Leidraad Portfolio Schakeljaar

Transcriptie

1 Leidraad Portfolio Schakeljaar Geneeskunde CRU/SUMMA Cursusjaar 2016/2017

2 Heb je klachten, opmerkingen of suggesties over deze leidraad? Mail dan naar of De MVT/JVT gaat er dan mee aan de slag! LEESWIJZER Deze leidraad is geschreven voor studenten en is ter informatie ook bestemd voor begeleiders, docenten en andere betrokkenen bij het onderwijs in het schakeljaar van CRU en SUMMA. In sommige passages wordt de lezer direct aangesproken: met u wordt in die gevallen steeds de student bedoeld. Overal waar in deze leidraad studenten of onderwijsgevenden worden aangeduid met de mannelijke vorm, kan ook de vrouwelijke vorm worden gelezen. Colofon Samenstelling: Prof. A.J. Verbout, Prof. dr. E.W.M.T. ter Braak en dr. J. van Tartwijk Achtste herziene versie, juli 2016: dr. T.W. van Haeften Algemeen contactadres Schakeljaar: Onderwijscentrum - Master Geneeskunde - afd. Onderwijszaken UMC Utrecht, locatie HvdB, Huispost HB 1.06 Telefoon: STIP@umcutrecht.nl Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, noch in een gegevensopzoeksysteem worden opgeslagen, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Onderwijscentrum van het Universitair Medisch Centrum Utrecht De digitale versie van de deze Leidraad Portfolio is te vinden op Blackboard: bbc Leidraad Portfolio Schakeljaar

3 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding Programma schakeljaar De rol van de semi-arts Competentieleren en competentiegebieden Het portfolio Structuur van het portfolio Inhoud van het portfolio Hoofdstuk 1. Algemene gegevens Hoofdstuk 2. Competentie-ontwikkeling Hoofdstuk 3. Portfolio-opdrachten van de cursussen en stages Beoordeling en begeleiding STARTblok en terugkomdagen schakeljaar Functioneringsgesprekken Beoordelingsformulieren Portfoliogesprek Bijlagen van de leidraad portfolio Bijlage 1 Competenties van de basisarts Bijlage 2 VAAR-verslag Bijlage 3 Documenten en beoordelingsformulieren Leidraad Portfolio Schakeljaar

4 4 Leidraad Portfolio Schakeljaar

5 1 Inleiding Het portfolio van het schakeljaar sluit aan bij het model van competentiegericht leren, zoals dit voor de vervolgopleidingen tot huisarts, medisch specialist of sociaal geneeskundige is ontwikkeld, ontleend aan de CanMEDS2005. In deze leidraad wordt afwisselend gesproken over het portfolio (het onderwijskundige concept) en de portfoliomap (dat is de echte map waarin zich het bewijsmateriaal van de producten en beoordelingen bevindt). 1.1 Programma schakeljaar Het schakeljaar voor CRU bestaat uit acht periodes van 6 weken (P1 t/m P8 genoemd): zeven periodes onderwijscontact en één periode ter afsluiting. Nadat u zich heeft aangemeld voor het schakeljaar, deelt Onderwijszaken u in voor: - uw STARTblok - uw terugkomdagen - uw periodes waarin de Algemene semi-artsstage (ASAS) van 12 weken (twee aaneengesloten periodes) valt. De overige vier periodes (24 weken) worden individueel samengesteld, waaronder een wetenschapsstage van minimaal 12 weken tot maximaal 24 weken (twee tot vier periodes). Afhankelijk van de duur van de wetenschapsstage heeft u ruimte voor: - een Bijzondere semi-artsstage (BSAS) van 12 weken (twee aanééngesloten periodes) of - één keuzestage/oriëntatiestage van 12 weken (twee periodes) of - twee keuzestages/oriëntatiestages van elk 6 weken (elk één periode). Ook kunt u ervoor kiezen uw wetenschapsstage en ASAS of BSAS te combineren: de zogenaamde combistage (vier periodes, 24 weken). Deze tijdsduur van 24 weken is de maximale periode die u in het schakeljaar bij één vakgebied mag doorbrengen van deze (24 weken) regel wordt onder geen beding afgeweken. De ASAS wordt in het eigen Onderwijs- en Opleidingsregio (Utrecht) gevolgd, de keuzestage bij voorkeur in Nederland en de wetenschappelijke stage kan wereldwijd plaatsvinden. De definitieve vaststelling (en administratie) van alle periodes waarin u stages loopt in het schakeljaar geschiedt door Onderwijszaken. Nadat uw persoonlijk programma bij u is bekendgemaakt, kunt u dit alléén wijzigen in overleg met de afdeling Co-schappen. Hieronder staat een overzicht van de verdeling van de studiepunten (60 EC) in het schakeljaar met de verschillende cursussen (c.q. stages) en de daarbij behorende studiepunten. (Tabel 1.1) Tabel 1.1 Overzicht van duur en verdeling studiepunten per studiecursus en stage voor CRU Omschrijving Duur EC STARTblok Schakeljaar 6 weken 8 Terugkomdagen (TKD) 8 dagen 3 Algemene semi-artsstage (ASAS) 12/18 weken 16/24 Bijzondere semi-artsstage (BSAS) 12 weken 16 Keuzestage 6/12 weken 8 /16 Wetenschapsstage (WS) 12/18/24 weken 16/24/32 Afsluitperiode 6 weken 1 Totaal 48 weken 60 Het schakeljaar voor SUMMA bestaat ook uit acht periodes van 6 weken (P1 t/m P8 genoemd) waarvan één periode ter afsluiting. Het programma bestaat uit: - een ASAS = Algemene semi-artsstage (ASAS) van 12 weken (twee aaneengesloten periodes) - de Onderzoekspraktijk 3 (OP3) - een klinische keuzestage. Het is ook mogelijk om OP3 en ASAS te combineren en bij één divisie te doorlopen: de zogenaamde combistage (39 weken). De keuzestage dient binnen een ander vakgebied plaats te vinden. Hieronder staat een overzicht van de verdeling van studiepunten (65 EC) in het schakeljaar (SUMMA) met de verschillende cursussen en de daarbij behorende studiepunten. (Tabel 1.2.) Leidraad Portfolio Schakeljaar

6 Tabel 1.2. Overzicht van duur en verdeling studiepunten per studiecursus en stage voor SUMMA. Omschrijving Duur EC Algemene semi-artsstage (ASAS) 12 weken 16 Onderzoekspraktijk 3 (OP3) 27 weken 40 Klinische keuzestage 6 weken 8 Afsluitperiode 6 weken 1 Totaal 45 weken (excl. afsluitperiode) 65 De onderdelen START-blok (met modulen EBM, Professionaliteit en onderwijstraining), terugkomdagen (met modulen EBM en Professionaliteit) en bijzondere semi-artsstage (BSAS) zijn niet van toepassing op SUMMA-studenten. Deze delen van de handleiding kunt u overslaan. 1.2 De rol van de semi-arts In het schakeljaar moet de semi-arts competenties bereiken waarbij voldaan wordt aan de eindtermen van het Raamplan Als semi-arts werkt u in veel opzichten op een vergelijkbare manier als een (junior) assistent in opleiding tot specialist (AIOS). Het uitgangspunt van de Wet BIG is dat het handelen op het gebied van de individuele gezondheidszorg, al dan niet beroepsmatig verricht, in principe vrij is. Bepaalde handelingen zijn echter voorbehouden. De wet heeft een onderscheid gemaakt tussen beroepsbeoefenaren die zelfstandig bevoegd zijn en beroepsbeoefenaren die niet zelfstandig bevoegd zijn om voorbehouden handelingen uit te voeren. Wie niet zelfstandig bevoegd is, mag in opdracht van een zelfstandig bevoegde en onder bepaalde voorwaarden een voorbehouden handeling uitvoeren. Alle anderen is het verboden om deze handelingen uit te voeren, tenzij er sprake is van een noodsituatie. De wet noemt de volgende voorbehouden handelingen: o o o o o o o o o o o o o heelkundige handelingen; verloskundige handelingen; endoscopieën; catheterisaties; injecties; puncties; narcose; het gebruik van radioactieve stoffen en ioniserende straling; cardioversie; defibrillatie; electroconvulsieve therapie; steenvergruizing; kunstmatige fertilisatie. Toedienen van medicijnen komt als zodanig niet voor in het rijtje voorbehouden handelingen. Echter, injecteren en het aanleggen van een infuus, veelgebruikte methoden waarmee geneesmiddelen worden toegediend, zijn wél voorbehouden handelingen. Daarnaast is het voorschrijven van medicijnen (het schrijven van een recept) wel een handeling die is voorbehouden aan artsen (en verloskundigen) op grond van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening (WOG). Het leveren van geneesmiddelen is, eveneens op basis van de WOG, voorbehouden aan apothekers en apotheekhoudende huisartsen. Dit alles betekent niet dat deze handelingen nooit kunnen worden uitgevoerd door de semi-arts. Wel dat er altijd een arts is die verantwoordelijkheid neemt. In het geval van receptuur, betekent dit dat een handtekening van een semi-arts niet geldig is en dat een door de semi-arts geschreven recept altijd door een assistent of staflid moet worden ondertekend. Zie verder: de brochure Onder Voorbehoud van het ministerie van VWS. 6 Leidraad Portfolio Schakeljaar

7 1.3 Competentieleren en competentiegebieden Het portfolio heeft als doel de persoonlijke en professionele ontwikkeling van de student als semi-arts tot basisarts aan de hand van competentiedomeinen te stimuleren, te volgen, te begeleiden en te toetsen. De (leer)ervaringen worden per stage systematisch vastgelegd. De ontwikkeling van uw competenties illustreert u door het verzamelen van producten, het ontvangen van feedback, en toetsresultaten. De ontvangen feedback en toetsing leiden tot reflectie. Het werken met het portfolio kan zo leiden tot een uitbreiding van competenties binnen één stage én in het schakeljaar als geheel. De competentieontwikkeling in het schakeljaar als geheel wordt in de afsluitperiode geëvalueerd met een portfoliogesprek, het eindgesprek van het schakeljaar. De zeven competentiedomeinen die tijdens het schakeljaar worden ontwikkeld en waar u zich op richt, zijn weergegeven in Tabel 2. Elk competentiedomein is opgebouwd uit verschillende competenties, die beschreven staan in Bijlage 1. Tabel 2. De zeven competentiedomeinen COMPETENTIEDOMEIN ROLLEN van de (SEMI-)ARTS 1. Medisch deskundige medisch expert, hulpverlener 2. Communicator luisterend oor, voorlichter, adviseur 3. Samenwerker teamspeler, leidinggevende 4. Organisator manager, leidinggevende 5. Gezondheidsbevorderaar functionerend binnen de organisatie van de gezondheidszorg 6. Academicus academicus, docent, onderzoeker 7. Beroepsbeoefenaar professional Figuur 1. De competentiedomeinen van de arts 1, waarbij medisch handelen centraal staat 1 CanMEDS-model 2005, Nederlandse vertaling, naar origineel van Royal College of Physicians and Surgeons of Canada. Leidraad Portfolio Schakeljaar

8 Tabel 3. Competentiematrix: competentiedomeinen in relatie tot de cursussen en stages Cursus/Stage Medisch deskundige Communicatior Samenwerker Organisator Gezondheidsbevorderaar Academicus Beroepsbeoefenaar STARTblok & TKD: EBM STARTblok en TKD: Professionaliteit STARTblok: Onderwijstraining ASAS BSAS Wetenschapsstage (Klinische) Keuzestage of Oriëntatiestage Onderwijsstage = suggestie voor competentiedomeinen voor die stage 8 Leidraad Portfolio Schakeljaar

9 2 Het portfolio Het portfolio is een verzameling van bewijsmateriaal waarmee u aantoont dat u beschikt over de competenties (kennis, vaardigheden, attitudes en ervaringen) die vereist zijn om het schakeljaar succesvol af te ronden en om straks te kunnen functioneren als bekwaam basisarts. U bent verantwoordelijk voor de inhoud, uiterlijk en logistiek van uw portfoliomap. Dit brengt het volgende met zich mee: o plannen van activiteiten, waaronder het afronden van opdrachten en verslagen; o o zorgen voor een overzichtelijk en representatief portfolio van activiteiten en prestaties; zorgen dat u weet bij wie u verwacht wordt voor een plannings-, voortgangs- of beoordelingsgesprek aan de hand van het portfolio; o zorgen dat u uw beoordelingsformulieren tijdig inlevert (zie 4.3); o zorgen dat u weet wanneer, waar en bij wie u het portfolio moet inleveren (zie 4.4). Privacybescherming De portfoliomap bevat vertrouwelijke informatie, zoals geanonimiseerde (!) patiëntgegevens, gegevens over uw eigen functioneren en gegevens met betrekking tot projecten en onderzoeken van anderen. U neemt in verband hiermee steeds de nodige voorzorgen en zorgt ervoor patiëntgegevens altijd adequaat te anonimiseren (nooit namen (ook niet van kinderen!), of voorletters, geboortedata of registratienummers van patiënten in het portfolio vermelden). Eigendom van het portfolio Het portfolio is een persoonlijk document en daarmee eigendom van de student. De portfoliomap kan uitsluitend worden ingezien door begeleiders en docenten aan wie daarvoor door de student toestemming is verleend. Begeleiders en anderen geven uitsluitend op de daarvoor bestemde plaatsen schriftelijke feedback ten aanzien van het portfolio. Beoordelingsformulieren en documenten Alle in deze leidraad beschreven formulieren en documenten zijn te vinden op de subsite van de Universiteit Utrecht. Hiermee wordt bedoeld: Daarnaast bevindt zich in bijlage 3 een overzicht van de op deze site beschikbare documenten. Slechts de opdracht KKL en KPB in het Schakeljaar is te vinden op Blackboard, onder de module onderwijstraining. De eindbeoordelingsformulieren (met doordrukpapieren) moeten apart worden verkregen bij Willy s Winkeltje of het Studie-informatiepunt (STIP). 2.1 Structuur van het portfolio Uw portfolio bestaat uit de volgende drie hoofdstukken. Hoe deze samen te stellen, staat in een uitgebreidere uitleg in Hoofdstuk 3: Inhoud van het portfolio. Hoofdstuk 1: Algemene gegevens Dit hoofdstuk bevat uw personalia, een overzicht van het programma van het schakeljaar en uw curriculum vitae. Hoofdstuk 2: Competentieontwikkeling Per stage geeft u een overzicht van uw ontwikkeling voor ieder in aanmerking komend competentiedomein. Ook geeft u een samenvattende slotbeschouwing. Het biedt u en de examinator dus een overzicht van wat u in het schakeljaar heeft geleerd en welke persoonlijke en professionele ontwikkeling u heeft doorgemaakt. In de competentiematrix (zie Hoofdstuk 1 Inleiding ), staan suggesties voor competenties die u in de betreffende stage zou kunnen ontwikkelen. U bent vrij om te bepalen welke competenties u zelf tijdens de betreffende stages wilt benadrukken. Hoofdstuk 3: Portfolio-opdrachten van de cursussen en stages Dit hoofdstuk bevat per cursus/stage van het schakeljaar een verzameling van opdrachten, leertaken (e.g. VAAR-verslagen, ontslagbrieven, partusverslagen, etc), reflectieopdrachten (e.g. zelfbeoordelingen en PAP s), materiaal n.a.v. observaties en presentaties, tussentijdse beoordelingen en beschouwingen die aangeven welke competentieontwikkeling u hebt doorgemaakt. Dit natuurlijk gerangschikt per stage. Leidraad Portfolio Schakeljaar

10 10 Leidraad Portfolio Schakeljaar

11 3 Inhoud van het portfolio 3.1 Hoofdstuk 1. Algemene gegevens U begint met het schrijven van het eerste hoofdstuk van uw portfolio Algemene gegevens. Dit hoofdstuk wijst de weg in uw portfoliomap als geheel. Het bevat 3 paragrafen: A) Gegevens eigenaar: inclusief een pasfoto (verplicht). B) Overzicht programma schakeljaar: welke stages u loopt en wie uw begeleider is. Vermeld hierbij duidelijk de data (ook het jaar!) van de periode waarin u de stage loopt. Uw programma voldoet uiteraard aan de gestelde voorwaarden, maar is verder uniek en individueel. Houd deze paragraaf steeds correct en volledig bij. Het is te prefereren hierbij de volgorde aan te houden waarin u de stages loopt. C) Curriculum vitae: Schrijf het CV zo dat het ook geschikt is voor extern gebruik, bijvoorbeeld voor sollicitaties. Met een CV dat onderdeel uitmaakt van het portfolio kunt u verwijzen naar materiaal dat u hebt opgenomen in het portfolio (bijv. een artikel dat u geschreven hebt, of toetsresultaten). Met het CV geeft u de lezer ook inzicht in eerdere ervaringen 2. Tevens kunnen activiteiten buiten de opleiding hierin worden opgenomen. U vindt een versie van dit document, evenals de andere benodigde formulieren voor dit hoofdstuk uit uw portfolio, op de subsite van de Universiteit Utrecht: Hoofdstuk 2. Competentie-ontwikkeling Hoofdstuk 2 van uw portfolio bestaat uit een overzicht van de door u doorgemaakte ontwikkeling op de competentiedomeinen ontleend aan de CanMEDS2005 (zie bijlage 1). Door het gericht opdoen van ervaringen en het ondernemen van activiteiten, werkt u tijdens de stages c.q. blokken systematisch aan de competenties van deze verschillende competentiedomeinen. Op verschillende momenten tijdens het schakeljaar dient u te reflecteren op uw eigen functioneren. Dit is gestructureerd aan de hand van de volgende reflectieopdrachten: - Beschouwing en persoonlijk actieplan - Beschouwing competentieontwikkeling aan het einde van de stage - Slotbeschouwing competenties Aan het einde van het schakeljaar voegt u al deze competentieontwikkelingen die u tijdens de verschillende stages hebt doorgemaakt, per competentiedomein samen. Dit wordt hoofdstuk 2 van uw portfoliomap. 2 Denk in het bijzonder aan dingen als keuzemodules, buitenlandse stages, werkervaring in de eerdere jaren van de studie. Leidraad Portfolio Schakeljaar

12 Tabel 4. Alle stages, behalve het STARTblok Tijdstip Verplicht materiaal Hoeveelheid (chronologisch) Begin stage Logboek of activiteitenplan 1 per stage Planningsgesprek Voortgangsgesprek (bij stage >= 12 wk, elke 6 wk) Eindgesprek Beschouwing en actieplan Beoordelingsformulier Beschouwing en actieplan Beoordelingsformulier Beschouwing competentieontwikkeling aan het einde vd stage Eindbeoordelingsformulier Beoordeling Professionaliteit 1 per voortgangsgesprek 1 per stage Afsluitblok Slotbeschouwing competenties 1 per schakeljaar Beschouwing en persoonlijk actieplan Voorafgaand aan elk functioneringsgesprek maakt u deze opdracht. Ter voorbereiding op het plannings- en voortgangsgesprek gaat u eerst na welke competentiedomeinen aan bod komen in de betreffende stage (zie als voorbeeld de competentiematrix in Hoofdstuk 1 Inleiding, tabel 3). U schrijft een korte beschouwing: - noem 2 à 3 competenties van één of meer competentiedomein(en) die u goed afgaan; - noem 4 à 5 competenties van één of meer competentiedomein(en) die u wilt ontwikkelen; - noem de competenties waar u in deze stage aan gaat werken. Vervolgens schrijft u een actieplan (totaal max. 300 woorden), waarin u aangeeft hoe u aan welke competenties gaat werken: - U formuleert hiervoor leerdoelen, welke afgeleid zijn van één of meerdere competentie(s). - U werkt uw leerdoelen uit van globaal naar specifiek. De specifieke leerdoelen zijn SMART geformuleerd: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden. Dat wil zeggen: wat precies, hoeveel, hoe goed en wanneer. - In een leerdoel kunt u eventueel verwijzen naar materialen in uw portfolio om uw doel te onderbouwen. Aan de hand van deze concrete leerdoelen 3 kunt u gedurende en na afloop van de stage nagaan of u het betreffende doel hebt gehaald. Omdat het doel afgeleid is van een kerncompetentie, kunt u op deze manier uw competentie-ontwikkeling bijhouden. Beschouwing competentie-ontwikkeling aan het einde van een stage Ter voorbereiding op het eindgesprek van een stage, bundelt u de reflecties die u voor het planningsen voortgangsgesprek hebt gemaakt en voegt u de reflecties over de laatste periode van uw stage hieraan toe. Daarmee geeft u, aan het einde van de stage, een helder overzicht in welke competentie of in welk competentiedomein u zich de afgelopen stage hebt ontwikkeld (in hoeverre u bent gevorderd na afloop van de stage). Voor elk competentiedomein is de maximale lengte van uw beschouwing 200 woorden. 3 Voorbeeld. Globaal: Tijdens mijn keuze co-schap sportgeneeskunde wil ik werken aan het competentiedomeinmedisch handelen met als competentie het lichamelijk onderzoek. Specifiek: Tijdens mijn keuze co-schap sportgeneeskunde wil ik het lichamelijk onderzoek van de knie beter leren. De eerste drie weken zal ik dit doen door bij alle patiënten die voor een sportkeuring komen op de poli een knie onderzoek uit te voeren, de drie weken erna leg ik de nadruk op patiënten die op de poli komen met een knieklacht en wil ik in ieder geval vijf patiënten per week onderzoeken. Na drie en na zes weken laat ik mij beoordelen via een directe klinische observatie en wil ik hierop minimaal een 8 of hoger scoren. 12 Leidraad Portfolio Schakeljaar

13 Per competentiedomein geeft u een reflectie ( antwoord ) op de volgende onderwerpen: - Tijdens dit studieonderdeel heb ik mij in positieve zin verder ontwikkeld t.a.v. de volgende competenties, want - Tijdens dit studieonderdeel heb ik gemerkt dat ik nog onvoldoende beschik over de volgende competenties, want - Ik ga in de nabije toekomst specifiek werken aan (noem 1 of 2 competenties). Dit ga ik als volgt aanpakken: Deze formulering kunt u, maar hoeft u niet te gebruiken. U heeft een zekere vrijheid in het opstellen van uw eigen reflectie. Slotbeschouwing competenties Ter voorbereiding op het portfoliogesprek in de afsluitingsperiode van het schakeljaar maakt u voor elk competentiegebied de verplichte reflectieopdracht slotbeschouwing competenties. Deze opdracht voegt u vervolgens ook toe aan hoofdstuk 2 van uw portfolio. Voor elk competentiedomein is de maximale lengte van uw slotbeschouwing 200 woorden. Per competentiedomein geeft u een reflectie op de volgende onderwerpen: - In welke competentiedomeinen heeft u zich voldoende ontwikkeld om te kunnen functioneren in een werkkring als basisarts? - Welke competenties behoren tot uw sterke kanten en hoe denkt u hiervan in uw verdere loopbaan gebruik te kunnen maken 4? - Welke competenties behoren tot uw minder sterke kanten en wat wilt u hiermee in uw verdere loopbaan doen? Ook hier heeft u een zekere vrijheid in het formuleren van uw eigen slotbeschouwing. 3.3 Hoofdstuk 3. Portfolio-opdrachten van de cursussen en stages Gedurende het gehele jaar werkt u aan hoofdstuk 3 van uw portfoliomap. De STARTblok-onderdelen, de terugkomdagen en elke klinische stage, wetenschapsstage of keuzestage vormen elk een aparte sectie van hoofdstuk 3. Elke sectie, behalve het STARTblok, begint met een logboek, met daarin een inhoudsopgave van uw materialen van die betreffende sectie. Elk product dat u tijdens een stage maakt of elke leertaak die u uitvoert, voegt u toe aan de betreffende paragraaf en vermeldt u in uw logboek. Hierachter is een voorbeeld van een logboek weergegeven (zie Tabel 5). Elk logboek heeft de vorm van een tabel die u volledig en duidelijk moet invullen: alle documenten met de betreffende data. De tabel is voor iedere stage digitaal beschikbaar via de UU site. Voeg zoveel extra rijen toe als u nodig hebt. Geef ook de titels/namen van uw presentaties, VAAR-verslagen, etc. Per stage houdt u op deze manier uw ontwikkelingen bij. 4 Voorbeeld: tijdens mijn BSAS microbiologie bleek dat multidisciplinair samenwerken (microbiologen, analisten, ziekenhuishygiënisten, curatief werkende artsen, verpleegkundigen) mij goed ligt, want ik kreeg hierover veel positieve feedback (zie eindbeoordeling BSAS) en ik beleefde er zelf ook veel plezier aan. Ik denk dat ik dit in mijn opleiding tot huisarts goed zal kunnen gebruiken, omdat in dit vak zeer veel multidisciplinair moet worden samengewerkt (specialisten, praktijkverpleegkundige, wijkverpleging, maatschappelijk werk, fysiotherapie, apotheek, etcetera). Leidraad Portfolio Schakeljaar

14 Naarmate u meer studieonderdelen hebt voltooid, worden uw logboeken, en daarmee dit hoofdstuk, vollediger. Alle producten en materialen die u per stage verplicht in het portfolio moet opnemen, worden toegelicht in de volgende tekst en zijn samengevat in de tabellen aan het einde van deze paragraaf. Portfolio materiaal Er bestaan verschillende typen materialen die kunnen worden opgenomen in de portfoliomap: materiaal n.a.v. reflectie-opdrachten, observaties en feedback, leertaken, en materiaal n.a.v. beoordelingen. Deze dienen als illustratie (soms ook wel bewijsmateriaal genoemd) voor de ontwikkeling van uw competenties. Houd hierbij de volgende punten in ogenschouw: - Neem uw meest geslaagde producten op. - Neem minder geslaagde producten eventueel op, maar dan uitsluitend ter illustratie van de ontwikkeling die u doormaakt. - Neem in elk geval alle verplichte materialen op (zie de tabellen aan het einde van deze paragraaf). - Neem, met uitzondering van beoordelingsformulieren, geen handgeschreven producten op. - Respecteer de structuur van het portfolio en verduidelijk deze voor uw eigen portfoliomap waar nodig. Typen bewijsmateriaal: Observaties Observatie van uw medisch handelen m.b.v. de zgn. KOMHa-formulieren (korte observatie medisch handelen) Presentaties Er bestaan verschillende presentaties die u tijdens een stage kunt geven. Dit kan variëren van een patiëntpresentatie tot een voordracht over een onderzoek waar u mee bezig bent, of over een bepaald onderwerp waar u zich nader in hebt verdiept. Leertaken - VAAR-verslag (Volgen, Analyseren, Annoteren, Reflecteren) Middels een VAAR-verslag wordt de hele procesgang van een patiënt in kaart gebracht. Voor een uitgebreide uitleg over de opzet van het VAAR-verslag wordt verwezen naar Bijlage 2. U dient voorafgaand aan de stage afspraken te maken - met aantekening in uw planningsgesprek - over het te maken aantal VAAR-verslagen; gemiddeld rekent men met een aantal van 3 per periode van 6 weken. N.B. Dit aantal geldt in principe ook voor klinische keuzestages. Op de site vindt u het beoordelingsformulier VAAR-verslag dat uw begeleider dient in te vullen. - Vakspecifieke opdrachten semi-artsstages In de semi-artsstages kan de stagegever eventueel een aantal vakspecifieke opdrachten verlangen, bijvoorbeeld partusverslagen, ontslagbrieven, operatieverslagen, SEH-verslagen, casusrapportages of anesthesieverslagen. Indien u dergelijke opdrachten maakt, wordt meestal door uw stagegever afgesproken dat u minder VAAR-verslagen hoeft te maken dan het gebruikelijke aantal van 6. Minimaal maakt u 2 VAAR-verslagen, tenzij nadrukkelijk tijdens uw planningsgesprek is afgesproken dat dit vervangen wordt door vakspecifieke opdrachten, waarvan dan aantekening op het planningsgesprekformulier wordt gemaakt. - Stagespecifieke opdrachten De verschillende stages kennen een aantal specifieke opdrachten, die al dan niet verplicht materiaal zijn voor het portfolio (zie de tabellen aan het einde van deze paragraaf). Dit zijn verdiepingsopdrachten. Bijvoorbeeld: stageverslagen, manuscript van een artikel, PowerPoint presentaties, overzichten van casuïstiek en van MT- vaardigheden. Al deze materialen dienen als "bewijs" en/of illustratie voor uw reflecties. 14 Leidraad Portfolio Schakeljaar

15 - Afnemen van een Korte Praktijkbeoordeling en het voeren van een Kort Klinisch Leergesprek met een co-assistent. Het competentiegebied Kennis en Wetenschap omvat onder meer de vaardigheid om onderwijs te geven. Tijdens het schakeljaar wordt in dat kader van iedere semi-arts verwacht dat tenminste één Korte Praktijkbeoordeling (KPB) en één Kort Klinisch Leergesprek (KKL) is uitgevoerd bij coassistenten (of eventueel een andere student, collega of stagebegeleider). De uitvoering van KPB en KKL is aangeleerd tijdens de Onderwijstraining van het STARTblok. In het portfolio wordt van ieder van deze momenten een kort verslag opgenomen. Op Blackboard, in de STARTblok community, staat beschreven waar de inhoud voor het verslag van de KKL en KPB aan moet voldoen (bijlage opdracht KKL en KPB in het Schakeljaar van de Onderwijstraining). Bij het verslag van de KPB moet een geanonimiseerde kopie van het ingevulde KPB formulier worden toegevoegd. Er zijn speciale voor dit doel ontworpen KPB formulieren te vinden op Blackboard als bijlage van de Onderwijstraining. Leidraad Portfolio Schakeljaar

16 Tabel 5. Voorbeeld van het logboek Naam student: Logboek ALGEMENE SEMI-ARTSSTAGE Stage afdeling: Datum Activiteit/Leertaak Materiaal Titel document 5 Reflectie en pers. actieplan Planningsgesprek KOMHa 1 KOMHa 2 Patiëntpresentatie/ overdracht 1 Patiëntenvoordracht 2 Beschouwing Formulier Planningsgesprek Ingevuld formulier Ingevuld formulier Ingevuld formulier Ingevuld formulier Casuspresentatie 3 Ingevuld formulier Powerpointpresentatie VAAR-verslag 1 Beoordelingsformulier Verslag VAAR-verslag 2 Beoordelingsformulier Verslag VAAR-verslag 3 Beoordelingsformulier Verslag Professioneel gedrag Voortgangsgesprek/toetsing Tussentijds deelformulier Formulier voortgangsgesprek Reflectie en pers. actieplan KOMHa 3 KOMHa 4 Beschouwing Ingevuld formulier Ingevuld formulier Patiëntpresentatie/ Ingevuld formulier Powerpointpresentatie Ziekte-demonstratie 4 VAAR-verslag 4 Beoordelingsformulier Verslag VAAR-verslag 5 Beoordelingsformulier Verslag VAAR-verslag 6 Beoordelingsformulier Verslag Voordracht/EBCR Ingevuld formulier Powerpointpresentatie Professioneel gedrag Volledig formulier Reflectie en pers. actieplan Toetsing Beschouwing Eindbeoordeling 5 In te vullen naar gelang er materiaal of een product tot stand is gekomen. 16 Leidraad Portfolio Schakeljaar

17 STARTblok Tabel 6. STARTblok Verplicht materiaal Hoeveelheid Module Onderwijstraining Formulier beoordeling onderwijstraining Print van Powerpointpresentatie Formulieren beoordeling presentatie Verslag observatie door collega-consulent Evaluaties door studenten Verslag gehouden KKL Verslag afgenomen KPB 1 maal 1 maal Optioneel Optioneel Optioneel 1 maal 1 maal Module Professionaliteit Zelfstudieopdracht gezondheidsrecht (GR) Zelfstudieopdracht medische ethiek (ME) Zelfstudieopdracht communicatie attitude (CA) Zelfstudieopdracht kwaliteit van zorg (KZ) 1 maal 1 maal 1 maal 1 maal Leidraad Portfolio Schakeljaar

18 Terugkomdagen Tabel 7. Terugkomdagen professionaliteit Verplicht material EBM De bevestiging s inzake aftekening module EBM en module professionaliteit van de Terugkomdagen - Een afdruk van de Completed EBCRstudentnr.-naam - Een afdruk van de EBCRs en terugkomdagen voltooid. Peer review rapport EBCR: Peer review rapport met het hoogste eindoordeel plus het betreffende EBCR Peer review rapport met het laagste eindoordeel plus het betreffende EBCR (Zie ook instructie in bovengenoemde bevestiging e- mail en in blokboek van STARTblok.) Hoeveelheid 1 maal 1 maal 2 maal Professionaliteit De aanwezigheid tijdens de terugkomdagen is reeds vastgelegd in de bevestiging die aan het portfolio moet worden toegevoegd (zie hierboven). Tabel 7 laat een overzicht zien van de verschillende onderdelen van de module professionaliteit. Onderdeel gezondheidsrecht Onderdeel medische ethiek Onderdeel Science 3.0 Onderdeel communicatie attitude Onderdeel existentiële thematiek en betekenisgeving Onderdeel kwaliteit van zorg Onderdeel palliatieve zorg 2 maal 1 maal 1 maal 1 maal 1 maal 1 maal 1 maal ASAS en BSAS Tabel 8. ASAS en BSAS Verplicht materiaal Hoeveelheid VAAR-verslagen tenminste 3 per 6 weken 6 Patiëntpresentaties of voordracht inclusief feedback / beoordeling Korte Observatie Medisch handelen (KOMHa) inclusief feedback / beoordeling tenminste 2 per 6 weken tenminste 3 per 6 weken 6 Mede afhankelijk van het vakgebied wordt ter vervanging een andere invulling gegeven of extra opdracht gedaan. 18 Leidraad Portfolio Schakeljaar

19 Wetenschapsstage Tabel 9. Wetenschapsstage Verplicht material Onderzoeksvoorstel Wetenschapsstage (+Goedkeuring door Dr. P. van der Sluijs voor CRU of Dr. S.M.A. Lens voor SUMMA) Presentatie inclusief feedback/beoordeling Onderzoeksverslag/manuscript artikel Hoeveelheid 1 per stage tenminste 1 per 6 weken 1 per stage Keuzestage Tabel 10. (Klinische) Keuzestage of Oriëntatiestage Verplicht materiaal Aanmeldingsformulier; alle onderdelen volledig ingevuld VAAR-verslagen Verdiepingsonderwerp: Verslag, presentatie of voordracht inclusief feedback / beoordeling Korte observatie medisch handelen (KOMHa) Hoeveelheid 1 per stage Optioneel tenminste 1 per 6 weken tenminste 3 maal per stage Onderwijsstage Tabel 11. Onderwijsstage Verplicht materiaal Hoeveelheid Wanneer Stageplan 1 maal binnen 1 week na start onderwijsstage Directe Observatie Onderwijsuitvoering 3 maal begin, tussentijds en einde onderwijsuitvoering Verslag medisch-onderwijskundig verdiepingsonderwerp 1 maal voor eindbeoordeling Verslag onderwijs adviesproject 1 maal Uitslag kennistoets 1 maal voor eindbeoordeling Beoordeling superviserend docent 1 maal voor eindbeoordeling Studenten Onderwijskwalificatie (kopie certificaat) 1 maal 1 maand na stage Stageverslag 1 maal 1 e versie 2 weken voor einde onderwijsstage Leidraad Portfolio Schakeljaar

20 20 Leidraad Portfolio Schakeljaar

21 4 Beoordeling en begeleiding 4.1 STARTblok en terugkomdagen schakeljaar Het STARTblok wordt beoordeeld met een cijfer dat wordt berekend als het gewogen gemiddelde van de cijfers van de volgende drie modules: Evidence Based Medicine (60%), Professionaliteit (20%) en Onderwijstraining (20%). De drie modules van het STARTblok dienen elk met een 6 of hoger (rapportcijfer schaal 0-10) te worden afgetekend (zie STARTblokboek). U volgt uw 8 terugkomdagen in de blokperioden direct aansluitend aan uw STARTblok. Voor alle acht (verschillende) terugkomdagen geldt een aanwezigheidsplicht voor de colleges (modules EBM en professionaliteit) en de werkgroepen. Voor de module EBM dient u, per tweetal studenten, 2 EBCRs te schrijven (naast de EBCR die in het STARTblok is afgerond), die elk met een voldoende moeten worden afgetekend. Elke student dient tevens 6 EBCRs te beoordelen. Een gemiste terugkomdag dient later in het jaar ingehaald te worden. Het missen van een terugkomdag van de ene discipline van de module professionaliteit kan niet worden gecompenseerd met een extra terugkomdag van een andere discipline. De twee modules (EBM en Professionaliteit) van de terugkomdagen dienen elk als voldoende (schaal onvoldoende/voldoende) te worden afgetekend. Alleen in specifiek omschreven uitzonderingsgevallen kan de examinator besluiten een vervangende opdracht voor terugkomdagen van de module professionaliteit te laten maken (zie blokboek STARTblok).Voor verdere regels en richtlijnen inzake de terugkomdagen verwijzen we u naar het blokboek van het STARTblok. 4.2 Functioneringsgesprekken Algemene semi-artsstage, Bijzondere semi-artsstage, Wetenschapsstage, (klinische) Keuzestage, Onderwijsstage Algemeen Stages van 12 weken of meer (2 of meer periodes) kennen minimaal drie functioneringsgesprekken: 1) één planningsgesprek 2) één (of meer) voortgangsgesprek(ken) 3) één eindgesprek. De zesweekse stages hebben alleen een plannings- en een eindgesprek. In Tabel 12 vindt u de aanbevolen momenten waarop de gesprekken gehouden dienen te worden en het beoogde doel ervan. De gesprekken worden doorgaans gevoerd door één vaste begeleider: de stagegever of diens waarnemer. Tijdens dit gesprek heeft de semi-arts o.a. de mogelijkheid om vertrouwelijke zaken en knelpunten op de werkvloer veilig aan te kaarten. De begeleider is verantwoordelijk voor het scheppen van voorwaarden op de werkvloer en het ondersteunen van de student om de afgesproken leerdoelen/het actieplan te realiseren. De begeleider gaat na of het wenselijk is om afspraken te maken over extra of specifieke begeleidingsmomenten en betrekt hier eventueel supervisoren, werkbegeleiders of anderen bij. Voorbereiding In voorbereiding op elk van deze gesprekken maakt u een beschouwing met actieplan (zie hiervoor Hoofdstuk 3.2). Vóór elk gesprek levert u uw portfolio in met daarin de vereiste documenten (zie Tabel 12 en Hoofdstuk 3.3). De inhoud van het gesprek wordt mede bepaald door de schriftelijke materialen in het portfolio dat de student van tevoren heeft ingeleverd. Alleen aan het eind van het voortgangsen eindgesprek krijgt u een beoordeling, waarbij het oordeel van anderen (bijvoorbeeld een directe klinische observatie tijdens een klinische stage) op transparante wijze wordt meegewogen. Zie voor het type en het aantal vereiste beoordelingen de tabellen in hoofdstuk 3.3. Na afloop van elk gesprek ontvangt de student het portfolio onmiddellijk terug van de begeleider. Leidraad Portfolio Schakeljaar

22 Planningsgesprek In uw planningsgesprek maakt u onder meer afspraken voor het eerste deel van uw stage. Deze zet u op het beoordelingsformulier planningsgesprek. Voortgangsgesprek Na elke 6 weken in een stage is er een gesprek. Dit is, al naar gelang de stageduur, een voortgangsgesprek of een eindgesprek. Er vindt in de stages die langer duren dan 1 P-periode maar éénmaal een tussentijdse beoordeling plaats. Deze weegt dan voor 25% mee in het eindoordeel. Hiervoor gebruikt u het tussentijdse beoordelingsformulier. De tussentijdse beoordeling vindt altijd tenminste 6 weken voor het eind van de stage plaats. Eindgesprek Het eindgesprek wordt afgesloten met een eindbeoordeling over de stage als geheel. Het eindoordeel komt in de eerste plaats tot stand op grond van de kwantiteit en kwaliteit van het materiaal in het portfolio. Het portfolio bevat nu alle producten, resultaten en beoordelingsformulieren van de betreffende stage, waaronder de beschouwing ter voorbereiding op het eindgesprek. Specifiek aandachtspunt bij de eindbeoordeling is of de feedback uit het voortgangsgesprek heeft geleid tot verbetering van de prestaties. Tabel 12 De drie functioneringsgesprekken tijdens de stages INLEVEREN (3 dagen van tevoren) AFSLUITING van het GESPREK BEOORDELINGS- FORMULIER (zie 4.3) Hoofdstuk 1 portfolio Beschouwing en actieplan Invullen formulier planningsgesprek Planningsgesprek (zie subsite van de Universiteit Utrecht) toevoegen aan uw portfoliomap. Hoofdstuk 1 portfolio Beschouwing en actieplan Producten van betreffende stage tot dan toe Invullen formulier voortgangsgesprek Voortgangsgesprek (zie subsite van de Universiteit Utrecht) toevoegen aan uw portfoliomap. 1 Planningsgesprek 2 Voortgangsgesprek 3 Eindgesprek TIJDSTIP Eerste week van de stage stage van 2 of meer Laatste week van de stage P-periodes: na elke 6 weken TOETSING n.v.t. Tussentijdse beoordeling Eindbeoordeling DOELEN Kennismaking Leerdoelen doornemen Actieplan bespreken Instructie gang van zaken op de stageplaats Afspraken maken vervolg stage Bewaken voortgang door begeleider Knelpunten signaleren en bespreken t.a.v. gemaakte afspraken Begeleiding bespreken Feedback: opbouwende kritiek met vertaalslag naar bijstellen leerdoelen en actieplan Bijstellen leerdoelen/actieplan Afspraken maken: SMART geformuleerd Tussentijdse beoordeling Eindbeoordeling Evaluatie Feedback VOORBEREIDEN Beschouwing en actieplan Beschouwing en actieplan Beschouwing competentieontwikkeling einde stage Hoofdstuk 1 portfolio Beschouwing competentieontwikkeling einde stage Alle producten van de betreffende stage Bespreken stage, d.m.v. portfolio (en stageverslag) Invullen formulier eindgesprek Eindbeoordelingsformulier (Willy s Winkeltje) Formulier Professionaliteit toevoegen aan uw portfoliomap en inleveren bij ingedeelde examinator na afloop van de stage vóór de start van de afsluitperiode. 22 Leidraad Portfolio Schakeljaar

23 4.3 Beoordelingsformulieren Tijdens elke stage en aan het einde van het schakeljaar wordt u beoordeeld op uw functioneren als semi-arts. Ten behoeve van deze stages zijn diverse formulieren in omloop: - Formulier Planningsgesprek - Formulier Voortgangsgesprek en tussentijdse beoordeling - Formulier Eindbeoordeling (geldt voor alle stages behalve voor STARTblok en terugkomdagen) - KOMHa-formulieren - Formulier Professioneel gedrag. In deze paragraaf staat per stage beschreven, welke formulieren gebruikt dienen te worden en wat er na afloop mee moet gebeuren. Zie hiervoor tevens tabel 13 Overzicht beoordelingsformulieren. ASAS/BSAS (12 weken) Gebruik hiervoor in ieder geval de formulieren Planningsgesprek, Voortgangsgesprek & Tussentijdse Beoordeling, Professioneel gedrag, en de Eindbeoordeling ASAS of BSAS. De formulieren worden door de dagelijkse stagebegeleider ingevuld. Het eindcijfer wordt vastgesteld door de UMCU examinator. Van de formulieren van het Planningsgesprek, Voortgangsgesprek & Tussentijdse Beoordeling en Professioneel gedrag maakt u een kopie voor uzelf voor in uw portfoliomap. De doordrukversies van de eindbeoordeling zijn voor uw begeleider/examinator en voor in uw portfoliomap. Wetenschapsstage (12, 18 of 24 weken) Gebruik hiervoor de formulieren Planningsgesprek, Voortgangsgesprek & Tussentijdse Beoordeling (iedere 6 weken), Professioneel gedrag, en Eindbeoordeling Wetenschapsstage. Na afloop bespreekt u uw stageverslag met uw dagelijkse begeleider (dat kan een UMCU-begeleider zijn, maar ook een externe stagebegeleider). Deze begeleider vult het eindbeoordelingsformulier in, waarna u zowel het verslag, of (concept) artikel (digitaal!) en alle originele beoordelingsformulieren inlevert bij de coördinator van de wetenschapsstages van het schakeljaar, Dr. P. van der Sluijs. Kopieën voegt u toe aan het portfolio. N.B. U dient vooraf toestemming van de coördinator van de wetenschapsstages te hebben t.a.v. de inhoud van deze stage; hiertoe heeft u hem het onderzoeksprotocol toegestuurd (digitaal). Indien uw wetenschapsstage in het buitenland plaatsvindt, zijn hiervoor de Engelstalige eindbeoordelingsformulieren (Assessment Professional Attitude, Interval Assessment en Final Assessment Research Internship) beschikbaar op internet. Onderzoekspraktijk 3 Gebruik hiervoor de formulieren en instructies op Blackboard. Keuzestages Voor de 6- of 12-weekse keuzestages worden de beoordelingsformulieren voor de keuzestages gebruikt. Een tussentijdse beoordeling vindt bij een 6-weekse stage niet plaats. Na afloop van de stage wordt het stageverslag besproken met de dagelijkse begeleider. Indien de stage buiten het UMCU wordt gelopen, wordt het stageverslag daarna ter inzage van de UMCUbegeleider doorgestuurd voor de mogelijkheid om feedback te geven. Het eindbeoordelingsformulier wordt door de dagelijkse begeleider ingevuld. De eindcijfer wordt vastgesteld door de UMCU examinator.. Dit geldt zowel voor een stage in het binnenland als een stage in het buitenland. Het eindbeoordelingsfomulier levert u, net als bij de ASAS en BSAS, na afloop op dezelfde wijze in bij het STIP. De overige formulieren neemt u op in uw portfoliomap. Indien de keuzestage in het buitenland plaatsvindt, is daarvoor een Engelstalig eindbeoordelingsformulier beschikbaar op Internet. De beoordeling op dit formulier wordt ook in samenspraak met de UMCU begeleider/examinator ingevuld. Uw stageverslag stuurt u tevens op naar uw UMCU begeleider. Na afloop zorgt u ervoor dat de originele beoordelingsformulieren bij de examinator van de betreffende stage terechtkomen. N.B. Voor elke zelfgeregelde keuzestage is goedkeuring nodig, via Schakeljaar@umcutrecht.nl Onderwijsstage De benodigde formulieren worden tijdens de onderwijsstage beschikbaar gesteld. U levert de formulieren in bij de coördinator van de onderwijsstage, Prof. Dr. Th.J. ten Cate. Leidraad Portfolio Schakeljaar

24 Overige formulieren Op internet (zie Bijlage 3) staan verschillende documenten. Van de beoordelingsformulieren die hierboven beschreven staan voor de ASAS, BSAS en keuzestage(s), hoeft u alleen het origineel in te leveren bij het STIP. Het formulier Wetenschapsstage levert u in bij de coördinator van wetenschapsstage. Alle overige formulieren voegt u toe aan uw portfolio vóór de start van de afsluitperiode. Tabel 13 Overzicht beoordelingsformulieren Tussentijdse beoordeling Professioneel gedrag Eindbeoordeling Planningsgesprek Voortgangsgesprek Stageverslag ASAS/BSAS/ Keuze (12 wkn) x X x x x x Keuze (6 wkn) x X x x Wetenschapsstage (12, 18, 24 wkn) x X x x x x x Artikel Onderwijsstage x Inleveren bij Opnemen in Internet 7 Examinator Coördinator UMCU begeleider Portfolio map Eindbeoordeling Origineel Doordrukversie Doordrukversie Planningsgesprek x Origineel Kopie Kopie Voortgangsgesprek x Origineel Kopie Kopie Tussentijdse beoordeling x Origineel Kopie Kopie Professioneel gedrag x Origineel Kopie Kopie Beoordelingsformulieren Onderwijsstage x Kopie Stageverslag ASAS/BSAS/ Keuze/ Onderwijsstage Kopie Kopie Stageverslag Wetenschap pelijke Stage x Artikel x 7 Alle formulieren zijn op Internet (zie Bijlage 3) te vinden: 24 Leidraad Portfolio Schakeljaar

25 4.4 Portfoliogesprek Aan het eind van het schakeljaar vindt in de laatste periode (Afsluitblok) het portfoliogesprek plaats met één van de docenten (van het schakeljaar). U dient zich op te geven voor de artsenbul-uitreiking via het opgaveformulier op de UU website: Op het formulier vindt u ook de uiterste opgavedatum voor de artsenbuluitreiking. U wordt na opgave voor de artsenbuluitreiking automatisch door de afdeling Onderwijszaken ingedeeld voor het portfoliogesprek dat in de 2 e, 3 e, of 4 e week voorafgaand aan de buluitreiking zal plaatsvinden. De indeling zal worden bekendgemaakt via . Deze plaatsing is bindend. De precieze doelen van dit portfoliogesprek staan in Tabel 14. In dit gesprek komt de competentieontwikkeling van de student gedurende het schakeljaar als geheel aan de orde volgens de systematiek van de zeven competentiegebieden. Dit gebeurt aan de hand van de opdracht slotbeschouwing competenties, beschreven in Hoofdstuk 3.2. Indien alle deelbeoordelingen voldoende zijn en het portfolio compleet is (zie: verplichte materialen in Hoofdstuk 3.3 en tabel 14) dan zal het portfoliogesprek in vrijwel alle gevallen kunnen worden afgesloten met een voldoende beoordeling. Tabel 14. Portfoliogesprek afsluitingsperiode PORTFOLIOGESPREK AFSLUITINGSPERIODE TIJDSTIP Afsluitblok aan het einde van het schakeljaar TOETSING Door examinator van het Afsluitblok: advies aan artsexamencommissie Eindbeoordeling van de competentieontwikkeling van de student tijdens het gehele schakeljaar Advisering en doorverwijzing ten aanzien van mogelijke knelpunten in de verdere loopbaan DOELEN van individuele studenten Inzicht in de verdere loopbaanplannen van a.s. basisartsen Evaluatie en kwaliteitsbewaking van het onderwijsprogramma in het schakeljaar als geheel OPDRACHT Slotbeschouwing competenties (zie Hoofdstuk 2.2) 1. U hebt tijdig uw beoordelingsformulieren ingeleverd (zie Hoofdstuk 3) VOORBEREIDING 2. U zorgt dat uw portfolio compleet is en er netjes uitziet en dat u er de weg in kent. INLEVEREN Uw gehele portfolio (hoofdstuk 1, 2 en 3) levert u één week voorafgaand aan het gesprek in bij uw examinator. Leidraad Portfolio Schakeljaar

26 Bijlagen van de leidraad portfolio 1. Competenties van de basisarts 2. VAAR-verslag 3. Documenten en beoordelingsformulieren 26 Leidraad Portfolio Schakeljaar

27 Bijlage 1 Competenties van de basisarts Dit hoofdstuk bevat een algemene (niet-disciplinegebonden) opsomming van de competenties die de semi-arts in de loop van het schakeljaar moet verwerven tot op het niveau van een basisarts 8. Als leidraad voor dit niveau in algemene zin geldt het niveau van kennis, vaardigheden, attituden, professioneel gedrag, ervaring en zelfstandigheid van een beginnende assistent in opleiding 1. Medisch deskundige De juist afgestudeerde arts als medisch deskundige bezit een breed kennis- en vaardighedenpakket uit het medisch kennisdomein en past dit toe in de medische praktijk. De arts verzamelt en interpreteert gegevens, maakt een probleemanalyse, neemt de juiste klinische beslissingen en voert deze uit met inachtneming van de grenzen van eigen deskundigheid en bekwaamheid. De arts controleert of de gekozen beslissing en bijbehorende uitvoering van voldoende kwaliteit zijn en of het gezochte effect bereikt wordt. De arts levert zorg conform de actuele professionele standaard en waar mogelijk evidence based, ethisch onderbouwd en kostenbewust. De arts communiceert doeltreffend mondeling, schriftelijk, elektronisch met patiënten en hun naasten, en met andere werkers in de maatschappelijke zorg en gezondheidszorg. De juist afgestudeerde arts heeft de bekwaamheid: o een breed pakket aan kennis uit het medisch kennisdomein toe te passen in de medische praktijk; o binnen een omschreven aantal vraagstukken, doeltreffend en ethisch verantwoord vaardigheden toe te passen in de praktijk ten aanzien van diagnose, therapie, prognose en op het individu gerichte preventie, rekening houdend met geslacht, leeftijd, levensfase en culturele achtergrond; o relevante informatie ten aanzien diagnose, therapie, prognose en op het individu gerichte preventie op te zoeken en te integreren in de klinische praktijk; o met andere zorgverleners doeltreffend te communiceren in woord, geschrift en elektronisch, over de aan hem/haar toevertrouwde patiëntenzorg; o medische deskundigheid te tonen in situaties die niet te maken hebben met directe patiëntenzorg; o te reflecteren op het eigen medisch handelen en op de invloed hierop van eigen attitude, normen en waarden. 2. Communicator De juist afgestudeerde arts als communicator gaat een doeltreffende relatie aan en onderhoudt deze met patiënten, hun naasten en andere werkers in de maatschappelijke zorg en gezondheidszorg. De arts gebruikt (medisch) communicatieve vaardigheden om hooggekwalificeerde zorg te bieden. De juist afgestudeerde arts heeft de bekwaamheid: o met patiënten een therapeutische relatie op basis van wederzijds begrip, empathie en vertrouwen aan te gaan en te onderhouden; o informatie over het patiëntprobleem van de patiënt, van familie of van relevante derden uit de omgeving van de patiënt te verzamelen en de verzamelde informatie te integreren; o relevante informatie met de patiënt, de familie en naasten of andere werkers in de maatschappelijke zorg en gezondheidszorg te bespreken om zo optimale zorg aan de patiënt te kunnen leveren; o de patiënt en de bij de patiënt betrokkenen te begeleiden; o adequaat om te gaan met diverse patiëntengroepen zoals kinderen, ouderen, mannen en vrouwen en patiënten met verschillende culturele achtergronden. 3. Samenwerker De juist afgestudeerde arts als samenwerker bouwt een collegiale samenwerking op en werkt doeltreffend samen in een multidisciplinair samenwerkingsverband om te komen tot besluitvorming rond optimale patiëntenzorg, onderwijs en/of onderzoek. De arts werkt doeltreffend samen met patiënten, patiëntengroepen en andere werkers in de maatschappelijke zorg en gezondheidszorg. De arts brengt informatie over, onderhandelt, geeft leiding, voert consultaties uit en participeert in intercollegiale toetsing. 8 Zie voor een verdere (en bruikbare) uitwerking op detailniveau het Raamplan Artsopleiding 2009 op Leidraad Portfolio Schakeljaar