TOETSTAAK 20: DANK U WEL!

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "TOETSTAAK 20: DANK U WEL!"

Transcriptie

1 TOETSTAAK 20: DANK U WEL! Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een persoonlijk briefje, een mededeling, een bedankingsbriefje, een formulier, een memo en een ziektemelding. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: leefomstandigheden. Publiek: onbekende taalgebruiker. 1. Materiaal nodig voor deze toetstaak Voor elke cursist een toetsblad Voor uzelf: een kopie van het toetsblad 2. Het afnemen van de toetstaak 2.1. Het introductiegesprek U kan deze toets best beginnen met een kort gesprekje over het schrijven van een bedankingsbriefje naar iemand die de cursisten niet echt persoonlijk kennen. Tijdens dit gesprek kan u volgende vragen stellen: In welke situaties hebben de cursisten al eens naar een onbekende een bedankingsbriefje geschreven? Hoe hebben ze dit aangepakt? Is het al voorgevallen dat ze de leerkracht van hun kind schriftelijk bedankt hebben voor iets? Wat was de reden voor de bedanking Mondelinge instructies voor de cursisten Na het introducerend gesprek geeft u de cursisten de volgende instructie: Je dochter gaat elke dag met de fiets naar school. Haar leraar woont in jullie straat. Omdat het vandaag heel hard regende, heeft hij haar met de auto thuis gebracht. Schrijf een briefje naar de leerkracht van je dochter om hem te bedanken. Schrijf zeker iets over de volgende dingen: - waarom je de leraar wil bedanken - wat je voor hem wil doen Vergeet je briefje ook niet goed te beginnen en te eindigen. Je krijgt voor deze toets vijftien minuten. Probeer meer dan één zin te schrijven. Veel succes!!! Richtlijnen docent

2 Richtlijnen docent

3 3. Ondersteunende didactische principes 3.1. Aandachtspunten bij het afnemen van de toetstaak Het is aangewezen dat u de cursisten tijdens het uitvoeren van de toetstaak op geen enkele wijze helpt. Indien er cursisten zijn die de bal misslaan, kan u eventueel wel de instructies nog eens op dezelfde manier herhalen. Extra uitleg, zoals woordverklaringen, dient echter uitgesloten te worden. Omdat de cursisten op dit niveau in staat moeten zijn een bedankingsbriefje te schrijven, raden we af hen een woordenboek te laten gebruiken bij het maken van deze toetstaak Het afstemmen van de toetstaak op de kenmerken van uw cursistengroep Indien u denkt dat het thema van deze toetstaak te ver staat van het bed van uw cursisten, bijvoorbeeld omdat geen enkele cursist kinderen heeft, kan u natuurlijk voor een andere topic opteren. Zo kan u de cursisten een bedankingsbriefje laten schrijven naar de consulente van de VDAB omdat zij de cursist geholpen heeft bij het vinden van een job. Richtlijnen docent

4 4. Het beoordelen en interpreteren van de resultaten 4.1. Het beoordelingsmodel De nadruk ligt op het overbrengen van de inhoud van de boodschap, niet op de vorm. Wanneer de vorm van wat de cursist zegt het begrijpen van de boodschap echter belemmert, krijgt hij een lagere score op de vormelijke elementen. Toetsitems Score Preconditie De cursist schrijft een bedankingsbriefje dat in relatie staat tot de opdracht.. Inhoud Item 1. De cursist begint het bedankingsbriefje op gepaste wijze. 0.5 Minimumvereiste = hallo Item 2. De cursist kan de reden van de bedanking duidelijk aangeven 1 Item 3. De cursist kan duidelijk maken welke wederdienst hij de leerkracht wil bewijzen Item 4. De cursist sluit het briefje gepast af. Zijn naam of dag volstaan hier. Vorm De cursist maakt eenvoudige korte zinnen, minimaal een onderwerp en persoonsvorm. De zinnen mogen op dit niveau nog af en toe fouten bevatten zoals: spellingsfouten, fouten tegen de woordvolgorde,.... De fouten die gemaakt worden, hebben geen systematisch karakter; er worden niet steeds dezelfde fouten gemaakt EN de boodschap die de cursist met de tekst wil overbrengen, blijft ten alle tijde en voor iedereen duidelijk begrijpbaar. OF: De cursist formuleert zinnen, maar maakt systematisch dezelfde fouten, bijvoorbeeld tegen de woordvolgorde, vervoeging,... OF/EN de cursist maakt veel fouten, maar de boodschap is nog steeds duidelijk begrijpbaar. OF: De cursist formuleert onvolledige zinnen of beperkt zich tot enkele losse woorden. Hij herhaalt enkel de instructie of kan helemaal geen antwoord geven. De boodschap is hier en daar onduidelijk/niet begrijpbaar of 0,5 of 0 Totaal 4 Richtlijnen docent

5 4.2. De scoretabel Scoretabel Dank u wel Klas:... Datum:.../.../... Naam van de cursist: Item 1 Item 2 Item 3 Item 4 Vorm TOTAAL op Richtlijnen docent

6 Naam:.. Datum:... TOETS Je dochter gaat elke dag met de fiets naar school. Haar leraar woont in jullie straat. Omdat het vandaag heel hard regende, heeft hij haar met de auto thuis gebracht. Schrijf een briefje naar de leerkracht van je dochter om hem te bedanken. Schrijf zeker iets over de volgende dingen: - waarom je de leraar wil bedanken - wat je voor hem wil doen Vergeet je briefje ook niet goed te beginnen en te eindigen. Je krijgt voor deze toets vijftien minuten. Probeer meer dan één zin te schrijven., Toetsblad cursist

Na het introducerend gesprek geeft u de cursisten de volgende instructie:

Na het introducerend gesprek geeft u de cursisten de volgende instructie: TOETSTAAK 2: LUNCH Vaardigheid: schrijven Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een persoonlijk brief, een mededeling, een bedankingsbriefje,

Nadere informatie

TOETSTAAK 19: MIJN ZUS GAAT TROUWEN!!!

TOETSTAAK 19: MIJN ZUS GAAT TROUWEN!!! TOETSTAAK 9: MIJN ZUS GAAT TROUWEN!!! Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een persoonlijk briefje, een mededeling,

Nadere informatie

TOETSTAAK 22: OOST WEST THUIS BEST

TOETSTAAK 22: OOST WEST THUIS BEST TOETSTAAK 22: OOST WEST THUIS BEST Vaardigheid: schrijven Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een beschrijving geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context:

Nadere informatie

TOETSTAAK 23: ZOEKERTJE

TOETSTAAK 23: ZOEKERTJE TOETSTAAK 23: ZOEKERTJE Vaardigheid: schrijven Doelstelling: de cursist kan een beschrijving geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: openbaar en privé-vervoer.

Nadere informatie

TOETSTAAK 28: IK BEN...EN IK HOU VAN...

TOETSTAAK 28: IK BEN...EN IK HOU VAN... TOETSTAAK 28: IK BEN...EN IK HOU VAN... Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau voor zichzelf aantekeningen maken ter voorbereiding van een gesprek. Verwerkingsniveau:

Nadere informatie

TOETSTAAK 26: BRANDBLUSAPPARAAT

TOETSTAAK 26: BRANDBLUSAPPARAAT TOETSTAAK 26: BRANDBLUSAPPARAAT Vaardigheid: schrijven Doelstelling: De cursist kan een boodschap voor zichzelf noteren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: leefomstandigheden. Publiek: de taalgebruiker

Nadere informatie

TOETSTAAK 45: MIJN VADERLAND

TOETSTAAK 45: MIJN VADERLAND TOETSTAAK 45: MIJN VADERLAND Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op structurerend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een mededeling,

Nadere informatie

TOETSTAAK 24: ONGEVALLENVERZEKERING

TOETSTAAK 24: ONGEVALLENVERZEKERING TOETSTAAK 24: ONGEVALLENVERZEKERING Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een beschrijving geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend.

Nadere informatie

TOETSTAAK 30: LILLALAND

TOETSTAAK 30: LILLALAND TOETSTAAK 30: LILLALAND Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau voor zichzelf aantekeningen maken ter voorbereiding van een gesprek. Verwerkingsniveau: structurerend.

Nadere informatie

TOETSTAAK 29: WAT VIND JIJ VAN BELGIE? DEEL 1

TOETSTAAK 29: WAT VIND JIJ VAN BELGIE? DEEL 1 TOETSTAAK 29: WAT VIND JIJ VAN BELGIE? DEEL Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau voor zichzelf aantekeningen maken ter voorbereiding van een gesprek. Verwerkingsniveau:

Nadere informatie

TOETSTAAK 33: LACHEN!!!

TOETSTAAK 33: LACHEN!!! TOETSTAAK 33: LACHEN!!! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan een instructie geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: vrije tijd. Publiek: onbekende

Nadere informatie

TOETSTAAK 39: ONGEVAL

TOETSTAAK 39: ONGEVAL TOETSTAAK 39: ONGEVAL Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau zijn beleving (d.i. wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving

Nadere informatie

TOETSTAAK 32: BRAND!!!!

TOETSTAAK 32: BRAND!!!! TOETSTAAK 32: BRAND!!!! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een instructie geven aan een onbekende taalgebruiker Verwerkingsniveau: beschrijvend.

Nadere informatie

TOETSTAAK 42: HALLO, MET DE POLITIE?

TOETSTAAK 42: HALLO, MET DE POLITIE? TOETSTAAK 42: HALLO, MET DE POLITIE? Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een probleem en een klacht formuleren aan een onbekende taalgebruiker.

Nadere informatie

TOETSTAAK 44: NAAR DE TANDARTS

TOETSTAAK 44: NAAR DE TANDARTS TOETSTAAK 44: NAAR DE TANDARTS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op structurerend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een mededeling,

Nadere informatie

TOETSTAAK 25: NEDERLANDSE LES

TOETSTAAK 25: NEDERLANDSE LES TOETSTAAK 25: NEDERLANDSE LES Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een boodschap voor zichzelf noteren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: contacten met officiële

Nadere informatie

TOETSTAAK 41: EEN NIEUW HUIS

TOETSTAAK 41: EEN NIEUW HUIS TOETSTAAK 41: EEN NIEUW HUIS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een probleem en een klacht formuleren. Verwerkingsniveau: beschrijvend.

Nadere informatie

TOETSTAAK 6: BYE BYE GRIEP!!!

TOETSTAAK 6: BYE BYE GRIEP!!! TOETSTAAK 6: BYE BYE GRIEP!!! Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau alle gegevens begrijpen in prescriptieve teksten zoals een instructie en een gebruiksaanwijziging.

Nadere informatie

TOETSTAAK 36: GEEF BLOED, RED EEN LEVEN

TOETSTAAK 36: GEEF BLOED, RED EEN LEVEN TOETSTAAK 36: GEEF BLOED, RED EEN LEVEN Vaardigheid: spreken. Doelstelling: De cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop

Nadere informatie

TOETSTAAK 40: ANTIGIFCENTRUM

TOETSTAAK 40: ANTIGIFCENTRUM TOETSTAAK 40: ANTIGIFCENTRUM Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een probleem en een klacht formuleren. Verwerkingsniveau: beschrijvend.

Nadere informatie

TOETSTAAK 27: HET GEHEIME LAND

TOETSTAAK 27: HET GEHEIME LAND TOETSTAAK 27: HET GEHEIME LAND Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een boodschap voor zichzelf noteren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: ruimtelijke oriëntering.

Nadere informatie

TOETSTAAK 4: EXAMEN NEDERLANDS

TOETSTAAK 4: EXAMEN NEDERLANDS TOETSTAAK 4: EXAMEN NEDERLANDS Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau alle gegevens begrijpen in: - informatieve teksten zoals etiketten en een zakelijke brief; - prescriptieve

Nadere informatie

TOETSTAAK 37: TROUWFEEST

TOETSTAAK 37: TROUWFEEST TOETSTAAK 37: TROUWFEEST Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau zijn beleving (d.i. wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de

Nadere informatie

TOETSTAAK 31: BABYSIT

TOETSTAAK 31: BABYSIT TOETSTAAK 3: BABYSIT Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een instructie geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend.

Nadere informatie

TOETSTAAK 5: HOU HET VERS

TOETSTAAK 5: HOU HET VERS TOETSTAAK 5: HOU HET VERS Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau alle gegevens begrijpen in: - informatieve teksten zoals etiketten en een zakelijke brief; - prescriptieve

Nadere informatie

TOETSTAAK 8: SORTEREN

TOETSTAAK 8: SORTEREN TOETSTAAK 8: SORTEREN Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in: - informatieve teksten zoals een persoonlijke brief; - persuasieve

Nadere informatie

TOETSTAAK 16: WATEROVERLAST

TOETSTAAK 16: WATEROVERLAST TOETSTAAK 16: WATEROVERLAST Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in: - informatieve teksten zoals een aankondiging, een klacht

Nadere informatie

TOETSTAAK 34: OP TELEVISIE

TOETSTAAK 34: OP TELEVISIE TOETSTAAK 34: OP TELEVISIE Vaardigheid: lezen en spreken. Doelstelling: - de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop

Nadere informatie

TOETSTAAK 14: FILE!!!

TOETSTAAK 14: FILE!!! TOETSTAAK 14: FILE!!! Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit: - informatieve teksten zoals een gesprek, een telefoongesprek, een weerbericht

Nadere informatie

TOETSTAAK 15: PAS OP VOOR HET WATER!

TOETSTAAK 15: PAS OP VOOR HET WATER! TOETSTAAK 15: PAS OP VOOR HET WATER! Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: De cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit informatieve teksten zoals een gesprek, een telefoongesprek,

Nadere informatie

TOETSTAAK 13: BUURTONTBIJT

TOETSTAAK 13: BUURTONTBIJT TOETSTAAK 13: BUURTONTBIJT Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit - informatieve teksten zoals een gesprek, een telefoongesprek, een

Nadere informatie

TOETSTAAK 38: A LA CARTE

TOETSTAAK 38: A LA CARTE TOETSTAAK 38: A LA CARTE Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar

Nadere informatie

TOETSTAAK 18: TREINEN BIJ VERTREK

TOETSTAAK 18: TREINEN BIJ VERTREK TOETSTAAK 18: TREINEN BIJ VERTREK Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in - informatieve teksten zoals een aankondiging, een

Nadere informatie

TOETSTAAK 7: SCHOOLREIS

TOETSTAAK 7: SCHOOLREIS TOETSTAAK 7: SCHOOLREIS Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in - informatieve teksten zoals een persoonlijke brief. - persuasieve

Nadere informatie

TOETSTAAK 11: NICHTEN EN NEVEN

TOETSTAAK 11: NICHTEN EN NEVEN TOETSTAAK 11: NICHTEN EN NEVEN Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau het globale onderwerp bepalen en de gedachtegang volgen in: - informatieve teksten zoals fragmenten

Nadere informatie

TOETSTAAK 10: ZAPPEN. 1. Materiaal nodig voor deze toetstaak. 2. Het afnemen van de toets taak

TOETSTAAK 10: ZAPPEN. 1. Materiaal nodig voor deze toetstaak. 2. Het afnemen van de toets taak TOETSTAAK 10: ZAPPEN Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau het globale onderwerp bepalen en de gedachtegang volgen in: - informatieve teksten zoals fragmenten van

Nadere informatie

TOETSTAAK 17: MET DE KINDEREN OP STAP

TOETSTAAK 17: MET DE KINDEREN OP STAP TOETSTAAK 7: MET DE KINDEREN OP STAP Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in: - informatieve teksten zoals een aankondiging,

Nadere informatie

TOETSTAAK 2: EEN WEEKENDJE WEG...

TOETSTAAK 2: EEN WEEKENDJE WEG... TOETSTAAK 2: EEN WEEKENDJE WEG... Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit - informatieve teksten zoals een folder, een catalogus en een

Nadere informatie

TOETSTAAK 12: LUISTER NAAR DE RADIO

TOETSTAAK 12: LUISTER NAAR DE RADIO TOETSTAAK 12: LUISTER NAAR DE RADIO Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau het globale onderwerp bepalen en de gedachtegang volgen in: - informatieve teksten zoals

Nadere informatie

TOETSTAAK 9: HARD GEWERKT VANDAAG

TOETSTAAK 9: HARD GEWERKT VANDAAG TOETSTAAK 9: HARD GEWERKT VANDAAG Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 3 beheersen: de cursist kan zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving van

Nadere informatie

TOETSTAAK 15: LUIDRUCHTIGE BUREN

TOETSTAAK 15: LUIDRUCHTIGE BUREN TOETSTAAK 5: LUIDRUCHTIGE BUREN Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 5 beheersen: de cursist kan een probleem of klacht formuleren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: leefomstandigheden.

Nadere informatie

TOETSTAAK 3: WEERBERICHT

TOETSTAAK 3: WEERBERICHT TOETSTAAK 3: WEERBERICHT Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit - informatieve teksten zoals een folder, een catalogus en een bericht;

Nadere informatie

TOETSTAAK 3: MIJN ZOON IS ZIEK

TOETSTAAK 3: MIJN ZOON IS ZIEK TOETSTAAK 3: MIJN ZOON IS ZIEK Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm beheersen: de cursist kan een instructie geven aan een bekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: gezondheidsvoorzieningen.

Nadere informatie

TOETSTAAK 18: WANNEER IS DE WINKEL OPEN?

TOETSTAAK 18: WANNEER IS DE WINKEL OPEN? TOETSTAAK 8: WANNEER IS DE WINKEL OPEN? Vaardigheid: spreken Doelstelling: eindterm 6 beheersen: de cursist kan informatie vragen en geven. Verwerkingsniveau: structurerend. Context: onthaal. INTRODUCTIE

Nadere informatie

TOETSTAAK 12: KAN HET OP EEN ANDERE DAG?

TOETSTAAK 12: KAN HET OP EEN ANDERE DAG? TOETSTAAK 2: KAN HET OP EEN ANDERE DAG? Vaardigheid: spreken Doelstelling: eindterm 4 beheersen: de cursist kan een afspraak maken en afzeggen. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: nutsvoorzieningen.

Nadere informatie

TOETSTAAK 1: ALLES KRIJGT EEN PLAATS

TOETSTAAK 1: ALLES KRIJGT EEN PLAATS TOETSTAAK : ALLES KRIJGT EEN PLAATS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm beheersen: de cursist kan een instructie geven aan een bekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context:

Nadere informatie

TOETSTAAK 16: REIZEN MET DE TREIN

TOETSTAAK 16: REIZEN MET DE TREIN TOETSTAAK 6: REIZEN MET DE TREIN Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 6 beheersen: de cursist kan informatie vragen en geven. Verwerkingsniveau: structurerend. Context: Openbaar en privé-vervoer.

Nadere informatie

TOETSTAAK 10: DE AFSPRAAK GAAT NIET DOOR

TOETSTAAK 10: DE AFSPRAAK GAAT NIET DOOR TOETSTAAK 0: DE AFSPRAAK GAAT NIET DOOR Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 4 beheersen: de cursist kan een afspraak maken en afzeggen. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: contacten met

Nadere informatie

TOETSTAAK 1: GROETJES UIT BRAZILIE!!!

TOETSTAAK 1: GROETJES UIT BRAZILIE!!! TOETSTAAK 1: GROETJES UIT BRAZILIE!!! Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit - informatieve teksten zoals een folder, een catalogus en

Nadere informatie

TOETSTAAK 2: NEEM DE EERSTE STRAAT RECHTS

TOETSTAAK 2: NEEM DE EERSTE STRAAT RECHTS TOETSTAAK 2: NEEM DE EERSTE STRAAT RECHTS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm beheersen: de cursist kan een instructie geven aan een bekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context:

Nadere informatie

TOETSTAAK 5: IK HEB EEN DOKTER NODIG

TOETSTAAK 5: IK HEB EEN DOKTER NODIG TOETSTAAK 5: IK HEB EEN DOKTER NODIG Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren. Verwerkingsniveau:

Nadere informatie

TOETSTAAK 8: DAT IS LANG GELEDEN!

TOETSTAAK 8: DAT IS LANG GELEDEN! TOETSTAAK 8: DAT IS LANG GELEDEN! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 3 beheersen: de cursist kan zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving van

Nadere informatie

TOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT

TOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT TOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren. Verwerkingsniveau: beschrijvend.

Nadere informatie

De toets: zie kopieerblad cursist, toets: spreken 6. De toetsafnemer leest de instructie voor:

De toets: zie kopieerblad cursist, toets: spreken 6. De toetsafnemer leest de instructie voor: TOETSTAAK 6: TAXI! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context:

Nadere informatie

Gespreksstramien (Toetsafnemer: T Cursist: C)

Gespreksstramien (Toetsafnemer: T Cursist: C) TOETSTAAK : NAAR DE TANDARTS Vaardigheid: spreken Doelstelling: eindterm 4 beheersen: de cursist kan een afspraak maken en afzeggen. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: afspraken en regelingen. INTRODUCTIE

Nadere informatie

TOETSTAAK 46: POLITIE OP STRAAT

TOETSTAAK 46: POLITIE OP STRAAT TOETSTAAK 46: POLITIE OP STRAAT Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: eindterm 3 beheersen: de cursist kan het globale onderwerp bepalen in een klacht. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: contacten

Nadere informatie

TOETSTAAK 29: EEN NIEUWE LEERLING

TOETSTAAK 29: EEN NIEUWE LEERLING TOETSTAAK 29: EEN NIEUWE LEERLING Vaardigheid: lezen. Doelstelling: eindterm 1 beheersen: de cursist kan de informatie herkennen in teksten zoals belangrijke formulieren, documenten, alledaagse papieren.

Nadere informatie

TOETSTAAK 44: AAN DE FINISH

TOETSTAAK 44: AAN DE FINISH TOETSTAAK 44: AAN DE FINISH Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan het globale onderwerp bepalen in de beleving (d.i de wensen, noden en gevoelens) van een spreker.

Nadere informatie

SCHRIJVEN Toetstaak een briefje voor de juf (Richtgraad 1.1)

SCHRIJVEN Toetstaak een briefje voor de juf (Richtgraad 1.1) SCHRIJVEN Toetstaak een briefje voor de juf (Richtgraad 1.1) Verspreid over de duur van de lessen Nederlands laat de taallesgever de cursisten een aantal keer deze toetstaak uitvoeren. Hij/zij kan een

Nadere informatie

WAAROM DE VOORBEELD- TOETSTAKEN?

WAAROM DE VOORBEELD- TOETSTAKEN? 18 WAAROM DE VOORBEELD- TOETSTAKEN? 19 1. Het doel van de voorbeeldtoetstaken? 1.1. Toetsmateriaal als voorbeeld en inspiratiebron 1.2. Het communicatieve en functionele karakter van de voorbeeldtoetstaken

Nadere informatie

TOETSTIP 3 MEI Betrouwbaarheid Beoordeling

TOETSTIP 3 MEI Betrouwbaarheid Beoordeling TOETSTIP 3 MEI 2006 Bepaling wat en waarom je wilt meten Toetsopzet Materiaal Betrouwbaarheid Beoordeling Interpretatie resultaten TIP 3: TWEE IN ÉÉN: HOE ONTWIKKEL IK EEN TOETS DIE EEN POSITIEVE INVLOED

Nadere informatie

HOE NEEM IK OP EEN GOEDE MANIER EEN TOETS AF?

HOE NEEM IK OP EEN GOEDE MANIER EEN TOETS AF? 67 HOE NEEM IK OP EEN GOEDE MANIER EEN TOETS AF? 68 Doorheen deze handleiding geven we regelmatig tips over hoe u een toets op een goede manier kan afnemen. Voor de duidelijkheid zetten we hier de belangrijkste

Nadere informatie

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af. Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.

Nadere informatie

LEERPLAN "NEDERLANDS VOOR OUDERS" THRESHOLD (RG 1.2)

LEERPLAN NEDERLANDS VOOR OUDERS THRESHOLD (RG 1.2) LEERPLAN "NEDERLANDS VOOR OUDERS" THRESHOLD (RG 1.2) Periode Thema Vaardigheden woordenschat / grammatica context Week 1 Aangenaam! SPR 5: De cursist kan informatie vragen en geven over personalia. woordenschat

Nadere informatie

HOE ONTWIKKEL IK ZELF EEN GOEDE TOETS?

HOE ONTWIKKEL IK ZELF EEN GOEDE TOETS? 42 HOE ONTWIKKEL IK ZELF EEN GOEDE TOETS? 43 1. Vier toetsprincipes als rode draad 1.1 Hoe zorg ik ervoor dat mijn toets valide is? 1.2 Hoe zorg ik ervoor dat mijn toets betrouwbaar is? 1.3 Hoe zet ik

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,

Nadere informatie

EEN BRIEF NAAR DE DOCENT

EEN BRIEF NAAR DE DOCENT EEN BRIEF NAAR DE DOCENT Je hebt een vraag en je schrijft een brief naar je docent. Wat moet je doen? 1. Lees de e-mail op blad 2. Beantwoord de vragen. 2. Lees de e-mail op blad 3. Beantwoord de vragen.

Nadere informatie

T-TOOL BEROEPSGERICHTE VORMING. Mondelinge interactie STERKE SCHAKELS. Naam jongere:... Naam beoordelaar:...

T-TOOL BEROEPSGERICHTE VORMING. Mondelinge interactie STERKE SCHAKELS. Naam jongere:... Naam beoordelaar:... T-TOOL BEROEPSGERICHTE VORMING Naam jongere:... Naam beoordelaar:... Mondelinge interactie LUISTEREN Instructie begrijpen van leerkracht, medeleerling, begeleider Lk zegt: Maak de materialen proper en

Nadere informatie

Je bent ziek. Je kan niet naar de les gaan. Je kan een mail sturen naar een collega of naar je docent. Je kan ook naar het secretariaat bellen.

Je bent ziek. Je kan niet naar de les gaan. Je kan een mail sturen naar een collega of naar je docent. Je kan ook naar het secretariaat bellen. IK BEN ZIEK Je bent ziek. Je kan niet naar de les gaan. Je kan een mail sturen naar een collega of naar je docent. Je kan ook naar het secretariaat bellen. Wat moet je doen? 1. Lees de briefjes op blad

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

LEERPLAN "NEDERLANDS VOOR OUDERS" WAYSTAGE (RG 1.1)

LEERPLAN NEDERLANDS VOOR OUDERS WAYSTAGE (RG 1.1) LEERPLAN "NEDERLANDS VOOR OUDERS" WAYSTAGE (RG 1.1) Periode Thema Vaardigheden woordenschat / grammatica context Week 1 Aangenaam! SPR 6: De cursist kan informatie vragen en geven over personalia. woordenschat

Nadere informatie

TOETSTIP 1 JANUARI 2006 TIP 1: HOE ONTWIKKEL IK EEN VALIDE TOETS?

TOETSTIP 1 JANUARI 2006 TIP 1: HOE ONTWIKKEL IK EEN VALIDE TOETS? TOETSTIP 1 JANUARI 2006 Bepaling wat en waarom je wilt meten Toetsopzet Materiaal Betrouwbaarheid Beoordeling Interpretatie resultaten TIP 1: HOE ONTWIKKEL IK EEN VALIDE TOETS? Bij het ontwikkelen van

Nadere informatie

BVNT Programma

BVNT Programma BVNT2 2016 Portfolio leert leerders leren INLEIDING IN HET RAAMWERK ALFABETISERING NT2 EN HET PORTFOLIO ALFABETISERING Willemijn Stockmann ROC Tilburg Programma Het raamwerk Alfabetiseren NT2. Kleine ronde

Nadere informatie

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen Basis Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen Deviant methode leer/werkboek VIA vooraf op weg naar 1F. De 8 thema s in het boek hebben terugkerende

Nadere informatie

Streefniveaus NT2 Voorbeelden, kenmerken en inkijkjes in de les Route 2, 12 16 jaar vmbo basis

Streefniveaus NT2 Voorbeelden, kenmerken en inkijkjes in de les Route 2, 12 16 jaar vmbo basis Streefniveaus NT2 Voorbeelden, kenmerken en inkijkjes in de les Route 2, 12 16 jaar vmbo basis Voorbeeld van een leerling Faysal is 12 jaar en komt uit Syrië. Hij heeft de afgelopen 3 jaar geen onderwijs

Nadere informatie

Profiel Professionele Taalvaardigheid

Profiel Professionele Taalvaardigheid Profiel Professionele Taalvaardigheid PPT Het Profiel Professionele Taalvaardigheid omvat de taalvaardigheid die nodig is om professioneel in het Nederlands te functioneren en is in de eerste plaats gericht

Nadere informatie

Luisteractiviteit 2: Hallo, mijn naam is Paula Jambers.

Luisteractiviteit 2: Hallo, mijn naam is Paula Jambers. Luisteractiviteit 2: Hallo, mijn naam is Paula Jambers. Eindterm 1: De cursist kan het globale onderwerp bepalen in informatieve teksten zoals een mededeling, een gesprek, een advies. Context 10: Onthaal

Nadere informatie

T-TOOL WERKVLOER/ STAGE. Mondelinge interactie STERKE SCHAKELS. Naam jongere:... Naam beoordelaar:...

T-TOOL WERKVLOER/ STAGE. Mondelinge interactie STERKE SCHAKELS. Naam jongere:... Naam beoordelaar:... T-TOOL WERKVLOER/ STAGE Naam jongere:... Naam beoordelaar:... Mondelinge interactie LUISTEREN Instructie begrijpen van begeleider, collega, baas Collega legt stap voor stap uit hoe een broodje van het

Nadere informatie

Hoofdstuk 1- oefening 21 Extra schrijfoefeningen. Temposchrijven - 5 schrijfopdrachten in 11 minuten. Opdracht 1:

Hoofdstuk 1- oefening 21 Extra schrijfoefeningen. Temposchrijven - 5 schrijfopdrachten in 11 minuten. Opdracht 1: Hoofdstuk 1- oefening 21 Extra schrijfoefeningen Opdracht 1: Temposchrijven - 5 schrijfopdrachten in 11 minuten Bij het staatsexamen is het belangrijk dat u de tijd goed verdeelt over de opdrachten. Met

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Nederland

Spreekopdrachten thema 1 Nederland Spreekopdrachten thema 1 Nederland Opdracht 1 bij 1.3 ** Speel het spel met de groep. Uitleg voor de docent: De docent begint. Hij zegt wat hij kan. Bijvoorbeeld: Ik kan koken. Laat de eerste cursist herhalen

Nadere informatie

Opdracht 1 Temposchrijven - vijf schrijfopdrachten in 11 minuten. Hulpkaart Schrijven. Vooruitkijken. Uitvoeren

Opdracht 1 Temposchrijven - vijf schrijfopdrachten in 11 minuten. Hulpkaart Schrijven. Vooruitkijken. Uitvoeren Hoofdsuk 1 - Oefening 21 - Extra schrijfoefeningen Opdracht 1 Temposchrijven - vijf schrijfopdrachten in 11 minuten Bij het staatsexamen is het belangrijk dat u de tijd goed verdeelt over de opdrachten.

Nadere informatie

TIP 2 BEDENK EEN FUNCTIONELE TOETSTAAK OP BASIS VAN EEN CONCRETE SITUATIE

TIP 2 BEDENK EEN FUNCTIONELE TOETSTAAK OP BASIS VAN EEN CONCRETE SITUATIE TIP 2 BEDENK EEN FUNCTIONELE TOETSTAAK OP BASIS VAN EEN CONCRETE SITUATIE Bij het ontwikkelen van toetsen is het belangrijk om na te gaan welke de behoeftes van uw studenten zijn: in welke situaties willen

Nadere informatie

Streefniveaus NT2 Voorbeelden, kenmerken en inkijkjes in de les Route 1, 16+ (begeleid) werk, inburgering

Streefniveaus NT2 Voorbeelden, kenmerken en inkijkjes in de les Route 1, 16+ (begeleid) werk, inburgering Streefniveaus NT2 Voorbeelden, kenmerken en inkijkjes in de les, inburgering Voorbeeld van een leerling Ivanka is 17 jaar en komt uit een Roma-gezin. Ze woonde met haar ouders, drie oudere en twee jongere

Nadere informatie

ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN

ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN De meeste mensen, en dus ook leerlingen, praten niet alleen met anderen, maar voeren ook gesprekken met en in zichzelf. De manier waarop leerlingen over, tegen en in zichzelf

Nadere informatie

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

U leert in deze les toestemming vragen. Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een

Nadere informatie

Voorbeeldexamen Alfa-toetsen

Voorbeeldexamen Alfa-toetsen Voorbeeldexamen Alfa-toetsen 1 Koek in de pan: pannenkoek! 100 gram meel 1 ei melk boter Hoe bak je de koek? 1 Doe meel in een kom. 2 Doe er 1 ei bij. Dan de melk. Roer heel goed. 3 Doe boter in de pan.

Nadere informatie

OPZOEKEN IN HET WOORDENBOEK (1)

OPZOEKEN IN HET WOORDENBOEK (1) OPZOEKEN IN HET WOORDENBOEK (1) In de les leer je vaak nieuwe woorden. Je docent kan je helpen, maar je kan nieuwe woorden ook in het woordenboek opzoeken. Wat moet je doen? 1. Neem een woordenboek en

Nadere informatie

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL 7.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 2 3 Badria vindt Nederlands moeilijk. De juf komt op huisbezoek.

Nadere informatie

werkbladen thema 8 DE gemeente

werkbladen thema 8 DE gemeente werkbladen thema 8 DE gemeente 8.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 2 3 Tarik wil een rijbewijs aanvragen. Zoera weet waar het gemeentehuis

Nadere informatie

Opdracht Soorten plannen

Opdracht Soorten plannen Opdracht Soorten plannen Wat ga je laten zien? Je gaat onderzoek doen naar de manier waarop op jouw werkplek planmatig wordt gewerkt. Ga als volgt te werk: 1. Zoek antwoord op de volgende vragen: 2. Wat

Nadere informatie

helemaal niet niet mee eens niet mee eens mee eens helemaal mee eens. In deze vragenlijst staan een aantal uitspraken over leren en kennis.

helemaal niet niet mee eens niet mee eens mee eens helemaal mee eens. In deze vragenlijst staan een aantal uitspraken over leren en kennis. helemaal niet niet niet helemaal Naam: In deze vragenlijst staan een aantal uitspraken over leren en kennis. Jij moet aangeven of je het met de uitspraken eens bent of niet. Bij elke vraag kun je kiezen

Nadere informatie

werkboek vervolgmodule werk en opleiding

werkboek vervolgmodule werk en opleiding werkboek vervolgmodule werk en opleiding Fouke Jansen Marijke Huizinga Ellie Liemberg Vita Olijhoek Elizabeth Termeer Germaine Trooster Anja Valk Eindredactie Fouke Jansen, in samenwerking met de Afdeling

Nadere informatie

Wie ben jij? HOOFDSTUK 1 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik... Paula. a heet b naam. 2... kom je vandaan? a Hoe b Waar

Wie ben jij? HOOFDSTUK 1 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik... Paula. a heet b naam. 2... kom je vandaan? a Hoe b Waar 5 5 HOOFDSTUK 1 Wie ben jij? WOORDEN 1 1 Ik... Paula. a heet b naam 2... kom je vandaan? a Hoe b Waar 3 Ik ga... mijn vriend naar het restaurant. a uit b met 2 1 Mijn... is Derek. a huisnummer b naam 2

Nadere informatie

Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren

Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren 1 Bijlage 1: Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren Als een leraar op zoek is naar een mogelijk instrument om schoolse taalvaardigheid bij zijn leerlingen te observeren, dan

Nadere informatie

Maatschappelijk Informeel (INFO) - A2

Maatschappelijk Informeel (INFO) - A2 Maatschappelijk Informeel (INFO) - A2 Voor wie? Voor jongeren (16+) of volwassenen (18+) die willen functioneren in informele alledaagse situaties. Hoe wordt er getoetst? Toetst alle vaardigheden apart:

Nadere informatie

Kinderen leren schrijven. www.taalvorming.nl

Kinderen leren schrijven. www.taalvorming.nl Kinderen leren schrijven www.taalvorming.nl Uitgangspunten van taalvorming Taalvorming is een lang bestaande werkwijze die je ook kunt zien als schrijfdidactiek werken vanuit eigen ervaringen samenhang

Nadere informatie

HUIDIG TAALPROFIEL OPLEIDINGSVLOER INFORMATICA

HUIDIG TAALPROFIEL OPLEIDINGSVLOER INFORMATICA HUIDIG TAALPROFIEL OPLEIDINGSVLOER INFORMATICA Aan: Directie opleiding Informatica Van: Huis van het Nederlands Brussel 11.04.2012 Dit taalprofiel arbeidsmarkt voor de opleiding Informatica is opgesteld

Nadere informatie

Hoe kan je breed en permanent evalueren?

Hoe kan je breed en permanent evalueren? Ronde 2 Martien Berben & Marleen Colpin Centrum voor Taal en Onderwijs - K.U.Leuven Contact: Martien.berben@arts.kuleuven.be Marleen.colpin@arts.kuleuven.be Hoe kan je breed en permanent evalueren? De

Nadere informatie

Briefjes op ramen en deuren

Briefjes op ramen en deuren Door Caroline Wisse-Weldam Briefjes op ramen en deuren Inleiding Je kent ze wel, die briefjes die op ramen en deuren zijn geplakt. Het zijn uitroepen van iemand die voor de zoveelste keer hondenpoep voor

Nadere informatie

Algemene instructies voor de strategie: Voorspellen. Introductiefase bij de eerste les: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?

Algemene instructies voor de strategie: Voorspellen. Introductiefase bij de eerste les: 2. Vraag: Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent? Algemene instructies voor de strategie: Voorspellen "Welkom,." Introductiefase bij de eerste les: 1. "We gaan vandaag proberen te voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?"

Nadere informatie