in vergelijking met 2002, daling van het aantal laboratoria die ten minste 1 geval diagnosticeerden in Wallonië (2002 : N=19, 2003 : N=14; tabel 2).

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "in vergelijking met 2002, daling van het aantal laboratoria die ten minste 1 geval diagnosticeerden in Wallonië (2002 : N=19, 2003 : N=14; tabel 2)."

Geert van Doorn
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trend van infecties met het ( ), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau, voorstelling van de voornaamste epidemiologische kenmerken van de patiënten. 2. Representativiteit in laboratoria die ten minste 1 infectie registreerden, dit is 36% van alle peillaboratoria, verspreiding van de 42 laboratoria over 24/43 arrondissementen : 23 in Vlaanderen, 14 in Wallonië en 5 in Brussel (tabel 1). Tabel 1 : : verspreiding van de laboratoria per arrondissement (N, %; ) Arrond. N % N % N % N % N % N % Arrond. N % N % N % N % N % N % Antwerpen Brussel Mechelen Nivelles Turnhout Ath Halle-Vilv Charleroi Leuven Mons Brugge Mouscron Diksmuide Soignies Ieper Thuin Kortrijk Tournai Oostende Huy Roeselare Liège Tielt Verviers Veurne Waremme Aalst Arlon Denderm Bastogne Eeklo Marche-en-F Gent Neufchâteau Oudenaarde Virton St.-Niklaas Dinant Hasselt Namur Maaseik 1 5 Philippeville Tongeren Wallonie Vlaanderen België N : aantal peillaboratoria die ten minste 1 geval diagnosticeerden % : (aantal peillaboratoria die ten minste 1 geval diagnosticeerden/ totaal aantal peillaboratoria) x 1 W.I.V. - Epidemiologie K81 3. Evolutie van het aantal deelnemers in vergelijking met 22, daling van het aantal laboratoria die ten minste 1 geval diagnosticeerden in Wallonië (22 : N=19, 23 : N=14; tabel 2). Tabel 2 : : evolutie van het aantal deelnemers ( ) Jaar Laboratoria die ten minste 1 geval diagnosticeerden N %

2 Peillaboratoria Voornaamste epidemiologische kenmerken 1. Incidentie en registratiefrequentie in 23 nationale incidentie van 9,8/1 5 inwoners; opmerkelijk is het feit dat van de 37 gevallen gediagnosticeerd in Brussel (21 : N=325, 22 : N=317), 58 gevallen zijn gelokaliseerd in Sint-Jans-Molenbeek, 54 in Anderlecht en 44 in Brussel-Stad (figuur 1). Figuur 1 : : incidentie per arrondissement (N/1 5 inw., 23) AL: Aalst AR: Arlon AT : Ath AW : Antwerpen B: Brussel BG: Brugge BS: Bastogne CR: Charleroi DK: Diksmuide DM: Dendermonde DN: Dinant EK: Eeklo GT: Gent HS: Hasselt HV: Halle-Vilvoorde HY: Huy IP: Ieper KR: Kortrijk LG: Liège LV: Leuven MC: Mouscron MH: Mechelen MN: Mons MR: Marche-en-Fam. MS: Maaseik NC: Neufchâteau NM: Namur NV: Nivelles OD: Oudenaarde OS: Oostende PV: Philippeville RS: Roeselare SG: Soignies SN: St.-Niklaas TG: Tongeren TH: Turnhout TL: Tielt TN: Thuin TR: Tournai VR: Veurne VT : Virton VV: Verviers WR: Waremme AW OS BG EK SN VR DK TL GT DM MH RS IP KR OD AL B HV MC TR AT NV SG MN CR TN PV incidentie/1. inwoners > - 5 > 5-1 > 1 TH LV NM DN MS HS TG TG WR LG HY MR BS NC AR VT VV 2

3 2. Evolutie van de incidentie en registratiefrequentie toename van de incidentie in Wallonië, vooral in het arrondissement Dinant (22 : N=6, 23 : N=56), in de provincie Henegouwen (22 : N=57, 23 : N=81) en in Brussel (22 : N=317, 23 : N=37); opmerkelijk is het feit dat een van de laboratoria in Brussel 365 gevallen heeft gediagnosticeerd in 23, 289 in 22, 385 in 21, 48 in 2, 293 in 1999, 226 in 1998 en 216 in 1997 (tabel 3). Tabel 3 : : evolutie incidentie/arrondissement (N/1 5 inw., ) Arrondissement Arrondissement Antwerpen 4, 9,5 17,4 7,8 7,4 13, 13,6 Brussel 18, 22,2 27,6 34,6 33,9 32,4 37,3 Mechelen 1,7 4, 8,9 2,9 5,6 5,5 4,2 N totaal Turnhout 3,3 1,5 4, 1,7 3,9 2, 2,9 Nivelles 2,6 2,3 2,6 2,3 4,6 1,4 2,2 Halle-Vilvoorde 5,6 4, 7,7 14,7 16,8 17,8 16,4 Ath, 5,1 5,1 2,5 2,5 2,5 1,2 Leuven 6,6 1,6 2,2 4,2 2,,7 2,6 Charleroi 1,4 3,1 4,5 5,7 2,4 5,5 6,7 Brugge 4,5 8,6 1,5 3,7 1,3 7,4 1,5 Mons 1,2,4 2, 1,2 1,2 1,2 4, Diksmuide, 4,2, 4,2, 2,1 2,1 Mouscron,, 2,9 1,4 1,4 2,9, Ieper, 1,9 3,8 2,9 1, 4,8 3,8 Soignies 5,2 9,9 9,8 12,1 6,4 5,7 14,8 Kortrijk 6,5 12,9 14, 1,8 2,2 5,4 5,8 Thuin 2,8 3,4 8,2 4,1 11, 11,6 6,2 Oostende 2,1 2,8 13,4 14,7 23,2 37,5 13,1 Tournai 2,1,7,7 2,1 1,4, 5, Roeselare, 1,4 2,1,7 2,1 1,4 12, Huy 1, 8,2 4, 3, 4, 2,, Tielt 2,3 13,7 14,8 2,3 4,5 5,7 15,9 Liège,7 1,9 1,7 2,2 2,4 2, 1,9 Veurne, 9, 7,1 8,9 17,7 8,7 5,2 Verviers,8 1,9 3,8 6,4 11,7 6, 7,4 Aalst,4,8 1,5 2,3 4,2 6,9 7,6 Waremme, 3, 4,4 1,5 1,5,, Dendermonde 7, 9,2 4,8 1,1 5,9 8, 7,5 Arlon 3,9 19,5 31, 25,1 36,6 3,8 13,1 Eeklo,, 8,8 2,5 3,8 6,3 1,3 Bastogne, 2,5 2,5 4,9, 2,4, Gent 1,8 4,1 4, 1,8,8 1,4 4,6 Marche-en-Fam.,,,,,, 5,8 Oudenaarde 5,3 1,5 6,1,9,9,9 8,7 Neufchâteau,,, 1,8 3,6 1,8 3,6 St.-Niklaas 4,5 5, 6,3 1,3 4, 1,8 4, Virton 2,1 6,3 6,2 18,6 22,7 6,1 1,1 Hasselt,5 3,7 1,1 5, 5,5 1, 1, Dinant 3,1 3,1 2, 4, 5, 6, 55,3 Maaseik,9 3,3 5,1 3,2 3,7,9,4 Namur,7 1,8 1,8,7,4 2,5 3,1 Tongeren 3,7 4,8 1,6 1,1 1,1,5, Philippeville,, 1,6 6,5 6,5 8,1 8, Vlaanderen 3,4 5,3 7,1 4,9 6,1 6,9 7, Wallonie 1,5 2,9 3,7 4,1 4,6 3,5 6,1 N total N totaal Onbekend België 4,4 6,4 8,2 7,8 8,8 8,5 9,8 N totaal N totaal van de arrondissementen met een incidentie > gemiddelde + 2 S.A.) voor het beschouwde jaar 1 van de arrondissementen met een incidentie > gemiddelde + 1 S.A.) voor het beschouwde jaar W.I.V.-Epidemiologie K81 in vergelijking met het gemiddelde van voorgaande jaren gaat het aantal gevallen gediagnosticeerd in Brussel in 23 in stijgende lijn (figuur 2). Figuur 2 : : evolutie van de registratiefrequentie per arrondissement (N 23; M ) 4 3 N 23 = 995 M ( ) = Aw Mh Th HV Lv Bg Dk Ip Kr Os Rs Tl Vr Al Dm Ek Gt Od SN Hs Ms Tg B Nv At Cr Mn Mc Sg Tn Tr Hy Lg Vv Wr Ar Bs Mr Nc Vt Dn Nm Pv in vergelijking met 22, toename van het aantal gevallen gediagnosticeerd in 23 met 14% (tabel 4). Tabel 4 : : evolutie van de registratiefrequentie ( ) Jaar Aantal gevallen Gemiddeld aantal Jaar Aantal gevallen Gemiddeld aantal Jaar Aantal gevallen Gemiddeld aantal gevallen/lab/jaar gevallen/lab/jaar gevallen/lab/jaar , , , , , , , ,1 3

4 Peillaboratoria 3. Verdeling per geslacht en leeftijd 54% van de gevallen werd gediagnosticeerd bij personen van het mannelijke geslacht (geslachtsverhouding M/V : 1,2); 832 gevallen (82%) werden gediagnosticeerd bij kinderen < 5 jaar; van deze kinderen werden 48 gevallen (47% van het totaal) gediagnosticeerd bij kinderen van 1 tot 4 jaar; dit is een sterke stijging in vergelijking met de 326 gevallen (38% van het totaal) die in 22 in deze leeftijdsgroep werden gediagnosticeerd (figuur 3, tabel 5). Figuur 3 : : leeftijdsverdeling (N, 23) N leeftijd (jaar) Tabel 5 : : verdeling per geslacht en leeftijdsgroep (N, %; 23) Leeftijdsgroep Mannen Vrouwen (jaar) N % N % < , , , , ,5 4 8, ,5 8 1, ,9 24 5, ,4 15 3,2 65 5,9 6 1,3 Totaal 547 1, 467 1, 4

5 4. Seizoensevolutie sen werden het hele jaar door waargenomen maar naargelang de jaren vooral in de winter, in de lente of in de herfst (figuren 4 en 5). Figuur 4 : : evolutie van het aantal diagnoses per week (23) N / week J F M A M J J A S O N D Figuur 5 : : evolutie van het aantal diagnoses per 4 weken ( ) N / 4 weken Besluit De meeste gevallen worden bij kinderen < 5 jaar gediagnosticeerd. De gevallen worden het hele jaar door vastgesteld maar in het bijzonder in de winter, in de lente of in de herfst. 5

Vergelijkbare documenten

Mycoplasma pneumoniae

Mycoplasma pneumoniae Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trend van infecties met M. pneumoniae (1996-23), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau, voorstelling