INHOUDSTAFEL 1. KERNCIJFERS GEOGRAFISCHE TELLING OP 31 DECEMBER

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "INHOUDSTAFEL 1. KERNCIJFERS GEOGRAFISCHE TELLING OP 31 DECEMBER"

Transcriptie

1

2 Geografische statistiek telling 2008

3 INHOUDSTAFEL INLEIDING KERNCIJFERS GEOGRAFISCHE TELLING OP 31 DECEMBER EVOLUTIE VAN HET AANTAL RECHTGEVENDE KINDEREN PER ARRONDISSEMENT EVOLUTIE OP BASIS VAN DE KINDERBIJSLAGSTATISTIEKEN EVOLUTIE OP BASIS VAN DE STATISTIEKEN VAN HET RIJKSREGISTER KINDEREN 0 T.E.M. 18 JAAR EVOLUTIE OP BASIS VAN DE STATISTIEKEN VAN HET RIJKSREGISTER KINDEREN JAAR DEMOGRAFISCHE INDICATOREN PER ARRONDISSEMENT GEBOORTECIJFER EN TOTAAL VRUCHTBAARHDEIDSCIJFER PER ARRONDISSEMENT Geboortecijfer Het totaal vruchtbaarheidscijfer Evolutie van de geboorten MIGRATIECIJFERS WAT BRENGT DE TOEKOMST? GEOGRAFISCHE STATISTIEKEN DWH ARBEIDSMARKT EN SOCIALE BESCHERMING RECHTGEVENDE KINDEREN PER ARRONDISSEMENT, CIJFERS DWH ARBEIDSMARKT EN SOCIALE BESCHERMING RECHTGEVENDE KINDEREN PER GEMEENTE, CIJFERS DWH ARBEIDSMARKT EN SOCIALE BESCHERMING CONCLUSIE Bijlage 1 Geografische statistieken op 31 december 2007 Bijlage 2 Geografische statistieken per gemeente 2

4 Inleiding De geografische telling geeft een overzicht van het aantal gezinnen en kinderen volgens het arrondissement waarin de bijslagtrekkende woont in België. In deze studie worden de resultaten van de geografische telling betreffende de situatie op 31 december 2007 weergegeven. In een eerste luik komen de resultaten van de telling van december 2007 aan bod. Aan de hand van landkaarten zal worden weergegeven in welke mate de rechtgevende kinderen verspreid zijn over de verschillende arrondissementen en worden de belangrijkste vaststellingen kort toegelicht. In bijlage zijn tevens een aantal tabellen opgenomen met de belangrijkste kerngegevens. In de bijlage en op de website zijn ook de gedetailleerde tabellen voor het stelsel van de gewaarborgde kinderbijslag opgenomen. Een tweede luik spitst zich toe op de evolutie van de effectieven tussen 2000 en Er zal nagegaan worden in welke mate het aantal rechtgevende kinderen op arrondissementsniveau is geëvolueerd tussen 31 december 2000 en 31 december Op die manier worden de verschillende tendensen per arrondissement in kaart gebracht. De demografische evolutie van het aantal kinderen zal getoetst worden aan de hand van de demografische evoluties vastgesteld op basis van de gegevens uit het Rijksregister op basis van de gegevensbestanden van ADSEI (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie). Hieraan gekoppeld worden ook een aantal gegevens besproken betreffende migratie op arrondissementsniveau. In een derde luik ten slotte wordt een blik geworpen op de toekomst. Er zijn nieuwe projectiecijfers beschikbaar van het Planbureau. Deze cijfers laten toe om een idee te krijgen van de mogelijke evolutie van het aantal kinderen tussen op arrondissementsniveau. De resultaten van de prognose geven een idee over de mogelijke toekomstige ontwikkelingen op basis van een aantal hypothesen. De studie in zijn geheel geeft een beschrijvende analyse van de geografische verdeling van de kinderbijslag in het kinderbijslagstelsel voor werknemers. De recentste gegevens worden op een overzichtelijke manier weergegeven en tevens wordt een blik geworpen op de ontwikkelingen in het verleden en mogelijke toekomstige ontwikkelingen. In een laatste luik ten slotte worden de gegevens uit de basistoepassingen van de Datawarehouse (DWH) Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming 1 geconsulteerd. Op basis van de beschikbare basistoepassingen is het mogelijk om een geografische verdeling op te maken van de kinderbijslag 1 Datawarehouse van de Kruispuntbank Sociale Zekerheid 3

5 waarin de cijfers opgenomen zijn van het werknemersstelsel, het stelsel van de gewaarborgde kinderbijslag, de derde instellingen waarvoor de RKW de kinderbijslag betaalt 2, de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten (RSZPPO) en het zelfstandigenstelsel. Deze cijfers bevatten dus bijna de totaliteit van de rechtgevende kinderen in België en laten toe er een nauwkeurige geografische verdeling van op te maken. De resultaten van deze analyse zullen in de studie kort bestudeerd worden. Op basis van dezelfde cijfers ten slotte zal ook een verdeling worden gemaakt van de kinderbijslag op gemeentelijk niveau. Deze gegevens zijn eveneens afkomstig uit de Datawarehouse (DWH) Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming. De methodologie achter deze statistiek zal in de studie kort toegelicht worden, maar de resultaten worden niet besproken gezien het grote aantal gemeenten. De cijfers zelf hebben betrekking op het laatste kwartaal van het dienstjaar 2004 en zijn toegevoegd aan de studie onder bijlage 1. Deze studie geeft aan de hand van een aantal overzichtelijke landkaarten in eerste instantie een stand van zaken op 31 december 2007 betreffende het aantal rechtgevende kinderen in het werknemersstelsel. Daarnaast wordt ruim aandacht besteed aan de geografische evolutie van de bestanden, gekoppeld aan een aantal verklarende elementen op basis van demografische statistieken van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI) en prognoses van het Planbureau. De focus ligt in deze studie dus vooral op de analyse van de evolutie. 2 Dit zijn overheidsinstellingen of autonome overheidsbedrijven waarvoor de RKW de kinderbijslag betaalt. 4

6 1. Kerncijfers geografische telling op 31 december 2007 Dit eerste luik biedt een overzicht van de geografische verdeling van het aantal rechtgevende kinderen op arrondissementsniveau. De kaarten geven een overzicht van hoeveel rechtgevende kinderen er zijn in het werknemersstelsel per arrondissement en wat hun respectieve aandeel is binnen het totaal aantal kinderen of binnen een bepaald arrondissement. De bespreking van deze cijfers gebeurt aan de hand van een aantal overzichtelijke landkaarten. Alvorens de bespreking aan te vangen vindt u hieronder een aantal belangrijke methodologische kanttekeningen die moeten helpen bij de interpretatie van de statistieken: De geografische verdeling wordt opgemaakt op basis van de woonplaats van de bijslagtrekkende. Als een bijslagtrekkende in een bepaald arrondissement woont, wordt het rechtgevend kind geacht in hetzelfde arrondissement te wonen. De cijfers zelf hebben betrekking op de kinderen waarvoor in december 2007 kinderbijslag betaald werd op basis van een recht in de maand november. Hierdoor zijn de cijfers iets lager dan in de demografische statistiek waarin de ingeschreven gevallen het uitgangspunt vormen en niet enkel de betaalde gevallen. In de cijfers van 31 december 2007 zijn de wezen van meer dan 25 jaar voor het eerst opgenomen in de categorie wezen - gewone schaal. Voorheen werd deze groep ondergebracht in de categorie wezen met recht op wezenbijslag (art.50bis KBW), hoewel deze groep echter geen wezenbijslag uitbetaald kreeg. Hierdoor is het aantal wezen art.50bis KBW ogenschijnlijk gedaald en is een deel van de toename in de categorie art.40 KBW te verklaren door de verschuiving van de groep van de verhoogde wezenbijslag naar de gewone bijslag. Bij het analyseren van evoluties dient hiermee rekening gehouden te worden. In de statistieken van 31 december 2007 zijn ook de werkhervatters opgenomen. Wanneer iemand na een langdurige periode van werkloosheid of ziekte het werk hervat en een bepaalde inkomensgrens niet overschrijdt dan heeft deze persoon gedurende acht kwartalen verder recht op de verhoogde kinderbijslag voor langdurig werklozen. Hetzelfde geldt voor de toeslag voor invaliden (art.50ter KBW). Concreet betekent dit dat een deel van de categorieën van langdurig werklozen (art.42bis KBW) en invaliden (art.50ter KBW) in principe werkt maar ze worden verder opgenomen in de bestaande statistische categorieën. 5

7 De verschillende geografische gegevens zelf zullen per arrondissement geanalyseerd worden aan de hand van landkaarten. De onderstaande tabel geeft het overzicht van de beschikbare kaarten. Tabel 1: Overzicht landkaarten per arrondissement, werknemersstelsel 1. alle categorieën Kaart 1 Gewone schaal 2. arbeidsprestaties en tijdelijk werklozen Kaart 2 3. wees Kaart 3 4. werkloos < 6 maand Kaart 4 5. werkloos > 6 maand Kaart 5 6. gepensioneerd Kaart 6 7. invalide Kaart 7 Verhoogde schaal 8. werkloos Kaart 8 9. gepensioneerd Kaart invalide Kaart 10 Wezenbijslag 11. wezen Kaart 11 6

8 Kaart 1: kinderen per arrondissement in het werknemersstelsel Vlaams Gewest 56,82 % Waals Gewest 32,98 % Brussels Hoofdstedelijk Gewest 10,20 % Rijk 100 % De bovenstaande kaart geeft de spreiding weer van het aantal rechtgevende kinderen in België. Ruim 10 procent van de rechtgevende kinderen in het werknemersstelsel woont in het arrondissement Brussel. Antwerpen is het tweede grootste arrondissement met 9,26 procent van de kinderen. Het derde grootste arrondissement is het arrondissement Halle-Vilvoorde. De overige twee grote arrondissementen in Vlaanderen zijn Leuven en Gent. In het Waals Gewest zijn Luik, Nijvel en Charlerloi de grootste arrondissementen met respectievelijk 5,73, 3,74 en 4,53 procent van het aantal kinderen in België. Kort samengevat woont 1 op 5 rechtgevende kinderen in België in de arrondissementen Brussel, Halle-Vilvoorde en Leuven; als we daar ook nog Antwerpen bijtellen dan woont ongeveer 1 op 3 kinderen in één van deze 4 arrondissementen. De totale groep rechtgevende kinderen is dus vrij sterk geconcentreerd in een aantal grote arrondissementen. 7

9 Kaart 2: kinderen per arrondissement arbeidsprestaties & tijdelijk werklozen - werknemersstelsel Vlaams Gewest 82,39 % Waals Gewest 65,80 % Brussels Hoofdstedelijk Gewest 57,63 % Rijk 74,39 % Het percentage kinderen waarvan de rechthebbende kinderbijslag uit hoofde van een statuut als werknemer of tijdelijk werkloze ontvangt varieert tussen 54,54 procent in het arrondissement Charleroi en 89,33 procent in het arrondissement Tielt. Dit percentage verschilt dus heel sterk naargelang het arrondissement. De percentages zijn gemiddeld hoger in het Vlaams Gewest dan in het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wat de verschillende socio-economische situatie in de gewesten weerspiegelt. Binnen het Vlaamse Gewest laat vooral de streek rond Tielt en Kortrijk hoge percentages werkende rechthebbenden noteren. Maar ook in Leuven en Halle- Vilvoorde is dit percentage hoog. In Antwerpen en de Limburgse arrondissementen is dit percentage eerder laag binnen de Vlaamse context. In het Waalse Gewest worden de hoogste percentages genoteerd in de arrondissementen Nijvel, Borgworm en Aat. De laagste percentages worden genoteerd in Bergen, Charleroi en Luik. Getotaliseerd over alle gewesten bedraagt het percentage arbeidsprestaties in het Vlaamse Gewest 82,39 procent tegenover 65,80 procent in het Waalse Gewest. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is het percentage met 57,63 procent een stuk lager. 8

10 Kaart 3: kinderen per arrondissement, wezen gewone schaal - werknemersstelsel Vlaams Gewest 1,08 % Waals Gewest 1,13 % Brussels Hoofdstedelijk Gewest 0,61 % Rijk 1,06 % De bovenstaande kaart geeft per arrondissement het percentage wezen in de gewone schaal weer. Deze groep kinderen is hoofdzakelijk samengesteld uit twee categorieën. Enerzijds de weeskinderen van wie de overlevende ouder bijvoorbeeld hertrouwd is of een nieuw feitelijk gezin gevormd heeft, waardoor het recht op de verhoogde wezenbijslag ophoudt. Daarnaast behoren tot deze categorie ook weeskinderen van meer dan 25 jaar 3. Daarom is het ook niet mogelijk om éénduidige conclusies te trekken uit de cijfers vermits in een aantal arrondissementen het aandeel van de meer dan 25 jarigen waarschijnlijk hoger zal zijn dan in andere arrondissementen. Deze opmerkingen in acht nemende kunnen we wel vaststellen dat het percentage wezen in de gewone schaal een stuk lager is dan het aantal wezen in de verhoogde schaal (zie kaart 11 verder). In Philippeville bijvoorbeeld zijn er 1,01 procent wezen in de gewone schaal en 2,85 procent wezen in de verhoogde schaal. Dit wijst erop dat binnen de totale groep weeskinderen het overgrote deel van de rechthebbenden niet hertrouwd is of opnieuw een feitelijk gezin heeft gevormd. 3 Het gaat om de gehandicapte wezen die voor 1 juli 1966 geboren zijn. Die groep heeft op basis van verworven rechten verder recht op kinderbijslag (gewone schaal) en vormt dus een uitzondering op het feit dat de kinderbijslag beperkt is tot 25 jaar. 9

11 Kaart 4: kinderen per arrondissement < 6 maand werkloos gewone schaal - werknemersstelsel Vlaams Gewest 0,89 % Waals Gewest 1,50 % Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1,45 % Rijk 1,20 % De bovenstaande cijfers hebben betrekking op het percentage rechtgevende kinderen waarvan de rechthebbende minder dan 6 maand werkloos is. Een werkloze die minder dan 6 maand werkloos is heeft immers geen recht op het supplement voor langdurig werklozen > 6 maand 4. Het percentage kortdurig werklozen is het laagst in Tielt (0,46 %), Roeselare (0,59 %) en Ieper (0,61 %). De hoogste percentages in het Vlaamse Gewest worden waargenomen in Veurne (1,25 %), Oostende (1,34 %) en Antwerpen (1,12 %). In het Waalse Gewest zijn de percentages gemiddeld hoger dan in het Vlaamse Gewest. De hoogste percentages worden vastgesteld in het zuiden van het Waalse Gewest, met name in Bastenaken (2,47 %), Neufchâteau (1,53 %), Virton (1,69 %) en Aarlen (4,17 %). De percentages zijn daar een stuk hoger dan in de rest van het Waalse Gewest. Ook in Brussel is het percentage kortdurig werklozen hoger dan in de rest van het land, maar iets lager dan in het Waalse Gewest. 4 In het geval het gaat om een werkhervatter die opnieuw werkloos wordt kan er wel recht zijn op het supplement voor langdurig werklozen en gepensioneerde indien de persoon in de periode van gelijkstelling is, ook als de werkloosheidsduur minder dan 6 maand bedraagt. Maar deze rechthebbende wordt dan gecategoriseerd onder de categorie art.42bis KBW. 10

12 Kaart 5: kinderen per arrondissement > 6 maand werkloos gewone schaal - werknemersstelsel Vlaams Gewest 3,22 % Waals Gewest 5,50 % Brussels Hoofdstedelijk Gewest 6,19 % Rijk 4,27 % De bovenstaande kaart geeft het percentage kinderen waarvan de rechthebbende meer dan 6 maand werkloos is, maar waarvoor voor het kind geen recht is op de verhoogde bijslag voor langdurig werklozen. Dit laatste is het geval wanneer de inkomensgrens 5 overschreden wordt. In de praktijk zijn dit meestal gezinnen waarin één van de beide partners langdurig werkloos is en waarbij het gezinsinkomen de grens overschrijdt. Indien de bijslagtrekkende alleenstaande ouder is en langdurig werkloos is dan wordt het inkomensplafond niet overschreden. In het Vlaamse Gewest kennen vooral de arrondissementen langs de kust namelijk Brugge (4,29 %) en Oostende (4,16 %) het hoogste percentage langdurig werklozen in de gewone schaal. Maar ook in Antwerpen (4,15 %), Maaseik (4,03 %) en Tongeren (4,05 %) is het percentage hoger dan in de rest van Vlaanderen. De laagste percentages worden vastgesteld in de regio Tielt (1,85 %), Kortrijk (2,08 %) en Ieper (1,98 %). In het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijke Gewest zijn de percentages een stuk hoger. De hoogste percentages in het Waals Gewest worden waargenomen in Aarlen (10,06 %), Bastenaken (9,35 %) en Virton (8,54 %). De laagste percentages daarentegen komen voor in Nijvel (4,86 %) en Borgworm (4,34 %). 5 Binnen de kinderbijslagregeling zijn er twee inkomensgrenzen: Eén voor alleenstaanden en één voor samenwonenden. Als het gezinsinkomen deze grens overschrijdt dan is er geen recht op een sociaal supplement. 11

13 Kaart 6: kinderen per arrondissement gepensioneerden gewone schaal, - werknemersstelsel Vlaams Gewest 0,54 % Waals Gewest 0,40 % Brussels Hoofdstedelijk Gewest 0,37 % Rijk 0,47 % Het aantal rechthebbende gepensioneerden die recht openen in de gewone schaal is eerder laag in alle Belgische arrondissementen en stelt in absolute aantallen eigenlijk weinig voor. Deze groep bestaat uit gezinnen van gepensioneerde rechthebbenden van wie het inkomen te hoog is om van de verhoogde schaal voor langdurig werklozen en gepensioneerden te kunnen genieten. In het Vlaams Gewest worden de hoogste percentages waargenomen in Maaseik (1,62 %), Hasselt (2,16 %) en Tongeren (0,93 %) wat wellicht te maken heeft met de laatste steenkoolmijnen die daar het laatst gesloten zijn 6, maar waarvan de bovengrondse activiteit nog een tijdje is doorgegaan. In Brussel is het percentage gepensioneerden in de gewone schaal het laagst van alle gewesten en ook in het Waalse Gewest is het percentage gepensioneerden lager dan in het Vlaams Gewest. Het percentage gepensioneerden in de verhoogde schaal daarentegen (zie infra) is dubbel zo hoog in het Brussels Hoofdstedelijke Gewest. De hoogste percentages in het Waals Gewest worden waargenomen in Bastenaken (0,51 %), Aarlen (0,69 %) en Virton (0,57 %). Binnen heel België zijn er dus slechts drie arrondissementen waar het percentage rechthebbende gepensioneerden (gewone schaal) beduidend hoger is dan in de andere arrondissementen met name Maaseik, Tongeren en Hasselt. 6 In zolder werd de laatste mijn definitief gesloten in

14 Kaart 7: kinderen per arrondissement invaliden gewone schaal - werknemersstelsel Vlaams Gewest 1,83 % Waals Gewest 2,20 % Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1,74 % Rijk 1,94 % In de cijfers in de bovenstaande kaart worden de kinderen opgenomen bij wie de rechthebbende invalide is maar geen recht heeft op de verhoogde schaal voor invaliden. Dit is het geval wanneer het gezinsinkomen de norm bepaald in de Kinderbijslagwet overschrijdt. Er zijn géén vrij sterke verschillen tussen de arrondissementen. In Vlaanderen wordt het hoogste percentage invaliden in de gewone schaal genoteerd in de arrondissementen Diksmuide (2,31 %), Oudenaarde (2,23), Ieper (2,13 %), Oostende (2,11 %), Kortrijk (2,02 %), Hasselt (2,43 %) en Tongeren (2,22 %). In het Waalse Gewest worden de hoogste percentages genoteerd in Bastenaken (3,15 %), Virton (2,50 %), Aarlen (3,97 %) en Neufchâteau (3,23 %). De verschillen met het percentage invaliden in de gewone schaal zijn eerder klein tussen de verschillende gewesten. In de verhoogde schaal echter zijn de verschillen tussen de arrondissementen en de gewesten een stuk hoger. Uit de cijfers blijkt dat Brussel van alle gewesten het laagste percentage invaliden heeft in de gewone schaal, maar daarentegen wel het hoogste percentage invaliden in de verhoogde schaal (zie kaart 10). 13

15 Kaart 8: kinderen per arrondissement werklozen verhoogde schaal - werknemersstelsel Vlaams Gewest 5,68 % Waals Gewest 16,06 % Brussels Hoofdstedelijk Gewest 22,52 % Rijk 10,82 % Wat betreft het percentage kinderen van rechthebbenden die de verhoogde schaal voor langdurig werklozen ontvangen zijn er aanzienlijke verschillen tussen de arrondissementen. Binnen het Vlaamse Gewest is dit percentage het laagst in Tielt (2,53 %), Leuven (3,12 %), Roeselare (3,17 %) en Diksmuide (3,73 %). De hoogste percentages worden genoteerd in Antwerpen (8,77 %), Hasselt (7,05 %), Tongeren (7,93 %), Oostende (7,93 %), Gent (6,21 %) en Veurne (6,07 %). In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is het percentage rechtgevende kinderen van langdurig werklozen in de schaal art.42bis KBW het hoogst (22, 52%) (bijna 4 keer zo hoog als in het Vlaams Gewest en ruim 6 procent hoger dan in het Waals Gewest). Binnen het Waals Gewest worden de hoogste percentages kinderen met recht op de verhoogde schaal voor langdurig werklozen waargenomen in de arrondissementen Bergen (23,53 %), Charleroi (23,85 %), Luik (20,06 %) en Philippeville (17,96 %). Voor deze indicator zijn de onderlinge verschillen tussen de arrondissementen relatief groot. In het arrondissement met het laagste percentage rechtgevende kinderen in deze schaal (Tielt) zijn er tien keer minder kinderen in deze schaal dan in het arrondissement met het hoogste percentage Charleroi. Tenslotte wordt opgemerkt dat in deze schaal zich ook de rechtgevende kinderen bevinden van zij die in de periode van de gelijkstelling in het kader van de werkhervattingmaatregel zitten (zie supra). 14

16 Kaart 9: kinderen per arrondissement gepensioneerden verhoogde schaal - werknemersstelsel Vlaams Gewest 0,41 % Waals Gewest 0,31 % Brussels Hoofdstedelijk Gewest 0,84 % Rijk 0,42 % Het percentage rechtgevende kinderen in de verhoogde schaal voor gepensioneerden is eerder laag. Binnen het Vlaamse Gewest ligt dit percentage hoger dan in het Waalse Gewest. Binnen het Vlaamse Gewest ligt vooral in Hasselt (1,70 %), Tongeren (0,71 %) en Maaseik (1,13 %) het percentage rechtgevende kinderen van gepensioneerden in de verhoogde schaal zeer hoog. Dit kan waarschijnlijk verklaard worden door het feit dat in deze regio de mijnen het laatst gesloten zijn en dat een aantal mijnwerkers op relatief jonge leeftijd (zelfs op 40 jaar) op pensioen gesteld zijn. In het Waalse Gewest worden de hoogste percentages vastgesteld in de arrondissementen Charleroi (0,44 %) en Luik (0,53 %), in de andere arrondissementen is het percentage vrij laag. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ten slotte is het percentage rechtgevende kinderen van gepensioneerde rechthebbenden met recht op de verhoogde schaal het hoogst van alle gewesten. 15

17 Kaart 10: kinderen per arrondissement invaliden verhoogde schaal - werknemersstelsel Vlaams Gewest 2,64 % Waals Gewest 4,98 % Brussels Hoofdstedelijk Gewest 6,26 % Rijk 3,78 % De bovenstaande tabel heeft betrekking op de kinderen van invalide rechthebbenden voor wie de verhoogde bijslag voor invaliden wordt uitbetaald. Het percentage kinderen in deze categorie is het hoogst in Hasselt (4,59 %), Tongeren (3,70 %) en Maaseik (3,32 %). In de andere Vlaamse arrondissementen is het percentage eerder laag in vergelijking tot het nationale gemiddelde. In het Waalse Gewest is het percentage kinderen in deze schaal bijna dubbel zo groot, vooral in Bergen (7,20 %), Charleroi (7,63 %) en Luik (6,26 %) ligt het percentage ver boven het nationale gemiddelde. De laagste percentages in het Waalse Gewest worden waargenomen in het arrondissement Nijvel gevolgd door Virton en Aarlen. In Brussel tenslotte is het percentage een stuk hoger dan in de andere gewesten, het percentage invaliden met recht op de verhoogde schaal ligt er bijna 2,5 keer zo hoog als in het Vlaamse Gewest. 16

18 Kaart 11: kinderen per arrondissement, wezenbijslag - werknemersstelsel Vlaams Gewest 1,32 % Waals Gewest 2,12 % Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1,91 % Rijk 1,65 % In de bovenstaande tabel zijn de weeskinderen opgenomen voor wie de verhoogde wezenbijslag wordt uitbetaald. Deze cijfers voor 2007 zijn de eerste cijfers die een zuiver beeld geven van het aantal wezen per arrondissement. In de vorige jaren waren de wezen van meer dan 25 jaar immers nog altijd opgenomen in deze categorie (zie supra), ondanks het feit dat ze de schaal art.50bis KBW (wezenbijslag) niet ontvingen. Maar vanaf 2007 omvatten de statistieken enkel en alleen de weeskinderen voor wie het supplement art.50bis KBW wordt uitbetaald. Dit percentage is het laagste in het Vlaamse Gewest, het hoogste percentage weeskinderen in het Vlaamse Gewest wordt waargenomen in Veurne (1,70 %) gevolgd door Oudenaarde (1,67 %). In het Waalse Gewest is het aantal weeskinderen gemiddeld hoger. De meeste arrondissementen in Wallonië noteren percentages weeskinderen die hoger liggen dan 2 procent. De laagste percentages in het Waalse Gewest worden genoteerd in Nijvel, Borgworm en Marche-en-Famenne. De hoogste percentages worden waargenomen in Philippeville, Aarlen, Dinant, Bergen en Charlerloi. 17

19 2. Evolutie van het aantal kinderen per arrondissement Het eerste luik focuste op de situatie op 31 december In dit luik vormt de evolutie van het aantal rechtgevende kinderen het uitgangspunt. Als basis voor de langetermijnvergelijking worden niet enkel de cijfers van de kinderbijslagregeling zelf genomen, maar worden ook de cijfers van het Rijksregister geanalyseerd. 2.1 Evolutie op basis van de kinderbijslagstatistieken Algemeen zijn er in het werknemersstelsel in België 7 bijna 4 procent rechtgevende kinderen meer in 2007 dan in 2000 (gebaseerd op de geografische statistiek). Dit komt neer op een toename van iets meer dan kinderen, een toename die zich vooral concentreert in de grote arrondissementen (zie tabellen 2 en 3, p. 19 & 21) 8. Op een totaal van 43 arrondissementen in België zijn er 6 arrondissementen (zie tabel 3, p.21) waarvan het aantal rechtgevende kinderen is gedaald tussen 2000 en Het betreft de arrondissementen: Brugge, Maaseik, Tongeren, Aarlen, Thuin en Virton. In vijf arrondissementen is het aantal rechtgevende kinderen nauwelijks gewijzigd in vergelijking met Het betreft de arrondissementen Diksmuide, Kortrijk, Charleroi, Bergen en Hasselt. Daartegenover staan 17 arrondissementen die een meer dan gemiddelde toename (+ 4 %) van het aantal rechtgevende kinderen telden: Mechelen, Halle-Vilvoorde, Leuven, Nijvel, Brussel, Aalst, Eeklo, Gent, Oudenaarde, Aat, Hoei, Borgworm, Bastenaken, Marche-en-Famenne, Dinant, Namen en Philippeville. In 15 arrondissementen tenslotte was deze stijging gemiddeld of minder dan gemiddeld. 7 Exclusief de kinderen opgevoed buiten het Rijk die niet in de cijfers zijn opgenomen. 8 De evolutie van het aantal rechtgevende kinderen in zijn geheel kan trouwens geraadpleegd worden op het statistiekportaal van de RKW. 18

20 Tabel 2 geeft een overzicht van de toename van het aantal kinderen in de 7 arrondissementen die in absolute aantallen de sterkste toename kenden. Tabel 2: De 7 sterkst stijgende arrondissementen Totale toename Rijk Brussel Halle-Vilvoorde Leuven Antwerpen Nijvel Mechelen Gent Samen zijn de 7 sterkste toenemende arrondissementen verantwoordelijk voor 69,23 procent van de absolute stijging van het aantal rechtgevende kinderen, terwijl de betreffende arrondissementen slechts een aandeel hebben van 41,19 procent in het aantal rechtgevende kinderen in totaal. De cijfers tonen aan dat de toename van het aantal rechtgevende kinderen zich vooral voordoet in een aantal grote en centraal gelegen arrondissementen (rondom Brussel). Vooral de toename van Brussel is aanzienlijk: 22,41 procent van de toename van het aantal rechtgevende kinderen is te verklaren door Brussel, terwijl Brussel maar een aandeel heeft van 10,20 procent in het totaal aantal rechtgevende kinderen in het werknemersstelsel. De achterliggende oorzaken kunnen echter moeilijk op basis van de kinderbijslagstatistieken verklaard worden. Er zijn immers verschillende factoren die de dynamiek van het aantal kinderen per arrondissement bepalen. Enerzijds kan er een toename zijn van de vruchtbaarheid (TVC) of het aantal potentiële moeders, anderzijds speelt ook de interne migratie tussen de verschillende arrondissementen een belangrijke rol. Ook de migratie naar bepaalde arrondissementen van buiten België speelt trouwens voor sommige arrondissementen een cruciale rol. Er is een mix aan factoren die aan de basis ligt van de vastgestelde evoluties. Bovendien mag ook niet uit het oog verloren worden dat in de vernoemde tabellen enkel de evolutie voor het werknemersstelsel beschreven wordt. De evolutie heeft dan ook enkel betrekking op hoe de kinderen van rechthebbenden evolueren in het werknemersstelsel. Deze vormen een subgroep van de totale groep rechtgevende kinderen. 19

21 Hoewel het aandeel van de zelfstandigen globaal slechts tussen 8 en 9 procent bedraagt, is dit voor sommige landelijke arrondissementen bijna 20 procent. Dus de evolutie van het aantal kinderen in het werknemersstelsel geeft niet per definitie een correcte inschatting van de evolutie van het aantal kinderen in een bepaald arrondissement. Over deze verschillende factoren is weinig of geen informatie beschikbaar binnen de kinderbijslagstatistieken, daarom zal in de volgende hoofdstukken de evolutie van het aantal kinderen besproken worden aan de hand van de cijfers van het Rijksregister. 20

22 Tabel 3: Evolutie van het aantal rechtgevende kinderen in het werknemersstelsel, index Abs. basis 2000 Antwerpen % Mechelen % Turnhout % Halle-Vilvoorde % Leuven % Nijvel % Brussel % Brugge % Diksmuide % Ieper % Kortrijk % Oostende % Roeselare % Tielt % Veurne % Aalst % Dendermonde % Eeklo % Gent % Oudenaarde % Sint-Niklaas % Aat % Charleroi % Bergen % Moeskroen % Zinnik % Thuin % Doornik % Hoei % Luik % Verviers % Borgworm % Hasselt % Maaseik % Tongeren % Aarlen % Bastenaken % Marche-en-Famenne % Neufchâteau % Virton % Dinant % Namen % Philippeville % Rijk % 21

23 2.2 Evolutie op basis van de statistieken van het Rijksregister kinderen 0 t.e.m. 18 jaar In het vorige punt vormden de statistieken van het aantal rechtgevende kinderen in het werknemersstelsel het uitgangspunt. In dit hoofdstuk worden deze cijfers vergeleken met de cijfers betreffende het totaal aantal kinderen volgens de statistieken op basis van het Rijksregister. Eerst komt de leeftijdsgroep van 0 t.e.m 18 jaar aan bod en daarna de leeftijdsgroep van 19 t.e.m 24 jaar. In de tabellen wordt de evolutie beschreven op basis van de statistieken van ADSEI. Maar er dient wel verduidelijkt te worden dat de cijfers voor 2007 eigenlijk de cijfers zijn (volgens de definitie van ADSEI) van de bevolking op 1 januari Omdat de cijfers van 1 januari 2008 het best corresponderen met de kinderbijslagstatistieken van 31 december 2007 worden de cijfers eenvormig beschouwd als 31 december van het betreffende jaar. Het recht op kinderbijslag is onvoorwaardelijk voor de groep 0-18 jarigen. De evolutie van deze leeftijdsgroep zou dus sterk moeten samenhangen met de evolutie van het aantal rechtgevende kinderen vermits het recht op kinderbijslag onvoorwaardelijk is. Op basis van de recentste gegevens (op basis van het Rijksregister) is de groep 0-18 jarigen met 1,70 procent toegenomen ( ) terwijl de rechtgevende kinderen in het werknemerstelsel (niveau Rijk) met ongeveer 4 procent zijn gestegen 9. De toename van het aantal kinderen in het werknemersstelsel is dus sterker dan op basis van de Rijksregistergegevens kan worden vastgesteld. Terwijl er op basis van de kinderbijslagstatistieken (werknemersstelsel) slechts 6 arrondissementen waren, waarin het aantal rechtgevende kinderen daalde, is de bevolking van 0 tot en met 18 jaar (op basis van statistieken van het Rijksregister) in 19 van de 43 arrondissementen gedaald. Dit is een opmerkelijk verschil tussen de beide statistieken. Naast 19 arrondissementen waarin de effectieven dalen zijn er 14 waarin het aantal kinderen licht stijgt of stagneert. In 10 arrondissementen ten slotte stijgt het aantal kinderen aanzienlijk. Naar analogie van de statistieken voor het kinderbijslagstelsel voor werknemers wordt hieronder een samenvatting gegeven voor de 7 sterkste stijgers. 9 Merk op dat zoals beschreven er een verschil is in de definitie die wat betreft de kinderbijslaggegevens betrekking heeft op de situatie op 31 december van het dienstjaar. 22

24 Tabel 4: De 7 sterkst stijgende arrondissementen, kinderen 0-18 jaar Totale toename Rijk Brussel Halle - Vilvoorde Antwerpen Nijvel Leuven Zinnik Borgworm Bron: ADSEI Tabel 4 toont aan dat het aantal kinderen tussen 0-18 jaar in België met kinderen is toegenomen. In Brussel alleen echter zijn er rechtgevende kinderen bijgekomen sinds 2000, wat meer is dan de helft van de stijging voor België in het totaal. De reden hiervoor is te vinden in de cijfers in tabel 6. Uit deze tabel blijkt dat er heel wat arrondissementen zijn waar het aantal kinderen van 0 t.e.m 18 jaar afneemt en dit wordt gecompenseerd door sterke toenames in een aantal centraal gelegen arrondissementen. De volgende arrondissementen kennen in absolute termen een sterke daling van het aantal kinderen tussen 0-18 jaar: Tabel 5: De 7 sterkst dalende arrondissementen, kinderen 0-18 jaar Brugge Kortrijk Maaseik Hasselt Turnhout Tongeren Ieper Bron: ADSEI De tabellen 4 en 5 tonen aan dat er zich in België, wat betreft de evolutie van het aantal rechtgevende kinderen, twee tegengestelde bewegingen voordoen. Enerzijds zijn er een aantal arrondissementen waarin de betrokken leeftijdsgroep fors toeneemt en anderzijds zijn er 23

25 arrondissementen waarin deze groep in de laatste jaren sterk is afgenomen, waardoor de totale toename voor een stuk wordt afgezwakt. Het globale overzicht van de evolutie voor alle arrondissementen is te lezen in tabel 6 op de volgende pagina. Wat opvalt is de discordantie tussen de evolutie vastgesteld op basis van de kinderbijslagstatistieken en die in de bevolkingsstatistieken. Deze discordantie doet zich vooral voor in een aantal West-Vlaamse arrondissementen. Op basis van de kinderbijslagstatistieken van het werknemersstelsel blijkt dat het aantal kinderen in West-Vlaanderen bijna overal stijgt behalve in het arrondissement Diksmuide. De statistieken van het Rijksregister daarentegen illustreren dat het aantal kinderen tussen 0-18 jaar in heel West-Vlaanderen fors gedaald is. Dit zou erop kunnen wijzen dat het aantal kinderen van werknemers in deze regio inderdaad licht gestegen is of stabiel gebleven is, terwijl het aantal kinderen van zelfstandigen in deze regio eerder is afgenomen. Dit laatste resulteert in een globale afname van de effectieven, wat zich echter niet weerspiegelt in de statistieken van het kinderbijslagstelsel voor werknemers. Uit de analyse in het laatste deel (zie infra) zal blijken dat het percentage rechtgevende kinderen in het zelfstandigenstelsel aanzienlijk hoger ligt in de verschillende West-Vlaamse arrondissementen. Dit zou eventueel een deel van de verklaring kunnen zijn voor een aantal discordanties tussen de statistieken van ADSEI en die van het kinderbijslagstelsel voor werknemers. 24

26 Tabel 6: Evolutie van het aantal kinderen tussen 2000 en 2007 per arrondissement, 0-18 jarigen Abs. index basis 2000 Brussel ,22% Antwerpen ,54% Mechelen ,28% Turnhout ,92% Hasselt ,83% Maaseik ,66% Tongeren ,94% Aalst ,36% Dendermonde ,32% Eeklo ,12% Gent ,16% Oudenaarde ,89% St-Niklaas ,20% Halle-Vilvoorde ,52% Leuven ,61% Brugge ,91% Diksmuide ,36% Ieper ,92% Kortrijk ,61% Oostende ,49% Roeselare ,88% Tielt ,80% Veurne ,51% Nijvel ,98% Aat ,96% Charleroi ,07% Bergen ,29% Moeskroen ,65% Zinnik ,20% Thuin ,61% Doornik ,09% Hoei ,76% Luik ,36% Verviers ,05% Borgworm ,83% Aarlen ,80% Bastenaken ,12% Marche-en-Famenne ,72% Neufchâteau ,30% Virton ,61% Dinant ,74% Namen ,25% Philippeville ,34% Rijk ,70% Bron: ADSEI 25

27 2.3 Evolutie op basis van de statistieken van het Rijksregister kinderen jaar Tabel 9 (pag. 28) geeft de evolutie weer van het aantal rechtgevende kinderen van 19 t.e.m 24 jaar vanaf Hieruit blijkt dat er slechts een beperkte toename was van het aantal kinderen in deze leeftijdsgroep ( ), wat overeenkomt met een toename van 0,85 procent. Wat opvalt in de tabel is dat van 43 arrondissementen er 20 zijn waarvan het aantal kinderen in deze leeftijdsgroep daalt. Net zoals bij de 0-18 jarigen is het zo dat deze daling gecompenseerd wordt door een sterke stijging in een aantal andere arrondissementen. De belangrijkste stijgers zijn: Tabel 7: De 7 sterkst stijgende arrondissementen, aantal kinderen jaar, Brussel Antwerpen Luik Nijvel Verviers Charleroi Bron: ADSEI De toename van het aantal kinderen tussen 18 en 25 jaar vertoont gelijkenissen met de evolutie van het aantal kinderen tussen 0-18 jaar, maar daarnaast zijn er ook een aantal opvallende verschillen. Zo is de toename van de kinderen tussen jaar groter in Antwerpen dan in Brussel. Ook de sterke toename van Verviers doet zich niet in die mate voor bij de groep 0-18 jarigen. De toename van de jarigen concentreert zich in andere arrondissementen dan het geval is voor de 0-18 jarigen. Maar toch blijkt dat het aantal kinderen binnen deze leeftijdsgroep ook in veel arrondissementen een dalende tendens vertoont. 26

28 De volgende tabel geeft een overzicht van de sterkste dalers. Tabel 8: De 7 sterkst dalende arrondissementen, aantal kinderen jaar, Hasselt Aalst Tongeren Kortrijk Dendermonde Gent Sint-Niklaas Bron: ADSEI Samenvattend kan gesteld worden dat de Rijksregistergegevens wijzen op een algemene toename tussen 2000 en 2007 van het aantal jongeren tussen 0 en 24 jaar. Maar de dynamiek verschilt sterk naargelang het arrondissement. Hoewel de algemene bevolkingsstatistieken wijzen op een toename van de bevolking tussen 0 en 24 jaar blijkt dat de toename van de jongeren zich in het verleden vooral heeft voorgedaan in de grote stedelijke agglomeraties en de periferie. In een aantal eerder landelijke arrondissementen in West-Vlaanderen en Limburg is het aantal jongeren onmiskenbaar gedaald. De these dat vooral landelijke arrondissementen een daling van het aantal kinderen kennen mag trouwens niet veralgemeend worden. In de arrondissementen Virton en Dinant bijvoorbeeld is het aantal jongeren zelfs sterk toegenomen. De cijfers op basis van het Rijksregister komen wat betreft de grote lijnen overeen met de kinderbijslagstatistieken, maar toch wordt vastgesteld dat de toename van het aantal rechtgevende kinderen groter is in het werknemersstelsel. 27

29 Tabel 9: Evolutie van het aantal kinderen van 19 t.em. 24 jaar tussen 2000 en 2007, per arrondissement Abs index basis 2000 Brussel ,11% Antwerpen ,07% Mechelen ,45% Turnhout ,73% Hasselt ,28% Maaseik ,86% Tongeren ,57% Aalst ,24% Dendermonde ,98% Eeklo ,12% Gent ,09% Oudenaarde ,25% St-Niklaas ,53% Halle-Vilvoorde ,92% Leuven ,63% Brugge ,47% Diksmuide ,30% Ieper ,67% Kortrijk ,22% Oostende ,13% Roeselare ,42% Tielt ,84% Veurne ,03% Nijvel ,62% Aat ,96% Charleroi ,95% Bergen ,61% Moeskroen ,52% Zinnik ,07% Thuin ,57% Doornik ,58% Hoei ,66% Luik ,48% Verviers ,31% Borgworm ,55% Aarlen ,21% Bastenaken ,42% Marche-en-Famenne ,26% Neufchâteau ,93% Virton ,96% Dinant ,73% Namen ,41% Philippeville ,54% Totaal ,85% Bron: ADSEI 28

30 3. Demografische indicatoren per arrondissement In de vorige luiken werd een beschrijving gegeven van de evolutie van het aantal kinderen op basis van de kinderbijslagstatistieken voor het werknemersstelsel tussen 2000 en Daaropvolgend werd dezelfde analyse gedaan voor de 0-18 jarigen en de jarigen op basis van de statistieken van ADSEI die het Rijksregister hebben als bron. De cijfers toonden aan dat de demografische dynamiek sterk verschilt naargelang het arrondissement. De reeds besproken cijfers laten toe om de evolutie van het aantal kinderen nauwgezet te analyseren, maar kunnen geen antwoord bieden op mogelijke oorzaken en bieden geen inzicht in mogelijke achterliggende factoren zoals vruchtbaarheid. Daarom zullen in dit hoofdstuk een aantal demografische indicatoren op het niveau van de arrondissementen worden besproken. In de studie komen de volgende thematieken aan bod: - Geboortecijfer en evolutie van het totaal vruchtbaarheidscijfer (TVC) 10, - Interne migratie en externe migratie 11. De beschrijving van deze factoren geeft een inzicht in de belangrijkste demografische indicatoren per arrondissement. Maar afzonderlijk vormen zij geen verklaring waarom bijvoorbeeld het aantal jongeren in een specifiek arrondissement daalt of stijgt. Daarvoor moeten deze demografische indicatoren telkens in hun geheel beschouwd worden. Want een sterke interne emigratie naar andere arrondissementen wordt bijvoorbeeld in Brussel opgevangen door de sterke externe immigratie en een groot percentage geboorten. De evolutie van de bevolking is dus een samenspel van factoren. Daarom dient dit luik beschouwd te worden als een overzicht van de belangrijkste demografische indicatoren per arrondissement, zonder dat veel uitspraken gedaan worden omtrent de specifieke invloed van een bepaalde demografische indicator op de evolutie van de effectieven. 10 Geeft het gemiddeld aantal kinderen weer per vrouw in de vruchtbare leeftijdsperioden (15-49 jaar) per kalenderjaar. 11 Interne migratie: migratie tussen de Belgische arrondissementen onderling, externe migratie; is migratie van buiten België naar een Belgisch arrondissement. 29

31 3.1 Geboortecijfer en totaal vruchtbaarheidscijfer per arrondissement Het aantal geboorten is een cruciale indicator voor de bevolkingsevolutie die in sterke mate de evolutie van het aantal jongeren in de bevolking bepaalt. Het effect van geboorten kan echter op verschillende manieren berekend worden. In dit luik komen het bruto geboortecijfer 12, het TVC en ten slotte de evolutie van het aantal geboorten aan bod. Een nadeel van het bruto geboortecijfer is, dat het geen rekening houdt met veranderingen in de leeftijdsstructuur van de bevolking, het TVC daarentegen (gemiddeld aantal kinderen per vrouw) houdt hiermee wel rekening. De indicatoren moeten dus met enige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden. Achtereenvolgens worden nu de belangrijkste demografische indicatoren besproken Bruto geboortecijfer De cijfers in tabel 10 (pag. 33) tonen aan dat er in Brussel bijna 16 geboorten zijn per inwoners, een cijfer dat in géén enkel ander arrondissement geëvenaard wordt. In de meeste arrondissementen schommelt dit bruto geboortecijfer rond de 11 per Naast Brussel zijn er nog een aantal andere arrondissementen met een relatief hoog geboortecijfer. Het betreft Antwerpen (11,94), Sint-Niklaas (12,02), Charlerloi (11,95), Moeskroen (12,37), Aarlen (13,59), Bastenaken (12,90), Neufchâteau (12,78), Virton (12,65) en Dinant (12,00). Daarnaast zijn er heel wat andere arrondissementen waar het aantal geboorten eerder laag is. Het betreft vier arrondissementen uit West-Vlaanderen, namelijk Oostende (9,10), Veurne (8,93), Diksmuide (9,76) en Brugge (9,23) en in Limburg Tongeren (9,87) en Maaseik (10,01). De arrondissementen met een laag geboortecijfer zijn ook de arrondissementen waar het aantal jongeren de laatste jaren is gedaald. Deze cijfers bevestigen de vaststellingen uit tabel 6, waaruit bleek dat vooral Brussel een sterke toename kende van het aantal kinderen. Maar daarnaast kwamen ook de arrondissementen Virton, Bastenaken en Aarlen naar voor als arrondissementen met een sterke toename van het aantal kinderen. Voor andere arrondissementen is er dan weer tegenstrijdige informatie. Zo is het geboortecijfer in Sint-Niklaas relatief hoog, maar is geen vrij sterke toename van de 0-18 jarigen. Hetzelfde geldt voor Charleroi. Wat betreft de West-Vlaamse arrondissementen die op basis van tabel 6 in nagenoeg elk arrondissement een daling van het aantal rechtgevende kinderen lieten optekenen, blijkt dat er een verband is tussen het lage geboortecijfer in de betrokken 12 levend geborenen per inwoners. 30

Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Geografische spreiding van de kinderbijslag 2011 Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Voor inlichtingen: RKW Departement Ondersteuning Research en Financiën Trierstraat

Nadere informatie

Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Geografische spreiding van de kinderbijslag 2010 1 Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Voor inlichtingen: RKW Departement Ondersteuning Research en Financiën Trierstraat

Nadere informatie

FAMIFED. Federaal agentschap voor de kinderbijslag GEOGRAFISCHE SPREIDING VAN DE KINDERBIJSLAG

FAMIFED. Federaal agentschap voor de kinderbijslag GEOGRAFISCHE SPREIDING VAN DE KINDERBIJSLAG FAMIFED Federaal agentschap voor de kinderbijslag GEOGRAFISCHE SPREIDING VAN DE KINDERBIJSLAG 2013 Geografische spreiding van de kinderbijslag 2013 Verantwoordelijke uitgever: Federaal agentschap voor

Nadere informatie

THEMA I.2. Aantal ligdagen in klassieke hospitalisatie

THEMA I.2. Aantal ligdagen in klassieke hospitalisatie THEMA I.2. Aantal ligdagen in klassieke hospitalisatie Selectiecriteria Onderstaande selectie omvat alle klassieke ziekenhuisverblijven (definitie cfr.: Inleiding 2.2.) die voldoen aan de algemene selectiecriteria

Nadere informatie

THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven

THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven Selectiecriteria Alle ziekenhuisverblijven weerhouden in deze selectie voldoen aan de algemene criteria die betrekking hebben op woonplaats, leeftijd en geslacht

Nadere informatie

Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Voor inlichtingen: RKW Departement Ondersteuning Research en Financiën Trierstraat 70-1000 Brussel e-mail: research@rkw.be www.rkw.be

Nadere informatie

ORGANISATIE VAN DE OPLEIDINGEN

ORGANISATIE VAN DE OPLEIDINGEN ORGANISATIE VAN DE OPLEIDINGEN POLITIEKE & SOCIALE WETENSCHAPPEN COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN De opleidingen worden aangeboden door alle universiteiten, behalve door UHasselt. De opleiding politieke & sociale

Nadere informatie

THEMA IV.3. Diabetes Mellitus

THEMA IV.3. Diabetes Mellitus THEMA IV.3. Diabetes Mellitus Selectiecriteria Voor deze selectie worden alle ziekenhuisverblijven weerhouden die beantwoorden aan de algemene selectiecriteria (cfr. Inleiding 2.4.a) en bovendien als hoofddiagnose

Nadere informatie

THEMA IV.1. Tuberculose

THEMA IV.1. Tuberculose THEMA IV.1. Tuberculose Specifieke selectiecriteria Voor deze selectie van tuberculose-verblijven worden alle ziekenhuisverblijven weerhouden die beantwoorden aan de algemene selectiecriteria (cfr. Inleiding

Nadere informatie

THEMA IV.4. Ischemisch Hartlijden

THEMA IV.4. Ischemisch Hartlijden THEMA IV.4. Ischemisch Hartlijden Selectiecriteria Naast de algemene selectiecriteria (cfr. Inleiding 2.4.a.) die steeds in het kader van deze publicatie gehanteerd worden, is het specifieke selectiecriterium

Nadere informatie

Statistiques Médecins - Geneesheren Statistieken toetreding akkoord , 2/3/2016, geografisch

Statistiques Médecins - Geneesheren Statistieken toetreding akkoord , 2/3/2016, geografisch Description/Beschrijving Antwerpen - Antwerpen Act. Adh. Statistiques Médecins - Geneesheren Statistieken toetreding akkoord 2016-2017, 2/3/2016, geografisch Généralistes-Huisartsen Rej. Spécialistes-Specialisten

Nadere informatie

THEMA I.1. Aantal klassieke ziekenhuisverblijven

THEMA I.1. Aantal klassieke ziekenhuisverblijven THEMA I.1. Aantal klassieke ziekenhuisverblijven Selectiecriteria Onderstaande selectie omvat alle klassieke ziekenhuisverblijven (definitie cfr.: Inleiding 2.2.) die voldoen aan de algemene selectiecriteria

Nadere informatie

Total des attributaires sur base de prestations de travail - LIEU D'HABITATION

Total des attributaires sur base de prestations de travail - LIEU D'HABITATION ethodologische nota note methodologique - zie m voir II - 73 Total des attributaires sur base de prestations de travail - LIEU D'HABITATION Totaal aantal rechthebbenden op basis van arbeidsprestaties-

Nadere informatie

FOCUS De evolutie van gemiddelde maandelijkse kinderbijslag in het stelsel voor werknemers van 1997 tot 2010

FOCUS De evolutie van gemiddelde maandelijkse kinderbijslag in het stelsel voor werknemers van 1997 tot 2010 FOCUS 2011-2 De evolutie van gemiddelde maandelijkse kinderbijslag in het stelsel voor werknemers van 1997 tot 2010 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70 1000 Brussel Tel.: 02-237

Nadere informatie

Chlamydia trachomatis

Chlamydia trachomatis Peillaboratoria Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trend van het aantal gevallen met C. trachomatis (1986-23), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau,

Nadere informatie

Nationale Bank van België, Brussel

Nationale Bank van België, Brussel Centrale voor kredieten aan particulieren Statistieken 2017 Nationale Bank van België, Brussel Alle rechten voorbehouden. De volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging van deze brochure voor educatieve

Nadere informatie

THEMA V.1. Prostatectomie

THEMA V.1. Prostatectomie THEMA V.1. Prostatectomie Selectiecriteria Naast de algemene selectiecriteria (cfr. Inleiding 2.4.a.) die steeds in het kader van deze publicatie gehanteerd worden, is het specifieke selectiecriterium

Nadere informatie

Chômeurs complets mis au travail en ateliers protégés - Hommes - LIEU D'HABITATION

Chômeurs complets mis au travail en ateliers protégés - Hommes - LIEU D'HABITATION Chômeurs complets mis au travail en ateliers protégés - Hommes - LIEU D'HABITATION Volledig werklozen tewerkgesteld in een beschutte werkplaats - Mannen - WOONPLAATS Antwerpen 01 3 2,96 34,42 7.946,89

Nadere informatie

plage-lestijden onderwijzer

plage-lestijden onderwijzer plage-lestijden onderwijzer Schooljaar 2010-2011 - Schooljaar 2011-2012 Vlaams ministerie van Onderwijs & Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel http://www.ond.vlaanderen.be/wegwijs/agodi

Nadere informatie

Centrale voor kredieten aan particulieren. Statistieken

Centrale voor kredieten aan particulieren. Statistieken Centrale voor kredieten aan particulieren Statistieken 2016 Nationale Bank van België, Brussel. Alle rechten voorbehouden. De volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging van deze brochure voor educatieve

Nadere informatie

in vergelijking met 2002 en 2003, daling van het aantal laboratoria die ten minste 1 geval diagnosticeerden (tabel 2).

in vergelijking met 2002 en 2003, daling van het aantal laboratoria die ten minste 1 geval diagnosticeerden (tabel 2). Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trend van het aantal geregistreerde gevallen van hepatitis A (1994-24), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau,

Nadere informatie

Chômeurs complets mis au travail en ateliers protégés - Unités physiques - Hommes - LIEU D'HABITATION

Chômeurs complets mis au travail en ateliers protégés - Unités physiques - Hommes - LIEU D'HABITATION Chômeurs complets mis au travail en ateliers protégés - Unités physiques - Hommes - LIEU D'HABITATION Volledig werklozen tewerkgesteld in een beschutte werkplaats - Fysieke eenheden - Mannen - WOONPLAATS

Nadere informatie

Streptococcus pyogenes

Streptococcus pyogenes Peillaboratoria Streptococcus pyogenes Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trend van infecties met S. pyogenes (1994-24), schatting incidentie op nationaal

Nadere informatie

THEMA IV.2. Maligne neoplasma van trachea, bronchus en long

THEMA IV.2. Maligne neoplasma van trachea, bronchus en long THEMA IV.2. Maligne neoplasma van trachea, bronchus en long Selectiecriteria Voor deze selectie worden alle ziekenhuisverblijven weerhouden die beantwoorden aan de algemene selectiecriteria (cfr. Inleiding

Nadere informatie

Chômeurs complets de 58 ans et plus (50 ans et plus avec passé professionnel) (*) - Hommes - LIEU D'HABITATION

Chômeurs complets de 58 ans et plus (50 ans et plus avec passé professionnel) (*) - Hommes - LIEU D'HABITATION Chômeurs complets de 58 ans et plus (50 ans et plus avec passé professionnel) (*) - Hommes - LIEU D'HABITATION Volledig werklozen van 58 jaar en ouder (50 jaar en ouder met beroepsverleden) (*) - Mannen

Nadere informatie

2003-2004 UNIVERSITAIR ONDERWIJS

2003-2004 UNIVERSITAIR ONDERWIJS Academiejaar 2003-2004 UNIVERSITAIR ONDERWIJS Aantal generatiestudenten per provincie en arrondissement van woonplaats van de student, per studiegebied, nationaliteit en geslacht ingedeeld Belgische studenten

Nadere informatie

in vergelijking met 2002, stabilisatie van het aantal laboratoria die ten minste één geval diagnosticeerden (tabel 2).

in vergelijking met 2002, stabilisatie van het aantal laboratoria die ten minste één geval diagnosticeerden (tabel 2). Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trend van infecties met (1996-23), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau, voorstelling van de

Nadere informatie

Influenza B. Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk. Peillaboratoria. 1. Doelstellingen. 2. Representativiteit in 2004

Influenza B. Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk. Peillaboratoria. 1. Doelstellingen. 2. Representativiteit in 2004 Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau, voorstelling van de voornaamste epidemiologische kenmerken van de

Nadere informatie

Chômeurs complets de 58 ans et plus (50 ans et plus avec passé professionnel) (*) - Unités physiques - Hommes - LIEU D'HABITATION

Chômeurs complets de 58 ans et plus (50 ans et plus avec passé professionnel) (*) - Unités physiques - Hommes - LIEU D'HABITATION Chômeurs complets de 58 ans et plus (50 ans et plus avec passé professionnel) (*) - Unités physiques - Hommes - LIEU D'HABITATION Volledig werklozen van 58 jaar en ouder (50 jaar en ouder met beroepsverleden)

Nadere informatie

Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN PER KINDERBIJSLAGFONDS JAAR 2002

Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN PER KINDERBIJSLAGFONDS JAAR 2002 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN PER KINDERBIJSLAGFONDS JAAR 2002 DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN PER KINDERBIJSLAGFONDS JAAR 2002 INHOUDSTAFEL DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN

Nadere informatie

Bordetella pertussis

Bordetella pertussis Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Gegevens van het Referentielaboratorium Dr. S. LAUWERS UZ Brussel - Microbiologie Laarbeeklaan, 11 19 Brussel Tel. : 2/477.5. Fax : 2/477.5.15

Nadere informatie

Bordetella pertussis

Bordetella pertussis Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Coördinaten van het Referentielaboratorium Dr. D. PIERARD UZ Brussel - Microbiologie Laarbeeklaan, 11 19 Brussel Tel. : 2/477.5. Fax : 2/477.5.15

Nadere informatie

EVOLUTIE OP JAARBASIS (2017 YTD 2018) EVOLUTIE OP 5 JAAR (2013 YTD 2018)

EVOLUTIE OP JAARBASIS (2017 YTD 2018) EVOLUTIE OP 5 JAAR (2013 YTD 2018) NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T2 2018 Barometer 37 SAMENVATTING VASTGOEDACTIVITEIT INDEX VASTGOEDACTIVITEIT T2 2018 EVOLUTIE T1 2018 T2 2018 EVOLUTIE T2 2017 T2 2018 GEMIDDELDE PRIJZEN EVOLUTIE

Nadere informatie

in vergelijking met 2001, lichte stijging van het aantal laboratoria die ten minste 1 infectie registreerden (tabel 2).

in vergelijking met 2001, lichte stijging van het aantal laboratoria die ten minste 1 infectie registreerden (tabel 2). Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trend van het aantal diagnoses van (1986-00), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau, voorstelling

Nadere informatie

T NOTARISBAROMETER VASTGOED MACRO-ECONOMISCH. Barometer 36

T NOTARISBAROMETER VASTGOED MACRO-ECONOMISCH. Barometer 36 NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T1 2018 Barometer 36 MACRO-ECONOMISCH De indicator van het consumentenvertrouwen steeg in januari naar 4 en bereikte daarmee opnieuw het hoge niveau van oktober

Nadere informatie

DEMOGRAFISCH VERSLAG

DEMOGRAFISCH VERSLAG RKW KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG DEMOGRAFISCH VERSLAG - 2009 - STATISTISCHE REEKSEN 2008 Tellingen 2008 Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Nadere informatie

Respiratoir Syncytiaal Virus

Respiratoir Syncytiaal Virus Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trends van infecties met R.S.V. (1996-22), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau, voorstelling

Nadere informatie

Chômeurs complets dispensés d'inscription (*) - Unités physiques - Hommes - LIEU D'HABITATION

Chômeurs complets dispensés d'inscription (*) - Unités physiques - Hommes - LIEU D'HABITATION Chômeurs complets dispensés d'inscription (*) - Unités physiques - Hommes - LIEU D'HABITATION Volledig werklozen vrijgesteld van inschrijving (*) - Fysieke eenheden - Mannen - WOONPLAATS ethodologische

Nadere informatie

Mycoplasma pneumoniae

Mycoplasma pneumoniae Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trend van infecties met M. pneumoniae (1996-23), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau, voorstelling

Nadere informatie

Jaar N Jaar N. Leeftijdsgroep < 1 j. 0 1 j. - 4 j j j j j j j j j. 96 > 65 j.

Jaar N Jaar N. Leeftijdsgroep < 1 j. 0 1 j. - 4 j j j j j j j j j. 96 > 65 j. Referentielaboratorium Brussel Inleiding De resultaten in de onderstaande tabel zijn gebaseerd op patiënten van wie : een staal naar het referentielaboratorium is verstuurd (U.C.L. - Brussel) voor diagnose;

Nadere informatie

Respiratoir Syncytiaal Virus

Respiratoir Syncytiaal Virus Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trends van infecties met R.S.V. (1996-1), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau, voorstelling

Nadere informatie

Arrondissement N % N % N % N % N % N % N % N % N % Antwerpen

Arrondissement N % N % N % N % N % N % N % N % N % Antwerpen Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Gegevens van het Referentielaboratorium Dr. C. VADEVELDE Kon. Astrid Militair Hospitaal Bruynstraat, 2 112 Brussel Tel. : 2/264.4.44 Fax :

Nadere informatie

Oostende Waremme

Oostende Waremme Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trend van infecties met het (1996-26), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau, voorstelling van

Nadere informatie

Respiratoir Syncytiaal Virus

Respiratoir Syncytiaal Virus Peillaboratoria Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trends van R.S.V.-infecties (1996-21), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau,

Nadere informatie

Statistieken. Centrale voor kredieten aan particulieren

Statistieken. Centrale voor kredieten aan particulieren Statistieken Centrale voor kredieten aan particulieren - 2018 Nationale Bank van België, Brussel Alle rechten voorbehouden. De volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging van deze brochure voor educatieve

Nadere informatie

Arrondissement N % N % N % N % N % N % N % N % N % N %

Arrondissement N % N % N % N % N % N % N % N % N % N % Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Gegevens van het Referentielaboratorium Dr. C. VADEVELDE Kon. Astrid Militair Hospitaal Bruynstraat, 2 112 Brussel Tel. : 2/264.4.44 Fax :

Nadere informatie

Jaar N Jaar N. Leeftijdsgroep < 1 j. 0 1 j. - 4 j. 4 5 j j j j j j j j. 88 > 65 j.

Jaar N Jaar N. Leeftijdsgroep < 1 j. 0 1 j. - 4 j. 4 5 j j j j j j j j. 88 > 65 j. Referentielaboratorium Brussel Inleiding De resultaten in de onderstaande tabel zijn gebaseerd op patiënten van wie : een staal naar het referentielaboratorium is verstuurd (U.C.L. - Brussel) voor diagnose;

Nadere informatie

Bronnen. Symbolen en afkortingen

Bronnen. Symbolen en afkortingen - 1 - Bronnen Tot 1989 waren de gepubliceerde cijfers inzake het bevolkingsaantal gesteund op de gegevens uit het bevolkingsbestand, beheerd door CEVI. Deze gegevens werden ook aangegeven aan het Nationaal

Nadere informatie

Respiratoir Syncytiaal Virus

Respiratoir Syncytiaal Virus Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trends van infecties met R.S.V. (1996-), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau, voorstelling

Nadere informatie

DEMOGRAFISCH VERSLAG - 2003 -

DEMOGRAFISCH VERSLAG - 2003 - RKW KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG DEMOGRAFISCH VERSLAG - 2003 - STATISTISCHE REEKSEN 1993-2003 Uitgave 2004 Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Nadere informatie

Chlamydia trachomatis

Chlamydia trachomatis Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trend van het aantal gevallen met C. trachomatis (1986-29), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau,

Nadere informatie

THEMA II.1. Ziekenhuisverblijven van kinderen

THEMA II.1. Ziekenhuisverblijven van kinderen THEMA II.1. Ziekenhuisverblijven van kinderen Selectiecriteria Onderstaande selectie omvat alle ziekenhuisverblijven van kinderen, dit wil zeggen waarbij de patiënt niet ouder is dan 15 jaar, ongeacht

Nadere informatie

Demografische en spatiale evoluties in Belgïe

Demografische en spatiale evoluties in Belgïe Bureau fédéral du Plan Demografische en spatiale evoluties in Belgïe 2-23 Micheline Lambrecht Bureau fédéral du Plan www.plan.be Studiedag «Spoor 22», door TreinTramBus georganiseerd Brussel - 8.3.212

Nadere informatie

1.1 Aantal levend geborenen dat bij geboorte woont in het Vlaamse Gewest sinds 2001

1.1 Aantal levend geborenen dat bij geboorte woont in het Vlaamse Gewest sinds 2001 Bijlage bij het persbericht dd. 08/06/15: 1 Vrouwen krijgen hun kinderen in toenemende mate na hun dertigste verjaardag 1. Het geboortecijfer volgens Kind en Gezin 67 875 geboorten in 2014, daling van

Nadere informatie

MZG 2013 in beeld Pathologieënatlas. Geografische variatie van de pathologie in de Belgische ziekenhuizen

MZG 2013 in beeld Pathologieënatlas. Geografische variatie van de pathologie in de Belgische ziekenhuizen MZG 2013 in beeld Pathologieënatlas Geografische variatie van de pathologie in de Belgische ziekenhuizen MZG 2013 in beeld Inhoudsopgave I. Algemeen gedeelte Methodologie en Bevolking per arrondissement

Nadere informatie

THEMA V.2. HYSTERECTOMIE

THEMA V.2. HYSTERECTOMIE THEMA V.2. HYSTERECTOMIE Selectiecriteria Naast de algemene selectiecriteria (cfr. Inleiding 2.4.a.) die steeds in het kader van deze publicatie gehanteerd worden, is het specifieke selectiecriterium gebaseerd

Nadere informatie

MZG 2014 in beeld Pathologieënatlas. Geografische variatie van de pathologie in de Belgische ziekenhuizen

MZG 2014 in beeld Pathologieënatlas. Geografische variatie van de pathologie in de Belgische ziekenhuizen MZG 2014 in beeld Pathologieënatlas Geografische variatie van de pathologie in de Belgische ziekenhuizen MZG 2014 in beeld Inhoudsopgave I. Algemeen gedeelte Methodologie en Bevolking per arrondissement

Nadere informatie

Barema. Kinderbijslag voor werknemers KINDERBIJSLAG

Barema. Kinderbijslag voor werknemers KINDERBIJSLAG Barema Kinderbijslag voor werknemers KINDERBIJSLAG 1. BASISBEDRAGEN 1.1 Premies Eénmalig KRAAMGELD 1 ste geboorte 1.223,11 2 de geboorte en elk der volgende 920,25 Elk kind uit een meerlingenzwangerschap

Nadere informatie

Dr. B. BROCHIER W.I.V. - Virologie J. Wytsmanstraat, Brussel Tel. : 02/ Fax : 02/

Dr. B. BROCHIER W.I.V. - Virologie J. Wytsmanstraat, Brussel Tel. : 02/ Fax : 02/ Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Gegevens van het Referentielaboratorium Dr. B. BROCHIER W.I.V. - Virologie J. Wytsmanstraat, 14 15 Brussel Tel. : 2/642.55.98 Fax : 2/642.56.54

Nadere informatie

Analyse van de uitgaven

Analyse van de uitgaven Analyse van de uitgaven van de invaliditeitsuitkeringen vanuit geografisch perspectief in België Werknemersregeling 2006-2011 Inhoudstafel 3 Inhoudstafel Inleiding 5 1 e Deel - Uitgaven in invaliditeit

Nadere informatie

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013 Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 24/ 213 Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 METHODOLOGIE 1 3 PROFIEL VAN DE UVW-WZ IN 24 EN IN 213 VOLGENS HET GEWEST 2 3.1 De -5-jarigen die

Nadere informatie

in vergelijking met 2002, daling van het aantal laboratoria die ten minste 1 geval diagnosticeerden in Wallonië (2002 : N=19, 2003 : N=14; tabel 2).

in vergelijking met 2002, daling van het aantal laboratoria die ten minste 1 geval diagnosticeerden in Wallonië (2002 : N=19, 2003 : N=14; tabel 2). Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trend van infecties met het (1996-23), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau, voorstelling van

Nadere informatie

Philippeville

Philippeville Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Gegevens van de Referentielaboratoria Dr. M. DELMEE U.Z. St-Luc 549 - Microbiologie Hippocrateslaan, 54 12 Brussel Tel. : 2/764.54.9 Fax :

Nadere informatie

Dr. B. BROCHIER W.I.V. - Virologie J. Wytsmanstraat, Brussel Tel. : 02/ Fax : 02/

Dr. B. BROCHIER W.I.V. - Virologie J. Wytsmanstraat, Brussel Tel. : 02/ Fax : 02/ Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Coördinaten van het Referentielaboratorium Dr. B. BROCHIER W.I.V. - Virologie J. Wytsmanstraat, 14 1 Brussel Tel. : 2/642.55.98 Fax : 2/642.56.54

Nadere informatie

Barema. Kinderbijslag voor werknemers KINDERBIJSLAG

Barema. Kinderbijslag voor werknemers KINDERBIJSLAG Barema Kinderbijslag voor werknemers KINDERBIJSLAG 1. BASISBEDRAGEN 1.1 Premies Eénmalig KRAAMGELD 1ste geboorte 2de geboorte en elk der volgende Elk kind uit een meerlingenzwangerschap 1.223,11 920,25

Nadere informatie

THEMA V.3. INGREEP OP DE CORONAIREN

THEMA V.3. INGREEP OP DE CORONAIREN THEMA V.3. INGREEP OP DE CORONAIREN Selectiecriteria Naast de algemene selectiecriteria (cfr. Inleiding 2.4.a.) die steeds in het kader van deze publicatie gehanteerd worden, is het specifieke selectiecriterium

Nadere informatie

Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen. volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement

Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen. volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen in de volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement Inleiding In ons recent onderzoek betreffende de gerechtigden op wacht- en

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 24 oktober 2012

PERSBERICHT Brussel, 24 oktober 2012 PERSBERICHT Brussel, 24 oktober 2012 De regionale inkomensverschillen onder de loep Hoe verhoudt de inkomensevolutie zich ten opzichte van de inflatie? In welke regio liggen de gemiddelde inkomens het

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

Haemophilus influenzae

Haemophilus influenzae Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Gegevens van het Referentielaboratorium Dr F. CROKAERT CHU St-Pierre - Microbiologie Hoogstraat, 322 1000 Brussel Tel. : 02/541.37.06 Fax :

Nadere informatie

KINDERBIJSLAG VOOR ZELFSTANDIGEN STATISTISCHE REEKSEN UITGAVE 2007

KINDERBIJSLAG VOOR ZELFSTANDIGEN STATISTISCHE REEKSEN UITGAVE 2007 STATISTISCHE REEKSEN UITGAVE 2007 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70 1000 BRUSSEL Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Voor alle inlichtingen

Nadere informatie

Centrale voor kredieten aan particulieren. Statistieken

Centrale voor kredieten aan particulieren. Statistieken Centrale voor kredieten aan particulieren Statistieken 2015 Nationale Bank van België, Brussel. Alle rechten voorbehouden. De volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging van deze brochure voor educatieve

Nadere informatie

1. METHODOLOGISCHE NOTA BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN IN STATISTIEKEN 3.1 SYNTHESE 3.2 GEREGISTREERDE CONTRACTEN

1. METHODOLOGISCHE NOTA BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN IN STATISTIEKEN 3.1 SYNTHESE 3.2 GEREGISTREERDE CONTRACTEN INHOUDSTAFEL. METHODOLOGISCHE NOTA...... 2. BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN IN 2003... 4 3. STATISTIEKEN 3. SYNTHESE 3.. Aantal geregistreerde personen en contracten... 8 3..2 Aantal geregistreerde personen

Nadere informatie

Ontwikkeling van de werkloosheidsuitkering en 4 de kwartaal de kwartaal 2000

Ontwikkeling van de werkloosheidsuitkering en 4 de kwartaal de kwartaal 2000 Ontwikkeling van de werkloosheidsuitkering en 4 de kwartaal 2001-4 de kwartaal 2000 Het aantal vergoede volledig werklozen kwam in het 4 de kwartaal 2001 gemiddeld uit op 619 617. Dat zijn er 22 349 meer

Nadere informatie

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen De impact van de economische crisis in West Limburg Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen MEI 2009 1. Werkloosheid 1.1 Niet werkende werkzoekenden Een eerste indicator die de economische

Nadere informatie

FOCUS De sociale toeslagen in het stelsel voor kinderbijslag voor werknemers. Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

FOCUS De sociale toeslagen in het stelsel voor kinderbijslag voor werknemers. Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers FOCUS 2011-1 De sociale toeslagen in het stelsel voor kinderbijslag voor werknemers Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70 1000 Brussel Tel.: 02-237 26 48 Fax: 02-237 24 35 E-mail:

Nadere informatie

Nationale Bank van België, Brussel.

Nationale Bank van België, Brussel. Nationale Bank van België, Brussel. Alle rechten voorbehouden. De volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging van deze brochure voor educatieve en niet-commerciële doeleinden is toegestaan mits bronvermelding.

Nadere informatie

Borrelia burgdorferi. Gegevens van de Referentielaboratoria. Inleiding. Voornaamste epidemiologische karakteristieken

Borrelia burgdorferi. Gegevens van de Referentielaboratoria. Inleiding. Voornaamste epidemiologische karakteristieken Gegevens van de Referentielaboratoria Dr. M. DELMEE U.Z. St-Luc 549 - Microbiologie Hippocrateslaan, 54 1 russel Tel. : 2/764.54.9 Fax : 2/764.94.4 E-mail : Delmee@mblg.ucl.ac.be Dr. M. VA RAST U.Z. -

Nadere informatie

INDEX VASTGOEDACTIVITEIT T EVOLUTIE OP JAARBASIS

INDEX VASTGOEDACTIVITEIT T EVOLUTIE OP JAARBASIS NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T3 2018 Barometer 38 SAMENVATTING VASTGOEDACTIVITEIT INDEX VASTGOEDACTIVITEIT T3 2018 EVOLUTIE T2 2018 T3 2018 EVOLUTIE T3 2017 T3 2018 GEMIDDELDE PRIJZEN TRIMESTRIËLE

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in de grensregio van Nederland en Vlaanderen

De arbeidsmarkt in de grensregio van Nederland en Vlaanderen De arbeidsmarkt in de grensregio van en Vlaanderen De arbeidsmarkt in de grensregio van en Vlaanderen Verklaring van tekens Niets (blanco) Een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen. Het cijfer

Nadere informatie

MZG 2009 in beeld Pathologienatlas. Geografische variatie van de pathologie in de Belgische ziekenhuizen

MZG 2009 in beeld Pathologienatlas. Geografische variatie van de pathologie in de Belgische ziekenhuizen MZG 2009 in beeld Pathologienatlas Geografische variatie van de pathologie in de Belgische ziekenhuizen I. Algemeen gedeelte MZG 2009 in beeld Inhoudsopgave Methodologie en Bevolking per arrondissement

Nadere informatie

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens Bierings, H., Schmitt, J., van der Valk, J., Vanderbiesen, W., & Goutsmet, D. (2017).

Nadere informatie

SVR PROJECTIES VAN DE BEVOLKING EN DE HUISHOUDENS VOOR VLAAMSE STEDEN EN GEMEENTEN

SVR PROJECTIES VAN DE BEVOLKING EN DE HUISHOUDENS VOOR VLAAMSE STEDEN EN GEMEENTEN SVR PROJECTIES VAN DE BEVOLKING EN DE HUISHOUDENS VOOR VLAAMSE STEDEN EN GEMEENTEN 2015-2030 Doel van de presentatie 1. Voorstellen van de eerste resultaten uit de bevolkingsprojecties voor Vlaamse steden

Nadere informatie

Statistiek per kinderbijslagfonds

Statistiek per kinderbijslagfonds Statistiek per kinderbijslagfonds Dienst 2010 Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Inlichtingen bij de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW) Departement

Nadere informatie

STATISTIEK VAN DE OVERHEID

STATISTIEK VAN DE OVERHEID STATISTIEK VAN DE OVERHEID Dienstjaar 2009 Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Voor inlichtingen: RKW Departement Ondersteuning Research en Financiën Trierstraat

Nadere informatie

De evolutie en tendensen op regionaal en provinciaal niveau worden verderop in deze barometer besproken.

De evolutie en tendensen op regionaal en provinciaal niveau worden verderop in deze barometer besproken. NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T1 2017 Barometer 32 VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË De index van de vastgoedactiviteit klimt in het 1 ste trimester van 2017 naar een nieuw record: 128,36 punten.

Nadere informatie

Bedragen kinderbijslag

Bedragen kinderbijslag Bedragen kinderbijslag 1/06/2016 KINDERBIJSLAG 1. BASISBEDRAGEN 1.1 Premies Eénmalig KRAAMGELD 1ste geboorte 2de geboorte en elk der volgende Elk kind uit een meerlingenzwangerschap 1.247,58 938,66 1.247,58

Nadere informatie

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG A. ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET Schaal tegen spilindex 119,62 (Basis 2004 = 100) van toepassing op 01/07/2014 Aanpassingen: 1. Aanpassing van de grensbedragen voor de inkomsten

Nadere informatie

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG 2017/1

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG 2017/1 A. ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET Schaal tegen spilindex 103,04 (Basis 2013 = 100) van toepassing op 01/06/2017 Aanpassing van het barema aan de nieuwe spilindex I. BASISKINDERBIJSLAGEN 1. GEWONE KINDERBIJSLAG

Nadere informatie

1. BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN IN STATISTIEKEN

1. BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN IN STATISTIEKEN INHOUDSTAFEL. BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN IN 2004... 2. STATISTIEKEN 2. SYNTHESE 2.. Aantal geregistreerde personen en contracten... 6 2..2 Jaarlijkse evolutie van het aantal geregistreerde personen en

Nadere informatie

Enquête naar het gebruik van buitenschoolse opvang voor kinderen van 3 jaar tot 12 jaar Voorjaar 2004

Enquête naar het gebruik van buitenschoolse opvang voor kinderen van 3 jaar tot 12 jaar Voorjaar 2004 Enquête naar het gebruik van buitenschoolse opvang voor kinderen van 3 jaar tot 12 jaar Voorjaar Katleen Govaert Bea Buysse Kind en Gezin Hallepoortlaan 27, 1060 Brussel Telefoon: 02/533 14 11 - Wettelijk

Nadere informatie

STATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG 30 JUNI 2017

STATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG 30 JUNI 2017 FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE KINDERBIJSLAG STATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG 30 JUNI 2017 Gedetailleerde gegevens STATISTISCH OVERZICHT NR. 5 Verantwoordelijke uitgever: Federaal Agentschap voor

Nadere informatie

FOCUS 2009-3. Typegezinnen in de kinderbijslag: kenmerken, evoluties en bedragen. Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

FOCUS 2009-3. Typegezinnen in de kinderbijslag: kenmerken, evoluties en bedragen. Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers FOCUS 2009-3 Typegezinnen in de kinderbijslag: kenmerken, evoluties en bedragen Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70 1000 Brussel Tel.: 02-237 26 48 Fax: 02-237 24 35 E-mail: research@rkw-onafts.fgov.be

Nadere informatie

Respiratoir Syncytiaal Virus

Respiratoir Syncytiaal Virus Peillaboratoria Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trends van R.S.V.-infecties (1996-24), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau,

Nadere informatie

1. BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN IN 2005... 1 2. STATISTIEKEN

1. BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN IN 2005... 1 2. STATISTIEKEN INHOUDSTAFEL. BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN IN 2005... 2. STATISTIEKEN 2. SYNTHESE 2.. Aantal geregistreerde personen en contracten... 6 2..2 Jaarlijkse evolutie van het aantal geregistreerde personen en

Nadere informatie

BIJZONDERE STATISTIEK VAN DE WERKNEMERS VAN VREEMDE NATIONALITEIT DIE IN BELGIË VERBLIJVEN MET HUN GEZIN. Telling 2004

BIJZONDERE STATISTIEK VAN DE WERKNEMERS VAN VREEMDE NATIONALITEIT DIE IN BELGIË VERBLIJVEN MET HUN GEZIN. Telling 2004 BIJZONDERE STATISTIEK VAN DE WERKNEMERS VAN VREEMDE NATIONALITEIT DIE IN BELGIË VERBLIJVEN MET HUN GEZIN Telling 2004 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70-1000 BRUSSEL Verantwoordelijke

Nadere informatie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie Lange duur werkfractie / werkfractie Werkfractie Spotlight Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht Deze keer: De evoluties van de overgangen naar werk van de werklozen volgens hun profiel. 1 Inleiding

Nadere informatie

Borrelia burgdorferi. Gegevens van de Referentielaboratoria. Inleiding. Voornaamste epidemiologische karakteristieken

Borrelia burgdorferi. Gegevens van de Referentielaboratoria. Inleiding. Voornaamste epidemiologische karakteristieken Gegevens van de Referentielaboratoria Dr. M. DELMEE U.Z. St-Luc 549 - Microbiologie Hippocrateslaan, 54 1 russel Tel. : 2/764.54.9 Fax : 2/764.94.4 E-mail : Delmee@mblg.ucl.ac.be Dr. M. VA RAST U.Z. -

Nadere informatie

Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers ek se n Het kinderbijslagstelsel van de zelfstandigen 1992-2008 De stati Telling 2009 e r e h c stis Statistische Reeksen - Kinderbijslagstelsel voor de

Nadere informatie

Sociaal-economische analyse van de Vlaamse milieu-industrie

Sociaal-economische analyse van de Vlaamse milieu-industrie Sociaal-economische analyse van de Vlaamse milieu-industrie Aanvullende regionale analyse RAPPORT Brussel, 9 februari 2000 1 D/2000/4665/4 Gedrukt door Goekint Graphics 2 INHOUD 1. Inleiding 9 2. Beschrijvend

Nadere informatie