De toets: zie kopieerblad cursist, toets: spreken 6. De toetsafnemer leest de instructie voor:
|
|
- Bernard de Ruiter
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 TOETSTAAK 6: TAXI! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: openbaar en privé-vervoer. INTRODUCTIE De toetsafnemer stelt de cursist gerust aan de hand van een kort introducerend gesprek over vervoersmiddelen. Het is belangrijk voor het goede verloop van de toetstaak dat de cursist even kan praten zonder dat hij daarop beoordeeld wordt. Vertel dat je je op verschillende manieren door de stad kan verplaatsen. Met de taxi, met de bus, te voet, enz. Hoe verplaatst de cursist zich? Als er geen bussen meer rijden, en je moet snel ergens zijn, dan kan je eventueel een taxi bellen. Neemt de cursist soms een taxi naar huis? INSTRUCTIE De toets: zie kopieerblad cursist, toets: spreken 6. De toetsafnemer leest de instructie voor: Je bent op bezoek bij je vriend Mario. Je hebt juist de laatste bus naar het station gemist. Je wil toch graag de trein naar huis nemen en besluit een taxi te bellen, die je naar het station kan brengen.. Vraag of er een taxi kan komen. 2. Vertel waar je bent (adres Mario). 3. Vertel waar je naartoe wilt (het station). 4. Vertel om hoe laat de taxi je moet komen halen (om 23.40u). 5. Vraag hoeveel de rit gaat kosten. Dit is het adres van je vriend Mario. Hier moet de taxi je komen ophalen: Mario Krekelmans Kanaalstraat 24 appartement 4 A 3590 Diepenbeek Tel.: Tijdens het uitvoeren van de toetstaak mag de toetsafnemer op geen enkele wijze helpen. Eventueel kunnen de instructies nog eens op dezelfde wijze worden herhaald als ze niet goed begrepen zijn, maar extra uitleg (bijvoorbeeld, woordverklaringen) is uitgesloten. De maximale tijd voor het voeren van het gesprek is 5 minuten.
2 Gespreksstramien (Toetsafnemer: T, Cursist: C) Dit is een open gesprek waarin de cursist de informatie die hij nodig heeft, moet zien te achterhalen. De toetsafnemer moet bijkomende vragen stellen als de cursist het item niet spontaan aanhaalt. De toetsafnemer moet wel opletten dat hij niet te snel hulpvragen stelt. De cursist moet de tijd krijgen om spontaan uitingen te formuleren. Voorbeeldhulpvragen (niet exhaustief): Waar moet u naartoe? Om hoe laat moet u aan het station zijn? Het kan voorkomen dat een cursist onvoorziene dingen zegt of vraagt. De toetsafnemer reageert daarop naar eigen goeddunken en noteert dit voorval op het scoreblad van de cursist. Zo kan hij er achteraf naar teruggrijpen en op een vergelijkbare manier reageren bij andere cursisten. Maar de toetsafnemer moet er zich altijd van bewust zijn dat hoe meer hij tussenkomt of reageert, hoe meer verschillen hij creëert tussen de cursisten. En dat moet worden vermeden.
3 BEOORDELINGSMODEL De nadruk ligt op het overbrengen van de inhoud van de boodschap, niet de vorm. Op dit niveau zijn de vormelijke eisen die kunnen worden gesteld nog zeer laag. Voor vorm wordt dan ook een meer globaal criterium gehanteerd (zie model). Het spreektempo mag laag zijn, maar het gesprek moet in zijn geheel niet langer duren dan 5 minuten. De woordenschat mag omschrijvend zijn. Toetsitems Preconditie De cursist voert een adequaat gesprek. Inhoud Item. De cursist belt op en groet de ontvanger. Item 2. De cursist kan verwoorden dat hij een taxi wil laten komen. Score Item 3. De cursist kan verwoorden waar hij zich bevindt. Item 4. De cursist kan verwoorden waar hij moet zijn. Item 5. De cursist kan verwoorden om hoe laat hij aan het station moet zijn. Item 6. De cursist kan vragen naar de prijs van de rit. Spreekdurf De cursist doet actief mee aan het gesprek en neemt initiatief om informatie zelf te formuleren. De cursist wacht niet telkens hulpvragen van de toetsafnemer af.
4 Vorm De cursist kan zeer eenvoudige korte zinnen maken met stereotype formuleringen en standaarduitdrukkingen. De zinnen mogen op dit niveau nog af en toe fouten bevatten zoals: uitspraakfouten, fouten tegen de woordvolgorde,.... De fouten die gemaakt worden, hebben geen systematisch karakter; er worden niet steeds dezelfde fouten gemaakt. OF: De cursist kan woordgroepen formuleren, maar maakt systematisch dezelfde fouten, bijvoorbeeld tegen de woordvolgorde, vervoeging,... OF/EN De cursist maakt veel fouten, maar er ontstaat geen begripsverwarring. OF: De cursist formuleert uitingen van slechts woord, herhaalt enkel de instructie of kan helemaal geen antwoord geven. Totaal 8 0,5 0 (bijgevoegd: scoretabel)
5 Naam:.. Datum:... TOETS Je bent op bezoek bij je vriend Mario. Je hebt juist de laatste bus naar het station gemist. Je wil toch graag de trein naar huis nemen en besluit een taxi te bellen, die je naar het station kan brengen.. Vraag of er een taxi kan komen. 2. Vertel waar je bent (adres Mario). 3. Vertel waar je naartoe wilt (het station). 4. Vertel om hoe laat de taxi je moet komen halen (om 23.40u). 5. Vraag hoeveel de rit gaat kosten. Dit is het adres van je vriend Mario. Hier moet de taxi je komen ophalen: Mario Krekelmans Kanaalstraat 24 appartement 4 A 3590 Diepenbeek Tel.: kopieerblad cursist toets: spreken 6
TOETSTAAK 18: WANNEER IS DE WINKEL OPEN?
TOETSTAAK 8: WANNEER IS DE WINKEL OPEN? Vaardigheid: spreken Doelstelling: eindterm 6 beheersen: de cursist kan informatie vragen en geven. Verwerkingsniveau: structurerend. Context: onthaal. INTRODUCTIE
Nadere informatieTOETSTAAK 16: REIZEN MET DE TREIN
TOETSTAAK 6: REIZEN MET DE TREIN Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 6 beheersen: de cursist kan informatie vragen en geven. Verwerkingsniveau: structurerend. Context: Openbaar en privé-vervoer.
Nadere informatieTOETSTAAK 12: KAN HET OP EEN ANDERE DAG?
TOETSTAAK 2: KAN HET OP EEN ANDERE DAG? Vaardigheid: spreken Doelstelling: eindterm 4 beheersen: de cursist kan een afspraak maken en afzeggen. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: nutsvoorzieningen.
Nadere informatieTOETSTAAK 3: MIJN ZOON IS ZIEK
TOETSTAAK 3: MIJN ZOON IS ZIEK Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm beheersen: de cursist kan een instructie geven aan een bekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: gezondheidsvoorzieningen.
Nadere informatieTOETSTAAK 5: IK HEB EEN DOKTER NODIG
TOETSTAAK 5: IK HEB EEN DOKTER NODIG Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren. Verwerkingsniveau:
Nadere informatieTOETSTAAK 15: LUIDRUCHTIGE BUREN
TOETSTAAK 5: LUIDRUCHTIGE BUREN Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 5 beheersen: de cursist kan een probleem of klacht formuleren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: leefomstandigheden.
Nadere informatieTOETSTAAK 9: HARD GEWERKT VANDAAG
TOETSTAAK 9: HARD GEWERKT VANDAAG Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 3 beheersen: de cursist kan zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving van
Nadere informatieTOETSTAAK 8: DAT IS LANG GELEDEN!
TOETSTAAK 8: DAT IS LANG GELEDEN! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 3 beheersen: de cursist kan zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving van
Nadere informatieTOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT
TOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren. Verwerkingsniveau: beschrijvend.
Nadere informatieTOETSTAAK 10: DE AFSPRAAK GAAT NIET DOOR
TOETSTAAK 0: DE AFSPRAAK GAAT NIET DOOR Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 4 beheersen: de cursist kan een afspraak maken en afzeggen. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: contacten met
Nadere informatieGespreksstramien (Toetsafnemer: T Cursist: C)
TOETSTAAK : NAAR DE TANDARTS Vaardigheid: spreken Doelstelling: eindterm 4 beheersen: de cursist kan een afspraak maken en afzeggen. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: afspraken en regelingen. INTRODUCTIE
Nadere informatieTOETSTAAK 1: ALLES KRIJGT EEN PLAATS
TOETSTAAK : ALLES KRIJGT EEN PLAATS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm beheersen: de cursist kan een instructie geven aan een bekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context:
Nadere informatieTOETSTAAK 2: NEEM DE EERSTE STRAAT RECHTS
TOETSTAAK 2: NEEM DE EERSTE STRAAT RECHTS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm beheersen: de cursist kan een instructie geven aan een bekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context:
Nadere informatieTOETSTAAK 39: ONGEVAL
TOETSTAAK 39: ONGEVAL Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau zijn beleving (d.i. wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving
Nadere informatieTOETSTAAK 36: GEEF BLOED, RED EEN LEVEN
TOETSTAAK 36: GEEF BLOED, RED EEN LEVEN Vaardigheid: spreken. Doelstelling: De cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop
Nadere informatieTOETSTAAK 41: EEN NIEUW HUIS
TOETSTAAK 41: EEN NIEUW HUIS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een probleem en een klacht formuleren. Verwerkingsniveau: beschrijvend.
Nadere informatieTOETSTAAK 44: NAAR DE TANDARTS
TOETSTAAK 44: NAAR DE TANDARTS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op structurerend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een mededeling,
Nadere informatieTOETSTAAK 32: BRAND!!!!
TOETSTAAK 32: BRAND!!!! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een instructie geven aan een onbekende taalgebruiker Verwerkingsniveau: beschrijvend.
Nadere informatieTOETSTAAK 33: LACHEN!!!
TOETSTAAK 33: LACHEN!!! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan een instructie geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: vrije tijd. Publiek: onbekende
Nadere informatieTOETSTAAK 42: HALLO, MET DE POLITIE?
TOETSTAAK 42: HALLO, MET DE POLITIE? Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een probleem en een klacht formuleren aan een onbekende taalgebruiker.
Nadere informatieTOETSTAAK 40: ANTIGIFCENTRUM
TOETSTAAK 40: ANTIGIFCENTRUM Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een probleem en een klacht formuleren. Verwerkingsniveau: beschrijvend.
Nadere informatieTOETSTAAK 34: OP TELEVISIE
TOETSTAAK 34: OP TELEVISIE Vaardigheid: lezen en spreken. Doelstelling: - de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop
Nadere informatieTOETSTAAK 37: TROUWFEEST
TOETSTAAK 37: TROUWFEEST Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau zijn beleving (d.i. wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de
Nadere informatieTOETSTAAK 31: BABYSIT
TOETSTAAK 3: BABYSIT Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een instructie geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend.
Nadere informatieTOETSTAAK 45: MIJN VADERLAND
TOETSTAAK 45: MIJN VADERLAND Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op structurerend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een mededeling,
Nadere informatieTOETSTAAK 38: A LA CARTE
TOETSTAAK 38: A LA CARTE Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar
Nadere informatieTOETSTAAK 26: BRANDBLUSAPPARAAT
TOETSTAAK 26: BRANDBLUSAPPARAAT Vaardigheid: schrijven Doelstelling: De cursist kan een boodschap voor zichzelf noteren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: leefomstandigheden. Publiek: de taalgebruiker
Nadere informatieTOETSTAAK 22: OOST WEST THUIS BEST
TOETSTAAK 22: OOST WEST THUIS BEST Vaardigheid: schrijven Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een beschrijving geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context:
Nadere informatieTOETSTAAK 23: ZOEKERTJE
TOETSTAAK 23: ZOEKERTJE Vaardigheid: schrijven Doelstelling: de cursist kan een beschrijving geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: openbaar en privé-vervoer.
Nadere informatieTOETSTAAK 19: MIJN ZUS GAAT TROUWEN!!!
TOETSTAAK 9: MIJN ZUS GAAT TROUWEN!!! Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een persoonlijk briefje, een mededeling,
Nadere informatieNa het introducerend gesprek geeft u de cursisten de volgende instructie:
TOETSTAAK 2: LUNCH Vaardigheid: schrijven Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een persoonlijk brief, een mededeling, een bedankingsbriefje,
Nadere informatieTOETSTAAK 20: DANK U WEL!
TOETSTAAK 20: DANK U WEL! Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een persoonlijk briefje, een mededeling, een
Nadere informatieTOETSTAAK 46: POLITIE OP STRAAT
TOETSTAAK 46: POLITIE OP STRAAT Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: eindterm 3 beheersen: de cursist kan het globale onderwerp bepalen in een klacht. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: contacten
Nadere informatieTOETSTAAK 29: WAT VIND JIJ VAN BELGIE? DEEL 1
TOETSTAAK 29: WAT VIND JIJ VAN BELGIE? DEEL Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau voor zichzelf aantekeningen maken ter voorbereiding van een gesprek. Verwerkingsniveau:
Nadere informatieTOETSTAAK 25: NEDERLANDSE LES
TOETSTAAK 25: NEDERLANDSE LES Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een boodschap voor zichzelf noteren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: contacten met officiële
Nadere informatieTOETSTAAK 30: LILLALAND
TOETSTAAK 30: LILLALAND Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau voor zichzelf aantekeningen maken ter voorbereiding van een gesprek. Verwerkingsniveau: structurerend.
Nadere informatieTOETSTAAK 29: EEN NIEUWE LEERLING
TOETSTAAK 29: EEN NIEUWE LEERLING Vaardigheid: lezen. Doelstelling: eindterm 1 beheersen: de cursist kan de informatie herkennen in teksten zoals belangrijke formulieren, documenten, alledaagse papieren.
Nadere informatieTOETSTAAK 28: IK BEN...EN IK HOU VAN...
TOETSTAAK 28: IK BEN...EN IK HOU VAN... Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau voor zichzelf aantekeningen maken ter voorbereiding van een gesprek. Verwerkingsniveau:
Nadere informatieTOETSTAAK 24: ONGEVALLENVERZEKERING
TOETSTAAK 24: ONGEVALLENVERZEKERING Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een beschrijving geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend.
Nadere informatieTOETSTAAK 27: HET GEHEIME LAND
TOETSTAAK 27: HET GEHEIME LAND Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een boodschap voor zichzelf noteren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: ruimtelijke oriëntering.
Nadere informatieTOETSTAAK 44: AAN DE FINISH
TOETSTAAK 44: AAN DE FINISH Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan het globale onderwerp bepalen in de beleving (d.i de wensen, noden en gevoelens) van een spreker.
Nadere informatieTOETSTAAK 7: SCHOOLREIS
TOETSTAAK 7: SCHOOLREIS Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in - informatieve teksten zoals een persoonlijke brief. - persuasieve
Nadere informatieTOETSTAAK 8: SORTEREN
TOETSTAAK 8: SORTEREN Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in: - informatieve teksten zoals een persoonlijke brief; - persuasieve
Nadere informatieTOETSTAAK 6: BYE BYE GRIEP!!!
TOETSTAAK 6: BYE BYE GRIEP!!! Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau alle gegevens begrijpen in prescriptieve teksten zoals een instructie en een gebruiksaanwijziging.
Nadere informatieTOETSTAAK 18: TREINEN BIJ VERTREK
TOETSTAAK 18: TREINEN BIJ VERTREK Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in - informatieve teksten zoals een aankondiging, een
Nadere informatieTOETSTAAK 12: LUISTER NAAR DE RADIO
TOETSTAAK 12: LUISTER NAAR DE RADIO Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau het globale onderwerp bepalen en de gedachtegang volgen in: - informatieve teksten zoals
Nadere informatieTOETSTAAK 4: EXAMEN NEDERLANDS
TOETSTAAK 4: EXAMEN NEDERLANDS Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau alle gegevens begrijpen in: - informatieve teksten zoals etiketten en een zakelijke brief; - prescriptieve
Nadere informatieTOETSTAAK 5: HOU HET VERS
TOETSTAAK 5: HOU HET VERS Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau alle gegevens begrijpen in: - informatieve teksten zoals etiketten en een zakelijke brief; - prescriptieve
Nadere informatieTOETSTAAK 14: FILE!!!
TOETSTAAK 14: FILE!!! Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit: - informatieve teksten zoals een gesprek, een telefoongesprek, een weerbericht
Nadere informatieTOETSTAAK 16: WATEROVERLAST
TOETSTAAK 16: WATEROVERLAST Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in: - informatieve teksten zoals een aankondiging, een klacht
Nadere informatieTOETSTAAK 17: MET DE KINDEREN OP STAP
TOETSTAAK 7: MET DE KINDEREN OP STAP Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in: - informatieve teksten zoals een aankondiging,
Nadere informatieTOETSTAAK 10: ZAPPEN. 1. Materiaal nodig voor deze toetstaak. 2. Het afnemen van de toets taak
TOETSTAAK 10: ZAPPEN Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau het globale onderwerp bepalen en de gedachtegang volgen in: - informatieve teksten zoals fragmenten van
Nadere informatieTOETSTAAK 13: BUURTONTBIJT
TOETSTAAK 13: BUURTONTBIJT Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit - informatieve teksten zoals een gesprek, een telefoongesprek, een
Nadere informatieTOETSTAAK 15: PAS OP VOOR HET WATER!
TOETSTAAK 15: PAS OP VOOR HET WATER! Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: De cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit informatieve teksten zoals een gesprek, een telefoongesprek,
Nadere informatieTOETSTAAK 2: EEN WEEKENDJE WEG...
TOETSTAAK 2: EEN WEEKENDJE WEG... Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit - informatieve teksten zoals een folder, een catalogus en een
Nadere informatieTOETSTAAK 11: NICHTEN EN NEVEN
TOETSTAAK 11: NICHTEN EN NEVEN Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau het globale onderwerp bepalen en de gedachtegang volgen in: - informatieve teksten zoals fragmenten
Nadere informatieTOETSTAAK 1: GROETJES UIT BRAZILIE!!!
TOETSTAAK 1: GROETJES UIT BRAZILIE!!! Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit - informatieve teksten zoals een folder, een catalogus en
Nadere informatieTOETSTAAK 3: WEERBERICHT
TOETSTAAK 3: WEERBERICHT Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit - informatieve teksten zoals een folder, een catalogus en een bericht;
Nadere informatieWAAROM DE VOORBEELD- TOETSTAKEN?
18 WAAROM DE VOORBEELD- TOETSTAKEN? 19 1. Het doel van de voorbeeldtoetstaken? 1.1. Toetsmateriaal als voorbeeld en inspiratiebron 1.2. Het communicatieve en functionele karakter van de voorbeeldtoetstaken
Nadere informatiebeoordelingscriterium Cst kan de essentie van verschillende gesprekjes over verkeers- en informatieborden begrijpen
Evaluatie module 06 schooljaar: 200-200 startdatum module: / /200 lesgever:. cursist:. verklaring van de beoordelingstekens: ++ = goed + = voldoende -- = onvoldoende ontwikkelingsdoel Concretisering op
Nadere informatieBijkomende opmerkingen/advies/verklaringen:... ... Crs kan eigen product aan de man brengen+ reageren op aanbod van andere crs
Evaluatie module 08 schooljaar: 200-200 startdatum module: / /200 lesgever: cursist: CONCLUSIE: De cursist kan WEL/NIET overgaan naar module 9 verklaring van de beoordelingstekens: + = goed +/- = bijna
Nadere informatieTOETSTIP 1 JANUARI 2006 TIP 1: HOE ONTWIKKEL IK EEN VALIDE TOETS?
TOETSTIP 1 JANUARI 2006 Bepaling wat en waarom je wilt meten Toetsopzet Materiaal Betrouwbaarheid Beoordeling Interpretatie resultaten TIP 1: HOE ONTWIKKEL IK EEN VALIDE TOETS? Bij het ontwikkelen van
Nadere informatie$% & ' & , -., /.., 0 )+ # ""1 2 # ""! 3 & &&- $# 4$"4# ""! & /
! ""# " $% & ' & ' & ( )* +! ""# """$, -., /.., 0 )+ # ""1 2 # ""! 3 & &&- $# 4$"4# ""! & / 0 ( $5 *. * 6 3 7 2 # 56 3 35 6., 7 8 * 5 53 9 73 6 13 : 58 ;
Nadere informatieDagelijks werkperiode 3
Naam Huric Medina Klas 3LAW Schooljaar 2013-2014 Latijn 68 Goed gewerkt, Medina. Wiskunde Mooi resultaat, Medina. Je werkt hard aan wiskunde en dat is te zien aan je punten. Doe zo verder tot aan het examen.
Nadere informatieOpleiding. Tolk Vlaamse Gebarentaal. Code + officiële benaming van de module. Module Vlaamse Gebarentaal B. Academiejaar 2015-2016.
Opleiding Tolk Vlaamse Gebarentaal Code + officiële benaming van de module Module Vlaamse Gebarentaal B Academiejaar 2015-2016 Semester 2 Studieomvang 9 studiepunten Totale studietijd 180 Aantal lestijden
Nadere informatieLuisteractiviteit 3: Opzij, opzij, opzij...
Luisteractiviteit 3: Opzij, opzij, opzij... Eindterm 2: De cursist kan het globale onderwerp bepalen in de beleving (d.i. de wensen, noden en gevoelens) van een spreker. Context 10: Onthaal Verwerkingsniveau:
Nadere informatie2018 Oefenexamen NT2. Beoordelingsvoorschriften Spreken II. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Stex-16SP2VB 1
2018 Oefenexamen Beoordelingsvoorschriften Spreken II NT2 Staatsexamen Nederlands als tweede taal _ Stex-16SP2VB 1 Inhoudsopgave 1 Inhoud oefenexamen Spreken II 3 2 Aanwijzingen voor de beoordeling Spreken
Nadere informatieLees voor gebruik eerst de uitgebreide handleiding, deel 2: Werken met beoordelingsmodellen productieve vaardigheden.
Beoordelingsmodel Beoordelingsmodel Gesprekken Voeren 3F Toetsopdracht: opdrachtspecifiek Stap 1 Preconditie Verstaanbaarheid Niet beoordelen indien het gespreksproduct niet of onvoldoende verstaanbaar
Nadere informatieProfiel Professionele Taalvaardigheid
Profiel Professionele Taalvaardigheid PPT Het Profiel Professionele Taalvaardigheid omvat de taalvaardigheid die nodig is om professioneel in het Nederlands te functioneren en is in de eerste plaats gericht
Nadere informatieOefenexamen. Beoordelingsvoorschriften Spreken II (vb 2012) NT2. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Stex-11SP1VB 1
2017 Oefenexamen Beoordelingsvoorschriften Spreken II (vb 2012) NT2 Staatsexamen Nederlands als tweede taal _ Stex-11SP1VB 1 Inhoudsopgave 1 Inhoud voorbeeldexamen Spreken II 4 2 Aanwijzingen voor de
Nadere informatieBeoordelingsmodellen PAT Profiel Academische Taalvaardigheid Voorbeeldexamen 2
Beoordelingsmodellen PAT Profiel Academische Taalvaardigheid Voorbeeldexamen 2 PROFIEL ACADEMISCHE TAALVAARDIGHEID Beoordelingsmodellen Voorbeeldexamen 2 Deel A Taak TV en geweld PRECONDITIE De kandidaat
Nadere informatieA1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde
Luisteren - kwalitatieve niveaucriteria en zinsbouw tempo en articulatie Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben o.a. betrekking op zeer betrekking op betrekking op betrekking
Nadere informatieHOE ONTWIKKEL IK ZELF EEN GOEDE TOETS?
42 HOE ONTWIKKEL IK ZELF EEN GOEDE TOETS? 43 1. Vier toetsprincipes als rode draad 1.1 Hoe zorg ik ervoor dat mijn toets valide is? 1.2 Hoe zorg ik ervoor dat mijn toets betrouwbaar is? 1.3 Hoe zet ik
Nadere informatieEindtermen Nederlands lager onderwijs
Eindtermen Nederlands lager onderwijs Bron: www.ond.vlaanderen.be/dvo 1 Luisteren De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beschrijven) de informatie achterhalen in: 1.1 een voor hen bestemde mededeling
Nadere informatieBeoordelingsmodellen PMT. Profiel Maatschappelijke Taalvaardigheid. Voorbeeldexamen 2
Beoordelingsmodellen PMT Profiel Maatschappelijke Taalvaardigheid Voorbeeldexamen 2 PROFIEL MAATSCHAPPELIJKE TAALVAARDIGHEID Beoordelingsmodellen Voorbeeldexamen 2 Deel A Taak Gratis lied van muziekgroep
Nadere informatieMaatschappelijk Informeel (INFO) - A2
Maatschappelijk Informeel (INFO) - A2 Voor wie? Voor jongeren (16+) of volwassenen (18+) die willen functioneren in informele alledaagse situaties. Hoe wordt er getoetst? Toetst alle vaardigheden apart:
Nadere informatieHOE NEEM IK OP EEN GOEDE MANIER EEN TOETS AF?
67 HOE NEEM IK OP EEN GOEDE MANIER EEN TOETS AF? 68 Doorheen deze handleiding geven we regelmatig tips over hoe u een toets op een goede manier kan afnemen. Voor de duidelijkheid zetten we hier de belangrijkste
Nadere informatieLuisteractiviteit 2: Hallo, mijn naam is Paula Jambers.
Luisteractiviteit 2: Hallo, mijn naam is Paula Jambers. Eindterm 1: De cursist kan het globale onderwerp bepalen in informatieve teksten zoals een mededeling, een gesprek, een advies. Context 10: Onthaal
Nadere informatieLees voor gebruik eerst de uitgebreide handleiding, deel 2: Werken met beoordelingsmodellen productieve vaardigheden.
Beoordelingsmodel Beoordelingsmodel Spreken 3F Toetsopdracht: opdrachtspecifiek Stap 1 Preconditie Verstaanbaarheid Niet beoordelen indien het spreekproduct niet of onvoldoende verstaanbaar is, omdat er
Nadere informatieMaatschappelijk Formeel (FORM)- B1
Maatschappelijk Formeel (FORM)- B1 Voor wie? Voor jongeren (16+) of volwassenen (18+) die zelfstandig willen functioneren in meer formele contexten in de Nederlandse of Vlaamse samenleving. Hoe wordt er
Nadere informatie3.4. De profielbeschrijvingen Profiel Toeristische en Informele Taalvaardigheid
3.4. De profielbeschrijvgen Profiel Toeristische en Informele Taalvaardigheid PTIT Het Profiel Toeristische en Informele Taalvaardigheid omvat de taalvaardigheid die nodig is om sociaal te functioneren
Nadere informatieSCHRIJVEN Toetstaak een briefje voor de juf (Richtgraad 1.1)
SCHRIJVEN Toetstaak een briefje voor de juf (Richtgraad 1.1) Verspreid over de duur van de lessen Nederlands laat de taallesgever de cursisten een aantal keer deze toetstaak uitvoeren. Hij/zij kan een
Nadere informatieSecundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1&2
Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1&2 Modulaire opleiding Europese talen groep 1* R 1 AO TA 001 *Europese talen groep 1: Deens, Duits, Engels, Frans, Italiaans, Portugees, Roemeens,
Nadere informatieChecklist Gesprek voeren 2F - handleiding
Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Inleiding De checklist Gesprek voeren 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een gesprek moeten kunnen voeren op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht hoe de
Nadere informatieAanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN?
Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1 Inleiding Dit is informatie over de Toets Gesproken Nederlands (of TGN) 1. De TGN maakt deel uit van het inburgeringsexamen buitenland. Moet u de TGN
Nadere informatieOefenexamen. Beoordelingsvoorschriften Spreken I (vb 2011) NT2. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Stex-11SP1VB 1
2017 Oefenexamen Beoordelingsvoorschriften Spreken I (vb 2011) NT2 Staatsexamen Nederlands als tweede taal Stex-11SP1VB 1 Inhoudsopgave 1 Inhoud voorbeeldexamen Spreken I 4 2 Aanwijzingen voor de beoordeling
Nadere informatieLees voor gebruik eerst de uitgebreide handleiding, deel 2: Werken met beoordelingsmodellen productieve vaardigheden.
Beoordelingsmodel Spreken 2F Toetsopdracht: opdrachtspecifiek Stap 1 Preconditie Verstaanbaarheid Niet beoordelen indien het spreekproduct niet of onvoldoende verstaanbaar is, omdat er bijvoorbeeld sprake
Nadere informatie2002/2003 SPREKEN EXAMEN. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands. als tweede taal
SPREKEN EXAMEN I 2002/2003 Voorbeeldexamen Beoordelingsvoorschriften Staatsexamen Nederlands NT als tweede taal 2 Inhoudsopgave 1 Inhoud voorbeeldexamen Spreken I 4 2 Aanwijzingen voor de beoordeling
Nadere informatieT-TOOL BEROEPSGERICHTE VORMING. Mondelinge interactie STERKE SCHAKELS. Naam jongere:... Naam beoordelaar:...
T-TOOL BEROEPSGERICHTE VORMING Naam jongere:... Naam beoordelaar:... Mondelinge interactie LUISTEREN Instructie begrijpen van leerkracht, medeleerling, begeleider Lk zegt: Maak de materialen proper en
Nadere informatieTIP 2 BEDENK EEN FUNCTIONELE TOETSTAAK OP BASIS VAN EEN CONCRETE SITUATIE
TIP 2 BEDENK EEN FUNCTIONELE TOETSTAAK OP BASIS VAN EEN CONCRETE SITUATIE Bij het ontwikkelen van toetsen is het belangrijk om na te gaan welke de behoeftes van uw studenten zijn: in welke situaties willen
Nadere informatie2009 Voorbeeldexamen NT2. Beoordelingsvoorschriften Spreken II. Staatsexamen Nederlands als tweede taal
2009 Voorbeeldexamen Beoordelingsvoorschriften Spreken II NT2 Staatsexamen Nederlands als tweede taal 2 Inhoudsopgave 1 Inhoud voorbeeldexamen Spreken II 4 2 Aanwijzingen voor de beoordeling Spreken II
Nadere informatieModule BE NT2 01 Data Operationalisering contacturen Operationalisering projectwerk. Module BE NT2 02 LUISTEREN 1
LUISTEREN 1 Module BE NT2 01 Data Operationalisering contacturen Operationalisering projectwerk Alle relevante gegevens begrijpen in een enkelvoudige instructie (prescriptieve teksten) van een onbekende
Nadere informatieBeoordelingsmodellen PPT Profiel Professionele Taalvaardigheid Voorbeeldexamen 1
Beoordelingsmodellen PPT Profiel Professionele Taalvaardigheid Voorbeeldexamen 1 PROFIEL PROFESSIONELE TAALVAARDIGHEID 1 Beoordelingsmodellen - Voorbeeldexamen Deel A Taak 1 Klacht levering studieboeken
Nadere informatieEducatief Startbekwaam (STRT) - B2
Educatief Startbekwaam (STRT) - B2 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) of jongeren (16+) aan het einde van het secundair of voortgezet onderwijs in het buitenland die starten met een studie
Nadere informatie2003/2004 SPREKEN EXAMEN II. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands als tweede taal NT 2
SPREKEN Voorbeeldexamen EXAMEN II 2003/2004 Beoordelingsvoorschriften Staatsexamen Nederlands als tweede taal NT 2 Inhoudsopgave 1 Inhoud voorbeeldexamen Spreken II 4 2 Aanwijzingen voor de beoordeling
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 3 Vervoer
Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Opdracht 1 bij 3.1 Jullie zijn op straat. Cursist A: je wilt met de taxi reizen. Cursist B: je bent taxichauffeur. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1.
Nadere informatieLEERPLAN "NEDERLANDS VOOR OUDERS" WAYSTAGE (RG 1.1)
LEERPLAN "NEDERLANDS VOOR OUDERS" WAYSTAGE (RG 1.1) Periode Thema Vaardigheden woordenschat / grammatica context Week 1 Aangenaam! SPR 6: De cursist kan informatie vragen en geven over personalia. woordenschat
Nadere informatie2003/2004 SPREKEN EXAMEN I. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands als tweede taal NT 2
SPREKEN Voorbeeldexamen EXAMEN I 2003/2004 Beoordelingsvoorschriften Staatsexamen Nederlands als tweede taal NT 2 Inhoudsopgave 1 Inhoud voorbeeldexamen Spreken I 4 2 Aanwijzingen voor de beoordeling
Nadere informatieAartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs
Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs Vakdocumenten Frans (2004) Visie en accenten leerplan Frans BaO 1 De eerste stappen zetten - Basiswoordenschat
Nadere informatieGesprekken voeren A2: voorbeeldopgaven
Gesprekken voeren A2: voorbeeldopgaven Voorbeeld 1 Informele gesprekken Kan eenvoudige alledaagse beleefdheidsvormen gebruiken om anderen te begroeten en aan te spreken. Kan in een vertrouwde situatie
Nadere informatie