TOETSTAAK 11: NICHTEN EN NEVEN
|
|
- Cecilia Thys
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 TOETSTAAK 11: NICHTEN EN NEVEN Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau het globale onderwerp bepalen en de gedachtegang volgen in: - informatieve teksten zoals fragmenten van een radio- en tv-programma. - narratieve teksten zoals fragmenten van een tv-feuilleton. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: vrije tijd. Publiek: onbekende taalgebruiker. 1. Materiaal nodig voor deze toetstaak Voor elke cursist een toetsblad. Voor uzelf: - een kopie van het toetsblad - het antwoord van het voorbeelditem. - de cd met het luisterfragment (tracks 10,11,12 en 13) - een cd-speler - de oplossing van het voorbeelditem (dit vindt u op het beoordelingsmodel) Indien u wenst kan u ook gebruik maken van de foto s van de verschillende personages. Deze vindt u op het laatste blad van deze toetstaak. 2. Het afnemen van de toetstaak 2.1. Het introductiegesprek U kan deze toetstaak best beginnen met een kort gesprekje over soaps op de televisie. Volgende vragen kunnen hierbij aan bod komen: Is er iemand van de cursisten die weet wat de term soap betekent? Wie van de cursisten kijkt regelmatig naar een soap? Wat is zijn lievelingssoap? Wat vinden de andere cursisten van soaps? 2.2. Mondelinge instructies voor de cursisten Na het introducerend gesprek geeft u de cursisten de volgende instructie. Op de televisie kan je kijken naar de soap Nichten en neven. We gaan luisteren naar vier fragmenten van deze soap. Je krijgt elk fragment tweemaal te horen. Daarna los je de vragen op je toetsblad op. Omdat dit een luisteroefening is, krijg je niet minder punten als je fouten schrijft. We gaan nu luisteren naar het eerste fragment. Dit fragment is een gesprek tussen Jeanine en haar dochter Demet. Na het luisteren krijg je twee minuten
2 de tijd om de vraag op te lossen. Daarna verbeteren we deze oefening samen. Veel succes!!! Na het verbeteren van het voorbeelditem dient, indien de instructies voor alle cursisten duidelijk blijken te zijn, enkel nog de laatste instructie gegeven te worden: Nu luisteren we naar de andere drie fragmenten. Jullie moeten de vragen op jullie toetsblad zelf oplossen. Ik geef telkens nog even uitleg over de personen die in het fragment zullen spreken. Veel succes!!! De relatie tussen de personages die in de fragmenten aan bod komen, vindt u op de geschreven versie van de luisterteksten. Na de tweede luisterbeurt krijgen de cursisten nog even de tijd om de vragen te beantwoorden De luisterfragmenten Voorbeeldfragment (track 10): gesprek tussen Jeanine (J) en haar dochter Demet (D) Jingle J: Dag Demet, hoe was het vandaag op school? D: Saai zoals altijd! J: Heb je je rapport al gekregen? D: Uhhmmm, ja, hier is het, maar ik moet nu dringend weg. Ik ga met Ali naar de film. J: Wacht eens even, jongedame, dat gaat zomaar niet, eerst zien of je wel goede punten hebt. stilte, Jeanine bekijkt het rapport J: Ah, ik zie het al, je hebt weer slechte punten. Dat is nu al drie maanden na elkaar dat je niet meer je best doet voor school. Altijd maar uitgaan en voor de tv hangen. Meisje, meisje, dat moet echt dringend veranderen. D: Ik ben toch oud genoeg om te doen waar ik zin in heb, en ik heb geen zin om te studeren. J: Dat kan allemaal wel zo zijn, maar later krijg je er spijt van. Ik vind dat je meer je best moet doen. Daarom moet je een maand thuisblijven. Je komt dus na school onmiddellijk naar huis. En je moet elke avond je huiswerk aan mij laten zien. D: Maar dat is niet eerlijk, dan leef ik net in een gevangenis. J: Daar had je maar eerder moeten aan denken. Het is je eigen schuld.
3 Fragment 1 (track 11) gesprek tussen Martien (M) en haar man Gert (G) Jingle. M: Hallo schat, sorry dat ik je op je werk bel, maar ik heb heel slecht nieuws. G: Dat is geen probleem hoor, Martien, ik heb het toch niet zo druk nu. Wat is er gebeurd. M: Ik werd deze morgen bij mijn baas geroepen. Hij zei dat er veel problemen met geld zijn in ons bedrijf en dat er mensen ontslaan worden. Omdat ik daar nog niet zo lang werk, heeft hij mij ook ontslaan. G: Zijn er dan ook nog andere mensen die nu geen werk meer hebben? M: Ja, in totaal zijn we met 20 die ons werk verloren hebben. G: En er is geen kans dat het maar tijdelijk is dat je je werk kwijt bent? M: Neen, hij heeft gezegd dat we best zo snel mogelijk naar ander werk in een ander bedrijf moeten zoeken. G: Och, schat. Ik vind het echt heel jammer voor jou. Maar we zullen samen zoeken naar een leuke nieuwe job voor jou. Fragment 2 (track 12) gesprek tussen Thomas (T), zijn nicht Martien (M)en zijn neef Ahmed (A). Ze praten over Ellen, de vrouw van Thomas. Jingle. T: Hallo, Martien en Ahmed. Bedankt om zo snel te komen. M: Dat is niets hoor. Wat scheelt er? Er is toch niets ergs gebeurd hoop ik? T: Neen hoor, ik wilde jullie alleen maar spreken op een moment dat Ellen niet thuis is. Zoals jullie weten is het binnenkort haar verjaardag. Ik zou haar graag verrassen met een feest waar al haar vrienden zijn. A: Ja, Thomas, dat is een heel leuk idee. Ik ben er zeker van dat ze dat heel leuk zal vinden. M: Ja, ik ook, ze houdt ervan om veel mensen rond haar te hebben. Wanneer zou je dat feest willen organiseren? T: Ze is volgende maand jarig. Ik had gedacht om het op haar verjaardag zelf te doen. Dat is dit jaar op een zaterdag. A: Ja dat vind ik ook wel beter dan tijdens de week. Mogen wij je helpen met het organiseren van het verrassingsfeest voor Ellen haar verjaardag? T: Maar natuurlijk, ik zou dat heel erg tof vinden, want het is veel werk en ik moet nog iedereen verwittigen. M: Dat is geen probleem, we helpen je wel, en zeggen niets aan Ellen over het feest. T: Dank je wel, jullie zijn schatten.
4 Fragment 3 (track 13) gesprek tussen Jeanine (J) en de vrouw van haar neef, Ellen (E). Ze praten over Robbe, de zoon van Jeanine. Jingle. J: Hallo Ellen, sorry dat ik je nog zo laat bel. E: Dat is niets hoor, is er iets gebeurd? J: Ja, onze Robbe heeft een ongeval gehad. Toen hij van school naar huis fietste is hij door een auto aangereden. Ze hebben hem naar het ziekenhuis gebracht en hij moet daar drie dagen blijven. Hij heeft zijn twee benen gebroken en zijn gezicht zit vol wonden. E: Och, wat erg. J: Ja, we zijn heel erg geschrokken. Het is toch erg dat de mensen zo snel rijden en dat ze dan kinderen gewoon omver rijden. Het verkeer is echt niet meer veilig voor fietsers. E: Neen, dat is waar, het is al moeilijk voor grote mensen om veilig door het verkeer te kunnen fietsen. Zeg, wanneer kunnen we Robbe gaan bezoeken? J: Je kan hem elke middag bezoeken tussen 14 en 18 uur, en van 20 uur tot 21uur s avonds. Daarna moeten de patiënten rusten van de dokter. E: Ok, dan komen we vanavond eens kijken. Zijn jullie dan ook in het ziekenhuis? J: Ja hoor, dan zien we elkaar daar wel. E: Dat is goed, tot vanavond dan. Daag J: Daag.
5 3. Ondersteunende didactische principes 3.1. Aandachtspunten bij het afnemen van de toetstaak De eerste oefening van deze toetstaak, het voorbeelditem, wordt klassikaal verbeterd. De bedoeling hiervan is na te gaan of alle cursisten de instructie goed begrepen hebben. Indien blijkt dat de procedure voor alle cursisten duidelijk is, mogen ze individueel de overige toetsvragen oplossen. Het is aangewezen dat u de cursisten tijdens het uitvoeren van de toetstaak op geen enkele wijze helpt. Indien er cursisten zijn die de bal misslaan, kan u eventueel wel de instructies nog eens op dezelfde wijze herhalen. Extra uitleg, zoals woordverklaringen, dient echter uitgesloten te worden Het afstemmen van de toetstaak op de kenmerken van uw cursistengroep U kan er ook voor kiezen om deze toetstaak visueel te ondersteunen. In dat geval kan u de cursisten fragmenten van een bestaande soap laten zien. Het is dan natuurlijk wel belangrijk dat de fragmenten niet teveel verklappen en dat de cursisten vooral op basis van de luisterinput tot het goede antwoord moeten komen. Noot: speciaal voor anderstaligen die Nederlands leren is er een soap ontwikkeld. Deze soap draagt als titel: Meer is altijd beter. Een komedie voor anderstaligen en is uitgegeven bij Acco, Leuven. U kan ook inspiratie opdoen in het gelijknamige boekje van Peter Schoenaerts (2002).
6 4. Het beoordelen en interpreteren van de resultaten 4.1. De beoordelingssleutel Toetsitems Vbitem. Het juiste antwoord: omdat ze een slecht rapport heeft Minimumvereiste: slecht rapport Item 1. Het juiste antwoord: ze is ontslaan/ ze is werkloos/ ze heeft geen werk meer Minimumvereiste: ontslaan/werkloos/geen werk Score Voorbeeld 1 Item 2. Het juiste antwoord: een verjaardagsfeest 1 Item 3. Het juiste antwoord: hij heeft een ongeval gehad/hij is aangereden door een auto Minimumvereiste: ongeval/aangereden ( hij ligt in het ziekenhuis wordt als fout aangerekend) Totaal 3 1
7 4.2. De scoretabel Scoretabel Nichten en neven Klas:... Datum:... /... / Naam van de cursist: Vbitem Juiste antwoord = slecht rapport Item 1 Juiste antwoord = geen werk meer Item 2 Juiste antwoord = verjaardagsfeest Item 3 Juiste antwoord = ongeval Totaal op 3 Toetsblad cursist
8 Naam:.. Datum:... TOETS Op de televisie kan je kijken naar de soap Nichten en neven. We gaan luisteren naar vier fragmenten van deze soap. Je krijgt elk fragment tweemaal te horen. Daarna los je de vragen op je toetsblad op. Omdat dit een luisteroefening is, krijg je niet minder punten als je fouten schrijft. We gaan nu luisteren naar het eerste fragment. Dit fragment is een gesprek tussen Jeanine en haar dochter Demet. Na het luisteren krijg je twee minuten de tijd om de vraag op te lossen. Daarna verbeteren we deze oefening samen. De vragen bij de andere drie fragmenten moeten jullie zelf oplossen. Voorbeeld: dit fragment is een gesprek tussen Jeanine en haar dochter Demet Waarom moet Demet een maand thuisblijven? Fragment 1: dit fragment is een gesprek tussen Martien en haar man Gert Wat is er met Martien gebeurd in dit fragment? Fragment 2: dit fragment is een gesprek tussen Thomas, zijn nicht Martien en zijn neef Ahmed Wat wil Thomas voor zijn vrouw Ellen organiseren? Fragment 3: dit fragment is een gesprek tussen Jeanine en de vrouw van haar neef, Ellen Wat is er gebeurd met Robbe, de zoon van Jeanine? Toetsblad cursist
9 De personages Ahmed Jeanine Demet Robbe Personages
10 Martien Gert Ellen Thomas Personages
TOETSTAAK 14: FILE!!!
TOETSTAAK 14: FILE!!! Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit: - informatieve teksten zoals een gesprek, een telefoongesprek, een weerbericht
Nadere informatieTOETSTAAK 10: ZAPPEN. 1. Materiaal nodig voor deze toetstaak. 2. Het afnemen van de toets taak
TOETSTAAK 10: ZAPPEN Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau het globale onderwerp bepalen en de gedachtegang volgen in: - informatieve teksten zoals fragmenten van
Nadere informatieTOETSTAAK 6: BYE BYE GRIEP!!!
TOETSTAAK 6: BYE BYE GRIEP!!! Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau alle gegevens begrijpen in prescriptieve teksten zoals een instructie en een gebruiksaanwijziging.
Nadere informatieTOETSTAAK 16: WATEROVERLAST
TOETSTAAK 16: WATEROVERLAST Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in: - informatieve teksten zoals een aankondiging, een klacht
Nadere informatieTOETSTAAK 17: MET DE KINDEREN OP STAP
TOETSTAAK 7: MET DE KINDEREN OP STAP Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in: - informatieve teksten zoals een aankondiging,
Nadere informatieTOETSTAAK 15: PAS OP VOOR HET WATER!
TOETSTAAK 15: PAS OP VOOR HET WATER! Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: De cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit informatieve teksten zoals een gesprek, een telefoongesprek,
Nadere informatieTOETSTAAK 18: TREINEN BIJ VERTREK
TOETSTAAK 18: TREINEN BIJ VERTREK Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in - informatieve teksten zoals een aankondiging, een
Nadere informatieTOETSTAAK 12: LUISTER NAAR DE RADIO
TOETSTAAK 12: LUISTER NAAR DE RADIO Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau het globale onderwerp bepalen en de gedachtegang volgen in: - informatieve teksten zoals
Nadere informatieTOETSTAAK 13: BUURTONTBIJT
TOETSTAAK 13: BUURTONTBIJT Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit - informatieve teksten zoals een gesprek, een telefoongesprek, een
Nadere informatieTOETSTAAK 26: BRANDBLUSAPPARAAT
TOETSTAAK 26: BRANDBLUSAPPARAAT Vaardigheid: schrijven Doelstelling: De cursist kan een boodschap voor zichzelf noteren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: leefomstandigheden. Publiek: de taalgebruiker
Nadere informatieTOETSTAAK 4: EXAMEN NEDERLANDS
TOETSTAAK 4: EXAMEN NEDERLANDS Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau alle gegevens begrijpen in: - informatieve teksten zoals etiketten en een zakelijke brief; - prescriptieve
Nadere informatieTOETSTAAK 8: SORTEREN
TOETSTAAK 8: SORTEREN Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in: - informatieve teksten zoals een persoonlijke brief; - persuasieve
Nadere informatieTOETSTAAK 27: HET GEHEIME LAND
TOETSTAAK 27: HET GEHEIME LAND Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een boodschap voor zichzelf noteren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: ruimtelijke oriëntering.
Nadere informatieTOETSTAAK 20: DANK U WEL!
TOETSTAAK 20: DANK U WEL! Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een persoonlijk briefje, een mededeling, een
Nadere informatieTOETSTAAK 29: WAT VIND JIJ VAN BELGIE? DEEL 1
TOETSTAAK 29: WAT VIND JIJ VAN BELGIE? DEEL Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau voor zichzelf aantekeningen maken ter voorbereiding van een gesprek. Verwerkingsniveau:
Nadere informatieTOETSTAAK 5: HOU HET VERS
TOETSTAAK 5: HOU HET VERS Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau alle gegevens begrijpen in: - informatieve teksten zoals etiketten en een zakelijke brief; - prescriptieve
Nadere informatieTOETSTAAK 30: LILLALAND
TOETSTAAK 30: LILLALAND Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau voor zichzelf aantekeningen maken ter voorbereiding van een gesprek. Verwerkingsniveau: structurerend.
Nadere informatieTOETSTAAK 28: IK BEN...EN IK HOU VAN...
TOETSTAAK 28: IK BEN...EN IK HOU VAN... Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau voor zichzelf aantekeningen maken ter voorbereiding van een gesprek. Verwerkingsniveau:
Nadere informatieNa het introducerend gesprek geeft u de cursisten de volgende instructie:
TOETSTAAK 2: LUNCH Vaardigheid: schrijven Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een persoonlijk brief, een mededeling, een bedankingsbriefje,
Nadere informatieTOETSTAAK 25: NEDERLANDSE LES
TOETSTAAK 25: NEDERLANDSE LES Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een boodschap voor zichzelf noteren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: contacten met officiële
Nadere informatieTOETSTAAK 22: OOST WEST THUIS BEST
TOETSTAAK 22: OOST WEST THUIS BEST Vaardigheid: schrijven Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een beschrijving geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context:
Nadere informatieTOETSTAAK 23: ZOEKERTJE
TOETSTAAK 23: ZOEKERTJE Vaardigheid: schrijven Doelstelling: de cursist kan een beschrijving geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: openbaar en privé-vervoer.
Nadere informatieTOETSTAAK 24: ONGEVALLENVERZEKERING
TOETSTAAK 24: ONGEVALLENVERZEKERING Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een beschrijving geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend.
Nadere informatieTOETSTAAK 19: MIJN ZUS GAAT TROUWEN!!!
TOETSTAAK 9: MIJN ZUS GAAT TROUWEN!!! Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een persoonlijk briefje, een mededeling,
Nadere informatieTOETSTAAK 2: EEN WEEKENDJE WEG...
TOETSTAAK 2: EEN WEEKENDJE WEG... Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit - informatieve teksten zoals een folder, een catalogus en een
Nadere informatieTOETSTAAK 3: WEERBERICHT
TOETSTAAK 3: WEERBERICHT Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit - informatieve teksten zoals een folder, een catalogus en een bericht;
Nadere informatieTOETSTAAK 40: ANTIGIFCENTRUM
TOETSTAAK 40: ANTIGIFCENTRUM Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een probleem en een klacht formuleren. Verwerkingsniveau: beschrijvend.
Nadere informatieTOETSTAAK 41: EEN NIEUW HUIS
TOETSTAAK 41: EEN NIEUW HUIS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een probleem en een klacht formuleren. Verwerkingsniveau: beschrijvend.
Nadere informatieTOETSTAAK 7: SCHOOLREIS
TOETSTAAK 7: SCHOOLREIS Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in - informatieve teksten zoals een persoonlijke brief. - persuasieve
Nadere informatieTOETSTAAK 45: MIJN VADERLAND
TOETSTAAK 45: MIJN VADERLAND Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op structurerend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een mededeling,
Nadere informatieTOETSTAAK 1: GROETJES UIT BRAZILIE!!!
TOETSTAAK 1: GROETJES UIT BRAZILIE!!! Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit - informatieve teksten zoals een folder, een catalogus en
Nadere informatieTOETSTAAK 42: HALLO, MET DE POLITIE?
TOETSTAAK 42: HALLO, MET DE POLITIE? Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een probleem en een klacht formuleren aan een onbekende taalgebruiker.
Nadere informatieTOETSTAAK 39: ONGEVAL
TOETSTAAK 39: ONGEVAL Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau zijn beleving (d.i. wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving
Nadere informatieTOETSTAAK 46: POLITIE OP STRAAT
TOETSTAAK 46: POLITIE OP STRAAT Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: eindterm 3 beheersen: de cursist kan het globale onderwerp bepalen in een klacht. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: contacten
Nadere informatieTOETSTAAK 33: LACHEN!!!
TOETSTAAK 33: LACHEN!!! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan een instructie geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: vrije tijd. Publiek: onbekende
Nadere informatieTOETSTAAK 36: GEEF BLOED, RED EEN LEVEN
TOETSTAAK 36: GEEF BLOED, RED EEN LEVEN Vaardigheid: spreken. Doelstelling: De cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop
Nadere informatieTOETSTAAK 32: BRAND!!!!
TOETSTAAK 32: BRAND!!!! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een instructie geven aan een onbekende taalgebruiker Verwerkingsniveau: beschrijvend.
Nadere informatieTOETSTAAK 34: OP TELEVISIE
TOETSTAAK 34: OP TELEVISIE Vaardigheid: lezen en spreken. Doelstelling: - de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop
Nadere informatieTOETSTAAK 44: NAAR DE TANDARTS
TOETSTAAK 44: NAAR DE TANDARTS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op structurerend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een mededeling,
Nadere informatieTOETSTAAK 37: TROUWFEEST
TOETSTAAK 37: TROUWFEEST Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau zijn beleving (d.i. wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de
Nadere informatieTOETSTAAK 31: BABYSIT
TOETSTAAK 3: BABYSIT Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een instructie geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend.
Nadere informatieTOETSTAAK 44: AAN DE FINISH
TOETSTAAK 44: AAN DE FINISH Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan het globale onderwerp bepalen in de beleving (d.i de wensen, noden en gevoelens) van een spreker.
Nadere informatieTOETSTAAK 38: A LA CARTE
TOETSTAAK 38: A LA CARTE Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar
Nadere informatieTOETSTAAK 3: MIJN ZOON IS ZIEK
TOETSTAAK 3: MIJN ZOON IS ZIEK Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm beheersen: de cursist kan een instructie geven aan een bekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: gezondheidsvoorzieningen.
Nadere informatieTOETSTAAK 12: KAN HET OP EEN ANDERE DAG?
TOETSTAAK 2: KAN HET OP EEN ANDERE DAG? Vaardigheid: spreken Doelstelling: eindterm 4 beheersen: de cursist kan een afspraak maken en afzeggen. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: nutsvoorzieningen.
Nadere informatieTOETSTAAK 2: NEEM DE EERSTE STRAAT RECHTS
TOETSTAAK 2: NEEM DE EERSTE STRAAT RECHTS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm beheersen: de cursist kan een instructie geven aan een bekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context:
Nadere informatieTOETSTAAK 9: HARD GEWERKT VANDAAG
TOETSTAAK 9: HARD GEWERKT VANDAAG Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 3 beheersen: de cursist kan zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving van
Nadere informatieTOETSTAAK 5: IK HEB EEN DOKTER NODIG
TOETSTAAK 5: IK HEB EEN DOKTER NODIG Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren. Verwerkingsniveau:
Nadere informatieTOETSTAAK 10: DE AFSPRAAK GAAT NIET DOOR
TOETSTAAK 0: DE AFSPRAAK GAAT NIET DOOR Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 4 beheersen: de cursist kan een afspraak maken en afzeggen. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: contacten met
Nadere informatieTOETSTAAK 1: ALLES KRIJGT EEN PLAATS
TOETSTAAK : ALLES KRIJGT EEN PLAATS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm beheersen: de cursist kan een instructie geven aan een bekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context:
Nadere informatieLuisteractiviteit 2: Hallo, mijn naam is Paula Jambers.
Luisteractiviteit 2: Hallo, mijn naam is Paula Jambers. Eindterm 1: De cursist kan het globale onderwerp bepalen in informatieve teksten zoals een mededeling, een gesprek, een advies. Context 10: Onthaal
Nadere informatieTOETSTAAK 16: REIZEN MET DE TREIN
TOETSTAAK 6: REIZEN MET DE TREIN Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 6 beheersen: de cursist kan informatie vragen en geven. Verwerkingsniveau: structurerend. Context: Openbaar en privé-vervoer.
Nadere informatieTOETSTAAK 18: WANNEER IS DE WINKEL OPEN?
TOETSTAAK 8: WANNEER IS DE WINKEL OPEN? Vaardigheid: spreken Doelstelling: eindterm 6 beheersen: de cursist kan informatie vragen en geven. Verwerkingsniveau: structurerend. Context: onthaal. INTRODUCTIE
Nadere informatieTOETSTAAK 15: LUIDRUCHTIGE BUREN
TOETSTAAK 5: LUIDRUCHTIGE BUREN Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 5 beheersen: de cursist kan een probleem of klacht formuleren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: leefomstandigheden.
Nadere informatieTOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT
TOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren. Verwerkingsniveau: beschrijvend.
Nadere informatieDe toets: zie kopieerblad cursist, toets: spreken 6. De toetsafnemer leest de instructie voor:
TOETSTAAK 6: TAXI! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context:
Nadere informatieTOETSTAAK 8: DAT IS LANG GELEDEN!
TOETSTAAK 8: DAT IS LANG GELEDEN! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 3 beheersen: de cursist kan zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving van
Nadere informatieTOETSTAAK 29: EEN NIEUWE LEERLING
TOETSTAAK 29: EEN NIEUWE LEERLING Vaardigheid: lezen. Doelstelling: eindterm 1 beheersen: de cursist kan de informatie herkennen in teksten zoals belangrijke formulieren, documenten, alledaagse papieren.
Nadere informatieLuisteractiviteit 7: Kinderspel
Luisteractiviteit 7: Kinderspel Eindterm: De cursist kan het globale onderwerp bepalen of de gedachtegang volgen in informatieve teksten zoals fragmenten van een radio- en tv-programma. Context: Ruimtelijke
Nadere informatieLuisteractiviteit 6: Sterrenmix
Luisteractiviteit 6: Sterrenmix Eindterm: De cursist kan het globale onderwerp bepalen of de gedachtegang volgen in informatieve teksten zoals fragmenten van een radio- en tv-programma. Context: Leefomstandigheden
Nadere informatieLuisteractiviteit 13: Aflevering 3
Luisteractiviteit 13: Aflevering 3 Eindterm: De cursist kan het globale onderwerp bepalen of de gedachtegang volgen in narratieve teksten zoals fragmenten van een tvfeuilleton. Context: Leefomstandigheden
Nadere informatieLuisteractiviteit 3: Opzij, opzij, opzij...
Luisteractiviteit 3: Opzij, opzij, opzij... Eindterm 2: De cursist kan het globale onderwerp bepalen in de beleving (d.i. de wensen, noden en gevoelens) van een spreker. Context 10: Onthaal Verwerkingsniveau:
Nadere informatieLuisteractiviteit 4: Meisjes en wetenschap
Luisteractiviteit 4: Meisjes en wetenschap Eindterm: De cursist kan het globale onderwerp bepalen of de gedachtegang volgen in informatieve teksten zoals fragmenten van een radio- en tv-programma. Context:
Nadere informatieTELEFONEREN NAAR DE BIBLIOTHEEK
Patrick studeert aan de universiteit. Hij zoekt een rustige plaats om te studeren. Hij wil in de bibliotheek gaan studeren. In de bibliotheek kan je ook de computers. Hij weet niet wanneer de bibliotheek
Nadere informatieGespreksstramien (Toetsafnemer: T Cursist: C)
TOETSTAAK : NAAR DE TANDARTS Vaardigheid: spreken Doelstelling: eindterm 4 beheersen: de cursist kan een afspraak maken en afzeggen. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: afspraken en regelingen. INTRODUCTIE
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 3 Kinderen
Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 3 Kinderen
Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.
Nadere informatieTOETSTIP 3 MEI Betrouwbaarheid Beoordeling
TOETSTIP 3 MEI 2006 Bepaling wat en waarom je wilt meten Toetsopzet Materiaal Betrouwbaarheid Beoordeling Interpretatie resultaten TIP 3: TWEE IN ÉÉN: HOE ONTWIKKEL IK EEN TOETS DIE EEN POSITIEVE INVLOED
Nadere informatieAlles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.
Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.
Nadere informatieLuisteractiviteit 12: Aflevering 2
Luisteractiviteit 12: Aflevering 2 Eindterm: De cursist kan het globale onderwerp bepalen of de gedachtegang volgen in narratieve teksten zoals fragmenten van een tvfeuilleton. Context: Onthaal Verwerkingsniveau:
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 4 Gezondheid
Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid Opdracht 1 bij 4.2 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. 1. Moet je morgen naar de tandarts? 1. Nee, ik moet morgen
Nadere informatieHerhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie
Herhalingsoefeningen Thema 3 Familie en relaties 1 Woorden Familie Lees de zinnen over de familie van Simon en Els. Schrijf de volgende namen in de stamboom: Hans, Helena, Hester, Joke, Mark, Michiel,
Nadere informatieLuisteractiviteit 48: Zoektocht
Luisteractiviteit 48: Zoektocht Eindterm: De cursist kan de informatie overzichtelijk ordenen in informatieve teksten zoals een aankondiging, een klacht en een waarschuwing. Context: Ruimtelijke Oriëntering
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 1 Voorstellen
Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,
Nadere informatieLuisteractiviteit 17: Aflevering 7
Luisteractiviteit 17: Aflevering 7 Eindterm: De cursist kan het globale onderwerp bepalen of de gedachtegang volgen in narratieve teksten zoals fragmenten van een tvfeuilleton. Context: Voorlichting Verwerkingsniveau:
Nadere informatieWAAROM DE VOORBEELD- TOETSTAKEN?
18 WAAROM DE VOORBEELD- TOETSTAKEN? 19 1. Het doel van de voorbeeldtoetstaken? 1.1. Toetsmateriaal als voorbeeld en inspiratiebron 1.2. Het communicatieve en functionele karakter van de voorbeeldtoetstaken
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 1 Nederland
Spreekopdrachten thema 1 Nederland Opdracht 1 bij 1.3 ** Speel het spel met de groep. Uitleg voor de docent: De docent begint. Hij zegt wat hij kan. Bijvoorbeeld: Ik kan koken. Laat de eerste cursist herhalen
Nadere informatieThema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 30. Herhaling thema Wat leert u in deze les? De woorden uit les 27, 28 en 29. Informatie vragen bij een instelling. Veel succes! Deze
Nadere informatieThema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 29. Bellen over een probleem Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over een probleem op het werk. Woorden die aangeven hoe vaak
Nadere informatieMEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1
MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden
Nadere informatieThema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang
Thema Kinderen en school. Demet TV Lesbrief 9. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. belt naar een kinderdagverblijf. Is er plaats? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat inschrijven
Nadere informatieLeve de lente! (Rotraut Susanne Berner) Door Helga Gehre
Leve de lente! (Rotraut Susanne Berner) Door Helga Gehre Doelgroep Analfabete of gealfabetiseerde anderstaligen niveau 1.1. Deze les is gemaakt voor cursisten alfa mod. 4, maar is ook voor andere modules
Nadere informatieDe zorg moet steeds beter.
De zorg moet steeds beter. De tekst is in Taal voor allemaal. Ons Tweede Thuis heeft afspraken over goede zorg. Jij krijgt zorg. Ons Tweede Thuis geeft de zorg. Een ander woord voor zorg is hulp. Bij wonen.
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 4 Gezondheid
Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid Opdracht 1 bij 4.1 * Doe de opdracht in groepjes. Uitleg voor de docent: Verdeel de klas in groepjes van vier à vijf cursisten. Op deze pagina staan kaartjes met lichaamsdelen
Nadere informatieInstructie taakspecifieke vragenlijst + observatie
Instructie taakspecifieke vragenlijst + observatie In tegenstelling tot de eerste vragenlijst is het doel van de taakspecifieke vragenlijst niet om over verschillende leersituaties heen het zelfregulerend
Nadere informatieThema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein
Thema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein brengt zijn dochter Ama naar school. Hij praat met een moeder van een ander kind op het schoolplein. De moeder heet. Waar werkt? Wat leert u in
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek.
http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek. Wat leert u in deze les? Moeten en hoeven gebruiken. Vragen hoe het met uw kind gaat. Veel succes! Deze les is ontwikkeld
Nadere informatieGezond thema: DE HUISARTS
Gezond thema: DE HUISARTS 1. Wat gaan we doen? Praten over de huisarts en wat de huisarts doet. Nieuwe woorden leren over de huisarts. Het gesprek met de huisarts oefenen. 2. Wat vind ik van? Als je een-op-een
Nadere informatieTOETS 1: LUISTERVAARDIGHEID
Tijd: 60 minuten, 30 minuten luisteren en 30 minuten om vragen te beantwoorden Wanneer: aan het einde van een speelfilmcursus met Alles is Liefde (of film met verwante thematiek) Leeruitkomst: luistervaardigheidsscore
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 1 Voorstellen
Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 2 bij 1.2 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. Cursist A Cursist
Nadere informatieTaalCompleet. InkijkExemplaar. Nederlands voor anderstaligen. Klassikaal leren
TaalCompleet A2 Nederlands voor anderstaligen InkijkExemplaar Klassikaal leren Zelfstudie Online leren 1 1.6 Er is een tuin. Er zijn drie kamers. 42 Lees de tekst. ** Je gebruikt er is er zijn Je gebruikt
Nadere informatieKLEM. Katja en Udo in de schulden. Anne-Rose Hermer
KLEM Katja en Udo in de schulden Anne-Rose Hermer Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen 1 Katja ontmoet Udo Katja is bijna negentien jaar. Ze woont nog bij haar ouders. Katja werkt in een warenhuis.
Nadere informatieInstructies Vragenlijst leerlingen: algemeen
Instructies Vragenlijst leerlingen: algemeen Het doel van deze vragenlijst is om de leerlingen over verschillende leersituaties heen te laten oordelen in welke mate ze zelfregulerend gedrag vertonen. Het
Nadere informatieThema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Lesbrief 30. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden uit les 27, 28 en 29. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van:
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om
Nadere informatieLuisteren: muziek (A1 nr. 7)
OPDRACHTEN LUISTEREN: MUZIEK www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U
Nadere informatieDe zorg moet steeds beter.
De zorg moet steeds beter. De tekst is in Taal voor allemaal. Je zorg-aanbieder 1 heeft afspraken over goede zorg. Jij krijgt zorg. Je zorg-aanbieder geeft de zorg. Een ander woord voor zorg is hulp. Bij
Nadere informatieHet is herfst (Rotraut Susanne Berner) Door Helga Gehre
Het is herfst (Rotraut Susanne Berner) Door Helga Gehre Doelgroep Analfabete of gealfabetiseerde anderstaligen niveau 1.1. Deze les is gemaakt voor cursisten alfa mod. 2., maar een aantal ideeën zijn ook
Nadere informatieSpreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon. SPREKEN NIVEAU A1
SPREKEN NIVEAU A1 www.nt2taalmenu.nl Wat leer je? Spreken Les 6: Wat zeg je? Telefoon In deze les ga je oefenen met spreken. Je leert een paar korte zinnen die je kan zeggen aan de telefoon. De audio-fragmenten
Nadere informatieTOETSTIP 1 JANUARI 2006 TIP 1: HOE ONTWIKKEL IK EEN VALIDE TOETS?
TOETSTIP 1 JANUARI 2006 Bepaling wat en waarom je wilt meten Toetsopzet Materiaal Betrouwbaarheid Beoordeling Interpretatie resultaten TIP 1: HOE ONTWIKKEL IK EEN VALIDE TOETS? Bij het ontwikkelen van
Nadere informatie