UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode"

Transcriptie

1 Faculteit Psychologie & Pedagogische wetenschappen UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode CROSSCULTURELE TRANSPORTEERBAARHEID VAN EEN SITUATIONAL JUDGMENT TEST VOOR PERSOONLIJK INITIATIEF: EEN VERGELIJKING TUSSEN EEN DUITSE EN BELGISCHE STEEKPROEF Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van master in Psychologie, Optie bedrijfspsychologie en personeelsbeleid door Jozefien De Wolf Promotor: Prof. dr. Filip Lievens Begeleiding: Britt De Soete

2 Crossculturele Transporteerbaarheid van een SJT ii Ondergetekende, Jozefien De Wolf geeft toelating tot het raadplegen van de masterproef door derden.

3 Crossculturele Transporteerbaarheid van een SJT iii Voorwoord Ondanks het feit dat de voorpagina van deze masterproef doet vermoeden dat dit werk enkel en alleen door mezelf werd gerealiseerd, wil ik toch graag benadrukken dat, indien dit zo zou geweest zijn, deze masterproef nooit zou zijn ontstaan. Zonder de hulp van vele anderen zou deze masterproef slechts een fractie zijn van wat ik vandaag voorleg. Daarom wil ik graag enkele mensen bedanken. In de eerste plaats wens ik graag mijn begeleidster Britt De Soete te bedanken voor de motiverende gesprekken en mailtjes, het vertrouwen en de weldoordachte adviezen. Door haar gedrevenheid en kennis van de materie kon ze me uitstekend bijstaan in elke fase van dit onderzoek. Daarnaast wil ik ook graag mijn promotor Prof. Dr. Lievens bedanken, die mijn interesse voor selectie-instrumenten aanwakkerde door de boeiende lessen van Personeelsbeleid I. Verder bedank ik hem ook om mij de kans te geven me in dit onderwerp te kunnen verdiepen. Verder bedank ik ook alle respondenten die mijn vragenlijst hebben ingevuld. Velen daarvan ken ik niet, maar namen toch de tijd. Daarbij kan ik ook Caroline Merkel en Elien De Plecker niet vergeten, zonder hen zou ik de Duitse respondenten nooit bevraagd kunnen hebben. Tot slot wil ik ook graag mijn ouders bedanken voor de kans die ik gekregen heb om verder te studeren, hoewel ze zelf op eigen houtje aan hun weg moesten timmeren. Toch hebben ze me altijd onvoorwaardelijk gesteund. Erpe, 16 mei 2011, Jozefien De Wolf

4 Crossculturele Transporteerbaarheid van een SJT iv Abstract Onderzoek naar de crossculturele transporteerbaarheid van selectie-instrumenten in het algemeen, en Situational Judgment Tests in het bijzonder, is schaars. Tot op heden werd vooral onderzocht wat de verschillen zijn in gebruik van selectie-instrumenten over landen heen. Echter, gezien de toenemende globalisatie, is het noodzakelijk om na te gaan of selectie-instrumenten ook implementeerbaar zijn in een internationale context. Daartoe werd in dit onderzoek gebruik nagegaan of een Situational Judgment Test voor persoonlijk initiatief, ontwikkeld in Duitsland, toepasbaar is in een Belgische context. Door middel van een bevraging van 144 bankbedienden uit België en Duitsland, werd bevonden dat er een significant verschil bestaat tussen Duitse en Belgische bankbedienden op de Situational Judgment Test voor persoonlijk initiatief, waarbij Duitse bankbedienden significant hoger scoren. Verder werd ook evidentie gevonden voor de convergente validiteit in beide landen, evenals de gelijkheid van deze validiteit tussen beide landen. Echter, voor de concurrente validiteit werd geen ondersteuning gevonden. Tot slot werden ook interactie-effecten teruggevonden van nationaliteit en de individuele perceptie op uncertainty avoidance, op de Situational Judgment Test voor persoonlijk initiatief. Dit interactie-effect duidde aan dat de perceptie op uncertainty avoidance een rol speelde bij de Duitse steekproef; hoe hoger deze perceptie, hoe lager de score op de Situational Judgment Test. In de Duitse steekproef werd dit verband niet teruggevonden.

5 Crossculturele Transporteerbaarheid van een SJT v Inhoudstafel Inleiding 1 Wat is een Situational Judgment Test? 3 Geschiedenis van SJTs 4 SJT als Simulatie 5 Ontwikkeling van SJTs 6 Wetenschappelijke Eigenschappen van SJTs 7 SJTs in een Internationale Context 12 Dimensies van Hofstede 14 Persoonlijk Initiatief 17 Methode 26 Steekproef en Procedure 26 Meetinstrumenten 29 Resultaten 32 Nationale Verschillen in SJT-scores 34 Convergente en Concurrente Validiteit 34 Culturele Waarden als Moderator 35 Discussie 37 Onderzoeksbevindingen 38 Theoretische en Praktische Implicaties 43 Beperkingen, Sterktes en Suggesties voor Toekomstig Onderzoek 44 Conclusie 46 Referenties 48 Appendix 53

6 Crossculturele Transporteerbaarheid van een SJT vi Lijst van figuren Figuur Titel Pagina 1 Een voorbeelditem van een SJT uit Weekley, Ployhart, en 4 Holtz (2006) 2 Hypothese 3a. Moderatie-effect van uncertainty avoidance 24 op de relatie van nationaliteit op de SJT-PI 3 Hypothese 3b: Moderatie-effect van power distance op de 26 relatie van nationaliteit op de SJT-PI 4 Een voorbeelditem van de SJT-PI (Bledow & Frese, 2009) 30 5 Interactie van nationaliteit en uncertainty avoidance op de SJT-PI 37

7 Crossculturele Transporteerbaarheid van een SJT vii Lijst van tabellen Tabel Titel Pagina 1 Beschrijving van de Belgische, Duitse en totale steekproef 28 2 Gemiddelden, standaarddeviaties, interne consistenties en correlaties van alle variabelen uit het onderzoek 33 3 Hiërarchische regressieanalyse van nationaliteit met 36 uncertainty avoidance op de SJT-PI

8 Crossculturele Transporteerbaarheid van een SJT 1 Inleiding Globalisatie in de 21 ste eeuw is niet meer te onderkennen. Immer evoluerende communicatie- en transporttechnologie hebben er voor gezorgd dat landsgrenzen niet langer barrières vormen in de huidige economie. Daarbij worden naast producten ook steeds meer diensten aangeboden aan alle uithoeken van de wereld (Tsui et al., 2007). Hierdoor verschuift de lokale focus op werknemers naar een internationale invalshoek. Dit houdt tevens in dat bij het gebruik van selectie-instrumenten rekening moet gehouden worden met deze nieuwe ontwikkelingen. Echter, onderzoek naar de crossculturele transporteerbaarheid van selectie-instrumenten is schaars (Lievens, 2006). De meeste studies die selectie-instrumenten bestuderen in een internationale context, beschrijven vooral het verschil in gebruik van selectie-instrumenten tussen verschillende landen en culturen (Lievens, 2006). Echter, bij crossculturele transporteerbaarheid stelt men zich de vraag of een selectie-instrument haar validiteit behoudt als het in andere culturen wordt gebruikt dan in de cultuur waarin de test ontwikkeld werd (Lievens, 2006). Hiertoe werd tot op heden enkel de crossculturele generaliseerbaarheid van cognitieve vaardigheidstests en persoonlijkheidsvragenlijsten onderzocht, waarbij gevonden werd dat beide instrumenten hun voorspellende waarde over culturen heen behouden (Lievens, 2006). De vraag die in dit onderzoek wordt gesteld is of situational judgment tests (SJTs) ook crosscultureel transporteerbaar zijn. SJTs zijn selectie-instrumenten waarbij de kandidaat een reeks situaties voorgelegd krijgt die gelijkaardig zijn aan situaties op de werkvloer (Lievens & Schollaert, 2008). De kandidaat kan kiezen uit een aantal antwoordopties om duidelijk te maken hoe hij of zij zou reageren. Aan de hand van de gekozen antwoorden kan een voorspelling gemaakt worden omtrent het latere presteren in de functie. Aangezien de voorgelegde situaties zich afspelen binnen een specifieke context, is het niet vanzelfsprekend dat deze situaties generaliseerbaar zijn over culturen heen (Lievens, 2006). Mede door de contextspecificiteit van de SJTs is het noodzakelijk om zich te verdiepen in hun crossculturele transporteerbaarheid. Sinds de herontdekking van de SJT door Motowidlo, Dunnette, en Carter (1990) is de interesse in SJTs sterk toegenomen. Er zijn verschillende factoren waarom SJTs zowel in het onderzoeksveld als in de praktijk aan populariteit winnen. McDaniel,

9 Crossculturele Transporteerbaarheid van een SJT 2 Morgeson, Finnegan, Campion, en Braverman (2001) toonden aan dat een SJT over het algemeen een hoge criteriumgerelateerde validiteit heeft; het is dus een goede voorspeller voor later werkgedrag. Daarnaast worden SJTs meestal ook positief onthaald door sollicitanten, waardoor zowel de job als de organisatie waarbij gesolliciteerd wordt, aantrekkelijker worden bevonden (Lievens & Schollaert, 2008). Verder genereren SJTs over het algemeen slechts beperkte subgroepverschillen, waardoor etnische subgroepen minder benadeeld worden dan bij het gebruik van andere selectie-instrumenten (Lievens & Schollaert, 2008). De inzichten die dit onderzoek brengt, bieden een belangrijke meerwaarde voor de praktijk. De toenemende globalisatie zorgt immers voor het ontstaan van bedrijven met vestigingen in verschillende landen. Over het algemeen wordt geconcludeerd dat multinationals met een globale HR strategie, effectiever zijn dan de concurrentie die focust op een lokaal HR beleid (Morris et al., 2009). Om de globale HR strategie te ondersteunen, is het bestaan van crosscultureel onderzoek van selectie-instrumenten essentieel voor de praktische toepassing van deze strategie. Daarnaast biedt dit onderzoek ook een handvat voor het correcte gebruik van een selectie-instrument over culturen heen, zodat menselijk kapitaal op een optimale manier benut kan worden. Dat hierbij geopteerd wordt voor een SJT heeft niet als enig doel in te spelen op een theoretical gap, het is ook duidelijk dat de SJT een instrument is dat in de toekomst in het praktijkveld aan belang zal winnen, gezien de uiteenlopende mogelijkheden die dit instrument biedt. Dit onderzoek maakt zich uniek door de crossculturele transporteerbaarheid van een SJT te onderzoeken. Hierbij wordt aan de hand van een veldstudie een vergelijking gemaakt tussen de buurlanden België en Duitsland, waarbij de crossculturele waardedimensies van Hofstede aangewend worden als mogelijke verklaring voor eventuele verschillen. Er wordt geopteerd om de generaliseerbaarheid van een SJT voor persoonlijk initiatief te onderzoeken, omdat de rol van persoonlijk initiatief steeds belangrijker wordt binnen de huidige globale marktstructuur. Persoonlijk initiatief is proactief gedrag dat wordt gesteld in een werkcontext, waarbij mensen actief op zoek gaan naar mogelijkheden om een organisatie vooruit te helpen (Bledow & Frese, 2009). Zeker in het kader van internationale functies kan een organisatie een competitief voordeel op de concurrentie verkrijgen door werknemers aan te werven die over

10 Crossculturele Transporteerbaarheid van een SJT 3 persoonlijk initiatief beschikken. Bedrijven waar werknemers enkel doen wat hen gevraagd wordt, verliezen de competitie (Frese & Fay, 2001). Daarom is het ook noodzakelijk dat deze eigenschap gemeten kan worden op internationaal vlak. De huidige studie wordt vooreerst geplaatst binnen de reeds bestaande wetenschappelijke literatuur, waarbij de SJT besproken wordt, en geplaatst binnen een internationale context. Daarna worden de crossculturele waardedimensies van Hofstede besproken, en ten slotte wordt ook het concept persoonlijk initiatief verder uitgediept. Na de bespreking van de literatuur wordt zowel de relatie tussen nationaliteit en een SJT voor persoonlijk initiatief, als het interactie-effect van nationaliteit en culturele waarden op deze SJT nagegaan. Verder wordt ook de concurrente en convergente validiteit getoetst in dit veldonderzoek. De resultaten worden vervolgens uiteengezet en besproken in de discussie, gekoppeld aan suggesties voor toekomstig onderzoek. Wat is een Situational Judgment Test? Situational Judgment Tests (SJTs) zijn selectie-instrumenten die gebruikt worden binnen personeelsselectie. Zij winnen de laatste jaren sterk aan populariteit, zowel in de praktijk als binnen de wetenschappelijke literatuur, waardoor er ook meer onderzoek over uitgevoerd wordt (Lievens & Schollaert, 2008). Een SJT is een instrument dat de kandidaat test om latere jobprestaties te voorspellen, aan de hand van verschillende werkgerelateerde situatieschetsen die een dilemma bevatten en eindigen op een sleutelmoment. Deze situatieschets is de itemstam. Na het presenteren van deze itemstam dient de sollicitant te antwoorden door een keuze te maken uit een aantal mogelijke antwoordalternatieven. Hierbij geeft de respondent aan welke optie de beste en/of slechtste oplossing is, of welk gedrag de respondent het meest/minst waarschijnlijk zelf zou stellen. Een voorbeeld van een SJT is afgebeeld in figuur 1 (Motowidlo, Hooper, & Jackson, 2006; Weekley & Ployhart, 2006).

11 Crossculturele Transporteerbaarheid van een SJT 4 Figuur 1. Een voorbeelditem van een SJT uit Weekley, Ployhart, en Holtz (2006). Een klant vraagt naar een specifiek merk van een product dat de winkel niet verkoopt. Hoe zou je reageren tegenover de klant? a. Vertel aan de klant welke winkel het merk wel verkoopt, maar geef aan dat jouw merk gelijkaardig is. b. Stel de klant meer vragen, zodat je hem iets anders kan suggereren. c. Vertel de klant dat de winkel over producten van de hoogste kwaliteit beschikt. d. Vraag een collega om hulp. e. Vertel aan de klant welke winkels het merk verkopen. Geschiedenis van SJTs De eerste vermeldingen van SJTs dateren van het begin van de 20 ste eeuw. In 1920 werd de George Washington Social Intelligence Test ontwikkeld. In een onderdeel van deze test werden participanten bevraagd omtrent verschillende werksituaties (McDaniel et al., 2001). Het verschil met hedendaagse SJTs is dat deze test geen conglomeraat van concepten bevroeg, maar eerder een maat van algemene intelligentie was. Tijdens WO II ontwierp men een SJT die dichter aanleunt bij de SJTs die we vandaag kennen. Aan soldaten werden scenario s voorgelegd, waarbij ze konden antwoorden door te kiezen uit een aantal responsalternatieven. Hierbij werden verschillende competenties gemeten, welke sterk overeenkomen met bepaalde competenties die we ook vandaag trachten te meten aan de hand van een SJT(McDaniel et al., 2001). Tussen 1940 en 1960 werden verschillende tests ontwikkeld die peilden naar leiderschapspotentieel en managersucces. Net zoals de George Washington Social Intelligence Test, maten deze SJTs vooral algemene intelligentie (McDaniel et al., 2001; Motowidlo et al., 1990). Gedurende de periode van 1960 tot 1990 was de interesse in SJTs gering. Het is pas sinds het onderzoek van Motowidlo et al. (1990) dat er opnieuw interesse is ontstaan in het onderwerp. Motowidlo et al. (1990) ontwikkelden een SJT die een goede voorspeller was van jobprestaties. In tegenstelling tot de voorgaande SJTs vertoonde deze SJT vrijwel geen correlatie met cognitieve vaardigheden. Hierdoor neemt de

12 Crossculturele Transporteerbaarheid van een SJT 5 toegevoegde waarde van SJTs in een traditionele selectiebatterij toe, aangezien een traditionele selectiebatterij over het algemeen een cognitieve vaardigheidstest bevat (Motowidlo et al., 1990; Weekley & Ployhart, 2006). SJT als Simulatie Motowidlo et al. (1990) waren de eersten die duidelijk benadrukten dat SJTs kunnen geclassificeerd worden als jobsimulaties. Een jobsimulatie is een test waarbij men op basis van de reacties die de sollicitant geeft op fictieve situaties, een inschatting tracht te maken van toekomstige werkprestaties (Motowidlo et al., 1990). Hierbij veronderstelt men dat gedrag uit het verleden een goede voorspeller is voor gedrag in de toekomst. Vele auteurs volgen Motowidlo et al. (1990) in deze stelling. Zo leggen ook McDaniel en Nguyen (2001) en Lievens en Coetsier (2002) in hun definitie van SJTs de nadruk op het simulatieaspect. De meeste SJTs proberen realistische jobgerelateerde simulaties weer te geven. Echter, de fideliteit op vlak van de uitvoering kan verschillen. Fideliteit is de mate van realisme en getrouwheid van de aangeboden werksituaties, de mate waarin stimuli consistent zijn met situaties in de werkcontext (Lievens & Schollaert, 2008). Bij low-fidelity simulaties bestaat het stimulusmateriaal doorgaans uit een geschreven of verbale beschrijving van de jobsituatie. Aan de hand van een aantal antwoordopties wordt aan de sollicitant gevraagd wat hij of zij zou doen, of wat volgens hem of haar de beste oplossing is. Hierbij worden dus geen handelingen geobserveerd (Kanning, Grewe, Hollenberg, & Hadouch, 2006). Bij deze simulatie is er bijgevolg een kleinere overeenkomst tussen wat de sollicitant zegt te doen en wat in de realiteit zal gebeuren. Het grote voordeel van deze simulaties is echter de grote mate van standaardisatie. Alle sollicitanten krijgen immers exact dezelfde situatie en antwoordalternatieven aangeboden (Lievens & Schollaert, 2008). De oorspronkelijke SJT is doorgaans een pen-en-papier instrument en kan daarom gekwalificeerd worden als een low-fidelity simulation. In tegenstelling tot low-fidelity simulaties worden high-fidelity simulaties gemaakt aan de hand van zeer realistisch en levendig materiaal. De sollicitant kan op bijna exact dezelfde wijze reageren als in een echte jobsituatie (Motowidlo et al., 1990).

13 Crossculturele Transporteerbaarheid van een SJT 6 Hierbij wordt vooral gelet op de handelingen van de sollicitant. Kenmerkend aan simulaties met een hoge fideliteit is dat deze minder gestandaardiseerd zijn. Daardoor zijn de situaties die worden gepresenteerd aan de sollicitanten niet bij iedereen identiek (Lievens & Schollaert, 2008). Voorbeelden van high-fidelity simulaties zijn assessment centers en work samples. Medium-fidelity simulations zijn relatief nieuw. Bij deze simulaties wordt geprobeerd om een zo hoog mogelijke fideliteit te combineren met een zo groot mogelijke standaardisatie. Voorbeelden hiervan zijn video- of multimedia-sjts. Deze hebben een hogere mate van realiteit dan geschreven SJTs omdat hierbij ook het nonverbale een rol speelt. Hierbij kan de situatie realistischer en gedetailleerder gepresenteerd worden omdat videobeelden de situatie schetsen (Lievens & Schollaert, 2008). Ontwikkeling van SJTs Volgens Lievens en Schollaert (2008) valt de ontwikkeling van een SJT op te splitsen in zes delen. Ten eerste moeten kritische incidenten verzameld worden. Kritische incidenten zijn uitzonderlijk goede of slechte voorbeelden van prestaties op het werk (Lievens & Schollaert, 2008). Vervolgens worden deze kritische incidenten gesorteerd per situatie. Zodra de eerste twee fasen doorlopen zijn, kan het omvormen van de kritische incidenten tot itemstammen gebeuren. Terwijl kritische incidenten vaak zeer specifiek zijn, worden de itemstammen doorgaans algemener geformuleerd (Lievens & Schollaert, 2008). Bij het maken van deze itemstammen dient gelet te worden op hun complexiteit, hun mate van realisme, en hun inhoud (Weekley et al., 2006). Als vierde stap worden mogelijke antwoordopties verzameld, die in een vijfde fase gereduceerd worden tot een viertal antwoordmogelijkheden per itemstam. Tot slot worden ook nog de antwoordinstructies bepaald. Bij het ontwikkelen van de antwoordinstructies, moet er een duidelijke keuze gemaakt worden tussen kennisinstructies enerzijds, en gedragsgeoriënteerde instructies anderzijds (Nguyen, Biderman, & McDaniel, 2005). Bij kennisinstructies ( should-do ), peilt de testafnemer naar de kennis van de sollicitant. Er wordt gevraagd aan de sollicitant wat hij of zij in een ideale situatie zou moeten doen. Gedragsgeoriënteerde instructies ( would-do ), bevragen bij de sollicitant hoe hij zich zou gedragen. Hierbij gaat het eerder over

14 Crossculturele Transporteerbaarheid van een SJT 7 zelfrapportering, waardoor deze instructies gedragsintenties meten eerder dan kennisinstructies (Ployhart & Ehrhart, 2003). Wetenschappelijke Eigenschappen van SJTs Dankzij onderzoek van Motowidlo et al. (1990), waarbij zij de SJT introduceerden als low-fidelity simulatie, ontstond een hernieuwde interesse in SJTs. Het gevolg hiervan is een enorme toename van onderzoeken die zich verdiepen in tal van psychometrische criteria om de effectiviteit van SJTs in te schatten. In wat volgt, wordt de effectiviteit van SJTs besproken aan de hand van criteriumgerelateerde validiteit, incrementele validiteit, constructgerelateerde validiteit, face validiteit, betrouwbaarheid, adverse impact, en faking. Criteriumgerelateerde validiteit. Criteriumvaliditeit is een maat die aangeeft in hoeverre een test voorspellende waarde heeft. Het toont dus aan in welke mate de score die iemand behaalt op een test een goede voorspeller geweest is voor het effectieve werkgedrag. De eerste meta-analyse die werd uitgevoerd over SJTs toont aan dat SJTs goede voorspellers zijn van later werkgedrag, met een gecorrigeerde validiteitscoëfficiënt van.34 (McDaniel et al., 2001). Over de oorzaak van deze hoge validiteitscoëfficiënt zijn de meningen verdeeld. Drie mogelijke verklaringen kregen tot op heden veel bijval (Lievens & Schollaert, 2008). Een eerste verklaring steunt op het principe van gedragsconsistentie. Dit houdt in dat gedrag dat in het verleden reeds is gesteld, een goede voorspeller is voor toekomstig gedrag. Men gaat er bijgevolg van uit dat sollicitanten het antwoordalternatief kiezen dat het dichtst aansluit bij het gedrag dat zij in het verleden reeds stelden (Motowidlo et al., 1990). Een tweede verklaring vertrekt vanuit de goal-setting theory, die veronderstelt dat men aan de hand van een SJT de intenties van een sollicitant kan achterhalen. Uit de literatuur blijkt duidelijk dat mensen die de intentie hebben om goed te presteren, dit in de realiteit ook vaak zullen doen (Motowidlo et al., 1990). Een derde en laatste verklaring stelt dat SJTs goede voorspellers zijn omdat zij praktische intelligentie meten (Motowidlo et al.,1990). Praktische intelligentie is intelligentie die er voor zorgt dat mensen op een succesvolle manier dagdagelijkse problemen kunnen oplossen. Praktische intelligentie is positief

15 Crossculturele Transporteerbaarheid van een SJT 8 gecorreleerd met werkgedrag, wat impliceert dat SJTs ook samenhangen met werkgedrag (Motowidlo et al., 1990). Incrementele validiteit. Indien de SJT in een testbatterij variantie verklaart bovenop de variantie die reeds verklaard werd door andere instrumenten, is er sprake van incrementele validiteit. Aangezien in een selectieprocedure meestal ook cognitieve vaardigheidstesten en persoonlijkheidsvragenlijsten worden afgenomen, is de incrementele validiteit zeer relevant. Clevenger, Pereira, Weichmann, Schmitt, en Schmidt-Harvey (2001) vonden een stijging van de validiteit indien een SJT werd toegevoegd aan een testbatterij die werkervaring, cognitieve vaardigheden, en consciëntieusheid mat. Chan en Schmitt (2002) herhaalden hun opzet, maar zij maakten gebruik van een persoonlijkheidsvragenlijst die de vijf factoren van de Big Five bevroeg. Ook hier zorgde de SJT voor incrementele validiteit. McDaniel, Hartman, Whetzel, en Grubb III (2007) nuanceren deze bevindingen. Zij veronderstellen dat de incrementele validiteit van een SJT afhankelijk is van de inhoud van de SJT. Constructgerelateerde validiteit. Om na te gaan welke constructen een SJT meet, onderzoekt men de correlaties tussen SJTs en andere selectie-instrumenten. Op basis hiervan kan de constructgerelateerde validiteit bepaald worden. Aangezien het opzet van een SJT het voorspellen van latere jobprestaties is, ligt het voor de hand dat deze een conglomeraat van constructen zoals professionele kennis, capaciteiten, en competenties meet. Meta-analytisch onderzoek bevestigt deze stelling. Zo vinden McDaniel et al. (2001) dat SJTs correleren met Big Five-vragenlijsten, en vooral met de persoonlijkheidskenmerken emotionele stabiliteit, consciëntieusheid, en vriendelijkheid. De correlatie met cognitieve vaardigheden varieert sterk over verschillende studies heen, omdat dit afhankelijk is van het formaat en de inhoud van de SJT. Toch vindt men over het algemeen een matige tot sterke positieve correlatie (Lievens & Schollaert, 2008). Het verband tussen SJTs en functie-ervaring is zeer klein, met als gevolg dat sollicitanten zonder ervaring evenveel kans maken op de job als sollicitanten met ervaring.

16 Crossculturele Transporteerbaarheid van een SJT 9 Face validiteit. De mate waarin sollicitanten de inhoud van de SJT percipiëren als jobgerelateerd, is de face validiteit. Bij selectie-instrumenten is het belangrijk dat de sollicitant de test als jobgerelateerd ziet, omdat deze testperceptie de uiteindelijke resultaten kan beïnvloeden (Hausknecht, Day, & Thomas, 2004). Lievens, Peeters, en Schollaert (2007) vonden dat SJTs over het algemeen beter scoren op face validiteit dan cognitieve vaardigheidstesten en persoonlijkheidsvragenlijsen, waarbij videogebaseerde SJTs nog positiever worden onthaald dan geschreven SJTs (o.a. Chan & Schmitt, 2002). Het zijn vooral sollicitanten die goed scoren op een test, die de test ook meer face valide vinden (Hausknecht et al., 2004). Face validiteit is een belangrijke predictor voor vele andere percepties. Bij een hoge face validiteit van het selectieinstrument, is de kans groter dat de kandidaten het gevoel hebben dat ze tijdens de procedure hun vaardigheden kunnen tonen die nodig zijn voor de job. Er is dus een groter gevoel van rechtvaardigheid (Lievens & Schollaert, 2008). Daarenboven hebben sollicitanten over het algemeen een positiever beeld van het bedrijf waarbij ze solliciteren wanneer ze de test als facevalide percipiëren, waardoor ze meer geneigd zijn om een job aan te nemen, en reclame te maken over het bedrijf (Hausknecht et al., 2004). Betrouwbaarheid. Indien de testscores van een sollicitant op een SJT ongeveer dezelfde blijven over verschillende condities heen, wordt deze test als betrouwbaar beschouwd (Lievens & Schollaert, 2008). Er zijn verschillende soorten betrouwbaarheid. In wat volgt, worden twee vormen van betrouwbaarheid besproken, zijnde interne consistentie en test-hertest betrouwbaarheid (Lievens & Schollaert, 2008). Interne consistentie toetst of de antwoorden van de sollicitant correleren (Lievens & Schollaert, 2008). Indien deze antwoorden sterk samenhangen, meten de verschillende items hetzelfde. Als deze niet sterk samenhangen, meten de verschillende items verschillende constructen (Lievens & Schollaert, 2008). McDaniel et al. (2001) stelden in hun meta-analyse vast dat de mate van interne consistentie sterk varieert bij SJTs. Verschillende factoren zijn hiervan de oorzaak, zoals onder andere de lengte van de test. Hoe langer de test is, hoe hoger de interne consistentie zal zijn (Lievens et al., 2007). Over het algemeen wijst onderzoek uit dat er sprake is van een eerder lage interne consistentie bij SJTs. Dit is niet verwonderlijk, aangezien de meeste SJTs

17 Crossculturele Transporteerbaarheid van een SJT 10 ontworpen zijn om verschillende onderliggende constructen te meten (McDaniel et al., 2001). Daarom kan men zich ook de vraag stellen of interne consistentie wel een goede maat is om de kwaliteit van een SJT te meten. De test-hertest betrouwbaarheid is vermoedelijk een betere indicator van betrouwbaarheid bij SJTs (Lievens, Buyse, & Sackett, 2005). Test-hertest betrouwbaarheid kan nagegaan worden door sollicitanten op verschillende momenten dezelfde test voor te leggen, in identieke omstandigheden. Indien de testscores consistent zijn, kan er gesproken worden van een goede test-hertest betrouwbaarheid (Lievens & Schollaert, 2008). Uit de meta-analyse van Lievens et al blijkt dat de test-hertest betrouwbaarheid van SJTs voldoende hoog is. Adverse impact. Indien bepaalde groepen van sollicitanten systematisch lager scoren dan andere groepen, is er sprake van adverse impact. Voorbeelden van benadeelde groepen zijn bepaalde etnische minderheden, vrouwen of ouderen (Lievens & Schollaert, 2008). Adverse impact kan zich voordoen wanneer de test constructen meet die niet functierelevant zijn, maar waarop leden van minderheidsgroepen minder goed scoren. Whetzel, McDaniel, en Nguyen (2008) concludeerden dat blanken hogere scores behalen op SJTs dan zwarten, Aziaten en Hispanics. Hoe groot het verschil is tussen deze groepen is afhankelijk van de cognitieve lading van de SJT. Hoe hoger de cognitieve lading van de SJT, hoe groter de verschillen tussen deze etnische groepen. Video-gebaseerde SJTs hebben over het algemeen een lagere cognitieve lading dan geschreven tests, waardoor deze minder adverse impact vertonen (Chan & Schmitt, 2002). Indien bij de SJT de nadruk ligt op persoonlijkheidseigenschappen, en in het bijzonder emotionele stabiliteit, wordt het verschil in score op de SJT tussen de groepen net kleiner (Whetzel et al., 2008). Vrouwen behalen over het algemeen een hogere score op SJTs dan mannen, al is dit verschil minimaal (Whetzel et al., 2008). De situaties van SJTs handelen meestal over interpersoonlijke situaties, waarbij personen die consciëntieus en meegaand zijn hoger scoren. Dit zijn persoonlijkheidskenmerken waar vrouwen hoger op scoren dan mannen, wat het verschil in SJT-prestatie tussen mannen en vrouwen kan verklaren (Whetzel et al., 2008).

18 Crossculturele Transporteerbaarheid van een SJT 11 Faking. Bij faking antwoordt de bevraagde intentioneel verkeerd op een test (Lievens & Schollaert, 2008). Binnen de selectiecontext houdt dit in dat de sollicitant antwoordt op de vragen, zodat hij of zij een zo gunstig mogelijk resultaat kan behalen (Peeters & Lievens, 2005). Dat faking voorkomt is echter niet zo verwonderlijk, gezien er voor de sollicitant heel wat van af hangt. Daarenboven leent de situatie zich er ook toe: de kandidaat dient enkel te kiezen tussen antwoordalternatieven, hij of zij moet zelf geen gedrag stellen (Nguyen et al., 2005). Bij bepaalde SJTs is het makkelijker om te faken dan bij andere. Dit hangt af van verschillende factoren, zoals de itemtransparantie, de cognitieve lading van de SJT en het type antwoordinstructie (Lievens & Schollaert, 2008). Nguyen et al. (2005) onderzochten het effect van de responsinstructies op de mogelijkheid tot faken. De resultaten toonden aan dat faken bij gedragsgeoriënteerde instructies er voor zorgde dat de respondenten hoger scoorden dan personen die niet faketen. Het ging hierbij om verschillen in standaarddeviatie van.15 tot.34. SJTs waarbij kennisinstructies worden gebruikt, blijken minder vatbaar te zijn voor faking dan SJTs met gedragsgeoriënteerde instructies. Hierop aansluitend is het niet verwonderlijk dat het type competentie dat wordt gemeten, ook een invloed heeft op de mogelijkheid tot faken (Lievens & Schollaert, 2008). Zo concludeerden Nguyen et al. (2005) en Peeters en Lievens (2005) dat men op SJTs met een sterke cognitieve lading moeilijker kan faken dan op SJTs die persoonlijkheidsaspecten meten. De mate waarin mensen faken op een SJT, hangt niet enkel af van de test, maar ook van de sollicitant. Lavishina, Morgeson, en Campion (2009) onderzochten het verband tussen cognitieve capaciteit van de participant en de mate waarin deze fakete. Hoe hoger iemands mentale capaciteit was, hoe minder deze fakete. In verband met de persoonlijkheid van de participant besloten McFarland en Ryan (2000) dat vooral personen met een lage integriteit, lage consciëntieusheid en hoge mate van neuroticisme, meer faketen op een SJT. Faken heeft een grote invloed op de bruikbaarheid van een test. Indien de sollicitant faket, kan de criteriumgerelateerde validiteit van de SJT immers dalen, en wordt de SJT dus minder bruikbaar als selectie-instrument. Ook de incrementele validiteit van de SJT kan dalen indien de SJT samen met een cognitieve tests en persoonlijkheidsvragenlijsten wordt gebruikt (Peeters & Lievens, 2005).

19 Crossculturele Transporteerbaarheid van een SJT 12 SJTs in een Internationale Context Door toenemende globalisatie en veranderende economische omstandigheden vervagen de landsgrenzen in de zoektocht naar potentiële werknemers. De moderne technologieën zorgen er voor dat tijd en afstand slechts een minimale rol spelen op de internationale markt. Het zijn welbekende feiten, die tot nu amper zijn doorgedrongen binnen het onderzoek naar selectie-instrumenten. Nochtans zijn er indicatoren die duidelijk aangeven dat er een grote nood is aan onderzoek over internationale selectieinstrumenten. Over het algemeen wordt geconcludeerd dat multinationals die dezelfde HR strategie gebruiken in verschillende afdelingen in de wereld, effectiever zijn dan hun concurrentie, waardoor ze een voorsprong uitbouwen op lange termijn tegenover deze concurrentie (Morris et al., 2009). Deze globale strategie ontstaat door een goede strategie binnen een bepaald land, te repliceren op een andere locatie. Het voordeel van een globale strategie, komt onder andere tot stand doordat de informele normen gestandaardiseerd worden en kennis makkelijker wordt uitgewisseld (Morris et al., 2009). Internationaal onderzoek naar selectie-instrumenten vergelijkt voornamelijk de discrepanties tussen verschillende landen en culturen. Hierbij wordt nagegaan welke selectie-instrumenten hoofdzakelijk worden gebruikt in een bepaald land, en aan hoeveel tests een sollicitant wordt onderworpen vooraleer hij of zij de job krijgt (o.a. Ryan, Mc Farland, Baron, & Page, 1999). Hierbij speelt men echter niet in op de vraag van internationale bedrijven of er één selectie-instrument bestaat dat ze over verschillende landen heen voor eenzelfde functie kunnen gebruiken bij hun sollicitanten. De culturele transporteerbaarheid van een selectie-instrument is immers niet evident, en onderzoek over dit onderwerp is tot op heden eerder schaars (Lievens, 2006). Tot op heden werd enkel onderzoek gevoerd naar de generaliseerbaarheid van cognitieve vaardigheidstests en persoonlijkheidsvragenlijsten in een internationale context (Lievens, 2006). Zo blijkt uit onderzoek van Salgado, Moscoso, Anderson, Bertua, en De Fruyt (2003) dat cognitieve vaardigheidstests generaliseerbaar zijn over zeven Europese landen. Salgado (1997) leverde in zijn meta-analyse bewijs voor de crossculturele transporteerbaarheid van persoonlijkheidsvragenlijsten, waarbij vooral consciëntieusheid een persoonlijkheidseigenschap is die jobprestaties over de grenzen

20 Crossculturele Transporteerbaarheid van een SJT 13 heen op eenzelfde manier blijkt te voorspellen. De bevindingen voor de cognitieve vaardigheidstests en persoonlijkheidsvragenlijsten impliceren echter niet dat ook SJTs crosscultureel transporteerbaar zijn. Lievens (2006) identificeerde enkele factoren die de crossculturele validiteit van SJTs kunnen bedreigen. Ten eerste is het een moeilijkheid om de cultuurspecifieke eigenschappen van een job aan te passen aan een andere cultuur. Eén van de eigenschappen van een SJT is dat het de situatie zo realistisch mogelijk probeert weer te geven. De contextspecificiteit van de SJT is een grote troef, maar binnen een interculturele context houdt dit wel mogelijke beperkingen in op het niveau van de itemstam en de antwoordalternatieven. Het opstellen van de itemstam van een SJT gebeurt vaak aan de hand van kritische incidenten die voorkomen in een bepaalde job. Het kan zo zijn dat deze kritische incidenten verschillend zijn over culturen heen voor dezelfde job (Lievens, 2006). Bovendien bepaalt de culturele context eveneens de perceptie van de handelingen. Wat binnen de ene cultuur belangrijk gedrag is in een werkcontext, kan in een andere cultuur als ongepast worden beschouwd (Lievens, 2006). De culturele context heeft ook een invloed op de manier waarop antwoordalternatieven worden geëvalueerd. Zo kan bijvoorbeeld het antwoordalternatief roepen tijdens een vergadering als niemand luistert naar je mening een goed antwoordalternatief zijn in een cultuur waarin minder belang wordt gehecht aan hiërarchie. Echter, in een cultuur waar veel belang wordt gehecht aan hiërarchie, wordt dit antwoordalternatief afkerig onthaald (Lievens, 2006). Door de SJT te gebruiken in een andere cultuur, kan de moeilijkheidsgraad van de SJT veranderen. Waar binnen de ene cultuur bepaalde antwoordopties als totaal irrelevant beschouwd worden, zorgen zij in andere culturen voor twijfel. Uit het onderzoek van Ryan et al. (1999) blijkt dat bij SJTs die gebruikt worden als beoordelingsinstrument voor jobprestaties, duidelijke verschillen zijn over culturen heen. Afhankelijk van hun cultuur, verkozen de beoordelaars een bepaald antwoordalternatief boven het andere. De keuze die hierbij gemaakt werd, lag in lijn met de theoretische verwachtingen die werden geformuleerd op basis van de culturele dimensies van Hofstede. Ook in dit onderzoek wordt het verschil tussen culturen onderzocht aan de hand van de dimensies van Hofstede.

21 Crossculturele Transporteerbaarheid van een SJT 14 Dimensies van Hofstede Waarden zijn basisovertuigingen over het bestaan. Het zijn overtuigingen die een persoon of cultuur aanhangt boven andere overtuigingen en die er voor zorgen dat een individu kan oordelen over wat goed of juist is. Waarden verschillen over culturen heen, maar zijn binnen een cultuur relatief stabiel, omdat ze reeds vanaf de eerste levensjaren worden meegegeven door de omgeving (Robbins & Judge, 2009). In een werkcontext zijn de persoonlijke waarden van werknemers belangrijke determinanten van hun gedragingen en attitudes. Hoe sterker de waarden van een organisatie aansluiten bij de persoonlijke waarden van de werknemer, hoe groter de jobsatisfactie, betrokkenheid bij de job en toewijding aan het bedrijf (Robbins & Judge, 2009). Omdat waarden een belangrijke rol spelen bij het begrijpen van de attitudes en percepties van mensen in verschillende culturen, ontwikkelde Geert Hofstede een culturele waardeschaal, die vijf verschillende dimensies belicht. De vijf dimensies zijn power distance, uncertainty avoidance, individualism versus collectivism, masculinity versus femininity en long-term versus short-term orientation. We kiezen voor de theorie van Hofstede, omdat deze één van de meest geciteerde bronnen is uit de Social Science Citation Index (Hofstede, 2001). Bovendien sluit dit onderzoek op deze manier aan bij de beperkte literatuur die beschikbaar is over culturele SJTs, en die ook gebruik maakt van de dimensies van Hofstede (o.a. Ryan et al., 1999). De waardeschaal van Hofstede werd ontwikkeld aan de hand van een grootschalig onderzoek bij medewerkers van IBM eind jaren 60, begin jaren 70. Hierbij werd onderzoek gedaan in meer dan 50 landen. In de huidige studie worden de verschillen tussen Belgische en Duitse participanten bestudeerd, daarom worden bij de omschrijving van de waardedimensies telkens de scores van beide landen vermeld. Aangezien in dit onderzoek gefocust wordt op de waarden power distance en uncertainty avoidance, worden deze uitgebreider uiteengezet dan de andere. Power distance. Landen verschillen in de mate waarin macht en welvaart verdeeld zijn binnen een organisatie. Landen met een hoge power distance aanvaarden dat macht en welvaart niet evenredig verdeeld zijn. Landen waar een klassesysteem of kastensysteem bestaat, zijn hier goede voorbeelden van, omdat opwaartse mobiliteit van

22 Crossculturele Transporteerbaarheid van een SJT 15 de inwoners niet wordt aangemoedigd. Landen met een lage power distance leggen daarentegen de nadruk op gelijke kansen voor alle inwoners (Robbins & Judge, 2009). Binnen een organisatie is ongelijkheid tussen de verschillende werknemers onvermijdelijk indien men enige structuur wil behouden. Echter, de mate van hiërarchie kan verschillen. Hierbij gaat het niet om de objectieve hiërarchie, dan wel om de subjectieve perceptie van de overste en de ondergeschikte. Binnen deze context definieert Hofstede (2001) power distance als de mate waarin de overste bepaalt wat de ondergeschikte doet, rekening houdend met de mate waarin de ondergeschikte een invloed heeft op het gedrag van de overste. Deze relatie komt tot stand door de culturele waarden die beiden meedragen (Hofstede, 2001). De Power Distance Index (PDI) is een landindex die de score op power distance weergeeft. De scores variëren tussen 0 en 100, waarbij een score 0 een zeer kleine power distance weergeeft en 100 een zeer grote power distance. België scoort 65 op deze schaal, en staat hiermee op de 20 ste plaats in een lijst van 50 landen. Duitsland scoort 35, en staat op de 42 ste plaats (Hofstede, 2001). De basis van dit verschil kan teruggevonden worden in de geschiedenis. De meeste landen die ooit tot het Romeinse Rijk behoorden, waaronder België, scoren eerder hoog op PDI. Het Romeinse Rijk was de eerste grote en effectieve staat ooit. Dit heeft grote gevolgen gehad op het beleid, en alles wat daaruit voortvloeit. In het Romeinse Rijk was de gezagvoerder een absolute autoriteit en stond deze boven de wet. In de Germaanse traditie, waartoe Duitsland behoorde, was dit evenwel anders, waarbij de macht van de koning tot doel had de vrijheid van iedereen te waarborgen (Hofstede, 2001). Uncertainty avoidance. De mate waarin de inwoners van een land gestructureerde boven ongestructureerde situaties verkiezen, bepaalt de graad van uncertainty avoidance. Culturen die hoog scoren op uncertainty avoidance vermijden zoveel mogelijk ambigue situaties. Zij houden sterk vast aan wetgeving, technologie of religie, omdat deze duidelijkheid kunnen scheppen in onzekere situaties. Culturen die laag scoren op uncertainty avoidance, zijn geneigd om meer risico s te nemen, en kunnen beter omgaan met veranderingen (Robbins & Judge, 2009).

23 Crossculturele Transporteerbaarheid van een SJT 16 Binnen een organisatie probeert men onzekerheid onder andere te vermijden door regels op te leggen. Op deze manier kan men gedrag van werknemers beter voorspellen. Een overdaad aan regels zorgt er echter wel voor dat de werknemer geen individuele beslissingen meer kan nemen (Hofstede, 2001). De Uncertainty Avoidance Index (UAI) geeft weer hoe een land scoort op uncertainty avoidance. Hier variëren de scores tussen 8 en 112. Hoe lager de score, hoe minder uncertainty avoidance wordt gerapporteerd. België scoort hier 94, en staat daarmee op een 5 de plaats, Duitsland scoort 65, en staat hiermee op de 29 ste plaats in de lijst van 50 landen (Hofstede, 2001). Ook hier heeft het vroegere Romeinse Rijk een grote invloed op de cijfers. Alle landen die ooit deel uitmaakten van dit Rijk, zoals België, scoren hoog op uncertainty avoidance. Dit vloeit voort uit de wetten die werden opgesteld in Rome, maar geldig waren voor het gehele Rijk, die strikt nageleefd dienden te worden en waarbij inbreng van de landen zelf weinig getolereerd werd (Hofstede, 2001). In de Duitse geschiedenis was dit niet het geval, wat verklaart waarom Duitsland een lagere score op deze dimensie heeft dan landen die deel uitmaakten van het voormalige Romeinse Rijk. Overige waarden van Hofstede. Mensen leven over het algemeen in groep, maar de mate waarin belang gehecht wordt aan de groep, is afhankelijk van de cultuur. Dit wordt wordt weergegeven door de waarden individualisme en collectivisme. Een individualistische cultuur benadrukt dat mensen handelen vanuit zichzelf, eerder dan vanuit een groep. Een collectivistisch land daarentegen benadrukt het groepsverband tussen mensen, waarbij mensen handelen voor het welvaren van de groep en niet enkel voor zichzelf (Robbins & Judge, 2009). De scores op de Individualisme Index (II) variëren tussen 0 en 100, waarbij 0 duidt op zeer sterk collectivistische culturen en 100 duidt op sterk individualistische culturen. België staat hier op de 8 ste plaats met een score van 75 en Duitsland scoort 67, waarmee het op een 15 de plaats staat. Verder is er in zowat alle culturen een vaste trend, waarbij van mannen verwacht wordt dat ze zorgen voor het inkomen en van vrouwen verwacht wordt dat ze zich bezig houden met de opvoeding van de kinderen. Maar de mate waarin deze traditionele rollen verondersteld worden, verschilt over landen heen (Hofstede, 2001). Dit is het verschil in masculinity versus femininity. Indien een land hoog scoort op masculinity, ligt een

24 Crossculturele Transporteerbaarheid van een SJT 17 sterke nadruk op traditionele rollen. Mannen en vrouwen worden niet als gelijk beschouwd, mannen hebben duidelijk meer macht dan vrouwen. In landen die hoog scoren op femininity, hebben vrouwen vrijwel op alle domeinen evenveel kansen als mannen (Robbins & Judge, 2009). De mate van feminity/masculinity wordt gemeten aan de hand van de Masculinity Index (MI), waarbij de scores variëren tussen 0 en 100. In landen die hoog scoren op deze schaal, nemen mannen meer typisch mannelijke rollen op, en vrouwen meer typisch vrouwelijke rollen. Duitsland staat in deze lijst op de 9 de plaats, met een score van 66. België heeft een score van 54 en staat daarmee op de 22 ste plaats (Hofstede, 2001). Ten slotte meet de laatste dimensie long-term versus short-term orientation in welke mate oude waarden worden doorgegeven op lange termijn. Inwoners van landen met een long-term orientation hechten er veel belang aan dat traditionele waarden ook in de toekomst worden gerealiseerd. Mensen uit landen met een short-term orientation hechten minder belang aan traditionele waarden en aanvaarden verandering sneller (Robbins & Judge, 2009). Deze dimensie werd later gevonden dan de andere vier dimensies, en werd tevens in een andere steekproef bevraagd dan de voorgaande dimensies van Hofstede (Hofstede, 2001). Aan de hand van de Long-Term Orientation Index (LTO) kan de long-term orientation bepaald worden. De scores variëren tussen 19 en 40 in een onderzoek waarbij 15 Europese landen werden vergeleken met elkaar. Duitsland staat op de derde plaats met een score van 30 en België op de vijfde plaats met een score van 38. Persoonlijk Initiatief Persoonlijk initiatief (PI) is een omschrijving voor gedrag in een werkcontext, waarbij mensen uit zichzelf initiatief nemen, en meer doen dan van hen gevraagd wordt. Persoonlijk initiatief wordt gekenmerkt door verschillende aspecten. Het gestelde gedrag bouwt verder op de missie van de organisatie, met een focus op lange termijn en een duidelijk doel. Ook bij weerstand van anderen wordt het gedrag verder gezet (Frese, Kring, Soose, & Zempel, 1996). Het initiatief dat wordt genomen is innovatief, waarbij op een proactieve manier wordt gereageerd om preventief problemen te voorkomen. Soms is men genoodzaakt om de regels van een organisatie te overtreden, in functie van de veranderingen op lange termijn (Fay & Frese, 2001).

25 Crossculturele Transporteerbaarheid van een SJT 18 Om als organisatie succesvol te zijn in een internationale context, hebben bedrijven nood aan werknemers die persoonlijk initiatief vertonen, zodat de effectiviteit van het bedrijf verhoogt (Bledow & Frese, 2009). Dit omdat de focus binnen bedrijven verschuift van een productie-economie naar een kennisgebaseerde economie, waardoor persoonlijk initiatief een noodzaak wordt om de creativiteit, innovatie, en veranderingen van werknemers ten volle tot uiting te laten komen (Grant & Ashford, 2008). Zo vonden Stroppa en Spieß (2010) dat persoonlijk initiatief een vereiste eigenschap is voor expatriates, werknemers die tijdelijk of permanent in het buitenland werken. Expatriates die veel persoonlijk initiatief vertonen hebben minder te maken met stress en zetten betere prestaties neer, dit omdat ze zich sneller cultiveren en sociale netwerken opbouwen. Om deze mensen te selecteren, moeten selectie-instrumenten worden ontwikkeld die persoonlijk initiatief betrouwbaar kunnen meten. Een eerste instrument dat hiertoe werd ontwikkeld was een vragenlijst met Likertschaal (de PI-vragenlijst). Toch raden Frese, Hilburger, Leng, en Tag (1997) af om persoonlijk initiatief te meten aan de hand van een vragenlijst. Immers, hier zijn tal van nadelen aan verbonden. Frese et al. (1997) argumenteren dat een vragenlijst geen gedrag meet, maar eerder het belang dat mensen hechten aan een bepaald gedrag. Verder beschouwen Bledow en Frese (2009) persoonlijk initiatief als situated action, dit houdt in dat persoonlijk initiatief slechts op een degelijke manier kan geobserveerd worden als zij in een context ingebed is. Persoonlijk initiatief kan bijgevolg pas ontstaan door de interactie van de persoon en de situatie. Echter, naar deze interactie werd niet gepolst in de vragenlijsten die persoonlijk initiatief meten. Daarenboven is de Likertschaal niet zomaar transfereerbaar van de ene cultuur naar de andere, omdat de kandidaten zelf moeten inschatten wat een hoge of lage graad van persoonlijk initiatief is. In de ene cultuur kan bepaald gedrag als hoge mate van persoonlijk initiatief worden ingeschat, terwijl dat in een andere cultuur slechts matig is. Hierdoor verschuiven de ankerpunten (Bledow & Frese, 2009). Frese et al. (1997) ontwikkelden een situationeel interview om aan de tekortkomingen van een vragenlijst tegemoet te komen. Hierbij is echter het grote nadeel dat dit instrument een lagere graad van standaardisatie heeft. Bledow en Frese (2009) baseerden zich op het onderzoek van Frese et al. (1997) om een SJT te ontwikkelen die persoonlijk initiatief meet (de SJT-PI). Bledow en Frese (2009) stellen dat persoonlijk initiatief domeinspecifiek is en gerelateerd is aan de werkcontext. Door

26 Crossculturele Transporteerbaarheid van een SJT 19 de ontwikkeling van de SJT wordt er voor gezorgd dat de misfit tussen het concept en de manier waarop het wordt gemeten, verdwijnt. Bovendien zorgt een gestandaardiseerd instrument er voor dat er lagere kosten verbonden zijn aan het afnemen van de test. Interessant aan het onderzoek van Bledow en Frese (2009) is dat zij een SJT ontwikkelden die slechts één specifiek en nieuw construct meet, waarbij zij zich baseren op een theoretisch model. Dit staat in contrast met de meeste SJTs, die worden ontwikkeld om meerdere constructen te meten aan de hand van kritische incidenten, zonder dat een theorie vooropgesteld is (Bledow & Frese, 2009). Hierbij volgen Bledow en Frese (2009) de mening van Weekley en Ployhart (2006), die opperen voor een shift naar theoriegebaseerde SJTs, met een focus op de onderliggende processen en constructen. Nationale verschillen in SJT-scores. Om de culturele transporteerbaarheid van een SJT te onderzoeken, werd in dit onderzoek dan ook geopteerd voor de SJT-PI van Bledow en Frese (2009), gezien het toenemende internationale belang van persoonlijk initiatief en eerder beschreven troeven van de ontwikkelde SJT-PI. Tot op heden werd deze test enkel afgenomen binnen de Duitse populatie (Bledow & Frese, 2009). Daarom wordt het opportuun geacht om de SJT-PI over meerdere culturen te vergelijken. In dit onderzoek werd een vergelijking gemaakt tussen een Duitse en Belgische sample binnen de banksector. Er wordt vermoed dat Duitse participanten hoger scoren op de SJT-PI dan Belgische participanten, op basis van de verschillen in ondernemingszin voor beide populaties. Uit de rapporten van 2008 en 2009 van de Global Entrepreneurship Monitor (GEM), een jaarlijkse vragenlijst die in meer dan 80 landen de ondernemingszin bevraagt bij minstens 2000 participanten, blijkt dat gemiddeld 55% van de bevraagde Duitse werknemers ondernemerschap een goede carrièreoptie vonden, waarbij slechts 46.5% Belgische werknemers te vinden waren voor deze stelling (Bosma, Autio, Coduras, & Levie, 2009; Bosma & Levie, 2010; Lepoutre, Cobben, Tilleuil, & Crijns, 2010). Verder worden ondernemers in Duitsland ook een hogere status toebedeeld dan in België (Bosma & Levie, 2010). Gezien de gelijkenissen tussen ondernemingszin en persoonlijk initiatief, zoals initiatief nemen uit zichzelf en meer doen dan gevraagd wordt, wordt verwacht dat Duitse participanten hoger scoren op de

De ontwikkeling van een video-

De ontwikkeling van een video- De ontwikkeling van een video- based Situational Judgment Test Lonneke A. L. de Meijer en Marise Ph. Born Erasmus Universiteit Rotterdam Jaap van Zielst De Politieacademie Henk T. van der Molen Erasmus

Nadere informatie

ALLES OVER ASSESSMENTS JANNEKE OOSTROM

ALLES OVER ASSESSMENTS JANNEKE OOSTROM ALLES OVER ASSESSMENTS JANNEKE OOSTROM 1 MODERNE VS. TRADITIONELE INSTRUMENTEN 2 Expertisesessie SJT, Digitaal rollenspel, Gaming & Assessment MODERNE VS. TRADITIONELE INSTRUMENTEN 3 Expertisesessie SJT,

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2008 2009 Eerste Examenperiode HET VALIDEREN VAN EEN BESTAANDE GESCHREVEN SITUATIONELE TEST VOOR ADMINISTRATIEF BEDIENDEN Scriptie Neergelegd

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2008-2009 Eerste Examenperiode Het selecteren van kandidaat-vrijwilligers in het Belgische leger: de ontwikkeling van een Situational Judgment

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. Academiejaar Tweede Examenperiode

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. Academiejaar Tweede Examenperiode Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2008-2009 Tweede Examenperiode Het omzetten van een bestaande geschreven situationele test in een videogebaseerde test met rollenspelers

Nadere informatie

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase Inleiding Door de toenemende globalisering en bijbehorende concurrentiegroei tussen bedrijven over de hele wereld, de economische recessie in veel landen, en de groeiende behoefte aan duurzame inzetbaarheid,

Nadere informatie

Summary in Dutch. Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.

Nadere informatie

De constructvaliditeit van de dimensie Integriteit van een Situational Judgment Test

De constructvaliditeit van de dimensie Integriteit van een Situational Judgment Test De constructvaliditeit van de dimensie Integriteit van een Situational Judgment Test Annemieke Los 265499 Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit Sociale Wetenschappen Instituut voor Psychologie Juli

Nadere informatie

Moderne technologie bij assessment en selectie van personeel

Moderne technologie bij assessment en selectie van personeel Moderne technologie bij assessment en selectie van personeel prof.dr. Marise Ph. Born, Erasmus Universiteit Rotterdam, Instituut voor Psychologie en Vrije Universiteit Amsterdam, Vakgroep Sociale & Organisatiepsychologie

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Hebben mannen en vrouwen gelijke kansen. bij selectieproeven met intelligentietests? Samenvatting

Hebben mannen en vrouwen gelijke kansen. bij selectieproeven met intelligentietests? Samenvatting FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN DEPARTEMENT PSYCHOLOGIE ONDERZOEKSGROEP HOGERE COGNITIE EN INDIVIDUELE VERSCHILLEN CENTRUM VOOR ORGANISATIE- EN PERSONEELSPSYCHOLOGIE TIENSESTRAAT 102

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

De informatie uit dit rapport is vertrouwelijk. Bewaar dit rapport dus op een veilige plek!

De informatie uit dit rapport is vertrouwelijk. Bewaar dit rapport dus op een veilige plek! George Washington Inhoud Introductie... 2 Bridge Theorie... 3 Bridge Antwoordgedrag...4 Bridge Quickscan...5 Bridge Dimensie Overzicht - Besturen... 6 Bridge Dimensie Overzicht - Uitvoer...7 Bridge Dimensie

Nadere informatie

MOTIVES, VALUES, PREFERENCES INVENTORY OVERZICHT

MOTIVES, VALUES, PREFERENCES INVENTORY OVERZICHT MOTIVES, VALUES, PREFERENCES INVENTORY OVERZICHT INTRODUCTIE De Motives, Values, Preferences Inventory () is een persoonlijkheidstest die de kernwaarden, doelen en interesses van een persoon in kaart brengt.

Nadere informatie

CRE-W. Instrument over creatief denken in organisaties. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum Basisrapport

CRE-W. Instrument over creatief denken in organisaties. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum Basisrapport CRE-W Instrument over creatief denken in organisaties HTS Report ID 5107-7038 Datum 18.07.2017 Basisrapport INLEIDING CRE-W 2/7 Inleiding De CRE-W is een vragenlijst die de mate van creatief denken van

Nadere informatie

TH-PI Performance Indicator. Best Peter Assistant

TH-PI Performance Indicator. Best Peter Assistant Best Peter Assistant TH-PI Performance Indicator Dit rapport werd gegenereerd op 11-11-2015 door White Alan van Brainwave Ltd.. De onderliggende data dateren van 10-03-2015. OVER DE PERFORMANCE INDICATOR

Nadere informatie

Goedkope en populaire instrumenten

Goedkope en populaire instrumenten Situationele beoordelingstesten: efficiënt meten van gedragscompetenties in real-life Ties situaties Dr. Helga Peeters Toegepaste Psychologie, Howest Goedkope en populaire instrumenten Selectie-instrumenten

Nadere informatie

SAMENVATTING Het ontwikkelen van een solide studie design met bijbehorende instrumenten om een CRM training te evalueren

SAMENVATTING Het ontwikkelen van een solide studie design met bijbehorende instrumenten om een CRM training te evalueren SAMENVATTING Op de Intensive Care (IC) worden fouten gemaakt, sommige met ernstige gevolgen voor de patiënt. Er is steeds meer bewijs dat deze fouten kunnen worden vermeden, of de gevolgen er van af te

Nadere informatie

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen?

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen? Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen? Welke percepties leven er bij werknemers en studenten omtrent de logistieke sector? Lynn De Bock en Valerie Smid trachten in hun gezamenlijke masterproef

Nadere informatie

Personeelsselectie: Van de theorie naar de praktijk

Personeelsselectie: Van de theorie naar de praktijk Personeelsselectie: Van de theorie naar de praktijk Janneke K. Oostrom 01-10-2015 NOA Symposium 1 Interviews Personnel Psychology, 1949 01-10-2015 NOA Symposium 2 Gestructureerde interviews Baseer vragen

Nadere informatie

HOOFDSTUK 7. SAMENVATTING & DISCUSSIE

HOOFDSTUK 7. SAMENVATTING & DISCUSSIE HOOFDSTUK 7. SAMENVATTING & DISCUSSIE Inleiding Dit proefschrift staat in het teken van de professionaliteit van de jeugdzorgwerker in de Provinciale residentiële Jeugdzorg, de Justitiële residentiële

Nadere informatie

Alles over Assessments: Validiteit, Referenties, Cv s en Contextualisatie. NIP 11 september 2015 Marise Born

Alles over Assessments: Validiteit, Referenties, Cv s en Contextualisatie. NIP 11 september 2015 Marise Born Alles over Assessments: Validiteit, Referenties, Cv s en Contextualisatie NIP 11 september 2015 Marise Born born@fsw.eur.nl de validiteitsbijbel van Schmidt& Hunter 1998: Onderzoeksresultaten geïntegreerd

Nadere informatie

Coach Profession Profile

Coach Profession Profile Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Coach Profession Profile AUTEUR PROF. DR. HELMUT DIGEL / PROF. DR. ANSGAR THIEL VERTALING PUT K. INSTITUUT Katholieke Universiteit

Nadere informatie

Multiculturele sensitiviteit in selectieprocedures

Multiculturele sensitiviteit in selectieprocedures Multiculturele sensitiviteit in selectieprocedures Marise Born Zeist, 9 oktober 2018 Psychologen in Bedrijf Erasmus University Rotterdam Selectieprocedures Overview Deductie-keten (ISO 10667) Organisatiedoelen

Nadere informatie

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit SAMENVATTING Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit Leiders zijn belangrijke leden van organisaties. De

Nadere informatie

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl.

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. In het kader van het project Innovatieve Dienstverlening doet kenniscentrum ICOON onderzoek naar de omstandigheden

Nadere informatie

smartops people analytics

smartops people analytics smartops people analytics Introductie De organisatie zoals we die kennen is aan het veranderen. Technologische ontwikkelingen en nieuwe mogelijkheden zorgen dat onze manier van werken verandert. Waar veel

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Achtergronden bij het instrument

Achtergronden bij het instrument Achtergronden bij het instrument P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Postbus 1087, 3600 BB Maarssen tel. 0346-55 90 10 fax 0346-55 90 15 www.picompany.nl servicedesk@picompany.nl

Nadere informatie

Samenvatting. Odinot_4.indd :19:06

Samenvatting. Odinot_4.indd :19:06 In veel strafzaken wordt de verdachte uitsluitend of vrijwel uitsluitend veroordeeld op grond van getuigenverklaringen. Objectieve middelen voor het toetsen van de juistheid van de getuigenverklaringen

Nadere informatie

OMGAAN MET CULTUURVERSCHILLEN

OMGAAN MET CULTUURVERSCHILLEN OMGAAN MET CULTUURVERSCHILLEN INHOUD Cultuur Quid? Enkele beschouwingen (karikatuur, proclamatie, globalisering) Cultuur in eigen land en daarbuiten Belang van cultuur versus relativering van cultuur Succesvol

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

6DPHQYDWWLQJ. De studie psychologie aan de Open Universiteit Nederland (OUNL) kent een hoge uitval.

6DPHQYDWWLQJ. De studie psychologie aan de Open Universiteit Nederland (OUNL) kent een hoge uitval. 6DPHQYDWWLQJ De studie psychologie aan de Open Universiteit Nederland (OUNL) kent een hoge uitval. Van de ongeveer 1200 studenten die per jaar instromen, valt de helft binnen drie maanden af. Om een antwoord

Nadere informatie

Succesvolle toepassing van 360 graden feedback: De keuze van het 360 instrument en de voorbereiding op het 360 traject

Succesvolle toepassing van 360 graden feedback: De keuze van het 360 instrument en de voorbereiding op het 360 traject Succesvolle toepassing van 360 graden feedback: De keuze van het 360 instrument en de voorbereiding op het 360 traject Augustus 2011 Waar werknemers onderdeel zijn van een organisatie, wordt beoordeeld.

Nadere informatie

Rapport SQ-Sales. Lydia Beelders 07 juli 2011 V1.1

Rapport SQ-Sales. Lydia Beelders 07 juli 2011 V1.1 Rapport SQ-Sales Lydia Beelders 07 juli 2011 V1.1 Rapportage SQ-test voor commerciële competenties. Gebruikersnaam: proef Naam: Lydia Beelders Geslacht: Vrouw Geboortejaar: 1988 Opleiding: HBO Testdatum:

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

Capaciteitentesten: de voordelen tijdens selectie. TestGroup Consulting

Capaciteitentesten: de voordelen tijdens selectie. TestGroup Consulting Capaciteitentesten: de voordelen tijdens selectie TestGroup Consulting Maart 2010 Management samenvatting Met de opkomst van nieuwe technologie en goedkopere instrumenten zijn bedrijven steeds meer gaan

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk?

Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk? Motivatie en welzijn Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk? SERV. 2012. Arbeidsethos en arbeidsoriëntaties op de Vlaamse arbeidsmarkt 2007-2010. Informatiedossier. Brussel: SERV Stichting Innovatie

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

M200616. De winstpotentie van personeelsbeleid in het MKB

M200616. De winstpotentie van personeelsbeleid in het MKB M200616 De winstpotentie van personeelsbeleid in het MKB dr. J.M.P. de Kok drs. J.M.J. Telussa Zoetermeer, december 2006 Prestatieverhogend HRM-systeem MKB-bedrijven met een zogeheten 'prestatieverhogend

Nadere informatie

Handelen in overeenstemming met wetenschappelijke evidentie, ook voor A&O psychologen

Handelen in overeenstemming met wetenschappelijke evidentie, ook voor A&O psychologen Handelen in overeenstemming met wetenschappelijke evidentie, ook voor A&O psychologen Karin Proost Hogeschool-Universiteit Brussel KULeuven Open Universiteit Nederland Karin.Proost@hubrussel.be Bron: Bron:

Nadere informatie

De Relatie van Algemene en Specifieke Kennis met SJTs

De Relatie van Algemene en Specifieke Kennis met SJTs De Relatie van Algemene en Specifieke Kennis met SJTs Een Studie naar Antecedenten van Taak- en Contextuele Prestatie Helena Vancampenhout Studentennummer: 01205693 Promotor: Prof. dr. Eva Derous Masterproef

Nadere informatie

Rapportgegevens Kerntyperingtest

Rapportgegevens Kerntyperingtest Rapportgegevens Kerntyperingtest Respondent: Jill Voorbeeld Email: voorbeeld@testingtalents.nl Geslacht: vrouw Leeftijd: 33 Opleidingsniveau: hbo Vergelijkingsgroep: De Nederlandse beroepsbevolking Testdatum:

Nadere informatie

HTS Report. Positiviteitstest. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report. Positiviteitstest. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam PT Positiviteitstest HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Zelfrapportage PT Inleiding 2 / 8 INLEIDING De Positiviteitstest is een vragenlijst die op basis van zelfrapportage in kaart brengt in hoeverre

Nadere informatie

Predictieve validiteit van Cebirtests. Studie 1: criteriumvaliditeit in de bewakingsector

Predictieve validiteit van Cebirtests. Studie 1: criteriumvaliditeit in de bewakingsector Predictieve validiteit van Cebirtests Inleiding Het bepalen van de predictieve validiteit van een test is in het selectiegebeuren van uitzonderlijk belang. Spijtig genoeg zijn de gelegenheden daartoe uitermate

Nadere informatie

Q1000 Krachtvelden 360

Q1000 Krachtvelden 360 Zo ga je aan de slag met: Q1000 Krachtvelden 360 Zicht op iemands krachten en talenten Q1000 Krachtvelden 360 Q1000 Krachtvelden 360 laat zien waar (potentiële) medewerkers in hun kracht staan, zodat zij

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Assessment centers: wanneer wel, wanneer niet? Jo Verbeken

Assessment centers: wanneer wel, wanneer niet? Jo Verbeken Assessment centers: wanneer wel, wanneer niet? Jo Verbeken Assessment Wanneer wel Wanneer niet? Jo Verbeken 8 december 2011 2 Overzicht De assessment center methode Gedragsgerichte functieclassificatie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) Relatiemarketing is gericht op het ontwikkelen van winstgevende, lange termijn relaties met klanten in plaats van het realiseren van korte termijn transacties.

Nadere informatie

Ondernemerschap in Vlaanderen: een vergelijkende, internationale studie

Ondernemerschap in Vlaanderen: een vergelijkende, internationale studie Ondernemerschap in Vlaanderen: een vergelijkende, internationale studie De Global Entrepreneurship Monitor (GEM) is een jaarlijks onderzoek dat een beeld geeft van de ondernemingsgraad van een land. GEM

Nadere informatie

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden HANDOUT SCENARIO-ONTWIKKELING Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden SCENARIO-ONTWIKKELING I n h o u d Scenario-ontwikkeling 1 1 Wat zijn scenario s? 1 2 Waarom

Nadere informatie

Over street credibility en scientific validity

Over street credibility en scientific validity Poolstok Community Evidence-based werven en selecteren: Op de proef gesteld Kaarsjestest bij de PTT Over street credibility en scientific validity Eva Derous Vakgroep Personeelsmanagement, Arbeids- en

Nadere informatie

STEPHANIE VOORBEELD Beoordelingsrapport

STEPHANIE VOORBEELD Beoordelingsrapport ! STEPHANIE VOORBEELD Beoordelingsrapport 2pir%is%de%houder%van%de%exclusieve%rechten% voor%de%nederlandstalige%gebieden%van%de% wereld%voor%mtq48.% www.2pirr.eu% % Dit beoordelingsrapport bevat tenminste

Nadere informatie

vragenlijsten. Er werd geen verschil gevonden tussen de twee groepen wat betreft het verloop in de tijd van de interveniërende variabelen

vragenlijsten. Er werd geen verschil gevonden tussen de twee groepen wat betreft het verloop in de tijd van de interveniërende variabelen Samenvatting Samenvatting De toenemende vraag naar totale heuparthroplastieken (THA) en totale kniearthroplastieken (TKA) leidt tot groeiende wachtlijsten. Om dit probleem het hoofd te bieden hebben veel

Nadere informatie

mt&v HR Services mt&v Assessment Services

mt&v HR Services mt&v Assessment Services mt&v HR Services Organisaties hebben ambities. Het concretiseren van de ambitie van een organisatie door middel van een heldere, missie, met concrete doelstellingen en strategie, is cruciaal voor elke

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19103 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pisanti, Renato Title: Beyond the job demand control (-support) model : explaining

Nadere informatie

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak 1 Achtergrond van het onderzoek Bedrijven vertrouwen meer en meer op social media om klanten te betrekken

Nadere informatie

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat

Nadere informatie

Naar een nieuwe generatie assessment

Naar een nieuwe generatie assessment FILIP LIEVENS EVELINE SCHOLLAERT Naar een nieuwe generatie assessment Een open boek over situationele tests UITGEVERIJ NELISSEN BARNEVELD Copyright: Uitgeverij Nelissen, Barneveld 2008 Omslag: Henri van

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60)

Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60) Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60) Auteurs: T. Batink, G. Jansen & H.R.A. De Mey. 1. Introductie De Flexibiliteits Index Test (FIT-60) is een zelfrapportage-vragenlijst

Nadere informatie

WHITE PAPER. Top 6 meest zinvolle assessmomenten. talent assessment. 6. kans op contraproductief gedrag in de werkomgeving

WHITE PAPER. Top 6 meest zinvolle assessmomenten. talent assessment. 6. kans op contraproductief gedrag in de werkomgeving Top 6 meest zinvolle assessmomenten Het ene allesbepalende assessment wordt steeds vaker vervangen door talrijke assessmomentjes En op elk assessmomentje kun je iets meer te weten komen over iemands psychologische

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Introductie Flexibiliteit is een belangrijke eigenschap in de huidige snel veranderende maatschappij. In

Nadere informatie

Vragen oefententamen Psychometrie

Vragen oefententamen Psychometrie Vragen oefententamen Psychometrie 1. Hoe wordt betrouwbaarheid in de klassieke testtheorie gedefinieerd? a) De variantie van de error scores gedeeld door die van de geobserveerde scores. b) De variantie

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs TECHNISCH RAPPORT 30 augustus 2018 Dit document is een technisch rapport van het onderzoek naar het verband tussen kenmerken van de jeugdjaren

Nadere informatie

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen RESEARCH SUMMARY ONDERZOEK I.K.V. VIONA STEUNPUNT WSE Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen TITEL: FLEXIBLE JOB SEARCH BEHAVIOR AMONG UNEMPLOYED JOBSEEKERS: ANTECEDENTS AND OUTCOMES

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 207 208 Deel I Het wordt steeds belangrijker gevonden om kinderen een stem te geven. Hierdoor kunnen kinderen beter begrepen worden en kan hun ontwikkeling worden geoptimaliseerd.

Nadere informatie

TAXONOMIE HISTORISCH DENKEN

TAXONOMIE HISTORISCH DENKEN Verwijs naar dit document als Smets, W. (2018), Taxonomie historisch denken, opgehaald van: Karel de Grote Hogeschool, https://www.kdg.be/onderzoek-en-expertise/onderzoeksprojecten/praktijkonderzoek-historisch-denken

Nadere informatie

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES &

Nadere informatie

Syllabus Communicatie en Intergenerationele Samenwerking voor werknemers binnen de publieke sector met een leeftijd van 30-

Syllabus Communicatie en Intergenerationele Samenwerking voor werknemers binnen de publieke sector met een leeftijd van 30- Syllabus Communicatie en Intergenerationele Samenwerking voor werknemers binnen de publieke sector met een leeftijd van 30- Inleiding: De opleiding in en intergenerationele samenwerking is bedoeld voor

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Highlight, online management simulatie

Highlight, online management simulatie Highlight, online management simulatie assessment van managementeffectiviteit en -vaardigheden Analyses van beroepsspecifieke eisen tonen aan dat het goed kunnen uitvoeren van organisatorische en planningstaken

Nadere informatie

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

HET ASSESSMENT INFORMATIE

HET ASSESSMENT INFORMATIE HET ASSESSMENT INFORMATIE HET ASSESSMENT U bent uitgenodigd voor een assessment. In de praktijk blijkt dat bij veel kandidaten vragen leven met betrekking tot dit soort onderzoek. In het hiernavolgende

Nadere informatie

Taal en Connector Ability

Taal en Connector Ability Taal en Connector Ability Nico Smid Taal en Intelligentie Het begrip intelligentie gedefinieerd als G ( de zogenaamde general factor) verwijst naar het algemene vermogen om nieuwe problemen in nieuwe situaties

Nadere informatie

Appraisal. Datum:

Appraisal. Datum: Appraisal Naam: Sample Candidate Datum: 08-08-2013 Over dit rapport: Dit rapport is op automatische wijze afgeleid van de resultaten van de vragenlijst welke door de heer Sample Candidate is ingevuld.

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

Seminar matching en selectie in het hoger onderwijs

Seminar matching en selectie in het hoger onderwijs Seminar matching en selectie in het hoger onderwijs Van studie naar arbeidsmarkt Rutger Kappe, Hogeschool Inholland Corine Sonke, NOA Van studie naar arbeidsmarkt Seminar matching en selectie in het HO

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die worden uitgevoerd om uit het gevonden bronnenmateriaal

Nadere informatie

Proefschrift Girigori.qxp_Layout 1 10/21/15 9:11 PM Page 129 S u m m a r y in Dutch Summary 129

Proefschrift Girigori.qxp_Layout 1 10/21/15 9:11 PM Page 129 S u m m a r y in Dutch Summary 129 S u m m a r y in Dutch Summary 129 Gedurende de geschiedenis hebben verschillende factoren zoals slavernij, migratie, de katholieke kerk en multinationals zoals de Shell raffinaderij de gezinsstructuren

Nadere informatie

Deel I: Integratie van Opvoeding in het I-Change Model

Deel I: Integratie van Opvoeding in het I-Change Model Samenvatting Hoewel bekend is dat roken schadelijk is voor de gezondheid, beginnen adolescenten nog steeds met roken. Om dit te veranderen is het nodig een beter inzicht te krijgen in de factoren die

Nadere informatie

Thomas Voorbeeld. Thomas Leiderschap Vragenlijst. Persoonlijk & Vertrouwelijk

Thomas Voorbeeld. Thomas Leiderschap Vragenlijst. Persoonlijk & Vertrouwelijk 360-rapport Thomas Voorbeeld Thomas Leiderschap Vragenlijst Persoonlijk & Vertrouwelijk Inhoud Inleiding Toelichting bij het 360-rapport Gemiddelde per competentie Weergave van de 5 hoogste en 5 laagste

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

SAMENVATTING Schadelijk gebruik van alcohol staat wereldwijd in de top vijf van risicofactoren die tot ziekte, arbeidsongeschiktheid of overlijden kunnen leiden. Het alcoholgebruik is stabiel of neemt

Nadere informatie

Geachte lezer, Ik wens u veel leesplezier! Met vriendelijke groeten,

Geachte lezer, Ik wens u veel leesplezier! Met vriendelijke groeten, Geachte lezer, Ik hoop dat u met belangstelling deze vernieuwde NOA Nieuwsbrief, het middel om u op de hoogte te brengen van actuele ontwikkelingen binnen het werkterrein van NOA, zult lezen. Om u goed

Nadere informatie