TOETSTAAK 2: NEEM DE EERSTE STRAAT RECHTS
|
|
- Regina Beckers
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 TOETSTAAK 2: NEEM DE EERSTE STRAAT RECHTS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm beheersen: de cursist kan een instructie geven aan een bekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: ruimtelijke oriëntering. INTRODUCTIE De toetsafnemer stelt de cursist gerust aan de hand van een kort introducerend gesprek over wegbeschrijvingen. Het is belangrijk voor het goede verloop van de toetstaak dat de cursist even kan praten zonder dat hij daarop beoordeeld wordt. Weten de cursisten wat een wegbeschrijving is? Hebben ze al ooit de weg moeten vragen aan iemand op straat? Of omgekeerd, hebben ze zelf al eens iemand de weg uitgelegd? INSTRUCTIE De toets: de cursist krijgt een stadplannetje (kopieerblad cursist, toets: spreken 2). De toetsafnemer leest de instructie: Je loopt op straat. Een mijnheer vraagt jou om de weg uit te leggen. Kijk op de kaart en leg de weg uit. De weg staat aangeduid met een zwarte lijn. Het kruisje op de kaart duidt aan waar je bent. Je staat in de Zoutstraat. Voorbeeld: Mijnheer B. vraagt je de weg naar de Stenaartberg (symbool:. ) Mijnheer L. vraagt je de weg naar de Parkstraat. (symbool: ). De cursist maakt eerst samen met de toetsafnemer een item (zie kopieerblad cursist, toets: spreken 2). De toetsafnemer zorgt ervoor dat de instructies en de procedure van de toets duidelijk zijn voor de cursist, vóór hij mag verdergaan met de toetsvragen. Tijdens het uitvoeren van de toetstaak mag de toetsafnemer op geen enkele wijze helpen. Eventueel kunnen de instructies nog eens op dezelfde wijze
2 worden herhaald als ze niet goed begrepen zijn, maar extra uitleg (bij, woordverklaringen) is uitgesloten. De maximale tijd voor het voeren van het gesprek is 5 minuten.
3 Gespreksstramien De cursist moet de weg beschrijven van aan het startpunt (de Zoutstraat) tot aan de Stenaartberg (vraag) en vervolgens opnieuw van aan het startpunt (de Zoutstraat) tot aan de Parkstraat. De toetsafnemer neemt de rol van man of vrouw in de straat op zich. De route die de cursist moet volgen, staat aangeduid op de kaart door middel van een zwarte lijn. De toetsafnemer moet de instructies van de cursist uitvoeren op de kaart door met de vinger de beschreven route te volgen. Zo ziet de cursist meteen of hij de juiste of de foute weg neemt. Het kan voorkomen dat een cursist meer tussenstappen beschrijft dan dat er in de beoordelingssleutel zijn opgenomen. Die bijkomende tussenstappen worden niet gescoord. De toetsafnemer kan de bijkomende stappen wel op het scoreblad vermelden.
4 BEOORDELINGSSLEUTEL De nadruk ligt op het overbrengen van de inhoud van de boodschap, niet de vorm. Op dit niveau zijn de vormelijke eisen die kunnen worden gesteld nog zeer laag. Voor vorm wordt dan ook een meer globaal criterium gehanteerd (zie model). Het spreektempo mag laag zijn, maar het gesprek moet in zijn geheel niet langer duren dan 5 minuten. De woordenschat mag omschrijvend zijn. De toetsafnemer moet de instructies van de cursist mee volgen op de kaart zodat hij meteen hoort of de cursist de juiste of de foute weg beschrijft. Wanneer een cursist een foute weg beschrijft, krijgt hij score 0 voor dat onderdeel van het traject dat hij fout heeft beschreven. De cursist moet dan teruggaan tot het onderdeel van het traject dat hij goed heeft beschreven en van daar het gesprek voortzetten. De items die in het beoordelingsmodel zijn opgenomen, moeten minimaal in de beschrijving door de cursist worden vermeld. Bijkomende tussenstappen worden niet gescoord maar wel op het scoreblad vermeld. De cursist hoeft de straten op het plan niet expliciet bij naam te noemen, hij mag ook een meer contextgebonden omschrijving geven zoals: 'die straat', 'daar', enz. De wijze waarop de instructies in het beoordelingsmodel zijn verwoord, zijn slechts mogelijke manier van formulering. De cursist mag elk onderdeel van een traject op zijn manier verwoorden. Zolang het om een adequate instructie gaat, is het antwoord goed. Voorbeelditems Item. De cursist zegt dat de voetganger een stukje rechtdoor moet stappen. Item 2. De cursist zegt dat de voetganger de tweede straat links moet inslaan. Item 3. De cursist zegt dat de voetganger (opnieuw) rechtdoor moet. Item 4. De cursist zegt dat het tweede kruispunt de Stenaartberg is. Score
5 Toetsitems Preconditie De cursist geeft een wegbeschrijving. Score Inhoud Item. De cursist zegt dat de voetganger de eerste straat rechts moet nemen. Item 2. De cursist zegt dat de voetganger rechtdoor moet stappen. Item 3. De cursist zegt dat de voetganger zo in de Diesterstraat (of in 'die straat', of 'daar',...) komt. Item 4. De cursist zegt dat de voetganger in de Diesterstraat (of 'die straat', of 'daar',...) meteen naar links moet gaan. Item 5. De cursist zegt dat de voetganger rechtdoor wandelt. Item 6. De cursist zegt dat de voetganger de derde straat links moet nemen. Item 7. De cursist zegt dat de voetganger een stuk rechtdoor wandelt. Item 8. De cursist zegt dat de voetganger de Sint-Trudostraat (of 'die straat', of 'daar',...) oversteekt. Item 9. De cursist zegt dat de voetganger op het eind van de Abdijstraat (of 'die straat', of 'daar',...) naar links moet gaan. Item 0.De cursist zegt dat de voetganger zo in de Abdijstraat (of 'die straat', of 'daar',...) komt. Item.De cursist zegt dat de voetganger zo in de Parkstraat (of 'die straat', of 'daar',...) komt.
6 Spreekdurf De cursist doet actief mee aan het gesprek en wacht niet telkens hulpvragen van de toetsafnemer af om een goed antwoord te formuleren. Vorm De cursist kan zeer eenvoudige korte zinnen maken met stereotype formuleringen en standaarduitdrukkingen. De zinnen mogen op dit niveau nog af en toe fouten bevatten zoals: uitspraakfouten, fouten tegen de woordvolgorde,.... De fouten die gemaakt worden, hebben geen systematisch karakter; er worden niet steeds dezelfde fouten gemaakt. OF: De cursist kan woordgroepen formuleren, maar maakt systematisch dezelfde fouten, bij tegen de woordvolgorde, vervoeging,... OF/EN De cursist maakt veel fouten, maar er ontstaat geen begripsverwarring. OF: De cursist formuleert uitingen van slechts woord, herhaalt enkel de instructie of kan helemaal geen antwoord geven. 0,5 0 Totaal 3 (bijgevoegd: scoretabel)
7 Naam:.. Datum:... TOETS Je loopt op straat. Een mijnheer vraagt jou om de weg uit te leggen. Kijk op de kaart en leg de weg uit. De weg staat aangeduid met een zwarte lijn. Het kruisje op de kaart duidt aan waar je bent. Je staat in de Zoutstraat. Het kruisje op de kaart duidt aan waar je bent. Je staat in de Zoutstraat. Voorbeeld: Mijnheer B. vraagt je de weg naar de Stenaartberg (symbool:. ) Mijnheer L. vraagt je de weg naar de Parkstraat (symbool ) x kopieerblad cursist toets: spreken 2
TOETSTAAK 18: WANNEER IS DE WINKEL OPEN?
TOETSTAAK 8: WANNEER IS DE WINKEL OPEN? Vaardigheid: spreken Doelstelling: eindterm 6 beheersen: de cursist kan informatie vragen en geven. Verwerkingsniveau: structurerend. Context: onthaal. INTRODUCTIE
Nadere informatieTOETSTAAK 15: LUIDRUCHTIGE BUREN
TOETSTAAK 5: LUIDRUCHTIGE BUREN Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 5 beheersen: de cursist kan een probleem of klacht formuleren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: leefomstandigheden.
Nadere informatieTOETSTAAK 8: DAT IS LANG GELEDEN!
TOETSTAAK 8: DAT IS LANG GELEDEN! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 3 beheersen: de cursist kan zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving van
Nadere informatieTOETSTAAK 3: MIJN ZOON IS ZIEK
TOETSTAAK 3: MIJN ZOON IS ZIEK Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm beheersen: de cursist kan een instructie geven aan een bekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: gezondheidsvoorzieningen.
Nadere informatieTOETSTAAK 12: KAN HET OP EEN ANDERE DAG?
TOETSTAAK 2: KAN HET OP EEN ANDERE DAG? Vaardigheid: spreken Doelstelling: eindterm 4 beheersen: de cursist kan een afspraak maken en afzeggen. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: nutsvoorzieningen.
Nadere informatieTOETSTAAK 1: ALLES KRIJGT EEN PLAATS
TOETSTAAK : ALLES KRIJGT EEN PLAATS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm beheersen: de cursist kan een instructie geven aan een bekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context:
Nadere informatieTOETSTAAK 16: REIZEN MET DE TREIN
TOETSTAAK 6: REIZEN MET DE TREIN Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 6 beheersen: de cursist kan informatie vragen en geven. Verwerkingsniveau: structurerend. Context: Openbaar en privé-vervoer.
Nadere informatieTOETSTAAK 9: HARD GEWERKT VANDAAG
TOETSTAAK 9: HARD GEWERKT VANDAAG Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 3 beheersen: de cursist kan zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving van
Nadere informatieTOETSTAAK 5: IK HEB EEN DOKTER NODIG
TOETSTAAK 5: IK HEB EEN DOKTER NODIG Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren. Verwerkingsniveau:
Nadere informatieDe toets: zie kopieerblad cursist, toets: spreken 6. De toetsafnemer leest de instructie voor:
TOETSTAAK 6: TAXI! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context:
Nadere informatieTOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT
TOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren. Verwerkingsniveau: beschrijvend.
Nadere informatieTOETSTAAK 10: DE AFSPRAAK GAAT NIET DOOR
TOETSTAAK 0: DE AFSPRAAK GAAT NIET DOOR Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 4 beheersen: de cursist kan een afspraak maken en afzeggen. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: contacten met
Nadere informatieGespreksstramien (Toetsafnemer: T Cursist: C)
TOETSTAAK : NAAR DE TANDARTS Vaardigheid: spreken Doelstelling: eindterm 4 beheersen: de cursist kan een afspraak maken en afzeggen. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: afspraken en regelingen. INTRODUCTIE
Nadere informatieTOETSTAAK 32: BRAND!!!!
TOETSTAAK 32: BRAND!!!! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een instructie geven aan een onbekende taalgebruiker Verwerkingsniveau: beschrijvend.
Nadere informatieTOETSTAAK 45: MIJN VADERLAND
TOETSTAAK 45: MIJN VADERLAND Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op structurerend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een mededeling,
Nadere informatieTOETSTAAK 39: ONGEVAL
TOETSTAAK 39: ONGEVAL Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau zijn beleving (d.i. wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving
Nadere informatieTOETSTAAK 36: GEEF BLOED, RED EEN LEVEN
TOETSTAAK 36: GEEF BLOED, RED EEN LEVEN Vaardigheid: spreken. Doelstelling: De cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop
Nadere informatieTOETSTAAK 33: LACHEN!!!
TOETSTAAK 33: LACHEN!!! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan een instructie geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: vrije tijd. Publiek: onbekende
Nadere informatieTOETSTAAK 44: NAAR DE TANDARTS
TOETSTAAK 44: NAAR DE TANDARTS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op structurerend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een mededeling,
Nadere informatieTOETSTAAK 41: EEN NIEUW HUIS
TOETSTAAK 41: EEN NIEUW HUIS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een probleem en een klacht formuleren. Verwerkingsniveau: beschrijvend.
Nadere informatieTOETSTAAK 40: ANTIGIFCENTRUM
TOETSTAAK 40: ANTIGIFCENTRUM Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een probleem en een klacht formuleren. Verwerkingsniveau: beschrijvend.
Nadere informatieTOETSTAAK 42: HALLO, MET DE POLITIE?
TOETSTAAK 42: HALLO, MET DE POLITIE? Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een probleem en een klacht formuleren aan een onbekende taalgebruiker.
Nadere informatieTOETSTAAK 38: A LA CARTE
TOETSTAAK 38: A LA CARTE Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar
Nadere informatieTOETSTAAK 31: BABYSIT
TOETSTAAK 3: BABYSIT Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een instructie geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend.
Nadere informatieTOETSTAAK 37: TROUWFEEST
TOETSTAAK 37: TROUWFEEST Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau zijn beleving (d.i. wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de
Nadere informatieTOETSTAAK 26: BRANDBLUSAPPARAAT
TOETSTAAK 26: BRANDBLUSAPPARAAT Vaardigheid: schrijven Doelstelling: De cursist kan een boodschap voor zichzelf noteren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: leefomstandigheden. Publiek: de taalgebruiker
Nadere informatieTOETSTAAK 34: OP TELEVISIE
TOETSTAAK 34: OP TELEVISIE Vaardigheid: lezen en spreken. Doelstelling: - de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop
Nadere informatieTOETSTAAK 23: ZOEKERTJE
TOETSTAAK 23: ZOEKERTJE Vaardigheid: schrijven Doelstelling: de cursist kan een beschrijving geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: openbaar en privé-vervoer.
Nadere informatieTOETSTAAK 22: OOST WEST THUIS BEST
TOETSTAAK 22: OOST WEST THUIS BEST Vaardigheid: schrijven Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een beschrijving geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context:
Nadere informatieTOETSTAAK 46: POLITIE OP STRAAT
TOETSTAAK 46: POLITIE OP STRAAT Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: eindterm 3 beheersen: de cursist kan het globale onderwerp bepalen in een klacht. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: contacten
Nadere informatieTOETSTAAK 19: MIJN ZUS GAAT TROUWEN!!!
TOETSTAAK 9: MIJN ZUS GAAT TROUWEN!!! Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een persoonlijk briefje, een mededeling,
Nadere informatieTOETSTAAK 20: DANK U WEL!
TOETSTAAK 20: DANK U WEL! Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een persoonlijk briefje, een mededeling, een
Nadere informatieNa het introducerend gesprek geeft u de cursisten de volgende instructie:
TOETSTAAK 2: LUNCH Vaardigheid: schrijven Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een persoonlijk brief, een mededeling, een bedankingsbriefje,
Nadere informatieTOETSTAAK 4: EXAMEN NEDERLANDS
TOETSTAAK 4: EXAMEN NEDERLANDS Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau alle gegevens begrijpen in: - informatieve teksten zoals etiketten en een zakelijke brief; - prescriptieve
Nadere informatieTOETSTAAK 29: EEN NIEUWE LEERLING
TOETSTAAK 29: EEN NIEUWE LEERLING Vaardigheid: lezen. Doelstelling: eindterm 1 beheersen: de cursist kan de informatie herkennen in teksten zoals belangrijke formulieren, documenten, alledaagse papieren.
Nadere informatieTOETSTAAK 29: WAT VIND JIJ VAN BELGIE? DEEL 1
TOETSTAAK 29: WAT VIND JIJ VAN BELGIE? DEEL Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau voor zichzelf aantekeningen maken ter voorbereiding van een gesprek. Verwerkingsniveau:
Nadere informatieTOETSTAAK 44: AAN DE FINISH
TOETSTAAK 44: AAN DE FINISH Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan het globale onderwerp bepalen in de beleving (d.i de wensen, noden en gevoelens) van een spreker.
Nadere informatieTOETSTAAK 30: LILLALAND
TOETSTAAK 30: LILLALAND Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau voor zichzelf aantekeningen maken ter voorbereiding van een gesprek. Verwerkingsniveau: structurerend.
Nadere informatieTOETSTAAK 25: NEDERLANDSE LES
TOETSTAAK 25: NEDERLANDSE LES Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een boodschap voor zichzelf noteren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: contacten met officiële
Nadere informatieTOETSTAAK 28: IK BEN...EN IK HOU VAN...
TOETSTAAK 28: IK BEN...EN IK HOU VAN... Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau voor zichzelf aantekeningen maken ter voorbereiding van een gesprek. Verwerkingsniveau:
Nadere informatieTOETSTAAK 24: ONGEVALLENVERZEKERING
TOETSTAAK 24: ONGEVALLENVERZEKERING Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een beschrijving geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend.
Nadere informatieTOETSTAAK 6: BYE BYE GRIEP!!!
TOETSTAAK 6: BYE BYE GRIEP!!! Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau alle gegevens begrijpen in prescriptieve teksten zoals een instructie en een gebruiksaanwijziging.
Nadere informatieTOETSTAAK 27: HET GEHEIME LAND
TOETSTAAK 27: HET GEHEIME LAND Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een boodschap voor zichzelf noteren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: ruimtelijke oriëntering.
Nadere informatieTOETSTAAK 8: SORTEREN
TOETSTAAK 8: SORTEREN Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in: - informatieve teksten zoals een persoonlijke brief; - persuasieve
Nadere informatieTOETSTAAK 5: HOU HET VERS
TOETSTAAK 5: HOU HET VERS Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau alle gegevens begrijpen in: - informatieve teksten zoals etiketten en een zakelijke brief; - prescriptieve
Nadere informatieTOETSTAAK 16: WATEROVERLAST
TOETSTAAK 16: WATEROVERLAST Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in: - informatieve teksten zoals een aankondiging, een klacht
Nadere informatieTOETSTAAK 15: PAS OP VOOR HET WATER!
TOETSTAAK 15: PAS OP VOOR HET WATER! Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: De cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit informatieve teksten zoals een gesprek, een telefoongesprek,
Nadere informatieTOETSTAAK 14: FILE!!!
TOETSTAAK 14: FILE!!! Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit: - informatieve teksten zoals een gesprek, een telefoongesprek, een weerbericht
Nadere informatieTOETSTAAK 13: BUURTONTBIJT
TOETSTAAK 13: BUURTONTBIJT Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit - informatieve teksten zoals een gesprek, een telefoongesprek, een
Nadere informatieTOETSTAAK 18: TREINEN BIJ VERTREK
TOETSTAAK 18: TREINEN BIJ VERTREK Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in - informatieve teksten zoals een aankondiging, een
Nadere informatieTOETSTAAK 17: MET DE KINDEREN OP STAP
TOETSTAAK 7: MET DE KINDEREN OP STAP Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in: - informatieve teksten zoals een aankondiging,
Nadere informatieTOETSTAAK 10: ZAPPEN. 1. Materiaal nodig voor deze toetstaak. 2. Het afnemen van de toets taak
TOETSTAAK 10: ZAPPEN Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau het globale onderwerp bepalen en de gedachtegang volgen in: - informatieve teksten zoals fragmenten van
Nadere informatieTOETSTAAK 7: SCHOOLREIS
TOETSTAAK 7: SCHOOLREIS Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in - informatieve teksten zoals een persoonlijke brief. - persuasieve
Nadere informatieTOETSTAAK 12: LUISTER NAAR DE RADIO
TOETSTAAK 12: LUISTER NAAR DE RADIO Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau het globale onderwerp bepalen en de gedachtegang volgen in: - informatieve teksten zoals
Nadere informatieTOETSTAAK 11: NICHTEN EN NEVEN
TOETSTAAK 11: NICHTEN EN NEVEN Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau het globale onderwerp bepalen en de gedachtegang volgen in: - informatieve teksten zoals fragmenten
Nadere informatieTOETSTAAK 3: WEERBERICHT
TOETSTAAK 3: WEERBERICHT Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit - informatieve teksten zoals een folder, een catalogus en een bericht;
Nadere informatieTOETSTAAK 1: GROETJES UIT BRAZILIE!!!
TOETSTAAK 1: GROETJES UIT BRAZILIE!!! Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit - informatieve teksten zoals een folder, een catalogus en
Nadere informatieTOETSTAAK 2: EEN WEEKENDJE WEG...
TOETSTAAK 2: EEN WEEKENDJE WEG... Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit - informatieve teksten zoals een folder, een catalogus en een
Nadere informatieTOETSTIP 1 JANUARI 2006 TIP 1: HOE ONTWIKKEL IK EEN VALIDE TOETS?
TOETSTIP 1 JANUARI 2006 Bepaling wat en waarom je wilt meten Toetsopzet Materiaal Betrouwbaarheid Beoordeling Interpretatie resultaten TIP 1: HOE ONTWIKKEL IK EEN VALIDE TOETS? Bij het ontwikkelen van
Nadere informatieWAAROM DE VOORBEELD- TOETSTAKEN?
18 WAAROM DE VOORBEELD- TOETSTAKEN? 19 1. Het doel van de voorbeeldtoetstaken? 1.1. Toetsmateriaal als voorbeeld en inspiratiebron 1.2. Het communicatieve en functionele karakter van de voorbeeldtoetstaken
Nadere informatieHOE NEEM IK OP EEN GOEDE MANIER EEN TOETS AF?
67 HOE NEEM IK OP EEN GOEDE MANIER EEN TOETS AF? 68 Doorheen deze handleiding geven we regelmatig tips over hoe u een toets op een goede manier kan afnemen. Voor de duidelijkheid zetten we hier de belangrijkste
Nadere informatieBeoordelingssleutels en scoretabellen
TiSt Beoordelingssleutels en tabellen Hoe moet je de verschillende toetsonderdelen n? De juiste antwoorden en de per juist antwoord staan telkens aangegeven. Hebben leerlingen bij een bepaalde vraag iets
Nadere informatie2018 Oefenexamen NT2. Beoordelingsvoorschriften Spreken II. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Stex-16SP2VB 1
2018 Oefenexamen Beoordelingsvoorschriften Spreken II NT2 Staatsexamen Nederlands als tweede taal _ Stex-16SP2VB 1 Inhoudsopgave 1 Inhoud oefenexamen Spreken II 3 2 Aanwijzingen voor de beoordeling Spreken
Nadere informatieHOE ONTWIKKEL IK ZELF EEN GOEDE TOETS?
42 HOE ONTWIKKEL IK ZELF EEN GOEDE TOETS? 43 1. Vier toetsprincipes als rode draad 1.1 Hoe zorg ik ervoor dat mijn toets valide is? 1.2 Hoe zorg ik ervoor dat mijn toets betrouwbaar is? 1.3 Hoe zet ik
Nadere informatie$% & ' & , -., /.., 0 )+ # ""1 2 # ""! 3 & &&- $# 4$"4# ""! & /
! ""# " $% & ' & ' & ( )* +! ""# """$, -., /.., 0 )+ # ""1 2 # ""! 3 & &&- $# 4$"4# ""! & / 0 ( $5 *. * 6 3 7 2 # 56 3 35 6., 7 8 * 5 53 9 73 6 13 : 58 ;
Nadere informatieProfiel Professionele Taalvaardigheid
Profiel Professionele Taalvaardigheid PPT Het Profiel Professionele Taalvaardigheid omvat de taalvaardigheid die nodig is om professioneel in het Nederlands te functioneren en is in de eerste plaats gericht
Nadere informatieA1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde
Luisteren - kwalitatieve niveaucriteria en zinsbouw tempo en articulatie Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben o.a. betrekking op zeer betrekking op betrekking op betrekking
Nadere informatieBeoordelingsmodellen PTIT Profiel Toeristische en Informele Taalvaardigheid Voorbeeldexamen 2
Beoordelingsmodellen PTIT Profiel Toeristische en Informele Taalvaardigheid Voorbeeldexamen 2 PROFIEL TOERISTISCHE EN INFORMELE TAALVAARDIGHEID Beoordelingsmodellen Voorbeeldexamen 2 Deel A Taak Cadeaus
Nadere informatieLuisteractiviteit 7: Kinderspel
Luisteractiviteit 7: Kinderspel Eindterm: De cursist kan het globale onderwerp bepalen of de gedachtegang volgen in informatieve teksten zoals fragmenten van een radio- en tv-programma. Context: Ruimtelijke
Nadere informatieProduct Informatie Blad Toets Engels
Product Informatie Blad Toets Engels PIB-2014-Engels Context Beheersing van de Engelse taal is een belangrijk onderdeel in het Nederlandse onderwijs. In het VO is Engels één van de doorstroomrelevante
Nadere informatieLEERPLAN "NEDERLANDS VOOR OUDERS" WAYSTAGE (RG 1.1)
LEERPLAN "NEDERLANDS VOOR OUDERS" WAYSTAGE (RG 1.1) Periode Thema Vaardigheden woordenschat / grammatica context Week 1 Aangenaam! SPR 6: De cursist kan informatie vragen en geven over personalia. woordenschat
Nadere informatie2003/2004 SPREKEN EXAMEN II. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands als tweede taal NT 2
SPREKEN Voorbeeldexamen EXAMEN II 2003/2004 Beoordelingsvoorschriften Staatsexamen Nederlands als tweede taal NT 2 Inhoudsopgave 1 Inhoud voorbeeldexamen Spreken II 4 2 Aanwijzingen voor de beoordeling
Nadere informatieOefenexamen. Beoordelingsvoorschriften Spreken II (vb 2012) NT2. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Stex-11SP1VB 1
2017 Oefenexamen Beoordelingsvoorschriften Spreken II (vb 2012) NT2 Staatsexamen Nederlands als tweede taal _ Stex-11SP1VB 1 Inhoudsopgave 1 Inhoud voorbeeldexamen Spreken II 4 2 Aanwijzingen voor de
Nadere informatieVakonderdeel: TAALBESCHOUWING: NADENKEN OVER TEKSTEN
Vakonderdeel: TAALBESCHOUWING: NADENKEN OVER TEKSTEN Doelen De termen lay-out, cursief en vetjes correct gebruiken De bedoeling van een lay-out inzien De bedoeling van cursieve en vetgedrukte woorden inzien.
Nadere informatieTOETSTIP 9 SEPTEMBER 2005
TOETSTIP 9 SEPTEMBER 25 Bepaling wat en waarom je wilt meten Toetsopzet Materiaal Betrouwbaarheid Beoordeling Interpretatie resultaten TIP 9: HOE KAN IK DE COMPLEXITEIT VAN EEN (TOETS)TAAK NAGAAN? Bij
Nadere informatieMaatschappelijk Formeel (FORM)- B1
Maatschappelijk Formeel (FORM)- B1 Voor wie? Voor jongeren (16+) of volwassenen (18+) die zelfstandig willen functioneren in meer formele contexten in de Nederlandse of Vlaamse samenleving. Hoe wordt er
Nadere informatieLees voor gebruik eerst de uitgebreide handleiding, deel 2: Werken met beoordelingsmodellen productieve vaardigheden.
Beoordelingsmodel Beoordelingsmodel Gesprekken Voeren 3F Toetsopdracht: opdrachtspecifiek Stap 1 Preconditie Verstaanbaarheid Niet beoordelen indien het gespreksproduct niet of onvoldoende verstaanbaar
Nadere informatieLuisteractiviteit 3: Opzij, opzij, opzij...
Luisteractiviteit 3: Opzij, opzij, opzij... Eindterm 2: De cursist kan het globale onderwerp bepalen in de beleving (d.i. de wensen, noden en gevoelens) van een spreker. Context 10: Onthaal Verwerkingsniveau:
Nadere informatieLEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: ZEG HET MET EEN T- SHIRT
LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: ZEG HET MET EEN T- SHIRT Omschrijving van de activiteit De leerlingen bedrukken een T-shirt met een eigen tekst op basis van instructies. Fase Overgang fase alfabetisering
Nadere informatieTIP 9: BEOORDELINGSMODELLEN: PRAKTISCH
TOETSTIP 9 mei 2011 Bepaling wat en waarom je wilt meten Toetsopzet Materiaal Betrouwbaarheid Beoordeling Interpretatie resultaten TIP 9: BEOORDELINGSMODELLEN: PRAKTISCH In de vorige toetstip kon u lezen
Nadere informatieDe kandidaat benoemt een tweede aspect dat hij negatief vindt en geeft daarbij een toelichting, zie 4.
Beoordelingsmodel Instaptoets PRECONDITIE De prestatie is een adequate reactie op/uitwerking van de taak. De prestatie is niet herkenbaar als uitwerking van de taak (er is bijvoorbeeld geen prestatie,
Nadere informatieOm de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en de vorderingen van uw kind te volgen, nemen wij in iedere groep niet-methode gebonden toetsen af.
Leerlingvolgsysteem. Leerkrachten volgen de ontwikkeling van de kinderen in hun groep nauwgezet. Veel methoden die wij gebruiken, leveren toetsen die wij afnemen om vast te stellen of het kind de leerstof
Nadere informatie2002/2003 SPREKEN EXAMEN. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands. als tweede taal
SPREKEN EXAMEN I 2002/2003 Voorbeeldexamen Beoordelingsvoorschriften Staatsexamen Nederlands NT als tweede taal 2 Inhoudsopgave 1 Inhoud voorbeeldexamen Spreken I 4 2 Aanwijzingen voor de beoordeling
Nadere informatieSTCC-3: Woorden zoeken
STCC-3: Woorden zoeken Materiaal Bij deze subtest wordt pagina 2 (en volgende) van de testmap gebruikt. Maximumtijd Er is geen tijdslimiet voor deze subtest. Breek de oefening af wanneer deze te frustrerend
Nadere informatieSecundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1&2
Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1&2 Modulaire opleiding Europese talen groep 1* R 1 AO TA 001 *Europese talen groep 1: Deens, Duits, Engels, Frans, Italiaans, Portugees, Roemeens,
Nadere informatie2009 Voorbeeldexamen NT2. Beoordelingsvoorschriften Spreken II. Staatsexamen Nederlands als tweede taal
2009 Voorbeeldexamen Beoordelingsvoorschriften Spreken II NT2 Staatsexamen Nederlands als tweede taal 2 Inhoudsopgave 1 Inhoud voorbeeldexamen Spreken II 4 2 Aanwijzingen voor de beoordeling Spreken II
Nadere informatieProfessioneel communiceren: belangrijk onderdeel van dit boek en deze lessen DENK NA: WAAR KAN JE ALS JURIDICH MEDEWERKER TERECHTKOMEN?
Hoofdstuk 1 Leerdoelen pg 17 Link tussen leerdoelen en toets stof 1.1 Juridisch medewerker Algemene vaardigheden besproken: Op de hoogte zijn (kennis) Informatie op papier kunnen zetten Goed kunnen lezen
Nadere informatieTOETSTIP 8 MEI 05 TIP 8: HOE KAN IK PRODUCTIEVE VAARDIGHEDEN GOED BEOORDELEN?
TOETSTIP 8 MEI 05 Bepaling wat en waarom je wilt meten Toetsopzet Materiaal Betrouwbaarheid Beoordeling Interpretatie resultaten TIP 8: HOE KAN IK PRODUCTIEVE VAARDIGHEDEN GOED BEOORDELEN? Het is belangrijk
Nadere informatieAartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs
Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs Vakdocumenten Frans (2004) Visie en accenten leerplan Frans BaO 1 De eerste stappen zetten - Basiswoordenschat
Nadere informatieKijk welke relatief sterke vaardigheden je compenserend in kan zetten.
Leesleerprofiel: Woordenschat met opgaven over woordbetekenis. Door de zwakke(re) woordenschat kennen de leerlingen onvoldoende woorden om de tekst echt goed te begrijpen. Woordposter Woord: Omschrijving:
Nadere informatieAanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN?
Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1 Inleiding Dit is informatie over de Toets Gesproken Nederlands (of TGN) 1. De TGN maakt deel uit van het inburgeringsexamen buitenland. Moet u de TGN
Nadere informatieMaatschappelijk Informeel (INFO) - A2
Maatschappelijk Informeel (INFO) - A2 Voor wie? Voor jongeren (16+) of volwassenen (18+) die willen functioneren in informele alledaagse situaties. Hoe wordt er getoetst? Toetst alle vaardigheden apart:
Nadere informatieVerkeersborden. Eindtermen. Doelgroep. Lesdoel. Lager onderwijs: Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS
Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS Doelgroep Tweede graad van de lagere school. Lesdoel De leerlingen kennen de juiste betekenis van de voornaamste verkeersborden voor voetgangers
Nadere informatieProduct Informatie Blad Toets Engels
Product Informatie Blad Toets Engels PIB-2014-Engels Context Beheersing van de Engelse taal is een belangrijk onderdeel in het Nederlandse onderwijs. In het VO is Engels één van de doorstroomrelevante
Nadere informatieLees voor gebruik eerst de uitgebreide handleiding, deel 2: Werken met beoordelingsmodellen productieve vaardigheden.
Beoordelingsmodel Spreken 2F Toetsopdracht: opdrachtspecifiek Stap 1 Preconditie Verstaanbaarheid Niet beoordelen indien het spreekproduct niet of onvoldoende verstaanbaar is, omdat er bijvoorbeeld sprake
Nadere informatieBeoordelingsmodellen PPT Profiel Professionele Taalvaardigheid Voorbeeldexamen 1
Beoordelingsmodellen PPT Profiel Professionele Taalvaardigheid Voorbeeldexamen 1 PROFIEL PROFESSIONELE TAALVAARDIGHEID 1 Beoordelingsmodellen - Voorbeeldexamen Deel A Taak 1 Klacht levering studieboeken
Nadere informatieteksten 1 niveau AA (november), voor deel 1 en 2
Handleiding Toets informatieve en andere teksten pagina 1 van 8 pagina 1 van 8 Inleiding Handleiding Toets informatieve en andere teksten De Toetsen informatieve en andere teksten bij Nieuwsbegrip hebben
Nadere informatieSecundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1&2
Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1&2 Modulaire opleiding Europese Talen groep 2* R 1 AO TA 005 *Europese talen groep 2: Bulgaars, Fins, Grieks, Hongaars, Pools, Russisch, Servisch-Kroatisch,
Nadere informatie3.4. De profielbeschrijvingen Profiel Toeristische en Informele Taalvaardigheid
3.4. De profielbeschrijvgen Profiel Toeristische en Informele Taalvaardigheid PTIT Het Profiel Toeristische en Informele Taalvaardigheid omvat de taalvaardigheid die nodig is om sociaal te functioneren
Nadere informatie