Bachelorproject Wiskunde (9 ects)

Transcriptie

1 Bachelorproject Wiskunde (9 ects) Inleiding Deze handleiding structureert en uniformeert de gang van zaken rond het bachelorproject Wiskunde, zowel voor docenten als studenten. Bij deze handleiding behoren een planner en een beoordelingsformulier. 1. Doel Het bachelorproject is een proeve van bekwaamheid waarin je laat zien dat je de kennis en vaardigheden, die in de bachelorfase aan de orde geweest zijn, kunt toepassen in een project van enige omvang. 2. Informatie Voor algemene informatie en vragen betreffende het bachelorproject kun je terecht bij de desbetreffende afstudeerdocent en bij de trajectbegeleiders, dr. F. Pasquotto en prof. R. van der Vorst. 3. Aanmelding Bij de eerste bijeenkomst neem je contact op met F. Pasquotto of R. van der Vorst. Zij zijn de trajectbegeleiders voor het Bachelor project en kunnen je helpen en adviseren bij de keuze van een afstudeerdocent. Bovendien moet nagegaan worden of je voldoende gevorderd bent om aan het project te beginnen. 4. Betrokken personen Bij de begeleiding en beoordeling van de bacheloropdracht zijn de volgende personen betrokken: de dagelijkse begeleider, de verantwoordelijke docent (eerste beoordelaar) en de trajectbegeleiders. De verantwoordelijke docent is een wetenschappelijk staflid. Als regel is de verantwoordelijke docent je dagelijkse begeleider voor het project. Soms is de dagelijkse begeleider een aio, oio of postdoc. De trajectbegeleiders zijn aanvullende ondersteuning en helpen bij de voorbereiding op de eindpresentatie in juni. 5. Tijdsplanning Er staan 6 ontmoetingen ingeroosterd met de trajectbegeleiders op vrijdagmiddagen (zie rooster). Bij ontmoeting 1 wordt de opzet van het bachelor project besproken. Bij ontmoeting 2 maken de deelnemers bekend wie hun afstudeerdocenten zijn en wat hun afstudeeronderwerp is. Iedereen geeft een korte introductie van 10 minuten. Bij ontmoetingen 3 en 4 worden korte voordrachten van 10 minuten gegeven betreffende de voortgang van het project. Ontmoetingen 5 en 6 worden gebruikt om de eindpresentatie voor te bereiden. Alle deelnemers worden geacht hun bachelor project af te ronden met een eindpresentatie in Juni, waarbij de afstudeerdocent, de trajectbegeleiders en andere geïnteresseerden aanwezig zijn. Bij ontmoeting 2 worden concrete afspraken gepresenteerd betreffende de opdracht. Deze afspraken worden genoteerd op de Planner Bacheloropdracht. Die bevat de volgende punten.

2 a. Titel van de bacheloropdracht Dit betreft de (eventueel voorlopige) titel van de opdracht. b. Frequentie overleg met dagelijkse begeleider en verantwoordelijke docent Tenminste één maal per week dien je overleg met je dagelijkse begeleider te hebben. Minimaal vier maal overleg met de verantwoordelijke docent tijdens de opdracht is ook gewenst, in verband met de beoordeling. c. Taal verslag Op de planner wordt aangegeven of het verslag in het Nederlands of in het Engels wordt geschreven. d. Opdracht en werkplan Op de planner dient een korte beschrijving van het werkplan gegeven te worden. Dit bestaat uit een korte omschrijving van de opdracht die je gaat uitvoeren. Ook komt hier de volgorde van activiteiten te staan, met de geschatte duur daarvan in weken. De volledig ingevulde planner wordt vervolgens door jou en je verantwoordelijke docent ondertekend. Het origineel blijft bij de verantwoordelijke docent, de trajectbegeleiders en jij ontvangen kopieën. 6. Verslag Het verslag is veelal geschreven in de Nederlandse taal, maar in overleg met de verantwoordelijke docent kan ook een uitvoering in het Engels worden overeengekomen. De docent geeft feedback op (delen van) het verslag, waarna een eindversie wordt ingeleverd. De bedoeling is dat het verslag binnen enkele weken na de eindpresentaties in definitieve vorm wordt ingeleverd. Het onderzoek met het verslag daarvan is het intellectuele eigendom van de afdeling. Het verslag wordt geprint en bij de verantwoordelijke docent en de trajectbegeleiders ingeleverd. Een elektronische versie moet bij het onderwijsbureau worden ingeleverd. 7. Beoordeling Bij de eindbeoordeling wordt het Beoordelingsformulier Bacheloropdracht gebruikt. Het oordeel wordt vastgesteld in aanwezigheid van de verantwoordelijke docent, de trajectbegeleiders en de student. De verantwoordelijke docent beoordeelt het verslag. Het beoordelingsformulier wordt ingevuld door de score (onvoldoende, voldoende, goed, n.v.t.) per categorie (bijvoorbeeld resultaten, planning, etc.) aan te kruisen. Het deelcijfer voor verslag is een gemiddelde van de cijfers die door de verantwoordelijke docent worden gegeven. De eindpresentatie wordt beoordeeld door de docent en de trajectbegeleiders, en zij bepalen het cijfer voor de presentatie. Het eindcijfer wordt bepaald aan de hand van de volgende verdeling: 75% verslag, 25% presentatie. Bij een onvoldoende resultaat wordt een aanvullende opdracht gegeven. Is het resultaat daarna nog steeds onvoldoende dan dient een nieuwe bacheloropdracht te worden uitgevoerd.

3 De docent geeft het ingevulde en ondertekende beoordelingsformulier aan het onderwijsbureau. 8. Problemen Wanneer zich problemen voordoen die externe bemoeienis gewenst maken, dan moet door jou of je begeleiders contact opgenomen worden met de studieadviseur. Als de studieadviseur tevens verantwoordelijk docent of trajectbegeleider is, neem je contact op met de secretaris van de examencommissie. Deze kan zo nodig voor bemiddeling of aanvullende persoonlijke begeleiding zorgen, of je verder helpen. Zonodig wordt de examencommissie om een uitspraak gevraagd.

4

5 Planner Bacheloropdracht Wiskunde Naam student: Studentnummer: Jaar inschrijving: Verantwoordelijke docent: Dagelijkse begeleider: Titel van de opdracht: Aanvangsdatum: Einddatum (beoogde): Frequentie overleg met verantwoordelijke docent: met dagelijkse begeleider: Taal verslag: Opdracht en werkplan: Handtekening student: Handtekening verantwoordelijke docent: Datum: Datum:

6

7 Beoordelingsformulier Bacheloropdracht Wiskunde Vakcode: Aantal studiepunten: 9 Naam student: Studentnummer: Jaar van inschrijving: Verantwoordelijke docent: Dagelijkse begeleider: Titel van de opdracht: Verslag Inleiding/Samenvatting Resultaten Discussie/Conclusie Overzichtelijkheid Planning Verwerking resultaten Literatuur Verwerking Overig, nl. onvoldoend e voldoende goed n.v.t. Deelcijfer verslag : Presentatie Gebruik bord/beamer/... Tempo Inhoud Samenhang onvoldoend e voldoende goed n.v.t. Deelcijfer presentatie : Evt. opmerkingen:

8 Eindbeoordeling Deelcijfer verslag : (75%) Deelcijfer presentatie : (25%) Eindcijfer : Datum Verantwoordelijke docent Trajectbegeleider (naam en handtekening) (naam en handtekening)