Krachttraining bij kinderen met Cerebral Palsy

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Krachttraining bij kinderen met Cerebral Palsy"

Jan de Ridder
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Krachttraining bij kinderen met Cerebral Palsy Prof. Dr. C. Van den Broeck Fysiologische De temporele en spatiële rekrutering van de musculatuur is verstoord ( Kwakkel G 1995) Het aantal motor units is afgenomen (Kwakkel G 1995, Gardiner 1996) Aftrofie van voornamelijk snelle type II vezels Crosslinks tussen collageenvezels Afname aantal sarcomeren Veranderde contractiliteitseigenschappen Fysiologische Dynamisch, snelle bewegingen worden bemoeilijkt Relaxatie van de vezels is moeilijk en vertraagd Reciproke inhibitie is gestoord 1

2 Fysiologische Subtraction parese: actieve tegenwerking van de antagonist tijdens de willekeurige bewegingen (Kwakkel G 1995) Reduced output parese: pathologische activatie van agonist op basis van een minder efficiënte recrutering van agonistische motor units. (Kwakkel G 1995) Meten van Manuele weerstandstest Hand-held-dynamometer Isokinetisch biodex of cybex (Engsberg 2006, pierce 2006) Testen in functionele situatie Meten van Manuele weerstandstest Schaal van 0 tot 5 Weinig betrouwbaar 2

3 Meten van Hand-held dynamometer Isometrische contractie Betrouwbaarheid is redelijk vooral voor zwakkere en kleinere musculatuur Altijd hetzelfde meettoestel onderling niet vergelijkbaar Meten van Isokinetisch meten Dynamische metingen verdienen de voorkeur Voor clinicus vaak niet haalbaar omwille van dure computergestuurde apparatuur Compromis isometrisch meten in diverse gewrichtshoeken Meten van Testen in functionele situatie Range van maximale kracht is beperkt: dynamisch kracht meten Vooral snelkracht is belangrijk 8 tot 20 contractie Taakspecifiek: soort contractie, hoek, snelheid, open of gesloten keten 3

4 Trainen van Spierkracht bij kinderen met cerebrale parese is trainbaar Dezelfde trainingprincipes zijn toepasbaar (Carmick J 1995, Damiano DL 1995) Trainen van Spierkracht wordt deels bepaald door de conditie van de spier (omvang, lengte, samenstelling,..) Maar ook deels door aansturing van de spier (goede rekrutering, goede reciproke inhibitie) Trainen van Bij trainen van blijkt dat het grootste deel van de winst, vooral in de eerste weken, verklaard moet worden vanuit een betere aansturing van de spier (rekrutering en reciproke inhibitie) Daarna echte musculaire hypertrofie 4

5 Trainen van Spierfunctie is taakspecifiek wat betreft bewegingspatroon, contractietype, snelheid en gewrichtshoek Geen automatisch transfer van oefensituatie naar de functionele beweging Trainen van Wat is de aard van de contractie? Soort spierwerk (concentrisch, excentrisch, isometrisch)? Open of gesloten keten? Baan? Snelheid? Trainen van Voornamelijk snelkracht is beperkt 50 tot 80 % van 1RM 8 tot 20 herhalingen Indien mogelijk binnen functionele vaardigheden Trainingsfrequentie van 2-3 keer per week gedurende minimaal 3 maanden 5

6 Trainen van Functionele vaardigheden Volledige vaardigheid Deelvaardigheden Afgeleide vaardigheid Geconstrueerde oefening : musculaire keten specifiek Geconstrueerde oefening : musculaire keten a- specifiek Evidentie van Fysiologische Meten van Trainen van Evidentie van Analytische Positieve effecten op kracht [Damiano 1995, Mockford 2008, Lee 2009] Geen nadelige effecten op de spasticiteit [Darrah 1997, Fowler 2001] Verbetering op GMFM, gangsnelheid en mechanische efficiëntie [Eek 2008, Damiano 2010 ] beperkte verbetering in deelname aan school-en ontspanningsactiviteiten en verbetering van de QoL [Dodd 2004, Engsberg 2006] Evidentie van Fysiologische Meten van Trainen van Evidentie van Functionele Verbetering op analytische en functionele kracht, geen negatieve invloed op de spasticiteit [Blundell 2003, Dodd 2003] verbetering op GMFM, gangsnelheid, sit-tostand and timed up and go, physiological cost index [Liao 2007, Salem 2009] sterke verbetering in deelname aan school-en ontspanningsactiviteiten [Mc Burney 2003] 6

7 Besluit Fysiologische Meten van Trainen van Evidentie van Spierkracht bij kinderen met cerebrale parese is trainbaar Algemene trainingsprincipes zijn toepasbaar (Carmick J 1995, Damiano DL 1995) Taak specifiek oefenen Functioneel trainen Voornamelijk snelkracht: 50 tot 80 % van 1RM met 8 tot 20 herhalingen Trainingsfrequentie van 2-3 keer per week gedurende minimaal 3 maanden Bewegingsspecifiek en ketenspecifiek 7

Vergelijkbare documenten

Training en praktische beweegadviezen. Voor kwetsbare groepen

Training en praktische beweegadviezen Voor kwetsbare groepen Onderwerpen Trainingsleer Richtlijnen voor het trainen Praktische oefeningen Trainingsleer Trainingsprincipes Trainingsvariabelen Training stijl