Conditie en training/ fitheidsparcours of: werkstuk bewegen en samenleving

Transcriptie

1 11 e klas opdracht gym / Conditie en training/ fitheidsparcours of: werkstuk bewegen en samenleving Inleiding: Uit onderzoeken blijkt dat de deelname aan bewegingsactiviteiten bij de jeugd vanaf 16 jaar sterk afneemt. De redenen zijn divers; feit is wel dat de lichamelijke conditie afneemt. Conditie is een verzamelbegrip van 5 elementen die van invloed zijn op je conditie, en dus niet alleen het uithoudingsvermogen! Deze 5 aspecten zijn: * lenigheid * uithoudingsvermogen * kracht * snelheid * coördinatie Een goede lichamelijk conditie heeft een positief effect op je lichamelijk - en geestelijk functioneren. Het gericht aan je conditie werken vraagt enige weet hoe je zoiets aanpakken kan; hoe sta je er voor, wat wil en kan ik voor mezelf realiseren. Doe je dit op de bonnefooi dan kan je na 2 of 3 weken teleurgesteld erachter komen, dat het allemaal de moeite niet waard is, en dat je nauwelijks effecten hebt ervaren. Pak je het gedegen en realistisch aan, dan kan dit een stimulans zijn om door te gaan! Mocht je niet aan training willen werken, dan is een alternatief om een werkstuk te maken. Informatie en opdrachten over conditie vindt je onder (A) 1 en 2, het werkstuk onder (B) LEES DIT GOED DOOR! Inleveren: Zowel van (A) 1 ( uitvoeren van trainen en vragen beantwoorden) of 2 (fitheidstest opzetten), als (B) (werkstuk) moet je de opdracht uiterlijk in de week van 19 december inleveren.

2 Uiterlijk in de week van 31 oktober in de gymles dien je op te geven wat je gaat doen. Indien je wilt gaan trainen, kan je dus al eerder beginnen. Belangrijk is dat de periode 5 aaneengesloten weken beschrijft. Bij het te laat inleveren : los van omstandigheden als langdurige ziekte of blessure s -altijd melden!- geldt: iedere dag te laat ga je een stap in de beoordeling terug. (A) -1- Conditie: het trainen van één aspect gedurende 5 weken Doel: aan den lijve ervaren wat gerichte training met je kan doen, en weet hebben van trainingsaspecten en die kunnen toepassen op je eigen situatie. Wat is trainen? Trainen is meer van het lichaam vergen dan het gewend is, waardoor het lichaam zich gaat aanpassen. Er wordt onder een bepaalde belasting dus een evenwicht verstoord Door te gaan hardlopen, of bv. te gaan stretchen, vraag je, indien dit met de juiste intensiteit gepaard gaat, dat je lichaam het verstoorde evenwicht weer gaat herstellen.. Een te hoge belasting leidt tot overtraining, en geeft prestatievermindering. Een te lage belasting zal weinig of geen effect hebben; geen prestatie verbetering. Herstel speelt een cruciale rol in de aanpassing van het lichaam en is zeer belangrijk in de trainings-opbouw. Uniek! Aangezien ieder mens uniek is, is training een individuele aangelegenheid, zowel wat betreft je wensen als mogelijkheden. De ene leerling zal zo een half uur kunnen hardlopen, een ander zal het in eerste instantie amper 5 minuten vol kunnen houden. De beginsituatie en dus je doelstelling (wat kan en wil ik bereiken in 5 weken) zullen sterk van persoon tot persoon verschillen; hiermee staat of valt een belangrijk deel van het slagen (en een stimulans om verder te gaan) van de opdracht. Doe je aan een sport, kan je natuurlijk gericht werken aan een onderdeel waar je je in wilt verbeteren. Je weet zelf waarschijnlijk wat belangrijk is. Zo is bij volleybal en basketbal de sprongkracht een belangrijke kwaliteit, dat goed trainbaar is. Het duur-uithoudingsvermogen is weer minder belangrijk. In dit soort sporten zal men veel de interval- trainingen toepasen d.w.z. herhalen van kortere momenten tegen een hogere belasting.

3 Korte omschrijving van de 5 aspecten van conditie: (1) Uithoudingsvermogen: het uithoudingsvermogen is een van de pijlers van een goede algehele conditie. Het stelt je in staat om je grenzen op het fysieke (en uiteindelijk ook het mentale) vlak te vergroten. Minder snel vermoeid dus. Je hartslag (frequentie) is een belangrijke graadmeter voor je uithoudingsvermogen. Enerzijds door te voelen/ meten welke inspanning welke hartslag oproept, en hoe lang je nodig hebt om weer te herstellen d.w.z. dat je hartslag weer enigszins normaal is. Een eenvoudige methode is ook om je hartslag bij het opstaan te meten; wat verandert er gedurende 5 weken? Er zijn ook 2 hartslagmeters op school te leen. (2) Lenigheid: zonder dat je in het normale dagelijkse leven ervaart dat de een soepeler is dan de ander, des te meer ervaar je dat wanneer je de beperkingen ervaart als je aan een bepaalde sport doet (bv. bij klimmen).souplesse geeft je een grotere bewegingsvrijheid, en uiteindelijk zal er op latere leeftijd minder snel slijtage optreden, mits je natuurlijk dit op een goede manier toepast. Een goede lichaamshouding bij het staan en zitten (denk aan het lang zitten voor tv/ computer) is al het halve werk; het geleidelijk en herhaaldelijk rekken werkt ook ontspannend, dus ook goed toe te passen voor het slapen gaan. Dus, naast het doen en meten is een belangrijke vraag; wat is de invloed als ik hier voor langere tijd mee bezig ben? Een onderzoeker meldde eens, dat stretching een positieve invloed kan hebben op menstruatie pijnen. (3) Kracht: zonder de nodige kracht blijf je op een bepaald punt steken als je een sport doet waar je gericht kracht bij inzet, en dat is bij veel sporten zo. Gericht hierop trainen, en met een juiste dosering, kunnen uiteindelijk goed te meten zijn. (4) + (5) Snelheid en coördinatie vermogen zijn ook niet onbelangrijke pijlers van je algehele conditie en evt. prestatie vermogen. De sprongtest in de gymles (met 2 voeten zover mogelijk uit stand springen, zal met veel kracht maar met weinig coördinatievermogen veel minder opleveren. Badminton vraagt naast een goed (interval) uithoudingsvermogen en coördinatie vermogen, ook snelheid van handelen. Beide aspecten zijn wel te trainen maar zijn niet zo eenvoudig in een zo korte tijd van 5 weken, te realiseren. Daarom is de opdracht een keuze te maken tussen een van de 3 eerste aspecten van conditie. Opdracht en vragenbij A (1) en (2): (1) Waarom heb je voor dit onderwerp gekozen? (2) Geef een duidelijke omschrijving van wat kracht, lenigheid of uithoudingsvermogen is. Hier mag je zelf een antwoord geven, maar beschrijf ook wat anderen (wetenschappers/ fysiotherapeuten etc.) hierover schrijven.

4 (3) Hoe kun je dit trainen? Deze vraag is heel belangrijk in de beoordeling van deze opdracht. Zomaar wat trainen, hoe goed ook bedoeld, maar zonder een duidelijke opzet, is niet voldoende! Hiervoor moet je dus in boeken of op internet struinen. Met behulp van de voorinformatie die je nu hebt, maak je voor jezelf een trainingsprogramma. Zoals al eerder vermeld moet je goed weten hoe je er nu voor staat (beginsituatie) en wat je redelijkerwijze na 5 weken kunt bereiken (doelstelling). Stel zo nodig je doelstelling tussentijds bij. Dus verder: (4) Test jezelf om te weten hoe je er nu voor staat. Bv. hoe lang ben je in staat om een bepaalde afstand bij een bepaalde snelheid, vol te houden. (zwemmend/ hardlopend/ fietsend/ skeelerend etc.) (5) Beschrijf de testresultaten en de doelstelling. Duur van het programma is 5 weken. Begin dus op tijd, d.w.z. ruim 6 weken voor de inlever datum. (6) Maak gebruik van de trainingsprincipes frequentie, duur, intensiteit. Om tot gerichte resultaten te komen dien je: 0 Lenigheid: dagelijks oefenen, 15 minuten lang. 0 Kracht: 2-3x per week, ½ uur lang. 0 Uithoudingsvermogen: 2-3 x per week, ½ uur lang. De theorie vragen mag je samen met anderen uitvoeren; je kan dus afspreken wie wat gaat uitzoeken. Wel dien je beide enig inzicht te hebben van wat je opschrijft, zodat je dit gericht kan toepassen. Bij twijfel vraag Eric. Een mogelijkheid is om in tussenuren bv. buiten te gaan hardlopen. Mits vooraf gemeld kan je ook gebruik maken van de douches op school. (A) 2: Ontwerpen van een fitheidsparcours: Het testen van je lichamelijke fitheid is een mogelijkheid er achter te komen hoe het met je is gesteld. Dit geldt voor alle 5 aspecten van conditie, zoals eerder vermeld.

5 Al de verzamelde gegevens worden in een totaaloverzicht geplaatst, om een totaaloverzicht te krijgen. Doel van de opdracht is het uitdenken en ontwikkelen van een fitheidsparcours in de gymzaal, vanuit een gedegen voorstudie van de 5 aspecten van conditie: wat houden ze in, hoe kan je ze testen voor jullie leeftijdsgroep, evt. aangepast aan jongens en meisjes. Bij deze opdracht hoef je dus niet 5 weken te trainen, maar ben je bezig met uitdenken en op papier zetten. Uiteindelijk voer je de test uit met de klas! (je kunt e.e.a. uitproberen in een vrij uurtje of in de pauze) Van alle 5 aspecten van conditie dien je een beschrijving te geven wat ze inhouden en hoe je ze kunt trainen en testen. In je uiteindelijke test is het nogmaals belangrijk dat je rekening houdt met verschillen tussen jongens en meisjes. De uitkomsten van de test dienen schriftelijk verwerkt te worden, met een reflectie achteraf: ben je tevreden met de testresultaten, wat zou je evt. anders doen een volgend keer. (B) Werkstuk maken over bewegen en samenleving: Dat bewegen/ sport een belangrijke invloed uitoefent op de mens, en zeker in de maatschappij waarin wij leven, mag iedereen bekend zijn. Een onderwerp gekozen in overleg met mij, waarbij het onderwerp een verband moet hebben met de tijd waarin we nu leven. Dat kunnen tijdsfenomenen zijn, zoals doping + verslaving, of bepaalde nieuwe (trendsporten) Behandel opkomst en populariteit van deze sporten en beschrijf er een (Vmbo)of twee (Havo en Vwo) Bij het maken van dit werkstuk over een van de drie onderwerpen is het van belang dat: # je de bronnen vermeld # het werkstuk moet bestaan uit minimaal 5 kantjes A4 (Vmbo), 8 kantjes (Havo) en 10 kantjes (Vwo), getypt met lettertype 12, of overeenkomstig met de hand geschreven. Plaatjes horen hier ook bij, mits in redelijke mate aanwezig. Bronnen: Bieb school over stretching/ conditie

6 Succes! Eric Samenvattend: ga je trainen dan moet je de 5 vragen beantwoorden. Hierin moet tevens duidelijk beschreven staan wat de aanpak is van je training ( hoe); alleen dan wordt duidelijk dat je voorinformatie hebt verzameld en toegepast. Bij een werkstuk doe je dit alles niet maar schrijf je meer. Bij een circuit onderzoek je en probeer je uit; je voert de circuit uit in de klas en evalueert dit schriftelijk en mondeling bij de gymleraar.