Vademecum. Praktijk 3. Auteurs: Mieke Keunen, Kevin Van Oevelen, Ilse Van den Bogaert

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vademecum. Praktijk 3. Auteurs: Mieke Keunen, Kevin Van Oevelen, Ilse Van den Bogaert"

Transcriptie

1 Vademecum Praktijk 3 Auteurs: Mieke Keunen, Kevin Van Oevelen, Ilse Van den Bogaert Professionele bachelor Secundair Onderwijs Welzijn, Onderwijs & Gezondheidszorg Academiejaar: [Cursuscode, typ hier]

2 INHOUD Inleiding... 4 Deel 1: Praktijkkalenders Praktijkkalender 3.1 stage regulier traject Praktijkkalender 3.1 stage vervroegd traject Praktijkkalender 3.2 stage regulier traject Praktijkkalender 3.2 stage vervroegd traject Praktijkkalender bewegingsrecreatie Praktijkkalender Project kunstvakken Deel 2: Algemene info Bij wie kan ik waarvoor terecht? Waar vind ik de nodige documenten? Ben ik verzekerd tijdens de stage? Hoe wordt de stageovereenkomst in orde gebracht? Wat doe ik als blijkt dat er risico s verbonden zijn aan de werkpost èn het geneeskundig toezicht aan KdG werd toevertrouwd? Wat moet ik doen wanneer ik niet aanwezig kan zijn op een praktijkactiviteit? Wat doe ik als ik mijn stage wil stopzetten? Wat gebeurt er als de stageplaats mijn stage wil stopzetten? Wanneer ga ik voor het eerst naar mijn stageschool? Wat doe ik op het intromoment? Wat doe ik als mijn school geen intromoment doorgegeven heeft? Wat gebeurt er tijdens leertrajectbegeleiding? Wat gebeurt er in de masterclass (= eerste sessie leertrajectbegeleiding)? Wat gebeurt er in de tweede sessie leertrajectbegeleiding? Wat gebeurt er verder in de leertrajectbegeleiding? Wat gebeurt er tijdens supervisie? Deel 2. Specifieke info per stagetraject Hoe verloopt de 3.1 stage? Waar ga ik stage doen? Vademecum praktijk 3 1

3 1.2. Hoe geef ik mijn stagerooster door? Waaruit bestaat de praktijkopdracht in de stageschool tijdens de eerste stageperiode? Observatie/participatie Lesgeven Leerintentie Wat doe ik tijdens de observatiestage? Hoe zit het met de lesvoorbereidingen? Mag ik parallellessen geven? Hoe stel ik mijn praktijkagenda op? Wat moet ik doen als een les niet kan doorgaan? Hoe krijg ik feedback op mijn stageactiviteiten? Op elke les Op de leerintenties Op de globale stageperiode Hoe verloopt de 3.2 stage? Waar ga ik stage doen? Waaruit bestaat de praktijkopdracht in de stageschool tijdens de tweede stageperiode? Observatie/participatie Leerintenties Aantal lesuren binnen de schoolopdracht Andere taken binnen de schoolopdracht Kan ik deelnemen aan schoolactiviteiten buiten de stageperiode? Wat gebeurt er op het startgesprek? Wat als ik vakopvolging heb? Mag ik een vervangingsopdracht uitvoeren tijdens mijn stage? Moet ik nog een stagerooster op stageweb plaatsen? Hoe stel ik mijn praktijkagenda op? Hoe zit het met de lesvoorbereidingen? Vademecum praktijk 3 2

4 2.10. Hoe krijg ik feedback op mijn stageactiviteiten? Hoe verloopt het eindgesprek? Wat doe ik met mijn leerintenties? Hoe wordt de stage begeleid? Hoe verloopt de stage voor Bewegings-recreatie? Waaruit bestaat de praktijkopdracht voor BR? Welke procedure moet ik volgen voor de organisatie van de stage? Hoe maak je verslag van je werkzaamheden? Hoe wordt de stage geëvalueerd? Welke documenten moet ik gebruiken? Hoe verloopt de stage voor Project Kunstvakken? Waaruit bestaat de praktijkopdracht voor PKV? Deel 3. Hoe verloopt de evaluatie? Wat moet ik kunnen aan het einde van praktijk 3? Wat zijn de criteria voor evaluatie van stageperiode 3.1? Hoe verloopt de evaluatie na stageperiode 1? Wat zijn de criteria voor evaluatie na stageperiode 3.2? Wat zijn de criteria voor de evaluatie van de stage BR? Hoe verloopt de evaluatie na stageperiode 2? Wat steek ik in mijn praktijkmappen? Wanneer en aan wie bezorg ik mijn praktijkmappen? Hoe komt het eindcijfer van praktijk 3 tot stand? Kan er nog iets gewijzigd worden aan het eindcijfer praktijk 3? Vademecum praktijk 3 3

5 Inleiding Dit vademecum is enkel bedoeld voor studenten die praktijk 3 (stage 3.1 en 3.2) volledig in het binnenland uitvoeren. Het bestaat uit 3 delen. Deel 1: Praktijkkalenders Deel 2: Algemene info Deel 3: Specifieke info per stagetraject Deel 4: Hoe wordt praktijk 3 geëvalueerd? In deel 1 vind je de praktijkkalenders per stagetraject. Raadpleeg hier wanneer welke activiteiten doorgaan. Via de weblinks kan je doorklikken naar het hoofdstuk waar elke activiteit beschreven wordt. Praktijk 3 bestaat uit 3 elementen: stage, leertrajectbegeleiding en supervisie. Er zijn twee stageperiodes. De studenten PKV en BR hebben een aangepaste stageopdracht. Ook deze worden in dit vademecum toegelicht. Alle activiteiten en richtlijnen betreffende de drie onderdelen worden in dit vademecum beschreven en zijn bindend voor wie met succes dit opleidingsonderdeel wil afronden. Informeer je dus grondig. Vademecum praktijk 3 4

6 Deel 1: Praktijkkalenders 1. PRAKTIJKKALENDER 3.1 STAGE REGULIER TRAJECT Activiteit Datum Infosessie Vr 16 september Praktijkdocumenten aankopen in de Vanaf ma 19 oktober shop: praktijkmappen, feedbackblocknote en kijkwijzer Raadplegen lijst leertrajectbegeleiders op Vanaf vr 23 september 16u stageweb LTB sessie 1: Masterclass Di 27 september en di 4 oktober Raadplegen intromomenten op stageweb Vanaf vr 7 oktober Intromoment Di 11 oktober Observeren/participeren Vr 14 en di 18 oktober = vrijgeroosterde observatiedagen + tussen 17 en 21 oktober, in overleg met mentor Stagerooster op stageweb Ma 17 oktober 2016 Leerintenties naar leertrajectbegeleider Uiterlijk woe 26 oktober Lesgeven 3 weken 24 oktober 18 november (LO-BR: 2 weken: 24 oktober 11 november) (stud. PKV: 2 of 3 weken, overeen te komen) LTB sessie 2 Tussen ma 21 november en vr 25 november Praktijkmappen inleveren bij vaklectoren Ma 28 november 2016 Evaluatieverslagen op stageweb Vanaf vr 20 januari 2017 Vademecum praktijk 3 5

7 2. PRAKTIJKKALENDER 3.1 STAGE VERVROEGD TRAJECT Activiteit Datum Infosessie Vr 16 september Praktijkdocumenten aankopen in de Vanaf ma 19 oktober (alle dagen geopend van shop: praktijkmappen, 7.45u tot 19u) feedbackblocknote en kijkwijzer Raadplegen lijst leertrajectbegeleiders op Vanaf vr 23 september 2016 stageweb LTB sessie 1: Masterclass Di 27 september en di 4 oktober 2016 Eerste contact met stageschool en Vanaf do 6 oktober 2016, in overleg met mentorcoach en vakmentoren observatie/participatie Intromoment voor beide Di 11 oktober 2016 stageperodes! Stagerooster op stageweb Vr 14 oktober 2016 Leerintenties naar leertrajectbegeleider Uiterlijk vr 21 oktober 2016 Lesgeven 3 weken 17 oktober 10 november 2016 (LO-BR: 2 weken: 17 oktober 28 oktober) (stud. PKV: 2 of 3 weken, overeen te komen) Praktijkmappen inleveren Ma 14 november 2016 LTB sessie 2 Tussen 14 en 18 november 2016, volgens afspraak met leertrajectbegeleider Evaluatieverslagen op stageweb Vanaf vr 25 november 2016 Vademecum praktijk 3 6

8 3. PRAKTIJKKALENDER 3.2 STAGE REGULIER TRAJECT Activiteit Datum Infosessie Do 1 december Raadplegen intromomenten op Vanaf do 1 december stageweb Intromoment Di 13 december Startgesprek Januari of februari uiterlijk 17 februari 2017 Observeren Tussen 13 en 17 februari, in afspraak met de school Stagerooster op stageweb Woe 15 februari 2016 Enkel indien vakopvolging Leerintenties naar Uiterlijk ma 20 febr 2017 leertrajectbegeleider Lesgeven 9 weken Stageperiode 20 februari 12 mei 2017 (LO-BR: 6 weken, in overleg te plaatsen) (PKV: tot 11 mei; vrijdag 12 mei vrijhouden voor presentatie PKV-project) Eindgesprek Tussen 8 en 19 mei 2017 (LO-BR: aansluitend bij de stage) Reflectie op leerintenties 2-wekelijks doorsturen naar leertrajectbegeleider Supervisie (4 sessies) Telkens op wo namiddag, tussen 22 februari en 10 mei, volgens je lessenrooster Praktijkmap inleveren Uiterlijk ma 17 mei, volgens afspraak met leertrajectbegeleider Evaluatieverslagen op stageweb Vanaf vr 9 juni PRAKTIJKKALENDER 3.2 STAGE VERVROEGD TRAJECT Activiteit Datum Vademecum praktijk 3 7

9 Intromoment Di 11 oktober 2016 Startgesprek Tussen 17 oktober en 21 november 2016 Observeren/participeren Tussen 14 en 18 november 2016, volgens afspraak met de school Stagerooster op stageweb indien Uiterlijk vr 25 november 2016 vakopvolging Leerintenties naar leertrajectbegeleider Uiterlijk vr 25 november 2016 Lesgeven 8 weken 21 november januari 2017 (LO-BR: 6 weken, in overleg te plaatsen) Eindgesprek Tussen 23 en 27 januari 2017 (LO-BR: aansluitend bij de stage) Reflectie op leerintenties doorsturen 2-wekelijks naar leertrajectbegeleider Supervisie sessie 1 Wo namiddag 16 november 2016 Supervisie sessies 2, 3 en 4 Zie lessenrooster telkens woensdagnamiddag Praktijkmap inleveren Do 2 februari 2017 Evaluatieverslagen op stageweb Vanaf vr 17 februari 2017 Vademecum praktijk 3 8

10 5. PRAKTIJKKALENDER BEWEGINGSRECREATIE Aangezien de praktijkactiviteiten BR doorgaans uitgevoerd worden buiten de in de jaarplanning voorziene stageperiodes, kunnen er geen vaste data gegeven worden. Je bent in grote mate zelf verantwoordelijk voor de planning van de activiteiten. Er gelden wel vaste termijnen binnen dewelke je bepaalde onderdelen moet afwerken, en vaste data voor het inleveren van bepaalde documenten. Hieronder vind je een overzicht van deze data en termijnen. Uit te voeren Toelichting praktijk 3 BR Deadline stageaanvraag indienen via mail naar verantwoordelijke vaklector Startgesprek en ondertekening stageovereenkomst Binnenbrengen stageovereenkomst in de praktijkcel Doorgeven van stagerooster via mail aan begeleidende lector (opgelet: de 4 woensdagnamiddagen van supervisie vrijhouden!) Indienen van aanvraag navorming aan verantwoordelijke vaklector (opgelet: de 4 woensdagnamiddagen van supervisie vrijhouden!) Uiterste datum Vraag gestuurd via mail aan kevin.vanoevelen@kdg.be Vr 28 oktober 2016 Vóór do 22 december lesweken voor aanvang van de stage 1 week voor aanvang van de navorming Afronden van goedgekeurde navormingsactiviteiten Do 19 mei 2017 Afgeven van praktijkmap BR aan de begeleidende lector BR Do 19 mei 2017 Je voert alle activiteiten uit buiten je eigen lesuren op de hogeschool. Zo niet worden de gepresteerde uren als ongeldig beschouwd. Elke afwezigheid moet je wettigen. Je verwittigt tijdig de stageplaats en de begeleidende lector BR. Gemiste activiteiten haal je in vóór 19 mei. Vademecum praktijk 3 9

11 6. PRAKTIJKKALENDER PROJECT KUNSTVAKKEN De stage PKV gaat door tijdens de reguliere stageperiodes. Er gelden vaste data voor het inleveren van bepaalde documenten. Hieronder vind je een overzicht van deze data. Uit te voeren Indienen van stageovereenkomst en bijhorend takenpakket sectorspecifieke stage (periode 1), bij Ilse Van den Bogaert Goedkeuring van stageovereenkomst en takenpakket door Ilse Van den Bogaert Observatiestage Uiterste datum Vr 7 oktober 2016 do 13 oktober 2016 Tussen vr 14 en vr 21 oktober Doorgeven van stagerooster op stageweb Ma 17 oktober 2016 Canon Cultuurdagen in de Singel 24 en 25 oktober 2016 Stage 1 tot 3 weken Za 22 okt zo 20 nov 2016 Afgeven van praktijkmap PKV aan vaklector. Ma 28 november 2016 Indienen van stageovereenkomst en bijhorend takenpakket sectorspecifieke stage (periode 2), bij Ilse Van den Bogaert Observatie Doorgeven van stagerooster sectorspecifieke stage, periode 2, op stageweb met kennisgeving aan leertrajectbegeleider (opgelet: de 4 woensdagnamiddagen van supervisie vrijhouden!) Bezorgen van voorlopig dagdraaiboek kunsteducatief project aan leertrajectbegeleider In de week van 9 januari Tussen za 12 en zo 19 febr of in samenspraak met de stageplaats Woe 15 februari 2017 Stageperiode Vr 20 februari do 11 mei 2017 Presentatie PKV-project in hogeschool Indienen van verzamelmap praktijk 3, inclusief vakmap PKV Vr 12 mei 2017 (vrijhouden van stageactiviteiten!) Onmiddellijk na het eindgesprek ten laatste 18 mei 2017 Vademecum praktijk

12 Deel 2: Algemene info 1 BIJ WIE KAN IK WAARVOOR TERECHT? Leertrajectbegeleider Zoals in de voorgaande stagetrajecten, krijg je ook nu een leertrajectbegeleider toegewezen. Dit kan een vaklector zijn of een pedagoog. Deze persoon zal je begeleiden bij je stages en je ondersteunen bij je competentieontwikkeling doorheen het hele academiejaar. Hij/zij is jouw eerste aanspreekpunt voor vragen en problemen. Hij/zij kent je een score toe op het einde van praktijk 3. Je verneemt via stageweb wie je leertrajectbegeleider is. Vaklectoren De vaklectoren brengen je tijdens de eerste stageperiode een bezoek en bieden je vakbegeleiding. Enkel indien nodig wordt de vakbegeleiding door de vaklector verder gezet in de tweede stageperiode. De studenten LO/BR hebben voor de tweede stageperiode nog steeds dezelfde een begeleidende vaklector BR. Praktijkcel Voor alle vragen rond organisatie en planning van praktijkactiviteiten kan je terecht in de praktijkcel PBSO (gelijkvloers Campus Zuid) bij de praktijkadministrator, Sharona Verheyen, stage.secundaironderwijs@kdg.be. De praktijkcel is alle werkdagen toegankelijk, van 10 u tot 14 u. BR-coördinator Voor vragen rond organisatie en planning van BR in het algemeen kan je terecht bij de coördinator BR, Kevin Van Oevelen: kevin.vanoevelen@kdg.be. Ook voor vragen omtrent de management- of doelgroepstage wend je je tot hem. Voor vragen omtrent de fitnessstage, wend je je tot Kim Semadeni: kim.semadeni@kdg.be. Voor vragen omtrent de outdoor-stage, wend je je tot Servaes Timmerman: servaes.timmerman@kdg.be. PKV-coördinator Voor vragen rond organisatie en planning van PKV kan je terecht bij de coördinator PKV, Ilse Van den Bogaert, via mail: ilse.vandenbogaert@kdg.be. Vademecum praktijk

13 2 WAAR VIND IK DE NODIGE DOCUMENTEN? Nagenoeg alle documenten en formulieren die je verder nodig hebt om de stage vlot te laten verlopen, vind je op stageweb: Op de startpagina van PBSO, onder het pictogram algemene informatie, kies je documenten downloaden. Een feedbackblocnote, je stagemappen en de kijkwijzer voor praktijk 3 kan je afhalen in de KdG shop nadat je online de betaling in orde bracht BEN IK VERZEKERD TIJDENS DE STAGE? KdG sluit met elke stageschool of stageorganisatie een stageovereenkomst af. Door het afsluiten van de stageovereenkomst ben je tijdens de hele duur van de stage verzekerd door een polis arbeidsongevallen en een polis burgerlijke aansprakelijkheid. Deze laatste dekt de materiële en lichamelijke schade die je zou toebrengen aan derden. Elk ongeval tijdens de stage of op weg van en naar de stageplaats meld je onmiddellijk aan de aan de stip van je opleiding, via de praktijkcel. De schade aan het voertuig waarmee je je van en naar de stageplaats of tijdens de uitvoering van de stage verplaatst, is nooit verzekerd door de hogeschool Hoe wordt de stageovereenkomst in orde gebracht? Voor elke doestage en elke activiteit die je in een stageschool of organisatie uitvoert moet een stageovereenkomst afgesloten worden. Met de secundaire scholen en de basisscholen wordt door KdG een samenwerkingsovereenkomst afgesloten. Ook jij als student moet je akkoord verklaren met deze overeenkomst. Dit doe je door de stagelijst te ondertekenen tijdens de eerste LTB sessie. Je kan deze overeenkomst raadplegen op stageweb (categorie administratie) Studenten BR en PKV vinden een stageovereenkomst op stageweb onder de categorie BR/PKV. De stageovereenkomst moet door jou en door je stageorganisatie ondertekend worden in drie exemplaren. Eén exemplaar bezorg je aan de verantwoordelijke van BR/PKV Kevin Van Oevelen, één exemplaar bezorg je aan de stageorganisatie, één exemplaar houd je zelf bij. Vademecum praktijk

14 1.2. Wat doe ik als blijkt dat er risico s verbonden zijn aan de werkpost èn het geneeskundig toezicht aan KdG werd toevertrouwd? Eventueel zal de stageschool of organisatie je vragen om een risicoanalyse en/of werkpostfiche toe te voegen aan de overeenkomst. Daarin worden de mogelijke risico s vermeld die verbonden zijn aan de stageplaats en de preventieve maatregelen en afspraken die moeten nageleefd worden. Meer hierover kan je raadplegen op KdG intranet > studentenportaal > medisch onderzoek. 4 WAT MOET IK DOEN WANNEER IK NIET AANWEZIG KAN ZIJN OP EEN PRAKTIJKACTIVITEIT? Praktijk 3 is een onderdeel met permanente evaluatie. Dit betekent dat je aan elke stageactiviteit deelneemt. Een eventuele afwezigheid moet binnen de 5 dagen gewettigd worden via e-studentservice. Gemiste praktijkactiviteiten moeten worden ingehaald. Bij afwezigheid tijdens je stage verwittig je zo snel mogelijk (minstens vóór aanvang van het eerste lesuur) de stageschool of organisatie, je leertrajectbegeleider en je vaklector. Zo weet de vakmentor dat hij/zij niet op jou moet wachten en vermijd je dat een lector ter plekke moet vaststellen dat een les niet doorgaat. De praktijkcel hoef je niet te verwittigen. Je kan je afwezigheid alleen inhalen, als dit praktisch mogelijk is en als ze gewettigd is. Je afwezigheid wettigen doe je door : afwezigheid te melden op op de eerste dag van je afwezigheid. je afwezigheidsattest te uploaden, binnen de 5 kalenderdagen na de gemiste onderwijsactiviteit. Je houdt het originele afwezigheidsattest ter beschikking gedurende de rest van het academiejaar. 5 WAT DOE IK ALS IK MIJN STAGE WIL STOPZETTEN? Als je om een of andere reden overweegt om je stage stop te zetten, neem je allereerst contact op met je leertrajectbegeleider. Met hem/haar bespreek je de situatie. Best volgt er dan een overleg met de mentor-coach, vakmentoren en/of directie van de Vademecum praktijk

15 stageschool. Je kan ook contact opnemen met de studieloopbaancoördinator, Sofie Vercauteren (E Als je besluit vaststaat om te stoppen met je stage, licht je zelf je mentoren, de mentorcoach van de stageschool en de praktijkcel in. Je mag je stage nooit zomaar stopzetten, zonder voorafgaandelijk overleg of zonder de hogeschool en je stageplaats te verwittigen. 6 WAT GEBEURT ER ALS DE STAGEPLAATS MIJN STAGE WIL STOPZETTEN? Indien je stageplaats signaleert dat ze je stage zou willen stopzetten omdat je niet functioneert naar de verwachtingen, dan start de hogeschool onderstaande procedure op. Deze staat ook beschreven in artikel 2.10 van het onderwijs en examenreglement van KdG De procedure wordt opgestart, ook al ben je het niet eens met het standpunt van de stageschool. Je kan je tijdens deze procedure laten bijstaan door de ombuds. Fase 1 Je leertrajectbegeleider onderzoekt jouw situatie. Hij/zij hoort de betrokken partijen, m.n. de student, de betrokken vakmentoren, de betrokken vaklectoren, de mentor-coach en/of de directie of verantwoordelijke van de stageplaats en zoekt naar een oplossing. Leidt dit tot een oplossing in onderling overleg, dan worden de gemaakte afspraken schriftelijk vastgelegd. Deze afspraken dien je als student nauwkeurig op te volgen. Lukt het je niet om je aan de schriftelijk vastgelegde afspraken te houden, of leidt het overleg niet tot een oplossing, dan start fase 2. Fase 2 Het opleidingshoofd of zijn afgevaardigde roept als voorzitter een commissie bijeen en nodigt jou uit. In deze commissie zit minstens een praktijkanker, jouw leertrajectbegeleider en eventueel de betrokken vaklectoren. De ombuds maakt als raadgever deel uit van de commissie. De commissie hoort jou en neemt een beslissing. Ofwel krijg je een andere stageplaats, ofwel moet je je stage stopzetten Vademecum praktijk

16 De commissie schrijft een verslag waarin ze haar beslissing verantwoordt. Je ontvangt deze gemotiveerde beslissing schriftelijk van de voorzitter. 7 WANNEER GA IK VOOR HET EERST NAAR MIJN STAGESCHOOL? De meeste secundaire scholen organiseren bij het begin van het schooljaar een gezamenlijk onthaalmoment voor alle stagiairs die dat jaar in de school zullen stage lopen (zie kalender). Die dag ben je lesvrij zodat je zeker aanwezig kan zijn. De week voordien kan je op stageweb, onder administratie, voor de partnerscholen en sommige andere scholen nagaan op welk tijdstip dat onthaalmoment doorgaat. Je hoeft dan vooraf op eigen initiatief geen contact op te nemen. Het kan ook zijn dat de school je via mail verwittigt en vraagt je komst te bevestigen en/of een document op voorhand in te vullen Wat doe ik op het intromoment? De organisatie van het intromoment gebeurt door de mentor-coach of stageverantwoordelijke van de stageschool. Je zal er kennis kunnen maken met de school en de verantwoordelijken van de school. Je aanwezigheid op het intromoment is verplicht. Indien je om een geldige reden niet aanwezig kan zijn, verwittig je de mentor-coach van de school én de praktijkcel, met vermelding van de reden. Indien je afwezig bent zonder te verwittigen, verlies je je stageplaats. Je neemt volgende documenten mee: Een A 4-blad met daarop een foto van jezelf, met vermelding van het feit dat je stagiair bent van de Karel de Grote-Hogeschool, je naam en je vakkencombinatie. Dit kan dan in de leraarskamer van je stageschool opgehangen worden. Zo weten de leerkrachten alvast wie je bent en wat je in de school komt doen. Toelichting voor de mentor, voor het geval je die dag reeds kennis kan maken met je vakmentoren. Dit bestaat uit twee delen. Het eerste deel bevat algemene informatie omtrent de stage. Het tweede deel moet je zelf toevoegen. Per vak is er een specifieke toelichting voorzien voor de vakmentor. Je vindt de verschillende delen op de stagewebsite, onder de categorie stagevademecum : info praktijk 3 Vademecum praktijk

17 voor de mentor (voor de betreffende stageperiode) en toelichting voor de vakmentor... (vak), praktijk Wat doe ik als mijn school geen intromoment doorgegeven heeft? Met scholen die geen intromoment doorgegeven hebben, of geen intromoment organiseren, neem je zelf zo snel mogelijk contact op via telefoon of mail. Je informeert hoe en wanneer verdere afspraken kunnen gemaakt worden. Je zorgt er alleszins voor dat je: concrete afspraken maakt rond het verdere stageverloop: wie je wanneer moet contacteren, wanneer en hoe je je lessenrooster zal krijgen, hoe je aan je lesonderwerpen kan geraken,... 8 WAT GEBEURT ER TIJDENS LEERTRAJECTBEGELEIDING? In praktijk 3 focust de leertrajectbegeleiding zich vooral op ondersteuning bij de competentieontwikkeling. We verwachten dat je aantoont dat je alle drempelcompetenties beheerst. Voor het derde stagetraject zijn er een aantal nieuwe drempelcompetenties bijgekomen. We verwachten dat je : op systematische wijze gegevens verzamelt om de leerlingen te begeleiden en te beoordelen differentieert waar nodig tijdens je lessen vernieuwende elementen aanwendt in je lessen overlegt en samenwerkt binnen het schoolteam je engageert voor een schoolopdracht We willen dat je voor jezelf een focus legt door opnieuw een leerintentie te formuleren. Omdat we merken dat differentiatie nog steeds moeilijk is voor veel studenten doen we zelf een voorzet voor een leerintentie rond differentiatie in stage 3.1. Voor stage 3.2 doen we een voorzet om een leerintentie te formuleren m.b.t. de leraar als onderzoeker/innovator en de leraar als lid van het schoolteam omdat dit nieuwe drempelcompetenties zijn. Indien je echter het gevoel hebt dat een andere leerintentie beter past bij jouw leernoden, bespreek je dit met je leertrajectbegeleider. Vademecum praktijk

18 8.1. Wat gebeurt er in de masterclass (= eerste sessie leertrajectbegeleiding)? Leerdoelen De studenten kunnen een vernieuwend praktijkvoorbeeld tonen zodat medestudenten nieuwe inspiratie opdoen om tegemoet te komen aan leraar als innovator. op een kritische manier oordelen over praktijkvoorbeelden van medestudenten. verschillende mogelijkheden tot differentiatie in kaart brengen. Inhoud Kennismaking met de leertrajectbegeleider, afspraken maken over communicatie Uitwisseling van vernieuwende praktijkvoorbeelden en mogelijkheden tot differentiatie Aanzet tot het formuleren van de leerintentie voor de 3.1 stage Tijdens praktijk 2 heb je je eerste pogingen gedaan om te differentiëren naar tempo, taal en niveau. We verwachten dat je hier verdere stappen in zet. Daarvoor is het belangrijk dat je de beginsituatie van je leerlingen zo grondig mogelijk in kaart brengt en dan expliciet je lessen uitbouwt op basis van de vastgestelde basisnoden en verschillen. Je moet daarbij gebruik maken van een variatie aan werkvormen en groeperingsvormen. Zo kan je bijvoorbeeld o tempo- en niveauverschillen inbouwen o aandacht besteden aan verschillen in taal o ruimte bieden voor verschillen in interesse o proactief inspelen op leermoeilijkheden o Voortaak Voorbereiding masterclass: Kies een vernieuwend praktijkvoorbeeld dat je graag aan medestudenten wil tonen. Goede praktijkvoorbeelden kunnen zijn: een methodiek om te differentiëren, een motiverende spelvorm, een arsenaal aan trucjes om de klas in de hand te houden, een efficiënte organisatievorm voor groepswerk, een effectieve werkvorm, originele evaluatiemethodiek, een toffe herhaling als leseinde, enz. Je voert het voorbeeld ook effectief uit. Als de aard van je voorbeeld dit echt niet toelaat, licht je het zo concreet mogelijk toe. Dit mag kort zijn; elke student krijgt maximum 10 minuten. Studenten LO/BR zitten in de sporthal, studenten PO/PKV in het atelier en kunnen dus het materiaal ter plaatse gebruiken. Vademecum praktijk

19 Nataak Je leerintentie uitwerken en in de loop van de eerste stageweek aan je leertrajectbegeleider doorsturen, volgens afspraak met hem/haar.. Je bespreekt je leerintentie ook met de betrokken vakmentor(en). Als je nog meer inspiratie nodig hebt om je leerintentie vorm te geven kan je gebruik maken van de opdracht breng de beginsituatie in kaart en/of de observatiewijzer differentiatie die je ook al in praktijk 2 aangeboden kreeg. Je vindt alle formulieren en documenten op stageweb onder de categorie leertrajectbegeleiding. Op het einde van de stage blik je terug op je leerintentie. Op het formulier leerintentie vul je aan wat je gerealiseerd hebt en je noteert je reflecties. Je bezorgt het formulier met bijhorend materiaal volgens afspraak aan je leertrajectbegeleider en je steekt een kopie in de betreffende praktijkmap. Als je met je leertrajectbegeleider afspreekt om via web 2.0 toepassingen te communiceren (blog, facebook, edmodo, ) hier enkele afspraken: Stel alles privé in en zorg dat je naam niet verschijnt in zoekmachines. Beveilig video s en zorg dat je toestemming hebt van de school als je foto s gebruikt. Voeg je leertrajectbegeleider toe als bewerker als je werkt met een blog. Voor technische vragen kan je terecht bij Werner Huysmans Wat gebeurt er in de tweede sessie leertrajectbegeleiding? Leerdoelen De studenten kunnen de evolutie in competentieontwikkeling na praktijk 3.1 aantonen met concrete voorbeelden. theoretische inzichten uit de opleiding vertalen naar concrete leerintenties. bekommernissen omtrent praktijkervaring delen met medestudenten en/of leertrajectbegeleider. Inhoud Gesprek over competentieontwikkeling na praktijk 3.1. Vademecum praktijk

20 Aanzet tot het formuleren van 2 leerintenties voor stage 3.2. o Een leerintentie rond de leraar als lid van het team : Tijdens de tweede stageperiode verwachten we dat je je engageert in het bredere schoolleven, door medeverantwoordelijkheid op te nemen voor activiteiten buiten het lesgeven en te functioneren als lid van het schoolteam. Initiatief nemen, samenwerken, overleggen over de taakverdeling en afspraken naleven zijn daarbij essentieel. In je leerintentie plan je en beschrijf je dit engagement in het schoolleven. o Een leerintentie rond de leraar als innovator/onderzoeker : Tijdens de tweede stageperiode verwachten we dat je ook eens buiten de klassieke paden durft treden. Daarvoor kies je een pedagogisch-didactische uitdaging die je wil uitproberen, zoals bij voorbeeld co-teaching, ICT-tools, flipping the classroom, doorgedreven vormen van differentiatie, vakoverschrijdend werk, projectwerk, probleemgestuurd onderwijs, duurzaam leren,... Deze activiteit moet een verrijking zijn, zowel voor je eigen competentieontwikkeling als voor de vakmentor/de stageschool/de leerlingen. Het is dus een vorm van innovatief werken. Je probeert iets uit dat nieuw is voor jou, dat een stap vooruit betekent in je leerproces én dat ook voor de stageschool een verrijking betekent. Dit innoverend werken kan al dan niet vakgebonden zijn en kan één of meerdere activiteiten omvatten. Uiteraard moet de mentor het eens zijn met je keuze. Het is dus belangrijk dat je tijdens het startgesprek deze leerintentie en de concrete mogelijkheden grondig bespreekt. Plannen van het startgesprek in je stageschool. Voortaak Ter voorbereiding van deze sessie zorg je ervoor dat je: de ondernomen acties en reflectie op de leerintentie van stage 3.1 aan je leertrajectbegeleider bezorgd hebt. Je doet dit op de manier die je met je lector hebt afgesproken vorige sessie. in kaart brengt welke evolutie in de basiscompetenties je doormaakte. Nataak Vademecum praktijk

21 Uit deze sessie zullen je 2 leerintenties groeien voor stage 3.2. Na het startgesprek en de eerste stage-ervaringen worden deze geconcretiseerd. Bezorg ze in de loop van de eerste stageweek aan je leertrajectbegeleider. Tijdens het verdere verloop van de stage bezorg je om de 2 weken een reflectieverslag over je 2 leerintenties en/of het verloop van de stage aan je leertrajectbegeleider. Je vindt daarvoor een reflectieformulier op stageweb onder de categorie leertrajectbegeleiding. Je bezorgt dit aan je leertrajectbegeleider op de manier die je met hem/haar afgesproken hebt Wat gebeurt er verder in de leertrajectbegeleiding? Je leertrajectbegeleider zal je verder ondersteunen tijdens je eindstage door in de stageschool aanwezig te zijn bij het startgesprek een tussentijds gesprek of stagebezoek (bij vakopvolging is dit steeds het geval) het eindgesprek 9 WAT GEBEURT ER TIJDENS SUPERVISIE? Definitie Supervisie is een methodiek waarbij een kleine groep professionals (in dit geval: studenten) op regelmatige tijdstippen samenkomt, om onder begeleiding van een supervisor terug te blikken op werkervaringen, met als doel de deskundigheid te bevorderen. Supervisie kan evolueren naar intervisie, wanneer de groep autonoom samenkomt. Zowel in supervisie als in intervisie wordt er beroep gedaan op collega's om mee te denken over persoons- en functiegebonden vragen en knelpunten uit de eigen opleidings- en/of werkcontext. Doelen Samen reflecteren en elkaar daarbij helpen Vanuit reflectie komen tot nieuwe inzichten en meer zelfbewustzijn Zelfstandig reflecteren over de eigen identiteit en betrokkenheid die aan de basis liggen van gedrag. Werkwijze Vademecum praktijk

22 Bij het reflecteren gaan we uit van de kracht van de persoon. We gebruiken daarbij zowel het ui-model en de methodiek van het krachtgericht coachen van Fred Korthagen 1 als het GRROW-model van Jef Clement 2. Het ui-model In het ui-model staan de verschillende ui-ringen voor verschillende lagen van de persoonlijkheid en niveaus van reflectie. Hoe dieper je de ui binnen gaat, hoe dichter je je eigen kern raakt. Je onderzoekt je persoonlijke kwaliteiten, overtuigingen, houding en identiteit en verbindt die met je handelen. Dat noemen we kernreflectie. Om elkaar te helpen tot die diepere lagen van de persoonlijkheid door te dringen, zijn volgende vaardigheden en attitudes belangrijk: goed luisteren ( actief luisteren) zich inleven echtheid de ander aanvaarden zoals die is vragen stellen die het denkproces aanmoedigen en uitnodigen tot verder onderzoek: concretiseren, generaliseren, confronteren, hier-en-nu gebruiken, helpen expliciteren, Het doel daarbij is niet om een diepgaande analyse te maken van problemen, idealen, kwaliteiten of belemmeringen, maar om - vertrekkende van positieve ervaringen de kracht van je kernkwaliteiten aan te boren en belemmeringen te leren hanteren. Het GRROW-model Het GRROW-model is een kader om structuur aan te brengen in een coachingsgeprek. Het bestaat uit 5 elementen waarrond vragen gesteld worden om de lerende te helpen zijn doel te bereiken: GOAL: Wat is je doel? Wat wil je? REALITY : Hoe ziet de realiteit eruit? Wat is het probleem? RESOURCES: Welke hulpmiddelen en krachtbronnen kan je aanspreken? OPTIONS: Welke opties zie je? Wat zijn alternatieven? WILL: Wat ga je doen? Welke stappen ga je zetten? omgeving gedrag bekwaamheden overtuigingen identiteit betrokkenheid 1 Evelein, F. & Korthagen, F. (2011). Werken vanuit je kern: Professionele ontwikkeling vanuit kwaliteiten, flow en inspiratie. Amsterdam: Nelissen. Korthagen, F & Nuijten, E. (2015). Krachtgericht coachen: Een aanpak voor diepgaand leren en effectief functioneren. Amsterdam: Boom Lemma. 2 Clement, J. (2012). Inspirerend coachen: De kunst van dynamisch en uitdagend communiceren (4 de druk). Leuven: LannooCampus. Vademecum praktijk

23 Praktisch De supervisiesessies zijn geconcentreerd rond de tweede stageperiode. Er wordt gewerkt in kleine groepjes, onder begeleiding van een supervisor. Er zijn 4 bijeenkomsten van 2 u gepland, telkens op een woensdagnamiddag. Groepsverdeling en datums vind je in je lessenrooster. Studenten die vervroegd afstuderen hebben een aangepaste timing. Na elke sessie maak je individueel een verslag a.d.h.v. een aantal vragen. Je stuurt dat via de afgesproken weg naar de supervisor uiterlijk één week nadien. Evaluatie De beoordeling gebeurt op basis van de deelname aan de sessies en de verslagen. Belangrijk daarbij zijn je reflectievaardigheden (kernreflectie) en de vaardigheden en attitudes die hierboven opgesomd zijn. De sessies supervisie maken integraal deel uit van het praktijkvolume dat je moet volbrengen voor het opleidingsonderdeel Praktijk 3. Je aanwezigheid is verplicht. Elke afwezigheid moet binnen de 5 werkdagen gewettigd worden via e-studentservice. Vademecum praktijk

24 Deel 2. Specifieke info per stagetraject 1 HOE VERLOOPT DE 3.1 STAGE? 1.1. Waar ga ik stage doen? Voor alle algemene vakken en LO gaat de 3.1 stage door in een secundaire school. Belangrijk is dat je in de loop van je opleiding zowel ervaring opdoet in TSO en BSO als in ASO, zowel in de B-stroom als in de A-stroom. Indien de school dus beschikt over een B-stroom en/of TSO- en BSO-richtingen en je hebt daar tot dan toe nog geen stage kunnen doen, vraag je best aan de mentor-coach van de school, bij het eerste contact, om ook daar oefenkansen te krijgen. In het BSO mag je lesgeven tot en met de 3de graad. Voor PKV verloopt de stage het hele jaar in eenzelfde culturele organisatie. Voor BR is er een buitenschools stagetraject dat niet gebonden is aan bepaalde stageweken Hoe geef ik mijn stagerooster door? Je vult je stagerooster in op de stagewebsite. Je doet dit door de volgende stappen te ondernemen: inloggen als student stagerooster invullen stageperiode selecteren stageschool selecteren elke les of activiteit invullen Lessen die je geeft, zonder dat de lectoren hiervan vooraf op de hoogte werden gesteld, komen niet in aanmerking als stageles(sen). Vademecum praktijk

25 1.3. Waaruit bestaat de praktijkopdracht in de stageschool tijdens de eerste stageperiode? Observatie/participatie Je moet je een goed beeld kunnen vormen van elke klasgroep waaraan je zal lesgeven. Dit doe je door te observeren, te participeren, gesprekken te voeren met je mentor en je leerlingen. Daarvoor maak je minimaal 2 maal een afspraak met je mentor. Lesgeven Het aantal te geven lesuren ligt vast. Dit verschilt naargelang je vakkencombinatie: Studenten AV-AV: 12 u/week (gemiddeld 6 u/vak) gedurende 3 weken. Studenten PKV: in totaal, gespreid over 2 of 3 weken: 18 u AV of 24 u LO. Studenten LO-AV: 8 u LO/week en 6 u AV/week, gedurende 3 weken Studenten LO-BR: 12 u LO/week gedurende 2 weken. Voor sommige vakken kan het moeilijk zijn om aan 6 lesuren per week te komen; in dat geval mag je compenseren met je andere vak, om aan 12 lesuren per week te komen. Elk vak moet wel gegeven worden. Voor PAV is het de bedoeling dat je één thema volledig zelf uitwerkt, voorbereiding en evaluatie inbegrepen. Neem zo snel mogelijk contact op met je stagementor voor het bepalen van het thema. Leerintentie Tijdens deze stage willen we dat je je focus legt op de diversiteit van de leergroep. Daarvoor werk je een leerintentie. Je brengt de beginsituatie van je leerlingen zo grondig mogelijk in kaart en bouwt dan expliciet je lessen uit op basis van de vastgestelde basisnoden en verschillen. Tijdens de eerste sessie leertrajectbegeleiding (masterclass) wordt de aanzet daartoe gegeven Wat doe ik tijdens de observatiestage? Tijdens de observatiestage maak je kennis met de leerlingen aan wie je zal lesgeven, neem je een kijkje in de vaklokalen en leer je de gewoonten van de school en de werkwijze van de vakmentor(en) kennen. De vakmentor(en) zullen je meer informatie verschaffen over de lesonderwerpen die je zal geven. Je spreekt met hen af wanneer en hoe je je lesvoorbereidingen aan hen zal bezorgen. Dit moet zeker 2 werkdagen voor de eigenlijke les gebeuren. Vademecum praktijk

26 Ter voorbereiding van je lessen breng je de beginsituatie van je leerlingen in kaart. Dit doe je door te observeren of te participeren, door te overleggen met je mentor en door je leerlingen te bevragen. Bij voorkeur observeer/participeer je in elke klas waaraan je gaat lesgeven, in overleg met je mentor. Je observeert/participeert minimaal 2u. Indien je hiervoor meer dan twee uren nodig hebt, vraag je aan de vakmentor of je bijkomende observaties/particpaties mag doen. In je praktijkagenda noteer je elke les die je observeert/participeert. Per klas/les maak je een samenvatting van de nuttige gegevens die je verzameld hebt. Je noteert ze in de schrijfruimte in het lesvoorbereidingsformulier onder beginsituatie. Voor twee klassen, één voor elk vak maak je de opdracht Beginsituatie praktijk 3 die je vindt op stageweb onder de categorie observatie/participatie. Indien nog niet gebeurd, overhandig je aan elk van je vakmentoren de info voor de mentor. Dit bestaat uit twee delen. Het eerste deel bevat algemene informatie omtrent de stage. Het tweede deel moet je zelf toevoegen. Per vak is er een specifieke toelichting voorzien voor de vakmentor. Je vindt de verschillende delen op de stagewebsite, onder de categorie mentoren : info praktijk 3 voor de mentor (stageperiode 1) en toelichting voor de vakmentor... (vak), praktijk 3. Indien je 4 of meer lessen bij eenzelfde mentor geeft, bezorg je hem/haar meteen ook een globaal evaluatieformulier (Stageweb, stagedocumenten, Evaluatie : globale evaluatie door de vakmentor). Indien er zich tijdens je stage nog wijzigingen voordoen in je stagerooster, of je kan om een of andere reden een lesuur niet geven, moet je zo snel mogelijk (minstens voordat het 1ste lesuur aanvangt) de betreffende vaklector(en) en je leertrajectbegeleider telefonisch verwittigen. Zo vermijd je dat een lector ter plekke moet vaststellen dat een les niet doorgaat. De praktijkcel hoef je niet te verwittigen. Het niet tijdig doorgeven van wijzigingen kan aanleiding geven tot een sanctie. Vademecum praktijk

27 1.5. Hoe zit het met de lesvoorbereidingen? Voor elke les(senreeks) die je geeft, maak je een schriftelijke lesvoorbereiding. De vorm waarin je de lesvoorbereiding maakt kan verschillen. Na overleg met en goedkeuring door je vaklectoren maak je een lesvoorbereiding op één van de volgende manieren. Je maakt per les of lessenreeks een uitgebreide lesvoorbereiding in het lesvoorbereidingsformulier van KDG dat je op stageweb vindt. Er is één versie in 3 talen - voor alle schoolvakken en een aparte versie voor de praktijkactiviteiten die niet in een schoolse context doorgaan (BR en PKV). Je maakt per les of lessenreeks een verkorte lesvoorbereiding in het lesvoorbereidingsformulier van KDG. Je gebruikt een eigen draaiboek of sjabloon voor je lesvoorbereidingen. In overleg met je vaklector wordt bepaald wat daar minimaal moet in staan: leerplandoelen, lesdoelen, beginsituatie, werkvormen, stappenplan, timing, correctiesleutel, bordschema Je bereidt je lessen voor op je eigen manier. Je toont daarbij aan dat je de competenties beheerst (drempelcriteria) zoals beschreven op de kijkwijzer praktijk 3. De gemaakte lesvoorbereidingen bezorg je volgens afspraak aan de vakmentoren, steeds min. 2 werkdagen voor de uitvoering van de les, zodat ze vooraf kunnen besproken worden en eventueel herwerkt. Je eventueel herwerkte lesvoorbereiding overhandig je voor aanvang van de les aan je mentor of bezoekende lector, samen met een feedbackformulier en de bijhorende kijkwijzer. De hoofding van het feedbackformulier vul je vooraf in. Indien je van je voorbereiding gebruik wil maken tijdens de les, zorg je voor een extra exemplaar. Van werkbladen die je zelf gemaakt hebt, voorzie je altijd ook een exemplaar voor de vakmentor. Na elke les noteer je kort een aantal reflecties. Dit mag met de hand geschreven worden. In het geval dat je geen schriftelijke voorbereiding aan de mentor hebt voorgelegd, kan hij/zij beslissen de les niet te laten doorgaan. Voor de stagemap die je afgeeft op het einde van je stage selecteer je per vak minimaal 6 en maximum 10 verschillende lesvoorbereidingen. Met deze selectie toon je aan dat je de competenties beheerst zoals beschreven in de kijkwijzer: De student-leraar als: begeleider van leer-en ontwikkelingsprocessen: voorbereiding en uitvoering Vademecum praktijk

28 organisator inhoudelijk expert opvoeder beheerser van het Standaardnederlands 1.6. Mag ik parallellessen geven? Je mag parallellessen geven. Je geeft evenwel maximum driemaal eenzelfde les. De oorspronkelijke lesvoorbereiding kan dan als werkdocument dienen; datgene wat je verandert, markeer je met een gele fluostift. Vermeld dan wel expliciet dat het om een parallelles gaat Hoe stel ik mijn praktijkagenda op? Je stelt per vak een praktijkagenda op, zoals je dat ook vorig jaar gedaan hebt (stagewebsite, categorie Administratie : praktijkagenda) Wat moet ik doen als een les niet kan doorgaan? Aangezien de feestdag van 11 november tijdens de stageperiode valt, is het mogelijk dat er lesuren wegvallen. Indien jij normaal die dag zou moeten lesgeven, mag je tot max. 2 lesuren minder geven dan hierboven bepaald. Als een les om andere redenen niet kan doorgaan (wegens film, excursie, sportdag, pedagogische studiedag, ), moet je alternatieven zoeken. Indien je de les niet kan verplaatsen, kan je voorstellen om de lesvervangende activiteit mee te begeleiden. In principe geldt dan de regel dat de begeleiding van zo n activiteit mag meegeteld worden voor 50 %, d.w.z. een hele voormiddag geldt voor 2 lesuren, een volledige dag geldt voor 4 lesuren. In dat geval moet er geen voorbereiding gemaakt worden, maar wel een schriftelijk verslag achteraf. Indien je actief deelneemt aan de voorbereiding van de activiteit, moet er een schriftelijke voorbereiding van gemaakt worden, moet de mentor schriftelijk feedback geven en kan in principe het reële aantal lesuren meegeteld worden Hoe krijg ik feedback op mijn stageactiviteiten? Op elke les Van elke les die je geeft, krijg je schriftelijke feedback van de vakmentor en/of bezoekende lector. De kijkwijzer van praktijk 3 en de toelichting voor de vakmentor dienen daarbij als richtlijn. Het feedbackformulier (met de door jou reeds ingevulde hoofding) en de bijhorende kijkwijzer geef je samen met je lesvoorbereiding af, voordat Vademecum praktijk

29 de les begint. Na de les volgt, in de mate van het mogelijke, een mondelinge nabespreking door de vakmentor en/of de begeleidende lector. Jij bent verantwoordelijk voor het terugkrijgen van de ingevulde feedbackformulieren. Het witte exemplaar is voor jou, het gele voor de begeleidende mentor of lector. Je bewaart ze in je praktijkmap. Indien de mentor dat verkiest, is het ook mogelijk om het feedbackformulier digitaal in te vullen. Je vindt een digitale versie ervan op stageweb onder de categorie evaluatie. Op de leerintenties De leertrajectbegeleider beoordeelt de uitwerking van de leerintenties. Tijdens de tweede sessie leertrajectbegeleiding krijg je feedback daarop. Op de globale stageperiode Na deze stageperiode vraag je aan de vakmentoren om een globaal evaluatieformulier in te vullen (stageweb, categorie Evaluatie : globale evaluatie door de vakmentor). Geef dit document vooraf af, zodat je mentor dit tijdig kan invullen. Voor hetzelfde vak mogen meerdere mentoren samen één globaal beoordelingsformulier invullen. De vaklectoren evalueren per vak de inhoudelijke en vakdidactische realisatie van de gegeven lessen. Per vak wordt er een stagecijfer toegekend. Op de stagewebsite kan je de evaluatieverslagen van de lectoren lezen. Voor mondelinge feedback over de evaluatie neem je zelf contact op met je vaklector en/of leertrajectbegeleider. Zeker in het geval van een onvoldoende of vakopvolging is dat noodzakelijk. Vraag zeker ook je praktijkmappen terug. Vademecum praktijk

30 2 HOE VERLOOPT DE 3.2 STAGE? 2.1. Waar ga ik stage doen? Voor alle algemene vakken en LO gaat de 3.2 stage in principe door in een van onze secundaire partnerscholen. In sommige gevallen ben je zelfs speciaal omwille van je vakkencombinatie gekoppeld aan een partnerschool, met het oog op een onderzoeksproject en/of een andere samenwerkingsactiviteit op vraag van de school. Belangrijk is dat je in de loop van je opleiding zowel ervaring opdoet in TSO en BSO als in ASO, zowel in de B-stroom als in de A-stroom. Indien de school dus beschikt over een B-stroom en/of TSO- en BSO-richtingen en je hebt daar tot dan toe nog geen stage kunnen doen, vraag je best aan de mentor-coach van de school, bij het eerste contact, om ook daar oefenkansen te krijgen. In het BSO mag je lesgeven tot en met de 3de graad. Alleen indien je de wens hebt uitgesproken om in een andere onderwijsvorm ervaring op te doen, kan je nu stage lopen in het buitengewoon secundair onderwijs (BUSO), het deeltijds beroepsonderwijs (DBSO), de basiseducatie (BE), onthaalklassen voor anderstalige nieuwkomers (OKAN), een Steinerschool of voor studenten LO het reguliere basisonderwijs (BO) of het buitengewoon basisonderwijs (BuBaO). Op blackboard en op stageweb onder de categorie administratie vind je een overzicht van de goedgekeurde stageplaatsen. Voor PKV verloopt de stage het hele jaar in eenzelfde culturele organisatie. Voor BR is er een buitenschools stagetraject dat niet gebonden is aan bepaalde stageweken Waaruit bestaat de praktijkopdracht in de stageschool tijdens de tweede stageperiode? Gedurende 9 weken (6 voor LO-BR) vervul je een schoolopdracht. Tijdens je lessen werk je expliciet aan de competenties van de leraar als onderzoeker/innovator. Naast het lesgeven vervul je andere taken op school, waardoor je je kan bekwamen als de leraar als lid van het team. We verwachten van jou een sterk engagement in het schoolleven. De concrete invulling van de schoolopdracht wordt bepaald tijdens het startgesprek. Vademecum praktijk

31 Observatie/participatie Je bepaalt zelf, in afspraak met de stageschool en in functie van je schoolopdracht, hoeveel je observeert of participeert. Het principe blijft dat je je een zo goed mogelijk beeld probeert te vormen van elke klasgroep waaraan je zal lesgeven. Daarnaast kan je ook andere activiteiten in de school gaan observeren, voor aanvang of tijdens je stage (bv. praktijklessen in een BSO-klas, activiteiten van een GOK- of zorgleerkracht, remediëringsactiviteiten van een paramedicus in het buitengewoon onderwijs,...). Zeker als je stage doet in een onderwijsvorm waarmee je nog niet vertrouwd bent (beroepsonderwijs, buitengewoon onderwijs, deeltijds beroepsonderwijs, tweedekansonderwijs, OKAN) is het aangewezen om eerst te observeren/participeren. Voor een stage in het buitengewoon onderwijs, kan je een specifieke bundel op stageweb vinden, die jou helpt je weg te vinden in deze onderwijsvorm ( Stagevademecum : Wegwijzer voor een stage in het buitengewoon onderwijs). Voor minstens twee klassen waaraan je zal lesgeven maak je de opdracht beginsituatie praktijk 3. Je vind deze opdracht op stageweb onder de categorie observatie/participatie. Leerintenties Je zal expliciet aan 2 leerintenties moeten werken. Aangezien het in deze stageperiode de bedoeling is dat je je engageert in het schoolleven, moet één leerintentie komen uit het functioneel geheel de leraar als lid van het schoolteam. Een tweede leerintentie bouw je op rond de leraar als innovator/onderzoeker. Tijdens de tweede sessie leertrajectbegeleiding wordt de aanzet daartoe gegeven. Aantal lesuren binnen de schoolopdracht Er is geen vast aantal te geven lesuren. Enkele weken voor aanvang van de stage wordt, in een startgesprek, een concreet takenpakket afgesproken. Streefdoel is een opdracht samen te stellen die evolueert naar 75 % van een voltijdse opdracht van een leraar. Dit betekent, tijdens de gewone lesweken, een lesopdracht van min. 12 u en max. 16u/week, aangevuld met 2 à 6 u andere taken per week (afhankelijk van het aantal te geven lesuren). Indien je stage loopt in het basisonderwijs, wordt dat min. 14 u en max. 18 u, aangevuld met andere taken. Bij de afbakening van je lesopdracht zal o.a. rekening gehouden worden met het aantal te geven paralleluren: bij een lesopdracht met nogal wat paralleluren kan er tot 16 u gegaan worden (18 u voor het basisonderwijs), bij een lesopdracht zonder parallellessen kan er geopteerd worden voor 12 à 14 u (14 u voor het basisonderwijs). Vademecum praktijk

32 De stageschool bepaalt hoe je lesuren verdeeld worden over je 2 vakken. Je kan gerust meer uren van het ene vak dan van het andere vak geven. Indien je echter tijdens de eerste stageperiode van een vak onvoldoende lesuren gegeven hebt, vraag je nu wel expliciet meer uren voor dat vak. Ook indien je vakopvolging hebt voor een vak, vraag je dat vak zeker nog voldoende te mogen geven. Voor studenten PKV, die tegelijkertijd stage lopen in een culturele organisatie voor PKV, is er wel een vast aantal lesuren bepaald, nl. gemiddeld 8 u/week (tijdens de gewone lesweken), aangevuld met een beperkt aantal andere taken. Als je stage doet in een onderwijsvorm waarmee je nog helemaal niet vertrouwd bent (buitengewoon onderwijs, deeltijds beroepsonderwijs, OKAN), is het wenselijk om je lesopdracht geleidelijk op te bouwen (beginnen met 12 u). Tijdens de toetsperiode zal je waarschijnlijk geen les kunnen geven, maar kan je ingeschakeld worden in de normale activiteiten van de stageschool: examen- en/of studietoezicht doen, toetsen verbeteren, punten ingeven, klassenraden bijwonen, Ook tijdens project- of andere speciale weken verwachten we dat je actief ingeschakeld wordt in de schoolactiviteiten, zoals een volwaardig leraar. Om je integratie in het schoolleven te vergemakkelijken, is het aangewezen om je lesopdracht zoveel mogelijk te spreiden over alle dagen van de week. Zelfstandig lesgeven behoort tot de mogelijkheden (behalve bij vakopvolging). De mentor kan dus de klas verlaten tijdens jouw lessen of vooraf afspreken dat je volledig zelfstandig lesgeeft. Na één of enkele lessen blik je dan samen met je mentor terug op je ervaringen. Andere taken binnen de schoolopdracht Naast het lesgeven vervul je ook een aantal andere taken. Tot de mogelijkheden behoren o.a.: tutoring bijwonen van klassenraad, vakvergaderingen, leerlingenraad, mee organiseren en/of begeleiden van excursies, sportdagen, projectdagen opstellen van toetsen of proefwerken uitwerken van projecten of lesthema s voorbereiden van sport- en feestdagen meewerken aan de opendeurdag Vademecum praktijk

33 wachtbeurten, toezicht, vervangingen Wat is tutoring? Onder tutoring verstaan we alle initiatieven waarbij je op een gestructureerde manier leerlingen helpt bij hun studies buiten de lesuren, op door jou en de school afgesproken momenten. Dit kan tot doel hebben inhoudelijke tekorten bij één of meerdere leerlingen weg te werken, hen te helpen bij het maken van huiswerk, hen voor te bereiden op toetsen, maar ook: studievaardigheden en attitudes zoals motivatie, zelfvertrouwen en toekomstgerichtheid ontwikkelen. Daarnaast kan je ook digitaal extra begeleiding bieden, door extra remediëringsoefeningen op een digitaal platform te plaatsen, zoals bv. via Hot Potatoes. Heel wat scholen werken met een leerlingvolgsysteem. Bij het startgesprek kan je navragen hoe er op de school met het systeem gewerkt wordt en welke rol jij daarin kan spelen. Ook indien de school geen georganiseerd systeem van leerbegeleiding heeft, kan je altijd op eigen initiatief of op vraag van de school leerlingen buiten de lesuren extra leerhulp bieden. Indien de school een eigen systeem van leerbegeleiding heeft buiten de lesuren, kan je daarin ingeschakeld worden. Bij voorkeur werk je als tutor gedurende een langere periode met dezelfde leerling(en). De koppeling van tutor aan leerling(en) gebeurt door de school. In overleg met de verantwoordelijke van de school wordt bepaald wat er tijdens de tutorsessies gebeurt, of daarvoor een schriftelijke voorbereiding vereist is en of er een registratie nodig is in het leerlingvolgsysteem van de school. Voor de inhoudelijke invulling kan je je baseren op onderstaande bronnen. Opgenhaffen. T., (2011). Leren. Hoe? Zo! Tielt: LannooCampus. Het materiaal van de school. Om al deze activiteiten tot een onderdeel van je schoolopdracht te maken, noteer je ze in je een praktijkagenda schoolopdracht. Elke tutorsessies of -activiteiten die je verzorgt laat je handtekenen door de verantwoordelijke van de school. Je vindt deze agenda op stageweb, onder administratie Kan ik deelnemen aan schoolactiviteiten buiten de stageperiode? In een aantal gevallen doet de stageschool beroep op jouw medewerking voor activiteiten buiten de eigenlijke stageperiode. Deze activiteiten gelden dan ook als een voorloper op de 3.2 stage en worden op het startgesprek mee verrekend in je schoolopdracht, op basis van je praktijkagenda schoolopdracht. Het is erg belangrijk om in dat geval Vademecum praktijk

34 vooraf goede afspraken te maken met de verantwoordelijke van de stageschool omtrent de verwachtingen van de school en de praktische planning. Hou hierbij rekening met je eigen jaarprogramma (stageperiodes en examens). Welke documenten moet ik hiervoor in orde brengen? : Praktijkagenda schoolopdracht Op stageweb vind je, onder de categorie administratie, de praktijkagenda schoolopdracht. Hierin hou je een overzicht bij van alle activiteiten die je voor de stageschool verricht in het kader van je schoolopdracht. Deze laat je na het afronden van een activiteit handtekenen door de mentor. Evaluatie door de mentor Na afronding van de activiteit vraag je aan de mentor om een kort evaluatieverslag te schrijven over je engagement. Daarvoor gebruik je het document Evaluatieverslag schoolopdracht op stageweb, onder de categorie evaluatie. Deze documenten bezorg je aan je leertrajectbegeleider. Op basis daarvan wordt dan, in overleg met je leertrajectbegeleider, bepaald wat in mindering kan gebracht worden van je schoolopdracht in de tweede stageperiode Wat gebeurt er op het startgesprek? Aan dit gesprek nemen deel: de mentor-coach of stageverantwoordelijke van de stageschool indien mogelijk: de vakmentoren je leertrajectbegeleider jijzelf Tijdens dit gesprek maak je kennis met je vakmentoren overhandig je het vademecum voor de mentor (indien nog niet gebeurd) wordt jouw praktijkopdracht concreet ingevuld (lesopdracht + andere taken; indien je reeds activiteiten verricht heb buiten de stageperiode, wordt dit verrekend in je opdracht op basis van je praktijkagenda schoolopdracht) bespreek je je leerintenties maak je de nodige afspraken wissel je contactgegevens uit: adres, telefoonnummer, adres van jezelf, de vakmentor(en) en de leertrajectbegeleider bezorgt je leertrajectbegeleider zijn contactgegevens aan de vakmentoren en maakt hij met hen de nodige afspraken omtrent de begeleiding. Vademecum praktijk

35 Jij maakt o.a. duidelijke afspraken over volgende items: de observatie/participatie momenten de lesvoorbereidingen (vooraf afgeven/wanneer/hoe?) de mogelijkheden tot innovatief werken, zoals opgenomen in een van je leerintenties de begeleiding en evaluatie door de vakmentoren: wanneer kan de wekelijkse bespreking gebeuren? (Bij vakopvolging moet nog wel elke les nabesproken worden, maar geen feedbackformulier ingevuld worden.) je aanwezigheid op de stageschool een datum voor het eindgesprek (en eventueel ook voor het tussentijds gesprek). De afspraken die gemaakt worden tijdens het startgesprek zet je op papier en bezorg je aan alle betrokkenen samen met je lessenrooster en een takenoverzicht. Gebruik daarvoor het formulier neerslag startgesprek (stageweb, administratie ) Wat als ik vakopvolging heb? Indien je een onvoldoende hebt voor een bepaald vak of indien de de vaklector dit noodzakelijk acht, krijg je vakopvolging. Via je verslag op stageweb na stage 3.1 kom je te weten of je vakopvolging hebt. Dit houdt volgende zaken in: het vak waarvoor je vakopvolging hebt, moet je zeker nog voldoende geven je zet voor aanvang van de doestage voor dat vak je volledige lessenrooster op stageweb zodat de vaklector je kan bezoeken zelfstandig lesgeven is niet wenselijk voor dat vak je mag niet ingeschakeld worden voor een vervangingsopdracht je schrijft je lesvoorbereidingen volledig uit volgens afspraak met je vaklector je krijgt in de eerste helft van je stage bezoek van je vaklector. Op basis van zijn bevindingen kan hij eventueel besluiten je vanaf dan vrij te stellen van verdere vakopvolging er moet een tussentijds gesprek plaatsvinden Mag ik een vervangingsopdracht uitvoeren tijdens mijn stage? Op vraag van de school of de scholengemeenschap kan je een (onbezoldigde) vervangingsopdracht uitvoeren van maximum 16 u/week. Dit kan evenwel niet voor een vak waarvoor je nog vakopvolging hebt. In alle gevallen moet hiervoor wel eerst overlegd worden met de leertrajectbegeleider én de praktijkcel. Omdat we ook in dergelijke situatie begeleiding belangrijk vinden, vragen we dat je bij aanvang met de mentor-coach duidelijke afspraken maakt omtrent de te geven leerstof, eventuele taken en toetsen, en andere relevante zaken. Je vraagt hem Vademecum praktijk

36 de nodige jaarplannen en handboeken. In de mate van het mogelijke word je in contact gebracht met de verantwoordelijke van de vakwerkgroep, bij wie je terecht kan voor eventuele vakspecifieke vragen. tijdens de uitvoering van de vervangingsopdracht een wekelijks opvolgingsgesprek vraagt met de mentor-coach of vakverantwoordelijke. Je houdt je leertrajectbegeleider op de hoogte via wekelijkse verslagen. bij het beëindigen van de opdracht een afsluitend gesprek plant met je leertrajectbegeleider, de mentor-coach, en de vaktitularis die vervangen werd. Je brengt dan verslag uit van het geleverde werk. Eventuele taken en toetsen geef je verbeterd terug, evenals het gebruikte materiaal. Er wordt een evaluatieverslag opgesteld. Het eindevaluatieformulier voor het derde stagetraject, stageperiode 2, kan daarvoor gebruikt worden Moet ik nog een stagerooster op stageweb plaatsen? Indien je geen vakopvolging hebt, hoef je je stagerooster niet meer op stageweb te zetten, maar bezorg je die rechtstreeks aan je leertrajectbegeleider. In geval van vakopvolging, moet je je stagerooster voor dat vak wél op stageweb zetten. Eventuele wijzigingen geef je dan ook tijdig door via mail of indien nodig telefonisch aan de respectievelijke vaklector en je leertrajectbegeleider. Lessen die je bij vakopvolging geeft, zonder dat de lectoren hiervan vooraf op de hoogte werden gesteld, komen niet in aanmerking als stageles(sen) Hoe stel ik mijn praktijkagenda op? In stageperiode 2 ga je werken met een schoolagenda van de leraar i.p.v. met de klassieke praktijkagenda. Volgens de richtlijnen van het VVKSO 3 is de schoolagenda een chronologisch aantekenboek en planningsinstrument waarin de leraar voor alle lesdagen van een schooljaar een overzicht bijhoudt van zijn werk. Het document bevat voor elke les: datum, lesuur en een duidelijk omschreven lesonderwerp, met verwijzing naar leerboek, werkboek of notities. Dit geldt ook voor de oefeningen. Voor bepaalde lessen kan een aanvulling met de werkvorm ook waardevol zijn. Ook evaluatiemomenten en persoonlijk werk van de leerlingen worden erin vermeld. Het persoonlijk werk van de 3 VVKSO. (2007). Algemene Pedagogische Reglementering nr. 5. Documenten bij de lesvoorbereiding. Geraadpleegd op 24 augustus 2009, op Vademecum praktijk

37 leerling omvat alle leeractiviteiten die leerlingen zowel binnen als buiten de school verrichten, individueel of in groep, op initiatief van de leraar of van de leerlingen, procesof productgericht. De schoolagenda kan best per vak en per klas worden bijgehouden. Uit de schoolagenda moet blijken dat het jaarplan gerealiseerd wordt. Informeer dus ook naar het jaarplan met de vakspecifieke leerplandoelstellingen. Je legt zelf een agenda aan en houdt die van dag tot dag bij. Informeer bij je vakmentor of bij de mentor-coach of er op de school een voorgeschreven document daarvoor bestaat. In dat geval gebruik je dat document. Indien dat er niet is, ontwerp je er zelf één. Je vindt een voorbeeld op stageweb ( Administratie : schoolagenda voor de leraar). Voor PKV/BR houd je een logboek bij waarin je al je stageactiviteiten opsomt. In je praktijkagenda schoolopdracht houd je een overzicht bij van alle activiteiten die je in het kader van je schoolopdracht Deze laat je na het afronden van een activiteit handtekenen door de mentor. Je vindt het document op stageweb, onder de categorie administratie, praktijkagenda schoolopdracht Hoe zit het met de lesvoorbereidingen? Voor elke les(senreeks) die je geeft, maak je een schriftelijke lesvoorbereiding. De vorm waarin je de lesvoorbereiding maakt kan verschillen. Na overleg met en goedkeuring door je vaklectoren maak je een lesvoorbereiding op één van de volgende manieren. Je maakt per les of lessenreeks een uitgebreide lesvoorbereiding in het lesvoorbereidingsformulier van KDG dat je op stageweb vindt. Er is één versie in 3 talen - voor alle schoolvakken en een aparte versie voor de praktijkactiviteiten die niet in een schoolse context doorgaan (BR en PKV). Je maakt per les of lessenreeks een verkorte lesvoorbereiding in het lesvoorbereidingsformulier van KDG. Je gebruikt een eigen draaiboek of sjabloon voor je lesvoorbereidingen. In overleg met je vaklector wordt bepaald wat daar minimaal moet in staan: leerplandoelen, lesdoelen, beginsituatie, werkvormen, stappenplan, timing, correctiesleutel, bodschema Je bereidt je lessen voor op je eigen manier. Je toont daarbij aan dat je de competenties beheerst (drempelcriteria) zoals beschreven op de kijkwijzer. Vademecum praktijk

38 De gemaakte lesvoorbereidingen bezorg je volgens afspraak aan de vakmentoren, steeds min. 2 werkdagen voor de uitvoering van de les, zodat ze vooraf kunnen besproken worden en eventueel herwerkt. Je eventueel herwerkte lesvoorbereiding overhandig je voor aanvang van de les aan je mentor of bezoekende lector. Indien je van je voorbereiding gebruik wil maken tijdens de les, zorg je voor een extra exemplaar. Van werkbladen die je zelf gemaakt hebt, voorzie je ook altijd een exemplaar voor de vakmentor. In het geval dat je geen schriftelijke voorbereiding aan de mentor hebt voorgelegd, kan hij/zij beslissen de les niet te laten doorgaan. Voor de stagemap die je afgeeft op het einde van je stage selecteer je per vak minimum 6 en maximum 10 verschillende lesvoorbereidingen. Na elke les noteer je kort onder de rubriek aandachtspunten een aantal reflecties. Dit mag met de hand geschreven worden. Met deze selectie toon je aan dat je de competenties beheerst zoals beschreven in de kijkwijzer: De student-leraar als: begeleider van leer-en ontwikkelingsprocessen: voorbereiding en uitvoering organisator inhoudelijk expert opvoeder beheerser van het Standaardnederlands Hoe krijg ik feedback op mijn stageactiviteiten? Geen schriftelijke feedback per les Het is niet meer nodig om bij elke les die je geeft, schriftelijke feedback te laten noteren door de vakmentor. Lessen die worden bijgewoond door de mentor of bezoekende lector, worden achteraf wel besproken. Indien je voor een bepaald vak vakopvolging hebt gekregen, vragen we wel dat je een grondige nabespreking voert met de vakmentor na elke les. Wekelijkse evaluatie door de vakmentor We vragen dat de vakmentor elke week een evaluatieverslag maakt (Stageweb, Evaluatie : wekelijks evaluatieverslag voor de vakmentor stageperiode 2). Je overhandigt je mentor daarvoor de kijkwijzer praktijk 3 (aan te kopen in de KdG shop). Tijdens het startgesprek is afgesproken wanneer dit verslag met jou kan worden besproken. Eventueel zal je leertrajectbegeleider je vragen om het wekelijks evaluatieverslag van de mentor digitaal door te sturen. Vademecum praktijk

39 Tussentijds bezoek van de leertrajectbegeleider Indien nodig zal in de loop van de stageperiode de leertrajectbegeleider op bezoek komen en met jou en je mentor(en) de stand van zaken bespreken. Globale evaluatie van de stageperiode door de vakmentor Voorafgaand aan het eindgesprek vraag je aan elk van je vakmentoren, om het eindevaluatieverslag op te maken (Stageweb, Evaluatie : eindevaluatieverslag voor de vakmentor stageperiode 2) Hoe verloopt het eindgesprek? In dit gesprek kijk je niet alleen terug op je prestaties in stageperiode 2, maar ook op de hele evolutie die je doorgemaakt hebt dit academiejaar. Er is expliciete aandacht voor de aspecten die het lesgeven overstijgen, zoals je functioneren als lid van een schoolteam en als innovator/onderzoeker. Hoe bereid ik me voor op dit gesprek? Je maakt een balans op van jouw sterke en zwakke punten in je functioneren als leraar. Daarbij kijk je niet alleen terug op je prestaties in stageperiode 2, maar ook op de hele evolutie die je dit academiejaar hebt doorgemaakt. Je hebt ook expliciet aandacht voor de aspecten die het lesgeven overstijgen, zoals je functioneren als lid van een schoolteam en als innovator/onderzoeker. Daarnaast vul je het formulier leerintentie en realisatie aan met wat je ondernomen hebt en je noteert je reflecties. Aan je mentoren vraag je vooraf het eindevaluatieverslag voor de vakmentor stageperiode 2 in te vullen (Stageweb, Evaluatie ). Deze gegevens vormen het uitgangspunt voor het eindgesprek. Tijdens dit gesprek stel je je competentieontwikkeling voor en geef je aan hoe je gewerkt hebt aan je leerintenties en met welk resultaat. Samen met de vakmentoren, je leertrajectbegeleider en de mentor-coach / stageverantwoordelijke worden deze gegevens besproken Wat doe ik met mijn leerintenties? Minstens om de 2 weken bezorg je aan je leertrajectbegeleider een verslag (één verslag, dus niet per vak) over je groei in het leraarschap en de stand van zaken m.b.t. je leerintenties. Je gebruikt daarvoor het schrijfkader op stageweb (categorie leertrajectbegeleiding ). Vademecum praktijk

40 Voor je leerintentie m.b.t. innovatief werken maak je concrete afspraken met de mentor. Je bespreekt het doel dat je wil bereiken en de manier waarop je te werk zal gaan. Je bezorgt hem/haar ook ruim op voorhand je lesvoorbereiding(en), zodat hij/zij een duidelijk beeld heeft van wat je gaat doen. Zonder zijn/haar toestemming kan je niet verder! Tijdens de uitvoering van de activiteit vraag je de mentor vooral aan procesevaluatie te doen. Ook de leerlingen kunnen bij die evaluatie betrokken worden. Het criterium hier is niet zozeer het eindproduct, dan wel het durven uitproberen van nieuwe dingen, het durven verleggen van de eigen grenzen, met het oog op een verrijking van de leeromgeving, en jouw leerproces daarbij Hoe wordt de stage begeleid? In principe is er geen vakbegeleiding meer door de vaklectoren. Enkel in geval van vakopvolging komt de vaklector nog wel op bezoek. De begeleiding wordt volledig waargenomen door de leertrajectbegeleider: Hij/zij is aanwezig bij het startgesprek, wanneer je schoolopdracht wordt ingevuld. Hij/zij komt in de loop van de stageperiode op bezoek en/of voert een tussentijds gesprek met jou en je mentoren, indien jij of je mentoren daarom gevraagd hebben of indien je vakopvolging hebt. Hij/zij reageert op jouw 2-wekelijkse verslagen. Hij/zij is aanwezig op het eindgesprek, wanneer je stage geëvalueerd wordt. 5 HOE VERLOOPT DE STAGE VOOR BEWEGINGS- RECREATIE? Een lector BR begeleidt je volledige BR-stage. Hij/zij zal ook het startgesprek, tussentijds gesprek en eindgesprek bijwonen en de praktijkmap BR nakijken op het einde van het jaar. Start en eindgesprek verloopt hetzelfde als bij LO Waaruit bestaat de praktijkopdracht voor BR? In de loop van praktijk 1 en 2 maakte je kennis met 3 sectoren: Sportmanagement, Doelgroepen en sectorspecifiek: Fitness/Outdoor. In praktijk 3 kies je zelf in welke van die 3 sectoren je je verder wil bekwamen. Daarnaast school je je bij in domeinrelevante zaken die tijdens de stage van pas kunnen komen. Vademecum praktijk

41 Hieronder vind je de beschrijving van de praktijkopdracht voor elk van de 3 sectoren. Een algemene toelichting wordt bij het begin van het academiejaar gegeven door de praktijkcoördinator BR, Kevin Van Oevelen, tijdens de lessen BR Hoe verloopt de fitness-stage? Je stage gaat door in een fitnessorganisatie of in een club waarbij: Je presteert 130 uren stage op één of meerdere door KdG goedgekeurde stageplaatsen. Het niet voldoen aan deze opgelegde criteria staat gelijk met een onvoldoende voor stagevolume Tijdens je stage tracht jij jezelf aantoonbaar te specialiseren en te verdiepen/te verbreden in jouw fitnesscompetenties4 en/of competenties als personal trainer. 3BR-STAGE 130u (Student bepaalt zelf de verdeling) Fitnessbegeleiding & Personal training One-on-one training Group training Afnemen van functionele assessements Begeleiden en opvolgen van cardiosporters Begeleiden en opvolgen van sporters Begeleiden en opvolgen van recreanten Begeleiden en opvolgend van de fitheid en life style van klanten binnen het fitnesscentra Groepslessen: spinning, zumba, power yoga, aerobics, insanity, Groepslessen Vlot mee kunnen volgen van verschillende groepslessen: choreografisch en nietchoreografisch. Naar het einde van de stage minstens 20u aan groepslessen alleen gegeven hebben 5. Mogelijke stageplaatsen Crossfit centra Fitlabo s Netwerken van Personal Trainers Zelfstandige Personal Trainers Fitnesscentra met gespecialiseerde producten Kinesisten Personal Trainers Studio s Studenten mogen binnen het geheel van de stage eigen stageplaatsen aanbrengen, maar deze dienen verantwoord te worden door de student zelf én geverifieerd door de begeleidende lector. 4 Zie hiervoor fitnesscompetenties 3BR-praktijk. 5 Er dient minstens 20u groepsles volledig gegeven te worden met het oog op het behalen van de inschaling instructeur B groepsfitness. Vademecum praktijk

42 De stagementoren voor de individuele stage zijn minstens bachelors Lichamelijke Opvoeding of hebben meer dan 10 jaar ervaring. De stagebegeleiders voor de groepslessen hebben minstens een diploma (Zumba, Less Mills, Club Joy, Bloso Instructeur Groepslessen, ) of meer dan 10 jaar ervaring in het vak. Je presteert minstens 4u per stagedag6. Je bent minstens 75% van de tijd in contact met klanten. Dit wordt ook duidelijk in de stageovereenkomst bepaald. Maak je externe begeleider hier tijdig attent op. In het geval dat de groepslessendocent oordeelt dat je niet voldoende enthousiast en kwalitatief groepslessen verzorgt, heeft hij het recht de les te onderbreken en over te nemen. In samenspraak met de begeleidende lector en de groepslessendocent kan dan een alternatieve route worden opgesteld, zoals blijvend actief participeren en het geven van de opwarming. Dit hoeft niet noodzakelijk te resulteren in een onvoldoende voor de stage. Als de stagementor tevreden is over je inzet en toewijding tijdens het gehele traject, kan je nog wel een voldoende krijgen voor de stage fitness, maar dan vervalt wel op het einde van het traject de kans om de gelijkschaling te behalen met instructeur B Groepsfitness. Daarnaast volg je minstens 20 uren nascholing over een onderwerp dat relevant is voor jouw lopende stage. Je kiest gericht navormingen die aansluiten bij je specialisatie en/of verdieping/verbreding binnen de fitnesscompetenties. Vooraleer aan je sectorspecifieke fitnessstage te beginnen neem je contact op met de begeleidende lector voor een startgesprek. Tijdens dit startgesprek komen jullie samen tot de uitwerking van een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP), zijnde: Een analyse waarom je voor een welbepaalde stageplaats kiest; Een analyse over hoe je uit die welbepaalde stageplaats het meeste leer- en ervaringsrendement kan halen mbt de verdere ontwikkeling, verdieping en/of verbreding van je competenties als fitnessbegeleider, personal trainer en groepslesinstructeur. Bekijken of er bepaalde observatie- en/of volgopdrachten kunnen opgesteld worden; Bekijken of er interessante navormingen zijn die je kan volgen en/of die aansluiten bij je competentie-ontwikkeling. 6 In wezen is dit niet altijd mogelijk binnen elke stageplaats. Vademecum praktijk

43 Het spreekt voor zich dat je de hierboven aangehaalde punten voor een stuk voorbereid wanneer je dit gesprek met de begeleidende lector aanvat Hoe verloopt de outdoor-stage? Je stage gaat door in een natuursportorganisatie. Je presteert 130 uren stage op 1 of meerdere door KdG goedgekeurde stageplaatsen. Daarnaast volg je minsten 20 uren nascholing over een onderwerp dat relevant is voor jouw lopende stage. Voor de concrete invulling van de stage-uren kan je volgende mogelijkheden combineren: o 8 volledige weekends o meerdaagse activiteiten (volledige dagen en intern), waarbij elke dag voor 8 u telt o ééndaagse activiteiten Het engagement met de stageplaats is bindend. Een weekend of een volle week dient in elk geval VOLLEDIG volbracht te worden (ook al is het totaal aantal te presteren stage-uren vooraf mathematisch bereikt) Hoe verloopt de doelgroepstage? Je stage gaat door in een G-sportclub, bejaardentehuis, gevangenis of buurtsportwerking. Je presteert 85 uren stage op 1 of meerdere door KdG goedgekeurde stageplaatsen. Daarnaast volg je minstens 20 uren nascholing over een onderwerp dat relevant is voor jouw lopende stage. De stageopdracht bestaat uit: o het begeleiden/coachen van de doelgroep(en) tijdens wedstrijden, tornooien of sportevenementen; 1 dag telt voor maximaal 8 u stage, verplaatsingen niet inbegrepen. o het trainen/begeleiden van de doelgroep op wekelijkse of tweewekelijkse basis gedurende een vooraf bepaalde periode. Je stagementor moet een professionele bachelor LO, master LO, kinesist, VTSgediplomeerde in desbetreffende discipline zijn OF minstens 7 jaar ervaring hebben in de sector. Je stelt, in samenspraak met de stagementor, doelstellingen op die je tegen het einde van jouw stageperiode wil bereiken. Je maakt van elke trainings/begeleidingssessie een voorbereiding. Deze bevat: Vademecum praktijk

44 o De doelstellingen voor deze training/begeleiding o De link tussen de doelstellingen voor deze training/begeleiding en de lange termijn doelen o Een korte weergave van de oefenstof o Ruimte om korte notities te nemen tijdens de training/begeleiding in functie van volgende trainingen/begeleidingen. Deze documenten bewaar je chronologisch en overzichtelijk in een map, die je steeds bij hebt. De begeleidende lector kan deze opvragen tijdens een bezoek Hoe verloopt de managementstage? Je stage gaat door in één of meerdere organisaties in de sector van sportieve vrijetijdsbesteding. Je presteert 130 uren stage op 1 of meerdere door KdG goedgekeurde stageplaatsen. Daarnaast volg je minstens 20 uren nascholing over een onderwerp dat relevant is voor jouw lopende stage. De stageopdracht bestaat uit o het onder toezicht leiden en coördineren van een project (alleen of samen met een personeelslid van de organisatie), met een doorlooptijd van minstens 4 maanden. Dit houdt in: opmaak en beheer van plan van aanpak, inclusief draaiboek in al haar facetten. voorbereiding, realisatie en nazorg. o het schrijven van een paper, waaruit blijkt dat je inzicht verworven hebt in de organisatie. Je geeft daarin een weergave van het algemeen beleid/actieplan/visie het personeelsbeleid jouw persoonlijke bevindingen tijdens je functioneren in de organisatie. Organisatie 5.2. Welke procedure moet ik volgen voor de organisatie van de stage? STAP1 Je dient een stageaanvraag in via mail naar de verantwoordelijke vaklector: Kevin.vanoevelen@kdg.be voor management- of doelgroepstage Kim.semadeni@kdg.be voor fitness-stage Vademecum praktijk

45 voor outdoor-stage De stageaanvraag wordt voor de vooropgestelde deadline (zie kalender) ingediend en bevat volgende gegevens: naam organisatie adres organisatie website organisatie contactgegevens stagementor verhalende motivatie. STAP2 Je plant een startgesprek, in overleg met jouw begeleidende lector vanuit KdG. Tijdens dit startgesprek wordt de stageovereenkomst ondertekend door alle partijen. Tijdens dit startgesprek wordt meteen ook al een tussentijdse evaluatie en eindevaluatie op de kalender geplaatst. STAP3 De ondertekende stageovereenkomst wordt in drievoud gekopieerd. Het originele exemplaar bezorg je aan de praktijkcoördinator BR voor de vooropgestelde deadline. Dit doe je via de praktijkcel (campus Zuid gelijkvloers). Indien je contract niet door alle partijen is ondertekend voor aanvang van de stage, wordt deze stage als niet gepresteerd beschouwd. STAP4 Twee lesweken voor aanvang van je stage bezorg je via mail je stagerooster aan je begeleidende lector BR Welke navorming moet ik volgen? Je dient een aanvraag in via mail naar de verantwoordelijke vaklector: voor management- of doelgroepstage. voor fitness-stage. voor outdoor-stage. Vademecum praktijk

46 Je vermeldt daarin volgende info: naam organisatie + website, verhalende motivatie van de student, aantal uren navorming. De aanvraag wordt al dan niet goedgekeurd, het aantal gevraagde stage-uren wordt al dan niet bevestigd. Indien de aanvraag niet goedgekeurd is, zoek je zelf een alternatief, eventueel samen met de verantwoordelijke vaklector. Je zorgt dat de navorming voor de vooropgestelde deadline afgerond is. Na elke navorming dient de organisator of lesgever je aanwezigheidsattest sectorspecifieke navorming te ondertekenen of aan te leveren Hoe maak je verslag van je werkzaamheden? In een digitaal logboek beschrijf je per dag het uitgevoerde takenpakket. Deze beschrijving vormt de basis voor je zelfevaluatie. Hoe jouw logboek eruit ziet, bepaal je zelf. De begeleidende lector kan dit tijdens de stageperiode steeds opvragen. Op het einde van je stage beschrijf je op basis van de competentielijst waar je sterktes en zwaktes liggen Hoe wordt de stage geëvalueerd? Bezorg je stagementor voor aanvang van de stage het globale evaluatieformulier BR3 en de bijhorende kijkwijzer van BR. Tijdens het startgesprek licht je dit document ook toe. Belangrijk is dat de stagementor jou dit document ingevuld en ondertekend terugbezorgt op het einde van de stageperiode. Dit gebeurt bij voorkeur tijdens het eindgesprek. Jij bent verantwoordelijk voor het terugkrijgen ervan Welke documenten moet ik gebruiken? Stageovereenkomst BR Globale zelfevaluatie BR Globale evaluatie stagementor BR Kijkwijzer BR Al de documenten voor je praktijkmap BR kan je terugvinden op stageweb onder de categorie bewegingsrecreatie, documenten praktijk 3 BR. Vademecum praktijk

47 6 HOE VERLOOPT DE STAGE VOOR PROJECT KUNSTVAKKEN? Binnen de lessen van het opleidingsonderdeel Projectcurator krijg je concrete informatie over het verloop van praktijk 3 PKV, het takenpakket van de student, de praktijkonderdelen en de verwachtingen t.a.v. de stagementor en begeleidende lector. Al de documenten voor PKV kan je terugvinden op stageweb onder de categorie Project Kunstvakken Waaruit bestaat de praktijkopdracht voor PKV? Er zijn voor PKV twee praktijkonderdelen voorzien: de sectorspecifieke stage (periode 1) de organisatie van een kunst- en cultuur-educatief project (periode 2) Beide stages gaan door in dezelfde kunst-educatieve organisatie Sectorspecifieke stage tijdens periode 1 Waaruit bestaat de opdracht? Je loopt een sector specifieke stage van 50 à 60 uren in een kunst- en cultuur-educatieve organisatie (museum, cultureel centrum, culturele organisatie die kunsteducatie als hoofddoelstelling heeft). In die 50 à 60u zit o.a. vervat: observatie, participatie, voorbereiding en uitvoeren van activiteiten, bespreking met mentoren/lectoren, verslaggeving. Deze stageplaats moet door KdG goedgekeurd zijn. Voor de concrete invulling van de stage-uren zijn er verschillende taakomschrijvingen mogelijk, dit gebeurt steeds in overleg met Ilse Van den Bogaert. Het engagement met de stageplaats is bindend. Deel 1: de Canon cultuurdagen in de Singel vanuit Cultuur in de spiegel : gedurende 2 volledige dagen verzorg je een korte workshop voor (toekomstige) leerkrachten S.O. en L.O. Deze workshop wordt voorbereid tijdens de lessen Projectcurator 3 PKV. Deel 2: het persoonlijke stagetraject in een kunst-educatieve organisatie waarmee je reeds vorig academiejaar een stageovereenkomst opgemaakt hebt. Hoe verloopt de sectorspecifieke stage? Doel Je loopt stage in een kunst- en cultuur-educatieve organisatie. Je doet ervaring op in functie van het begeleiden van doelgroepen in de kunst-educatieve sector en je functioneert mee in een team van professionals binnen de kunst- en cultuur-educatieve Vademecum praktijk

48 sector. Je werkt aan de competenties die samen met de externe begeleider en de vaklector PKV besproken worden. Je vindt de competentielijsten voor de kunst- en cultuur-educatieve sector op stageweb. Procedure Je print de stageovereenkomst PKV in 3 exemplaren af. (stageweb>pkv) Je vult de stageovereenkomst in, samen met het takenpakket en laat het handtekenen op je stageplaats in 3 exemplaren. Je bezorgt dit aan Ilse Van den Bogaert De praktijkcoördinator PKV handtekent de overeenkomst. Indien je stageplaats niet goedgekeurd wordt, zoek je zelf een nieuwe, eventueel samen met de praktijkcoördinator PKV. Na goedkeuring van je stageaanvraag maak je concrete afspraken met de externe organisatie over hoe de stage verder zal verlopen. Je voert je stagerooster in op stageweb tegen de vooropgestelde deadline (zie kalender). Logboek en zelfevaluaties In een logboek beschrijf je per dag het uitgevoerde takenpakket. Deze beschrijving vormt de basis voor je reflecties. Je reflecteert over minstens 4 zinvolle momenten. Dat doe je in het reflectieluik van het logboek. Na het afronden van je gehele stage schrijf je op basis van je reflecties een globale zelfevaluatie. Hier beschrijf je de groei die je hebt doorgemaakt en je sterke punten en werkpunten. Daarnaast vul je je leerintentie aan met de gerealiseerde activiteiten en reflectie. Evaluatie door de externe stagebegeleider Geef aan je externe stagebegeleider voor aanvang van je stage het formulier Globale evaluatie sectorspecifieke stage 3 PKV, dat hij/zij ingevuld en ondertekend aan jou terugbezorgt na het einde van je stageperiode. Jij bent verantwoordelijk voor het terugkrijgen van dit document. Te gebruiken documenten stageovereenkomst PKV en takenpakket logboek sectorspecifieke stage 3 PKV globale zelfevaluatie sectorspecifieke stage 3 PKV globale evaluatie externe begeleider sectorspecifieke stage 3 PKV Je vindt alle documenten op stageweb onder de categorie PKV Vademecum praktijk

49 De organisatie van een kunst- en cultuur-educatief project binnen de sectorspecifieke stage in de tweede stageperiode Waaruit bestaat de opdracht? Je vervult een divers takenpakket in de kunst- en cultuur-educatieve organisatie, waar je reeds actief was in de eerste periode, maar je functioneert nu op een meer zelfstandige wijze. Daarnaast ontwerp je een kunst- en cultuur-educatief project dat de brug legt tussen de kunst- en cultuur-educatieve organisatie en een specifieke doelgroep. Dit kunst-educatieve aanbod is op maat van de vraag vanuit de organisatie. Je voert dit project ook uit. Er is een vast aantal uren te presteren. Voor het begin van de stage wordt, in een startgesprek, een concreet takenpakket afgesproken. Dit gebeurt onder begeleiding van je leertrajectbegeleider, conform het startgesprek in je stageschool. Streefdoel is een opdracht samen te stellen die neerkomt op minimum 120 uur en maximum 140 uur. De organisatie bepaalt samen met jou wat het takenpakket kan inhouden. Hoe verloopt de organisatie van een kunst- en cultuur-educatief project in de sectorspecifieke stage? Doel In je tweede stageperiode vervul je een totaalopdracht in functie van de kunsteducatie. Naast het takenpakket dat je verder opneemt in de kunst- en cultuur-educatieve organisatie waar je reeds actief was, krijg je nu vanuit de organisatie de opdracht om een kunst-educatief pakket te ontwerpen, uit te werken, te organiseren en uit te voeren. Je bekwaamt je op deze manier ook zoveel mogelijk in de andere basiscompetenties van de leraar. Wij verwachten van jou een sterk engagement in de organisatie. Als projectcurator draag jij de verantwoordelijkheid voor het hele project. Je functioneert nu op zelfstandige wijze. Verloop Je dient de stageovereenkomst PKV in, met bijhorend takenpakket en in 3 exemplaren bij Ilse Van den Bogaert,. Je houdt van al je activiteiten een logboek bij, zoals in de eerste periode. Je ontwerpt een project dat de brug legt tussen de kunst- en cultuur-educatieve organisatie en een specifieke doelgroep. Je realiseert het project op inhoudelijk, organisatorisch en praktisch vlak. Je gebruikt je cursus theorie PKV (info periode 2 project in context ) als handleiding. Vademecum praktijk

50 Je maakt een volledig uitgewerkt draaiboek (theorie PKV). Je bent steeds in het bezit van het (voorlopige) draaiboek. Je coördineert de werkvergaderingen. Je bezorgt je leertrajectbegeleider minimaal één week op voorhand een uitnodiging voor elke vergadering + een kopij van elk verslag, ten laatste 2 dagen na de vergadering. Je bent verantwoordelijk voor een continu contact met de begeleider van de organisatie (je mag niet afwachten ). Indien dit problemen oplevert, waarschuw je je leertrajectbegeleider. Voor de realisatie van je project bezorg je het voorlopige draaiboek aan je leertrajectbegeleider. Het volledig uitgewerkte draaiboek steek je in je praktijkmap PKV. Na afloop van het project presenteer je een visueel sterk, doelgericht, persoonlijk verslag aan de medestudenten, lectoren, eventuele externen uit het werkveld en andere geïnteresseerden. Begeleiding vanuit de hogeschool Het voorlopige draaiboek wordt opgevraagd door je leertrajectbegeleider, ter voorbereiding van het tussentijds gesprek. Je leertrajectbegeleider houdt contact met de externe begeleider en blijft zo op de hoogte van je inzet. De projectrealisatie wordt bezocht door je leertrajectbegeleider en eventueel andere KdG-lectoren. Algemene afspraken Stiptheid Je aanwezigheid op elke deelactiviteit is verplicht. Het is erg belangrijk dat je stipt je afspraken nakomt en tijdig aanwezig bent op vergaderingen en andere afspraken. Indien niet, komt dit neer op het verwaarlozen van de stage en krijg je een onvoldoende. Houding en voorkomen, deontologie Discretie en respect voor het individu Vlot in een groep functioneren. Vademecum praktijk

51 Deel 3. Hoe verloopt de evaluatie? 1 WAT MOET IK KUNNEN AAN HET EINDE VAN PRAKTIJK 3? Je hebt in de voorbije jaren al heel wat didactische competenties ontwikkeld. Deze staan op de kijkwijzer van praktijk 2. In praktijk 3 sta je voor de uitdaging om een startbekwame leraar te worden. Daarvoor ga je je competenties verder verruimen en verdiepen. Speciale aandacht gaat daarbij naar : het differentiëren in de klas: in de eerste stageperiode vragen we daarom expliciet een leerintentie daarrond te formuleren en uit te werken. het opnemen van een bredere taak als opvoeder: nu je voor langere tijd op een school zal functioneren, zal je naast lesgever ook meer opvoeder kunnen zijn: zo zal je leerlingen kunnen stimuleren in het opnemen van verantwoordelijkheid, ze leren omgaan met diversiteit en ze kritisch leren omgaan met informatie. Je zal ook aandacht moeten besteden aan sociaal-emotionele problemen en gedragsmoeilijkheden van je leerlingen en zelf discreet moeten leren omgaan met deze gegevens. de integratie van de leerinhouden binnen een ruimere context: we verwachten dat je de leerinhoud steeds binnen een betekenisvolle context plaatst en waar mogelijk les- of vakoverschrijdende verbanden legt. het evaluatieproces: we verwachten dat je op een systematische wijze gegevens verzamelt om de leerlingen te begeleiden en te beoordelen, dat je aangepaste evaluatie-instrumenten opstelt, de prestaties van leerlingen bespreekt, remediëringsvoorstellen doet en de evaluatieresultaten ook aanwendt om je eigen didactisch handelen bij te sturen. het innoveren/onderzoeken: tijdens de tweede stageperiode verwachten we dat je buiten de klassieke paden durft treden door innovatieve ideeën uit te proberen en vernieuwende elementen aan te wenden. Daarom vragen we in de tweede stageperiode expliciet een leerintentie daarrond te formuleren en uit te werken. Je moet ook je eigen functioneren ter discussie durven stellen en bijsturen. het functioneren op schoolniveau: tijdens de tweede stageperiode verwachten we dat je je engageert in het bredere schoolleven, door medeverantwoordelijkheid op te nemen voor activiteiten buiten het lesgeven en te functioneren als lid van het schoolteam. Initiatief nemen, samenwerken, een taakverdeling maken en Vademecum praktijk

52 afspraken naleven zijn daarbij essentieel. Ook daarrond zal je een leerintentie moeten formuleren en uitwerken. 2 WAT ZIJN DE CRITERIA VOOR EVALUATIE VAN STAGEPERIODE 3.1? Bij het tot stand komen van de cijfers na stageperiode 1 spelen volgende factoren een rol: de mate waarin je de praktijkopdracht gerealiseerd hebt die hoort bij stageperiode 1 (stagevolume) of je de drempelcompetenties beheerst en de mate waarin je alle competenties beheerst uit de kijkwijzer van praktijk 3 (deel 1) je reflectievaardigheid Hieronder worden deze factoren verder toegelicht. Stagevolume Het vereiste aantal lesuren dient gegeven te worden. Indien het niet mogelijk is om per vak het vereiste aantal lessen te halen, mag je compenseren met je andere vak. Elk vak moet wel gegeven worden. Een gewettigde afwezigheid tijdens de stage geeft geen recht op stagevermindering. Eventueel wijk je uit naar een andere datum om toch aan je lesuren te komen. Lessen die je geeft, zonder dat de lectoren hiervan vooraf op de hoogte werden gesteld, komen niet in aanmerking als stageles(sen). Beheersing van de drempelcompetenties en mate van verwerving van alle competenties uit de kijkwijzer van praktijk 3 (deel 1) De vaklector gaat na hoe ver je staat in het verwerven van de vaardigheden en attitudes die horen bij het derde stagetraject. Je vindt een overzicht hiervan op de kijkwijzer van praktijk 3 (deel 1). Voor BR verwijzen we naar de kijkwijzer voor bewegingsrecreatie praktijk 3. Voor PKV verwijzen we naar de kijkwijzer PKV praktijk 3. Een aantal van de nagestreefde competenties beschouwen we als drempelcriteria. Dat wil zeggen dat de beheersing ervan een minimumvoorwaarde is om te kunnen slagen voor die stageperiode of voor praktijk op het einde van het jaar. Deze drempelcriteria worden op de kijkwijzer aangeduid met een D. Voor de beoordeling van het schriftelijke taalgebruik neemt de lector een steekproef van 1 A4 uit de praktijkmap en beoordeelt daarbij de basale taalvaardigheid. Hij gebruikt Vademecum praktijk

53 daarvoor onderstaande tabel. Bij meer dan vijf fouten resulteert dat automatisch in een onvoldoende voor de competentie de leraar als gebruiker van het Standaardnederlands. Spelling Aantal Woordenschat Aantal Grammatica Aantal Fouten: woorden die fout fouten: Onjuiste fouten: Onjuist gebouwde zinnen, fouten: gespeld zijn. Ook tikfouten woordkeuze, onjuiste interpunctie, onjuiste vallen dus onder tussentaal en verwijswoorden. spelfouten. dialectwoorden, storende herhalingen. Totaal aantal fouten: TOTAALSCORE: /10 Bij een tekort aan één van deze drempelcompetenties krijg je een onvoldoende voor praktijk van dat vak voor deze stageperiode. Je reflectievaardigheden Je reflectievaardigheden worden beoordeeld op basis van je reflecties na je lessen/activiteiten, je reflecties op je leerintentie en je globale zelfevaluatie. Na elke les noteer je kort je reflecties. Op de laatste bladzijde van het lesvoorbereidingsformulier is hiervoor een rubriek aandachtspunten voorzien. Indien je een eigen sjabloon gebruikt, voorzie je zelf een formulier. Het mag met de hand geschreven worden. Eventueel maak je eerst een overzicht van sterke en zwakke lesmomenten (= niet verplicht). Je noteert alleszins hoe je denkt zwakke lesmomenten te kunnen wegwerken in de toekomst. Doe dit zeker vóór je volgende les van dat vak, zodat je op basis van je reflecties kan groeien. Op het einde van de stage blik je terug op je leerintentie. Op het formulier leerintentie vul je aan wat je gerealiseerd hebt en je noteert je reflecties. Na deze stageperiode maak je per vak een globale zelfevaluatie (Stageweb, Evaluatie : globale zelfevaluatie per vak) Hoe verloopt de evaluatie na stageperiode 1? Na stageperiode 1 krijg je per vak een beoordeling van de vaklector voor je vakinhoudelijke en vakdidactische realisatie. De vaklector baseert zich voor de beoordeling op volgende documenten: Vademecum praktijk

54 De lesvoorbereidingen en observatieverslagen De feedbackformulieren van de mentoren en lectoren De globale evaluatie door de mentor(en) De praktijkmap in haar geheel: zorg, nauwkeurigheid, volledigheid, punctualiteit. Voor BR krijg je pas een beoordeling op het einde van het volledige stagetraject Wat zijn de criteria voor evaluatie na stageperiode 3.2? Een overzicht van deze nieuwe en de andere, reeds verworven competenties vindt je in de kijkwijzer van praktijk 3. Voor BR verwijzen we naar de kijkwijzer voor bewegingsrecreatie praktijk 3. Voor PKV verwijzen we naar de kijkwijzer PKV praktijk 3. Bij het bepalen van het eindcijfer stage spelen volgende factoren een rol: de mate waarin je de volledige praktijkopdracht gerealiseerd hebt die hoort bij praktijk 3 (stagevolume) of je de drempelcompetenties beheerst en de mate waarin je alle competenties beheerst uit de kijkwijzer van praktijk 3 (deel 1 en deel 2) de evaluatie van de supervisie. Hieronder worden deze factoren verder toegelicht. Stagevolume De volledige praktijkopdracht van stageperiode 1 en stageperiode 2, desgevallend aangevuld met de praktijkopdracht voor BR of PKV, dient gerealiseerd te zijn. In geval van vakopvolging in stageperiode 2 heb je je lessenrooster voor aanvang van de stage op stageweb geplaatst. Lessen die je gegeven hebt, zonder dat de lector hiervan vooraf op de hoogte werd gesteld, komen niet in aanmerking als stageles(sen). Een ernstig tekort in stagevolume leidt tot een onvoldoende als eindcijfer stage. Beheersing van de drempelcompetenties en mate van verwerving van alle competenties en attitudes uit de kijkwijzer van praktijk 3 (deel 1 en deel 2) De leertrajectbegeleider gaat na hoe ver je staat in het verwerven van de competenties die horen bij het derde stagetraject. Je vindt een overzicht hiervan op de kijkwijzer van praktijk 3 ( (deel 1 + deel 2). Vademecum praktijk

55 Een aantal van de nagestreefde competenties beschouwen we als drempelcriteria. Dat wil zeggen dat de beheersing ervan een minimumvoorwaarde is om te kunnen slagen voor praktijk op het einde van het jaar. Deze drempelcriteria worden op de kijkwijzer aangeduid met een D. Bij een tekort aan één van deze drempelcompetenties krijg je een onvoldoende voor praktijk op het einde van het jaar. Voor de beoordeling van het schriftelijke taalgebruik neemt de lector een steekproef van 1 A4 uit de praktijkmap en beoordeelt daarbij de basale taalvaardigheid. Hij gebruikt daarvoor onderstaande tabel. Bij meer dan vijf fouten resulteert dat automatisch in een onvoldoende voor de competentie de leraar als gebruiker van het Standaardnederlands. Spelling Aantal Woordenschat Aantal Grammatica Aantal Fouten: woorden die fout fouten: Onjuiste fouten: Onjuist gebouwde zinnen, fouten: gespeld zijn. Ook tikfouten woordkeuze, onjuiste interpunctie, onjuiste vallen dus onder tussentaal en verwijswoorden. spelfouten. dialectwoorden, storende herhalingen. Totaal aantal fouten: TOTAALSCORE: /10 Je reflectievaardigheden Je reflectievaardigheden worden beoordeeld op basis van je reflecties na je lessen, je reflecties op je leerintentie, je globale zelfevaluatie, je sterkte zwakte analyse op het eindgesprek en je reflecties tijdens en na de supervisiesessies. Na elke les noteer je kort je reflecties. Op de laatste bladzijde van het lesvoorbereidingsformulier is hiervoor een rubriek aandachtspunten voorzien. Indien je een eigen sjabloon gebruikt, voorzie je zelf een formulier. Op het einde van de stage blik je terug op je leerintentie. Op het formulier leerintentie vul je aan wat je gerealiseerd hebt en je noteert je reflecties. Na deze stageperiode maak je per vak een globale zelfevaluatie (Stageweb, Evaluatie : globale zelfevaluatie per vak). Vademecum praktijk

56 De supervisor beoordeelt de reflectie- en begeleidingsvaardigheden en de attitudes die aan bod gekomen zijn tijdens de supervisiesessies en kent een cijfer toe. Hij baseert zich daarbij op: de deelname tijdens de sessies de verslagen van de sessies Wat zijn de criteria voor de evaluatie van de stage BR? Voor BR wordt er één beoordeling gegeven op het einde van het academiejaar voor het gehele stagetraject BR. De beoordeling gebeurt door de begeleidende lector BR en is gebaseerd op alle beschikbare gegevens van de stageonderdelen. Volgende factoren spelen een rol bij het tot stand komen van dat cijfer: de mate waarin je alle opdrachten hebt uitgevoerd die horen bij de stage BR de mate waarin je de competenties verworven hebt die horen bij het derde stagetraject voor BR. Deze vind je in de kijkwijzer voor bewegingsrecreatie praktijk 3. de mate waarin je beschikt over de attitudes die horen bij de doelgroepbegeleider, de fitness/natuursport begeleider of de sportmanager. je reflectievaardigheden je administratieve vaardigheden zoals die tot uiting komen in de praktijkmap Hieronder worden deze factoren verder toegelicht. Stagevolume Het is erg belangrijk dat je je stagerooster nauwkeurig en volledig invult en de aanwezigheidsattesten van de navorming door de lesgever of organisator laat handtekenen. Zo kan beoordeeld worden of je voldoende opdrachten hebt uitgevoerd. Indien je een van de twee onderdelen van BR niet hebt uitgevoerd, krijg je een onvoldoende voor stage BR. Activiteiten die uitgevoerd worden zonder een door alle partijen gehandtekende stageovereenkomst komen niet in aanmerking als stageprestatie. Verworven competenties De begeleidende lector BR beoordeelt het bereikte competentieniveau. De kijkwijzer bewegingsrecreatie praktijk 3 dient daarbij als richtlijn. Uit volgende documenten moet je competentieniveau blijken: het globaal zelfevaluatieverslag Vademecum praktijk

57 het evaluatieverslag van de externe begeleider de aanwezigheidsattesten en reflecties (voor de navorming) het eindgesprek met alle betrokkenen Voor de managementstage baseert de leertrajectbegeleider zich bijkomend op volgende documenten: het draaiboek je paper over de organisatie Je attitudes Uit je houding en je gedrag t.o.v. de stageplaats, externe begeleiders, doelpubliek, medestudenten en lectoren moet blijken, dat je je als een toekomstig begeleider bewegingsrecreatie wil en kunt tonen. We verwijzen hier naar de attitudes uit de kijkwijzer bewegingsrecreatie praktijk 3. De begeleidende lector BR baseert zich voor de beoordeling hiervan op dezelfde documenten als voor de evaluatie van de competenties. Je reflectievaardigheden De kwaliteit van je reflectievermogen wordt beoordeeld op basis van volgende documenten: de reflecties na elke navorming de paper tijdens de managementstage (enkel voor managementstage) Je administratieve vaardigheden zoals die tot uiting komen in de praktijkmap Om je te kunnen beoordelen op basis van alle bovenvermelde praktijkgegevens, moeten wij tijdig beschikken over alle schriftelijke gegevens m.b.t. je stage. Je praktijkmap is dan ook een zeer belangrijk instrument voor de evaluatie. Zorg, nauwkeurigheid, volledigheid en punctualiteit vinden wij voor een toekomstige leraar daarbij erg belangrijk. Bij een tekort in één van de drempelcompetenties zoals omschreven in de kijkwijzer krijg je een onvoldoende voor de stage BR. Ernstige tekorten in attitudes of reflectievaardigheden kunnen leiden tot een onvoldoende voor de stage BR. Een niet ingeleverde praktijkmap op het moment van de praktijkbespreking resulteert automatisch in een 0/20 voor de stage BR. Vademecum praktijk

Didactische Competentie Stage SLO. Infomoment stage 27 mei 2016

Didactische Competentie Stage SLO. Infomoment stage 27 mei 2016 Didactische Competentie Stage SLO Infomoment stage 27 mei 2016 Infomoment stage 1. Voor je ermee begint 2. Je eigenlijke stage 3. Achteraf 2 1. Voor je ermee begint 1. Basisinformatie Geen educatief verlof

Nadere informatie

Didactische Competentie Stage SLO. Infomoment stage 1 december 2017

Didactische Competentie Stage SLO. Infomoment stage 1 december 2017 Didactische Competentie Stage SLO Infomoment stage 1 december 2017 Infomoment stage 1. Voor je ermee begint 2. Je eigenlijke stage 3. Achteraf 2 1. Voor je ermee begint 1. Basisinformatie Geen educatief

Nadere informatie

DIDACTISCHE COMPETENTIE STAGE SLO. Infomoment stage 30 november 2018

DIDACTISCHE COMPETENTIE STAGE SLO. Infomoment stage 30 november 2018 DIDACTISCHE COMPETENTIE STAGE SLO Infomoment stage 30 november 2018 INFOMOMENT STAGE 1. Voor je ermee begint 2. Je eigenlijke stage 3. Achteraf 2 1. VOOR JE ERMEE BEGINT 1. Basisinformatie Geen educatief

Nadere informatie

GROEIDOSSIER Praktijk SOV

GROEIDOSSIER Praktijk SOV GROEIDOSSIER Praktijk SOV 2016 2017 Arteveldehogeschool Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Kattenberg 9 B-9000 Gent Tel.: 09 234 82 70 Fax: 09 234 80 01 www.arteveldehogeschool.be/oso/stage

Nadere informatie

Opleidingsfase 1 BcLK STAGES

Opleidingsfase 1 BcLK STAGES Opleidingsfase 1 BcLK STAGES Stagecoördinatie Helene Stragier Stagecoördinator Kleuteronderwijs Lokaal C104 Tel: 016/ 37 55 09 helene.stragier@groept.be 1 Administratie Glenn Debruyn 016/ 37.55.08 Glenn.debruyn@groept.be

Nadere informatie

Beste collega. Stages. Observatiestage

Beste collega. Stages. Observatiestage Beste collega U engageerde zich om één van onze studenten te begeleiden bij zijn stage, waarvoor alvast onze welgemeende dank. Wanneer u meer informatie wil over de lerarenopleidingen en de opbouw van

Nadere informatie

Info praktijk 2 BaLO Academiejaar

Info praktijk 2 BaLO Academiejaar 1. INHOUD EN ORGANISATIE PRAKTIJK 2 BaLO De student loopt gedurende het hele jaar stage in eenzelfde school. In samenspraak met de stageschool kiest hij twee graden (per semester een andere graad) waarin

Nadere informatie

Stage eerste Leerjaar

Stage eerste Leerjaar Stage eerste Leerjaar De student loopt voor de eerste keer stage in een eerste leerjaar. Deze stage kadert binnen het thema het jonge kind waar onder meer de didactiek van het eerste leerjaar uitvoerig

Nadere informatie

STAGEOPDRACHT Praktijk SOV Dagonderwijs Afstandsleren (AL)

STAGEOPDRACHT Praktijk SOV Dagonderwijs Afstandsleren (AL) STAGEOPDRACHT Praktijk SOV Dagonderwijs Afstandsleren (AL) 2018 2019 Arteveldehogeschool Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Kattenberg 9 B-9000 Gent Tel.: 09 234 82 70 Fax: 09 234 80 01 www.arteveldehogeschool.be/oso/stage

Nadere informatie

Keuzestage - BAKO - Wat verwachten we van de student?

Keuzestage - BAKO - Wat verwachten we van de student? Keuzestage - BAKO - Wat verwachten we van de student? Tijdens de keuzestage heb je de mogelijkheid om ook andere invullingen van het leraar zijn te leren kennen en zo bijvoorbeeld stage te lopen in het

Nadere informatie

Beste collega. Stages

Beste collega. Stages De specifieke lerarenopleiding van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen maakt een prioriteit van de samenwerking met het werkveld. Deze website wil bijdragen tot een betere communicatie. Beste collega

Nadere informatie

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO 1. ORGANISATIE VAN DE PRAKTIJK De student loopt gedurende het hele jaar stage in eenzelfde school. De school wordt toegewezen door de opleiding. In semester 1 zijn er 5

Nadere informatie

Deze stageperiode start met een aantal observatie- en participatiedagen in de stageschool en enkele stagevoorbereidingsdagen op de hogeschool.

Deze stageperiode start met een aantal observatie- en participatiedagen in de stageschool en enkele stagevoorbereidingsdagen op de hogeschool. Stageperiode 1B Situering Stageperiode 1B valt in het 2 de semester. De studenten lopen deze stage per twee in één stageklas. De duo s lopen per semester stage in een ander leerjaar. De studenten lopen

Nadere informatie

Stageconcept en -planning

Stageconcept en -planning Stageconcept en -planning 2017-2018 Bachelor in het onderwijs: Secundair Onderwijs lichamelijke opvoeding Eerste jaar fase 1 - praktijk deel 1 Het vernieuwde stageconcept is gericht op werkplekleren, aangevuld

Nadere informatie

Wat we minimaal verwachten van een student uit 1 BaKO - 1 BaLO: Eerste stappen in stiel leren

Wat we minimaal verwachten van een student uit 1 BaKO - 1 BaLO: Eerste stappen in stiel leren In de praktijk werken we aan de visie op leraarschap, beheersingsniveau opleidingsfase 1: Wat we minimaal verwachten van een student uit 1 BaKO - 1 BaLO: Eerste stappen in stiel leren SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK

Nadere informatie

Wegwijzer groeistages

Wegwijzer groeistages SPECIFIEKE LERARENOPLEIDING Wegwijzer groeistages 1.Inleiding Tijdens de twee groeistages staat het functioneren als vakleerkracht centraal. In die zin zijn de groeistages een vervolg op de instapstage.

Nadere informatie

GROEIDOSSIER Praktijk SOV

GROEIDOSSIER Praktijk SOV GROEIDOSSIER Praktijk SOV 2017 2018 Arteveldehogeschool Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Kattenberg 9 B-9000 Gent Tel.: 09 234 82 70 Fax: 09 234 80 01 www.arteveldehogeschool.be/oso/stage

Nadere informatie

Begeleidingsdocument

Begeleidingsdocument Student naam FOTO voornaam hogeschool Stagebegeleider naam voornaam Stageplaats instelling afdeling Stagementor naam voornaam Stageperiode van tot PAGINA 1/20 2. INDIVIDUEEL STAGETRAJECT Schrijf neer welke

Nadere informatie

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO 2018-2019 ook te vinden op de praktijkwebsite (sommige onderdelen zijn nog onder constructie) https://www.ucll.be/samenwerken/stages/stage-hasselt/praktijk-lager-onderwijs

Nadere informatie

ECTS-fiche. Specifieke lerarenopleiding Praktijk oriëntatie

ECTS-fiche. Specifieke lerarenopleiding Praktijk oriëntatie ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Specifieke lerarenopleiding Module Praktijk oriëntatie Code E1 Lestijden 40 Studiepunten 3 Ingeschatte totale 50 studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot NEEN

Nadere informatie

MICROTEACHING: een kort lesfragment door een student gegeven aan medestudenten.

MICROTEACHING: een kort lesfragment door een student gegeven aan medestudenten. Inhouden en doelen van de opdrachten in de praktijkcomponent van de SLO en de GLO van BEO MICROTEACHING: een kort lesfragment door een student gegeven aan medestudenten. de student geeft 10 à 20 minuten

Nadere informatie

WERKPLEKLEREN OPLEIDINGSFASE 3 ACADEMIEJAAR Geachte stagementor, vakmentor(en)

WERKPLEKLEREN OPLEIDINGSFASE 3 ACADEMIEJAAR Geachte stagementor, vakmentor(en) WERKPLEKLEREN OPLEIDINGSFASE 3 ACADEMIEJAAR 2018-2019 Geachte stagementor, vakmentor(en) Het traject werkplekleren bestaat uit een differentiatiestage (3 weken in semester 1 05/11/2018 t.e.m. 23/11/2018)

Nadere informatie

PRAKTIJK 2 DOORGROEISTAGE STAGEOPDRACHT

PRAKTIJK 2 DOORGROEISTAGE STAGEOPDRACHT PRAKTIJK 2 DOORGROEISTAGE STAGEOPDRACHT 2018 2019 Vooraf 3 OVERZICHT EN TIMING OPDRACHTEN 4 1 Vooraf: deelname canon cultuurdag 6 2 Opdracht tijdens de ingroeiweek van stageperiode 1 6 2.1 Verken de beginsituatie

Nadere informatie

(afzonderlijk in te vullen per les)

(afzonderlijk in te vullen per les) LESVOORBEREIDINGEN LESSTAGE DEEL 1.1 Les 1 t.e.m. 5 SLO Geschiedenis KU Leuven (afzonderlijk in te vullen per les) Vooraf Een lesvoorbereiding is in de eerste plaats een werkdocument. Dit betekent voor

Nadere informatie

De mentor als coach sessie 9-10: integratie! Piet BUYSE BNB SON, BNB BUO/ZRL

De mentor als coach sessie 9-10: integratie! Piet BUYSE BNB SON, BNB BUO/ZRL De mentor als coach sessie 9-10: integratie! Piet BUYSE BNB SON, BNB BUO/ZRL 2 Wie kon jij ondertussen coachen? Hoe liep dat? 3 4 Wat is coachen voor jou? 5 COACHING Bij coaching gaat het in essentie om

Nadere informatie

Wiskunde als tweede vakdidactiek opnemen

Wiskunde als tweede vakdidactiek opnemen Wiskunde als tweede vakdidactiek opnemen Wat houdt het in? 2 Wat houdt het in? binnen keuzeruimte van een andere SLO (bv. natuurwetenschappen, economie, ) wiskunde als tweede vakdidactiek opnemen je volgt

Nadere informatie

Stage Eerste Leerjaar

Stage Eerste Leerjaar Stage Eerste Leerjaar De student loopt voor de eerste keer stage in een eerste leerjaar. Deze stage kadert binnen de module Eerste Leerjaar waar onder meer de didactiek van het eerste leerjaar uitvoerig

Nadere informatie

Handleiding voor vakmentoren

Handleiding voor vakmentoren SPECIFIEKE LERARENOPLEIDING Handleiding voor vakmentoren Beste collega U engageerde zich om één van onze studenten te begeleiden bij zijn stage, waarvoor alvast onze welgemeende dank. In deze handleiding

Nadere informatie

Infosessie stage communicatiewetenschappen. Stagecoördinator Eva Koppen

Infosessie stage communicatiewetenschappen. Stagecoördinator Eva Koppen Infosessie stage communicatiewetenschappen Stagecoördinator Eva Koppen stagescomwet@soc.kuleuven.be eva.koppen@soc.kuleuven.be Zoektocht naar een stage: de stagedatabank 2 Stagevacatures 3 Zoektocht naar

Nadere informatie

STAGEVADEMECUM. Schooljaar 2015-2016 AANVRAGEN VAN STAGE AFSPRAKEN WIE IS WIE? SCHOLENGEMEENSCHAP SINT-JOZEF BILZEN-HOESELT

STAGEVADEMECUM. Schooljaar 2015-2016 AANVRAGEN VAN STAGE AFSPRAKEN WIE IS WIE? SCHOLENGEMEENSCHAP SINT-JOZEF BILZEN-HOESELT STAGEVADEMECUM SCHOLENGEMEENSCHAP SINT-JOZEF BILZEN-HOESELT Schooljaar 2015-2016 AANVRAGEN VAN STAGE AFSPRAKEN WIE IS WIE? Centrale dienst Winterstraat 12, 3740 Bilzen 089 41 82 35 stage@sg-sintjozef.be

Nadere informatie

Betreft: Praktijk 3 de jaar Bachelor Lager Onderwijs. Beste mentor

Betreft: Praktijk 3 de jaar Bachelor Lager Onderwijs. Beste mentor Groep lerarenopleiding - Kleuter- en lager onderwijs Campus Oude Luikerbaan, Oude Luikerbaan 79, 3500 Hasselt - T 011 18 05 00 Betreft: Praktijk 3 de jaar Bachelor Lager Onderwijs Het is eind mei. Het

Nadere informatie

PRAKTIJK 3 AFSTUDEERSTAGE STAGEOPDRACHT semester 6

PRAKTIJK 3 AFSTUDEERSTAGE STAGEOPDRACHT semester 6 PRAKTIJK 3 AFSTUDEERSTAGE STAGEOPDRACHT 2018 2019 semester 6 Arteveldehogeschool Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Kattenberg 9 B-9000 Gent Tel.: 09 234 82 70 Fax: 09 234 80 01 www.arteveldehogeschool.be/oso/stage

Nadere informatie

STAGEVOORBEREIDING PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE

STAGEVOORBEREIDING PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE STAGEVOORBEREIDING PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE 2018-2019 Voorbereiding van de stage 1. Vastleggen van de stageplaats De stageplanner doet een voorstel van stageplaats. De

Nadere informatie

BEOORDELING STAGE DOOR DE VAKMENTOR

BEOORDELING STAGE DOOR DE VAKMENTOR Opleidingsinstelling Adres Telefoon fax BEOORDELING STAGE DOOR DE VAKMENTOR Identificatie Naam student/cursist: Opleidingsonderdeel/module: Stageplaats: Vakmentoren: naam en contactgegevens Periode: O

Nadere informatie

Specifieke Lerarenopleiding Musicologie Alles wat je moet weten

Specifieke Lerarenopleiding Musicologie Alles wat je moet weten Specifieke Lerarenopleiding Musicologie Alles wat je moet weten 1. Wegwijs door de opleiding De SLO Musicologie bereidt je rechtstreeks voor op een job als leraar in de tweede en derde graad van het secundair

Nadere informatie

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Opleiding Module Didactische competentie stage 3

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Opleiding Module Didactische competentie stage 3 ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding SLO Module Didactische competentie stage 3 Code E6 DCS3 Lestijden 40 Studiepunten 6 Ingeschatte totale 150 studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot JA aanvragen

Nadere informatie

Formulier 0: verwachtingen

Formulier 0: verwachtingen OBSERVATIESTAGE Formulier 0: verwachtingen SLO Geschiedenis KU Leuven Identificatie student lector vakmentor(en) Verwachtingen Dit formulier beantwoord je voor het begin van de eerste lesobservatie. Let

Nadere informatie

Mentorenvorming 2 BaKO : 22/3/2018

Mentorenvorming 2 BaKO : 22/3/2018 Mentorenvorming 2 BaKO : 22/3/2018 WELKOM! Agenda DEEL 1: ALGEMEEN AFSPRAKEN EN VERWACHTINGEN (praktijkwijzer) DEEL 2: PRAKTIJK 2 DE JAAR (OF 2) stage bij 5-jarigen: opzet en verwachtingen PAUZE DEEL 3:

Nadere informatie

VERKORTE TRAJECTEN extra ONDERWIJSVAK (SECUNDAIR ONDERWIJS)

VERKORTE TRAJECTEN extra ONDERWIJSVAK (SECUNDAIR ONDERWIJS) VERKORTE TRAJECTEN extra ONDERWIJSVAK (SECUNDAIR ONDERWIJS) Voor wie? Je bent al leraar, maar je wil je onderwijsbevoegdheid uitbreiden? Dan ben je bij AP aan het juiste adres! De verkorte trajecten voor

Nadere informatie

Personeelslid van de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen, die de studentstagiair tijdens de stage daadwerkelijk begeleidt.

Personeelslid van de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen, die de studentstagiair tijdens de stage daadwerkelijk begeleidt. reglement STAGEREGLEMENT versie Koninklijke Academie voor Schone Kunsten 2013-2014 pagina s 7 Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Geldig voor academiejaar 2013-2014 Hoofdstuk 1 Omschrijvingen Art.

Nadere informatie

De competenties die prioritair aan bod komen tijdens dit opleidingsonderdeel zijn:

De competenties die prioritair aan bod komen tijdens dit opleidingsonderdeel zijn: Specifieke lerarenopleiding C ECTS-fiche opleidingsonderdeel vakdidactische oefeningen 2 Code: 10375 Academiejaar: 2015-2016 Aantal studiepunten: 6 Studietijd: 120 à 150 uur Deliberatie: mogelijk Vrijstelling:

Nadere informatie

Mentorenoverleg 1 BALO (30/01/2019)

Mentorenoverleg 1 BALO (30/01/2019) Mentorenoverleg 1 BALO (30/01/2019) Agenda Wat verwachten we van onze studenten 1 BaLO? Praktische invulling semester 2 Begeleiden en beoordelen Inspireren over onderwijs Afronding Wat verwachten we van

Nadere informatie

Zelfstandige stage. Situering. Wat verwachten we van de student? Leraar Lager Onderwijs Thomas More Mechelen

Zelfstandige stage. Situering. Wat verwachten we van de student? Leraar Lager Onderwijs Thomas More Mechelen Zelfstandige stage Situering De stage met project en de zelfstandige stage gaan door in eenzelfde school maar bij een verschillende leeftijdsgroep. Deze context biedt de student de mogelijkheid om gedurende

Nadere informatie

Didactische competentie oefenlessen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4

Didactische competentie oefenlessen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4 MODULE Didactische competentie oefenlessen A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4 Aantal

Nadere informatie

ONDERWIJSKUNDE 1 en de PRAKTIJK - semester 1 Opdracht de lesvoorbereiding

ONDERWIJSKUNDE 1 en de PRAKTIJK - semester 1 Opdracht de lesvoorbereiding Academiejaar 2010-2011 Opleidingen 1 BOSO LO - PO - HB - VV - AV - MO lerarenopleiding ledeganck ONDERWIJSKUNDE 1 en de PRAKTIJK - semester 1 Opdracht de lesvoorbereiding Beste student, Ter integratie

Nadere informatie

Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches. ECTS-Fiche Vakdidactische oefeningen 1 Code: 10374 Academiejaar: 2015-2016 Aantal studiepunten: 6

Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches. ECTS-Fiche Vakdidactische oefeningen 1 Code: 10374 Academiejaar: 2015-2016 Aantal studiepunten: 6 Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches ECTS-Fiche Vakdidactische oefeningen 1 Code: 10374 Academiejaar: 2015-2016 Aantal studiepunten: 6 Studietijd: 120 à 150 uur Deliberatie: mogelijk Vrijstelling: niet

Nadere informatie

Mentorenvorming 2 BaKO 22 oktober 2018

Mentorenvorming 2 BaKO 22 oktober 2018 Mentorenvorming 2 BaKO 22 oktober 2018 Bouwstenen praktijk Verkenningsdagen: (bijna) wekelijks, meestal donderdagen experimenteren, uitproberen, observeren, participeren, verantwoorden, Actieve stage:

Nadere informatie

Naam: Stageplek: Klas:

Naam: Stageplek: Klas: Naam: Stageplek: Klas: Inhoudsopgave Naam stagebegeleider Telefoonnummer stagebegeleider Mailadres stagebegeleider Adres stage bedrijf Naam stagebegeleider (als er 2 zijn) Telefoonnummer stagebegeleider

Nadere informatie

Stageconcepten. Stage 1 ste jaar - Studenten eerste opleidingsfase

Stageconcepten. Stage 1 ste jaar - Studenten eerste opleidingsfase Stageconcepten Stage 1 ste jaar - Studenten eerste opleidingsfase De studenten van het eerste jaar lopen het hele jaar stage in eenzelfde klas. De stage gaat door bij 3-, 4- of 5-jarigen (niet in een klas

Nadere informatie

Gids voor het zoeken van een praktijkschool GPS - studentversie Bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs Bachelor in het onderwijs:

Gids voor het zoeken van een praktijkschool GPS - studentversie Bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs Bachelor in het onderwijs: Gids voor het zoeken van een praktijkschool GPS - studentversie Bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs Bachelor in het onderwijs: zorgverbreding en remediërend leren avondtraject Wat houdt praktijk

Nadere informatie

SLO GW zoekt Mentor met Passie. Naar een vernieuw(en)d stagemodel 10 mei 2017

SLO GW zoekt Mentor met Passie. Naar een vernieuw(en)d stagemodel 10 mei 2017 SLO GW zoekt Mentor met Passie Naar een vernieuw(en)d stagemodel 10 mei 2017 Overzicht sessie 1. Tot nu toe 2. Waarom? Wat dreef ons? Wat is ons doel? 3. Hoe? Pijlers: Wat vinden wij belangrijk? 4. Wat?

Nadere informatie

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs 1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs Het Vlaams parlement legde de basiscompetenties die nagestreefd en gerealiseerd moeten worden tijdens de opleiding vast. Basiscompetenties zijn een

Nadere informatie

* schrappen wat niet past

* schrappen wat niet past SPECIFIEKE LERARENOPLEIDING LESEVALUATIEDOCUMENT Gelieve deze tabel in te vullen Naam cursist (lio /stagiair*): Naam vakmentor /stagebegeleider /liobegeleider*: Naam Stageschool/Lioschool*: Graad en leerjaar:

Nadere informatie

PARTICIPEREND OBSERVEREN. 20/09 NM, 21/09 VM (i.f.v. module 1 ste BEGELEIDING EN FEEDBACK MENTOR BEGELEIDING EN EVALUATIE HOGESCHOOL

PARTICIPEREND OBSERVEREN. 20/09 NM, 21/09 VM (i.f.v. module 1 ste BEGELEIDING EN FEEDBACK MENTOR BEGELEIDING EN EVALUATIE HOGESCHOOL Leidraad mentor 1ste leerjaar Bachelor in het Onderwijs: Lager onderwijs KENNISMAKING Kennismaking 20/09 NM Mogelijkheid tot participerend observeren vanaf 05/09 LESOPDRACHTEN Aanvragen: Afhalen: 20/09

Nadere informatie

Infosessie voor mentoren van werknemers die de werkstage in PJK volgen

Infosessie voor mentoren van werknemers die de werkstage in PJK volgen Overzicht infosessie werkstage Infosessie voor mentoren van werknemers die de werkstage in PJK volgen Dinsdag 7 oktober 201 I. Kennismaking met de opleiding IV. Praktische informatie 2 WAAROM EEN NIEUW

Nadere informatie

School of Arts: Koninklijk Conservatorium Antwerpen Opleiding: Specifieke lerarenopleidingen Dans, Drama en Muziek Academiejaar 2015-2016

School of Arts: Koninklijk Conservatorium Antwerpen Opleiding: Specifieke lerarenopleidingen Dans, Drama en Muziek Academiejaar 2015-2016 Stagereglement School of Arts: Koninklijk Conservatorium Antwerpen Opleiding: Specifieke lerarenopleidingen Dans, Drama en Muziek Academiejaar 2015-2016 Versie: Raad School of Arts KCA 04/09/2015 Hoofdstuk

Nadere informatie

Didactische competentie oefenlessen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4

Didactische competentie oefenlessen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4 MODULE Didactische competentie oefenlessen A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4 Aantal

Nadere informatie

2. Leeftijd jaar 10 59% jaar 2 12% jaar 1 6% > 31 jaar 4 24%

2. Leeftijd jaar 10 59% jaar 2 12% jaar 1 6% > 31 jaar 4 24% 17 reacties Overzicht Complete reacties bekijken Algemene gegevens 1. Welke module volg je momenteel? module 1 0 0% module 2 0 0% module 3 8 47% module 4 5 29% module 5 optie AGZ 0 0% module 5 optie GGZ

Nadere informatie

Portfoliobegeleiding. Roland Leenaarts Roland@fluitendnaarjewerk.nl

Portfoliobegeleiding. Roland Leenaarts Roland@fluitendnaarjewerk.nl Portfoliobegeleiding Roland Leenaarts Roland@fluitendnaarjewerk.nl Agenda Welkom Kennismaking Uitleg bijeenkomst Werkplekleren Inhoud portfolio Portfolio-opdrachten Eindkwalificaties Reflectie op de kernopgaven

Nadere informatie

Mentor als medeopleider Sessie 3 Dinsdag 10/1/2018 Elisa Vandenbussche & Katrijn De Waele

Mentor als medeopleider Sessie 3 Dinsdag 10/1/2018 Elisa Vandenbussche & Katrijn De Waele Mentor als medeopleider Sessie 3 Dinsdag 10/1/2018 Elisa Vandenbussche & Katrijn De Waele Onze beste wensen voor 2018! Doelen van vandaag Traject coaching Tussentijds praktijkgesprek Inhouden en competenties

Nadere informatie

RAAMOVEREENKOMST

RAAMOVEREENKOMST RAAMOVEREENKOMST 2017-2018 Preservicetraining (stage) Professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Tussen De opleidingsinstelling Arteveldehogeschool Bachelor in het onderwijs: Secundair

Nadere informatie

Vakdidactische Studie (VDS) Algemeen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4

Vakdidactische Studie (VDS) Algemeen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4 MODULE Vakdidactische Studie (VDS) Algemeen A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4 Aantal

Nadere informatie

Vakdidactische Studie (VDS) Algemeen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4

Vakdidactische Studie (VDS) Algemeen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4 MODULE Vakdidactische Studie (VDS) Algemeen A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 X Semester 3 Semester 4 Aantal

Nadere informatie

Wegwijzer vakdidactische opdrachtenstage

Wegwijzer vakdidactische opdrachtenstage SPECIFIEKE LERARENOPLEIDING Wegwijzer vakdidactische opdrachtenstage 1 Inleiding 1.1 Opzet en doel van de vakdidactische opdrachtenstage De vakdidactische opdrachtenstage vormt een aanvulling op de instap-

Nadere informatie

Dag stagiair(e) Welkom in onze scholengemeenschap!

Dag stagiair(e) Welkom in onze scholengemeenschap! STAGEVADEMECUM Aanvragen van een stage hoe ga je een stage aanvragen wanneer ga je een stage aanvragen goedkeuring van de aanvraag Afspraken over het verloop van de stage voor de stage opdrachten lessen

Nadere informatie

Basisstage A (semester 2) Datum Begeleidingsmoment in functie van Begeleiding door Duur Wat doet de student? Waaraan wordt gewerkt?

Basisstage A (semester 2) Datum Begeleidingsmoment in functie van Begeleiding door Duur Wat doet de student? Waaraan wordt gewerkt? Basisstage A (semester 2) Datum Begeleidingsmoment in functie van Begeleiding door Duur Wat doet de student? Waaraan wordt gewerkt? Dinsdag Stagetoelichting deel 1 90 min. Toledo en stagewebsite verkennen:

Nadere informatie

INFO - Alternatieve stage - Over de grenzen. 3 BaKO 2015-2016

INFO - Alternatieve stage - Over de grenzen. 3 BaKO 2015-2016 INFO - Alternatieve stage - Over de grenzen 3 BaKO 2015-2016 Overzicht 1. Alternatieve stage/ Over de grenzen Wat is dit? Het competentieprofiel Mogelijkheden alternatieve stage Mogelijkheden over de grenzen

Nadere informatie

STAGEVADEMECUM

STAGEVADEMECUM KATHOLIEKE SCHOLENGEMEENSCHAP Mosa-RT MAASEIK-KINROOI Weertersteenweg 135 A 3680 MAASEIK 089 56 30 59 www.mosa-rt.be STAGEVADEMECUM 2018-2019 Dag stagiair(e) Welkom in onze scholengemeenschap! Je hebt

Nadere informatie

Vragenlijst. Algemene gegevens. Voor de stage

Vragenlijst. Algemene gegevens. Voor de stage Vragenlijst Algemene gegevens 1. Welke module volg je momenteel? o Module 1 o Module 2 o Module 3 o Module 4 o Module 5 : specialisatie:. 2. Leeftijd o 18-22 jaar o 23-25 jaar o 26-30 jaar o 31 + 3. Vooropleiding/tewerkstellingsproject

Nadere informatie

Betreft: Praktijk 2 de jaar Bachelor Lager Onderwijs Hasselt, 18 september 2017

Betreft: Praktijk 2 de jaar Bachelor Lager Onderwijs Hasselt, 18 september 2017 P a g i n a 1 Departement Lerarenopleiding Campus Oude Luikerbaan Oude Luikerbaan 79, 3500 Hasselt T 011 18 05 00 Betreft: Praktijk 2 de jaar Bachelor Lager Onderwijs Hasselt, 18 september 2017 Beste directie

Nadere informatie

WELKOM! Overleg mentoren en studenten 3 BaKO

WELKOM! Overleg mentoren en studenten 3 BaKO WELKOM! Overleg mentoren en studenten 3 BaKO Inhoud 1. Kennismaking 2. Focus van de opleiding: opleidingsvisie -> concretisering voor 3 BAKO 3. Begeleiding van studenten de opleiding de mentor FOCUS van

Nadere informatie

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching BACHELOR pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching DE GEDRAGSINDICATOREN VOOR AFSTUDEERSTAGE (WIE DOET WAT? WELKE INDICATOREN? WELKE VERWACHTINGEN?) DEEL 1: WIE DOET WAT? ROL VAN DE STUDENT:

Nadere informatie

Lesvoorbereidingsmodel

Lesvoorbereidingsmodel Gegevens student Gegevens basisschool Naam Naam Groep Voltijd Deeltijd Dagavond Plaats Studiejaar/periode Sem 1 Sem 2 Soort onderwijs Regulier Montessori Dalton OGO Studentnummer Stagementor(en) Email

Nadere informatie

PRAKTIJK 3 AFSTUDEERSTAGE GROEIDOSSIER semester 7

PRAKTIJK 3 AFSTUDEERSTAGE GROEIDOSSIER semester 7 PRAKTIJK 3 AFSTUDEERSTAGE GROEIDOSSIER 2017 2018 semester 7 Arteveldehogeschool Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Kattenberg 9 B-9000 Gent Tel.: 09 234 82 70 Fax: 09 234 80 01 www.arteveldehogeschool.be/oso/stage

Nadere informatie

Stagevademecum. Data: - indienen van stageaanvragen vóór 14/06/2018, 19/09/2018, 24/10/2018, 08/01/2019;

Stagevademecum. Data: - indienen van stageaanvragen vóór 14/06/2018, 19/09/2018, 24/10/2018, 08/01/2019; 1 WICO-procedure a De aanvraag Stagevademecum De student doet de aanvraag via www.wico.be. Deze individuele aanvraag is ook vereist wanneer het opleidingsinstituut een gegroepeerde aanvraag heeft ingediend.

Nadere informatie

Wegwijzer Instapstage

Wegwijzer Instapstage SPECIFIEKE LERARENOPLEIDING Wegwijzer Instapstage 1. Inleiding Tijdens de Instapstage maak je verder kennis met het functioneren als vakleraar. Je voert de Instapstage samen met een duopartner uit. Studenten

Nadere informatie

ECTS-fiche. Specifieke lerarenopleiding Praktijk experiment

ECTS-fiche. Specifieke lerarenopleiding Praktijk experiment ECTS-fiche a) Identificatie Opleiding Specifieke lerarenopleiding Module Praktijk experiment Code E2 Lestijden 80 Studiepunten 6 Ingeschatte totale 120 studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot NEEN

Nadere informatie

Voor de SLO bestaan er twee versies van stageovereenkomsten: de Raamovereenkomstpreservicetraining

Voor de SLO bestaan er twee versies van stageovereenkomsten: de Raamovereenkomstpreservicetraining 4. Reglementering Het Onderwijs- en Examenreglement (OER) van de Universiteit Antwerpen geldt voor alle opleidingsonderdelen van de SLO, inclusief de praktijkcomponent. Het OER is te consulteren via de

Nadere informatie

EXAMENPROJECT NEDERLANDS 5TSO ARGUMENTEREN EN DEBATTEREN

EXAMENPROJECT NEDERLANDS 5TSO ARGUMENTEREN EN DEBATTEREN EXAMENPROJECT NEDERLANDS 5TSO ARGUMENTEREN EN DEBATTEREN N. Gheerolfs/ L. Eeckhout/ T. De Man/ N. De Vleeschauwer 1 Examenproject semester 2 5TSO Argumenteren en debatteren Met deze bundel bereid je je

Nadere informatie

Verkorte trajecten BASO

Verkorte trajecten BASO 1 Verkorte trajecten BASO 2018-2019 Toelating tot deze verkorte trajecten is een beslissing van de opleiding, elk dossier wordt individueel bekeken. Bachelor in het Onderwijs: secundair onderwijs Voor:

Nadere informatie

Formulier 0: verwachtingen

Formulier 0: verwachtingen OBSERVATIESTAGE Formulier 0: verwachtingen SLO Geschiedenis KU Leuven Identificatie student lector vakmentor(en) Verwachtingen Dit formulier beantwoord je voor het begin van de eerste lesobservatie. Let

Nadere informatie

kempelscan K1-fase Eerste semester

kempelscan K1-fase Eerste semester kempelscan K1-fase Eerste semester Kempelscan K1-fase eerste semester 1/6 Didactische competentie Kern 3.1 Didactisch competent Adaptief omgaan met leerlijnen De student bereidt systematisch lessen/leeractiviteiten

Nadere informatie

Naam student: School: Praktijk fase 1- Attitudes mentor. Mentor(en): Leeftijd kleuters: Maandagen observeren en participeren 2015

Naam student: School: Praktijk fase 1- Attitudes mentor. Mentor(en): Leeftijd kleuters: Maandagen observeren en participeren 2015 Naam student: School: Mentor(en): Leeftijd kleuters: Praktijk fase 1- Attitudes mentor Maandagen observeren en participeren 2015 Beste mentor : Gelieve per attitude (beslissingsvermogen, relationele gerichtheid,

Nadere informatie

Stageconcepten. Stage 1 ste jaar - Studenten eerste opleidingsfase

Stageconcepten. Stage 1 ste jaar - Studenten eerste opleidingsfase Stageconcepten Stage 1 ste jaar - Studenten eerste opleidingsfase De studenten van het eerste jaar lopen het hele jaar stage in eenzelfde klas. De stage gaat door bij 3-, 4- of 5-jarigen (niet in een klas

Nadere informatie

2. Leeftijd jaar 4 50% jaar 0 0% jaar 1 13% > 31 jaar 3 38% 3. Vooropleiding/tewerkstellingsproject ASO 1 13% TSO 3 38%

2. Leeftijd jaar 4 50% jaar 0 0% jaar 1 13% > 31 jaar 3 38% 3. Vooropleiding/tewerkstellingsproject ASO 1 13% TSO 3 38% 8 reacties Overzicht Complete reacties bekijken Algemene gegevens 1. Welke module volg je momenteel? module 1 0 0% module 2 0 0% module 3 0 0% module 4 0 0% module 5 optie AGZ 8 100% module 5 optie GGZ

Nadere informatie

Hoe kan ik als student een stage (project) zoeken, kiezen en vastleggen tegen 6 december?

Hoe kan ik als student een stage (project) zoeken, kiezen en vastleggen tegen 6 december? Hoe kan ik als student een stage (project) zoeken, kiezen en vastleggen tegen 6 december? versie 22 sept 2016 Er zijn 4 werkwijzen: 1. Zoek een project in het uitgebreide aanbod 2. Een eigen aangebracht

Nadere informatie

Handleiding Afwezigheden

Handleiding Afwezigheden Handleiding Afwezigheden MIJN PXL 2018-2019: Voor studenten PXL - SOCIAL WORK Hoe kan ik als student een afwezigheidsmelding doen via MIJN PXL? Indien je afwezig bent voor een examen, evaluatie-moment

Nadere informatie

Klas-in-zicht Wat? Hoe gaan we tewerk? Aan de slag en verder?

Klas-in-zicht Wat? Hoe gaan we tewerk? Aan de slag en verder? Klas-in-zicht Wat? Een negatieve groepsdynamiek, leerlingen die niet met elkaar overeenkomen, een vertroebelde relatie tussen leerlingen en leerkrachten, moeilijk les kunnen geven door storend gedrag zijn

Nadere informatie

Individuele stageovereenkomst

Individuele stageovereenkomst Individuele stageovereenkomst Tussen Het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel, met zetel te 2440 Geel, Dokter Sanodreef 4, met KBO-nummer 0850465613, vertegenwoordigd door de heer Pieter Jans, Administrateur-generaal,

Nadere informatie

ECTS-fiche. Specifieke lerarenopleiding Praktijk verdieping en integratie

ECTS-fiche. Specifieke lerarenopleiding Praktijk verdieping en integratie ECTS-fiche a) Identificatie Opleiding Specifieke lerarenopleiding Module Praktijk verdieping en integratie Code E3 + E4 Lestijden 100 + 100 Studiepunten 9 + 9 Ingeschatte totale 300 studiebelasting (in

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 1 (jaar 1) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

Startuur: Algemene gegevens Voor de stage

Startuur: Algemene gegevens Voor de stage Vragenlijst Startuur: Algemene gegevens 1. Welke module volg je momenteel? o Module 1 o Module 2 o Module 3 o Module 4 o Module 5 : specialisatie:. 2. Leeftijd o 18-22 jaar o 23-25 jaar o 26-30 jaar o

Nadere informatie

Attitudes. Stage tweede programmajaar. Naam student: School: Datum stage: Mentor(en): Leeftijd kleuters:

Attitudes. Stage tweede programmajaar. Naam student: School: Datum stage: Mentor(en): Leeftijd kleuters: Naam student: School: Mentor(en): Leeftijd kleuters: Stage tweede programmajaar Datum stage: Attitudes Gelieve per attitude (relationele gerichtheid, kritische ingesteldheid, leergierigheid, organisatievermogen,

Nadere informatie

Handleiding Afwezigheden

Handleiding Afwezigheden Handleiding Afwezigheden MIJN PXL 2018-2019: Voor studenten PXL - MEDIA & TOURISM Hoe kan ik als student een afwezigheidsmelding doen via MIJN PXL? Indien je afwezig bent voor een examen, evaluatie-moment

Nadere informatie

PRAKTIJK 3 AFSTUDEERSTAGE GROEIDOSSIER semester 6

PRAKTIJK 3 AFSTUDEERSTAGE GROEIDOSSIER semester 6 PRAKTIJK 3 AFSTUDEERSTAGE GROEIDOSSIER 2016 2017 semester 6 Arteveldehogeschool Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Kattenberg 9 B-9000 Gent Tel.: 09 234 82 70 Fax: 09 234 80 01 www.arteveldehogeschool.be/oso/stage

Nadere informatie

Bijlage 4: stage-info voor directie en mentoren.

Bijlage 4: stage-info voor directie en mentoren. www.cvovivo.be/stage 1 Stagebegeleiders Nele Ostyn 0494 65 78 70 nele.ostyn@cvovivo.be Julie Foulon 0475 81 82 02 julie.foulon@cvovivo.be Joke Verfaille 0497 30 90 35 joke.verfaille@cvovivo.be Basiscompetenties,

Nadere informatie

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Minor Educatie & Communicatie Variant II

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Minor Educatie & Communicatie Variant II Protocol Werkplekleren Student ESoE Minor Educatie & Communicatie Variant II Versie juli 2011 1 Protocol Werkplekleren Minor Educatie & Communicatie Variant I Inleiding Om het werkplekleren zo soepel mogelijk

Nadere informatie

Uitwisseling zal steeds gebeuren na overleg tussen docenten, stagebegeleiders, verantwoordelijken SLO van de instellingen.

Uitwisseling zal steeds gebeuren na overleg tussen docenten, stagebegeleiders, verantwoordelijken SLO van de instellingen. Kader voor uitwisseling van docenten en studenten binnen de praktijkcomponent van de SLO en de GLO van BEO. 1. Uitgangspunten 1.1. Uitwisseling van studenten De uitwisselingsmogelijkheden zullen, binnen

Nadere informatie

Mentor on the Move. 2 oktober 2015

Mentor on the Move. 2 oktober 2015 Mentor on the Move 2 oktober 2015 Samen opleiden Kijk op leraarschap Holistische kijk op leraarschap Leraar is geen uitvoerder maar meester Kan verantwoordelijkheid opnemen voor: de klas en de kinderen,

Nadere informatie

Stageovereenkomst voor een onbezoldigde preservice stage in de lerarenopleiding

Stageovereenkomst voor een onbezoldigde preservice stage in de lerarenopleiding FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN Lerarenopleiding Stageovereenkomst voor een onbezoldigde preservice stage in de lerarenopleiding De stageovereenkomst wordt vóór 1 november 2008 afgesloten.

Nadere informatie