Sociaal Plan INHOUDSOPGAVE. 1. Inleiding. 2. Algemene uitgangspunten en procedures. 3. Interne herplaatsing en boventalligheid

Transcriptie

1 Sociaal Plan INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2. Algemene uitgangspunten en procedures 3. Interne herplaatsing en boventalligheid 4. Externe professionele ondersteuning 5. Regeling voor medewerkers die niet herplaatst worden 6. Pensioenrechten 7. Overige bepalingen 8. Begeleidingscommissie

2 CONSIDERANS Partijen bij dit Sociaal Plan: 1. FNV Bondgenoten, gevestigd te Utrecht, CNV BedrijvenBond, gevestigd te Utrecht en De Unie, gevestigd te Culemborg, verder te noemen "de vakorganisaties" en 2. PPG Europe B.V., PPG Coatings Nederland B.V., PPG Coatings Europe B.V. en PPG Industrial Coatings B.V., verder te noemen "werkgever" nemen bij het sluiten van dit Sociaal Plan in overweging: - dat, als gevolg van o.a. de economische crisis, reorganisaties zijn te verwachten waardoor werkgelegenheid verloren kan gaan of arbeidsplaatsen verschuiven; - dat partijen de sociale gevolgen van deze reorganisaties wensen te regelen; - dat bij elke voorgenomen reorganisatie de vakorganisaties zullen worden betrokken door middel van overleg op centraal niveau; - dat partijen het Sociaal Plan van toepassing verklaren op alle reorganisaties met verlies van werkgelegenheid en/of een structurele organisatiewijziging; - dat partijen streven zoveel mogelijk werknemers te begeleiden van "werk naar werk" en aldus gedwongen ontslagen te voorkomen; - dat de werkgever inhoud geeft aan zijn verantwoordelijkheid door voor de werknemers passende maatregelen te treffen om de nadelige gevolgen van de voorgenomen maatregelen zoveel mogelijk te beperken, onder meer door het aanbieden van passende functies zonder dat de werknemers gehouden zijn zo een functieaanbod te accepteren. - dat CAO-partijen bij veranderende wetgeving overleg hebben; - dat veranderingen in dit sociale plan alleen maar plaats kunnen vinden na overleg en akkoord van partijen; 2

3 PARTIJEN ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN: 1. INLEIDING 1.1. Definities In dit Sociaal Plan wordt verstaan onder: beëindigingsdatum: de datum waarop de arbeidsovereenkomst op grond van een bij werkgever aan de orde zijnde reorganisatie eindigt, waarbij uitgangspunt is opzegging van de arbeidsovereen-komst na verkregen ontslagvergunning van het UWV Werkbedrijf; begeleidingscommissie: de commissie als bedoeld in hoofdstuk 8 van dit Sociaal Plan die een adviserende rol heeft bij de uitvoering daarvan; dienstjaren: de tijd die ononderbroken is doorgebracht in dienst van PPG en de rechtersvoorganger(s) daarvan; dit laatste mits de werknemer in dienst was van de rechtsvoorganger op het tijdstip dat deze rechtsvoorganger onderdeel werd van de onderneming van PPG. Een half jaar of meer wordt als volledig dienstjaar beschouwd. Bovendien geldt een onderbreking, indien deze eenmalig is voorgekomen en korter duurde dan 6 maanden, niet als onderbreking. Indien en voor zover de werknemer kan bewijzen wordt aan deze tijd toegevoegd de tijd waarin de werknemer bij PPG en de rechtsvoorganger(s) daarvan als uitzendkracht heeft gewerkt, tenzij tussen de beëindigingsdatum van de uitzendperiode en het aangegane dienstverband met PPG en haar rechtsvoorgangers meer dan drie maanden tijd verstreken is; 3

4 eindafrekening: huidig bruto jaarinkomen: de afrekening in verband met de beëindiging van het dienst-verband waaronder te verstaan de betaling van salaris en wettelijke overeengekomen toeslagen; het bruto jaarsalaris op het moment van de einddatum van het dienstverband, vermeerderd met alle toeslagen waarop een werknemer krachtens de CAO / de individuele arbeidsovereenkomst recht heeft. Voor parttimers geldt als jaarinkomen, indien de parttimer meer heeft gewerkt dan het overeengekomen aantal arbeidsuren, de gemiddelde omvang van de arbeid in het kalenderjaar; huidig bruto maandinkomen: het bruto jaarinkomen gedeeld door 12. ontslagaanzegging: opzegging: passende functie: pensioengerechtigde leeftijd: Ploegendiensttoeslag: uitkering ineens: de mededeling aan de werknemer wanneer zijn arbeidsovereenkomst beëindigd zal worden, zoals bedoeld in artikel 3.7 van dit Sociaal Plan. de opzegging van de arbeidsovereenkomst na verkregen toestemming van het UWV Werkbedrijf of de bevoegde kantonrechter. een functie die qua inhoud, benodigde kennis en vaardigheden en plaats in de organisatie voldoende verwant is aan de functie die de werknemer voor de reorganisatie vervulde. Indien de werknemer passendheid van de aangeboden functie gemotiveerd betwist wordt de Begeleidingscommissie als bedoeld in artikel 8 van dit plan gevraagd de passendheid te toetsen. de leeftijd van 65 jaar. een maandelijkse toeslag in verband met het verrichten van werkzaamheden in ploegendienst. het totale brutobedrag dat de werkgever aan de werknemer als schadeloosstelling bij 4

5 einde dienstverband betaalbaar stelt wegens te derven inkomsten in de toekomst. werkgever: werknemer: PPG Europe B.V., PPG Coatings Nederland B.V., PPG Coatings Europe B.V. en PPG Industrial Coatings B.V. de natuurlijke persoon (m/v) die krachtens arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in dienst is van de werkgever. 5

6 2. ALGEMENE UITGANGSPUNTEN EN PROCEDURES 2.1 Dit Sociaal Plan bevat de maatregelen die van toepassing zijn op werknemers met een dienstverband voor onbepaalde tijd met werkgever, van wie de arbeidsplaats zal vervallen of voor wie er anderszins wijzigingen zullen optreden in de arbeidsverhouding conform het in de considerans bepaalde. Voor elke voorgenomen reorganisatie met verlies van arbeidsplaatsen vraagt de directie advies aan de betrokken ondernemingsraad. De vakorganisaties ontvangen een kopie van deze adviesaanvraag en worden uitgenodigd voor een toelichting op en overleg over de voorgenomen reorganisatie met de directie. Indien over de adviesaanvraag door betrokkenen vertrouwelijkheid in acht dient te worden genomen wordt tussen directie, ondernemingsraad en vakorganisaties bepaald hoe lang deze duurt. 2.2 Indien daartoe wegens een onvoorziene, ingrijpende wijziging van omstandigheden aanleiding is en uitvoering van dit Sociaal Plan onder die gewijzigde omstandigheden tot onredelijke resultaten zou leiden, kunnen partijen besluiten om van deze regeling af te wijken en kunnen zij in dat geval nadere (aanvullende) afspraken maken. 2.3 Dit Sociaal Plan is een overeenkomst tussen de directie van PPG en de vakorganisaties en zal als CAO worden aangemeld bij het ministerie van SoZaWe. 2.4 Dit Sociaal Plan treedt in werking op 1 juli 2011 en eindigt op 31 december Partijen treden drie maanden vóór afloop van deze termijn in overleg over voortzetting en/of wijziging van het Sociaal Plan. 2.5 In die gevallen waarin de strikte toepassing van dit Sociaal Plan in een individueel geval zal leiden tot een kennelijk onredelijk resultaat, kan PPG, na afstemming met de Begeleidingscommissie, van deze regeling afwijken in een voor de medewerker gunstige zin. 2.6 Individuele rechten, verkregen op grond van dit Sociaal Plan, blijven ook na beëindiging van de regeling gehandhaafd. 2.7 Ingeval van onvoorziene gevallen waarin dit Sociaal Plan niet voorziet, waaronder mede te verstaan een wijziging in de wet en regelgeving die uitvoering van dit Sociaal Plan geheel of ten dele onmogelijk maakt, verplichten partijen zich tot overleg over een oplossing die zoveel mogelijk recht doet aan de bedoelingen van dit Sociaal Plan. 2.8 De vergoedingen vermeld in dit Sociaal Plan zijn bruto vergoedingen tenzij het tegendeel uitdrukkelijk is aangegeven. 6

7 3. INTERNE HERPLAATSING EN BOVENTALLIGHEID 3.1 Proces interne herplaatsing De werkgever streeft zoveel mogelijk naar herplaatsing van werknemers. Bij een interne herplaatsing naar een passende arbeidsplaats zal aan de betrokken werknemer een zo volledig mogelijk inzicht worden gegeven in de aard van de aangeboden functie met de bijbehorende arbeidsvoorwaarden en de eventuele noodzaak tot omscholing, herscholing of bijscholing. 3.2 Spijtoptantenregeling De werknemer die binnen drie maanden na het aanvaarden van een andere functie spijt krijgt van zijn/haar keuze, heeft de mogelijkheid alsnog om van dit sociaal plan gebruik te maken. 3.3 Weigering passende arbeidsplaats Indien aan een werknemer een passende arbeidsplaats wordt aangeboden mag hij gedurende twee kalenderweken het aanbod in beraad nemen. Indien de medewerker van mening is dat het geen passende arbeidsplaats is, kan hij naar de beroepscommissie gaan zoals beschreven in hoofdstuk 8. Wanneer de werknemer het aanbod weigert zonder dat daarvoor naar het oordeel van de werkgever en de beroepscommissie een redelijke grond aanwezig is, wordt hij uitgesloten van de voorzieningen van dit Sociaal Plan. 3.4 Arbeidsvoorwaarden bij interne herplaatsing Indien een werknemer een passende arbeidsplaats accepteert welke lager is ingeschaald dan de functie die de werknemer laatstelijk vervulde (maximaal 1 functiegroep of rapportagelijn lager), zal het salaris van de werknemer worden ingepast,in de salarisschaal die bij de nieuwe functie hoort en ontvangt hij een persoonlijke toeslag (PT) over het verschil tussen het oude en het nieuwe salaris. Een persoonlijke toeslag wordt bevroren en stijgt niet mee met verhogingen van de salarisschalen. Bij herindeling in een hogere salarisschaal wordt de persoonlijke toeslag verminderd als het maandsalaris stijgt. 3.5 Reiskosten Reiskosten woon-werkverkeer worden vergoed conform de binnen PPG geldende bepalingen. Voor de extra reiskosten als gevolg van eventuele verplaatsingen van locatie geldt een vergoeding ter hoogte van de netto toegestane fiscale vergoeding gedurende de periode van 2 jaar (voor 2012 is dit 0,19 netto per kilometer). Een en ander met inachtneming van toekomstige fiscale wijzigingen. 3.6 Verhuiskostenregeling Indien een medewerker een aanstelling krijgt bij een andere locatie dan in zijn oude functie of nieuwe dienstbetrekking en hij besluit te verhuizen, komt hij in 7

8 aanmerking voor een verhuiskostenvergoeding van ,--. Hierbij gelden de navolgende voorwaarden: a. de afstand woon-werkverkeer naar de nieuwe locatie moet meer dan 50 kilometer enkele reis bedragen en teruggebracht worden naar minder dan 30 kilometer binnen een periode van 2 jaar na aanvang op de nieuwe locatie; b. de betrokken medewerker moet binnen maximaal 18 maanden na verandering van standplaats kunnen aantonen bezig te zijn om te verhuizen waarbij de afstand woon-werkverkeer wordt aangepast naar minder dan 30 kilometer enkele reis. Opmerking [S1]: De medewerker dient dit aan te tonen door middel van een (voorlopig) - koopkontrakt of huurovereenkomst. Eventueel verschuldigde loonbelasting is voor rekening van de werkgever. De medewerker die krachtens deze regeling verhuist heeft recht op een verhuisverlof van drie dagen. Indien de medewerker van koopwoning naar koopwoning overgaat, ontvangt deze, ter compensatie van een aantal eenmalige kosten bij aan- en/of verkoop van de woning een vergoeding ter hoogte van 10% van de aankoopprijs k.k. van de nieuwe woning. Deze vergoeding is gemaximeerd op Euro en deels netto (overdrachtsbelasting) en deels bruto (kosten ter verwerving van een hypothecaire geldlening en derhalve aftrekbaar in de inkomstenbelastingsfeer). De vergoeding wordt uitbetaald op basis van een notariële afrekening. 3.7 Vaststelling van boventalligheid Vaststelling van boventalligheid zal geschieden op basis van het afspiegelingsbeginsel. Dit betekent dat bij het vervallen van arbeidsplaatsen per categorie uitwisselbare functies de werknemers met het kortste dienstverband per leeftijdscategorie als eerste boventallig worden verklaard. Als leeftijdscategorieen worden steeds groepen van 10 jaar aangehouden, te weten 15-24, 25-34, 35-44, 45-54, Aankondiging van de beëindiging van het dienstverband De werkgever zal de werknemer zo snel als mogelijk is, mondeling meedelen en schriftelijk bevestigen dat hij boventallig wordt en dat de procedure tot beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst wordt gestart. Tussen het moment van de mondelinge mededeling en de schriftelijke bevestiging ligt een periode van maximaal 6 weken. 3.9 Procedure tot beëindiging van het dienstverband Werkgever zal in geval van boventalligheid na de schriftelijke bevestiging beëindiging van de arbeidsovereenkomst nastreven door middel van opzegging na verkregen ontslagvergunning van het UWV Werkbedrijf. 8

9 3.10 Opzegtermijn De medewerker blijft gedurende zijn opzegtermijn in dienst van de werkgever met behoud van salaris. De opzegtermijn gaat lopen na schriftelijke aanzegging. 9

10 4. EXTERNE PROFESSIONELE ONDERSTEUNING 4.1 Uitgangspunt De werkgever zal de werknemer van wie de arbeidsplaats komt te vervallen en die niet intern kan worden herplaatst zoveel mogelijk ondersteunen bij het zoeken naar een passende arbeidsplaats buiten de werkgever. Om de kans van slagen van de externe bemiddeling te vergroten wordt gebruik gemaakt van onafhankelijke professionele ondersteuning. In overleg met de ondernemingsraad zal een outplacementbureau worden geselecteerd met expertise in het functiegebied en/of arbeidsmarktsegment. Van de werknemer wordt de volle medewerking verwacht. Indien de werknemer nalatig is of onvoldoende inspanning levert, ter beoordeling aan het outplacementbureau komt het recht op deze begeleiding te vervallen. 4.2 Aanvang en duur professionele ondersteuning De bemiddeling start per de eerste van de maand na de aanzegging aan de werknemer en eindigt na 6 maanden. De kosten van de professionele ondersteuning komen voor rekening van de werkgever voor de duur van 6 maanden. Indien dit noodzakelijk wordt geacht door het outplacementbureau, kan de service voor de duur van maximaal 3 maanden worden verlengd. De werknemer is dan niet langer in dienst van de werkgever. De kosten van deze verlenging zijn eveneens voor de werkgever. Om optimaal gebruik te kunnen maken van deze ondersteuning krijgt de werknemer gedurende de periode dat hij/zij nog werkt, wekelijks binnen werktijd voldoende uren ter beschikking om deel te nemen aan de ondersteuningsactiviteiten en te zoeken naar een andere baan, of zoveel meer als door het outplacementbureau, al dan niet op aangeven van de werknemer, noodzakelijk wordt bevonden. In het geval werknemers buiten de hierboven geregelde bemiddeling en ondersteuning bijzondere begeleiding behoeven om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten of een eigen bedrijf te starten kan de werkgever met de werknemer in overleg treden om een nader overeen te komen deel van de vergoeding als bedoeld in artikel 5 aan te wenden voor bekostiging van die bijzondere begeleiding. 4.3 Sollicitatieverlof en -kosten Werknemers waarvan duidelijk is dat de baan komt te vervallen, krijgen binnen redelijke grenzen en na verkregen toestemming van de werkgever, extra vrijaf voor sollicitatiebezoeken. De werkgever vergoedt de reiskosten voor sollicitatiebezoeken binnen Nederland conform de regeling zakelijke kilometers, indien en voorzover deze niet door het bedrijf waarbij wordt gesolliciteerd worden betaald en de medewerker geen lease auto tot zijn beschikking heeft. 10

11 4.4 Scholing Werknemers kunnen nog tijdens het dienstverband een opleiding volgen ter verbetering van hun arbeidsmarktpositie wanneer de intake in het outplacement traject aangeeft dat dit noodzakelijk is voor het vinden van een vergelijkbare functie elders. Per werknemer wordt maximaal 2.000,- vergoed. Indien het outplacementbureau aangeeft dat hiervan afgeweken zou moeten worden zal hierover overleg met HR plaatsvinden. 11

12 5. REGELING VOOR MEDEWERKERS DIE NIET HERPLAATST WORDEN 5.1 Geen plaatsing binnen de nieuwe organisatie Voor medewerkers die niet herplaatst kunnen worden of een herplaatsingsaanbod afwijzen, zal het dienstverband worden beëindigd. Bij de beëindiging zal PPG als uitgangspunt een opzegging van de arbeidsovereenkomst na verkregen vergunning van het UWV Werkbedrijf hanteren. Indien een betrokken werknemer na een opgestarte ontslagprocedure vóór de ontslagdatum een nieuwe externe functie heeft aanvaard behoudt deze het recht op de beeindigingsvergoeding conform deze regeling. 5.2 Vergoeding Eenmalige uitkering PPG verstrekt aan de werknemer bij einde van de dienstbetrekking een eenmalige bruto uitkering die wordt berekend op basis van de in opgenomen formule De formule De bij de berekening van de vergoeding te hanteren formule is A x B x C, waarbij het aantal gewogen dienstjaren (A) wordt vermenigvuldigd met het brutomaandinkomen ten tijde van de einddatum van de arbeidsovereenkomst (B) en met de correctiefactor (C) die op 1 is gesteld. De dienstjaren worden, afhankelijk van de leeftijd van de medewerker op de volgende wijze gewogen: - dienstjaren tot de leeftijd van 45 jaar tellen voor 1,0 - dienstjaren tot de leeftijd van 50 jaar tellen voor 1,5 - dienstjaren vanaf de leeftijd van 50 jaar tellen voor 2. De vergoeding zal niet hoger zijn dan de verwachte inkomstenderving tot aan de pensioengerechtigde leeftijd, waarbij rekening wordt gehouden met de te verwachten gekapitaliseerde WW-uitkering. 12

13 5.3 Uitdiensttredingsregeling oudere werknemers Deze regeling geldt voor werknemers geboren vóór 1 januari 1950, op wie de VUT-overgangsregeling van SigmaKalon en D&M van toepassing is. Deze regeling kan alleen met wederzijds goedvinden worden toegepast op werknemers. Vanaf het moment dat het dienstverband met wederzijds goedvinden is beeindigd tot aan het moment dat de werknemer de uittredingsleeftijd zoals opgenomen in de VUT-overgangsregeling bereikt, ontvangt betrokkene een netto VUT-uitkering van de werkgever die tenminste 85 procent bedraagt van het inkomen. De netto VUT-uitkering wordt vastgesteld op 85 % van het netto-inkomen op de dag van uittreding berekend op jaarbasis. De daarbij behorende bruto uitkering wordt vastgesteld (rekening houdend met bijdrage pensioenregeling) en deze is vervolgens bepalend. De aldus vastgestelde bruto uitkering wordt aangepast met eventuele algemene loonmaatregelen, die bij de werkgever worden getroffen. 5.4 Betaling van de hiervoor bedoelde vergoeding(en) is verschuldigd binnen één maand nadat de arbeidsovereenkomst is geëindigd. Indien de medewerker binnen redelijke grenzen aangeeft dat betaling van de vergoeding op een later tijdstip dient plaats te vinden, zal hieraan in principe worden voldaan. Zonder een zodanig uitdrukkelijk verzoek van de werknemer vindt uitbetaling van de vergoeding plaats binnen de hiervoor genoemde periode onder inhouding van loonheffing. 5.5 Indien werkgever geen werkzaamheden meer voor handen heeft voor werknemer dan heeft werkgever het recht de werknemer betaald verlof te verlenen onder behoud van alle arbeidsvoorwaarden, inclusief opbouw van vakantiedagen. 13

14 6. PENSIOENRECHTEN De deelneming aan de voor de werknemer geldende pensioenregeling bij PPG eindigt op het moment van beëindiging van het dienstverband met PPG. Aan de werknemer wiens deelneming op deze wijze eindigt worden, conform het bepaalde in de Pensioenwet en het pensioenreglement van PPG premievrije aanspraken op ouderdoms-, weduwen-/weduwnaars- en wezenpensioen toegekend. De bij de werkgever opgebouwde pensioenaanspraken kunnen worden overgedragen aan de pensioenuitvoerder van de pensioenregeling van de nieuwe werkgever, voor zover deze pensioenregeling hiertoe voldoende mogelijkheden biedt en een en ander binnen de wettelijke kaders van de Pensioenwet. De werknemers die herplaatst worden binnen een andere PPG-vestiging zullen bij het herplaatsingsaanbod informatie ontvangen over de op hun van toepassing zijnde pensioenregeling. 14

15 7. OVERIGE BEPALINGEN 7.1 Bedrijfseigendommen De aanspraak op het gebruik kunnen maken van bedrijfseigendommen, waaronder leaseauto, laptop en mobiele telefoon, blijft van kracht tot het einde van de arbeidsovereenkomst dan wel tot het moment dat binnen de PPG Groep een andere passende functie is geaccepteerd waarvoor deze aanspraak niet geldt. Het gebruiksrecht van de bedrijfseigendommen eindigt uiterlijk op de einddatum van de arbeidsovereenkomst. Op die datum moeten de bedrijfseigendommen worden ingeleverd. Eventuele werknemersbijdragen in verband met vroegtijdige beëindiging van contracten van bedrijfseigendommen worden de werknemer kwijtgescholden. 7.2 Studiekosten Reeds toegezegde tegemoetkomingen conform de studiekostenregeling blijven ten laste van PPG. Voor zover de werknemer zich heeft verbonden tot terugbetaling van vergoede studiekosten bij beëindiging van het dienstverband, vervalt deze verplichting. 7.3 Loonbelasting, premie volksverzekeringen en andere sociale verzekeringspremies De eventueel over de tegemoetkomingen, vergoedingen, aanvullingen en/of eenmalige uitkeringen verschuldigde loonbelasting, premies volksverzekeringen en het werknemersgedeelte van andere sociale verzekeringspremies komen voor rekening van de werknemer, tenzij deze in dit Sociaal Plan uitdrukkelijk anders is bepaald. 7.4 Overname leaseauto PPG zal desgewenst haar medewerking verlenen aan het overnemen van een door haar beschikbaar gestelde leaseauto door de werknemer. 7.5 Informatieverstrekking De werknemer (dan wel de gewezen werknemer) die in aanmerking komt voor enige financiële voorziening krachtens dit Sociaal Plan verplicht zich alle relevante informatie uit eigener beweging aan PPG te verstrekken. Het niet verstrekken van informatie of het moedwillig verstrekken van onjuiste informatie kan leiden tot uitsluiting van de voorzieningen van dit Sociaal Plan. 15

16 7.6 De werknemer die niet herplaatst wordt en die, als hij niet uit dienst zou zijn gegaan, binnen 3 jaar na de einddatum van de arbeidsovereenkomst in aanmerking zou zijn gekomen voor een jubileum uitkering ontvangt die uitkering alsnog en wel op de laatste dag van het dienstverband. De uitkering wordt netto uitbetaald. 7.7 De werkgever zal aan de werknemer wiens arbeidsovereenkomst tot een einde komt een getuigschrift uitreiken. 7.8 Een eventueel concurentie beding krachtens de arbeidsovereenkomst vervalt bij ontslag. Waarbij de geheimhoudingsplicht ten aanzien van bedrijfsgegevens, voor zover al van toepassing en conform de Nederlandse wetgeving, van kracht blijft. 16

17 8. BEGELEIDINGSCOMMISSIE 8.1 Voor de juiste uitvoering van dit Sociaal Plan zal een Begeleidingscommissie worden ingesteld. De commissie heeft een adviserende rol. 8.2 De Begeleidingscommissie bestaat uit 3 leden, waarbij 1 lid wordt aangewezen door de directie van PPG, 1 aangewezen door de Centrale Ondernemingsraad van PPG en 1 lid zal worden aangewezen door de vakorganisaties. Het Reglement Begeleidingscommissie Sociaal Plan, aangehecht aan dit Sociaal Plan als bijlage 1, is van toepassing op de behandeling van geschillen door de Begeleidingscommissie. 8.3 Taken en bevoegdheden De Begeleidingscommissie: ziet toe op de juiste toepassing van dit Sociaal Plan; adviseert de directie bij de beoordeling van geschillen naar aanleiding van de toepassing van dit Sociaal Plan. Dit advies is bindend bij een unaniem oordeel van de Begeleidingscommissie; toetst of een functie passend is indien werkgever en werknemer daarover van inzicht verschillen; is verplicht tot geheimhouding van alle persoonlijke gegevens, die haar bij het vervullen van haar taak ter kennis komen; 8.4 Werkwijze van de commissie Medewerkers op wie deze regeling van toepassing is, kunnen zich desgewenst schriftelijk tot de Begeleidingscommissie wenden door middel van een bezwaarschrift waarin met redenen omkleed wordt aangegeven wat de inhoud van het bezwaar is. De commissie zal zowel de werkgever als de medewerker uitnodigen een mondelinge toelichting te geven. De medewerker kan zich laten ondersteunen door een derde. 17

18 8.5 Termijnen De begeleidingscommissie zal het bezwaarschrift zo spoedig mogelijk behandelen. In principe brengt de begeleidingscommissie binnen 4 weken na indiening van het bezwaarschrift een advies uit. Een afschrift wordt verstrekt aan beide partijen. Indien door niet voorziene omstandigheden de behandelingstermijn door de commissie dreigt te worden overschreden, wordt dit aan de medewerker en PPG schriftelijk bekend gemaakt, met vermelding van de redenen. Aldus opgemaakt en overeengekomen op 7 december 2011 PPG Europe B.V. FNV Bondgenoten PPG Coatings Nederland B.V. CNV BedrijvenBond PPG Coatings Europe B.V. De Unie PPG Industrial Coatings B.V., 18