar in combinatie zorgen ze mogelijk voor een systeemdoorbraak. De projecten in de stedelijke omgeving zijn relatief kleinschalig maar vraaggedreven, en daardoor zijn burgers extra betrokken. Juist dat kenmerkt deze relatief nieuwe bedrijfssector. Dat deze projecten zich zowel richten op huishoudelijk afval als op verschillende sectoren (bouw, haven en industrie, industrieterreinen) kan mogelijk leiden tot een systeemdoorbraak CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 35

288 Entrepreneurial Region De drie eerste transitiepaden (Smart Digital Delta, Smart Energy Delta en Circular Economy) hebben laten zien welke significante veranderingen nodig zijn als gevolg van digitalisering, vergaande decarbonisatie en de ontwikkeling naar een circulaire economie. Ondernemerschap is vereist om de ambitieuze doelstellingen te halen en de trajecten die daarbij horen te realiseren; alleen dan kan de MRDH de vruchten plukken van nieuwe producten, diensten en bedrijfsmodellen die worden ontwikkeld. Ondernemerschap moet niet alleen komen van bedrijven; ook de overheid, het onderwijs en R&D-instituten moeten ondernemender worden. Het transitiepad Entrepreneurial Region beschrijft de huidige toestand in de MRDH, legt ambities vast op het gebied van ondernemerschap en benoemt trajecten om de ondernemende regio te versterken. 36 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

289 1. Competitief ondernemend ecosysteem De nieuwe economie heeft als kenmerk een radicaal ander economisch model dan de traditionele. In de nieuwe economie maken verticaal geïntegreerde structuren binnen specifieke sectoren plaats voor laterale, meer horizontale netwerken over de grenzen van sectoren heen. De regio moet zich daarom richten op het stimuleren van innovaties tussen en buiten sectoren. Dit leidt zo goed als zeker tot nieuwe waardeketens, bedrijfsmodellen, producten en diensten. We moeten een ondernemende cultuur creëren waarin ondernemers en scale-ups snel kunnen groeien, met een investeringsklimaat waar innovaties kunnen gedijen. Dat vraagt om ondersteuning van een overheid die zelf ondernemend is op alle niveaus: beleid, verlenen van vergunningen, inkoop, investeringen in infrastructuur, onderwijs en coaching. Om kort te gaan: de voorwaarden om te ondernemen moeten optimaal zijn. Om dit te realiseren moeten we voortbouwen op de onmiskenbare en sterke ondernemingsgeest in onze regio. Zo kunnen we een ecosysteem bouwen waarin alle actoren ondernemers, investeerders, financiële instellingen, kennisinstellingen en overheden elk op ondernemende wijze werken aan hun specifieke doelstellingen, zoals het scheppen van werkgelegenheid, kennisontwikkeling, productacquisitie, behoud van talent, scheppen van welvaart, et cetera. Het werkt alleen als alle betrokken partijen er profijt van hebben. De nieuwe economie streeft naar een inclusieve economische groei die geen maatschappelijke groepen uitsluit. Daarvoor is een uitgebalanceerde benadering van technologische en sociale innovaties nodig. De transitiepaden 4 (Entrepreneural Region) en 5 (Next Society) zijn op dit punt nauw verbonden: De relatie tussen ondernemingsgeest en economische ontwikkeling is gecompliceerd. Er bestaat geen onweerlegbaar bewijs dat een toename van het aantal startende bedrijven, het aanbieden van financiële stimulansen of het opzetten van werkruimten waar mensen kunnen samenwerken altijd leiden tot economische ontwikkeling. Succesvolle ondernemende ecosystemen over de hele wereld beschikken over een combinatie van: Ondernemerscultuur: zachte factoren zoals persoonlijk en institutioneel leiderschap; het creëren van een ondernemersdynamiek die ruimte biedt aan creativiteit en de risico s van het ondernemen aanvaardt; het koesteren en verbinden van ondernemersinitiatieven en mensen in bedrijven, overheid, onderwijs en instituten; naamsbekendheid die talenten, bedrijven en nieuwe vindingen aantrekt; Ondernemersstructuur: harde factoren zoals instituten en ondersteunende infrastructuur; het profiteren van netwerkeffecten door intensieve contacten binnen een geconcentreerde en fijnmazige agglomeratie; profiteren van de huidige kracht van de regio (het DNA) door kruisbestuiving tussen sterke sectoren; Ondernemerspraktijk: ondernemersvriendelijke markten, stimulansen, speciale financieringsmogelijkheden en wet- en regelgeving die de ondernemer goedgezind zijn, mogelijk gemaakt door een overheid die op alle niveaus zelf ook ondernemend is. In dit verband is het begrip impact-economie belangrijk: sociale ondernemingen en bedrijven die economisch succes en maatschappelijke meerwaarde proberen te combineren. Zulke activiteiten zien we steeds vaker in de opkomende deeleconomie, waarin online platforms ruimte bieden voor peer-to-peer samenwerking. Actief op deze platforms is een grote verscheidenheid aan crowd-based netwerken, van commercieel tot uiterst idealistisch en alles wat daar tussenin ligt. Deze nieuwe economische ruimte is hybride en opwindend; de spelregels worden op dit moment nog geschreven, maar duidelijk is al wel dat consumenten steeds meer optreden als prosumers, en economisch steeds onafhankelijker worden. Er zijn al aanwijzingen dat de deeleconomie die via deze platforms mogelijk wordt inderdaad inclusieve economische groei oplevert. Dat komt bijvoorbeeld door schaalvoordelen aan de vraagkant (ook wel het netwerkeffect genoemd), het principe van delen dat leidt tot toenemend gebruik van ongebruikte middelen (idling capacity) en differentiatie aan de aanbodkant (grotere variëteit = toenemende consumptie = economische groei) CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 37

290 2. Regionale context De regio MRDH heeft een enorm potentieel, maar de huidige economische groei is in vergelijking met andere Nederlandse regio s slechts gemiddeld. Om dit te verklaren worden de onderstaande factoren vaak genoemd: 1. Met betrekking tot ondernemerscultuur: a. Veel ondernemers leggen de nadruk op technologie en productinnovatie, waarbij zachte factoren zoals verkoop & marketing en human resources onvoldoende aandacht krijgen; b. Onvoldoende kapitaal en investeringsbereidheid bij ondernemers. Dit beperkt de groei en het aantal start-ups; c. De MRDH heeft geen grote naamsbekendheid en wordt niet verkocht als innovatieve en groeiregio, hoewel de feiten het tegendeel bewijzen. 2. Met betrekking tot ondernemersstructuur: a. Onvoldoende samenwerking tussen sectoren en binnen productieketens, onvoldoende netwerken tussen publieke en private organisaties en ondernemers; b. Onvoldoende inzicht in innovatieve oplossingen en state-of-the-artwetenschap in de regio; c. Onvoldoende uitbuiten van publieke R&D en octrooien binnen de kennisinstituten; d. Geen afstemming van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, met name binnen de IT en de techniek; e. Gebrek aan structurele internationale samenwerking met andere sterke innovatie-hotspots die zouden kunnen zorgen voor uitwisseling van ideeën, talenten, producten en diensten. 3. Met betrekking tot ondernemerspraktijk: a. Onvoldoende private investeringen in R&D en in het implementeren van innovaties; b. Stimulansen voor ondernemingen en regelgevend kader zijn lokaal niet op elkaar afgestemd, wat economische groei eerder afremt dan stimuleert. Om deze redenen is de regio goed in het aantrekken van talenten (TU Delft, EUR) en startende bedrijven, maar minder goed in het behoud van talent en scale-ups. Toch zijn er duidelijke en snelle veranderingen te zien. Beleidsmakers voelen de urgentie om krachten, investeringen en innovaties te bundelen en voegen ook de daad bij het woord, getuige de oprichting van de MRDH en InnovationQuarter. Recentelijk zijn er netwerkorganisaties gevoemd zoals Clean Tech Delta, The Hague Security Delta, Medical Delta en Holland Instrumentation. Deze groeien snel en gaan samenwerken. YES!Delft is in tien jaar uitgegroeid tot een Europese topincubator, en andere incubators (CIC, ECE, ESA-BIC, et cetera) groeien en werken samen. Investeringsfondsen van InnovationQuarter en RoboValley (elk goed voor 100 miljoen euro) bieden ruimschoots mogelijkheden voor publieke en private investeringen en vergroten de investeringsbereidheid. Tussen 2014 en 2015 zijn de totale investeringen door durfkapitalisten toegenomen met een factor zeven. De provincie Zuid-Holland biedt plaats aan 648 scale-ups, 23 procent van het totaal in Nederland. Het merendeel hiervan is gevestigd in de MRDH. De MRDH is atypisch. De grootste sterke sectoren (haven en logistiek, petrochemische industrie, Greenport) zijn extreem afhankelijk van fossiele brandstoffen, gebruiken veel ruimte en voegen relatief weinig waarde toe. Daar tegenover staat dat de MRDH het potentieel van jongere sectoren zoals lifesciences, HTSM en ICT nog niet optimaal realiseert en binnen de regio de potentie om de traditionele sectoren open te breken nog onvoldoende wordt toegepast. De verborgen diamanten in de regionale economie hebben nog te weinig invloed op het beleid. Analyse laat zien dat alle Nederlandse economische topsectoren een speerpunt van activiteiten in de provincie Zuid-Holland hebben, juist in de MRDH en omliggende gebieden. Zelfs High Tech Systemen & Materialen (HTSM), traditioneel verbonden met de regio Eindhoven, is in feite sterker geconcentreerd in de regio Delft; de TU Delft en TNO zijn de belangrijkste generatoren van HTSM-bedrijven. Dat al deze sectoren in de MRDH naast elkaar bestaan is lang beschouwd als een nadeel wegens het veronderstelde gebrek aan focus en massa, maar feitelijk hebben al deze sectoren een aanzienlijke massa en een toenemende focus. In de nieuwe economie, waar kruisbestuiving tussen sectoren leidt tot nieuwe innovaties, is de aanwezigheid van zoveel topsectoren juist een grote kracht. De regio moet deze diversiteit koesteren en gebruiken om kruisbestuiving te stimuleren, zoals nu bijvoorbeeld gebeurt in het grensoverschrijdende dare-to-cross. De ondernemerscultuur in Nederland in het algemeen en binnen MRDH in het bijzonder kan en moet aanzienlijk worden verbeterd. Die overgang naar een samenleving waar plannen ook eens mogen mislukken, waar creativiteit en ambitie worden gerespecteerd en beloond, en waar mensen investeren in plaats van sparen, is niet in een dag klaar. Voor zo n cultuurverandering is minstens één generatie nodig. Gezien de stappen die al zijn gezet en waarvan de effecten al merkbaar zijn, moeten we focussen op vier punten: Individueel ondernemerschap (1.a, 1.b) Naamsbekendheid (1.c) Samenwerking en kruisbestuiving (2.a-c) Ondernemende overheid (3.b) De slechte afstemming met de arbeidsmarkt (2.d) komt aan de orde in het transitiepad Next Society. 38 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

291 3. Systeemdoorbraken Wij stellen de volgende vier actieprogramma s voor die een systeemdoorbraak betekenen: 1. Opschalingsprogramma, als een van de maatregelen om individueel ondernemerschap te stimuleren, naast de effecten van bestaande start-up- en acceleratorprogramma s; 2. Fieldlab-ecosysteem voor het stimuleren van sectoroverschrijdende innovaties tussen bedrijven en sectoren, R&D en onderwijsinstituten, als stimulans van individueel ondernemerschap. Bouw van het Dutch Wind Wheel als landmark en handelsmerk van de ondernemende MRDH; 3. Prototyping Program, waarin teams van pioniers, makers, ontwerpers, uitvoerende technici en gewone burgers samenwerken in schaalbare projecten en initiatieven die een positieve invloed hebben op de maatschappij; 4. Ondernemende overheid, met specifieke en doelgerichte acties om bestaande regels en verordeningen die innovatie beperken weg te nemen, om de lokale toepassing van regels en verordeningen te synchroniseren en om ondernemerschap op innovatieve wijze te stimuleren. Deze vier actieprogramma s zijn de bouwstenen voor de Entrepreneural Region, gevisualiseerd in [Afbeelding 1] CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 39

292 3.1 Stimuleringsprogramma scale-ups 3.2 Field Lab-ecosysteem De MRDH doet al veel om start-ups te stimuleren, maar nieuwe bedrijfsactiviteiten binnen bestaande bedrijven en scale-ups verdienen meer aandacht. Afbeelding 2 geeft een overzicht van de rol van verschillende organisaties en verschillende (regionale) financiële instrumenten tijdens de verschillende fases. Het proces begint met het formuleren van een idee (gedachtegoed). Business intelligence (vraag vanuit de markt), maar ook resultaten van R&D en octrooien (aanbod vanuit de technologie) zijn bronnen van inspiratie. Bestaande netwerkorganisaties zoals Clean Tech Delta, Medical Delta, The Hague Security Delta en Holland Instrumentation spelen een belangrijke rol bij het organiseren van matching events, het erkennen van de technologische behoefte en het bij elkaar brengen van R&D-experts en ondernemers. Dragend project: stimuleren van scale-ups Groeipotentieel en nieuwe banen ontstaan door de opschaling van initiatieven. Er moet een regionaal programma komen, deels geïnspireerd op het initiatief ScaleUpNation, om snelle groei van scale-ups in relevante marktsegmenten mogelijk te maken. Voor de basis van dit investeringsprogramma kunnen we kijken naar het Road to Capital -initiatief dat momenteel wordt ontwikkeld door InnovationQuarter, ECE, YES!Delft en Venture Café. De projecten zijn gericht op: investeringsbereidheid van zowel jonge bedrijven als jonge potentiële investeerders, een opschalingsprogramma en het actief verbeteren van de relaties tussen ondernemers en investeerders. Field Labs (praktijklaboratoria) zijn open-access-faciliteiten voor experimenten in het ontwikkelen, testen, demonstreren en valideren van nieuwe baanbrekende technologieën (zoals robotisering, 3d-printen, big-dataverwerking en sensortechnologie), producten en innovaties. Een samenhangend systeem van Field labs heeft als doelen het verbeteren en uitwerken van sectoroverschrijdende innovatie, praktisch onderwijs en samenwerking tussen eindgebruikers, bedrijven, R&D en de overheid, en het wegnemen van de obstakels die innovatie belemmeren. Field labs maken de ontwikkeling mogelijk van een meer samenwerkend, decentraal, open en lateraal geschaald ondernemerschap. Een samenwerkend netwerk van Field labs, makerspaces, innovatiewijken, living labs met meerdere stakeholders en vrijplaatsen voor het stimuleren van experimenten en R&D in de echte wereld zal een grote bijdrage leveren aan een ondernemerscultuur die technologische innovatie stimuleert, opschaalt en vertaalt in echte business(cases) en banen. Binnen de bestaande Field labinfrastructuur in onze regio worden nu zestien van deze initiatieven gebundeld, ondersteund door MRDH, PZH, InnovationQuarter en TNO (Afbeelding 3). Field labs richten zich op verschillende grote internationale markten die een directe relatie hebben met onze huidige industriële bedrijvigheid en kennisbasis. Het is belangrijk dat de MRDH aandacht schenkt aan dit internationale marktpotentieel, en om de nadruk te leggen op de grote kritische massa die nu al bestaat in onze regio. Korte termijn Organiseren van cross-over evenementen Doorgaan met het stimuleren van netwerken Professionals op bezoek bij chief technology officers (CTO s) 40 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

293 Field Labs (praktijklaboratoria) zijn open-access-faciliteiten voor experimenten in het ontwikkelen, testen, demonstreren en valideren van nieuwe baanbrekende technologieën (zoals robotisering, 3d-printen, big-dataverwerking en sensortechnologie), producten en innovaties. Een samenhangend systeem van Field labs heeft als doelen het verbeteren en uitwerken van sectoroverschrijdende innovatie, praktisch onderwijs en samenwerking tussen eindgebruikers, bedrijven, R&D en de overheid, en het wegnemen van de obstakels die innovatie belemmeren. Field labs maken de ontwikkeling mogelijk van een meer samenwerkend, decentraal, open en lateraal geschaald ondernemerschap. Een samenwerkend netwerk van Field labs, makerspaces, innovatiewijken, living labs met meerdere stakeholders en vrijplaatsen voor het stimuleren van experimenten en R&D in de echte wereld zal een grote bijdrage leveren aan een ondernemerscultuur die technologische innovatie stimuleert, opschaalt en vertaalt in echte business(cases) en banen. Binnen de bestaande Field labinfrastructuur in onze regio worden nu zestien van deze initiatieven gebundeld, ondersteund door MRDH, PZH, InnovationQuarter en TNO (Afbeelding 3). Field labs richten zich op verschillende grote internationale markten die een directe relatie hebben met onze huidige industriële bedrijvigheid en kennisbasis. Het is belangrijk dat de MRDH aandacht schenkt aan dit internationale marktpotentieel, en om de nadruk te leggen op de grote kritische massa die nu al bestaat in onze regio. Dit is een momentopname van de actuele situatie. Er komen steeds meer initiatieven bij, die alle door deze infrastructuur ondersteund kunnen worden. Voorbeelden hiervan zijn de High Tech Maritime & Smart Industry Campus (RDM Campus en Schiedam); een publieke/private faculteit Harbor Internet of Things (onderdeel van de KPN IoT Academy) en een circulair en biobased onderzoeks- en onderwijscentrum (gerelateerd aan Circular University Delft). Teveel initiatieven in een versnipperd speelveld betekent concurrentie om de beperkt beschikbare middelen. Er is meer focus nodig. Het is daarom een overweging om bestaande field labs op sterk gerelateerde onderwerpen samen te voegen om zo de kritische massa te vergroten. Tegelijkertijd is het van belang te onderkennen dat technologische innovatie een doel is dat voortdurend in beweging is; een open instelling is dus nodig om nieuwe, significante initiatieven toe te voegen die het landschap verder completeren, bijvoorbeeld een field lab gericht op Blockchain-technologie. Blockchain is misschien wel de meest veelbelovende technologie voor de nieuwe economie. Blockchain faciliteert complexe, decentrale netwerken op een inzichtelijke wijze. Het kan het Internet of Things, big data en algoritmes faciliteren als een dienst; het kan de ruggengraat vormen van een nieuwe logistiek en circulaire materiaalketens. Het kan de gezamenlijke neutrale makelaar zijn voor decentrale energie, en het biedt nieuwe transactie-, financierings- en bedrijfsmodellen in alle sectoren. Verschillende toepassingen zijn reeds in ontwikkeling. Faciliterende projecten creëren van een field lab-fonds opbouwen van een field lab-ondersteuningssysteem (exportproduct) het ontwerpen van programma s tussen en buiten sectoren Korte termijn Ondersteuning van de field lab-infrastructuur; om het negenpuntenprogramma te verwezenlijken moeten de partners MRDH, InnovationQuarter, provincie Zuid-Holland en TNO prioriteiten stellen en deels financiële ondersteuning bieden; Vliegende start van het Blockchain Field Lab, gepositioneerd binnen het field lab-netwerk, het Blockchain Core Competence Center-initiatief en een internationale voorhoede CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 41

294 Icoon met aantrekkingskracht Voor de herkenbaarheid en aantrekkingskracht van de MRDH is het wenselijk als de cumulatieve kracht van de sectoroverschrijdende field labs wordt vertaald in een beeldbepalend icoon. Zo n fysiek symbool van vernieuwingskracht (een strange attractor) heeft een sterk aanzuigende werking op creatieve pioniers vanuit de hele wereld en draagt bij aan een bundeling van talent. Het kan dus ook een katalysator zijn voor nieuwe innovaties binnen en buiten sectoren. Het eerste voorbeeld van een initiatief met alle kenmerken van een strange attractor is het Dutch Wind Wheel. Dit landmark is een podium voor veel innovaties (Smart Grid, Big Data, Last Mile Transport, Safety&Security) die worden ontwikkeld in de verschillende field labs (zie afbeelding 3) en daarmee is het een visueel icoon van de nieuwe economie. Het project zal toerisme stimuleren en nieuwe banen creëren. Belangrijker nog is dat dit project het handelsmerk wordt van de MRDH. Dragend project - Verwezenlijking van het Dutch Wind Wheel in 2025 Korte termijn - De vorming van het Field lab Dutch Wind Wheel stimuleren 42 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

295 3.3. Prototypes in de nieuwe economie 3.4 Ondernemende overheid Naast het bouwen van een infrastructuur en het transformeren van onze dominante sectoren, heeft de nieuwe economie een voorhoede nodig. Voor een opkomende en steeds grotere beweging van makers, creatieven en grassrootsnetwerken is de nieuwe economie al een alledaagse realiteit. Zij ontwikkelen radicaal nieuwe technologieën, samenwerkingsmodellen en vaardigheden, en op die manier leveren ze de MRDH nu al schaalbare en open businesscases (bijvoorbeeld LoRaPi), mogelijkheden voor kruisbestuiving met andere RNEprogramma s (zoals Fieldlab Blockchain). Bovendien vervullen ze een brugfunctie tussen de ondernemende regio en de next society (bijvoorbeeld in het The Hague International Center for Civic Hacks). Deze nieuwe beweging is niet eenvoudig in te passen in traditionele ondersteunende structuren. De MRDH is een van de eerste regio s ter wereld die specifiek investeert in het stimuleren van deze beweging. Het Prototyping Program streeft naar het stimuleren van het aantal pioniers en radicale innovaties, om zo een sterke en groeiende economische beweging te creëren en dit pionierspotentieel optimaal te gebruiken voor de regionale economie. Korte termijn Het Prototyping Program snel een plek geven als nieuwe, belangrijke speler: scouten, initiëren en stimuleren van innovaties door makers, creatieven en grassroots-netwerken; proefproject voor een Prosumer- deelstation op gemeenschapsbasis (als een soort van field lab voor samenwerking binnen de gemeenschappelijke ruimte) om gewone burgers handvaten te bieden om hun eigendommen zo effectief mogelijk in te zetten. Publieke en private investeringen zijn cruciaal voor de economische transitie, maar op zichzelf niet voldoende. Ons bestaande kader van wet- en regelgeving staat op gespannen voet met de nieuwe economie. Het is nog gebaseerd op een lineaire economie die draait op fossiele brandstoffen. Bestaande regels en verordeningen blokkeren of vertragen niet zelden de innovaties waaraan zoveel behoefte is. De tijd is daarom rijp voor een nieuw regelgevend kader dat innovatie stimuleert en de benodigde transitie versnelt. Om deze doelstelling te behalen stellen we voor alle overheidsniveaus - lokaal, regionaal en Europees - bij elkaar te brengen in een juridisch interventieteam om te werken aan de volgende punten: 1. Slopen: snel vervangen of omzeilen van bestaande regels die de transitie belemmeren, waarbij de MRDH wordt gebruikt als proefterrein; 2. Slimmer maken: slimme wetten ontwerpen, passend bij een digitale, koolstofneutrale, circulaire, ondernemende en inclusieve samenleving; 3. Synchroniseren: synchroniseren van bestaande regels (aanbestedingen, bouwvergunningen, milieuregels, enzovoort) in de MRDH, zodat projecten op regionale schaal aanzienlijk worden versneld en verbeterd; 4. Stimuleren: het ontwerpen van regels en verordeningen die gunstig zijn voor innovatie en het ondernemersklimaat en nieuwe ondernemers naar de regio trekken. Faciliterend project: MRDH als proeftuin voor nieuwe regelgeving De MRDH wordt proeftuin en testlaboratorium voor een nieuw regelgevingskader dat gunstig is voor innovatie en transitie. Dit kan worden bereikt door een overeenkomst (zoals het Eindhoven Pact) die betrekking heeft op specifieke regelgeving. Korte termijn Opzetten van het Juridische interventieteam als samenwerking van verschillende overheidsniveaus en het selecteren en voorstellen van drie slimme wetten, drie synchronisaties en drie stimulansen die op korte termijn kunnen worden geïmplementeerd CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 43

296 Next Society De RNE richt zich primair op de economische veranderingen die onvermijdelijk zijn tegen de achtergrond van de wereldwijde trends, zoals klimaatverandering, migratie, verstedelijking, uitputting van natuurlijke hulpbronnen en de opkomst van ontwrichtende technologische innovaties die de drijvende kracht zijn achter de transitie. In de eerste drie transitiepaden in de RNE Smart Digital Delta, Smart Energy Delta & Circular Economy staan de stappen die nodig zijn voor een coherente infrastructuur voor digitale data, energie, transport en productie. Het vierde transitiepad, Entrepreneurial Region, richt zich op het innovatieklimaat dat nodig is om ondernemers in staat te stellen de nieuwe infrastructuur te gebruiken bij het creëren van nieuwe bedrijfsmodellen, producten en diensten. Dit vijfde transitiepad, Next Society, richt zich op de sociale gevolgen die onlosmakelijk zijn verbonden aan verandering van het economische systeem. De verschuiving van economische paradigma s zal een enorme impact hebben op de samenleving. Hoewel de sociale en culturele aspecten van de nieuwe economie strikt genomen geen deel uitmaken van onze opdracht, denken we dat de RNE niet compleet zou zijn als we niet zouden kijken naar de sociale gevolgen. Het transitiepad Next Society pretendeert niet een uitgebreide visie te zijn op mogelijke maatschappelijke veranderingen, noch biedt het ultieme oplossingen; het illustreert wel enige kenmerken van de samenleving van de nabije toekomst, bijvoorbeeld samenwerkende deelplatforms, sociale innovatie en ondernemerschap. Met name de impact op de arbeidsmarkt en het onderwijssysteem kan redelijk specifiek worden gemaakt. 44 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

297 Transformatie van de arbeidsmarkt De arbeidsmarktsituatie in de MRDH is relatief ongunstig. De groei van de werkgelegenheid in Rotterdam en Den Haag blijft achter bij de andere grote steden in Nederland. Tussen 2009 en 2014 daalde de werkgelegenheid zelfs (4,7% in Den Haag, 5,2% in Rotterdam), terwijl de werkgelegenheid in Amsterdam in dezelfde periode steeg met 10%. Voor de MRDH is dit een structureel fenomeen. Het vloeit voort uit het feit dat de belangrijkste economische sectoren in onze regio industrie, logistiek en openbare diensten kleiner worden, terwijl de sectoren die groei vertoonden zoals zakelijke diensten juist minder sterk zijn vertegenwoordigd. Binnen de huidige economische structuur van de MRDH zal dit niet veranderen. Er is geen weg terug: de industrie die op fossiele brandstoffen is gebaseerd zal moeten worden uitgefaseerd, terwijl de werkgelegenheid bij de overheid waarschijnlijk verder zal afnemen als gevolg van bezuinigingen. Bovendien zal het aantal administratieve banen afnemen als gevolg van digitalisering. Tegelijkertijd met de grote verschuivingen binnen de traditionele arbeidsmarkt in het bestaande economische model, zien we de opkomst van de deeleconomie, ook wel crowd-based kapitalisme genoemd. We zien hier: De impact van onbenut kapitaal: de deeleconomie leidt tot meer gebruik van ongebruikte of reservecapaciteit (bv. tijd, ruimte, transportmiddelen, apparaten, ongebruikte vaardigheden, enz.) Verandering in consumptie: van bezit bewegen we naar gebruik. Via het gebruik van collegiale deelplatforms ontstaan nieuwe toegangsmodellen en een grotere variëteit van consumptie Door de hierboven genoemde ontwikkeling ontstaan schaalvoordelen aan de vraagzijde, ook wel het netwerkeffect genoemd (verhoging van de waarde van het product door toename in gebruik) Democratisering van economische kansen waardoor inclusieve groei mogelijk wordt. De transitiepaden van de RNE hebben tot doel de voorwaarden te creëren voor nieuwe bedrijfsmodellen, producten en diensten die ook kansen voor nieuwe werkgelegenheid kunnen opleveren. Voorwaarde is dat de RNE nieuwe ontwikkelingen sneller en op grotere schaal tot speerpunt kan maken dan elders. Zo ontstaat een concurrentievoordeel dat talenten en bedrijven zal aantrekken. De volgende observaties zijn daarbij van belang: Innovatie is cruciaal De moderne economie wordt gedreven door de behoefte aan innovatie. Om concurrerend te zijn is het nodig producten en diensten voortdurend en stapsgewijs te verbeteren. De transitie naar de nieuwe economie brengt innovaties voort die zowel exponentieel als ontwrichtend zijn. Het werk verandert Het traditionele model van een vaste baan in loondienst maakt plaats voor een dynamischer model met lossere aanstellingen en veel minder zekerheid. De inhoud van veel banen verandert ook. Er komt meer aandacht voor ICT en zachte vaardigheden. Bedrijfsorganisaties veranderen Permanente verandering dwingt bedrijven om hun organisatie flexibeler en adaptiever te maken (exponentiële organisaties). Ze zullen hun werknemers steeds nieuwe mogelijkheden en vaardigheden moeten aanbieden, strategische allianties vormen en opereren in netwerken als onderdeel van een of meer waardeketens. Arbeidsverhoudingen en dienstverbanden veranderen De vorm van arbeidsovereenkomsten verandert: steeds minder stabiele verbintenissen voor de lange termijn, steeds meer losse en tijdelijke contracten en opdrachten voor de korte termijn. Productieprocessen hebben ook invloed op arbeidsverhoudingen. Dat geldt ook voor de veranderende houding van de werknemers zelf, die niet langer de voorkeur geven aan vaste banen voor het leven. Deze vraaggedreven economie zorgt voor nieuwe kansen en ontketent innovatie, maar roept ook vragen op over bescherming op de werkvloer en hoe een goede baan er in de toekomst uit zal komen te zien. Het onmiddellijk beschikbare aanbod van arbeid en de vrijwel verwaarloosbare transactiekosten via deelplatforms maken dat werk steeds verder versnippert en mogelijk ook steeds efficiënter wordt. In de nieuwe economie wordt werk steeds vaker opgedeeld en uitgevoerd door uitvoerders die over de hele wereld kunnen zitten. (Micro-)ondernemers voeren meerdere opdrachten tegelijkertijd uit en freelancers werken in een vloeiende stroom van zelfstandig ondernemerschap. Traditionele definities en maatregelen bij werknemerschap worden steeds onduidelijker. We hebben daarom behoefte aan beleid dat anticipeert op deze voortdurende transitie, een beleid dat verder kijkt dan de traditionele tegenstelling tussen werkgever en werknemer. Misschien moet het sociaal vangnet worden losgekoppeld van voltijds werknemerschap en een betere ondersteuning bieden aan onze opkomende, netwerkende samenleving van (micro)-ondernemers. Er bestaan twee tegengestelde visies hoe de toekomst van werk eruit ziet. Er is een pessimistische visie die een race to the bottom voorspelt, waarin grote winsten worden afgeroomd door bedrijven en enkel restjes overblijven voor werknemers op afroep, met lage lonen, minder of geen sociale zekerheid en toenemende algemene onzekerheid. Er is ook een utopische visie, die de toekomst van werk beschrijft als toenemende flexibiliteit, fluïditeit, innovatie en creativiteit, waarbij elk individu een onafhankelijke (micro-)ondernemer is die zijn eigen toekomst bepaalt. In beide visies zit een kern van waarheid. Hoe de toekomst er uitziet, hangt sterk af van beleidskeuzes. Wat voor soort maatschappij willen we? Het lijkt waarschijnlijk dat er een nieuw regelgevend kader nodig is voor de opkomende deeleconomie om te zorgen dat deze een sociaal gezicht heeft en niet enkel is gericht op efficiency en winstmaximalisatie voor een minderheid. Het lijdt geen twijfel dat de overheid verplicht is om in dit sterk politieke debat een voortrekkerspositie in te nemen CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 45

298 Handelingsperspectief Deze algemene trends en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt moeten worden vertaald in maatregelen die in harmonie zijn met de doelstellingen van de RNE. Sommige van deze maatregelen zullen generiek zijn, andere regiospecifiek. Hiervoor willen we vier programmalijnen ontwikkelen: 1. Lager opgeleiden verdienen betere kansen Het onderste segment van de arbeidsmarkt heeft verschillende grote problemen: uitsluiting van banen, verdringing (laaggeschoolde banen worden overgenomen door beter opgeleide mensen die geen baan kunnen vinden in het middensegment) en onvoldoende gebruik van de talenten van lager opgeleiden (slechte reputatie van het lager beroepsonderwijs dat niet de vaardigheden levert die de arbeidsmarkt vereist). Er is daarom een arbeidsmarktstrategie nodig die innovatie koppelt aan sociaal beleid. De korte-termijnstrategie moet gericht zijn op het verbeteren van perspectieven voor werklozen. Waarschijnlijk zal een groot deel van deze groep nooit in staat zijn op eigen kracht een baan te vinden. Dit betekent dat we alternatieven moeten zoeken. Er lijken twee opties te bestaan: een basisinkomen, of zogenoemde participatiebanen. Beide opties hebben specifieke nadelen, maar binnen de Nederlandse context lijkt de tweede optie de voorkeur te hebben. Bovendien is er een zekere geschiedenis met vergelijkbare regelingen in het verleden (Banenpool, Melkertbanen). Nieuwe methodes voor het activeren van sociale rechten als middel tot aanvulling van inkomen moeten worden ontwikkeld, om het doorstromen naar normale banen te ondersteunen. De MRDH moet gebruik maken van de City Deal-afspraak met het kabinet om experimentele status te krijgen om dit soort methoden toe te passen. Voor de langere termijn moeten pogingen worden ondernomen om het sociaal beleid in te passen in het economisch beleid, bijvoorbeeld door het creëren van banen voor werklozen verplicht te stellen bij aanbestedingsprocedures, het maken van afspraken met specifieke economische sectoren, job carving (opdelen van banen in eenvoudige opdrachten) of het uitbreiden van de dienstensector ( time banking (opsparen van gewerkte uren), zie de Belgische experimenten met dienstencheques ). Voor de langere termijn moeten specifieke programma s worden ontwikkeld voor training on the job, en voor ontwikkeling van de digitale vaardigheden en andere ambachtelijke vaardigheden die naar verwachting vereist zijn in de next economy, dat wil zeggen: Een inspanning voor een op talent gerichte benadering in het vmbo en mbo; De kansen op de arbeidsmarkt voor mbo-studenten verhogen (stages, leerwerktrajecten, et cetera) in samenwerking met het bedrijfsleven; Een e-portfolio voor alle jongeren; Meer aandacht voor basisvaardigheden en digitale vaardigheden. 2. De middelbaar opgeleiden dienen te werken aan hun ontwikkeling/ scholing Veel banen in het middensegment zijn routinebanen. Deze zullen fundamenteel veranderen of zelfs verdwijnen door digitalisering. Dit suggereert: Arbeidsmarktscan voor iedereen; Beschikbaarheid van scholingsbudgetten; Een systeem van permanente educatie op regionale schaal binnen en buiten de sectoren. 3. Het aantrekken van nieuw talent Een bloeiende en dynamische economie trekt getalenteerde mensen van buitenaf. Steden en regio s concurreren steeds meer met elkaar en proberen elkaar af te troeven met de meest aantrekkelijke voorwaarden; een strijd die ook bekend staat als de war on talent. Voor de MRDH vraagt dit om een specifieke strategie, die alle aspecten van een aantrekkelijke stad of regio omvat. Dit zijn de gebruikelijke factoren en omstandigheden, zoals goede huisvesting, cultureel klimaat, beschikbare banen en onderwijsfaciliteiten, maar onlangs is ook het belang van goed basis- en voortgezet onderwijs erkend als een van de belangrijkste elementen in deze set van voorwaarden. Hiervoor moeten we het belang benadrukken van: Onderzoek naar de belangrijke locatie-omstandigheden voor het aantrekken van nieuw talent: focus op basis- en voortgezet onderwijs (inclusief internationalisering) Transparant platform van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt met behulp van digitale hulpmiddelen 4. Arbeidskrachtincubator Technologie maakt het mogelijk om werk en opdrachten op radicaal nieuwe manieren te organiseren. Dit biedt kansen om te profiteren van het potentieel van mensen die nu aan de kantlijn van onze economie staan. Als we het slim (en consciëntieus) aanpakken, kunnen we technologie gebruiken om arbeid op te delen. Zo mobiliseren we niet alleen de ongebruikte capaciteit in onze economie, maar verbeteren we ook de productiviteit en de toegevoegde waarde van onze beroepsbevolking als geheel. Dit vereist doelgerichte interventies, zowel in sectoren als specifieke bedrijfsmodellen, waarbij systeeminnovaties in onze huidige werkprocedures worden geïntroduceerd. We hebben (sociale) ondernemers nodig die in staat zijn nieuwe datatechnologie te combineren met nieuwe financieringsstructuren, managers die werkstromen beheersen en tevens in staat zijn om te opereren op het niveau van de straat. We hebben handelaren nodig die nieuwe bedrijven kunnen opzetten en breekijzers die systemen voor hen kunnen openbreken. Dit kan werken in de haven, de zorg, de overheid en de productiesector. Korte termijn Opzetten van een arbeidskrachtincubator, met een specifieke focus op (sociale) ondernemers die nieuwe technologie gebruiken om ongebruikte arbeidskracht te mobiliseren. 46 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

299 5. De gereedschapskist van de deeleconomie Om inclusiviteit te stimuleren moet de lokale overheid initiatieven nemen om gewone burgers toegang te bieden tot de opkomende deeleconomie. De overheid moet ook kansen bieden om burgers de ICT-, sociale en ondernemersvaardigheden te laten opdoen die nodig zijn om deel te nemen aan en te profiteren van de nieuwe digitale deel -platforms (bijvoorbeeld door het opzetten van Prosumer-deelstations, zoals beschreven in de ondernemende regio). Misschien moet ook het huishoudboekje van gewone burgers eens opnieuw worden onderzocht in het licht van de deeleconomie. Hoe kan het toenemend gebruik van reservecapaciteit en het uitvoeren van opdrachten op afspraak via digitale platforms, en de verkoop van grondstoffen zoals afval en energiesurplus in balans komen met de kosten van het levensonderhoud? Experimenteren met het idee van een ontwikkeling naar nulinkomen: informele economie + deeleconomie + prosumenten + nul marginale kosten (digitale platforms) = 0? CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 47

300 Transformatie van het onderwijssysteem Goede interactie tussen onderwijs, bedrijfsleven en overheid is een belangrijke voorwaarde om mensen in staat te stellen de vaardigheden te verwerven die nodig zijn op de arbeidsmarkt in de nieuwe economie. Voor dit doel stellen we het volgende transitieprogramma voor het onderwijssysteem voor. 1. Versnelling binnen onze scholen Nieuwe technologieën ontwikkelen zich exponentieel en vereisen nieuwe vaardigheden. Innovatief onderwijs is dus nodig: wat betreft vakinhoud, didactiek, de educatieve omgeving en het gebruik van technologie. Die ontwikkeling is van belang voor zowel studenten als docenten. Daarom gaan we werken aan de Next Skills (nieuwe vaardigheden), de Next Methods (nieuwe methoden) en de Next Teacher (nieuwe docent). Next Skills Maakonderwijs & ontwerpdenken leren met een op ontwerpen gebaseerde instelling en nieuw maakonderwijs. Ondernemende mentaliteit kansen zien, zelforganiserend vermogen, leren leren. Multidisciplinair werken over grenzen van gebieden van expertise en samenwerking heen kijken. Nieuwe tech en T-shaped professional inzet voor nieuwe specialisaties. Next Methods Hybride constructies de grens tussen onderwijs en de werkplek wordt vaag. Informeel en formeel leren Ruimten en laboratoria voor makers nieuwe leeromgevingen, als onderdeel van en in aanvulling op het onderwijs. Contextueel, exponentieel, sociaal en productief leren Nieuwe technologie is niet alleen een onderwerp, maar ook een instrument in het onderwijs. Blended learning en Massive Open Online Courses (MOOC s) te gebruiken, zelf te ontwikkelen en te integreren in individuele leerplannen. Ecosystemen voor ondernemers onderwijs om studenten voor te bereiden op start-ups, zoals hackathons, pressure cookers, enz. Next Teacher Volumeprobleem dreigend tekort aan met name docenten voor praktische vakken en in techniek gespecialiseerde docenten. Kwaliteitsprobleem: van niet-gekwalificeerde naar gekwalificeerd docenten, beurzen voor docenten, docentenregister. Professionals voor de klas praktijkervaringen en digitale vaardigheden. Doelstellingen tot 2030: Innovatieve leeromgevingen en gedeelde faciliteiten in living labs en field labs. Ontwikkeling van MOOC s en online professioneel onderwijs door instituten voor hoger onderwijs De aflevering van I- of T-shaped professionals, groene werknemers, uitgerust met vaardigheden van de 21ste eeuw. Taak- en functieanalyses voor het ontwerpen van profielen voor de nieuwe economie Dragende projecten : Ondernemersgeest en -vaardigheden 21ste-eeuwse vaardigheden Academische werkruimtes 48 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

301 2. Vertakking in de samenleving De economie en professionele realiteit veranderen zo snel dat aansluiting van het onderwijs bij de arbeidsmarkt niet langer een eenvoudige taak is. Een deel van de vaardigheden die de markt op dit moment zoekt, bestond vijf jaar geleden niet. Het sleutelwoord is dus levenslang leren. Omscholing, bijscholing en opfriscursussen zijn geen luxes meer, maar van essentieel belang. Enerzijds om verschuivingen in de markt op te vangen (overcapaciteit in sector X, ondercapaciteit in sector Y) en anderzijds om vaardigheden binnen sectoren up-to-date te houden. Daarom moet het onderwijs zich meer ontwikkelen als een sociale partner. De regio en zijn inwoners, activiteiten en problemen, groeien uit tot een educatieve omgeving op zich. Onderwijs wordt gegeven in de buurt, in bedrijven en in ruimtes voor makers; scholing is nodig om de grote uitdagingen in de regio aan te pakken. Levenslang leren Omscholing, bijscholing, opfriscursussen en re-integratie publieke en private samenwerking op het gebied van onderwijs- en arbeidsmarktkwesties. Aansluitingsproblemen tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt, waaronder werken terwijl je leert en leren terwijl je werkt. Basisvaardigheden voor de lager opgeleiden en digitale vaardigheden voor alle volwassenen. Actieve participatie De stad als een campus bijdragen aan nieuwe, bottom-up leeromgevingen onder meer door sociaal ondernemerschap en leren in de buurt. Grote maatschappelijke uitdagingen uiting geven aan de vraag naar middelbaar beroepsonderwijs en hoger beroepsonderwijs als sociale innovatiepartners. Doelstellingen tot 2030: Ontwikkeling van flexibele, korte bijscholings-, omscholings- en nascholingsmodules Ontwerp en ontwikkelen van onderwijsmodellen op gemeenschapsbasis, bijvoorbeeld in samenwerking met de maker -gemeenschap Opbouw van een leer-werkecosysteem met de snelheid van een bedrijf Flexibele cursussen per sector, met de nadruk op nieuwe vaardigheden en ondernemingsgeest Dragende projecten: Programma s voor een leven lang leren Digitale vaardigheden voor de lager opgeleiden De stad als campus: West Practice Rotterdam Sociale innovatie en inclusie CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 49

302 3. Samenwerken met bedrijven Studenten worden het best voorbereid op de echte wereld door erin te werken; bedrijven kunnen goed gebruikmaken van de ontwerp- en innovatiekracht van studenten. Om die reden kunnen speciale samenwerkingsvormen tussen de markt en onderwijsinstellingen veel opleveren. Er zijn verschillende modellen: Citylabs, Techlabs & Fablabs: onderzoek, ontwerp en productie bedrijven en studenten innoveren samen, ontwerpen proof of concepts (basisimplementaties van een idee), maken prototypes en produceren eenmalige producten. Centra van Expertise & Centra voor Innovatief Vakmanschap overlap met bedrijven in nauw gerelateerde werkvelden. Incubators & Accelerators ondersteunen de stap om van student of onderzoeker een ondernemer te worden (bv. YES!Delft, Metropolitan Startup Lab, CIC, ECE, WorldStartupFactory, impact booster) Business Campussen & field labs gedeelde faciliteiten en instituten voor toegepast onderzoek. Praktijkgemeenschappen experimenteren met nieuwe concepten en bedrijfsmodellen. Doelstellingen tot 2030: Het initiëren en financieren van (internationale) cross-overprojecten in fundamenteel revolutionaire technologieën en schaalbare implementaties Studenten betrekken bij innovatie, nieuw design, producten en diensten Het initiëren en faciliteren van praktisch onderzoek binnen de context van field labs Het initiatief nemen voor incubators, accelerators en valorisatie-instituten, in samenwerking met het MBO Het organiseren van innovatielabs en innovatieteams Het opzetten van gedeelde faciliteiten Dragende projecten: Het realiseren van een regionaal RNE-campusnetwerk, in samenwerking met field labs Het realiseren van nieuwe (reële/virtuele) campussen en/of het herprofileren van bestaande campussen 50 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

303 Systeemdoorbraak: de Next Education Group Tien professionele onderwijsinstellingen vormen samen één platform: de Regionale Next Education Group. Ze zijn bereid hun huidige projecten, activiteiten en campussen te delen en gezamenlijk nieuwe projecten te starten binnen de context van de RNE. De missie van het platform is om de uitdagingen en zeer complexe problemen (wicked problems) in de RNE om te zetten in initiatieven in en met het onderwijs. Voor de fysieke infrastructuur en de organisatie zal deze groep voortbouwen op de Centers of Expertise (CoE s) en de Centra voor Innovatief Vakmanschap (CIV s) die zijn opgezet door de hogescholen en de Regionale Opleidingscentra (ROC s). De Next Education Group zal zich ontwikkelen tot een netwerkorganisatie waarin hogescholen, ROC s en bedrijven in de MRDH financieel en materieel bijdragen aan het creëren van programma s die zullen leiden tot de next professional, in overeenstemming met de eerder genoemde drie programmalijnen van dit transitiepad: versnelling binnen onze scholen, vertakking in de samenleving, samenwerken met bedrijven. Een solution lab is een team dat zich inzet voor het oplossen van complexe maatschappelijke en economische uitdagingen die vragen om een systeemverandering; uitdagingen waarvoor geen makkelijke antwoorden bestaan, oplossingen waarvoor acties nodig zijn van verschillende disciplines, individuen en organisaties. In steden zoals Toronto en Kopenhagen bestaan succesvolle voorbeelden van dit model. Het ontwikkelen van nieuwe, revolutionaire werkmethodes die leiden tot een fundamentele doorbraak in het Nederlandse onderwijsmodel is urgent. Het is een van de centrale doelstellingen van de Next Education Group. Om een innovatieve partner te worden voor het bedrijfsleven en de overheid, zal het onderwijs nieuwe wegen moeten verkennen. De Next Education Group neemt het initiatief om de eerste proefprojecten voor solution labs in de MRDH op te zetten, om te beginnen met ondersteuning vanuit de steden Rotterdam en Den Haag CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 51

304 Volgende stappen 6.1 Systematische aanpak Deze Roadmap Next Economy is een beknopt document, gebaseerd op veel uitvoeriger documenten over elk van de transitiepaden. Dit document is het resultaat van maanden keihard samenwerken met talrijke deelnemers uit de overheid, kennisinstituten en de het bedrijfsleven. Jeremy Rifkin en zijn TIR CG-team inspireerden ons daarbij. Als achtergronddocument is een grote TIR CG whitepaper beschikbaar. Dit document bevat een groot aantal ideeën en suggesties waarvan er verschillende terugkomen in de RNE of inspiratie kunnen bieden voor verdere projectinitiatieven in de toekomst. De samenwerking van de regionale teams en de TIR CG leidde tot een geïntegreerde systematische aanpak, met vijf transitiepaden voor het aanpakken van de specifieke uitdagingen en eisen van onze regio: de onderstaande afbeelding weerspiegelt deze aanpak. 52 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

305 De doelstellingen van de RNE zijn vertaald in faciliterende en dragende projecten in elk van de vijf transitiepaden. Samen zullen ze bijdragen aan de systeemdoorbraken die vereist zijn om de maatschappelijke uitdagingen op te lossen en te profiteren van de economische kansen in de MRDH. Doel is om met deze systematische aanpak de inhoud en de opeenvolgende relaties tussen de kickstartprojecten, faciliterende en dragende projecten in elk transitiepad bij te houden. Op die manier wordt de impact van deze projecten versneld en gemaximaliseerd. In het grote geheel van de economische transitie kunnen de vijf transitiepaden niet afzonderlijk worden bekeken, maar we presenteren ze wel als afzonderlijke werkvelden. Er bestaat daarom het risico dat ze zullen evolueren tot afzonderlijke programma s met eigen projecten. De inzet van het RNE is om te komen tot een flexibele werkmethode waarin de sectoroverschrijdende relaties tussen de vijf transitiepaden onder controle worden gehouden. In de onderstaande afbeelding zijn de meest duidelijke sectoroverschrijdende relaties benoemd. Dit zal echter continu moeten worden bijgewerkt tijdens de implementatie van de RNE CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 53

306 6.3 Feiten en cijfers over werkgelegenheid in de MRDH PM 54 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

307 6.4 Weerbaarheidsscan PM 6.5 Inzetstrategie PM CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 55

308 6.6 Investeringsstrategie MRDH De systematische aanpak garandeert dat er rekening wordt gehouden met de onderlinge verbanden en met wereldwijde tendensen en hun effect op onderwijs, werkgelegenheid, innovatie en energie/ klimaat in de regio. Inzet en verwezenlijking van de RNE-strategie vereist synergie tussen Europees beleid en financiering, nationale (financiële) instrumenten, regionale samenwerking en private investeringen. Om de projecten op de markt te brengen is een juiste mix nodig van leningen, technische assistentie, garanties en beurzen. De MRDH moet de volgende acties ondernemen om dit te realiseren: 1. Oprichten van een regionaal investeringsplatform De MRDH gebruikt de Roadmap Next Economy om de regio zichtbaarder te maken bij (internationale) investeerders. Bedrijven en investeerders zouden kunnen profiteren van een eenvoudig en toegankelijk investeringsplatform waar verschillende soorten financiering bij elkaar worden gebracht. Het opzetten van een dergelijk Regionaal Investeringsplatform kan volwassen middelgrote (>25 miljoen) tot grootschalige (>100 miljoen) projecten koppelen aan potentiële investeerders. 2. Implementatie van een EIB-kaderlening in de MRDH De mogelijkheid voor het EIB-kaderleningsinstrument zou de financiering mogelijk maken van een groot aantal kleinere (<25 miljoen) regionale projecten binnen de RNE-context. Nauwe samenwerking met het Nederlands Investerings Agentschap (NIA) voor aansluiting op het Europees Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI) een mogelijke voorloper van een Nederlandse nationale stimuleringsbank verzekert koppeling aan nationale (publieke) banken en institutionele investeerders. Bestaande JESSICA -fondsen in de regio (in Rotterdam en Den Haag) zijn logische geldschieters binnen een dergelijke kaderlening. 3. Introductie van een (nieuwe) mogelijkheid voor ondersteuning van programmaontwikkeling Veel investeringsprojecten krijgen te maken met specifieke hordes die moeten worden genomen voor het moment van een investeringsbesluit daar is. Bestaande EU-mogelijkheden voor technische ondersteuning en ondersteuning bij projectontwikkeling zijn gericht op individuele projecten. Nodig voor de RNE is een overeenkomst tussen de regio en de Europese Commissie over een (nieuwe) instelling voor ondersteuning van programmaontwikkeling. Zo wordt het mogelijk om brede thema s van de RNE beter te behandelen (bijvoorbeeld energie, klimaat, biobased, circulariteit). 4. Onderzoek naar financieringsmogelijkheden voor het transformeren van het onderwijssysteem Onderwijs en werkgelegenheid zijn binnen de context van de Roadmap Next Economy sterk gekoppeld aan de nieuwe vaardighedenagenda voor Europa. Aanvullende financiering is nodig om de vereiste verandering in het onderwijs te bewerkstelligen. Voldoende financiering zorgt ervoor dat onderwijsinstellingen overeenkomsten kunnen aangaan met bedrijven, actiever worden binnen de maatschappij en kunnen investeren in de vaardigheden, methodes en docenten die nodig zijn om de nieuwe vaardighedenagenda te kunnen implementeren. De MRDH heeft de unieke kans om het weefsel van onze regio te reconstrueren op de fundamenten van de nieuwe economie, met alle relevante partners aan boord. De komende jaren kan deze aanpak dienen als een model voor andere regio s in Europa, en misschien zelfs wereldwijd. 56 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

309 6.7 Internationale context De vicevoorzitter van de EU, Maros Šerifović, verantwoordelijk voor de agenda Digitaal Europa, schuift de MRDH samen met de regio Haute-de-France naar voren als schoolvoorbeeld voor inzet van EU-doelstellingen binnen de lidstaten. Dit biedt ons de kans om oplossingen elders in Europa te presenteren. Het geeft onze regio een voortrekkerspositie bij de implementatie van nieuwe financiering en financieringsstrategieën en zal de economische partners binnen onze regionale coalitie kansen bieden om hun markt uit te breiden met contacten die met de inzet van de RNE zijn gerealiseerd. 6.8 Communicatiestrategie PM CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 57

310 Bijlage 1: Lijst met doorbraakprojecten Connect MRDH (Smart Digital Delta) Verbetering en koppeling van de bestaande netwerk- en IT-infrastructuur in de MRDH om aanwezige en veilige IoT-diensten te ondersteunen. Dit zal leiden tot een veilige, open en toekomstbestendige ICT-omgeving, bv. veilig extranet; veilig extranet IEX as a service ; glasvezel in de gehele MRDH; WiFi in de gehele MRDH; LoRa/LWPAN in de gehele MRDH; fijnmazig 4G-netwerk voor industriële en economische infrastructuur; 5G. Focusgebieden zijn campussen en bedrijven- en innovatiewijken in de regio, waaronder central innovation district Den Haag en het Innovation District Rotterdam. Gesprekspartners: KPN, Vodafone, Fox It, CGI, HSD,e.a. Secure Digital Data Exchange & National Cyber Testbed (Smart Digital Delta) Ontwikkeling van een regiobrede IT functionaliteit voor IoT-ontwikkeling. Data van diverse bronnen (sensoren, infrastructuur, bedrijven, personen en overheden) kan hier veilig worden samengebracht, gedeeld, gecominbineerd en geanalyseerd. Gezien de onderlinge verbondenheid en de schaal van mogelijk verstoringen is een nationale testvoorziening een vereiste. Het nationaal cyber testbed biedt een platform waar vitale digitale infrastructuren van bedrijven en overheden uitgebreid worden getest in een beschermde digitale omgeving. De architectuur van de Secure Digital Exchange kan hier ook worden getest in simulaties in een beschermde omgeving. Gesprekspartners: KPN, Shell, CGI, HSD, e.a. Digital Port (Smart Digital Delta) Digitalisering en het verbinden van alles zijn twee belangrijke elementen voor de haven van Rotterdam. Informatie over verkeer, lading, planning en de haveninfrastructuur is van onschatbare waarde voor het optimaliseren van transport- en havenmanagement en levert als zodanig toegevoegde waarde van de haven. Focusgebieden: nautische efficiëntie (Port Call Optimization), Port Base (systeem voor de havengemeenschap), IoT voor logistiek. Model is ook toepasbaar op het Agro-Food cluster Gesprekspartners: Havenbedrijf, TNO Automated/connected mobility (Smart Digital Delta) Dit programma gaat over het IoT-portaal voor mobiliteit, voor een hoogwaardig en laagdrempelig WiFi/xG-netwerk met volledige dekking in de (sub)urbane omgeving als basis voor nieuwe mobiliteitsdiensten, geautomatiseerd transport (truckpelotonvorming, geautomatiseerde coöperatieve mobiliteit, automatisch geleide en autonome voertuigen). Gesprekspartners: TNO, Connekt, DITCM, RET, Connexxion Growing as a Service (Smart Digital Delta) Ontwikkeling van gedigitaliseerde groeiprogramma s, waarbij de Greenport functioneert als kennisportaal en verkeerstoren voor gewasteelt elders Smart Multi Commodity Grid (Smart Energy Delta) Een energie-internet voor de hele regio waarin gebruikers, opwekkers, opslag en conversie samenkomen. Een gebalanceerd, real time beprijsd, energie systeem voor iedereen. Een hybride energiesysteem met bijvoorbeeld het Haven Industrieel Complex Rotterdam, gebruikt als balans voor de stad Rotterdam, om voldoende flexibele capaciteit te garanderen. Initiatief vanuit Stedin en elektriciteitsbedrijven is gewenst om daar vorm aan te geven. Gesprekspartners: Stedin, Eneco, Havenbedrijf Next Generation Residential Areas (Smart Energy Delta) Grootschalige retrofitting van de bebouwde omgeving. Loopt samen op met de (vervangings-) investeringen van het gas-, warmte- en elektriciteitsnet van de netwerkbeheerders. Gestart wordt pilots in 6 stadswijken. Gesprekspartners: Eneco, Stedin, corporaties, VVE s, gemeenten Waste2Chemical (Circular Economy) Privaat consortium rond AkzoNobel ontwikkelt de business case voor een fabriek die afvalmaterialen chemisch recycled naar methonal Bio Refinery (Circular Economy) Privaat consortium rond DSM doet pilot onderzoek voor de mogelijkheden van een bio raffinage faciliteit Circulaire economie in kaart (Circular Economy) Stromenanalyse van afval en grondstoffen brengt potentiele economische waarde van afval voor vormen van circulaire economie in beeld. Na een pilot op de Binckhorst wordt bekeken of deze analyse stadbreed kan worden uitgevoerd. Bij succes wordt opgeschaald naar de gehele regio Rotterdam-Den Haag. Dutch Wind Wheel (Entrepreneurial Region) Ontwikkeling en bouw van iconisch gebouw ( strange attractor ) dat de belichaming is van een groot aantal innovaties die in de regio via fieldlabs zijn ontwikkeld. Next Education Group (Next Society) Inrichten en opbouwen van een uitvoeringsstructuur bij 10 instellingen voor beroepsonderwijs in de regio, functionerend als spin in het web en one stop shop voor transitie-opgaven en projecten in en door het onderwijs. Gesprekspartner: Regionale Hogescholen, ROC s en MBO s (lopend) Duurzame scholen (Next Society / Smart Energy Delta) Den Haag ontwikkelt een aanpak voor verduurzaming van schoolgebouwen waarbij tegelijkertijd het gebouw zelf ook deel gaat uitmaken van het curriculum en makerspaces ruimte bieden aan experimenteren voor leerlingen én mkb-bedrijven uit de omgeving. Dit project is bij succes opschaalbaar naar de hele regio Rotterdam-Den Haag. Korte termijn projecten Openbaar vervoer (Smart Energy Delta Mobility) 100 bussen RET en HTM op waterstof. Gesprekspartners: TNO, RET en HTM Vehicle-to-Grid-laadpunten voor elektrisch voertuigen (Smart Energy Delta - Mobility) Vanaf nu moet elk laadpunt in twee richtingen werken, om een toekomstbestendige basis te leggen voor toekomstige Vehicle-to-Grid-uitbreiding van het energienet. Dit vormt al een onderdeel van de aanbesteding voor openbare laadinfrastructuur en draagt zo bij aan het creëren van een slim energie netwerk. Gesprekspartners: Eneco en Tennet Opschalen van het bestaande experiment met truckpelotonvorming (Smart Digital Delta - Mobility) Platooning met 1000 vrachtwagens in het havengebied. Gesprekspartners: Havenbedrijf, TNO Ontwikkelen van The Hague Humanity Hub (Smart Digital Delta Entrepreneurial Region) Opschalen van de bestaande ondersteunende basis van digitale pioniers voor wereldwijde vrede en rechtvaardigheid. HHH zal focussen op analyse van big data. Nauw gerelateerd is verkenning van de ontwikkeling van een Stanford Peace Informatics laboratorium, momenteel gaande. De VN opent in 2017 haar UNOCHA datacenter in de Hub. Gesprekspartners: Universiteit Leiden -Centre for innovation, VN, e.a. 58 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

311 Fieldlab Blockchain (Smart Digital Delta Entrepreneurial Region) Introductie papierloze contractvormen voor logistieke keten, overeenkomsten en notariële akten. Gesprekspartners: HbR (logistiek); CIC en Deloitte (huurovereenkomsten) Entrepreneurial government (Entrepreneurial Region) Het vanuit de city-deal/overheid aanbieden van een gunstig regionaal ondernemersklimaat door het synchroniseren van protocollen, bouwbesluiten, aanbestedingsprocedures en het wegsnijden van dor hout. Gesprekspartners: partners city-deal en MRDH/gemeenten My Data Our Health (Smart Digital Delta) Ontwikkeling van e-health platform, waarin de (big) data van vele patientgegevens kunnen worden benut voor diagnostiek Anton Duisterwinkel Jan van Dalen Barteld Braaksma Louis Smit Lonneke Baas Jan-Joost van Kan Huub Meertens Roland van der Heijden Laurens Lapre Wim Wendt C Robert Voute Lex Wils Harold Smeeman Roel Willemsen InnovationQuarter Rotterdam School of Management CBS Gemeente Rotterdam InnovationQuarter Atos Atos Gemeente Rotterdam CGI GI GI Eurofiber Eurofiber KPN Fox Hole Production Lab (Smart Digital Delta) Testomgeving in Den Haag voor toepassingen van IoT apparatuur Solar & wind parks (Smart Energy Delta) Opschalen van de productie van hernieuwbare energie. Voorbeelden zijn zonnepanelen op daken op Maasvlakte 2, op vier openbaar vervoer locaties en op leidingstroken. Geothermal in Greenport (Smart Energy Delta) Opschalen van toepassingen geothermie in Westland Virtual Power Plant (Smart Energy Delta) Pilot in M4H voor ontwikkeling smart multi commodity grid op district level Afval Loont / Urban Mining (Circular Economy) Waardevolle grondstoffen terughalen uit afval en burgers laten meeprofiteren van de waarde van stoffen die worden gedolven uit hun afval. Dat is de insteek van dit pilotproject dat vervolgens in de hele regio kan worden opgeschaald. Prosumer Sharing Station (Entrepreneurial Region & Next Society) Pilot voor ontwikkeling wijkvoorziening die bewoners ondersteund bij het gebruik van sharing platforms Bijlage 2: Lijst met partners We are thankful to the following persons who contributed to this roadmap Next Economy MRDH. This list has been compiled with the utmost care, however we cannot completely rule out the possibility that some people who have made a contribution are not mentioned on this list. For this we offer our apologies. Smart Digital Delta Coordination Berry Vetjens Thije Schaap 3D-Data Working group Toine van Riel Martijn de Groot Robert Meijer Albert Boogaart Erik van der Zee Albert Seubers Stéfan Ellenbroek TNO RNE Gemeente Rotterdam Gemeente Zoetermeer TNO / UVA Ortec Geodan Atos de Haagse Hogeschool Stakeholders carrying projects Jolanda Heistek Greenport Eric Egberts Greenport Michiel Jak TNO / Automated mobility / Digital Port Michiel Nijdam Port of Rotterdam Maarten Hillenaar Gemeente Den Haag / HSD / Legal Gov - tech CONNECT Working group Roel Willemens KPN Robert Meijer TNO / UVA Lex Wils Eurofiber Heimen Visser Bouwfonds/BPD Harold Smeeman Eurofiber Harald Groeneveld Eurofiber Lex Wils Eurofiber Jurjen Veldhuizen Huawei Gernant Brem Vodafone Barend Helderman Vodafone Jaap Hulshoff VW Telecom Frank Vieveen Gemeente Rotterdam Stakeholders carrying projects: Jolanda Heistek Greenport Eric Egberts Greenport Michiel Jak TNO / Automated mobility / Digital Port Michiel Nijdam Port of Rotterdam Maarten Hillenaar Gemeente Den Haag / HSD / Legal Gov - tech Secure Digital Data Exchange Working group Robert Meijer TNO / UVA Erik van der Zee Geodan Wim Wendt CGI Lex Wils Eurofiber Harold Smeeman Eurofiber Roel Willemsen KPN M Steltman Dinl Marc gauw Dinl Jan Hogeboom NL-ix Robin de Haas HSD Frank Vieveen Gemeente Rotterdam Hans Leijting Huawei Ludo Baauw Intermax Bix Jacobse R-ix CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 59

312 Maarten Hillenaar Gemeente Den Haag / HSD / Legal Gov - tech Mike Balm Thales Toine van Riel Gemeente Rotterdam Roel Willemsen KPN Testbed Max Remerie HSD Michel Rademaker (Coordination) HCSS Smart Energy Delta Authors Kees d Huy Transition path leader / member of the strategy group / TNO Nienke Maas TNO Jasper Donker TNO Marcel Volkerts TIR representative / DNV-GL Wilbert Hoondert MRDH / City of Delft Working Group members and contributors Anke van Hall Delft University of Technology Bram Reinders Alliander Broer Duursma MRDH Chris Hellinga Delft University of Technology Christiaan Buijnsters Essent Christiene Everaars ENECO Erik Groen ENGIE Fred Akerboom City of Rotterdam Frits Verheij DNV-GL Hans Noordende Tebodin Netherlands B.V. Isabelle Vries Port of Rotterdam Ivonne Bulthuis Platform31 Jan Asselbergs Deltalinqs Jan van der Eijk Van der Eijk Consultancy Jan Westra Priva Jeanke van der Haar ENGIE Jolande Heijstek GreenPort Josefien van de Ven Ministery of Economic Affairs Leo Freriks Siemens Maaike Lousberg TNO Marco van Steekelenburg Province of South Holland Mark Bal City of The Hague Mariette Bilius DCMR Nienke Elfferich Alliander DGO Pablo Smolders Dutch René de Schutter Tebodin Netherlands B.V. Rick Heerink Stedin Rinco Bakker Stedin Roelof Potters Alliander Ruud Melieste Port of Rotterdam Sander van der Wal Innovation Quarter Tim Zijderveld TNO Victor Schoenmakers Port of Rotterdam Zofia Lukszo Delft University of Technology Construction & Renovation Anke van Hal Nyenrode Wilco van Wijlandt MRDH/gemeente Capelle aan den IJssel Fred Akerboom Gemeente Rotterdam Mark Bal Gemeente Den Haag Peter Paul van t Veen TNO Maurice Coen Nyenrode Birgit Dulski Nyenrode Claudia Laumans CLC Company Saskia van der Vlist gemeente Westvoorne Peter Verheggen gemeente Zoetermeer Mobility Michiel Jak TNO Lodewijk Lacroix MRDH Marco van steekelenburg PZH Martin Guit gemeente Rotterdam Frans Botma gemeente Den Haag Rebbert Janssen TNO Martijn de Kievit TNO Bart van Arem TU Delft Gerben Passchier Siemens Pieter van Kooten Heineken Ger van Tongeren Deltalinqs/Waterstofplf Laurens Tuinhout Post.nl Albert Veenstra TKI Dinalog Mark van der Drift Ahold Manon van Duijn PZH Rinke Zonneveld IQ Hans Stevens Verkeersonderneming Peter Krumm Transdev Nederland Theo Konijnendijk RET Natascha Agricola TNO Circular Economy Abdalla, Gaby DWA Ammerlaan, Leon The Green Innovator Batelaan, Maikel Pharmafilter Beckers, Steven Lateral Thinking Factory Büch, Rutger Cirkelstad Cornish, David AkzoNobel Diewart, Ronald Dura Vermeer Dijkgraaf, Jaap DWA Eijlander, Sabine HHS Engels, Pim The Bridge Hein, Carola TU Delft Heistek, Jolanda Greenport WO Hummel, Wisse ENGIE Jongert, Jan Superuse Studios Joustra, Douwe Jan ICE-Amsterdam Kanters, Jan-Willem Cirkellab Kempen, Lieke RNE Kortland, Marco Wilkohaag/Urban Mining Kuijer, Oskar de KDO advies Kwakkel, Ger Gemeente Den Haag Lentz, Ruben BLOC Lindeman, Sabrina ReSourceCity Luscuere, Peter TU Delft / Inspired Ambitions Luscuere, Wart Inspired Ambitions Oei, Peter Stichting Innovatie Glastuinbouw Oudkerk-Pool, Chantal Gemeente Rotterdam Persoon, Nico HHS Rem, Peter TU Delft Rijn, Jørgen van Afval loont Scheepmaker, Hans RNE Slob, Florens Van Gansewinkel / Circularitycenter Stokman, Harry Direct Current BV 60 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

313 Tuijl, Hein van Van Dorp, Henk Willem Veer, Wouter Veerman, Kees Vermeulen, Alex Welink, Jan-Henk Werk, Gertjan de Westra, Jan Priva BV Wildenberg, Louis EPEA Van Dorp Installaties Blue City Ministerie I & M Rijksvastgoedbedrijf TU Delft 3Me Center for Sustainability LDE Wilkohaag / Urban Mining Entrepreneurial Region To be added. Next Society Education Mr. Rick van Dam Education Group for secondary education and vocational training Lentiz Mrs. Caroline Dieleman University of Applied Science Rotterdam Mr. Marc van Ee University of Applied Science Haagse Hogeschool Mr. Roelof Eleveld University of Applied Science Inholland Mr. Stephan Ellenbroek University of Applied Science Haagse Hogeschool Mr. Jaap Gebraad Education Group for secondary education, vocational training and higher education for the maritime sector STC Group. Mr. Bert Hooijer Chairman of the Working group Education, University of Applied Science Rotterdam Mrs. Annette van der Kaay Regional Training Centre Albeda College Mrs. Ria van Oosterhout Regional Training Centre ID College Mr. Ivo Plakman University of Applied Science Rotterdam Mr. Robbert Poort Regional Training Centre ROC Zadkine Mr. Frans van Rongen Agricultural Training Centre Wellant Mr. Job Wolfslag Regional Training Centre ROC Mondriaan Labor Market Mrs Geordi Kooiman VNO-NCW West Mrs Kim Schofaerts MKB Den Haag Mr Bastiaan Soeteman FME Rijndelta Mr Henk de Bruijn Havenbedrijf Rotterdam Mrs Jacqueline Stuurstraat Rotterdamse Zorg Mr Alexander Eijkenaar Manpower temporary employment office Mr Mark Hillen, Social Enterprise.NL Mr Arend van Wijngaarden CNV Mr Nicky Nijhuis Union of students in vocational training JOB Mrs Mirjam Huisman Dutch Council for Refugees South-West of The Netherlands Mrs Marlin Huijgens Municipality of Rotterdam Mrs Marieke Stam-Hartendorp Municipality of The Hague Mrs Monique Kremer professor of active citizenship, University of Amsterdam and member of the academic staff of the The Netherlands Scientific Council for Government Policy (WRR) Mrs Titia Siertsema Trade Association for Installation Technology Uneto-VNI Mr Robbert Dijkstra Founder at Sound & Lift, about (digital) recruitment Mr Janjoost Jullens, Studio Wolfpack, lab for the new economy Mr Gerrit Jan van t Veen, Dutch Coast, Office for technology and business development Mr Peter van Lieshout (Chairman) Kader: Yuri van Geest over next level innovaties (blockchain, AI, quantum computers en nanotechnologie) PM CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY 61

314 De Metropoolregio Rotterdam Den Haag omvat het gebied van 23 gemeenten. De gemeenten bundelen hun krachten om het gebied beter bereikbaar te maken en het economisch vestigingsklimaat te versterken. De Metropoolregio is al een sterke Europese regio, maar we willen nog beter presteren. Betere economische prestaties, betekenen meer welvaart voor de inwoners. Om dit te bereiken zetten we in op: Verbetering van de (internationale) bereikbaarheid van de metropoolregio Economische vernieuwing Transitie naar toonaangevende duurzaamheid Attractiviteit van de regio 62 CONCEPT ROADMAP NEXT ECONOMY

315 Agenda adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH woensdag 16 november 2016 Tijd: 19:00 21:00 uur (inloop vanaf 18:30 uur, inclusief broodmaaltijd voor commissieleden). Locatie: Aleidazaal van het stadskantoor van de gemeente Schiedam, Stadserf 1 0. Gezamenlijke bespreking zienswijze Regionaal Investeringsprogramma MRDH - Op 1 juli heeft het algemeen bestuur MRDH de zienswijzeprocedure gestart voor het Regionaal Investeringsprogramma MRDH. De rode draad van de binnengekomen zienswijzen op het Regionaal Investeringsprogramma MRDH wordt door beide adviescommissies gezamenlijk behandeld om tot één gezamenlijk advies te komen voor het algemeen bestuur d.d. 9 december Na bespreking van de rode draad uit de zienswijzen op het Regionaal Investeringsprogramma MRDH wordt er verder gegaan met de reguliere vergadering. 1. Opening en mededelingen reguliere vergadering adviescommissie Vervoersautoriteit - Vastellen van de agenda. 2. Vaststellen beknopt verslag van de adviescommissie Va d.d U wordt gevraagd het beknopt verslag van de adviescommissie van vast te stellen. 3. Kadernota Openbaar Vervoer en en Ontwerp programma van eisen concessies bus - In de adviescommissie van 5 oktober jl. heeft u een toelichting gekregen op het proces rond de Kadernota OV en het ontwerp Programma van Eisen (PvE) voor de concessies bus. Daar is ook aangekondigd dat in de adviescommissie van 16 november nader wordt ingegaan op de inhoud van beide documenten. - In de bestuurscommissie Vervoersautoriteit van 26 oktober zijn de Kadernota OV en het Ontwerp PvE besproken. Er is voor de Kadernota OV afgesproken dat deze op een later moment in de bestuurscommissie wordt vastgesteld en dus nu niet vrijgegeven kan worden voor zienswijze en advies. U krijgt daarom een korte toelichting op het vervolgproces. - Voor het Ontwerp PvE concessies bus is afgesproken dat de bestuurscommissie het Ontwerp PvE voor de concessies bus nog een keer in een schriftelijke ronde vóór 16 november ter vaststelling voorgelegd krijgt. Zodra deze vastgesteld is, zal het Ontwerp PvE voor de concessies bus vrijgegeven worden voor zienswijze en advies. - U krijgt een toelichting op de inhoud van het Ontwerp PvE concessies bus. 4. Treasurystatuut MRDH en financieringsarrangementen RET en HTM - Op 11 juli 2016 heeft het dagelijks bestuur MRDH het Treasurystatuut 2016 en twee voorstellen met betrekking tot de financiering van investeringen door de vervoerbedrijven HTM en RET ter zienswijze voorgelegd aan de 23 MRDHgemeenten. De zienswijzeperiode liep tot en met 14 oktober Er is een rode draad opgesteld van de binnengekomen zienswijzen voor de adviescommissie. - U wordt gevraagd een advies uit te brengen aan het algemeen bestuur MRDH d.d. 9 december Veegactie (Wijziging reglement van orde adviescommissie) - De veegactie is een actie om onvolkomenheden in de gemeenschappelijke regeling, verordeningen, instellingsbesluiten en reglementen (zowel juridisch/technisch) recht te trekken, evenals zaken waar we in de afgelopen periode tegenaan zijn gelopen en die het werken bemoeilijken. Pagina 1 van 2

316 - U wordt gevraagd om in te stemmen met het voorleggen aan het algemeen bestuur d.d. 9 december 2016 van de wijzigingsvoorstellen voor het reglement van orde van de adviescommissie vervoersautoriteit MRDH Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2016 en eerste helft Ter informatie is de inhoudelijke jaarplanning MRDH 2016/2017 bijgesloten. Per kwartaal is aangegeven welke (grote) onderwerpen voor behandeling gepland staan in de bestuurscommissie(s), adviescommissie(s), dagelijks bestuur en algemeen bestuur. Op deze manier is tevens in één oogopslag te zien welke onderwerpen in dezelfde tijdsperiode in de verschillende gremia behandeld worden. - In het overzicht is aangegeven voor welke onderwerpen er een zienswijzeprocedure voorzien is. 7. Terugkoppeling BO MIRT 13 oktober 2016 (mondeling) - Op 13 oktober is er een bestuurlijk overleg MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) geweest. In dit overleg zijn er afspraken gemaakt voor de regio. De belangrijkste afspraken zijn: - De verlenging van het Infrastructuurfonds wordt in de Noordelijke en Zuidelijke Randstad ingevuld met een programmatische aanpak waarin rijk en regio samen invulling geven aan projecten en de financiering daarvan. Het Rijk heeft voor de Zuidelijke Randstad nu 200 mln beschikbaar (en een gelijk bedrag voor de Noordelijke Randstad en de goederencorridor Oost). Als het nieuwe Kabinet is aangetreden zal in het BO MIRT een volgende tranche volgen met een grotere omvang. De regio draagt wederkerig bij. Dat kan gaan over geld, maar bijvoorbeeld ook over op de frastructuurprioriteiten afgestemd ruimtelijk beleid. De invulling van de 200 mln gaat plaatsvinden met behulp van het MIRT-onderzoek Rotterdam Den Haag en de NMCA en op basis van het Regionaal Investeringsprogramma. De projecten viersporigheid, oeververbinding, aansluitingen HWN/OWN en N59 gaan in ieder geval samen uitgewerkt worden en kunnen onderdeel van de programmatische aanpak worden als ze voldoende nut en noodzaak blijken te hebben. Afspraken hierover worden in het voorjaarsoverleg BO MIRT gemaakt. - Voor de spooraanpassingen bij Schiedam (variant D) is afgesproken snel na het gereed komen van het onderzoek van ProRail naar de effectiviteit hiervan uitvoeringsafspraken te gaan maken. - Minister Schultz trekt verder 50 miljoen uit voor de doorstroming Burgerveen Leiden (A4), 35 miljoen voor verdieping van de Nieuwe Waterweg en heeft 100 mln beschikbaar voor versnelde uitvoering van het traject Nieuwerkerk Knooppunt Gouwe (A20). Ook komt extra geld beschikbaar voor uitbreiding van de fietsenstallingen bij stations. 8. Rondvraag en sluiting - - Volgende vergadering Woensdag 15 februari, van tot uur Locatie Zoetermeer Belangstellenden die gebruik willen maken van het spreekrecht dienen dit tenminste 24 uur voor de aanvang van de vergadering kenbaar te maken (via w.dekker@mrdh.nl en t.vanmourik@mrdh.nl) onder vermelding van hun naam en het onderwerp waarover gesproken zal worden en het belang dat daarbij aan de orde is. Het spreekrecht heeft uitsluitend betrekking op de in de agenda vermelde onderwerpen. Bij opening van de vergadering, wordt aan belanghebbende het recht verleend in te spreken. Iedere spreker krijgt maximaal vijf minuten spreektijd. Indien er meerdere sprekers zijn bepaalt de voorzitter in overleg met de commissie de totale voor belanghebbende beschikbare spreektijd en de volgorde van sprekers. Pagina 2 van 2

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 26 oktober 2016 OPENBAAR

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 26 oktober 2016 OPENBAAR VERSLAG Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 26 oktober 2016 OPENBAAR Opening en mededelingen openbaar gedeelte 1. Vaststellen van de agenda van het openbare deel De heer Rosier geeft aan dat

Nadere informatie

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR. vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit vast te stellen.

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR. vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit vast te stellen. METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT ZITTING 2015-2018 AGENDA 21 e vergadering bestuurscommissie Vervoersautoriteit op woensdag 16 november 2016, van 09.30 tot 11.00 uur, vergaderzaal G

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 16 november 2016 OPENBAAR

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 16 november 2016 OPENBAAR VERSLAG Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 16 november 2016 OPENBAAR Opening en mededelingen openbaar gedeelte Een welkom aan wethouder Arnold de Leeuw (Krimpen aan den IJssel). Verhinderd

Nadere informatie

1. Het concept samenvattend verslag van het openbare gedeelte van de 15 e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit vast te stellen.

1. Het concept samenvattend verslag van het openbare gedeelte van de 15 e vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit vast te stellen. H.2. Besluitenlijst van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag 15 e vergadering, 13.04.2016, MRDH te Den Haag Aanwezige leden Th.J.A.M. de Bruijn, M.J. Rosier,

Nadere informatie

Deze is ter informatie verzonden aan de MRDH-coördinatoren, griffiers en het ambtelijk overleg Vervoersautoriteit

Deze  is ter informatie verzonden aan de MRDH-coördinatoren, griffiers en het ambtelijk overleg Vervoersautoriteit Deze email is ter informatie verzonden aan de MRDHcoördinatoren, griffiers en het ambtelijk overleg Vervoersautoriteit Geachte leden van de adviescommissie Vervoersautoriteit, Ter informatie zijn bijgevoegd:

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 7 december 2016 OPENBAAR

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 7 december 2016 OPENBAAR VERSLAG Bestuurscommissie vergadering 7 december 2016 OPENBAAR Opening en mededelingen openbaar gedeelte De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom bij de laatste vergadering van de

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 8 maart 2017 OPENBAAR

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 8 maart 2017 OPENBAAR VERSLAG Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 8 maart 2017 OPENBAAR Opening en mededelingen openbaar deel 1. Mededelingen en vaststellen agenda De voorzitter opent de vergadering en meldt dat

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 december 2017, tot uur

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 december 2017, tot uur Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 december 2017, 09.30 tot 11.30 uur OPENBAAR DEEL Aanwezig Voorzitter Albrandswaard P.J. Langenberg Mw. J.E. de Leeuw e Midden-Delfland Nissew aard H.H.V.

Nadere informatie

Besluitenlijst van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag 6 e vergadering, 17 juni 2015, MRDH te Den Haag

Besluitenlijst van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag 6 e vergadering, 17 juni 2015, MRDH te Den Haag Besluitenlijst van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag 6 e vergadering, 17 juni 2015, MRDH te Den Haag Aanwezige leden P.J. Langenberg, Th.J.A.M. de Bruijn,

Nadere informatie

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR. De vergadering begint met een besloten deel. Naar verwachting start het openbare deel om uur.

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR. De vergadering begint met een besloten deel. Naar verwachting start het openbare deel om uur. ZITTING 2015 2018 AGENDA 19 e vergadering bestuurscommissie Vervoersautoriteit op woensdag 21 september 2016, van 09.30 tot 11.00 uur, vergaderzaal G van de MRDH, Grote Marktstraat 43 te Den Haag PUNTEN

Nadere informatie

Vervoersautoriteit MRDH: W.J. Benschop (secretaris), E. Bavelaar, J.W. Immerzeel, D. Dijs, W. Dekker, T. van Mourik (verslag)

Vervoersautoriteit MRDH: W.J. Benschop (secretaris), E. Bavelaar, J.W. Immerzeel, D. Dijs, W. Dekker, T. van Mourik (verslag) H.1. Besluitenlijst van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag 10 e vergadering, 16 november 2015, MRDH te Den Haag Aanwezige leden P.J. Langenberg (voorzitter),

Nadere informatie

Adviescommissie Vervoersautoriteit woensdag 6 juni 2018, uur

Adviescommissie Vervoersautoriteit woensdag 6 juni 2018, uur AGENDA Adviescommissie Vervoersautoriteit woensdag 6 juni 2018, 19.30 20.30 uur Locatie: zaal A, MRDH Westersingel 12, Rotterdam Parkeren: kan op het parkeerterrein van de MRDH. Ingang via de poort naast

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 25 oktober 2017 Delft, Markt 87, Raadzaal

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 25 oktober 2017 Delft, Markt 87, Raadzaal Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 25 oktober 2017 Delft, Markt 87, Raadzaal OPENBAAR DEEL Aanwezig Voorzitter P.J. Langenberg Midden-Delfland H.H.V. Horlings Albrandswaard Mw. J.E. de Leeuwe Barendrecht

Nadere informatie

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT Grote Marktstraat 43 Postbus 66 2501 CB Den Haag Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Postbus 66 2501 CB Den Haag Aan de colleges van Burgemeester en

Nadere informatie

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT ZITTING 2015-2018 AGENDA 18 e vergadering bestuurscommissie Vervoersautoriteit op woensdag 6 juli 2016, van 09.30 tot 11.30 uur, vergaderzaal G van

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag Nr. 1071 25 juli 2018 Besluitenlijst, Bestuurscommissie Vervoersautoriteit, 11 juli

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 17 mei 2017 MRDH, zaal G.

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 17 mei 2017 MRDH, zaal G. BESLUITENLIJST Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 17 mei 2017 MRDH, zaal G. Opening en mededelingen besloten gedeelte 1. Mededelingen en vaststellen agenda PUNTEN VAN BEHANDELING BESLOTEN Verslag besloten

Nadere informatie

algemeen bestuur 11 e vergadering, vrijdag 9 december 2016, uur

algemeen bestuur 11 e vergadering, vrijdag 9 december 2016, uur BEKNOPT VERSLAG algemeen bestuur 11 e vergadering, vrijdag 9 december 2016, 15.00 17.00 uur Raadhuis Krimpen aan den IJssel, raadzaal, Raadhuisplein 2, 2922 AD Dit beknopt verslag wordt toegezonden vooruitlopend

Nadere informatie

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2016 Versie 1, 15 april 2016

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2016 Versie 1, 15 april 2016 Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2016 Versie 1, 15 april 2016 Het voorliggende document betreft de eerste versie van de inhoudelijke jaarplanning MRDH 2016. Per kwartaal is aangegeven welke (grote) onderwerpen

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 15 november 2017 MRDH, Westersingel 12 Rotterdam

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 15 november 2017 MRDH, Westersingel 12 Rotterdam Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 15 november 2017 MRDH, Westersingel 12 Rotterdam OPENBAAR DEEL Aanwezig Plv. voorzitter M.J. Rosier Midden-Delfland H.H.V. Horlings Albrandswaard Mw. J.E. de Leeuwe

Nadere informatie

Connexxion Haaglanden B.V. t.a.v. de heer J.C. Korteweg Postbus AE Hilversum. Geachte heer Korteweg,

Connexxion Haaglanden B.V. t.a.v. de heer J.C. Korteweg Postbus AE Hilversum. Geachte heer Korteweg, Westersingel 12 Postbus 21012 3001 AA Rotterdam Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Postbus 21012 3001 AA Rotterdam Connexxion Haaglanden B.V. t.a.v. de heer J.C. Korteweg Postbus 224 1200 AE Hilversum

Nadere informatie

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2017 en eerste doorkijk 2018 Versie 5, 15 september 2017

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2017 en eerste doorkijk 2018 Versie 5, 15 september 2017 Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2017 en eerste doorkijk 2018 Versie 5, 15 september 2017 Het voorliggende document betreft de inhoudelijke jaarplanning MRDH. Per kwartaal is aangegeven welke (grote) onderwerpen

Nadere informatie

Met vriendelijke groet, W. (Wouter) Dekker, MSc bestuurszaken Vervoersautoriteit Telefoon: Mobiel:

Met vriendelijke groet, W. (Wouter) Dekker, MSc bestuurszaken Vervoersautoriteit Telefoon: Mobiel: Deze mail is verzonden aan de colleges van B&W en gemeenteraden van de MRDH-gemeenten, de leden van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit, de leden van het ambtelijk overleg Vervoersautoriteit en MRDH-coördinatoren.

Nadere informatie

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR. A. Opening en mededelingen - Welkom aan de heer Arthur Gleijm, interim-directeur Vervoersautoriteit MRDH.

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR. A. Opening en mededelingen - Welkom aan de heer Arthur Gleijm, interim-directeur Vervoersautoriteit MRDH. METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT ZITTING 2015-2018 AGENDA 17 e vergadering bestuurscommissie Vervoersautoriteit op woensdag 15 juni 2016, van 09.30 tot 11.30 uur, vergaderzaal G van

Nadere informatie

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG ZITTING 2015-2018 AGENDA 22 e vergadering bestuurscommissie Vervoersautoriteit op woensdag 7 december 2016, van 09.30 tot 11.00 uur, vergaderzaal G van de MRDH, Grote

Nadere informatie

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG VERVOERSAUTORITEIT Grote Marktstraat 43 Postbus 66 2501 CB Den Haag Telefoon 088 5445 100 E-mail: informatie@mrdh.nl Internet: www.mrdh.nl KvK nummer: 62288024 Retouradres:

Nadere informatie

RET N.V. t.a.v. de heer M. Unck Postbus AC ROTTERDAM. Geachte heer Unck,

RET N.V. t.a.v. de heer M. Unck Postbus AC ROTTERDAM. Geachte heer Unck, Grote Marktstraat 43 Postbus 66 2501 CB Den Haag Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Postbus 66 2501 CB Den Haag RET N.V. t.a.v. de heer M. Unck Postbus 112 3000 AC ROTTERDAM Datum 5 juli 2017 Onderwerp

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 7 maart 2018

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 7 maart 2018 METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG AGENDA Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 7 maart 2018 09.30 uur - 11.30 uur MRDH, Westersingel 12 te Rotterdam, ruimte A. OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar

Nadere informatie

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2017 en eerste doorkijk 2018 Versie 4, 20 april 2017

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2017 en eerste doorkijk 2018 Versie 4, 20 april 2017 Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2017 en eerste doorkijk 2018 Versie 4, 20 april 2017 Het voorliggende document betreft de vierde versie van de inhoudelijke jaarplanning MRDH. Per kwartaal is aangegeven

Nadere informatie

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 17 november 2016 MRDH OPENBAAR DEEL

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 17 november 2016 MRDH OPENBAAR DEEL VERSLAG Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 17 november 2016 MRDH OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar deel 1. Mededelingen en vaststellen agenda o De vicevoorzitter opent

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 6 juli 2016 OPENBAAR

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 6 juli 2016 OPENBAAR VERSLAG Bestuurscommissie Vervoersautoriteit vergadering 6 juli 2016 G. Opening en mededelingen OPENBAAR De voorzitter opent de openbare vergadering en alle afwezigen zijn gelijk als bij het besloten deel.

Nadere informatie

H.2. Aanwezige leden. Vervoersautoriteit MRDH: W.J. Benschop (secretaris), E. Bavelaar, D. Dijs, W. Dekker, T. van Mourik (verslag)

H.2. Aanwezige leden. Vervoersautoriteit MRDH: W.J. Benschop (secretaris), E. Bavelaar, D. Dijs, W. Dekker, T. van Mourik (verslag) H.2. Besluitenlijst van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag 8 e vergadering, 21 september 2015, MRDH te Den Haag Aanwezige leden P.J. Langenberg, Th.J.A.M.

Nadere informatie

Besluitenlijst van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag 17 e vergadering, , MRDH te Den Haag

Besluitenlijst van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag 17 e vergadering, , MRDH te Den Haag A. Mededelingen Besluitenlijst van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag 17 e vergadering, 06.07.2016, MRDH te Den Haag PUNTEN VAN BEHANDELING - BESLOTEN B. Vaststellen

Nadere informatie

Stadhuis Den Haag, raadzaal, Spui 70, 2511 BT

Stadhuis Den Haag, raadzaal, Spui 70, 2511 BT METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG AGENDA algemeen bestuur 16 e vergadering, donderdag 21 december 2017, 14.30-16.30 uur Stadhuis Den Haag, raadzaal, Spui 70, 2511 BT Opening en mededelingen 1. Mededelingen

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 17 mei 2017

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 17 mei 2017 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 17 mei 2017 MRDH, Grote Markstraat 43 Den Haag OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar deel 10. Mededelingen en vaststellen agenda De voorzitter heet de heer

Nadere informatie

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 december 2017, tot uur

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 december 2017, tot uur A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 december 2017, 09.30 tot 11.30 uur MRDH, vergaderzaal A (begane grond) Westsingel 12 te Rotterdam. OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar

Nadere informatie

Aan de adviescommissies Economisch Vestigingsklimaat en Vervoersautoriteit,

Aan de adviescommissies Economisch Vestigingsklimaat en Vervoersautoriteit, Vergadering: 15 juni 2016 Agendapunt: Onderwerp: Adviesaanvraag Regionaal Investeringsprogramma Datum: 7 juni 2016 Contactpersoon: Tom Boot Telefoonnummer: 06 28707617 Aan de adviescommissies Economisch

Nadere informatie

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 22 september 2016 MRDH OPENBAAR DEEL

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 22 september 2016 MRDH OPENBAAR DEEL VERSLAG Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 22 september 2016 MRDH OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar deel 1. Mededelingen en vaststellen agenda De voorzitter opent

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 17 oktober 2018 MRDH, Westersingel 12 te Rotterdam

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 17 oktober 2018 MRDH, Westersingel 12 te Rotterdam Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 17 oktober 2018 MRDH, Westersingel 12 te Rotterdam Aanw ezig Voorzitter (plv) Albrandswaard OPENBAAR DEEL R. van Asten M. Heezen Midden-Delfland H.H.V. Horlings Barendrecht

Nadere informatie

Uw subsidieaanvraag is geregistreerd onder projectnummer /VVO116 met verplichtingennummer

Uw subsidieaanvraag is geregistreerd onder projectnummer /VVO116 met verplichtingennummer Grote Marktstraat 43 Postbus 66 2501 CB Den Haag Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Postbus 66 2501 CB Den Haag HTM Personenvervoer N.V. t.a.v. de heer G. Boot Postbus 28503 2502 KM DEN HAAG Datum 15 juni

Nadere informatie

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 5 juli 2017, tot uur

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 5 juli 2017, tot uur A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 5 juli 2017, 11.00 tot 12.00 uur MRDH, Grote Marktstraat 43 te Den Haag, zaal G (5 e etage) OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar deel

Nadere informatie

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 september 2017, tot uur

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 september 2017, tot uur A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 september 2017, 09.30 tot 11.30 uur MRDH, Grote Marktstraat 43 te Den Haag, zaal G (5 e etage) OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar

Nadere informatie

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR ZITTING 2015 2018 AGENDA 20 e vergadering bestuurscommissie Vervoersautoriteit op woensdag 26 oktober 2016, van 09.30 tot 11.30 uur, vergaderzaal G van de MRDH, Grote Marktstraat 43 te Den Haag PUNTEN

Nadere informatie

Deze kadernota bevat de uitgangspunten voor het opstellen van de begroting 2016 van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (hierna MRDH).

Deze kadernota bevat de uitgangspunten voor het opstellen van de begroting 2016 van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (hierna MRDH). Kadernota begrotingsuitgangspunten 2016 versie 26 februari 2015 Deze kadernota bevat de uitgangspunten voor het opstellen van de begroting 2016 van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (hierna MRDH). 1.

Nadere informatie

Adviescommissies VA & EV MRDH

Adviescommissies VA & EV MRDH ANALYSE- & OPLOSSINGSRICHTINGENFASE MIRT ONDERZOEK BEREIKBAARHEID ROTTERDAM DEN HAAG Adviescommissies VA & EV MRDH 12 april 2017 Investeringsstrategie MRDH RIJK -> MIRT: Samenhang strategische trajecten

Nadere informatie

Metropoolregio Rotterdam Den Haag Sijthoff City Grote Marktstraat BH Den Haag Postbus CB Den Haag

Metropoolregio Rotterdam Den Haag Sijthoff City Grote Marktstraat BH Den Haag Postbus CB Den Haag Geachte leden van de adviescommissie Vervoersautoriteit, Per brief van 18 november jl. (zie bijlage) heeft u advies uitgebracht aan het algemeen bestuur over de 1 e Bestuursrapportage MRDH 2015. Bijgevoegd

Nadere informatie

De schaal van de woningcorporaties in overeenstemming brengen met de schaal van de regionale woningmarkt.

De schaal van de woningcorporaties in overeenstemming brengen met de schaal van de regionale woningmarkt. COLLEGEVOORSTEL Onderwerp Besluit tot aanwijzing gebied regio s Haaglanden, Midden-Holland en Rotterdam als kernwerkgebied voor de woningcorporaties Te besluiten om 1. Kennis te nemen van de voorlopige

Nadere informatie

OV, hoe werkt het? (in de MRDH) Ivo van der Linden Adviescommissie VA, 10 oktober 2018

OV, hoe werkt het? (in de MRDH) Ivo van der Linden Adviescommissie VA, 10 oktober 2018 OV, hoe werkt het? (in de MRDH) Ivo van der Linden Adviescommissie VA, 10 oktober 2018 Inhoudsopgave 1 2 3 4 1. Wettelijk kader en context Wettelijk kader en begrippen Wet Lokaal Spoor (WLS) Aanleg, beheer,

Nadere informatie

Het taakstellend budget voor het programma Beter Benutten is als volgt opgesteld (kopie uit Plan van Aanpak):

Het taakstellend budget voor het programma Beter Benutten is als volgt opgesteld (kopie uit Plan van Aanpak): Grote Marktstraat 43 Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Burgemeester en Wethouders van de gemeente Den Haag Postbus 12 651 2500 DP DEN HAAG C O N C E P T Datum 21 september 2016 Onderwerp Beschikking project

Nadere informatie

Algemeen bestuur. De leden van de bestuurs- en adviescommissie zijn voorgedragen door de gemeenten.

Algemeen bestuur. De leden van de bestuurs- en adviescommissie zijn voorgedragen door de gemeenten. Algemeen bestuur Onderwerp Voorgesteld besluit Korte motivering Vergadering 19-12-2014 Agendapunt 8 Economisch Vestigingsklimaat Vaststellen van: 1. De verordening Bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat

Nadere informatie

Uw subsidieaanvraag is geregistreerd onder projectnummer /VVO115 met verplichtingennummer

Uw subsidieaanvraag is geregistreerd onder projectnummer /VVO115 met verplichtingennummer Grote Marktstraat 43 Postbus 66 2501 CB Den Haag Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Postbus 66 2501 CB Den Haag HTM Personenvervoer N.V. t.a.v. de heer G. Boot Postbus 28503 2502 KM DEN HAAG Datum 16 juni

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG AGENDA Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 26 september 2018 09.00-10.50 uur MRDH, Westersingel 12 te Rotterdam Inwerkprogramma: presentatie 'OV hoe werkt het?'

Nadere informatie

Bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat donderdag, 18 mei 2017, uur

Bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat donderdag, 18 mei 2017, uur METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG AGENDA Bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat donderdag, 18 mei 017, 14.00-16.00 uur NB Voorafgaand aan de vergadering vindt van 13.30 tot 14.00 uur bespreking

Nadere informatie

VOORNEMEN TOT AANWIJZEN KERNWERKGEBIED HAAGLANDEN, ROTTERDAM, MIDDEN- HOLLAND

VOORNEMEN TOT AANWIJZEN KERNWERKGEBIED HAAGLANDEN, ROTTERDAM, MIDDEN- HOLLAND DSO/2016.270 RIS 292840 VOORNEMEN TOT AANWIJZEN KERNWERKGEBIED HAAGLANDEN, ROTTERDAM, MIDDEN- HOLLAND HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, Overwegende dat: - de Woningwet eisen stelt aan het werkgebied

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: 19 december Onderwerp: Voorstel oprichting Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH)

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: 19 december Onderwerp: Voorstel oprichting Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: 19 december 2013 Onderwerp: Voorstel oprichting Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) Gevraagde Beslissing: Te besluiten om: 1. Over te gaan tot het

Nadere informatie

Bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat donderdag, 17 november 2016, uur

Bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat donderdag, 17 november 2016, uur METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG AGENDA Bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat donderdag, 17 november 2016, 14.00-16.00 uur Locatie: raadszaal, gemeente Krimpenerwaard Adres: Burgemeester van

Nadere informatie

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 15 november 2017, tot uur

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 15 november 2017, tot uur A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 15 november 2017, 10.30 tot 11.30 uur MRDH, vergaderzaal A (begane grond) Westsingel 12 te Rotterdam. De vergadering start met een besloten deel.

Nadere informatie

College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Den Haag Postbus DP DEN HAAG. Geacht college,

College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Den Haag Postbus DP DEN HAAG. Geacht college, Westersingel 12 Postbus 21012 3001 AA Rotterdam Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Postbus 21012 3001 AA Rotterdam College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Den Haag Postbus 12651 2500 DP

Nadere informatie

Op 7 december 2016 is door MRDH middels een beschikking met kenmerk aan u een exploitatiesubsidie verleend van maximaal

Op 7 december 2016 is door MRDH middels een beschikking met kenmerk aan u een exploitatiesubsidie verleend van maximaal Westersingel 12 Postbus 21012 3001 AA Rotterdam Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Postbus 21012 3001 AA Rotterdam HTMbuzz B.V. t.a.v. de directie Postbus 45789 2504 BD Den Haag Datum 10 april 2019 Onderwerp

Nadere informatie

Nieuwe fase in samenwerking in de regio

Nieuwe fase in samenwerking in de regio Nieuwe fase in samenwerking in de regio Presentatie voor de gemeenteraad Opbouw MRDH en Afbouw Haaglanden 2 september 2014 Aanleiding voor de presentatie MRDH: Consultatiepakket gemeenten om daadwerkelijke

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 5 juli 2017

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 5 juli 2017 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 5 juli 2017 MRDH, Grote Markstraat 43 Den Haag OPENBAAR DEEL Aanwezig Voorzitter P.J. Langenberg Midden-Delfland H.H.V. Horlings Secretaris A.L. Gleijm Nissewaard Mw.

Nadere informatie

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR Vergadering Datum Tijd Plaats Bestuurscommissie Va 15 juni 2016 9.30 uur MRDH Aanwezig Rotterdam Zoetermeer Albrandswaard Brielle Capelle aan den IJssel Delft Hellevoetsluis Krimpen aan den IJssel Lansingerland

Nadere informatie

Bedoeling is in juni 2016 een verzoek voor de vorming van een kernwerkgebied bij de minister in te dienen.

Bedoeling is in juni 2016 een verzoek voor de vorming van een kernwerkgebied bij de minister in te dienen. 2016-03- 03 Aan:. de raden van bestuur van de corporaties die actief zijn in de regio s Haaglanden, Midden-Holland en Rotterdam. de colleges van B&W van de gemeenten waar corporaties die actief zijn in

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 11 juli uur uur Westersingel 12 te Rotterdam

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 11 juli uur uur Westersingel 12 te Rotterdam METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG AGENDA Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 11 juli 2018 09.00 uur - 11.30 uur Westersingel 12 te Rotterdam OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar deel 1. Mededelingen

Nadere informatie

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 2 februari 2017 MRDH OPENBAAR DEEL

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 2 februari 2017 MRDH OPENBAAR DEEL VERSLAG Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 2 februari 2017 MRDH OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar deel 1. Mededelingen en vaststellen agenda o De voorzitter opent

Nadere informatie

Vergadering Datum Tijd Plaats Adviescommissie Va MRDH 17 juni 2015 19.00 uur Zoetermeer, raadzaal

Vergadering Datum Tijd Plaats Adviescommissie Va MRDH 17 juni 2015 19.00 uur Zoetermeer, raadzaal Vergadering Datum Tijd Plaats Adviescommissie Va MRDH 17 juni 2015 19.00 uur Zoetermeer, raadzaal Aanwezige commissieleden dhr. A. Hekman Schiedam dhr. C.M.P. t Hart Maassluis (voorzitter) dhr. F.P. van

Nadere informatie

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 1 februari 2018 MRDH OPENBARE VERGADERING

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 1 februari 2018 MRDH OPENBARE VERGADERING VERSLAG Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 1 februari 2018 MRDH OPENBARE VERGADERING Opening en mededelingen 1. Mededelingen en vaststellen agenda De voorzitter opent de vergadering.

Nadere informatie

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 27 september 2018 MRDH OPENBARE VERGADERING

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 27 september 2018 MRDH OPENBARE VERGADERING VERSLAG Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 27 september 2018 MRDH OPENBARE VERGADERING Opening en mededelingen 1. Mededelingen en vaststellen agenda Tijdelijk technisch voorzitter

Nadere informatie

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 18 mei 2017 MRDH OPENBARE VERGADERING

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 18 mei 2017 MRDH OPENBARE VERGADERING VERSLAG Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 18 mei 2017 MRDH OPENBARE VERGADERING Opening en mededelingen 1. Mededelingen en vaststellen agenda De voorzitter opent de vergadering.

Nadere informatie

Ontwerp Programma van Eisen concessies Bus

Ontwerp Programma van Eisen concessies Bus Ontwerp Programma van Eisen concessies Bus Adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH Sjoerd, Bosman, Directeur Openbaar Vervoer Vervoersautoriteit MRDH 16 november 2016 Concessie Stand van zaken OV-concessies

Nadere informatie

Vergadering Datum Tijd Plaats Adviescommissie Va MRDH 16 november 2015 19.00 uur De Rode Olifant, Den Haag

Vergadering Datum Tijd Plaats Adviescommissie Va MRDH 16 november 2015 19.00 uur De Rode Olifant, Den Haag Vergadering Datum Tijd Plaats Adviescommissie Va MRDH 16 november 2015 19.00 uur De Rode Olifant, Den Haag Vergadering Datum Tijd Plaats Adviescommissie Va MRDH 16 november 2015 18.00 uur de Rode Olifant,

Nadere informatie

Op grond van de Wet Personenvervoer (Wp 2000), artikel 32, lid 2 sub d:

Op grond van de Wet Personenvervoer (Wp 2000), artikel 32, lid 2 sub d: Vergadering: 25 oktober 2017 Agendapunt: 4.7. Onderwerp: Toelichting op Tarieven OV 2019 Portefeuille: OV Performance Datum: 8 november 2018 Contactpersoon: Jan-Kees van Elderen Telefoonnummer: 088-5445211

Nadere informatie

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG Retouradres: Postbus 12600,2500 DJ Den Haag Colleges van B&W in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag U w brief van U w k enmer k Ons kenmerk Burgemees ter/2013. aanbiedingvoor

Nadere informatie

OM UUR START DE VERGADERING MET EEN BESLOTEN DEEL. Aansluitend worden in het OPENBAAR DEEL de volgende agendapunten behandeld:

OM UUR START DE VERGADERING MET EEN BESLOTEN DEEL. Aansluitend worden in het OPENBAAR DEEL de volgende agendapunten behandeld: Agenda 7 e openbare vergadering algemeen bestuur Metropoolregio Rotterdam Den Haag Vrijdag 4 maart 2016, aanvang 15.00 uur, in de raadszaal van de gemeente Pijnacker-Nootdorp, Emmastraat 165, 2641 ED Pijnacker

Nadere informatie

prov.nc,eholland 12 SEP 2016 ^ VOORBLAD Deo,/bijlage Afd. Geme Provincie Zuid-Holland Productnr. Geachte ontvanger,

prov.nc,eholland 12 SEP 2016 ^ VOORBLAD Deo,/bijlage Afd. Geme Provincie Zuid-Holland Productnr. Geachte ontvanger, prov.nc,eholland Afd. Geme Deo,/bijlage Productnr. 12 SEP 2016 ^ VOORBLAD Provincie Zuid-Holland Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Gemeenteraad

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 11 juli 2018 MRDH, Westersingel 12 te Rotterdam

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 11 juli 2018 MRDH, Westersingel 12 te Rotterdam VERSLAG Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 11 juli 2018 MRDH, Westersingel 12 te Rotterdam OPENBAAR DEEL Aanw ezig Voorzitter (plv) M.J. Rosier Midden-Delfland H.H.V. Horlings Barendrecht P.W.J. Luijendijk

Nadere informatie

Adaptieve Gebiedsagenda / Investeringsprogramma. Victor / Klaas

Adaptieve Gebiedsagenda / Investeringsprogramma. Victor / Klaas Adaptieve Gebiedsagenda / Investeringsprogramma Victor / Klaas Ondertussen in de regio Roadmap Next Economy Oeso-rapport Investeringsprogramma / Tordoir Real Life Testing Ground NOA / NOVI REOS Monitor

Nadere informatie

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 31 januari 2018, tot uur

Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 31 januari 2018, tot uur Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 31 januari 2018, 09.30 tot 11.30 uur MRDH, vergaderzaal A (begane grond) Westersingel 12 te Rotterdam. OPENBAAR DEEL Aanw ezig Voorzitter Albrandswaard Brielle

Nadere informatie

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. 15 februari 10 mei 6 juli 2017

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. 15 februari 10 mei 6 juli 2017 Oplegvel 1. Onderwerp Plan van aanpak OV-visie Holland Rijnland Midden Holland en wijze van uitvoering 2. Rol van het Platformtaak volgens gemeente samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 3. Regionaal belang

Nadere informatie

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel Statenvoorstel Vergaderdatum GS: 13 juni 2017 Portefeuillehouder: Bom - Lemstra, AW Uiterlijke beslistermijn: n.v.t. Behandeld ambtenaar : mw L.G.J van Westbroek E-mailadres: lgj.van.westbroek@pzh.nl Telefoonnummer:

Nadere informatie

Vergadering: 16 november 2016 Agendapunt: Gevraagd besluit. De Bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit wordt gevraagd:

Vergadering: 16 november 2016 Agendapunt: Gevraagd besluit. De Bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit wordt gevraagd: Vergadering: 16 november 2016 Agendapunt: 3 Onderwerp: Tariefvoorstellen 2017 Van: J.M. Witte Datum: 4 november 2016 Contactpersoon: J.M. Witte Telefoonnummer: 088-5445207 1. Gevraagd besluit De Bestuurscommissie

Nadere informatie

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 september 2017, tot uur

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 september 2017, tot uur A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 20 september 2017, 09.30 tot 11.30 uur MRDH, Grote Marktstraat 43 te Den Haag, zaal G (5 e etage) OPENBAAR DEEL Opening en mededelingen openbaar

Nadere informatie

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 12 april 2017, tot uur

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 12 april 2017, tot uur AGENDA A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 12 april 2017, 09.30 tot 11.30 uur MRDH, Grote Marktstraat 43 te Den Haag, zaal G (5 e etage) Opening en mededelingen openbaar deel 1. Mededelingen

Nadere informatie

Stijn Smeulders / september 2017

Stijn Smeulders / september 2017 Agendapunt commissie: 5.4 steller telefoonnummer email Stijn Smeulders 06-14164246 stijn.smeulders@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 280559/287224 21 september 2017 portefeuillehouder

Nadere informatie

Investeringsstrategie MRDH

Investeringsstrategie MRDH Investeringsstrategie MRDH Aanleiding De economische ontwikkeling van de MRDH blijft achter bij die van Amsterdam en Eindhoven en zeker bij die van andere Europese metropolitane regio s Agenda Economisch

Nadere informatie

Hieronder worden de algemene wijzigingen en de wijzigingen per verordening toegelicht

Hieronder worden de algemene wijzigingen en de wijzigingen per verordening toegelicht Vergadering: 9 december 2016 Agendapunt: 7 Onderwerp: Veegactie eerste fase: aanpassing regelingen Datum: 25 november 2016 Contactpersoon: Bernadette Livain Telefoonnummer: 088 5445 162 Aan het algemeen

Nadere informatie

Agenda adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH woensdag 16 november 2016

Agenda adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH woensdag 16 november 2016 Agenda adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH woensdag 16 november 2016 Tijd: 19:00 21:00 uur (inloop vanaf 18:30 uur, inclusief broodmaaltijd voor commissieleden). Locatie: Aleidazaal van het stadskantoor

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zoetermeer Afdeling Stadsontwikkeling Postbus AA ZOETERMEER. Geacht college,

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zoetermeer Afdeling Stadsontwikkeling Postbus AA ZOETERMEER. Geacht college, Grote Marktstraat 43 Postbus 66 2501 CB Den Haag Telefoon 088 5445 100 Retouradres: Postbus 66 2501 CB Den Haag Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zoetermeer Afdeling Stadsontwikkeling Postbus

Nadere informatie

2 ö APR KRIMPEN AAN DEN IJSSEL ingekomen d i. Rappel. Reg.no. 23 april S.W. Nettinga

2 ö APR KRIMPEN AAN DEN IJSSEL ingekomen d i. Rappel. Reg.no. 23 april S.W. Nettinga STADSREGIO ROTTERDAM KRIMPEN AAN DEN IJSSEL ingekomen d i. Rappel 2 ö APR. 2015 Reg.no. Aan: Colleges van B&W van de deelnemende gemeenten van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam datum

Nadere informatie

Gemeente Delft. VER7Nonmg 1 :c Geachte leden van de raad,

Gemeente Delft. VER7Nonmg 1 :c Geachte leden van de raad, Ruimte en Economie Advies Gemeente Delft bezoekadres: Stationsplein 1 2611 BV Delft IBAN NL21 BNGH 0285 0017 87 t.n.v. gemeente Delft Retouradres : Advies, Postbus 78, 2600 ME Delft Gemeenteraad Behandeld

Nadere informatie

Statenvoorstel. Vaststellen Subsidieplafond 2019 Regionale Netwerken voor Innovatie Zuid-Holland

Statenvoorstel. Vaststellen Subsidieplafond 2019 Regionale Netwerken voor Innovatie Zuid-Holland Statenvoorstel Vergaderdatum GS: 15 januari 2019 Portefeuillehouder: Bom - Lemstra, AW Uiterlijke beslistermijn: n.v.t. Documentnummer: PZH-2018-674462616 Onderwerp Vaststellen Subsidieplafond 2019 Regionale

Nadere informatie

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2019 Versie 2, april 2019

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2019 Versie 2, april 2019 Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2019 Versie 2, april 2019 Het voorliggende document betreft de inhoudelijke jaarplanning MRDH. Per kwartaal is aangegeven welke (grote) onderwerpen voor behandeling gepland

Nadere informatie

Statenvoorstel. Concept advies Bestuurlijke Regiegroep RTHA over regionaal draagvlak ontwikkeling Rotterdam The Hague Airport aan Staatssecretaris

Statenvoorstel. Concept advies Bestuurlijke Regiegroep RTHA over regionaal draagvlak ontwikkeling Rotterdam The Hague Airport aan Staatssecretaris Statenvoorstel Vergaderdatum GS: 18 april 2017 Portefeuillehouder: Bom - Lemstra, AW Uiterlijke beslistermijn: 28 juni 2017 Behandeld ambtenaar : K. de Jong E-mailadres: k.de.jong@pzh.nl Telefoonnummer:

Nadere informatie

Vergadering Datum Tijd Plaats Adviescommissie Va MRDH 8 april uur Zoetermeer, raadzaal

Vergadering Datum Tijd Plaats Adviescommissie Va MRDH 8 april uur Zoetermeer, raadzaal Vergadering Datum Tijd Plaats Adviescommissie Va MRDH 8 april 2015 19.00 uur Zoetermeer, raadzaal Aanwezige commissieleden dhr. A. Hekman (voorzitter) Schiedam mw. M. Velù Leidschendam- Voorburg dhr. P.F.

Nadere informatie

Op grond van de Wet Personenvervoer (Wp 2000), artikel 32, lid 2 sub d:

Op grond van de Wet Personenvervoer (Wp 2000), artikel 32, lid 2 sub d: Vergadering: 25 oktober 2017 Agendapunt: 4 Onderwerp: Tarieven OV 2018 Portefeuille: OV Performance Datum: 13 oktober 2017 Contactpersoon: Ivo van der Linden Telefoonnummer: 088-5445211 1. Gevraagd besluit

Nadere informatie

Artikelsgewijze toelichting

Artikelsgewijze toelichting Artikelsgewijze toelichting Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1:1 In dit artikel is een aantal definities opgenomen die in de gemeenschappelijke regeling gehanteerd worden. Deze definities vullen

Nadere informatie

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 8 maart 2017, tot uur

A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 8 maart 2017, tot uur AGENDA A G E N D A Bestuurscommissie Vervoersautoriteit woensdag 8 maart 2017, 10.00 tot 11.30 uur MRDH, Grote Marktstraat 43 te Den Haag, zaal G (5 e etage) Opening en mededelingen openbaar deel 1. Mededelingen

Nadere informatie

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. 30 aug. 2017

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. 30 aug. 2017 Oplegvel 1. Onderwerp Doelgroepenvervoer (en relatie met Openbaar Vervoer) 2. Rol van het Platformtaak volgens gemeente samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 3. Regionaal belang Formuleren regionale afgestemde

Nadere informatie

Besluitenlijst procedurevergadering Statencommissie Verkeer en Milieu van 26 oktober 2016

Besluitenlijst procedurevergadering Statencommissie Verkeer en Milieu van 26 oktober 2016 Besluitenlijst procedurevergadering Statencommissie Verkeer en Milieu van 26 oktober 2016 Agendapunt Besluit / toezegging Actie 1 a) Opening en mededelingen De voorzitter, mevrouw Oosterop-van Leussen,

Nadere informatie

Notitie. Lenneke Kriek T 06 42 25 55 39 E 6 juni 2013 Leden bestuurlijk overleg Werk en Inkomen

Notitie. Lenneke Kriek T 06 42 25 55 39 E 6 juni 2013 Leden bestuurlijk overleg Werk en Inkomen Notitie Van Lenneke Kriek T 06 42 25 55 39 E hjcm.kriek@spijkenisse.nl Bezoekadres Teilingerstraat 176 3032 AW Rotterdam Postadres Postbus 20 3000 AA Rotterdam T (010) 850 97 77 F (010) 850 97 78 www.wsprijnmond.nl

Nadere informatie