Onderzoeksverslag. CRAC-Stretch & Passive-Stretch

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderzoeksverslag. CRAC-Stretch & Passive-Stretch"

Transcriptie

1 Onderzoeksverslag CRAC-Stretch & Passive-Stretch Naam Daniëlle Kramer Studentennummer School Hogeschool van Amsterdam Domein Bewegen, Sport & Voeding Locatie Academie Lichamelijke Opvoeding Plaats Amsterdam Klas Leerjaar 4 Docent Sander Plomp Vak Onderzoeksmethode Inleverdatum Juni 2011

2 Inhoudsopgave Onderdeel Bladzijde 1 Samenvatting 2 2 Voorwoord 3 3 Inleiding Probleemstelling 7 5 Methode Resultaten Conclusie & Discussie Literatuurlijst Bijlagen

3 Samenvatting Onderzoeksvraag 'Welke methode van rekken, CRAC-stretchen of passief, geeft na zes weken twee keer in de week trainen het beste resultaat bij de lenigheid van de adductoren van het bovenbeen bij turnsters tussen de 10 en 12 jaar?'. Onderzoekshypothese Naar verwachting zullen de turnsters die tijdens de trainingsperiode rekken via de CRAC-methode een grotere bewegingsuitslag tonen tijdens het uitvoeren van de split dan de turnsters die tijdens de trainingsperiode rekken via de Passive-methode. Het rekken via de CRAC-methode is de moeilijkst uit te voeren rekkingstechniek, maar bij een vergelijking tussen de verschillende rekkingstechnieken zal deze methode de meeste lenigheidwinst opleveren. Deze contractie van de antagonist is bedoeld om een reciproke inhibitie uit te lokken bij de te stretchen spier om zo een grotere stretch te krijgen. Onderzoeksmethode Voor het onderzoek worden er twee groepen samengesteld, beide bestaande uit vijftien turnsters tussen de 10 en 12 jaar. Tijdens de voormeting zullen alle turnsters de split uitvoeren en de lichaamshoeken die gemeten worden met een goniometer, zullen worden genoteerd in het schema. Vervolgens worden de deelnemers verdeeld in twee verschillende groepen; groep A zal gedurende zes weken twee keer in de week rekken volgens de CRACmethode en groep B volgens de Passive-methode. Tijdens de nameting zullen alle turnsters de split uitvoeren en de lichaamshoeken zullen worden genoteerd in het schema. Onderzoeksresultaat Nadat de deelnemers van het onderzoek de verschillende testen hebben uitgevoerd, zijn alle gegevens verwerkt in het programma SPSS en hieruit blijkt dat de nulhypothese van het onderzoek verworpen kan worden. De nulhypothese was dat de methode van rekken, CRAC-stretchen of passief, geen invloed heeft op het resultaat bij de lenigheid van de adductoren van het bovenbeen bij turnsters tussen de 10 en 12 jaar na zes weken twee keer in de week trainen. Uit het onderzoek blijkt dat de groep die een trainingsperiode volgt via de CRAC-methode gemiddeld genomen een positief verschil van 1,9 graden laat zien tussen de voormeting (26,467) en de nameting (24,567), terwijl de groep die een trainingsperiode volgt via de Passive-methode gemiddeld genomen een negatief verschil van 0,17 graden laat zien tussen de voormeting (25,533) en de nameting (25,767). Onderzoeksconclusie Wanneer er gekeken wordt naar de resultaten van het onderzoek, mag er geconcludeerd worden dat de groep die zes weken lang twee keer in de week gebruik maakt van CRAC-stretchen een grotere lenigheid van de adductoren van het bovenbeen levert tijdens het uitvoeren van de split dan de groep die zes weken lang twee keer in de week gebruikt maakt van Passive-stretchen. Onderzoeksdiscussie Omdat de verschillen in het aantal graden tussen CRAC-stretchen en Passive-stretchen klein zijn, is er een kans aanwezig dat het zogenoemde tolerantievermogen een rol heeft gespeeld tijdens het onderzoek. Verder van invloed op de grootte van de bewegingsuitslag zijn ook vermoeidheid, tijd van de dag, temperatuur van de omgeving en de temperatuur van de weefsels zelf. Deze factoren zijn niet meegenomen in dit onderzoek. Ook moet de wijze van meten tijdens dit onderzoek in twijfel worden gebracht. 2

4 Voorwoord Overal ter wereld zien we verschillende sporters rekken en strekken, oftewel stretchen. Stretchen is het op een voorzichtige manier rekken van een spiergroep om de betreffende spiergroep voor te bereiden op inspanning en/of om de lenigheid van de betreffende spiergroep te trainen en te verbeteren. Ook kan stretchen gebruikt worden ter bevordering van revalidatie en het voorkomen van blessures. Er zijn verschillende manieren om spieren te rekken. De laatste jaren zijn er veel discussies over welke manier van rekken het beste resultaat levert: actief/passief, statisch/dynamisch, ballistisch, isometrisch of via de PNFmethode? Klopt het dat er een verschil in resultaat is tussen de verschillende manieren van stretchen? Ik ben trainster bij turnvereniging NIKA Hoogland en geef les aan een vierde- en vijfde divisie selectiegroep bestaande uit turnsters tussen de zes en veertien jaar. Aangezien we in de turnwereld continu te maken hebben met de grondmotorische eigenschap lenigheid, ben ik erg benieuwd welke methode van stretchen de meeste invloed heeft op de lenigheid bij turnsters tussen de 10 en 12 jaar. Deze tekst is geschreven voor trainers en trainsters van sporten waarbij lenigheid van essentieel belang is voor de prestaties van zijn/haar pupillen en voor mensen die geïnteresseerd zijn in de verschillende stretchmethoden. Voor de begeleiding bij het onderzoek en bij het schrijven van dit verslag, wil ik een aantal personen bedanken die daarbij van essentieel belang zijn geweest: mijn onderzoeksbegeleider Sander Plomp en onderzoeksbeoordelaar Johan de Bruijne voor kritische feedback en goede adviezen, fysiotherapeut Bart Schop en Saskia Wallenburg voor het meetinstrument en het delen van mooie turnervaringen wat betreft lenigheid, trainster Joyce Greefhorst en Dieuwke Poelstra voor begeleiding bij de verschillende metingen en uiteraard de turnsters zelf die deel hebben genomen aan dit onderzoek. 3

5 Inleiding Tijdens de wereldkampioenschappen turnen in Oktober 2010 te Rotterdam Ahoy, hebben we weer kunnen zien hoe belangrijk de grondmotorische eigenschappen kracht, snelheid, uithoudingsvermogen, coördinatie en lenigheid zijn voor de turnsport. Turn(st)ers en train(st)ers vragen elkaar om raad over het leren, respectievelijk aanleren van bepaalde oefeningen of technieken en over het verbeteren van de grondmotorische eigenschappen. Sinds een aantal jaren staan de zin en onzin van rekoefeningen, als onderdeel van elke training en wedstrijdvoorbereiding en als fysiotherapeutische behandelvorm, ter discussie. Naast kracht en uithoudingsvermogen is ook lenigheid een belangrijke factor waar het prestatievermogen van spieren van afhankelijk is. Lenigheid blijkt niet alleen maar belangrijk te zijn voor de algemene gezondheid en lichamelijke fitheid zoals onderzoek op het gebied van de revalidatie onlangs heeft aangetoond, maar ook voor bepaalde motorische vaardigheden (Fox e.a., 1999). Op dit moment bestaat er geen overeenstemming over een precieze definitie van lenigheid binnen de sport wetenschappelijke gemeenschap. De term wordt toegepast op een breed scala van sportcontexten met grote inconsistentie en een gebrek aan samenhang (Sheppard & Young, 2006). Lenigheid is een eigenschap die gedeeltelijk erfelijk bepaald is en gedeeltelijk trainbaar is. De vorm van het gewricht is een vast gegeven. De combinatie van arthrogene (gewricht), tendinogene (pezen, banden) en musculaire variaties (spieren) bepaalt de mate van bewegingsvrijheid in een gewricht. De één heeft van nature een soepeler gewricht dan de ander. Beïnvloedbaar door training zijn de tendinogene- en musculaire structuren. Pezen en banden kunnen door training zes procent van hun oorspronkelijke lengte toenemen, maar spieren kunnen echter twintig tot vijftig procent van hun oorspronkelijke lengte toenemen. De grootste toename van lenigheid door training bereik je met de spieren (Wallenburg, 2007). Rekken resulteert doorgaans in een grotere bewegingsuitslag, ook wel Range of Motion genoemd, van de extremiteit. Range of motion staat in de Nederlandstalige encyclopedie beschreven als de bewegingshoeveelheid die mogelijk is ter hoogte van een gewricht. Deze is individueel verschillend en wordt beïnvloed door factoren zoals leeftijd, geslacht en het al dan niet actief of passief bewegen ( In mechanisch opzicht bepalen de visco-elastische eigenschappen van spieren, pezen, fascie, ligamenten, benige structuren en de huid de ROM. In neuromusculair opzicht bepalen de pijnsensatie en actieve weerstand van het passieve gerekte spierpeescomplex de ROM (Hill, 1938). Bolhuis geeft in haar artikel aan dat het vergroten van de ROM alleen zinvol is als deze functioneel wordt gebruikt. Iedereen die in zijn natuurlijke bewegingsmogelijkheden wordt beperkt, is dus gebaat bij oefeningen. In het kader van de sport zijn rekoefeningen zinvol wanneer het om sportspecifieke bewegingen gaat die een grotere dan normale ROM vereisen. In de meer extreme gevallen zijn dit bewegingen zoals gebruikelijk bij het turnen, ballet en de acrobatiek ( In het algemeen onderscheidt men twee vormen van lenigheid: statische en dynamische lenigheid. Onder statische lenigheid verstaat men de bewegingsuitslag van een gewricht. Er is sprake van een statische lenigheid omdat het gaat om de hoek tussen de uiterste standen van een gewricht en niet om de beweging. Onder dynamische lenigheid wordt verstaan de weestand die tijdens een beweging door een gewricht wordt ondervonden. Met andere woorden, deze vorm van lenigheid heeft betrekking op de tegenwerkende kracht die bij elke bewegingsuitslag wordt onderbonden en niet op de bewegingsuitslag zelf. Men spreekt van algemene lenigheid wanneer deze betrekking heft op de belangrijkste gewrichtssystemen in het lichaam en van specifieke lenigheid wanneer deze betrekking heeft op een bepaald gewricht. Voor de sportpraktijk is nog een ander onderscheid mogelijk, namelijk dat tussen passieve en actieve lenigheid. Onder passieve lenigheid verstaan we de grootst mogelijke beweeglijkheid in een gewricht die met behulp van een externe kracht bereikt kan worden. Actieve lenigheid is de grootst mogelijke beweeglijkheid in een gewricht die men zelf, zonder enige hulp, alleen door werkzaamheid van eigen spieren bereiken kan (Fox e.a., 1999). In dit onderzoek worden twee verschillende methoden van stretchen met elkaar vergeleken, namelijk passivestretchen en de PNF-stretchen. Passive stretchen wordt ook wel aangeduid als ontspannen stretch en als statische-passieve stretch. Tijdens het uitvoeren van een passieve stretch zorg je voor een zo groot mogelijke range of motion in een bepaald gewricht en wordt deze houding in stand gehouden door een ander deel van het lichaam of met behulp van een partner of apparaat. De split of spagaat is een voorbeeld van een passieve rek. PNF-stretchen is momenteel de snelste en meest effectieve manier om de statische-passieve flexibiliteit te vergroten. Het is een combinatie van passieve stretch en isometrische stretch met het oog op een maximale statische flexibiliteit. PNF verwijst naar meerdere post-isometrische-relaxatie stretchtechnieken waarbij een spiergroep passief wordt uitgerekt, dan isometrische contractie tegen weerstand plaats vindt in de gestrekte positie wat vervolgens zorgt voor een daaruit voortvloeiend groter bereik van de beweging in de passieve 4

6 positie. Tijdens PNF-stretchen wordt meestal een partner gebruikt om weerstand te bieden tegen de isometrische contractie en later om passief te zorgen voor een groter bereik in de beweging. De meeste PNF-stretch technieken gebruiken isometrische contractie en ontspanning van de agonist, waar de gestrekte spieren isometrisch worden gecontraheerd en worden ontspannen. Sommige PNF-stretch technieken gebruiken isometrische contractie van de antagonist, waar de tegenstanders van de gespannen spieren worden gecontraheerd. In alle gevallen is het belangrijk op te merken dat de gestrekte spier moet rusten en ontspannen voor ten minste 20 seconden voordat een andere PNF techniek wordt toegepast. De meest voorkomende PNF stretch technieken zijn the hold relax, the hold-relax,contract en the hold-relax-swing. De hold-relaxcontract wordt ook wel de contract-relax-contract genoemd en de contract-relax-antagonist-contract wordt ook wel CRAC genoemd. Het omvat het uitvoeren van twee isometrische contracties: eerst van de agonisten, dan van de antagonisten. Het eerste deel is gelijk aan de hold-relax na het aannemen van een passieve stretch, de gestrekte spier is isometrisch gecontraheerd voor 7-15 seconden. Vervolgens zijn de spieren ontspannen terwijl de antagonist een isometrische contractie aanhoudt voor 7-15 seconden. De spieren zijn gedurende 20 seconden ontspannen voordat een andere PNF techniek wordt uigevoerd (Bradford, 1994). De twee verschillende manieren van stretchen worden met elkaar vergeleken door middel van het uitvoeren van de split. Voor het aanleren van de split moet men vooral de spieren aan de binnenkant van het bovenbeen, de adductoren, rekken. Om zo optimaal mogelijk lenigheid te trainen is het belangrijk om te weten dat er twee soorten adductoren zijn. Er zijn adductoren die over één gewricht lopen, namelijk van het heupgewricht naar de benen, ook wel mono-articulaire spieren genoemd en er zijn adductoren die over meerdere gewrichten lopen, namelijk over de knie, ook wel biarticulaire spieren genoemd. Om deze spieren leniger te maken zijn er verschillende oefeningen nodig. Oefeningen om de spieren te rekken die over één gewricht lopen doet men met gebogen knieën. Oefeningen om de spieren die over meerdere gewrichten lopen te rekken doet men oefeningen waarbij de knie gestrekt blijft (Wallenburg, 2007). De adductoren van de heup bevinden zich in het algemeen mediaal van het sagittale vlak door het middelpunt van het gewricht. Deze spieren lopen in ieder geval onder en mediaal van de sagittale abductie-adductie as, die zich in dat sagittale vlak bevindt. De adductoren zijn bijzonder talrijk en krachtig. Bij een achteraanzicht vormen deze spieren een grote waaier, die zich uitstrekt over de hele lengte van het femur. De adductoren zijn onmisbaar voor het handhaven van het evenwicht van het bekken, indien het aan beide kanten ondersteund wordt. Ze spelen dus een belangrijke rol bij bepaalde houdingen of tijdens sportbeoefening (Kapandji, 2004). Het meten van de maximale gewrichtshoek heeft iets met spierlengte te maken, maar er spelen nog vele andere factoren een rol (Poel van der, 2009). De relatie tussen gewrichtshoek en spierlengte is onder andere afhankelijk van de individuele anatomie, dat wil zeggen van de plaats waar de spier aanhecht en van de hoek die deze aanhechting maakt ten opzichte van het gewricht oftewel het draaipunt. Bij een andere interne anatomie met exact dezelfde spierlengte kunnen er verschillen zijn in bewegingsuitslag. Hoekmetingen zijn dus in ieder geval niet exact gelijk aan metingen van spierlengte. Onder andere door interne anatomie bestaan er verschillen in bewegingsuitslag bij exact dezelfde spierlengte. Met hoekmetingen meet je dus bewegingsuitslag, geen spierlengte (Lagerberg, 2000). Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat de duur van één keer rek niet zoveel uitmaakt. Het gaat meer om de totale dosis: de combinatie van duur en herhalingen. Korte rekduur en veel herhalingen lijkt niet veel te verschillen qua toename van passieve bewegingsuitslag vergeleken met langere rekduur en minder herhalingen. Een grotere totale dosis, rekduur keer herhalingen keer aantal keren per week, lijkt bij de bewegingsuitslag in heup en knie wel tot meer toename te leiden. Cipriani en medewerkers keken bij twee groepen naar de verschillen in toename van heupflexie ten gevolge van zes weken lang dagelijks 2 x 10 seconden of 4 x 30 seconden statisch rekken. De totale rekduur was voor beide groepen dus gelijk, namelijk 2 minuten per dag. Bij beide groepen werd na drie weken gemiddeld een 16 graden grotere bewegingsuitslag gevonden en in de drie weken daarna nog eens 10 graden toename. In 6 weken dus in totaal 26 graden en er was geen significant verschil tussen de twee groepen (Cipriani e.a., 2003). Ook Nelson en Bandy vonden geen verschil in effect tussen 6 x 10 of 2 x 30 seconden per oefening. Beide trainingsgroepen hadden na zes weken, met drie keer per week in totaal 1 minuut statisch rek per dag, gemiddeld een elf graden grotere bewegingsuitslag dan de niet stretchende controlegroep (Nelson & Bandy, 2004). Ook Roberts en Wilson vonden geen verschillen in effect op de bewegingsuitslag tussen een groep die 9 x 5 seconden en een groep die een 3 x 15 seconden als rekduur hanteerden. De dagelijkse dosis was ook hier voor beide groepen gelijk, in totaal 45 seconden per dag. Het lijkt er wel op dat de totale dosis, waarin ook de frequentie verwerkt is, in ieder geval bij heup en knie van invloed kan zijn: Cipriani vond 26 graden toename in heupflexie na dagelijks 2 minuten rekken, Nelson vond gemiddeld 11 graden toename na 3 x per week 1 minuut rekken (Robberts & Wilson, 1999). Met langere stretchprogramma s van ongeveer drie maanden maakt het niet zoveel uit welke vorm van stretchen je kiest als het gaat om het op peil houden of vergroten van passieve bewegingsuitslagen (Poel van der, 1998). 5

7 De toename in bewegingsuitslag door training is, in ieder geval voor een flink deel, te verklaren door twee veranderingen: enerzijds neemt de tolerantie voor rekkracht toe, anderzijds neemt de weerstand tegen verlenging af. De verklaringen hiervoor lopen uiteen en zijn nog niet waterdicht. Er zijn wel goede aanwijzingen dat rek een aantal sensoren beïnvloed en vooral onderdrukt (Guissard & Duchateau, 2006). Er zijn op dit moment twee goed opgezette studies naar stretchduur verricht. Madding e.a. (1987) vonden dat vijftien seconden statische stretch hetzelfde effect had op bewegingsuitslag als 45 seconden of twee minuten. Borms e.a. (1987) vonden dat tien seconden statische stretching even goed werkte op bewegingsuitslag als twintig of dertig seconden. Een stretchfase van tien tot vijftien seconden lijkt voldoende voor een effect op de (passieve) bewegingsuitslag in een gewricht (Poel van der, 1998). Onderzoek van Cornelius & Craft-Hamm (1988) richtte zich op de vraag wat de beste plaats was om statische stretchoefeningen te doen als lenigheidtraining. Voor, na of voor-en-na de training. Voor de groep vrouwelijke recreatiesporters in deze studie maakte dat niet uit. Alle groepen gingen evenveel vooruit in (passieve statische) bewegingsuitslagen. Voor het verbeteren van passieve bewegingsuitslag lijkt het dus niet veel uit te maken of de (statische) stretch voor, na of voor-en-na een training plaatsvindt (Poel van der, 1998). De leeftijd is van invloed op de grootte van de bewegingsuitslag, met het ouder worden neemt de elasticiteit van bindweefsel bijvoorbeeld langzaam af (Poel van der, 1998). Wegens praktische overwegingen wordt er tijdens dit onderzoek gekozen voor een leeftijd van 10 tot 12 jaar. Uit dit onderzoek zal blijken welke methode van rekken, CRAC-stretchen of passief, na zes weken twee keer in de week trainen het beste resultaat levert bij de lenigheid van de adductoren van het bovenbeen bij turnsters tussen de 10 en 12 jaar. 6

8 Probleemstelling Onderzoeksvraag 'Welke methode van rekken, CRAC-stretchen of passief, geeft na zes weken twee keer in de week trainen het beste resultaat bij de lenigheid van de adductoren van het bovenbeen bij turnsters tussen de 10 en 12 jaar?'. Nulhypothese De methode van rekken, CRAC-stretchen of passief, heeft geen invloed op het resultaat bij de lenigheid van de adductoren van het bovenbeen bij turnsters tussen de 10 en 12 jaar na zes weken twee keer in de week trainen. Hypothese Naar verwachting zullen de turnsters die tijdens de trainingsperiode rekken via de CRAC-methode beter presteren dan de turnsters die tijdens de trainingsperiode rekken via de Passive-methode. Het rekken via de CRAC-methode is de moeilijkst uit te voeren rekkingstechniek, maar bij een vergelijking tussen de verschillende rekkingstechnieken zal deze methode de meeste lenigheidwinst opleveren. Deze contractie van de antagonist is bedoeld om een reciproke inhibitie uit te lokken bij de te stretchen spier om zo een grotere stretch te krijgen (Bradford, 1994). Er wordt verwacht dat na de verschillende testen de resultaten na de trainingsperiode via de CRAC-methode hoger zijn dan de resultaten na de trainingsperiode via de Passive-methode. Hiermee wordt bedoeld dat een turnster na het volgen van een trainingsperiode via de CRAC-methode een grotere bewegingsuitslag zal tonen tijdens het uitvoeren van de split dan een turnster die een trainingsperiode volgt via de Passive-methode. 7

9 Methode Deelnemers Voor het uitvoeren van het onderzoek worden er twee groepen samengesteld, beide bestaande uit vijftien turnsters tussen de 10 en 12 jaar. Alle testpersonen zullen twee maal gemeten worden tijdens het uitvoeren van de split; één keer voor de voormeting en één keer voor de nameting. In totaal zullen 30 personen deelnemen aan het onderzoek wat betreft welke methode van rekken, CRAC-stretchen of passief, na zes weken twee keer in de week trainen het beste resultaat geeft bij de lenigheid van de adductoren van het bovenbeen bij turnsters tussen de 10 en 12 jaar. De turnsters waren niet geselecteerd op enige andere voorwaarde dan de bovenstaande: geslacht, leeftijd en aantal trainingsdagen per week. Alle deelnemers trainen 4 ½ uur in de week bij turnvereniging NIKA Hoogland. Voor het onderzoek heeft het geen meerwaarde wanneer een deelnemer topturnster is of niet. Er wordt namelijk gekeken naar het verschil tussen de voor- en nameting van de deelnemer en niet naar het verschil onderling. In de maand januari zullen turnsters worden benaderd om mogelijk aan het onderzoek deel te nemen. Belangrijk gedurende de gehele onderzoeksperiode is dat de testpersonen de rekoefeningen alleen tijdens de trainingen uitvoeren onder begeleiding van de trainsters. Wanneer de testpersonen deze regel overtreedt, zijn zij verplicht dit kenbaar te maken en zullen zij geen geldige deelname hebben aan de lenigheidtest. Instrumenten/ Apparatuur Het onderzoek zal plaats vinden in de gymzaal aan de Zevenhuizerstraat te Hoogland. Het meten van lenigheid gebeurt in onderzoek over het algemeen met een goniometer. De goniometer wordt, al dan niet intensief, gebruikt om de mobiliteit/bewegingsuitslag van verschillende gewrichten te meten. De fysiotherapeut kan zijn handelen en de effecten van de interventies onderbouwen door meet/evaluatiemomenten te hanteren met behulp van de goniometer. De Range of Motion (ROM) van afzonderlijke gewrichten wordt gemeten met behulp van de gradenboog (Jansen & Laan van der, 2006). In de loop der jaren zijn veel onderzoeken gedaan naar de goniometer. Zo werd door Boone e.a. (1978) aangegeven dat metingen in het onderzoek met een goniometer betrouwbaar zijn, mits de verschillende metingen door dezelfde fysiotherapeut verricht wordt. Brosseau e.a. (2001) deden een uitgebreid onderzoek naar de intra- en interbeoordelaarsbetrouwbaarheid en validiteit van twee verschillende goniometers. Zowel de standaard goniometer als de goniometer met gehele breedtecirkel bleken hoog te scoren. Om de lichaamshoeken te kunnen meten, worden er twee botpunten op het lichaam gemarkeerd namelijk de spina iliaca anterior superior en de caput fibula. Dit zijn over het algemeen twee botpunten die gemakkelijk gepalpeerd kunnen worden. De turnsters gaan in een anatomische houding tegen de muur staan, spreiden hun benen en proberen een zo groot mogelijke bewegingsuitslag in het heupgewricht te bewerkstelligen. De hoek wordt gemeten door één lijn te trekken vanaf de spina iliaca anterior superior naar de caput fibula en één lijn vanaf de caput fibula horizontaal evenwijdig aan de grond. Het aantal graden wordt dus gemeten met een horizontale lijn vanaf de caput fibula en een schuine lijn tot de spina iliaca anterior superior. Hoe groter de bewegingsuitslag van de split, hoe kleiner het aantal graden. Voor het onderzoek is pen en papier nodig om de lichaamshoeken van de deelnemers op te kunnen schrijven. Deze lichaamshoeken worden vervolgens verwerkt in het schema. Procedures De eerste meting van het onderzoek is een voormeting. Alle turnsters zullen de split uitvoeren en de lichaamshoeken zullen vervolgens worden genoteerd in het schema. Vervolgens worden de deelnemers verdeeld in twee verschillende groepen; groep A en groep B. Groep A zal gedurende zes weken twee keer in de week rekken volgens de CRAC-methode en groep B zal gedurende zes weken twee keer in de week rekken volgens de Passive-methode. De tweede meting van het onderzoek is een nameting. Alle turnsters zullen de split uitvoeren en de lichaamshoeken zullen vervolgens worden genoteerd in het schema. Na de voormeting en de nameting worden alle lichaamshoeken in het schema gezet. Deze voormeting en de nameting worden met elkaar vergeleken om te kunnen constateren of de invloed van CRAC-stretchen positief, negatief of neutraal is. Wanneer groep A kleinere lichaamshoeken vertoont dan groep B, na de trainingsperiode gedurende zes weken twee keer in de week stretchen, is de invloed van CRAC-stretchen negatief. Wanneer groep A grotere lichaamshoeken vertoont dan groep B, na de trainingsperiode gedurende zes weken twee keer in de week stretchen, is de invloed van CRAC-stretchen positief. Wanneer er bij beide groepen geen verschillen te ontdekken zijn tussen de nulmeting en de testmeting, is de invloed van CRAC-stretchen neutraal. 8

10 Zowel de voormeting als de nameting worden volgens bepaalde regels uitgevoerd: - Er worden twee groepen gemaakt; groep A en groep B beide bestaande uit vijftien personen. Zowel bij de voormeting als de nameting voeren beide groepen de split uit om vervolgens het verschil in lichaamshoeken met elkaar te kunnen vergelijken. - Er wordt een gezamenlijke warming-up gedaan met groep A om het lichaam voor te bereiden op de inspanning en de onderste extremiteit voor te bereiden op de split, die bestaat uit 15 x 22 meter inlopen en actieve stretchoefeningen bestaande uit 20 keer beenzwaaien in abductie-, anteflexie- en retroflexie richting. - De deelnemers van groep A voeren omstebeurt de split uit zodat de lichaamshoeken genoteerd kunnen worden in het schema. De hoeken worden op 1 decimaal afgerond (bijvoorbeeld 10,4 graden). - Er wordt een gezamenlijke warming-up gedaan met groep B om het lichaam voor te bereiden op de inspanning en de onderste extremiteit voor te bereiden op de split, die bestaat uit 15 x 22 meter inlopen en actieve stretchoefeningen bestaande uit 20 keer beenzwaaien in abductie-, anteflexie- en retroflexie richting. - De deelnemers van groep B voeren omstebeurt de split uit zodat de lichaamshoeken genoteerd kunnen worden in het schema. De hoeken worden op 1 decimaal afgerond (bijvoorbeeld 10,4 graden). - Door eenzelfde warming-up worden de deelnemers op een zelfde manier voorbereid op het uitvoeren van de split waardoor verschillende factoren worden uitgesloten. - De deelnemers moesten de voormeting en nameting volgens de regels uitvoeren. Wanneer er sprake is van het overtreden van de regels, worden de gegevens van deze testpersoon niet meergenomen in het onderzoek. - De deelnemers moeten zelf voor een cooling-down zorgen om het lichaam na afloop van de inspanning naar een rustniveau te brengen. Ontwerp & Analyse Groep A (Rekken via CRAC-stretchen) Week 1: Voormeting Eerste training van de week Week 1 t/m 6: Trainingsperiode Twee keer in de week rekken via CRAC-stretchen Week 6: Nameting Tweede training van de week Groep B (Rekken via Passive-stretchen) Week 1: Voormeting Eerste training van de week Week 1 t/m 6: Trainingsperiode Twee keer in de week rekken via Passive-stretchen Week 6: Nameting Tweede training van de week Alle deelnemers van het onderzoek zullen de voormeting op dezelfde datum uitvoeren en na een trainingsperiode van zes weken zullen alle deelnemers van het onderzoek de nameting op dezelfde datum uitvoeren. Beide groepen voeren zowel tijdens de voormeting als de nameting dezelfde test uit; het uitvoeren van de split. Alle lichaamshoeken van de deelnemers worden genoteerd in het schema (zie bijlage). Wanneer een deelnemer tijdens één van de testen afwezig is, worden deze resultaten niet meer geteld in het onderzoek. Nadat alle gegevens zijn verzameld, worden deze ingevoerd in het programma SPSS. Hier wordt onderzocht of er een verschil is in de lenigheid van de adductoren van het bovenbeen bij turnsters tussen de 10 en 12 jaar na zes weken twee keer in de week rekken via de CRAC-methode of de Passive-methode. Dit wordt gedaan met behulp van Repeated Measures Anova omdat er gekeken wordt naar het verschil tussen twee of meer afhankelijke metingen bij twee groepen. De twee afhankelijke metingen zijn de voormeting en de nameting en de twee groepen zijn onderverdeeld in één groep die gaat rekken via de CRAC-methode en één groep die gaat rekken via de Passive-methode. Het programma SPSS laat vervolgens zien of de nulhypothese verworpen kan worden. Ook wordt het verschil tussen de voormeting en de nameting handmatig berekend. Van zowel groep A als groep B worden de lichaamshoeken met elkaar vergeleken wat uiteindelijk een resultaat levert. Wanneer dit resultaat boven 0 is, dan is de invloed van CRAC-stretchen positief. Wanneer dit resultaat onder 0 is, dan is de invloed van CRACstretchen negatief. Als het resultaat exact 0 is, dan is er geen verschil tussen het rekken via CRAC-stretchen en Passive-stretchen. 9

11 Resultaten Onderzoeksvraag 'Welke methode van rekken, CRAC-stretchen of passief, geeft na zes weken twee keer in de week trainen het beste resultaat bij de lenigheid van de adductoren van het bovenbeen bij turnsters tussen de 10 en 12 jaar?'. Nulhypothese De methode van rekken, CRAC-stretchen of passief, heeft geen invloed op het resultaat bij de lenigheid van de adductoren van het bovenbeen bij turnsters tussen de 10 en 12 jaar na zes weken twee keer in de week trainen. Programma SPSS Alle data worden ingevoerd in een nieuw SPSS bestand. Hierna wordt er onderzocht of er een verschil is in de lenigheid van de adductoren van het bovenbeen bij turnsters tussen de 10 en 12 jaar na zes weken twee keer in de week rekken via de CRAC-methode of de Passive-methode. Dit wordt gedaan met behulp van de test Repeated Measures Anova omdat er gekeken wordt naar het verschil tussen twee of meer afhankelijke metingen bij twee groepen. De twee afhankelijke metingen zijn de voormeting en de nameting en de twee groepen zijn onderverdeeld in één groep die gaat rekken via de CRAC-methode en één groep die gaat rekken via de Passive-methode. Gegevens Fig. 1 10

12 Resultaten Groep A (CRAC-Stretchen) Naam Leeftijd (Jaar) Splithoek; Nulmeting (in graden) Voor Trainingsperiode Splithoek; Testmeting (in graden) Na Trainingsperiode Hoekverschil; Hoek1 Hoek2 (in graden) Positief/ Negatief ( + / - ) Turnster 1 10,0 35,5 graden 31,0 graden 4,5 graden + Turnster 2 10,2 22,5 graden 20,5 graden 2,0 graden + Turnster 3 10,4 19,0 graden 21,5 graden -2,5 graden - Turnster 4 10,5 34,5 graden 34,0 graden 0,5 graden + Turnster 5 10,6 31,5 graden 25,0 graden 6,5 graden + Turnster 6 10,8 35,0 graden 28,5 graden 6,5 graden + Turnster 7 10,10 38,0 graden 38,0 graden 0,0 graden + Turnster 8 11,0 11,5 graden 10,0 graden 1,5 graden + Turnster 9 11,1 27,0 graden 25,0 graden 2,0 graden + Turnster 10 11,1 17,5 graden 15,0 graden 2,5 graden + Turnster 11 11,5 11,0 graden 10,0 graden 1,0 graden + Turnster 12 11,7 31,0 graden 31,0 graden 0,0 graden + Turnster 13 11,7 28,0 graden 26,5 graden 1,5 graden + Turnster 14 11,8 38,0 graden 38,0 graden 0,0 graden + Turnster 15 11,10 17,0 graden 14,5 graden 2,5 graden + Totaal 163,6 397,0 graden 368,5 graden 28,5 graden + Gemiddeld (Totaal/15) 10,9 26,5 graden 24,6 graden 1,9 graden + Fig. 2 11

13 Groep B (Passive-Stretchen) Naam Leeftijd (Jaar) Splithoek; Nulmeting (in graden) Voor Trainingsperiode Splithoek; Testmeting (in graden) Na Trainingsperiode Hoekverschil; Hoek1 Hoek2 (in graden) Positief/ Negatief ( + / - ) Turnster 1 10,4 31,5 graden 31,0 graden 0,5 graden + Turnster 2 10,5 34,5 graden 31,0 graden 3,5 graden + Turnster 3 10,5 14,0 graden 14,0 graden 0,0 graden + Turnster 4 10,6 18,5 graden 20,0 graden -1,5 graden - Turnster 5 10,9 33,5 graden 34,0 graden -0,5 graden - Turnster 6 10,9 35,0 graden 34,0 graden 1,0 graden + Turnster 7 10,9 32,5 graden 32,0 graden 0,5 graden + Turnster 8 11,1 11,0 graden 11,0 graden 0,0 graden + Turnster 9 11,3 28,0 graden 33,5 graden -5,5 graden - Turnster 10 11,4 18,0 graden 20,5 graden -2,5 graden - Turnster 11 11,6 18,5 graden 19,0 graden -0,5 graden - Turnster 12 11,8 30,0 graden 29,5 graden 0,5 graden + Turnster 13 11,8 27,0 graden 26,5 graden 0,5 graden + Turnster 14 11,9 36,0 graden 34,0 graden 2,0 graden + Turnster 15 11,10 15,0 graden 15,5 graden -0,5 graden - Totaal 166,7 383,0 graden 385,5 graden -2,5 graden - Gemiddeld (Totaal/15) 11,1 25,5 graden 25,7 graden -0,17 graden - Fig. 3 Groep A Gemiddeld 10,9 26,5 graden 24,6 graden 1,9 graden + Groep B Gemiddeld 11,1 25,5 graden 25,7 graden -0,17 graden - Fig. 4 12

14 Fig. 5 Descriptive Statistics. Hierin zijn de verschillen tussen de CRAC-groep en de Passive-groep weergegeven. Zowel bij de voormeting als bij de nameting is er een gemiddelde en standaarddeviatie te zien. De waarde N geeft het aantal deelnemende personen weer. In figuur 5 is te zien dat het gemiddelde van de CRAC-groep bij de voormeting 26,467 is, met een standaarddeviatie van 9,405. Het gemiddelde van de Passive-groep bij de voormeting is 25,533, met een standaarddeviatie van 8,727. Verder is in figuur 5 te zien dat het gemiddelde van de CRAC-groep bij de nameting 24,567 is met een standaarddeviatie van 9,241. Het gemiddelde van de Passive-groep bij de nameting is 25,767 met een standaarddeviatie van 8,244. Fig. 6 Tests of Within-Subjects Effects. Hierin zijn de verschillen tussen de CRAC-groep en de Passive-groep weergegeven. Sig. geeft de significante waarde aan waarmee te zien is of er een verschil is tussen de voormeting en nameting, of tussen de CRAC-groep en de Passive-groep. Wanneer Sig. = <,05 = 5,0% is er wél verschil tussen de CRAC-/ Passive-groep en de voor-/nameting. Wanneer Sig. = >,05 = 5,0% is er géén verschil tussen de CRAC-/Passive-groep en de voor-/nameting. In figuur 6 is een significante waarde te zien die kleiner is dan,05 = 5%, namelijk,046 = 4,6%. Hieruit blijkt dat de nulhypothese verworpen kan worden. De nulhypothese was: Er is geen verschil. We mogen er dus vanuit gaan dat er een verschil is tussen de voormeting en de nameting ongeacht de groep waarin de turnsters zaten. Verder is in figuur 6 het verschil tussen de CRAC-groep en de Passive-groep bij de voormeting en de nameting te zien met een significante waarde die kleiner is van,05 = 5%, namelijk,012 = 1,2%. Hieruit blijkt dat de nulhypothese verworpen kan worden. De nulhypothese was: Er is geen verschil. Dit geeft aan dat er een verschil is tussen de CRAC-groep en de Passive-groep, als we kijken naar de voormeting en de nameting. In grafiek 1 (zie bijlage), is een verschuiving te zien in de gemiddelde waarde van de CRAC-groep en de Passive-groep. Het gemiddelde van de CRAC-groep gaat van 26,467 naar 24,567 en het gemiddelde van de Passive-groep gaat van 25,533 naar 25,767. Deze verschuiving in de grafiek laat zien dat de CRAC-groep dus een lager gemiddelde waarde heeft gekregen, terwijl het gemiddelde van de Passive-groep zelfs iets omhoog is gegaan. 13

15 Conclusie & Discussie Voorafgaand aan dit onderzoek is er een hypothese opgesteld. Naar aanleiding van deze hypothese en het onderzoek met de resultaten worden enkele conclusies getrokken en discussiepunten benoemd met betrekking tot de onderzoeksvraag. Conclusie Als de eerder gestelde hypothese en de uiteindelijke testgegevens van het vergroten van de lenigheid van de adductoren van het bovenbeen bij turnsters tussen de 10 en 12 jaar met elkaar vergeleken worden, dan kunnen we aan de hand van het zes weken durende stretchprogramma zien dat er een verschil is tussen de voormeting en de nameting. De groep die een trainingsperiode volgt via de CRAC-methode laat gemiddeld een positief verschil van 1,9 graden zien tussen de voormeting en de nameting waarbij van de 15 personen één turnster een achteruitgang liet zien, drie turnsters hetzelfde scoorde en elf turnsters een vooruitgang lieten zien. De groep die een trainingsperiode volgt via de Passive-methode laat gemiddeld een negatief verschil van 0,17 graden zien tussen de voormeting en de nameting waarbij van de 15 personen zes turnsters een achteruitgang lieten zien, twee turnsters hetzelfde scoorde en zeven turnsters een vooruitgang lieten zien. Wanneer de significante waarde van de voormeting en de nameting met elkaar vergeleken worden, is er bij de CRAC-groep dus een verbetering te zien terwijl er bij de Passive-groep zelfs een kleine achteruitgang heeft plaats gevonden. Om uiteindelijk antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag, is er gekeken naar de CRAC-groep en de Passive-groep waarbij één van beide methode van rekken na zes weken twee keer in de week trainen het beste resultaat geeft bij de lenigheid van de adductoren van het bovenbeen bij turnsters tussen de 10 en 12 jaar. Uit circa zestig onderzoeken blijkt overduidelijk dat zowel statisch stretchen als contract-relax- en contract-relaxantagonist-stretchen de (statische passieve) bewegingsuitslag kunnen vergroten. Op korte termijn zijn de contract-relax-stretchvormen waarschijnlijk iets effectiever dan statische stretch. Met langere stretchprogramma s vanaf drie maanden maakt het niet zoveel uit welke vorm van stretchen je kiest als het gaat om het op peil houden of vergroten van passieve bewegingsuitslagen. Aangenomen mag worden dat bij gezonde personen de bewegingsuitslag in een gewricht trainbaar is tot een zeker maximum. Met alle vormen van stretchen zal dus op den duur in de buurt van dit maximum gekomen kunnen worden (Poel van der, 1998). Deze conclusie komt overeen met de testresultaten van dit onderzoek. Echter wordt er in het artikel gesproken over op korte termijn, terwijl uit dit onderzoek blijkt dat er na zes weken verschil te zien is in bewegingsuitslag. Helaas zijn er weinig gegevens beschikbaar over hoe vaak men moet stretchen voor het vergroten van de bewegingsuitslag. Er is één onderzoek verricht bij ongetrainden. Vergroting van (passieve) bewegingsuitslagen wordt bij contract-relax-stretchen bereikt door drie maal per week gericht te stretchen. In vergelijkend onderzoek naar het effect van drie maal per week of vijf maal per week vonden Wallin e.a. (1985) dat vijf maal per week geen grotere bewegingsuitslagen geeft dan drie maal per week gericht stretchen. Als er voldoende bewegingsuitslag aanwezig is, kan in het kader van het bijhouden van de lenigheid, ervoor gekozen worden om de belangrijkste bewegingsuitslagen op peil te houden. Het onderzoek van de hierboven genoemde Wallin maakte duidelijk dat één maal per week contract-relax-stretchen van de betreffende bewegingsuitslagen het minimum is. Verdere gegevens ontbreken. Uit praktijkervaring blijkt dat één tot drie maal per week stretchen van de belangrijkste bewegingsuitslagen voldoende is. Ook deze gegevens komen overeen met de testresultaten van dit onderzoek. Er mag geconcludeerd worden dat CRAC-stretchen na zes weken twee keer in de week trainen een positieve invloed heeft op de lenigheid van de adductoren van het bovenbeen bij turnsters tussen de 10 en 12 jaar tijdens het uitvoeren van de split. Uit dit onderzoek blijkt namelijk dat de groep die zes weken lang twee keer in de week gebruik maakt van CRAC-stretchen een grotere lenigheid van de adductoren van het bovenbeen levert tijdens het uitvoeren van de split dan de groep die zes weken lang twee keer in de week gebruik maakt van Passive-stretchen. 14

16 Discussie Omdat de verschillen in het aantal graden tussen CRAC-stretchen en Passive-stretchen klein zijn, is er een kans aanwezig dat het zogenoemde tolerantievermogen een rol heeft gespeeld tijdens het onderzoek. Bij de CRACgroep werd er gemiddeld 1,9 graden beter gepresteerd na de trainingsperiode. Bij de Passive-groep werd er gemiddeld -0,17 graden slechter gepresteerd na de trainingsperiode. Wanneer je kijkt naar de uitkomsten van de twee verschillende stretchmethoden, zie je dat dit verschil erg klein is. Door dit kleine verschil, wordt er getwijfeld aan de werkelijke werking van de stretch-methoden op de adductoren van het bovenbeen bij turnsters tussen de 10 en 12 jaar. De turnsters hebben een trainingsperiode gevolgd en presteren in hun beleving beter dan wanneer ze dit niet hebben gevolgd. Hierdoor zal het tolerantievermogen een belangrijke rol kunnen spelen tijdens de nameting. Lenigheid is afhankelijk van vele factoren; de sensoriek en aansturing vanuit het zenuwstelsel (bijvoorbeeld onder invloed van pijn) kunnen de lenigheid beïnvloeden. In een onderzoek van Magnusson e.a. (1997) werd gevonden dat het verschil tussen tien niet lenige en acht aardig lenige elite-orientatielopers (duuratleten) bij het reiken naar de tenen te verklaren is door twee factoren. Bij de niet lenige duuratleten is de weerstandskracht tegen verlenging groter. Er is meer rekkracht nodig. Alle bij de beweging betrokken structuren samen zijn daadwerkelijk stijver. De lenige atleten hadden een grotere tolerantie. Ze konden meer rekkracht verdragen. De Groningse onderzoeker Halbertsma e.a. (1996) vond in twee studies een kleine toegenomen lenigheid van de hamstrings door stretchen. De toename viel in deze zeer nauwkeurig opgezette studies echter geheel toe te schrijven aan een groter geworden rekpijn/rekkracht-tolerantie bij de deelnemers. Verschil in daadwerkelijke stijfheid van de weefsels en verschil in tolerantie van rekpijn spelen dus een grote rol bij lenigheid (Poel van der, 1998). Verder van invloed op de grootte van de bewegingsuitslag zijn ook; vermoeidheid, tijd van de dag, temperatuur van de omgeving en de temperatuur van de weefsels zelf. Alle betrokken factoren zijn niet bij iedereen en elke dag hetzelfde, dus het is normaal dat er verschillen zijn tussen gewrichten en individueel en dat iedereen zijn eigen maxima heeft. In de sportpraktijk is het belangrijk om lenigheid individueel te beoordelen en dan ook zelfs per gewrichtsactie (Poel van der, 1998). Deze factoren zijn niet meegenomen in dit onderzoek. Ook moet de wijze van meten in twijfel worden gebracht, aangezien een goniometer een nauwkeurige schatting van de werkelijkheid geeft maar nooit helemaal het exacte aantal graden teweeg kan brengen tijdens het meten van een splithoek. Uit de literatuur blijkt dat de goniometer betrouwbaar en valide is wanneer men kijkt naar één beoordelaar. De inter-beoordelaars validiteit en betrouwbaarheid worden vaak bediscussieerd (Boone e.a., 1978). Hoe betrouwbaar en valide is het wanneer één beoordelaar een voormeting verricht en na een trainingsperiode van zes weken een nameting? Ook blijken er verschillen in validiteit te zijn onder verschillende goniometers. Hiermee wordt een goniometer van een ander type of fabrikant bedoeld. In vergelijking met het timmermansoog, wat inhoudt dat de mobiliteit geschat wordt, is de validiteit en betrouwbaarheid van de goniometer hoger. Echter als beste middel om de mobiliteit te meten, wordt in het artikel van Brosseau het röntgenapparaat naar voren gebracht. Dit is ook de reden waarom het röntgenapparaat in sommige studies wordt gebruikt als controle groep (Roddey e.a., 2005, Haight e.a., 2005, Brosseau e.a., 2001). Aanbevelingen Wanneer er gekeken wordt naar de factoren zoals vermoeidheid, tijd van de dag, temperatuur van de omgeving en temperatuur van de weefsels zelf, die van invloed zijn op de grootte van de bewegingsuitslag en de wijze van meten, nodigt dit uit tot een vervolgonderzoek. Uit dit vervolgonderzoek kan wellicht geconcludeerd worden of deze factoren wel degelijk een rol spelen en in welke mate ze de range of motion beïnvloeden. Wanneer er gekeken wordt naar de moeilijkheid van de rekkingstechniek van de CRAC-methode, dan wordt deze manier van stretchen alleen aanbevolen aan jonge turnsters wanneer er intensieve begeleiding plaats kan vinden van een coach of train(st)er. 15

17 Literatuurlijst Boeken Fox Edward L., Bowers Richard W., Foss Merle L., (1999). Ontwikkeling van spierkracht, spieruithoudingsvermogen en lenigheid. Fysiologie voor lichamelijke opvoeding, sport en revalidatie (pp ,547). Maarssen: Reed Business. Kapandji I.A., (2004). De adductoren. Bewegingsleer deel II de onderste extremiteit (pp ). Bohn Stafleu van Loghum. Artikelen Boone D.C., Azen S.P., Lin C.M., Spence C., Baron C., Lee L., (1978). Reliability of Goniometric Measurements. Phys Ther. 58 (11), Borms J. et al (1987). Optimal duration of static stretching exercises for improvement of coxofemoral flexibility. J. of Sport Sciences, 5 (1), Brosseau L., Balmer S., Tousignant M., O'Sullivan J.P., Goudreault C., Goudreault M., Gringras S., (2001). Intra- and intertester reliability and criterion validity of the parallelogram and universal goniometers for measuring maximum active knee flexion and extension of patients with knee restrictions. Arch. Phys. Med. Rehabil 82, Cipriani, D., Abel, B. & Pirriwitz, D., (2003). A comparison of two stretching protocols on hip range of motion: implications for total daily stretch duration. Journal of Strenght and Conditioning Research, 17 (2), Cornelius W.L., Craft-Hamm K (1988). Proprioceptive neuromuscular facilitation flexibility techniques: acute effects on arterial blood pressure. Physician and sportsmedicine, 16 (4), , Cornelius W.L. et al (1988). A study on placement of stretching within a workout. Journal of sports medicine and physical fitness, 28 (3), Guissard, N. & Duchateau, J., (2006). Neural aspects of muscle stretching. Exercise and Sport Science Reviews, 34 (4), Haight H.J., Dahm D.L., Smith J., (2005). Measuring standing hindfoot alignement: Reliability of goniometric and visual measurements. Archives of Physical Medicine and Rehabilitation, 86 (3), Halbertsma J.P.K., van Bolhuis A.I., Goeken L.N.H., (1996). Sport stretching: effect on passive muscle stiffness of short hamstrings. Arch. Phys. Med. & Rehab, 77 (4), Hill A.V., (1938). The heat of shortening and the dynamic constants of muscle, Proc Roy Soc Lond, 126, 95, Jansen, P., Laan van der B., (2006). Fysiotherapie is toekomstwerk. Aanbevelingen voor het Meander Medisch Centrum, 7-8. Lagerberg, A., (2000). Short hamstrings?, Versus 18 (5), Madding S.W., Wong J.G., Hallum A., Medeiros J.M., (1987). Effect of duration of passive stretch on hup abduction range of motion. JOSPT, 8 (8), Magnusson S.P. et al, (1997). Determinants of musculoskeletal flexibility: viscoelastic properties, crosssectional area, EMG and stretch tolerance. Scandinavian journal of medicine & science in sports, 7 (4), Nelson, R.T. & Bandy, W.D., (2004). Eccentric training and static stretching improve hamstring flexibility of high school males. Journal of Athletic Training, 39 (3),

18 Poel, G. van der, (2009). Effecten op lenigheid en achterliggende theorieën bij de effecten van rek, Sportgericht, 63 (5). Poel G. van der, (1998). Rek in prestaties. Een handleiding voor het toepassen van stretching in de topsport in opdracht van NOC*NSF, 12-13, 15, Robberts, J.M. & Wilson, K., (1999). Effect of stretching duration on active and passive range of motion in the lower extremity. British Journal of Sports Medicine, 33 (4), Roddey T.S., Cook K.F., O Malley K.E., (2005). The relationship among strenght and mobility measures and selfreport outcome scores in persons after rotator cuff repair surgery: Impairment measures are not enough. Journal of Shoulder and Elbow Surgergy, 14 (1), Sheppard J.M. & Young W.B., (2006). Agility literature review: classifications, training and testing, J Sports Sci, 24 (9). Wallenburg S., (2007). KNGU GYMkaderinfo, 18. Wallenburg S., (2007). Hoe leer ik de split? Gymkaderforum. Wallin D., Ekblom B., Grahn R.m Nordenborg T., (1985). Improvement of muscle flexibility: a comparison between two techniques. Am. Journal of sports medicine, 13 (4), Internet

19 Bijlagen Output SPSS Grafiek 1. Estimated Marginal Means. Deze grafiek laat het gemiddelde van de CRAC-groep en de Passivegroep zien tijdens de voormeting en na de trainingsperiode tijdens de nameting. 18

20 Beoordeling Onderzoeksvoorstel 1 Criteria O V G G als: toelichting beoordeling: Samenvatting Verantwoording De samenvatting vormt als het ware een dwarsdoorsnede van het onderzoek (methode, resultaten en conclusie(s)/ discussie) De inleiding vat de relevante literatuur samen en zodanig dat dit leidt tot een heldere onderzoeksvraag Inleiding is te oppervlakkig, maar dat komt door het tekort aan literatuur, zie inhoudelijke orientatie. Inhoudelijke oriëntatie Probleemstelling en definiëring begrippen Een literatuurverkenning met recente artikelen ter ondersteuning van het onderzoek (min. 5 EB Engelstalige artikelen) De probleemstelling is helder geformuleerd en de gebruikte begrippen worden helder en eenduidig omschreven Je literatuur is veel te zwak! Ik mis de EBPliteratuur, terwijl er over dit onderwerp zat te vinden is. Je literatuurlijst moet toch zeker 20 bronnen bevatten. Zorg dat de periode van 1 maand nog even wordt verantwoord. Deelvragen De afgeleide deelvragen zijn relevant voor het onderzoek Theorie en hypotheses Onderzoeks-ontwerp Populatie/ Steekproef Beschrijving en verantwoording v.h. onderzoeksinstrument Resultaten (van toepassing bij beoordelen van het onderzoeksverslag) Discussie en conclusie (van toepassing bij beoordelen van het onderzoeksverslag) De hypothese is helder gesteld op basis van de theoretische verdieping Het gekozen ontwerp past bij de vraagstelling en wordt vanuit literatuur verantwoord Keuze voor de gekozen populatie/ steekproef wordt helder onderbouwd en is geschikt om de hypothese te onderzoeken Het gekozen instrument is geschikt om de onderzoeksvraag te beantwoorden en geschikt om de hypothese te onderzoeken De resultaten zijn op heldere wijze weergegeven; de tekst is leesbaar. Het proces van dataverwerving gegeven de onderzoeksvraag wordt kritisch beschouwd en de resultaten worden gespiegeld aan de literatuur. Uit de resultaten worden op heldere wijze conclusies getrokken. Literatuur Bronnenlijst is compleet en op alfabetische volgorde volgens het APA format weergegeven. Bijlagen Vormgeving Schrijfstijl Informatie ter ondersteuning van de lezer van het onderzoek (niet noodzakelijk). Eventueel SPSS output toevoegen. Het verslag is gestructureerd qua opbouw, hoofdstukken en paragrafen Het verslag is in de stellende stijl, zonder taalfouten. 10 x 10 is klein, 15 x 15 is minimaal! Ik vraag me af wat je precies gaat meten? Wat zijn de punten op het lichaam die je gebruikt als uitgangspunt? Beschrijf deze zodat ik het onderzoek ook uit zou kunnen voeren! Eindbeoordeling: Waardering (cijfer) Onvoldoende Toelichting: 19

Stretching Effecten op lenigheid en achterliggende theorieën bij de effecten van rek

Stretching Effecten op lenigheid en achterliggende theorieën bij de effecten van rek Wetenschap In dit vierde en laatste artikel in een reeks over stretching (de eerdere delen stonden in Sportgericht 3/2008, 1/2009 en 2/2009) wordt ingegaan op lenigheid en op de achter liggende theorieën

Nadere informatie

Hardlooptraining in de fysiotherapeutische praktijk. Tjitte Kamminga Fysiotherapeut / docent fysiotherapie

Hardlooptraining in de fysiotherapeutische praktijk. Tjitte Kamminga Fysiotherapeut / docent fysiotherapie Hardlooptraining in de fysiotherapeutische praktijk. Tjitte Kamminga Fysiotherapeut / docent fysiotherapie TJITTE KAMMINGA - Docent fysiotherapie HS Leiden - Fysiotherapeut / manueel therapeut - hersteltrainer

Nadere informatie

SLIJTAGE BESTAAT NIET! ARTHROSE WEL. TJITTE KAMMINGA

SLIJTAGE BESTAAT NIET! ARTHROSE WEL. TJITTE KAMMINGA SLIJTAGE BESTAAT NIET! ARTHROSE WEL. TJITTE KAMMINGA TJITTE KAMMINGA - Docent fysiotherapie HS Leiden - Fysiotherapeut / manueel therapeut - Trainer Haagatletiek en zelf actief hardloper - Auteur Hardlopen

Nadere informatie

(2016.1) Schouder: Secundair Impingement-syndroom

(2016.1) Schouder: Secundair Impingement-syndroom (2016.1) Schouder: Secundair Impingement-syndroom Instituut: Sportrevalidatie Hilversum Verwijzer: Alle verwijzers Periode: 1-1-2016 t/m 31-12-2017 Fysiotherapeut: Alle fysiotherapeuten Inleiding Dit rapport

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Onderste extremiteiten Boveste extremiteiten

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Onderste extremiteiten Boveste extremiteiten 1 Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Neutrale-0-methode (NNM) 27 januari 2012 Review: Sandra Joeris Invoer: Eveline van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting INTRODUCTION Kinderen en jongeren met cerebrale parese (CP) kunnen vaak niet zo goed lopen, rennen of traplopen. Dat kan komen door spierzwakte. Spierzwakte wordt vaak gemeten als de kracht die kinderen

Nadere informatie

REKKEN EN STREKKEN IS VOOR DWAZEN EN GEKKEN! TJITTE KAMMINGA. Atletiekunie

REKKEN EN STREKKEN IS VOOR DWAZEN EN GEKKEN! TJITTE KAMMINGA. Atletiekunie REKKEN EN STREKKEN IS VOOR DWAZEN EN GEKKEN! TJITTE KAMMINGA 2 TJITTE KAMMINGA Fysiotherapeut/manueel therapeut Ex-hersteltrainer Haagatletiek Ex-docent fysiotherapie HS Leiden Auteur De nieuwe warming-up

Nadere informatie

Core training. Door: Roeland Smits. Roeland Smits Core training voor zwemmers 1

Core training. Door: Roeland Smits. Roeland Smits Core training voor zwemmers 1 Core training Door: Roeland Smits Roeland Smits Core training voor zwemmers 1 Voorbereiding krachttraining zwemmen: Core training: In eerste instantie zal er een grondige bases gelegd moeten worden waar

Nadere informatie

SENIOREN LOPEN MET HUN HOOFD!

SENIOREN LOPEN MET HUN HOOFD! SENIOREN LOPEN MET HUN HOOFD! TJITTE KAMMINGA 2 TJITTE KAMMINGA - Fysiotherapeut/manueel therapeut - Ex-hersteltrainer Haagatletiek - Ex-docent fysiotherapie HS Leiden - Auteur De nieuwe warming-up (2000)

Nadere informatie

Stretching T. Mertens

Stretching T. Mertens Stretching T. Mertens Stretching??? Why? Pourquoi? How long? Long? When? Quand? How frequently? Frequent? Which muscles? Quels muscles? Do I prevent muscle soreness? Raideur? Do I get slower? Je deviens

Nadere informatie

Revalidatieschema na een meniscushechting

Revalidatieschema na een meniscushechting 1 Revalidatieschema na een meniscushechting Locatie: Nevenletsel: Let op: dit schema is een richtlijn die hulp kan bieden bij het revalideren na een meniscushechting. Let te allen tijde op de reactiviteit

Nadere informatie

1 G>=>KE:G=L> Dutch summary

1 G>=>KE:G=L> Dutch summary 1 Dutch summary * - nederlandse samenvatting Alhoewel cerebrale parese (CP) wordt gezien als een non-progressieve aandoening treden er wel degelijk secundaire complicaties op zoals afname van beweeglijkheid,

Nadere informatie

Blessurepreventie. Secundaire preventie heeft betrekking op het tijdig herkennen en behandelen van klachten of banale letsels om erger te voorkomen

Blessurepreventie. Secundaire preventie heeft betrekking op het tijdig herkennen en behandelen van klachten of banale letsels om erger te voorkomen Blessurepreventie Blessurepreventie bestaat uit drie luiken: Primaire preventie is gericht op het voorkomen van nieuwe letsels. Secundaire preventie heeft betrekking op het tijdig herkennen en behandelen

Nadere informatie

Stretchen: theorie en praktijk

Stretchen: theorie en praktijk Stretchen: theorie en praktijk Studiedag VAT 4 oktober 2014 Fabienne Van De Steene Studiedag VAT 4 okt 14 2 Studiedag VAT 4 okt 14 3 1 Take home message Studiedag VAT 4 okt 14 4 Studiedag VAT 4 okt 14

Nadere informatie

Traint sinds 1991 bij Flevo Delta, is gediplomeerd trainer loopgroepen sinds 1997.

Traint sinds 1991 bij Flevo Delta, is gediplomeerd trainer loopgroepen sinds 1997. De trainers Links: Henk van Roemburg Midden: Marjo de Groot Rechts: Henk Moerkens Loopt sinds 2006 bij Flevo Delta. Is gediplomeerd trainer sinds 2010. Traint sinds 1991 bij Flevo Delta, is gediplomeerd

Nadere informatie

Revalidatie schema na kraakbeenbehandeling van zowel het femur als het patellofemorale gewricht

Revalidatie schema na kraakbeenbehandeling van zowel het femur als het patellofemorale gewricht Revalidatie schema na kraakbeenbehandeling van zowel het femur als het patellofemorale gewricht Locatie: Grootte: Belaste hoek*: *het traject waarin het geopereerde gebied belast wordt. Let op: dit schema

Nadere informatie

HEUP EN LIESKLACHTEN. Sport Medisch Netwerk Zoetermeer. Barry Faas (sport)fysiotherapeut. Aartsen Praktijk voor Fysiotherapie

HEUP EN LIESKLACHTEN. Sport Medisch Netwerk Zoetermeer. Barry Faas (sport)fysiotherapeut. Aartsen Praktijk voor Fysiotherapie HEUP EN LIESKLACHTEN EN HET HERSTEL IN DE PRAKTIJK Sport Medisch Netwerk Zoetermeer Barry Faas (sport)fysiotherapeut Aartsen Praktijk voor Fysiotherapie Inhoud Heup en liesblessures in de sportpraktijk

Nadere informatie

TRAININGTIPS. Van onze personal trainer Jill de Vreng

TRAININGTIPS. Van onze personal trainer Jill de Vreng TRAININGTIPS Van onze personal trainer Jill de Vreng Hoeveel trainingen per week? Verschillende spiergroepen Het is belangrijk om minimaal 2 workouts per week in te plannen, zodat je ook echt resultaat

Nadere informatie

Proximal tendon avulsion. Claire Verheul, Ph.D. Anne van der Made, M.D.

Proximal tendon avulsion. Claire Verheul, Ph.D. Anne van der Made, M.D. Proximal tendon avulsion Claire Verheul, Ph.D. Anne van der Made, M.D. Orthopaedic Surgery www.acesamsterdam.nl www.manualfysion.nl Epidemiology Relatively rare Koulouris & Connell 16 of 179 (9%) hamstring

Nadere informatie

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIE PROTOCOL NA ARTHROSCOPISCH HECHTEN SLAP-LAESIE SCHOUDER

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIE PROTOCOL NA ARTHROSCOPISCH HECHTEN SLAP-LAESIE SCHOUDER Versie 2017 POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIE PROTOCOL NA ARTHROSCOPISCH HECHTEN SLAP-LAESIE SCHOUDER 1. Doel Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan de postklinische fysiotherapeutische

Nadere informatie

Revalidatieschema na een collagene meniscus implantatie (CMI)

Revalidatieschema na een collagene meniscus implantatie (CMI) 1 Revalidatieschema na een collagene meniscus implantatie (CMI) Locatie: Nevenletsel: Let op: dit schema is een richtlijn die hulp kan bieden bij het revalideren na een meniscushechting. Let te allen tijde

Nadere informatie

(duidelijkheid, samenhangend verhaal, vakinh. kennis)

(duidelijkheid, samenhangend verhaal, vakinh. kennis) EVALUATIEFORMULIER Stretching 22 januari 2014, Cuijk 30 januari 2014, Urmond Wij stellen het zeer op prijs als u uw waardering voor deze bijeenkomst op dit formulier invult. U kunt uw waardering geven

Nadere informatie

Conditietraining op de vereniging. Miguel Janssen Steven Schilders

Conditietraining op de vereniging. Miguel Janssen Steven Schilders Conditietraining op de vereniging Miguel Janssen Steven Schilders Conditionele tennistraining. Tennisfeiten Tennisrallies 2-10 seconden 300-500 richtingsveranderingen Herstelmomenten 20 seconden Per punt

Nadere informatie

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA OPEN/ARHTROSCOPISCH HECHTEN CUFFRUPTUUR SCHOUDER, GROOT

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA OPEN/ARHTROSCOPISCH HECHTEN CUFFRUPTUUR SCHOUDER, GROOT VERSIE JANUARI 2017 POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA OPEN/ARHTROSCOPISCH HECHTEN CUFFRUPTUUR SCHOUDER, GROOT 1. Doel Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan de poliklinische

Nadere informatie

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA OPEN/ARTHROSCOPISCH HECHTEN CUFFRUPTUUR SCHOUDER, MIDDEL

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA OPEN/ARTHROSCOPISCH HECHTEN CUFFRUPTUUR SCHOUDER, MIDDEL VERSIE JANUARI 2017 POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA OPEN/ARTHROSCOPISCH HECHTEN CUFFRUPTUUR SCHOUDER, MIDDEL 1. Doel Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan de poliklinische

Nadere informatie

Het onderzoeksverslag

Het onderzoeksverslag Het onderzoeksverslag Rian Aarts & Kitty Leuverink Onderzoeksverslag (zie ook handboek blz. 306) Titel en Titelpagina Voorwoord Inhoudsopgave Samenvatting Inleiding (ook wel: Aanleiding) Probleemstelling

Nadere informatie

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL HEMI-/TOTALE SCHOUDERPROTHESE (TSP)

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL HEMI-/TOTALE SCHOUDERPROTHESE (TSP) VERSIE JANUARI 2017 POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL HEMI-/TOTALE SCHOUDERPROTHESE (TSP) 1. Doel Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan de postklinische fysiotherapeutische behandeling

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 165 Neuromusculaire gevolgen van epimusculaire myofasciale krachttransmissie Ter vergroting van het begrip over de neurale aansturing van lichaamsbewegingen is gedetailleerde kennis

Nadere informatie

TRAININGSPLAN STRETCHEN

TRAININGSPLAN STRETCHEN TRAININGSPLAN STRETCHEN Stretchen is een noodzaak! Door te trainen veroorzaak je minuscuul kleine blessures in je spiervezels. Des te slechter je conditie, des te groter de blessures kunnen zijn. De blessures

Nadere informatie

VO2max. Aerobe Capaciteit Cerebrale Parese. Aerobe capaciteit bij kinderen met CP FITNESS

VO2max. Aerobe Capaciteit Cerebrale Parese. Aerobe capaciteit bij kinderen met CP FITNESS 19-6-2011 Hersenbeschadiging voor de eerste verjaardag Primaire beschadiging zit in de hersenen Olaf Verschuren Wat betekent dit voor de fitheid? De Hoogstraat Utrecht lopers rolstoelrijders Aerobe FITNESS

Nadere informatie

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA OPEN/SCOPISCH HECHTEN CUFFRUPTUUR SCHOUDER, KLEIN

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA OPEN/SCOPISCH HECHTEN CUFFRUPTUUR SCHOUDER, KLEIN Versie augustus 2017 POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA OPEN/SCOPISCH HECHTEN CUFFRUPTUUR SCHOUDER, KLEIN 1. Doel Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan de poliklinische fysiotherapeutische

Nadere informatie

Revalidatie schema na microfracturing van het patellofemorale gewricht

Revalidatie schema na microfracturing van het patellofemorale gewricht Revalidatie schema na microfracturing van het patellofemorale gewricht Locatie: Grootte: Belaste hoek*: *het traject waarin het geopereerde gebied belast wordt. Let op: dit schema is een richtlijn die

Nadere informatie

in Sport Sportcafé Fysiotherapie Jeurissen & van den Ingh

in Sport Sportcafé Fysiotherapie Jeurissen & van den Ingh Testen en Meten in Sport Sportcafé Fysiotherapie Jeurissen & van den Ingh Mulder Smeekens Verschil 0.012 sec Phelps Cavic Verschil??? Real Madrid Atletico Madrid 3 e minuut blessuretijd Verweij Brodka

Nadere informatie

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 2015 In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 IN BEWEGING IMPLEMENTATIE VAN EEN BEST PRACTICE BINNEN HET UNO-VUMC. EINDVERSLAG INLEIDING Ouderen in woonzorgcentra

Nadere informatie

WAT IS EEN GOEDE VECHTSPORT WARMING-UP? Door Drs Erik Hein, November 2016

WAT IS EEN GOEDE VECHTSPORT WARMING-UP? Door Drs Erik Hein, November 2016 WAT IS EEN GOEDE VECHTSPORT WARMING-UP? Door Drs Erik Hein, November 2016 Warming up! De warming/up heeft als doel de sporter voor te bereiden op de training of op de wedstrijd. De warming-up is daarom

Nadere informatie

Krachttraining bij kinderen met Cerebral Palsy

Krachttraining bij kinderen met Cerebral Palsy Krachttraining bij kinderen met Cerebral Palsy Prof. Dr. C. Van den Broeck Fysiologische De temporele en spatiële rekrutering van de musculatuur is verstoord ( Kwakkel G 1995) Het aantal motor units is

Nadere informatie

Stretchen. Inleiding. Waarom stretchen?

Stretchen. Inleiding. Waarom stretchen? Stretchen Inleiding Stretchen is iets wat vaak gedaan wordt. Bijna iedereen die sport, doet het. Ook bij de kinesitherapeut komt het regelmatig voor. En zelfs diegenen die niet sporten doen het soms. Kortom,

Nadere informatie

EIND TOETS TOEGEPASTE BIOSTATISTIEK I. 30 januari 2009

EIND TOETS TOEGEPASTE BIOSTATISTIEK I. 30 januari 2009 EIND TOETS TOEGEPASTE BIOSTATISTIEK I 30 januari 2009 - Dit tentamen bestaat uit vier opgaven onderverdeeld in totaal 2 subvragen. - Geef bij het beantwoorden van de vragen een zo volledig mogelijk antwoord.

Nadere informatie

4 Beweegprogramma. 4.1 Voorbereiding

4 Beweegprogramma. 4.1 Voorbereiding 4 Beweegprogramma In dit onderdeel wordt het beweegprogramma gepresenteerd. Binnen het programma worden eerst doelstellingen gevormd die gelden op lange en korte termijn. Vervolgens wordt de introductie

Nadere informatie

Oefeningen voor de knie

Oefeningen voor de knie Oefeningen voor de knie Spierkracht verbeterende oefeningen voor de knie: Het is belangrijk om een goede spierkracht te hebben, mede omdat de spieren helpen bij schokabsorptie. Door een goede spierkracht

Nadere informatie

PREPARE WITH PREP S MOVEMENT PREP S ALS VORM VAN WARMING-UP

PREPARE WITH PREP S MOVEMENT PREP S ALS VORM VAN WARMING-UP PREPARE WITH PREP S MOVEMENT PREP S ALS VORM VAN WARMING-UP AUTEURS: LEON MEIJER NVFS SPORTFYSIOTHERAPEUT fysiosportief MANDY SMIDTS FYSIOTHERAPEUT i.o. fysiosportief GUYLIAN KICK FYSIOTHERAPEUT i.o. fysiosportief

Nadere informatie

Stappen deelcijfer weging 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 totaalcijfer 10,0 Spelregels:

Stappen deelcijfer weging 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 totaalcijfer 10,0 Spelregels: Stappen deelcijfer weging 1 Onderzoeksvragen 10,0 6% 0,6 2 Hypothese 10,0 4% 0,4 3 Materiaal en methode 10,0 10% 1,0 4 Uitvoeren van het onderzoek en inleiding 10,0 30% 3,0 5 Verslaglegging 10,0 20% 2,0

Nadere informatie

De nieuwe warming-up!

De nieuwe warming-up! De nieuwe warming-up! Netwerkbijeenkomst Masseurs Netwerk Nederland TJITTE KAMMINGA TJITTE KAMMINGA - Fysiotherapeut / manueel therapeut, gespecialiseerd in (hard) loopblessures - Oud-docent fysiotherapie

Nadere informatie

TRAININGSPLAN XCO-TRAINER

TRAININGSPLAN XCO-TRAINER TRAININGSPLAN XCO-TRAINER HET PRINCIPE VAN XCO-TRAINING. Nieuw explosieve training met maximaal resultaat. Door actieve bewegingsvormen kan de mechanische belastbaarheid van spieren, het bindweefsel in

Nadere informatie

Stretching waar ben ik mee bezig????? Fabienne Van De Steene Revaki UGent Sportkine UZ Gent Red Flames- KBVB

Stretching waar ben ik mee bezig????? Fabienne Van De Steene Revaki UGent Sportkine UZ Gent Red Flames- KBVB Stretching waar ben ik mee bezig????? Fabienne Van De Steene Revaki UGent Sportkine UZ Gent Red Flames- KBVB Take home message dag van de trainer 13-12-14 2 Doel sporten: prestatie Kracht Lenigheid Snelheid

Nadere informatie

Gegeneraliseerde Hypermobiliteit (GHM) Een variatie van normale gewrichtsmobiliteit, waarbij de Range of Motion groter is dan gemiddeld (+2SD)

Gegeneraliseerde Hypermobiliteit (GHM) Een variatie van normale gewrichtsmobiliteit, waarbij de Range of Motion groter is dan gemiddeld (+2SD) Gegeneraliseerde Hypermobiliteit (GHM) Kinderfysiotherapie bij het hypermobiliteitssyndroom Een variatie van normale gewrichtsmobiliteit, waarbij de Range of Motion groter is dan gemiddeld (+2SD) Femke

Nadere informatie

Lenig worden. Inhoud: Inleiding Warming up Stretchen Cooling-down Poses. M.koning

Lenig worden. Inhoud: Inleiding Warming up Stretchen Cooling-down Poses. M.koning Lenig worden Inhoud: Inleiding Warming up Stretchen Cooling-down Poses M.koning Inleiding: Leniger worden, dat willen we allemaal wel. Maar hoe word je nou eigenlijk lening? En wat is de beste manier om

Nadere informatie

Van bewegen naar trainen

Van bewegen naar trainen Van bewegen naar trainen Charles Heus Sportfysiotherapeut J&C Sportrevalidatie Geblesseerd Trainingsfit Wedstrijdfit Arts / Fysio??? Trainer Pat 0% Fysio 100% Pijn en of Functionele beperking 1e fase:

Nadere informatie

Fysio-/manueeltherapie van Gerven

Fysio-/manueeltherapie van Gerven Fysio-/manueeltherapie van Gerven Artrose Artrose is een chronische aandoening waarbij een degeneratie van het gewricht optreedt. Het gewrichtkraakbeen vermindert in kwaliteit; vergelijk het kraakbeen

Nadere informatie

Training en praktische beweegadviezen. Voor kwetsbare groepen

Training en praktische beweegadviezen. Voor kwetsbare groepen Training en praktische beweegadviezen Voor kwetsbare groepen Onderwerpen Trainingsleer Richtlijnen voor het trainen Praktische oefeningen Trainingsleer Trainingsprincipes Trainingsvariabelen Training stijl

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven.

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven. * Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven In dit proefschrift worden de resultaten van de PERRIN CP 9-16 jaar studie (Longitudinale

Nadere informatie

Rekken en strekken, de zin en onzin voor de (step)trainingspraktijk deel 1

Rekken en strekken, de zin en onzin voor de (step)trainingspraktijk deel 1 Rekken en strekken, de zin en onzin voor de (step)trainingspraktijk deel 1 In dit artikel zal ik ingaan op datgene wat er wetenschappelijk is aangetoond op het gebied van stretching en de implicaties die

Nadere informatie

Revalidatie nieuwe heupoperatie. Achterste benadering

Revalidatie nieuwe heupoperatie. Achterste benadering Revalidatie nieuwe heupoperatie Achterste benadering Afdeling fysiotherapie Datum: januari 2014 2 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Revalidatie 4 3 Thuissituatie 5 4 Anatomie 6 5 Operatietechniek 7 6 Leefregels achterste

Nadere informatie

Romphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair

Romphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair Romphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair Thijs Hartveld Stagiair McRoberts Opleiding Bewegingstechnologie Den Haag Februari 2013 Achtergrond Veldon VelDon is gestart met een dynamisch

Nadere informatie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie 1 Samenvatting In opdracht van de FamilieAcademie is een eerste effectmeting gedaan naar de training

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER

BEOORDELINGSFORMULIER Faculteit Geesteswetenschappen Versie maart 2015 BEOORDELINGSFORMULIER MASTER SCRIPTIES Eerste en tweede beoordelaar vullen het beoordelingsformulier onafhankelijk van elkaar in. Het eindcijfer wordt in

Nadere informatie

Stretching: zin en onzin?

Stretching: zin en onzin? Stretching: zin en onzin? 1. Inleiding Over het nut van stretching doen er heel wat misverstanden en verkeerde opvattingen de ronde. Men hoort vaak dat het preventief tegen blessures zou werken en daarom

Nadere informatie

Revalidatie schema na microfracturing van de laterale of mediale femurcondyl

Revalidatie schema na microfracturing van de laterale of mediale femurcondyl Revalidatie schema na microfracturing van de laterale of mediale femurcondyl Locatie: Grootte: Belaste hoek*: *het traject waarin het geopereerde gebied belast wordt. Let op: dit schema is een richtlijn

Nadere informatie

Objectiveren van functionele eigenschappen van knie-orthesen

Objectiveren van functionele eigenschappen van knie-orthesen Objectiveren van functionele eigenschappen van knie-orthesen Dr.ir. A. de Lange Fontys Paramedische Hogeschool Opleiding Podotherapie Eindhoven Inhoud 1. Conclusies 2. Functie van knie-orthesen 3. Belastingen

Nadere informatie

Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten

Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten 5 april 2017 Sarcoïdose ontsporing afweersyteem ophoping afweercellen: granulomen overal in lichaam: longen, lymfesysteem, huid,

Nadere informatie

NA JE TRAINING. Met deze 6-daagse challenge haal je alles uit je training!

NA JE TRAINING. Met deze 6-daagse challenge haal je alles uit je training! Optimaal herstellen NA JE TRAINING Met deze -daagse challenge haal je alles uit je training! Je bent net klaar met sporten en je voelt je geweldig! Niet vergeten: het geheim van een goede workout zit hem

Nadere informatie

K.F.C. SPARTA PETEGEM JEUGD

K.F.C. SPARTA PETEGEM JEUGD K.F.C. SPARTA PETEGEM JEUGD Het is bijna zover. De eerste ploeg kan volgende week kampioen worden. Nog één wedstrijd scheiden ons van een geweldig feest De eerste prijs is binnen.. SUPPORTERS ALLEN OP

Nadere informatie

Fitnesstrainer B Lesdag 3 Trainingsleer & Periodisering. Erkend Fit!vak opleidingscentrum

Fitnesstrainer B Lesdag 3 Trainingsleer & Periodisering. Erkend Fit!vak opleidingscentrum Fitnesstrainer B Lesdag 3 Trainingsleer & Periodisering Erkend Fit!vak opleidingscentrum www.start2move.nl Lesinhoud Evaluatie vragen hoofdstuk 2 gedragsverandering Hoofdstuk 8 Trainingsleer Periodiseren

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Het principe van de 5 Motorische basisvaardigheden

Het principe van de 5 Motorische basisvaardigheden Het principe van de 5 Motorische basisvaardigheden We horen het woord conditie regelmatig voorbij komen. In de volksmond gebruiken we het woord conditie vaak om aan te geven hoe fit we ons voelen. Eigenlijk

Nadere informatie

1 Buikplank (2 benen) Oefentherapie bekken en romp Pagina 1 van 5

1 Buikplank (2 benen) Oefentherapie bekken en romp Pagina 1 van 5 Pagina 1 van 5 Welke spieren zijn van belang bij deze oefentherapie? De spieren rondom het bekken en de romp kunnen grofweg worden verdeeld in 2 groepen: de globale en de lokale spieren. De globale spieren

Nadere informatie

RICHTLIJN BIJ REVALIDATIE NA EEN GESLOTEN EN OPEN BANKART

RICHTLIJN BIJ REVALIDATIE NA EEN GESLOTEN EN OPEN BANKART RICHTLIJN BIJ REVALIDATIE NA EEN GESLOTEN EN OPEN BANKART We onderscheiden een 5-tal postoperatieve fasen: Fase 1 : week 0-1 - 2 Fase 2 : week 3-4 5 Fase 3 : week 6 7 8 9 Fase 4 : week 10 tot en met 15

Nadere informatie

Ga naar je trainingen! De trainer helpt mee jouw zwakkere punten te ontdekken.

Ga naar je trainingen! De trainer helpt mee jouw zwakkere punten te ontdekken. Enkele tips : training en opwarming Trainingen : Ga naar je trainingen! De trainer helpt mee jouw zwakkere punten te ontdekken. Geef nooit op. Het kan best even duren voor je conditie op peil is. Het belangrijkste

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 beschrijft een systematisch literatuuroverzicht waarin studies worden samengevat die de effectiviteit, op bewegingsuitslag, hebben

Hoofdstuk 2 beschrijft een systematisch literatuuroverzicht waarin studies worden samengevat die de effectiviteit, op bewegingsuitslag, hebben Samenvatting Artrose is een aandoening van de gewrichten en wordt in het dagelijkse leven ook wel slijtage genoemd. Artrose kan in alle gewrichten optreden maar komt voornamelijk voor in de gewrichten

Nadere informatie

Verminderen van de impact van geriatrische aandoeningen door fysieke activiteit

Verminderen van de impact van geriatrische aandoeningen door fysieke activiteit Verminderen van de impact van geriatrische aandoeningen door fysieke activiteit Eén van de belangrijkste gevolgen van veroudering en geriatrische aandoeningen is het ontstaan van beperkingen. De weg van

Nadere informatie

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren:

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren: INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 4 1. Toets met behulp van SPSS de hypothese van Evelien in verband met de baardlengte van metalfans. Ga na of je dezelfde conclusies

Nadere informatie

Nabehandeling voorste kruisband reconstructie

Nabehandeling voorste kruisband reconstructie Nabehandeling voorste kruisband reconstructie Fysiotherapie Locatie Hoorn/Enkhuizen Fase 1 (6-8 weken) Week 1-2 extensie links = rechts actieve isometrische oefentherapie starten fiets (hometrainer) en

Nadere informatie

Krachttraining bij ouderen

Krachttraining bij ouderen Krachttraining bij ouderen Elke Eelbode 1, Ivan Bautmans 1, 2, Tony Mets 1, 2 1 Frailty in Ageing research (FRIA) & Gerontology (GERO) department,, Vrije Universiteit Brussel 2 Geriatrics department, Universitair

Nadere informatie

WARM UP SCHEMA; Inclusief self myofascial release/foam roller routine en aanvullende informatie over de foam roller. PT-NIJMEGEN

WARM UP SCHEMA; Inclusief self myofascial release/foam roller routine en aanvullende informatie over de foam roller. PT-NIJMEGEN WARM UP SCHEMA; Inclusief self myofascial release/foam roller routine en aanvullende informatie over de foam roller. PT-NIJMEGEN Wat je moet weten; Een warming up is van cruciaal belang om optimaal te

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Talenttraining 20 mei Vlaamse Zwemfederatie. Synchroonzwemmen. Leonie Cornielje. Leonie Cornielje Coaching & Advies

Talenttraining 20 mei Vlaamse Zwemfederatie. Synchroonzwemmen. Leonie Cornielje. Leonie Cornielje Coaching & Advies Talenttraining 2 mei 218 Vlaamse Zwemfederatie Synchroonzwemmen Leonie Cornielje Leonie Cornielje Coaching & Advies Woord vooraf De afgelopen jaren heb ik op uitnodiging van de Vlaamse Zwemfederatie een

Nadere informatie

Antwoordsleutel vraag 2 t/m 9 IOF al la carte Pediatric Balance Scale

Antwoordsleutel vraag 2 t/m 9 IOF al la carte Pediatric Balance Scale Antwoordsleutel vraag 2 t/m 9 IOF al la carte Pediatric Balance Scale Hieronder staan de antwoorden beschreven voor de vragen die jullie beantwoord hebben tijdens de IOF bijeenkomst. Mochten jullie naar

Nadere informatie

ZOMERPROGRAMMA RESPIRO: THUISTRAINING

ZOMERPROGRAMMA RESPIRO: THUISTRAINING Beste Respiro klant U heeft ervoor gekozen om fit en actief te blijven tijdens de zomersluiting d.m.v. het cardio- en krachttrainingsschema dat u thuis gaat uitvoeren. Het doel van dit schema is om zowel

Nadere informatie

Blessurepreventie VERANTWOORDELIJKEN:

Blessurepreventie VERANTWOORDELIJKEN: Blessurepreventie VERANTWOORDELIJKEN: Bert De Bruyne Directeur jeugdopleiding A&O-psycholoog Partner bij HR-adviesbureau Katena Kristof Mebis - TVJO Stef Plevoets coördinator bovenbouw Timmy Vanbrabant

Nadere informatie

De nieuwe warming-up! TJITTE KAMMINGA

De nieuwe warming-up! TJITTE KAMMINGA De nieuwe warming-up! TJITTE KAMMINGA TJITTE KAMMINGA - Docent fysiotherapie HS Leiden - Fysiotherapeut / manueel therapeut - Voorheen trainer Haagatletiek en actief hardloper - Blessurehersteltrainer

Nadere informatie

Conditie en training/ fitheidsparcours of: werkstuk bewegen en samenleving

Conditie en training/ fitheidsparcours of: werkstuk bewegen en samenleving 11 e klas opdracht gym / 2011-2012 Conditie en training/ fitheidsparcours of: werkstuk bewegen en samenleving Inleiding: Uit onderzoeken blijkt dat de deelname aan bewegingsactiviteiten bij de jeugd vanaf

Nadere informatie

Fysieke training in praktijk

Fysieke training in praktijk Fysieke training in praktijk Ralf Kosters 18 juni 2016 Tafeltennistrainers congres Verwachtingsmanagement Workshop van vandaag: 1. Te kort 2. Te weinig diepgang 3. Beperkt 4. Leren van elkaar 5. Nieuwsgierig

Nadere informatie

Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan

Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan Naam student: Joost den Hollander Naam afstudeerbegeleider: Ceciel Zandee Naam tweede beoordelaar: Winifred paulis Datum: 9-0-05 Voorlopige titel onderzoek

Nadere informatie

Opdracht: hardlopen en ouder worden

Opdracht: hardlopen en ouder worden Trainen met Masters Datum: 11 november 2017 Opdracht: hardlopen en ouder worden Welke fysieke aspecten gaan achteruit bij het ouder worden? Wat kun je hier tegen doen? 1 Opdracht: denk hierbij aan: 1.

Nadere informatie

Bewegingsleer Deel II De onderste extremiteit

Bewegingsleer Deel II De onderste extremiteit Bewegingsleer Deel II De onderste extremiteit Bewegingsleer Deel II De onderste extremiteit I.A. Kapandji Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Ó 2009 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij

Nadere informatie

Protocol HUMAC Norm. Opstarten Start het programma op Het beginscherm ziet er als volgt uit:

Protocol HUMAC Norm. Opstarten Start het programma op Het beginscherm ziet er als volgt uit: Protocol HUMAC Norm Inleiding. De Humac norm is een apparaat waarmee je zeer nauwkeurig kracht kunt meten. Je kunt concentrisch, excentrisch, isometrisch, isotonisch en isokinetisch meten. Je kunt het

Nadere informatie

hoofdstuk 3 hoofdstuk 4

hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 Lichamelijke activiteit is erg belangrijk om de algemene gezondheid van mensen met een dwarslaesie in stand te houden. Door de beperking van de onderste extremiteiten is dit bij mensen met een dwarslaesie

Nadere informatie

Wat is patello-femoraal pijnsyndroom?

Wat is patello-femoraal pijnsyndroom? Wat is patello-femoraal pijnsyndroom? Patellofemorale pijnklachten zijn klachten die waargenomen worden in en rond de knieschijf. Patella betekent knieschijf. Het komt op alle leeftijden voor, maar vooral

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp ) Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Meten van de heupadductie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 206-216 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Veel kinderen met een spastische cerebrale parese (CP) hebben een afwijkend looppatroon. Eén van de meest typerende looppatronen is het zogenaamde

Veel kinderen met een spastische cerebrale parese (CP) hebben een afwijkend looppatroon. Eén van de meest typerende looppatronen is het zogenaamde Samenvatting Veel kinderen met een spastische cerebrale parese (CP) hebben een afwijkend looppatroon. Eén van de meest typerende looppatronen is het zogenaamde flexiepatroon. Het is bekend dat kinderen

Nadere informatie

TRAININGSPLAN. Buikspieren

TRAININGSPLAN. Buikspieren TRAININGSPLAN Buikspieren Buikspieren, waarom zijn deze spieren belangrijk? Al een lange tijd benadrukken fitnessexperts het belang van een sterke kern. Dat houdt in: sterke buik- en rugspieren. Bewegingsexperts

Nadere informatie

De voorste kruisbandreconstructie

De voorste kruisbandreconstructie Afdeling: Onderwerp: Fysiotherapie De voorste kruisbandreconstructie 1 De voorste kruisbandreconstructie 2 De Voorste Kruisbandreconstructie De knie: De meeste mensen zien een knie als een simpel scharniergewricht

Nadere informatie

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Effectiviteitsonderzoek naar lesmateriaal Wijzer in geldzaken voor groep 7 www.wijzeringeldzaken.nl Inleiding:

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Long Term Player Development. Meer voetbal-atleten opleiden

Long Term Player Development. Meer voetbal-atleten opleiden Long Term Player Development Meer voetbal-atleten opleiden Long Term Player Development Aspecifiek trainen om specifiek beter te worden Actieve Blessurepreventie CLINIC 3 2 april 2011 PUBERTEITSFASE Module

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Complex Regionaal Pijn Syndroom type I (CRPSI) is een verre van volledig begrepen complex van symptomen. Wanneer CRPSI ontstaat is dit meestal het gevolg van een operatie of andersoortig trauma.

Nadere informatie

AMICA MANU SPORTMEDISCH GEZIEN

AMICA MANU SPORTMEDISCH GEZIEN AMICA MANU SPORTMEDISCH GEZIEN De liesblessure Wat is het? Pijn in de lies wordt vaak een liesblessure genoemd. Automatisch denkt men dan vaak aan een blessure van de aanvoerende beenspieren (adductoren),

Nadere informatie

Bijlage 2 Meetinstrumenten

Bijlage 2 Meetinstrumenten Bijlage 2 Meetinstrumenten Bijlage 2.1 Functiescore De Bie et al. De Bie et al. (1997) gebruikten de functiescore als prognostisch instrument om lichte van ernstige letsels te onderscheiden. De functiescore

Nadere informatie