TOETSTAAK 33: LACHEN!!!

Transcriptie

1 TOETSTAAK 33: LACHEN!!! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan een instructie geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: vrije tijd. Publiek: onbekende taalgebruiker.. Materiaal nodig voor deze toetstaak Voor elke cursist een toetsblad. Voor uzelf: een kopie van het toetsblad, een cassetterecorder om het gesprek op te nemen en eventueel een fototoestel om de situatie realistisch na te spelen. 2. Het afnemen van de toetstaak 2.. Het introductiegesprek U kan deze toets best beginnen met een kort gesprekje over het nemen van foto s. Het is belangrijk voor het goede verloop van de toetstaak dat de cursist even kan praten zonder dat hij daarop beoordeeld wordt. Tijdens dit gesprek kan u volgende vragen stellen: Maakt de cursist regelmatig foto s? Heeft hij al eens voor een onbekende een foto genomen? Heeft hij zelf al eens aan een voorbijganger gevraagd een foto te nemen, bijvoorbeeld bij het bezoeken van een andere stad? Wat heeft hij toen concreet aan de voorbijganger gevraagd? 2.2. Mondelinge instructies voor de cursisten Na het introducerend gesprek geeft u de cursist de volgende instructie: Je staat voor het paleis van de koning. Je wil graag een foto van jezelf voor het paleis. Op je toetsblad vind je een tekening van je fototoestel. Je vraagt aan iemand die voorbijkomt of hij een foto wil maken. Ik ben de voorbijganger. Doe de volgende dingen:. Begin een gesprek 2. Vraag of ik van jou een foto wil maken

2 3. Leg uit hoe ik de foto moet maken. Zeg iets over de volgende dingen: - hoe ver ik moet gaan staan - wat er op de foto moet staan - op welke knop ik moet duwen om de foto te maken 4. Eindig het gesprek. Je mag nu beginnen. Veel succes!!!

3 3. Ondersteunende didactische principes 3.. Aandachtspunten bij het afnemen van de toetstaak Dit is een open gesprek waarbij de cursist instructies geeft aan de voorbijganger bij het nemen van een foto. Toch is het belangrijk dat u bijkomende vragen stelt als de cursist een item niet spontaan vermeldt. In dit geval kunnen de hulpvragen er als volgt uitzien: Waar moet ik staan om de foto te maken? Wat moet er op de foto staan? Op welke knop van je fototoestel moet ik duwen? U kan natuurlijk ook andere hulpvragen stellen. Het is wel belangrijk dat er niet te snel hulpvragen gesteld worden: de cursist moet voldoende tijd krijgen om spontaan zinnen te formuleren. Het kan voorkomen dat een cursist onvoorziene dingen zegt of vraagt. In dit geval kan u hierop naar eigen goeddunken reageren. Het is ook aangeraden dit voorval op het scoreblad van de cursist te noteren. Op die manier kan u hiernaar teruggrijpen en op vergelijkbare manier reageren bij andere cursisten. Toch is het belangrijk rekening te houden met het feit dat hoe meer u als toetsafnemer tussenkomt of reageert, hoe meer verschillen tussen de cursisten gecreëerd worden. Om de objectiviteit van de toetsen zoveel mogelijk te garanderen, moet dit laatste in de mate van het mogelijke vermeden worden Het afstemmen van de toetstaak op de kenmerken van uw cursistengroep Om deze toetstaak realistischer te maken, kan u werken met een echt fototoestel. Eventueel kan u ook zorgen voor een achtergrond van het koninklijk paleis. Indien u denkt dat het thema niet echt geschikt is voor uw cursisten, kan u natuurlijk kiezen voor een andere topic. Zo kan u een spreektaak maken waarin de cursisten aan een voorbijganger de weg naar een bepaalde plaats uitleggen.

4 4. Het beoordelen en interpreteren van de resultaten 4.. Het beoordelingsmodel De nadruk ligt op het overbrengen van de inhoud van de boodschap, niet op de vorm. Wanneer de vorm van wat de cursist zegt het begrijpen van de boodschap echter belemmert, krijgt de cursist een lagere score op de vormelijke elementen. Het spreektempo mag laag zijn, maar het gesprek moet in zijn geheel niet langer duren dan 5 minuten. Toetsitems Preconditie De cursist voert eengesprek dat in relatie staat tot de gegeven opdracht. Inhoud Item. Item 2. Item 3. Item 4. Item 5. De cursist spreekt de voorbijganger gepast aan. Minimumvereiste: Hallo De cursist vraagt aan de voorbijganger of hij een foto van hem wil maken voor het koninklijk paleis. Minimumvereiste: Kan u een foto maken? De cursist legt aan de voorbijganger uit op welke afstand hij moet staan om de foto te nemen. Minimumvereiste: Wil u hier staan? (Waarbij de cursist de plaats waar de voorbijganger moet staan aanwijst. De cursist legt aan de voorbijganger uit wat er op de achtergrond van de foto moet staan. Antwoorden zoals: het paleis en/of verwijzingen naar natuurelementen zoals bomen enz. worden goed gerekend. De cursist legt aan de voorbijganger uit op welke knop hij moet duwen om de foto te maken. Minimumvereiste: U moet hier duwen (waarbij de cursist de knop op de tekening of op het echte fototoestel aanwijst) Score 0,5 Item 6. De cursist sluit het gesprek gepast af. Minimumvereiste: Dag. ( Bedankt wordt hier ook goed gerekend.) 0,5 Spreekdurf De cursist doet actief mee aan het gesprek en wacht niet telkens op uw hulpvragen om een goed antwoord te formuleren.

5 Vorm De cursist maakt eenvoudige korte zinnen, minimaal een onderwerp en persoonsvorm. De zinnen mogen op dit niveau nog af en toe fouten bevatten zoals: uitspraakfouten, fouten tegen de woordvolgorde,.... De fouten die gemaakt worden, hebben geen systematisch karakter; er worden niet steeds dezelfde fouten gemaakt EN de boodschap die de cursist in het gesprek wil overbrengen, blijft ten alle tijde en voor iedereen duidelijk begrijpbaar. OF: De cursist formuleert zinnen, maar maakt systematisch dezelfde fouten, bijvoorbeeld tegen de woordvolgorde, vervoeging,... OF/EN de cursist maakt veel fouten, maar de boodschap is nog steeds duidelijk begrijpbaar. OF: De cursist formuleert onvolledige zinnen of beperkt zich tot enkele losse woorden. Hij herhaalt enkel de instructie of kan helemaal geen antwoord geven. De boodschap is hier en daar onduidelijk/niet begrijpbaar. of 0,5 of 0 Totaal 7

6 4.2. De scoretabel Scoretabel Lachen Klas:... Datum:.../.../ Naam van de cursist: Item Item 2 Item 3 Item 4 Item 5 Item 6 Spreek durf Vorm Totaal op 7

7 Naam:.. Datum:... TOETS Je staat voor het paleis van de koning. Je wil graag een foto van jezelf voor het paleis. Op je toetsblad vind je een tekening van je fototoestel. Je vraagt aan iemand die voorbijkomt of hij een foto wil maken. Ik ben de voorbijganger. Doe de volgende dingen:. Begin een gesprek 2. Vraag of ik van jou een foto wil maken 3. Leg uit hoe ik de foto moet maken. Zeg iets over de volgende dingen: - hoe ver ik moet gaan staan - wat er op de foto moet staan - op welke knop ik moet duwen om de foto te maken 4. Eindig het gesprek. AAN/UIT Toetsblad cursist