ACCOUNTANTSRAPPORT BIJ DE JAARREKENING 2016 VAN DE GEMEENTE DEN HAAG

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ACCOUNTANTSRAPPORT BIJ DE JAARREKENING 2016 VAN DE GEMEENTE DEN HAAG"

Transcriptie

1 RIS-nummer Gemeentelijke AccountantsdienstTyp teksttyp tekst ACCOUNTANTSRAPPORT BIJ DE JAARREKENING 2016 VAN DE GEMEENTE DEN HAAG Gemeente Den Haag T Spui 70 Den Haag

2 INHOUDSOPGAVE 1. SAMENVATTING... 4 Strekking van de verklaring... 4 Inrichting van de jaarstukken... 4 Resultaat en financiële positie... 5 Kwaliteit financieel beheer OPZET EN REIKWIJDTE VAN HET RAPPORT JAARREKENING 2016 IN HOOFDLIJNEN... 6 Analyse van het resultaat... 6 Financiële positie... 7 Kwaliteit van de verslaggeving en toelichtingen (incl. toezeggingen spoorboekje) PROGRAMMAREKENING (inclusief samenhangende balansposten) Samenvatting bevindingen (getrouwheid en rechtmatigheid) Programma s (inclusief samenhangende balansposten) Programma 1 Gemeenteraad Programma 2 College en Bestuur Programma 3 Dienstverlening Programma 4 Openbare Orde en Veiligheid Programma 5 Cultuur en Bibliotheek Programma 6 Onderwijs Programma 7 Werk, Inkomen en Armoedebeleid Programma 8 Zorg en Welzijn Programma 9 Jeugd Programma 10 Ontwikkeling Buitenruimte Programma 11 Economie, Internationale Stad en Binnenstad Programma 12 Sport Programma 13 Verkeer en Milieu Programma 14 Wonen en Duurzaamheid Programma 15 Stadsontwikkeling Programma 16 Financiën Programma 17 Overige Beleidsvoornemens Programma 18 Interne Dienstverlening Programma 19 Stadsdelen en Wijkaanpak /63

3 5. PROGRAMMA-OVERSTIJGENDE PROCESSEN EN PROJECTEN De decentralisaties Onderhoud kapitaalgoederen Subsidieproces Investeringsprojecten Personele kosten Aanbestedingen: gemeentelijk inkoopbeleid Fiscale wetgeving en beheersing ANDERE INFORMATIE IN DE JAARSTUKKEN INDICATOREN RECHTMATIGHEID INTEGRITEIT INFORMATIE TECHNOLOGIE/AUTOMATISERING SINGLE INFORMATION SINGLE AUDIT (SISA) BIJLAGEN 3/63

4 1. SAMENVATTING Strekking van de verklaring We hebben de jaarrekening 2016 van de gemeente Den Haag gecontroleerd. Wij hebben op een controleverklaring bij de jaarrekening afgegeven met een goedkeurend oordeel voor de getrouwheid en een beperking vanwege onjuistheden ten aanzien van de rechtmatigheid van totaal 31 miljoen. De onjuistheden betreffen een samenstel aan posten, waarvan de grootste ( 8 miljoen) betrekking heeft op de uitbetaling van de persoonsgebonden budgetten (PGB s) via de Sociale Verzekeringsbank. Ten opzichte van 2015 is de problematiek rondom de rechtmatige verantwoording van gelden - met name in het sociaal domein - aanzienlijk gereduceerd. Over 2015 kon voor een totaal van circa 72 miljoen euro de rechtmatigheid niet worden vastgesteld, waarvan 46 miljoen gerelateerd aan de verantwoording van de persoonsgebonden budgetten en afrekeningen van zorginstellingen. Door aanvullende maatregelen binnen de gemeente, alsmede door verbeteringen in de afrekening van PGB-gelden door de SVB, is beter grip ontstaan op de beheersing van deze gelden en is de controleerbaarheid vergroot. Voor een verdere verbetering is het raadzaam om de complexe bekostigings- en verantwoordingsystematiek met veel schakels en keten-partners te vereenvoudigen. Een nieuw aspect in de controleverklaring betreft de uitkomsten van het onderzoek naar de andere (overige) informatie die in het jaarverslag en anderszins in de jaarstukken is opgenomen. Hierop wordt nader ingegaan in hoofdstuk 6 van dit rapport. De controleverklaring is als bijlage 1 bij dit rapport gevoegd. Inrichting van de jaarstukken De jaarstukken van de gemeente zijn uitgebracht op 18 april 2017 en zijn opgenomen in één boekwerk: de Programmarekening Het boekwerk bevat drie onderdelen, die volgens wettelijke bepalingen met verschillende diepgang in het accountantsonderzoek worden betrokken. De jaarrekening zoals voorgeschreven in titel 4.4 en 4.5 van het BBV bevat de volgende onderdelen: het overzicht van baten en lasten per programma en (financiële) toelichtingen zijn begrepen in hoofdstuk 2, de balans en toelichtingen zijn opgenomen in hoofdstuk 7, het overzicht van algemene dekkingsmiddelen is begrepen in paragraaf 6.1, de wettelijke WNT-informatie is vermeld in hoofdstuk 5.7 en de wettelijke SISAverantwoording is opgenomen in bijlage 8.8. Het jaarverslag zoals voorgeschreven in titel 4.2 en 4.3 van het BBV bestaat uit de (beleidsmatige) programmaverantwoording die eveneens is begrepen in hoofdstuk 2 en de paragrafen die zijn opgenomen in de hoofdstukken 5 en 6. De andere informatie betreft een veelheid aan nadere uiteenzettingen, specificaties en kwantitatieve gegevens, die al of niet op verzoek van de Raad verspreid in het jaarverslag en andere onderdelen van de jaarstukken zijn opgenomen. Alleen de jaarrekening controleren wij op getrouwheid en rechtmatigheid en valt onder de reikwijdte van het oordeel hierover in de controleverklaring. Het jaarverslag onderzoeken wij op juiste inrichting en consistentie met de (financiële) uitkomsten in de jaarrekening. Alle andere informatie wordt vanaf 2016 door ons getoetst op materiële onjuistheden. Op dit laatste aspect gaan wij nader in onder hoofdstuk 6 van dit rapport. 4/63

5 De jaarstukken zijn sinds 2012 ingericht volgens de huidige indeling. Hiertoe is indertijd gekozen om op programmaniveau zowel de beleidsmatig als financiële verantwoording tot uitdrukking te brengen. Voorts is in de loop der jaren veel aanvullende informatie over uiteenlopende onderwerpen en nadere specificaties en overzichten toegevoegd. Dit alles heeft ertoe geleid dat de jaarstukken inmiddels met een omvang van bijna 600 bladzijden zeer omvangrijk zijn geworden, waarin de wettelijk voorgeschreven onderdelen niet duidelijk herkenbaar zijn terug te vinden. Wij raden opnieuw aan om de jaarstukken op dit punt aan te passen en duidelijk herkenbaar in overeenstemming te brengen met de verslaggevingsvoorschriften. Resultaat en financiële positie Het resultaat ten opzichte van de begroting is 57 miljoen voordelig (vorig jaar 38 miljoen). Bij verreweg de meeste programma s is sprake van een voordelig saldo, waarvan de belangrijkste bij Financiën, Zorg & Welzijn en Jeugd. Het grootste nadeel is opgetreden bij de bijstandsverlening. De wijzigingen in 2016 van het verslaggevingstelsel voor grondexploitatie hebben beperkte gevolgen gehad voor het rekeningresultaat als geheel. Voor de uitkomsten van de programma s 15 en 17 heeft dit wel tot een onderlinge verschuiving geleid van 40 miljoen. De wijzigingen hebben verder invloed gehad op de beginbalans van 2016 in de vorm van aanpassingen van met name de materiële activa, de voorraden, de reserves en de voorziening voor negatieve grondexploitaties. De gemeente heeft eind 2016 een eigen vermogen van 819 miljoen. Ten opzichte van 2015 is dit een afname van 77 miljoen. Dit komt vooral door de besteding van gelden vanuit de bestemmingsreserves. Als gevolg van de afname van het eigen vermogen, neemt de financiering met vreemd vermogen toe. In vergelijking met andere gemeenten steekt Den Haag voor wat betreft haar schuldpositie echter nog steeds gunstig af. Tegen deze achtergrond en de overige aspecten die hierbij van belang zijn, is de financiële positie van de gemeente Den Haag als goed te kwalificeren. Kwaliteit financieel beheer Het financieel beheer bij de gemeente is op hoofdlijnen op orde. De producten van de planning en controlcyclus komen gestructureerd tot stand. De administratieve systemen vertonen geen grote achterstanden of ernstige tekortkomingen. In 2016 is belangrijke voortgang geboekt met de bundeling van de bedrijfsvoering door de samenvoeging van alle transactieverwerkende afdelingen. Dit is gebeurd zonder dat er noemenswaardige problemen in de financiële beheersing zijn ontstaan. Dit zien we als een bijzondere prestatie. Inmiddels is de bundeling in de volgende fase beland met de samenvoeging van de financiële en controlfuncties. Ook hierbij blijft een zorgvuldige planning en uitvoering van belang om tijdens deze reorganisatie de beheersing ook gedurende 2017 op het vereiste niveau te houden. De doorontwikkeling van de tussentijdse administratieve afsluiting (Hard Closures ofwel HC ) in juni en september naar een meer continu systeem van controle en rapportage (CM/CA) heeft in 2016 mede vanwege de reorganisatie stilgelegen. De HC rapportages over 2016 zijn relatief laat aan de Rekeningencommissie beschikbaar gesteld, waardoor de toegevoegde waarde van dit instrument (verder) is afgenomen. Dit pleit er eens temeer voor om de doorontwikkeling van CM/CA met voorrang ter hand te nemen. De op verzoek van de Rekeningencommissie ingestelde proces- en projectaudits kunnen daarbij mede als referentiekader dienen. Het is overigens wel noodzakelijk om deze bij de afschaffing van de dienstjaarrekening geïntroduceerde afzonderlijke tussentijdse verantwoordingen en audits een zelfstandige plek te geven in de gemeentelijke P&C-cyclus. Hiermee kan een betere afstemming worden bereikt met de andere P&C producten van de gemeente alsmede met de agenda van het College. 5/63

6 In de beheersing van de nieuwe taken die de gemeente vanaf 2015 in het kader van de decentralisaties erbij heeft gekregen constateren we een opgaande lijn. Zo zijn aanvullende maatregelen genomen om de processen die samenhangen met de indicatiestelling, zorgverlening, financiële afhandeling en verantwoording te verbeteren. Over 2016 is nog steeds sprake van tekortkomingen en fouten in de afrekeningen en verantwoordingen van derden. Deze zijn echter ten opzichte van 2015 (fors) in omvang afgenomen. Ook voor 2017 zal het nodig zijn om verdere verbeteringen aan te brengen in met name de keten van zorgverleners. Wij verwijzen hierbij naar hoofdstuk 5.1 van dit rapport. Tot slot constateren we in 2016 enkele verbeterpunten in het financieel beheer. De belangrijkste komen voor bij de control en verantwoording van grondexploitaties, bij voorcalculaties van grote infrastructurele projecten, bij de kwaliteit van re-integratiecontracten en in het aanbestedingsproces. Deze bevindingen komen meer gedetailleerd in dit rapport terug. 2. OPZET EN REIKWIJDTE VAN HET RAPPORT Dit rapport heeft betrekking op de jaarrekening van de gemeente Den Haag en vloeit voort uit artikel 9 van de Controleverordening van de gemeente Den Haag. Het zwaartepunt van het rapport ligt bij hoofdstuk 4.2. Daarin zijn wij ingegaan op de verantwoording van de programma s zoals deze zijn opgenomen in hoofdstuk 2 van de jaarstukken. Wij hebben onze bevindingen en nadere toelichtingen per programma uiteengezet. Wij hebben daarbij relevante balansposten, projecten en processen die direct verband houden met activiteiten van een programma in de beschouwing betrokken. Voorafgaande aan hoofdstuk 4 geven wij in hoofdstuk 3 een samenvatting van het resultaat over 2016 en de financiële positie van de gemeente eind De programma-overstijgende processen behandelen wij in hoofdstuk 5. In hoofdstuk 6 gaan we in op de andere informatie die tezamen met de jaarrekening en het jaarverslag in de jaarstukken is opgenomen. In de hoofdstukken 7 tot en met 10 rapporteren wij over de indicatoren, rechtmatigheid, integriteit en informatietechnologie. In hoofdstuk 11 hebben wij onze bevindingen bij de wettelijke controle van de specifieke Rijksuitkeringen (SISA) opgenomen. 3. JAARREKENING 2016 IN HOOFDLIJNEN Analyse van het resultaat De jaarrekening 2016 van de gemeente Den Haag sluit met een resultaat ten opzichte van de begroting van 57 miljoen voordelig. De samenstelling hiervan naar programma s komt tot uitdrukking in twee overzichten op bladzijde 12 van de jaarstukken en is in de daarop volgende bladzijden en meer in detail in de programmarekening toegelicht. Bij de programma s 15 en 17 is het resultaat beïnvloed door de wijzigingen in 2016 van het verslaggevingstelsel voor grondexploitaties. Deze wijzigingen zijn in de beginbalans van 2016 verwerkt en hadden derhalve geen aanpassingen in de begroting teweeg hoeven brengen. De uitkomsten van beide programma s zijn daardoor voor 40 miljoen respectievelijk te ongunstig en te gunstig uitgevallen ten opzichte van de begroting (per saldo nihil). In aansluiting op hoofdstuk 1.1 van de jaarstukken vatten wij de belangrijkste elementen van het resultaat als volgt samen: 6/63

7 Onderwerp Programma mln Vrijval voorziening leningen HTM en diverse rentevoordelen 16 Financiën V 19 Lagere kosten uitvoering WMO 8 Zorg en welzijn V 16 Lagere kosten Jeugdhulpverlening 9 Jeugd V 13 Voordeel op grondexploitatieprojecten (deels door het nog 15 Stadsontwikkeling V 7 niet besteden van projectgelden vanwege vertraging) Het nog niet besteden van subsidiegelden stichting HEID 14 Wonen en duurzaamheid V 6 Samenstel kostenvoordelen bij onderwijs (o.m. op 6 Onderwijs V 5 huisvesting) Vertraging start Topsportaccommodatie 12 Sport V 3 Hogere parkeeropbrengsten 13 Verkeer en milieu V 3 Nadeel op bijstandverlening 7 Werk, inkomen en N 24 armoedebeleid Nadeel op de kosten van de huisvesting 18 Interne dienstverlening N 5 Samenstel van overige resultaten V 14 Resultaat 2016 ten opzichte van de begroting V 57 De achtergrond van de vermelde resultaatelementen is beschreven in hoofdstuk 1.1 van de jaarstukken, waarnaar wij kortheidshalve verwijzen. Aanvullend hierbij merken wij het volgende op. Het negatief resultaat op bijstand van circa 24 miljoen wordt indien de Raad instemt met het voorstel van de resultaatbestemming ten laste van de algemene reserve gebracht. Daarbij is aangegeven dat naar verwachting van de gemeente ruim 17 miljoen kan worden gecompenseerd via een beroep op de vangnetregeling in de loop van Deze post is terecht niet in de jaarrekening verwerkt en als vordering opgenomen, omdat nog onvoldoende vaststaat dat deze claim (volledig) door het Rijk zal worden gehonoreerd. Overigens wordt de bedoelde claim eveneens als beoogde dekking aangegeven voor het tekort dat op de bijstand over 2017 wordt verwacht (zie de paragraaf 6.3 Weerstandvermogen). Indien dit bedrag benodigd zou zijn voor 2017 kan de vermelde compensatie van het tekort over 2016 ten gunste van de algemene reserve uiteraard niet plaatsvinden. In hoofdstuk 4.2 van dit rapport gaan wij nader in op bijzonderheden van het resultaat per programma. Financiële positie De financiële positie van de gemeente is op diverse plaatsen in de jaarstukken toegelicht. In de inleiding is ingegaan op de (dalende) omvang van de bestemmingsreserves. Daarnaast is met name in de paragraaf weerstandsvermogen aandacht besteed aan de financiële positie door middel van de sinds kort wettelijk voorgeschreven financiële kengetallen. Wij gaan hierop nader in op bladzijde 9 en verder. Het eigen vermogen Het eigen vermogen van de gemeente bestaat uit het totaal van de reserves en het nog te bestemmen resultaat en bedraagt eind 2016 ruim 819 miljoen. In de navolgende grafiek is het verloop van het eigen vermogen over de afgelopen 5 jaar weergegeven. 7/63

8 miljoen begroting uitkomst weerstandsvermogen Uit de grafiek komt duidelijk naar voren dat het eigen vermogen in omvang afneemt. Dit komt vooral door de gelden die vanuit de hierin begrepen bestemmingsreserves tot besteding zijn gekomen. Op bladzijde 20 van de jaarstukken is toegelicht dat deze bestemmingsreserves tot eind 2016 zijn afgenomen tot circa 500 miljoen en worden aangewend voor voorzieningen in de stad. Verder blijkt uit de grafiek dat in de (primaire) begroting structureel wordt uitgegaan van een lagere stand van de reservepositie van de gemeente. Dit zal voor een belangrijk deel samenhangen met het planningsoptimisme dat jaarlijks in de begroting aanwezig is. Uit de grafiek lijkt de conclusie te kunnen worden getrokken dat besteding van deze gelden met een vertraging van 2 tot 3 jaar plaatsvindt. De omvang van het eigen vermogen eind 2016 is voor een deel beïnvloed door de stelselwijziging die met ingang van 1 januari 2016 als uitvloeisel van de gewijzigde verslaggevingsregels is doorgevoerd. De gevolgen van deze stelselwijziging zijn zichtbaar gemaakt in de balans op bladzijden 412 en 413 van de jaarrekening. Hieruit blijkt dat het eigen vermogen is toegenomen met bijna 50 miljoen, vanwege aanpassingen binnen de grondexploitatieportefeuille en de daarmee samenhangende voorziening voor negatieve lopende plannen. De achtergrond van deze wijzigingen die samenhangen met de aangescherpte regelgeving over grondexploitaties, zijn eind 2016 door middel van het raadsvoorstel RIS aan de Raad voorgelegd en uiteengezet. Het weerstandsvermogen van de gemeente is het vrije deel van het eigen vermogen dat kan worden ingezet om tegenvallers en risico s op te vangen. De omvang hiervan ligt (stabiel) in de orde van grootte van 150 m. In de paragraaf weerstandsvermogen is uiteengezet wat de samenstelling van dit bedrag is en welke risico s daarmee moeten kunnen worden afgedekt. Evenals vorig jaar constateren wij dat de toelichting op de risico s onvolledig is. Zo ontbreken hierin de risico s die kunnen voortvloeien uit de overdracht van de HTM leningen aan de MRDH en de risico s die samenhangen met de achtervang van de gewaarborgde geldleningen Waarborgfonds sociale woningbouw. Bij de jaarrekening wordt geen actualisering van de risico-analyse uitgevoerd, waardoor een actueel inzicht in de bandbreedte van de benodigde algemene reserve bij de jaarrekening ontbreekt. 8/63

9 Financiële kengetallen Met de vernieuwing van de verslaggevingsregels voor gemeenten is een set van uniforme financiële kengetallen voorgeschreven. Op basis van deze kengetallen kan per gemeente worden gevolgd wat de ontwikkelingen zijn ten aanzien van relevante elementen bij de beoordeling van de financiële positie en wordt de transparantie en vergelijkbaarheid tussen gemeenten vergroot. Deze kengetallen zijn in de jaarrekening opgenomen en toegelicht in de paragraaf weerstandsvermogen. In de navolgende grafieken zijn enkele van de kengetallen voor Den Haag vergeleken met andere gemeenten en worden enkele nadere beschouwingen gegeven. Solvabiliteit % Den Haag Alle gemeenten Utrecht Rotterdam (verhouding tussen het eigen vermogen en het totale vermogen; hoog is gunstig) Het kengetal voor de solvabiliteit ligt voor Den Haag eind 2016 op circa 28%. Onder invloed van de eerder genoemde bestedingen van de gereserveerde gelden is vanaf 2012 de afname van de solvabiliteit goed af te lezen uit de grafiek. Hoe deze afname van Den Haag zich verhoudt tot de landelijke gemiddelden over 2016 is nog niet bekend. Uit externe analyses blijkt dat de gemiddelde solvabiliteit van de grote steden (vanaf inwoners) voor de komende jaren naar verwachting zal liggen tussen de 25% en 30%. Inhoudelijk merken wij bij dit kengetal op dat er een vertekend beeld kan ontstaan ingeval een gemeente relatief veel langdurig vreemd vermogen aantrekt en deze gelden binnen de publieke taak inzet ter financiering van verbonden partijen en derden. Dit leidt tot een hoog volume aan totaal vermogen, waardoor het eigen vermogen relatief gezien (te) ongunstig afsteekt. Hiervan is sprake bij de gemeente Den Haag. De aangetrokken financiering en doorverstrekking aan verbonden partijen en derden bedragen eind 2016 circa 600 miljoen, waarvan de HTM-leningen van circa 400 miljoen op korte termijn zullen worden overgedragen aan de MRDH. Exclusief de doorverstrekte leningen ligt de solvabiliteit van Den Haag eind 2016 rond de 35%. Dit beeld sluit aan bij eerdere analyses, waarbij het eigen vermogen per inwoner als kengetal is gebruikt. Den Haag scoort daarbij met een eigen vermogen per inwoner van over 2016 voorshands nog als bovengemiddeld. 9/63

10 Netto schuldquote % (gecorrigeerd voor verstrekte leningen) Alle gemeenten Utrecht Rotterdam Den Haag (verhouding tussen netto schulden en bruto baten; laag is gunstig) Het kengetal voor de netto schuldquote (gecorrigeerd voor verstrekte leningen) bevestigt het beeld dat de externe financiering bij de gemeente Den Haag, net als bij andere gemeenten over de afgelopen jaren, behoorlijk toeneemt. Tegelijk is zichtbaar dat de netto schuldpositie van Den Haag gunstig afsteekt ten opzichte van de andere gemeenten. Tegenover de toename van de schulden staat de doorwerking van de dalende rentetendens, waardoor de gemiddelde rentelasten voor de financiering van eigen bedrijfsmiddelen en voorzieningen ten opzichte van 2015 is gedaald van 3,17% naar 2,72%. Conclusie De solvabiliteit en schuldpositie liggen voor Den Haag op een gemiddeld tot gunstig niveau. De gereserveerde gelden komen zij met twee tot drie jaar vertraging ten opzichte van de begroting in toenemende mate tot besteding. Dit veroorzaakt een afname van het eigen vermogen en daardoor het in toenemende mate aantrekken van externe financiering. Vanwege de zeer lage rentestand leidt dit nog niet tot een (significante) stijging van de financieringslasten. Op de langere termijn, zo is ook toegelicht in de paragraaf financiering, bestaat wel het risico van rentestijgingen en een hiermee gepaard gaand groter beslag op begrotingsmiddelen. Dit aspect, alsmede een meer volledige en actuele risico-inventarisatie, zal bij de komende berekeningen van het benodigde weerstandsvermogen in de beschouwingen betrokken moeten worden. Kwaliteit van de verslaggeving en toelichtingen (incl. toezeggingen spoorboekje) In het rapport bij de jaarrekening 2015 heeft de Rekeningencommissie aandacht gevraagd voor de noodzakelijke verbetering van de kwaliteit van de toelichtingen in de programmarekening. Met de brief van 8 november 2016 heeft de wethouder Financiën op dit verzoek inhoudelijk gereageerd en een verbetertraject toegezegd. Dit traject voorziet erin dat voor de gehele programmaverantwoording de toelichting een beter inzicht moet gaan geven in de uitkomsten van het uitgevoerde beleid. Concreet gaat het om de volgende verbeteringen: 10/63

11 beschrijving van de belangrijkste activiteiten en (de besteding van) de daarbij behorende budgetten (lasten en baten); concrete informatie over behaalde prestaties afgezet tegen de geplande prestaties en budgetten; verband tussen uitgevoerd beleid en financiële uitkomsten, met daarbij expliciet aandacht voor onderbestedingen (oorzaken en gevolg). In de brief is aangegeven dat voor deze kwaliteitsslag voor de programmarekening als geheel enige tijd benodigd is en dit niet binnen een jaar kan worden gerealiseerd. Daarom wordt bij de jaarrekening 2016 prioriteit gegeven aan de benodigde verbeteringen bij de programma s 8, 10 en 13. In de jaren erna zullen ook de overige programma s in deze kwaliteitsslag worden betrokken. Wij hebben bij de controle van de jaarrekening 2016 wederom de toelichting per programma inhoudelijk getoetst. Uit onze controle komt naar voren dat het verbeteren van de kwaliteit van de programma s met veel inzet ter hand is genomen. Dit heeft zichtbaar tot kwaliteitsverbetering geleid, zij het met een nog wisselend resultaat: vooruitgang is geboekt bij de programma s 10 (Buitenruimte) en 13 (Verkeer en Milieu); bij programma 8 (Zorg en Welzijn) blijkt het nog steeds lastig om inzicht te geven in de beleidsmatige en financiële resultaten en in de relatieve betekenis daarvan. Wellicht dat het grote aantal producten en de vele bijzonderheden hierbij een rol spelen; bij alle programma s zijn beschrijvingen van de belangrijkste activiteiten en (de besteding van) de daarbij behorende budgetten (lasten en baten) opgenomen; het opnemen van concrete informatie over behaalde prestaties afgezet tegen de geplande prestaties en budgetten is bij meerdere programma s nog niet (volledig) gelukt. Volgens mededeling is hiervoor nog niet altijd (tijdige en concrete) informatie beschikbaar; het verband tussen het uitgevoerde beleid en de financiële uitkomsten is niet systematisch toegelicht. Dit valt het meest op bij de belangrijkste resultaten die prominent in de programmatoelichtingen zijn opgenomen, maar waarbij doorgaans geen financiële kwantificering is gegeven; bij alle programma s is een analyse opgenomen met daarbij expliciet aandacht voor onderbestedingen. In voorkomende gevallen is niet ingegaan op oorzaken en gevolg van verschillen tussen begroting en uitkomst of is de aard van verschillen (incidenteel of structureel) discutabel. We raden aan om bij de kwaliteitsslag volgend jaar prioriteit te geven aan de twee grootste programma s: de programma s 7 (Werk, Inkomen en Armoede) en 8. Waar nodig wordt bij de betreffende programma s nader ingegaan op dit onderwerp. 4. PROGRAMMAREKENING (inclusief samenhangende balansposten) 4.1 Samenvatting bevindingen (getrouwheid en rechtmatigheid) In onderstaande tabel geven we een samenvatting van de niet-gecorrigeerde onjuistheden en onzekerheden (in 1.000) per programma (negatief bedrag wil zeggen kosten te hoog of baten te laag weergegeven, positief bedrag wil zeggen kosten te laag of baten te hoog weergegeven). Alle onjuistheden en onzekerheden die de voorgeschreven rapporteringstolerantie van overschrijden zijn vermeld in bijlage 2 bij dit rapport. 11/63

12 Wellicht ten overvloede melden we dat getrouwheidsbevindingen ook doorwerken in de bevindingen voor rechtmatigheid. Programma Getrouwheid Rechtmatigheid (bedragen * 1.000) Onjuistheden Onzekerheden Onjuistheden Onzekerheden 1. Gemeenteraad College en Bestuur Dienstverlening Openbare Orde en Veiligheid Cultuur en Bibliotheek Onderwijs Werk, Inkomen en Armoedebeleid Zorg en Welzijn Jeugd Ontwikkeling Buitenruimte Economie, Internationale Stad en Binnenstad Sport Verkeer en Milieu Wonen en Duurzaamheid Stadsontwikkeling Financiën Overige Beleidsvoornemens Interne Dienstverlening Stadsdelen en Wijkaanpak Overig (niet toe te delen aan programma's) SISA Totaal Naast de bovenvermelde kwantitatieve bevindingen die doorwerken in de controleverklaring bij de jaarrekening, hebben wij nog enkele andere bevindingen ten aanzien van de naleving van de verslaggevingsrichtlijnen. Deze betreffen de volgende onderwerpen: - de jaarrekening bevat enkele onvolkomenheden doordat niet alle wijzigingen van 2016 in de verslaggevingsregels (BBV) volledig zijn gevolgd; zoals de voorgeschreven uitsplitsing van overlopende activa en passiva met betrekking tot publiekrechtelijke lichamen in de balans en de specificatie van de balanspost Bouwgronden in exploitatie; - het overzicht van incidentele baten en lasten per programma is niet goed te vergelijken met de uitkomsten en toelichtingen zoals deze in de programmarekening zijn opgenomen; dit hangt mede samen met het onvoldoende duiden en onderbouwen van de verschillenverklaringen naar incidenteel en structureel; - de verplichte informatie over verbonden partijen bevat op enkele plaatsen onvolledige informatie (o.m. bij Vroondaal en de WOM stationsbuurt). Wij adviseren bij de volgende jaarrekening verbetering aan te brengen in de vermelde aandachtspunten. 12/63

13 4.2 Programma s (inclusief samenhangende balansposten) Programma 1 Gemeenteraad Het programma Gemeenteraad bestaat ieder jaar uit de vergoedingen aan de Raad en de fracties, de apparaatslasten van de Ombudsman, Griffie en de Rekenkamer. Tevens is dit jaar de verbouwing van de raadzaal uitgevoerd (investeringsbudget 1,2 miljoen). Dit programma kent geen reserves (dienstcompensatiereserve of programmareserve) zodat alle voordelen ten gunste van de algemene middelen komen. (bedragen x 1.000,-) Actuele Ontwerp- Uitkomst begroting Resultaat begroting Uitkomst Lasten V Baten 1-1 V - 12 Saldo exclusief reserves N N 280 V N N Dotaties aan reserves Onttrekkingen aan reserves Saldo inclusief reserves N N 280 V N N Resultaat De verschillen ten opzichte van de begroting zijn klein, waarbij al jaren sprake is van een voordelig saldo. Over 2016 is een voordelig saldo van 0,3 miljoen behaald vooral vanwege een lagere personele bezetting. Dit voordeel is lager dan in voorgaande jaren (2015 0,8 miljoen) doordat in 2016 voorbereidingskosten voor de verbouwing van de raadzaal zijn verantwoord. De met de verbouwing samenhangende kapitaallasten zijn in de begroting van de komende jaren verwerkt zodat naar verwachting de financiële voordelen op dit programma in de toekomst zullen verminderen. De herinrichting van de raadzaal is nagenoeg afgerond en de raadzaal is in december 2016 weer in gebruik genomen. Het oorspronkelijke investeringsbudget zoals dat door de Raad was toegekend van 1,0 miljoen, is door aanvullende eisen verhoogd naar 1,3 miljoen. Hiervan is in ,2 miljoen besteed. Bestuurlijke uitgaven De bestuurlijke uitgaven bestaan onder meer uit vergoedingen aan raadsleden, de fractievergoedingen, de salarislasten van de griffier en de ombudsman. Conform de controleverordening worden deze kosten jaarlijks in ons onderzoek betrokken. Dit heeft niet geleid tot bijzondere bevindingen. In december 2016 hebben we aan de Raad over de fractieverantwoordingen 2015 een rapport en een goedkeurende controleverklaring uitgebracht. Daarbij zijn enkele bevindingen van relatief beperkte betekenis gerapporteerd. In de paragraaf Bedrijfsvoering in de jaarstukken is voor de gemeentelijke griffier de voorgeschreven informatie uit de Wet Normering Topinkomens (WNT) toereikend gemeld. 13/63

14 4.2.2 Programma 2 College en Bestuur Op dit programma komen de activiteiten en kosten tot uitdrukking van het college, Bestuursadvisering en Ondersteuning, Bestuurlijke samenwerking en de ondersteunende concernfuncties Personeel, Organisatie, Informatievoorziening, Financiën en Juridische Zaken. Uitkomst 2016 Actuele Resultaat 2016 (bedragen x 1.000,-) Ontwerp Uitkomst 2015 Lasten N Baten V Saldo exclusief reserves N N 19 V N N Dotaties aan reserves Onttrekkingen aan reserves S a ldo i n clu si ef reserves N N 19 V N N Resultaat Het resultaat op dit programma is nagenoeg neutraal. De 0,6 miljoen hogere lasten worden volledig gecompenseerd door hogere baten. De afwijkingen ten opzichte van de begroting zijn als incidenteel aangemerkt en bestaan samengevat uit de volgende bestanddelen: - hogere lasten hoofdzakelijk vanwege extra inhuur externen ten behoeve van de bundeling van de bedrijfsvoeringstaken; - hogere baten vanwege een voordeel uit de liquidatie van het Stadsgewest Haaglanden ( 0,4 miljoen) en afrekening vanuit de verzekeraar inzake pensioenen v.m. wethouders ( 0,2 miljoen). Stadsgewest Haaglanden In 2015 is het Stadsgewest Haaglanden opgeheven. Na verevening resulteert naar verwachting een positief saldo van circa 4,4 miljoen. Vorig jaar rapporteerden wij dat de eerste tranche van de liquidatie-uitkering ad 2,2 miljoen ten gunste van 2015 is gebracht. De uitkering van de 2 e tranche van de uitkering ad 2,2 miljoen is oorspronkelijk begroot in 2016 (zoals opgenomen in de primaire begroting). De verwachting van de gemeente is inmiddels dat de liquidatie van het Stadsgewest in 2019 wordt afgerond en de resterende 2,2 miljoen in dat jaar zal worden ontvangen. Naast deze liquidatie-uitkering is in 2016 separaat het hiervoor vermelde bedrag van 0,4 miljoen ontvangen vanwege vrijval van gereserveerde gelden voor de afvloeiing van personeel. Proces bestuurlijke uitgaven De bestuurlijke uitgaven bestaan uit salarissen en vergoedingen aan collegeleden en kosten die samenhangen met de uitvoering van deze functie. Conform hetgeen is vastgelegd in de controleverordening wordt daaraan bij onze controle bijzondere aandacht besteed. Ons onderzoek heeft niet geleid tot bijzondere bevindingen Programma 3 Dienstverlening Op dit programma komen de activiteiten en dienstverlening op het gebied van burgerzaken tot uitdrukking, alsmede media/ict in de stad. In 2015 werd onder dit programma ook een deel van de stadsdeelorganisatie, circa 26 miljoen, verantwoord. Deze worden met ingang van dit jaar verantwoord onder programma 19 Stadsdelen en Wijkaanpak. 14/63

15 Uitkomst 2016 Actuele Resultaat 2016 (bedragen x 1.000,-) Ontwerp Uitkomst 2015 Lasten V Baten V Saldo exclusief reserves N N V N N Dotaties aan reserves Onttrekkingen aan reserves S a ldo i n clu si ef reserves N N V N N Resultaat Het resultaat ten opzichte van de begroting laat een voordeel zien van 2,8 miljoen. De belangrijkste posten hierin zijn: voordeligere uitvoering van gecombineerde verkiezingen 0,9 miljoen doordat vanuit het Rijk hogere bijdragen zijn ontvangen dan verwacht; het doorschuiven van de ontwikkeling van het migratiemuseum naar Dit heeft tot een onderbesteding van 1,0 miljoen geleid. Deze middelen zijn voor 2017 nodig. Beide posten zijn als incidenteel aangemerkt. Risico s Voor dit programma werden afgelopen jaren risico s gerapporteerd. De stand van zaken is daarbij als volgt: het herstelplan dat samenhangt met de reorganisatie en bezuinigingen op het Klant Contactcentrum is in 2016 gereed gekomen. Hieruit vloeien nog wel frictiekosten voort, waarvoor eind 2016 een voorziening is getroffen van 0,7 miljoen; in de jaarstukken is opgemerkt dat de verlenging van de geldigheidsduur van reisdocumenten van vijf naar tien jaar (wetswijziging 2014) vanaf 2019 zal resulteren in naar verwachting structureel minimaal 2 miljoen lagere baten. Tevens loopt een landelijke pilot om het proces van de verlenging van rijbewijzen via de Rijksdienst voor het wegverkeer te regelen. Ook deze ontwikkeling kan voor circa 1 miljoen (structureel) impact hebben op de baten. Bij het betrokken organisatieonderdeel is men inmiddels gestart met onderzoeken hoe op deze ontwikkelingen kan worden geanticipeerd en wat er nodig is om de financiën per 2019 duurzaam gezond te houden. Het is zaak de voortgang op dit nieuwe financiële herstelplan te monitoren. Processen: Secretarieleges Wij hebben in 2014 het advies gegeven om het kostprijsmodel leges (inclusief overige producten) te vereenvoudigen en te actualiseren. Hieraan is in 2016 ten behoeve van de begroting 2017 invulling gegeven. Voor dit jaar zullen we het nieuwe kostprijsmodel in detail onderzoeken. Afloop oude balansposten Op de balans eind 2016 staan twee subsidie gerelateerde overige schulden voor een bedrag van totaal 0,4 miljoen waarop sinds 2013 geen uitgaven meer zijn gedaan. Het betreft zogenaamde pardon-gelden en de middelen voor de bestuurskostenregeling die niet hoeven te worden terugbetaald waardoor deze bedragen kunnen vrijvallen. Hierdoor is het resultaat op dit programma 0,4 miljoen te laag. Investeringen Binnen dit programma is voor 2016 voor een totaal van 3,4 miljoen aan investeringen in IT-systemen begroot. De realisatie is circa 1,2 miljoen lager uitgekomen. Over de afgelopen jaren is op dit programma (structureel) sprake van een onderbesteding op de begrote investeringen, zoals uit onderstaande grafiek blijkt. 15/63

16 Begroting Realisatie Investeringen in mln Als oorzaak van de onderbesteding wordt aangegeven dat de investeringen in IT-systemen voor burgerzaken moeilijk te plannen zijn vanwege complexiteit en de mede-afhankelijkheid van landelijke ontwikkelingen Programma 4 Openbare Orde en Veiligheid Dit programma beslaat de activiteiten van de Brandweer en rampenbestrijding, Bestrijding onveiligheid, Strandveiligheid en de samenwerking op dit gebied in de Veiligheidsregio Haaglanden Uitkomst 2016 Actuele Resultaat 2016 (bedragen x 1.000,-) Ontwerp Uitkomst 2015 Lasten V Baten V Saldo exclusief reserves N N V N N Dotaties aan reserves Onttrekkingen aan reserves S a ldo i n clu si ef reserves N N V N N Resultaat Over 2016 is ten opzichte van de begroting een voordelig saldo behaald van 1 miljoen. De belangrijkste verklaring voor dit verschil is een extra inzet op het product Bestrijding onveiligheid ( 0,7 miljoen nadelig) en minder lasten op het product Brandweer en rampenbestrijding ( 1,7 miljoen voordelig). Aangezien dit voordeel samenhangt met een structureel lagere bijdrage aan de Veiligheidsregio (2015 gaf een voordeel van 1,5 miljoen) is in de jaarrekening toegelicht dat de begroting 2017 hierop wordt aangepast. Met ingang van 2015 heeft de veiligheidsregio Haaglanden voldaan aan haar taakstelling om structureel 10 procent te bezuinigen. Voor Den Haag leidt dit tot een voordeel in 2016 van 1,4 miljoen ten opzichtige van de. In de was deze bezuiniging voorzichtigheidshalve nog niet ingecalculeerd. In de jaarrekening wordt melding gemaakt van een discussie over een verdeelsleutel op basis waarvan kosten aan de deelnemende gemeenten worden toegerekend. Hiervoor zijn verschillende scenario s uitgewerkt die een bandbreedte opleveren voor de financiële effecten voor de deelnemende gemeenten. 16/63

17 De gemeente Den Haag heeft als uitgangspunt dat het huidige verdeelmodel het meest passend is bij het gedachtegoed van de VRH zoals deze nu regionaal is georganiseerd en werkt. Gelet op het stadium van de besprekingen over het eventueel aanpassen van het financieel verdeelmodel is nog niet aan te geven wat daarvan de uitkomst zal zijn. Een eventuele aanpassing van het verdeelmodel zal naar verwachting nadere betrokkenheid/besluitvorming van de betrokken gemeenten vereisen Programma 5 Cultuur en Bibliotheek De belangrijkste activiteiten op dit programma vormen het verstrekken van subsidies aan cultuurinstellingen in de stad en de exploitatie van de daarmee samenhangende panden, alsmede het beheer van de gemeentelijke bibliotheek en het gemeentearchief. Uitkomst 2016 Actuele Resultaat 2016 (bedragen x 1.000,-) Ontwerp Uitkomst 2015 Lasten V Baten N Saldo exclusief reserves N N 684 V N N Dotaties aan reserves Onttrekkingen aan reserves S a ldo i n clu si ef reserves N N 684 V N N Resultaat Het resultaat ten opzichte van de begroting is met 0,7 miljoen voordeel gering (vorig jaar een voordeel van 0,2 miljoen) en bestaat uit veel kleinere voor- en nadelen (in totaal respectievelijk 1 miljoen en 0,3 miljoen). Niet toegelicht is of het hier om incidentele of structurele verschillen gaat. Subsidies Ongeveer 60% van de lasten op het beleidsterrein Cultuur heeft betrekking op subsidies. We geven opnieuw in overweging om kort in te gaan op de stand van zaken van subsidie-afrekeningen en op relevante bijzonderheden bij gesubsidieerde instellingen, zoals eventuele financiële problemen, bijzonderheden over bezwaar- en beroepsschriften en onrechtmatigheden. In dit kader merken we op dat vorig jaar 1 miljoen balanssteun is verstrekt aan 3 instellingen vanwege financiële problemen. Alleen van het Residentieorkest (balanssteun 0,3 miljoen) is de afloop gemeld, namelijk dat dit niet tot het gewenste resultaat (financieel gezond) heeft geleid. Beheer cultureel erfgoed De gemeente heeft haar culturele erfgoed ondergebracht bij geprivatiseerde instellingen. Dit erfgoed heeft zowel een omvangrijke culturele waarde als een financiële waarde. Als beleidsdoelstelling is geformuleerd dat dit erfgoed behouden blijft en de collecties professioneel beheerd worden. Er wordt geen inzicht gegeven in de resultaten van het beheer van dit erfgoed. Relevante vragen hierbij kunnen zijn: zijn de gemeentelijke eigendommen aanwezig en zijn deze in de gewenste staat? We adviseren hierop voortaan in te gaan. 17/63

18 Beheer cultuurpanden Voor onderhoud van de cultuurpanden zijn eind 2016 voorzieningen getroffen tot een bedrag van in totaal bijna 7 miljoen, gebaseerd op meerjarige onderhoudsplannen (MOP s). We verwijzen naar hoofdstuk 5.2 voor onze bevindingen inzake onderhoudsvoorzieningen. Deze voorzieningen zijn toegenomen met 1,7 miljoen, terwijl een afname was begroot van 1,3 miljoen. Dit speelde vorig jaar ook, zij het in mindere mate. De gevolgen hiervan voor de MOP s en de begroting van het komende jaar zijn niet toegelicht. Investeringen in cultuurpanden Voor investeringen in cultuurpanden is 39 miljoen begroot, waarvan 12 miljoen gerealiseerd is. De onderbesteding die hieruit volgt van 27 miljoen, hangt samen met het Onderwijs- en Cultuur Complex (OCC), is niet bij het programma toegelicht. We zullen in het hoofdstuk 5.4 Investeringsprojecten nader ingaan op het beeld van het project OCC. Bezuinigingen De afgelopen beleidsperiode was een periode van bezuinigingen op cultuursubsidies. De gemeente heeft daarom een voorziening getroffen voor frictiekosten van enkele cultuurinstellingen die de gemeente voor haar rekening neemt (Transitiekosten). Eind 2016 heeft deze voorziening een omvang van 2,2 miljoen (eind 2015: 2,6 miljoen). We merken op dat de samenstelling van deze voorziening is geactualiseerd: niet meer benodigde middelen tot een bedrag van 0,8 miljoen zijn nu opgenomen voor Prins Programma 6 Onderwijs De activiteiten op dit programma bestaan hoofdzakelijk uit het verstrekken van subsidies ten behoeve van onderwijsactiviteiten en het verlenen van bijdragen aan scholen voor Onderwijshuisvesting. (bedragen x 1.000,-) Uitkomst 2016 Actuele Resultaat 2016 Ontwerp Uitkomst 2015 Lasten V Baten N Saldo exclusief reserves N N V N N Dotaties aan reserves Onttrekkingen aan reserves V S a ldo i n clu si ef reserves N N V N N Resultaat Op een totaal lastenniveau, inclusief dotaties aan reserves, van 152 miljoen is een resultaat ten opzichte van de begroting gerealiseerd van 4,6 miljoen voordeel (vorig jaar: 1,8 miljoen voordeel). Dit positieve resultaat betreft in hoofdzaak: - een voordeel op de activiteit Projecten stedelijk onderwijsbeleid van circa 2,4 miljoen (vorig jaar: 1,0 miljoen voordeel). De toelichting hierop geeft geen helder antwoord op oorzaak en gevolg van de verschillen, waardoor ook het karakter van de verschillen (incidenteel of structureel) lastig te duiden is; - een voordeel op de activiteit Leerlingenvervoer van 0,7 miljoen, dat vooralsnog als incidenteel ( 0,5 miljoen) en deels als structureel ( 0,2 miljoen) is aangemerkt. We raden aan om de gevolgen voor de komende begrotingen te volgen, te meer omdat ook vorig jaar (2015) sprake was van een structureel voordeel van 0,4 miljoen dat niet tot aanpassing van de heeft geleid; 18/63

19 - een incidenteel voordeel op Onderwijshuisvesting van eveneens 0,7 miljoen, vanwege onjuist begrote huurkosten. De gevolgen daarvan voor de komende begroting zijn overigens niet toegelicht. Subsidies Circa 60% van de lasten op het beleidsterrein Onderwijs heeft betrekking op subsidies. Grote ontvangers zijn de Stichtingen ROC Mondriaan, Lucas Onderwijs, HCO en de Haagse Scholen, waaraan in 2016 in totaal bijna 30 miljoen subsidies is verstrekt voor verschillende activiteiten. We geven ook hier in overweging om kort in te gaan op de stand van zaken van subsidieafrekeningen en op relevante bijzonderheden bij gesubsidieerde instellingen, zoals eventuele financiële problemen, bijzonderheden over bezwaar- en beroepsschriften, alsmede onrechtmatigheden. Balansposten Eén van de balansposten betreft schulden uit hoofde van projecten inzake Onderwijshuisvesting. De beheersing van deze post behoeft verbetering. Zowel uit onze controle over 2015 als 2016 komt naar voren dat schulden voor afgeronde projecten bij Onderwijshuisvesting waarvoor geen verplichting meer bestaat, niet tijdig vrijvallen. In 2015 ging het om 0,5 miljoen in 2016 uiteindelijk om 0,4 miljoen Programma 7 Werk, Inkomen en Armoedebeleid Dit programma laat een lastenniveau zien van ruim 658 miljoen, ofwel 28% van de gemeentelijke begroting (in 2015: 27%) en is daarmee het meest omvangrijke programma. In deze lasten komen tot uitdrukking de Algemene Bijstandsverlening, de Sociale werkvoorziening, Werkgelegenheidsprojecten en het Armoedebeleid. Met een (aanvullende) decentralisatie op het gebied van de Participatiewet per 1 januari 2015 zijn nieuwe doelgroepen aan de re-integratie-taak toegevoegd, zijnde de re-integratie van voormalige Wajong ers en WSW ers. (bedragen x 1.000,-) Uitkomst 2016 Actuele Resultaat 2016 Ontwerp Uitkomst 2015 Lasten N Baten N Saldo exclusief reserves N N N N N Dotaties aan reserves Onttrekkingen aan reserves N S a ldo i n clu si ef reserves N N N N N Resultaat Het resultaat ten opzichte van de begroting bedraagt 21,5 miljoen nadelig (2015: 5,7 miljoen nadelig) en is een samenstel van diverse voor- en nadelen. De belangrijkste elementen zijn: Inkomen/bijstandverlening: 23,6 miljoen Nadeel - Op de bijstandverlening is in de jaarrekening een nadelig saldo verantwoord van per saldo 20 miljoen. Dit nadeel wordt veroorzaakt doordat de bijstandsuitkeringen (structureel) op een hoger niveau liggen dan de bijdrage die van het Rijk wordt ontvangen (zie hierna); - In de is rekening gehouden met een voordeel vanwege een hogere inbaarheid van bijstandsvorderingen. Dit voordeel is niet in die omvang opgetreden, waardoor in de jaarrekening een incidentele tegenvaller is verwerkt van 3,7 miljoen. 19/63

20 Werk (incl. WSW): 0,9 miljoen Voordeel - Niet bestede gelden bij participatie voor statushouders (vertraging instroom) en vertraging van diverse projecten leidt tot een voordeel van 2,5 miljoen. - Bezuiniging op het apparaat levert een voordeel op van 1,2 miljoen. - Als gevolg van de bovenvermelde lagere bestedingen waren niet alle geplande onttrekkingen aan de reserves benodigd. Dit leidt tot een nadeel van 3,0 miljoen in de jaarrekening. Deze gelden blijven daardoor beschikbaar voor volgend jaar. Armoede: 1,3 miljoen Voordeel - Een hoger aantal gebruikers van bijzondere bijstand geeft een nadeel van 3,6 miljoen. - Lagere apparaatslasten bij schuldhulpverlening en armoede o.a. vanwege personele onderbezetting geeft een voordeel van 2,7 miljoen. - Op de sociale kredietverlening is een voordeel behaald van 0,8 miljoen als gevolg van hogere baten (rente) en lagere lasten (rente en personeel). - Minder aanmeldingen en een lagere bijdrage bij de regeling chronisch zieken geeft een voordeel van 0,9 miljoen. De meeste resultaatverschillen zijn in de jaarrekening als incidenteel aangemerkt. Enkele onderdelen, zoals bijstandsuitkeringen, bijzondere bijstand en de Ooievaarspas hebben het predicaat structureel gekregen. Omdat een meerjaren-analyse ontbreekt kunnen wij de duiding incidenteel dan wel structureel niet staven. Hiertoe is een toetsbare onderbouwing van de verwachte volumes en gebruik benodigd. Bevindingen INKOMEN Proces Algemene Bijstandverlening De volume ontwikkelingen en daarmee samenhangende bedragen zijn voor de bijstand (exclusief inkomensvoorzieningen, zijnde IOAW, IOAZ, BBZ-starters en WWB verzorging en verpleging) weergegeven in onderstaande tabel. Daarbij zijn tevens de met bijstand samenhangende rijksbijdragen tot uitdrukking gebracht. Gemiddeld aantal bijstandsuitkeringen in het jaar Gemiddelde hoogte bijstandsuitkering per jaar Begroot 2016 Realisatie 2016 Realisatie 2015 Realisatie Lasten bijstandsuitkeringen 364 mln 362 mln 347 mln 346 mln Bijdrage van het Rijk (prognose van het Rijk) 334 mln 335 mln 335 mln 368 mln Saldo 30 mln N 27 mln N 12 mln N 22 mln V Indicator: bijstandsvolume als percentage van de huishoudens in Den Haag 9,9% 9,9% 9,5% 9,2% De tabel toont dat het gemiddeld aantal bijstandsuitkeringen in 2016 ruim 1100 (4%) lager is dan begroot. De indicator bevestigt een stijging van het bijstandsvolume ten opzichte van Overigens geeft de in de begroting opgenomen indicator geen goed beeld, omdat bij de berekening is uitgegaan van andere (relatief hoge) verwachte aantallen huishoudens. 20/63

21 Het uitkeringsbedrag per bijstandsgerechtigde is ten opzichte van 2015 gemiddeld met zo n 350,- afgenomen, voornamelijk verklaarbaar door het na-ijleffect van de invoering in 2015 van de kostendelersnorm. Vorig jaar waren de werkelijke lasten voor bijstandsuitkeringen voor het eerst hoger dan de bijdrage van het Rijk. De tabel laat zien dat dit in 2016 ook het geval is. Het nadeel is opgelopen tot 27 miljoen. De gemeente gaat ervan uit dat dit een structurele situatie is en dat ook komende jaren met een substantieel nadeel op de bijstandsuitkeringen rekening gehouden moet worden. In de jaarrekening en in het Halfjaarbericht wordt in de toelichting op diverse plaatsen melding gemaakt van een totaal tekort op de bijstandsverlening van ruim 48 miljoen. Hiervan kunnen wij in relatie tot de bovenvermelde rijksbijdragen de samenstelling niet duiden. Hierin spelen andere elementen een rol, zoals apparaatslasten. Ondanks dat het aantal uitkeringen minder is gegroeid dan verwacht, is er een tekort van 23,6 miljoen op de bijstand opgetreden. Voor compensatie van (een deel van) dit tekort doet de gemeente in 2017 een beroep op de vangnetregeling van het Rijk. Hierbij wordt uitgegaan van een te ontvangen bedrag van 17,4 miljoen. Dit bedrag is terecht nog niet in de jaarrekening 2016 verwerkt. Rechtmatigheid (bijstands-) uitkeringen Ieder jaar wordt conform wet- en regelgeving beoordeeld of de rechtmatigheidsaspecten met financieel gevolg op de verstrekte uitkeringen zijn nageleefd. Het gaat om recht, duur en hoogte van de uitkeringen. Het onrechtmatigheid foutpercentage voor de bijstand is 0,52% (in 2015: 0,55%) en voor de IAOW 0,92 %. Evenals vorig jaar is voor de andere uitkeringsvormen (zoals IOAZ en BBZ) het onrechtmatigheidspercentage 0%. De gehanteerde rijksnorm is dat maximaal 1% onrechtmatig mag zijn. De bevindingen zijn nader uitgewerkt in bijlage 3 bij dit rapport. Voorziening voor oninbaarheid (bijstands-) vorderingen De balanspost (bijstands-) vorderingen hangt samen met het proces van verstrekken van (bijstands)uitkeringen en voorzieningen vanuit Armoede en WMO-beleid. Bij de waardering van deze post wordt rekening gehouden met de mate van inbaarheid. Voor het naar verwachting niet inbare deel wordt een voorziening getroffen. De samenstelling van de vordering en de voorziening (voor uitkeringen, bijzondere bijstand armoede, BBZ ) is als volgt: In miljoenen Eind 2016 Eind 2015 Eind 2014 Vorderingen 88,1* 85,3 79,8 Af: voorziening oninbaar 61,8 70% 59,8 70 % 61,9 78 % Waarde vordering (verwachte inbaarheid van vorderingen) 26,3 30% 25,5 30 % 17,9 22 % * inclusief 0,6 miljoen vorderingen WMO voorzieningen Het berekeningsmodel van de voorziening oninbaarheid is gebaseerd op parameters en ervaringsgegevens. In 2015 is dit model aangepast en conform gehanteerd voor Naar aanleiding van de behandeling van de jaarrekening 2015 heeft de Rekeningencommissie verzocht om een vergelijking in G4-verband van de inbaarheid van bijstandsvorderingen. Met verwijzing naar de uitkomsten van de procesaudit Terugvordering Bijstand in 2016, concludeert het college dat een vergelijking niet goed mogelijk is vanwege technische verschillen in administraties tussen de steden (RIS ). 21/63

22 WERK Participatiewet- Re-integratie Uit onze controle over 2016 komt naar voren dat de kwaliteit van re-integratiecontracten tekort schiet. In de contracten is namelijk niet in alle gevallen helder vastgelegd aan welke eisen de bedrijven en deelnemers moeten voldoen. Hierdoor kan bij de afrekening en de verantwoording van de gelden niet worden aangetoond dat aan de wet- en regelgeving is voldaan. Voor onze controle leidt dit tot onjuistheden en onzekerheden ten aanzien van de getrouwheid en de rechtmatigheid van de jaarrekening. Na extrapolatie van onze bevindingen geeft dit 3,1 miljoen aan fouten en 2,4 miljoen aan onzekerheden met betrekking tot de getrouwheid van de lasten. En 5,2 miljoen aan onjuistheden en 2,4 miljoen aan onzekerheden met betrekking tot de rechtmatigheid van de lasten. Intern wordt onderkend dat dit proces verbetering behoeft, niet alleen op het punt van de contractvorming, maar ook ten aanzien van de beheersmaatregelen en informatievoorziening. De betrokken dienst is gestart met het aanbrengen van verbeteringen. Doordat het proces, de beheersmaatregelen en de informatievoorziening niet voldoende op orde zijn, is de controle over 2016 moeizaam verlopen en zijn de tekortkomingen pas in een late fase van de jaarrekeningcontrole naar voren gekomen. ESF subsidie De gemeente heeft in 2016 voor 1,8 miljoen aan kosten gemaakt voor de uitvoering van het ESF project Haaglanden Deze kosten zijn in beginsel declarabel bij het ESF. Daartoe moet nog wel worden vastgesteld of volledig is voldaan aan de geldende subsidievoorwaarden. Dit laatste is nog niet gebeurd. Hierdoor ontbreekt in de jaarrekening 2016 een subsidiebate tot maximaal het vermelde bedrag. Wij hebben deze post als onzekerheid in de bevindingen bij jaarrekening aangemerkt, omdat de baten op reintegratie en participatie mogelijk te laag zijn verantwoord. Het is zaak dat de interne beheersing op dit punt wordt verbeterd en gaat zorgdragen voor een zo optimaal mogelijke benutting van de (rijks-) financieringsbronnen. Hierbij hoort een tussentijdse monitoring van de gemaakte kosten conform de subsidievoorwaarden. ARMOEDEBELEID Proces armoedebeleid: bijdrage aanvullende ziektekostenverzekering Op het terrein van Armoedebeleid verstrekt de gemeente aan twee zorgverzekeraars een bijdrage bestemd voor het verlenen van een korting op een aanvullende ziektekostenverzekering voor burgers die vallen onder de armoedegrens (130% van het minimum inkomen). De zorgverzekeraars dienen over het jaar een afrekening inclusief controleverklaring aan te leveren Programma 8 Zorg en Welzijn Op dit programma komen de activiteiten en kosten tot uitdrukking voor het bieden van zorg aan met name kwetsbare groepen, het stimuleren van een zorgzame samenleving en het verbeteren van de volksgezondheid. Programma 8 staat vanaf 2015 in het teken van de nieuwe WMO vanuit de decentralisatie van zorgtaken van het Rijk naar de gemeente. In totaal is hiervoor, inclusief extra middelen van de gemeente, ruim 130 miljoen begroot. De financieel belangrijkste activiteiten zijn de WMO Beschermd wonen 75 miljoen en de WMO Maatwerkvoorziening ondersteuning (mvo) ruim 25 miljoen (inclusief 7,5 miljoen inzake PGB s). Ten opzichte van vorig jaar is er sprake van een daling van de lasten op dit programma van zo n 20 miljoen. De oorzaak daarvan is niet toegelicht. Zie hoofdstuk 5.1 in dit rapport voor onze bevindingen inzake de Decentralisaties. 22/63

23 Sturing en beheersing Voor het bieden van zorg opereert de gemeente in een keten en is de gemeente afhankelijk van zorgaanbieders en de Sociale Verzekeringsbank (SVB), alsmede van hun accountants die zekerheid verstrekken bij verantwoordingen die op dit programma tot uitdrukking komen. Deze afhankelijkheid brengt ook in het tweede jaar risico s met zich mee die niet volledig zijn in te schatten. Beheersmatig betreft dit zowel financiële risico s, als risico s in termen van fouten en onzekerheden in de programmarekening. Het gaat hierbij vooral om het verstrekken van Persoonsgebonden Budgetten en Zorg in Natura (ZIN). De sturing en beheersing van dit programma in 2016 zijn als volgt in te delen: - de dienst OCW is verantwoordelijk voor de programmaonderdelen Eigenaarschap & participatie, Opvang en Volksgezondheid. Voor het programmaonderdeel Ondersteuning kwetsbare Hagenaars is de dienst verantwoordelijk voor de onderdelen beschermd wonen, maatschappelijke dienstverlening, mantelzorg, participatie ouderen en gehandicapten en sociale wijkteams. Deze taken realiseert OCW grotendeels door subsidies en PGB s te verstrekken; - de dienst SZW is bij het programmaonderdeel Ondersteuning kwetsbare Hagenaars verantwoordelijk voor het verstrekken van zorg in de vorm van huishoudelijke hulp, maatwerkvoorzieningen ondersteuning en woon- en vervoersvoorzieningen en realiseert dit in de vorm van zorg in natura en middels PGB s. Inmiddels is besloten om het beleid en de uitvoering in één hand te brengen, omdat de gemeente de dienstverlening wil doorontwikkelen en verbeteren. Dit vraagt om andere vormen van het verstrekken van zorg. Daarnaast wil de gemeente de burger een integraal ondersteuningsaanbod bieden, waarbij zijn belang centraal staat. De aansturing vanuit één gemeentelijk organisatieonderdeel heeft dan naar verwachting meerwaarde. Deze aanpassing van organisatie, processen en beheer is inmiddels gestart. We merken op dat het inregelen hiervan een omvangrijk project is, dat inherent in de beginfase kan leiden tot een afname van kwaliteit. Uitkomst 2016 Actuele Resultaat 2016 (bedragen x 1.000,-) Ontwerp Uitkomst 2015 Lasten V Baten V Saldo exclusief reserves N N V N N Dotaties aan reserves Onttrekkingen aan reserves N S a ldo i n clu si ef reserves N N V N N Resultaat Het programmaresultaat ten opzichte van de begroting bedraagt 16,9 miljoen voordelig (vorig jaar: 18,1 miljoen voordelig) en is ook dit jaar een samenstel van diverse voor- en nadelen. De belangrijkste elementen in het voordeel van 16,9 miljoen zijn: 11,8 miljoen voordeel bij WMO-taken en 3,4 miljoen voordeel bij niet WMO-taken. Uit onze analyse hiervan komt het volgende beeld op hoofdlijnen naar voren. 23/63

24 WMO taken: 11,8 miljoen voordelig Op de persoonsgebonden budgetten (PGB s) is een resultaat gerealiseerd van 5,4 miljoen voordelig (2015: 1,6 miljoen nadelig). Dit verschil heeft twee oorzaken: de afrekening van de PGB s over 2015 heeft geleid tot een voordeel, omdat minder PGB s gedeclareerd zijn dan waar de gemeente vorig jaar van uit was gegaan. Daarnaast zijn de kosten van PGB s over het jaar 2016 lager dan begroot onder meer doordat voor de begroting is uitgegaan van een onzuiver cliëntenbestand en dat klanten - al dan niet na de eerste herindicatie via de gemeente zijn uitgestroomd naar zorg in natura. Huishoudelijke hulp ZIN laat een voordeel van 3 miljoen zien (2015: 2,8 miljoen voordeel), voornamelijk door een verschuiving van duurdere vorm van HH naar de goedkopere zorg en minder gebruik van de regeling Huishoudelijke Hulp Toelage (HHT) voor mantelzorgers. Bij Ondersteuning 3D is sprake van een 3,4 miljoen voordeel (2015: 9,1 miljoen voordeel), voornamelijk door een onzuiver cliëntenbestand als basis voor de begroting. Na herindicatie bleken veel cliënten onder de Wet langdurige zorg te behoren. Niet WMO-taken: 3,4 miljoen voordelig Op het product Buurthuis van de toekomst is een voordeel van 2,1 miljoen gerealiseerd (2015: 0,7 miljoen nadeel) als gevolg van hoofdzakelijk een vrijval van 0,7 miljoen door het opheffen van de egalisatiereserve Rendabele panden en een vrijval van de voorziening EFRO van 0,5 miljoen. Verder zijn er minder ondersteuningstrajecten geleverd voor Buurthuizen van de toekomst. Op het product Openbare gezondheidszorg is een voordeel van 1,3 miljoen gerealiseerd (2015: 0,8 miljoen voordeel). Dit voordeel bestaat uit diverse kleinere voordelen waarvan een vlotte analyse niet mogelijk is gebleken. Onderbestedingen Bij programma 8 is sprake van een onderbesteding op de lasten van circa 15,6 miljoen (vorig jaar 22,3 miljoen) en zijn 3,3 miljoen meer baten gerealiseerd (vorig jaar 3,6 miljoen). De onderbesteding hangt opnieuw voor een groot deel samen met het voordeel dat op de invoering van de verschillende nieuwe taken is ontstaan. Uit interne analyses komen verschillende (mogelijke) oorzaken naar voren, die deels een herhaling zijn van vorig jaar: late zekerheid over de omvang van de middelen van het Rijk; onvoldoende zicht op aantallen en soort cliënten (vanaf de start) door onzuivere bestanden verkregen van het Rijk; te grote afhankelijkheid van (tijdige en betrouwbare) informatievoorziening door ketenpartners, zoals de zorgaanbieders en de Sociale Verzekeringsbank, alsmede het Centraal Administratiekantoor, waardoor tijdige bijsturing wordt bemoeilijkt. Dit heeft in hoofdlijnen geresulteerd in een aanzienlijk voordelig afwikkelingsverschil over 2015 van circa 6 miljoen (werkelijke kosten lager dan geraamd) en lagere dan begrote bestedingen in 2016 van circa 7 miljoen. Nagenoeg alle verschillen ten opzichte van de begroting zijn aangemerkt als incidenteel. Sommige incidentele voordelen lijken deels een structureel karakter te hebben, zoals de verschuiving van dure naar goedkopere hulp en de herhaalde onderbesteding op onderdelen van de WMO. Verder wordt de tendens geschetst dat onderbestedingen van deze omvang zullen afnemen, onder meer vanwege oplopende bezuinigingen door het Rijk (lagere begroting) en de verwachting dat de vraag kan toenemen en nieuwe arrangementen duurder kunnen zijn (hogere kosten). We raden aan om een diepgaandere analyse uit te voeren met het oog op de nu lopende begroting 2017 en de komende begroting Kanttekening hierbij is dat de gemeente nu over de cijfers van de eerste twee jaren beschikt en nog niet over een meerjarig inzicht. 24/63

25 PGB s Vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de Jeugdwet (JW) verstrekt de gemeente Persoonsgebonden budgetten (PGB's) aan de cliënten die daarmee zelf geschikte zorg inkopen. De SVB is hierbij een tussenpartij die de budgetten administratief beheert. De gemeente ontvangt van de SVB een verantwoording (inclusief controleverklaring) met de (door-)verstrekte budgetten (PGB's) over Wij steunen voor ons oordeel over de getrouwheid en rechtmatigheid van de lasten op het oordeel in de controleverklaring en op een door de gemeente uitgevoerde steekproef op de prestatieverklaring. De omvang van onzekerheden is ten opzichte van vorig jaar sterk afgenomen. Daarentegen is nu met zekerheid een aantal fouten vastgesteld, waardoor het hiermee gemoeide bedrag is toegenomen. Wij verwijzen verder naar hoofdstuk 5.1 van dit rapport. Zorg in natura: MVO, HH en collectieve vervoersvoorzieningen De zorginstellingen die vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) Zorg in Natura (maatwerkvoorzieningen ondersteuning, huishoudelijke hulp en vervoersvoorzieningen) leveren aan cliënten dienen tijdig een verantwoording (inclusief controleverklaring) op te leveren inzake de geleverde zorg over Wij steunen voor ons oordeel over de getrouwheid en rechtmatigheid van de lasten op het oordeel in de controleverklaringen. Een aantal controleverklaringen van zorginstellingen die Maatwerkvoorzieningen (Mvo) leveren is nog niet ontvangen. Derhalve zijn deze lasten voor 1,8 miljoen onzeker met betrekking tot getrouwheid en rechtmatigheid. Bij de verantwoording van 1 zorginstelling is een controleverklaring ontvangen met een afkeurend oordeel. Derhalve zijn de lasten voor deze zorginstelling onjuist voor 183; Voor de Huishoudelijke Hulp (HH) zijn alle nodige verantwoordingen en controleverklaringen ontvangen waarmee zekerheid is verkregen over de juistheid en rechtmatigheid van die lasten. De gemeente heeft eind 2016 en begin 2017 extra inspanningen verricht om deze stukken (tijdig) te ontvangen. Dit heeft haar vruchten af geworpen; Ondanks de hierop gerichte inspanningen van de gemeente in 2016 naar de vervoerder die de collectieve vervoersvoorzieningen levert (Taxibus) geven de verantwoording en controleverklaring van de vervoerder, net als over 2015, niet de benodigde zekerheid over de levering van de prestatie aan de doelgroep. De lasten van deze vervoerder zijn daardoor onzeker ( 8,7 miljoen) met betrekking getrouwheid en rechtmatigheid. Interne beheersing op basis van externe conformaties De gemeente is voor financieel omvangrijke posten bij verschillende processen zoals de Zorg in Natura maar ook de PGB s afhankelijk van externe confirmaties (verantwoordingen van derden inclusief controleverklaringen van onafhankelijke accountants). Wij adviseren om te inventariseren welke beheersmaatregelen de gemeente Den Haag verder intern kan implementeren om de afhankelijkheid van externe confirmaties terug te dringen. Balansposten Belangrijke ontwikkelingen in balansposten die samenhangen met dit programma zijn: vorig jaar is de voorziening EFRO gevormd voor 1,0 miljoen omdat onzekerheid bestond over toekenning van Europese subsidies voor een tweetal projecten van Kansen voor West. Deze twee projecten zijn in 2016 afgewikkeld, waarbij de voorziening voor de helft ( 0,5 miljoen) is aangewend. De andere helft ( 0,5 miljoen) van deze voorziening is vrijgevallen ten gunste van het programmaresultaat. Hiermee is de voorziening eind 2016 opgeheven; vorig jaar hebben wij geadviseerd om nut en noodzaak van egalisatiereserves te bezien. In 2016 heeft dit geleid tot het opheffen van de egalisatiereserves Exploitatie rendabele panden en Financiering ambulancedienst. Het opheffen van deze reserves heeft geleid tot een vrijval van 2,0 miljoen. 25/63

26 4.2.9 Programma 9 Jeugd Het programma Jeugd staat vanaf 2015 vooral in het teken van de transitie van de jeugdzorg naar de gemeente, één van de drie pijlers van de decentralisaties. De gemeente opereert in een keten en is afhankelijk van partners in de regio, waaronder gemeenten, zorgaanbieders en het regionale Inkoopbureau H10 (H10), evenals de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Verder is sprake van afhankelijkheid van accountants van zorgaanbieders, van SVB en van H10 die belast zijn met het verstrekken van zekerheid bij verantwoordingen die op dit programma tot uitdrukking komen. Deze afhankelijkheid brengt, ook in het tweede jaar, risico s met zich mee die niet volledig zijn in te schatten. Beheersmatig betreft dit zowel financiële risico s, als risico s in termen van fouten en onzekerheden in de programmarekening. Het gaat hierbij vooral om Persoonsgebonden Budgetten en Zorg in Natura. In hoofdstuk 5.1 gaan we nader in op deze risico s. Kortheidshalve merken we hier bij het programma Jeugd op dat er sprake is van progressie: zorgverzekeraars, SVB en H10 hebben eerder verantwoordingen ingediend, nagenoeg allen voorzien van controleverklaringen. De afhankelijkheid blijft niettemin (te) groot en de mogelijkheden om tussentijds bij te sturen zijn nog beperkt. (bedragen x 1.000,-) Uitkomst 2016 Actuele Resultaat 2016 Ontwerp Uitkomst 2015 Lasten V Baten V Saldo exclusief reserves N N V N N Dotaties aan reserves Onttrekkingen aan reserves S a ldo i n clu si ef reserves N N V N N Resultaat De verschillen ten opzichte van de begroting zijn relatief omvangrijk. Op een totaal lastenniveau van bijna 150 miljoen is een resultaat ten opzichte van de begroting behaald van uiteindelijk circa 12 miljoen voordeel (vorig jaar: 5 miljoen), bestaande uit circa 18 miljoen voordelen en circa 6 miljoen nadelen. Een wezenlijk deel van de lasten (circa 84 miljoen) is afkomstig uit de verantwoording van H10: eerdere voorlopige uitkomsten weken sterk af van de definitieve uitkomst eind maart Het positieve resultaat van 12 miljoen wordt veroorzaakt door de nieuwe taken van de gemeente voor het verlenen van Jeugdhulp. Dit resultaat kan in hoofdlijnen als volgt worden verklaard: aangezien het in 2015 om nieuwe taken ging zijn toen voor de eerste keer inschattingen gemaakt van nog te betalen kosten. In 2016 bleek dat de inschatting van deze kosten in 2015 te hoog is geweest. Dit heeft geleid tot een positief afwikkelingsverschil over 2015 van circa 6 miljoen. Dit verschil bestaat grotendeels uit positieve afwikkelingsverschillen op: inkoop van regionale jeugdzorg (via H10) van 3 miljoen (op een totaalbedrag van circa 84 miljoen), inkoop van landelijke jeugdzorg (via de VNG) van bijna 1 miljoen en PGB s van eveneens 1 miljoen. Naar aanleiding van deze afwikkelingsverschillen over 2015 heeft de gemeente de inschattingen voor de nog te betalen kosten over 2016 neerwaarts bijgesteld; er is per saldo circa 6 miljoen minder ingekocht in 2016 dan begroot, zowel in aantallen als bedragen. Een vlotte analyse hiervan is niet mogelijk gebleken. Het gaat om zowel minder kostbare zorg (minder specialistische hulp, meer ambulante hulp hetgeen zich ook in 2015 voor deed), als om lagere toekenningen (PGB s). Ook blijft de inzet van Jeugdteams sterk achter bij de verwachtingen, onder meer door personeelstekorten; 26/63

27 bij de inkopen 2016 speelt verder dat de niet meer zoals over 2015 gebaseerd is op het oorspronkelijke historische verdeelmodel, maar op een (nieuw) objectief verdeelmodel. Volgens mededeling resulteerde dit in een hogere begroting dan verwacht. Doordat dit zo laat in het jaar bekend werd, kon deze begroting zowel beleidsmatig als in de uitvoering niet effectief worden benut. De financiële consequentie hiervan (voordeel) is niet te kwantificeren. Alle verschillen ten opzichte van de begroting zijn aangemerkt als incidenteel, zonder dat de oorzaken en gevolgen daarvan expliciet zijn benoemd. Sommige incidentele voordelen lijken deels een meer structureel karakter te hebben, zoals de verschuiving van dure naar goedkopere hulp en de lagere kosten van PGB s Jeugdhulp. We adviseren dit nader na te gaan en de gevolgen ervan in de komende begroting te verwerken. Ook hier plaatsen we de kanttekening dat de gemeente nu over de cijfers van de eerste twee jaren beschikt en nog niet over een meerjarig inzicht. In ons rapport over 2015 merkten we op dat toen 2,1 miljoen minder is uitgegeven voor het digitaal gezinsdossier. Dit nieuwe geautomatiseerde systeem zou niet in 2015, maar voornamelijk in 2016 worden ingevoerd. Wij hebben daarbij geadviseerd na te gaan of het gaat om uitgaven die geactiveerd moeten worden (en dus onjuist begroot zijn). Dit is het geval gebleken. In 2016 zijn de uitgaven dan ook geactiveerd. Europese aanbesteding De inkoopcontracten met de zorgaanbieders lopen eind 2017 af. Het gaat hierbij om een bedrag van jaarlijks 75 miljoen. Voor zover ons bekend is verlenging niet mogelijk en zal dit jaar opnieuw moeten worden aanbesteed. Gezien de vele actoren en producten zal dit een moeilijke klus zijn in de beperkt resterende periode. Overigens biedt een nieuwe aanbesteding wellicht ook kansen voor een eenvoudiger bekostiging en verlaging van de administratieve lasten en controledruk Programma 10 Ontwikkeling Buitenruimte Programma 10 is gericht op het onderhoud van de openbare ruimte, zoals straten, het groen, bruggen, viaducten en grachten. Verder valt hieronder de afvalverwijdering, het rioolonderhoud, de exploitatie van de markten en de begraafplaatsen. (bedragen x 1.000,-) Uitkomst 2016 Actuele Resultaat 2016 Ontwerp Uitkomst 2015 Lasten N Baten V Saldo exclusief reserves N N V N N Dotaties aan reserves Onttrekkingen aan reserves N S a ldo i n clu si ef reserves N N 759 V N N Resultaat Het resultaat van het programma is 0,8 miljoen voordelig ten opzichte van de begroting. Op hoofdlijnen valt dit uiteen in voordelen van 5,2 miljoen en nadelen van 4,4 miljoen. De voordelen ( 5,2 miljoen) bevatten onder meer voor circa 1,7 miljoen aan naar volgende jaren doorgeschoven activiteiten (onderbesteding), 1,2 miljoen vrijval budget (herinrichting Zichtenburg), 0,5 miljoen minder onderhoud van grachten en vaarten en 1,0 miljoen niet benodigde middelen voor 27/63

28 salarissen voor de Handhavingsorganisatie. De nadelen ( 4,4 miljoen) zijn onder meer veroorzaakt door een aanvulling op de voorziening Graven van 1,2 miljoen, 0,7 miljoen extra onderhoud aan de verlichting van wegen, 0,8 miljoen vanwege de afschaffing van de vergoeding vanuit het Rijk voor uitgeschreven processen verbaal, 0,6 miljoen door verhoging van de verplichting voor wachtgelden en eerder dan geplande uitgaven aan de Entree van Hollands Spoor ( 0,5 miljoen). Balansposten: Egalisatievoorziening Afvalstoffenheffing ( 22,1 miljoen) De voorziening is in 2016 toegenomen met 4,1 miljoen naar 22,1 miljoen. Onderstaande grafiek is afgeleid van de realisatie tot en met 2016 en de begrotingen 2016, Ook in 2015 rapporteerden wij over de hoogte van deze voorziening. Het College heeft hierop aan de RC, als reactie op het RC rapport bij de jaarrekening 2015, aangegeven dat zij met een maatregel zou komen om de voorziening te verlagen. In de begroting 2017 is vermeld dat het tarief 2017 met 1% is verlaagd ten opzichte van De huidige hoge stand van de voorziening verdient (wederom) de aandacht in het kader van de tarief vaststelling bij de legesverordening (rechtmatigheid). Ook dit jaar zijn veegkosten ( 2,7 miljoen) ten laste gebracht van deze voorziening. De reden hiervoor is dat bij het aanbieden en ophalen van huisvuil zwerfvuil ontstaat, dat het Veegbedrijf opruimt. Het bepalen van de exacte omvang van deze toerekening is evenals voorgaande jaren niet zonder onevenredig veel moeite mogelijk. We hebben de onzekerheid, net als voorgaande jaren, geschat op 10 %, zijnde 0,3 miljoen. De inzamelkosten ( 26,7 miljoen) zijn 2,7 miljoen lager dan begroot. De oorzaak hiervoor is een terugbetaling door HMS in 2016 van 3,4 miljoen wegens in voorgaande jaren te hoge in rekening gebrachte kosten voor beheer en onderhoud van ondergrondse restafval containers (Orac s). Inmiddels (2016) is het tarief voor beheer en onderhoud door HMS naar beneden bijgesteld. Balansposten: Voorziening met voeding derden Graven ( 4,7 miljoen) In 2016 is de gemeente er in geslaagd om de onderliggende contracten voor afgekocht onderhoud inzichtelijk te maken. Dit heeft geleid tot een éénmalige extra toevoeging van 1,2 miljoen. Overigens is deze voorziening abusievelijk 0,2 miljoen te hoog verantwoord. Buiten de afkoop voor onderhoud wordt het grafrecht afgekocht voor een periode van ten minste 10 jaar. Ons inziens moeten deze ontvangen afkoopsommen, op grond van de regels voor de verslaggeving (BBV), net als de afkoopsommen voor onderhoud, worden toegerekend aan de jaren waarvoor deze zijn afgekocht. De gemeente verantwoordt deze afkoopsommen ineens ten gunste van het resultaat. Dit wordt gebaseerd op interpretatie van de Wet op de Lijkbezorging en de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). In 2017 zal nader juridisch onderzoek naar de standpunten uitsluitsel geven over de correcte wijze van verantwoording. 28/63

29 Programma 11 Economie, Internationale Stad en Binnenstad Dit programma richt zich op het versterken van de Haagse economie, het profileren van Den Haag als (internationale) Stad van Vrede en Recht en het promoten van de binnenstad. Dit gebeurt door het verstrekken van subsidies (circa 10 miljoen), bijdragen aan revolverende fondsen (circa 23 miljoen), uitbesteden van werkzaamheden (circa 37 miljoen) en directe inzet van het ambtelijk aparaat (circa 7 miljoen). Het doel van dit programma is het aantrekken en behouden van bedrijvigheid en werkgelegenheid in Den Haag en de regio. Ruim driekwart van de lasten komt voor rekening van producten die gericht zijn op de versterking van de Haagse economie: Stedelijke Economie, Kenniseconomie en Innovatie. Uitkomst 2016 Actuele Resultaat 2016 (bedragen x 1.000,-) Ontwerp Uitkomst 2015 Lasten N Baten V Saldo exclusief reserves N N N N N Dotaties aan reserves Onttrekkingen aan reserves V S a ldo i n clu si ef reserves N N 679 V N N Resultaat Het resultaat ten opzichte van de begroting is 0,7 miljoen voordelig. De belangrijkste elementen hierin zijn: Stedelijke economie: 0,4 miljoen voordeel. Dit resultaat is grotendeels te verklaren door het niet ten laste van 2016 brengen van een verleende subsidie van 2,3 miljoen aan de JESSICA Fondsen ED en FRED. In 2016 heeft voorschotverlening plaatsgevonden, maar de prestatie is niet in 2016 geleverd omdat door het fonds nog geen investeringsstrategie is vastgesteld. De versnelde afrekening van Kansen voor West I in 2016 leidde tot hogere lasten uit hoofde van co-financiering van de afgerekende programma s voor 2,0 miljoen. Kenniseconomie en innovatie: 0,3 miljoen nadeel. Dit nadeel is hoofdzakelijk ontstaan door de afrekening van de subsidieregeling Pieken in de Delta. De gemeentelijke co-financiering is vastgesteld conform de vastelling door het Rijk na behandeling van een ingediend bezwaar ( 0,7 miljoen nadeel). Dekking vindt plaats middels een in programma 17 verantwoordde ontrekking aan de reserve cofinanciering. Diverse kleinere resultaten bedroegen per saldo 0,4 miljoen voordelig. Internationale stad: 0,5 miljoen voordeel. Dit betreft hoofdzakelijk niet bestede tegemoetkomingen in huisvestingskosten van internationale organisaties. Het duurt in enkele gevallen langer dan verwacht voordat deze organisaties voldoen aan de voorwaarden van een tegemoetkoming. Dit voordeel wordt verrekend met de reserve internationaal en werving in programma /63

30 Meerjarig beeld/onderbesteding Het meerjarig beeld van de lasten en baten op dit programma is tot uitdrukking gebracht in onderstaande grafieken. Hieruit blijkt dat in voorliggende jaren sprake is van onderbesteding en over 2016 een overbesteding van begrotingsmiddelen is opgetreden Baten Bedragen miljoenen euro's begroting uitkomst verschil 100 Lasten begroting uitkomst Verschil Bedragen in miljoenen euro's De belangrijkste oorzaak van de overbesteding is de versnelde afrekening van de Kansen voor West I- programma s in De revolverende fondsen ED, FRED en Participatiefonds IQ hebben de eindverantwoording van de besteding van de beschikbare middelen eind 2016 ingediend, waardoor afrekening in 2016 kon plaatsvinden. Deze afrekeningen waren begroot in /63

31 Stichting Holdingfonds Economische Investeringen Den Haag In 2013 richtte Den Haag de stichting Holdingfonds Economische Investeringen Den Haag (HEID) op. In 2016 is stichting HEID facultatief opgenomen in de paragraaf Verbonden partijen. Dit vergroot het inzicht in de beleidsdoelstelling, de realisatie van dit beleid en de hiermee samenhangende financiële prestaties van HEID. Stichting HEID investeert haar middelen in revolverende fondsen op het terrein van stedelijke ontwikkeling. Deze fondsen verstrekken middelen die in de toekomst weer terugvloeien naar de fondsen. De financiële middelen van HEID zijn bij de start afkomstig van Europese en gemeentelijke bijdragen. Ultimo 2016 is de opbouw van de fondsen van HEID (totaal 15,3 miljoen) als volgt: Fonds Ruimte voor Economie Den Haag (FRED): 5,3 miljoen; Energiefonds Den Haag (ED): 4,5 miljoen; Visserij Investeringsfonds Nederland: 3,5 miljoen; Participatiefonds InovationQuarter: 2,0 miljoen. In 2016 is de begrote subsidietoekenning van 1,8 miljoen aan FRED en 0,5 miljoen aan ED (samen 2,3 miljoen) wel aan HEID als voorschot verstrekt, maar niet als subsidielast verantwoord. De prestatie is niet in 2016 geleverd omdat door beide fondsen nog geen investeringsstrategie is vastgesteld. Wij merken op dat de ingerichte structuur van het Holdingsfonds met aparte fondsbeheerders die op afstand van de gemeente staan betrekkelijk nieuw is. Met de daarvoor benodigde governance moet de gemeente nog ervaring opdoen. Wij zullen bij de controle over 2017, wanneer ook meer zicht komt op de feitelijke bestedingen van de verstrekte voorschotten, dit onderwerp nader in de controle betrekken. Bevindingen Kansen voor West I Onder de bevindingen uit de accountantscontrole is bij dit programma een onzekerheid van 1,0 miljoen opgenomen. Deze onzekerheid komt voort uit de afwikkeling in 2016 van de subsidies betreffende The Hague Security Delta en Creatieve Stad Den Haag (een Kansen voor West I project). In het jaar van afwikkeling van beide subsidies worden de lasten en baten verantwoord. Een deel van de als dekking aangevraagde Europese gelden bleek bij het opstellen van beide subsidieverantwoordingen niet subsidiabel omdat het aantonen van de geleverde prestaties c.q. de rechtmatige besteding van de aangevraagde Europese subsidie onvoldoende mogelijk bleek. De gemeente heeft zelf het niet-subsidiabele deel van de projectkosten voor haar rekening genomen. In 2016 is hiervoor 3,9 miljoen ten laste van programma 11 gebracht. Voor onze oordeelsvorming met betrekking tot de jaarrekening schatten wij dat de onzekerheid met betrekking tot de rechtmatige besteding van de verleende subsidies 1,0 miljoen bedraagt. Bij de subsidie-afrekening in 2016 van een drietal (cofinancierings-)bijdragen aan Stichting HEID (totaal 3,0 miljoen) is geen afzonderlijke controleverklaring verschaft over de rechtmatige besteding van deze 3 bijdragen in overeenstemming met de ASV. Deze controleverklaring is wel als voorwaarde gesteld bij de toekenningsbeschikking van de bijdragen afzonderlijk. Deze 3 bijdragen zijn overigens wel betrokken in de afrekening van de Europese gelden. In de bij deze afrekening opgestelde controleverklaringen is niet verwezen naar de ASV. Om deze reden is er sprake van een onzekerheid met betrekking tot de rechtmatigheid. 31/63

32 Programma 12 Sport De gemeente ondersteunt sportorganisaties, zorgt voor sportvoorzieningen en -accommodaties. Ook verleent de gemeente bijdragen voor activiteiten en evenementen op het gebied van topsport. Het programma heeft evenals vorig jaar een omvang van 60 miljoen. (bedragen x 1.000,-) Uitkomst 2016 Actuele Resultaat 2016 Ontwerp Uitkomst 2015 Lasten V Baten V Saldo exclusief reserves N N V N N Dotaties aan reserves Onttrekkingen aan reserves N S a ldo i n clu si ef reserves N N V N N Resultaat Het resultaat ten opzichte van de begroting laat een incidenteel voordeel zien van 2,6 miljoen. Dit komt omdat middelen die beschikbaar waren voor realisatie van een topsport accommodatie niet zijn aangewend, omdat volgens mededeling de planuitwerking hiervan meer tijd heeft gekost. Overigens merken wij op dat deze middelen niet in het meerjarig investeringsprogramma (MIP) waren opgenomen, maar in de begroting van Wij adviseren conform de toelichting op het programma Sport deze middelen aan het MIP toe te voegen. Dit vraagt om expliciete besluitvorming door de Raad. Afgezien van deze reden laat dit programma doorgaans een zeer gering verschil tussen begroting en uitkomst zien. Dit is mede het gevolg van de wijze waarop met de onderhoudsvoorzieningen en de reserve Olympisch Fonds wordt omgegaan. Deze posten lijken een soort sluitpost te zijn voor de exploitatie waarmee ingeval van tegenvallers of meevallers nulsturing op het resultaat wordt vergemakkelijkt. We raden aan om de begroting opnieuw te onderbouwen. Hiermee kan een actueel inzicht worden verkregen in de benodigde financiële vlieghoogte van dit programma en de programmareserve. Beheer Sportaccommodaties Voor het (eigenaren en huurders) onderhoud zijn eind 2016 voorzieningen getroffen tot een bedrag van 9,2 miljoen (begroot: 8,3 miljoen), gebaseerd op meerjarige onderhoudsplannen (MOP s). In deze voorzieningen zijn ook investeringen en uitgaven voor dagelijks/klein onderhoud opgenomen. Investeringen behoren geactiveerd te worden en klein/dagelijks onderhoud hoort in de reguliere programmabegroting thuis. In totaal gaat het om 5 miljoen ten onrechte niet geactiveerde uitgaven voor de aanleg van kunstgrasvelden. Voor een indicatie van de uitgaven voor klein/dagelijks onderhoud is een nadere analyse benodigd. We verwijzen naar hoofdstuk 5.2 in dit rapport voor onze bevindingen inzake onderhoudsvoorzieningen. Reserve Olympisch Fonds De Reserve Olympisch Fonds is gelijk gebleven ten opzichte van vorig jaar ( 3,5 miljoen), ondanks een begrote besteding ten laste van deze reserve van 1 miljoen voor het realiseren van het evenement Olympic Experience. De lasten van dit evenement zijn vermoedelijk bekostigd met incidentele voordelen uit het opheffen van een andere reserve (reserve combifuncties) en een voordeel als gevolg van de latere oplevering van de Sportcampus (lagere exploitatiekosten). 32/63

33 Programma 13 Verkeer en Milieu Waarborgen van de bereikbaarheid van de gemeente en het verbeteren van de kwaliteit van het milieu zijn de belangrijkste speerpunten van dit programma. Hiertoe streeft de gemeente ook naar de vermindering van doorgaand autoverkeer in de woon- en leefgebieden en beheersing van de parkeerdruk op straat. (bedragen x 1.000,-) Uitkomst 2016 Actuele Resultaat 2016 Ontwerp Uitkomst 2015 Lasten V Baten N Saldo exclusief reserves N N V N N Dotaties aan reserves Onttrekkingen aan reserves N S a ldo i n clu si ef reserves N N V N N Resultaat Het resultaat van het programma is 2,4 miljoen voordelig ten opzichte van de begroting. Op hoofdlijnen valt dit uiteen in voordelen van 5,0 miljoen en nadelen van 2,6 miljoen. Het voordeel van 5,0 miljoen bestaat voor 2,7 miljoen meer uit baten Parkeren op straat dan begroot. Volgens de gemeente wordt dit mede verklaard door het gemak van GSM-betalen. Daarnaast is voor 1,3 miljoen begroot aan salarissen van parkeercontroleurs. Door de invoering van de scanauto s waren deze medewerkers niet meer werkzaam als parkeercontroleur waarmee een voordeel is ontstaan van dit bedrag. Ons inziens was dit in 2016 al vatbaar voor een begrotingswijziging. Voorts is sprake van een vrijval van een voorziening voor een verwachte claim ten aanzien van de volautomatische berging Veenkade ( 0,5 miljoen). De nadelen ( 2,6 miljoen) bestaan voor 1,0 miljoen uit afboekingen op voorbereidingskosten van niet doorgegane projecten zoals Taskforce lijn 2, Fietsviaduct A4 en Scheveningseveer. Andere nadelen over 2016 betreffen de kosten ( 1 miljoen) wegens vervroegd ontbinden van een contract voor het datamanagement parkeerautomaten en uitgevoerde verkeersprojecten die begroot waren voor 2015 ( 0,6 miljoen). Baten Parkeergelden ( 29,1 miljoen) In ons rapport over 2015 meldden wij de introductie van scanwagens en de mogelijkheid van in hoge mate geautomatiseerde controles, zodanig dat de controleverklaringen van externe accountants niet meer nodig zijn. De gemeente heeft dit in 2016 inderdaad gerealiseerd, waardoor de onzekerheden waarmee zij in het verleden werd geconfronteerd zich in 2016 niet hebben voorgedaan. Lasten Omgevingsdienst Haaglanden ( 5,6 miljoen) De gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Haaglanden (ODH) verleent mede namens de gemeente Den Haag milieuvergunningen. Omdat, ingevolge artikel 4 van de statuten van de ODH geen sprake is van een delegatie van bevoegdheden, blijven de gemeentelijke en provinciale bestuursorganen verantwoordelijk. Aangezien de gemeente eindverantwoordelijk is voor de afgegeven vergunningen hebben we de gemeente geadviseerd te onderzoeken of afspraken zijn gemaakt over kwaliteitsaspecten van de bedrijfsvoering en de verantwoording daarover door de ODH. 33/63

34 Investeringsproject Neherkade De totale uitgaven voor het project Neherkade bedragen 50 miljoen (begroot 80 miljoen). In navolging van onze bevindingen bij de jaarrekening 2015 is de gereserveerde post van 30 miljoen in het Meerjaren Investeringsplan inmiddels vrijgevallen. Intern is onderzoek gedaan naar het ontstaan van het grote positieve resultaat bij dit project. Hieruit kwam naar voren dat de nadruk heeft gelegen op realisatie van het project binnen het ter beschikking te stellen budget. Dit kwam tot uiting in een conservatieve manier van begroten, zoals bijvoorbeeld de gehanteerde ruime marge voor onvoorziene uitgaven. Uit onze controles komt ook naar voren dat tussentijdse analyses van voor- en nacalculatie en transparante rapportages daarover voor verbetering vatbaar zijn. Bijdrage conducteurs op de tram De gemeente verstrekt jaarlijks een bijdrage van 2 miljoen aan de HTM. Deze bijdrage is bedoeld voor de dekking van de kosten van extra conducteurs op de tram ter ontwikkeling van de sociale veiligheid in en rond een aantal tramlijnen. Teneinde de rechtmatige besteding van deze middelen te kunnen aantonen hebben we de gemeente geadviseerd om de HTM hierover jaarlijks een verantwoording te laten opstellen voorzien van een controleverklaring toegespitst op de rechtmatige besteding van deze bijdrage. Een dergelijke verklaring was ten tijde van het uitkomen van dit rapport nog niet voorhanden. Hierdoor bestaat nog onzekerheid over de rechtmatige besteding van de bijdrage. Voorbereidingskosten verkeersprojecten Op de balans van de gemeente is onder de post Overlopende activa een interne vordering van 1,2 miljoen opgenomen. Het gaat hierbij om voorbereidingskosten voor verkeersprojecten, waarover nog bestuurlijke besluitvorming moet plaatsvinden over de realisatie ervan. Afhankelijk van het al of niet doorgaan van betreffende projecten zullen deze kosten geactiveerd moeten worden dan wel ten laste van de exploitatie moeten komen. Dit geeft een onzekerheid voor de jaarrekening. Evenals vorig jaar geven wij in overweging om in de begroting een budget op te nemen ten behoeve van voorbereidingskosten voor dergelijke projecten Programma 14 Wonen en Duurzaamheid De doelstelling van dit programma is het realiseren van een aantrekkelijk stedelijk woonklimaat voor de bewoners van Den Haag en te komen tot een klimaatneutrale stad met een duurzame energievoorziening. Dit gebeurt door inzet van het ambtelijk aparaat op het stimuleren van bouwprojecten en (wettelijke) toezichttaken (circa 17 miljoen), het verstrekken van subsidies en bijdragen aan revolverende fondsen op het terrein van energiebesparing, woningverbetering en geluidwerende voorzieningen (circa 2 miljoen), en het uitbesteden van werkzaamheden (circa 10 miljoen). (bedragen x 1.000,-) Uitkomst 2016 Actuele Resultaat 2016 Ontwerp Uitkomst 2015 Lasten V Baten N Saldo exclusief reserves N N V N N Dotaties aan reserves V Onttrekkingen aan reserves N S a ldo i n clu si ef reserves N N V N N 34/63

35 Resultaat Het resultaat ten opzichte van de begroting is 5,1 miljoen voordelig. Dit resultaat is voor 6,0 miljoen toe te schrijven aan het niet realiseren in 2016 van een leenfaciliteit voor VvE s om te investeren in duurzaamheidsmaatregelen (het VvE-fonds Den Haag). Per saldo resteert er 0,9 miljoen nadelig ten opzichte van de begroting. De belangrijkste post betreft het in de jaarrekening 2016 achterwege blijven van een begrote onttrekking van apparaatslasten van 1,0 miljoen ten laste van de reserve Stedelijke Ontwikkeling. Deze onttrekking is (terecht) niet toegepast, omdat de desbetreffende kosten naar hun aard als reguliere exploitatielasten zijn aan te merken en derhalve via de programmareserve afgewikkeld moeten worden. Voor inhoudelijke kanttekeningen bij de Reserve Stedelijke ontwikkelling verwijzen we naar hetgeen hierover onder programma 15 in dit rapport is opgenomen. Geluidsanering Voor geluidsaneringsprojecten verleent de gemeente subsidies aan derden. Dekking vindt plaats door zowel gemeentemiddelen als rijksmiddelen. De uitvoeringsplanning loopt door tot en met De Rijksregeling voorziet echter in een bijdrage tot en met De afgelopen jaren was er jaarlijks sprake van forse onderuitputting. In 2016 is een inhaalslag gemaakt en is 1,4 miljoen ten laste van de rijksmiddelen gebracht. Ultimo 2016 resteert ruim 0,6 miljoen aan nog te besteden rijksmiddelen. Deze middelen waren oorspronkelijk beschikbaar tot 1 januari 2017, maar er is verlenging gekregen van het Rijk tot 1 januari De verwachting van de gemeente is dat alle rijksmiddelen zullen worden aangewend. Bevoorschotting Stichting HEID Het revolverend VvE-fonds Den Haag wordt samengesteld uit gemeentelijke middelen ( 6,0 miljoen) en mogelijk aangevuld met Europese middelen ( 1,5 miljoen). Vanwege de Europese middelen wordt het dan een zogenaamd JESSICA fonds (Joined European Support for Sustainable Investment in City Areas). Dat brengt een aantal specifieke project- en fondscriteria met zich mee. Het fonds is om deze reden ondergebracht binnen Stichting HEID. Na ontvangst van de gemeentelijke financiering en het vaststellen van de investeringsstrategie van het VvE-fonds heeft Stichting HEID een aanvullende aanvraag ingediend bij het EFRO Programma Kansen voor West 2. De aanvraag is momenteel nog in behandeling. De verwachting van de gemeente was dat het fonds in het tweede kwartaal 2016 opengesteld kon worden voor aanvragen van vve s. Dit is niet gehaald, maar de gemeente heeft in april ,0 miljoen als voorschot gestort. Deze storting is volgens informatie van de gemeente op een rentedragende bankrekening geparkeerd Programma 15 Stadsontwikkeling Programma 15 richt zich op het zorgdragen voor een actuele ruimtelijke en juridische context om ontwikkeling van de stad mogelijk te maken. Doelen van het programma Stadsontwikkeling zijn het verbeteren van het vestigingsklimaat, het stimuleren van werkgelegenheid, het bieden van ruimte aan alle Hagenaars en een vitale stad. De geldstromen over dit programma hangen samen met vastgoedtransacties, beheer en uitbestede werkzaamheden ( 151 miljoen) en door inzet van het ambtelijk aparaat ( 31 miljoen). 35/63

36 Uitkomst 2016 Actuele Resultaat 2016 (bedragen x 1.000,-) Ontwerp Uitkomst 2015 Lasten N Baten N Saldo exclusief reserves N N N N N Dotaties aan reserves V Onttrekkingen aan reserves V S a ldo i n clu si ef reserves N V N N N Resultaat Het programma heeft een omvang van bijna 182 miljoen aan lasten en ruim 118 miljoen aan baten. Het resultaat ten opzichte van de begroting bedraagt 32,7 miljoen nadelig. Dit wordt in grote lijnen bepaald door de producten Bouwgrondexploitaties ( 37,0 miljoen nadelig, voor analyse zie hierna) en Stadsvernieuwing ( 3,2 miljoen voordelig, zie voor analyse blz. 218 van de jaarstukken). Hierna lichten wij het product Bouwgrondexploitaties uitgebreid toe. Deze toelichting achten wij zinvol vanwege de complexiteit van het proces van grondexploitatie en vooral vanwege de impact van de wijzigingen in de verslaggevingsregels (BBV) met ingang van Voorts gaan wij nader in op onze bevindingen die betrekking hebben op de producten Omgevingsvergunning, Stadsvernieuwing en Erfpacht. A. Bouwgrondexploitatie Nieuwe regelgeving Onder grondexploitatie wordt in het BBV verstaan het transformeren van bestaand vastgoed en gronden naar bouwrijpe grond. Deze bouwrijpe grond kan worden afgezet en aangewend om (opnieuw) bebouwd te worden. De regelgeving is m.i.v aangescherpt (stelselwijziging) waardoor alleen investeringsactiviteiten betreffende de transformatie tot bouwrijpe grond zijn toegestaan binnen grondexploitaties. Investeringen en werkzaamheden betreffende faciliterend grondbeleid zijn voor de financiële verslaggeving geen onderdeel meer van grondexploitaties. Deze activiteiten zijn daarom door de gemeente in 2016 ontvlecht uit de lopende grondexploitaties. De financieel-administratieve verwerking en de voorafgaande ontvlechting van lopende grondexploitaties conform de nieuwe indeling volgens het BBV heeft eind 2016 plaatsgevonden (voorbereiding raadsbesluit) en in het eerste kwartaal van 2017 (jaarrekening). Beide werkzaamheden hebben een zware wissel getrokken op het betrokken ambtelijk apparaat. Overall concluderen wij dat de financieel-administratieve verwerking in de jaarrekening conform het nieuwe BBV is. Mogelijk heeft de ontvlechting voor enkele minder omvangrijke uitruimingen nog niet volledig plaatsgevonden. In 2017 zal daarom een aanvullende doorlichting worden uitgevoerd. Resultaat 2016 Het resultaat op het product bouwgrondexploitaties ten opzichte van de begroting van 37,0 miljoen nadelig is als volgt opgebouwd: Verwerking stelselwijziging BBV in openingsbalans 2016: 40,0 miljoen nadelig; Actualisatie lopende grondexploitaties: 2,3 miljoen voordelig; Afgesloten (deel)grondexploitaties: 1,8 miljoen voordelig; 36/63

37 Grondexploitatie Kijkduin (begroot in 2017, vastgesteld in 2016): 1,5 miljoen nadelig; Overige posten: 0,4 miljoen voordelig. De gevolgen van de eerder genoemde stelselwijziging zijn conform het BBV direct verwerkt in de beginbalans van De baten en lasten zijn zo geschoond voor éénmalige, boekhoudkundige correcties. Bij programma 17 is een soortgelijk verschil zichtbaar. Bij de begroting is echter (abusievelijk) uitgegaan van een verwerking gedurende het verslagjaar. Dit leidt ertoe dat ten opzichte van de begroting een hoger negatief resultaat van 40 miljoen lijkt op te treden. Volume lasten en baten 2016 Het volume van de lasten en baten op het product Bouwgrondexploitaties ( ) bedraagt respectievelijk 88,9 en 81,0 miljoen. Naast een toelichting per stadsdeel bij het programma vindt de inhoudelijke toelichting van de grondexploitaties plaats in de verplichte BBV- paragraaf Grondbeleid o.b.v. van een volume aan lasten en baten van respectievelijk 35,7 en 38,3 miljoen. In de toelichting bij het programma op blz. 206 van de jaarstukken is de aansluiting van beide volumes gepresenteerd met behulp van de volgende tabel: De paragraaf Grondbeleid geeft inzicht in de financiële stromen van de lopende grondexploitaties in het begrotingsjaar. Boekhoudkundige mutaties zoals dotaties en onttrekkingen aan reserves en voorzieningen worden niet in de paragraaf toegelicht. Ook de vrijval van de voorziening Negatieve plannen a.g.v. rentebijstellingen, de dotaties aan deze voorziening voor nieuwe en herziene plannen en de resultaatneming op (afgesloten) plannen zijn niet in de volumes van de paragraaf Grondbeleid verwerkt. Het in de paragraaf grondbeleid toelichten van deze mutaties vergroot in onze ogen het inzicht in de financiële realisaties van de doelstelling van het grondbeleid. De dotatie voorziening negatieve plannen ad 29,7 miljoen is als volgt opgebouwd: Herziene grondexploitaties 2016: 4,3 miljoen; Nieuw vastgestelde grondexploitaties 2016: 15,8 miljoen; Actualisatie lopende grondexploitaties: 3,1 miljoen Inbreng grondbank Regentesse Zuid als grondexploitatieproject: 3,1 miljoen; Toevoeging rente (2%): 3,4 miljoen. Bij het opmaken van de jaarrekening zijn verschillen gebleken tussen het financiële systeem en het ten behoeve van het beheer van de grondexploitaties gebruikte systeem. In vorenstaande tabel zijn deze onder de post overige weergegeven. Het verschil van 1,3 miljoen hebben wij als onzekerheid met betrekking tot de getrouwheid aangemerkt. 37/63

38 In de paragraaf Grondbeleid zijn de lasten en baten over 2016 van de operationele bouwgrondexploitaties met behulp van onderstaande tabel nader toegelicht. ( miljoen) Uit de tabel blijkt dat de realisatie achter blijft bij de begroting. In het jaarverslag is toegelicht dat de voortgang van de planuitvoering vooral wordt bepaald door de mogelijkheid om de grond in de markt af te zetten. Bij vertraging in de afzet wordt gestuurd op het uitstellen van de bouwgrondproductiekosten en inrichtingskosten, om het volume aan investeringen en daarmee risico s en rentelasten te beperken. Het beeld van jaarlijks (veel) lagere kosten voor bouwgrondproductie c.a. dan in de begroting is opgenomen, komt al vele jaren terug. In de is de (correctiefactor) complexiteitsreductie geïntroduceerd. Het toepassen van de complexiteitfactor, waarmee de begroting van de portefeuille (exclusief grondbanken) neerwaarts is bijgesteld bij het Halfjaarbericht, heeft bijgedragen aan een verbeterd realisatiepercentage aan de opbrengstenkant ten opzichte van Ondanks deze factor van 20% is minder gerealiseerd dan begroot. Balansstanden lopende grondexploitatieprojecten ultimo 2016 In 2016 zijn als gevolg van bestuurlijke besluiten vijf grondexploitaties gewijzigd en veertien nieuwe grondexploitaties vastgesteld. Vier grondexploitaties zijn partieel afgesloten. Dit betreft Wijnhavenkwartier, twee grondexploitaties Laakhaven en dr. Lelykade. Het volume van de portefeuille grondexploitaties geeft met dit partieel afsluiten een beter beeld van de omvang van de grondexploitaties. Hiermee is ons advies uit het rapport 2015 uitgevoerd. Balanspost Voorraden Onderhanden Werken en Voorziening Negatieve plannen Het saldo van het totaal van alle onderhanden grondexploitatieprojecten per 31/12/2016 (cumulatieve saldo van alle gerealiseerde lasten en baten) bedraagt 181,9 miljoen. De netto contante waarde van deze projecten is ultimo ,8 miljoen Nadelig. 38/63

39 De opbouw van de post is als volgt: Aantal Saldo 31/12/2016 (x 1 mln) Netto contante waarde 31/12/2016 (x 1 mln) Totaal ,9 Nadelig 144,8 Positieve projecten 19 61,1 Voordelig 12,3 Negatieve projecten ,8 Nadelig 157,1 De verwachte nog te maken kosten voor grondexploitaties ultimo 2016 bedragen 285 miljoen, de verwachte opbrengsten 324 miljoen. Voor het verwachte saldo van alle negatieve plannen van 157,1 miljoen is een voorziening getroffen. Deze is conform de verslaggevingsregels op de balans gesplitst: 120,8 miljoen is in mindering gebracht op de stand van het onderhanden werk en 36,3 miljoen is opgenomen onder de voorzieningen. Reserve Grondbedrijf De Reserve Grondbedrijf bedraagt eind ,1 miljoen. Indien de Raad akkoord gaat met de voorgestelde resultaatbestemming zal de reserve uitkomen op 61,4 miljoen. In de paragraaf Grondbeleid is toegelicht dat deze stand van de reserve toereikend is ten opzichte van de in het MPG 2016 (standen per ) berekende bandbreedte van het benodigde weerstandsvermogen voor het grondbedrijf. Bij de actualisering ten behoeve van het MPG 2017 zullen de wijzigingen en de standen per in de beschouwing worden betrokken. Bevindingen bij grondexploitatieprojecten Procesbeheersing De procesbeheersing rondom individuele grondexploitaties is in zijn algemeenheid adequaat. Er is bij de gemeente toereikende inhoudelijke kennis over dit proces. In de planning- en control producten wordt gedurende het jaar uitgebreid ingegaan op de ontwikkelingen bij de projecten, de projectportefeuille als geheel, de financiën en de risico s. Het control- en verantwoordingsproces over de portefeuille vraagt een verdere verbeterslag. Het proces van grondexploitatie gaat gepaard met inherente onzekerheden die voor het waarderingsvraagstuk bij de jaarrekening een belangrijke rol spelen. Bij aanvang zijn vaak forse investeringen nodig die pas op termijn (deels) worden terugverdiend. De gemeente stuurt hierbij op omvang en fasering van kosten om de risico s te beperken. Een belangrijk aspect bij de waardering van grondexploitatie is de haalbaarheid en fasering van de afzet van de grond in de markt, vooral indien sprake is van geïnvesteerd vermogen dat in toekomstige jaarschijven moet worden terugverdiend. Bij enkele projecten constateren we hierbij weinig of beperkte voortgang zoals bij het project Binckhorst. Dit project loopt al langer dan 10 jaar. In de nieuwe BBV-regelgeving is de maximale termijn voor de realisatie van een grondexploitatieplan op 10 jaar gesteld. Wij adviseren deze termijn te betrekken in een herbezinning over de realisatie en/of herziening van dit plan. Het realiseren van opbrengsten op projecten waarbij de grond bouwrijp opgeleverd is blijft een doorlopend aandachtspunt. In voorkomende gevallen is het aan te bevelen om bij projecten waarbij het realiseren van de grondopbrengsten uitblijft of herhaaldelijk opschuift, de boekwaarde direct af te boeken of bij te stellen. Dit speelt bijvoorbeeld bij het project Forepark waarbij de bouwrijpe grond al jaren geleden is opgeleverd maar 39/63

40 niet tot uitgiften heeft geleid. De geprospecteerde opbrengst ad 7,8 miljoen op dit (mede daardoor) positieve project lijkt ambitieus en behoeft mogelijk bijstelling. Wij merken nog op dat in de verslaggeving 2016 over de bouwgrondexploitaties het project Regentesse Zuid, conform het advies uit ons accountantsrapport 2015, is verantwoord als een grondexploitatie (lasten 2,1 miljoen en baten 2,2 miljoen). Programmaverantwoording en toelichting De realisatiecijfers over de bouwgrondexploitaties zijn op een juiste wijze en conform de nieuwe BBVregelgeving verantwoord op het programma. De uitleg van het financiële resultaat programma (blz. 205 van de jaarstukken) en het financiële resultaat van bouwgrondexploitaties (blz. 219) is over het algemeen inhoudelijk toereikend maar zeer technisch en daardoor (te) moeilijk te begrijpen. Een inhoudelijke toelichting over de gerealiseerde kosten en baten van grondexploitaties per stadsdeel komt in onvoldoende mate uit de verf. Veelal worden toekomstige plannen per stadsdeel toegelicht en/of wordt ingegaan op aantallen woningen die door derde partijen worden gerealiseerd, maar wordt niet ingegaan op wat er in het onderhavige verslagperiode door de gemeente zelf binnen de grondexploitaties in dat stadsdeel is gerealiseerd. Wij vragen aandacht voor voornoemde kwalitatieve verbeterpunten in toelichting van het programma. BBV-Paragraaf grondbeleid Deze paragraaf is conform voorgaande jaren opgezet en ingedeeld en voldoet op zich aan de daaraan te stellen minimale eisen. De paragraaf zou echter aan kwaliteit kunnen winnen als de volgende verantwoordingsinformatie wordt opgenomen/aangepast: - een verloop overzicht waarin per grondexploitatieproject de volume- en standen-informatie is opgenomen als bedoeld in artikel 52d van het BBV; - alleen gegevens en informatie wordt opgenomen over het verslagjaar; - de verschillenverklaring grondexploitaties, welke dit jaar als bijlage 14 in de verslaggeving is opgenomen, wordt vervangen door een analyse op hoofdlijnen in de paragraaf; - toelichting van de uitgangspunten welke zijn gehanteerd bij de berekening van de netto contante waarde van de (negatieve) projecten; - informatie over de boekhoudkundige mutaties op het product bouwgrondexploitaties zoals bijvoorbeeld dotaties en onttrekkingen aan reserves en voorzieningen. Actualisatie Uitvoeringsbesluit beheersregels grondexploitatie en Nota grondbeleid Als gevolg van de wijziging van de BBV-verslaggevingsregels m.b.t. grondexploitaties is in december 2016 de Verordening Beheersregels Grondexploitaties en Strategisch bezit van de gemeente Den Haag aangepast en door de Raad vastgesteld. Het op deze verordening betrekking hebbende uitvoeringsbesluit en de nota Grondbeleid van het College zijn hiervoor echter nog niet aangepast. Wij adviseren deze op korte termijn te actualiseren. B. Omgevingsvergunningen (en bouwleges) De gemeente int leges voor het in behandeling nemen van vergunningaanvragen voor bouwwerken. Deze leges behoren in beginsel maximaal kostendekkend te zijn. De jaarlijkse kosten en opbrengsten die met de vergunningverlening samenhangen worden verrekend met de voorziening Bouwleges. In 2016 waren de opbrengsten op deze activiteit substantieel hoger dan de kosten waardoor de voorziening eind 2016 verder is gestegen tot 11,8 miljoen. Een belangrijke factor hierbij is geweest de verleende bouwvergunning voor twee grote gemeentelijke projecten. We adviseren het gemeentebestuur om (tariefs)maatregelen te nemen opdat de voorziening weer afneemt en egaliseert. 40/63

41 C. Stadsvernieuwing Reserve Stedelijke Ontwikkeling In ons rapport over 2015 hebben wij geadviseerd om de doelstelling van de multi-programma gekoppelde projectreserve Stedelijke Ontwikkeling (RSO) in te perken, zodanig dat de reserve is verbonden aan één programma en de reserve de reikwijdte van het programma niet overstijgt. Volgens verkregen informatie zal dit advies bij de eerstkomende begrotingsbehandeling worden opgevolgd. Voor de verslaggeving over 2016 is namens het College toegezegd in de programmarekening op een verhoogd detailniveau te rapporteren over de opbouw en samenstelling van de RSO (RIS ). Deze toelichting hebben wij niet aangetroffen in de programmarekening. Vakantiegeldreservering Op dit product van Programma 15 is abusievelijk de vakantiegeldreservering (over de periode mei tot en met december 2016) van alle medewerkers van de gemeentelijke dienst DSO verantwoord. Een deel van de medewerkers van deze dienst is echter werkzaam voor andere activiteiten (producten) en programma s. Hierdoor is programma 15 voor circa 0,8 miljoen te veel belast. Gemeentebreed is er geen sprake van een financieel effect. Voorziening Wijkontwikkelingsmaatschappij Den Haag Zuidwest In maart 2016 is het ondernemingsplan van de verbonden partij WOM Den Haag Zuidwest geactualiseerd. De WOM is een samenwerking tussen Vestia en Den Haag. De gemeente heeft een financieel belang in deze vennootschap en houdt 42% van de aandelen. De gemeente verschaft het kapitaal van door de WOM te ontwikkelen projecten. Het financieringsplafond (in de vorm van kapitaalstortingen) is gesteld op maximaal 80 miljoen. Tot en met 2016 is 8 miljoen kapitaal gestort. Per 2016 is de voorziening afwikkeling negatief saldo WOM Den Haag Zuidwest gevormd. Deze bedraagt 11,1 miljoen en dient ter afdekking van het aandeel van de gemeente Den Haag in het (verwachte) negatieve saldo bij liquidatie van de WOM Den Haag Zuidwest. Uitgangspunt bij het bepalen van de hoogte van de voorziening is de verwachte kapitaalstorting door de gemeente volgens het geactualiseerde ondernemingsplan. De verwachte kapitaalstorting van circa 38,5 miljoen is lager dan het maximale financieringsplafond. Deze middelen waren al gereserveerd in de Reserve Stedelijke Ontwikkeling. D. Erfpacht Erfpacht en opstallen De gemeente geeft in het kader van stadsvernieuwing in toenemende mate opstal uit in erfpacht. Recente voorbeelden hiervan zijn de kluspanden. In 2016 is een deel van het Junoblok uitgegeven in eeuwigdurende erfpacht tegen jaarlijkse canonbetaling. De uitgifteprijs is circa 1,5 miljoen en gelijk aan de marktwaarde. Conform de waarderingsgrondslagen van de gemeente voor in erfpacht uitgegeven gronden, is het erfpachtrecht voor panden gewaardeerd tegen marktwaarde op moment van uitgifte. Wij merken op dat het voor de waardering in de jaarrekening van het gevestigde recht relevant is op welke wijze rekening wordt gehouden met de discrepantie tussen enerzijds het eeuwigdurende recht en anderzijds de vergankelijkheid van het goed waarop het recht wordt gevestigd. Anders dan bij gronden vindt immers bij panden slijtage plaats, waardoor het goed op den duur teniet gaat. De gemeente heeft dit ondervangen door de instandhoudingsverplichting contractueel neer te leggen bij de erfpachter. Onder deze voorwaarde achten wij het acceptabel dat voor de waardering van het erfpachtrecht ter zake van panden wordt aangesloten bij de waardering zoals deze geldt voor gronden. Overigens constateren wij dat deze vorm van erfpacht thans nog ontbreekt in de waarderingsgrondslagen voor de jaarrekening. Wij bevelen aan om deze daarin op te nemen. 41/63

42 Erfpacht voor gronden en opstallen tegen canonbetaling Bij de uitgifte in erfpacht wordt in het huidige tijdbestek door de erfpachter in veel gevallen gekozen voor canonbetaling in plaats van zogenoemde afkoop, dit vanwege de lage canonvergoeding. De gemeente loopt bij canonbetaling een renterisico, aangezien de desbetreffende grondwaarde door de gemeente blijvend moet worden gefinancierd. Dit risico wordt beperkt door de reguliere 5-jaarlijkse aanpassing van de canonvergoeding. Voor bijzondere gevallen wordt afgeweken van de 5-jaarlijkse herziening en wordt de canon gelijk aan de voorwaarden van het recht eeuwigdurend gefixeerd. Wij merken op dat de gemeente gegeven de lage rentestand en lage canonvergoeding in de huidige omstandigheden voor dergelijke gevallen geconfronteerd kan worden met een aanzienlijk renterisico. Dit zal indien dit zich voor substantiële gevallen gaat voordoen tot uitdrukking moeten komen in de jaarrekening Programma 16 Financiën Op dit programma komen de algemene middelen tot uitdrukking, zoals het Gemeentefonds ( 1,2 miljard), lokale belastingen ( 0,2 miljard) en de producten die samenhangen met de financieringsfunctie, waaronder de beleggingen en leningen. De financieringsfunctie (zie ook de paragraaf Financiering in de jaarstukken) van de gemeente zoals liquiditeitsbeheer en financieringsplanning, komt ook in dit programma tot uitdrukking. Het gaat hierbij om de posten die op de balans zijn opgenomen zoals kapitaalverstrekkingen aan verbonden partijen, verstrekte en opgenomen leningen, beleggingen, (bestemmings)reserves, voorzieningen en liquide middelen voor een totaal van circa 1,4 miljard aan activaposten en 1,8 miljard aan passivaposten. (bedragen x 1.000,-) Uitkomst 2016 Actuele Resultaat 2016 Ontwerp Uitkomst 2015 Lasten V Baten V Saldo exclusief reserves V V V V V Dotaties aan reserves Onttrekkingen aan reserves V S a ldo i n clu si ef reserves V V V V V Resultaat Het resultaat bedraagt 19,6 miljoen voordelig en bestaat in hoofdlijnen uit de volgende posten: Financiering 22 miljoen V: vrijval van de voorziening HTM voor 16 miljoen doordat de leningen in de loop van 2017 door de MRDH worden overgenomen. Het risico op niet-betalen is daardoor zeer beperkt geworden. Daarnaast is binnen deze taak sprake van diverse voordelen die samenhangen met lagere rentelasten van totaal 6 miljoen. Gemeentefonds 3,3 miljoen N: nadeel op de algemene uitkering op het Gemeentefonds dat een samenstel is van verschillende oorzaken zoals lager accres ( 15 miljoen N) en hoger sociaal domein ( 4,4 miljoen V), voordelen op verrekeningen met betrekking tot voorgaande jaren ( 6 miljoen V) en overige per saldo positieve verschillen. Bij het Halfjaarbericht 2016 werd nog uitgegaan van een nadeel van 8 miljoen, zodat het uiteindelijk resultaat bij de jaarrekening relatief beperkt is gebleven. 42/63

43 Ontwikkelingen verbonden partijen Voor de verbonden partijen zijn de volgende ontwikkelingen van belang: In de paragraaf Verbonden partijen en de toelichting op de balans (pagina 374 resp. 420) is uiteen gezet dat Eneco per 31 januari 2017 is gesplitst in het energiebedrijf Eneco en het netwerkbedrijf Stedin. Het netwerkbedrijf heeft een publieke functie terwijl dat voor het energieleveringsbedrijf minder voor de hand ligt. Het is nog niet bekend welke afweging de gemeente zal maken over het al of niet aanhouden van deze deelnemingen zoals bedoeld in het beleidskader voor verbonden partijen. De gemeente Den Haag is aandeelhouder in NV ADO. De financiële positie is zwak, de continuïteit op termijn niet geborgd en de Ondernemingskamer heeft als gevolg van een aangespannen rechtszaak door onder andere de statutair directeur ingegrepen in de invulling van de governancestructuur. Hoewel het directe financiële belang relatief beperkt is (aandeel is nominaal 1 waard, jaarlijkse huurbaten stadion bedraagt 0,4 miljoen) is de aandacht vanuit het College voor de continuïteit en de governance van NV ADO hoog, vanuit het oogpunt van de bestuurlijke betrokkenheid. De governance van HTM Persoonsvervoer is gewijzigd: om inbesteden van de concessies van railvervoer en busvervoer mogelijk te maken heeft de MRDH één aandeel met bijzondere rechten verkregen waarin zij haar goedkeuring moet verlenen aan specifiek benoemde onderwerpen inzake de bedrijfsvoeringszaken en de governance. Hierdoor is de MRDH (de Vervoersautoriteit) enerzijds opdrachtgever (via de concessieverlening) en anderzijds uitvoerder. Als gevolg hiervan is de zeggenschap van de gemeente afgenomen. Het is zaak dat de gemeente nader afweegt hoe met de nieuwe zeggenschapsverhoudingen moet worden omgegaan, in het geval zich conflicterende belangen kunnen voordoen. Bijzonderheden financiering: gevolgen van de lage rente De renteontwikkeling is ook voor het afgelopen jaar bijzonder gebleken. Hoewel in het algemeen een stijgende tendens werd en wordt verwacht, is de rente nog steeds lager dan voorgaand jaar. Zo is in 2015 een lening aangegaan tegen 1,7% met uitgestelde opname (zogenaamde forwards), onder de verwachting dat de rente zou stijgen. Bij de opname van de gelden was de rente wederom tegen de verwachting in gedaald tot 1,4%. De afgesloten forward blijkt met kennis achteraf niet effectief. Met wachten had een lagere rente kunnen worden bedongen. Voor kasgeldleningen (looptijd < 1 jaar) is de situatie eveneens bijzonder: op opgenomen leningen wordt geen rente betaald, maar rente ontvangen. De rente is lager dan voor langlopende leningen. Dit heeft tot gevolg dat de gemeente Den Haag veel kortlopend financiert terwijl naar de aard van de financieringsbehoefte normaal gesproken sprake zou moeten zijn voor langlopende financiering. De gemeente maakt daarbij zo veel mogelijk gebruik van de ruimte van de voorschriften over de kasgeldlimiet (maximaal 220 miljoen kortlopende financieren over drie achtereenvolgende kwartalen). De keuzes zijn bedrijfseconomisch gezien te begrijpen: een nog dalende rente ligt niet voor de hand, maar is niet onmogelijk (gebleken). De gemeente kiest om maximaal kortlopend te financieren, binnen de grenzen van de kasgeldlimiet. Het aantrekken van langlopende leningen is/wordt daarop afgestemd. Bijzonderheden financiering: Derivaten 150 miljoen Onder de niet uit de balans blijkende verplichtingen zijn de renteswap-contracten vermeld die de gemeente in 2011 heeft afgesloten ter afdekking van renterisico s op de lange termijn financiering. Uitgangspunt is dat de gemeente in minimaal 150 miljoen aan financiering nodig heeft. De gemeente betaalt dan jaarlijks 3,2% rente. Doordat de werkelijke rente momenteel veel lager is dan bij het afsluiten werd verwacht, zou het koersverlies bij een (mogelijke) verkoop van de swaps eind maart miljoen (de zogenaamde bij BNG gestorte collateral, stand ultimo miljoen) bedragen. Of het verstandig was om dit derivaat af te sluiten zal blijken bij de rentestand per Zolang de gemeente in 43/63

44 2031 een financieringsbehoefte heeft van minimaal 150 miljoen, hoeft het renteverlies niet nu als last te worden opgenomen. Op basis van de huidige inzichten is het aannemelijk dat de gemeente een dergelijke financieringsbehoefte zal hebben en heeft het derivaat geen speculatief karakter. De gemeente voldoet daardoor aan de eisen Ruddo. De collateral legt per saldo geen beslag op de ruimte van het kasgeldlimiet. Balans: Reserves De reserves gekoppeld aan programma 16 Financiën hebben het karakter van algemene middelen. In de onderstaande tabel is de ontwikkeling van deze reserves over de periode opgenomen. Hierbij is geen rekening gehouden met de verrekening van het voordelig resultaat over 2016 van 57 miljoen. Het niveau aan reserves laat een stabiel niveau zien van 200 miljoen. De reserve activafinanciering laat een dalende trend zien. De jaarlijkse onttrekkingen dienen ter dekking van de kapitaallasten voor de specifieke materiële vaste activa die met deze reserve worden gefinancierd. miljoen Balans: Algemene reserve 75 miljoen De Algemene reserve heeft als functie het opvangen van gemeentelijke risico s zoals deze zijn aangegeven in de paragraaf Weerstandsvermogen (bladzijde 318 en verder). De hoogte van de Algemene reserve is gebaseerd op het risico-cumulatiemodel. De actualisatie van de risico s in de loop van 2016 heeft geleid tot een verlaging van 4 miljoen. Programmareserves 11,3 miljoen Via de programmareserves kunnen resterende middelen op een programma - na instemming van de Raad - bij de resultaatbestemming naar opvolgende jaren worden doorgeschoven voor de uitvoering van beleid of om risico s op te vangen. Uit het resultaat 2015 is in totaal circa 21 miljoen aan deze reserves toegevoegd, waardoor begin 2016 deze reserves in totaal 27 miljoen bedroegen. In 2016 is hiervan 4,4 miljoen ingezet in de lopende programmabegroting en is - na een zogenoemde stofkamactie - 11 miljoen vrijgevallen en ingezet voor beleidsintensiveringen via het Halfjaarbericht en de begroting Wij constateren dat monitoring plaatsvindt om te voorkomen dat geldmiddelen zonder duidelijke doelstelling binnen de programmareserves wordt vast gehouden. 44/63

45 Relevante nieuwe ontwikkelingen In dit programma is een aantal ontwikkelingen te noemen dat een groot effect heeft op dit programma of de daarbij behorende balansposten: Met ingang van 2016 zijn nieuwe verslaggevingsregels voor de toerekening van rente van kracht geworden. Deze wijziging is doorgevoerd om gemeenten op het punt van de rente beter vergelijkbaar te maken en aansluiting te houden met de fiscale uitgangspunten (Vpb) zoals deze voor grondexploitatie moeten worden toegepast. De wijziging verloopt in twee fases: voor 2016 moet voor grondexploitaties gerekend worden met een aangepaste rentetoerekening. Deze bedraagt over ,3% in plaats van 4% dat de afgelopen jaren als vaste omslagrente is gebruikt. Met ingang van 2017 wordt vervolgens de interne omslagrente voor alle investeringsgoederen verlaagd van 4% naar 2% met als gevolg dat de interne rentebaten met ca 25 miljoen afnemen. Op de andere beleidsprogramma s leidt dit tot conform lagere rentelasten en heeft dit dus geen effect op het saldo van de begroting. De leningen aan de HTM zijn in maart 2017 overgenomen door de MRDH. De hiermee samenhangende langlopende leningen zijn inmiddels in de jaarrekening 2016 met 400 miljoen verminderd en voor de overbruggende periode omgezet in een kortlopende lening met een looptijd tot 1 maart 2017 (inmiddels afgelost). De door de gemeente in het verleden afgegeven garanties zijn eveneens komen te vervallen. Als gevolg hiervan konden de getroffen voorzieningen zoals eerder genoemd, voor 16 miljoen vrijvallen, aangezien het risico van deze leningen en garanties is verplaatst naar de MRDH. Afhankelijk van de financiële positie van de MRDH en de kans dat de gemeente kan worden aangesproken voor verliezen, zal in ieder geval bij de bepaling van het benodigde weerstandsvermogen van de gemeente met deze nieuwe omstandigheid rekening moeten worden gehouden. Het beleggingsfonds Uiver zal in 2017 worden geliquideerd en de daarin opgenomen obligaties worden door Den Haag overgenomen zodat deze op de balans zichtbaar tot uitdrukking zullen komen. Dit is binnen de kaders van de regeling schatkistbankieren toegestaan en het risicoprofiel verandert niet voor de gemeente. Als gevolg hiervan zal wel enige besparing van kosten optreden, vanwege het wegvallen van de jaarlijkse toezichtskosten en beheerkosten Programma 17 Overige Beleidsvoornemens Dit programma bevat geen beleidsinhoudelijke producten maar heeft als hoofdfunctie het op één plek begroten en beheersen van gemeentebreed inzetbare middelen, zoals de concern brede reserves en de reserve beleidsmiddelen waarin middelen zijn opgenomen die in de komende vier jaar als algemeen dekkingsmiddel zijn ingezet. (bedragen x 1.000,-) Uitkomst 2016 Actuele Resultaat 2016 Ontwerp Uitkomst 2015 Lasten V Baten Saldo exclusief reserves N N V N N Dotaties aan reserves V Onttrekkingen aan reserves V S a ldo i n clu si ef reserves V N V V V 45/63

46 Resultaat De lasten en baten van dit programma bestaan hoofdzakelijk uit mutaties van de verschillende bestemmingsreserves. Het resultaat bedraagt incidenteel 44,8 miljoen voordelig (vorig jaar 8,4 miljoen voordelig). De belangrijkste elementen hierin zijn: De stelselwijziging dat samenhangt met de aangescherpte verslaggevingsregels voor grondexploitaties is in de jaarrekening 2016 direct verwerkt in de beginbalans van Bij de begroting is (abusievelijk) uitgegaan van de verwerking van deze stelselwijziging gedurende het verslagjaar. Voor dit programma leidt dit ertoe dat ten opzichte van de begroting een lagere dotatie van 40 miljoen aan de reserves lijkt op te treden. In werkelijkheid is deze toevoeging aan de reserves al in de beginstand van de reserves verwerkt. Bij programma 15 is een soortgelijk verschil zichtbaar. Onderbesteding op concern brede reserves van per saldo 3,3 miljoen die leiden tot een (niet geraamde) terugstorting in deze reserves en tot een voordeel op de desbetreffende beleidsprogramma s (8,9 en 11). Per saldo is deze post neutraal voor de gemeente als geheel. Posten die daadwerkelijk een voordeel in het rekeningresultaat geven, bestaande uit de ontvangen trendverhoging van lonen en prijzen die niet volledig aan de begroting is toegevoegd. Dit heeft een voordeel opgeleverd van 1,5 miljoen. Verder is een hoger voordelig resultaat behaald op de verkoop van vastgoed van 0,7 miljoen en is de post Onvoorzien van 0,8 miljoen vrijgevallen, doordat niet voorziene nadelen anderszins worden opgevangen. Overzicht van de reserves van programma 17 miljoen Overige reserves Grote projecten Allocatie incidentele middelen In de bovenstaande grafiek is de ontwikkeling van de reserves bij dit programma over de jaren 2012 tot en met 2016 weergegeven. Ultimo 2016 is het saldo 353 miljoen (in de jaarrekening is op bladzijde 242 in het verloopstaatje abusievelijk het saldo van 312,8 miljoen vermeld). In 2016 is enerzijds als gevolg van de eerder vermelde stelselwijziging voor de grondexploitaties circa 40 miljoen aan de reserves toegevoegd en anderzijds is voor een totaalbedrag van circa 38 miljoen tot besteding gekomen, waardoor de omvang ten opzichte van 2015 nagenoeg gelijk is gebleven. 46/63

47 Het belangrijkste bestanddeel bestaat uit de bestemmingsreserves Allocatie incidentele middelen. Deze reserves worden gevormd vanuit de (tussentijdse) begrotingsbewaking bij met name het Halfjaarbericht. Conform de besluitvorming door de Raad worden in enig jaar de naar verwachting niet benodigde geldmiddelen via deze reserves ingezet/doorgeschoven naar toekomstige begrotingen. In de onderstaande grafiek zijn de dotaties en onttrekkingen op deze reserves over de afgelopen jaren weergegeven. miljoen Hoewel licht afnemend laat het beeld van de afgelopen jaren zien dat sprake is van een vaste kern ( ijzeren voorraad ) van geldmiddelen die ieder jaar niet conform de vastgestelde primaire begroting tot besteding komen. Indicatief gaat het hierbij om een bedrag van minimaal 120 miljoen. Als gevolg van de tussentijdse bijstelling van de begroting, komen deze niet bestede middelen niet tot uitdrukking in het rekeningresultaat en de analyse van de onderbesteding. Het verdient aanbeveling dit aspect in de analyse van de onderbesteding te betrekken Programma 18 Interne Dienstverlening Dit programma gaat over de interne dienstverlening en verrekening van kosten die daarmee samenhangen op het gebied van huisvesting, automatisering, HR-Services en facilitaire ondersteuning van het ambtelijke apparaat. Het programma is met een lastentotaal van 2,6 miljoen en een nadelig saldo van 4,6 miljoen ogenschijnlijk beperkt van omvang. Het betreft echter een saldering van kosten van circa 160 miljoen en interne doorbelastingen van 157 miljoen aan de andere programma s. 47/63

48 Analyse van het resultaat Het resultaat ten opzichte van de begroting bedraagt 4,7 miljoen nadelig. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door: het nadeel van 6,2 miljoen op het strategisch huisvestingsplan waarvoor de lasten al jaren niet in de begroting zijn verwerkt (zie ook hieronder); incidentele voordelen op de exploitatie 1,1 miljoen als gevolg van onder andere lagere energielasten en lagere onderhoudskosten en enkele kleinere incidentele voordelen; de vrijval van het resterende saldo van de bestemmingsreserve Leyweg 0,5 miljoen. Strategisch Huisvestingsplan 2.0 niet in de begroting verwerkt Het Strategisch Huisvestingsplan (SHP) voorziet tot en met 2018 in bezuinigingen op de huisvesting door het afstoten van kantoorpanden en het besparen op de werkpleknorm. Voor het behalen van de bezuiniging is nog sprake van frictiekosten van 8 miljoen tot en met Zoals reeds in voorgaande rapporten gemeld zijn in de begroting geen middelen opgenomen voor deze frictiekosten. Het jaar 2016 en verder laat daarin wederom geen verbetering zien. De incidentele voordelen in dit programma worden net als voorgaand jaar aangewend voor de dekking van het Strategisch Huisvestingsplan. Daarnaast is onlangs het besluit genomen om het Forum te verwerven (met frictiekosten en een voorgestelde dekking). Het is zaak om zowel de frictiekosten als de exploitatiekosten van het Forum en het SHP goed in de begroting te verwerken. Nul-begroting Een aandachtspunt blijft de vraag van de Rekeningencommissie om een nul-begroting voor dit programma te realiseren. Om dit te realiseren is het zaak niet alleen de begroting aan te passen voor het SHP, maar ook de betreffende kosten van de gemeentelijke vastgoedorganisatie daarbij te betrekken. Onderbesteding In 2016 is sprake van vertraging in de uitvoering van het MIP als gevolg van technische complicaties bij het inpassen van nieuwe hardware in de bestaande IT-omgeving. Daardoor is circa 3,6 miljoen minder besteed ten opzichte van de begroting ( 9,4 miljoen). De investeringen vinden in 2017 plaats Programma 19 Stadsdelen en Wijkaanpak Dit programma gaat over de besteding van de middelen van in totaal 83 miljoen en bevat subsidies voor welzijnsorganisaties van 22 miljoen, bestedingen voor wijkaanpak van 5 miljoen, bewonersorganisaties en burgerparticipatie van 8 miljoen, beheer van de openbare ruimte van 22 miljoen, beheer van speelvoorzieningen van 6 miljoen, en apparaatslasten van de stadsdeelorganisatie van 16 miljoen. De baten bestaan uit huuropbrengsten voor verhuur van gemeentelijk vastgoed voor welzijn en opbrengsten voor openbrekingen in de openbare weg. 48/63

49 Analyse van het resultaat Het resultaat op programma 19 is in totaal 1,4 miljoen. voordelig ten opzichte van de begroting. Voor 0,7 miljoen. heeft dit betrekking op onverwacht hogere opbrengsten uit vergoedingen van kabel- en leidingbedrijven door meer opbrekingen van de openbare weg; Voordeel van per saldo 0,4 miljoen waarvan 0,9 miljoen op de lasten en 1,3 miljoen op de baten doordat het budget van de exploitatie van welzijnspanden nog niet naar dit programma was overgeheveld. Op het programma Zorg en Welzijn is sprake van een even groot nadeel; Resultaat op apparaat: in 2016 was er een nadelig resultaat van 0,7 miljoen, vooral op activiteiten voor het onderhoud van de buitenruimte (circa 0,4 miljoen); Overige verschillen van per saldo 1,0 miljoen verdeeld over de verschillende begrotingsproducten. Administratieve inrichting Het verslagjaar 2016 is het eerste jaar van dit programma. In voorgaande jaren werden de lasten en baten op de andere programma s gepresenteerd, te weten de programma s Dienstverlening, Zorg & Welzijn en Ontwikkeling Buitenruimte. Met de invoering van het programma wordt beoogd om de activiteiten van de stadsdelen in een apart programma zichtbaar te maken. De financiële administratie is per beleidsterrein en per stadsdeel ingericht zodat aan de financiële informatiebehoefte volgens een motie terzake van de Raad kan worden voldaan. Dit programma kent 23 van andere programma s overgenomen begrotingsproducten waarbij de omvang varieert tussen en 17 miljoen. Vanuit de eerste aanzet voor dit programma is de gehanteerde indeling logisch. Voor de verdere stroomlijning van dit programma geven we in overweging om producten te bundelen en daardoor het aantal te beperken. Presentatie van de cijfers In de programmarekening is uitgegaan van een hybride vorm van presentatie. De programmarekening volgt ook bij dit programma de indeling van de begrotingsproducten per beleidsterrein, zoals in de gemeentelijke sturing gebruikelijk is. Het gevraagde inzicht per stadsdeel wordt hiermee niet gegeven. In bijlage 8.16 zijn per stadsdeel per beleidsterrein de budgetten en realisaties gepresenteerd. Hier ontbreekt evenwel een (inhoudelijke) toelichting. We beseffen dat een inzichtelijke beleidsmatige en financiële toelichting op de resultaten per stadsdeel tot gedetailleerde informatie kan leiden. We geven in overweging om separaat met de Raad te communiceren over deze uitvoeringsinformatie op stadsdeelniveau. De programmarekening leent zich daar minder voor. In de genoemde bijlage 8.16 zijn per stadsdeel per beleidsterrein de budgetten en realisaties gepresenteerd, overigens zonder een (inhoudelijke) toelichting. In de onderstaande grafiek hebben we de gerealiseerde en begrote bestedingen per stadsdeel weergegeven: 49/63

50 ( miljoen) In de grafiek is zichtbaar dat de realisaties per stadsdeel in de buurt van de budgetten liggen. 5. PROGRAMMA-OVERSTIJGENDE PROCESSEN EN PROJECTEN 5.1 De decentralisaties De gemeente heeft er vanaf 2015 met de decentralisaties op het gebied van Jeugdzorg, Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) en de Participatiewet omvangrijke taken bij gekregen. De gemeente opereert hierbij in een keten met zorgaanbieders, de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en voor de jeugdzorg het regionaal inkoopbureau H10, alsmede de accountants van alle actoren. In 2016 is hieraan circa 251 miljoen besteed (2015: 236 miljoen). De voorzieningen voor de Jeugdwet en WMO worden verstrekt in twee vormen: Zorg in natura (Zin): de cliënt krijgt de voorziening van een zorgaanbieder waarmee de gemeente een inkoopcontract heeft afgesloten of subsidie aan heeft verstrekt; Persoonsgebonden budget (PGB): de cliënt koopt zelf de zorg in en de sociale verzekeringsbank (SVB) betaalt die zorg uit aan de zorgverlener. In het accountantsrapport 2015 hebben we de relatie met de ketenpartners als een beheersmatig risico benoemd naast de overige risico s in het PGB-proces en het proces voor zorg in natura. Uit onze controle komt naar voren dat in het tweede jaar op onderdelen vooruitgang is geboekt in de beheersing van de processen. Nog steeds behoeft een aantal elementen verbetering. In dit hoofdstuk behandelen we de ontwikkeling van de in het accountantsrapport 2015 benoemde elementen. Persoonsgebonden budget (PGB) De gemeente is vanaf 2015 wettelijk verplicht om de PGB s in de vorm van een budget via een maandelijks voorschot aan de SVB uit te betalen. In het startjaar 2015 kende het PGB-proces tekortkomingen die grotendeels het gevolg waren van externe factoren (geen adequaat basisbestand van cliënten die overgingen vanuit het Rijk, vertraging in de toekenningen en de informatievoorziening van en naar de SVB). Ook de SVB was nog niet gereed om de PGB s conform de strakke wet- en regelgeving uit te voeren, waardoor het Rijk besloot om het beleid tijdelijk te versoepelen (door o.a. minder uit te voeren controles op declaraties). Dit heeft tot omvangrijke onzekerheden over het eerste jaar geleid (ruim 30 miljoen). 50/63

51 Voor 2016 zijn de cliëntbestanden grotendeels gezuiverd en hebben minder versoepelingsacties plaatsgevonden. Verder heeft de SVB haar verantwoordingen en controleverklaringen over de PGB s dit jaar op tijd aan de gemeenten verstrekt. Daarnaast heeft de gemeente voor 2016 aanvullende maatregelen genomen om zekerheid te krijgen over de levering van de zorg aan de cliënten. De uitkomsten van de acties van de SVB en de gemeente hebben geleid tot een afname van de problematiek. Over 2016 is 6,0 miljoen van de lasten WMO en 1,5 miljoen van de lasten Jeugdwet onrechtmatig gebleken en 0,5 miljoen onzeker voor de rechtmatigheid. Daarnaast is voor getrouwheid 0,5 miljoen onzeker. Zorg in natura De gemeente is voor de afrekening en verantwoording van zorg in natura en de PGB s afhankelijk van externe confirmaties (verantwoordingen van derden inclusief controleverklaringen van onafhankelijke accountants). Door onvolkomenheden in dit traject resteren over 2016 bij het programma Jeugd onzekerheden in deze verantwoordingen tot een bedrag van per saldo 6 miljoen. De gemeente heeft in 2016 extra actie ondernomen om een tijdige en adequate aanlevering van verantwoordingen en controleverklaringen door zorgaanbieders te bewerkstelligen. Hierin is enige vooruitgang geboekt. We adviseren deze actie structureel in te bedden in het beleid en daarnaast na te gaan welke beheersmaatregelen de gemeente Den Haag verder intern kan implementeren om de afhankelijkheid van externe confirmaties terug te dringen. Misbruik en Oneigenlijk gebruik Volgens de wet moet de gemeente bij de uitvoering van de WMO en Jeugdwet beleid voeren om misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) te voorkomen. Begin 2016 was het gemeentelijk beleid inzake misbruik en oneigenlijk gebruik door cliënten of zorgaanbieders nog te weinig uitgewerkt en/of geïmplementeerd voor Jeugdzorg, WMO Maatwerkvoorziening ondersteuning, WMO Beschermd wonen en PGB. Het betreft met name het beleid voor de fase ná toekenning van een voorziening; is de zorg daadwerkelijk en conform afspraak geleverd. Volgens verkregen informatie is het niet mogelijk gebleken om in 2016 beleid vast te stellen. Het College verwachtte eind 2016 dat de gemeenteraad dit beleid in het eerste kwartaal van 2017 zou kunnen vaststellen. Voor zover bekend heeft dit nog niet plaatsgevonden. Daarnaast heeft het College in december 2016 besloten om de toegang van de WMO volledig bij de dienst OCW te beleggen, en daarmee de dienstverlening omtrent alle WMO-voorzieningen te centraliseren. Dit is een gelegenheid om de vormgeving van integraal misbruik en oneigenlijk gebruik beleid te verkennen. Informatievoorziening In 2015 was sprake van het ontbreken van eenduidige definities van begrippen, tijdige overzichten met betrouwbare gegevens en heldere taakverdeling tussen afdelingen binnen de gemeente. Ook was sprake van verschillen tussen de SVB- en gemeentelijke administratie en ontbrekende mutaties in het IT-systeem Socrates. De gemeente heeft middels een periodiek structureel overleg tussen de betrokkenen van diverse afdelingen in 2016 inspanningen verricht om de punten met betrekking tot de informatievoorziening helder te krijgen en vast te leggen. We adviseren de verbetering van de informatievoorziening te continueren bij de recent gestarte centralisatie van de dienstverlening WMO-voorzieningen. Conclusie De inbedding van deze nieuwe taken is een complexe en omvangrijke activiteit, waarmee naar verwachting zo n 3 jaren gemoeid kan zijn. Het eerste jaar stond in het teken van de continuïteit van de zorg voor de nieuwe en blijvende cliënten en het inventariseren van verbeterpunten. In het afgelopen jaar kon de gemeente Den Haag diverse verbeterpunten uitwerken en implementeren. Na het derde jaar zou het beheer in de basis op orde moeten kunnen zijn. Een belangrijk aspect hierbij is de (te) grote afhankelijkheid van informatie van de andere partners in de keten. Onvolkomenheden hierin maken (tijdige) bijsturing van beleid, uitvoering en beheersing van de financiële middelen lastig. 51/63

52 We raden aan om als gemeente zelf meer grip op de processen te krijgen en daarbij de administratieve lasten- en controledruk te verminderen. 5.2 Onderhoud kapitaalgoederen In de jaarrekening 2016 is voor een totaal van ruim 37 miljoen opgenomen aan voorzieningen voor het egaliseren van de kosten van groot onderhoud. Deze voorzieningen zijn onderling naar hun aard sterk verschillend, variërend van gebouwen tot openbaar groen. In de paragraaf 6.5 Onderhoud kapitaalgoederen wordt in de jaarstukken een toelichting gegeven op de bedragen die in 2016 ten laste van de voorzieningen zijn gebracht. In algemene zin kan gesteld worden dat er inzake voorzieningen geen nadere toelichting wordt gegeven in de jaarrekening. In de Verordening financieel beheer en beleid is geregeld dat dit type voorzieningen, dat strekt ter egalisatie van de kosten van groot onderhoud, is toegestaan mits daartoe een meerjarig beheer- en onderhoudsplan (MOP) is opgesteld. We hebben geconstateerd dat aan de voorzieningen de bedoelde MOP s ten grondslag liggen. Evenals vorig jaar merken we hierbij op dat de hierin opgenomen bedragen niet in alle gevallen betrekking hebben op uitsluitend groot onderhoud maar ook op dagelijks/klein onderhoud en op (vervangingings)investeringen, hetgeen volgens de verslaggevingsregels (BBV), alsmede de verordening Financieel Beheer en Beleid niet is toegestaan. Voorts blijkt uit een 5-jaarsprognose van de begrote toevoegingen en onttrekkingen dat de voorzieningen langdurig een hoog saldo aan middelen bevatten. Daarbij merken wij nog op dat de afgelopen jaren de werkelijke uitgaven voor onderhoud c.a. ten laste van deze voorzieningen in veel gevallen achterbleven bij de begroting (onderbesteding). Conclusie van vorenstaande is dat de voorzieningen voor een nog nader te bepalen omvang - te hoog op de balans zijn opgenomen. Wij hebben in ons rapport bij de jaarrekening 2015 geadviseerd deze voorzieningen nader te analyseren en te corrigeren voor de elementen die daarin niet thuishoren. De noodzaak van deze correctie is naar ons oordeel verder toegenomen. Naar aanleiding van de behandeling van de jaarrekening 2015 heeft het College toegezegd de onderhoudsvoorzieningen medio 2017 te zullen herijken. Daarbij is de koppeling gelegd met aankomende wijzigingen van de verslaggevingsregels (BBV) ten aanzien van dit onderwerp. Wij wijzen erop dat voor het BBV op dit aspect geen inhoudelijke wijzigingen zijn aangekondigd. Wel zal de gemeentelijke Verordening Financieel Beheer vanwege andere wijzigingen in de verslaggevingsregels nog moeten worden geactualiseerd. Wij adviseren daarbij de noodzakelijke aanscherping voor de instelling van en spelregels over de voorzieningen voor groot onderhoud daarin mee te nemen. 5.3 Subsidieproces Bij het subsidieproces moet onderscheid worden gemaakt in subsidies die de gemeente zelf versterkt en subsidies die de gemeente ontvangt van derden. Verstrekte subsidies In totaal is in 2016 circa 350 miljoen subsidies verstrekt (2015: 340 miljoen). De verdeling over programma s is als volgt: 52/63

53 Verdeling verstrekte subsidies 2016 per programma 05 - Cultuur en Bibliotheek 4% 9% 8% 16% 06 - Onderwijs 6% 19% 08 - Zorg en Welzijn 09 - Jeugd 39% 11 - Economie, Internationale stad en Binnenstad 19 - Stadsdelen en Wijkaanpak Overige programma's De gemeente beheerst het subsidieproces toereikend met de kanttekening dat er sprake is van enkele aandachtspunten. Ten opzichte van vorig jaar is de beheersing van het subsidieproces verbeterd. Naar aanleiding van de gerapporteerde aandachtspunten over 2015 heeft de gemeente in 2016 het subsidieproces onderzocht en zijn maatregelen genomen. Zo is de leesbaarheid van subsidiebeschikkingen vergroot en zijn verbeteringen doorgevoerd wanneer de gemeente zelf subsidies van derden ontvangt (zoals specifieke uitkeringen van het Rijk) en deze subsidies vervolgens doorverstrekt aan instellingen. De bijbehorende subsidievoorwaarden van derden zijn in 2016 opgenomen in de subsidiebeschikkingen. Ook is de regelgeving rondom verantwoording en controle onderzocht. Met de uitkomsten daarvan zullen de Richtlijnen verantwoording subsidies gemeenten 2015 worden aangepast. Verder merken we op dat inmiddels vrijwel alle subsidies via het Centraal Subsidiebureau lopen, enkele uitzonderingen zijn subsidieregelingen voor natuurlijke personen (zoals de subsidieregeling Groene daken ). Uit onze controle over 2016 komen enkele aandachtspunten naar voren. We zien in de praktijk een scheidslijn tussen subsidies, bijdragen, sponsoring en inkopen. Vooral het onderscheid tussen subsidies en bijdragen alsmede sponsoring is relevant. Subsidies zijn helder gereguleerd op basis van een verordening, onder meer in termen van verplichtingen en verantwoording. Bij bijdragen en sponsoring ontbreekt die helderheid. Voorbeelden van bijdragen zijn bijdragen aan de Stichting Den Haag Marketing (2016: 6 miljoen), aan de Stichting Westholland Foreign Investment Agency ( 1 miljoen) en aan de regiogemeenten in het kader van Regionale meld- en coördinatiecentra voortijdig schoolverlaten ( 1 miljoen). Sponsoring vindt bijvoorbeeld plaats bij grootschalige publieksevenementen ( 2 miljoen). We raden aan om het instrument bijdragen (en sponsoring) van een helder kader te voorzien, waarin ook het aspect rechtmatigheid wordt geduid. Verder hebben we aangeraden om bij het vaststellen van subsidies nadrukkelijker de (meerjarige) ontwikkeling van financiële resultaten en financiële positie van instellingen te analyseren. Met een dergelijke analyse van trends kan meer inzicht worden verkregen in zowel dreigende financiële problematiek als in mogelijk ongewenst omvangrijke vermogensvorming. Het gaat hierbij in het bijzonder om instellingen die financieel sterk afhankelijk zijn van gemeentelijke subsidies. Ontvangen subsidies (Europese subsidies) De aanvraag en afwikkeling van ontvangen subsidies gebeurt niet door het Centraal Subsidiebureau maar is een taak van de desbetreffende beleidsafdeling van diensten. Het belangrijkste verbeterpunt betrof vorig jaar Europese subsidies, in het bijzonder de aantoonbare naleving van de (omvangrijke, complexe) regelgeving. 53/63

Presentatie voor de gemeenteraad van Haarlem. Jaarverslag en jaarrekening 2013

Presentatie voor de gemeenteraad van Haarlem. Jaarverslag en jaarrekening 2013 Presentatie voor de gemeenteraad van Haarlem Jaarverslag en jaarrekening 2013 Algemeen: P&C cyclus Algemeen: verantwoording Terugkijken Wat hebben we bereikt? Wat hebben we gedaan? Wat heeft het gekost?

Nadere informatie

Accountantsdienst. GAD rapport bij jaarrekening 2013 INHOUD CONTROLEVERKLARING

Accountantsdienst. GAD rapport bij jaarrekening 2013 INHOUD CONTROLEVERKLARING Gemeente Den Haag Accountantsdienst GAD rapport bij jaarrekening 2013 INHOUD CONTROLEVERKLARING... 1 1. SAMENVATTING... 2 2. OPZET EN REIKWIJDTE VAN HET RAPPORT... 2 3. RAADSORGANISATIE 2013 IN HOOFDLIJNEN...

Nadere informatie

Aan de Raad. BV - Financiën / SH Besluitvormend

Aan de Raad. BV - Financiën / SH Besluitvormend Aan de Raad Agendapunt: 6b Onderwerp: Jaarverslag 2012 Kenmerk: Status: BV - Financiën / SH Besluitvormend Kollum, 28 mei 2013 Samenvatting Het jaar 2012 wordt door de gemeente Kollumerland c.a. afgesloten

Nadere informatie

Jaarrekening 2013. Gemeente Bunnik. Bunnik, 5 juni 2014 Open Huis gemeenteraad

Jaarrekening 2013. Gemeente Bunnik. Bunnik, 5 juni 2014 Open Huis gemeenteraad Jaarrekening 2013 Gemeente Bunnik Bunnik, 5 juni 2014 Open Huis gemeenteraad Agenda Controle van de jaarrekening De voorschriften voor de jaarrekening Jaarrekeningcontrole 2013 Controle van de jaarrekening

Nadere informatie

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 31 mei Onderwerp: Jaarstukken gemeente Tholen Geachte raad,

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 31 mei Onderwerp: Jaarstukken gemeente Tholen Geachte raad, No.: Portefeuillehouder: Wethouder Hoek Afdeling: Middelen Behandelaar: A. Moerland De raad van de gemeente Tholen Tholen, 31 mei 2015 Onderwerp: Jaarstukken gemeente Tholen 2015 Geachte raad, Algemeen

Nadere informatie

Accountantsdienst ACCOUNTANTSRAPPORT BIJ DE JAARREKENING 2015 VAN DE GEMEENTE DEN HAAG RIS Gemeente Den Haag

Accountantsdienst ACCOUNTANTSRAPPORT BIJ DE JAARREKENING 2015 VAN DE GEMEENTE DEN HAAG RIS Gemeente Den Haag Gemeente Den Haag Accountantsdienst RIS 294359 ACCOUNTANTSRAPPORT BIJ DE JAARREKENING 2015 VAN DE GEMEENTE DEN HAAG Bezoekadres: Spui 70, 2511 BT Den Haag Telefoon: 070-353 35 50 Accountantsdienst 2 Inhoud

Nadere informatie

advies Jaarrekening 2013 Gemeenschappelijke Regeling Breed

advies Jaarrekening 2013 Gemeenschappelijke Regeling Breed advies Jaarrekening 2013 Gemeenschappelijke Regeling Breed Gemeente Nijmegen Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen Danny Ederveen Peggy van Gemert RA/AA Mei 2014 1 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

Specificatie wijziging balanspost Overige nog te betalen en vooruitontvangen bedragen : Omschrijving Paginanr. Was Wordt Mutatie

Specificatie wijziging balanspost Overige nog te betalen en vooruitontvangen bedragen : Omschrijving Paginanr. Was Wordt Mutatie Lochem, 9 juli 2018 ERRATUM OP DE JAARREKENING 2017 VAN DE GEMEENTE LOCHEM: Dit erratum betreft een wijziging van de balanspost Overige nog te betalen en vooruitontvangen bedragen, het overzicht specifieke

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp Decemberrapportage 2018 Nummer 2018/ Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen

Raadsstuk. Onderwerp Decemberrapportage 2018 Nummer 2018/ Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen Raadsstuk Onderwerp Decemberrapportage 2018 Nummer 2018/802709 Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen Afdeling Concerncontrol Auteur Geffen, M. van Telefoonnummer

Nadere informatie

Controle jaarrekening Nieuwerkerk aan den IJssel 15 juni 2016 Wouter Kalkman Peter Oostveen / Anne-Margriet de Winter

Controle jaarrekening Nieuwerkerk aan den IJssel 15 juni 2016 Wouter Kalkman Peter Oostveen / Anne-Margriet de Winter Controle jaarrekening 2015 Nieuwerkerk aan den IJssel 15 juni 2016 Wouter Kalkman Peter Oostveen / Anne-Margriet de Winter 1 Speerpunten in de controle 1. Controle waardering grondexploitaties 2. Controle

Nadere informatie

Farid Chikar / juni 2017

Farid Chikar / juni 2017 Agendapunt commissie: 4.1 steller telefoonnummer email Farid Chikar 040-2083696 Farid.chikar@A2samenwerking.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 208981/269305 29 juni 2017 Portefeuillehouder Wethouder

Nadere informatie

Workshop financiële kengetallen Gemeente Emmen. BDO Audit & Assurance 26 oktober 2016 Rob Bouman

Workshop financiële kengetallen Gemeente Emmen. BDO Audit & Assurance 26 oktober 2016 Rob Bouman Workshop financiële kengetallen Gemeente Emmen BDO Audit & Assurance 26 oktober 2016 Rob Bouman P 1 woensdag 15 juni 2016 Agenda 1. Inleiding / doel 19.00-19.15 2. Voorstellen / wat doet de accountant?

Nadere informatie

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen.

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen. RAADSVOORSTEL Agendapunt Raad 27 oktober 2016 Afdeling Middelen Voorstel nummer 2016.00077 Datum 27 september 2016 Onderwerp Tweede bestuursrapportage 2016 Programma Alle begrotingsprogramma's Inlichtingen

Nadere informatie

Gemeente Doetinchem. Presentatie jaarrekeningcontrole juni 2017

Gemeente Doetinchem. Presentatie jaarrekeningcontrole juni 2017 Gemeente Doetinchem Presentatie jaarrekeningcontrole 2016 15 juni 2017 Samenvatting Reikwijdte van de controle Met de gunning van 25 mei 2015 welke door middel van onze vaktechnische opdrachtbevestiging

Nadere informatie

11.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

11.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing 11.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing Risicomanagement Risicomanagement is het proces waarbij de organisatie continue en systematisch doorlopen wordt op risico s, met als doel de gevolgen ervan

Nadere informatie

Voortgangsrapportage 2015-I en Sleutelrapportage januari - maart De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Voortgangsrapportage 2015-I en Sleutelrapportage januari - maart De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Voortgangsrapportage 2015-I en Sleutelrapportage januari - maart 2015 P. Scholtens De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050) 367 52 459116 2 5712360 - Geachte heer, mevrouw, Met

Nadere informatie

3: Wijkaanpak, Dienstverlening en mediabeleid

3: Wijkaanpak, Dienstverlening en mediabeleid 3: Wijkaanpak, Dienstverlening en mediabeleid Kerncijfers (lasten 70 miljoen) Proces Burgerzaken (en verkiezingen) Proces Secretarieleges Wijkaanpak, stadsdelen, Leefbaarheid Inburgering, integratie en

Nadere informatie

Bijlagen: 1. Jaarverslag en jaarrekening 2011 2. Accountantsrapport 2011

Bijlagen: 1. Jaarverslag en jaarrekening 2011 2. Accountantsrapport 2011 NOTA VOOR DE RAAD Datum: 15 mei 2012 Nummer raadsnota: BI.0120051 Onderwerp: Jaarverslag en jaarrekening 2011 Portefeuillehouder: Peters Bijlagen: 1. Jaarverslag en jaarrekening 2011 2. Accountantsrapport

Nadere informatie

Accountantscontrole 2013

Accountantscontrole 2013 Accountantscontrole 2013 Commissie Samen Leven gemeente Ridderkerk 26 juni 2014 Rein-Aart van Vugt Hennie de Winter 1 Controleproces Communicatie met de Raad in alle fasen Opdrachtbevestiging en controleplan

Nadere informatie

gemeente roerdalen -~ ~ I Portefeuillehouder: M:H. Verh_eiL~~n ~ Gevraagd besluit:

gemeente roerdalen -~ ~ I Portefeuillehouder: M:H. Verh_eiL~~n ~ Gevraagd besluit: gemeente roerdalen Raadsvoorstel ~- --_ -- - -- - -- ---l-- ------- - - Onderwerp:. Jaarstukken 2015 ~-_------- - ----,----- --- ~ - - - ---------- ------------------1 Indiener agendapunt: College van

Nadere informatie

Bijlagen -Bijlage 1 -Jaarstukken 2013 -Verslag van bevindingen

Bijlagen -Bijlage 1 -Jaarstukken 2013 -Verslag van bevindingen Raadsvoorstel Agendapunt: Onderwerp Vaststelling jaarstukken 2013 Datum voorstel 29 april 2014 Datum raadsvergadering 10 juni 2014 Bijlagen -Bijlage 1 -Jaarstukken 2013 -Verslag van bevindingen Ter inzage

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp Vaststelling gewijzigd Jaarverslag en Jaarrekening 2016

Raadsstuk. Onderwerp Vaststelling gewijzigd Jaarverslag en Jaarrekening 2016 Raadsstuk Onderwerp Vaststelling gewijzigd Jaarverslag en Jaarrekening 2016 Nummer 2017/241492 Portefeuillehouder Spijk, J.K.N. van Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen Afdeling CS/CC Auteur

Nadere informatie

Paginanummer opnemen! Ja, de jaarstukken 2015 zijn op 14 april 2016 door de gemeenten ontvangen.

Paginanummer opnemen! Ja, de jaarstukken 2015 zijn op 14 april 2016 door de gemeenten ontvangen. JAARREKENING 2015 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja /nee) en welke soort verklaring? Weerstandsvermogen Hoogte algemene

Nadere informatie

Financiële begroting 2016

Financiële begroting 2016 Financiële begroting 2016 113 114 Voor een overzicht van de baten en lasten per programma wordt verwezen naar het overzicht opgenomen onder Begroting van Baten en Lasten in het begin van deze begroting.

Nadere informatie

Agenda voor de vergadering d.d. 1 juli 2015 van het algemeen bestuur van de stadsregio Rotterdam

Agenda voor de vergadering d.d. 1 juli 2015 van het algemeen bestuur van de stadsregio Rotterdam Algemeen Bestuur vergadering 1 juli 2015 Agenda voor de vergadering d.d. 1 juli 2015 van het algemeen bestuur van de stadsregio Rotterdam NB. Vergadering begint om 16.00 uur Locatie zaal Staal WTC Rotterdam

Nadere informatie

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015.

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015. GEMEENTE OLDEBROEK Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015. Voorstel van het college aan de raad Agendapunt Portefeuillehouder: mw. A.A.C. Groot Kenmerk: 247735 /

Nadere informatie

Inhoud voorstel aan Raad

Inhoud voorstel aan Raad 2016/91632 Inhoud voorstel aan Raad Onderwerp Jaarstukken 2015 Gevraagd besluit 1. Vast te stellen de Jaarstukken 2015; 2. Kennis te nemen van het concept Accountantsverslag van Deloitte; 3. Kennis te

Nadere informatie

ADVIES STUKKEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN JAARSTUKKEN 2010 GGD

ADVIES STUKKEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN JAARSTUKKEN 2010 GGD ADVIES STUKKEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN JAARSTUKKEN 2010 GGD Algemeen: Uit bijgevoegde checklist blijkt dat de jaarrekening 2010 GGD, op een detail na, voldoet aan het BBV. Het saldo van baten en

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 489473 Datum : 10 oktober 2017 Programma : Alle Blad : 1 van 6 Commissie : Bestuur Portefeuillehouder: mr. P.J.M. van Domburg

Nadere informatie

GR-taken: Aanvullende diensten:

GR-taken: Aanvullende diensten: JAARREKENING 2018 GGD Hollands Noorden Wat was de opdracht (welke inhoudelijke en financiële kaders waren er?) Inhoudelijk kader De GGD levert diensten, zoals deze zijn vastgesteld in de Gemeenschappelijke

Nadere informatie

Naam Werkvoorziening Noord-Kennemerland Paginanummer opnemen! Ja, stukken zijn ontvangen. JAARREKENING 2015

Naam Werkvoorziening Noord-Kennemerland Paginanummer opnemen! Ja, stukken zijn ontvangen. JAARREKENING 2015 JAARREKENING 2015 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja /nee) en welke soort verklaring? Weerstandsvermogen Hoogte algemene

Nadere informatie

Raadsvoorstel Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2015-075 Houten, 29 september 2015

Raadsvoorstel Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2015-075 Houten, 29 september 2015 Raadsvoorstel Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2015-075 Houten, 29 september 2015 Onderwerp: Tweede bestuursrapportage 2015 Beslispunten: 1. De begroting 2015 te wijzigen op basis van de sheet "Financiële

Nadere informatie

Datum: 4 juli 2014 Agendapunt: 4 Betreft: Jaarstukken 2013

Datum: 4 juli 2014 Agendapunt: 4 Betreft: Jaarstukken 2013 VERGADERING ALGEMEEN BESTUUR OMGEVINGSDIENST MIDDEN- EN WEST-BRABANT Datum: 4 juli 2014 Agendapunt: 4 Betreft: Jaarstukken 2013 Aanleiding Ter uitvoering van de artikelen 197 en 198 van de Gemeentewet

Nadere informatie

Nota reserves en voorzieningen

Nota reserves en voorzieningen Nota reserves en voorzieningen 2019 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 1 1. INLEIDING... 3 1.1 Waarom een nota reserves en voorzieningen?... 3 1.2 Inhoud van de nota... 3 2 Regelgeving en definities reserves

Nadere informatie

Addendum jaarverslag en -rekening 2015

Addendum jaarverslag en -rekening 2015 Addendum jaarverslag en -rekening 2015 Aan de gemeenteraad, Wij hebben de jaarstukken, inclusief de jaarrekening, over 2015 op 19 mei 2016 ter bespreking en behandeling in de vergadering van 30 juni 2016

Nadere informatie

Nota Reserves en Voorzieningen

Nota Reserves en Voorzieningen Nota Reserves en Voorzieningen 1 2 Inhoud 1 Visie en wettelijke kaders 5 1.1 1.2 Visie Wettelijke kaders 2 Reserves 7 2.1 Soorten reserves 8 2.1.1 Algemene reserves 2.2 2.3 2.4 3 Voorzieningen 11 3.1 3.2

Nadere informatie

Jaarstukken lezen en begrijpen (Opfris)cursus voor gemeenteraadsleden

Jaarstukken lezen en begrijpen (Opfris)cursus voor gemeenteraadsleden Jaarstukken lezen en begrijpen (Opfris)cursus voor gemeenteraadsleden Juni 2018 Arjan Verwoert, partner BDO Audit & Assurance De samenstelling van de jaarrekening Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Nadere informatie

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

VOORSTEL AB AGENDAPUNT : VOORSTEL AB AGENDAPUNT : PORTEFEUILLEHOUDER : T.J. Boersma AB VERGADERING D.D. : 25 juni 2013 NUMMER : WM/MFI/NKu/7725 OPSTELLER : N. Kuper, 0522-276740 FUNCTIE : Afdelingshoofd Financiën VERGADERING MT

Nadere informatie

Haarlem, 23 augustus 2011. Onderwerp: Begroting 2012. Bijlagen: ontwerpbesluit, begroting

Haarlem, 23 augustus 2011. Onderwerp: Begroting 2012. Bijlagen: ontwerpbesluit, begroting Haarlem, 23 augustus 2011 2011 77 Onderwerp: Begroting 2012 Bijlagen: ontwerpbesluit, begroting 1 Inleiding De voor u liggende begroting 2012-2015 is de eerste begroting van het nieuwe college na de verkiezingen

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.: RAADSVOORSTEL 09.0097 Rv. nr.: 09.0097 B&W-besluit d.d.: 6-10-2009 B&W-besluit nr.: 09.1079 Naam programma +onderdeel: Onderwerp: Rapportage 2009 als onderdeel van de planning en controlcyclus Aanleiding:

Nadere informatie

18 juni 2015 Rein-Aart van Vugt Toby Bergshoeff. Controle jaarrekening 2014

18 juni 2015 Rein-Aart van Vugt Toby Bergshoeff. Controle jaarrekening 2014 18 juni 2015 Rein-Aart van Vugt Toby Bergshoeff Controle jaarrekening 2014 Agenda Accountantscontrole Bevindingen controle 2014 Actuele ontwikkelingen Vragen Fasering accountantscontrole gemeente Ridderkerk

Nadere informatie

(pagina 3) (pagina 6)

(pagina 3) (pagina 6) JAARREKENING 2014 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja /nee) en welke soort verklaring? Weerstandsvermogen Hoogte algemene

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.:

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.: RAADSVOORSTEL 12.0054 Rv. nr.: 12.0054 B en W-besluit d.d.: 15-5-2012 B en W-besluit nr.: 12.0503 Naam programma: Bestuur en dienstverlening Onderwerp: Vaststelling jaarstukken 2011 Aanleiding: Jaarlijkse

Nadere informatie

FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS

FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS Het Algemeen Bestuur van het recreatieschap Dobbeplas; Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 13 oktober 2014; Gelet op het bepaalde in de artikelen

Nadere informatie

NB beide formulieren invullen (2 tabbladen)

NB beide formulieren invullen (2 tabbladen) Behandelend ambtenaar gemeente Begroting 2015 is Meerjarenbegroting 2016-2018 is Datum vaststelling begroting 2015 Datum ontvangst begroting 2015 Maatstaven Aantal inwoners per 1-1-2015 Aantal woonruimten

Nadere informatie

Begroting 2016. Intergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken

Begroting 2016. Intergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken Intergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken INHOUDSOPGAVE 1. Gemeente Bloemendaal 1.1... 4 1.2 Toelichting op de begroting 2016... 5 2. Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2.1... 6 2.2 Toelichting op

Nadere informatie

Financiële positie. Beheersen

Financiële positie. Beheersen Beheersen Inleiding Doel avond Context 2 Donderdag, 23 december, 2009 Hier de titel van de presentatie Programma 1. Toelichting op de financiële positie 2. Financiële achtergronden 3. Hoe te beheersen?

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STTSCOURNT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20619 17 juli 2015 Regeling van de Minister van innenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 9 juli 2015, nr. 2015-0000387198,

Nadere informatie

Vergadering d.d.: 14 mei 2009 agendapunt: 9. Onderwerp: Vaststelling jaarverslag/jaarrekening 2008

Vergadering d.d.: 14 mei 2009 agendapunt: 9. Onderwerp: Vaststelling jaarverslag/jaarrekening 2008 RAADSVOORSTEL Vergadering d.d.: 14 mei 2009 agendapunt: 9 Onderwerp: Vaststelling jaarverslag/jaarrekening 2008 Portefeuillehouder: College datum: 6 mei 2009 Samengevat voorstel 1. Het jaarverslag 2008

Nadere informatie

Financiële begroting 2015 samengevat

Financiële begroting 2015 samengevat Financiële begroting 2015 samengevat Begrotingscyclus Het beleid en de financiën van de provincie komen op een aantal momenten in het jaar provinciebreed aan de orde. Dit wordt ook wel de begrotings- of

Nadere informatie

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2014. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans.

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2014. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans. FINANCIEEL BELEID Financiële positie op balansdatum Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2014. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans. Activa

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp Bestuursrapportage Nummer 2018/ Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen

Raadsstuk. Onderwerp Bestuursrapportage Nummer 2018/ Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen Raadsstuk Onderwerp Bestuursrapportage 2018 Nummer 2018/576433 Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen Afdeling Concerncontrol Auteur Geffen, M. van Telefoonnummer

Nadere informatie

ERRATA II OP PROGRAMMAREKENING 2015

ERRATA II OP PROGRAMMAREKENING 2015 ERRATA II OP PROGRAMMAREKENING 2015 Datum: 23 september 2016 1 Dit betreft het overzicht van de errata die zijn verwerkt in de programmarekening nadat deze door de gemeenteraad voorlopig is vastgesteld.

Nadere informatie

Nieuw begrotingsresultaat

Nieuw begrotingsresultaat Portefeuille: A. van Amerongen Dronten, 22 september 2015 Financiële ontwikkeling begroting 2016-2019 Aan de gemeenteraad VOORSTEL Wij stellen u voor: Deze toelichting op de financiële resultaten vast

Nadere informatie

V VA LKEN SWAARD. Agendapunt commissie:

V VA LKEN SWAARD. Agendapunt commissie: V G E M E E N T E VA LKEN SWAARD Agendapunt commissie: telefoonnummer Jaap Maas 040-2083474 jaap.maas@valkenswaard.nl datum raadsvergadering 13raad00346 10 juni 2013 l e Bestuursrapportage 2013. aan de

Nadere informatie

1. Beslispunten Vaststellen Jaarstukken 2015 gemeenten Naarden, Muiden en Bussum en bestemmen van het resultaat over het jaar 2015.

1. Beslispunten Vaststellen Jaarstukken 2015 gemeenten Naarden, Muiden en Bussum en bestemmen van het resultaat over het jaar 2015. Raadsvoorstel Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel Z68122 Jan Franx Vaststelling Jaarstukken 2015 gemeenten Bussum, Muiden en Naarden en bestemming van het resultaat 2015 Aan de raad, 1. Beslispunten

Nadere informatie

*ZEA001071E6* Raadsvergadering d.d. 23 juni 2015

*ZEA001071E6* Raadsvergadering d.d. 23 juni 2015 *ZEA001071E6* Raadsvergadering d.d. 23 juni 2015 Agendanr. 6. Aan de Raad No.ZA.14-31410/DV.15-495, afdeling Middelen en Advies. Sellingen, 11 juni 2015 Onderwerp: Jaarrekening gemeente Vlagtwedde 2014

Nadere informatie

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

VOORSTEL AB AGENDAPUNT : VOORSTEL AB AGENDAPUNT : PORTEFEUILLEHOUDER : T.J. Boersma AB VERGADERING D.D. : 24 juni 2014 NUMMER : WM/MFI/NKu/8247 OPSTELLER : N. Kuper, 0522-276740 FUNCTIE : Afdelingshoofd Financiën VERGADERING MT

Nadere informatie

Controle- en rapportageprotocol

Controle- en rapportageprotocol Controle- en rapportageprotocol IOAW, IOAZ en Bbz 2004 Controle- en rapportageprotocol IOAW, IOAZ en Bbz 2004, zoals bedoeld in artikel 7, derde lid van de Regeling financiering en verantwoording IOAW,

Nadere informatie

Zienswijze programmabegroting 2013 en jaarstukken 2011 van GGD Hollands Noorden.

Zienswijze programmabegroting 2013 en jaarstukken 2011 van GGD Hollands Noorden. Zienswijze programmabegroting 2013 en jaarstukken 2011 van GGD Hollands Noorden. Algemeen Op 18 april 2012 zijn de programmabegroting 2013 en de jaarstukken 2011 ontvangen van GGD Hollands Noorden (GGD).

Nadere informatie

REKENKAMER BREDA. Rekenkamerbrief bij het gemeentelijke Jaarverslag 2018

REKENKAMER BREDA. Rekenkamerbrief bij het gemeentelijke Jaarverslag 2018 REKENKAMER BREDA Rekenkamerbrief bij het gemeentelijke Jaarverslag 2018 Juni 2019 Rekenkamerbrief bij het gemeentelijke Jaarverslag 2018 1. Inleiding De Rekenkamer Breda reflecteert ieder jaar op het Jaarverslag

Nadere informatie

Financiële verordening VRU

Financiële verordening VRU Financiële verordening VRU Versie 2018-1 Vastgesteld door het algemeen bestuur d.d. 19 februari 2018. Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht, gelet op: - artikel 212 van de Gemeentewet, -

Nadere informatie

w gemeente QoSterhOUt

w gemeente QoSterhOUt O O ca o c Ui WW gemeente QoSterhOUt BI.0110035 -O OTA VOOR DE RAAD Datum: 20mei 2011 ummer raadsnota: BI.011II035 Ondererp: Jaarverslag en jaarrekening 2010 Portefeuillehouder: Peters Bijlagen: 1. Programmarekening

Nadere informatie

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de gemeenteraad van de gemeente Utrecht A. Verklaring over de in de jaarstukken opgenomen jaarrekening 2017 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening

Nadere informatie

Jaarstukken Informatiebijeenkomst 4 april 2018

Jaarstukken Informatiebijeenkomst 4 april 2018 Jaarstukken 2017 Informatiebijeenkomst 4 april 2018 Agenda informatiebijeenkomst Welkom en opening (Bob Roelofs) Jaarstukken 2017 (Ralph Verhoeff) PwC Accountantsverslag (Sytse Jan Dul) Afsluiting (Bob

Nadere informatie

Rekeningencommissie. Onderzoek naar de jaarrekening 2015 De komende jaarrekeningcyclus is als volgt uitgewerkt.

Rekeningencommissie. Onderzoek naar de jaarrekening 2015 De komende jaarrekeningcyclus is als volgt uitgewerkt. Gemeente Den Haag Notitie Rekeningencommissie Aan : de leden van de Rekeningencommissie Van : secretariaat van de Rekeningencommissie Nummer : RC/2016.06 RIS 292540 Onderwerp : Voorstel werkwijze onderzoek

Nadere informatie

: 14 april 2014 : 12 mei : dhr. G.H.J. Weierink : Onderwerp: Synchronisatieproces Planning- & controlcyclus Montfoort en IJsselstein

: 14 april 2014 : 12 mei : dhr. G.H.J. Weierink : Onderwerp: Synchronisatieproces Planning- & controlcyclus Montfoort en IJsselstein RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering Datum Raadsvergadering Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid : 14 april 2014 : 12 mei 2014 : dhr. G.H.J. Weierink : Zaaknummer :

Nadere informatie

AAN DE AGENDACOMMISSIE

AAN DE AGENDACOMMISSIE AAN DE AGENDACOMMISSIE Agenda: 8-6-2017 Franeker, 18-4-2017 Onderwerp Concept begroting 2018 Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân (Dienst) Portefeuillehouder Wethouder T. Twerda Doel

Nadere informatie

5 minuten versie voor Provinciale Staten

5 minuten versie voor Provinciale Staten 5 minuten versie voor Provinciale Staten Directie DCZ Afdeling Financiële en Juridische Zaken Registratienummer PZH-2016-546379872 (DOS-2015-0003126) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum

Nadere informatie

Ons oordeel met beperking Wij hebben de jaarrekening 2017 van gemeente Tiel te Tiel gecontroleerd.

Ons oordeel met beperking Wij hebben de jaarrekening 2017 van gemeente Tiel te Tiel gecontroleerd. Aan de gemeenteraad van Gemeente Tiel Baker Tilly Berk N.V. Bijster 39 Postbus 3814 4800 DV Breda T: +31 (0)76 525 00 00 F: +31 (0)76 525 00 50 E: breda@bakertillyberk.nl KvK: 24425560 www.bakertillyberk.nl

Nadere informatie

Kanttekeningen bij de Begroting 2015. Paragraaf 4 Financiering

Kanttekeningen bij de Begroting 2015. Paragraaf 4 Financiering Kanttekeningen bij de Begroting 2015 Paragraaf 4 Financiering Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Financieringsbehoefte = Schuldgroei... 4 3 Oorzaak van Schuldgroei : Investeringen en Exploitatietekort... 5 4 Hoe

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: Actualisatie financiële verordening Haarlem BBV nr: 2015/98823

Raadsstuk. Onderwerp: Actualisatie financiële verordening Haarlem BBV nr: 2015/98823 Raadsstuk Onderwerp: Actualisatie financiële verordening Haarlem BBV nr: 2015/98823 1. Inleiding De gemeenteraad stelt kaders vast o.a. in de vorm van gemeentelijke verordeningen. De financiële beheersverordening

Nadere informatie

Raadsvoorstel2008/19954

Raadsvoorstel2008/19954 gemeente Haarlemmermeer Raadsvoorstel2008/19954 Onderwerp Jaarstukken 2007 Portefeuillehouder J.J. Nobel steiler C. M. Bakker Collegevergadering 20 mei 2008 Raadsvergadering 26 juni 2008 1. Samenvatting

Nadere informatie

Gemeente Noordwijkerhout. Accountantsverslag 2014

Gemeente Noordwijkerhout. Accountantsverslag 2014 Gemeente Noordwijkerhout Accountantsverslag 2014 Aan de gemeenteraad van de gemeente Noordwijkerhout Amsterdam, 9 juni 2015 Geachte leden van de gemeenteraad, In overeenstemming met de door u verstrekte

Nadere informatie

De bij het opstellen van de jaarrekening gehanteerde uitgangspunten hebben betrekking op:

De bij het opstellen van de jaarrekening gehanteerde uitgangspunten hebben betrekking op: ADDENDUM PROGRAMMA- VERANTWOORDING EN REKENING 2005 GEMEENTE HAAREN In het jaarverslag 2005 (bestaande uit de programmaverantwoording en programmarekening) staan enkele onderwerpen vermeld die wij alsnog

Nadere informatie

11. Paragrafen. Paragrafen

11. Paragrafen. Paragrafen 11. Paragrafen De programmabegroting bevat de volgende paragrafen: 1. Weerstandsvermogen en risicobeheersing 2. Onderhoud kapitaalgoederen 3. Bedrijfsvoering 4. Verbonden partijen 5. Financiering Evenals

Nadere informatie

Accountantsrapport. 1 Inleiding 1. 2 Beheersinstrumentarium 1

Accountantsrapport. 1 Inleiding 1. 2 Beheersinstrumentarium 1 Gemeente Den Haag RIS115659s_17-MEI-2004 ACCOUNTANTSRAPPORT EN ACCOUNTANTSVERKLARING BIJ DE JAARREKENING 2003 VAN DE GRIFFIE VAN DE GEMEENTE DEN HAAG INHOUDSOPGAVE Accountantsrapport blz. 1 Inleiding 1

Nadere informatie

Buiten werking stellen aantal artikelen subsidieverordening CRMW t.b.v. rechtmatigheidcontrole

Buiten werking stellen aantal artikelen subsidieverordening CRMW t.b.v. rechtmatigheidcontrole Buiten werking stellen aantal artikelen subsidieverordening CRMW t.b.v. Portefeuillehouder J.J. Nobel steiler Sander Heesen (023-567 6301 ) Collegevergadering 23 mei 2006 Raadsvergadering 13 juli 2006

Nadere informatie

Regeling Financieel Beheer Belastingsamenwerking Gouwe- Rijnland

Regeling Financieel Beheer Belastingsamenwerking Gouwe- Rijnland Regeling Financieel Beheer Belastingsamenwerking Gouwe- Rijnland Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Gouwe-Rijnland (BSGR), gelet op: Artikel 212 van de Gemeentewet; Het Waterschapsbesluit;

Nadere informatie

bedrag * begrotingsoverschot bij begroting

bedrag * begrotingsoverschot bij begroting Actueel financieel beeld voor de jaren 2018-2022 Met dit overzicht schetsen wij het actuele financiële beeld voor de gemeente Gooise Meren voor de komende jaren. Dit overzicht dient meerdere doelen. Ten

Nadere informatie

Financiële verordening RUD Zuid-Limburg

Financiële verordening RUD Zuid-Limburg Financiële verordening RUD Zuid-Limburg 1 Inhoud Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Begrippenkader... 3 Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording... 4 Artikel 2 Opstellen begroting en verantwoording...

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad. Registratienummer: GF Datum: 8 mei 2012 Agendapunt: 18. Behandelend ambtenaar: De heer C. Tiemersma

Aan de gemeenteraad. Registratienummer: GF Datum: 8 mei 2012 Agendapunt: 18. Behandelend ambtenaar: De heer C. Tiemersma Aan de gemeenteraad Registratienummer: GF12.20057 Datum: 8 mei 2012 Agendapunt: 18 Portefeuillehouder: De heer L. Buwalda Behandelend ambtenaar: De heer C. Tiemersma Onderwerp: Jaarrekening 2011 en begroting

Nadere informatie

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Deloitte Accountants B.V. Eemsgolaan 15 9727 DW Groningen Postbus 980 9700 AZ Groningen Nederland Tel: 088 288 2888 Fax: 088 288 9870 www.deloitte.nl Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Nadere informatie

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2 Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2 Normenkader, toets van de begroting aan de formele eisen Inhoudsopgave 1 Normenkader 2 1.1 Besluit Begroting en Verantwoording 2 1.2 Verordening

Nadere informatie

Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017

Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017 Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017 Portefeuillehouder Zoetendal Datum collegebesluit 4 oktober 2016 Opsteller A. de Boer Registratie GF16.20071 Agendapunt 3/4 Voorstel 1. Vaststellen van

Nadere informatie

3 e Voortgangsrapportage dienst

3 e Voortgangsrapportage dienst 3 e Voortgangsrapportage dienst Inleiding De dienst OCW heeft een plan van aanpak verbetering kwaliteit jaarrekening opgesteld. Over de uitvoering van dit plan van aanpak is twee maal eerder via voortgangsrapportages

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Onderwerp: Zienswijze tweede begrotingswijziging 2017 Orionis Walcheren

RAADSVOORSTEL Onderwerp: Zienswijze tweede begrotingswijziging 2017 Orionis Walcheren RAADSVOORSTEL Onderwerp: Zienswijze tweede begrotingswijziging 2017 Orionis Walcheren Voorstel Raad te besluiten: 1. de raad voor te stellen als zienswijze aan het Algemeen Bestuur van Orionis Walcheren

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Provinciale Staten van Flevoland Postbus AB LELYSTAD

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Provinciale Staten van Flevoland Postbus AB LELYSTAD Ministerie van Binnenlandse Zaken en > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Provinciale Staten van Flevoland Postbus 55 8200 AB LELYSTAD Turfmark 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.

Nadere informatie

Wat gaat het kosten? Baten & lasten totaal. Bedragen * Inkomsten Lasten Bijdrage gemeente

Wat gaat het kosten? Baten & lasten totaal. Bedragen * Inkomsten Lasten Bijdrage gemeente Wat gaat het kosten? Bedragen * 1. Inkomsten Lasten Bijdrage gemeente Integratie-uitkering 3.55 3.55 Bbz24 177 298 12 44.28 4.855-3.173 Bijzondere bijstand en minimabeleid 4.331 4.331 Organisatie (incl.

Nadere informatie

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR Aandachtsveldhouder B.J. Bussink Vergadering : 14 maart 2017 Agendapunt : 10. Bijlagen : Bestuursrapportage 2016-3 Onderwerp : Bestuursrapportage 2016-3 Informatie bij

Nadere informatie

Avalex Verkorte jaarrekening 2011 Balans, Resultatenoverzicht en beknopte toelichting

Avalex Verkorte jaarrekening 2011 Balans, Resultatenoverzicht en beknopte toelichting Avalex Verkorte jaarrekening 2011 Balans, Resultatenoverzicht en beknopte toelichting Den Haag 28 juni 2012 Inleiding Dit document bevat jaarcijfers van Avalex over het boekjaar 2011. Het bevat een balans

Nadere informatie

Berenschot. Evaluatie wet VTH. Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 3 ANALYSE FINANCIËLE RATIO S OMGEVINGSDIENSTEN

Berenschot. Evaluatie wet VTH. Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 3 ANALYSE FINANCIËLE RATIO S OMGEVINGSDIENSTEN Berenschot Evaluatie wet VTH Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 3 ANALYSE FINANCIËLE RATIO S OMGEVINGSDIENSTEN 22 mei 2017 Bijlage 3. Analyse financiële ratio s omgevingsdiensten Inleiding In deze

Nadere informatie

Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2016 van de gemeente IJsselstein te IJsselstein gecontroleerd.

Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2016 van de gemeente IJsselstein te IJsselstein gecontroleerd. Aan de gemeenteraad van Gemeente IJsselstein Baker Tilly Berk N.V. Burgemeester Roelenweg 14-18 Postbus 508 8000 AM Zwolle T: +31 (0)38 425 86 00 F: +31 (0)38 425 86 99 E: zwolle@bakertillyberk.nl KvK:

Nadere informatie

Agendanr. : Voorstelnr. : 2007-059 Onderwerp : De Stichting De Blauwe Loper: jaarverslag en jaarrekening 2005 en begroting 2007.

Agendanr. : Voorstelnr. : 2007-059 Onderwerp : De Stichting De Blauwe Loper: jaarverslag en jaarrekening 2005 en begroting 2007. Agendanr. : Voorstelnr. : 2007-059 Onderwerp : De Stichting De Blauwe Loper: jaarverslag en jaarrekening 2005 en begroting 2007. Aan de Raad, Heerhugowaard, Beknopt voorstel Het jaarverslag 2005 van de

Nadere informatie

Willemsoord BV Rapportage aan de gemeenteraad

Willemsoord BV Rapportage aan de gemeenteraad Tussentijdse rapportage 2012 Willemsoord BV Rapportage aan de gemeenteraad 1 Inhoudsopgave 1. Aanbieding... 3 2. Inleiding... 3 2.1. Doelstelling Willemsoord... 3 2.2. Toelichting in algemene zin op de

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT . 'irt: RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT Reg istratien um mer raad 1 204468 Datum: 3 juni 2015 Afdeling / Team Raadsgriffie / Portefeuillehouder: Roald Helm Behandeld door: B.W. Gerdingh Ondenverp: Advies

Nadere informatie

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven.

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven. JAARREKENING 2015 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja /nee) en welke soort verklaring? Weerstandsvermogen Hoogte algemene

Nadere informatie

2 Algemene uitgangspunten voor de controle (getrouwheid én rechtmatigheid)

2 Algemene uitgangspunten voor de controle (getrouwheid én rechtmatigheid) Controleprotocol voor de accountantscontrole 2013 van de gemeente Sliedrecht 1. Inleiding Voor het jaar 2013 heeft de gemeenteraad aan Deloitte Accountants B.V. opdracht verstrekt om de accountantscontrole

Nadere informatie

AAN DE AGENDACOMMISSIE

AAN DE AGENDACOMMISSIE AAN DE AGENDACOMMISSIE Agenda: 01-02-2018 Franeker, 10-1-2018 Onderwerp Herziene begroting 2018 Dienst SoZaWe Portefeuillehouder Wethouder B. Tol Steller T. Osinga-van der Zee, t.osinga@waadhoeke.nl Beoogd

Nadere informatie

C. Taakmutaties voor domeinen D. Doeluitkeringen voor domeinen E. Decentralisaties sociaal

C. Taakmutaties voor domeinen D. Doeluitkeringen voor domeinen E. Decentralisaties sociaal Collegebesluit Onderwerp: Decembercirculaire 2016 Gemeentefonds BBV nr: 2017/16809 1. Inleiding De decembercirculaire is de derde circulaire van het jaar over het gemeentefonds. Het karakter van de circulaire

Nadere informatie