Omnibusenquête deelrapport Groen en Bereikbaarheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Omnibusenquête deelrapport Groen en Bereikbaarheid"

Transcriptie

1 Omnibusenquête 2013 deelrapport Groen en Bereikbaarheid

2

3 FB / Onderzoek & Statistiek Omnibusenquête 2013 deelrapport Groen en Bereikbaarheid juni 2014 Facilitair Bedrijf, Onderzoek & Statistiek Coördinatie, organisatie veldwerk: Analyse en verslaglegging: Opdrachtgever: Stedelijke Ontwikkeling team O&S Bert Ploeger Arnout Kruijshaar; Ed Kroet

4 Omnibusenquête Onderzoek en Statistiek

5 Deelrapport Groen en Bereikbaarheid INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING 5 1 ONDERZOEKSVERANTWOORDING inleiding groene stad bereikbaarheid; parkeermogelijkheden doelstellingen respons dit rapport 8 2 GROENE STAD overzicht vergelijking groene karakter met dat van andere steden in de Randstad oordeel over voorzieningen binnen het groen in de directe woonomgeving wijk en buurt 12 3 BEREIKBAARHEID overzicht berekening kengetallen bereikbaarheid per auto bereikbaarheid per openbaar vervoer bereikbaarheid algemeen aandachtspunten bereikbaarheid 21 4 PARKEREN overzicht oordeel over parkeermogelijkheden parkeermogelijkheden onderscheiden naar woonwijk gebruik van parkeermogelijkheden rond de Dorpsstraat 25 Onderzoek en Statistiek 3

6 Omnibusenquête 2013 BIJLAGEN BIJLAGE I BEVOLKING, STEEKPROEF EN RESPONS 29 BIJLAGE II BETROUWBAARHEID EN NAUWKEURIGHEID 31 BIJLAGE III VRAGENLIJST 33 BIJLAGE IV TELLINGEN GROENE STAD 39 BIJLAGE V TELLINGEN BEREIKBAARHEID 43 BIJLAGE VI TELLINGEN PARKEREN 51 BIJLAGE VII KRUISTABELLEN 57 BIJLAGE VIII ANTWOORDEN OP OPEN VRAGEN 63 VIII-1 beoordeling voorzieningen binnen het groen in de directe woonomgeving 63 VIII-2 beoordeling straatmeubilair van het groen in de directe woonomgeving 75 VIII-3 aandachtspunten verbindingen binnen Zoetermeer 84 VIII-4 aandachtspunten verbindingen met overig Nederland 94 BIJLAGE IX BEREKENING VAN INDICATOREN 103 IX-1 indicator voor groene kwaliteit woonomgeving 103 IX-2 indicatoren voor bereikbaarheid 104 IX-3 indicatoren voor parkeren Onderzoek en Statistiek

7 Deelrapport Groen en Bereikbaarheid SAMENVATTING De groene kwaliteit van de directe woonomgeving (indicator, voorheen gebruikt als meetfactor) wordt uitgedrukt in een percentage. In 2013 bedraagt deze meetfactor in Zoetermeer: 62,1%. Dat is iets hoger dan bij de eerdere metingen: in 2010: 57,9%; in 2011: 60,7%. De meetfactor die de bereikbaarheid van Zoetermeer uitdrukt (percentage) bedraagt in 2013: 77,3%. Bij de eerste meting (2009) was dit 75,1%; in 2011 was dit 77,2%. Het tevredenheidscijfer voor parkeren in het centrumgebied (voorheen een meetfactor) bedraagt voor 2013 gemiddeld 7,6 punten. Bij de eerste meting, in 2010, was dit 7,5 punten; in 2011: 7,8. Het tevredenheidscijfer voor parkeren in de eigen woonomgeving (eveneens voorheen een meetfactor) bedraagt voor 2013 gemiddeld 7,1 punten. Bij de meting in 2010 bedroeg dit gemiddeld: 6,5 punten; in 2011: 7,0. omnibusenquête In september/oktober 2013 is in Zoetermeer de jaarlijkse omnibusenquête gehouden. In opdracht van de afdeling Stedelijke Ontwikkeling is een aantal vragen gesteld over het groen in Zoetermeer, over de bereikbaarheid van de stad en over parkeermogelijkheden. De vragen over deze onderwerpen zijn voorgelegd aan een steekproef van 2000 inwoners (18+) van Zoetermeer. De respons op deze enquête bedraagt 1224 personen (61,2%). groen karakter Gevraagd naar een vergelijking met andere steden in de Randstad antwoordt 43% dat Zoetermeer groener is dan de meeste andere van die steden. Slechts 6% ziet Zoetermeer als een meer "betonnen" stad dan de meeste andere Randstadsteden. Aan de hand van acht vragen is gevraagd naar een oordeel over de gebruikskwaliteit van het groen in de directe woonomgeving. Daaronder bevinden zich vragen naar de kwaliteit van (speel-)voorzieningen voor kinderen in drie leeftijdsklassen. Bij de speelvoorzieningen voor kinderen tot 5 jaar en voor kinderen tussen 5 en 12 jaar ligt het aantal gunstige oordelen (goed of voldoende) in dezelfde orde van grootte als het aantal ongunstige oordelen (matig of slecht). Bij de voorzieningen voor 12- t/m 17-jarigen is het beeld veel minder positief. Het percentage ongunstige oordelen is daar ongeveer drie keer zo groot als het percentage gunstige oordelen. Over de wandel- en fietsmogelijkheden in de directe woonomgeving is men veel positiever dan over de speelmogelijkheden voor kinderen. De wandelmogelijkheden zijn volgens 82% van de respondenten goed of voldoende; de fietsmogelijkheden zijn volgens 83% goed of voldoende. Ook over de verlichting van het groen in de woonomgeving is men in het algemeen positief (79% acht deze goed of voldoende). Over de banken en prullenbakken is men iets minder te spreken: 48%, respectievelijk 44% beoordeelt deze als goed of voldoende. De indicator groene kwaliteit van de directe woonomgeving is berekend uit deze acht items. bereikbaarheid De berekening van de bereikbaarheid per auto gaat in grote lijnen als volgt in zijn werk. Aan de respondenten worden vragen gesteld over de verbindingen over de Onderzoek en Statistiek 5

8 Omnibusenquête 2013 weg met de Dorpsstraat, het Stadshart, en vijf omliggende steden. Aan de antwoorden worden getalwaarden toegekend. Hieruit wordt een individuele waarde voor de bereikbaarheid per auto berekend (uitgedrukt als percentage). De berekening van de bereikbaarheid per openbaar vervoer verloopt analoog. Het uit de individuele waarden berekende gemiddelde voor de bereikbaarheid per auto bedraagt in 2013 (voor heel Zoetermeer) 82,9%. Het gemiddelde voor de bereikbaarheid per openbaar vervoer bedraagt in ,7%. Deze twee waarden worden gemiddeld tot één indicator voor de bereikbaarheid van Zoetermeer: 77,3%. parkeren Over de mogelijkheid om te parkeren in of bij het Stadshart is men zeer positief (85% oordeelt goed of voldoende). De parkeermogelijkheden bij de Dorpsstraat worden veel minder gewaardeerd (57% oordeelt goed of voldoende). Ook over de parkeermogelijkheden in de eigen woonomgeving is niet iedereen te spreken (67% oordeelt goed of voldoende). Deze beoordelingen zijn omgerekend tot gemiddelde tevredenheidscijfers voor wonen en voor winkelen: cijfers die waarden kunnen aannemen tussen 1 en 10. Voor wonen is de uitkomst van deze berekening (voor heel Zoetermeer): 7,1. Voor winkelen (cijfer gebaseerd op de beoordeling van de parkeermogelijkheden bij het Stadshart en bij de Dorpsstraat) is de uitkomst van deze berekening 7,6. parkeren rond de Dorpsstraat Van alle respondenten komt ruim een kwart op gemiddeld één dag per week of vaker in de Dorpsstraat. Hun verblijfsduur in de Dorpsstraat verschilt. Zo'n driekwart van de bezoekers blijft er doorgaans langer dan 15 minuten. Boodschappen doen of winkelen is veruit de belangrijkste bezoekreden (genoemd door 87% van de bezoekers); 40% komt er (ook) voor horecabezoek. Andere bezoekredenen komen minder vaak voor. Van de respondenten die zeggen de Dorpsstraat te bezoeken gebruikt 78% bij dat bezoek wel eens een auto. Voor deze groep bezoekers is de Osylaan (terrein / parkeergarage) de bekendste en veruit de meest gebruikte parkeergelegenheid. De terreinen bij de Aldi en Pilatusdam, en de parkeergarage onder het CKC zijn qua bekendheid vergelijkbaar met de Osylaan. Het gebruik van deze kleinere voorzieningen is echter geringer. De overige terreinen in de omgeving van de Dorpsstraat zijn minder bekend, en worden veel minder gebruikt. 6 Onderzoek en Statistiek

9 Deelrapport Groen en Bereikbaarheid 1 ONDERZOEKSVERANTWOORDING 1.1 inleiding In september/oktober 2013 is in Zoetermeer de jaarlijkse omnibusenquête gehouden. In deze enquête worden over uiteenlopende onderwerpen vragen gesteld aan inwoners van Zoetermeer. In opdracht van de directie Stad is een aantal vragen gesteld over het groen in Zoetermeer, over de bereikbaarheid van de stad en over parkeermogelijkheden. 1.2 groene stad In het jaar 2010 bleek er behoefte aan een beoordeling het groen in de woonomgeving. De vragen over dit thema zijn in 2010, 2011 en 2013 voorgelegd. In beginsel worden de vragen tweejaarlijks gesteld. 1.3 bereikbaarheid; parkeermogelijkheden In 2009 bleek er behalve aan de eerder vastgestelde indicator voor ruimtelijke kwaliteit ook behoefte aan een afzonderlijke indicator voor de ontsluiting van Zoetermeer, in de vraagstelling aangeduid als bereikbaarheid (bereikbaarheid van bestemmingen in Zoetermeer en bestemmingen daarbuiten). Daarbij wordt onderscheid gemaakt naar de bereikbaarheid met eigen vervoer (auto) en de bereikbaarheid per openbaar vervoer. De - individueel vast te stellen - bereikbaarheid wordt weergegeven als een percentage dat uitdrukt in welke mate de maximaal haalbare bereikbaarheid is gerealiseerd. Er zijn op basis van de uit de enquête verkregen data verschillende 'bereikbaarheden' vast te stellen: de bereikbaarheid binnen of buiten Zoetermeer (los van de vervoersvorm); de bereikbaarheid per auto of per openbaar vervoer (ongeacht de aard van de bestemming); een combinatie: bereikbaarheid in het algemeen. detaillering: bijvoorbeeld de bereikbaarheid per auto van bestemmingen buiten Zoetermeer. Er wordt in dit rapport een gemiddelde bereikbaarheid per auto en een gemiddelde bereikbaarheid per openbaar vervoer vastgesteld. Het algemene kengetal voor bereikbaarheid is dan het gemiddelde van deze twee afzonderlijke kengetallen. Een korte vragenreeks over parkeermogelijkheden is in 2010 voor het eerst aan de respondenten voorgelegd. Zowel de vragen over bereikbaarheid als die over parkeermogelijkheden zijn vervolgens in 2011 en 2013 herhaald. In beginsel worden deze vragen tweejaarlijks gesteld. Dit jaar (2013) zijn over parkeren extra vragen toegevoegd: deze hebben betrekking op het parkeren in de omgeving van de Dorpsstraat. 1.4 doelstellingen Doel van dit onderzoek is: uitspraken doen over de kwaliteit van het groen in de directe woonomgeving; uitspraken doen over de bereikbaarheid (per auto en per openbaar vervoer) van Zoetermeer; uitspraken doen over de parkeermogelijkheden in het Stadshart, de Dorpsstraat en de directe woonomgeving. De uitkomsten worden waar mogelijk vergeleken met oudere resultaten. Onderzoek en Statistiek 7

10 Omnibusenquête respons Voor de omnibusenquête 2013 zijn drie niet overlappende steekproeven getrokken van 2000 inwoners van Zoetermeer, die op 1 september jaar of ouder waren. Voor de personen in deze steekproeven geldt bovendien dat zij op dat moment niet woonachtig waren in een bijzonder woongebouw (bejaardenoord, gevangenis, gezinsvervangend tehuis) of in een woonwagen. Aan de personen uit de drie steekproeven zijn verschillende enquêtes voorgelegd. De respons op de enquête ten behoeve van deze rapportage bedraagt 1224 personen (61,2%). Vragen met betrekking tot de onderwerpen groen en parkeren zijn in voldoende mate beantwoord door 1212 personen (60,6%). Vragen met betrekking tot het onderwerp bereikbaarheid zijn beantwoord door 1209 personen (60,5%). De Zoetermeerse bevolking is redelijk evenwichtig in de respons vertegenwoordigd: in bijlage I worden kenmerken van de respons (geslacht, leeftijd) vergeleken met gegevens uit het bevolkingsbestand. In bijlage II wordt stilgestaan bij de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van een onderzoek van deze omvang. 1.6 dit rapport hoofdtekst Hoofdstuk 2 gaat in op vragen over het groen in de directe woonomgeving. Er wordt hier onder meer een waarderingscijfer voor het groen vastgesteld. Hoofdstuk 3 behandelt de bereikbaarheid per auto en de bereikbaarheid per openbaar vervoer van bestemmingen binnen en buiten Zoetermeer. In dit hoofdstuk wordt ook de berekening van de indicatoren voor bereikbaarheid toegelicht, alsmede de uitkomst daarvan, voor Zoetermeer als geheel, en per wijk. Verder wordt in het hoofdstuk kort ingegaan op door respondenten aangedragen aandachtspunten. Hoofdstuk 4 gaat over de parkeermogelijkheden in het centrumgebied (bij het Stadshart en de Dorpsstraat), en over de parkeermogelijkheden in de eigen woonomgeving. Dit jaar zijn extra vragen gesteld over parkeervoorzieningen in de omgeving van de Dorpsstraat. Ook deze worden in hoofdstuk 4 besproken. bijlagen In de bijlagen I en II wordt het omnibusonderzoek verantwoord (steekproef, betrouwbaarheid en nauwkeurigheid). Bijlage III bevat het deel van de vragenlijst dat is gebruikt voor deze deelrapportage. De bijlagen IV, V en VI bevatten de rechte tellingen voor de vragen over respectievelijk groen, bereikbaarheid en parkeren. Bijlage VII bevat kruistabellen, waarin de beoordeling van voorzieningen in het groen en de beoordelingen van parkeermogelijkheden naar woonwijk worden uitgesplitst. Bijlage VIII bevat de antwoorden op open vragen. In bijlage IX wordt de berekeningswijze voor de indicatoren toegelicht. 8 Onderzoek en Statistiek

11 Deelrapport Groen en Bereikbaarheid 2 GROENE STAD 2.1 overzicht Paragraaf 2.2 vergelijkt het stedelijk groen van Zoetermeer met dat van andere steden in de Randstad. Paragraaf 2.3 gaat in op een aantal kwaliteitsaspecten van het groen in de woonomgeving en toont een waarderingscijfer voor de groene kwaliteit. In 2.4 wordt dit kengetal gespecificeerd naar de woonwijk van de respondenten. 2.2 vergelijking groene karakter met dat van andere steden in de Randstad Nagegaan is of de ondervraagde inwoners Zoetermeer als een (verhoudingsgewijs) groene stad ervaren. Figuur 2.1 laat zien dat een groot deel van de respondenten er inderdaad zo over denkt: 43% acht Zoetermeer groener dan de meeste andere steden in de Randstad. Slechts 6% ziet Zoetermeer als een meer "betonnen" stad dan de meeste andere steden in de Randstad. De overige respondenten geven een neutraal antwoord (of weten het niet of hebben de vraag niet beantwoord). Kortom: ruim 80% ziet Zoetermeer als net zo groen als of als groener dan de meeste andere steden in de Randstad. Het verschil in beantwoording met 2010 en 2011 is niet groot % 20% 40% 60% 80% 100% groener dan de meeste andere steden in de Randstad net zo groen als de meeste andere steden in de Randstad méér van beton dan de meeste andere steden in de Randstad weet niet niet geantwoord figuur 2.1 vergelijking van het groene karakter van Zoetermeer met dat van andere Randstadgemeenten (in procenten, n 2010 = 1318; n 2011 = 1269; n 2013 = 1212) 2.3 oordeel over voorzieningen binnen het groen in de directe woonomgeving In acht vragen, verdeeld over twee blokken, is de respondenten gevraagd naar een oordeel over de gebruikskwaliteit van het groen in de directe woonomgeving. Eén vragenblok gaat over de inrichting voor gebruik door kinderen, en over wandelmogelijkheden en fietsmogelijkheden. Het tweede blok gaat over het in het groen aanwezige straatmeubilair. Per vragenblok is tevens om een toelichting op de beoordelingen gevraagd. Deze toelichtingen zijn opgenomen in bijlage VIII (voor spelen, wandelen en fietsen op p.63 en verder; voor het straatmeubilair op p.75 en verder). voorzieningen voor kinderen Aan alle respondenten is gevraagd naar de kwaliteit van speelvoorzieningen voor kinderen van 4 jaar of jonger, de kwaliteit van speelvoorzieningen voor kinderen van 5 t/m 11 jaar en de kwaliteit van plekken waar kinderen van 12 t/m 17 jaar zich kunnen vermaken. In elk van deze gevallen gaat het om de mogelijkheden die het groen in de directe woonomgeving aan de kinderen biedt. Voor de begrenzing van de directe woonomgeving zijn in de vraagstelling geen aanwijzingen gegeven: die begrenzing bepaalt elke respondent voor zich. Onderzoek en Statistiek 9

12 Omnibusenquête 2013 Figuur 2.2 laat voor deze voorzieningen de beoordelingen zien van alle respon - denten. Figuur 2.3 is selectiever: dit diagram toont alleen de beoordelingen door respondenten waarvan aannemelijk is dat zij ervaringsdeskundig zijn. Deze respondenten hebben zelf kinderen in de beschouwde leeftijdsklassen, of zij hebben, bijvoorbeeld als grootouders, regelmatig kinderen in één van de jongste twee leeftijdsklassen over de vloer. Over het geheel genomen is het oordeel over de voorzieningen niet zo gunstig. Bij de voorzieningen voor kinderen tot 5 jaar en voor kinderen tussen 5 en 12 jaar ligt het aantal gunstige oordelen (goed of voldoende) in dezelfde orde van grootte als het aantal ongunstige oordelen (matig of slecht). Het oordeel van de totale respons is voor deze twee leeftijdsklassen gemiddeld genomen iets positiever dan het oordeel van de ervaringsdeskundigen. Bij de voorzieningen voor 12- t/m 17-jarigen is het aantal ongunstige oordelen veel groter dan het aantal gunstige oordelen. Binnen de totale respons verschilt dat in 2013 een factor 2,8, onder de ervaringsdeskundigen (ouders van pubers) scheelt het zelfs een factor 3,5. Figuur 2.2 en 2.3 laten zien dat de beoordeling niet veel verschilt van die in < 5 jaar t/m 11 jaar t/m 17 jaar % 20% 40% 60% 80% 100% goed voldoende matig slecht geen oordeel niet geantwoord figuur 2.2 beoordeling (door alle respondenten) van voorzieningen voor kinderen in verschillende leeftijdsklassen, binnen het groen in de directe woonomgeving (in procenten, n 2010 = 1318; n 2011 = 1269; n 2013 =1212) < 5 jaar t/m 11 jaar t/m 17 jaar % 20% 40% 60% 80% 100% goed voldoende matig slecht geen oordeel niet geantwoord figuur 2.3 beoordeling (door ervaringsdeskundigen*) van voorzieningen voor kinderen in verschillende leeftijdsklassen, binnen het groen in de directe woonomgeving (in procenten) * heeft kinderen < 5 jaar, of krijgt deze regelmatig op bezoek: n 2013 = 324 * heeft kinderen 5 t/m 11 jaar, of krijgt deze regelmatig op bezoek: n 2013 = 366 * heeft kinderen 12 t/m 17 jaar: n 2013 = 209 mogelijkheden om te wandelen of te fietsen In hetzelfde vragenblok is een oordeel gevraagd over de gelegenheid om te wandelen in het groen van de directe woonomgeving en over de gelegenheid om daar recreatief te fietsen. Figuur 2.4 laat de beantwoording zien. Over de wandelen fietsmogelijkheden is men veel positiever dan over de speelmogelijkheden voor 10 Onderzoek en Statistiek

13 Deelrapport Groen en Bereikbaarheid kinderen. De wandelmogelijkheden zijn volgens 82% van de respondenten goed of voldoende; de fietsmogelijkheden zijn volgens 83% goed of voldoende. In 2010 en 2011 waren de getallen hiermee vergelijkbaar. wandelen recreatief fietsen % 20% 40% 60% 80% 100% goed voldoende matig slecht geen oordeel niet geantwoord figuur 2.4 beoordeling van de gelegenheid om te wandelen, en van de gelegenheid om recreatief te fietsen in de directe woonomgeving (in procenten, n 2010 = 1318; n 2011 = 1269; n 2013 =1212) straatmeubilair In een volgend vragenblok is gevraagd naar de kwaliteit van het straatmeubilair in het buurtgroen. De respondenten hebben hiertoe de verlichting, de zitbanken en de prullenbakken beoordeeld. Zoals getoond in figuur 2.5 is men over de verlichting in het algemeen positief: 79% acht deze goed of voldoende. En dat oordeel is stabiel: in 2011 was het oordeel van 78% van de respons goed of voldoende, in 2010 van 77%. Over de banken en prullenbakken is men minder positief: 48% respectievelijk 44% beoordeelt deze als goed of voldoende. In deze beoordelingen zit wel een gunstige ontwikkeling sinds In dat jaar oordeelde 36% gunstig over de zitbanken en 32% over de prullenbakken. verlichting zitbanken prullenbakken % 20% 40% 60% 80% 100% goed voldoende matig slecht geen oordeel niet geantwoord figuur 2.5 beoordeling van het straatmeubilair van het groen in de directe woonomgeving (in procenten, n 2010 = 1318; n 2011 = 1269; n 2013 = 1212) groene kwaliteit van de directe woonomgeving De acht beoordelingen zijn samengevoegd in één getal (uitgedrukt als percentage) dat de mate uitdrukt waarin men de groene kwaliteit van de directe woonomgeving waardeert. De berekeningswijze voor dit percentage staat in bijlage IX (p.103). Deze berekening levert voor 2013 als waarde op: 62,1% (in ,7%, in 2010: 57,9%). Dit percentage is gedurende enkele jaren gebruikt als meetfactor in de Programmabegroting. Echter, omdat deze meetfactor inhoudelijk niet goed aansluit bij de Programmadoelstelling is uiteindelijk gekozen voor een meetfactor die op andere gegevens is gebaseerd: zie O&S-rapport de groene kwaliteit van Zoetermeer (september 2013). Onderzoek en Statistiek 11

14 Omnibusenquête wijk en buurt De gemiddelde groene kwaliteit van de directe woonomgeving verschilt van wijk tot wijk. In alle meetjaren wijkt de kwaliteit in de wijk Seghwaert in ongunstige zin af van het gemiddelde voor overig Zoetermeer. In Noordhove en Rokkeveen wijkt de kwaliteit in gunstige zin van dat gemiddelde af. In de wijken Centrum en Oosterheem lijkt in de afgelopen jaren een verbetering te zijn opgetreden (zie figuur 2.6). In bijlage VII zijn kruistabellen opgenomen met de beoordeling per aspect van de groene kwaliteit, naar de woonwijk van de respondenten. De tabellen tonen dat de wijken Buytenwegh De Leyens en Seghwaert er verhoudingsgewijs ongunstig uitspringen bij de beoordeling van voorzieningen voor jonge kinderen. Bij voorzieningen voor de oudere jeugd scoren alle wijken ongunstig, met kleine onderlinge verschillen (p.58/59). Bij de beoordeling van de fiets- en wandelmogelijkheden in de directe woonomgeving zijn de onderlinge verschillen tussen de wijken groot. In Centrum, Seghwaert en Oosterheem is het oordeel over de mogelijkheden minder gunstig dan in de andere wijken. Ook bij de beoordeling van het straatmeubilair van het groen in de woonomgeving zijn er enige verschillen: met name de verlichting in Oosterheem en Rokkeveen wordt relatief hoog gewaardeerd (p.61/62). Bij de beoordeling van zitbanken en afvalbakken scoort Seghwaert relatief ongunstig, samen met Meerzicht, en, in mindere mate, Noordhove. figuur 2.6 gemiddelde groene kwaliteit van de directe woonomgeving in 2010, 2011 en 2013, naar de woonwijk van de respondent (n 2010 = 1310; n 2011 = 1254; n 2013 = 1192) toelichtingen per buurt Bij hun oordeel over de mogelijkheden van, en voorzieningen in het groen konden de respondenten een toelichting geven. Deze toelichtingen staan op p.63 en verder. In bijna alle buurten merken respondenten op dat er onvoldoende speelvoorzieningen voor jonge kinderen zijn, of dat het aanbod voor deze kinderen niet geschikt is. In enkele gevallen worden opmerkingen gemaakt over veroudering of tekortschietend onderhoud, en over verwijderde (en niet vervangen) speelvoorzieningen. Maar daar staan zeker ook positieve reacties tegenover, met name in Rokkeveen en Oosterheem. 12 Onderzoek en Statistiek

15 Deelrapport Groen en Bereikbaarheid Over het aanbod aan plekken voor de oudere jeugd worden, in lijn met de gegeven waardering (overwegend matig of slecht), eigenlijk alleen maar kritische opmerkingen gemaakt. Over de fiets- en wandelmogelijkheden in de directe woonomgeving worden minder opmerkingen gemaakt, maar deze zijn overwegend positief. Ook hier zijn er verschillen tussen buurten, bijvoorbeeld waar het gaat om de afstand tot wandelen fietsvoorzieningen Het commentaar op het straatmeubilair van het groen in de directe woonomgeving (p.75 e.v.) gaat veelal over een tekort aan zitbanken en afvalbakken, en daarnaast over tekortschietend beheer (te weinig geleegde afvalbakken). Over de verlichting worden minder opmerkingen gemaakt. Deze zijn soms positief, maar overwegend kritisch. Meestal komt het erop neer dat plekken te donker zijn, bijvoorbeeld doordat de verlichting schuilgaat achter het groen. Voor sommige respondenten leidt dit tot een onveilig gevoel. Enkele respondenten klagen juist over lichtvervuiling. Onderzoek en Statistiek 13

16 Omnibusenquête Onderzoek en Statistiek

17 Deelrapport Groen en Bereikbaarheid 3 BEREIKBAARHEID 3.1 overzicht Paragraaf 3.2 bespreekt de berekeningswijze voor de kengetallen voor bereikbaarheid. Paragraaf 3.3 gaat in op de bereikbaarheid per auto; paragraaf 3.4 op de bereikbaarheid per openbaar vervoer. In paragraaf 3.5 wordt de algemene indicator voor bereikbaarheid vastgesteld. In paragraaf 3.6 worden de door respondenten aangedragen aandachtspunten over bereikbaarheid besproken. Er is afzonderlijk gevraagd naar aandachtspunten bij de verbindingen binnen Zoetermeer en naar aandachtspunten bij de verbindingen met bestemmingen buiten Zoetermeer. 3.2 berekening kengetallen Voor de berekening van een kengetal voor bereikbaarheid is een aantal belangrijke bestemmingen en verbindingen geselecteerd. Binnen Zoetermeer is het aantal bestemmingen tot twee beperkt: Dorpsstraat en Stadscentrum. Buiten Zoetermeer gaat het om de weg- en openbaar vervoerverbindingen in de richting van de omliggende grote steden Leiden, Gouda, Delft, Rotterdam en Den Haag (waarmee ook de verbindingen richting Amsterdam en Utrecht zijn afgedekt). In de enquête is, om de vraagstelling niet te zeer te compliceren, enkel gevraagd naar de route vanaf de woonplek. Op verzoek van de opdrachtgever is bij de beoordeling van de wegverbindingen met de vijf steden nadrukkelijk gevraagd naar de aspecten filegevoeligheid en doorstroming. berekening bereikbaarheid De berekening van de bereikbaarheid per auto gaat in grote lijnen als volgt in zijn werk. Aan de gegeven antwoorden over (actuele) bereikbaarheid per bestemming worden getalwaarden toegekend. Dit zijn zeven waarden per respondent. Per respondent geldt: de maximale score wordt bereikt wanneer deze op alle vragen waarbij hij of zij een oordeel kán geven het antwoord goed geeft. De minimale score wordt bereikt bij het antwoord slecht op al deze vragen. Voor iedere respondent wordt vastgesteld welk percentage (van het maximaal haalbare) met de opgetelde scores is gerealiseerd. Als de berekende score gelijk is aan de minimaal haalbare score bedraagt het getal voor bereikbaarheid per auto nul procent. Als de berekende score gelijk is aan de maximaal haalbare score is de bereikbaarheid honderd procent. Andere scores resulteren uiteraard in een bereikbaarheid tussen nul en honderd procent. Individuele waarden worden gemiddeld tot een getal voor Zoetermeer als geheel, of bijvoorbeeld tot een getal per wijk. De berekening voor bereikbaarheid per openbaar vervoer is analoog aan die van de bereikbaarheid per auto. De meetfactor bereikbaarheid is het gemiddelde van de bereikbaarheid per auto en de bereikbaarheid per openbaar vervoer. De berekening staat nader beschreven in bijlage IX (p.104). Onderzoek en Statistiek 15

18 Omnibusenquête bereikbaarheid per auto actuele bereikbaarheid Op de vraag naar de bereikbaarheid per auto van het Stadshart geeft een groot deel van de respondenten (84%) een gunstig oordeel (figuur 3.1). De Dorpsstraat wordt door aanmerkelijk minder respondenten goed bereikbaar geacht, namelijk door 61%. Bij de Dorpsstraat is sprake van een daling van de bereikbaarheid ten opzichte van 2009 en 2011: mogelijk een gevolg van werkzaamheden. Bij de beoordeling van de doorstroming en filegevoeligheid van de wegverbindingen met steden in de omgeving (figuur 3.2) varieert het percentage 'goed bereikbaar' van 52% (richting Leiden) tot 70% (richting Den Haag). Bij de richting Leiden is ook het percentage 'slecht bereikbaar' het hoogste: 10%. Voor alle steden geldt dat het aandeel 'goed bereikbaar' iets is gestegen ten opzichte van de vorige meting. bereikbaarheid Stadshart bereikbaarheid Dorpsstraat % 20% 40% 60% 80% 100% goed niet goed, niet slecht slecht weet niet niet geantwoord figuur 3.1 beoordeling van de bereikbaarheid per auto van bestemmingen binnen Zoetermeer (in procenten, n 2009 = 1357; n 2011 = 1261; n 2013 = 1209) wegverbindingen richting Leiden wegverbindingen richting Gouda wegverbindingen richting Delft wegverbindingen richting Rotterdam wegverbindingen richting Den Haag % 20% 40% 60% 80% 100% goed niet goed, niet slecht slecht weet niet niet geantwoord figuur 3.2 beoordeling van de bereikbaarheid per auto van bestemmingen buiten Zoetermeer (in procenten, n 2009 = 1357; n 2011 = 1261; n 2013 = 1209) 16 Onderzoek en Statistiek

19 Deelrapport Groen en Bereikbaarheid indicator voor bereikbaarheid per auto Op basis van de hierboven getoonde resultaten is, volgens de in bijlage IX beschreven methode, een algemene indicator voor bereikbaarheid per auto berekend. Deze indicator wordt uitgedrukt in een percentage. Dit percentage bedraagt in 2013: 82,9% gemiddeld voor Zoetermeer (2011: 82,6%; 2009: 76,8%). In figuur 3.3 is de indicator naar stadswijk (de woonwijk van de respondent) uitgesplitst. Het diagram toont dat de gemiddelden per wijk maar weinig afwijken van het gemiddelde voor Zoetermeer. 100% 80% 60% 40% 20% 0% figuur 3.3 gemiddelde bereikbaarheid per auto (uitgedrukt als percentage), van bestemmingen binnen en buiten Zoetermeer, naar de woonwijk van de respondent (n 2009 = 1293; n 2011 = 1223; n 2013 = 1176) ontwikkeling bereikbaarheid In figuur 3.2 (p.16) is te zien dat er na 2009 verbeteringen zijn opgetreden in de bereikbaarheid van de bestemmingen buiten Zoetermeer, met name in de wegverbindingen richting Gouda en Rotterdam. Die verbetering hangt naar alle waarschijnlijkheid samen met voltooide wegwerkzaamheden aan de A12. Na 2011 treden in de bereikbaarheid van de steden nog kleine verbeteringen op. Aan de respondenten is daarnaast ook rechtstreeks gevraagd of er sprake is van een verbetering dan wel een verslechtering van de wegverbindingen. Figuur 3.4 toont voor enkele verbindingen dat een flink aantal respondenten in 2011, dus bij de vorige meting, een verbetering ziet ten opzichte van het voorafgaande jaar. Twee jaar later, in 2013, is dat aantal lager. Interpretatie: de ervaren bereikbaarheid is na 2009 sterk verbeterd en na 2011 ongeveer op hetzelfde hogere niveau gebleven. Onderzoek en Statistiek 17

20 Omnibusenquête 2013 wegverbindingen richting Leiden wegverbindingen richting Gouda wegverbindingen richting Delft wegverbindingen richting Rotterdam wegverbindingen richting Den Haag % 20% 40% 60% 80% 100% beter geworden niet beter of slechter geworden slechter geworden weet niet niet geantwoord figuur 3.4 beoordeling van de ontwikkeling van de bereikbaarheid per auto van bestemmingen buiten Zoetermeer, in de twaalf maanden voor de omnibusenquête (in procenten, n 2009 = 1357; n 2011 = 1261; n 2013 = 1209) 3.4 bereikbaarheid per openbaar vervoer actuele bereikbaarheid Het eerste dat opvalt bij de antwoorden op de vraag naar bereikbaarheid per openbaar vervoer is het grote percentage 'weet niet' in de antwoorden op alle zeven deelvragen over dit onderwerp (figuur 3.5 en 3.6). Voor veel respondenten heeft het openbaar vervoer niet de vanzelfsprekende status die de auto wél heeft. Aannemelijk is dat een groot deel van deze respondenten niet of niet vaak gebruik maakt van het openbaar vervoer op de desbetreffende trajecten. ov-bereikbaarheid Stadshart ov-bereikbaarheid Dorpsstraat % 20% 40% 60% 80% 100% goed niet goed, niet slecht slecht weet niet niet geantwoord figuur 3.5 beoordeling van de bereikbaarheid per openbaar vervoer van bestemmingen binnen Zoetermeer (in procenten, n 2009 = 1357; n 2011 = 1261; n 2013 = 1209) Binnen de stad is het Stadshart volgens de respondenten aanzienlijk beter per openbaar vervoer bereikbaar dan de Dorpsstraat, wat gezien de ligging van de RandstadRailstations Centrum-West en Stadhuis wel voor de hand ligt. De bereikbaarheid van de Dorpsstraat vertoont net als in de voorgaande jaren een uitgesproken ongunstige verhouding tussen het oordeel goed (18%) en het oordeel slecht (20%). Bij de openbaar vervoerverbindingen met de vijf omringende steden valt de - volgens veel respondenten - goede verbinding met Den Haag op, zeker wanneer deze wordt vergeleken met de verbindingen met Delft en Rotterdam. 18 Onderzoek en Statistiek

21 Deelrapport Groen en Bereikbaarheid ov-verbindingen richting Leiden ov-verbindingen richting Gouda ov-verbindingen richting Delft ov-verbindingen richting Rotterdam ov-verbindingen richting Den Haag % 20% 40% 60% 80% 100% goed niet goed, niet slecht slecht weet niet niet geantwoord figuur 3.6 beoordeling van de bereikbaarheid per openbaar vervoer van bestemmingen buiten Zoetermeer (in procenten, n 2009 = 1357; n 2011 = 1261; n 2013 = 1209) indicator voor de bereikbaarheid per openbaar vervoer Op basis van de hierboven getoonde resultaten is een algemene indicator voor de bereikbaarheid per openbaar vervoer berekend. Deze indicator, uitgedrukt als percentage, bedraagt in 2013: 71,7% gemiddeld voor Zoetermeer (2011: 71,8%; 2009: 73,3%). In figuur 3.7 is deze indicator naar stadswijk uitgesplitst. De figuur toont dat de respondenten uit Oosterheem en Noordhove de bereikbaarheid gemiddeld lager waarderen dan de respondenten uit de andere wijken. Noordhove is, buiten Rokkeveen, de enige wijk zonder eigen RandstadRailstation, en de wijk ligt ook het verste verwijderd van de NS-stations op de lijn Gouda - Den Haag. Ook delen van Oosterheem liggen ver van deze spoorlijn. 100% 80% 60% 40% 20% 0% figuur 3.7 gemiddelde bereikbaarheid per openbaar vervoer (uitgedrukt als percentage), van bestemmingen binnen en buiten Zoetermeer, naar de woonwijk van de respondent (n 2009 = 1047; n 2011 = 1015; n 2013 = 961) Onderzoek en Statistiek 19

22 Omnibusenquête 2013 ontwikkeling bereikbaarheid Over de vijf bestemmingen buiten Zoetermeer is aan de respondenten gevraagd of er volgens hen sprake is van een verbetering dan wel een verslechtering van de openbaar vervoerverbindingen hiermee, in de twaalf maanden voorafgaand aan de omnibusenquête (figuur 3.8). Over deze ontwikkeling heeft het merendeel van de respondenten geen oordeel, of een neutraal oordeel. ov-verbindingen richting Leiden ov-verbindingen richting Gouda ov-verbindingen richting Delft ov-verbindingen richting Rotterdam ov-verbindingen richting Den Haag % 20% 40% 60% 80% 100% beter geworden niet beter of slechter geworden slechter geworden weet niet niet geantwoord figuur 3.8 beoordeling van de ontwikkeling van de bereikbaarheid per openbaar vervoer van bestemmingen buiten Zoetermeer, in de twaalf maanden voor de omnibusenquête (in procenten, n 2009 = 1357; n 2011 = 1261; n 2013 = 1209) rapportcijfer per vorm van openbaar vervoer Naast een beoordeling per richting / bestemming is er een beoordeling gevraagd van de afzonderlijke vormen van openbaar vervoer waarop Zoetermeer is aangesloten. In het geval van de beoordeling van busverbindingen wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen de verbindingen binnen Zoetermeer en de verbindingen van Zoetermeer met de omgeving. Figuur 3.9 laat een overzicht van de beoordelingen zien (gemiddelde rapportcijfers per woonwijk en gemiddelde rapportcijfers voor heel Zoetermeer). De rapportcijfers zijn gebaseerd op een beperkt aantal antwoorden per vervoersvorm: bij de beoordeling van de busverbindingen kon 39%, respectievelijk 43% van de respondenten een oordeel geven. Bij RandstadRail en de spoorverbindingen van de NS liggen die aantallen iets hoger: 69%, respectievelijk 60%. RandstadRail wordt gewaardeerd met een 6,6 gemiddeld. Daarmee is het cijfer een stuk gedaald ten opzichte van 2011 (toen gaven de respondenten Randstad- Rail nog een 7,0). De busverbindingen (in Zoetermeer) krijgen een 6,3; de busverbindingen (in de omgeving) worden gewaardeerd met een 6,5. Ook de spoorverbindingen van de NS krijgen een 6,5. Tussen de wijken bestaan betrekkelijk kleine verschillen in de waardering. De verschillen zijn mogelijk toe te schrijven aan verschillen in de bereikbaarheid van haltes en de NS-stations. 20 Onderzoek en Statistiek

23 Deelrapport Groen en Bereikbaarheid Centrum Meerzicht Buytenwegh / de Leyens Seghwaert Noordhove Rokkeveen Oosterheem totaal busverbindingen (Zoetermeer) busverbindingen (omgeving) RandstadRail spoorverbindingen NS figuur 3.9 gemiddelde beoordeling in 2013 (in rapportcijfers) van: - de busverbindingen binnen Zoetermeer (n = 470); - de busverbindingen van Zoetermeer met de omgeving (n = 524); - RandstadRail (n = 834); - de spoorverbindingen van de NS (n = 721), voor Zoetermeer als geheel en voor de afzonderlijke stadswijken 3.5 bereikbaarheid algemeen meetfactor Ten behoeve van de Programmabegroting is een algemene indicator voor bereikbaarheid vastgesteld. Dit is het gemiddelde van de bereikbaarheid per auto en de bereikbaarheid per openbaar vervoer, beide uitgedrukt in procenten. Dit gemiddelde bedraagt in 2013: (82,9% + 71,7%) / 2 = 77,3%. In 2011 bedroeg de gemiddelde bereikbaarheid 77,2%. In ,1%. 3.6 aandachtspunten bereikbaarheid bereikbaarheid binnen Zoetermeer Op een open vraag naar aandachtspunten met betrekking tot de weg- en ovverbindingen binnen Zoetermeer (zie p.84 en verder).zijn uiteenlopende antwoorden gegeven. Waar het gaat om het wegverkeer hebben de antwoorden veelal betrekking op doorstroming (meestal in algemene termen, soms toegespitst op bepaalde plaatsen of situaties). Méér antwoorden op deze vraag hebben betrekking op het openbaar vervoer. Veel opmerkingen gaan over frequentie en punctualiteit en over de afstemming tussen dienstregelingen. En zeer veel respondenten maken opmerkingen over RandstadRail, met name over storingen, te grote drukte en tekortschietende informatie. Onderzoek en Statistiek 21

24 Omnibusenquête 2013 Een aantal respondenten zou binnen Zoetermeer graag nieuwe ov-verbindingen zien, zoals een uitbreiding van RandstadRail naar Rokkeveen en Noordhove. bestemmingen buiten Zoetermeer Ook bij de vraag naar de verbindingen van Zoetermeer met bestemmingen in de omgeving (p.93 en verder) worden, waar het gaat om het wegverkeer, opmerkingen gemaakt over de doorstroming. Waar het gaat om het openbaar vervoer worden er wensen geuit voor verbetering van diverse verbindingen. Met name de slechte ov-verbinding met Rotterdam wordt veelvuldig genoemd. En wat betreft de verbinding met Utrecht: een groot aantal respondenten zou wensen dat Zoetermeer weer een intercitystation werd. 22 Onderzoek en Statistiek

25 Deelrapport Groen en Bereikbaarheid 4 PARKEREN 4.1 overzicht Paragraaf 4.2 bespreekt het algemene oordeel over parkeermogelijkheden in het Stadshart, de Dorpsstraat en de eigen woonomgeving, zoals dat oordeel ook is vastgesteld in 2010 en In paragraaf 4.3 wordt nader ingegaan op het parkeren in de woonomgeving (uitsplitsing naar wijk). In paragraaf 4.4 wordt een eenmalige gestelde reeks vragen besproken, die zijn gesteld ten behoeve van het gewijzigde parkeerbeleid rond de Dorpsstraat. 4.2 oordeel over parkeermogelijkheden In een blok van drie vragen is de respondenten gevraagd naar een oordeel over de parkeermogelijkheden in het centrumgebied (bij het Stadshart en bij de Dorpsstraat), en over de parkeermogelijkheden in de directe woonomgeving. Figuur 4.1 toont de beantwoording van deze beoordelingsvragen. Over de mogelijkheid om te parkeren in of bij het Stadshart is men in 2013 in het algemeen positief, net als bij de voorgaande metingen: 85% oordeelt goed of voldoende, 6% oordeelt matig of slecht. De parkeermogelijkheden bij de Dorpsstraat worden veel minder gewaardeerd: 57% oordeelt goed of voldoende, 32% oordeelt matig of slecht. Ook over de parkeermogelijkheden in de eigen woonomgeving is het oordeel niet onverdeeld positief: 67% oordeelt goed of voldoende; 25% oordeelt matig of slecht. 1 Stadshart Dorpsstraat woonomgeving % 20% 40% 60% 80% 100% goed voldoende matig slecht geen oordeel niet geantwoord figuur 4.1 beoordeling van de mogelijkheid om de auto te parkeren - in of vlakbij het Stadshart - aan of vlakbij de Dorpsstraat - in de directe woonomgeving (in procenten, n 2013 = 1212) indicatoren In de Programmabegroting (programma 9) waren voor het meetjaar 2013 indicatoren opgenomen voor de tevredenheid over het parkeren ten behoeve van wonen, werken en winkelen. In de vigerende begroting ( ) ontbreken deze indicatoren. Toch zijn de indicatoren, althans die voor wonen en winkelen, nog wel berekend (voor werk-gerelateerd parkeren is de omnibus geen geschikt instrument). Wat betreft wonen: de antwoorden op de vraag naar de mogelijkheden om in de woonomgeving te parkeren worden omgerekend naar een cijfer dat waarden kan 1 In deze resultaten treedt een kleine verstoring op, doordat het Stadshart en de Dorpsstraat zowel woon- als winkelomgeving kunnen zijn. Deze situatie geldt voor maximaal 6% (respondenten uit de buurten Dorp en Stadscentrum). Dit is niet van invloed op de strekking van de resultaten. Onderzoek en Statistiek 23

26 Omnibusenquête 2013 aannemen tussen 1 en 10. De uitkomst van deze berekening bedraagt voor 2013 gemiddeld: 7,1. In 2010 bedroeg dit cijfer gemiddeld 6,5; in 2011 gemiddeld 7,0. Wat betreft winkelen: ook de antwoorden op de twee vragen naar de mogelijkheden om in de omgeving van de Dorpsstraat en het Stadshart te parkeren worden omgerekend naar een cijfer, dat waarden kan aannemen tussen 1 en 10. De uitkomst van deze berekening bedraagt voor 2013 gemiddeld: 7,6. In 2010 bedroeg dit cijfer gemiddeld 7,5; in 2011 gemiddeld 7,8. De berekeningswijze voor de indicatoren voor wonen en winkelen staat in bijlage IX (p.107). 4.3 parkeermogelijkheden onderscheiden naar woonwijk In bijlage VII (p.62) is een kruistabel opgenomen waarin de beoordeling van de parkeermogelijkheden in de directe woonomgeving wordt afgezet tegen de woonwijk van de respondent (geen oordeel en niet geantwoord blijven daarbij buiten beschouwing). Figuur 4.2 toont de omrekening van deze beoordeling naar gemiddelde tevredenheidscijfers voor 2013, en vergelijkt deze met de in 2010 en 2011 gevonden waarden. In Meerzicht en Oosterheem lijkt zich een gunstige ontwikkeling te hebben voorgedaan; in de overige wijken is de gemeten tevredenheid min of meer stabiel ten opzichte van figuur 4.2 gemiddelde tevredenheidscijfers over de parkeermogelijkheden in de eigen woonomgeving naar de woonwijk van de respondent (n 2010 = 1237; n 2011 = 1160; n 2013 = 1117 ) 24 Onderzoek en Statistiek

27 Deelrapport Groen en Bereikbaarheid 4.4 gebruik van parkeermogelijkheden rond de Dorpsstraat bezoekfrequentie Bijna alle respondenten komen met enige regelmaat in de Dorpsstraat. Een klein deel (1%) komt er niet als bezoeker, maar als bewoner. De overige respondenten komen er om verschillende andere redenen. Ruim een kwart komt op gemiddeld één dag per week of vaker in de Dorpsstraat. Ruim de helft komt er wel, maar minder dan eens per week; 16% komt er nooit, of weet het niet, of heeft de vraag niet beantwoord (figuur 4.3). 1% 2% 2% 2% 5% 5% 9% 55% 19% op zeven dagen, (bewoner) op zeven dagen (niet-bewoner) op vijf of zes dagen op drie of vier dagen op een of twee dagen op minder dan een dag in de week nooit weet niet niet geantwoord figuur 4.3 aantal dagen in een normale week waarop men in de Dorpsstraat komt (in procenten, n = 1212) activiteiten Men komt om verschillende redenen in de Dorpsstraat (figuur 4.4). Boodschappen doen of winkelen is veruit de belangrijkste reden (genoemd door 87% van de bezoekers). Een ongeveer half zo grote groep (40%) komt er (ook) voor horecabezoek. Voor 23% van de bezoekers is de Dorpsstraat wel eens een onderdeel van een route naar een andere bestemming. Overige bezoekredenen komen minder voor. boodschappen doen / winkelen horecabezoek komt erdoorheen, onderweg naar een andere bestemming loopt er zijn/haar ommetje om daar iemand te bezoeken voor studie / cursus / opleiding voor werk woont er anders niet geantwoord 0% 20% 40% 60% 80% 100% figuur 4.4 redenen voor bezoek aan de Dorpsstraat (in procenten, n = 1016, meer antwoorden per respondent mogelijk) bezoekduur Ongeveer de helft van de respondenten blijft tijdens een bezoek aan de Dorpsstraat gewoonlijk tussen de 15 en 60 minuten. Een kwart blijft gewoonlijk langer, 5% blijft korter, 16% geeft aan dat de verblijfsduur sterk wisselt (figuur 4.5). Onderzoek en Statistiek 25

28 1% 1% bij (bijna) alle bezoeken Omnibusenquête % 1% 5% 0-15 minuten per bezoek minuten per bezoek 16% minuten per bezoek 3% 21% 1-1,5 uur per bezoek 1,5-2 uur per bezoek 7% langer dan 2 uur per bezoek zeer wisselend 14% weet niet 32% niet geantwoord figuur 4.5 verblijfsduur (gewoonlijk) tijdens een bezoek aan de Dorpsstraat (in procenten, n = 1016) gebruik van de auto bij bezoek aan de Dorpsstraat Van de 1016 respondenten die zeggen de Dorpsstraat te bezoeken gebruikt de meerderheid (78%) bij dat bezoek wel eens een auto; 42% gebruikt zelfs een auto bij alle bezoeken; 20% gebruikt de auto bij geen enkel bezoek (figuur 4.6). 20% 43% bij drie van de vier bezoeken bij twee van de vier bezoeken bij één van de vier bezoeken 12% bij minder dan éen van de vier bezoeken bij geen enkel bezoek 7% 10% 6% weet niet niet geantwoord figuur 4.6 gebruik van een auto bij bezoeken aan de Dorpsstraat (in procenten, n = 1016) Leidsewallen Nicolaasplein CKC Delftsewallen Aldi Osylaan Pilatusdam Tempel figuur 4.7 parkeergelegenheid in de omgeving van de Dorpsstraat 26 Onderzoek en Statistiek

29 Deelrapport Groen en Bereikbaarheid Figuur 4.8 geeft een beeld van de bekendheid en het gebruik van de parkeergelegenheid in de omgeving van de Dorpsstraat, zoals aangegeven in het kaartje 4.7. De Osylaan (terrein / parkeergarage) is de bekendste en veruit de meest gebruikte parkeergelegenheid. De terreinen bij de Aldi en Pilatusdam, en de garage onder het CKC zijn qua bekendheid vergelijkbaar met de Osylaan. Het gebruik van deze kleinere voorzieningen is geringer. De overige terreinen zijn minder bekend en veel minder in gebruik bij de respondenten. terrein of garage Osylaan terrein Aldi garage onder CKC terrein Pilatusdam terrein Nicolaasplein, bij de RK-kerk terrein Delftsewallen terrein Tempel / Hovestein parkeerplekken in de omgeving, zuidzijde tijdelijk terrein Leidsewallen parkeerplekken in de omgeving, noordzijde eigen terrein 4 anders 16 (gebruik:) geen / weet niet / niet geantwoord bekend gebruikt figuur 4.8 bekendheid en gebruik van parkeermogelijkheden in de omgeving van de Dorpsstraat, onder respondenten die bij bezoeken aan de Dorppsstraat een auto gebruiken (absolute aantallen, n = 791, resp. 785) Onderzoek en Statistiek 27

30 Omnibusenquête Onderzoek en Statistiek

31 Deelrapport Groen en Bereikbaarheid BIJLAGE I bevolking, steekproef en respons bevolking, steelproef en respons In de onderstaande tabellen worden de Zoetermeerse bevolking, de steekproef en de bruikbare respons van dit deelonderzoek onderling vergeleken aan de hand van de kenmerken sekse en leeftijd. Binnen de Zoetermeerse bevolking van 18 jaar en ouder zijn vrouwen in de meerderheid. De steekproef toont ten opzichte van de verdeling over mannen en vrouwen een (toevallige) afwijking van 0,2 procentpunt. In de respons is het percentage vrouwen 1,3 procentpunten hoger dan in de steekproef (en het percentage mannen 1,3 procentpunten lager). Het verschil van de responspercentages met de percentages in de populatie bedraagt + 1,5 procentpunt voor vrouwen en - 1,5 procentpunt voor mannen. Verder laat de respons een oververtegenwoordiging zien voor de leeftijdscategorie 40 t/m 64 jaar en een ondervertegenwoordiging voor de categorie 18 t/m 39 jaar. De verschillen zijn vergelijkbaar met die in de omnibusenquête van voorgaande jaren; een correctie door middel van weging is niet uitgevoerd. tabel I-1 Zoetermeerse bevolking (18+), steekproef en respondenten, naar sekse bruikbare respons subtotaal (100%) sekse onbekend totaal tabel I-2 Zoetermeerse bevolking (18+), steekproef en respons, naar leeftijd in klassen bruikbare respons sekse bevolking 18+ op steekproef groene stad / parkeren bereikbaarheid man aantal procent 48,3 48,1 46,8 46,8 vrouw aantal procent 51,7 51,9 53,2 53,2 leeftijd bevolking 18+ op steekproef groene stad / parkeren bereikbaarheid 18 t/m 39 jaar aantal procent 34,5 32,9 25,0 25,0 40 t/m 64 jaar aantal procent 46,9 48,7 54,8 54,9 65+ aantal procent 18,6 18,8 20,2 20,1 subtotaal (100%) leeftijd onbekend totaal Onderzoek en Statistiek 29

32 Omnibusenquête Onderzoek en Statistiek

33 Deelrapport Groen en Bereikbaarheid BIJLAGE II betrouwbaarheid en nauwkeurigheid Betrouwbaarheidsintervallen De in dit verslag opgenomen uitkomsten hebben betrekking op de totale respons of op bepaalde categorieën daarbinnen. Over de werkelijkheid, dat wil zeggen de situatie in de totale populatie van Zoetermeerders van 18 jaar of ouder, kunnen alleen uitspraken worden gedaan in de vorm van schattingen. Dit kan in de vorm van puntschattingen en intervalschattingen. Bij een puntschatting, dat wil zeggen een schatting in de vorm van één getal, ligt het voor de hand als benadering van de werkelijkheid de uitkomst uit de enquête te nemen. Wanneer in de respons bijvoorbeeld 40% een bepaald gedrag vertoont, wordt dan aangenomen dat dit ook in de populatie 40% zal zijn. Een dergelijke puntschatting van een percentage zal bijna altijd in meer of mindere mate van de werkelijkheid afwijken. De kans op een verkeerde schatting kan aanzienlijk worden teruggebracht door de werkelijkheid te schatten in de vorm van intervallen (intervalschattingen). Het is daarbij, met behulp van statistische formules, mogelijk de grootte van een interval zodanig rond de enquête uitkomst (bijvoorbeeld rond een percentage) te kiezen dat met een bepaalde mate van zekerheid (veelal betrouwbaarheid genoemd) kan worden aangenomen dat het werkelijke percentage zich binnen dat interval bevindt. In onderstaande tabel is voor verschillende aantallen respondenten en voor verschillende percentages weergegeven wat de nauwkeurigheidsmarges zijn. Het gaat daarbij om de marges bij 95% betrouwbaarheid. Dit betekent dat als de steekproeftrekking en het onderzoek vele malen zou worden herhaald, het berekende nauwkeurigheidsinterval in minstens 95 van de 100 gevallen de werkelijke waarde zou bevatten. Voorbeelden Allereerst enkele voorbeelden ter verduidelijking van de tabel: Stel dat van alle (1212, resp. 1209) respondenten 30% opvatting A aanhangt. In werkelijkheid (dus in de totale populatie Zoetermeerders van 18 jaar en ouder) zal dit percentage dan met 95% zekerheid liggen tussen 27,4% en 32,6%. Stel dat van alle respondenten er 50 gedrag X vertonen. Als van deze 50 personen 60% vrouw is dan kan met 95% zekerheid gesteld worden dat van alle Zoetermeerse 18-plussers die gedrag X vertonen tussen de 46,4% en 73,6% vrouw is. Onderzoek en Statistiek 31

34 Omnibusenquête 2013 tabel II-1 Procentpunten waarmee de werkelijke percentages, uit de populatie, maximaal kunnen afwijken van die in de respons (betrouwbaarheidsinterval van 95%). aantal respondenten 10% of 90% 20% of 80% percentages in de respons 30% of 70% 40% of 60% 50% Onderzoek en Statistiek

35 Deelrapport Groen en Bereikbaarheid BIJLAGE III vragenlijst GROEN EN BEREIKBAARHEID GROENE STAD 35. De gemeente Zoetermeer prijst de stad graag aan als een 'groene' stad. Daar staat tegenover dat Zoetermeer in het land vaak een 'betonnen' stad genoemd is. Als u Zoetermeer vergelijkt met andere steden in de Randstad, wat zou u dan over Zoetermeer zeggen? 1. Zoetermeer is groener dan de meeste andere steden in de Randstad 2. Zoetermeer is net zo groen als de meeste andere steden in de Randstad 3. Zoetermeer is méér een betonnen stad dan de meeste andere steden in de Randstad 4. weet niet 36. Welke situatie is op uzelf van toepassing? LET OP: meer antwoorden mogelijk. ik heb één of meer kinderen van 4 jaar of jonger ik heb één of meer kinderen van 5 t/m 11 jaar ik heb één of meer kinderen van 12 t/m 17 jaar ik krijg regelmatig bezoek van een (klein)kind van 4 jaar of jonger ik krijg regelmatig bezoek van een (klein)kind van 5 t/m 11 jaar 37. Wat is uw oordeel over de voorzieningen binnen het groen in uw directe woonomgeving? 1 goed 2 voldoende 3 matig 4 slecht - speelvoorzieningen voor kinderen van 4 jaar of jonger - speelvoorzieningen voor kinderen van 5 t/m 11 jaar - plekken waar kinderen van 12 t/m 17 jaar zich kunnen vermaken - gelegenheid om te wandelen - gelegenheid om recreatief te fietsen 5 geen oordeel 38. Wilt u uw antwoord op vraag 37 toelichten? 39. Wat is uw oordeel over het straatmeubilair van het groen in uw directe woonomgeving? 1 goed 2 voldoende 3 matig 4 slecht - verlichting - zitbanken - prullenbakken 5 geen oordeel 40. Wilt u uw antwoord op vraag 39 toelichten? Onderzoek en Statistiek 33

36 Omnibusenquête 2013 BEREIKBAARHEID De volgende vragen gaan nader in op bereikbaarheid, zowel van bestemmingen binnen Zoetermeer als van bestemmingen buiten Zoetermeer. Daarbij wordt ingegaan op de bereikbaarheid over de weg (per auto) en op de bereikbaarheid per openbaar vervoer. 41. Wat vindt u van de bereikbaarheid per auto van het Stadshart en de Dorpsstraat? 1 goed 2 niet goed, niet slecht 3 slecht 4 weet niet / nvt - vanaf mijn woonadres naar het Stadshart - vanaf mijn woonadres naar de Dorpsstraat 42. Wat vindt u van de wegverbindingen in de richting van de volgende steden? Het gaat hierbij om filegevoeligheid en doorstroming. 1 goed 2 niet goed, niet slecht 3 slecht - vanaf mijn woonadres richting Leiden - vanaf mijn woonadres richting Gouda - vanaf mijn woonadres richting Delft - vanaf mijn woonadres richting Rotterdam - vanaf mijn woonadres richting Den Haag 4 weet niet 43. Zijn de onderstaande wegverbindingen in de afgelopen twaalf maanden beter of slechter geworden? Het gaat hierbij om filegevoeligheid en doorstroming. 1 beter geworden 2 niet beter of slechter geworden 3 slechter geworden - vanaf mijn woonadres richting Leiden - vanaf mijn woonadres richting Gouda - vanaf mijn woonadres richting Delft - vanaf mijn woonadres richting Rotterdam - vanaf mijn woonadres richting Den Haag 4 weet niet 44. Wat vindt u van de bereikbaarheid per openbaar vervoer van het Stadshart en de Dorpsstraat? 1 goed 2 niet goed, niet slecht 3 slecht 4 weet niet / nvt - vanaf mijn woonadres naar het Stadshart - vanaf mijn woonadres naar de Dorpsstraat 34 Onderzoek en Statistiek

37 Deelrapport Groen en Bereikbaarheid 45. Wat vindt u van de verbindingen per openbaar vervoer in de richting van de volgende steden? Het gaat hierbij om frequentie en reisduur. 1 goed 2 niet goed, niet slecht 3 slecht - vanaf mijn woonadres richting Leiden - vanaf mijn woonadres richting Gouda - vanaf mijn woonadres richting Delft - vanaf mijn woonadres richting Rotterdam - vanaf mijn woonadres richting Den Haag 4 weet niet 46. Zijn de onderstaande verbindingen per openbaar vervoer in de afgelopen twaalf maanden beter of slechter geworden? Het gaat hierbij om frequentie en reisduur. 1 beter geworden 2 niet beter of slechter geworden 3 slechter geworden - vanaf mijn woonadres richting Leiden - vanaf mijn woonadres richting Gouda - vanaf mijn woonadres richting Delft - vanaf mijn woonadres richting Rotterdam - vanaf mijn woonadres richting Den Haag 4 weet niet 47. Wat is uw oordeel over de kwaliteit (comfort, frequentie, reisduur, prijs) van het openbaar vervoer in de Zoetermeerse regio? a. uw rapportcijfer voor de busverbindingen binnen Zoetermeer: zeer ontevreden zeer tevreden geen oordeel b. uw rapportcijfer voor de busverbindingen van Zoetermeer met plaatsen in de omgeving: zeer ontevreden zeer tevreden geen oordeel c. uw rapportcijfer voor RandstadRail: zeer ontevreden zeer tevreden geen oordeel d. uw rapportcijfer voor de spoorverbindingen van de NS: zeer ontevreden zeer tevreden geen oordeel Wat zijn volgens u belangrijke aandachtspunten als het gaat om de wegverbindingen en/of openbaar vervoerverbindingen binnen Zoetermeer in de komende jaren? Onderzoek en Statistiek 35

38 Omnibusenquête Wat zijn volgens u belangrijke aandachtspunten als het gaat om de wegverbindingen en/of openbaar vervoerverbindingen van Zoetermeer met overig Nederland in de komende jaren? PARKEREN 50. Wat vindt u van de mogelijkheid om met de auto te parkeren op de volgende plaatsen? 1 goed 2 voldoende 3 matig 4 slecht 5 geen oordeel / nvt - in of vlakbij het Stadshart - aan of vlakbij de Dorpsstraat - in uw directe woonomgeving 51. Op hoeveel dagen in een normale week komt u wel eens in de Dorpsstraat? Geef een schatting van het (gemiddeld) aantal dagen. 1. op zeven dagen, want ik woon daar 2. op zeven dagen (niet als bewoner) 3. op vijf of zes dagen 4. op drie of vier dagen 5. op één of twee dagen 6. op minder dan één dag in de week 7. nooit ga naar vraag weet niet ga naar vraag Waarom komt u wel eens in de Dorpsstraat? LET OP: meer antwoorden mogelijk. om boodschappen te doen / te winkelen voor een bezoek aan de horeca voor mijn werk voor mijn studie / cursus / opleiding om daar iemand te bezoeken omdat ik er woon ik kom erdoorheen, onderweg naar een andere bestemming ik loop er mijn ommetje anders, namelijk: 53. Hoe lang blijft u gewoonlijk in de Dorpsstraat? minuten per bezoek minuten per bezoek minuten per bezoek ½ uur per bezoek 5. 1½ - 2 uur per bezoek 6. langer dan 2 uur per bezoek 7. zeer wisselend 8. weet niet 54. Bij hoeveel bezoeken aan de Dorpsstraat gebruikt u een auto? Kies het best passende antwoord. 1. bij (bijna) alle bezoeken 2. bij drie van de vier bezoeken 3. bij twee van de vier bezoeken 4. bij één van de vier bezoeken 5. bij minder dan één van de vier bezoeken 6. bij geen enkel bezoek ga naar vraag weet niet ga naar vraag Onderzoek en Statistiek

39 Deelrapport Groen en Bereikbaarheid 55. Welke parkeermogelijkheden in de omgeving van de Dorpsstraat kent u? (zie kaartje hiernaast) LET OP: meer antwoorden mogelijk. garage onder het Centrum voor Kunst en Cultuur (CKC) locatie 01 terrein of garage Osylaan locatie 02 terrein Tempel / Hovestein locatie 03 terrein Pilatusdam locatie 04 terrein Delftsewallen locatie 05 terrein Aldi locatie 06 tijdelijk terrein Leidsewallen locatie 07 terrein Nicolaasplein, bij de RK-kerk locatie 08 parkeerplekken in de omgeving, aan de noordzijde (kant van Palenstein) parkeerplekken in de omgeving, aan de zuidzijde (kant van Dorp) eigen terrein anders, namelijk: geen van deze parkeermogelijkheden 56. Welke van de parkeermogelijkheden in de omgeving van de Dorpsstraat heeft u in de afgelopen twaalf maanden wel eens gebruikt bij uw bezoek aan de Dorpsstraat? LET OP: meer antwoorden mogelijk. garage onder het Centrum voor Kunst en Cultuur (CKC) locatie 01 terrein of garage Osylaan locatie 02 terrein Tempel / Hovestein locatie 03 terrein Pilatusdam locatie 04 terrein Delftsewallen locatie 05 terrein Aldi locatie 06 tijdelijk terrein Leidsewallen locatie 07 terrein Nicolaasplein, bij de RK-kerk locatie 08 parkeerplekken in de omgeving, aan de noordzijde (kant van Palenstein) parkeerplekken in de omgeving, aan de zuidzijde (kant van Dorp) eigen terrein anders, namelijk: geen van deze parkeermogelijkheden weet niet Onderzoek en Statistiek 37

Omnibusenquête deelrapport millenniumdoelen. februari Opdrachtgever: Bedrijfsvoering,

Omnibusenquête deelrapport millenniumdoelen. februari Opdrachtgever: Bedrijfsvoering, Omnibusenquête 2011 deelrapport Millenniumdoelen Omnibusenquête 2011 deelrapport millenniumdoelen februari 2012 Opdrachtgever: Bedrijfsvoering, Juridische Aangelegenheden Angelique Quentin Uitvoering:

Nadere informatie

Omnibusenquête 2010 deelrapport biodiversiteit

Omnibusenquête 2010 deelrapport biodiversiteit Omnibusenquête 2010 deelrapport Biodiversiteit Omnibusenquête 2010 deelrapport biodiversiteit januari 2011 Opdrachtgever Hoofdafdeling Ruimte/ afdeling Stadsontwikkeling/ Ruimtelijke Ordening en Milieu

Nadere informatie

Omnibusenquête Imago Palenstein

Omnibusenquête Imago Palenstein Omnibusenquête 2015 Imago Palenstein OMNIBUSENQUETE 2015 Deelrapport: Imago Palenstein Januari 2016 Samenstelling rapport: In opdracht van: Mariëlle Bartels, Afdeling JABO/ Onderzoek en Statistiek Wim

Nadere informatie

Omnibusenquête deelrapport. Werk, zorg en inkomen

Omnibusenquête deelrapport. Werk, zorg en inkomen Omnibusenquête 2015 deelrapport Werk, zorg en inkomen Omnibusenquête 2015 deelrapport Werk, zorg en inkomen OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport WERK, ZORG EN INKOMEN Zoetermeer, 25 januari 2016 Gemeente Zoetermeer

Nadere informatie

Jeugdomnibus 2012 deelrapport vervoermiddelen en verkeersveiligheid

Jeugdomnibus 2012 deelrapport vervoermiddelen en verkeersveiligheid Bedrijfsvoering / FB Onderzoek & Statistiek Jeugdomnibus 2012 deelrapport vervoermiddelen en verkeersveiligheid augustus 2012 Bedrijfsvoering / Facilitair Bedrijf, Onderzoek & Statistiek Analyse en verslaglegging:

Nadere informatie

Simon Arndt, Directie Bedrijfsvoering, afdeling FB/Onderzoek en Statistiek. Mariëlle Bartels//Rien de Vries, directie Stad, stadsontwikkeling

Simon Arndt, Directie Bedrijfsvoering, afdeling FB/Onderzoek en Statistiek. Mariëlle Bartels//Rien de Vries, directie Stad, stadsontwikkeling omnibusenquête 2011 deelrapport flexibel werken OMNIBUSENQUETE 2011 Deelrapport: flexibel werken Februari 2012 Samenstelling rapport: Enquête-organisatie: In opdracht van: Josée Boormans, Directie Bedrijfsvoering,

Nadere informatie

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport STUDENTENHUISVESTING Zoetermeer, 9 december 2015 Gemeente Zoetermeer

Nadere informatie

Omnibusenquête deelrapport verkeersveiligheid, fietsgebruik en parkeren

Omnibusenquête deelrapport verkeersveiligheid, fietsgebruik en parkeren Omnibusenquête 2014 deelrapport verkeersveiligheid, fietsgebruik en parkeren JaBo Onderzoek & Statistiek Omnibusenquête 2014 deelrapport verkeersveiligheid, fietsgebruik en parkeren maart 2015 opdrachtgever:

Nadere informatie

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Ter Zake Het Ondernemershuis

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Ter Zake Het Ondernemershuis Omnibusenquête 2015 deelrapport Ter Zake Het Ondernemershuis Omnibusenquête 2015 deelrapport Ter Zake Het Ondernemershuis OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport TER ZAKE HET ONDERNEMERSHUIS Zoetermeer, 15 februari

Nadere informatie

Omnibusenquête deelrapport. Zoetermeer FM

Omnibusenquête deelrapport. Zoetermeer FM Omnibusenquête 2015 deelrapport Zoetermeer FM Omnibusenquête 2015 deelrapport Zoetermeer FM OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport ZOETERMEER FM Zoetermeer, 18 december 2015 Gemeente Zoetermeer Afdeling Juridische

Nadere informatie

OMNIBUSENQUÊTE deelrapport BEZOEK AAN DORPSSTRAAT EN STADSHART

OMNIBUSENQUÊTE deelrapport BEZOEK AAN DORPSSTRAAT EN STADSHART OMNIBUSENQUÊTE 2011 deelrapport BEZOEK AAN DORPSSTRAAT EN STADSHART Zoetermeer, 8 februari 2012 Gemeente Zoetermeer Directie Bedrijfsvoering Afdeling Facilitair Bedrijf Onderzoek & Statistiek Aad Kalisvaart

Nadere informatie

OMNIBUSENQUETE 2012. Deelrapport: elektrisch rijden. Mei 2013. Simon Arndt, Directie BV, afdeling FB/Onderzoek en Statistiek

OMNIBUSENQUETE 2012. Deelrapport: elektrisch rijden. Mei 2013. Simon Arndt, Directie BV, afdeling FB/Onderzoek en Statistiek Omnibusenquête 2012 deelrapport elektrisch rijden OMNIBUSENQUETE 2012 Deelrapport: elektrisch rijden Mei 2013 Samenstelling rapport: Enquête-organisatie In opdracht van: Josée Boormans, Directie BV, afdeling

Nadere informatie

Onderzoek parkeren 2019

Onderzoek parkeren 2019 Onderzoek parkeren 2019 ONDERZOEK PARKEREN 2019 April 2019 Samenstelling rapport: Mariëlle Bartels, afdeling JABO/Onderzoek en Statistiek In opdracht van: Desirée Kluyver, afdeling Stadsontwikkeling JABO/Onderzoek

Nadere informatie

Omnibusenquête 2012 deelrapport gemeentelijke dienstverlening

Omnibusenquête 2012 deelrapport gemeentelijke dienstverlening Bedrijfsvoering / FB Onderzoek & Statistiek Omnibusenquête 2012 deelrapport gemeentelijke dienstverlening maart 2013 Bedrijfsvoering / Facilitair Bedrijf, Onderzoek & Statistiek Coördinatie / organisatie

Nadere informatie

Hoe denkt Zoetermeer over parkeren?

Hoe denkt Zoetermeer over parkeren? Hoe denkt Zoetermeer over parkeren? April 2019 Gemeente Zoetermeer 1 Inleiding Op 8 oktober 2018 heeft de gemeenteraad het procesvoorstel Actualisatie parkeerbeleid vastgesteld. Hierin is afgesproken om

Nadere informatie

OMNIBUSENQUÊTE deelrapport JONGERENGROEPEN

OMNIBUSENQUÊTE deelrapport JONGERENGROEPEN OMNIBUSENQUÊTE 2010 deelrapport JONGERENGROEPEN Zoetermeer, 6 januari 2011 Gemeente Zoetermeer Hoofdafdeling Bestuur Afdeling Facilitair Bedrijf Onderzoek & Statistiek Aad Kalisvaart INHOUDSOPGAVE Blz.

Nadere informatie

OMNIBUSENQUÊTE deelrapport VERKEER

OMNIBUSENQUÊTE deelrapport VERKEER OMNIBUSENQUÊTE 2009 deelrapport VERKEER Zoetermeer, 15 maart 2010 Gemeente Zoetermeer Hoofdafdeling Bestuur Afdeling Facilitair Bedrijf Onderzoek & Statistiek Aad Kalisvaart INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING

Nadere informatie

OMNIBUSENQUÊTE 2011. deelrapport NATUUR EN MILIEU

OMNIBUSENQUÊTE 2011. deelrapport NATUUR EN MILIEU OMNIBUSENQUÊTE 2011 deelrapport NATUUR EN MILIEU Zoetermeer, 8 februari 2012 Gemeente Zoetermeer Directie Bedrijfsvoering Afdeling Facilitair Bedrijf Onderzoek & Statistiek Aad Kalisvaart INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Omnibusenquête 2013 Energiebesparende maatregelen

Omnibusenquête 2013 Energiebesparende maatregelen Omnibusenquête 2013 Energiebesparende maatregelen OMNIBUSENQUETE 2012 Deelrapport: energiebesparende maatregelen Mei 2014 Samenstelling rapport: Enquête-organisatie: In opdracht van: Marielle Bartels,

Nadere informatie

Omnibusenquête 2012 deelrapport ruimte en groen

Omnibusenquête 2012 deelrapport ruimte en groen Bedrijfsvoering / FB Onderzoek & Statistiek Omnibusenquête 2012 deelrapport ruimte en groen februari 2013 Bedrijfsvoering, Onderzoek & Statistiek Coördinatie, organisatie veldwerk: Analyse en verslaglegging:

Nadere informatie

Jongerenpeiling Deelrapport wonen

Jongerenpeiling Deelrapport wonen Jongerenpeiling 2016 Deelrapport wonen Jongerenpeiling 2016 Deelrapport wonen JONGERENPEILING 2016 deelrapportage wonen Zoetermeer, 12 oktober 2016 Gemeente Zoetermeer Afdeling Juridische Aangelegenheden

Nadere informatie

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009 Gemeentelijke Dienstverlening Omnibus 2009 Afdeling O&S Februari 2009 2 Samenvatting Inwoners vinden dat de gemeente haar dienstverlening heeft verbeterd De inwoners van s-hertogenbosch beoordelen de gemeentelijke

Nadere informatie

Omnibusenquête 2011 deelrapport gemeentelijke dienstverlening

Omnibusenquête 2011 deelrapport gemeentelijke dienstverlening Bestuur / FB Onderzoek & Statistiek Omnibusenquête 2011 deelrapport gemeentelijke dienstverlening maart 2012 Bedrijfsvoering / Facilitair Bedrijf, Onderzoek & Statistiek Coördinatie / organisatie veldwerk:

Nadere informatie

Interactief bestuur. Omnibus 2017

Interactief bestuur. Omnibus 2017 Interactief bestuur Omnibus 2017 Afdeling Onderzoek & Statistiek Januari 2018 Samenvatting In het najaar van 2017 is door de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente s-hertogenbosch weer het tweejaarlijks

Nadere informatie

Buurt- en dorpsenquête Openbaar vervoer

Buurt- en dorpsenquête Openbaar vervoer Buurt- en dorpsenquête 2009 Openbaar vervoer Buurt- en dorpsenquête 2009 Openbaar vervoer In juni 2009 hebben 7.250 inwoners van 18 jaar en ouder een uitgebreide vragenlijst ontvangen in het kader van

Nadere informatie

3.5 Voorzieningen in de buurt

3.5 Voorzieningen in de buurt 3.5 Voorzieningen in de buurt Samenvatting: Straatverlichting en straatmeubilair Veruit de meeste (8%) bewoners zijn (zeer) tevreden over de straatverlichting in hun buurt. De verschillen naar wijk zijn

Nadere informatie

Omnibusenquête 2014 deelrapport cultureel aanbod

Omnibusenquête 2014 deelrapport cultureel aanbod deelrapport cultureel aanbod Deelrapport cultureel aanbod Januari 2015 Analyse en verslaglegging: Opdrachtgever: JaBo/Onderzoek & Statistiek Josée Boormans Samenleving Kees Ritsema van Eck 2 JaBo / Onderzoek

Nadere informatie

JEUGDOMNIBUSENQUÊTE deelrapport BEOORDELING UITGAANSGELEGENHEDEN

JEUGDOMNIBUSENQUÊTE deelrapport BEOORDELING UITGAANSGELEGENHEDEN JEUGDOMNIBUSENQUÊTE 2012 deelrapport BEOORDELING UITGAANSGELEGENHEDEN Zoetermeer, 23 juli 2012 Gemeente Zoetermeer Directie Bedrijfsvoering Afdeling Facilitair Bedrijf Onderzoek & Statistiek Aad Kalisvaart

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Binnenstad van Leiden

Hoofdstuk 8 Binnenstad van Leiden Hoofdstuk 8 Binnenstad van Leiden Samenvatting De binnenstad van Leiden krijgt een voldoende (7,1) van de Leidenaren. Wanneer wordt gevraagd naar de ontwikkeling van de afgelopen twee jaar, dan geven meer

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Omnibusenquête 2015 deelrapport cultureel aanbod

Omnibusenquête 2015 deelrapport cultureel aanbod deelrapport cultureel aanbod Deelrapport cultureel aanbod Maart 2016 Analyse en verslaglegging: Opdrachtgever: JaBo/Onderzoek & Statistiek Josée Boormans Samenleving Kees Ritsema van Eck 2 JaBo / Onderzoek

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte- Stadsmonitor -thema Openbare Ruimte- Modules Samenvatting 1 Beeldkwaliteit stad 2 Beeld van openbare ruimte in buurt 4 Onderhoud openbare ruimte 10 Bronnen 19 Datum: februari 2016 Gemeente Nijmegen Onderzoek

Nadere informatie

Grafiek 12.1a Soorten vervoermiddelen waar Leidenaren over beschikken, in procenten van alle Leidenaren 0% 25% 50% 75% 100%

Grafiek 12.1a Soorten vervoermiddelen waar Leidenaren over beschikken, in procenten van alle Leidenaren 0% 25% 50% 75% 100% 12 VERVOERMIDDELENKEUZE De afdeling Ruimte- en Milieubeleid wil graag weten over welke vervoermiddelen de Leidenaren beschikken en welke zij voor verschillende doeleinden gebruiken. Daarnaast is de gemeente

Nadere informatie

Omnibusenquête Deelrapport wonen

Omnibusenquête Deelrapport wonen Omnibusenquête 2016 Deelrapport wonen Omnibusenquête 2016 Deelrapport wonen Omnibusenquête 2016 deelrapport wonen Zoetermeer, 17 mei 2017 Gemeente Zoetermeer Afdeling Juridische Aangelegenheden & Bestuursondersteuning

Nadere informatie

Interactief bestuur. Omnibus 2015

Interactief bestuur. Omnibus 2015 Interactief bestuur Omnibus 2015 O&S April 2016 Samenvatting In september/oktober 2015 is door de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente s- Hertogenbosch een omnibusonderzoek gehouden. In dit

Nadere informatie

Parken in Deventer Een peiling onder de Deventer bevolking naar bekendheid met en bezoek aan Rijsterborgherpark, Nieuwe plantsoen en Worpplantsoen

Parken in Deventer Een peiling onder de Deventer bevolking naar bekendheid met en bezoek aan Rijsterborgherpark, Nieuwe plantsoen en Worpplantsoen Parken in Deventer Een peiling onder de Deventer bevolking naar bekendheid met en bezoek aan Rijsterborgherpark, Nieuwe plantsoen en Worpplantsoen Afdeling Onderzoek en Statistiek Marieke Hottenhuis December

Nadere informatie

De mening van de inwoners gepeild. Leefbaarheid 2015

De mening van de inwoners gepeild. Leefbaarheid 2015 LelyStadsGeLUIDEN De mening van de inwoners gepeild Leefbaarheid 2015 April 2016 Colofon Dit is een rapportage opgesteld door: Cluster Onderzoek en Statistiek team Staf, Beleid Te downloaden op www.lelystad.nl/onderzoek

Nadere informatie

Omnibusenquête deelrapport. Huisvuilinzameling

Omnibusenquête deelrapport. Huisvuilinzameling Omnibusenquête 2015 deelrapport Huisvuilinzameling Omnibusenquête 2015 deelrapport Huisvuilinzameling OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport HUISVUILINZAMELING Zoetermeer, 14 januari 2016 Gemeente Zoetermeer

Nadere informatie

Camera s op de Nelson Mandelabrug Evaluatie veiligheidsbeleving Juni 2010

Camera s op de Nelson Mandelabrug Evaluatie veiligheidsbeleving Juni 2010 Camera's op de Nelson Mandelabrug Evaluatie veiligheidsbeleving 2010 Camera s op de Nelson Mandelabrug Evaluatie veiligheidsbeleving 2010 Juni 2010 In opdracht van: Analyse en verslaglegging: Marcel Janssen,

Nadere informatie

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages.

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages. MARGES EN SIGNIFICANTIE BIJ STEEKPROEFRESULTATEN. De marges van percentages Metingen via een steekproef leveren een schatting van de werkelijkheid. Het toevalskarakter van de steekproef heeft als consequentie,

Nadere informatie

Jongerenpeiling Deelrapport speelvoorzieningen in de openbare ruimte

Jongerenpeiling Deelrapport speelvoorzieningen in de openbare ruimte Jongerenpeiling 2016 Deelrapport speelvoorzieningen in de openbare ruimte Jongerenpeiling 2016 Deelrapport speelvoorzieningen in de openbare ruimte JONGERENPEILING 2016 Deelrapport speelvoorzieningen in

Nadere informatie

Bijlage 8. Enquête. Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag

Bijlage 8. Enquête. Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag Bijlage 8 Enquête Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag documenttitel: BIJLAGE 8 ENQUÊTE ANALYSE- EN OPLOSSINGSRICHTINGENFASE MIRT-ONDERZOEK BEREIKBAARHEID

Nadere informatie

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek Straatintimidatie Amsterdam Factsheet 201 Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Directie Openbare Orde en Veiligheid Projectnummer: 11 Beek, Eliza van der Smeets, Harry Bezoekadres: Oudezijds

Nadere informatie

Enquête herinrichting Botenbuurt 2016

Enquête herinrichting Botenbuurt 2016 Enquête herinrichting Botenbuurt 2016 December 2016 Kenniscentrum MVS Gemeente Schiedam E n q u ê t e h e r i n r i c h t i n g B o t e n b u u r t P a g i n a 1 Inleiding De gemeente Schiedam voert in

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 71%.

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 71%. Samenvatting Parkeren Cluster Ruimte/afdeling Advies heeft O&S gevraagd een onderzoek naar parkeren uit te zetten onder de leden van het Delft Internet Panel (DIP). In april 2014 is het DIP hierover benaderd.

Nadere informatie

BURGERPANEL MOERDIJK OVER LEVENDIGE CENTRA

BURGERPANEL MOERDIJK OVER LEVENDIGE CENTRA BURGERPANEL MOERDIJK OVER LEVENDIGE CENTRA Gemeente Moerdijk November 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3084800 Rapportnummer 2018/177 Datum November

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

Waardering van voorzieningen, vervoer en werk

Waardering van voorzieningen, vervoer en werk Waardering van voorzieningen, vervoer en werk Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Een afname van het inwoneraantal heeft gevolgen voor het voorzieningenniveau. Er zal immers niet

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

Hoofdstuk 10 Parkeren

Hoofdstuk 10 Parkeren Hoofdstuk 10 Parkeren Samenvatting Zeven op de tien Leidse huishoudens beschikken over één of meer auto s. Eén op de vijf huishoudens heeft te maken met betaald parkeren in de eigen straat of in aangrenzende

Nadere informatie

Grafiek 20.1a Belangrijkste aspecten die Leidenaren prettig vinden aan de eigen buurt, * (meer antwoorden mogelijk) 16% 15% 10% 10%

Grafiek 20.1a Belangrijkste aspecten die Leidenaren prettig vinden aan de eigen buurt, * (meer antwoorden mogelijk) 16% 15% 10% 10% 20 ONDERHOUD EN NETHEID EIGEN BUURT In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de prettige en de mindere prettige kanten van de openbare ruimte in de eigen buurt of wijk. Vervolgens wordt gekeken hoe men verschillende

Nadere informatie

Openingstijden Stadswinkels 2008

Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 René van Duin & Maaike Dujardin Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) december 2008 In opdracht van Publiekszaken afdeling Beleid

Nadere informatie

Fietsen in Groningen 2017

Fietsen in Groningen 2017 veel respon Fietsen in Groningen 2017 Kübra Ozisik April 2017 www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoud Inhoud... 1 1. Inleiding... 2 2. Fietsen in Groningen 2017... 3 2.1 Respons en achtergrond...

Nadere informatie

Burgerpeiling Hoeksche Waard 2015

Burgerpeiling Hoeksche Waard 2015 Burgerpeiling Hoeksche Waard 2015 Binnenmaas, Cromstrijen, Korendijk, Oud-Beijerland, Strijen Andrew Britt, Volkan Atalay, augustus 2015 INHOUD INLEIDING 1 HOOFDSTUK 1 SAMENVATTING 2 HOOFDSTUK 2 WAARDERING

Nadere informatie

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Gemeente Deventer Team Kennis en Verkenning Jaap Barink Juni 2015 Inhoud Samenvatting... 4 Inleiding... 6 1. Indienen melding...

Nadere informatie

Evaluatie leerlingenvervoer 2013

Evaluatie leerlingenvervoer 2013 Evaluatie leerlingenvervoer -Oordeel van ouders- januari 2014 Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek Evaluatie leerlingenvervoer -Oordeel van ouders- 1 Evaluatie leerlingenvervoer -Oordeel van ouders-

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Stad en Buurt- Modules. Datum: Stadsmonitor -thema Stad en Buurt- 1

Stadsmonitor. -thema Stad en Buurt- Modules. Datum: Stadsmonitor -thema Stad en Buurt- 1 Stadsmonitor -thema Stad en Buurt- Modules De Nijmegenaar en zijn stad 2 De Nijmegenaar en zijn buurt 7 Datum: 21-01-2014 Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek contactpersoon: Geert Schattenberg tel.:

Nadere informatie

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 61%.

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 61%. Samenvatting Parkeren 2016 Cluster Ruimte en Economie/afdeling Advies heeft O&S gevraagd een onderzoek naar parkeren uit te zetten onder de leden van het Delft Internet Panel (DIP). In april 2016 is het

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Petteflet/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet

Samenvatting. BS De Petteflet/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet Enige tijd geleden heeft onze school BS De Petteflet deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 218522 ouders

Nadere informatie

Samenvatting WijkWijzer 2017

Samenvatting WijkWijzer 2017 Samenvatting WijkWijzer 2017 Bevolking & wonen Inwoners Op 1 januari 2017 telt Utrecht 343.134 inwoners. Met 47.801 inwoners is Vleuten-De Meern de grootste wijk van Utrecht, gevolgd door de wijk Noordwest.

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Buurtrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de buurt? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Resultaten bewonersonderzoek, meting 2013

Resultaten bewonersonderzoek, meting 2013 Resultaten bewonersonderzoek, meting 2013 In de periode half mei/ begin juli 2013 heeft USP Marketing Consultancy in opdracht van Volkshuisvesting opnieuw een bewonersonderzoek gedaan naar de tevredenheid

Nadere informatie

Onderzoek gebruik fietsenstallingen rondom station Zwolle

Onderzoek gebruik fietsenstallingen rondom station Zwolle fietsen Advies en Faciliteiten AF Stadskantoor Lübeckplein Postbus 538 8000 AM Zwolle Telefoon (038) 498 2008 www.zwolle.nl Onderzoek gebruik fietsenstallingen rondom station Zwolle Opdrachtgever Opdrachtnemer

Nadere informatie

Sportparticipatie Volwassenen

Sportparticipatie Volwassenen Sportparticipatie 2014 Volwassenen Onderzoek & Statistiek Februari 2015 2 Samenvatting In het najaar van 2014 is de sportparticipatie van de volwassen inwoners van de gemeente s- Hertogenbosch onderzocht.

Nadere informatie

Elektronische dienstverlening

Elektronische dienstverlening Hoofdstuk 4 Elektronische dienstverlening Samenvatting Bewoners kunnen voor steeds meer diensten gebruik maken van de website van de gemeente. De beschikbaarheid van internet mag hierbij vrijwel geen beperkingen

Nadere informatie

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-015 1 maart 2012 9.30 uur Gevoelens van onveiligheid iets verminderd Minder Nederlanders voelen zich onveilig Slachtofferschap veel voorkomende criminaliteit

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Ridderslag. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Ridderslag. Ouders vinden 'De leerkracht' op school het belangrijkst

Samenvatting. BS De Ridderslag. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Ridderslag. Ouders vinden 'De leerkracht' op school het belangrijkst BS De Ridderslag/ Gouda Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Ridderslag Enige tijd geleden heeft onze school BS De Ridderslag deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel

Nadere informatie

4.3 Veiligheidsbeleving

4.3 Veiligheidsbeleving 4.3 Veiligheidsbeleving Samenvatting: Het gevoel van veiligheid in het algemeen is sinds 2002 vrij constant. Iets meer dan één op de drie bewoners voelt zich vaak of soms onveilig. Het gevoel van onveiligheid

Nadere informatie

Onderzoek fietstransferia

Onderzoek fietstransferia Onderzoek fietstransferia Resultaten onderzoek 2018 In opdracht van de gemeente Houten Projectnummer 20993 Januari 2019 Totta Research N.V. Burgemeester Stramanweg 105F 1101 AA Amsterdam Inhoudsopgave

Nadere informatie

Randstad Koopstromenonderzoek. BELEIDSONDERZOEK I I

Randstad Koopstromenonderzoek. BELEIDSONDERZOEK I I Randstad 2016 Koopstromenonderzoek BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl I www.leidenincijfers.nl 1. Inleiding Om de feitelijke ontwikkelingen in de detailhandel te kunnen volgen, hebben

Nadere informatie

Omnibusenquête 2010 deelrapport Dienstverlening Publieksplein

Omnibusenquête 2010 deelrapport Dienstverlening Publieksplein Bestuur / FB Onderzoek & Statistiek Omnibusenquête deelrapport Dienstverlening Publieksplein december Hoofdafdeling Bestuur, afdeling Facilitair Bedrijf, eenheid Onderzoek & Statistiek Coördinatie / organisatie

Nadere informatie

Jongerenpeiling deelrapport. Wonen

Jongerenpeiling deelrapport. Wonen Jongerenpeiling 2014 deelrapport Wonen Jongerenpeiling 2014 deelrapport Wonen JONGERENPEILING 2014 deelrapport WONEN Zoetermeer, 23 juli 2014 Gemeente Zoetermeer Afdeling Facilitair Bedrijf Onderzoek &

Nadere informatie

Jongerenpeiling 2014. deelrapport vrijwilligerswerk en mantelzorg

Jongerenpeiling 2014. deelrapport vrijwilligerswerk en mantelzorg Jongerenpeiling 2014 deelrapport vrijwilligerswerk en mantelzorg JaBo / Onderzoek & Statistiek Jongerenpeiling 2014 deelrapport vrijwilligerswerk en mantelzorg oktober 2014 Opdracht: Samenleving: Analyse

Nadere informatie

Omnibusenquête 2014 deelrapport stadsnatuur

Omnibusenquête 2014 deelrapport stadsnatuur Omnibusenquête 2014 deelrapport stadsnatuur OMNIBUSENQUETE 2014 Deelrapport: STADSNATUUR april 2015 Analyse en rapportage: Maken vragenlijst In opdracht van: Josée Boormans, afdeling JaBo/Onderzoek en

Nadere informatie

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan.

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan. Burgerpeiling 2013 Eind 2013 is onder 2000 inwoners van de gemeente Noordoostpolder een enquete verspreid ten behoeve van de benchmark waarstaatjegemeente.nl. De enquete vormt een onderdeel van de benchmark.

Nadere informatie

Consumentenvertrouwen in verzekeraars. Juli 2015

Consumentenvertrouwen in verzekeraars. Juli 2015 Consumentenvertrouwen in verzekeraars Juli 2015 Index Consumentenvertrouwen in verzekeraars Het Consumentenvertrouwen in verzekeraars staat in juli 2015 op een stand van -10 (zie berekeningswijze). 10

Nadere informatie

Straten in Groningen

Straten in Groningen Straten in Groningen Laura de Jong Januari 2017 Marjolein Kolstein www.os-groningen.nl Inhoud Inhoud... 1 Samenvatting... 2 1. Inleiding... 3 2. Resultaten... 4 2.1 Verschillende groepen... 4 2.2 Tevredenheid

Nadere informatie

Dienstverlening Beheer en Programmering Openbare Ruimte

Dienstverlening Beheer en Programmering Openbare Ruimte Dienstverlening Beheer en Programmering Openbare Ruimte Juni 2018 Gemeente s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Samenvatting In het najaar van 2017 is door de afdeling Onderzoek & Statistiek

Nadere informatie

Samenvatting. BS Beijumkorf/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Beijumkorf

Samenvatting. BS Beijumkorf/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Beijumkorf Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Beijumkorf Enige tijd geleden heeft onze school BS Beijumkorf deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 218522 ouders

Nadere informatie

Fietsen in Groningen 2016

Fietsen in Groningen 2016 B A S I S V O O R B E L E I D Fietsen in Groningen 2016 Laura de Jong Onderzoek en Statistiek Groningen, april 2016 Fietsen in Groningen 2016 Inhoud 1. Inleiding 3 2. Fietsen in Groningen 2016 4 2.1 Respons

Nadere informatie

Stadspark. Een stadspanelonderzoek B A S I S V O O R B E L E I D. November Marjolein Kolstein.

Stadspark. Een stadspanelonderzoek B A S I S V O O R B E L E I D. November Marjolein Kolstein. Stadspark Een stadspanelonderzoek Marjolein Kolstein November 2018 www.oisgroningen.nl Inhoud Samenvatting 3 1. Inleiding 4 1.1 Aanleiding van het onderzoek 4 1.2 Doel van het onderzoek 4 1.3 Opzet van

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Kameleon. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Kameleon. Ouders vinden 'De leerkracht' op school het belangrijkst

Samenvatting. BS De Kameleon. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Kameleon. Ouders vinden 'De leerkracht' op school het belangrijkst Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Kameleon Enige tijd geleden heeft onze school BS De Kameleon deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 209645 ouders

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Swoaistee/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Swoaistee

Samenvatting. BS De Swoaistee/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Swoaistee Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Swoaistee Enige tijd geleden heeft onze school BS De Swoaistee deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 218522 ouders

Nadere informatie

Omnibusenquête 2010 deelrapport Wijkmanagement

Omnibusenquête 2010 deelrapport Wijkmanagement Omnibusenquête 2010 deelrapport Wijkmanagement Omnibusenquête 2010 deelrapport Wijkmanagement januari 2011 Opdrachtgever: Bestuur / Wijkmanagement Marcel Looijaard Uitvoering: Hoofdafdeling Bestuur, afdeling

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006 Resultaten eindmeting, januari 2006 O&S Nijmegen januari 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen de

Nadere informatie

Wonen Als men zou verhuizen blijft ongeveer 40% het liefst in Leiden wonen, daarna zijn Amsterdam en Den Haag favoriete woonplaatsen

Wonen Als men zou verhuizen blijft ongeveer 40% het liefst in Leiden wonen, daarna zijn Amsterdam en Den Haag favoriete woonplaatsen April 2013 Binding met aar verbonden met stad en regio In hoeverre richt de aar zich op de eigen stad dan wel op de regio voor diverse activiteiten? Wat is hun oriëntatie in de randstad? Deze vraag staat

Nadere informatie

BS It Pertoer/ Weidum Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS It Pertoer Ouders vinden 'De leerkracht' op school het belangrijkst

BS It Pertoer/ Weidum Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS It Pertoer Ouders vinden 'De leerkracht' op school het belangrijkst BS It Pertoer/ Weidum Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS It Pertoer Enige tijd geleden heeft onze school BS It Pertoer deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten tussenmeting, begin juli 2005

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten tussenmeting, begin juli 2005 Resultaten tussenmeting, begin juli 2005 O&S Nijmegen 13 juli 2005 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen

Nadere informatie

Omnibusenquête 2014 Samenspraak

Omnibusenquête 2014 Samenspraak Omnibusenquête 2014 Samenspraak OMNIBUSENQUETE 2014 Deelrapport: Samenspraak Januari 2014 Samenstelling rapport: In opdracht van: Mariëlle Bartels, Afdeling JABO/ Onderzoek en Statistiek Coen Helderman,

Nadere informatie

OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID

OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID Gemeente Alkmaar afdeling Onderzoek en Statistiek februari 2006 auteur: Monique van Diest afdeling Onderzoek en Statistiek gemeente Alkmaar

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 2014 Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Ridderslag. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Ridderslag. Ouders vinden 'De leerkracht' op school het belangrijkst

Samenvatting. BS De Ridderslag. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Ridderslag. Ouders vinden 'De leerkracht' op school het belangrijkst BS De Ridderslag/ Gouda Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Ridderslag Enige tijd geleden heeft onze school BS De Ridderslag deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel

Nadere informatie

Burgerpanel Lansingerland

Burgerpanel Lansingerland Burgerpanel Lansingerland Resultaten peiling 1: P+R, hotel Rottemeren, identiteit dorpskernen, flexwerkplekken en burgerparticipatie december 2013 Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Hoe leefbaar en veilig is? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen

Nadere informatie

Samenvatting 2013/2014

Samenvatting 2013/2014 Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Nienekes Enige tijd geleden heeft onze school BS De Nienekes deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 209645 ouders

Nadere informatie

Samenvatting. BS Alexanderschool/ Denekamp. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Alexanderschool

Samenvatting. BS Alexanderschool/ Denekamp. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Alexanderschool BS Alexanderschool/ Denekamp Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Alexanderschool Enige tijd geleden heeft onze school BS Alexanderschool deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling.

Nadere informatie

Fietsen in Groningen 2018

Fietsen in Groningen 2018 veel respons Fietsen in Groningen 2018 Kübra Ozisik April 2018 Marjolein Kolstein www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoud Samenvatting... 2 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding van het onderzoek... 3

Nadere informatie

Hoofdstuk 4. Contact en beoordeling gemeente

Hoofdstuk 4. Contact en beoordeling gemeente Hoofdstuk 4. Contact en beoordeling gemeente Samenvatting Ruim de helft van alle Leidenaren heeft in het afgelopen jaar contact gehad met één of meer gemeentelijke diensten. De meeste contacten vinden

Nadere informatie

Omnibusenquête Deelrapport stadsnatuur

Omnibusenquête Deelrapport stadsnatuur Omnibusenquête 2016 Deelrapport stadsnatuur Omnibusenquête 2016 Deelrapport stadsnatuur Omnibusenquête 2016 deelrapport stadsnatuur Zoetermeer, 18 april 2017 Gemeente Zoetermeer Afdeling Juridische Aangelegenheden

Nadere informatie