Verslag van de vergadering van de commissie Ruimte d.d

Transcriptie

1 Verslag van de vergadering van de commissie Ruimte d.d Aanwezig: Voorts: Verslag: de (plv) leden: Den Boer, Braun, Dekker, Van Dijk, Klaver (voorzitter), Van den Ouweelen, Van der Post, Krijger, Rosdorff, Teeuwen, Meijer (griffier) portefeuillehouders: Tönjann en Mackay C. Teensma 1. Opening en mededelingen omtrent de vergadering De Voorzitter opent de vergadering om 20.05h en heet ieder welkom. 2. Vaststellen agenda De commissie acht de notitie inzake agendapunt 11 nog niet rijp voor bespreking. Het onderwerp wordt van de agenda afgevoerd. Ook agendapunt 12 wordt van de agenda afgevoerd. 3. Spreekgelegenheid voor het publiek over niet geagendeerde onderwerpen Er wordt geen gebruik gemaakt van het spreekrecht. 4. Notulen van het openbare gedeelte van de vergadering van 17 februari 2011 Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. 5. Notulen van het besloten gedeelte van de vergadering van 17 februari 2011 Mevrouw Rosdorff zal op een later tijdstip reageren. Met deze aantekening wordt het verslag vastgesteld. 6. Aandachtspuntenlijst commissie / raad Punt 08, reserve sociale woningbouw, is afgehandeld. De griffier zal de streefdatum van 07, evaluatie verloop mhoo, vaststellen. 7. Rapportage vanuit gemeenschappelijke regelingen De heer Van der Post, lid van het AB van de Milieudienst, deelt mee dat het AB tijdens de laatste vergadering zonder veel discussie heeft ingestemd met toetreding van de provincie. Er is gesproken over de stemverdeling. De gemeente Leiderdorp is van mening dat deze gebaseerd moet zijn op het aantal inwoners van een gemeente. De overige gemeente stemden in met het voorstel om het aantal stemmen te baseren op de hoeveelheid producten die een gemeente afneemt. De wijziging van de GR wordt aan alle gemeenteraden voorgelegd. 8. Partiële (reparatiewet) herziening van bestemmingsplannen en stroomschema/communicatietraject bestemmingsplannen Mevrouw Van Dijk vindt het belangrijk dat burgers invloed hebben op hun directe woonomgeving. Zij wil echter geen tijd en geld besteden aan kleine reparatieve wijzigingen. Direct betrokkenen kunnen altijd nog inspreken. LO stemt voor optie B. De heer Van der Post sluit zich aan bij LO. Het ligt voor de hand bij kleine reparaties onder voorwaarden de verkorte procedure toe te passen. Hij vraagt zich daarom af waarom hierover een besluit genomen moet worden. PrO kiest voor B. 1

2 De heer Van den Ouweelen sluit zich aan bij de woorden van PrO. Mevrouw Krijger wijst op het belang van goede communicatie met burgers. Mede i.v.m. de rechtsbescherming en besparing van tijd kiest ook het CDA voor B. De heer Dekker sluit zich aan bij de vorige sprekers. De VVD kiest voor B. De heer Van der Post stelt dat juist in een korte procedure het voorstel helder aan de burgers moet worden voorgelegd. Hij pleit voor communicatie met zo min mogelijk jargon. Wethouder Tönjann antwoordt dat goede communicatie met de burger ook haar doel is. Daarom is in de notitie opgenomen dat er een communicatievoorstel wordt gedaan per partiële herziening. Het stroomschema is hier een voorbeeld van. Dit is een opiniërende nota, waarin aan de raad gevraagd wordt een keuze te maken. Officieel moet het college dan nog een besluit nemen. Tweede termijn Mevrouw Krijger vraagt de wethouder te overwegen op korte termijn een nieuwsbrief aan de direct betrokkenen te sturen. Wethouder Tönjann antwoordt dat de omwonenden van Wilhelminapark en Geesten per brief geïnformeerd zullen worden over de nota. Daaraan wordt het stroomschema toegevoegd. De heer Van den Ouweelen vraagt zich n.a.v. de nota af of het aspect dat daarin behandeld wordt twee maanden geleden is vergeten. Het woord fouten staat tussen aanhalingstekens en hij vraagt welke fouten dat precies zijn. Hij kan echter leven met de toezegging van de wethouder dat zij het vertrouwen van de raad niet zal beschamen. De heer Van der Post kan zich voorstellen dat men bij een reparatie die voor het gehele gebied geldt ook kijkt of er in dat gebied al onherroepelijke omgevingsvergunningen zijn afgegeven. Deze kunnen dan gelijk worden meegenomen. Wethouder Tönjann antwoordt dat dat ook het plan van het college is. 9. Verkorten procedure bestemmingsplan ten behoeve van de partiële herziening van het bestemmingsplan Wilhelminapark en Geesten De heer Van der Post merkt op dat uit de adviesnota niet blijkt welke onderdelen van het bestemmingsplan gewijzigd moeten worden. Hij vindt het merkwaardig dat er gebouwd mag worden tot op de perceelgrens of tot op een meter daar vanaf. 80cm mag dus blijkbaar niet. In beslispunt 2 wordt voorgesteld meer bevoegdheden aan het college te geven. Gezien het vorige agendapunt valt het aantal wel mee. Waarom heeft de wethouder als eerste gekozen voor dit bestemmingsplan. Wellicht zijn er bestemmingsplannen waarvan de wijziging acuter is. De heer Den Boer vraagt aandacht voor de nadere regeling van extra te stellen eisen. Op welke wijze is de inspraak door burgers daarbij geregeld. Hij kan zich voorstellen dat een extra regeling veel invloed heeft op het bestemmingsplan en er toch gekozen wordt voor de lange procedure. De heer Dekker stemt namens de VVD in met het voorstel. Mevrouw Van Dijk stemt namens LO in met het voorstel. Wethouder Tönjann antwoordt dat er ook gewerkt wordt aan de partiële herziening van het bestemmingsplan Oranje Nassau. Dat is omvattender en ingewikkelder en vergt meer tijd. Het was inderdaad beter geweest wanneer de herzieningen in de notitie waren benoemd. Het was de bedoeling de bijlage meteen met de bundel mee te sturen. In de notitie is de communicatie met de burgers wel opgenomen. Er wordt aan alle bewoners van de buurt een brief gestuurd met een communicatieschema. Daarin wordt ook aangegeven 2

3 welke regels strenger zijn ten behoeve van het beschermd dorpsgezicht. Tweede termijn De heer Braun vraagt of het Witte huis meegenomen is in het bestemmingsplan of in een projectbesluit. De betrokken ambtenaar antwoordt dat het Witte huis onderdeel is van beide. Inmiddels geldt het bestemmingsplan. Met de aantekening dat de fractie van Lokaal op dit moment niet aanwezig zal het onderwerp als hamerstuk geagendeerd worden voor de raadsvergadering. 10. Nieuwe beleidsregels stimulering sociale woningbouw De heer Banga, Woningstichting Buitenlust, maakt gebruik van het spreekrecht. Hij is voorstander van het vaststellen van beleidsregels. Voorgesteld wordt dat een ontwikkelaar, indien de 30% regel onevenredig bezwarend is, ,- stort per niet gerealiseerde woning. Hij heeft moeite met dit bedrag. Een ontwikkelaar komt dan met een goede onderbouwing wel erg goedkoop weg. De grondquote onder een vrije sectorwoning maakt het verschil met een sociale huur- of koopwoning al meer dan goed. Hij vraagt de raad een beduidend hoger bedrag vast te stellen. Voorts vraagt de heer Banga aandacht voor de situatie waarbij sprake is van herstructurering. Hij is het niet eens met de voorwaarden voor het aanvragen van een topkostensubsidie. Nieuwe woningen zullen groter zijn dan te vervangen woningen. Dat betekent dat het praktisch onmogelijk is om een zelfde aantal terug te bouwen. Het betoog van de heer Banga is op schrift aan de commissie uitgereikt. De heer Den Boer dankt de wethouder voor het uitwerken van de beleidsregels. Het CDA is in het algemeen blij met deze duidelijke regels, waarvan het college in knellende situaties mag afwijken. Het CDA wil in dat geval graag vooraf geïnformeerd worden. Hij is het met de heer Banga eens dat een vereveningsbijdrage van ,- voor de ontwikkelaar een koopje is. Juist omdat er in Oegstgeest nog maar weinig ruimte is om te bouwen, stelt het CDA voor dit bedrag te verhogen tot een bedrag tussen ,- en ,-. De verplichting om de subsidie inclusief rente terug te storten in de reserve sociale woningbouw geldt niet bij verkoopconstructies met een terugkoopverplichting. Bewoners kunnen echter ook een beroep doen op de gemeente om er een doorstroomwoning van te maken, zodat het MGE-label er van af gehaald wordt. In dat geval wordt de woning aan de gewone woningvoorraad toegevoegd en hij kan zich voorstellen dat dan ook de subsidie aan de gemeente terug gegeven moet worden. De heer Dekker stelt dat het college met deze uitwerking van de beleidsregels heeft voldaan aan het verzoek van de raad. De VVD sluit zich aan bij de opmerking van het CDA over de vereveningsbijdrage. Hoe is het bedrag van ,- tot stand gekomen? Mevrouw Van Dijk is blij met het voorstel. Het is goed dat iedereen weet waar hij aan toe is. Zij vraagt aandacht voor de situatie van de woningstichting. Het is inderdaad niet altijd mogelijk om een gelijk aantal sociale woningen terug te bouwen. LO sluit zich aan bij voorgaande sprekers over de vereveningsbijdrage. De heer Van der Post is blij dat er beleidsregels geformuleerd zijn. De grens wordt gelegd bij een project met meer dan 10 woningen. Daar zijn er echter niet veel meer van. Ligt de grens daarom niet te hoog? Er is wel terecht gekozen voor een grens van 30%. Ook PrO vraagt zich af wat er gebeurt wanneer het gehele project bestaat uit nieuwbouwwoningen. Het is dan onmogelijk een gelijk aantal sociale woningen terug te bouwen. 3

4 De subsidievoorwaarden bij herstructurering leiden per definitie tot hogere bouweenheden. Is dat in overeenstemming met de structuurvisie? PrO heeft al eerder haar verbazing uitgesproken over de toewijzing van subsidies op andere wijze dan bij het Boerhaveplein. Woningcorporaties zijn bekend met de onrendabele top. Maar het is ook niet de bedoeling dat deze per definitie buiten de boot vallen. Tegelijkertijd wil hij ook voorkomen dat een woningcorporatie het fonds leeg trekt. Dat is een probleem. In het verleden is ook besloten dat een deel van het fonds wordt bestemd voor de subsidie voor koopwoningen. PrO vraagt zich af of de voorgestelde criteria de bouw in Nieuw-Rhijngeest op slot zet, omdat de 30% daar niet gehaald zal worden en er dus geen subsidie aangevraagd kan worden. Hij vindt het een goede suggestie om de hoogte van de vereveningsbijdrage te heroverwegen. Bij de bepaling daarvan moet ook rekening gehouden worden met het bedrag dat in het verleden in rekening is gebracht. PrO is van mening dat het fonds vooral ingezet moeten worden voor kleine projecten waarbij het lastig is de 30% te realiseren. De voorgestelde beleidsregels maken dat niet per definitie makkelijker. De heer Van den Ouweelen onderschrijft de zorgen van PrO. Wethouder Tönjann antwoordt dat het niet eenvoudig was om beleidsregels te formuleren inclusief een hardheidsclausule zonder dat er ergens onrecht wordt aangedaan. Het college heeft onderzoek gedaan bij vergelijkbare gemeenten en heeft ook te maken met regionale afspraken. Het dorp is bijna volgebouwd en dan gaat het alleen nog om herstructurering. Zij noemt als voorbeeld de Amelelocatie. Deze locatie ligt al jaren braak als gevolg van de 30%- eis. De herstructureringsregel kan hier goed toegepast worden. Voor Buitenlust ligt het anders. Op deze locatie kan de hardheidsclausule toegepast worden. De wethouder staat echter open voor een beter idee. Middels een benchmark is het bedrag van ,- vastgesteld. Zij heeft begrip voor de opmerkingen van de commissie, maar vraagt: welk bedrag dan wel? Welk bedrag ontmoedigt wel en welk niet? Geleerd uit het verleden treedt er een nieuwe fase in. De grens van 10 woningen is lastig. Ook mbt dit aspect is er gebenchmarkt. Er is vaak sprake van particulier ondernemerschap en dat maakt de zaak complex. Nieuw-Rhijngeest valt buiten dit onderwerp. Het grootste deel sociale woningen is al gebouwd of wordt gebouwd en daarover zijn andere afspraken gemaakt. De pot is inderdaad niet vet. Ook in de volkshuisvestingsnota zal worden opgenomen dat er niet elders geld vandaan zal komen, wanneer de bodem daarvan is bereikt. In het kader van maatschappelijk gebonden eigendom is afgesproken dat er geen woningen weg mogen vloeien uit de sociale markt. Daarover zijn afspraken gemaakt met de woningbouwcorporaties. Eén van de onderdelen van de prestatieafspraken over Buitenlust is dat er evenveel woningen terug moeten komen. Om die reden stelt zij voor gebruik te maken van de hardheidsclausule. De betrokken ambtenaar vult aan dat de grens is bepaald op 10 woningen, omdat de realisatie van sociale woningbouw bij en klein project moeilijker is i.v.m. de omslag van kosten. In die gevallen is er ook vaker sprake van particulier ondernemerschap. Sommige gemeenten leggen de grens bij vijf woningen. Dat lijkt niet reëel. Andere gemeenten bij 10. De gemeentelijk projectleider die veel ervaring heeft met herstructurering meent dat 10 een juiste grens. De heer Braun merkt op dat er voor het niet bouwen van 16 sociale woningen op het ASCterrein ,- per woning wordt betaald. 4

5 Wethouder Tönjann antwoordt dat dat wellicht een goed bedrag is. De hoogte van de vereveningsbijdrage moet wel onderbouwd zijn. Tweede termijn De heer Van der Post stelt dat er nog iets verzonnen moet worden voor een herstructurering van 100% sociale woningen. Het zelfde aantal kan niet worden teruggebouwd. Op het terrein van het politiebureau worden negen sociale woningen gerealiseerd. Het is jammer dat deze niet in aanmerking komen voor subsidie. Hij vindt ,- als vereveningsbijdrage redelijk. De heer Van den Ouweelen verwijst naar de locatie aan het Boerhaveplein en de bijdrage voor dat project van ,-. Er is behoefte aan duidelijke regels, die aangeven op welke manier men in aanmerking kan komen voor een bijdrage uit het fonds. De nota is een goede aanzet daartoe. Ook hij is van mening dat een vereveningsbijdrage van ,- te weinig is. Wanneer een ontwikkelaar op dezelfde plek een vrijesectorwoning bouwt, heeft hij dit bedrag snel terugverdiend. Ook ,- is te laag, omdat de onrendabele top in de sociale sector bijna het dubbele is. Wanneer het goedkoop is om sociale woningen uit te kopen, zal er in het dorp sociale stratificatie ontstaan met vele sociale woningen op één plek. De heer Den Boer vraagt aandacht voor het ontbreken van de verplichting om de subsidie terug te storten bij een verkoopconstructie met terugkoopverplichting. De wethouder zegt dat er afspraken zijn gemaakt om wegvloeien naar de vrije sector te voorkomen. Toch vraagt hij haar te overwegen om het terugstorten ook te verplichten voor woningen met een dergelijke koopconstructie. Juist om gelijkheid te bewaren tussen sociale koop- en huurwoningen. Hij meent dat de hoogte van de subsidie voor een MGE-woning gedeeltelijk gekoppeld is aan de onrendabele top. Wanneer deze daalt, is de sociale koopwoning minder aantrekkelijk voor mensen om in te stappen. Hij zal hier met een technische vraag op terugkomen. De heer Dekker noemt de opgestelde beleidsregels concreet genoeg met uitzondering van de hoogte van de vereveningsbijdrage. Mevrouw Van Dijk merkt op dat het wellicht verstandig is de verveningsbijdrage vast te stellen op twee maal de grondquote. Dan groeit deze ook mee met de inflatie. Wethouder Tönjann vindt dit een goede suggestie. Zij zal het voorstel in deze zin aanpassen. Als antwoord op de heer Van der Post verwijst zij naar paragraaf 2.1. Wanneer iemand drie woningen bouwt, waarvan drie sociale, kan hij een aanvraag doen voor 3 x ,-. Er is een probleem wanneer bij herstructurering huizen worden gebouwd op grond waarop geen sociale woningen stonden. De grond wordt duur verkocht en dat maakt het bij een gering aantal woningen moeilijk om sociale woningen te realiseren i.v.m. de hoogte van de onrendabele top. Na onderzoek en vergelijking met andere gemeenten heeft het college gekozen voor de grens van 10 woningen. Op een vraag van de heer Braun antwoordt zij dat het erg lastig is om een lijst aan te leggen met ontwikkelaars die van deze regeling gebruik zullen maken. Op dit moment kan zij alleen de Amelelocatie bedenken. De heer Braun vraagt de wethouder in dit kader ook te denken aan jongerenhuisvesting. Het onderwerp wordt als bespreekpunt geagendeerd voor de raadsvergadering. 11. Aanleg drainage in Prinsessenwijk en Oranjepark en niet overgaan tot stimuleringskader aanleg drainage Dit onderwerp is van de agenda afgevoerd. 5

6 12. Inkoop strooizout en strooibeleid Dit onderwerp is van de agenda afgevoerd. 13. Inhoudelijke mededelingen Geen opmerkingen. 14. Stukken ter kennisneming Nota grondprijzen De heer Braun is geschrokken van de marges in nieuwe prijslijst. PrO heeft al eerder gesteld dat de grondquote geen goed instrument is om de grondwaarde te bepalen. De prijslijst is een uitvloeisel van het grondbeleid. De grondnota verschijnt echter pas in juni. Dat maakt het lastig een prijsbeleid te bepalen. Hij vindt het ook niet juist om één prijs te bepalen voor snipergroen, omdat de grond in verschillende delen van het dorp ook een verschillende waarde heeft. PrO adviseert de wethouder een integraal grondbeleid te formuleren met aandacht voor de verschillende vormen van uitgifte van gemeentelijk vastgoed, zoals verkoop, verhuur, erfpacht, opstalrecht en het gebruik van grond. Wethouder Mackay zal deze suggestie meenemen. Bij het opstellen van de Nota grondbeleid wordt gebruik gemaakt van een extern bureau. Hij nodigt de commissie uit om de kaart waarop alle gemeentelijk eigendommen staan te bekijken. De gemeente heeft meer bezit dan werd gedacht. Zo is de gemeente volgens het kadaster eigenaar van stukken grond waarvan zeker is dat deze zijn verkocht en andersom. De betrokken ambtenaar vult aan dat de gemeente onderzoek heeft laten doen door het kadaster. Het kadaster geeft aan dat er vermoedelijk misstanden zijn. Er moeten 25 gevallen uitgezocht worden en misschien nog 85 extra. Wethouder Mackay vervolgt. Indien nodig kunnen de grondprijzen aangepast worden aan de Nota grondbeleid. De prijzen op de kaart zijn minimumprijzen. De bandbreedtes zijn er uit gehaald. De Nota snippergroen zal na de zomervakantie geëvalueerd worden. Er is al veel snippergroen verkocht. De heer Braun vraagt nogmaals aandacht voor de integraliteit. Hij stelt voor de gemeentelijke eigendommen onder te verdelen en inzichtelijk te maken onder welk regiem deze worden uitgegeven. Tegen welke prijs worden bijvoorbeeld de sportvelden verhuurd. Met deze kennis kunnen er keuzes gemaakt worden. Wethouder Mackay nodigt de heer Braun uit hier op een ander moment verder over te praten. 15. Rondvraag Geen opmerkingen De voorzitter sluit de vergadering; het is 22.10h. 6