TOETSTAAK 11: NICHTEN EN NEVEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "TOETSTAAK 11: NICHTEN EN NEVEN"

Transcriptie

1 TOETSTAAK 11: NICHTEN EN NEVEN Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau het globale onderwerp bepalen en de gedachtegang volgen in: - informatieve teksten zoals fragmenten van een radio- en tv-programma. - narratieve teksten zoals fragmenten van een tv-feuilleton. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: vrije tijd. Publiek: onbekende taalgebruiker. 1. Materiaal nodig voor deze toetstaak Voor elke cursist een toetsblad. Voor uzelf: - een kopie van het toetsblad - het antwoord van het voorbeelditem. - de cd met het luisterfragment (tracks 10,11,12 en 13) - een cd-speler - de oplossing van het voorbeelditem (dit vindt u op het beoordelingsmodel) Indien u wenst kan u ook gebruik maken van de foto s van de verschillende personages. Deze vindt u op het laatste blad van deze toetstaak. 2. Het afnemen van de toetstaak 2.1. Het introductiegesprek U kan deze toetstaak best beginnen met een kort gesprekje over soaps op de televisie. Volgende vragen kunnen hierbij aan bod komen: Is er iemand van de cursisten die weet wat de term soap betekent? Wie van de cursisten kijkt regelmatig naar een soap? Wat is zijn lievelingssoap? Wat vinden de andere cursisten van soaps? 2.2. Mondelinge instructies voor de cursisten Na het introducerend gesprek geeft u de cursisten de volgende instructie. Op de televisie kan je kijken naar de soap Nichten en neven. We gaan luisteren naar vier fragmenten van deze soap. Je krijgt elk fragment tweemaal te horen. Daarna los je de vragen op je toetsblad op. Omdat dit een luisteroefening is, krijg je niet minder punten als je fouten schrijft. We gaan nu luisteren naar het eerste fragment. Dit fragment is een gesprek tussen Jeanine en haar dochter Demet. Na het luisteren krijg je twee minuten

2 de tijd om de vraag op te lossen. Daarna verbeteren we deze oefening samen. Veel succes!!! Na het verbeteren van het voorbeelditem dient, indien de instructies voor alle cursisten duidelijk blijken te zijn, enkel nog de laatste instructie gegeven te worden: Nu luisteren we naar de andere drie fragmenten. Jullie moeten de vragen op jullie toetsblad zelf oplossen. Ik geef telkens nog even uitleg over de personen die in het fragment zullen spreken. Veel succes!!! De relatie tussen de personages die in de fragmenten aan bod komen, vindt u op de geschreven versie van de luisterteksten. Na de tweede luisterbeurt krijgen de cursisten nog even de tijd om de vragen te beantwoorden De luisterfragmenten Voorbeeldfragment (track 10): gesprek tussen Jeanine (J) en haar dochter Demet (D) Jingle J: Dag Demet, hoe was het vandaag op school? D: Saai zoals altijd! J: Heb je je rapport al gekregen? D: Uhhmmm, ja, hier is het, maar ik moet nu dringend weg. Ik ga met Ali naar de film. J: Wacht eens even, jongedame, dat gaat zomaar niet, eerst zien of je wel goede punten hebt. stilte, Jeanine bekijkt het rapport J: Ah, ik zie het al, je hebt weer slechte punten. Dat is nu al drie maanden na elkaar dat je niet meer je best doet voor school. Altijd maar uitgaan en voor de tv hangen. Meisje, meisje, dat moet echt dringend veranderen. D: Ik ben toch oud genoeg om te doen waar ik zin in heb, en ik heb geen zin om te studeren. J: Dat kan allemaal wel zo zijn, maar later krijg je er spijt van. Ik vind dat je meer je best moet doen. Daarom moet je een maand thuisblijven. Je komt dus na school onmiddellijk naar huis. En je moet elke avond je huiswerk aan mij laten zien. D: Maar dat is niet eerlijk, dan leef ik net in een gevangenis. J: Daar had je maar eerder moeten aan denken. Het is je eigen schuld.

3 Fragment 1 (track 11) gesprek tussen Martien (M) en haar man Gert (G) Jingle. M: Hallo schat, sorry dat ik je op je werk bel, maar ik heb heel slecht nieuws. G: Dat is geen probleem hoor, Martien, ik heb het toch niet zo druk nu. Wat is er gebeurd. M: Ik werd deze morgen bij mijn baas geroepen. Hij zei dat er veel problemen met geld zijn in ons bedrijf en dat er mensen ontslaan worden. Omdat ik daar nog niet zo lang werk, heeft hij mij ook ontslaan. G: Zijn er dan ook nog andere mensen die nu geen werk meer hebben? M: Ja, in totaal zijn we met 20 die ons werk verloren hebben. G: En er is geen kans dat het maar tijdelijk is dat je je werk kwijt bent? M: Neen, hij heeft gezegd dat we best zo snel mogelijk naar ander werk in een ander bedrijf moeten zoeken. G: Och, schat. Ik vind het echt heel jammer voor jou. Maar we zullen samen zoeken naar een leuke nieuwe job voor jou. Fragment 2 (track 12) gesprek tussen Thomas (T), zijn nicht Martien (M)en zijn neef Ahmed (A). Ze praten over Ellen, de vrouw van Thomas. Jingle. T: Hallo, Martien en Ahmed. Bedankt om zo snel te komen. M: Dat is niets hoor. Wat scheelt er? Er is toch niets ergs gebeurd hoop ik? T: Neen hoor, ik wilde jullie alleen maar spreken op een moment dat Ellen niet thuis is. Zoals jullie weten is het binnenkort haar verjaardag. Ik zou haar graag verrassen met een feest waar al haar vrienden zijn. A: Ja, Thomas, dat is een heel leuk idee. Ik ben er zeker van dat ze dat heel leuk zal vinden. M: Ja, ik ook, ze houdt ervan om veel mensen rond haar te hebben. Wanneer zou je dat feest willen organiseren? T: Ze is volgende maand jarig. Ik had gedacht om het op haar verjaardag zelf te doen. Dat is dit jaar op een zaterdag. A: Ja dat vind ik ook wel beter dan tijdens de week. Mogen wij je helpen met het organiseren van het verrassingsfeest voor Ellen haar verjaardag? T: Maar natuurlijk, ik zou dat heel erg tof vinden, want het is veel werk en ik moet nog iedereen verwittigen. M: Dat is geen probleem, we helpen je wel, en zeggen niets aan Ellen over het feest. T: Dank je wel, jullie zijn schatten.

4 Fragment 3 (track 13) gesprek tussen Jeanine (J) en de vrouw van haar neef, Ellen (E). Ze praten over Robbe, de zoon van Jeanine. Jingle. J: Hallo Ellen, sorry dat ik je nog zo laat bel. E: Dat is niets hoor, is er iets gebeurd? J: Ja, onze Robbe heeft een ongeval gehad. Toen hij van school naar huis fietste is hij door een auto aangereden. Ze hebben hem naar het ziekenhuis gebracht en hij moet daar drie dagen blijven. Hij heeft zijn twee benen gebroken en zijn gezicht zit vol wonden. E: Och, wat erg. J: Ja, we zijn heel erg geschrokken. Het is toch erg dat de mensen zo snel rijden en dat ze dan kinderen gewoon omver rijden. Het verkeer is echt niet meer veilig voor fietsers. E: Neen, dat is waar, het is al moeilijk voor grote mensen om veilig door het verkeer te kunnen fietsen. Zeg, wanneer kunnen we Robbe gaan bezoeken? J: Je kan hem elke middag bezoeken tussen 14 en 18 uur, en van 20 uur tot 21uur s avonds. Daarna moeten de patiënten rusten van de dokter. E: Ok, dan komen we vanavond eens kijken. Zijn jullie dan ook in het ziekenhuis? J: Ja hoor, dan zien we elkaar daar wel. E: Dat is goed, tot vanavond dan. Daag J: Daag.

5 3. Ondersteunende didactische principes 3.1. Aandachtspunten bij het afnemen van de toetstaak De eerste oefening van deze toetstaak, het voorbeelditem, wordt klassikaal verbeterd. De bedoeling hiervan is na te gaan of alle cursisten de instructie goed begrepen hebben. Indien blijkt dat de procedure voor alle cursisten duidelijk is, mogen ze individueel de overige toetsvragen oplossen. Het is aangewezen dat u de cursisten tijdens het uitvoeren van de toetstaak op geen enkele wijze helpt. Indien er cursisten zijn die de bal misslaan, kan u eventueel wel de instructies nog eens op dezelfde wijze herhalen. Extra uitleg, zoals woordverklaringen, dient echter uitgesloten te worden Het afstemmen van de toetstaak op de kenmerken van uw cursistengroep U kan er ook voor kiezen om deze toetstaak visueel te ondersteunen. In dat geval kan u de cursisten fragmenten van een bestaande soap laten zien. Het is dan natuurlijk wel belangrijk dat de fragmenten niet teveel verklappen en dat de cursisten vooral op basis van de luisterinput tot het goede antwoord moeten komen. Noot: speciaal voor anderstaligen die Nederlands leren is er een soap ontwikkeld. Deze soap draagt als titel: Meer is altijd beter. Een komedie voor anderstaligen en is uitgegeven bij Acco, Leuven. U kan ook inspiratie opdoen in het gelijknamige boekje van Peter Schoenaerts (2002).

6 4. Het beoordelen en interpreteren van de resultaten 4.1. De beoordelingssleutel Toetsitems Vbitem. Het juiste antwoord: omdat ze een slecht rapport heeft Minimumvereiste: slecht rapport Item 1. Het juiste antwoord: ze is ontslaan/ ze is werkloos/ ze heeft geen werk meer Minimumvereiste: ontslaan/werkloos/geen werk Score Voorbeeld 1 Item 2. Het juiste antwoord: een verjaardagsfeest 1 Item 3. Het juiste antwoord: hij heeft een ongeval gehad/hij is aangereden door een auto Minimumvereiste: ongeval/aangereden ( hij ligt in het ziekenhuis wordt als fout aangerekend) Totaal 3 1

7 4.2. De scoretabel Scoretabel Nichten en neven Klas:... Datum:... /... / Naam van de cursist: Vbitem Juiste antwoord = slecht rapport Item 1 Juiste antwoord = geen werk meer Item 2 Juiste antwoord = verjaardagsfeest Item 3 Juiste antwoord = ongeval Totaal op 3 Toetsblad cursist

8 Naam:.. Datum:... TOETS Op de televisie kan je kijken naar de soap Nichten en neven. We gaan luisteren naar vier fragmenten van deze soap. Je krijgt elk fragment tweemaal te horen. Daarna los je de vragen op je toetsblad op. Omdat dit een luisteroefening is, krijg je niet minder punten als je fouten schrijft. We gaan nu luisteren naar het eerste fragment. Dit fragment is een gesprek tussen Jeanine en haar dochter Demet. Na het luisteren krijg je twee minuten de tijd om de vraag op te lossen. Daarna verbeteren we deze oefening samen. De vragen bij de andere drie fragmenten moeten jullie zelf oplossen. Voorbeeld: dit fragment is een gesprek tussen Jeanine en haar dochter Demet Waarom moet Demet een maand thuisblijven? Fragment 1: dit fragment is een gesprek tussen Martien en haar man Gert Wat is er met Martien gebeurd in dit fragment? Fragment 2: dit fragment is een gesprek tussen Thomas, zijn nicht Martien en zijn neef Ahmed Wat wil Thomas voor zijn vrouw Ellen organiseren? Fragment 3: dit fragment is een gesprek tussen Jeanine en de vrouw van haar neef, Ellen Wat is er gebeurd met Robbe, de zoon van Jeanine? Toetsblad cursist

9 De personages Ahmed Jeanine Demet Robbe Personages

10 Martien Gert Ellen Thomas Personages

TOETSTAAK 14: FILE!!!

TOETSTAAK 14: FILE!!! TOETSTAAK 14: FILE!!! Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit: - informatieve teksten zoals een gesprek, een telefoongesprek, een weerbericht

Nadere informatie

TOETSTAAK 10: ZAPPEN. 1. Materiaal nodig voor deze toetstaak. 2. Het afnemen van de toets taak

TOETSTAAK 10: ZAPPEN. 1. Materiaal nodig voor deze toetstaak. 2. Het afnemen van de toets taak TOETSTAAK 10: ZAPPEN Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau het globale onderwerp bepalen en de gedachtegang volgen in: - informatieve teksten zoals fragmenten van

Nadere informatie

TOETSTAAK 6: BYE BYE GRIEP!!!

TOETSTAAK 6: BYE BYE GRIEP!!! TOETSTAAK 6: BYE BYE GRIEP!!! Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau alle gegevens begrijpen in prescriptieve teksten zoals een instructie en een gebruiksaanwijziging.

Nadere informatie

TOETSTAAK 16: WATEROVERLAST

TOETSTAAK 16: WATEROVERLAST TOETSTAAK 16: WATEROVERLAST Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in: - informatieve teksten zoals een aankondiging, een klacht

Nadere informatie

TOETSTAAK 17: MET DE KINDEREN OP STAP

TOETSTAAK 17: MET DE KINDEREN OP STAP TOETSTAAK 7: MET DE KINDEREN OP STAP Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in: - informatieve teksten zoals een aankondiging,

Nadere informatie

TOETSTAAK 15: PAS OP VOOR HET WATER!

TOETSTAAK 15: PAS OP VOOR HET WATER! TOETSTAAK 15: PAS OP VOOR HET WATER! Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: De cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit informatieve teksten zoals een gesprek, een telefoongesprek,

Nadere informatie

TOETSTAAK 18: TREINEN BIJ VERTREK

TOETSTAAK 18: TREINEN BIJ VERTREK TOETSTAAK 18: TREINEN BIJ VERTREK Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in - informatieve teksten zoals een aankondiging, een

Nadere informatie

TOETSTAAK 12: LUISTER NAAR DE RADIO

TOETSTAAK 12: LUISTER NAAR DE RADIO TOETSTAAK 12: LUISTER NAAR DE RADIO Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau het globale onderwerp bepalen en de gedachtegang volgen in: - informatieve teksten zoals

Nadere informatie

TOETSTAAK 13: BUURTONTBIJT

TOETSTAAK 13: BUURTONTBIJT TOETSTAAK 13: BUURTONTBIJT Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit - informatieve teksten zoals een gesprek, een telefoongesprek, een

Nadere informatie

TOETSTAAK 26: BRANDBLUSAPPARAAT

TOETSTAAK 26: BRANDBLUSAPPARAAT TOETSTAAK 26: BRANDBLUSAPPARAAT Vaardigheid: schrijven Doelstelling: De cursist kan een boodschap voor zichzelf noteren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: leefomstandigheden. Publiek: de taalgebruiker

Nadere informatie

TOETSTAAK 4: EXAMEN NEDERLANDS

TOETSTAAK 4: EXAMEN NEDERLANDS TOETSTAAK 4: EXAMEN NEDERLANDS Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau alle gegevens begrijpen in: - informatieve teksten zoals etiketten en een zakelijke brief; - prescriptieve

Nadere informatie

TOETSTAAK 8: SORTEREN

TOETSTAAK 8: SORTEREN TOETSTAAK 8: SORTEREN Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in: - informatieve teksten zoals een persoonlijke brief; - persuasieve

Nadere informatie

TOETSTAAK 27: HET GEHEIME LAND

TOETSTAAK 27: HET GEHEIME LAND TOETSTAAK 27: HET GEHEIME LAND Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een boodschap voor zichzelf noteren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: ruimtelijke oriëntering.

Nadere informatie

TOETSTAAK 20: DANK U WEL!

TOETSTAAK 20: DANK U WEL! TOETSTAAK 20: DANK U WEL! Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een persoonlijk briefje, een mededeling, een

Nadere informatie

TOETSTAAK 29: WAT VIND JIJ VAN BELGIE? DEEL 1

TOETSTAAK 29: WAT VIND JIJ VAN BELGIE? DEEL 1 TOETSTAAK 29: WAT VIND JIJ VAN BELGIE? DEEL Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau voor zichzelf aantekeningen maken ter voorbereiding van een gesprek. Verwerkingsniveau:

Nadere informatie

TOETSTAAK 5: HOU HET VERS

TOETSTAAK 5: HOU HET VERS TOETSTAAK 5: HOU HET VERS Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau alle gegevens begrijpen in: - informatieve teksten zoals etiketten en een zakelijke brief; - prescriptieve

Nadere informatie

TOETSTAAK 30: LILLALAND

TOETSTAAK 30: LILLALAND TOETSTAAK 30: LILLALAND Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau voor zichzelf aantekeningen maken ter voorbereiding van een gesprek. Verwerkingsniveau: structurerend.

Nadere informatie

TOETSTAAK 28: IK BEN...EN IK HOU VAN...

TOETSTAAK 28: IK BEN...EN IK HOU VAN... TOETSTAAK 28: IK BEN...EN IK HOU VAN... Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau voor zichzelf aantekeningen maken ter voorbereiding van een gesprek. Verwerkingsniveau:

Nadere informatie

Na het introducerend gesprek geeft u de cursisten de volgende instructie:

Na het introducerend gesprek geeft u de cursisten de volgende instructie: TOETSTAAK 2: LUNCH Vaardigheid: schrijven Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een persoonlijk brief, een mededeling, een bedankingsbriefje,

Nadere informatie

TOETSTAAK 25: NEDERLANDSE LES

TOETSTAAK 25: NEDERLANDSE LES TOETSTAAK 25: NEDERLANDSE LES Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een boodschap voor zichzelf noteren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: contacten met officiële

Nadere informatie

TOETSTAAK 22: OOST WEST THUIS BEST

TOETSTAAK 22: OOST WEST THUIS BEST TOETSTAAK 22: OOST WEST THUIS BEST Vaardigheid: schrijven Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een beschrijving geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context:

Nadere informatie

TOETSTAAK 23: ZOEKERTJE

TOETSTAAK 23: ZOEKERTJE TOETSTAAK 23: ZOEKERTJE Vaardigheid: schrijven Doelstelling: de cursist kan een beschrijving geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: openbaar en privé-vervoer.

Nadere informatie

TOETSTAAK 24: ONGEVALLENVERZEKERING

TOETSTAAK 24: ONGEVALLENVERZEKERING TOETSTAAK 24: ONGEVALLENVERZEKERING Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een beschrijving geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend.

Nadere informatie

TOETSTAAK 19: MIJN ZUS GAAT TROUWEN!!!

TOETSTAAK 19: MIJN ZUS GAAT TROUWEN!!! TOETSTAAK 9: MIJN ZUS GAAT TROUWEN!!! Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een persoonlijk briefje, een mededeling,

Nadere informatie

TOETSTAAK 2: EEN WEEKENDJE WEG...

TOETSTAAK 2: EEN WEEKENDJE WEG... TOETSTAAK 2: EEN WEEKENDJE WEG... Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit - informatieve teksten zoals een folder, een catalogus en een

Nadere informatie

TOETSTAAK 3: WEERBERICHT

TOETSTAAK 3: WEERBERICHT TOETSTAAK 3: WEERBERICHT Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit - informatieve teksten zoals een folder, een catalogus en een bericht;

Nadere informatie

TOETSTAAK 40: ANTIGIFCENTRUM

TOETSTAAK 40: ANTIGIFCENTRUM TOETSTAAK 40: ANTIGIFCENTRUM Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een probleem en een klacht formuleren. Verwerkingsniveau: beschrijvend.

Nadere informatie

TOETSTAAK 41: EEN NIEUW HUIS

TOETSTAAK 41: EEN NIEUW HUIS TOETSTAAK 41: EEN NIEUW HUIS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een probleem en een klacht formuleren. Verwerkingsniveau: beschrijvend.

Nadere informatie

TOETSTAAK 7: SCHOOLREIS

TOETSTAAK 7: SCHOOLREIS TOETSTAAK 7: SCHOOLREIS Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in - informatieve teksten zoals een persoonlijke brief. - persuasieve

Nadere informatie

TOETSTAAK 45: MIJN VADERLAND

TOETSTAAK 45: MIJN VADERLAND TOETSTAAK 45: MIJN VADERLAND Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op structurerend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een mededeling,

Nadere informatie

TOETSTAAK 1: GROETJES UIT BRAZILIE!!!

TOETSTAAK 1: GROETJES UIT BRAZILIE!!! TOETSTAAK 1: GROETJES UIT BRAZILIE!!! Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit - informatieve teksten zoals een folder, een catalogus en

Nadere informatie

TOETSTAAK 42: HALLO, MET DE POLITIE?

TOETSTAAK 42: HALLO, MET DE POLITIE? TOETSTAAK 42: HALLO, MET DE POLITIE? Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een probleem en een klacht formuleren aan een onbekende taalgebruiker.

Nadere informatie

TOETSTAAK 39: ONGEVAL

TOETSTAAK 39: ONGEVAL TOETSTAAK 39: ONGEVAL Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau zijn beleving (d.i. wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving

Nadere informatie

TOETSTAAK 46: POLITIE OP STRAAT

TOETSTAAK 46: POLITIE OP STRAAT TOETSTAAK 46: POLITIE OP STRAAT Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: eindterm 3 beheersen: de cursist kan het globale onderwerp bepalen in een klacht. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: contacten

Nadere informatie

TOETSTAAK 33: LACHEN!!!

TOETSTAAK 33: LACHEN!!! TOETSTAAK 33: LACHEN!!! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan een instructie geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: vrije tijd. Publiek: onbekende

Nadere informatie

TOETSTAAK 36: GEEF BLOED, RED EEN LEVEN

TOETSTAAK 36: GEEF BLOED, RED EEN LEVEN TOETSTAAK 36: GEEF BLOED, RED EEN LEVEN Vaardigheid: spreken. Doelstelling: De cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop

Nadere informatie

TOETSTAAK 32: BRAND!!!!

TOETSTAAK 32: BRAND!!!! TOETSTAAK 32: BRAND!!!! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een instructie geven aan een onbekende taalgebruiker Verwerkingsniveau: beschrijvend.

Nadere informatie

TOETSTAAK 34: OP TELEVISIE

TOETSTAAK 34: OP TELEVISIE TOETSTAAK 34: OP TELEVISIE Vaardigheid: lezen en spreken. Doelstelling: - de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop

Nadere informatie

TOETSTAAK 44: NAAR DE TANDARTS

TOETSTAAK 44: NAAR DE TANDARTS TOETSTAAK 44: NAAR DE TANDARTS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op structurerend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een mededeling,

Nadere informatie

TOETSTAAK 37: TROUWFEEST

TOETSTAAK 37: TROUWFEEST TOETSTAAK 37: TROUWFEEST Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau zijn beleving (d.i. wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de

Nadere informatie

TOETSTAAK 31: BABYSIT

TOETSTAAK 31: BABYSIT TOETSTAAK 3: BABYSIT Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een instructie geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend.

Nadere informatie

TOETSTAAK 44: AAN DE FINISH

TOETSTAAK 44: AAN DE FINISH TOETSTAAK 44: AAN DE FINISH Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan het globale onderwerp bepalen in de beleving (d.i de wensen, noden en gevoelens) van een spreker.

Nadere informatie

TOETSTAAK 38: A LA CARTE

TOETSTAAK 38: A LA CARTE TOETSTAAK 38: A LA CARTE Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar

Nadere informatie

TOETSTAAK 3: MIJN ZOON IS ZIEK

TOETSTAAK 3: MIJN ZOON IS ZIEK TOETSTAAK 3: MIJN ZOON IS ZIEK Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm beheersen: de cursist kan een instructie geven aan een bekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: gezondheidsvoorzieningen.

Nadere informatie

TOETSTAAK 12: KAN HET OP EEN ANDERE DAG?

TOETSTAAK 12: KAN HET OP EEN ANDERE DAG? TOETSTAAK 2: KAN HET OP EEN ANDERE DAG? Vaardigheid: spreken Doelstelling: eindterm 4 beheersen: de cursist kan een afspraak maken en afzeggen. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: nutsvoorzieningen.

Nadere informatie

TOETSTAAK 2: NEEM DE EERSTE STRAAT RECHTS

TOETSTAAK 2: NEEM DE EERSTE STRAAT RECHTS TOETSTAAK 2: NEEM DE EERSTE STRAAT RECHTS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm beheersen: de cursist kan een instructie geven aan een bekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context:

Nadere informatie

TOETSTAAK 9: HARD GEWERKT VANDAAG

TOETSTAAK 9: HARD GEWERKT VANDAAG TOETSTAAK 9: HARD GEWERKT VANDAAG Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 3 beheersen: de cursist kan zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving van

Nadere informatie

TOETSTAAK 5: IK HEB EEN DOKTER NODIG

TOETSTAAK 5: IK HEB EEN DOKTER NODIG TOETSTAAK 5: IK HEB EEN DOKTER NODIG Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren. Verwerkingsniveau:

Nadere informatie

TOETSTAAK 10: DE AFSPRAAK GAAT NIET DOOR

TOETSTAAK 10: DE AFSPRAAK GAAT NIET DOOR TOETSTAAK 0: DE AFSPRAAK GAAT NIET DOOR Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 4 beheersen: de cursist kan een afspraak maken en afzeggen. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: contacten met

Nadere informatie

TOETSTAAK 1: ALLES KRIJGT EEN PLAATS

TOETSTAAK 1: ALLES KRIJGT EEN PLAATS TOETSTAAK : ALLES KRIJGT EEN PLAATS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm beheersen: de cursist kan een instructie geven aan een bekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context:

Nadere informatie

Luisteractiviteit 2: Hallo, mijn naam is Paula Jambers.

Luisteractiviteit 2: Hallo, mijn naam is Paula Jambers. Luisteractiviteit 2: Hallo, mijn naam is Paula Jambers. Eindterm 1: De cursist kan het globale onderwerp bepalen in informatieve teksten zoals een mededeling, een gesprek, een advies. Context 10: Onthaal

Nadere informatie

TOETSTAAK 16: REIZEN MET DE TREIN

TOETSTAAK 16: REIZEN MET DE TREIN TOETSTAAK 6: REIZEN MET DE TREIN Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 6 beheersen: de cursist kan informatie vragen en geven. Verwerkingsniveau: structurerend. Context: Openbaar en privé-vervoer.

Nadere informatie

TOETSTAAK 18: WANNEER IS DE WINKEL OPEN?

TOETSTAAK 18: WANNEER IS DE WINKEL OPEN? TOETSTAAK 8: WANNEER IS DE WINKEL OPEN? Vaardigheid: spreken Doelstelling: eindterm 6 beheersen: de cursist kan informatie vragen en geven. Verwerkingsniveau: structurerend. Context: onthaal. INTRODUCTIE

Nadere informatie

TOETSTAAK 15: LUIDRUCHTIGE BUREN

TOETSTAAK 15: LUIDRUCHTIGE BUREN TOETSTAAK 5: LUIDRUCHTIGE BUREN Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 5 beheersen: de cursist kan een probleem of klacht formuleren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: leefomstandigheden.

Nadere informatie

TOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT

TOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT TOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren. Verwerkingsniveau: beschrijvend.

Nadere informatie

De toets: zie kopieerblad cursist, toets: spreken 6. De toetsafnemer leest de instructie voor:

De toets: zie kopieerblad cursist, toets: spreken 6. De toetsafnemer leest de instructie voor: TOETSTAAK 6: TAXI! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context:

Nadere informatie

TOETSTAAK 8: DAT IS LANG GELEDEN!

TOETSTAAK 8: DAT IS LANG GELEDEN! TOETSTAAK 8: DAT IS LANG GELEDEN! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 3 beheersen: de cursist kan zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving van

Nadere informatie

TOETSTAAK 29: EEN NIEUWE LEERLING

TOETSTAAK 29: EEN NIEUWE LEERLING TOETSTAAK 29: EEN NIEUWE LEERLING Vaardigheid: lezen. Doelstelling: eindterm 1 beheersen: de cursist kan de informatie herkennen in teksten zoals belangrijke formulieren, documenten, alledaagse papieren.

Nadere informatie

Luisteractiviteit 7: Kinderspel

Luisteractiviteit 7: Kinderspel Luisteractiviteit 7: Kinderspel Eindterm: De cursist kan het globale onderwerp bepalen of de gedachtegang volgen in informatieve teksten zoals fragmenten van een radio- en tv-programma. Context: Ruimtelijke

Nadere informatie

Luisteractiviteit 6: Sterrenmix

Luisteractiviteit 6: Sterrenmix Luisteractiviteit 6: Sterrenmix Eindterm: De cursist kan het globale onderwerp bepalen of de gedachtegang volgen in informatieve teksten zoals fragmenten van een radio- en tv-programma. Context: Leefomstandigheden

Nadere informatie

Luisteractiviteit 13: Aflevering 3

Luisteractiviteit 13: Aflevering 3 Luisteractiviteit 13: Aflevering 3 Eindterm: De cursist kan het globale onderwerp bepalen of de gedachtegang volgen in narratieve teksten zoals fragmenten van een tvfeuilleton. Context: Leefomstandigheden

Nadere informatie

Luisteractiviteit 3: Opzij, opzij, opzij...

Luisteractiviteit 3: Opzij, opzij, opzij... Luisteractiviteit 3: Opzij, opzij, opzij... Eindterm 2: De cursist kan het globale onderwerp bepalen in de beleving (d.i. de wensen, noden en gevoelens) van een spreker. Context 10: Onthaal Verwerkingsniveau:

Nadere informatie

Luisteractiviteit 4: Meisjes en wetenschap

Luisteractiviteit 4: Meisjes en wetenschap Luisteractiviteit 4: Meisjes en wetenschap Eindterm: De cursist kan het globale onderwerp bepalen of de gedachtegang volgen in informatieve teksten zoals fragmenten van een radio- en tv-programma. Context:

Nadere informatie

TELEFONEREN NAAR DE BIBLIOTHEEK

TELEFONEREN NAAR DE BIBLIOTHEEK Patrick studeert aan de universiteit. Hij zoekt een rustige plaats om te studeren. Hij wil in de bibliotheek gaan studeren. In de bibliotheek kan je ook de computers. Hij weet niet wanneer de bibliotheek

Nadere informatie

Gespreksstramien (Toetsafnemer: T Cursist: C)

Gespreksstramien (Toetsafnemer: T Cursist: C) TOETSTAAK : NAAR DE TANDARTS Vaardigheid: spreken Doelstelling: eindterm 4 beheersen: de cursist kan een afspraak maken en afzeggen. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: afspraken en regelingen. INTRODUCTIE

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

TOETSTIP 3 MEI Betrouwbaarheid Beoordeling

TOETSTIP 3 MEI Betrouwbaarheid Beoordeling TOETSTIP 3 MEI 2006 Bepaling wat en waarom je wilt meten Toetsopzet Materiaal Betrouwbaarheid Beoordeling Interpretatie resultaten TIP 3: TWEE IN ÉÉN: HOE ONTWIKKEL IK EEN TOETS DIE EEN POSITIEVE INVLOED

Nadere informatie

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af. Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.

Nadere informatie

Luisteractiviteit 12: Aflevering 2

Luisteractiviteit 12: Aflevering 2 Luisteractiviteit 12: Aflevering 2 Eindterm: De cursist kan het globale onderwerp bepalen of de gedachtegang volgen in narratieve teksten zoals fragmenten van een tvfeuilleton. Context: Onthaal Verwerkingsniveau:

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid Opdracht 1 bij 4.2 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. 1. Moet je morgen naar de tandarts? 1. Nee, ik moet morgen

Nadere informatie

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie Herhalingsoefeningen Thema 3 Familie en relaties 1 Woorden Familie Lees de zinnen over de familie van Simon en Els. Schrijf de volgende namen in de stamboom: Hans, Helena, Hester, Joke, Mark, Michiel,

Nadere informatie

Luisteractiviteit 48: Zoektocht

Luisteractiviteit 48: Zoektocht Luisteractiviteit 48: Zoektocht Eindterm: De cursist kan de informatie overzichtelijk ordenen in informatieve teksten zoals een aankondiging, een klacht en een waarschuwing. Context: Ruimtelijke Oriëntering

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,

Nadere informatie

Luisteractiviteit 17: Aflevering 7

Luisteractiviteit 17: Aflevering 7 Luisteractiviteit 17: Aflevering 7 Eindterm: De cursist kan het globale onderwerp bepalen of de gedachtegang volgen in narratieve teksten zoals fragmenten van een tvfeuilleton. Context: Voorlichting Verwerkingsniveau:

Nadere informatie

WAAROM DE VOORBEELD- TOETSTAKEN?

WAAROM DE VOORBEELD- TOETSTAKEN? 18 WAAROM DE VOORBEELD- TOETSTAKEN? 19 1. Het doel van de voorbeeldtoetstaken? 1.1. Toetsmateriaal als voorbeeld en inspiratiebron 1.2. Het communicatieve en functionele karakter van de voorbeeldtoetstaken

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Nederland

Spreekopdrachten thema 1 Nederland Spreekopdrachten thema 1 Nederland Opdracht 1 bij 1.3 ** Speel het spel met de groep. Uitleg voor de docent: De docent begint. Hij zegt wat hij kan. Bijvoorbeeld: Ik kan koken. Laat de eerste cursist herhalen

Nadere informatie

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Informatie vragen bij een instelling http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 30. Herhaling thema Wat leert u in deze les? De woorden uit les 27, 28 en 29. Informatie vragen bij een instelling. Veel succes! Deze

Nadere informatie

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Informatie vragen bij een instelling http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 29. Bellen over een probleem Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over een probleem op het werk. Woorden die aangeven hoe vaak

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang Thema Kinderen en school. Demet TV Lesbrief 9. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. belt naar een kinderdagverblijf. Is er plaats? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat inschrijven

Nadere informatie

Leve de lente! (Rotraut Susanne Berner) Door Helga Gehre

Leve de lente! (Rotraut Susanne Berner) Door Helga Gehre Leve de lente! (Rotraut Susanne Berner) Door Helga Gehre Doelgroep Analfabete of gealfabetiseerde anderstaligen niveau 1.1. Deze les is gemaakt voor cursisten alfa mod. 4, maar is ook voor andere modules

Nadere informatie

De zorg moet steeds beter.

De zorg moet steeds beter. De zorg moet steeds beter. De tekst is in Taal voor allemaal. Ons Tweede Thuis heeft afspraken over goede zorg. Jij krijgt zorg. Ons Tweede Thuis geeft de zorg. Een ander woord voor zorg is hulp. Bij wonen.

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid Opdracht 1 bij 4.1 * Doe de opdracht in groepjes. Uitleg voor de docent: Verdeel de klas in groepjes van vier à vijf cursisten. Op deze pagina staan kaartjes met lichaamsdelen

Nadere informatie

Instructie taakspecifieke vragenlijst + observatie

Instructie taakspecifieke vragenlijst + observatie Instructie taakspecifieke vragenlijst + observatie In tegenstelling tot de eerste vragenlijst is het doel van de taakspecifieke vragenlijst niet om over verschillende leersituaties heen het zelfregulerend

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein

Thema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein Thema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein brengt zijn dochter Ama naar school. Hij praat met een moeder van een ander kind op het schoolplein. De moeder heet. Waar werkt? Wat leert u in

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek.

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek. Wat leert u in deze les? Moeten en hoeven gebruiken. Vragen hoe het met uw kind gaat. Veel succes! Deze les is ontwikkeld

Nadere informatie

Gezond thema: DE HUISARTS

Gezond thema: DE HUISARTS Gezond thema: DE HUISARTS 1. Wat gaan we doen? Praten over de huisarts en wat de huisarts doet. Nieuwe woorden leren over de huisarts. Het gesprek met de huisarts oefenen. 2. Wat vind ik van? Als je een-op-een

Nadere informatie

TOETS 1: LUISTERVAARDIGHEID

TOETS 1: LUISTERVAARDIGHEID Tijd: 60 minuten, 30 minuten luisteren en 30 minuten om vragen te beantwoorden Wanneer: aan het einde van een speelfilmcursus met Alles is Liefde (of film met verwante thematiek) Leeruitkomst: luistervaardigheidsscore

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 2 bij 1.2 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. Cursist A Cursist

Nadere informatie

TaalCompleet. InkijkExemplaar. Nederlands voor anderstaligen. Klassikaal leren

TaalCompleet. InkijkExemplaar. Nederlands voor anderstaligen. Klassikaal leren TaalCompleet A2 Nederlands voor anderstaligen InkijkExemplaar Klassikaal leren Zelfstudie Online leren 1 1.6 Er is een tuin. Er zijn drie kamers. 42 Lees de tekst. ** Je gebruikt er is er zijn Je gebruikt

Nadere informatie

KLEM. Katja en Udo in de schulden. Anne-Rose Hermer

KLEM. Katja en Udo in de schulden. Anne-Rose Hermer KLEM Katja en Udo in de schulden Anne-Rose Hermer Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen 1 Katja ontmoet Udo Katja is bijna negentien jaar. Ze woont nog bij haar ouders. Katja werkt in een warenhuis.

Nadere informatie

Instructies Vragenlijst leerlingen: algemeen

Instructies Vragenlijst leerlingen: algemeen Instructies Vragenlijst leerlingen: algemeen Het doel van deze vragenlijst is om de leerlingen over verschillende leersituaties heen te laten oordelen in welke mate ze zelfregulerend gedrag vertonen. Het

Nadere informatie

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Informatie vragen bij een instelling http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Lesbrief 30. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden uit les 27, 28 en 29. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van:

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om

Nadere informatie

Luisteren: muziek (A1 nr. 7)

Luisteren: muziek (A1 nr. 7) OPDRACHTEN LUISTEREN: MUZIEK www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U

Nadere informatie

De zorg moet steeds beter.

De zorg moet steeds beter. De zorg moet steeds beter. De tekst is in Taal voor allemaal. Je zorg-aanbieder 1 heeft afspraken over goede zorg. Jij krijgt zorg. Je zorg-aanbieder geeft de zorg. Een ander woord voor zorg is hulp. Bij

Nadere informatie

Het is herfst (Rotraut Susanne Berner) Door Helga Gehre

Het is herfst (Rotraut Susanne Berner) Door Helga Gehre Het is herfst (Rotraut Susanne Berner) Door Helga Gehre Doelgroep Analfabete of gealfabetiseerde anderstaligen niveau 1.1. Deze les is gemaakt voor cursisten alfa mod. 2., maar een aantal ideeën zijn ook

Nadere informatie

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon. SPREKEN NIVEAU A1

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon. SPREKEN NIVEAU A1 SPREKEN NIVEAU A1 www.nt2taalmenu.nl Wat leer je? Spreken Les 6: Wat zeg je? Telefoon In deze les ga je oefenen met spreken. Je leert een paar korte zinnen die je kan zeggen aan de telefoon. De audio-fragmenten

Nadere informatie

TOETSTIP 1 JANUARI 2006 TIP 1: HOE ONTWIKKEL IK EEN VALIDE TOETS?

TOETSTIP 1 JANUARI 2006 TIP 1: HOE ONTWIKKEL IK EEN VALIDE TOETS? TOETSTIP 1 JANUARI 2006 Bepaling wat en waarom je wilt meten Toetsopzet Materiaal Betrouwbaarheid Beoordeling Interpretatie resultaten TIP 1: HOE ONTWIKKEL IK EEN VALIDE TOETS? Bij het ontwikkelen van

Nadere informatie