Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. Academiejaar Tweede Examenperiode

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. Academiejaar Tweede Examenperiode"

Transcriptie

1 Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Tweede Examenperiode Het omzetten van een bestaande geschreven situationele test in een videogebaseerde test met rollenspelers Scriptie neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de Psychologie, Optie Bedrijfspsychologie en Personeelsbeleid door Timothy De Jaeger Wouter Pereboom Promotor : Prof. Dr. F. Lievens Begeleiding : Lic. E. Schollaert

2 Ondergetekenden, Timothy De Jaeger en Wouter Pereboom, geven toelating tot het raadplegen van de masterproef door derden.

3 VOORWOORD Videobased Situational Judgment Test i Deze masterproef betekende voor ons een belangrijk werkstuk van onze vijfjarige universiteitsopleiding. Dit zou er echter nooit geweest zijn zonder de steun van een aantal mensen. Daarom graag aan hen een woord van dank. Vooreerst zijn we Prof. Dr. Filip Lievens erkentelijk voor de kans die we kregen om deze masterproef onder zijn promotorschap te realiseren. Hierbij aansluitend danken we expliciet onze begeleidster Eveline Schollaert voor haar frequente en intensieve feedback. Steeds ging zij in op onze vragen en was zij ontvankelijk voor onze inbreng. Graag willen wij ook de gelegenheidsacteurs, Marnix Vangheluwe, Liesbeth De Smet en David De Jaeger danken voor hun enthousiaste medewerking. Ook voor hen was dit een nieuwe ervaring. Wij willen Marnix Vangheluwe in het bijzonder danken voor het ter beschikking stellen van een camera, montageprogramma, en de opleiding die hij ons heeft gegeven. Verder danken wij ook Arche-Consulting voor het mogen gebruik maken van een leslokaal en danken wij ook 9000 Studios voor het helpen ontwikkelen van de website. Ten slotte gaat onze dank uit naar onze ouders en familie voor hun luisterend oor in moeilijke momenten en hun empathie. Ze bleven ons steunen in de gemaakte keuzes, leerden ons relativeren en gaven ons steeds passend advies. Timothy De Jaeger Wouter Pereboom Gent, augustus 2009

4 ABSTRACT Videobased Situational Judgment Test ii In deze masterproef werd een videogebaseerde situationele beoordelingstest (video SJT) ontwikkeld. Een videogebaseerde SJT bestaat uit scenario s die op een realistische manier een werksituatie in beeld brengen. Naast de inhoudelijke boodschap is ook het non-verbale gedrag zichtbaar. Het aangeboden videoscenario stopt op een sleutelmoment. Vervolgens verschijnen er diverse antwoordalternatieven op het scherm. Uit deze alternatieven dient de respondent de gepaste reactie voor de situatie te selecteren (Dalessio, 1994; Smiderle, Perry,& Cronshaw, 1994; Weekley & Jones, 1997). Vooraleer wordt begonnen met de bespreking van de ontwikkeling van de video SJT, wordt eerst de literatuurstudie besproken. Hierbij wordt ingegaan op de omschrijving, de betrouwbaarheid, en de validiteit van een geschreven SJT. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de bevindingen in verband met video SJTs. Daarnaast wordt reeds kort de ontwikkeling van beide types SJT toegelicht. Ten slotte worden de omschrijving, voordelen, en praktijkrelevantie van een video SJT nader besproken. Vervolgens wordt de ontwikkeling van de video SJT besproken. Voor de ontwikkeling van de video SJT werd er uitgegaan van een reeds bestaande geschreven SJT, namelijk een vertaling van de SJT van Bess en Mullins (2002). Deze SJT peilt naar de leermethoden van studenten en is reeds veel onderzocht geweest. Tijdens de ontwikkeling van de video SJT werden de stappen, die beschreven worden in de literatuur nauwgezet gevolgd. Hierna wordt de ontwikkelde video SJT besproken aan de hand van de mogelijke bijdrage aan praktijk en wetenschap alsook aan de hand van de beperkingen. Mogelijkheden tot verder onderzoek worden eveneens besproken. In deze sectie volgt tevens een mogelijke suggestie om de validiteit en betrouwbaarheid van de ontwikkelde video test te onderzoeken.

5 INHOUDSTAFEL Videobased Situational Judgment Test iii Voorwoord i Abstract ii Inhoudstafel iii Lijst met figuren v Inleiding 1 Situational Judgment Test 2 Algemene omschrijving 2 Definitie 2 Evolutie 3 Simulatie met laag realiteitsgehalte 5 Validiteit en betrouwbaarheid 5 Criteriumvaliditeit 5 Incrementele validiteit 6 Constructvaliditeit 7 Face validiteit 8 Betrouwbaarheid 9 Adverse impact 9 Faking 10 Ontwikkeling SJT 11 Videogebaseerde SJT 13 Definitie 13 Voordelen videotest 13 Praktijkrelevantie 14 Doelstelling 15 Methode 16 Ontwikkeling van een SJT 16 Fase 1: Verzamelen van kritische incidenten 16 Fase 2: Antwoordalternatieven verzamelen 16 Fase 3: Bepalen van de antwoordinstructies 17 Fase 4: Scoring van de SJT 17 Fase 5: Bepalen van de scoringssleutel 18 Welke SJT? 18

6 iv Ontwikkeling van een video-sjt 19 Planning 19 Ontwerpen van scripts 20 Preproductie 24 Video-opnamen 27 Post-productie 29 Montage 29 Van film naar test 31 Discussie 33 Ontwikkeling 33 Bijdrage aan praktijk en wetenschap 34 Beperkingen en verder onderzoek 34 Beperkingen 34 Verder onderzoek 36 Conclusie 38 Referenties 39 Bijlages 45

7 LIJST MET FIGUREN Videobased Situational Judgment Test v Figuur 1. Voorbeeld item 3 Figuur 2. Item uit test van Bess en Mullins (2002) 22 Figuur 3. Script van item uit Figuur 2 23

8 INLEIDING Videobased Situational Judgment Test 1 In de huidige maatschappij zijn er twee belangrijke uitdagingen op de arbeidsmarkt. Ten eerste wordt door het toenemend tekort van werknemers op de verschillende arbeidsmarkten het alsmaar belangrijker voor bedrijven om ten aanzien van hun concurrenten er in positieve zin uit te springen zodat ze als attractieve ondernemingen gezien worden door potentiële sollicitanten (Maurer, Howe, & Lee, 1992; Taylor & Collins, 2000; Thomas & Wise, 1999; Lievens & Highouse, 2005). Ten tweede krijgt men vaak te horen dat de allochtonen ondervertegenwoordigd zijn op de huidige arbeidsmarkt. Bovendien evolueert men naar een multiculturele maatschappij waar diversiteit steeds belangrijker wordt. Bij de zoektocht naar werknemers is er daarom een opportuniteit om deze doelgroep aan te spreken. Het gebruik van situationele beoordelingstesten biedt een goed antwoord op de uitdagingen van de arbeidsmarkt hierboven geschetst. Situationele beoordelingstesten (SJTs) zijn testen die bestaan uit situaties over een probleem waarmee iemand tijdens zijn of haar werk kan worden geconfronteerd en die een bepaalde handeling van de persoon vereist. De sollicitant dient deze situaties te beoordelen met behulp van een lijst met mogelijke reacties op de situatie. Uit deze lijst moet de kandidaat die reactie selecteren die zijn of haar meest of minst waarschijnlijke manier van handelen tijdens de situatie beschrijft (McDaniel & Nguyen, 2001; Motowidlo et al., 1990; Van der Maesen, Born, Van Oudenhoven-Van der Zee, & Ruhe, 2003). Ten eerste lijkt deze vorm van testen als attractiever te worden gepercipieerd wat zich zou kunnen vertalen naar een positief imago van de organisatie waar de test werd afgenomen en op die manier de kans vergroot dat een bepaalde sollicitant bij verschillende gelijkwaardige jobs voor de desbetreffende organisatie zal kiezen. De reacties van de kandidaten hebben immers invloed op het beeld dat ze van de organisatie hebben en daaruit voortvloeiend of ze de job al dan niet aanvaarden (Hausknecht, Day, & Thomas, 2004). Ten tweede komt uit de literatuur naar voor dat de adverse impact lager zou zijn voor minderheidsgroepen wat betreft deze manier van testen (Chan & Schmitt, 1997). Adverse impact betekent dat verschillende groepen verschillend scoren op de test. Dit zijn slechts enkele voordelen waarom dergelijke situationele beoordelingstesten meer en meer worden ingeschakeld in selectieprocedures. Naast deze algemene voordelen van een SJT kunnen wij op basis van de wetenschappelijke literatuur suggereren dat het gebruik van videogebaseerde SJTs bovenop

9 2 geschreven SJTs een meerwaarde zou kunnen bieden voor organisaties (Olson-Buchanan & Drasgow, 2006). Er is nog maar weinig empirisch onderzoek omtrent dit onderwerp gebeurd. Toch werden reeds enkele belangrijke voordelen in de literatuur vermeld. Vooreerst kan men door het gebruik van videobeelden de situatie meer gedetailleerd, realistisch, en nauwkeurig schetsen (Funke & Schuler, 1998; Olson Buchanan & Drasgow, 2006). Ten tweede vinden verschillende studies ook een hogere face validiteit (Kanning et al., 2006; Chan & Schmitt, 1997). Dit wil zeggen dat kandidaten de selectieprocedure relevant vinden voor de job waarvoor men solliciteert. Ten derde zouden video SJTs ook kunnen gebruikt worden bij de selectie van individuen met een mindere leesvaardigheid. Dit biedt perspectieven bij de selectie van allochtonen of bij beroepen waarbij leesvaardigheid minder van belang is (minder adverse impact) (Chan & Schmitt, 1997). Op basis hiervan kunnen we besluiten dat het gebruik van een video SJT in de selectieprocedure een opportuniteit biedt in het licht van de huidige maatschappelijke context. In het kader van deze scriptie ontwikkelen we daarom een videogebaseerde SJT. Vooraleer we de ontwikkelde SJT bespreken, wordt een overzicht gegeven van de relevante literatuur met betrekking tot SJTs. Eerst wordt getracht een algemene omschrijving te geven van situationele beoordelingstesten. Vervolgens worden de relevante bevindingen gepubliceerd in verband met validiteit en betrouwbaarheid en wordt reeds kort de ontwikkeling van beide types SJT toegelicht. Ter afsluiting wordt dieper ingegaan op de video SJT, meer bepaald de voordelen, de praktijkrelevantie, en de doelstelling van de scriptie. Situational Judgment Test Algemene Omschrijving definitie SJTs zijn samengesteld uit beschrijvingen van situaties die voorkomen in de functie waarvoor de kandidaat solliciteert. Meestal gaan deze situaties over een probleem waarmee iemand tijdens zijn/haar werk kan worden geconfronteerd en die een bepaalde handeling van de persoon vereist. De kandidaat dient deze situaties te beoordelen met behulp van een lijst met mogelijke reacties op de situatie. Uit deze aangeboden lijst moet de kandidaat die reactie selecteren die zijn of haar meest of minst waarschijnlijke manier van handelen tijdens de situatie beschrijft. De assumptie hierbij is dat op basis van hoe iemand presteert op een simulatie van de job, voorspeld kan worden hoe iemand in de job zal functioneren (McDaniel & Nguyen, 2001; Motowidlo et al., 1990; Van der Maesen, Born, Van Oudenhoven-Van der Zee, & Ruhe, 2003). Het voorbeelditem uit figuur 1 illustreert dit.

10 3 Een medewerkster slaagt er vaak niet in om haar werk af te krijgen omdat ze altijd heel lange praatjes voert met de klanten. Andere medewerkers hebben erover geklaagd dat zij op die manier haar deel van het werk niet doet. Welk antwoord is het beste voor jou? Welk antwoord is het slechtste voor jou? A. Haar ongemoeid laten want de klanten houden veel van deze babbels. B. Haar zeggen dat ze meer moet werken en minder praten en haar daarbij opdrachten geven die tegen een bepaalde dag moeten afgewerkt zijn. C. Een formele disciplinaire maatregel opstarten. D. Het verschil uitleggen tussen sociale babbels en dienstverlening en haar coachen om de gesprekken korter te houden. E. Dit punt enkel bespreken met haar als haar productie werkelijk onder de norm ligt. (Ontwikkeling Generieke Testen, 2007) Figuur 1. Voorbeelditem evolutie Het eerste gebruik van situationele beoordelingstesten gaat terug tot in de tweede wereldoorlog. Psychologen van het leger wilden het beoordelingsvermogen van de soldaten testen. Deze testen bestonden uit verschillende militair gerelateerde scenario s waarbij men moest oordelen op basis van gezond verstand, ervaring, en kennis eerder dan logisch redeneren. Bij onderzoek met deze testen bleek dat ze heel erg beroep deden op de algemene cognitieve factor g en niet een specifieke factor (Northrop, 1989). Niet alleen in het leger was men bezig met deze testen, ook in het bedrijfsleven waren dergelijke testen al aanwezig. Zo werden vanaf de jaren 40 een ganse resem situationele beoordelingstesten ontwikkeld om het leiderschapspotentieel na te gaan. Voorbeelden hiervan zijn The Practical Judgement Test (Cardall 1942), How Supervise? (File, 1945; File & Remmers, 1948), The Supervisory Practices Test (Bruce & Learner, 1958), The Business Judgement Test (Bruce, 1965), The Supervisory Judgement Test (Greenberg, 1963), en The Supervisory Inventory on Human Relations (Kirkpatrick & Planty, 1960). In de late jaren 50 en de vroege jaren 60 begonnen ook grote bedrijven deze testen te gebruiken als deel van hun selectiebatterij om bijvoorbeeld succes in management te voorspellen. Eén van die bedrijven was The Standard Oil Company of New Jersey die een programma genoemd the early identification of management potential had om werknemers er uit te selecteren die het in zich hadden om succesvol te zijn in management functies (Campbell, Dunnette, Lawler, & Weick, 1970). Een onderdeel van het programma was een situationele beoordelingstest. Hier werden

11 4 probleemsituaties voorgesteld waar managers later hadden mee af te rekenen en de participanten konden uit een reeks mogelijke gedragingen de meest geschikte kiezen. Deze testen waren nog kleinschalig (McDaniel et al., 2001). Pas in de jaren 90 zou de populariteit van de SJT s in een stroomversnelling geraken. Bedrijven en onderwijs werden meer en meer geïnteresseerd. In deze beide domeinen ontstond er een grote behoefte tot het vinden van bijkomende predictoren buiten het cognitieve domein. De motivatie hiervoor was tweeledig. Eerst was er het verlangen om een selectiesysteem te vinden die minder verschillen oplevert tussen rassen, en minder zogenaamde adverse impact oplevert dan systemen die dit meer hebben zoals cognitieve metingen (Lievens, Buyse, & Sackett, 2005). Adverse impact verwijst naar de verschillende scores op eenzelfde test bij verschillende groepen (etnische minderheden versus meerderheden, mannen versus vrouwen, ). Verschillende alternatieven kwamen hiervoor in aanmerking. De belangrijkste zijn het gebruik van andere constructen zoals persoonlijkheid of interpersoonlijke vaardigheden en alternatieve presentatievormen.. Een tweede motivatie was de behoefte om de criteria uit te breiden waar potentiële werknemers op beoordeeld moesten worden (Lievens, Buyse, & Sackett, 2005). Bij werknemers ging men verder kijken dan alleen de kerntaken (task performance), maar ook naar gedragingen die daar niet toe konden gerekend worden namelijk contextual performance. Voorbeelden van positieve gedragingen zijn collega s helpen als men tijd heeft, opruimen, enzovoort. Dit kan men omschrijven als citizenship. Voorbeelden van negatieve gedragingen zijn het stelen van materiaal, pesten van collega s, enzovoort. Dit wordt counterproductive work behavior genoemd. In het onderwijs werd niet alleen kennis als norm gehanteerd. Succes bij studenten werd ruimer geïnterpreteerd. Daarbij dacht men aan sociale vaardigheden, levenslang leren (lifelong learning oriëntation), (Chan & Schmitt, 2002). Eén specifieke predictor trok bij dit alles de aandacht. Dat was de situationele beoordelingstest. Verscheidene studies suggereerden belangrijke voordelen van deze soort testen. Allereerst bezaten SJT s een redelijke validiteit (predictieve validiteit, incrementele validiteit ten opzichte van cognitieve vaardigheid en ten opzichte van persoonlijkheidstests). Ten tweede waren er gunstige percepties van de respondenten (face validiteit). Een derde belangrijk voordeel was de mindere adverse impact tegen minderheden die deze testen bezaten ten opzichte van traditionele cognitieve vaardigheidstests. (Lievens, Buyse, & Sackett, 2005).

12 5 simulatie met laag realiteitsgehalte Een situationele judgment test (SJT) kan men beschouwen als een simulatie met een laag realiteitsgehalte (low fidelity simulation). In de eerste plaats is het een simulatie. Simulaties zijn in tegenstelling tot sign-gebaseerde methoden gebaseerd op samples. Dat wil zeggen dat men niet gaat kijken naar onderliggende signs zoals onderliggende vaardigheden, temperament of trekken maar uitgaat van het gedragsconsistentie principe (behavioral consistency), namelijk vroeger gedrag voorspelt toekomstig gedrag (Wernimont & Campbell, 1968). Nu kunnen deze simulaties variëren in de mate van overeenkomst waarmee zij een stimulus presenteren. Hoge overeenkomst betekent het gebruik van zeer realistische materialen om de situatie voor te stellen. Zo kan de proefpersoon bijna volledig antwoorden als was hij of zij in een echte jobsituatie. Simulaties met een lage overeenkomst daarentegen presenteren een verbale beschrijving van een hypothetische werksituatie. De proefpersonen moeten hier geen echte handelingen ondernemen. Simulaties met een hoge overeenkomst (high fidelity simulations) zijn bijvoorbeeld de work sample of een assessment center. Een situationele judgement test is een vorm van een low fidelity simulation (Motowidlo et al., 1990). Validiteit en Betrouwbaarheid Vaak worden nieuwe testen ontworpen wat soms gepaard gaat met hoge kosten. Daarom zijn validiteit en betrouwbaarheid veelbesproken onderwerpen binnen de personeelsselectie. Deze twee concepten tonen immers aan of deze testen wel degelijk een meerwaarde leveren tegenover de reeds gevestigde testen. Nu wordt achtereenvolgens de criteriumvaliditeit, de incrementele validiteit, de constructvaliditeit en de face validiteit van SJTs besproken met steeds ook een kijk op videogebaseerde SJTs. Daarna bespreken we de betrouwbaarheid van SJTs. Ook wordt de adverse impact onder de loep genomen. Als laatste wordt nagegaan in welke mate SJTs vatbaar zijn voor faking. criteriumvaliditeit Criteriumvaliditeit gaat na in welke mate een test een voorspellende waarde heeft. Met andere woorden in welke mate kan de prestatie van een respondent op de test de prestatie op een bepaald criterium voorspellen. Men kan criteriumvaliditeit onderverdelen in predictieve validiteit en concurrente validiteit. Predictieve validiteit geeft de mate weer waarin de testprestatie van een individu zijn toekomstig niveau

13 6 op het criterium kan voorspellen, terwijl concurrente validiteit de mate weergeeft waarin testscores een indicatie zijn voor zijn huidig niveau op het criterium (Messick, 1989). In de meta-analyse van McDaniel en Nguyen (2001) werd sterke evidentie geleverd voor de vraag of SJTs job prestatie kunnen voorspellen. Zij rapporteerden namelijk significante correlaties tussen SJTs en emotionele stabiliteit (.31), consciëntieusheid (.26), en aangenaamheid (.25). Deze drie persoonlijkheidsdimensies hebben reeds in het verleden bewezen valide predictoren te zijn van job prestatie. O Connell et al. (2007) rapporteerden dat SJTs beter task performance (.14) dan contextual performance (.10) konden voorspellen. In dit onderzoek heeft deze laatste betrekking op extrarol gedragingen die de organisatie ten goede komen en slaat task performance op gedragingen die vereist zijn om de job uit te oefenen. Echter, al te vaak kiest men voor algemene job prestatie als criterium voor SJTs. Dit kan problematisch zijn omdat zo n algemeen criterium misschien te breed is. Je loopt het risico om het specifieke voorspellende construct te missen. Zo overschrijden de validiteitscoëfficiënten de 0.15 niet in validiteitstudies van videotesten met het gebruik van metingen van algemene job prestatie. Bij gebruik van metingen van specifieke job prestatie criteria liggen de validiteitscoëfficiënten tussen 0.25 en 0.40 (Funke & Schuler, 1998). Eén van de eigenschappen van SJT items in het algemeen is dat zij vaak interpersoonlijke situaties beschrijven. In tegenstelling tot geschreven SJTs, krijg je in videogebaseerde SJTs ook informatie over non-verbale cues zoals lichaamstaal, toonhoogte enzovoort. Op die manier kan je nagaan hoe sollicitanten de non-verbale cues interpreteren. Men suggereerde dan ook dat een videogebaseerde SJT beter in staat was het interpersoonlijk criterium, die samenhangt met de toekomstige job, te voorspellen dan een geschreven SJT. Deze bevinding kan mogelijk verklaard worden door het additieve model van de impact van verschillende informatie kanalen (Archer & Akert, 1980; Gesn & Ickes, 1999). Volgens dit model leidt het toevoegen van extra informatie tot een meer waarheidsgetrouwe test (Lievens & Sackett, 2006). incrementele validiteit De incrementele validiteit van een SJT geeft weer hoeveel variantie wordt verklaard door de SJT bovenop de reeds verklaarde variantie die verkregen wordt door de afname van andere testen. Ondanks dat O Connell et al. (2007) geen incrementele validiteit vonden van SJTs bovenop een cognitieve vaardigheids- en persoonlijkheidstest, wordt meestal een significante incrementele validiteit van SJTs in de literatuur beschreven. Zo vonden Clevenger et al.

14 7 (2001) dat SJTs incrementele validiteit opleverden bovenop cognitieve vaardigheid, consciëntieusheid, en job ervaring in een sample bestaande uit onderzoeksagenten en een sample bestaande uit vertegenwoordigers van een klantendienst. In een derde sample bestaande uit ingenieurs werd geen incrementele validiteit verkregen, maar was er wel een hoge correlatie tussen de SJT en cognitieve vaardigheid (.53). Deze hoge correlatie kan verklaard worden doordat SJTs die peilen naar de kennis in verband met het oplossen van problemen, planning, en het nemen van beslissingen meer gerelateerd zijn aan cognitieve vaardigheden. SJTs, die interpersoonlijke situaties beschrijven, zullen minder aan cognitieve vaardigheden gerelateerd zijn. Naargelang de samenstelling van de SJT heeft deze meer of minder incrementele validiteit. (Clevenger et al., 2001). Ook Weekley en Jones (1997) vonden significante incrementele validiteit van een SJT. Een groot verschil met de studie van Clevenger et al. (2001) is dat Weekley en Jones (1997) een videogebaseerde SJT hanteerden. Lievens en Sackett (2006) vergeleken de incrementele validiteit van een videogebaseerde versie van een interpersoonlijk georiënteerde SJT met de incrementele validiteit van een geschreven versie. Zij kwamen tot de bevindingen dat de videogebaseerde SJT bovenop de cognitieve predictoren een significante en substantiële hoeveelheid variantie verklaarde in een interpersoonlijk construct, terwijl de geschreven SJT geen bijkomende variantie kon verklaren. Een mogelijke uitleg voor deze laatste bevinding is dat een videogebaseerde test zichzelf eerder plaatst in een non-cognitieve categorie tegenover een geschreven SJT dat eerder geplaatst is in een cognitieve categorie. constructvaliditeit Constructvaliditeit gaat na of een test het construct meet dat het beoogt te meten. Er wordt over het algemeen aangenomen dat SJTs een meetmethode zijn en niet dat SJTs slechts één construct meten (McDaniel & Nguyen, 2001; O Connell et al., 2007; Chan & Schmitt, 2002). Doordat men er vanuit gaat dat metingen van job kennis positief correleren met SJTs, en doordat job kennis vaak wordt geoperationaliseerd als een meting van job ervaring, is er onderzoek uitgevoerd naar de relatie van SJTs met job kennis en job ervaring. McDaniel en Nguyen (2001) rapporteerden in hun meta-analyse een grotere correlatie tussen SJTs en job kennis dan tussen SJTs en job ervaring. Waarschijnlijk is de reden hiervoor dat job kennis een imperfecte meting van job ervaring blijkt te zijn. Doordat men in de eerste jaren in de job veel meer leert dan in latere jaren, zal de correlatie tussen job ervaring en job kennis groter zijn in de eerste jaren dan in latere jaren (McDaniel & Nguyen, 2001).

15 8 Tevens zijn er significante correlaties gerapporteerd tussen SJTs en metingen van persoonlijkheid (McDaniel & Nguyen, 2001; O Connell et al., 2007; Peeters & Lievens, 2005). In hun meta-analyse rapporteerden McDaniel en Nguyen (2001) significante verbanden tussen SJTs en drie persoonlijkheidsdimensies van de Big Five. De Big Five is een persoonlijkheidsmodel dat bestaat uit vijf persoonlijkheidsdimensies, met name extraversie, consciëntieusheid, aangenaamheid, emotionele stabiliteit en openheid. Significante correlaties werden gerapporteerd met emotionele stabiliteit (.31), consciëntieusheid (.26) en aangenaamheid (.25). Dit leverde sterk bewijs dat SJTs job prestatie kunnen voorspellen, want deze drie persoonlijkheidsdimensies hebben al bewezen valide predictoren te zijn van job prestatie (McDaniel & Nguyen, 2001). Peeters en Lievens (2005) vonden dan weer geen significante correlatie van SJTs met emotionele stabiliteit, maar wel met de vier andere dimensies van de Big Five. O Connel et al. (2007) gebruikten een andere typologie van persoonlijkheid. De SJT correleerde significant met consciëntieusheid (.33), aangenaamheid (.31), positieve affectiviteit (.26), interne locus of control (.24) en aandacht voor details (.21). Doorgaans is het ook redelijk te veronderstellen dat een SJT ook correleert met cognitieve vaardigheid. In hun meta-analyse rapporteerden McDaniel en Nguyen (2001) een gemiddelde correlatie van.46 met een betrouwbaarheidsinterval van.17 tot.75. Dit betekent dat er veel variatie is in de grootte van correlaties van SJTs met cognitieve vaardigheid. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat men doorgaans aanneemt dat een SJT een meetmethode is. Men kan SJTs creëren die vooral beroep doen op cognitieve vaardigheden en SJTs waarvoor men weinig tot geen nood heeft aan cognitieve vaardigheid (McDaniel & Nguyen, 2001). face validiteit Face validiteit verwijst naar de mate waarin sollicitanten de selectieprocedure relevant vinden voor de job waarvoor men solliciteert. SJTs (zowel geschreven als videogebaseerde SJTs) hebben een relatief hoge face validiteit (Lievens & Sackett, 2006). Dit is van groot belang aangezien face validiteit een grote invloed uitoefent op zowel de testmotivatie als de testperformantie (Chan & Schmitt, 1997). Wanneer sollicitanten de items in een test relevant vinden voor de job, zullen ze de test ook als eerlijk bestempelen (Chan et al., 1998). De resultaten die gevonden zijn in verband met het verschil in face validiteit tussen geschreven en videogebaseerde SJTs zijn wel verschillend. Zo rapporteerden zowel Lievens en Sackett (2006) als Kanning et al. (2006) geen significant verschil in face validiteit tussen de twee soorten SJTs. Anderzijds suggereerden Chan en Schmitt (1997) dat een

16 9 videogebaseerde SJT wel een hogere face validiteit had dan een papier-en-potlood SJT. Dit had ook zijn weerslag op adverse impact, aangezien het verschil in face validiteit tussen zwarten en blanken kleiner was bij een videogebaseerde SJT dan bij een geschreven SJT. De studie van Kanning et al. (2006) heeft gesuggereerd dat wanneer een videogebaseerde SJT bestaat uit interactieve items, deze wel meer positief werden geëvalueerd dan een geschreven SJT, ook al bestond deze laatste eveneens uit interactieve items. Met interactief wordt bedoeld dat de situatie die men te zien krijgt afhankelijk is van welke reactie men gekozen heeft op de vorige situatie. betrouwbaarheid Er zijn twee mogelijkheden om de betrouwbaarheid van SJTs na te gaan. Of men bekijkt de interne consistentie, of men bestudeert de test-hertest betrouwbaarheid. Deze laatste is het meest aangewezen voor SJTs, want interne consistentie is slechts geschikt voor een relatief homogeen constructdomein; terwijl SJTs een mutidimensioneel constructdomein omvatten. Toch rapporteren Motowidlo et al. (1990) en Motowidlo en Tippins (1993) cronbach α s van respectievelijk.56 en.73. Ployhart en Ehrhart (2003) hebben de invloed bestudeerd van verschillende antwoordinstructies op zowel interne consistentie als test-hertest betrouwbaarheid. Bij de test-hertest methode zag men dat de would do -versie een hogere betrouwbaarheid had dan de should do -versie. Op interne consistentie vond men echter geen invloed van instructies, maar wel van de gebruikte scoringsmethode. Men rapporteerde de hoogste interne consistentie voor antwoordvormen waarbij de opties moesten worden gerangschikt en de laagste interne consistentie voor antwoordvormen met slechts één optie. adverse impact Men spreekt van adverse impact wanneer verschillende groepen verschillende scores behalen. Dit gaat dan vooral om verschillen tussen mannen en vrouwen of verschillen tussen etnische groepen. Ondanks het feit dat cognitieve vaardigheidstesten een gevestigde waarde zijn in personeelsselectie, blijken deze testen grote verschillen teweeg te brengen in de behaalde scores van verschillende etnische groepen. Pulakos en Schmitt (1996) hebben echter aangetoond dat, wanneer men cognitieve vaardigheidsmetingen combineert met noncognitieve vaardigheidstesten, de verschillen sterk verminderd worden. Zo hebben ze aan een verbale vaardigheidstest een biodata meting, een gestructureerd interview, en een SJT toegevoegd. Een mogelijke verklaring voor deze bevinding is dat met zo n uitgebreide testbatterij bijna alle vaardigheden die vereist zijn voor de job getest worden en dat sommige

17 10 van deze testen resulteren in minder adverse impact. Wanneer men een selectieratio van.80 nam, bleek adverse impact inderdaad verdwenen te zijn. Bij lagere selectieratio s was adverse impact echter nog steeds aanwezig. Pulakos en Schmitt (1996) hebben eveneens aangetoond wanneer men een videogebaseerde verbale vaardigheidstest gebruikt deze de adverse impact eveneens verlaagt. Anderzijds was de validiteit van deze videotest lager dan de validiteit van de geschreven verbale vaardigheidstest. Chan en Schmitt (1997) hebben de adverse impact van een videogebaseerde SJT nagegaan en rapporteerden dat het verschil tussen zwarten en blanken substantieel lager was bij een videogebaseerde SJT (-.21) in vergelijking met een geschreven SJT (-.95). Een mogelijke verklaring hiervoor kan liggen in de waarden die door zwarten worden benadrukt. Zij leggen vooral de nadruk op waarden als communalisme, beweging en mondelinge communicatie. Dit zou dan een invloed uitoefenen op hun testprestaties. Dit betekent dat bij een geschreven SJT zwarten een nadeel hebben door de cognitieve component van het lezen en schrijven die vereist is om deze test af te leggen (Goldstein et al., 1992). Wannneer men gaat kijken naar verschillen op gebied van geslacht, ziet men over het algemeen dat vrouwen iets hogere scores halen dan mannen op SJTs. Het verschil is doorgaans niet zo groot maar wel significant. Dit werd zowel gevonden bij geschreven SJTs (O Connell et al., 2007) als bij videogebaseerde SJTs (Lievens & Coetsier, 2002; Weekley & Jones, 1997). Een mogelijke verklaring hiervoor is dat dergelijke situaties vaak een beroep doen op interpersoonlijke vaardigheden. Hierdoor zouden vrouwen bevoordeeld zijn bij SJTs (Weekley & Jones, 1997). Dit verschil kan echter teniet gedaan worden wanneer in de selectieprocedure zowel een SJT als een cognitieve vaardigheidstest worden afgenomen (Lievens & Coetsier, 2002). faking Faking vindt plaats wanneer er een intentionele vertekening is van de antwoorden. Het onderzoek naar faking in personeelsselectie kan gebeuren zowel als veldonderzoek als in laboratoriumsituaties. Terwijl men in laboratoriumsituaties enkel het maximale effect van faken kan nagaan, weet men niet of men in het echte leven aan faking doet. Hiervoor bieden veldsituaties een oplossing. In hun meta-analyse hebben Edens en Arthur (2000) gerapporteerd dat faking in het echte leven leidde tot een kleinere effect size (.30) in vergelijking met faking in laboratoriumsituaties (.71) (Peeters & Lievens, 2005). Het onderzoek naar faken op SJTs heeft geleid tot tegengestelde resultaten, waarbij sommige vonden dat SJTs kunnen gefaked worden (Haas & Mcdaniel, 1999; Nguyen et al., 2002), terwijl andere juist suggereerden dat dit niet mogelijk is (Juraska & Drasgow, 2001).

18 11 Deze studies waren wel niet zonder tekortkomingen. Zo is enkel de prestatie op SJTs nagegaan, maar werd het effect van faken op de validiteit van de SJT niet onderzocht. Ook werd geen rekening gehouden met de constructen waarmee de SJT correleerde, aangezien verschillende SJTs met verschillende constructen kunnen correleren. Peeters en Lievens (2005) hielden in hun laboratoriumonderzoek bij universiteitsstudenten wel rekening met bovenstaande opmerkingen. Als criterium werd het GPA of Grade Point Average van de studenten gebruikt. Dit bestond hier uit de behaalde resultaten van de studenten in hun eerste en tweede jaar. Peeters en Lievens (2005) rapporteerden in de eerlijke groep een correlatie van.33 tussen SJT en GPA, in de fake groep was dit slechts.09. Ook leverde de SJT in de fake groep geen incrementele validiteit boven op cognitieve vaardigheid en persoonlijkheid. In de eerlijke groep had de SJT een incrementele validiteit van 5.7%. Peeters en Lievens (2005) suggereerden dus dat wanneer men op de SJT faket, deze niet langer een valide predictor is. Het is wel zo dat, terwijl cognitieve testen heel moeilijk te faken zijn, de SJT in dit onderzoek een lage g-loading had. G-loading slaat op de mate waarin een test beroep doet op de cognitieve vaardigheid van een respondent. Door de lage g-loading was de SJT meer vatbaar voor faking. Ontwikkeling SJT Een SJT kan op twee verschillende manieren worden opgesteld: door middel van de kritische-incidentenmethode (Flanagan, 1954), ook wel de inductieve methode genoemd, of door middel van de deductieve methode, waarbij de situaties op basis van een theorie worden opgesteld (Weekley et al., 2006). Wanneer een SJT wordt ontwikkeld aan de hand van de kritische-incidentenmethode, worden de situaties verzameld door het bevragen van experts met betrekking tot de inhoud van de SJT (Subject Matter Experts ofwel SMEs). Dit bevragingsproces verloopt in drie fasen (Ployhart & Ehrhart, 2003). In een eerste fase wordt aan de SMEs gevraagd jobsituaties te beschrijven waarbij er sprake was van uitzonderlijk goede of uitzonderlijke slechte prestaties. Dit noemt men de kritische incidenten (Flanagan, 1954). Met kritisch wordt bedoeld dat de oplossing van deze situaties belangrijk is voor het slagen of falen op het werk. Bij de beschrijving van elke situatie door de SMEs wordt zowel naar het antecedent, de (in)effectiviteit van het gedrag en de consequentie ervan gepeild. Het antecedent kan worden gebruikt om de situatie te beschrijven, het gedrag als één van de antwoordalternatieven (Weekley et al., 2006).

19 12 Nadat de kritische incidenten zijn gegenereerd, worden in de tweede fase de situaties geselecteerd die in de finale SJT zullen worden opgenomen. Ook het construeren van de mogelijke antwoordalternatieven gebeurt in deze fase. Hier doet men vaak beroep op SMEs die weliswaar niet deelgenomen hebben aan de eerste fase. De meest en minst waarschijnlijke reacties worden gekozen om uiteindelijk tot situaties te komen waar elk antwoordalternatief een verschillende graad van effectiviteit weerspiegelt (McDaniel & Nguyen, 2001; Ployhart & Ehrhart, 2001). Gedurende de derde fase van het ontwikkelingsproces wordt de scoringssleutel ontwikkeld. Een SJT kan echter ook ontwikkeld worden via een deductieve methode. De situaties die hier worden gegenereerd weerspiegelen competenties of een theoretisch model. (Weekley et al., 2006). De competenties bekomt men via jobanalyse of literatuuronderzoek. Echter niet alle competenties worden opgenomen. Enkel degene die verondersteld worden noodzakelijk te zijn voor een effectieve jobprestatie blijven behouden. De bruikbaarheid van deze methode is moeilijk na te gaan omdat de meeste SJT s, die op deze manier zijn ontwikkeld, enkel een algemene testscore weergeven, geen subscore per competentie of dimensie (Samaey, 2006). Nu wordt de ontwikkeling van een video SJT toegelicht. Volgens Walker, Cucina, en Kannan (2008) kunnen hierbij vijf fasen onderscheiden worden. De eerste fase is de planning. Dit betekent dat men een schema opstelt met alle ontwikkelingsfasen. Daarna kan men dan overgaan tot een kostenraming. Hierbij moet rekening gehouden worden met het beschikbare budget en met eventueel onverwachte kosten. Het doel is een zo n precies mogelijk kostenplaatje ter beschikking te hebben. In de tweede fase worden de scripts ontwikkeld. Hierbij moet vooral gelet worden op de visuele elementen. Dit houdt in dat men omschrijft welke acties er zullen plaatsvinden, wie en wat er te zien zal zijn, welke de locatie en het opzet zullen zijn. Men kan ook in het script verwerken welke bewegingen de acteurs zullen moeten uitvoeren en waar specifieke attributen zich zullen bevinden ten einde de scène zo realistisch mogelijk te maken. Eenmaal een script is ontwikkeld, is het van belang deze te laten beoordelen door domeinexperts. Zij kunnen dan nagaan of het script voldoet aan de vooropgestelde criteria. De volgende fase noemt men de preproductie. Wanneer de scripts goed bevonden zijn, moet een geschikte locatie gevonden worden. Doorgaans verlopen opnames in studio, maar men kan ook kiezen voor andere locaties. Wanneer dit laatste het geval is, moet men rekening houden met tal van zaken. Eerst en vooral selecteert men een aantal opnamelocaties op basis van het script. Daarna moet men dan nagaan wat mogelijke nadelen kunnen zijn van de

20 13 opnamelocaties, zoals bijvoorbeeld geluidshinder. Verder moet ook toestemming verkregen worden om te mogen filmen en mag men de logistieke aspecten zoals kleedkamers voor acteurs niet uit het oog verliezen. Natuurlijk kan men niet beginnen filmen zonder spelers, dus de selectie van acteurs is de volgende stap in deze fase. Hierbij heeft men twee keuzes. Men kan kiezen voor professionele acteurs wat gepaard gaat met hoge kosten. Anderzijds is er bij het ontwikkelen van de video SJT de mogelijkheid om voor niet-professionele acteurs te kiezen zoals vrijwilligers of medewerkers. Tevens moeten ook de noodzakelijke rekwisieten bepaald worden zoals bijvoorbeeld kledij. Hierbij is het van belang dat men de scripts goed doorlicht. Er kan beroep gedaan worden op domeinexperts om realistische en functiespecifieke rekwisieten te vinden. De laatste stap in de preproductie fase is het opstellen van een opnameschema. Dit moet zeer gedetailleerd uitgewerkt zijn en bevat onder andere zaken zoals het tijdstip waarop medewerkers moeten werken en welke scripts per dag opgenomen worden. In de voorlaatste fase vinden de eigenlijke opnames plaats. Hierbij houdt men best een logboek bij waarin de begin- en eindpunten van verschillende scripts staan genoteerd en hoe goed de opnamekwaliteit van de verschillende scripts is. De laatste fase is deze van de postproductie. Hier wordt dan het ruwe filmmateriaal bewerkt en wordt alles gemonteerd tot een eindproduct. Videogebaseerde SJT definitie Een videogebaseerde SJT is een omgezette geschreven SJT in beeld en klank. Een video SJT bestaat uit scenario s en deze scenario s brengen op een realistische manier een werksituatie in beeld. Naast de inhoudelijke boodschap is ook het non-verbale gedrag zichtbaar. Het aangeboden videoscenario stopt op een sleutelmoment. Vervolgens verschijnen er diverse antwoordalternatieven op het scherm. Uit deze alternatieven dient de respondent de gepaste reactie voor de situatie te selecteren (Dalessio, 1994; Smiderle, Perry, & Cronshaw, 1994; Weekley & Jones, 1997). voordelen videotest Een video SJT heeft een aantal voordelen ten opzichte van een geschreven SJT. Allereerst kan men door het gebruik van videobeelden de situatie meer gedetailleerd, realistisch, en nauwkeurig schetsen (Funke & Schuler, 1998; Olson-Buchanan & Drasgow, 2006). Dit kan mogelijk leiden tot een hogere inhouds - en predictieve validiteit. Zo vonden managers dat een multimedia versie van een assessment relevantere informatie verschafte

21 14 over de job dan een papier - en potlood test of een gecomputeriseerde versie van de geschreven test (Richman-Hirsch et al., 2000). Deze bevinding heeft mogelijk ook zijn weerslag op de face validity. Wanneer sollicitanten de items in een test relevant vinden voor de job, zullen ze de test mogelijk eerlijker percipiëren. Verschillende studies suggereren een hogere face validiteit van de video SJT ten opzichte van een geschreven SJT waarbij de linguïstische informatie constant werd gehouden. Zoals hierboven reeds aangehaald vonden Kanning et al. (2006) dat een videogebaseerde SJT bestaande uit interactieve items positiever werd geëvalueerd dan een geschreven SJT, ook al bestaat deze laatste eveneens uit interactieve items. Chan en Schmitt (1997) bemerkten een gelijkaardige trend in hun studie. Een videogebaseerde SJT bleek een hogere face validiteit te hebben dan een papier - en potloodtest. Een videogebaseerde SJT is bovendien een vorm van een multimediatest. Een studie hieromtrent suggereerde een positievere evaluatie van de sollicitant omtrent de face validiteit en de gepercipieerde rechtvaardigheid (perceived fairness) van deze manier van testen (Richman-Hirsch et al., 2000). Ten tweede zouden video SJTs ook kunnen gebruikt worden bij de selectie van individuen met een mindere leesvaardigheid (Chan & Schmitt, 1997). Hun onderzoek suggereerde interessante resultaten. Zo kwam naar voor dat in de VS zwarten minder goed scoorden dan blanken op een SJT, maar dat dit verschil beduidend kleiner was in het geval van een video SJT ten opzichte van een geschreven test met dezelfde inhoud. Deels is het verschil mogelijk te wijten aan de mindere leesvaardigheid van de zwarten. Een andere verklaring is dat de zwarten andere waarden beklemtonen in hun cultuur. Zo zouden zij de nadruk leggen op waarden als communalisme, beweging en belangrijker mondelinge communicatie (Goldstein et al., 1992). Bovendien vonden Chan en Schmitt dat de face validiteit van de geschreven SJT lager was voor de zwarten dan de blanken. De mindere leesvaardigheid en de orale traditie in hun cultuur zorgen er mogelijk voor dat zij de geschreven SJT minder kunnen appreciëren en deze test als onrechtvaardiger percipiëren. Dit biedt perspectieven voor het gebruik van video SJTs bij de selectie van allochtonen of bij beroepen waarbij leesvaardigheid minder van belang is. praktijkrelevantie Onderzoek suggereert dat de impressies van sollicitanten de aantrekking tot bedrijven beïnvloeden (Smither et al., 1993; Lievens & Highhouse, 2005). Een mogelijk gevolg is dat bedrijven die testen gebruiken met een hoge face validiteit zoals

22 15 de video SJT een strategisch voordeel hebben bij de rekrutering en selectie (Richman-Hirsch et al., 2000). Daarnaast blijkt uit het besproken onderzoek dat minderheidsgroepen video SJTs mogelijk ook als meer face valide en rechtvaardiger gaan beschouwen (Chan & Schmitt, 1997). Dit kan belangrijk zijn aangezien in de huidige maatschappelijke context de aandacht voor diversiteit steeds meer beklemtoond wordt. De slogan Diversiteit verrijkt her en der verschijnend op de bussen is hier een expressie van. Bovendien wordt onze huidige arbeidsmarkt gekenmerkt door een tekort aan werkkrachten. Allochtonen zijn daarbij nog steeds ondervertegenwoordigd op de werkplaats. Het aantrekken van die pool van potentiële sollicitanten van allochtone origine wordt daarom een steeds belangrijker gegeven. In de War for Talent die er heerst om toch maar werknemers te vinden, zullen het de bedrijven zijn die de juiste strategie hanteren die zullen excelleren. Het inspelen op deze doelgroep wordt daarbij primordiaal. Het gebruik van een video SJT kan hieromtrent een belangrijke bijdrage bieden. Doelstelling Ondanks het weinige onderzoek dat gebeurd is en de relatief hoge ontwikkelingskost van video SJTs kunnen we uit het voorgaande afleiden dat er heel wat argumenten in het voordeel spreken van een video SJT. Face validiteit en adverse impact zijn belangrijke eigenschappen van een test in het licht van de huidige maatschappelijke context. In de praktijk kan deze vorm van testen aangewend worden om een competitief voordeel uit te bouwen in het kader van de rekrutering. Ons lijkt het daarom zinvol een video SJT te gaan ontwikkelen.

23 METHODE Videobased Situational Judgment Test 16 Er wordt eerst begonnen met een algemene bespreking van de ontwikkeling van een SJT. Daarna wordt er dan specifiek ingegaan op de ontwikkeling van een video SJT en hierbij wordt uitgelegd hoe men de video SJT voor deze scriptie heeft ontwikkeld. Ontwikkeling van een SJT De ontwikkeling van een SJT verloopt in vijf grote fasen. In de eerste fase worden kritisch incidenten verzameld. Deze worden vervolgens omgezet in duidelijk omschreven itemstammen. In de tweede fase worden de itemstammen voorzien van mogelijke antwoordalternatieven. In de derde fase worden de antwoordinstructies bepaald. In de vierde fase wordt de efficiëntie beoordeeld van de antwoordalternatieven zodat er in de vijfde fase een scoringssleutel kan bepaald worden (Weekley, Ployhart, & Holtz, 2006; Lievens & Schollaert, 2008). Fase 1: Verzamelen van Kritische Incidenten Voor het verzamelen van kritische incidenten wordt aan subject matter experts (SMEs) gevraagd om uitzonderlijk goede voorbeelden en uitzonderlijk arme voorbeelden te geven van prestaties. Belangrijk is dat deze kritische incidenten niet meer dan 6 tot 12 maanden oud mogen zijn (Lievens & Schollaert, 2008). Vervolgens worden de verzamelde incidenten herschreven tot itemstammen. De itemstam vormt dat deel van het item dat de werkgerelateerde situatie aan de respondent voorstelt. Bij deze stap moeten een aantal zaken in acht genomen worden. Eerst en vooral dienen de situaties gerangschikt te worden. Hierbij worden alle gelijkaardige situaties samengevoegd. Een tweede punt betreft de mate van specificiteit. De stam kan heel specifieke elementen bevatten. Dit is vaak het geval wanneer de SJT in functie van één bepaalde taak wordt ontwikkeld. Ten derde variëren itemstammen in lengte, complexiteit, en begrijpelijkheid. Zo geven sommige tests hun situaties weer aan de hand van korte beschrijvingen die simpele scenario s presenteren, terwijl andere tests gedetailleerde en complexere situatiebeschrijvingen hanteren (Weekley, Ployhart & Holtz, 2006). Fase 2: Antwoordalternatieven Verzamelen Voor het genereren van de antwoordalternatieven zijn er twee mogelijke manieren, de (1) inductieve methode en de (2) deductieve methode. Bij de inductieve methode worden de

24 17 antwoordopties meestal verzameld bij een nieuwe groep respondenten. Dit kan gaan om een nieuwe groep SMEs, maar men kan ook leken inschakelen hiervoor. Terwijl men bij de eerste optie komt te weten wat het beste en het slechtste antwoord is, krijgt men bij de laatste optie vooral antwoorden met verschillende graad van effectiviteit. Bij de deductieve methode worden antwoordalternatieven gegenereerd aan de hand van theoretische modellen. Deze benadering geeft meer inzicht waarom een bepaalde handeling beter is dan een alternatieve actie (Olson-Buchanan et al., 1998; Lievens & Schollaert, 2008). In een volgende stap moet het aantal antwoordalternatieven gereduceerd worden. Doorgaans wordt er tot vier antwoordalternatieven gereduceerd, maar dit aantal is slechts een vuistregel (Lievens & Schollaert, 2008). Fase 3: Bepalen van de Antwoordinstructies Een SJT moet meedelen aan de respondent hoe hij tot een antwoord dient te komen. Hierbij zijn twee soorten antwoordinstructies voorhanden: (1) gedragsgeoriënteerde instructies of would do -instructies en (2) kennisinstructies of should do -instructies. Gedragsgeoriënteerde instructies vragen de respondent wat hij waarschijnlijk zou doen of hoe hij zich waarschijnlijk zou gedragen. Kennisinstructies vragen de respondent wat hij idealiter zou moeten doen en peilen dus naar zijn kennis over de effectiviteit van de mogelijke handelingen (Weekley, Ployhart, & Holtz, 2006). Fase 4: Scoring van de SJT In deze fase wordt bepaald welke de beste en welke de slechtste antwoordalternatieven zijn. De effectiviteit van antwoordalternatieven wordt nagegaan om een scoringssleutel te ontwikkelen. De alternatieven kunnen op vier verschillende manieren gescoord worden: (1) rationele of expertgebaseerde scoring, (2) empirische scoring, (3) theoretische scoring, en (4) hybride scoring (Lievens & Schollaert, 2008). Bij de rationele of expertgebaseerde scoring is het uitgangspunt de veronderstelling dat domeindeskundigen de relatieve effectiviteit en ineffectiviteit van de verschillende antwoorden in de praktijk kennen (Mac-Lane, Barton, Holloway-Lundy, & Nickels, 2001). Bij deze methode wordt de scoringssleutel dus gebaseerd op de antwoorden van individuen met een aanzienlijke hoeveelheid kennis over en ervaring met het onderwerp (Lievens & Schollaert, 2008). Bij empirische scoring worden de items van een grote steekproef afgenomen. Meestal bekijkt men de antwoordalternatieven van een grote groep individuen die representatief zijn

25 18 voor de functie. Hierbij kan de antwoordoptie gekoppeld worden aan een criteriumvariabele zoals bijvoorbeeld prestatieniveau. Zo zullen de antwoordopties die relatief vaak aangeduid worden door goed presterende individuen als correct worden gescoord en de antwoordopties die relatief vaak aangeduid worden door slecht presterende individuen zullen als incorrect worden gescoord. Een andere mogelijkheid is om de correlaties tussen SJT-scores en criterium te hanteren. Positieve correlaties worden geassocieerd met hoge prestaties en deze opties zullen als correct worden beschouwd. Omgekeerd zullen negatieve correlaties geassocieerd worden met lage prestaties en deze antwoordalternatieven zullen als niet correct worden beschouwd (Lievens & Schollaert, 2008). Bij theoriegebaseerde scoring wordt een scoringssleutel ontwikkeld op basis van een bestaand theoretisch kader. De verschillende antwoordopties kunnen bepaalde veronderstellingen over de theorie weerspiegelen, er neutraal tegenover staan, of tegengesteld zijn aan wat de theorie voorspelt. Antwoordopties die in overeenstemming zijn met de theorie wordt als correct (1) gescoord, antwoordopties die tegengesteld zijn aan de theorie zullen als incorrect (-1) worden gescoord, en antwoordopties die irrelevant zijn voor de theorie krijgen een nulscore (Lievens & Schollaert, 2008; Olson-Buchanan et al., 1998). Als laatste scoringsmethode is er nog de hybride scoring. Hierbij wordt een empirische scoring gecombineerd met een andere scoringsmethode (Lievens & Schollaert, 2008). Fase 5: Bepalen van de Scoringssleutel Voor het bepalen van de scoringssleutel is het belangrijk dat er een beslissingsregel wordt ontworpen. Deze regel bepaalt welke punten er worden toegekend aan elk antwoord. Deze regel zorgt er dus voor dat er een definitieve score kan toegekend worden aan iedereen die de SJT invult. Welke SJT? Voor deze scriptie werd een videogebaseerde SJT ontwikkeld van een reeds bestaande geschreven SJT (zie bijlage 1 en 2). Er werd besloten te kiezen voor een SJT die peilt naar de leermethoden van studenten (Bess & Mullins, 2002). Er werd voor deze test gekozen omdat het naar de mening van de auteurs van deze scriptie de enige test is die studentensituaties weerspiegelt en naar het Nederlands is vertaald. Verder is het ook een test die al veel onderzocht werd. Zo bleek in een onderzoek van Peeters en Lievens (2005), waarin de faking van SJTs werd nagegaan, dat deze test valide zou zijn wanneer men de instructies kreeg om eerlijk te antwoorden en gevraagd werd hoe men waarschijnlijk zou reageren in de

De ontwikkeling van een video-

De ontwikkeling van een video- De ontwikkeling van een video- based Situational Judgment Test Lonneke A. L. de Meijer en Marise Ph. Born Erasmus Universiteit Rotterdam Jaap van Zielst De Politieacademie Henk T. van der Molen Erasmus

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2008-2009 Eerste Examenperiode Het selecteren van kandidaat-vrijwilligers in het Belgische leger: de ontwikkeling van een Situational Judgment

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2008 2009 Eerste Examenperiode HET VALIDEREN VAN EEN BESTAANDE GESCHREVEN SITUATIONELE TEST VOOR ADMINISTRATIEF BEDIENDEN Scriptie Neergelegd

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode

UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode Faculteit Psychologie & Pedagogische wetenschappen UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2010-2011 Eerste Examenperiode CROSSCULTURELE TRANSPORTEERBAARHEID

Nadere informatie

Naar een nieuwe generatie assessment

Naar een nieuwe generatie assessment FILIP LIEVENS EVELINE SCHOLLAERT Naar een nieuwe generatie assessment Een open boek over situationele tests UITGEVERIJ NELISSEN BARNEVELD Copyright: Uitgeverij Nelissen, Barneveld 2008 Omslag: Henri van

Nadere informatie

Goedkope en populaire instrumenten

Goedkope en populaire instrumenten Situationele beoordelingstesten: efficiënt meten van gedragscompetenties in real-life Ties situaties Dr. Helga Peeters Toegepaste Psychologie, Howest Goedkope en populaire instrumenten Selectie-instrumenten

Nadere informatie

Predictieve validiteit van Cebirtests. Studie 1: criteriumvaliditeit in de bewakingsector

Predictieve validiteit van Cebirtests. Studie 1: criteriumvaliditeit in de bewakingsector Predictieve validiteit van Cebirtests Inleiding Het bepalen van de predictieve validiteit van een test is in het selectiegebeuren van uitzonderlijk belang. Spijtig genoeg zijn de gelegenheden daartoe uitermate

Nadere informatie

STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT

STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT Naam stagiair(e):... Stageplaats (+ adres):...... Tussentijdse evaluatie Eindevaluatie Stageperiode:... Datum:.. /.. / 20.. Stagementor:...

Nadere informatie

Personeelsselectie: Van de theorie naar de praktijk

Personeelsselectie: Van de theorie naar de praktijk Personeelsselectie: Van de theorie naar de praktijk Janneke K. Oostrom 01-10-2015 NOA Symposium 1 Interviews Personnel Psychology, 1949 01-10-2015 NOA Symposium 2 Gestructureerde interviews Baseer vragen

Nadere informatie

Moderne technologie bij assessment en selectie van personeel

Moderne technologie bij assessment en selectie van personeel Moderne technologie bij assessment en selectie van personeel prof.dr. Marise Ph. Born, Erasmus Universiteit Rotterdam, Instituut voor Psychologie en Vrije Universiteit Amsterdam, Vakgroep Sociale & Organisatiepsychologie

Nadere informatie

Management Competence Scan

Management Competence Scan Management Competence Scan Management Competence Scan Quamas Management Competence Scan Met de Management Competence Scan van Quamas (MCS) beschik je in 1 uur over een compleet managementprofiel van een

Nadere informatie

ASSESSMENT The Right Profile

ASSESSMENT The Right Profile ASSESSMENT The Right Profile ASSESSMENT De basis van een succesvolle onderneming wordt gevormd door zijn werknemers. De concurrentiekracht van een bedrijf wordt bepaald door de snelheid waaraan ze zich

Nadere informatie

Management Competence Scan

Management Competence Scan Management Competence Scan Management Competence Scan Met de Management Competence Scan van Quamas (MCS) beschik je in anderhalf uur over een compleet management profiel van een kandidaat of medewerker.

Nadere informatie

How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer

How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer Samenvatting Leesvaardigheid is van groot belang in onze geletterde maatschappij. In veel wetenschappelijke studies zijn dan ook

Nadere informatie

Multiculturele sensitiviteit in selectieprocedures

Multiculturele sensitiviteit in selectieprocedures Multiculturele sensitiviteit in selectieprocedures Marise Born Zeist, 9 oktober 2018 Psychologen in Bedrijf Erasmus University Rotterdam Selectieprocedures Overview Deductie-keten (ISO 10667) Organisatiedoelen

Nadere informatie

Steeman HRD Assessment Centers

Steeman HRD Assessment Centers Steeman HRD Wijk bij Duurstede www.steemanhrd.com info@steemanhrd.com tel: +31 (0)6 2367 1321 Steeman Human Resource Development ondersteunt individuele medewerkers, teams en organisaties bij het formuleren,

Nadere informatie

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit SAMENVATTING Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit Leiders zijn belangrijke leden van organisaties. De

Nadere informatie

Eerste contactpersoon Dr. Jos van Loon Manager Arduin / onderzoeker en prof. aan de Vakgroep Orthopedagogiek Gent

Eerste contactpersoon Dr. Jos van Loon Manager Arduin / onderzoeker en prof. aan de Vakgroep Orthopedagogiek Gent Checklist Contactgegevens Onderstaand vult u de contactgegevens in van de eerste én tweede contactpersoon voor wanneer er vragen zijn over het instrument(en), de aangeleverde documentatie of anderszins.

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

Achtergronden bij het instrument

Achtergronden bij het instrument Achtergronden bij het instrument P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Postbus 1087, 3600 BB Maarssen tel. 0346-55 90 10 fax 0346-55 90 15 www.picompany.nl servicedesk@picompany.nl

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen. FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN NAAMSESTRAAT 69 BUS 3500 3000 LEUVEN, BELGIË m Stageproject bijlage 1: Leidraad bij het functioneringsgesprek Naam stagiair(e):.. Studentennummer:. Huidige opleiding

Nadere informatie

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase Inleiding Door de toenemende globalisering en bijbehorende concurrentiegroei tussen bedrijven over de hele wereld, de economische recessie in veel landen, en de groeiende behoefte aan duurzame inzetbaarheid,

Nadere informatie

03.03.2010 Conferentie Studiesucces

03.03.2010 Conferentie Studiesucces 03.03.2010 Conferentie Studiesucces Anita de Vries A.devries@noa-vu.nl A.de.vries@psy.vu.nl 1/40 03.03.2010 Conferentie Studiesucces Persoonlijkheid als voorspeller van Studieprestatie & Contraproductief

Nadere informatie

Inzicht in iemands managementcompetenties

Inzicht in iemands managementcompetenties Zo ga je aan de slag met: Management Competence Scan Inzicht in iemands managementcompetenties Management Competence Scan Met de Management Competence Scan van Quamas (MCS) beschik je in anderhalf uur

Nadere informatie

De constructvaliditeit van de dimensie Integriteit van een Situational Judgment Test

De constructvaliditeit van de dimensie Integriteit van een Situational Judgment Test De constructvaliditeit van de dimensie Integriteit van een Situational Judgment Test Annemieke Los 265499 Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit Sociale Wetenschappen Instituut voor Psychologie Juli

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Handelen in overeenstemming met wetenschappelijke evidentie, ook voor A&O psychologen

Handelen in overeenstemming met wetenschappelijke evidentie, ook voor A&O psychologen Handelen in overeenstemming met wetenschappelijke evidentie, ook voor A&O psychologen Karin Proost Hogeschool-Universiteit Brussel KULeuven Open Universiteit Nederland Karin.Proost@hubrussel.be Bron: Bron:

Nadere informatie

Hebben mannen en vrouwen gelijke kansen. bij selectieproeven met intelligentietests? Samenvatting

Hebben mannen en vrouwen gelijke kansen. bij selectieproeven met intelligentietests? Samenvatting FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN DEPARTEMENT PSYCHOLOGIE ONDERZOEKSGROEP HOGERE COGNITIE EN INDIVIDUELE VERSCHILLEN CENTRUM VOOR ORGANISATIE- EN PERSONEELSPSYCHOLOGIE TIENSESTRAAT 102

Nadere informatie

De Relatie van Algemene en Specifieke Kennis met SJTs

De Relatie van Algemene en Specifieke Kennis met SJTs De Relatie van Algemene en Specifieke Kennis met SJTs Een Studie naar Antecedenten van Taak- en Contextuele Prestatie Helena Vancampenhout Studentennummer: 01205693 Promotor: Prof. dr. Eva Derous Masterproef

Nadere informatie

Appraisal. Datum:

Appraisal. Datum: Appraisal Naam: Sample Candidate Datum: 08-08-2013 Over dit rapport: Dit rapport is op automatische wijze afgeleid van de resultaten van de vragenlijst welke door de heer Sample Candidate is ingevuld.

Nadere informatie

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak 1 Achtergrond van het onderzoek Bedrijven vertrouwen meer en meer op social media om klanten te betrekken

Nadere informatie

De ontwikkeling van een SJT. Bij Rode Kruis-Vlaanderen

De ontwikkeling van een SJT. Bij Rode Kruis-Vlaanderen De ontwikkeling van een SJT Bij Rode Kruis-Vlaanderen Programma Waarom SJT? Achtergrond RKV Aanpak/Proces Lessons Learned 2 Korte kennismaking RKV RKV = DVB + HD DVB Medisch HD NGO Zelfde missie, gelijkaardige

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Handleiding. SQ-sales

Handleiding. SQ-sales - Handleiding SQ-sales Een multimedia SJT voor commercie en accountmanagement Paul van der Maesen de Sombreff Barend Koch Versie juni 2011 INHOUD Bladzijde 1. Inleiding 2 2. Gebruiksdoel 2 2.1. Meetpretentie

Nadere informatie

Assessment Centers. STUDIEDAG 12 juni 2008. Jo De Bruyne

Assessment Centers. STUDIEDAG 12 juni 2008. Jo De Bruyne Assessment Centers STUDIEDAG 12 juni 2008 Jo De Bruyne Assessment Center Wat is een Assessment Center? Een proces waarbij een individu of een groep van individuen beoordeeld wordt door meerdere beoordelaars

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

Selor Community Event 22/5/2012

Selor Community Event 22/5/2012 Screeningsmodel Selor Community Event 22/5/2012 Het screeningsmodel EVENT 1 EVENT 2 Het screeningsmodel Basiscompetenties en cognitieve vaardigheden aangetoond door een diploma-niveau of equivalent aan

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting SAMENVATTING SAMENVATTING Introductie Dit proefschrift geeft het theoretische en experimentele werk weer rondom de auditieve en cognitieve mechanismen van het top-down herstel van gedegradeerde spraak. In het dagelijks

Nadere informatie

Competency Check. Datum:

Competency Check. Datum: Competency Check Naam: Sample Candidate Datum: 08-08-2013 Over dit rapport: Dit rapport is op automatische wijze afgeleid van de resultaten van de vragenlijst welke door de heer Sample Candidate is ingevuld.

Nadere informatie

Rapport SQ-Sales. Lydia Beelders 07 juli 2011 V1.1

Rapport SQ-Sales. Lydia Beelders 07 juli 2011 V1.1 Rapport SQ-Sales Lydia Beelders 07 juli 2011 V1.1 Rapportage SQ-test voor commerciële competenties. Gebruikersnaam: proef Naam: Lydia Beelders Geslacht: Vrouw Geboortejaar: 1988 Opleiding: HBO Testdatum:

Nadere informatie

Summary in Dutch 179

Summary in Dutch 179 Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

de juiste kandidaten selecteren én kansen bieden aan doelgroepen

de juiste kandidaten selecteren én kansen bieden aan doelgroepen de juiste kandidaten selecteren én kansen bieden aan doelgroepen inhoud inleiding: Jobpunt Vlaanderen evidence-based selecteren divers talent selecteren vakmanschap: concept vakmanschap: pilootproject

Nadere informatie

360 FEEDBACK 15/06/2012. Thomas Leiderschap Vragenlijst. Thomas Voorbeeld. Persoonlijk & Vertrouwelijk

360 FEEDBACK 15/06/2012. Thomas Leiderschap Vragenlijst. Thomas Voorbeeld. Persoonlijk & Vertrouwelijk 360 FEEDBACK 15/06/2012 Thomas Leiderschap Vragenlijst Thomas Voorbeeld Persoonlijk & Vertrouwelijk S Hamilton-Gill & Thomas International Limited 1998-2013 http://www.thomasinternational.net 1 Inhoud

Nadere informatie

Ondersteuning bij sollicitatie

Ondersteuning bij sollicitatie Ondersteuning bij sollicitatie Programma 1. Inleiding 2. Procedure en praktische info 3. Overzicht mogelijke proeven 3.1 Préselectie / schriftelijke proef 3.2 Vaardigheidsproef 3.3 Rollenspel 3.4 Psychotechnische

Nadere informatie

Maak de juiste keuze. Coaching. Selectie/Promotie. Management Ontwikkeling. Loopbaanbegeleiding. Copyright 2005 Alert Management Consultants

Maak de juiste keuze. Coaching. Selectie/Promotie. Management Ontwikkeling. Loopbaanbegeleiding. Copyright 2005 Alert Management Consultants Maak de juiste keuze - Selectie/Promotie Coaching Management Ontwikkeling Loopbaanbegeleiding Waarschijnlijk vindt u het net als de meeste mensen in uw vakgebied wel eens moeilijk om iemands persoonlijkheid

Nadere informatie

TECHNISCHE HANDLEIDING IQ TEST

TECHNISCHE HANDLEIDING IQ TEST TECHNISCHE HANDLEIDING IQ TEST 12 December 2011 INHOUDSOPGAVE TESTOVERZICHT Meetpretentie Theoretische achtergrond Kenmerken Samenstelling Toepassingsgebied Voorbeelditems TESTKENMERKEN Vraag die voor

Nadere informatie

Thomas Voorbeeld. Thomas Leiderschap Vragenlijst. Persoonlijk & Vertrouwelijk

Thomas Voorbeeld. Thomas Leiderschap Vragenlijst. Persoonlijk & Vertrouwelijk 360-rapport Thomas Voorbeeld Thomas Leiderschap Vragenlijst Persoonlijk & Vertrouwelijk Inhoud Inleiding Toelichting bij het 360-rapport Gemiddelde per competentie Weergave van de 5 hoogste en 5 laagste

Nadere informatie

STARR-interview in theorie & praktijk

STARR-interview in theorie & praktijk 1.3 STARR-interview in theorie & praktijk Een sollicitant goed inschatten, is geen sinecure. Op basis van een kort gesprek, eventueel in combinatie met een praktische proef beoordeelt u als werkgever of

Nadere informatie

Essay Project Interactieve Multimedia Tom Tol Groep: 23

Essay Project Interactieve Multimedia Tom Tol Groep: 23 Essay Project Interactieve Multimedia Tom Tol Groep: 23 Het doel van project interactieve multimedia is om een interactieve video te maken met als thema het leveren van negatieve feedback aan anderen.

Nadere informatie

Succesvolle toepassing van 360 graden feedback: De keuze van het 360 instrument en de voorbereiding op het 360 traject

Succesvolle toepassing van 360 graden feedback: De keuze van het 360 instrument en de voorbereiding op het 360 traject Succesvolle toepassing van 360 graden feedback: De keuze van het 360 instrument en de voorbereiding op het 360 traject Augustus 2011 Waar werknemers onderdeel zijn van een organisatie, wordt beoordeeld.

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Tweede examenperiode

UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Tweede examenperiode UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2010-2011 Tweede examenperiode Bijdrage aan de ontwikkeling van een webcamtest: Inductieve verzameling en validatie van

Nadere informatie

Capaciteitentesten: de voordelen tijdens selectie. TestGroup Consulting

Capaciteitentesten: de voordelen tijdens selectie. TestGroup Consulting Capaciteitentesten: de voordelen tijdens selectie TestGroup Consulting Maart 2010 Management samenvatting Met de opkomst van nieuwe technologie en goedkopere instrumenten zijn bedrijven steeds meer gaan

Nadere informatie

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument Het doel van deze opdracht is nagaan of je instrument geschikt is voor je onderzoek. Het is altijd verstandig

Nadere informatie

Alles over Assessments: Validiteit, Referenties, Cv s en Contextualisatie. NIP 11 september 2015 Marise Born

Alles over Assessments: Validiteit, Referenties, Cv s en Contextualisatie. NIP 11 september 2015 Marise Born Alles over Assessments: Validiteit, Referenties, Cv s en Contextualisatie NIP 11 september 2015 Marise Born born@fsw.eur.nl de validiteitsbijbel van Schmidt& Hunter 1998: Onderzoeksresultaten geïntegreerd

Nadere informatie

Concreet wordt aan de respondent de volgende ultieme vraag gesteld:

Concreet wordt aan de respondent de volgende ultieme vraag gesteld: De Net Promoter Score SM (NPS ) is een eenvoudig maar krachtig instrument om met één enkele vraag klantentevredenheid te meten, en bijgevolg een indicatie te krijgen van het groeipotentieel van je bedrijf

Nadere informatie

De webcamtest als voorspeller van professioneel gedrag

De webcamtest als voorspeller van professioneel gedrag REEKS WERVING EN SELECTIE De webcamtest als voorspeller van professioneel gedrag Marit R.E. Op de Beek, Janneke K. Oostrom & Marise Ph. Born * Deze studie beschrijft een nieuw type video-assessment ontwikkeld

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

smartops people analytics

smartops people analytics smartops people analytics Introductie De organisatie zoals we die kennen is aan het veranderen. Technologische ontwikkelingen en nieuwe mogelijkheden zorgen dat onze manier van werken verandert. Waar veel

Nadere informatie

Effectiviteit en bruikbaarheid van verschillende werkvormen EVS in de opleiding van jeugdsportbegeleiders

Effectiviteit en bruikbaarheid van verschillende werkvormen EVS in de opleiding van jeugdsportbegeleiders Effectiviteit en bruikbaarheid van verschillende werkvormen EVS in de opleiding van jeugdsportbegeleiders J. De Bouw, K. De Martelaer, K. Struyven en L. Haerens 31/12/2011 Inleiding Aanleiding onderzoek:

Nadere informatie

TH-PI Performance Indicator. Best Peter Assistant

TH-PI Performance Indicator. Best Peter Assistant Best Peter Assistant TH-PI Performance Indicator Dit rapport werd gegenereerd op 11-11-2015 door White Alan van Brainwave Ltd.. De onderliggende data dateren van 10-03-2015. OVER DE PERFORMANCE INDICATOR

Nadere informatie

BURNOUT ASSESSMENT TOOL

BURNOUT ASSESSMENT TOOL BURNOUT ASSESSMENT TOOL Wat is de BAT? De eigenschappen en sterktes van de nieuwe meting Woensdag 20 maart 2019 Inhoud 1- Hoe betrouwbaar & valide is de BAT? 2- Hoe gebruik je de BAT? 3- Hoeveel werkenden

Nadere informatie

Wachten tot de witte raaf aan de deur komt kloppen? Een analyse van het instroom- en retentiebeleid bij bedrijven

Wachten tot de witte raaf aan de deur komt kloppen? Een analyse van het instroom- en retentiebeleid bij bedrijven Wachten tot de witte raaf aan de deur komt kloppen? Een analyse van het instroom- en retentiebeleid bij bedrijven Valsamis, D. & Vandeweghe, B. 2012. Instroom- en retentiebeleid van bedrijven: wachten

Nadere informatie

3 Selectie en selectiemiddelen

3 Selectie en selectiemiddelen 3 Selectie en selectiemiddelen Het werven van personeel is één, het selecteren ervan is een ander verhaal. Er zullen over het algemeen immers meer kandidaten zijn dan functies, en daarom moet er selectie

Nadere informatie

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS.

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. Auteur: Olivia De Smet i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Ongewenst intrusief gedrag houdt in dat

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

mt&v HR Services mt&v Assessment Services

mt&v HR Services mt&v Assessment Services mt&v HR Services Organisaties hebben ambities. Het concretiseren van de ambitie van een organisatie door middel van een heldere, missie, met concrete doelstellingen en strategie, is cruciaal voor elke

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Gedrag in organisaties, 9e editie Stephen P. Robbins en Timothy A. Judge. Hoofdstuk 10. Communicatie

Gedrag in organisaties, 9e editie Stephen P. Robbins en Timothy A. Judge. Hoofdstuk 10. Communicatie Gedrag in organisaties, 9e editie Stephen P. Robbins en Timothy A. Judge Hoofdstuk 10 Communicatie 1 Na bestudering van dit hoofdstuk ben je in staat om: 1. Het communicatieproces te beschrijven. 2. De

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

De invloed van inductie programma's op beginnende leraren

De invloed van inductie programma's op beginnende leraren De invloed van inductie programma's op beginnende leraren Op basis van door NWO gefinancierd wetenschappelijk onderzoek heeft Chantal Kessels, Universiteit Leiden in 2010 het proefschrift 'The influence

Nadere informatie

College Week 3 Kwaliteit meetinstrumenten; Inleiding SPSS

College Week 3 Kwaliteit meetinstrumenten; Inleiding SPSS College Week 3 Kwaliteit meetinstrumenten; Inleiding SPSS Inleiding in de Methoden & Technieken 2013 2014 Hemmo Smit Overzicht van dit college Kwaliteit van een meetinstrument Inleiding SPSS Hiervoor lezen:

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

2.3 HET STARR-INTERVIEW IN THEORIE & PRAKTIJK

2.3 HET STARR-INTERVIEW IN THEORIE & PRAKTIJK 2.3 HET STARR-INTERVIEW IN THEORIE & PRAKTIJK Een sollicitant goed inschatten is geen sinecure. Op basis van een kort gesprek, eventueel in combinatie met een technische proef, beoordeelt u als werkgever

Nadere informatie

Leeswijzer rapporten

Leeswijzer rapporten Leeswijzer rapporten Naar aanleiding van de lokale verkiezingen legt ACV Openbare Diensten de noden van het personeel van de gemeenten, OCMW s, provincies en intercommunales op tafel. We brengen de arbeidstevredenheid

Nadere informatie

6DPHQYDWWLQJ. De studie psychologie aan de Open Universiteit Nederland (OUNL) kent een hoge uitval.

6DPHQYDWWLQJ. De studie psychologie aan de Open Universiteit Nederland (OUNL) kent een hoge uitval. 6DPHQYDWWLQJ De studie psychologie aan de Open Universiteit Nederland (OUNL) kent een hoge uitval. Van de ongeveer 1200 studenten die per jaar instromen, valt de helft binnen drie maanden af. Om een antwoord

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Competentie Thermometer

Competentie Thermometer Competentie Thermometer Een paar ipad basisvaardigheden checken Competentie Thermometer Begin with the end in mind Even voorstellen Naam Organisatie Soort werkzaamheden Ervaring met assessments Favoriete

Nadere informatie

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen 133 SAMENVATTING Sociale vergelijking is een automatisch en dagelijks proces waarmee individuen informatie over zichzelf verkrijgen. Sinds Festinger (1954) zijn assumpties over sociale vergelijking bekendmaakte,

Nadere informatie

Derks & Derks Assessmentkalender De ins en outs van assessment met humor belicht. Tel

Derks & Derks Assessmentkalender De ins en outs van assessment met humor belicht. Tel 2017 Derks & Derks B.V. Derks & Derks Assessmentkalender De ins en outs van assessment met humor belicht. Derks & Derks Assessmentkalender Voorbereiding Een assessment kan spannend zijn voor deelnemers

Nadere informatie

THE POSITIVE FEEDBACK TRAINER MANAGER AND EMPLOYEE VERSION

THE POSITIVE FEEDBACK TRAINER MANAGER AND EMPLOYEE VERSION THE POSITIVE FEEDBACK TRAINER MANAGER AND EMPLOYEE VERSION VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM Roy van de Vathorst (2556746) Thomas Gruben (2554243) Informatie, Multimedia en Management Project Interactive Multimedia

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Deelregeling #NieuweStukken Fonds Podiumkunsten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Deelregeling #NieuweStukken Fonds Podiumkunsten STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 69346 14 december 2018 Deelregeling #NieuweStukken Fonds Podiumkunsten Het bestuur van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten

Nadere informatie

Highlight, online management simulatie

Highlight, online management simulatie Highlight, online management simulatie assessment van managementeffectiviteit en -vaardigheden Analyses van beroepsspecifieke eisen tonen aan dat het goed kunnen uitvoeren van organisatorische en planningstaken

Nadere informatie

Persoonlijkheid en competenties: wat kun je ontwikkelen?

Persoonlijkheid en competenties: wat kun je ontwikkelen? Persoonlijkheid en competenties: wat kun je ontwikkelen? NOA: Drs. Daniël Elzas (afdeling Onderzoek en Ontwikkeling) Rabobank: Drs. Karel van der Burgt (Directoraat Personeel, Rabobank Nederland) Donderdag

Nadere informatie

HOGAN PERSONALITY INVENTORY

HOGAN PERSONALITY INVENTORY SELECCIONAR DESARROLLAR CONDUCIR HOGAN PERSONALITY INVENTORY OVERZICHT LA CIENCIA DE LA PERSONALIDAD INTRODUCTIE De Hogan Personality Inventory meet persoonlijkheid en wordt gebruikt om succes en prestaties

Nadere informatie

1. Gegeven zijn de itemsores van 8 personen op een test van 3 items

1. Gegeven zijn de itemsores van 8 personen op een test van 3 items 1. Gegeven zijn de itemsores van 8 personen op een test van 3 items item Persoon 1 2 3 1 1 0 0 2 1 1 0 3 1 0 0 4 0 1 1 5 1 0 1 6 1 1 1 7 0 0 0 8 1 1 0 Er geldt: (a) de p-waarden van item 1 en item 2 zijn

Nadere informatie

Er staat veel op het spel bij selectie voor de geneeskundeopleiding. Slechts 6-30% van de kandidaten kan toegelaten worden tot de opleiding en selecti

Er staat veel op het spel bij selectie voor de geneeskundeopleiding. Slechts 6-30% van de kandidaten kan toegelaten worden tot de opleiding en selecti Samenvatting Er staat veel op het spel bij selectie voor de geneeskundeopleiding. Slechts 6-30% van de kandidaten kan toegelaten worden tot de opleiding en selectieprocedures zijn over het algemeen prijzig.

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

KLIK OM TE NAVIGEREN PRODUCTIE 4 GRAFISCHE ELEMENTEN 4 RIGGING 4 ANIMEREN 4 RENDEREN 5 BACKUP 5

KLIK OM TE NAVIGEREN PRODUCTIE 4 GRAFISCHE ELEMENTEN 4 RIGGING 4 ANIMEREN 4 RENDEREN 5 BACKUP 5 PRODUCTIE PROCES Wij vinden het bij Infilmer Studios belangrijk dat de klant een goed inzicht heeft in het proces. Daarom zullen we je bij elk onderdeel van de productie een overzicht geven van de processen

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

NAAM VOORNAAM 29/10/2012

NAAM VOORNAAM 29/10/2012 NAAM VOORNAAM 29/10/2012 Rijksregisternummer Naam Selectienummer 99999999999 NAAM VOORNAAM SELECTIE Feedbackrapport aangaande de selectie: SELECTIE TITEL Het rapport bestaat uit 3 delen: 1. De competenties

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) Relatiemarketing is gericht op het ontwikkelen van winstgevende, lange termijn relaties met klanten in plaats van het realiseren van korte termijn transacties.

Nadere informatie

Taal en Connector Ability

Taal en Connector Ability Taal en Connector Ability Nico Smid Taal en Intelligentie Het begrip intelligentie gedefinieerd als G ( de zogenaamde general factor) verwijst naar het algemene vermogen om nieuwe problemen in nieuwe situaties

Nadere informatie