Veiligheid I.VERMOGENSDELICTEN

Transcriptie

1 Veiligheidsgevoel verder verbeterd; politiecijfers stabiel tot gunstig. Het aandeel Nijmegenaren dat zich wel eens onveilig voelt is sinds 2007 verder gedaald. Vooral de daling in de stadsdelen Oud West, Nieuw West en Dukenburg valt op. Deze positieve ontwikkeling in de subjectieve veiligheidsbeleving loopt deels parallel met een aantal andere bevindingen. Zo laten de politieregistraties in 2007 en 2008 positieve ontwikkelingen zien in de aantallen woning en auto inbraken en ook de geweldsaangiften. Het aantal vernielingen is de afgelopen twee jaar ongeveer gelijk gebleven, terwijl het aantal meldingen van overlast iets is toegenomen. Hierbij horen ook de meldingen van jongerenoverlast, welke in enkele wijken in sterke mate de kop opstak. Stadsbreed is in de beleving van de mensen de overlast echter niet toegenomen en heeft het ook niet geleid tot sterkere onveiligheidsgevoelens. In vergelijking met andere steden is het beeld op meerdere aspecten van veiligheid gemiddeld tot licht positief. I.VERMOGENSDELICTEN Daling aantal aangiften vermogensdelicten De Stads en Wijkmonitor 2007 liet zien dat tussen 2004 en 2006 de aantallen aangiften vermogensdelicten stabiel waren gebleven. In 2007 evenwel zien we een forse daling (van naar circa 8.000). In 2008 heeft de daling zich nog licht voortgezet (naar 7.700). Binnen dit totaalbeeld zijn er wel aanzienlijke verschillen per type vermogensdelict (zie Illustratie 1): verschillen naar gebied. In enkele wijken, zoals Groenewoud en Hees, liggen deze fors boven het gemiddelde van 1,3% (inbraken per 100 woningen) auto-inbraken auto 's (diefs tal) (bro m)fiets en bedrijven winkels wo ningen zakkenro llerij Illustratie 1: aangiftes diefstal en inbraak Woninginbraken sterk teruggelopen in 2008 Het aantal woninginbraken is in 2007 eerst toegenomen (van naar ruim 1.300) om vervolgens in 2008 dubbel sterk te dalen (naar 900). De politie verwijst in haar managementrapportage naar de veelplegeraanpak in het district Stad Nijmegen. Verder wil de politie met de herstart van het woninginbrakenteam het ophelderingspercentage omhoog zien te krijgen (was in ,7%). In Illustratie 2 is te zien dat de inbraakpercentages Illustratie 2: woningbraak per wijk in 2008 (aantallen inbraken per 100 woningen) Ook is een beeld te geven van de ontwikkeling van het aantal woninginbraken per stadsdeel. Na de stijging van woninginbraken in de periode , heeft de stijging zich in 2007 in de meeste stadsdelen doorgezet, waarna in 2008 een sterke daling optrad, het sterkst nog in Oud West, Midden en Zuid (Illustratie 3). Daling auto inbraken, toename fietsdiefstallen In de periode voor 2006 was er een daling van het aantal auto inbraken, welke in 2006 tot stilstand kwam. Het aantal aangiftes van inbraken en diefstal in auto s is na 2006 weer sterk gedaald: van circa in 2006 naar in 2007, met vervolgens nog een daling in 2008 tot Ook het aantal diefstallen van auto s nam af. De daling manifesteert zich het sterkst in de stadsdelen Centrum, Oost, Midden en Oud West (zie Illustratie 4). O&S Gemeente Nijmegen, november

2 Nijmegen N Oost N Nieuw West N Midden Dukenburg N Oud West N Centrum N Zuid Lindenholt N Noord Illustratie 3: ontwikkeling aantallen woninginbraken per stadsdeel, Nijmegen N Centrum N Midden Dukenburg N Oost N Nieuw West Lindenholt N Zuid N Oud West N Noord Illustratie 4: ontwikkeling aantallen auto inbraken per stadsdeel, Ook het aantal aangiftes van fietsendiefstal liep jarenlang terug. In 2008 kwam echter een eind aan deze trend. Het aantal aangiftes liep fors op, nl. van naar ruim Deze stijging komt voor het grootste deel op het conto van Centrum (met name Stationsplein e.o.), maar voor een deel ook Dukenburg. Overigens wijzen deze cijfers ook nu op aantallen woninginbraken of pogingen die groter zijn dan volgens de politiecijfers. Dit betekent, dat er nog steeds in veel gevallen geen aangifte wordt gedaan bij de politie. Dat geldt in nog sterkere mate voor de fietsendiefstallen. Hier is het percentage inwoners dat er mee van doen heeft gehad 14%. Uitgedrukt in absolute cijfers (ca ) is dat 7x zoveel als er aangifte is gedaan 1. Bij de analyse van de Stadspeiling maken we gebruik van een schaal waar de verschillende inbraak en diefstalvormen worden gecombineerd. Steeds is de vraag gesteld of woninginbraak, diefstal uit auto s etc. naar de mening van de respondent vaak voorkomt in de buurt. Bij de schaal geldt: hoe lager de score hoe beter. In Illustratie 5 is te zien, dat de schaalscore zich tussen 2003 en 2009 voor bijna alle stadsdelen verbetert. Alleen in Zuid ervaren de inwoners volgens de Stadspeiling 2009 wat meer vermogensdelicten. Met andere woorden, de ontwikkeling van de mening m.b.t. het voorkomen van vermogensdelicten in de buurt komt in grote lijnen overeen met de ontwikkeling van de registraties en het zelf ervaren slachtofferschap N Centrum 6,6 6,1 6,5 5,8 5,4 5,0 N Midden 4,7 5,0 4,7 4,2 4,2 3,9 Dukenburg 4,4 5,0 4,7 4,4 4,3 3,9 N Nieuw West 4,9 5,1 5,3 4,5 4,4 3,8 N Oud West 4,6 4,9 5,4 4,7 4,8 3,7 Nijmegen 4,4 4,8 4,7 4,2 4,0 3,7 N Oost 4,6 4,8 4,7 4,3 4,1 3,6 N Zuid 3,3 4,0 3,5 3,6 3,2 3,6 Lindenholt 3,8 4,5 4,7 3,6 3,8 3,5 N Noord 2,1 2,7 2,1 2,1 1,9 1,8 Illustratie 5: schaal vermogensdelicten Bron: Stadspeilingen 1998 t/m 2009, O&S De aantallen inbraken in bedrijven en winkeldiefstallen zijn de afgelopen twee jaar iets teruggelopen. De aangiftes van zakkenrollerij, evenals de winkeldiefstallen, vooral plaatsvindend in Centrum, bleven constant. Ook volgens Stadspeiling minder inwoners slachtoffer van woninginbraken De bevindingen uit de Stadspeiling 2009 bevestigen in grote lijnen de politiecijfers. Het aandeel inwoners, dat zegt dat er het afgelopen jaar iets gestolen is uit de woning, is tussen 2007 en 2009 afgenomen van ca. 5,5 naar 4%. Voor wat betreft de auto inbraken is er ook sprake van een daling (van 6,5 naar 5,5%). M.b.t. de fietsdiefstallen is het aantal mensen dat aangeeft dat hun fiets het afgelopen jaar is gestolen gedaald van 17 naar 14%. Dit spoort met de sterke daling van de geregistreerde diefstallen in 2007 (overigens weer gevolgd door een toename in 2008). 1 De vraagstelling in de Stadspeiling geeft een gevoelsbeeld. Er wordt gevraagd of het huishouden de afgelopen 12 maanden slachtoffer is geworden van fietsdiefstal. Voor respondenten kan het soms lastig zijn om dit goed aan te geven. Het beeld van de ontwikkeling is overigens wel zuiver, omdat we de vraag iedere keer op dezelfde wijze stellen. O&S Gemeente Nijmegen, november

3 GEMIDDELD 1,4 1,4 1,3 (onvoldoende) beschikbaarheid van woonruimte en het nog niet goed tot ontwikkeling komen van individueel casemanagement. Groningen 1,4 1,4 1,9 Breda 1,5 1,7 1,8 Nijmegen 1,3 1,6 1,9 Enschede Arnhem Haarlem 1,2 1,2 0,9 1, ,5 1 1,5 2 2,5 Illustratie 6: stedenvergelijking woninginbraakrisicoʹs (aantal aangiften per 100 woningen) Bron: Marap 2008 Politie Gelderland Zuid, District Stad Nijmegen Stedenvergelijking wijst op relatieve verbetering Nijmegen In vergelijking met andere steden heeft het aantal woninginbraken zich de afgelopen jaren in Nijmegen in gunstige zin ontwikkeld. De cijfers van de politie tonen aan, dat de dalingen in 2008 in andere steden veel geringer zijn (Breda, Arnhem, Haarlem) of zelfs uitblijven (Enschede en m.n. Groningen, zie Illustratie 6). Relatie met veelplegeraanpak Politie en gemeente voeren een actief beleid op veelplegers. Hoewel dit niet specifiek is onderzocht mag worden aangenomen dat de mate van succes hiervan doorwerkt op de inbraak en diefstalstatistieken. Onderdeel van het veelplegersbeleid is de gemeentelijke nazorg. Wanneer veelplegers terugkeren uit hun laatste detentie krijgen ze hulp aangeboden om te kunnen resocialiseren en zo lang mogelijk delictvrij te blijven. In de uitvoering van dat beleid werkt de gemeente samen met verschillende instellingen op justitieel gebied en op het gebied van zorg en hulpverlening. Uiteindelijk is het de bedoeling dat zoveel mogelijk (ex ) veelplegers een contract tekenen waarin ze beloven om minimaal twee jaar recidivevrij te blijven; in ruil voor die belofte krijgen ze hulp op de gebieden huisvesting, budgetbeheer en zorg. In de periode eind 2007 voorjaar 2008 is een interimevaluatie uitgevoerd van het project nazorg veelplegers. De evaluatie wees uit dat het proces in grote lijnen positief werd beoordeeld, dat het aantal nazorgcontracten toenam en de recidive terugliep. Tegelijk lagen er nog knelpunten, zoals de O&S Gemeente Nijmegen, november

4 II.GEWELD Lichte afname geweld Tussen 2005 en 2007 schommelde het aantal geweldsdelicten tussen en Het laatste jaar is er sprake van enige daling: in 2008 daalde het aantal geweldsaangiften tot onder de (Illustratie 7). Deze afname is het gevolg van daling in meerdere stadsdelen, waaronder Zuid, Dukenburg en Lindenholt. In Centrum (het uitgaansgebied) is het aantal geweldsdelicten niet teruggelopen. Het grootste deel van de geweldsdelicten (zo n 60%) betreft mishandeling, bij circa 30% gaat het om bedreiging. Veel geweld vindt plaats in samenhang met vermogensdelicten of heeft te maken met uitgaan. Ook worden geweldsdelicten vaak gepleegd onder invloed van alcohol en/of drugs. Het oplossingspercentage van geweldsdelicten bevindt zich in 2008 op ongeveer hetzelfde niveau als in 2006 (69%; Marap politie) bedreiging mishandeling straatroof zedenmisdrijf overig Totaal Illustratie 7: aangiften agressie Na toename voorgaande jaren daling huiselijk geweld in 2008 Een aanzienlijk deel van de aangiften is te plaatsen onder de noemer huiselijk geweld. In de gemeentelijke Integrale Veiligheidsmonitor van 2007 is hier apart aandacht aan besteed. Over huiselijk geweld is de laatste jaren veel meer bekend geworden door betere registratie bij de politie en door de toegenomen aandacht. De meldingsbereidheid lijkt te stijgen. Tussen 2004 en 2007 was het aantal incidenten dat herkenbaar was als een vorm van huiselijk geweld verdubbeld naar meer dan 900. In 2008 is het aantal huiselijk geweld incidenten fors teruggezakt naar ongeveer 700. Dit kan het gevolg zijn van feitelijke afname, het kan ook zijn dat het effect van de extra aandacht in de voorgaande jaren op de registratiecijfers enigszins is uitgewerkt. Iets minder geweld ervaren in eigen buurt In de Stadspeiling vragen we aan de respondenten hoe vaak diverse vormen van geweld naar hun oordeel voorkomen in hun eigen buurt. Daarbij onderscheiden we bedreiging, het lastig vallen op straat, geweldsdelicten, drugsoverlast en tasjesroof. Tussen 2007 en 2009 is het beeld iets gunstiger geworden. Het aantal mensen, dat aangeeft dat in de eigen buurt vaak of soms bedreigingen voorkomen is gedaald van 18 naar 16%. En het aandeel dat vindt dat mensen in de buurt soms of vaak worden lastig gevallen is nu 14% (13% in 2007). Verder deed zich een daling voor bij de ervaring (vaak of soms) van drugsoverlast (van 21 naar 18%). De indrukken m.b.t. het voorkomen van geweld, het lastig vallen van mensen op straat en tasjesroof zijn weinig veranderd. M.b.t. de ervaring van geweld is het percentage stabiel (15). Tasjesroof komt naar het idee van de mensen iets vaker voor (toename van 6 naar 7%). Voor de vijf aspecten tezamen is een schaal samengesteld (zie Illustratie 8). Sinds 2003 is het beeld langzaam steeds gunstiger geworden. Opvallend is de sterke verbetering in Oud West tussen 2007 en N Centrum 3,8 3,5 3,8 3,5 3,2 3,2 N Oud West 1,4 1,2 1,8 1,6 1,7 1,3 N Oost 1,2 1,2 1,0 0,8 0,9 N Midden 0,9 1,0 0,9 1,0 0,9 0,9 Dukenburg 0,8 0,9 1,0 0,8 0,9 0,9 Nijmegen 1,0 1,2 1,0 0,9 N Nieuw West 0,8 1,0 0,8 0,8 N Zuid 0,5 0,6 0,7 0,7 0,7 0,7 Lindenholt 0,8 0,8 1,0 0,8 0,8 0,7 N Noord 0,3 0,2 0,2 0,3 0,2 0,2 Illustratie 8: schaal dreigende situaties (hoe lager de score hoe beter) Bron: Stadspeilingen 1998 t/m 2009, O&S Vergelijking met andere steden: gemiddeld beeld Zowel in Nijmegen als in alle vijf steden waarmee we Nijmegen vergelijken is het afgelopen jaar het aantal geweldsaangiften per inwoners afgenomen. In vergelijking met de andere steden is het aandeel geweldsmisdrijven in Nijmegen niet echt laag, maar samen met Breda en Arnhem is het niveau van 2008 wel lager dan in 2006 (zie Illustratie 9). O&S Gemeente Nijmegen, november

5 GEMIDDELD Arnhem Groningen Nijmegen Breda Haarlem Enschede 8,9 9,5 8,9 10,4 1 10,6 10,0 10,6 9,3 8,7 9,6 9,1 8,6 9,4 9,6 8,0 8,3 7, , ,8 6, III.VERNIELINGEN EN OVERLAST Vandalisme na 2006 constant gebleven Het aantal aangiften van vernielingen in de politiestatistieken is na een toename tussen 2004 en 2006 nagenoeg stabiel gebleven op ongeveer (lichte daling in 2007, gevolgd door stijging in 2008). Het aantal meldingen 2 is iets gedaald (tot onder 1.300). De stadsdelen laten geringe verschillen zien, met enige stijging in Centrum, Oost en Nieuw West en enige daling in Midden, Dukenburg en Noord (zie Illustratie 10). De bevolking is in de Stadspeiling 2009 iets positiever. Het aandeel mensen dat aangeeft dat er in de buurt veel of zeer veel wordt vernield is in vergelijking met 2007 teruggelopen (van 16% naar 13%). Voorts wordt in de Stadspeiling minder melding gemaakt van het vernielen van telefooncellen en bushokjes, terwijl bekladding van muren en gebouwen stabiel blijft. Illustratie 9: stedenvergelijking agressie (excl. zeden; aantal aangiften per inwoners) Bron: Marap 2008 Politie Gelderland Zuid, District Stad Nijmegen Ook in Nijmegen sprake van loverboypraktijken Een specifiek onderwerp dat (ook) met bedreiging en geweld te maken heeft en de laatste jaren in Nederland sterk in de belangstelling staat is het verschijnsel loverboys. Eind 2008/begin 2009 is naar aanleiding van vragen uit de Nijmeegse gemeenteraad een quickscan uitgevoerd naar loverboy praktijken in Nijmegen. Bij loverboys gaat het om een bijzondere variant van pooierschap: loverboys gebruiken hun liefdesrelatie met een vrouw om haar in de prostitutie te brengen en te exploiteren. In feite is er sprake van mensenhandel. Hoe groot de omvang van deze activiteiten is kan niet exact gezegd worden, maar via deze eerste verkenning is wel wat meer bekend geworden over het verschijnsel in Nijmegen. Slachtoffers van loverboy activiteiten of van seksueel geweld jegens jongeren of jong volwassenen zijn bij hulporganisaties niet bekend, maar er zijn wel signalen en vermoedens. Ook de politie geeft aan dat het verschijnsel zich uitgebreider voordoet dan uit bijvoorbeeld aangiftecijfers blijkt. Naar aanleiding van de quickscan wordt het beleid m.b.t. de aanpak van loverboys geïntensiveerd. N-Centrum N-Oost Dukenburg N-Zuid N-Midden N-Nieuw-West Lindenholt N-Oud-West N-Noord Illustratie 10: aangiften + meldingen vernielingen per stadsdeel Meldingen overlast blijven toenemen, oordeel bewoners onveranderd In Illustratie 11 is te zien, dat de registratie van de politie sinds 2005 een stijgende tendens in de overlastmeldingen vertoont. Ook in het laatste jaar 2 Bij meldingen betreft het incidenten die gemeld zijn bij de centrale meldkamer van de politie. Meldingen leiden lang niet altijd tot een proces verbaal. O&S Gemeente Nijmegen, november

6 (2008) is sprake van een toename. De grootste overlastcategorie betreft de diverse vormen van burenoverlast ( burengerucht ). De laatste twee jaar is er een toename te zien van het aantal meldingen van burenoverlast in Nieuw West en in minder mate ook Centrum. In Oud West is sprake van een daling. Wat betreft de meldingen jongerenoverlast zien we na een daling tussen 2003 en 2005 een gestage toename in de jaren daarna van circa naar Het is evenwel moeilijk om binnen deze totaalaantallen een eenduidig beeld te krijgen, bijvoorbeeld in de verdeling naar stadsdelen. Het heeft er alle schijn van dat feitelijke overlast en meldingsgedrag niet altijd parallel lopen. Mogelijk is hier sprake van wanneer mensen al eerder (herhaaldelijk) melding hebben gedaan van overlast in hun buurt en bij blijvende overlast niet opnieuw melden (verderop in dit hoofdstuk gaan we nader in op jongerenoverlast). In het aantal overlastmeldingen rondom het uitgaan zijn de verschuivingen door de jaren heen beperkt buren jongeren horeca Illustratie 11: meldingen overlast Als het gaat om de beleving van overlast laat de Stadspeilingsenquête geen echte toe of afname zien. Het percentage mensen, dat vindt dat er in de buurt overlast van omwonenden plaatsvindt, is nagenoeg constant gebleven (5% vaak, 21% soms). Hetzelfde geldt voor het voorkomen van overlast door groepen jongeren (9% vaak, 29% soms). In de scores in Illustratie 12 zijn op basis van bevindingen uit de Stadspeiling drie vormen van overlast gecombineerd (overlast van omwonenden, van groepen jongeren en geluidsoverlast excl. verkeer). De cijfers (hoe hoger hoe ongunstiger) laten voor Nijmegen als geheel een constant beeld zien. Tevens blijkt dat het beeld niet voor alle stadsdelen hetzelfde is. Met name in Centrum, Zuid en Dukenburg zien we enige verslechtering van de score, in Oud West een duidelijke verbetering. Hier is in de beleving van de mensen sprake van een afname van overlast N Centrum 3,6 3,2 3,3 3,3 3,6 3,8 Dukenburg 2,3 2,3 2,5 2,4 2,3 2,5 N Oud West 2,8 2,9 3,0 2,8 2,7 2,3 N Nieuw West 2,2 2,1 2,2 2,1 2,3 2,2 Lindenholt 2,4 2,6 2,7 2,3 2,2 2,2 Nijmegen 2,2 2,2 2,3 2,2 2,1 2,2 N Zuid 1,7 1,7 2,0 1,9 1,8 2,2 N Midden 1,9 2,0 2,3 2,1 1,9 2,0 N Oost 1,9 1,9 2,1 1,9 1,8 1,9 N Noord 0,8 1,2 1,5 1,2 1,4 Illustratie 12: schaal overlast Bron: Stadspeilingen 1998 t/m 2009, O&S Jongerenoverlast blijft thema van betekenis In het hoofdstuk Imago, stad en bestuur van deze monitor kwam al naar voren dat de Nijmeegse burgers de aanpak van jongerenproblematiek een steeds hogere prioriteit geven. De (negatieve) ervaringen m.b.t. jongerenoverlast blijven van betekenis. Tegelijk zijn er geen aanwijzingen dat de jongerenoverlast in de beleving van de mensen de laatste jaren stadsbreed is toegenomen. In andere hoofdstukken van deze monitor (sociale omgeving en jeugd) komen zelfs enkele positieve signalen naar voren. Er zijn overigens wel flinke gebiedsverschillen. In een deel van de zogenaamde aandachtsgebieden wordt relatief veel jongerenoverlast ervaren. Dit beeld sluit aan bij dat van de professionals. In het kader van het Wijkonderzoek voor deze monitor hebben ook nu weer veel werkers in de wijken aangegeven dat jongerenoverlast in een aantal gebieden in Nijmegen een serieus thema is en blijft, zonder dat er de afgelopen jaren op stedelijke schaal sprake is van serieuze toename. Alleen in de wijken Meijhorst en Neerbosch Oost is dit op meerdere momenten wel het geval geweest. M.b.t. de betreffende jongerengroepen, waarbinnen naar verhouding veel Marokkaanse jongeren, worden door gemeente en politie meerdere vormen van aanpak toegepast, zowel repressief als in de vorm van (coachings)trajecten. Daarnaast kent Nijmegen een groot aantal specifieke projecten voor de aanpak van jongerenproblematiek. Een aantal daarvan zijn of worden geëvalueerd. Een recent voorbeeld daarvan is het PreventieTeam Nijmegen (PTN). Dit is een preventieproject voor jongeren die in het criminele circuit zijn geraakt of dreigen te raken. Het project is gestart in het schooljaar en maakt op dit moment de vierde jaargang door. De bevindingen van de uitgevoerde evaluatie leveren een positief beeld op van het project, m.n. doordat meer deelnemers hun (recidive)gedrag verbeteren en zich richten op een opleiding of werk. Tegelijkertijd is vastgesteld dat de doelstellingen nog niet volledig O&S Gemeente Nijmegen, november

7 gehaald zijn of dat dat niet volledig traceerbaar is. Er is behoefte aan meer monitoring en nazorg. Een ander voorbeeld is het Focusproject voor overlastgevende jongeren, zoals dat al meer dan 10 jaar in een aantal wijken is uitgevoerd. Eind 2008 is het project geëvalueerd. Het was oorspronkelijk opgezet als een groepsproject en heeft tot aanwijsbare overlastvermindering geleid in de betreffende wijken. Tevens bleek dat de resultaten veelal tijdelijk waren. Op basis van de evaluatie gaat het Focusproject als het ware op in andere projecten, waarbij waardevolle elementen worden overgenomen (outreachende aanpak, directe coaching). Komend voorjaar komen er meer resultaten beschikbaar over de (effectiviteit van) jongerenprojecten. 3 dag trekken c.q. ruim per week. Het bezoek is daarbij relatief gelijkmatig verspreid over het weekend en de doordeweekse dagen. Uit de afgenomen enquêtes kwam naar voren dat de Nijmeegse coffeeshopmarkt voornamelijk gericht is op lokale bezoekers (63%). Een vierde van de coffeeshopbezoekers komt uit gemeenten rond Nijmegen. Het aandeel Duitse coffeeshopbezoekers is nog geen 10%. Van serieus drugstoerisme of daarmee verband houdende overlast is in Nijmegen geen sprake. Overlast tippelzone en multifunctioneel centrum beperkt Nijmegen kent sinds 2000 een tippelzone en afwerkloods voor straatprostitutie aan de Nieuwe Marktstraat. Sinds 2007 zijn deze alleen toegankelijk voor geregistreerde prostituees en hun klanten. In 2008 uitgevoerd onderzoek laat zien dat de tippelzone en registratieplicht hebben geleid tot minder overlast en meer veiligheid voor prostituees en klanten. Voor de opvang van daklozen en verslaafden bestaat in Nijmegen een MFC (Multifunctioneel Centrum) in de Van Schevichavenstraat. Uit drie opeenvolgende metingen tussen 2003 en 2007 komt een over het algemeen gunstig beeld over de overlastontwikkeling rondom het centrum. Zowel bewoners en bezoekers als ondernemers ondervinden minder overlast en criminaliteit van of rondom het MFC. Dit wordt gestaafd door de politieregistraties en het oordeel van professionals. Meldingen drugsoverlast iets teruggelopen; geen sprake van drugstoerisme Het aantal bij de politie geregistreerde drugsoverlastmeldingen is na een forse stijging in 2006 in 2007 weer wat teruggelopen om vervolgens in 2008 nagenoeg hetzelfde te blijven, Over 2007 en 2008 tezamen bezien heeft met name het stadsdeel Oud West een groot aandeel in de afname. In het voorjaar van 2008 is voor het eerst in Nijmegen een onderzoek uitgevoerd naar het bezoek van de coffeeshops. De gegevens waren nodig voor de herijking van het softdrugsbeleid. Nijmegen kende op het moment van het onderzoek 15 coffeeshops, allemaal gelegen in of vlakbij het stadscentrum. De in het kader van het onderzoek uitgevoerde tellingen wezen uit dat de coffeeshops tussen de en coffeeshopbezoekers per 3 Deze thematiek komt ook aan de orde in het hoofdstuk Jeugd van deze monitor. O&S Gemeente Nijmegen, november

8 IV.ONVEILIGHEIDSGEVOELENS Onveiligheidsgevoelens verder afgenomen In de voorgaande paragrafen hebben we de (on)veiligheid in Nijmegen aan de hand van uiteenlopende indicatoren in beeld gebracht. De ervaren (on)veiligheid hoeft niet altijd overeen te komen met de feitelijke of objectieve (on)veiligheid. De Stadspeilingen van de afgelopen jaren lieten een gunstige trend zien vanaf De trend is de afgelopen twee jaar niet gestopt. In de Stadspeiling die de eerste helft van 2009 is gehouden is het aandeel inwoners dat zich in het algemeen wel eens onveilig voelt opnieuw gedaald, nl. van 30% naar 28%. M.b.t. het onveiligheidsgevoel speciaal in de eigen buurt was de afname van 22% naar 21%. Met dit percentage bevindt Nijmegen zich ongeveer op het gemiddelde van de middelgrote steden zoals dat in de periode 2006/2007 in het kader van de zogenaamde midterm review van het Grotestedenbeleid is gemeten. onveilig algemeen onveilig eigen buurt De trend in de afname van het onveiligheidsgevoel past bij de bevinding in het hoofdstuk Imago, stad en bestuur dat steeds minder mensen onveiligheid en criminaliteit als een probleem noemen dat de gemeente bij voorrang zou moeten aanpakken. N-Centrum N-Nieuw-West N-Oud-West Dukenburg NIJM EGEN N-Zuid N-M idden Lindenholt N-Oost N-Noord 9% 11% 17% 16% 17% 22% 25% 21% 22% 21% 21% 22% 20% 21% 25% 25% 32% 31% 32% 33% % 10% 20% 30% 40% 25 Illustratie 14: onveiligheidsgevoelens in eigen buurt per stadsdeel Bron: Stadspeilingen 2007 en 2009, O&S Illustratie 13: onveiligheidsgevoelens Bron: Stadspeilingen 1996 t/m 2009, O&S Opvallende verschillen tussen de stadsdelen Over de laatste twee jaar bekeken is het meest opvallend de gunstige ontwikkeling in de stadsdelen Oud West, Nieuw West en in iets mindere mate Dukenburg. De daling van het onveiligheidsgevoel in de eigen buurt was hier aanzienlijk. Dukenburg is hiermee nagenoeg op het stedelijk gemiddelde gekomen, Oud West en Nieuw West zitten daar nog iets vanaf maar zijn er duidelijk naar toe geschoven (Illustratie 14). Opvallend is verder dat in Zuid juist meer mensen zich wel eens onveilig zijn gaan voelen in de buurt. Door de toename van 17 naar 21% bevindt ook Zuid zich nu op het gemiddeld niveau. Centrum blijft het stadsdeel met het hoogste percentage (32%). In de overige stadsdelen is het aandeel mensen dat zich wel eens onveilig voelt licht gedaald. Voorjaar verdere 2010 nadere veiligheidsrapportages De bevindingen in deze Stads en Wijkmonitor met betrekking tot het veiligheidsthema zijn grotendeels ontleend aan de statistische cijfers van de politie (tot en met 2008) en de Stadspeilingen (tot en met 2009). verder hebben we geput uit diverse lokale veiligheidsonderzoeken van de afgelopen jaren. Tenslotte hebben we diverse landelijke bronnen geraadpleegd, onder andere om stedenvergelijking te kunnen plegen. De bevindingen uit de Stads en Wijkmonitor op het gebied van veiligheid vormen input voor de (inmiddels vijfde) Integrale Veiligheidsmonitor. Deze komt voorjaar 2010 uit. De thema s uit dit hoofdstuk zullen daarin diepgaander en vooral ook gebiedsspecifieker worden behandeld. Daarbij zullen ook politiegegevens over 2009 worden betrokken. Voorjaar 2010 komen bovendien de resultaten van de landelijke veiligheidsmonitor beschikbaar. O&S Gemeente Nijmegen, november

9 Bronnen Stads en Wijkmonitor Nijmegen 2007 en voorgaande jaren; gemeente Nijmegen, O&S Integrale Veiligheidsmonitor 2007, Gemeente Nijmegen, uitgevoerd door Oostveen Beleidsonderzoek en Advies i.s.m. O&S Managementsrapportages politie (Marap), Politie Gelderland Zuid, diverse jaren Registratiegegevens politie Gelderland Zuid Het coffeeshopbezoek in Nijmegen; een inventariserend onderzoek naar de omvang en kenmerken van het bezoek aan de Nijmeegse coffeeshops; gemeente Nijmegen, O&S, augustus meting leefbaarheid en veiligheid Beheergebied Multifunctioneel Centrum, Seinpost Adviesbureau, juni 2008 Nazorg voor Nijmeegse veelplegers; een evaluatie van het beleid ( ); gemeente Nijmegen, O&S, maart 2009 Een quick scan naar gedwongen jeugdprostitutie en loverboys in Nijmegen; gemeente Nijmegen, O&S, juli 2009 Evaluatie Tippelzone Nijmegen 2008, Oostveen Beleidsonderzoek en Advies, januari 2009 Preventie Team Nijmegen (PTN); evaluatie jongerentoezichtproject ; gemeente Nijmegen, O&S, juli 2009 Evaluatie Focusprojecten Nijmegen; gemeente Nijmegen, O&S, januari VNG O&S Gemeente Nijmegen, november