Raadsvoorstel tot het vaststellen uan de Visie Externe Veiligheid

Transcriptie

1 gemeente Eindhoven Sector Openbare Ruimte, Verkeer lk Milieu Raadsnummer 09.R2998.OOz Inboeknummer o9bstooa9a Beslisdatum B&W to maart 2009 Dossiernummer 9II.35I Raadsvoorstel tot het vaststellen uan de Visie Externe Veiligheid Inleiding De gemeente wil op duurzame wijze vorm en inhoud geven aan te realiseren ruimtelijk economische ambities van de stad. Duidelijk is dat groei van de stad verdichting en stapeling van functies vergt, ook nabij risicobronnen. Externe veiligheid gaat over risico s waardoor burgers van buitenaf getroffen kunnen worden, met name als gevolg van ongevallen met gevaarlijke stoffen (bij bedrijven en transport) en luchtvaart. De gemeente heeft expliciete wettelijke bevoegdheden en verantwoordelijkheden om de risico s zo klein mogelijk en zo goed mogelijk beheersbaar te maken/houden. De wijze waarop hier uitvoering aan wordt gegeven is vastgelegd in de Visie Externe Veiligheid "Risico s de maat genomen". De visie stuurt aan op: verkleinen van risico s externe veiligheid in de woonomgeving; ruimte voor nieuwe risicovolle bedrijven aan de rand van de stad (onder risicobeperkende voorwaarden); verbetering van beheersbaarheid in de stad. Gericht ruimtelijk beleid kan bijdragen aan het beperken en beheersen van risico s en het optimaal inzetbaar houden van schaars beschikbare grond. Daartoe is gebiedsgericht locatiebeleid wenselijk. Ook verbetering van beheersbaarheid draagt bij aan duurzame ontwikkeling van de stad. In 2009 zal een onderzoek worden afgerond naar de mogelijke en gewenste maatregelen en de kosten hiervan. Naar verwachting zal hiervoor extra budget noodzakelijk zijn. Door de Visie Externe Veiligheid als bouwsteen op te nemen in de in voorbereiding zijnde structuurvisie Wet ruimtelijke ordening (Wro) kan ook de mogelijkheid tot fondsvorming (Grondexploitatiewet) worden benut. Doelstelling Duurzame en veilige ontwikkeling van de stad (Eindhoven Een). Een gebiedsgerichte aanpak van veiligheid en leefbaarheid (Eindhoven Een). Voorstel 1 De Visie Externe Veiligheid vaststellen.

2 Raadsnummer 09.R Z 2 De Visie Externe Veiligheid als bouwsteen opnemen in de in voorbereiding zijnde Structuurvisie Wet ruimtelijke ordening. 3 De mogelijkheid tot fondsvorming op basis van de Grondexploitatiewet benutten ter financiering van nader te bepalen verbetering van beheersbaarheid nabij risicobronnen. 4 De Nota van zienswijzen vaststellen. Argumenten 1.1 Risico sin woonomgeving beperken en onder voorwaarden ruimte bieden aan risi covoiie bedrijvigheid nabij de Randweg. Bij de keuze van een locatie voor grootschalige woningbouw, de vestiging van een risicovol bedrijf of de ontwikkeling van een bedrijventerrein is het belangrijkste uitgangspunt dat er een scheiding is tussen de risicobronnen en de kwetsbare woonen werkomgeving. Dit maakt het voeren van een gebiedsgericht locatiebeleid noodzakelijk. De essentie van het locatiebeleid is dat nieuwe risicovolle bedrijven worden geclusterd op daartoe aangewezen bedrijventerreinen gesitueerd aan de randweg (zie roze gebieden in figuur 9, ). Uitbreiding van bestaande risicovolle bedrijven in de binnenstad en woonwijken wordt alleen toegestaan onder voorwaarden (zie paarse gebieden in figuur 9, ). En door het wegnemen van enkele bestaande veelal solitair in of nabij woonwijken gelegen risicobronnen, wordt ook in de bestaande situatie uitwerking gegeven aan maximale scheiding tussen risicobron en ontvangers. In bijlage 5 van de Visie Externe Veiligheid zijn de ambities van de verschillende gebiedscategorieen op hoofdlijnen uitgewerkt. 1.2 Kwetsbare functi es en evenementen op afstand houden van ri si cobronnen. Om risico s zo klein mogelijk te houden is het van belang dat kwetsbare functies en activiteiten op voldoende afstand van de risicobronnen worden gehouden. Er zijn in de wet- en regelgeving twee risico afstanden te onderscheiden, namelijk een "harde" afstand waarbinnen deze functies niet mogen voorkomen en een "zachte" afstand waarbinnen steeds moet worden beoordeeld of een kwetsbare functie daar wenselijk is en welke aanvullende veilig heidsverhogende maatregelen noodzakelijk zijn. Daarbij geldt dat hoe dichter bij de bron hoe zwaarder en kostbaarder de maatregelen zullen zijn. Om deze afweging goed te kunnen doen is in bijlage 6 van de Visie Externe Veiligheid een afwegingskader gemaakt. Bij evenementen kan sprake zijn van grote concentraties van personen. Mede vanwege de zeer beperkte mogelijkheden om bezoekers adequaat te kunnen beschermen is het wenselijk evenementen zoveel mogelijk op afstand van risicobronnen te houden. Daartoe wordt een beperkingengebied voorgesteld (figuur 10, ).

3 Raadsnummer 09.R2998.OOZ De evenementen die in het kader van externe veiligheid relevant zijn, betreft de grote evenementen die vergunningplichtig zijn op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening en/of waarvoor een Wro-besluit noodzakelijk is. Evenementen in daartoe bestemde en ingerichte gebouwen of waarvoor voorschriften op grond van de Wet milieubeheer zijn gesteld, zijn toelaatbaar. Dat geldt ook voor evenementen die zich uitstrekken over een groter gebied in de stad. In dat geval dienen locaties met verhoogde personendichtheid (bijvoorbeeld start/finish, tenten, tribunes) buiten het beperkingengebied te worden gesitueerd. Bij (grote) evenementen, die vergunningplichtig zijn, zullen in elk geval de aspecten openbare orde en gezondheidszorg zorgvuldig en tijdig geborgd worden. 2.1 Locatiebeieidopnemenin Structuurvisie Wro. De Visie Externe Veiligheid draagt bij aan een duurzaam veilige ontwikkeling van de stad. Een belangrijke bouwsteen van de visie betreft het locatiebeleid voor risicovolle bedrijvigheid. Het is om die reden van belang dat deze visie als bouwsteen wordt opgenomen in de in voorbereiding zijnde Structuurvisie Wro. 3.1 De mogelijkheid tot fondsvorming op basis van de Grondexpioi tatiewet benutten. Bij een incident moeten hulpdiensten adequaat kunnen optreden. Enerzijds gaat het over het optreden van de hulpdiensten; hoe snel kunnen ze ter plaatse zijn, is er voldoende bluswater, is de locatie van het incident bereikbaar. Anderzijds gaat het over de zelfredzaamheid van mensen in het gebied; hoe veilig is/wordt een gebouw, zodat mensen zichzelf snel in veiligheid kunnen stellen. In juni 2005 is hiervoor in de gemeente Eindhoven de beleidsnota "Beleidsregels Bluswatervoorzieningen en Bereikbaarheid" vastgesteld. Aan de hand van deze beleidsregels is geconstateerd dat in sommige delen van de stad verbeteringen wenselijk zijn ten aanzien van de beheersbaarheid. Momenteel wordt de actualiteit van de beleidsnota beoordeeld en wordt tevens onderzocht welke veiligheidsverhogende maatregelen nodig zijn en wat de kosten hiervan zijn. Vervolgens zal worden beoordeeld op welke wijze met de Grondexploitatiewet deze veiligheidsverhogende maatregelen in de stad kunnen worden gefinancierd. Gedacht wordt aan een Fonds Grote Werken, een Vereveningsfonds dan wel in een bij het bestemmingsplan op te stellen exploitatieplan. Voorstellen zullen expliciet ter besluitvorming worden voorgelegd. 4.1 Meer mao twerk dankzij reacties ui t dei nspraakprocedure. Conform de Verordening Samenspraak en Inspraak heeft het concept van de visie van 6 november t/m 19 december 2008 voor inspraak ter inzage gelegen. Op 27 november 2008 is een bijeenkomst georganiseerd. De volgende bedrijven hebben gebruik gemaakt van de inspraak. Philips Applied Technologies, dept. Philips Environment & Safety, High Tech Campus 5;

4 Raadsnummer 09.R Z Prorail regio Zuid, Veiligheid Milieu & Juridisch Beheer, 18 Septemberplein 30; TU/e, afdeling AMSO, dienst Algemene Zaken, Den Dolech 2. In de Nota van zienswijzen is, naast de ingekomen reacties, ook aangegeven of en op welke wijze de reacties zijn verwerkt in de visie. Een aantal reacties betreft verduidelijking van de tekst. Tevens is het in de visie mogelijk gemaakt dat bij risicovolle bedrijven onder voorwaarden evenementen zijn toegestaan. Verder zal samen met de grotere bedrijven (Philips en TU/e) worden onderzocht op welke wijze de ambities kunnen worden vertaald in de betreffende bestemmingsplannen. Ook wordt geen direct verband meer gelegd tussen bedrijven die passen bij de Brainportambities en deze visie. Daarvoor in de plaats zal rondom de bedrijventerreinen met risicovolle bedrijven een veiligheidszone worden opgenomen in de betreffende bestemmingsplannen. Daarmee zal worden voorkomen dat zich in de toekomst bedrijven kunnen vestigen met een invloedsgebied dat reikt over (geprojecteerde) woonwijken. Kanttekeningen 1.1 Risico szij n nooit uit te sluiten. Risico s externe veiligheid kunnen nooit helemaal worden uitgesloten. Bij een risicobron bestaat altijd een kans op een incident met negatieve gevolgen in de omgeving. De mate van deze gevolgen is sterk te beinvloeden door het treffen van maatregelen aan de risicobron, aan gebouwen en op het gebied van beheersbaarheid en zelfredzaamheid. Maar er zal altijd een restrisico blijven bestaan. Hieruit blijkt dat de mate van veiligheid een samenspel is tussen verschillende partijen (hogere overheden, eigenaren van risicobronnen en burgers) en dat veiligheid alleen bereikt kan worden als elke partij daarin zijn verantwoordelijkheid neemt. De essentie van de vera ntwoordingsplicht is dat het bevoegd gezag zich bij de ruimtelijke besluitvorming uitspreekt over de aanvaardbaarheid van een ontwikkeling en het daarbij optredende restrisico dat na het treffen van veiligheidsverhogende maatregelen resteert. Echter dit restrisico valt niet te kwantificeren. 1.2 Het Rijkis verantwoordelijk voor de grootste risicobronnen: de Rij kstransportwegen. Het Rijk is met de verladers en transporteurs verantwoordelijk voor risico s verbonden aan Rijkstransportwegen (weg, spoor, water, luchthaven). De gemeente kan in het ruimtelijk beleid risico s nabij transportwegen beperken door afstand te houden, extensief te bouwen of veiligheidsverhogende maatregelen te laten treffen bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Op initiatief van het Rijk wordt al geruime tijd gewerkt aan het ontwikkelen van een nationaal Basisnet waarbij zowel aandacht is voor de belangen van de verladers en

5 Raadsnummer 09.R Z transporteurs als de belangen van gemeenten en Provincies. Het doel van een Basisnet is dat er een optimale EV-balans wordt gevonden tussen de vervoersambities en ruimtelijke ambities. Om in balans te komen is inmiddels bekend dat aanvullende maatregelen (aan bron, maar ook in de omgeving) noodzakelijk zijn. Op de snelheid waarmee het Basisnet tot stand komt en de keuzes die daarbij worden gemaakt heeft de gemeente geen directe invloed. De gemeente zet zich samen met grote steden en Provincies al geruime tijd in om reductie en beheersing van risico s op de Brabant Route te bereiken. Daarbij wordt erop aangestuurd dat het Rijk veiligheidsverhogende maatregelen treft aan de vervoersassen en de wijze van vervoer. Kosten Het realiseren van de visie brengt de volgende kosten met zich mee: uitvoeringskosten binnen de eigen organisatie: de beschikbare middelen (via het milieuprogramma en de subsidiegelden voor Externe Veiligheid vanuit Brabant Veiliger Provincie Noord-Brabant) volstaan vooralsnog; investeringen in verbetering van beheersbaarheid in delen van de bestaande stad waar dat nog niet op niveau is; hiervoor wordt onderzoek verricht naar te bepalen exacte maatregelen, de kosten van de maatregelen en de wijze waarop deze maatregelen kunnen worden bekostigd (deels via de Wet ruimtelijke ordening/ Grondexploitatiewet). Op het moment dat duidelijk is welke oplossingen wenselijk zijn, welke investering dat vergt en op welke wijze de maatregelen kunnen worden gefinancierd, zal een voorstel worden voorgelegd. Daarbij zal zeker gebruikt worden gemaakt van beschikbare subsidies (mogelijk vanuit SRE) of middelen van het Rijk ter realisatie van het Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen; investeringen in beheersbaarheid in delen van de bestaande stad bij nieuwe ontwikkelingen. De komende tijd moet duidelijk worden welke maatregelen kunnen worden gerealiseerd vanuit het eventueel in te stellen Fonds Grote Werken of een ter plaatse bij het bestemmingsplan op te stellen exploitatieplan; investeringen voor het verplaatsen of saneren van risicobronnen in woonwijken; de benodigde financiele middelen moeten worden opgenomen in een ter plaatse bij het bestemmingsplan op te stellen exploitatieplan. In bijzondere gevallen kan van een landelijke financieringsregeling gebruik worden gemaakt. De Grondexploitatiewet lijkt daartoe mogelijkheden te bieden. Dit zal nader worden onderzocht/uitgewerkt. Communicatie De visie is de afgelopen twee jaar tot stand gekomen door intensieve samenwerking tussen verschillende vakdiensten, de Veiligheidsregio en SRE

6 Raadsnummer 09.R Z Milieudienst. In de voorbereiding van de visie heeft tussentijds ambtelijke afstemming plaatsgevonden met vertegenwoordigers van de Provincie, de Inspectie VROM en vertegenwoordigers van de bedrijventerreinen in Eindhoven. Na vaststelling zal de visie via verschillende sporen worden gecommuniceerd. Grofweg zijn de volgende sporen te onderscheiden: intern: medewerkers, gemeentebreed, worden geinformeerd over de consequenties van de visie op hun werkterrein; organisatoren van evenementen: informeren over de mogelijke locaties voor evenementen en maatregelen die de gemeente neemt om de veiligheid te borgen; inwoners, instellingen: informeren over risicovolle bedrijven in het algemeen en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid; informeren over de vestigingsgebieden voor risicovolle bedrijven; informeren over de maatregelen die de gemeente treft om de stad veiliger en beheersbaar te krijgen; informeren over de verantwoordelijkheden van bedrijven. Een en ander zal concreet in een communicatieplan worden uitgewerkt. Uitgangspunt is dat we zoveel mogelijk gebruik maken van de bestaande communicatiemiddelen. Voorbeelden zijn de ingang risicovolle bedrijven op de site, bestaande communicatiemiddelen voor het bedrijfsleven (nieuwsbrief, Eindhoven Netwerk, etc.) en Eindhoven Dichterbij. Planning en uitvoering Informeren van burgers over de hoofdlijnen van de visie. Daartoe is een populaire samenvatting van de visie opgesteld. Borgen van de visie in het wettelijk instrumentarium, zoals in de in voorbereiding zijnde interim Structuurvisie Wet ruimtelijke ordening, bestemmingsplannen, vergunningen Wet milieubeheer e.d. Uit deze visie voortvloeiende afwegingsprocessen zullen worden beschreven en geborgd. Er wordt aan gewerkt zo snel mogelijk inzicht te krijgen in waar welke beheersbaarheidsvoorzieningen nodig zijn en wat die kosten. Nadere voorstellen ter besluitvorming zullen worden voorgelegd. Evaluatie Evaluatie zal jaarlijks plaatsvinden. Zeker omdat gebruik zal worden gemaakt van nieuwe instrumenten die naar verwachting nog een ontwikkeling zullen d o o r m a ken. Bijlage(n)

7 Raadsnummer 09.R Z Als bijlage(n) bij dit voorstel behoren: Visie Externe Veiligheid "Risico s de maat genomen". Nota van zienswijzen. Populaire samenvatting Visie Externe Veiligheid. De bijlagen worden meegestuurd. Een ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, A. Brunninkhuis, secretaris.

8 Raadsnummer 09.R2998.ooz Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 maart en 9 april 2009; gelet op de wijze waarop het college wettelijke bevoegdheden wil inzetten om de stad externe veiligheid in te zetten bij het realiseren van een duurzaam en veilig Eindhoven; besluit: 1 de Visie Externe Veiligheid vast te stellen, bestaande uit de volgende hoofdlijnen: 1 externe veiligheid wordt integraal afgewogen tussen de aan elkaar verbonden domeinen Ruimtelijk-economische ontwikkelingen- Risicobronnen-Beheersbaarheid; 2 ruimtelijke ontwikkelingen worden: 1 in het aandachtsgebied voor externe veiligheid (figuur 5 van de visie) expliciet afgewogen. Dit met inachtneming van zonekaart figuur 3 van de visie, bijlage 6 "zone-indeling voor de bestemming en inrichting van hoofdtransportassen". Dit betekent dat initiatiefnemers voor ruimtelijke ontwikkelingen in de zone tot 200 meter rekening moeten houden met: a beperkingen voor functies voor groepen die beperkt zelfredzaam zijn; b verbod voor het realiseren van kwetsbare objecten binnen het gebied Plaatsgebonden risicocontour 10 /jr; c beperkingen voor het realiseren van beperkt kwetsbare objecten binnen het gebied Plaatsgebonden risicocontour 10 /jr; d te realiseren veiligheidsverhogende maatregelen in/aan gebouwen en in het overdrachtsgebied; 2 buiten het aandachtsgebied (figuur 5 van de visie) niet expliciet afgewogen. Voor dat gebied wordt het verantwoordingskader groepsrisico (bijlage 6 van de visie) gehanteerd; 3 vestiging van nieuwe of aanpassing van bestaande risicovolle bedrijven: 1 wordt afgewogen aan de hand van het locatiebeleid voor risicovolle bedrijven, figuur 9 van de visie met bijbehorende gebiedsprofielen bijlage 5. De gebiedsprofielen hebben de volgende hoofdlijnen: a nieuwe risicovolle bedrijven zijn alleen toegestaan in gebieden Categorie A; b geen vestiging van nieuwe risicovolle bedrijven in gebieden Categorie B. Bestaande risicovolle bedrijven mogen blijven en risicobronnen wijzigen; c in gebieden Categorie A en B geldt dat:

9 Raadsnummer 09.R2998.OOZ vanuit integrale externe veiligheidsafweging, de mogelijkheid bestaat tot vestiging van een nieuw risicovol bedrijf (Categorie A) of aanpassing van een bestaande risicovol bedrijf (Categorie B), mits wordt voldaan aan onderstaande risicoreducerende eisen: I de best bestaande veiligheidstechnieken worden toegepast; II de Plaatsgebonden risicocontour 10 /jr blijft binnen het eigen perceel; III het invloedsgebied blijft binnen het industriegebied (met aangrenzende infra en/of onbewoond gebied); IV bulkopslag van tot vloeistof verdichte brandbare gassen (zoals LPG) ) 1 m vindt ondergronds plaats; 2 in het bestemmingsplan wordt op basis van de gebiedsprofielen maatwerk geleverd; 4 evenementen worden getoetst aan figuur 10 van de visie "Locatiebeleid vergunningplichtige evenementen", met inachtneming van uitzonderingen voor: 1 niet vergunningplichtige evenementen (<250 personen); 2 evenementen in daartoe bestemde en vergunde gebouwen (zoals Beursgebouw, Klokgebouw, PSV stadion e.d.); 3 evenementen die het toetsingsgebied doorkruisen zoals de marathon, Protour e.d. In dergelijke gevallen worden de start en finish (concentratie aan mensen) buiten de toetsingsgebieden gehouden; 4 evenementen op TU/e en HTC terrein, voor zover die ten aanzien van beheersbaarheid adequaat en passend binnen de Wet milieubeheer vergunning geregeld kunnen worden. 5 beheersbaarheid; in de in figuur 7 van de visie aangegeven gebieden wordt onderzocht of en hoe de beheersbaarheid in relatie tot risico s externe veiligheid beter beheersbaar gemaakt moet en/of kan worden. 2 de Visie Externe Veiligheid als bouwsteen op te nemen in de in voorbereiding zijnde Structuurvisie Wet ruimtelijke ordening; 3 de mogelijkheid tot fondsvorming op basis van de Grondexploitatiewet te benutten ter financiering van nader te bepalen verbetering van beheersbaarheid nabij risicobronnen; 4 de Nota van zienswijzen vast te stellen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 mei R. van Gijzel, voorzitter.

10 Raadsnummer 09.R2998.OOZ J. Verheugt, griffier. BE

11 gemeente Eindhoven Griffie gemeenteraad Commissiesecretariaat Retouradres Postbus 9oISo, S6oo RB Eindhoven Aan de leden van de raad van de gemeente Eindhoven. Raadsnummer 09.R Behandeld door M. Honing Telefoon (o4o) Ons kenmerk griffie Verzenddatum 2S maart 2009 Commissieadvies Betreft cie WR: Raadsvoorstel tot het vaststellen van de Visie Externe Veiligheid De commissie Wonen en Ruimte heeft in haar vergadering van 24 maart 2009 beraadslaagd over het bovengenoemde onderwerp. Toezeggingen wethouder M. Fiers: in het ontwerpraadsbesluit worden op hoofdlijnen de belangrijkste beslispunten opgenomen; in de passage over centrale afsluiting luchtcirculatiesysteem wordt het woord "kwetsbare" geschrapt; neemt het thema "externe veiligheid" mee naar de Alderstafel. PvdA: akkoord; CDA: akkoord, 5P: akkoord De commissie heeft als volgt geadviseerd: VVD: GroenLinks: akkoord, stemvoorbehoud, leefbaar eindhoven : stemvoorbehoud, zie toezegging t.a.v ontwerpraadsbesluit in hoofdlijnen goed stuk; kanttekeningen: vd. Anker blijft helaas een probleem; betreurt het dat het niet mogelijk is om cumulatiewetgeving af te dwingen en dat er geen juridisch instrumentarium is m.b.t. kettingreacties; heeft moeite met de contouren bij het vliegveld; zie toezegging t.a.v ontwerpraadsbesluit; is economische groei belangrijker dan het beperken en/of voorkomen van risicovolle bedrijvigheid (zie pag. 22, 2 bullit); in ambitieprofiel A (pag.55) zijn niet de perceelsoverschrijdende risicocontouren opgenomen; heeft moeite situatie vd. Anker; Bezoekadres Stadhuisplein Io Eindhoven Openingstijden ma t/m vr 9.oo-r6.oo uur Postadres Postbus 90I50 s6oo RB Eindhoven Telefonisch bereikbaar

12 Ons kenmerk griffie geen wetgeving mogelijk maar er is sparke van cumulatie in Acht (A2, spoor, gevaarlijke stoffen, OuderenAppel: D66: De Stadspartij: Lijst pim Fortuyn: ChristenUnie: Eindhoven Nu: bedrijventerrein en vliegveld) stemvoorbehoud, zie inbreng leefbaar eindhoven ; akkoord, kanttekeningen: is economische groei nodig, want dat betekent uitbreiding met risicovolle bedrijven; geen uitbreiding toestaan langs het kanaal en de huidige bedrijven moeten daar op termijn weg; geen cumulatie toestaan (vol is vol); rappelleren bij minister over zijn toezegging t.a.v. vervoer gevaarlijke stoffen over het spoor; stemvoorbehoud, zie toezegging wethouder t.a.v. aanpassing van het ontwerpraadsbesluit en inbreng leefbaar eindhoven ; akkoord; akkoord, waarom is contourlijn verschoven van industriegrens naar perceelsgrens; niet vertegenwoordigd in deze commissie De secretaris van de commissie, M. Honing Bijlage(n) : 0

13 gemeente Eindhoven Sector Openbare Ruimte, Verkeer en Milieu Raadsnummer 09.R2998.oog Inboeknummer o9bstooa9a Beslisdatum B%W 9 april 2009 Dossiernummer Nadere toelichting bij raadsvoorstel Betreft het vaststellen van de Visie Externe Veiligheid. Het voorstel tot het vaststellen van de Visie Externe Veiligheid is op 24 maart 2009 behandeld in de commissie Wonen en Ruimte. In de vergadering zijn door de wethouders de volgende toezeggingen gedaan: in het ontwerpraadsbesluit worden op hoofdlijnen de belangrijkste beslispunten opgenomen; in de passage over centrale afsluiting luchtcirculatiesysteem wordt het woord "kwetsbare" geschrapt; neemt het thema "externe veiligheid" mee naar de Alderstafel. Daarnaast is door de commissie advies uitgebracht. Naar aanleiding daarvan is de tekst van de visie op een aantal punten verbeterd op: pag. 22, 2e bullit; pag. 36, centrale mogelijkheid voor afgrendeling van luchtcirculatiesysteem; pag. 54,55 en 57, gebiedsgerichte risicoprofielen (Samenvattende tabel voor alle categorieen, en de profielen voor de gebieden A, B en C). Toezeggingen wethouder: de gemeente heeft expliciete wettelijke verantwoordelijkheden en bevoegdheden om de risico s zo klein mogelijk en zo goed mogelijk beheersbaar te maken/houden. Daartoe wordt binnen de gemeente een bestaande, met name op de Wet milieubeheer gestoelde aanpak gehanteerd. In de bestaande aanpak wordt al lange tijd (in samenwerking tussen gemeenten en provincies in Zuid Nederland) in het project Basisnet en de Bestuurlijke Taskforce Brabant Route) getracht het door het Kabinet in 2004 gegeven risicoperspectief van de Ketenstudies voor vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor te realiseren. Dat perspectief is nog steeds van toepassing en zal naar verwachting eind 2009 door de ministers van Verkeer en Waterstaat en VROM tot een eindvoorstel kunnen worden gebracht. De gemeente zal in de Bestuurlijke Taskforce Brabant Route bij de minister blijven rappelleren over zijn toezeggingen ten aanzien van vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor.

14 Raadsnummer 09.R Ten aanzien van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen is tot nu toe op projectniveau (ad hoc) maatwerk gezocht op basis waarvan risico s verbonden aan stedenbouwkundige ontwikkelingen in de stad, met eventuele aanvullend te stellen veiligheidsverhogende maatregelen, verantwoord kunnen worden c.q. acceptabel te maken zijn. Voor een duurzame ruimtelijke ontwikkeling van de stad is een meer gestructureerde en integraal afgewogen benadering wenselijk tussen de domeinen: 1 Ruimtelijk-Economische ontwikkeling; 2 Risicobronnen; 3 Beheersbaarheid. Met de Visie Externe Veiligheid worden de mogelijkheden van de gemeente uitgebreid om risico s externe veiligheid via het ruimtelijk beleid te reduceren en te beheersen. Dit gebeurt in aanvulling op de bestaande aanpak, met (integraal gewogen) gebiedsgericht locatiebeleid. De visie draagt tevens bij aan het optimaal inzetbaar houden van schaars beschikbare grond en het verbeteren van Beheersbaarheid van risico s en effecten in de stad. De hoofdlijn van de Visie Externe Veiligheid is in het herzien ontwerpraadsbesluit onder besluit nr. 1 verwoord. Verbeterde teksten. 8/z. 22. Di t betekent dat voor de risicobronnen duidelijk moet zijn onder welke veilige condities gevaarlijke stoffen gebruikt mogen worden. Wat moet worden toegestaan en wat uitgesloten? Een duurzame ontwikkeling van de stad en regio vergt dat risico s van nieuwe risicovolle bedrijven zo klein mogelijk en goed beheersbaar zijn, alsmede dat de mogelijkheden tot gebruik van aangrenzende percelen niet belemmerd worden. Daarvoor is het nodig de best bestaande risico-reducerende technieken toe te passen en de Plaatsgebonden risicocontour (10 /jr) van nieuwe of gewijzigde risicobronnen binnen het eigen bedrijfsperceel te houden. Daarnaast is het ter beperking van de hoogte van het groepsrisico en bevordering van beheersbaarheid van bulkopslag van brandbare, tot vloeistof verdichte gassen (zoals LPG) ondergronds te laten plaatsvinden. Door deze maatregelen wordt bewerkstelligd dat een beginnende calamiteit niet snel escaleert, de hulpdiensten tijd hebben om op te treden, en kunnen mogelijke effecten (eventuele gevolgen voor woonomgeving, domino effecten) worden beperkt. 8/z. 36. Centrale mogelijkheid voor afgrendeli ng luchtci rcula ti esysteem in nieuwe gebouwen voor grote groepen. Om de schuilmogelijkheden in geval van een toxisch gas te vergroten, wordt het

15 Raadsnummer 09.R2998.OOg mechanisch luchtcirculatiesysteem voorzien van een centrale afgrendelingsmogelijkheid, in nieuwe (en zo mogelijk ook bestaande) gebouwen voor verblijf van grote groepen personen (zoals een wooncomplex, verzorgingstehuis, kinderdagverblijf, scholen, ziekenhuis, zaal, bioscoop etc.). De luchtinlaat van een luchtcirculatiesysteem wordt zo hoog mogelijk aangebracht. De Gebiedsprofielen A tim D zijn aangepast overeenkomstig de onder 3 (vestiging of aanpassing van risicovolle bedrijven) vermelde hoofdlijn van de visie. Een herzien ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, A. Brunninkhuis,secretaris BE