Evaluatie burgergericht werken en all-in beleid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Evaluatie burgergericht werken en all-in beleid"

Transcriptie

1 Schadefonds Geweldsmisdrijven Evaluatie burgergericht werken en all-in beleid Een onderzoeksrapport over de effecten van het burgergericht werken en het all-in beleid Charlie Maas Salomé Schiltkamp Diandra Valentijn Marissa van de Vuurst

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding Onderzoeksvragen Gevolgen voor het Schadefonds Gevolgen voor het slachtoffer Gevolgen voor Slachtofferhulp Nederland Gevolgen voor de advocatuur Methoden Onderzoeksopzet Dossieranalyse Dataverzameling Analyse van de data Interviews Dataverzameling Analyse van de data Resultaten dossieranalyse Gevolgen voor het Schadefonds Verandering in het aantal toewijzingen en afwijzingen Verandering in de hoogte van de toegekende bedragen Het belang van medische bewijsstukken Verandering in het relatieve aantal aanvullende aanvragen Gevolgen voor het Schadefonds en het slachtoffer Verandering in het relatieve aantal bezwaarzaken Verandering in het relatieve aantal beroepszaken Verandering in de doorlooptijd van een aanvraag Resultaten interviews Gevolgen voor het Schadefonds: interviews met juristen De implementatie van het burgergericht werken Invloed van het burgergericht werken op de beslissing op de aanvraag Invloed van het burgergericht werken op de hoogte van de toekenning [1]

3 Andere dan de beoogde effecten van het burgergericht werken Invloed van het burgergericht werken op de tevredenheid onder medewerkers Invloed van het burgergericht werken op het aantal bezwaarzaken De invloed van burgergericht werken op de doorlooptijd De implementatie van het all-in beleid De invloed van het all-in beleid op de beslissing op de aanvraag Invloed van het all-in beleid op de hoogte van de toekenning Invloed van het all-in beleid op het belang van medische bewijsstukken Invloed van de beleidswijzigingen op de tijd die beschikbaar is voor andere werkzaamheden Andere dan de beoogde effecten van het all-in beleid Invloed van het all-in beleid op de tevredenheid onder medewerkers Invloed van het all-in beleid op de doorlooptijd Invloed van het all-in beleid op het aantal bezwaarzaken Invloed van de beleidswijzigingen op het aantal beroepszaken Invloed van de beleidswijzigingen op het aantal aanvullende aanvragen Gevolgen voor het Schadefonds: interviews met commissieleden De implementatie van de beleidswijzingen Verandering in het relatieve aantal bezwaarzaken Verandering in het relatieve aantal beroepszaken Andere dan de beoogde effecten van de beleidswijzigingen Gevolgen voor het slachtoffer Ervaring met het burgergericht werken Ervaring met het all-in beleid Verandering in de tevredenheid over de hoogte van de toekenning Verandering in de tevredenheid over de beslistermijn Verandering in het gevoel van erkenning Verandering in de begrijpelijkheid van de beslissing Andere dan de beoogde effecten van de beleidswijzigingen Gevolgen voor Slachtofferhulp Nederland Algemene ervaring met het burgergericht werken Onbedoelde effecten van het burgergericht werken voor Slachtofferhulp Algemene ervaring met het all-in beleid Onbedoelde effecten van het all-in beleid voor Slachtofferhulp Gevolgen voor de advocatuur Algemene ervaring met het burgergericht werken [2]

4 Onbedoelde effecten van het burgergericht werken voor de advocatuur Algemene ervaring met het all-in beleid Onbedoelde effecten van het all-in beleid voor de advocatuur Discussie Gevolgen voor het Schadefonds Burgergericht werken All-in beleid Gevolgen voor het slachtoffer Burgergericht werken All-in beleid Gevolgen voor Slachtofferhulp Nederland All-in beleid Gevolgen voor de advocatuur Burgergericht werken All-in beleid Conclusie en aanbevelingen Gevolgen van het burgergericht werken Gevolgen van het all-in beleid Antwoord op de onderzoeksvragen Gevolgen voor het Schadefonds Gevolgen voor het slachtoffer Gevolgen voor Slachtofferhulp Nederland Gevolgen voor de advocatuur Aanbevelingen BIJLAGE A BIJLAGE B BIJLAGE C BIJLAGE D [3]

5 1. Inleiding Wanneer een persoon slachtoffer wordt van een geweldsmisdrijf en hier ernstig psychisch of lichamelijk letsel aan overhoudt, kan dit slachtoffer een beroep doen op het Schadefonds Geweldsmisdrijven (hierna: het Schadefonds). Wanneer het Schadefonds het verhaal van het slachtoffer aannemelijk acht en het slachtoffer geen compensatie via een andere weg heeft ontvangen, kan het slachtoffer in aanmerking komen voor een tegemoetkoming vanuit het Schadefonds. Het Schadefonds heeft zodoende een vangnetfunctie voor slachtoffers die anders geen compensatie voor het ervaren leed zouden ontvangen. Tevens is het een blijk van solidariteit en erkenning van het slachtofferschap vanuit de samenleving. Deze aanvragen voor een tegemoetkoming werden tot voor kort geheel schriftelijk afgehandeld, waardoor er weinig contact met het slachtoffer plaatsvond. Hierdoor was er voor het slachtoffer alleen op eigen initiatief de mogelijkheid om uitleg te vragen over de aanvraagprocedure of de beslissing op de aanvraag. Dit heeft geleid tot een beleidswijziging met betrekking tot de werkwijze van de aanvraagprocedure. In juni 2014 heeft het burgergericht werken zijn intrede gedaan, dat er op was gericht om meer aandacht te schenken aan het slachtoffer door het gebruik van begrijpelijke taal in de communicatie naar de aanvrager en het introduceren van twee telefonische contactmomenten. Het eerste contactmoment is kort na de aanvraag en wordt gebruikt om de werking van het Schadefonds en de komende procedure uit te leggen, de stand van zaken en eventuele onduidelijkheden voor beide partijen te bespreken. Het andere contactmoment vindt plaats wanneer de beslissing op de aanvraag is genomen, zodat deze toegelicht kan worden en mogelijke vragen beantwoord kunnen worden. In eenvoudige zaken kunnen deze contactmomenten ook samengevoegd worden in één gesprek. Deze contactmomenten hebben als doel de verwachtingen van het slachtoffer beter te funderen en. Het burgergericht werken is ingevoerd met als doel de verwachtingen van het slachtoffer beter te funderen, de beslissing duidelijker te maken voor het slachtoffer en daardoor de bezwaarzaken, de beroepszaken en de aanvullende aanvragen te beperken. Naast deze beleidswijziging heeft er in oktober 2014 ook een vereenvoudiging van de beslissingsprocedure plaatsgevonden door de invoering van het all-in beleid. Dit beleid houdt in dat de tegemoetkoming een all-in bedrag omvat waar materiële en immateriële schade in verdisconteerd zijn. Het slachtoffer krijgt een standaardbedrag toegekend dat gebaseerd is op de ernst van het misdrijf en het opgelopen lichamelijke en psychische letsel. De beoordeling van de aanvraag gebeurt hierdoor niet meer aan de hand van de daadwerkelijk geleden schade, wat [4]

6 hiervoor wel het geval was. Op basis van het voorgaande beleid werd de aannemelijkheid van het slachtofferschap en de grootte van de geleden schade namelijk beoordeeld met facturen die het slachtoffer had ingeleverd. Hiermee kon de schade aangetoond worden en daar werd de tegemoetkoming op gebaseerd. Echter, dit schepte onduidelijkheid en verkeerde verwachtingen voor slachtoffers. De tegemoetkoming werd hierdoor namelijk meer gezien als een schadevergoeding, terwijl de schade mogelijk niet volledig vergoed werd. Het all-in beleid voorkomt deze frictie en vereenvoudigt de procedure voor de aanvrager. Doordat de schadeposten wegvallen zouden er naar verwachting ook minder gedeeltelijke afwijzingen zijn. Bovendien zou een vereenvoudiging van de aanvraagprocedure tijd vrij maken voor andere werkzaamheden voor de medewerkers van het Schadefonds, zoals het telefonisch contact met de aanvrager. Dit zou kunnen leiden tot meer tevredenheid onder medewerkers. Nu deze veranderingen enige tijd in de praktijk zijn gebracht, is het tijd om de balans op te maken. Het doel van de beleidswijzigingen was om de dienstverlening van het Schadefonds te verbeteren en de tevredenheid onder slachtoffers te vergroten. In dit rapport zal onderzocht worden of deze doelen zijn bereikt. Het onderzoek zal zich richten op de veranderingen die de beleidswijzigingen voor de werkwijze van het Schadefonds teweeg hebben gebracht en de (onbedoelde) effecten van de beleidswijzigingen. Hierbij zal aandacht zijn voor de specifieke effecten voor het Schadefonds, slachtoffers, Slachtofferhulp Nederland en de advocatuur Onderzoeksvragen Om het burgergericht werken en het all-in beleid te evalueren zijn onderzoeksvragen opgesteld. Deze zijn onderverdeeld per doelgroep, namelijk de gevolgen voor het Schadefonds, de gevolgen voor slachtoffers, de gevolgen voor Slachtofferhulp Nederland en de gevolgen voor de advocatuur Gevolgen voor het Schadefonds 1. Wat is er in de werkwijze van het Schadefonds veranderd door de introductie van burgergericht werken en het all-in beleid? Deelvragen: a. Worden de beleidswijzigingen op de bedoelde wijze uitgevoerd door de medewerkers van het Schadefonds? b. Wordt de aannemelijkheid van een aanvraag anders beoordeeld doordat alleen nog standaardbedragen toegekend kunnen worden? [5]

7 c. Welke invloed heeft de informatie uit het burgergerichte gesprek op de uiteindelijke beslissing? (wordt de aannemelijkheid van een aanvraag anders beoordeeld na telefonisch contact met de aanvrager/wijzigen juristen van het Schadefonds hun mening ten aanzien van de aannemelijkheid van een aanvrager na telefonisch contact) d. Is het belang van bewijsstukken uit het medisch en behandelend circuit toegenomen door het all-in beleid? 2. Hebben de beleidswijzigingen geleid tot een verbetering van de werkwijze voor het Schadefonds? Deelvragen: a. Hebben de beleidswijzigingen geleid tot veranderingen in het relatieve aantal toewijzingen en afwijzingen van aanvragen? b. Hebben de beleidswijzigingen geleid tot een verandering in het relatieve aantal bezwaren tegen beslissingen van het Schadefonds? c. Hebben de beleidswijzigingen geleid tot een verandering in het relatieve aantal beroepschriften tegen beslissingen van het Schadefonds? d. Hebben de beleidswijzigingen geleid tot een verandering in de beslistermijn op de aanvraag? e. Hebben de beleidswijzigingen ertoe geleid dat er meer capaciteit is voor andere werkzaamheden? f. Hebben de beleidswijzigingen geleid tot een verandering in het relatieve aantal aanvullende aanvragen dat ingediend wordt? g. Hebben de beleidswijzigingen geleid tot een verandering in de hoogte van de toegekende bedragen? h. Welke andere (dan de beoogde) effecten hebben de beleidswijzigingen voor het Schadefonds teweeggebracht? i. Hebben de beleidswijzigingen tot meer tevredenheid onder de medewerkers van het Schadefonds geleid? [6]

8 Gevolgen voor het slachtoffer 3. Hebben de beleidswijzigingen geleid tot een verbetering van de dienstverlening voor het slachtoffer? Deelvragen: a. Hebben de beleidswijzigingen geleid tot een verandering in de beslistermijn op de aanvraag? (zie ook 2d) b. Hoe ervaart het slachtoffer het burgergericht werken? (wat is de toegevoegde waarde voor het slachtoffer) c. Hoe ervaart het slachtoffer het all-in beleid werken? (wat is de toegevoegde waarde voor het slachtoffer) d. Welke andere (dan de beoogde) effecten hebben de beleidswijzigingen voor het slachtoffer teweeggebracht? (bijvoorbeeld vergoeding psychische kosten, vergoeding advocaatkosten, vergoeding reiskosten, minder maatwerk, geen mogelijkheid om te kiezen) 4. Hebben de beleidswijzigingen geleid tot een grotere tevredenheid onder slachtoffers? Deelvragen: a. Hebben de beleidswijzigingen geleid tot een grotere tevredenheid onder aanvragers over de hoogte van de toekenning? b. Hebben de beleidswijzigingen geleid tot een grotere tevredenheid onder aanvragers over de beslistermijn van de aanvraag? c. Hebben de beleidswijzigingen geleid tot een groter gevoel van erkenning onder aanvragers? d. Hebben de beleidswijzigingen geleid tot een grotere begrijpelijkheid van het oordeel voor aanvragers? e. Hebben de beleidswijzigingen geleid tot een verandering in het relatieve aantal bezwaren tegen beslissingen van het Schadefonds? (zie ook 2b) f. Hebben de beleidswijzigingen geleid tot een verandering in het relatieve aantal beroepschriften tegen beslissingen van het Schadefonds? (zie ook 2c) [7]

9 Gevolgen voor Slachtofferhulp Nederland 5. Wat is de algemene ervaring van medewerkers van Slachtofferhulp Nederland met de beleidswijzigingen? 6. Welke andere (dan de beoogde) effecten hebben de beleidswijzigingen voor Slachtofferhulp Nederland teweeggebracht? Gevolgen voor de advocatuur 7. Wat is de algemene ervaring van de advocatuur met de beleidswijzigingen? 8. Welke andere (dan de beoogde) effecten hebben de beleidswijzigingen voor de advocatuur teweeggebracht? [8]

10 2. Methoden 2.1. Onderzoeksopzet Het doel van dit onderzoek was om de invoering van het burgergericht werken en het all-in beleid te evalueren. Hierbij is specifiek aandacht besteed aan de bedoelde en onbedoelde effecten die deze beleidswijzigingen teweeg hebben gebracht voor vier verschillende doelgroepen: de medewerkers van het Schadefonds, slachtoffers die bij het Schadefonds een aanvraag hebben ingediend, medewerkers van Slachtofferhulp Nederland en de advocatuur. De hierboven geformuleerde onderzoeksvragen zijn beantwoord door middel van zowel kwalitatieve als kwantitatieve onderzoeksmethoden. Het kwalitatieve onderzoek bestond uit diepte-interviews met juristen en commissieleden van het Schadefonds, aanvragers van het Schadefonds, medewerkers van Slachtofferhulp Nederland en de advocatuur. Het kwantitatieve onderzoek, aan de andere kant, werd uitgevoerd middels een analyse van afgehandelde aanvragen die vóór, tussen en na de beleidswijzigingen zijn ingediend. Deze combinatie van verschillende onderzoeksmethoden bood de mogelijkheid om zowel de grote lijnen te onderscheiden, als een meer gedetailleerd beeld van de praktijkervaringen te vormen. Op die manier kon deze onderzoeksopzet uitgebreide en goed onderbouwde antwoorden op de onderzoeksvragen voortbrengen. De onderzoeksmethoden zullen hieronder nader besproken worden Dossieranalyse Dataverzameling De administratiesystemen van het Schadefonds, Oases en Flow, zijn gebruikt om 300 tegemoetkomingsaanvragen random te selecteren. Hierbij is 1 januari 2013 tot en met 31 december 2015 als periode aangehouden. Hierdoor kon rekening gehouden worden met de beslissingstermijn van 26 weken vanaf het moment van aanvragen en de ingangsdatums van beide beleidswijzigingen, 1 juni 2014 en 15 oktober Aanvragen zijn meegenomen in dit onderzoek indien het een afgeronde aanvraag betrof, waarbij een inhoudelijke beslissing op de aanvraag is genomen. Daarnaast richtte het onderzoek zich op reguliere tegemoetkomingsaanvragen, welke dus niet werden ingediend in het kader van een (tijdelijke) regeling voor specifieke misdrijven. De random geselecteerde dossiers zijn geanalyseerd aan de hand van een vooraf opgesteld analyseschema wat onder meer bestond uit de volgende gegevens: informatie over de aanvrager (geslacht, leeftijd, etniciteit), informatie over het misdrijf, informatie over opsporings- en vervolgingsproces, informatie [9]

11 over het opgelopen letsel en de behandeling hiervan, informatie over de beslissing op de aanvraag (inclusief de doorlooptijd), informatie over de bijgevoegde bewijsstukken, informatie over een eventueel bezwaar, beroep of aanvullende aanvragen. De dossieranalyse is uitgevoerde in de periode maart tot mei Analyse van de data De vergaarde data is geanalyseerd met behulp van het statistische softwarepakket IBM SPSS Statistics (versie 23) om de effecten van de beleidswijzigingen in kaart te brengen. Voor twee van de zeven onderzoeksvragen, namelijk de onderzoeksvraag over de invloed van de beleidswijzigingen op het relatieve aantal toe- en afwijzingen en de onderzoeksvraag over het belang van medische bewijsstukken, is logistische regressie toegepast om de onderlinge relaties te analyseren. Deze specifieke analyse was nodig omdat de afhankelijke variabele bij deze onderzoeksvragen een categorische variabele was en er meerdere onafhankelijke en controlevariabelen waren opgenomen in de analyse. Daarnaast zijn de onderzoeksvragen die betrekking hadden op de hoogte van de toekenning geanalyseerd door middel van multiple lineaire regressie analyse. De overige onderzoeksvragen die middels de dossieranalyse onderzocht zijn, zijn beantwoord aan de hand van een one-way analysis of variance (ANOVA). Deze statistische analyse bood de mogelijkheid om de doorlooptijd, de hoogte van de toegekende bedragen en de relatieve aantallen bezwaren, beroepen en aanvullende aanvragen (welke allemaal continue of discrete variabelen zijn) te vergelijken per type beleid dat van toepassing was, eventueel met inbegrip van een aantal controlevariabelen. Op die manier kon de benodigde informatie verkregen worden om de onderzoeksvragen te beantwoorden Interviews Dataverzameling De afgenomen interviews waren gericht op het achterhalen van aanvullende informatie over de beleidswijzigingen, zoals de algemene ervaringen met de beleidswijzigingen, achtergrondinformatie, (bedoelde en onbedoelde) effecten, verklaringen voor veranderingen die hebben plaatsgevonden en de tevredenheid met het Schadefonds in het geval van aanvragers. In het totaal zijn 82 interviews gehouden, waaronder 26 juristen van het Schadefonds, 3 commissieleden, 35 aanvragers, 16 medewerkers van Slachtofferhulp Nederland en 2 slachtofferadvocaten. Deze interviews hebben plaatsgevonden in de periode maart tot mei Het betrof semigestructureerde interviews, waarbij het interview werd gevoerd aan de hand van een vooraf opgestelde topiclijst met thema s die aan bod dienden te komen tijdens de interviews en voorbeeldvragen die gebruikt konden [10]

12 worden. Dit gaf de mogelijkheid voor de onderzoekers om de vragen en de volgorde hiervan aan te passen aan het gesprek en om door te vragen waar dit nodig was. Op die manier kon meer gedetailleerde informatie achterhaald worden. Hieronder zal per doelgroep besproken worden op welke wijze de respondenten benaderd zijn. Medewerkers van het Schadefonds De juristen van het Schadefonds zijn per benaderd voor het onderzoek indien zij zich in hun dagelijkse werkzaamheden bezighielden met het behandelen van reguliere aanvragen voor een tegemoetkoming en indien de medewerker meer dan één jaar in dienst was. Dit laatste heeft te maken met de geldende inwerkperiode van één jaar voor nieuwe medewerkers. Daarnaast zijn de commissieleden van het Schadefonds per benaderd voor deelname aan het onderzoek. De interviews hebben in persoon plaatsgevonden na toestemming van de medewerker of het commissielid te hebben verkregen. Aanvragers Slachtoffers die een aanvraag bij het Schadefonds hebben ingediend zijn telefonisch benaderd voor deelname aan het onderzoek indien zij hun aanvraag in de voornoemde periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2015 hadden ingediend. Daarnaast golden de voorwaarden dat de aanvrager niet minderjarig was, dat de aanvrager geen nabestaande was, dat de aanvrager Nederlands sprak, dat de aanvrager geen historie had met psychische problemen en dat de aanvrager niet eerder gevraagd was om deel te nemen aan een onderzoek van het Schadefonds. Uiteraard was de instemming van de aanvrager voor deelname aan het onderzoek ook een vereiste. Na een random selectie van aanvragen uit Oases en Flow, de administratiesystemen van het Schadefonds, hebben de onderzoekers de dossiers gecontroleerd op de genoemde voorwaarden. De aanvrager is vervolgens telefonisch benaderd indien aan de voorwaarden werd voldaan en een eventueel interview is direct telefonisch afgenomen. Slachtofferhulp Nederland Door middel van een contactpersoon bij Slachtofferhulp Nederland is de interesse voor het onderzoek onder een aantal medewerkers gepolst. Een deel van de geïnteresseerden is vervolgens per door de onderzoekers benaderd voor het maken van een afspraak. Hierbij is onder andere rekening gehouden met de verschillende functies en standplaatsen van de medewerkers. Op die manier werd een groep respondenten met diverse functies binnen verschillende vestigingen van Slachtofferhulp Nederland verkregen, waaronder vrijwillige en betaalde medewerkers van de [11]

13 Algemene Dienst en de Juridische Dienst. De interviews hebben telefonisch of in persoon plaatsgevonden. Advocatuur Op twee manieren zijn slachtofferadvocaten voor dit onderzoek benaderd. Ten eerste zijn advocaten gepolst via een contactpersoon van Stichting Landelijk Advocaten Netwerk Gewelds- en Zeden Slachtoffers (LANGZS). Daarnaast zijn slachtofferadvocaten per en telefonisch benaderd voor deelname aan het onderzoek aan de hand van een lijst met advocatenkantoren die bekend zijn bij het Schadefonds. Ondanks deze geïnvesteerde tijd en moeite bleek het lastig om respondenten te vinden die regelmatig met het Schadefonds in aanraking kwamen en die bereid waren om deel te nemen aan het onderzoek. Dit heeft een klein aantal respondenten (2) tot gevolg gehad. Deze respondenten zijn telefonisch geïnterviewd Analyse van de data Na afloop van de dataverzameling zijn de interviews gecodeerd en geanalyseerd om op die manier antwoorden te kunnen formuleren op de onderzoeksvragen. In eerste aanzet is er gebruik gemaakt van open codering. Hierbij zijn de initiële vragen uit de semigestructureerde interviews aangehouden. Tevens bleef ruimte voor nieuwe codes die opvielen of regelmatig terugkwamen. Vervolgens zijn de codes onderling vergeleken op eventuele overlap. Opmerkingen die overeenkwamen zijn in dezelfde code geplaatst. Tot slot is gebruik gemaakt van selectieve codering; verschillende codes met dezelfde strekking zijn samengevoegd in nieuwe codes of bijgevoegd bij bestaande codes. Zodoende is een codeboom ontstaan die gebruikt is om de resultaten te interpreteren. [12]

14 3. Resultaten dossieranalyse 3.1. Gevolgen voor het Schadefonds Verandering in het aantal toewijzingen en afwijzingen Een logistische regressie analyse is uitgevoerd om te onderzoeken in hoeverre er een verandering in het aantal toewijzingen en afwijzingen heeft plaatsgevonden na de invoering van het burgergericht werken en het all-in beleid. In deze analyse zijn, naast de beslissing op de aanvraag en het type beleid, een aantal controlevariabelen meegenomen: geslacht aanvrager (man of vrouw), leeftijd aanvrager op het moment van het misdrijf (in jaren), geschatte etniciteit aanvrager (Nederlands of niet-nederlands), type misdrijf (diefstal met geweld, mishandeling, zedenmisdrijf, moord of doodslag of anders), aangifte (wel aangifte gedaan of geen aangifte gedaan), strafrechtelijke afdoening (geen vervolging (bekend), vervolging zonder (bekende) uitkomst, vervolging maar geen veroordeling of dader vervolgd en veroordeeld) en het totale aantal bewijsstukken. Uit de resultaten blijkt dat er geen significant verband bestaat tussen de beslissing op de aanvraag en het type beleid dat van toepassing was tijdens het behandelen van de aanvraag (burgergericht werken: χ²(1, N = 300) =.274, p =.600; all-in beleid: χ²(1, N = 300) =.001, p =.979). Een significante relatie werd wel gevonden tussen de beslissing op de aanvraag en het type misdrijf mishandeling (χ²(1, N = 300) = , p =.000), het type misdrijf anders (χ²(1, N = 300) = 5.347, p =.021), het doen van aangifte (χ²(1, N = 300) = 5.593, p =.018), de vervolging van de dader zonder dat er een uitkomst (bekend) is (χ²(1, N = 300) = 9.760, p =.002), de vervolging en veroordeling van de dader (χ²(1, N = 300) = , p =.000) en het totale aantal bewijsstukken (χ²(1, N = 300) = 4.496, p =.034). De resultaten geven aan dat een aanvraag met het type misdrijf mishandeling 88.4 % minder kans had op een toewijzing dan op een afwijzing in vergelijking met een diefstal met geweld (odds ratio =.116). Een aanvraag met het type misdrijf anders had 71.2 % minder kans op een toewijzing dan op een afwijzing in vergelijking met een diefstal met geweld (odds ratio =.288). Daarnaast had een aanvraag waarin aangifte was gedaan 3.1 keer meer kans op een toewijzing dan op een afwijzing in vergelijking met een aanvraag waarbij geen aangifte was gedaan (odds ratio = 4.144). Een aanvraag waarbij de dader vervolgd was zonder dat er een uitkomst (bekend) was had 3.5 keer meer kans op een toewijzing dan op een afwijzing in vergelijking met een aanvraag waarbij er geen (bekend) vervolging had plaatsgevonden (odds ratio = 4.540). Een aanvraag waarbij de dader vervolgd en [13]

15 veroordeeld was had 2.8 keer meer kans op een toewijzing dan op een afwijzing in vergelijking met een aanvraag waarbij er geen (bekende) vervolging had plaatsgevonden (odds ratio = 3.780). Tot slot had een aanvraag voor ieder extra bewijsstuk in het dossier een 3.2 % hogere kans op een toewijzing dan op een afwijzing (odds ratio = 1.032). In Bijlage A is een tabel bijgevoegd die de resultaten van de logistische regressie analyse weergeeft. Concluderend kan worden gesteld dat de kwantitatieve analyse uitwijst dat zowel het burgergericht werken als het all-in beleid geen significante invloed hebben gehad op het aantal toewijzingen of afwijzingen Verandering in de hoogte van de toegekende bedragen Een multiple lineaire regressie analyse is uitgevoerd om te onderzoeken in hoeverre er een verandering in de hoogte van de toegekende bedragen heeft plaatsgevonden na de invoering van het burgergericht werken en het all-in beleid. In deze analyse zijn, naast de hoogte van de toekenning en het type beleid, een aantal controlevariabelen meegenomen: geslacht aanvrager (man of vrouw), leeftijd aanvrager op het moment van het misdrijf (in jaren), geschatte etniciteit aanvrager (Nederlands of niet-nederlands), type misdrijf (diefstal met geweld, mishandeling, zedenmisdrijf, moord of doodslag of anders), aangifte (wel aangifte gedaan of geen aangifte gedaan), strafrechtelijke afdoening (geen vervolging (bekend), vervolging zonder (bekende) uitkomst, vervolging maar geen veroordeling of dader vervolgd en veroordeeld) en het totale aantal bewijsstukken. Uit de resultaten blijkt dat er geen significant verband bestaat tussen het type beleid dat van toepassing was tijdens het behandelen van de aanvraag en de hoogte van het toegekende bedrag (burgergericht werken: Beta = -.008, t(299) = -.128, p =.898; all-in beleid: Beta = -.007, t(299) = -.113, p =.910). Een significante relatie werd wel gevonden tussen de beslissing op de aanvraag en de leeftijd van de aanvrager (Beta = -.118, t(299) = , p =.030), het type misdrijf moord of doodslag (Beta =.299, t(299) = 3.861, p =.000), de vervolging van de dader zonder dat er een uitkomst (bekend) is (Beta =.113, t(299) = 2.064, p =.040), de vervolging en veroordeling van de dader (Beta =.169, t(299) = 2.980, p =.003) en het totale aantal bewijsstukken (Beta =.250, t(299) = 4.794, p =.000). De resultaten geven aan dat een aanvraag met het type misdrijf moord of doodslag 2931 meer toegekend kreeg dan een diefstal met geweld, gegeven dat alle andere variabelen gelijk bleven (Bcoëfficiënt: 2931,108). Een aanvraag waarbij de dader vervolgd was zonder dat er een uitkomst (bekend) was, kreeg 975 meer toegekend dan een aanvraag waarbij geen vervolging (bekend) was, [14]

16 gegeven dat alle andere variabelen gelijk bleven (B-coëfficiënt: 975,368). Een aanvraag waarbij de dader vervolgd en veroordeeld was, kreeg 1162 meer toegekend dan een aanvraag waarbij geen vervolging (bekend) was, gegeven dat alle andere variabelen gelijk bleven (B-coëfficiënt: 1162,013). Daarnaast zorgde ieder jaar dat een aanvrager ouder was voor een daling van het toegekend bedrag met 22 (B-coëfficiënt: -21,553). Dit betekent dus bijvoorbeeld dat een aanvrager van 30 jaar 22 minder toegekend kreeg dan een aanvrager van 29 jaar, gegeven dat alle andere variabelen gelijk bleven. Tot slot zorgde ieder extra bewijsstuk in het dossier voor een stijging van het toegekende bedrag met 47, gegeven dat alle andere variabelen gelijk bleven (B-coëfficiënt: 46,557). In Bijlage B is een overzicht van de resultaten van de multiple lineaire regressie weergegeven. Concluderend kan worden gesteld dat de kwantitatieve analyse uitwijst dat zowel het burgergericht werken als het all-in beleid geen significante invloed hebben gehad op de hoogte van de toegewezen bedragen Het belang van medische bewijsstukken Een logistische regressie analyse en een multiple lineaire regressie analyse zijn uitgevoerd om te onderzoeken in hoeverre er na de invoering van het burgergericht werken en het all-in beleid een verandering heeft plaatsgevonden in de rol die medische bewijsstukken spelen bij de beslissing op een aanvraag. In de logistische regressie is het effect van medische bewijsstukken op het aantal toewijzingen en afwijzingen onderzocht. Vervolgens is in de multiple lineaire regressie het effect van medische bewijsstukken op het de hoogte van de toekenning onderzocht. De resultaten van de logistische regressie zullen eerst besproken worden, gevolgd door de resultaten van de multiple lineaire regressie. In de logistische regressie zijn, naast de beslissing op de aanvraag, het type beleid en de bewijsstukken van het lichamelijke en psychische letsel, een aantal controlevariabelen meegenomen: medische behandeling van het letsel (geen behandeling, behandeling lichamelijk letsel, behandeling psychisch letsel of behandeling lichamelijk en psychisch letsel), type misdrijf (diefstal met geweld, mishandeling, zedenmisdrijf, moord of doodslag of anders), aangifte (wel aangifte gedaan of geen aangifte gedaan), strafrechtelijke afdoening (geen vervolging (bekend), vervolging zonder (bekende) uitkomst, vervolging maar geen veroordeling of dader vervolgd en veroordeeld) en het totale aantal bewijsstukken. Hierbij zijn dus de variabelen weggelaten waarbij in die in de voorgaande logistische regressie analyse (betreffende het aantal toewijzingen en afwijzingen, paragraaf ) geen significante relatie gevonden werd (namelijk: geslacht, leeftijd en geschatte etniciteit van de aanvrager). [15]

17 Uit de resultaten blijkt dat er geen significant verband bestaat tussen de beslissing op de aanvraag en het type beleid dat van toepassing was tijdens het behandelen van de aanvraag (burgergericht werken: χ²(1, N = 300) =.764, p =.382; all-in beleid: χ²(1, N = 300) =.000, p =.984). Daarnaast wijzen de resultaten erop dat het aantal bewijsstukken van lichamelijk letsel (χ²(1, N = 300) =.244, p =.621) en het aantal bewijsstukken van psychisch letsel (χ²(1, N = 300) =.367, p =.545) geen significante rol hebben bij het toewijzen of het afwijzen van de aanvraag. Net als bij de resultaten van de verandering in het relatieve aantal toewijzingen en afwijzingen werd een significante relatie wel gevonden tussen de beslissing op de aanvraag en het type misdrijf mishandeling (χ²(1, N = 300) = , p =.000), het type misdrijf anders (χ²(1, N = 300) = 6.192, p =.013), het doen van aangifte (χ²(1, N = 300) = 5.390, p =.020), de vervolging van de dader zonder dat er een uitkomst (bekend) is (χ²(1, N = 300) = , p =.001) en de vervolging en veroordeling van de dader (χ²(1, N = 300) = , p =.000). Echter, het totale aantal bewijsstukken was in deze analyse niet meer significant (χ²(1, N = 300) = 2.785, p =.095). De resultaten geven aan dat een aanvraag met het type misdrijf mishandeling 86.1 % minder kans had op een toewijzing dan op een afwijzing in vergelijking met een diefstal met geweld (odds ratio =.139). Een aanvraag met het type misdrijf anders had 73.8 % minder kans op een toewijzing dan op een afwijzing in vergelijking met een diefstal met geweld (odds ratio =.262). Daarnaast had een aanvraag waarin aangifte was gedaan 3.0 keer meer kans op een toewijzing dan op een afwijzing in vergelijking met een aanvraag waarbij geen aangifte was gedaan (odds ratio = 4.015). Een aanvraag waarbij de dader vervolgd was zonder dat er een uitkomst (bekend) was had 4.4 keer meer kans op een toewijzing dan op een afwijzing in vergelijking met een aanvraag waarbij er geen (bekend) vervolging had plaatsgevonden (odds ratio = 5.384). Tot slot had een aanvraag waarbij de dader vervolgd en veroordeeld was 2.7 keer meer kans op een toewijzing dan op een afwijzing in vergelijking met een aanvraag waarbij er geen (bekende) vervolging had plaatsgevonden (odds ratio = 3.683). Tabel 1 in Bijlage A geeft de resultaten van de logistische regressie analyse weer. Naast de logistische regressie is een multiple lineaire regressie analyse uitgevoerd om te onderzoeken in hoeverre het aantal medische bewijsstukken invloed heeft gehad op de hoogte van de toegekende bedragen in de verschillende beleidsperiodes. In deze analyse zijn, naast de hoogte van de toekenning, het type beleid en de bewijsstukken van het lichamelijke en psychische letsel, een aantal controlevariabelen meegenomen: medische behandeling van het letsel (geen behandeling, behandeling lichamelijk letsel, behandeling psychisch letsel of behandeling lichamelijk en psychisch letsel), geslacht aanvrager (man of vrouw), leeftijd aanvrager op het moment van het misdrijf (in jaren), geschatte etniciteit aanvrager (Nederlands of niet-nederlands), type misdrijf (diefstal met geweld, mishandeling, zedenmisdrijf, moord of doodslag of anders), aangifte (wel aangifte gedaan of [16]

18 geen aangifte gedaan), strafrechtelijke afdoening (geen vervolging (bekend), vervolging zonder (bekende) uitkomst, vervolging maar geen veroordeling of dader vervolgd en veroordeeld) en het totale aantal bewijsstukken. Uit de resultaten blijkt opnieuw dat er geen significant verband bestaat tussen het type beleid dat van toepassing was tijdens het behandelen van de aanvraag en de hoogte van het toegekende bedrag (burgergericht werken: Beta =.006, t(299) =.105, p =.916; all-in beleid: Beta =.003, t(299) = -.051, p =.959). Ook het aantal bewijsstukken van lichamelijk letsel (Beta = -.036, t(299) = -.387, p =.699) en het aantal bewijsstukken van psychisch letsel (Beta =.006, t(299) =.093, p =.926) hadden geen significante relatie met de hoogte van de toekenning. Evenals in de multiple lineaire regressie van paragraaf werd een significante relatie wel gevonden tussen de beslissing op de aanvraag en de leeftijd van de aanvrager (Beta = -.126, t(299) = , p =.021), het type misdrijf moord of doodslag (Beta =.310, t(299) = 3.832, p =.000), de vervolging van de dader zonder dat er een uitkomst (bekend) is (Beta =.120, t(299) = 2.148, p =.033), de vervolging en veroordeling van de dader (Beta =.167, t(299) = 2.937, p =.004) en het totale aantal bewijsstukken (Beta =.231, t(299) = 2.318, p =.021). De resultaten geven aan dat een aanvraag met het type misdrijf moord of doodslag 3040 meer toegekend kreeg dan een diefstal met geweld, gegeven dat alle andere variabelen gelijk bleven (Bcoëfficiënt: 3039,818). Een aanvraag waarbij de dader vervolgd was zonder dat er een uitkomst (bekend) was, kreeg 1031 meer toegekend dan een aanvraag waarbij geen vervolging (bekend) was, gegeven dat alle andere variabelen gelijk bleven (B-coëfficiënt: 1031,478). Een aanvraag waarbij de dader vervolgd en veroordeeld was, kreeg 1144 meer toegekend dan een aanvraag waarbij geen vervolging (bekend) was, gegeven dat alle andere variabelen gelijk bleven (B-coëfficiënt: ). Daarnaast zorgde ieder jaar dat een aanvrager ouder was voor een daling van het toegekend bedrag met 23 (B-coëfficiënt: -23,048). Dit betekent dus bijvoorbeeld dat een aanvrager van 30 jaar 23 minder toegekend kreeg dan een aanvrager van 29 jaar, gegeven dat alle andere variabelen gelijk bleven. Tot slot zorgde ieder extra bewijsstuk in het dossier voor een stijging van het toegekende bedrag met 43, gegeven dat alle andere variabelen gelijk bleven (B-coëfficiënt: 42,868). In Bijlage C is een overzicht van de resultaten van de multiple lineaire regressie weergegeven. Concluderend kan worden gesteld dat de kwantitatieve analyse uitwijst dat zowel tijdens het burgergericht werken als tijdens het all-in beleid geen significante verandering is opgetreden in het belang van medische bewijsstukken op het aantal toewijzingen of afwijzingen en op de hoogte van de toegewezen bedragen. [17]

19 Verandering in het relatieve aantal aanvullende aanvragen Een one-way ANOVA analyse is uitgevoerd om te onderzoeken of er door de beleidswijzigingen significante veranderingen te constateren zijn in het relatieve aantal aanvullende aanvragen. Het relatieve aantal aanvullende aanvragen is bepaald door te kijken naar het aantal ingediende aanvullende aanvragen per maand ten opzichte van het totaal aantal afgehandelde reguliere zaken per maand. Het type beleid is net zoals voorheen bepaald door alle afgehandelde zaken tussen 1 januari 2013 en 1 juni 2014 onder het oude beleid te noemen, tussen 1 juni 2014 en 15 oktober 2014 onder het burgergericht werken te noemen, en tussen 15 oktober 2014 en 1 januari 2016 onder het all-in beleid te noemen. Uit Tabel 4 blijkt dat na de invoering van het burgergericht werken een lichte stijging wordt waargenomen in het relatieve aantal aanvullende aanvragen. Sinds het all-in beleid is het relatieve aantal aanvullende aanvragen wat forser gestegen. Deze resultaten zijn volgens de ANOVA analyse significant (F(2, N = 37) = 3.638, p =.037). Dit betekent dat tussen de beleidsgroepen een significant verschil bestaat met betrekking tot het aantal aanvullende aanvragen. Verder blijkt volgens de analyse dat er een significant verband bestaat tussen het oude beleid en het all-in beleid (p =.035). Dit betekent dat er sinds het all-in beleid significant relatief meer aanvullende aanvragen per maand zijn dan in het oude beleid. Uit de analyse blijkt dat er geen significant verband bestaat tussen het oude beleid en het burgergericht werken (p =.981) en tussen het burgergericht werken en het all-in beleid (p =.259). Dit betekent dat er geen significante verschillen zijn in het aantal aanvullende aanvragen door het burgergericht werken. In Grafiek 1 zijn de verschillen in het aantal aanvullende aanvragen per beleid weergeven. Concluderend kan worden gesteld dat de kwantitatieve analyse uitwijst dat er tijdens het burgergericht werken geen significante verandering is opgetreden in het relatieve aantal aanvullende aanvragen ten opzichte van het oude beleid. Tijdens het all-in beleid, daarentegen, werden significant meer aanvullende aanvragen ingediend ten opzichte van het oude beleid. Hierbij moet er rekening mee gehouden worden dat het hier gaat om de periode waarin het all-in beleid van toepassing was (15 oktober 2014 tot en met 31 december 2015). De aanvullende aanvragen hadden dus geen betrekking op aanvragen die volgens het all-in beleid werden behandeld. [18]

20 Tabel 4. Relatieve aantal aanvullende aanvragen per maand type beleid gemiddelde minimum - maximum oude beleid 8.1 % 4-12 burgergericht werken 8.4 % 5-10 all-in beleid 10.5 % 6-18 Grafiek 1. Relatieve aantal aanvullende aanvragen per maand 12 10, ,1 8, oude beleid burgergericht werken all-in beleid 3.2. Gevolgen voor het Schadefonds en het slachtoffer Verandering in het relatieve aantal bezwaarzaken Een one-way ANOVA analyse is uitgevoerd om te onderzoeken of er door de beleidswijzigingen significante veranderingen te constateren zijn in het aantal bezwaarzaken. Het relatieve aantal bezwaarzaken is bepaald door te kijken naar het aantal ingediende bezwaren per maand ten opzichte van het totaal aantal afgehandelde reguliere zaken per maand. Uit Tabel 5 blijkt dat er sinds het burgergericht werken een kleine stijging wordt waargenomen in het relatieve aantal bezwaarzaken per maand en sinds het all-in beleid een daling wordt waargenomen in het relatieve aantal bezwaarzaken per maand. Deze verschillen tussen de beleidstypes waren echter niet significant in de one-way ANOVA (F(2, N = 37) =.369, p =.694). Dit betekent dat er geen significante verschillen in het [19]

21 aantal bezwaarzaken zijn door de beleidsveranderingen. In Grafiek 2 zijn de verschillen in het aantal bezwaarzaken weergegeven. Concluderend kan worden gesteld dat de kwantitatieve analyse uitwijst dat er zowel tijdens het burgergericht werken als tijdens het all-in beleid geen significante verandering is opgetreden in het relatieve aantal ingediende bezwaarzaken ten opzichte van het oude beleid. Tabel 5. Relatieve aantal bezwaarzaken per maand type beleid gemiddelde minimum - maximum oude beleid 10,2 % 5-16 burgergericht werken 11,1 % 9-13 all-in beleid 9,6 % 4-19 Grafiek 2. Relatieve aantal bezwaarzaken per maand 11, ,1 10,5 10,2 10 9,5 9,6 9 8,5 oude beleid burgergericht werken all-in beleid Verandering in het relatieve aantal beroepszaken Een one-way ANOVA analyse is uitgevoerd om te onderzoeken of er door de beleidswijzigingen significante veranderingen te constateren zijn in het aantal beroepszaken. Het relatieve aantal beroepszaken is bepaald door te kijken naar het aantal beroepszaken per maand ten opzichte van het aantal bezwaarzaken per maand. Uit Tabel 6 blijkt dat er sinds het burgergericht werken en het [20]

22 all-in beleid een grote stijging te zien is in het relatieve aantal beroepszaken per maand. Deze resultaten zijn significant in de one-way ANOVA (F(2, N = 37) = , p =.000). Dit betekent dat er ergens tussen de beleidsgroepen een significant verschil bestaat met betrekking tot het aantal aanvullende aanvragen. Bij nadere analyse blijkt dat er een significant verband bestaat tussen het oude beleid en het burgergericht werken (p =.022) en tussen het oude beleid en het all-in beleid (p =.000). Dit betekent dat er sinds het burgergericht werken en het all-in beleid significant meer beroepszaken per maand zijn dan in het oude beleid. Uit de analyse blijkt dat er geen significante verbanden gevonden zijn tussen het burgergericht werken en het all-in beleid (p =.488). Dit betekent dat er geen significante verschillen zijn in het aantal beroepszaken tussen het burgergericht werken en het all-in beleid. In Grafiek 3 zijn de verschillen in het aantal relatieve beroepszaken per maand weergegeven. Concluderend kan worden gesteld dat de kwantitatieve analyse uitwijst dat er zowel tijdens het burgergericht werken als tijdens het all-in beleid significant meer beroepszaken zijn ingediend ten opzichte van het oude beleid. Hierbij moet er opnieuw rekening mee gehouden worden dat het hier gaat om de periode waarin de beleidswijzigingen van toepassing waren (1 juni 2014 tot en met 15 oktober 2014; 15 oktober 2014 tot en met 31 december 2015). De beroepszaken hadden dus mogelijk geen betrekking op aanvragen die volgens het burgergericht werken, dan wel het all-in beleid, werden behandeld. Tabel 6. Relatieve aantal beroepszaken per maand type beleid gemiddelde minimum - maximum oude beleid 1,4 % 0-7 burgergericht werken 10,1 % 3-19 all-in beleid 13,7 % 2-29 [21]

23 Grafiek 3. Relatieve aantal beroepszaken per type beleid , , ,4 oude beleid burgergericht werken all-in beleid Verandering in de doorlooptijd van een aanvraag Een one-way ANOVA analyse is uitgevoerd om significante veranderingen door de beleidswijzigingen te constateren in de doorlooptijd van een aanvraag. Bij het bepalen van het type beleid is in principe gelet op de datum van indiening, waarbij de volgende periodes zijn gehanteerd: 1 januari 2013 tot 1 juni 2014 (oude beleid), 1 juni 2014 tot 15 oktober 2014 (burgergericht werken) en 15 oktober 2014 tot 1 januari 2016 (all-in beleid). Daarnaast is er in de periode 1 januari 2013 tot 1 juni 2014 ook op gelet of de aanvraag burgergericht behandeld was (in het kader van de toenmalige pilot). De doorlooptijd is gemeten als het aantal dagen tussen de stempeldatum van de aanvraag en de datum van de beslissing. Zoals te zien is in de onderstaande tabel, zijn de gemiddelde doorlooptijden tijdens de oude beleidssituatie en na de invoering van het all-in beleid ongeveer gelijk. Tussen deze periodes, na de invoering van het burgergericht werken, wordt een lichte stijging in de doorlooptijd waargenomen. Echter, deze verschillen tussen de beleidstypes waren niet significant in de one-way ANOVA (F(2, N = 300) =.600, p =.549). Dit betekent dat er geen significant verschil bestond tussen de doorlooptijd van een aanvraag tijdens de oude beleidssituatie, het burgergericht werken en het all-in beleid. Grafiek 1 geeft de verschillen in de doorlooptijd per type beleid grafisch weer. [22]

24 Concluderend kan worden gesteld dat de kwantitatieve analyse uitwijst dat zowel het burgergericht werken als het all-in beleid geen significante invloed hebben gehad op de doorlooptijd van een aanvraag. Tabel 8. Gemiddelde doorlooptijd (in aantal dagen) per type beleid type beleid gemiddelde minimum - maximum oude beleid burgergericht werken all-in beleid Grafiek 4. Doorlooptijd (in aantal dagen) per type beleid ,92 99,9 100,14 oude beleid burgergericht werken all-in beleid [23]

25 4. Resultaten interviews 4.1. Gevolgen voor het Schadefonds: interviews met juristen De implementatie van het burgergericht werken Volgens veel juristen is het beleid uitgevoerd zoals het bedoeld was, hierbij is ook stilgestaan tijdens trainingen en de opleiding. Er is een periode iets minder gebeld door de versnellingsmaatregelen die de hoge werkvoorraad weg zou nemen. Ja er is uitgebreid bij stilgestaan in de opleiding. Het hoofddoel was om het slachtoffer bellen zodat ze weten dat het in behandeling is. Vaak hebben slachtoffers er behoefte aan om de aanvraag toe te lichten. Mededelingsgesprekken. Voorkomen van bezwaar. Horen of er weerstand is kijken of je het telefonisch weg kan nemen. Ja. Het beleid is ook goed uitgevoerd. Er is een tijdje iets minder gebeld door de drukte. We kregen een training voor de hoofdlijnen, maar je creëert wel je eigen werkwijze. Niet zo uitgevoerd Het beleid wordt volgens sommige juristen niet uitgevoerd zoals het bedoeld was, maar zelfs beter. Ook was de bedoeling om een introductie gesprek en een mededelingsgesprek te voeren met het slachtoffer op twee verschillende momenten. Aan het begin van het proces en aan het eind, met de mededeling en uitleg van de beslissing. Dit was niet haalbaar en veel juristen zijn er positief over om het introductie- en mededelingsgesprek te combineren. Volgens Nina oude directeur iedereen bellen, maar we kwamen er achter dat het niet handig is. Idee is dat het bijdraagt aan de erkenning, maar soms zorgt het er juist voor dat het bij mensen dingen ophaalt. Wordt niet uitgevoerd zoals het ooit bedoeld was, maar wel beter. Ja, drukte heeft er wel mee te maken. Beoordelingsruimte bij jurist, combineren intro en mededelingsgesprek. Het doel was wel om dit apart te doen. Daarnaast was de bedoeling om te bellen met het slachtoffer wanneer deze iemand gemachtigd had. Dit is nu ook niet meer zo, het slachtoffer wordt niet benaderd wanneer deze een gemachtigde heeft. [24]

26 Oorspronkelijk zou je ook bellen met aanvrager van gemachtigde maar nu bel je alleen met gemachtigde (advocaat) Invloed van het burgergericht werken op de beslissing op de aanvraag De invloed van het burgergericht werken is volgens de juristen in meerdere mate van invloed op de toewijzingen en afwijzingen van aanvragen dan all-in beleid dat is. Er heerst iets meer variatie in de meningen over de invloed van het bellen op de beoordeling. Veel juristen geven aan dat wanneer er gebeld wordt met het slachtoffer, dit slachtoffer eventueel nieuwe informatie kan geven. Met deze nieuwe informatie kan soms een afwijzing omslaan in een toewijzing. Toch geeft een jurist ook aan dat dit niet vaak gebeurt. Soms denk je dat het een afwijzing wordt en dan komen ze met nieuwe info. Dit kan tot nieuwe dingen leiden. In die zin kan het burgergericht werken helpen. Soms wel, je krijgt nieuwe informatie dus een nieuwe kijk op de zaak, dan ga je er toch anders over nadenken. Het gaat dan meestal wel richting een toewijzing. Er zijn ook juristen die denken dat het bellen niet van invloed is op de aantallen toewijzingen of afwijzingen. Sommige juristen denken dat er misschien een verandering in deze aantallen is maar dat dit niet toe te wijzen is aan de beleidswijziging. Denk het niet, het versoepelen van de criteria en de vereenvoudigde toets zoals die is afgesproken voor aannemelijkheidsbeoordeling wel. Dat staat wel los van burgergericht werken, dat was een beleidsmatige keuze. Daarnaast zijn er ook juristen die het niet weten maar het enkel kunnen beredeneren waarom het bellen invloed zou kunnen hebben op de verandering in aantallen. Niet duidelijk ja of nee. Ik denk op zich niet, maar kan mij voorstellen dat als de behandelaar beslissing schrijft en gaat bellen en toch blijkt dat er behandeling is, dat die er eerder worden uitgehaald voor de beslissing valt. Je komt er eerder achter dat je niet over alle info beschikt. Er zijn verschillende meningen over de invloed van de informatie uit het burgergerichte gesprek op de uiteindelijke beslissing. Sommige juristen vinden dat het gesprek geen invloed heeft op het [25]

Slachtoffer van geweld?

Slachtoffer van geweld? Slachtoffer van geweld? Wij komen u financieel tegemoet Erkenning geeft kracht Wat doet het Schadefonds Geweldsmisdrijven? Het Schadefonds Geweldsmisdrijven geeft een financiële tegemoetkoming aan mensen

Nadere informatie

Aanvraag Uitkering nabestaande

Aanvraag Uitkering nabestaande Aanvraag Uitkering nabestaande Is een naaste van u na 1972 slachtoffer geworden van een opzettelijk geweldsmisdrijf in Nederland? En is deze naaste hierdoor overleden? Dan kunt u mogelijk een uitkering

Nadere informatie

Aanvraag Uitkering nabestaande

Aanvraag Uitkering nabestaande Aanvraag Uitkering nabestaande Is het overleden slachtoffer geen naaste van u, maar heeft u wel de begrafenis of crematie betaald? Dan kunt u met dit formulier een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming

Nadere informatie

Slachtoffer van geweld?

Slachtoffer van geweld? Slachtoffer van geweld? Wij komen u financieel tegemoet Erkenning geeft kracht Wat doet het Schadefonds Geweldsmisdrijven? Het Schadefonds Geweldsmisdrijven geeft een financiële tegemoetkoming aan mensen

Nadere informatie

Aanvraag Uitkering slachtoffer

Aanvraag Uitkering slachtoffer Aanvraag Uitkering slachtoffer Bent u na 1972 slachtoffer geworden van een opzettelijk geweldsmisdrijf in Nederland? En heeft u door dit geweldsmisdrijf ernstig lichamelijk of psychisch letsel? Dan kunt

Nadere informatie

Slachtoffer. Schade? van geweld? Wat het Schadefonds Geweldsmisdrijven voor u kan doen

Slachtoffer. Schade? van geweld? Wat het Schadefonds Geweldsmisdrijven voor u kan doen Slachtoffer van geweld? Schade? Wat het Schadefonds Geweldsmisdrijven voor u kan doen Slachtoffer van geweld? Als u slachtoffer bent geworden van een geweldsmisdrijf, dan is dat een ingrijpende ervaring.

Nadere informatie

Management samenvatting

Management samenvatting Management samenvatting Achtergrond, doelstelling en aanpak Op 1 januari 2014 is de Wet conservatoir beslag ten behoeve van het slachtoffer (hierna: conservatoir beslag) 1 in werking getreden. Doel van

Nadere informatie

Slachtoffer van een geweldsmisdrijf? Het Schadefonds biedt u een financieel steuntje in de rug. Erkenning geeft kracht Samen betrokken

Slachtoffer van een geweldsmisdrijf? Het Schadefonds biedt u een financieel steuntje in de rug. Erkenning geeft kracht Samen betrokken Slachtoffer van een geweldsmisdrijf? Het Schadefonds biedt u een financieel steuntje in de rug Erkenning geeft kracht Samen betrokken Wat doet het Schadefonds Geweldsmisdrijven? Het Schadefonds is er voor

Nadere informatie

SAMENVATTING EVALUATIE PROGRAMMA SCHAKEL!

SAMENVATTING EVALUATIE PROGRAMMA SCHAKEL! SAMENVATTING EVALUATIE PROGRAMMA SCHAKEL! Aanleiding Het Vervangingsfonds voert regelmatig grootschalige projecten of programma s uit om een extra impuls te geven aan de aanpak van het ziekteverzuim in

Nadere informatie

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID SECONDANT #1 MAART 2011 53 De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID door Maartje Timmermans en Miranda Witvliet De auteurs werken als onderzoeker bij

Nadere informatie

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Gemeente Woerden. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2011

Gemeente Woerden. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2011 Gemeente Woerden Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2011 26 maart 2012 Projectnr. 2632.102 Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem Postbus 1174 6801 BD Arnhem Telefoon (026) 3512532 Telefax (026) 4458702 E-mail

Nadere informatie

Aanvraag uitkering voor nabestaande

Aanvraag uitkering voor nabestaande Aanvraag uitkering voor nabestaande Postbus 1947 2280 DX Rijswijk (ZH) Tel.: 070 414 20 00 www.schadefonds.nl info@schadefonds.nl In te vullen door Schadefonds Geweldsmisdrijven Kenmerk: Machtiging Voor

Nadere informatie

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. secondant #2 april 2009 7 Geweldsdelicten tussen - Daling van geweld komt niet uit de verf Crimi-trends

Nadere informatie

Voorwoord van de directeur en de voorzitter van de Commissie

Voorwoord van de directeur en de voorzitter van de Commissie Jaarverslag 2016 40 jaar erkenning aan slachtoffers Het jaar 2016 stond in het teken van 40 jaar erkenning door het Schadefonds aan slachtoffers en de doorlopende zoektocht om de dienstverlening aan slachtoffers

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Management Summary. Evaluatie onderzoek naar Peer Review voor de MfN-registermediator

Management Summary. Evaluatie onderzoek naar Peer Review voor de MfN-registermediator Management Summary Evaluatie onderzoek naar Peer Review voor de MfN-registermediator Uitgevoerd door onderzoekers van het Montaigne Centrum voor Rechtspleging en Conflictoplossing van de Universiteit Utrecht

Nadere informatie

Erkenning voor slachtoffers van huiselijk geweld

Erkenning voor slachtoffers van huiselijk geweld Erkenning voor slachtoffers van huiselijk geweld U bent als hulpverlener betrokken bij een slachtoffer van huiselijk geweld. Het Schadefonds Geweldsmisdrijven kan het slachtoffer erkenning geven met een

Nadere informatie

U hebt een schadevergoeding toegewezen gekregen

U hebt een schadevergoeding toegewezen gekregen Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.3.7 U hebt een schadevergoeding toegewezen gekregen bronnen www.cjib.nl, januari 2011 Openbaar Ministerie, brochure: Hoe krijg ik mijn schade vergoed? januari 2011

Nadere informatie

2014D36200 LIJST VAN VRAGEN

2014D36200 LIJST VAN VRAGEN 2014D36200 LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft over de beleidsdoorlichting slachtofferzorg (Kamerstuk 33 199, nr. 4) de navolgende vragen ter beantwoording aan de Staatssecretaris

Nadere informatie

A. Nieuwe Wmo Verordening prestatieveld 6

A. Nieuwe Wmo Verordening prestatieveld 6 Onderzoeksopzet Evaluatie Wmo 2013 Op 1 januari 2013 is de nieuwe Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Drechtsteden 2013 in werking getreden. Tevens is op die datum een nieuwe aanpak

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Klanttevredenheidsonderzoek Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Aanleiding, methode en respons Aanleiding Gedurende de afgelopen jaren heeft de gemeente Olst-Wijhe meerdere onderzoeken

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

SAMENVATTING Achtergrond Onderzoeksopzet

SAMENVATTING Achtergrond Onderzoeksopzet SAMENVATTING Achtergrond De laatste jaren is er een toenemende aandacht van de overheid voor de aanpak van kindermishandeling en partnergeweld. Het kabinet heeft in 2007 het actieplan Kinderen Veilig Thuis

Nadere informatie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie 1 Samenvatting In opdracht van de FamilieAcademie is een eerste effectmeting gedaan naar de training

Nadere informatie

Onderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling 2011... Antidiscriminatievoorziening Limburg

Onderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling 2011... Antidiscriminatievoorziening Limburg Proces klachtbehandeling 2011................................................................... Antidiscriminatievoorziening Limburg Mei 2012...................................................................

Nadere informatie

Statuut afhandeling van civiele vorderingen tot schadevergoeding seksueel misbruik

Statuut afhandeling van civiele vorderingen tot schadevergoeding seksueel misbruik Aanvraagformulier slachtoffer Statuut afhandeling van civiele vorderingen tot schadevergoeding seksueel misbruik Het Schadefonds Geweldsmisdrijven geeft aan slachtoffers met ernstig psychisch of fysiek

Nadere informatie

Juridische ondersteuning

Juridische ondersteuning Juridische ondersteuning In deze brochure staat informatie over de juridische ondersteuning voor: Slachtoffers van verkeersongevallen Nabestaanden van slachtoffers van dodelijke verkeersongevallen Slachtoffers

Nadere informatie

BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE

BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregel

Nadere informatie

BELEIDSREGELS Tijdelijke regeling aannemelijkheid slachtofferschap mensenhandel

BELEIDSREGELS Tijdelijke regeling aannemelijkheid slachtofferschap mensenhandel BELEIDSREGELS Tijdelijke regeling aannemelijkheid slachtofferschap mensenhandel 2 februari 2018 Vastgesteld door de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Aanvraag...

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie

3 Werkwijze Voordat een CQI meetinstrument mag worden ingezet voor reguliere metingen moet het meetinstrument in twee fases getest worden.

3 Werkwijze Voordat een CQI meetinstrument mag worden ingezet voor reguliere metingen moet het meetinstrument in twee fases getest worden. Procedure Psychometrische en discriminerend vermogen testfase Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: PRO 04 Eigenaar: 1 Inleiding De richtlijnen en aanbevelingen voor de test naar de psychometrische en onderscheidende

Nadere informatie

MANAGEMENTSAMENVATTING. Achtergrond van het onderzoek

MANAGEMENTSAMENVATTING. Achtergrond van het onderzoek MANAGEMENTSAMENVATTING Achtergrond van het onderzoek In 2012 en 2013 verschenen de rapportages over de eerste slachtoffermonitor, waarin ruim duizend slachtoffers van misdrijven is gevraagd naar de ervaringen

Nadere informatie

De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven

De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven Uitspraak De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven Zaaknummer: ****** Datum uitspraak: 7 augustus 2015 De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven

Nadere informatie

5 Samenvatting en conclusies

5 Samenvatting en conclusies 5 Samenvatting en conclusies In 2008 werden in Nederland bijna 5,2 miljoen mensen het slachtoffer van criminaliteit (cbs 2008). De meeste van deze slachtoffers kregen te maken met diefstal of vernieling,

Nadere informatie

Schadefonds en Jeugdbescherming; twee kanten van dezelfde medaille?

Schadefonds en Jeugdbescherming; twee kanten van dezelfde medaille? Schadefonds en Jeugdbescherming; twee kanten van dezelfde medaille? Een onderzoek naar minderjarige slachtoffers van geweld die bekend zijn bij Jeugdbescherming. Noralie van 't Hul Masterstudent Jeugdrecht

Nadere informatie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie Interventie: Families First Deelcommissie: 1 Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier Datum vergadering: 11 april 2014 Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie De commissie

Nadere informatie

Restorative justice in drie landen: anders, hetzelfde, anders

Restorative justice in drie landen: anders, hetzelfde, anders Restorative justice in drie landen: anders, hetzelfde, anders Antony Pemberton Europese Dag van het Slachtoffer 2013 Victims and Restorative Justice EU-project, geleid door het Europees Forum voor Herstelrecht

Nadere informatie

Statuut afhandeling van civiele vorderingen tot schadevergoeding seksueel misbruik

Statuut afhandeling van civiele vorderingen tot schadevergoeding seksueel misbruik Aanvraagformulier nabestaande(n) Statuut afhandeling van civiele vorderingen tot schadevergoeding seksueel misbruik Het Schadefonds Geweldsmisdrijven geeft aan slachtoffers met ernstig psychisch of fysiek

Nadere informatie

Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016

Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016 Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016 Inleiding Met de transities in het sociale domein in 2015 zijn de voorwaarden en criteria voor het verkrijgen van huishoudelijke hulp

Nadere informatie

1. Inleiding Methode van onderzoek Responsverantwoording Leeswijzer 2

1. Inleiding Methode van onderzoek Responsverantwoording Leeswijzer 2 Inhoud 1. Inleiding 1 1.1. Methode van onderzoek 1 1.2. Responsverantwoording 1 1.3. Leeswijzer 2 2. Tevredenheid Wmo-cliënten 3 2.1. Aanvragen van de voorzieningen 3 2.2. (On)Tevredenheid PGB 4 2.3. Tevredenheid

Nadere informatie

Wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met het opheffen van de

Wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met het opheffen van de 35041 Wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met het opheffen van de rechtspersoonlijkheid van het fonds, uitbreiding van de taakuitoefening tot de openbare lichamen Bonaire, Sint

Nadere informatie

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Landelijk cliëntervaringsonderzoek Landelijk cliëntervaringsonderzoek Monitor Januari t/m december 2016 Ons kenmerk: 17.0010587 Datum: 22-09-2017 Contactpersoon: Rosan Hilhorst E-mail: Contractbeheer@regiogv.nl Inhoud 1. Inleiding... 3

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek 2015

Klanttevredenheidsonderzoek 2015 Klanttevredenheidsonderzoek 2015 Uitgevoerd door de Wetenschapswinkel van de Universiteit Twente Laura van Neck December 2015 1 Colofon Onderzoek uitgevoerd door: Wetenschapswinkel Universiteit Twente

Nadere informatie

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting S a m e n v a t t i n g 149 Samenvatting 150 S a m e n v a t t i n g Dit proefschrift richt zich op de effectiviteit van een gezinsgerichte benadering (het DMOgespreksprotocol, gebruikt binnen het programma

Nadere informatie

Wmo-klanttevredenheidsonderzoek. over 2009

Wmo-klanttevredenheidsonderzoek. over 2009 Wmo-klantheidsonderzoek over 2009 VERSLAG VAN DE RESULTATEN VAN HET TEVREDENHEIDSONDERZOEK ONDER BURGERS MET EEN BEPERKING VERANTWOORDING EN ANALYSE Wmo-klantheidsonderzoek.nl Wmo-klantheidsonderzoek over

Nadere informatie

Deze centrale vraag leidt tot de volgende deelvragen, die in het onderzoek beantwoord zullen worden.

Deze centrale vraag leidt tot de volgende deelvragen, die in het onderzoek beantwoord zullen worden. Aan: Gemeenteraad van Druten Druten, 27 juli 2015 Geachte voorzitter en leden van de gemeenteraad, In de eerste rekenkamerbrief van 2015 komt inkoop en aanbesteding aan bod. Dit onderwerp heeft grote relevantie,

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013 Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep Gemeente Ubbergen Juni 2013 Colofon Uitgave I&O Research BV Zuiderval 70 7543 EZ Enschede tel. (053) 4825000 Rapportnummer 2013/033 Datum

Nadere informatie

Inleiding 15 Waarom deze methode? 15 Voor de student 16 Legenda gebruikte icoontjes 18 Personages: wie is wie? 18. In de startblokken 19

Inleiding 15 Waarom deze methode? 15 Voor de student 16 Legenda gebruikte icoontjes 18 Personages: wie is wie? 18. In de startblokken 19 Inleiding 15 Waarom deze methode? 15 Voor de student 16 Legenda gebruikte icoontjes 18 Personages: wie is wie? 18 In de startblokken 19 STAP 1 Van interesse tot brainstormen over het onderwerp 29 Beschrijvende

Nadere informatie

De concrete voorstellen in dit pamflet dragen in de optiek van de VVD bij aan het verwezenlijken van deze doelstellingen.

De concrete voorstellen in dit pamflet dragen in de optiek van de VVD bij aan het verwezenlijken van deze doelstellingen. Slachtoffer zijn van een misdrijf is ingrijpend. Het draagt bij aan de verwerking van dit leed als slachtoffers het gevoel hebben dat zij de aandacht krijgen die zij verdienen. Dat zij zo goed mogelijk

Nadere informatie

Wetenschappelijk onderzoek met bestaande gegevens bij Dimence

Wetenschappelijk onderzoek met bestaande gegevens bij Dimence Wetenschappelijk onderzoek met bestaande gegevens bij Dimence Twee vormen: (1) actief betrekken van mensen en (2) gebruik maken van bestaande gegevens (1) Als de patiënt betrokken is doordat hij/zij een

Nadere informatie

Woonvoorzieningen 2010 2011 2012 Aanvragen totaal 452 351 299 Aanvragen verhuiskostenvergoeding 8 6 4

Woonvoorzieningen 2010 2011 2012 Aanvragen totaal 452 351 299 Aanvragen verhuiskostenvergoeding 8 6 4 De heer P.C. Schultink De heer A.J. de Leeuw Datum: Ons kenmerk: Afdeling: Contactpersoon: Uw brief van: Uw kenmerk: Onderwerp: WMO-- Samenleving A. Bok 21 november 2012 Beantwoording vragen Wmo Datum

Nadere informatie

Bijlage uitkomsten dagloonmonitor

Bijlage uitkomsten dagloonmonitor Bijlage uitkomsten dagloonmonitor In verband met de tijd die gemoeid was met implementatie van de wijzigingen is het dagloonbesluit op 1 juni 2013 in werking getreden, na de inwerkingtreding op 1 januari

Nadere informatie

Kaderdocument lichaamsmateriaal bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker

Kaderdocument lichaamsmateriaal bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker Kaderdocument lichaamsmateriaal bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker Dit document is na advisering door de programmacommissie baarmoederhalskanker en de screeningsorganisaties vastgesteld door het

Nadere informatie

Schadefonds. Aanvraag uitkering voor slachtoffer. Geweldsmisdrijven. Justitie. Postbus 1947, 2280 DX Rijswijk

Schadefonds. Aanvraag uitkering voor slachtoffer. Geweldsmisdrijven. Justitie. Postbus 1947, 2280 DX Rijswijk Schadefonds Geweldsmisdrijven Postbus 1947, 2280 DX Rijswijk Aanvraag uitkering voor slachtoffer Telefoon 070 414 20 00 www.schadefonds.nl info@schadefonds.nl SGm frm as 2005-02 Justitie In te vullen door

Nadere informatie

Effectmeting van. hulp- en dienstverlening

Effectmeting van. hulp- en dienstverlening Effectmeting van hulp- en dienstverlening Gemeenten, instellingen en organisaties moeten hun uitgaven verantwoorden: wat leveren investeringen op? Ook investeringen in sociaal beleid moeten zij kunnen

Nadere informatie

Companen waar wonen beweegt

Companen waar wonen beweegt Projectnr. 2632.102/PL Companen waar wonen beweegt Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem Postbus 1174 6801 BD Arnhem Telefoon (026)3512532 Telefax (026) 4458702 E-mail Internet info@companen.nl www.companen.nl

Nadere informatie

[naam] [geboortedatum] [woonplaats] hierna te noemen: aanvraagster

[naam] [geboortedatum] [woonplaats] hierna te noemen: aanvraagster Uitspraak De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven Zaaknummer: xxxxxx Datum uitspraak: 3 oktober 2014 De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven

Nadere informatie

Onderzoeksprotocol. Slachtofferhulp. www.slachtofferhulp.nl. N e d e r l a n d

Onderzoeksprotocol. Slachtofferhulp. www.slachtofferhulp.nl. N e d e r l a n d Onderzoeksprotocol www.slachtofferhulp.nl Slachtofferhulp N e d e r l a n d Inleiding Deze folder is bestemd voor particulieren, instellingen en bedrijven die Slachtofferhulp Nederland vragen mee te werken

Nadere informatie

Aangifte doen En dan?

Aangifte doen En dan? www.politie.nl/slachtoffer Aangifte doen En dan? 17035-1 Informatie voor slachtoffers van een misdrijf 1 Bent u slachtoffer van een misdrijf? Is er bijvoorbeeld bij u ingebroken? Of heeft iemand u mishandeld?

Nadere informatie

Van: M. van Milligen Tel nr: Nummer: 17A.00002

Van: M. van Milligen Tel nr: Nummer: 17A.00002 VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS & RAADSINFORMATIEBRIEF Van: M. van Milligen Tel nr: Nummer: 17A.00002 Datum: 31 januari 2017 Team: Openbare Orde en Veiligheid Tekenstukken: Ja Bijlagen: 2 Afschrift

Nadere informatie

Proeftuinplan: Meten is weten!

Proeftuinplan: Meten is weten! Proeftuinplan: Meten is weten! Toetsen: hoog, laag, vooraf, achteraf? Werkt het nu wel? Middels een wetenschappelijk onderzoek willen we onderzoeken wat de effecten zijn van het verhogen cq. verlagen van

Nadere informatie

(Hoe) kan onze communicatie beter?

(Hoe) kan onze communicatie beter? Deel 3 Onderzoek (Hoe) kan onze communicatie beter? Marijke Manshanden* Uw organisatie heeft een communicatieprobleem. U wilt dit probleem oplossen, maar mist de informatie om tot een goede oplossing te

Nadere informatie

Schema werkwijze LANGZS-advocaten. De financiering

Schema werkwijze LANGZS-advocaten. De financiering Schema werkwijze LANGZS-advocaten De financiering Wanneer een cliënt zich meldt bij de advocaat zal deze, net als in andere zaken, een kennismakingsgesprek plannen. Doorgaans is dit niet vrijblijvend.

Nadere informatie

Helpt na een misdrijf, verkeersongeluk, calamiteit of bij vermissing

Helpt na een misdrijf, verkeersongeluk, calamiteit of bij vermissing Helpt na een misdrijf, verkeersongeluk, calamiteit of bij vermissing Programma Wie zijn wij? Wie helpen wij? Wat doen wij? Ontwikkelingen Financiering Wie zijn wij? Wij Behartigen de belangen van slachtoffers.

Nadere informatie

5. Moet je een melding bij de commissie Samson hebben gedaan om voor een compensatieregeling in aanmerking te komen? Dat is niet noodzakelijk.

5. Moet je een melding bij de commissie Samson hebben gedaan om voor een compensatieregeling in aanmerking te komen? Dat is niet noodzakelijk. Vragen en Antwoorden compensatieregelingen slachtoffers van seksueel misbruik in de jeugd/pleegzorg In dit document vindt u vragen en antwoorden bij de mededelingen van het Ministerie van Veiligheid en

Nadere informatie

Rapportage landelijk onderzoek zorggebruik j-ggz. Rotterdam 20 mei 2015 P.F. Oosterbaan J. van de Ketterij B. den Outer

Rapportage landelijk onderzoek zorggebruik j-ggz. Rotterdam 20 mei 2015 P.F. Oosterbaan J. van de Ketterij B. den Outer Rapportage landelijk onderzoek zorggebruik j-ggz Rotterdam 20 mei 2015 P.F. Oosterbaan J. van de Ketterij B. den Outer Colofon tekst: JB Lorenz vormgeving: de Beeldsmederij mei 2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012 Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 0/0 Stichting Personeelspensioenfonds Cordares (PPF) Astrid Currie, communicatieadviseur Maart 0 versie.0 Pagina versie.0 Inleiding Op initiatief

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 9 mei 2012. Rapportnummer: 2012/077

Rapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 9 mei 2012. Rapportnummer: 2012/077 Rapport Rapport betreffende een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag Datum: 9 mei 2012 Rapportnummer: 2012/077 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Huurcommissie: niet de juiste

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK CLIËNTERVARINGSONDERZOEK Huishoudelijke Hulp Gemeente Loppersum Wmo Support Datum: 15 maart 2017 Versie: Definitief 1 Inhoudsopgave 2 Inleiding... 3 2.1 Waarom huisbezoeken?... 3 2.2 Leeswijzer... 3 3

Nadere informatie

Bijlage Rapportage monitor en resultaten eerste meting juni 2014 pilot Huishoudelijke Verzorging

Bijlage Rapportage monitor en resultaten eerste meting juni 2014 pilot Huishoudelijke Verzorging Bijlage Rapportage monitor en resultaten eerste meting juni 2014 pilot Huishoudelijke Verzorging Opzet van de monitor Huishoudelijke Verzorging De nieuwe manier van werken heeft 3 hoofdrolspelers namelijk

Nadere informatie

Help voor het Verjaringsprogramma zeden

Help voor het Verjaringsprogramma zeden Help voor het Verjaringsprogramma zeden Inleiding Het is voor de professional in het zedenvakgebied steeds gecompliceerder geworden om de verjaring van een zedenzaak te berekenen. Dit is het gevolg van

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties a Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie- en Preventiebeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de minister van Buitenlandse Zaken t.a.v.

Nadere informatie

Evaluatie Ambtelijk Horen Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Delft DIMENSUS beleidsonderzoek December 2013 Project 553 1 Aanleiding Al geruime tijd constateert de gemeente Delft dat burgers

Nadere informatie

Wmo-innovatiefonds gemeente Drimmelen

Wmo-innovatiefonds gemeente Drimmelen Wmo-innovatiefonds gemeente Drimmelen BELEIDSREGELS BIJDRAGE VOOR INNOVATIE GEMEENTE DRIMMELEN 2016 Het college van Burgemeester en Wethouders, Gelet op de Algemene subsidieverordening Drimmelen 2007;

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek!" ##

Centraal Bureau voor de Statistiek! ## Centraal Bureau voor de Statistiek!" ## Projectnummer: BPA-nummer: Datum: 1 maart 2013 1. Doorontwikkeling van Integrale Veiligheidsmonitor (IVM) naar Veiligheidsmonitor (VM) 1.1 Inleiding Gedurende de

Nadere informatie

Auditrapport. Blik op Werk Keurmerk. Resultaten cliëntenaudit 2012. Nieuwe Koers Beverwijk. Datum rapport: 8 februari 2013

Auditrapport. Blik op Werk Keurmerk. Resultaten cliëntenaudit 2012. Nieuwe Koers Beverwijk. Datum rapport: 8 februari 2013 Datum rapport: 8 februari 2013 Auditrapport Blik op Werk Keurmerk Resultaten cliëntenaudit 2012 Nieuwe Koers Beverwijk Kiwa Nederland BV. Stationspark 45 4462 DZ Goes Telefoon 0113 253434 Fax 0113 253622

Nadere informatie

Vervolging. N.E. de Heer-de Lange

Vervolging. N.E. de Heer-de Lange 6 Vervolging N.E. de Heer-de Lange Dit hoofdstuk beschrijft de fase van vervolging. Hierbij gaat het om de verdachten die worden vervolgd, de strafbare feiten die de basis vormen voor hun strafzaken, en

Nadere informatie

Praktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector

Praktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector Marktonderzoek kunt u prima inzetten om informatie te verzamelen over (mogelijke) markten, klanten of producten, maar bijvoorbeeld ook om de effectiviteit van

Nadere informatie

Vervolging. Getuigenverhoor rechter-commissaris

Vervolging. Getuigenverhoor rechter-commissaris Als u in de strafzaak door een advocaat wordt bijgestaan, is het van belang dat u de advocaat op de hoogte houdt van de voortgang in het onderzoek. Na aangifte zal het politieonderzoek waarschijnlijk nog

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht betreffende het CAK. Datum: 25 maart Rapportnummer: 2014/024

Rapport. Rapport over een klacht betreffende het CAK. Datum: 25 maart Rapportnummer: 2014/024 Rapport Rapport over een klacht betreffende het CAK Datum: 25 maart 2014 Rapportnummer: 2014/024 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het CAK niet klantvriendelijk te werk is gegaan bij het behandelen

Nadere informatie

Beleidsbundel Schadefonds Geweldsmisdrijven. 15 december 2014

Beleidsbundel Schadefonds Geweldsmisdrijven. 15 december 2014 Beleidsbundel Schadefonds Geweldsmisdrijven 15 december 2014 Inhoudsopgave Inleiding...5 1. Wettelijke vereisten...6 1.1 Geweldsmisdrijf...6 1.1.1 Algemeen...6 1.1.2 Opzet...7 1.1.3 In Nederland...7 1.1.4

Nadere informatie

HoE krijg Ik mijn ScHADE vergoed?

HoE krijg Ik mijn ScHADE vergoed? Hoe krijg ik mijn schade vergoed? De schadevergoedingsmaatregel Heeft u als gevolg van een misdrijf schade geleden, dan is het strafproces een manier om uw schade vergoed te krijgen. Als de rechter vindt

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek. Compagnon

Klanttevredenheidsonderzoek. Compagnon Klanttevredenheidsonderzoek Compagnon 1-4-2016 Inhoudsopgave A. Cedeo-erkenning B. Klanttevredenheidsonderzoek Opdrachtgevers C. Conclusie Cedeo 2016 Compagnon 2 A. Cedeo-erkenning 1. Achtergrond Er zijn

Nadere informatie

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Weert, 6 september 2011. Rekenkamer Weert Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. De wijze van onderzoek 4. Deelvragen

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ RIJN IJSSEL. SECTOR CIOS, ZORG EN WELZIJN Opleiding Sociaal-cultureel werker

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ RIJN IJSSEL. SECTOR CIOS, ZORG EN WELZIJN Opleiding Sociaal-cultureel werker RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ RIJN IJSSEL SECTOR CIOS, ZORG EN WELZIJN Opleiding Sociaal-cultureel werker Plaats: BRIN: Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd op: Conceptrapport verzonden op: Rapport

Nadere informatie

AANWIJZING VOOR DE PRAKTIJK 1 HET VORDEREN VAN BILLIJKE GENOEGDOENING

AANWIJZING VOOR DE PRAKTIJK 1 HET VORDEREN VAN BILLIJKE GENOEGDOENING AANWIJZING VOOR DE PRAKTIJK 1 HET VORDEREN VAN BILLIJKE GENOEGDOENING I. Introductie 1. De toekenning van billijke genoegdoening is geen automatisch gevolg van de vaststelling door het Europees Hof voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 041 Wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met het opheffen van de rechtspersoonlijkheid van het fonds, uitbreiding van

Nadere informatie

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen SPSS Introductiecursus Sanne Hoeks Mattie Lenzen Statistiek, waarom? Doel van het onderzoek om nieuwe feiten van de werkelijkheid vast te stellen door middel van systematisch onderzoek en empirische verzamelen

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014 Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014 Inleiding en toelichting Het jaarlijkse Wmo-klanttevredenheidsonderzoek is in april en mei 2015 naar de cliënten verstuurd. Aan de cliënten werd gevraagd of zij de

Nadere informatie

In 2015 is NV schade opnieuw goed beoordeeld door werknemers en werkgevers

In 2015 is NV schade opnieuw goed beoordeeld door werknemers en werkgevers In 2015 is NV schade opnieuw goed beoordeeld door werknemers en werkgevers Samenvatting KTO NV schade 2015 31 maart 2016 Situatie en centrale vraagstelling Onderzoek naar de tevredenheid en loyaliteit

Nadere informatie

Via deze raadsinformatiebrief bieden wij de politie(criminaliteits)cijfers 2016 en de duiding er van ter kennisname aan.

Via deze raadsinformatiebrief bieden wij de politie(criminaliteits)cijfers 2016 en de duiding er van ter kennisname aan. RAADSINFORMATIEBRIEF 17R.00004 gemeente WOERDEN Van college van burgemeester en wethouders Datum 7 februari 2017 Portefeuillehouder(s) : Burgemeester Molkenboer Portefeuille(s) : Openbare Orde en Veiligheid

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, terwijl mr. R.A.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, terwijl mr. R.A. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-521 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, terwijl mr. R.A. Blom, secretaris) Klacht ontvangen op : 2 januari 2018 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Nationaal Evaluatie Comité. Lerende mobiliteit (KA1) Tweede Call 2018

Nationaal Evaluatie Comité. Lerende mobiliteit (KA1) Tweede Call 2018 Nationaal Evaluatie Comité Lerende mobiliteit (KA1) Tweede Call 2018 Volwasseneneducatie (ve), 5 december 2018 Inleiding Lerende Mobiliteit, ook wel Mobiliteit of KA1 genoemd, is één van de drie key actions

Nadere informatie

- Samenvatting - Kies voor Verandering

- Samenvatting - Kies voor Verandering - Samenvatting - Kies voor Verandering Evaluatie van de theoretische onderbouwing, de uitvoering en uitkomsten van de training voor volwassen gedetineerden Janine Plaisier Daniëlle Bouma Allard Feddes

Nadere informatie

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden: Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1

Nadere informatie

Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen

Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen Gemeente Huizen Inleiding... 3 1. Verantwoording onderzoek...

Nadere informatie

Interne klachtenanalyse gemeente Hoogeveen. Interne klachtenanalyse over de in het jaar 2017 ingediende klachten.

Interne klachtenanalyse gemeente Hoogeveen. Interne klachtenanalyse over de in het jaar 2017 ingediende klachten. Interne klachtenanalyse gemeente Hoogeveen Interne klachtenanalyse over de in het jaar 2017 ingediende klachten. Inhoud Inleiding... 3 1. Aantal klachten in 2017... 4 2. Gemiddelde afhandelingstermijn...

Nadere informatie