Onderzoek naar de rol van sociale media in leiderschapsverhoudingen in de kerk

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderzoek naar de rol van sociale media in leiderschapsverhoudingen in de kerk"

Transcriptie

1 Onderzoek naar de rol van sociale media in leiderschapsverhoudingen in de kerk Lectoraat Nieuwe Media in vorming en onderwijs Eindrapportage onderzoek nieuwe media en leiderschap kerk J.J. Jacobse en K. van der Laan Januari 2017

2 COLOFON Dit rapport is een uitgave van het lectoraat Nieuwe media in vorming en onderwijs en maakt onderdeel uit van het onderzoek naar leiderschap en nieuwe media. Het rapport bevat een beschrijving van het uitgevoerde onderzoek onder jongeren en kerkelijke leiders en is beschikbaar als naslagwerk. Auteurs: J.J. Jacobse, K. van der Laan Datum publicatie: 18 januari

3 Inhoud 1. Inleiding... 5 Achtergrond onderzoek... 5 Opzet onderzoek... 5 Verantwoording omvang onderzoek... 6 Statistische verantwoording... 7 Verantwoording gehanteerde kwalitatieve indelingen Onderzoeksvraag... 9 Positie van nieuwe media in de kerk... 9 Doel van het onderzoek... 9 Hypothesen mediagebruik en de relatie tot leiderschap Verklarend model mediagebruik en leiderschapsstijl Mediagebruik jongeren versus hun leiders Mediagebruik: apparatuur Mediagebruik: sociale media Mediagebruik: tijdsduur en intensiteit Mediagebruik: filtering en zelfregulering Mediagebruik: zondag en invloed op concentratie bij bezinning Media in de relatie tussen leider en jongere of gemeentelid Mediagedrag: wederzijdse verwachtingen sociale media Mediagedrag: wederzijdse verwachtingen Mediagedrag vanuit de leider: omgangsregels en gedrag Mediagedrag vanuit de leider: corrigerende mechanismen Mediagedrag vanuit de leider: visie op toepassing nieuwe media Mediagedrag in de praktijk: casussen gebruik nieuwe media door leiders Leiders over hun stijl van leidinggeven i.r.t. sociale media Reflectie op de eigen leiderschapsstijl Analyse groepen leiders Toetsing hypothesen nieuwe media en kerkelijk leiderschap Hypothesen Toetsing hypothese A: Hoe intensiever nieuwe media gebruikt worden, hoe minder er gelezen wordt Toetsing hypothese B: Een open gesprek en een Bijbelse onderbouwing helpen jongeren meer mediawijs te worden Toetsing hypothese C: Intensief gebruik van nieuwe media zorgt voor onrust en afname van concentratie Toetsing hypothese D: Intensief gebruik van nieuwe media leidt tot een afname van het gezag in gezagsrelaties Toetsing hypothese E: Intensief gebruik van nieuwe media leidt tot andere verwachtingen van leiders Toetsing hypothese F: Het feit dat veel jongeren nieuwe media neutraal gebruiken, komt doordat ze van opvoeders leren om media neutraal te gebruiken Toetsing hypothese G: Gebruik van sociale media tijdens de dienst gaat samen met een laag gezag-besef Slotbeschouwing en aanbevelingen

4 4

5 1. Inleiding In het kader van het Lectoraat Nieuwe Media in vorming en onderwijs van Driestar hogeschool is in samenwerking met het Reformatorisch Dagblad onderzoek verricht onder een grote groep jongeren en docenten, jeugdwerkers en kerkenraadsleden. Doelstelling van dit onderzoek was om na te gaan welke rol nieuwe media spelen in de leiderschapsrelatie. In dit rapport wordt dit onderzoek beschreven. Achtergrond onderzoek Sociale media zijn niet meer weg te denken uit onze samenleving. Er wordt steeds meer en intensiever gebruik gemaakt van nieuwe vormen van media. Het is dan ook niet verwonderlijk dat vragen gesteld worden als: in hoeverre gaat deze ontwikkeling ons gedrag en ons denken beïnvloeden? en hoe moeten we hier als gezagsdragers in school en kerk mee omgaan?. In het onderzoek van het lectoraat tot nu toe is inzichtelijk gemaakt hoe jongeren met media omgaan en is richting school, kerk en gezin een Media Attitude Model ontwikkeld op basis waarvan kinderen en jongeren toegerust kunnen worden om goed met media om te gaan. Dit attitude model is gebaseerd op de grondhouding van de christenen in de eerste eeuw en is concreet gemaakt voor de 21e eeuw als het gaat om het gebruik van nieuwe media. Een van de opdrachten van het lectoraat is ook om concrete richtlijnen te ontwikkelen voor gezagsdragers en leidinggevenden in school en kerk. Hoe moeten zij met de vragen rondom nieuwe media omgaan? In hoeverre lenen nieuwe media zich ervoor om ze in te zetten op school en in de gemeente? Vragen die het Lectoraat Nieuwe Media hoopt te beantwoorden, zijn onder andere: Wat betekent de toenemende rol van nieuwe media voor de positie van gezagsdragers? en Op welke manier kan een leider nieuwe media inzetten passend bij zijn of haar rolopvattingen? Om deze vraag te beantwoorden is reeds onderzoek gedaan onder jongeren op scholen voor voortgezet onderwijs en in de bovenbouw van het basisonderwijs. Aan hen zijn vragen gesteld over de manier waarop zij nieuwe media gebruiken en hoe zij deze zien in de relatie met mensen die leiding aan hen geven. Het inzicht in de manier waarop jongeren media gebruiken en leiderschap ervaren is echter nog maar één kant van de medaille. Het lectoraat vindt het daarom juist belangrijk om onderzoek te doen onder gezagsdragers in kerk en onderwijs. Hoe staan zij ten opzichte van (gebruik van) nieuwe media en welke betekenis hebben nieuwe media in de relatie tussen leiders en jongeren? In dit rapport wordt het onderzoeksdoel beschreven wat betrekking heeft op de kerk. Het rapport rondt af met een slotbeschouwing en aanbevelingen die direct volgen uit het uitgevoerde onderzoek. Een vergelijkbaar rapport is er beschikbaar voor het onderwijs. Daarnaast werkt het lectoraat aan een uitgave waarin voor school en kerk de bevindingen van beide rapporten vertaald worden naar een model voor leiderschap in media. Opzet onderzoek Om iets te kunnen zeggen over de betekenis van nieuwe media in de kerk is er zowel onderzoek gedaan onder jongeren als onder de mensen die vanuit de kerk leiding aan hen geven. Voor het onderzoek onder jongeren is bewust gekozen om voort te borduren op het onderzoek dat in 2013 onder jongeren plaatsgevonden heeft. Dit met het doel het mediagebruik onder jongeren te kunnen vergelijken met historische gegevens. De enquête uit 2013 is op enkele punten qua vraagstelling methodisch gecorrigeerd en verder aangevuld met een set vragen rondom leiderschap en nieuwe media. Als doelgroep is gekozen voor de 5

6 jongeren die participeren in het voortgezet onderwijs en in middelbaar beroepsonderwijs op reformatorische of protestants-christelijke grondslag. Via de scholen hebben de jongeren een digitale enquête aangeboden gekregen in de periode tussen juni 2015 en januari Aansluitend op de enquête onder jongeren is ook een enquête afgenomen onder kerkelijk leiders. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen predikanten, ambtsdragers die geen catechese geven, catecheten, pastoraal werkers en jeugdwerkleiders. Als ingang voor deze digitale enquête is gekozen om gebruik te maken van het netwerk van de jongerenorganisaties van de kerken uit de reformatorische achterban (CGJO, HJW, HHJO, HGJB, JBGG en LCJ). Aanvullend is de enquête ook verspreidt via het netwerk van het Lectoraat Nieuwe Media naar contactpersonen in de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en de Oud Gereformeerde Gemeenten. Deze enquête is afgenomen in de periode februari tot april Verantwoording omvang onderzoek Jongeren enquête De enquête onder jongeren is 3100 keer ingevuld. Het is moeilijk om te bepalen of de respons van de jongeren representatief is voor de totale groep aan jongeren binnen de gereformeerde gezindte. Dit hangt samen met de manier waarop de enquête is verspreid. Dat gebeurde via de scholen. Op sommige scholen is de enquête vrijblijvend aangeboden aan alle leerlingen terwijl deze op andere scholen tijdens een van de lesuren ingevuld is. Uit de persoonlijke gegevens van de respondenten blijkt echter dat er sprake is van voldoende representativiteit: de verdeling van leeftijdsklassen, opleidingsniveau, kerkelijke achtergrond en geografische spreiding laten een evenwichtig beeld zien. 65% van deze populatie bestaat uit leerlingen jongere dan 16 jaar. Minder dan 5% is ouder dan 18 jaar. Ruim 20% van deze jongeren volgt onderwijs op het VMBO, iets meer dan 30% op de HAVO en 30% op het VWO. De overige volgen overwegend onderwijs op MBOniveau. De enquête is ingevuld door jongeren van de vier reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs (Van Lodenstein College, Gomarus Scholengemeenschap, Jacobus Fruytier Scholengemeenschap en Wartburg College), het Hoornbeeck College, de Prins Maurits Scholengemeenschap in Middelharnis en het Ichthus College in Veenendaal. Hierdoor tekent zich een evenwichtige verdeling af over de kerkgenootschappen die gerekend worden tot de gereformeerde gezindte. Ruim 35% behoort tot de Geformeerde Gemeenten. 25% behoort tot de Hersteld Hervormde Kerken of de Christelijke Gereformeerde Kerken. Het aandeel Protestantse Kerk in Nederland (al dan niet Gereformeerde Bond) beslaat ruim 15%. Nog eens 15% bestaat uit jongeren uit de (Oud) Gereformeerde Gemeenten (in Nederland). Leiders enquête De enquête onder kerkelijk leiders is 2025 keer ingevuld. 45% van deze populatie bestaat uit jeugdwerkers die geen lid zijn van de kerkenraad. De tweede groep in omvang zijn de ouderlingen of diakenen die geen catechese geven (38%). Daarna volgen de catecheten (11%) en de predikanten (6%). Gegeven de grootte van de respons gaat het hier om 122 predikanten. 35% van de kerkelijk leiders heeft Lager of Middelbaar Beroeps Onderwijs gevolgd 1 en 65% heeft een HBO- of WO-achtergrond. De verdeling over de kerkgenootschappen is op twee uitzonderingen na evenwichtig als dit vergeleken wordt met de omvang van de kerkgenootschappen. De eerste uitzondering hierop vormen de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en de Oud Gereformeerde Gemeenten (samen nog geen 2%, in totaal 27 respondenten). Dit kleine aandeel in de totale populatie is deels het gevolg van het feit dat er in deze kerkverbanden weinig jeugdwerkers zijn en dat er geen centrale organisatie voor dit jeugdwerk is die gebruikt kan worden als ingang naar alle gemeenten. Na deze twee kerkverbanden volgen in omvang de Protestantste Kerken in Nederland (7%), de Hersteld Hervormde Kerk (13%), de Christelijke Gereformeerde Kerken (19%), de Gereformeerde Bond in de 1 Zijnde de hoogst genoten opleiding 6

7 Protestantse Kerk in Nederland (23%) en de Gereformeerde Gemeenten (34%). Verhoudingsgewijs blijft het aandeel Protestantse Kerk in Nederland wat achter. Dit komt doordat als ingang voor deze kerken de jongerenorganisaties HJW en HGJB gekozen zijn. Deze beslaan samen niet de hele breedte van de PKN. Wel kan, wanneer de verdeling over de kerkverbanden vergeleken wordt met eerder onderzoek van het Reformatorisch Dagblad, gesteld worden dat de respons uit de leiderschap-enquête representatief is voor de gereformeerde gezindte. Per saldo geldt dat in dit onderzoek vooral de kerkelijk leiders meegenomen zijn uit de achterban die ook te vinden is op de reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs. Statistische verantwoording Voor deze studie is gebruik gemaakt van vergelijkend onderzoek van de rechte tellingen van beide enquêtes. Daar waar er gebruik gemaakt is van verdiepende analyses waarin de samenhang tussen twee vragen onderzocht is, is dit gedaan volgens een statistische toets in SPSS. Gekozen is om de Pearson Chi-kwadraat toets uit te voeren. De onderzochte relatie is alleen als verband benoemd op het moment dat er sprake is van statistische significantie 2. Voor het indelen van de leiders in twee groepen (hoofdstuk vijf van dit rapport) is gebruik gemaakt van data-reducerende clusteranalyse. Dit is het classificeren van groepen respondenten of objecten op grond van hun kenmerken. Daarbij is het doel om deelpopulaties samen te stellen met overeenkomstige kenmerken.. Bij factoranalyse wordt gezocht naar een aantal onderliggende, latente factoren die de gemeenschappelijke variantie zo goed mogelijk verklaren. Daarbij zijn de factoren orthogonaal of oblique geroteerd. De verklaarde variantie kwam hierbij uit op 41%. Daarnaast heeft er een segmentatie van de onderzoeksgroep plaatsgevonden. Daartoe is er eerst een aggregatie aangebracht op enkele variabelen: leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, kerkelijke achtergrond en intensiteit van mediagebruik. De verschillende klassen voor wat betreft de kerkelijk leiders zijn als volgt gevormd: leeftijd: leiders tot en met 29 jaar (361 personen), 30 tot en met 39 jaar (560 personen), 40 tot en met 49 jaar (459 personen), 50 tot en met 64 jaar (446 personen) en 65 jaar of ouder (130 personen). kerkelijke achtergrond: in de nadere analyses is alleen gebruik gemaakt van kerkverbanden met meer dan 25 respondenten (leiders). De Oud Gereformeerde Gemeenten en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland zijn hierbij samengevoegd op basis van een veronderstelde zelfde grondhouding ten aanzien van nieuwe media en leiderschap. intensiteit mediagebruik: licht (0 tot 20 berichten per dag; 967 personen, middelzwaar (20 tot 100 berichten per dag, 777 personen), zwaar (meer dan 100 per dag, 212 personen). We realiseren ons dat sommige keuzes hierbij arbitrair of discutabel zijn ze zijn uiteraard alleen bedoeld als hulpmiddel om in sommige situaties verschillen in mediagebruik beter zichtbaar te maken. Waar nodig zijn ook de niet-geaggregeerde data bij de beoordeling te betrekken. 2 Significantie: (p>0,95) 7

8 Verantwoording gehanteerde kwalitatieve indelingen Naast de hier boven gehanteerde klassen uit de factoranalyse worden in dit rapport ook een aantal indelingen gebruikt in beschrijvende zin. Deze, meer subjectieve aanduidingen, worden gehanteerd om onderlinge verschillen in houding ten opzichte van vernieuwing (en nieuwe media) aan te geven en zijn niet bedoeld als waardeoordeel. Behoudend of conservatief Aanduiding voor kerkelijke gemeenten die, vanuit de Bijbel en de geloofsbelijdenissen, staan voor de oude waarheden en in hun denken en handelen sterke waarde hechten aan het behoud van de tradities. Zij zullen een voorzichtige houding hebben ten aanzien van het gebruik van nieuwe media en redeneren vanuit het principe matig en functioneel gebruik. Vooruitstrevend of progressief Aanduiding voor kerkelijke gemeenten die, vanuit de Bijbel en de geloofsbelijdenissen, ook open staan voor nieuwe mogelijkheden die techniek bieden om de boodschap van de kerk kracht bij te zetten. Zij zullen een optimistische houding hebben ten aanzien van het inzetten van nieuwe media en gericht zijn op de kansen van nieuwe techniek. Linkerflank Rechterflank Aanduiding voor kerkverbanden binnen de gereformeerde gezindte die een meer vooruitstrevende visie hebben op de plaats van de kerk in de samenleving. Aanduiding voor kerkverbanden binnen de gereformeerde gezindte die een meer behoudende visie hebben op de plaats van de kerk in de samenleving. 8

9 2. Onderzoeksvraag Positie van nieuwe media in de kerk In de kerkgenootschappen die meegedaan hebben aan dit onderzoek wordt heel verschillend aangekeken tegen het gebruik van nieuwe media. In de meer vooruitstrevende gemeenten worden nieuwe media bewust ingezet als middel bij Woordverkondiging, evangelisatie en communicatie in de gemeente. Denk hierbij aan een IPad op de preekstoel, het reageren op de preek via Twitter of het gebruik van Snapchat in de gemeente. In de meer behoudende kerkverbanden of gemeenten overheersen de zorgen over moderne media en wordt gewaarschuwd om nieuwe media alleen waar nodig te gebruiken. In deze gemeenten worden nieuwe media niet of nauwelijks ingezet voor toepassingen in de kerkelijke gemeente. Aan de andere kant is het niet zo dat er in de meer vooruitstrevende gemeenten geen zorgen zijn. Clichés als dat daar alles kan en dat in de behoudende hoek er geen kansen gezien worden, doen beiden geen recht aan de manier waarop er in de kerk met deze vragen omgegaan wordt. Deze verschillende grondhoudingen ten opzichte van nieuwe media zijn ook geen statisch gegeven. Er is in meerdere kerkverbanden een beweging zichtbaar waarbij het waarschuwen tegen moderne media vervangen wordt door een kritisch en bewust goed gebruik van nieuwe media. Daarnaast is er ook sprake van pluriformiteit in de visie op nieuwe media binnen een kerkgenootschap en binnen een gemeente. Tieners gebruiken en waarderen media op een andere manier dan de oudere generaties. Ook tussen kerkelijk leiders zijn er grote verschillen zichtbaar. De een is een early adaptor van nieuwe techniek, de ander gaat techniek pas gebruiken als iedereen dit doet. Ook is de een gewend om privé of zakelijk nieuwe media in te zetten, terwijl de ander dit niet gewend is. Ook al zijn er verschillende visies op mediagebruik, over de breedte van deze kerkverbanden zijn er zorgen als het gaat om de omvang en aard van het mediagebruik van jongeren en de mensen die vanuit de kerk leiding geven aan jongeren. In deze studie worden deze zorgen benoemd en omgezet in hypothesen die getoetst worden aan de verzamelde data. Doel van het onderzoek Deze studie heeft niet de intentie om onderzoek te doen naar leiderschap. Wel wil het lectoraat via deze studie inzicht krijgen in de manier waarop nieuwe media doorwerken in de relatie tussen jongeren en volwassen die aan hen leiding geven. Hierbij gaat het zowel om het perspectief vanuit de jongere voor wie nieuwe media normaal zijn als om de kant van degene die leiding aan hen geeft. Nieuwe media brengen een andere dynamiek en interactie met zich mee. Beïnvloedt dit ook de relatie met de docent, catecheet of predikant? Ook andersom geldt de vraag hoe een leider nieuwe media positief kan inzetten om de relatie met degenen aan wie hij of zij leiding geeft te beïnvloeden. Het lectoraat heeft de ambitie om deze inzichten te verwerken tot praktische adviezen over mediagebruik voor leiders. Dit houdt in dat er, aansluitend op het in 2013 gehouden onderzoek, opnieuw gevraagd wordt naar mediagebruik onder jongeren én de manier waarop zij (het mediagebruik van) hun docenten en ambtsdragers zien. Daarnaast wordt aan leiders eveneens gevraagd naar hun mediagebruik en hun visie op nieuwe media in de relatie met degenen aan wie zijn leiding geven. 9

10 Hypothesen mediagebruik en de relatie tot leiderschap Bij de start van het lectoraat zijn veel gesprekken gevoerd met mensen die leiding geven aan jongeren in het gezin, via de school of vanuit de kerk. Hoe zien zij nieuwe media? Welke dingen worden er gezegd over het effect van nieuwe media op het gedrag van jongeren? Hoe waarderen de verschillende soorten leiders nieuwe media in de relatie met de kinderen, jongeren of gemeenteleden aan wie ze leiding geven? Samenvattend is een aantal leidende opvattingen die in de kerk gelden verwoord in een aantal hypothesen: 1.) Hoe intensiever nieuwe media gebruikt worden, hoe minder er gelezen wordt. In de kerk wordt woordgerichtheid hoog gewaardeerd. Met andere woorden: beeldgerichtheid zorgt voor een verminderde woordgerichtheid. Nieuwe media zijn steeds meer gebaseerd op beeldcommunicatie en minder op woordcommunicatie. De angst bestaat dat, doordat beeldcommunicatie steeds meer de standaard wordt, de woordgerichtheid afneemt. Aandachtig lezen, luisteren en verdiepen zijn belangrijke uitgangspunten voor de verinnerlijking van de boodschap van de kerk. Klopt de hypothese dat jongeren die veel media gebruiken significant minder lezen? Analyses: Mediagebruik onder jongeren versus mediagebruik van hun leiders Leescultuur onder jongeren versus leescultuur onder hun leiders Relatie tussen intensiteit mediagebruik (aantal berichten, duur) en leesgedrag 2.) Een open gesprek en een Bijbelse onderbouwing helpen jongeren meer mediawijs te worden. Ouders en andere opvoeders steken hun mening over het mediagebruik van jongeren niet onder stoelen of banken. Jongeren ervaren vaak weinig ruimte in de gesprekken met hun opvoeders om hun mediagebruik vanuit hun gezichtsveld te belichten. Het Lectoraat Nieuwe Media geeft handreikingen om vanuit een gelijkwaardige positie open met kinderen en jongeren te praten over de manier waarop zij nieuwe media goed kunnen gebruiken én dit te verbinden met Bijbelse uitgangspunten. Is de hypothese juist dat deze manier van mediaopvoeding ook echt leidt tot een ander mediagedrag? Analyses: Mediaopvoeding ouders (gesprek) versus eens zijn met argumenten ouders Mediaopvoeding ouders (gesprek) versus houden aan afspraken rondom mediagebruik Mediaopvoeding ouders (gesprek) versus mening over internetfilters Bovenstaande, gekoppeld aan de vraag in hoeverre het helpt als ouders in de mediaopvoeding argumenten aandragen vanuit de Bijbel. 3.) Intensief gebruik van nieuwe media zorgt voor onrust en afname van concentratie Allerlei onderzoeken laten zien dat nieuwe media zorgen voor een toename van het aantal prikkels. Zeker sociale media zorgen voor een constante stroom met mogelijkheden om onze behoefte aan contact met anderen en positieve bevestiging in dat contact, te bevredigen. Mede naar aanleiding van de boeken van Nicholas Carr en Manfred Spitzer is het bewustzijn gegroeid dat deze prikkelbehoefte zeer schadelijk kan zijn voor het vermogen om geconcentreerd te kunnen werken. In de kerk gelden concentratie, contemplatie en bezinning als belangrijke middelen voor persoonlijke verdieping en het ervaren van een leven met God. De hypothese is dat deze waarden bedreigd worden door intensief mediagebruik. Blijkt dit ook echt uit de data? Analyses: Relatie tussen intensiteit mediagebruik (aantal berichten, duur) en concentratie 10

11 4.) Intensief gebruik van nieuwe media leidt tot een afname van het gezag in gezagsrelaties. Sociale media vormen een belangrijk onderdeel van de nieuwe media. Ze hebben netwerkcommunicatie als uitgangspunt. Er is geen hiërarchische of opgelegde verhouding tussen relaties. Het is per definitie horizontale communicatie tussen deelnemers die onderling dingen met elkaar willen uitwisselen. In de kerk wordt beleden 3 dat alle gezag afkomstig is van God. Mensen die leiding geven aan anderen hebben dus van God gekregen gezag. Dit wordt van een principieel andere orde gezien dan leiderschap. Leiderschap is meer gebaseerd op geaccepteerd gezag en wordt zichtbaar in getoonde competenties. Sociale media werken volgens het principe dat iedereen zelf kiest met wie hij verbonden wil zijn en van wie hij wil leren. De consument is dus leidend in het bepalen van het netwerk en de keuze van inspiratiebronnen. Al langere tijd wordt zichtbaar in de samenleving dat gezag geen vaststaand gegeven is, maar dat gezag lijkt verdiend te moeten worden. Hierbij is het de vraag of nieuwe media een katalysator kunnen zijn in dit proces. Klopt de hypothese dat intensieve gebruikers van sociale media gezag op een andere manier waarderen in relatie tot andere eigenschappen van een leider? Analyses: Intensiteit mediagebruik versus gewenste eigenschappen van een leider 5.) Intensief gebruik van nieuwe media leidt tot een andere verwachtingen van leiders. Vraagt het nieuwe medialandschap ook om een andere vorm van leiderschap? In een cultuur waarin er gemiddeld 3,5 contacten zitten tussen een doorsnee Facebookgebruiker en Mark Zuckerberg weten we steeds meer van onze leiders. We horen niet alleen hun formele standpunten, maar krijgen ook meer mee over hun privélevens en zienswijze rondom de formele standpunten. Het is de vraag in hoeverre dit ook leidt tot andere verwachtingen van leiders. Kan een leider in deze tijd volstaan met alleen formele communicatie? Klopt de hypothese dat jongeren die intensief sociale media gebruiken andere verwachtingen van leiders hebben als het gaat om openheid en benaderbaarheid? Verwachten zij dat iemand die vanuit de kerk leiding aan hen geeft, ook een online relatie met hen aangaat? Analyses: Intensiteit mediagebruik jongeren versus verwachtingen jongeren dat leiders een online relatie met hen aangaan. 6.) Het feit dat veel jongeren nieuwe media neutraal gebruiken, komt doordat ze van opvoeders leren om media neutraal te gebruiken. Een eerder onderzoek van het Lectoraat Nieuwe Media liet zien dat driekwart van de jongeren het gebruik van nieuwe media niet verbindt aan christen-zijn. Jongeren gebruiken nieuwe media vooral om de leuke, interessante dingen van hun leven te delen en veel minder om de religieuze dingen te delen. De vraag kan gesteld worden, hoe het zo komt dat zij christen-zijn maar in heel beperkte mate vertalen naar hun gedrag online. Komt dit omdat in de kerkelijke achterban er te weinig aandacht is voor praktisch christendom en zij niet leren om in alle onderdelen van hun leven christen te zijn? Opvallend is dat veel volwassen kerkgangers sociale media ook uitsluitend gebruiken voor hun professionele of leuke, interessante kant van hun privéleven. In die zin hebben jongeren ook weinig voorbeelden in hun omgeving. Om deze hypothese te toetsen is het interessant om te onderzoeken of jongeren die gewend zijn om open en vanuit de Bijbel over media te praten vaker nieuwe media zien als onderdeel van hun christelijke identiteit. Analyses: Visie van jongeren op gebruik sociale media als christen én de manier waarop ze vanuit thuis christelijke mediaopvoeding gekregen hebben. 3 overigens wordt hier per kerkverband en ook vaak per soort leider in de kerk anders mee omgegaan. 11

12 7.) Gebruik van sociale media tijdens de kerkdienst gaat samen met een laag gezag-besef. In de kerkelijke omgeving wordt regelmatig de vraag gesteld hoe het komt dat een gedeelte van de jongeren zo weinig schroom ervaart om tijdens de kerkdiensten sociale contacten bij te werken. Ervaren jongeren dan niet de heiligheid van de eredienst? Of is dit ook een teken dat door intensief mediagebruik niet alleen het gevoel voor gezag, maar ook voor de relatie met het hogere horizontaal geïnterpreteerd wordt? Hoewel deze gedachte lastig te toetsten is, zal in deze studie gekeken worden naar de relatie tussen de perceptie van gezag en het gebruik van sociale media tijdens de kerkdiensten. Klopt de hypothese dat jongeren die weinig betekenis geven aan gezag in vergelijking met andere jongeren eerder nieuwe media gebruiken tijdens de kerkdienst? Analyses: Gebruik sociale media tijdens de kerk dienst versus visie op gezag Verklarend model mediagebruik en leiderschapsstijl Een van de doelen van deze studie is om leiders te kunnen adviseren in de manier waarop nieuwe media door leiders positief ingezet kunnen worden rondom de kerk en waar de grenzen liggen van het gebruik van nieuwe media in de relatie met jongeren. Als het gaat om het adviseren van leiders in de manier waarop nieuwe media functioneren in de relatie met jongeren is er een aantal belangrijke variabelen die maken dat een advies hout snijdt of de plank mis slaat: nieuwe media moeten passen in de communicatiestijl die hoort bij de leiderschapsrol deze leiderschapsrol wordt ingekleurd door de opvattingen van de leider als het gaat om gezag. naast de leiderschapsrol zijn er persoonlijke opvattingen en (organisatie gebonden) cultuurregels die met elkaar in overeenstemming moeten zijn wil de leider authentiek kunnen opereren. Om rekening te kunnen houden met de verschillende soorten leiderschapsrollen in de kerk en de breedte aan opvattingen rondom communicatiestijl en gezag wordt gebruik gemaakt van de veelgebruikte indeling in leiderschapsstijlen en de daarbij behorende voorkeuren van communiceren van Hersey en Blanchard 4. Leiderschapsstijl Autoritair Consulterend Democratisch Laissez-faire Voorkeur van communiceren Opdracht gevend Overtuigend Participerend Delegerend Hierbij is de stijl van leiderschap niet een op zichzelf staande grootheid. Deze wordt gevoed vanuit de persoonlijke opvattingen die de leider over zijn of haar rol heeft. Samenvattend moet advies rondom mediagebruik van een leider afgestemd zijn op, zoals Bateson 5 het noemt, de logische niveaus: - De functie en de rol van de leider (objectief) - De rolopvatting van de leider (subjectief) - De stijl van leidinggeven en communiceren (subjectief) 4 P. Hersey en C.H. Blanchard, 1969 en Logische Niveau s van denken, veranderen, G. Bateson (1979) 12

13 - De vaardigheden en het gedrag van de leider Bateson veronderstelt een logische volgorde van de niveaus. Elke handeling op een lager niveau vloeit voort vanuit een hoger niveau van denken of bewustwording. Veranderingen op een lager niveau kunnen omgekeerd leiden tot veranderingen op een hoger niveau terwijl veranderingen op een hoger niveau moeten leiden tot verandering op lager niveau. Het al dan niet gebruiken van nieuwe media is afhankelijk van o.a. de omgeving, het gedrag dat de leider wil laten zien, de vaardigheden die de leider heeft, zijn of haar overtuiging / opvatting over het effect daarvan, de missie en de rolopvatting. De inzet van nieuwe media moet passen bij de missie, de rolopvattingen en de vaardigheden van de leider. Aan de andere kant zal het gebruik van nieuwe media (verandering van gedrag) ook kunnen leiden tot het ontwikkelen van andere vaardigheden en een andere rolopvatting. (zie figuur 1 6 ) Figuur 1 Schematische weergave logische niveaus van denken 6 Bron: 13

14 14

15 gebruikt deze apparatuur [%] Lectoraat Nieuwe media in vorming en onderwijs 3. Mediagebruik jongeren versus hun leiders Mediagebruik: apparatuur Als bezit van apparatuur als graadmeter gekozen wordt voor mediagebruik valt het op dat jongeren hun (kerkelijke) leiders ingehaald hebben op het gebied van telefoon- en smartphonebezit. Uit de antwoorden op de enquête wordt zichtbaar dat jongeren meer georiënteerd zijn op hun mobiele device (smartphone) terwijl leiders meer gebruik maken van een laptop, eigen computer of tablet. Wel gebruikt een aanzienlijk gedeelte van de jongeren (nog) een gezamenlijke (vaste) computer. In de enquête onder kerkelijk leiders is ook gevraagd naar het bezit van smartwatches. Deze zijn nog niet bepaald ingeburgerd. Slechts 17 van de 2025 respondenten geeft aan deze te gebruiken. Wel is zichtbaar dat bij de leiders in de kerk ook de wearables eraan komen Jongeren Leiders Figuur 2 Vergelijking bezit en gebruik van devices; jongeren versus (kerkelijke) leiders Nadere analyse laat zien dat de predikanten het vaakst een (eigen) vaste computer gebruiken (81%). De andere kerkelijk leiders gebruiken vaker een gezamenlijke computer of een laptop. Het smartphone bezit varieert van 68% onder de predikanten tot 85% onder de jeugdwerkers. Mediagebruik: sociale media Kijkend naar het bezit van devices, zijn er redelijk veel overeenkomsten tussen jongeren en hun kerkelijk leiders. Als het gaat om het gebruik van deze devices voor sociale media, wordt zichtbaar dat er sprake is van een duidelijk ander gebruik. Jongeren gebruiken hun devices vooral voor dagelijkse socialemediatoepassingen. Als eerste valt op dat het dagelijks gebruik van YouTube hoog is ten opzichte van dat van andere sociale media. YouTube is voor hen een belangrijk kanaal om op de hoogte te blijven wat er speelt en wat in is. Ten opzichte van eerdere onderzoeken valt op dat het dagelijkse gebruik van Facebook onder jongeren nu echt lijkt af te nemen. Het gebruik van alternatieven als Instagram en Snapchat is duidelijk zichtbaar. Hun kerkelijk leiders zijn ook aanwezig in de online omgeving. Ze gebruiken aanzienlijk minder frequent profielnetwerken en gebruiken minder sociale media via bijvoorbeeld YouTube. In het gebruik van sociale media zie je een 15

16 vertragend effect ten opzichte van de jongeren. Leiders gebruiken relatief veel Facebook terwijl de nieuwere alternatieven nog niet gebruikt worden. Verder valt op dat kerkelijk leiders digitale communicatie functioneel en tekstgericht in willen zetten om een boodschap te communiceren. WhatsApp is daarom in korte tijd volledig ingeburgerd. Ook wordt er nog veel g d in vergelijking met jongeren. Ondanks de achterstand in het gebruik van nieuwe media worden deze ook niet geschuwd door kerkelijk leiders. Vijftig procent van hen gebruikt bijvoorbeeld tenminste eens per week YouTube en bijna veertig procent gebruikt Facebook. gebruikt deze media (bijna) elke dag LinkedIn Facetime YouTube WhatsApp Twitter Snapchat Sms Skype Pinterest Instagram Facebook gebruikt deze media niet meer dan eens per week LinkedIn Facetime YouTube WhatsApp Twitter Snapchat Sms Skype Pinterest Instagram Facebook Leiders Jongeren Leiders Jongeren Figuur 3 Vergelijking dagelijks en wekelijks gebruik van sociale media Waarden: percentage ten opzichte van de totale populatie Tussen jongeren en leiders is een groot verschil te zien in gebruik van sociale media. Het is de vraag of een vergelijkbaar verschil ook te zien is wanneer voor de kerkelijk leiders het mediagebruik afgezet wordt tegen de leeftijd. In figuur 4 is het mediagebruik (links=dagelijks gebruik, rechts=niet meer dan eens per week) weergegeven als functie van de leeftijd. Het gebruik van is vrijwel onafhankelijk van de leeftijd. Ditzelfde geldt niet voor andere sociale media. Onder wat oudere leiders in de kerk zijn sociale media duidelijk nog minder ingeburgerd. WhatsApp lijkt hierop wel een uitzondering. Ook van de leiders van 50 tot 65 jaar zegt meer dan 50% dagelijks WhatsApp te gebruiken. 16

17 ouder dan 65 jaar 50 tot 65 jaar % gebruikt deze media elke dag ouder dan 65 jaar 50 tot 65 jaar % gebruikt deze media niet meer dan eens per week 40 tot 50 jaar 40 tot 50 jaar 30 tot 40 jaar jonger dan 30 jaar 30 tot 40 jaar jonger dan 30 jaar Figuur YouTube WhatsApp Facebook YouTube WhatsApp Facebook Vergelijking frequentie gebruik van sociale media per leeftijd van de kerkelijk leiders Mediagebruik: tijdsduur en intensiteit Zowel jongeren als hun kerkelijk leiders gebruiken nieuwe media intensief. In beide groepen geeft minder dan vijf procent aan nooit of minder dan een half uur per dag achter een scherm te zitten. De schermtijd van de leiders wordt vooral bepaald door ICT-gebruik in het verlengde van hun baan (buiten de kerk) of hun functie in de kerk. Bij jongeren is de schermtijd minder gekoppeld aan de lesuren van de school. Gemiddeld zitten ze zo n drie uur per dag achter een scherm terwijl dit bij hun leiders al snel vijf uur per dag bedraagt. (zie figuur 5) schermtijd per dag Meer dan 6 uur Meer dan 6 uur sociale media tijd per dag 3-5 uur 3-5 uur 1-2 uur 1-2 uur 0,5-1 uur 0,5-1 uur minder dan 0,5 uur minder dan 0,5 uur Nooit Nooit Figuur Leiders Jongeren Leiders Jongeren Gebruiksduur media (links: tijd achter het scherm, rechts: sociale media tijd) 17

18 Verklarende factoren voor de schermduur onder jongeren lijken onder meer de leeftijd (meer huiswerk, meer werkgerelateerd gebruik) en in mindere mate het opleidingsniveau. Kerkelijk leiders besteden naar eigen zeggen gemiddeld genomen per dag minder tijd (35 minuten) dan jongeren (iets meer dan een uur) aan het gebruik van sociale media. Het is de vraag of de schermtijd per dag een goede graadmeter is voor de intensiteit waarmee nieuwe media gebruikt worden. Deze wordt deels bepaald door de tijd die aan nieuwe media gespendeerd wordt en deels door het aantal berichten dat in die periode ontvangen en verzonden wordt. In figuur 5 is een vergelijking gemaakt tussen het aantal berichten dat een leider gemiddeld per dag ontvangt en een jongere. Ook hierin wordt zichtbaar dat hoewel leiders meegegaan zijn als het gaat om bezit van devices, de intensiteit waarmee zij media gebruiken aanzienlijk lager is dan bij jongeren. Bij elkaar opgeteld ontvangt 24% van de leiders 50 of meer berichten per dag in de gemiddeld ruim 3,5 uur dat ze achter hun scherm zitten. Bij jongeren is deze groep veel groter: 62% krijgt elke dag ten minste 50 berichten in de gemiddeld 2,5 uur dat zij per dag online zijn. Als er een gewogen gemiddelde uitgerekend wordt, blijkt dat de leiders gemiddeld per dag 48 berichten ontvangen. Bij de jongeren ligt dit gemiddelde 7 maal zo hoog (347 berichten). Meer dan 100 per uur Aantal berichten per dag ontvangen [%] per uur per uur 5-20 per uur per dag per dag 5-20 per dag 0-5 per dag 0 per dag Leiders Jongeren Figuur 6 Vergelijking aantal berichten dat per dag ontvangen wordt Ook hierbij kan de vraag gesteld worden of jongere leiders niet ook substantieel meer berichten ontvangen dan oudere kerkelijk leiders. Verwacht mag worden dat degene die met media opgegroeid zijn (generatie na 1990) en de generatie tot 10 jaar daarvoor media veel intensiever heeft leren gebruiken dan de generatie van hun ouders. Dat deze aanname klopt, blijkt uit figuur 7. Ingedeeld naar lichte gebruikers (tot 20 berichten per dag), gemiddeld tot zware gebruikers (20 tot 100 berichten per dag ) en zware gebruikers (meer dan 100 berichten per dag) valt op dat 85% van 18

19 de vijfenzestigplussers valt in de categorie lichte gebruikers terwijl dit bij de leeftijd tot 30 jaar nog geen 40% betreft. ouder dan 65 jaar Intensiteit gebruik naar leeftijd 50 tot 65 jaar 40 tot 50 jaar 30 tot 40 jaar jonger dan 30 jaar Tot 20 per dag per dag Meer dan 100 per dag Figuur 7 Intensiteit mediagebruik als functie van de leeftijd (kerkelijk leiders) Mediagebruik: filtering en zelfregulering In de gereformeerde gezindte wordt sterk aangedrongen op verantwoord internetgebruik. Dit wordt vaak in een adem genoemd met filtering van internet. Zeker in de meer behoudende gemeenten wordt gefilterd internet gezien als norm. Vanuit deze optiek zou verwacht kunnen worden dat onder kerkelijk leiders het percentage dat zelf gefilterd internet gebruikt hoog is. In figuur 8 zijn de antwoorden op de vraag Wij gebruiken thuis een filter dat bepaalde websites of apps blokkeert weergegeven voor zowel de jongeren als voor de leiders. Twee derde van de jongeren zegt thuis gebruik te maken van gefilterd internet tegenover krap de helft van hun kerkelijk leiders. JONGEREN - THUIS GEBRUIK FILTER LEIDERS - THUIS GEBRUIK FILTER % - nee 35% % - nee 47% % - ja 65% % - ja 53% Figuur 8 Vergelijking gebruik gefilterd internet thuis 19

20 Kerkverband Lectoraat Nieuwe media in vorming en onderwijs Een verklaring van dit verschil kan zijn dat volwassenen filtering vooral zien als een beschermende maatregel voor hun kinderen en minder voor zichzelf. Vanuit leiderschap gezien kan hierbij de vraag gesteld worden of leiders ook in deze niet moeten voldoen aan het practice what you preach principe. Dat w Het gebruik van een internetfilter wordt niet in alle kerkverbanden als even noodzakelijk ervaren. Ook is het aannemelijk dat kerkelijk leiders die zelf kinderen of tieners hebben eerder gebruik zullen maken van filtering dan degene die dat niet hebben. Met name in de rechterflank van de gereformeerde gezindte is filtering eerder regel dan uitzondering. Bij de CGK en PKN kiest ongeveer een derde van de leiders voor gefilterd internet. percentage leiders per kerkverband dat gefilterd internet heeft OGG GGiN 7,1 5,6 92,9 94,4 GG 19,2 80,8 CGK 65,7 34,3 HHK 34,5 65,5 PKN 82,2 17,8 PKN GB 68,6 31,4 0% 20% 40% 60% 80% 100% Filter = nee Filter = ja Figuur 9 Vergelijking gebruik gefilterd internet thuis per kerkverband (leiders) Ten aanzien van mobiele filtering is een zelfde trend te zien. Bijna een derde van de jongeren geeft aan op zijn of haar telefoon een vorm van filtering te gebruiken. Bij de kerkelijk leiders is dit een op de tien (figuur 10). Overigens is het hierbij wel de vraag hoe jongeren deze vraag geïnterpreteerd hebben. Veel jongeren zien mobiel internet via de wifi verbinding van thuis (met gefilterd internet) als een internetfilter op hun mobiele telefoon. JONGEREN - MOBIEL GEBRUIK FILTER % - ja 30% LEIDERS - MOBIEL GEBRUIK FILTER % - ja 12% % - nee 70% % - nee 88% Figuur 10 Vergelijking gebruik gefilterd op de smartphone 20

21 Zijn leiders in vergelijking met jongeren beter in het reguleren van hun mediagebruik? Het feit dat zij minder vaak kiezen voor filtering wekt de suggestie dat zij zichzelf meer in staat achten om bewuste keuzes te maken. Hoe verhoudt zich dat tot de praktijk? Kerkelijk leiders zijn zich meer bewust van het effect van hun communicatie op anderen. Daarnaast kiezen ze veel vaker dan jongeren om bewust een half uur voor het slapen te stoppen met gebruik van nieuwe media. Bijna 50% van de kerkelijk leiders doet dit tegenover nog geen 25% van de jongeren. Daar tegen over blijkt uit figuur 11 ook dat jongeren zich meer bewust zijn van de verstorende invloed van nieuwe media. Vaker dan hun kerkelijk leiders kiezen zij ervoor om bij concentratieklussen hun telefoon weg te leggen of bepaalde programma s weg te klikken. Daarnaast is er bij de jongeren een hoger percentage dat vooraf bedenkt hoeveel tijd zij willen besteden aan het gebruik van mediatoepassingen. Dit kan ook veroorzaakt worden door het feit dat zij meer te kampen hebben met de weerbarstigheid van de praktijk en de grotere intensiteit waarmee zij media gebruiken. 45% van de jongeren geeft aan dat alle binnenkomende berichten hun weerslag hebben op het vermogen zich te kunnen concentreren en ruim 50% geeft aan het moeilijk te vinden om te stoppen met mediagebruik. De kerkelijk leiders ervaren dat minder vaak: van hen geeft 12% aan hinder te ondervinden van de steeds binnenkomende berichten en ervaart 23% dat het lastig is om te stoppen met mediatoepassingen. Dit terwijl de kerkelijk leiders zeven keer minder berichten ontvangen. Ongeveer 40% van zowel de leiders al de jongeren is zich bewust van de invloed die nieuwe media hebben op hun meningsvorming. Stellingen m.b.t zelfregulering en invloed sociale media (% eens) Door wat ik lees, zie of hoor via (sociale) media is mijn mening bijgesteld. Voordat ik een bericht plaats op sociale media plaats, denk ik eerst na hoe dit op anderen overkomt. Ik kies er bewust voor om minimaal een half uur voordat ik ga slapen te stoppen met het gebruik van mijn computer, laptop, tablet of smartphone. Ik kan me moeilijk concentreren door alle berichten die ik krijg via mijn smartphone. Als ik me moet concentreren, zet ik mijn telefoon of mail uit of leg ik hem weg, en ik klik bepaalde programma s weg. Voordat ik mijn computer, laptop, tablet of smartphone ga gebruiken, denk ik eerst na hoeveel tijd ik online wil besteden. Ik vind het moeilijk om te stoppen als ik bezig ben met computer, smartphone, games of sociale media. Figuur Leiders Jongeren Regulering en invloed gebruik nieuwe media Mediagebruik: zondag en invloed op concentratie bij bezinning Nieuwe media hebben de laatste tien jaar een ontwikkeling doorgemaakt van functionele ICTapparatuur tot de personal devices met apps die 24 uur per dag, zeven dagen in de week diensten kunnen leveren. Vanuit die optiek is het interessant om te kijken naar het gebruik van nieuwe media 21

22 op de zondag. In de reformatorische achterban gold de zondag als een dag waarin zo weinig mogelijk gebruik gemaakt wordt van nieuwe media. In hoeverre blijkt dit ook uit het mediagebruik van de geënquêteerde jongeren en leiders? Tabel 1 Gebruik smartphone op zondag Jongeren Kerkelijk leiders Vraag / stelling % - eens % - oneens % - eens % - oneens 1. Ik gebruik mijn mobiel of smartphone ook op zondag 49,4 50,6 49,9 50,1 2. Ik heb er geen moeite mee om tijdens de kerkdienst af en toe mijn smartphone te gebruiken om een bericht te bekijken of te versturen. Uitsplitsing voor: VMBO MBO HAVO VWO 23, , ,1 96,9 Als eerste valt op dat er nagenoeg geen verschil is tussen jongeren en leiders bij de stelling ik gebruik mijn smartphone ook op zondag. Wanneer bij deze vraag alleen gekeken wordt naar de oudste groep jongeren (de MBO studenten) valt op dat van hen 66% zegt hun smartphone op zondag te gebruiken. Met andere woorden: het smartphone gebruik op zondag neemt toe. In de antwoorden op stelling 1 is er ook een verschil zichtbaar hoe jeugdwerkleiders deze stelling beoordelen ten opzicht van predikanten of andere ambtsdragers. Van de jeugdwerkleiders geeft 58% aan op zondag ook gebruik te maken van hun smartphone (anderen: 40-44%). Ook is er een duidelijk verschil zichtbaar tussen diverse kerkverbanden. In de PKN is dit vrij algemeen geaccepteerd terwijl in de (Oud) Gereformeerde Gemeenten (in Nederland) dit juist niet het geval is. 100 gebruik telefoon/smartphone op zondag Figuur 12 PKN PKN GB CGK HHK GG GGiN OGG Acceptatie gebruik smartphone op zondag (kerkelijk leiders) In de antwoorden op deze stellingen is zichtbaar dat de smartphone steeds meer de functie krijgt van de digitale persoonlijke assistent. De helft van de respondenten gebruikt deze ook op de zondag. Hoewel in de enquête niet specifiek gevraagd is naar de manier waarop deze leiders hun smartphone op zondag gebruiken, zijn er wel een aantal verklaringen denkbaar. Denk hierbij niet alleen aan de non-stop doorgaande berichtenstroom 24/7, maar ook aan toepassingen als nog even buitenradar 22

23 checken voordat we naar de kerk gaan. Ook zijn er in diverse kerkverbanden jongeren en volwassenen die via hun smartphone aantekeningen maken bij de preek. In hoeverre zorgt de toename van het aantal berichten en de grotere prikkelintensiteit ook voor een behoefte om tijdens de kerkdienst sociale media bij te werken? Van de jongeren geeft bijna een kwart aan hier geen moeite mee te hebben. Bij de leiders ligt dit percentage veel lager. Overigens dient hierbij wel opgemerkt te worden dat deze vraag niet gericht is op werkelijk gedrag of op het ervaren van de behoefte. Er is gevraagd naar een morele beoordeling. Een kwart van de jongeren ervaart het bijwerken van berichten via sociale media als een normale bezigheid voor de momenten dat zij niet ingespannen aan de slag zijn. Daarom hebben ze ook onder de kerkdienst hier geen moeite mee. Als dit percentage afgezet wordt tegen het opleidingsniveau van de jongeren blijkt van de jongeren op het VMBO 32% aangeeft geen moeite te hebben met het bijwerken van sociale media tijdens de kerkdienst. Op het MBO en HAVO ligt dit percentage op 25% en op het VWO op 15%. Dit terwijl er vrijwel geen verschil zichtbaar is ten aanzien van het smartphone gebruik op zondag. Er lijkt dus een correlatie tussen opleidingsniveau en het bijwerken van sociale media onder de kerkdienst. Hierbij kan de vraag gesteld worden of dit gedrag een uiting is van het zich niet betrokken voelen op de kerkdienst vanwege het niet begrijpen van de preek en de liturgie. Een andere vraag is of de toenemende prikkelintensiteit ook effect heeft op het vermogen van jongeren en leiders om zich te kunnen concentreren. Merken zij bijvoorbeeld dat ze eerder afgeleid zijn op de momenten van stille tijd en bezinning? Tabel 2 Concentratie Jongeren Kerkelijk leiders Vraag / stelling % - eens % - oneens % - eens % - oneens Ik kan me moeilijk concentreren door alle 42,4 57,6 11,5 88,5 berichten die ik krijg via mijn smartphone Ik kan me vaak niet concentreren als ik uit mijn Bijbel lees Lichte mediagebruikers tot 20 berichten per dag Middelzware mediagebruikers 20 tot 100 berichten per dag Zware mediagebruikers meer dan 100 berichten per dag 30, , , , n.b. In deze tabel zijn de respondenten die deze stelling met neutraal beantwoord hebben, buiten beschouwing gelaten. Ca.20% van de respondenten reageerde neutraal op deze stelling. Een aanzienlijk gedeelte van de jongeren weet van zichzelf dat ze het lastig vinden om zich te concentreren als er veel berichten binnen komen. Ze gaan hier ook meer bewust mee om dan hun leiders (zie zelfregulering). De behoefte om steeds op prikkels in te gaan vertaalt zich ook naar de stille tijd; één op de drie jongeren en één op de vijf kerkelijk leiders merkt dat aandachtig lezen uit de Bijbel steeds lastiger wordt; ze ervaren concentratieproblemen. Ook hierbij is een duidelijke relatie waarneembaar tussen intensief mediagebruik en afname van concentratie tijdens het Bijbellezen. 23

24 24

25 Leider gebruikt Facebook.. Lectoraat Nieuwe media in vorming en onderwijs 4. Media in de relatie tussen leider en jongere of gemeentelid Mediagedrag: wederzijdse verwachtingen sociale media Hoe vanzelfsprekend is een online relatie, bijvoorbeeld het ingaan op een vriendschapsverzoek, tussen een jongere en iemand die vanuit de kerk leiding aan hem of haar geeft? Vanuit de leider is dit niet altijd vanzelfsprekend, uitgaande van de bestaande mediaprotocollen in scholen (en soms ook in kerken). In de praktijk zeggen leiders wel vaak dat in hun optiek een online relatie de offline relatie ten goede zou kunnen komen. Welke overeenkomst is er tussen de verwachtingen van jongeren en van hun (kerkelijke) leiders op dit punt? 50 Houding leider bij initatief vanuit jongere (%) Eens Neutraal Oneens acceptatie vriendschapsverzoek Facebook ingaan op uitnodiging Linked-In geen moeite met volgen op Twitter geen bezwaar toevoegen in WhatsApp-groep Figuur 13 Reactie leider op aangaan connectie vanuit jongere De houding van de leider blijkt bij nadere analyse sterk af te hangen van de mate waarin deze zelf nieuwe media gebruikt (Figuur 14). Wie geen sociale media gebruikt kijkt behoorlijk anders tegen het begrip vriendschapsverzoek aan. Hun grondhouding ten aanzien van bijvoorbeeld Facebook is meer afwijzend dan degenen die incidenteel zelf op sociale media aanwezig zijn. Een vergelijkbaar patroon is te zien ten aanzien van WhatsApp gebruik (Figuur 15). Vriendschapsverzoek op Facebook accepteren? in relatie tot gebruik nieuwe media door leider Nooit 10,9 20,7 68,5 Minstens maandelijks 41,7 20,4 37,9 Minstens wekelijks 59,3 21,7 19,0 Vrijwel dagelijks 73,9 16,4 9,7 Figuur 14 0,0 20,0 40,0 60,0 80,0 100,0 Eens neutraal Oneens Relatie tussen visie op Facebook-vriendschap en het zelf gebruiken van sociale media 25

26 Lieder gebruikt WhatsApp... Lectoraat Nieuwe media in vorming en onderwijs Wel valt hier op dat er een groter verschil is tussen incidentele gebruikers en dagelijkse gebruikers. Waar de incidentele gebruikers minder positief zijn over toegevoegd worden in een groepsgesprek, hebben dagelijkse gebruikers hier minder moeite mee. Toevoegen aan Whatsapp-groep? in relatie tot gebruik nieuwe media door leider Nooit 6,2 24,0 69,8 Minstens maandelijks 24,3 29,7 45,9 Minstens wekelijks 29,2 26,0 44,8 Vrijwel dagelijks 54,2 23,0 22,8 Figuur 15 0,0 20,0 40,0 60,0 80,0 100,0 Eens neutraal Oneens Relatie tussen visie op toegevoegd worden aan een Whatsapp-groep en het zelf gebruiken van WhatsApp Ongeveer een derde van de kerkelijk leiders staat positief tegenover een vriendschapsverzoek vanuit een jongere of tegenover een initiatief vanuit een jongere om het sociale netwerk met deze leider te delen. Het meest uitgesproken is de mening over Facebook. Ruim 40% staat hier negatief tegenover. Opvallend is dat toegevoegd worden aan een WhatsApp-groep zo positief beoordeeld wordt. Dit terwijl de leider die te gast is in een WhatsApp-groep heel weinig grip op de communicatie heeft. Hoe kijken jongeren aan tegen online contacten met hun leiders (breder dan kerk)? Wie denkt dat jongeren graag met iedereen vrienden willen worden, heeft het mis. Jongeren kiezen bij voorkeur voor horizontale netwerkconnecties (geen hiërarchische verhouding). Het meest positief staan ze tegenover een vriendschapsverzoek van een leidinggevende uit het jeugdwerk. Deze staat naast de jongere. Daarna volgen de predikant en de catecheet. Door de band genomen verwachten jongeren niet meteen een vriendschapsverzoek vanuit een leider, maar staan ze wel open voor een vriendschapsverzoek vanuit een leider die ook offline met hen contact heeft. De (vak)docent en de wijkouderling scoren hierdoor lager dan de andere leiderschapsrollen. Opvallend is de hoge score bij de predikant. Een zelfde patroon is zichtbaar als gevraagd wordt vanuit welke persoon jongeren een like bij een nieuwe profielfoto zouden waarderen. 26

27 Zou je van deze persoon een vriendschapsverzoek accepteren? Mentor 41,3 37,8 21,0 Docent 38,1 41,0 20,9 Jeugdwerkleider 47,7 17,3 35,1 (Wijk)Ouderling 34,4 32,3 33,3 Catecheet 40,5 28,5 31,0 Predikant 40,3 25,9 33,8 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja Nee N.v.t. Figuur 16 Waardering jongeren van vriendschapsverzoek vanuit de leider Zou je van deze persoon een like bij je nieuwe profielfoto waarderen? Mentor 49,4 25,8 24,8 Docent 47,3 27,8 24,9 Jeugdwerkleider 51,7 14,5 33,8 (Wijk)Ouderling 40,6 26,0 33,4 Catecheet 45,0 24,1 30,9 Predikant 43,9 23,5 32,6 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ja Nee N.v.t. Figuur 17 Waardering jongeren bij like (Facebook) bij nieuwe profielfoto jongere Ongeveer twee derde van de jongeren die deze vraag niet met niet van toepassing beantwoord hebben waardeert het als een leider een like plaatst bij een nieuwe profielfoto. Ook hierbij is zichtbaar dat dit het meest gewaardeerd wordt bij leiders waarmee een meer intensieve relatie is. Opvallend zijn de relatief grote verschillen in de gegeven antwoorden voor de leiderschapsrollen docent en mentor. Blijkbaar is het not done om een vriendschapsverzoek van een docent te accepteren, maar een like van een mentor kan wél weer. Dit lijkt te maken hebben met de aard van de relatie tussen leider en jongere. Hoe persoonsgerichter en vertrouwelijker de relatie is (mentor, jeugdwerkleider), hoe eerder meeleven op sociale media als prettig ervaren wordt. 27

28 Mediagedrag: wederzijdse verwachtingen Dit roept ook de vraag op wat jongeren in real life van hun leiders verwachten. Welke eigenschappen van een leider vanuit de kerk of school vinden zij belangrijk? Welke eigenschappen maken dat jongeren de ene leider eerder gehoorzamen dan een andere? Onbelangrijke eigenschap (score 1-6) Belangrijke eigenschap (score 7-10) "is vriendelijk" "is vriendelijk" "heeft gezag" "heeft gezag" "zegt wat hij denkt" "zegt wat hij denkt" "is toegankelijk" "is toegankelijk" "weet veel" "weet veel" "geeft om me" "geeft om me" Docent Jeugdwerker Catecheet Predikant Docent Jeugdwerker Catecheet Predikant Figuur 18 'Welke eigenschappen van deze leider maken dat jij bereid bent hem of haar te gehoorzamen?' Gemiddeld genomen maken de relationele eigenschappen van een leider (empathie, toegankelijkheid, vriendelijkheid) dat een jongere bereid om een leider te gehoorzamen. Deze eigenschappen spelen ook een belangrijke rol bij sociale media. Opvallend is dat de verschillen in de waardering van eigenschappen tussen de leiderschapsrollen onderling gering zijn. Ook zijn de verschillen verklaarbaar. Een jongere verwacht van een docent deskundigheid en orde in de les. Van een jeugdwerker wordt verwacht dat dit iemand is die naast hem/haar staat, van een predikant of een catecheet wordt een toegankelijkheid en een pastorale, bewogen houding verwacht. Daarnaast blijkt dat jongeren kerkelijk leiders ook zien als gezagsdragers die namens God leiding aan hen geven. Slechts 10% van de jongeren koppelt gehoorzamen niet aan het feit dat zij door God over hen gesteld zijn (tabel 3). Het is de vraag of het antwoord op deze stelling over de oorsprong van het gezag niet sterk beïnvloedt wordt door de visie op gezag binnen een kerkgenootschap. Is het zo dat jongeren uit de linkerflank van de gereformeerde gezindte op dit punt heel anders denken dan jongeren uit de rechterflank? De onderlinge verschillen zijn klein. De grootste verschillen in gezagsperceptie zijn zichtbaar tussen de Gereformeerde Bond binnen de PKN en de Gereformeerde Gemeenten, maar blijven binnen de 10%. 28

29 Tabel 3 Perceptie afkomst gezag Stelling: Ik gehoorzaam een predikant, ambtsdrager, jeugdwerkleider of docent omdat ze door God over mij gesteld zijn. (%) Helemaal eens Eens Neutraal Oneens Helemaal oneens 13,3 38,6 39,2 6,4 2,5 PKN GB GG Om de koppeling te leggen met nieuwe media is het ook zinvol om te kijken welke verwachtingen jongeren hebben van de relatie met hun leiders. Welke opstelling verwachten zij in de onlinecontacten? In figuur 19 zijn de antwoorden op een aantal stellingen weergegeven. Negatieve verwachting (% eens) (van) deze persoon... Positieve verwachting (% eens) (van) deze persoon... waardeer ik een like bij een statusupdate wil online vrienden worden vraagt hoe het met me gaat als ik ergens mee zit maakt een praatje met me als ik hem/haar tegenkom Mentor Docent Jeugdwerker (Wijk)ouderling Catecheet Predikant Figuur 19 Verwachtingen jongeren bij de communicatie en relatie vanuit hun leiders Eerder is zichtbaar gemaakt (figuur 16) dat ongeveer de helft van de jongeren een vriendschapsverzoek vanuit een leider zou accepteren. 40% van hen staat bijvoorbeeld positief tegenover een vriendschapsverzoek van een catecheet (59% als degenen die niet van toepassing als antwoord gegeven hebben, buiten beschouwing gelaten wordt). Betekent dit ook dat jongeren verwachten dat een catecheet ook online een relatie met hen wil aangaan? Opvallend is dat jongeren dat juist niet lijken te verwachten. Op de stelling deze persoon wil online vrienden worden antwoorden de meeste jongeren dat zij het niet verwachten dat leiders met hen vrienden willen worden. Slechts 10% verwacht dit van een predikant, catecheet of (wijk)ouderling. Voor de leiders op school ligt deze score iets hoger: 15-20% verwacht dat hun docent of mentor online vrienden wil worden. Als er al een groep leiders is van wie jongeren een online relatie verwachten, dan betreft dit de jeugdwerkers. Eenderde van de jongeren verwacht dat een jeugdwerkleider ook online vrienden wil worden. Twee derde verwacht dit niet. 29

30 Dat jongeren het niet vanzelfsprekend vinden dat leiders een online relatie met hen willen aangaan, betekent niet dat ze de relatie met deze leiders niet waarderen. Jongeren verwachten dat leiders het zien als ze ergens mee zitten en vragen hoe het met hen gaat. Ze verwachten dit het meest van de leiders met wie ze frequent contact hebben rondom hun welzijn (mentor, docent, jeugdwerkleider). Ze verwachten ook een relatie buiten de formele contactmomenten, dus buitenom de les en jeugdvereniging etc. In die zin is het best merkwaardig dat ze geen online relatie verwachten. Gaan ze ervan uit dat hun leiders toch niet actief zijn op sociale media? Of vinden ze het not done, niet passend bij het type communicatie waar jongeren onderling deze media voor gebruiken? De hoge score bij jeugdwerkers indiceert het laatste: een jeugdwerker staat midden tussen de jongeren en wordt minder gezien als iemand die vanuit een hiërarchische relatie een contact met een jongere aangaat. Mediagedrag vanuit de leider: omgangsregels en gedrag In dit gedeelte van het onderzoek kijken we naar het gedrag van de leider. Op welke manier gaat deze nu om met nieuwe media in de leiderschapsrelatie? Welke visie heeft deze op het gebruik van nieuwe media in de leiderschapsrelatie? Stellingen mbt. regulering mediagebruik In onze kerkelijke gemeente is er een richtlijn en/of gedragscode rondom het gebruik van nieuwe media door ambtsdragers, JV-leiders en anderen die leiding 19,7 10,8 69,5 Het online (privé)gedrag van JV-leiders / catecheten / ambtsdragers / predikanten moet volledig in lijn zijn met de richtlijn die de gemeente hiervoor hanteert. 13,4 26,5 60,1 Mijn kerkenraad spreekt mij aan op mijn gedrag op sociale media. 23,2 14,4 62,3 Ik mail nooit vanuit mijn privé-mailadres naar het privémailadres van mijn JV-lid / catechisant / gemeentelid. 13,3 15,6 71,1 Figuur Nee Oneens Neutraal Ja Eens Mediagedragscode en gebruik daarvan (% eens, neutraal, oneens) In 70% van de kerkelijke gemeenten is er geen richtlijn of gedragscode die voorziet in mediagebruik door kerkelijk werkers. Dat betekent niet altijd dat er helemaal niets over vastgelegd is of dat er geen afspraken gemaakt zijn. Meestal betekent dit wel dat de bestaande afspraken of gebruiken lastig toe te passen zijn rondom nieuwe media. In de kerk kan het bijvoorbeeld voorkomen dat in de formele statuten van een vereniging staat dat er voor het jeugdwerk geen gebruik gemaakt mag worden van (toepassingen die te maken hebben met) internet. Dit terwijl de kerk inmiddels wel een eigen website heeft, de contacten tussen de leidinggevenden steeds minder via de mail en steeds vaker via WhatsApp-groepen verlopen. Daar waar er wel een richtlijn is, is het dus de vraag of deze richtlijn toegesneden is op de vragen rondom sociale media in deze tijd. Opvallend is dat het percentage wat aangeeft dat er wél afspraken gemaakt zijn, in de (Oud) Gereformeerde Gemeenten (in Nederland) aanzienlijk hoger (gemiddeld 22%) is dan bijvoorbeeld in de Christelijk Gereformeerde Kerken (11%). Als aan kerkelijk leiders gevraagd wordt naar de reikwijdte van een eventuele richtlijn voor mediagebruik zegt 60% van de respondenten dat deze ook geldig moet zijn voor het privégebruik van sociale media. Ofwel: de meeste kerkelijk leiders ervaren dat je privégebruik niet (helemaal) los kunt zien van je rol in de kerk. Binnen de kerkelijke gemeenschap is er naast weinig positieve regulering, 30

31 ook niet echt sprake van een aanspreekcultuur. 62% van de respondenten zegt niet aangesproken te worden op zijn of haar online gedrag. In de schoolomgeving, waar het mediagebruik van docenten veel meer is gereguleerd door gedragscodes, is het al jaren het gebruik dat er geen één-op-één mailof chatcontacten plaatsvinden tussen leerlingen en docenten via privé-accounts. Als deze er al zijn, gebeurt dit via een leerlingenaccount en vanuit een docentaccount. Deze accounts staan onder toezicht van de school en kunnen eventueel ingezien worden. In de kerkelijke omgeving is dit nog niet ingeburgerd. Slechts 15% van de kerkelijk leiders gebruikt bewust een openbaar account. Mediagedrag vanuit de leider: corrigerende mechanismen Het aantal kerken binnen de breedte van dit onderzoek, dat nieuwe media positief toepast in het verlengde van de missie van de kerk is zeer beperkt. In een gedeelte van de reformatorische achterban geldt dat er sprake is van een voorzichtige houding om zelf nieuwe media toe te passen. Deze kerkverbanden willen enerzijds hun ogen niet sluiten voor de ontwikkelingen, maar anderzijds ook zeker niet voorop lopen. Daarnaast is er een gedeelte dat ronduit afwijzend staat tegenover het gebruik van nieuwe media door kerkelijk leiders. Ook zal dit per kerkverband, per gemeente en per persoon anders liggen. Ondanks deze diversiteit aan houdingen ten opzicht van media worden nieuwe media volop toegepast rondom de kerk. Nieuwe media zijn er en worden gebruikt door jongeren, volwassen gemeenteleden én kerkelijk leiders. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat een ouderling uit een behoudend kerkverband zelf een bedrijf heeft in socialemediatoepassingen. In slechts 11 procent van de gemeenten is een gedragscode die voorziet in het gebruik van nieuwe media. Is er in de andere gemeenten dan wel sprake van een breed gedragen visie op het gebruik van nieuwe media of wordt dit overlaten aan de individuele kerkelijke leider? Omdat de kerk, van oudsher, een vrij uitgesproken mening heeft over nieuwe media en er geen gedragscode is om op terug te vallen, is het interessant om te zien op welke wijze kerkelijk leiders nu leiding proberen te geven aan het gebruik van nieuwe media. In figuur 21 zijn de antwoorden weergegeven op een aantal vragen over het aanspreken van elkaar op gedrag rondom nieuwe media. Aanspreken op online gedrag richting anderen Gevoel dat ik medeleidinggevende of ambtsbroeder moet aanspreken 0,4 20,7 78,8 Medeleidinggevende of ambtsbroeder ook daadwerkelijk aangesproken 0,1 14,7 85,2 Gevoel dat ik jongere of gemeentelid moet aanspreken 2,7 56,4 40,8 Jongere of gemeentelid ook daadwerkelijk aangesproken 1,3 43,9 54,9 Vaak Soms/regelmatig Nooit Figuur 21 Aanspreekcultuur kerkelijk leiders Een op de vijf kerkelijk leiders heeft regelmatig het gevoel dat hij of zij een andere kerkelijk leider zou moeten aanspreken op zijn of haar online gedrag. 15% van de kerkelijk leiders heeft dit ook weleens gedaan. Richting jongeren en gemeenteleden liggen deze verhoudingen anders. Slechts 40% van de kerkelijk leiders heeft nog nooit het gevoel gehad dat hij/zij een gemeentelid of jongere aan moest spreken op het online gedrag. 45% heeft dit daadwerkelijk gedaan. Het percentage kerkelijk leiders dat vaak het gevoel heeft anderen te moeten aanspreken op het online gedrag, ligt erg laag. 31

32 Mediagedrag vanuit de leider: visie op toepassing nieuwe media Hoe staan kerkelijk leiders zelf ten opzichte van het gebruik van nieuwemediatoepassingen voor kerkelijke doeleinden? Op welke manier kunnen sociale media iets betekenen voor de kerk en welke visie hebben kerkelijk leiders hier op? (tabel 4) Tabel 4 Visie op nieuwe media t.b.v. de kerk Stelling Oneens (%) Neutraal (%) Eens (%) Sociale media kunnen de afstand tussen een gezagsdrager / 15,6 20,2 64,1 leidinggevende in de kerk en de groep kleiner maken. Je kunt sociale media als gezagsdrager / leidinggevende actief 18 26,2 55,7 inzetten om de relatie met de mensen aan wie je leiding geeft te versterken. Sociale media inzetten biedt een kans om jongeren te laten zien 40,1 26,8 33,1 wie je als gezagsdrager / leidinggevende echt bent. Sociale media kunnen drempelverlagend werken, zodat jongeren / 6,1 17,3 76,6 gemeenteleden als er problemen zijn eerder aan de bel durven trekken. De kerkelijke gemeente zou meer nieuwe digitale middelen moeten inzetten om aan te sluiten bij de leefwereld van jongeren. 30,1 29,5 40,4 Kerkelijk leiders zien nieuwe media vooral als middel om het contact tussen mensen makkelijk te maken en de eventuele kloof tussen gezagsdragers en jongeren kleiner te maken. Sociale media kunnen dan een vervanger worden van andere communicatiemiddelen, maar zorgen niet voor een nieuwe vorm van communiceren. Twee derde tot driekwart van de leiders dicht nieuwe media een drempelverlagend effect toe, vooral als het gaat om het bereikbaar zijn voor jongeren. Ongeveer een derde van de kerkelijk leiders is optimistisch over de kansen van inzet van nieuwe media. Ook hierbij gaat het vooral over het als leider zichtbaar zijn in de leefwereld van jongeren. Daarnaast is er een vrij grote groep die neutraal of negatief op deze stellingen reageert. 65% van de kerkelijk leiders denkt niet dat sociale media een kans bieden om zelf meer zichtbaar te worden richting jongeren. 60% vindt niet meteen dat een kerkelijke gemeente digitale vernieuwing in moet zetten om jongeren in de gemeente te bereiken en meer bij hun leefwereld aan te sluiten. De visie op rol die sociale media in de gemeente kan hebben, is ook verschillend per type leider. Jeugdwerkers zien gemiddeld vaker de kansen voor het inzetten dan sociale media om relaties te versterken. Opvallend is dat predikanten vooral de toegevoegde waarde zoeken in verlagen van de drempel tot het stellen van pastorale vragen (zie figuur 22). 32

33 Je kunt sociale media als gezagsdrager / leidinggevende actief inzetten om de relatie met de mensen aan wie je leiding geeft te versterken Sociale media kunnen drempelverlagend werken, zodat jongeren / gemeenteleden als er problemen zijn eerder aan de bel durven trekken Sociale media inzetten biedt een kans om jongeren te laten zien wie je als gezagsdrager / leidinggevende echt bent. Figuur 22 Opvattingen over de inzet van sociale media in de kerkelijke gemeente per rol Weergegeven is het percentage respondenten dat het (helemaal) eens is met de stelling Dat veel kerkelijk leiders de functie van sociale media vanuit de oude communicatiestructuren duiden, blijkt uit de onderstaande casus. Drie kwart van de respondenten staat er neutraal tegenover, of is positief over een catecheet die Facebook alleen wil inzetten om mee te kijken. Casus I Catecheet Jansen (54) merkt in de praktijk dat hij het lastig vindt om te peilen wat er onder jongeren leeft. Hun wereld is zo anders dan de zijne. Op advies van een jongere broeder overweegt hij daarom om op Facebook te gaan. Hij zal dan alleen een summier profiel aanmaken, zelf geen berichten plaatsen en zijn profiel alleen gebruiken om mee te kijken met jongeren. Hoe oordeelt u hierover? Enkele reacties Alleen een Facebook profiel aanmaken om 'mee te kijken met jongeren' is geen goed idee. Dan is het alsnog eenrichtingsverkeer en kunnen de jongeren het idee krijgen dat ze bekeken worden of in de gaten worden gehouden. Als je zelf niet bereid bent om iets over jezelf te delen, kun je beter overwegen om op andere manier in contact te komen met de jongeren. Als catecheet moet je het goede voorbeeld geven. Hiermee bedoel ik, zo min mogelijk gebruik maken van social media. Leer de jeugd maar wat de inhoud van de Bijbel is. Waar draait het nu om in het leven? Vertel ze maar dat ze hun tijd nuttig moeten gebruiken. We kunnen het nooit meer over doen. Als catecheet moet je weten waar jongeren zich mee bezig houden. Facebook vind ik hierin een slecht voorbeeld. Zoek de jongeren op en praat met ze. Als een 54 jarige geen aansluiting heeft bij jongeren is er niet veel kans dat deze die ook gaat krijgen, ook niet via sociale media. Belangstellend en informeel in gesprek gaan met jongeren werkt sowieso beter. Positief Neutraal Negatief 42,4% 26,4% 31,2% PKN 38% 33% 29% CGK 46% 26% 28% HHK 49% 23% 28% GG 38% 26% 36% 33

34 Uit de waaier aan toelichtingen blijkt wel dat er onder de kerkelijk leiders geen eenduidige mening hierover is. Een gedeelte van de leiders is uitermate kritisch over meekijken en noemt dit gluren en duidt dit niet verbindend. Een ander deel vindt het een principiële zaak om als kerkelijke leider geen sociale media te gebruiken. De laatste reactie die weergegeven is, laat ook zien dat de actie van catecheet Jansen weliswaar sympathiek overkomt, maar een dieper liggend probleem verhult: het lastig kunnen aansluiten bij jongeren. Sociale media lossen dit gedrag niet op. Op deze manier meekijken wordt in de verschillende kerkverbanden ongeveer gelijk beoordeeld; de onderlinge verschillen zijn klein. Het actief inzetten van nieuwe media is voor veel kerkelijk leiders nog een brug te ver. Het passief meekijken lijkt daarom een interessante tussenoplossing. Maar hoe verhoudt zich deze optie tot de leiderschapsrol die de catecheet heeft? Kan een gezagsdrager meekijken zonder betrokken te zijn? Kerkelijk leiders denken daar gemêleerd over. Toch ervaart de meerderheid de optie om passief mee te kijken als niet haalbaar of niet wenselijk. 55% is hier negatief over. Actief sociale media inzetten of geen sociale media inzetten lijkt dan de oplossing. Ruim 80% denkt dat sociale media inzetten de gezagspositie van kerkelijk leiders niet hoeft te ondergraven. Uiteraard is het wel de vraag op welke manier de kerkelijke leider sociale media dan moet inzetten. 85% procent vindt dat deze niet te open moet zijn of zijn of haar privéleven. De worsteling met de voorbeeldrol van een kerkelijke leider vertaald naar het online domein, wordt zichtbaar in de laatste twee stellingen. Is een kerkelijk leider ook online een identificatiefiguur? Hoe open moet deze over zichzelf zijn om identificeerbaar te zijn voor jongeren? In hoeverre moet hij ook online voor de omgeving een leesbare brief zijn? Hierover liggen de meningen verdeeld. Tabel 5 Actief of passief nieuwe media inzetten? Stelling Oneens (%) Neutraal Eens (%) (%) Een gezagsdrager / leidinggevende die actief participeert in 55,1 27,5 17,3 sociale media ondergraaft zijn/haar gezagspositie. Een gezagsdrager / leidinggevende die passief aanwezig is 16, ,6 op sociale media (meekijken) ondergraaft zijn/haar gezagspositie. Een gezagsdrager / leidinggevende moet niet met het 14, ,3 privéleven te koop lopen via sociale media. Een gezagsdrager / leidinggevende kan niet op sociale media aanwezig zijn zonder zelf ook informatie te delen; ook daar is hij/zij immers een voorbeeld. 37,6 30,4 32 Een socialemediaaccount van een JV-leider/catecheet moet openbaar zijn, zodat alle jongeren kunnen zien wie hij/zij is (voorbeeldrol). Predikant Ouderling/Diaken Catecheet Jeugdwerker ,1 25,2 43,6 Sociale media zijn niet weg te denken en beïnvloeden de manier waarop we communiceren. Dit betekent dat ze ook invloed hebben op de leiderschapsrelatie. Hoe zien kerkelijk leiders de rol van sociale media in de communicatie tussen bijv. kerkenraadsleden en gemeenteleden? Of jeugdwerkers; hoe zien zij sociale media in de relatie met hun verenigingsleden? Sociale media kunnen een nuttige rol vervullen, maar nooit de rol van het werkelijke contact overnemen (figuur 24). 34

35 Gesprekken onder vier ogen genieten altijd de voorkeur boven een gesprek via WhatsApp of Messenger. Een-op-een gesprekken voeren via direct messaging is voor een gezagsdrager / leidinggevende een verrijking van de relatie met de catechisant / het gemeentelid Sociale media zijn goed inzetbaar om problemen tussen mensen aan wie je leiding geeft op te lossen. Je kunt sociale media als gezagsdrager / leidinggevende actief inzetten om de relatie met de mensen aan wie je leiding geeft te versterken. Een gezagsdrager / leidinggevende die de leefwereld van de jongeren goed wil leren kennen, kan niet om sociale media heen. Functie sociale media in leiderschapsrelatie Gesprekken via sociale media moeten altijd ondersteunend zijn aan echt contact. 3,8 14, ,7 54,2 87,7 85, ,7 21,4 26,2 8,6 3,7 6,6 7, , % - eens % - neutraal % - oneens 31 Figuur 24 Visie op functie sociale media in relatie leider - jongere / gemeentelid Sociale media worden gezien als een armzalig hulpmiddel als het gaat om het oplossen van conflicten of problemen. Kerkelijk leiders kiezen in deze gevallen vrijwel altijd voor een gesprek. Wat eruit springt is de sterke voorliefde voor het gesprek (onder vier ogen, contact) boven sociale media. Minder dan 10% ziet contacten via sociale media als echt complementair aan de andere contacten. De overgrote meerderheid ziet contacten via sociale media alleen als opstapje naar een andere vorm van contact, waarbij direct-messaging door twee derde van de leiders als neutraal of negatief beoordeeld wordt. Sociale media hebben, volgens de kerkelijk leiders vooral tot doel om de relatie te versterken en de leefwereld te kennen, maar hebben verder weinig verbindende waarde. Een vorm van online pastoraat is een brug te ver of wordt als ongewenst gezien. Wel is het opvallend dat als Mariska (zie Casus II, onder) kiest voor een privébericht, 55% van de kerkelijk leiders ook zo zal antwoorden. Dit ondanks de aangeraden terughoudendheid ten aanzien van privéchats. Casus II Mariska zit de laatste tijd niet lekker in haar vel. Ze ziet er vaak afwezig uit en doet niet actief mee in de groep. U hebt het gevoel dat er thuis iets speelt. Verschillende keren hebt u gevraagd of er iets is en hebt u naar ingangen gezocht om hierover met haar door te praten. Ze houdt het contact echter af. Tot vanmiddag U krijgt via uw mobiele telefoon een tekstbericht van Mariska (sms/whatsapp) waarin ze haar hele situatie uit de doeken doet. Ze vertelt dat ze depressieve gevoelens heeft en zich vaak eenzaam voelt. Ze sluit af met een hartenkreet: Ik kan bij niemand anders terecht dan bij u. Hoe oordeelt u hierover? Jeugdwerk Overig Beoordeling %kiest voor: U stuurt een zakelijk berichtje terug dat u haar bericht gelezen hebt en bereid bent om met haar te praten in een fysiek gesprek U stuurt een betrokken berichtje terug en stelt wat vragen ter verduidelijking van de situatie U belt haar op via haar directe nummer en vraagt wat u voor haar kunt betekenen U belt haar via het nummer van haar ouders en vraagt wat u voor haar kunt betekenen. 4 2 U reageert niet op haar bericht. U wacht tot het eerstvolgende contactmoment en spreekt haar dan aan. 35

36 Een andere casus (figuur 25) laat zien dat leiders sociale media niet echt zien als een sociaal netwerk met eigen spelregels en een eigen dynamiek. Het liefst communiceren leiders op de traditionele manier of op de traditionele manier via nieuwe kanalen (WhatsApp). Het netwerk inschakelen met gebruik van andere eigenschappen van sociale media, behoort niet tot de handelingsopties van kerkelijk leiders. CASUS III: U hecht veel belang aan een goede band in uw JV-groep / catechisatiegroep / kerkelijke commissie. Daarom organiseert u hen in de decembermaand een etentje. Echter, de aanmeldingen hiervoor vallen tot nu toe tegen. Eerder hebt u de groep al mondeling uitgenodigd. Ook hebben ze via e- mail een uitnodiging ontvangen. U spreekt de groep niet meer voordat het etentje daar is. Vraag: Welke opties zou u nu inzetten om dit etentje nog een keer voor het voetlicht te brengen? % kiest voor... U stuurt nog een . U stuurt een berichtje via de WhatsApp-groep waarvan u deel uit maakt U vraagt een van de jongeren om een berichtje te sturen via de WhatsApp waarvan u geen U maakt zelf een evenement hiervoor aan op Facebook. U maakt zelf een evenement hiervoor aan op Facebook. U vraagt een van de jongeren om hiervoor een evenement aan te maken op Facebook Geen van bovenstaande keuzes ,8 8,8 7,4 8,7 21, ,9 Figuur 25 Communicatiestrategie leider Mediagedrag in de praktijk: casussen gebruik nieuwe media door leiders Hoe ver mag een kerkelijk leider in zijn of haar gedrag gaan om aan te sluiten bij jongeren? Mag deze zich ook uitleven op sociale media op een manier die maximaal aansluit bij de manier waarop jongeren sociale media gebruiken? Of past dit niet bij de leiderschapsrol? Casus IV Jeugdwerker Harry heeft een goede band met zijn JV-groep. Zowel binnen de groep als tussen hem en de groep worden veel persoonlijke dingen gedeeld. Ook is de traditie ontstaan om elkaar te verrassen rondom de verjaardagen. Harry heeft een geweldig plan. Hij gaat elke jongere uit zijn groep met zijn of haar verjaardag een persoonlijke boodschap sturen. Hij maakt een filmpje waarin hij happy birthday to you zingt met voor elke jongere zijn of haar naam erin en stuur deze opname via sociale media naar een persoonlijk account van de jarige (anderen kunnen dit niet zien). Enkele reacties Aandacht en meeleven is natuurlijk heel positief. De vorm waarin die tot uitdrukking wordt gebracht is echter ook van belang. De populaire wijze waarin die door Harry tot uitdrukking wordt gebracht zou wel eens afbreuk kunnen doen aan de diepgang die het kerkelijk jeugdwerk ook mag kenmerken. Het lijkt me als JV-leider niet goed om jezelf zo (ook al wil je het niet) te profileren. Je bent en blijft leiding Als het past bij de persoonlijkheid van Harry en het natuurlijk overkomt is er niets mis mee. Beetje gek, maar het motief is prima Als jeugdwerker dien je te handelen namens de vereniging en niet persoonlijk. Met dit soort onschuldig ogende berichten wordt er een achterdeur geopend voor 'ongepaste' berichten en contacten. Als jeugdwerker moeten we terughoudend zijn om in de privésfeer contact te zoeken met JVleden. Anderen moeten dat ook zien. Geen te intiem contact. Geen schijn opwekken. Doe het gewoon persoonlijk, in de lijn van jeugdwerker van een kerk. Die boodschap moet erin zitten. Positief Neutraal Negatief 25,9% 28,2% 45,9% 36

37 Analyse van de antwoorden laat zien dat kerkelijk leiders op een paar manieren naar deze casus kijken. Een klein gedeelte hikt tegen Happy-birthday aan. Anderen staan er sympathiek tegenover, mits deze actie ook echt past bij de leiderschapsstijl van Harry én hij dit voor echt alle JV-leden doet. Een tweede argument dat genoemd wordt, waardoor deze actie als onwenselijk gezien wordt is het feit dat Harry dit filmpje naar een privéaccount stuurt. Start hij hiermee onbedoeld niet een intiemere privéchat? Anderen aarzelen of hier de vorm wel passend is bij het doel en de context van kerkelijk jeugdwerk; waar is het element van geestelijk leiding geven? Overigens beoordelen jongere kerkelijk leiders deze casus meer positief dan oudere leiders. Van de kerkelijke leiders onder de 30 jaar beoordeelt 50% deze casus als positief terwijl dit bij leiders boven de 30 jaar afneemt van 37% bij jaar tot 16% bij ouder dan 65 jaar. Hoe staan kerkelijk leiders tegenover het element van horizontale participatie in sociale netwerken? Per definitie is een sociaal netwerk zelforganiserend en overstijgt dit bestaande structuren en hiërarchische relaties. Stel, er komt bottom-up een initiatief om een forum aan te maken om meningen en ervaringen rondom kerk te delen. Hoe staan leiders hier tegenover? Casus V In uw groep/gemeente neemt een jongere/gemeentelid het initiatief om online een besloten groep of forum aan te maken waarop de catechisanten/jv-leden/gemeenteleden met elkaar kunnen napraten over de catechisatieles/verenigingsavond/dingen die in de gemeente spelen. Vooraf worden er spelregels afgesproken over de toonzetting van de reacties. Hoe staat u tegenover dit initiatief als u zelf geen onderdeel uitmaakt van deze groep? Wat zou uw mening zijn als u zelf ook onderdeel zou uitmaken van deze online groep/dit forum? Positief Neutraal Negatief 31,3 % 25,8 % 42,9 % Positief Neutraal Negatief 46,3 % 26,5 % 27,2 % Het idee dat sociale media ingezet zouden worden om met elkaar van gedachten te wisselen over de inhoud van de boodschap die de kerk communiceert, wordt niet zondermeer positief gewaardeerd. 70% staat hier terughoudend of zelfs negatief tegenover. Dit terwijl er ook zonder sociale media sprake is van een manier van verwerking in de gemeente. De waardering lijkt sterk afhankelijk van de mate waarin de kerkelijke leider invloed kan uitoefenen op de communicatie en hangt af van de reden waarom men met elkaar door wil praten. Ook hier beoordelen jonge kerkelijk leiders (jonger dan 30 jaar) deze casus positiever dan de oudere generatie. Ook wordt gereageerd op het besloten karakter van een dergelijke groep of een forum. Is het goed als er mensen uitgesloten worden? Wie bewaakt het klimaat van het gesprek? Het zou afhangen van de reden waarom mensen niet mee mogen doen, die dit wel willen. Positief als er een groep gecreëerd wordt, waarbij de openheid gestimuleerd wordt als de groep besloten wordt en ik daardoor wellicht niet uitgenodigd wordt. Negatief als het zorgt voor 'kliekjes' in de gemeente. Niet alleen jongeren zijn eerder geneigd om sociale media in te zetten voor communicatie in een netwerk van gelijkgestemden, ook de kerkelijk leiders hebben deze neiging. Op de stelling U bent actief op Facebook. U ontvangt een verzoek om vriend te worden. Zou u deze uitnodiging accepteren als het een mede-leidinggevende of ambtsbroeder betreft antwoordt 75% bevestigend. En als het iemand betreft aan wie u verantwoording moet afleggen? Hierop antwoordt 64% bevestigend. Ook als gevraagd wordt indien een jongere dit verzoek zou doen, antwoordt 64% bevestigend. 37

38 In hoeverre mag het gebruik van sociale media van kerkelijk leiders ingekleurd worden door de privéopvattingen en keuzes? Geldt voor het privégebruik van sociale media door een kerkelijke leider ook dat dit volledig in overeenstemming moet zijn met zijn of haar kerkelijke rol? Onderstaande casus schetst een reëel dilemma. Hoe beoordelen kerkelijk leiders dit? Casus VI Wim is een betrokken gemeentelid. Hij is actief in diverse commissies en komt als zodanig bij veel mensen over de vloer. Hij gebruikt nieuwe media om contacten te onderhouden in de gemeente en om gesprek uit te lokken. Vandaag deelt hij via Facebook een link naar een popmuzieknummer van The Beatles. Hij voorziet dit bericht van de volgende tekst: Zo n ontroerend nummer. Blijft prachtig! Beoordeling % kiest voor: 23,8 Hij mag dit doen. Dit is een privézaak 29,1 Hij begeeft zich op glad ijs. Voor degenen aan wie hij/zij leiding geeft, is dit verwarrend. 38,4 Hij mag dit niet doen. Deze leider moet eenheid in leer en leven uitstralen. Minder dan een kwart van de kerkelijk leiders ziet privégebruik van sociale media volledig los staan van kerkelijk gebruik. Driekwart ziet dat beiden verweven zijn en dat via sociale media privé en gebruik vanuit een rol nauwelijks te onderscheiden zijn. De openheid van Wim kan aan de ene kant herkenbaarheid oogsten / gesprek uitlokken, maar kan aan de andere kant de geloofwaardigheid van Wim beschadigen. Ook bij deze casus is een groot verschil te zien in de manier waarop de verschillende generaties kerkelijk leiders hierover oordelen. Daar waar de oudere kerkelijk leiders over het algemeen kiezen voor het laatste antwoord, kiezen leiders onder de 40 jaar vaker voor een van de eerste twee antwoorden. Uit de groep tot 30 jaar kiest 29% voor Hij mag dit niet doen. Deze leider moet eenheid uitstralen in leer en leven. Bij de leeftijd 40 tot 50 is dit percentage opgelopen tot 49% van de kerkelijk leiders in deze groep en bij de oudste groep is dat 66%. Hoe zien kerkelijke leider en jongeren dan het gekleurd gebruik van nieuwe media? Onder gekleurd gebruik bedoelen wij hier het bewust uiten van de christelijke identiteit op sociale media. Eerder onderzoek laat zien dat jongeren dit weinig doen. 75% van de jongeren geeft bij een stelling Je kunt aan iemands timeline al zien of hij/zij christen is dat zij het daar niet mee eens zijn. Ze zien socialemediagebruik als iets wat los staat van de religieuze beleving en wat vraagt om een neutraal gebruik. Betekent dit ook dat ze daarmee negatief oordelen over religieuze uitingen op sociale media? Hoe wordt dan aangekeken tegen jongeren of gemeenteleden die een christelijk citaat of een Bijbeltekst online delen? Uit Casus VII blijkt data zowel jongeren als hun leiders overwegend positief reageren op het delen of liken van een vertrouwenwekkend christelijk citaat. Leiders beoordelen deze casus zelfs nog positiever dan jongeren. Een kwart van de jongeren voelt weerstand bij het delen van een christelijke boodschap online. Ze vinden dat dergelijke teksten daar niet thuis horen. Bij de kerkelijk leiders is dit nagenoeg niet merkbaar. Als het citaat gewaardeerd wordt, mag het ook online gedeeld worden. 38

39 Casus VII Eén van uw JV-leden / catechisanten / gemeenteleden (of bij jongeren: van je beste vrienden) plaatst of liked deze foto met tekst op Facebook. Hoe zou u deze actie duiden? JONGEREN Positieve duiding Ja, ik vind het positief om te laten vanuit christelijke zien dat je christen bent. boodschap Ja, ik vind het een aansprekende tekst Positieve bevestiging Ja, ik like elk bericht van mijn vanwege vriendschap vrienden of vriendinnen Negatieve duiding vanwege christelijke boodschap of Facebook Negatieve duiding vanwege 'te populair christelijk' gedrag Nee, ik hoef op Facebook niet te laten zien dat ik christen ben. Nee, christelijke dingen horen niet op Facebook Nee, ik vind het delen van teksten 'te populair christelijk' LEIDERS 62,8 Mooi dat hij of zij dit deelt 72,4 9,3 N.v.t. - 10,1 Christelijke dingen horen niet op Facebook 17,8 "Te evangelisch" of "te christelijk" Geen mening / overig N.v.t. - Ik vind het lastig om hierover een mening te hebben De combinatie van beide gegevens (driekwart vindt dat sociale media neutraal gebruikt moeten worden én tweederde is positief over het delen van een christelijke boodschap) gecombineerd worden, ontstaat er een contrast. Hoe is dit te verklaren? Een mogelijke verklaring is dat jongeren rondom zich zien dat sociale media vrij seculier gebruikt worden 7, maar er wél respect voor op kunnen brengen wanneer andere jongeren kleur durven bekennen. 3,6 3,6 20,3 7 Zie verder paragraaf Toetsing hypothese F, pagina 49, 50 39

Onderzoek naar verandering in gebruik sociale media onder jongeren uit de gereformeerde gezindte Rapportage, april 2016

Onderzoek naar verandering in gebruik sociale media onder jongeren uit de gereformeerde gezindte Rapportage, april 2016 Onderzoek naar verandering in gebruik sociale media onder jongeren uit de gereformeerde gezindte Rapportage, april 16 1 Inleiding en verantwoording Het lectoraat Nieuwe media in vorming en onderwijs aan

Nadere informatie

Onderzoek naar de functie van sociale media in leiderschapsverhoudingen binnen het onderwijs

Onderzoek naar de functie van sociale media in leiderschapsverhoudingen binnen het onderwijs Onderzoek naar de functie van sociale media in leiderschapsverhoudingen binnen het onderwijs Rapportage, november 2016 Versie 0.1 Jeroen van der Laan / Sjaak Jacobse 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 1.1 Achtergrond

Nadere informatie

Steef de Bruijn. Symposium Machtige media. #machtigemedia

Steef de Bruijn. Symposium Machtige media. #machtigemedia Steef de Bruijn Symposium Machtige media Machtige media Wie is er aan de macht? Machtige media Wie is er aan de macht? Machtige media Wie is er aan de macht? 1400 v. Chr. 2000 na Chr.: wisseling

Nadere informatie

KERK EN CHRISTENVERVOLGING christenvervolging

KERK EN CHRISTENVERVOLGING christenvervolging KERK EN CHRISTENVERVOLGING christenvervolging Een onderzoek naar de betrokkenheid van predikanten en voorgangers bij de vervolgde kerk November 2013 Inleiding Hoe 'leeft' het onderwerp christenvervolging

Nadere informatie

Gemiddeld gebruik van internet via verschillende media, in procenten (meer antwoorden mogelijk) 52% 37% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

Gemiddeld gebruik van internet via verschillende media, in procenten (meer antwoorden mogelijk) 52% 37% 0% 20% 40% 60% 80% 100% 6 GEBRUIK VAN INTERNET EN SOCIAL MEDIA De gemeente is benieuwd of alle bewoners beschikking hebben over en gebruik maken van internet en van social media en of men belemmerd wordt als het gaat om informatie

Nadere informatie

Onwijs veel online? Mediagebruik in de Biblebelt

Onwijs veel online? Mediagebruik in de Biblebelt Hoofdstuk 1 Onwijs veel online? Mediagebruik in de Biblebelt Jeroen van der Laan Inleiding In de Biblebelt bestaat veel discussie rondom het gebruik van nieuwe media. Maar welke nieuwe media worden eigenlijk

Nadere informatie

7 oktober Onderzoek: 10 jaar smartphone

7 oktober Onderzoek: 10 jaar smartphone 7 oktober 2017 Onderzoek: 10 jaar smartphone Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek.

Nadere informatie

Uitslag enquête Verbetering digitale aanbod Nieuws in de klas

Uitslag enquête Verbetering digitale aanbod Nieuws in de klas Uitslag enquête Verbetering digitale aanbod Nieuws in de klas Auteur: Michelle Knijff, projectleider onderwijs, Nieuws in de klas Datum: juni 2015 Inhoud Uitslag enquête Verbetering digitale aanbod Nieuws

Nadere informatie

Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden

Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden Bestuursstaf Advies en ondersteuning Venlo, juli 2017 Onderzoek & Statistiek 2 Samenvatting In maart 2018 vinden er in Venlo gemeenteraadsverkiezingen

Nadere informatie

HET EFFECT VAN WHEELIEPOP OP SMARTPHONEGEBRUIK TIJDENS HET FIETSEN

HET EFFECT VAN WHEELIEPOP OP SMARTPHONEGEBRUIK TIJDENS HET FIETSEN HET EFFECT VAN WHEELIEPOP OP SMARTPHONEGEBRUIK TIJDENS HET FIETSEN Een kwantitatief onderzoek onder jongeren in opdracht van het Interprovinciaal Overleg JEROEN HERMANS KJELL MASSEN AMSTERDAM, JULI 2017

Nadere informatie

Onderzoek mediagebruik Maastricht mei 2017

Onderzoek mediagebruik Maastricht mei 2017 Onderzoek mediagebruik Maastricht 2016 mei 2017 1 Publicatiedatum donderdag 4 mei 2017 Contact Gemeente Maastricht Team Communicatie (043) 350 42 00 communicatie@maastricht.nl pagina 2 Onderzoek Mediagebruik

Nadere informatie

Online communicatie & de basisscholen van Leerplein055

Online communicatie & de basisscholen van Leerplein055 Online communicatie & de basisscholen van Leerplein055 Leerplein055 doet onderzoek naar de wensen en behoeften van ouders over de inzet van online communicatie. Waarom dit onderzoek? Leerplein055 is de

Nadere informatie

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER Oktober 2012 2 Opdrachtnemer: Opdrachtgever: Team Financieel Advies, Onderzoek & Statistiek Camiel De Bruijn Ard Costongs Economie

Nadere informatie

Kübra Ozisik. Marjolein Kolstein. Mei

Kübra Ozisik. Marjolein Kolstein. Mei Kübra Ozisik Mei 2017 Marjolein Kolstein www.os-groningen.nl @basisvoorbeleid BASIS VOOR BELEID Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Samenvatting 2 1. Inleiding 4 2. Resultaten 5 2.1 Respons 5 2.2 Bekendheid

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

COMMUNICATIEPLAN. versie 2 dd 10 september 2014. Auteurs: Betty Sinke, Jacqueline Overbeeke, Mieke Vleugel, Freek Brouwer, Hans Meijer

COMMUNICATIEPLAN. versie 2 dd 10 september 2014. Auteurs: Betty Sinke, Jacqueline Overbeeke, Mieke Vleugel, Freek Brouwer, Hans Meijer COMMUNICATIEPLAN versie 2 dd 10 september 2014 Auteurs: Betty Sinke, Jacqueline Overbeeke, Mieke Vleugel, Freek Brouwer, Hans Meijer Inhoudsopgave Inleiding... 3 Doel... 3 Uitgangspunten... 3 Inhoud van

Nadere informatie

De mediawijze adolescent

De mediawijze adolescent De mediawijze adolescent Amber Walraven, 12 november 2014 ITS, Radboud Universiteit Nijmegen 1 Inhoud Wat kunnen adolescenten wel op het gebied van mediawijsheid? Wat kunnen adolescenten niet op het gebied

Nadere informatie

Morele vorming in het voortgezet onderwijs Een peiling onder leidinggevenden en ouders

Morele vorming in het voortgezet onderwijs Een peiling onder leidinggevenden en ouders Morele vorming in het voortgezet onderwijs Een peiling onder leidinggevenden en ouders Auteurs: Drs. G. van der Meulen Referentie: WvdJ/SL 11.0426 Datum: maart 2007 Het lectoraat Morele vorming in het

Nadere informatie

Enquê tês Gêloof in hêt gêzin

Enquê tês Gêloof in hêt gêzin Enquê tês Gêloof in hêt gêzin Inhoud Samenvatting... 2 Analyse enquêtes... 3 Uitkomsten ouderenquête... 5 Uitkomsten kerkenraadsenquête... 8 1 Samenvatting Veel behoefte aan opvoedingsondersteuning in

Nadere informatie

Rapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen

Rapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen Rapportage Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen In opdracht van: Mediawijzer.net Datum: 22 november 2013 Auteurs: Marieke Gaus & Marvin Brandon Index Achtergrond van het onderzoek 3 Conclusies

Nadere informatie

Jongeren & hun financiële verwachtingen

Jongeren & hun financiële verwachtingen Nibud, februari Jongeren & hun financiële verwachtingen Anna van der Schors Daisy van der Burg Nibud in samenwerking met het 1V Jongerenpanel van EenVandaag Inhoudsopgave 1 Onderzoeksopzet Het Nibud doet

Nadere informatie

DE BELEVING VAN BRANDED CONTENT OP DIGITALE DEVICES SANOMA MEDIA

DE BELEVING VAN BRANDED CONTENT OP DIGITALE DEVICES SANOMA MEDIA DE BELEVING VAN BRANDED CONTENT OP DIGITALE DEVICES SANOMA MEDIA januari 2013 ONDERZOEKSOPZET Begin 2012 hebben Sanoma Media en Metrixlab een onderzoek afgerond met de volgende onderzoeksvraag: Wanneer

Nadere informatie

42 reacties. Overzicht. Aan welke sociale netwerken neemt u deel? Welke social media kent u? Dit formulier bewerken. Alle reacties weergeven

42 reacties. Overzicht. Aan welke sociale netwerken neemt u deel? Welke social media kent u? Dit formulier bewerken. Alle reacties weergeven gerl1202@student.nhl.nl Dit formulier bewerken 42 reacties Alle reacties weergeven Overzicht Aan welke sociale netwerken neemt u deel? Linkedin 19 15% Twitter 8 7% Facebook 27 22% MSN 3 2% YouTube 20 16%

Nadere informatie

Eenzaamheid in relatie tot digitale communicatie

Eenzaamheid in relatie tot digitale communicatie Eenzaamheid in relatie tot digitale communicatie Index 1. Samenvatting p. 3 2. Doelstellingen en opzet onderzoek p. 6 3. Gebruik communicatiemiddelen p. 9 4. Perceptie digitale communicatie en eenzaamheid

Nadere informatie

Gebruikers gemeentelijke media Onderzoek, Informatie en Statistiek

Gebruikers gemeentelijke media Onderzoek, Informatie en Statistiek [Geef tekst op] - Gebruikers gemeentelijke media Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Bestuur en Organisatie, redactie gemeentelijke media Projectnummer: 18324 Renske Hoedemaker Laure Michon

Nadere informatie

Inleiding. RESULTATEN ENQUÊTE ONLINE COMMUNICATIE Gemeente Staphorst. Juli 2015

Inleiding. RESULTATEN ENQUÊTE ONLINE COMMUNICATIE Gemeente Staphorst. Juli 2015 Pagina 1 van 5 Inleiding Van 2 t/m 13 april hebben inwoners de gelegenheid gekregen hun mening te geven over de online communicatie van de gemeente Staphorst. In deze enquête werd gevraagd hoe tevreden

Nadere informatie

Wie werken er in het christelijk en reformatorisch onderwijs?

Wie werken er in het christelijk en reformatorisch onderwijs? Artikel pag. 5-8 Wie werken er in het christelijk en reformatorisch onderwijs? Opzet en verantwoording van het onderzoek In de afgelopen maanden heeft een projectgroep vanuit de redactie van DRS Magazine

Nadere informatie

Sociale media. Over het EenVandaag Opiniepanel. 15 augustus 2015. Over dit onderzoek

Sociale media. Over het EenVandaag Opiniepanel. 15 augustus 2015. Over dit onderzoek Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 45.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek. De uitslag van de peilingen onder het EenVandaag

Nadere informatie

Digitale vaardigheden kinderen van 0 t/m 6 jaar

Digitale vaardigheden kinderen van 0 t/m 6 jaar Digitale vaardigheden kinderen van 0 t/m 6 jaar Iene Miene Media 2018 door Mediawijzer.net Iene Miene Media is een jaarlijks onderzoek van Mediawijzer.net naar het mediagebruik van jonge kinderen. Realisatie

Nadere informatie

Conclusies en aanbevelingen onderzoek jeugdwerk

Conclusies en aanbevelingen onderzoek jeugdwerk Conclusies en aanbevelingen onderzoek jeugdwerk 13-5-2015 1. Aanleiding Per 1 januari 2014 is er een jeugdouderling benoemd. Reden hiertoe was de pastorale zorg te verbeteren en de vragen die er leven

Nadere informatie

E-Health en de huisarts. Digitaal Stadspanel Rotterdam. Achtergrond. Methode. Contact met de huisarts

E-Health en de huisarts. Digitaal Stadspanel Rotterdam. Achtergrond. Methode. Contact met de huisarts E-Health en de huisarts Digitaal Stadspanel Rotterdam Achtergrond Een taak van de gemeente is het bevorderen van de gezondheid van haar inwoners. In haar nota Publieke Gezondheid 2016-2020 Rotterdam Vitale

Nadere informatie

MOERDIJKPANEL OVER COMMUNICATIE

MOERDIJKPANEL OVER COMMUNICATIE MOERDIJKPANEL OVER COMMUNICATIE Gemeente Moerdijk Juni 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2017/concept Datum Juni 2017 Opdrachtgever

Nadere informatie

WHITEPAPER FINANCE 50% VAN DE NEDERLANDERS STAAT OPEN VOOR EEN NIEUWE AANBIEDER VAN FINANCIËLE PRODUCTEN EN VERZEKERINGEN

WHITEPAPER FINANCE 50% VAN DE NEDERLANDERS STAAT OPEN VOOR EEN NIEUWE AANBIEDER VAN FINANCIËLE PRODUCTEN EN VERZEKERINGEN WHITEPAPER FINANCE 50% VAN DE NEDERLANDERS STAAT OPEN VOOR EEN NIEUWE AANBIEDER VAN FINANCIËLE PRODUCTEN EN VERZEKERINGEN NEDERLANDERS ZIJN ERG AFWACH- TEND ALS HET GAAT OM FINANCIËLE PRODUCTEN EN DIENSTEN

Nadere informatie

Rapportage. November Mediawijsheid. In opdracht van: De Issuemakers Project number: Auteur: Tim Faassen

Rapportage. November Mediawijsheid. In opdracht van: De Issuemakers Project number: Auteur: Tim Faassen Rapportage Mediawijsheid November 2016 In opdracht van: De Issuemakers Project number: 2016465 Auteur: Tim Faassen Achtergrond van het onderzoek Doel onderzoek Van 18 tot en met 25 november 2016 wordt

Nadere informatie

Tevredenheidonderzoek

Tevredenheidonderzoek Tevredenheidonderzoek 2013-2014 Samenvatting van de conclusies - Ouders en leerlingen zijn tevreden over het, ze geven de school cijfers tussen de en de, - De beoordeling voor de sfeer op school is hoger

Nadere informatie

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

DOORSTROOM VAN VMBO NAAR HAVO Onderzoek onder ruim vmbo-scholieren naar hun intentie om voor de havo te kiezen

DOORSTROOM VAN VMBO NAAR HAVO Onderzoek onder ruim vmbo-scholieren naar hun intentie om voor de havo te kiezen DOORSTROOM VAN VMBO NAAR HAVO Onderzoek onder ruim 20.000 vmbo-scholieren naar hun intentie om voor de havo te kiezen Februari 2019 Surrounded by Talent 2 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Onderzoeksvragen

Nadere informatie

Uitkomsten enquête online opvoeden

Uitkomsten enquête online opvoeden Uitkomsten enquête online opvoeden 1a. Maakt u zelf gebruik van de sociale media? 100% ja 1b. Zo ja, van welke? 1c. Evt. toelichting bij 'anders' Facebook,LinkedIn,WhatsApp YouTube,WhatsApp YouTube,WhatsApp

Nadere informatie

De hartslag van ons leven Beleidsplan

De hartslag van ons leven Beleidsplan De hartslag van ons leven Beleidsplan 2015-2019 inleiding De is een veelkleurige gemeente. Jezus Christus verbindt ons. Hij is de hartslag van ons leven. Rondom Zijn Evangelie komen we telkens weer samen.

Nadere informatie

Zorg investeert in social media, maar durf ontbreekt. #gezondcommuniceren2014 - onderzoek social media bij zorg- en welzijnsorganisaties in Nederland

Zorg investeert in social media, maar durf ontbreekt. #gezondcommuniceren2014 - onderzoek social media bij zorg- en welzijnsorganisaties in Nederland Zorg investeert in social media, maar durf ontbreekt #gezondcommuniceren2014 - onderzoek social media bij zorg- en welzijnsorganisaties in Nederland Room8 Transmissie Gorinchem, 12 februari 2014 Voorzichtige

Nadere informatie

Werkdruk in het onderwijs

Werkdruk in het onderwijs Rapportage Werkdruk in het primair en voortgezet onderwijs DUO ONDERWIJSONDERZOEK drs. Vincent van Grinsven dr. Eric Elphick drs. Liesbeth van der Woud Maart 2012 tel: 030-2631080 fax: 030-2616944 email:

Nadere informatie

KLAAR VOOR DE TOEKOMST

KLAAR VOOR DE TOEKOMST KLAAR VOOR DE TOEKOMST Conclusies en aanbevelingen naar aanleiding van de enquête van Protestantse Wijkgemeente Baalder Auteurs: Danny Wijnholt en Lisette Zwiggelaar Datum en plaats: 6 april 2012, Hardenberg

Nadere informatie

Opvattingen over de figuur Zwarte Piet

Opvattingen over de figuur Zwarte Piet Opvattingen over de figuur Zwarte Piet Een opinieonderzoek onder het Nederlandse publiek, met uitsplitsingen naar autochtone Nederlanders en Surinaamse- en Antilliaanse-Nederlanders meting 4 November 2017

Nadere informatie

Maatschappelijke vorming

Maatschappelijke vorming toelichting Hoe kan de school de leerling helpen om zich te ontwikkelen tot een actieve, verantwoordelijke en sociale burger? Een belangrijke taak van de school is om leerlingen voor te bereiden op hun

Nadere informatie

WHITEPAPER HEALTH 51% VAN NEDERLANDERS STAAT OPEN VOOR NIEUWE AANBIEDERS VAN GEZONDHEIDS PRODUCTEN

WHITEPAPER HEALTH 51% VAN NEDERLANDERS STAAT OPEN VOOR NIEUWE AANBIEDERS VAN GEZONDHEIDS PRODUCTEN WHITEPAPER HEALTH NEDERLANDERS ZIJN GEEN VOORLOPERS OP HET GEBIED VAN GEZONDHEIDS- PRODUCTEN 51% VAN NEDERLANDERS STAAT OPEN VOOR NIEUWE AANBIEDERS VAN GEZONDHEIDS PRODUCTEN Vrouwen zijn meer geïnteresseerd

Nadere informatie

Onderzoek Hoe scoren je docenten?

Onderzoek Hoe scoren je docenten? Onderzoek Hoe scoren je docenten? 13 maart 2013 Over het onderzoek Aan dit online onderzoek, gehouden van 6 tot en met 12 maart 2013, deden 1.122 scholieren mee. De uitslag is na weging representatief

Nadere informatie

Gemeente Houten: Onderzoek Kieskompas. Den Dolder, 26 januari 2011 Ir. Martine van Doornmalen Rianne van Beek Msc.

Gemeente Houten: Onderzoek Kieskompas. Den Dolder, 26 januari 2011 Ir. Martine van Doornmalen Rianne van Beek Msc. Gemeente Houten: Onderzoek Kieskompas Den Dolder, 26 januari 2011 Ir. Martine van Doornmalen Rianne van Beek Msc. 2 Het auteursrecht op dit rapport berust bij ADV Market Research (ADV). De opdrachtgever

Nadere informatie

Prosu Databased Marketing. Mediagebruik agrariërs Thema: internet & . drs. Lisanne van der Heide

Prosu Databased Marketing. Mediagebruik agrariërs Thema: internet &  . drs. Lisanne van der Heide Prosu Databased Marketing drs. Lisanne van der Heide (Lisanne.van.der.Heide@prosu.nl) bc. Suzanne Bloem (Suzanne.Bloem@prosu.nl) Prosu Databased Marketing Mediagebruik agrariërs Thema: internet & e-mail

Nadere informatie

OP WELKE SOCIAL MEDIA BEREIK JE VERSCHILLENDE GENERATIES

OP WELKE SOCIAL MEDIA BEREIK JE VERSCHILLENDE GENERATIES OP WELKE SOCIAL MEDIA BEREIK JE VERSCHILLENDE GENERATIES Intensief gebruik van Facebook is voor veel Nederlanders verleden tijd, vooral voor de jongste generaties. Toch zijn we social media nog lang niet

Nadere informatie

Protocol sociale media

Protocol sociale media Protocol sociale media Bestuur scholengemeenschap voor vmbo havo atheneum gymnasium school voor praktijkonderwijs Protocol i.v.m. veranderende wetgeving (de Algemene Verordening Gegevensbescherming), met

Nadere informatie

Opvoedingsondersteuning De behoefte van christelijke ouders

Opvoedingsondersteuning De behoefte van christelijke ouders Opvoedingsondersteuning De behoefte van christelijke ouders Juli 2009 Dr. N.A. (Nico) Broer P.M. (Elly) van der Gouwe-Dingemanse Msc Voor verwijzing Broer, N.A. & Gouwe-Dingemanse, P.M. van der, (2009).

Nadere informatie

Nationale Social Media Onderzoek 2014

Nationale Social Media Onderzoek 2014 Nationale Social Media Onderzoek 2014 Het grootste trendonderzoek van Nederland naar het gebruik en verwachting van social media #NSMO Uitgevoerd door: Auteurs: Newcom Research & Consultancy B.V. drs.

Nadere informatie

Scholieren eisen tijd en begeleiding voor hun loopbaan

Scholieren eisen tijd en begeleiding voor hun loopbaan Scholieren eisen tijd en begeleiding voor hun loopbaan Scholieren hebben behoefte aan LOB Uit het onderzoek blijkt dat scholieren behoefte hebben aan meer LOB. Dat begint in leerjaar één. In de laatste

Nadere informatie

Burgerpeiling communicatie 2014

Burgerpeiling communicatie 2014 Burgerpeiling communicatie 2014 Datum: 22 oktober 2014 Versie 2.0 Uitgevoerd door: Auteurs: Opdrachtgever: Newcom Research & Consultancy B.V. drs. S. Buitinga & drs. K. Meeusen Gemeente Midden-Delfland

Nadere informatie

We sluiten deze suggesties af met enkele methodische tips. Als bijlage 1 is een schematische samenvatting opgenomen. Mogelijkheden tot gesprek

We sluiten deze suggesties af met enkele methodische tips. Als bijlage 1 is een schematische samenvatting opgenomen. Mogelijkheden tot gesprek Suggesties voor het classicaal gesprek naar aanleiding van de pastorale handreiking Spreken over God van de Generale Synode van de Protestantse Kerk in Nederland. Inleiding Voorjaar 2011 publiceerde de

Nadere informatie

Onderzoek. het gebruik van internet en social media in Nederland. Opgesteld door:

Onderzoek. het gebruik van internet en social media in Nederland. Opgesteld door: Onderzoek het gebruik van internet en social media in Nederland Opgesteld door: Thomas van Manen, Marketingfacts @ThomasvanManen 29 juni 2017 Het actieve gebruik van Facebook loopt terug, Nederlanders

Nadere informatie

Het Jongerenpanel B A S I S V O O R B E L E I D. Evert van der Molen. Kübra Ozisik. Oktober

Het Jongerenpanel B A S I S V O O R B E L E I D. Evert van der Molen. Kübra Ozisik. Oktober Het Jongerenpanel Evert van der Molen Oktober 2017 Kübra Ozisik www.os-groningen.nl Inhoud 1.Inleiding... 2 2. Resultaten... 3 2.1 Respons... 3 2.2 Meedenken... 4 2.3 Wonen in Groningen... 4 2.4 Activiteiten

Nadere informatie

Resultaten internetpanel Dienst Regelingen

Resultaten internetpanel Dienst Regelingen Resultaten internetpanel Dienst Regelingen Resultaten peiling 15: gebruik social media juli 2012 1. Inleiding Tussen 1 juni en 10 juni konden panelleden van het internetpanel Dienst Regelingen een peiling

Nadere informatie

Vier in balans monitor Kennisnet 2012 docenten. ICT-monitor Kennisnet 2012

Vier in balans monitor Kennisnet 2012 docenten. ICT-monitor Kennisnet 2012 Vier in balans monitor Kennisnet 2012 docenten Contents 1 Inleiding 3 2 ict-gebruik 8 3 Opbrengsten ict 42 4 Samenwerking en leiderschap 53 5 Digitaal leermateriaal 58 6 Ambitie en deskundigheid 66 7 Mediawijsheid

Nadere informatie

Vertel en verbind. Zo heb ik er nog nooit naar gekeken! Een werkvorm waardoor Bijbelverhalen van betekenis kunnen zijn voor leerlingen

Vertel en verbind. Zo heb ik er nog nooit naar gekeken! Een werkvorm waardoor Bijbelverhalen van betekenis kunnen zijn voor leerlingen Zo heb ik er nog nooit naar gekeken! Een werkvorm waardoor Bijbelverhalen van betekenis kunnen zijn voor leerlingen Vertel en verbind ANNET DE GROOT-VAN BEEM Oud is out denken leerlingen vaak wanneer de

Nadere informatie

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Veel gemeenten zijn inmiddels actief op sociale media kanalen, zoals ook blijkt uit het onderzoek dat is beschreven in hoofdstuk 1. Maar

Nadere informatie

Resultaten onderzoek seksualiteit

Resultaten onderzoek seksualiteit Resultaten onderzoek seksualiteit Augustus 2015 In opdracht van Way of Life en de NPV Uitgevoerd door Direct Research www.wayoflife.nl www.npvzorg.nl Conclusies Kennis Seksuele voorlichting Opvattingen

Nadere informatie

Voorwoord. Uitkomsten enquête 19-06-2011

Voorwoord. Uitkomsten enquête 19-06-2011 Voorwoord In mijn scriptie De oorlog om ICT-talent heb ik onderzoek gedaan of Het Nieuwe Werken als (gedeeltelijke) oplossing kon dienen voor de aankomende vergrijzing. Hiervoor werd de volgende onderzoeksvraag

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016 Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016 Zaltbommel 30 mei 2016 Leadership Connected! Where Business meets Science 1 Inleiding Onderzoeksrapport Leadership Connected In tijden waarin ontwikkelingen

Nadere informatie

Rapportage BMKO Panelonderzoek Internetgebruik op de BSO. april 2009. Drs. M. Jongsma R. H. Rijnks BSc. Paterswolde, april 2009

Rapportage BMKO Panelonderzoek Internetgebruik op de BSO. april 2009. Drs. M. Jongsma R. H. Rijnks BSc. Paterswolde, april 2009 Rapportage BMKO Panelonderzoek Internetgebruik op de BSO april 2009 Drs. M. Jongsma R. H. Rijnks BSc Paterswolde, april 2009 Postbus 312 9700 AH Groningen Pr. Irenelaan 1a 9765 AL Paterswolde telefoon:

Nadere informatie

RESULTATEN VAN DE ENQUETE 'GELOVEN IN BENNEKOM' - eerste wijk - Inleiding. Resultaten. 1. Kerklidmaatschap en kerkbezoek

RESULTATEN VAN DE ENQUETE 'GELOVEN IN BENNEKOM' - eerste wijk - Inleiding. Resultaten. 1. Kerklidmaatschap en kerkbezoek RESULTATEN VAN DE ENQUETE 'GELOVEN IN BENNEKOM' - eerste wijk - Inleiding De enquête waarvan de resultaten hier gepresenteerd worden, is georganiseerd door de Christelijke Gereformeerde Kerk en de Vrije

Nadere informatie

Jongeren & Nieuwe Media Dag van de opvoeder

Jongeren & Nieuwe Media Dag van de opvoeder Jongeren & Nieuwe Media Dag van de opvoeder 04-02-2014 Goedemorgen! Mediaraven? Mediaraven vzw grijptde kansen van digitale mediamét kinderen, jongeren en het brede jeugdwerk. Met onze ervaringen expertisecreëren

Nadere informatie

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs. ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs april 2016 1

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

The Daily Mile. Jorien Slot-Heijs Amika Singh. Februari Mulier Instituut. The Daily Mile

The Daily Mile. Jorien Slot-Heijs Amika Singh. Februari Mulier Instituut. The Daily Mile Jorien Slot-Heijs Amika Singh Februari 2019 Mulier Instituut Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding en methode 3 2. 5 2.1 Bekendheid en deelname 6 2.2 Deelnemende scholen 7 2.3 Scholen in overweging 9 2.4 Gestopte

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 DE SLEUTELBLOEM BAKEN ADVIESGROEP JUNI 2017 AUTEUR: ANNE MOSTERT 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage Oudertevredenheidsonderzoek van basisschool De

Nadere informatie

De Bladenbox in 2012 en verder.. Onderzoeksrapport

De Bladenbox in 2012 en verder.. Onderzoeksrapport De Bladenbox in 2012 en verder.. Onderzoeksrapport Samenvatting Onderzoeksvraag en methodebeschrijving Uit de situatieanalyses is naar voren gekomen dat er een verandering plaats vindt in het leefgedrag

Nadere informatie

Handreiking bij een spirituele zoektocht.

Handreiking bij een spirituele zoektocht. Handreiking bij een spirituele zoektocht. Deze handreiking hoort bij: Oud- en nieuw- katholiek. De spirituele zoektocht van die andere katholieken. Door Joris Vercammen. Valkhof pers 2011. Het boek is

Nadere informatie

Sociale media, de laatste cijfers

Sociale media, de laatste cijfers Sociale media, de laatste cijfers David Kok Newcom Research & Consultancy doet sinds 2010 het grootste trendonderzoek van Nederland naar het gebruik en de verwachting van sociale media. Net als vele andere

Nadere informatie

Onderzoek automatisering en gebruik klantdata

Onderzoek automatisering en gebruik klantdata Onderzoek automatisering en gebruik klantdata in opdracht van mei 2014 1 Inleiding Bureau D & O heeft in opdracht van de SEH een onderzoek uitgevoerd onder de deelnemers van de SEH over de rol van automatisering

Nadere informatie

Onderzoek naar het huidige Content Marketing landschap Mogelijk gemaakt door Logeion, Scripta Communicatie en MediaTest

Onderzoek naar het huidige Content Marketing landschap Mogelijk gemaakt door Logeion, Scripta Communicatie en MediaTest De effectiviteit van klantcommunicatie Maart 2016 Onderzoek naar het huidige Content Marketing landschap Mogelijk gemaakt door Logeion, Scripta Communicatie en MediaTest Opzet Beeld organisatie afgelopen

Nadere informatie

Aangenaam: Guido. Informatie over kennismaken met Guido. gelooft

Aangenaam: Guido. Informatie over kennismaken met Guido. gelooft Aangenaam: Guido Informatie over kennismaken met Guido gelooft Welkom op Guido Als u deze brochure leest dan heeft u uw zoon of dochter aangemeld voor GSG Guido. Guido is een gereformeerde school voor

Nadere informatie

ENQUÊTE: toetsing op maat

ENQUÊTE: toetsing op maat ENQUÊTE: toetsing op maat Bezoekers van de website van de PO-Raad konden hun mening geven over toetsing op maat. Tussen 22 januari en 6 februari 2013 hebben 201 mensen de enquête volledig ingevuld. De

Nadere informatie

Privacy. Rapportage onderzoek online privacy. 10 februari 2015. Right Marktonderzoek

Privacy. Rapportage onderzoek online privacy. 10 februari 2015. Right Marktonderzoek 2015 Rapportage onderzoek online privacy 10 februari 2015 Right Marktonderzoek Emmawijk 55-8011 CN Zwolle T 038 421 21 85 E info@rightmarktonderzoek.nl www.rightmarktonderzoek.nl Privacy Onderzoek online

Nadere informatie

Nog even en de agrariër is 24/7 online

Nog even en de agrariër is 24/7 online Uren online per week 1 8 6 8% 4 tot 3 uur 3 tot 6 uur > 6 uur Stelling: rol internet neemt toe 1 8 6 9% 4 Nog even en de agrariër is 24/7 online Internet heeft grote invloed op het informatiegedrag van

Nadere informatie

Onderzoek slaapproblemen. in opdracht van Zilveren Kruis

Onderzoek slaapproblemen. in opdracht van Zilveren Kruis Onderzoek slaapproblemen in opdracht van Zilveren Kruis 1 Samenvatting Een op zes werkende Nederlanders kampt met slaapproblemen Mannen liggen vaker wakker van het werk, vrouwen vaker van privé situaties

Nadere informatie

WHITEPAPER FOOD VROUWEN TOT 35 JAAR ZIJN VOORLOPERS OP HET GEBIED VAN VOEDING

WHITEPAPER FOOD VROUWEN TOT 35 JAAR ZIJN VOORLOPERS OP HET GEBIED VAN VOEDING WHITEPAPER FOOD 70% VAN DE NEDERLANDERS STAAT OPEN VOOR NIEUWE AANBIEDERS VAN VOEDINGSMIDDELEN VROUWEN TOT 35 JAAR ZIJN VOORLOPERS OP HET GEBIED VAN VOEDING Vrouwen hebben een grotere interesse in voeding,

Nadere informatie

Inzicht in hoe Nederland aankijkt tegen het gebruik van de mobiele telefoon op de fiets

Inzicht in hoe Nederland aankijkt tegen het gebruik van de mobiele telefoon op de fiets Inzicht in hoe Nederland aankijkt tegen het gebruik van de mobiele telefoon op de fiets Rapport voor Ministerie van Infrastructuur en Milieu 19 januari 2017 Inhoudsopgave Conclusies Resultaten Bijlagen

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 DE HOEKSTEEN BAKEN ADVIESGROEP JUNI 2017 AUTEUR: ANNE MOSTERT 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage Oudertevredenheidsonderzoek van basisschool De Hoeksteen.

Nadere informatie

VERTROUWEN IN MEDIA IN NEDERLAND. September 2017

VERTROUWEN IN MEDIA IN NEDERLAND. September 2017 VERTROUWEN IN MEDIA IN NEDERLAND September 2017 INTRODUCTIE Het vertrouwen in overheden, bedrijfsleven, media en NGO s daalt wereldwijd (bron: Edelman Trust barometer), eigenlijk al sinds de recessie in

Nadere informatie

HengeloPanel. Gemeentelijke communicatie. Peiling

HengeloPanel. Gemeentelijke communicatie. Peiling HengeloPanel Gemeentelijke communicatie Peiling 2 2016 Inleiding Onderzoek gemeentelijke communicatie Hoe kan de gemeente Hengelo u het best bereiken? En hoe wilt u zelf graag communiceren met de gemeente?

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In de tabellen

Nadere informatie

Enquête leesvaardigheid maart 2015

Enquête leesvaardigheid maart 2015 Enquête leesvaardigheid maart 2015 In het voorjaar van 2015 heeft de kerngroep Engels een enquête gehouden onder de docenten Engels. 97 docenten hebben de enquête ingevuld. Het bevraagde onderwerp betrof

Nadere informatie

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM RAPPORT OKTOBER 2017 Discriminatiemonitor TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM Midden-Drenthe Colofon Titel Discriminatiemonitor Midden-Drenthe Datum Oktober 2017 Trendbureau Drenthe, onderdeel

Nadere informatie

IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013

IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 Wat vindt Nederland van de ziekenhuizen en de ziekenhuiszorg? Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 Wat vindt Nederland van de ziekenhuizen en

Nadere informatie

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Versie 2 Datum 15 oktober 2018 Status Definitief Onze referentie 1427719 Colofon Directie Projectnaam Contactpersoon Kennis/DUO Mobiliteit leraren Ministerie

Nadere informatie

Rapportage onderzoek vindbaarheid een onderzoek naar de vindbaarheid en presentatie van materialen in de bibliotheek

Rapportage onderzoek vindbaarheid een onderzoek naar de vindbaarheid en presentatie van materialen in de bibliotheek Rapportage onderzoek vindbaarheid een onderzoek naar de vindbaarheid en presentatie van materialen in de bibliotheek Bibliotheek Den Haag Inhoud Samenvatting onderzoeksresultaten 3 Verantwoording 4 1.

Nadere informatie

AFM Consumentenmonitor

AFM Consumentenmonitor AFM Consumentenmonitor Rechtsbijstandverzekeringen Voorjaar 2018 GfK April 2018 1 Achtergrond & Leeswijzer Achtergrond Leeswijzer De AFM maakt zich sterk voor eerlijke en transparante financiële markten.

Nadere informatie

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden: Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1

Nadere informatie

Persoonlijk ontwikkelingsplan.

Persoonlijk ontwikkelingsplan. Persoonlijk ontwikkelingsplan. Naam: Michael Botermans Studienummer: 15103471 Email: 15103471@student.hhs.nl Datum: 26-01-2017 Coach: Dhr. A. Verkuilen, Email: A.Verkuilen@hhs.nl 1. Introductie Beste lezer,

Nadere informatie

19 maart Onderzoek: Leraren onder druk om schooladvies

19 maart Onderzoek: Leraren onder druk om schooladvies 19 maart 2018 Onderzoek: Leraren onder druk om schooladvies Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online

Nadere informatie

Huiswerkbegeleiding. Hoe ervaren ouders huiswerkbegeleiding, hoe zetten zij dit in en welke rol speelt de school hierin?

Huiswerkbegeleiding. Hoe ervaren ouders huiswerkbegeleiding, hoe zetten zij dit in en welke rol speelt de school hierin? Huiswerkbegeleiding Hoe ervaren ouders huiswerkbegeleiding, hoe zetten zij dit in en welke rol speelt de school hierin? 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Conclusies 8 Resultaten 1. Zetten ouders huiswerkbegeleiding

Nadere informatie

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst?

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst? Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst? Bij deze opgave horen tekst 1 en 2 en de tabellen 1 tot en met 3 uit het bronnenboekje. Inleiding In Nederland zijn ruim 4 miljoen mensen actief in het vrijwilligerswerk.

Nadere informatie

PERSONAL CARE WHITEPAPER JONGERE VROUWEN STAAN MEER OPEN VOOR HET PROBEREN VAN NIEUWE PRODUCTEN 55% VAN NEDERLANDERS

PERSONAL CARE WHITEPAPER JONGERE VROUWEN STAAN MEER OPEN VOOR HET PROBEREN VAN NIEUWE PRODUCTEN 55% VAN NEDERLANDERS WHITEPAPER PERSONAL CARE 55% VAN NEDERLANDERS STAAT OPEN VOOR EEN NIEUWE AANBIEDER OP HET GEBIED VAN PERSOONLIJKE VERZORGING JONGERE VROUWEN STAAN MEER OPEN VOOR HET PROBEREN VAN NIEUWE PRODUCTEN Vrouwen

Nadere informatie