Schoolondersteuningsprofiel. CNS Ommerkanaal

Transcriptie

1 Schoolondersteuningsprofiel CNS Ommerkanaal

2 Inhoudsopgave CNS Ommerkanaal Inleiding Schoolgegevens Contactgegevens van CNS Ommerkanaal Huidige situatie Juridische structuur Organisatiestructuur Leerling- en ouderpopulatie Overige omstandigheden die de beleidskeuzen beïnvloeden Waar staan wij voor? - De missie van de school Wat doen wij? - de kerntaak van de school Hoe deden we het? - de resultaten van de school Leerling-populatie De diversiteitomvang van CNS Ommerkanaal Leerling aantallen van CNS Ommerkanaal Diversiteitquotiënten van CNS Ommerkanaal Het Profiel Diversiteit van CNS Ommerkanaal Personele informatie De Teamsamenstelling van CNS Ommerkanaal Profiel mate van Passend Onderwijs van CNS Ommerkanaal Teamkwaliteiten Conclusie: Onderwijsconcept Het onderwijsconcept van CNS Ommerkanaal Conclusie Onderwijs en Begeleidingsaanbod Pedagogische Interventies Didactische Interventies Overzicht intensiteit van de interventies in CNS Ommerkanaal Zorgstructuur Procedure van zorg binnen de afdeling Zorg op schoolniveau

3 7.2.1 Zorg voor leerlingen Signaleren en bespreken van zorgleerlingen Hulp in de klas Evaluatie Overlegstructuur Overdracht van zorgleerlingen naar een volgende De organisatie Het Leerlingvolgsysteem Leerlingbespreking Contact ouders Dossiers Grenzen aan haalbaarheid Onze grenzen Onze mogelijkheden Onze procedure Protocol toelating en verwijzing

4 1. Inleiding. In dit document wordt een beschrijving gegeven van het ondersteuningsprofiel van CNS Ommerkanaal. Deze beschrijving van het zorgprofiel is het uitgangspunt voor het inrichten van ons onderwijs aan leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte, het bepalen van de grenzen van de zorg en het voldoen aan de wettelijke bepalingen die bestaan rondom zorgplicht en passend onderwijs. 4

5 2. Schoolgegevens. Hier worden de contactgegevens van de school gegeven Contactgegevens van CNS Ommerkanaal Adres : Ommerkanaal Oost 30, 7731 TT in Ommen Telefoonnummer : adres : info@ommerkanaalschool.nl Website : Naam directeur : Jan Limbeck Naam contactpersoon : Jolanda van der Bent 2.2 Huidige situatie De naam van de school is C.N.S. Ommerkanaal. Wij zijn een Protestants Christelijke basisschool die in 1931 is opgericht. De bestuursvorm is een vereniging, nl. Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Scholen met de Bijbel te Ommerkanaal en omstreken. Het BRIN-nummer van de school is 04pf. Het administratienummer is: pf. Als Christelijke basisschool proberen we te werken naar het voorbeeld van Jezus Christus. De Bijbel geeft voorbeelden en richtsnoeren voor ons hele handelen en dit proberen wij over te brengen op de kinderen. Vanuit onze Christelijke visie streven wij ernaar de kinderen te leren om respect voor elkaar te hebben en elkaar te waarderen. Ook moet er zorg zijn voor de natuur en het milieu in het algemeen. Het lied en het gebed zijn een uitdrukking en een beleving van onze relatie met God. De lessen Bijbelse Geschiedenis vormen het begin van de dag en nemen een belangrijke plaats in binnen de lessencyclus. 2.3 Juridische structuur De rechtspersoon die verantwoordelijk is voor de basisschool is een vereniging. Een vereniging is een samenwerkingsverband tussen twee of meer personen (leden), die een bepaald doel willen verwezenlijken. Een vereniging mag wel winst maken, maar die winst moet ten goede komen aan het gemeenschappelijke doel. Het doel mag niet gericht zijn op verstoring van de openbare orde of op aantasting van de goede zeden het doel mag niet zijn het maken van winst ter verdeling onder de leden. (Bron: KvK). Onze vereniging, Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Scholen met de Bijbel te Ommerkanaal en omstreken, voldoet aan deze omschrijving. Jaarlijks wordt tijdens de algemene ledenvergadering verantwoording afgelegd aan de leden. Ook wordt het bestuur door de leden gekozen. Bestuursleden hebben een zittingstermijn van 3 jaar en kunnen maximaal 2 termijnen achtereen zitting hebben in het bestuur. De bevoegdheden en voorwaarden waaraan bestuursleden moeten voldoen liggen vast in de statuten van de vereniging, welke zijn vastgelegd door een notaris. De bestuursleden verrichten de aan hen toegewezen taken op vrijwillige basis. 2.4 Organisatiestructuur Het bestuur is als bevoegd gezag verantwoordelijk voor de gehele gang van zaken bij ons op school. Zij is belast met de voorbereiding, ontwikkeling en uitvoering van het beleid van de schoolorganisatie. Er wordt elke 6 weken vergaderd. De directeur is belast met de uitvoering van het door het bestuur vastgestelde beleid. Zijn bevoegdheden zijn vastgelegd in het managementstatuut (voorheen directiestatuut) 5

6 Het team wordt aangestuurd door de directeur. Zowel bestuur als directeur worden gecontroleerd door de Medezeggenschapsraad. De oudercommissie is belast met een aantal praktische werkzaamheden. In het hierna volgende organogram is de organisatie in een schema weergegeven. Organogram CNS Ommerkanaal Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Scholen met de Bijbel te Ommerkanaal e.o. Dagelijks bestuur Algemeen bestuur Directeur Team Oudercommissie Medezeggenschapsraad 2.5 Leerling- en ouderpopulatie De school wordt op dit moment bezocht door 66 leerlingen ( ) uit het voedingsgebied Ommerkanaal, Witharen, Ommen, Arriën, Balkbrug en Dedemsvaart. Het voedingsgebied is wat betreft bevolking zeer gemengd opgebouwd. De kerkelijke achtergrond ( ) van de ouders ziet er ongeveer als volgt uit: PKN 35% Geen godsdienst 24% Rooms Katholiek 13% Geref. Vrijgemaakt 4% Evangelisch 15% Chr. geref. 4% Anders 6% De schoolbevolking is divers wat betreft opleidingsniveau van ouders. Het leerlingaantal stijgt al jaren gestaag. Het ziet er naar uit dat er voldoende aanwas van nieuwe leerlingen zal zijn, zodat het leerlingenaantal niet onder de 60 zal komen gedurende de eerstvolgende 4 jaar. Er werken 8 mensen op onze school, 5 leerkrachten (waaronder de directeur en de IB-er) 2 onderwijsassistenten en een administratief medewerkster die tevens de schoonmaakster van de school is. 6

7 2.6 Overige omstandigheden die de beleidskeuzen beïnvloeden - Onze school is een éénpitter. We hebben een zelfstandig bestuur. Het bestuur wenst dit, indien mogelijk, zo te houden. - Het bestuur bestuurt een basisschool en een peuterspeelzaal. - Het schoolbestuur is verdeeld in een dagelijks bestuur en een toezichthoudend deel van het bestuur. - Ontwikkelingen aangaande fusies en gemeentelijke herindeling(en) worden goed in de gaten gehouden. De gemeenten Ommen en Hardenberg zijn ambtelijk samen. Dit kan consequenties hebben voor onze organisatie. - De school heeft te maken met schoolbesturen in de regio die zich meer en meer gaan profileren, wellicht ten koste van andere scholen. Het bestuur is zich hier bewust van en zal zich aanhoudend beraden op de positie van de eigen school. - Het PBBO (Plaatselijk belang) heeft zichzelf ten doel gesteld om de buurtschap meer body te geven. Zij betrekt de school nadrukkelijk bij haar plannen. De school wil een partner zijn in het versterken van de buurtschap. 2.7 Waar staan wij voor? - De missie van de school Het gezicht van de school zoals het vormgegeven is in de praktijk kent drie dimensies: de levensbeschouwelijke, de onderwijskundige en de pedagogische identiteit. Deze hebben geleid tot de missie van onze school: Wij zien de school als de plek waar grote en kleine mensen op een positieve wijze gaven en talenten, van zichzelf en anderen, door de Schepper gegeven, leren kennen, waarderen en ontwikkelen. Speerpunten van onze school zijn: - Zorg voor zwakke, maar ook voor sterke leerlingen. - Bijdragen aan een positief Christelijke levensvisie, waar kinderen iets mee kunnen in hun leven. - Veel aandacht voor sociale vaardigheden. 2.8 Wat doen wij? - de kerntaak van de school De kerntaak van onze school is het geven van goed onderwijs, dat enerzijds aansluit op de schoolpopulatie en anderzijds ervoor zorgt dat kinderen, als ze de school verlaten, voldoende kennis, vaardigheid en durf hebben ontwikkeld om zich te redden in het vervolgonderwijs en uiteindelijk de maatschappij. Alle beleidsterreinen staan in het teken van deze kerntaak. Uit deze kerntaak vloeien een groot aantal neventaken voort, deels opgelegd door de wetgever, deels verlangd door ouders en deels zelf geïnitieerd. Aanhoudend zijn het team, het bestuur en de directie bezig om te bepalen welke neventaken bij de organisatie passen. Uitgangspunt is hierbij, dat de neventaken nooit in conflict mogen komen met de kerntaak, namelijk goed onderwijs geven. De neventaken staan beschreven in de schoolgids en incidenteel in de nieuwsbrief. 2.9 Hoe deden we het? - de resultaten van de school We beperken ons in onze resultaatbeschrijving tot de schoolkeuzes die de ouders in de afgelopen schooljaren hebben gemaakt. 7

8 Praktijkond. Vmbo-Loo Vmbo-basis Vmbo-kader Havo / Vwo Vwo Citoscore leerl. 1 leerl. 0 leerl. 4 leerl. 5 leerl. 1 leerl. 534, leerl. 0 leerl. 0 leerl. 2 leerl. 2 leerl. 1 leerl. 539,7* leerl. 0 leerl. 1 leerl. 0 leerl. 8 leerl. 1 leerl. 538, leerl. 0 leerl. 0 leerl. 6 leerl. 1 leerl. 4 leerl. 531, leerl. 0 leerl. 0 leerl. 0 leerl. 3 leerl. 0 leerl. 535, leerl. 1 leerl. 0 leerl. 3 leerl. 1 leerl. 3 leerl. 533,4 * Het gemiddelde is gebaseerd op basis van 4 van de 5 leerlingen. Eén leerling ging naar het speciaal onderwijs en hoefde als zodanig niet mee te tellen voor het gemiddelde. Inclusief deze leerling kwam het gemiddelde uit op 534,0 8

9 3. Leerling-populatie. De leerling populatie op CNS Ommerkanaal is divers. Meer divers dan de gemiddelde populatie op een basisschool bij ons in de buurt. Meer dan 35% komt met een pedagogische reden van andere school. Meer dan 45% van de kinderen heeft een zorgvraag, 7% heeft een toegekende rugzak, 7% zou een rugzak kunnen hebben op basis van onderzoek. Toch is de uitstroom naar VMBO-basis of lager over de laatste 5 jaar slechts 6% De diversiteitomvang van CNS Ommerkanaal. De school bestaat uit 8 en, verdeeld over 4 klassen. We kennen de combinatieklassen 1&2, 3&4, 5&6 en 7&8 9 Totale schoolpopulatie School Totaal Totaal aantal leerlingen Uitsplitsing per voor leerlingen met diverse onderwijs vragen. Diverse onderwijs vragen Totalen 1. Leerlingen met een onderwijsvraag, geen noemenswaardige problemen Leerlingen met een speciale onderwijsvraag, geen rugzak maar toch. Ze zijn besproken in het ZAT. Leerlingen met dyslexie / dyscalculie Leerlingen met sociaal emotionele problematiek Leerlingen met gedragsproblemen Leerlingen met ontwikkelingsachterstand 1 1 Leerlingen met spraakgehoorproblemen Leerlingen met epilepsie 1 1 Leerlingen met eigen programma Eventueel overige speciale onderwijsvragen, inclusief hoogbegaafdheid Subtotaal Leerlingen met een SBO indicatie. Ze hebben een beschikking gekregen door de PCL. Leerlingen met een SBO beschikking Leerlingen met een SO indicatie. Ze zijn geïndiceerd door de CvI en hebben een rugzak. Leerlingen voor cluster 1 0 Leerlingen voor cluster 2 0 Leerlingen voor cluster 3 0

10 Leerlingen voor cluster Leerlingen met een 1 1 meervoudige beperking Subtotaal TOTAAL Leerling aantallen van CNS Ommerkanaal. Leerlingen Aantallen en percentages Totaal aantal leerlingen 66 Aantal leerlingen categorie 1 36 Aantal leerlingen categorie 2 24* Aantal leerlingen categorie 3 1 Aantal leerlingen categorie 4 5 Percentage leerlingen met een onderwijs 45% zorgvraag * Er is een verschil in aantal leerlingen en aantal zorgsignalen, veel kinderen hebben meerdere zorgsignalen. We gaan uit van een gemiddelde van 2 signalen per leerling in categorie Diversiteitquotiënten van CNS Ommerkanaal. Groepen Diversiteitquotiënten Groep 1&2 0,94 Groep 3&4 0,96 Groep 5&6 1,44 Groep 7&8 0,96 School 1, Het Profiel Diversiteit van CNS Ommerkanaal 10

11 4. Personele informatie. Op CNS Ommerkanaal werken1 directeur-leerkracht, 4 leerkrachten, 2 onderwijsassistenten en 1 administratieve kracht. De school krijgt ambulante begeleiding van de Ambelt voor een aantal geïndiceerde leerlingen. Voor onderwijs wordt in totaal bijna 5,4 Fte ingezet. Voor OP is dat ongeveer 4,9 Fte en voor OOP is dat dus 0,5 Fte. 4.1 De Teamsamenstelling van CNS Ommerkanaal. Personeel samenstelling Omvang Reguliere formatie Onderwijzend personeel Groepsleraren 4,9 Fte Directie (ambulant) 0,1875 Fte IB-er 0,0875 Fte RT-er Niet gedefinieerd Overig ambulant personeel Niet gedefinieerd Niet onderwijzend personeel Onderwijsassistent 0,5 Fte Conciërge Niet gedefinieerd Administratie en schoonmaak 0,3780 Externe formatie Ambulante begeleiding Orthopedagoog Logopedist Maatschappelijk werker Overige Stagiaires PABO MBO Overige Ambelt 2 x middag per jaar en op afroep Niet gedefinieerd Niet gedefinieerd Niet gedefinieerd Niet gedefinieerd 2 per jaar 1 per jaar Niet gedefinieerd 4.2 Profiel mate van Passend Onderwijs van CNS Ommerkanaal. In hoeverre is CNS Ommerkanaal klaar voor Passend onderwijs. Door middel van een vragenlijst voor het personeel hebben we met elkaar vastgesteld waar we staan: 11

12 De scores op de dertien pijlers zijn als volgt: 1 Acceptatie 93,00 % 2 Geformuleerd beleid 60,00 % 3 Georganiseerde professionalisering 82,00 % 4 Georganiseerde ouderbetrokkenheid 65,00 % 5 Georganiseerde leerlingbegeleiding 87,00 % 6 Gedifferentieerd leren 92,00 % 7 Adaptief onderwijzen 92,00 % 8 Gedragsmanagement 81,00 % 9 Samenwerken 94,00 % 10 Planmatig werken 78,00 % 11 Flexibel curriculum 83,00 % 12 Afgestemde materialen 81,00 % 13 Toegankelijke ruimten 80,00 % 4.3 Teamkwaliteiten Het team op CNS Ommerkanaal bestaat uit 3 juffen en 2 meesters. De juffen geven voornamelijk les in de onderbouw, de meesters geven les aan 5-8. Alleen in de kleuterklas staan parttimers. De andere en hebben allemaal les van één en dezelfde leerkracht. Er heerst een positief werkklimaat op de school. Er is sprake van veel overleg en korte lijnen. De schooldoelen worden breed gedragen en er is sprake van grote onderlinge loyaliteit. Er is een brede werkervaring met kinderen met gedragsbijzonderheden. Ook is er teambreed de wil om, indien nodig, bij elk kind op zoek te gaan naar de unieke aanpak. Kinderen krijgen, indien gewenst, veel ruimte om zichzelf te zijn. Het team heeft zich enerzijds toegelegd op kinderen die zich aan de onderkant van de zorg bevinden, de kinderen die op bepaalde zaken tekort komen. Tegelijkertijd is er erg geïnvesteerd in zorg voor kinderen aan de bovenkant. Portfolioleren is een zelf-ontwikkelde aanpak die kinderen veel ruimte geeft voor individuele ontplooiing. 4.4 Conclusie: CNS Ommerkanaal kan beginnen aan Passend Onderwijs, maar er is nog wel werk te doen. Het werk zit hem vooral in het planmatig aanpakken van randvoorwaarden als het op papier zetten van beleid en het formeel regelen van zaken als ouderbetrokkenheid en planmatig werken. 12

13 5. Onderwijsconcept. Hier wordt het onderwijsconcept van de school kernachtig vastgesteld aan de hand van stellingen Het onderwijsconcept van CNS Ommerkanaal. Stellingen Onderwijsconcept Ja Neen In ontwikkeling We stellen splannen op voor alle vak - en vormingsgebieden. x We stellen individuele plannen op voor leerlingen met speciale educatieve hulpvragen. x We geven gelijktijdig, gezamenlijk les in de. x We gebruiken verschillende leerlijnen binnen onze curriculum. x We passen ons onderwijs aan aan de behoeften van de leerlingen. x We hanteren duidelijke gedragsregels. x De leerlingen leren van en met elkaar. x De leerlingen kunnen op hun eigen manier leren. x De leerlingen kunnen eigen leeractiviteiten kiezen. x De leerlingen stellen hun eigen gedragsregels op. x De leerlingen kunnen eigen materialen kiezen. x 5.2 Conclusie We zijn een school die zoekt naar maatwerk voor elk kind die daar baat bij heeft. We zijn van harte bereid op zoek te gaan naar de wijze waarop een kind het beste tot goede resultaten komt. Uitgangspunt is en zal altijd blijven: Het welbevinden van het kind. Omdat het één een voorwaarde is voor het ander. 13

14 6. Onderwijs en Begeleidingsaanbod. 6.1 Pedagogische Interventies Op CNS Ommerkanaal worden kinderen met een afwijkende aanpak voornamelijk binnen de opgevangen, tenzij er goede redenen zijn om dit niet te doen. Teveel afwijkend gedrag kan een negatieve invloed op de hebben en sommige kinderen blijken baat te hebben bij een eigen fysieke ruimte om daar in alle rust te kunnen werken. Pedagogische interventies worden doorgaans altijd met ouders en leerlingen besproken. Vakken waar dit vooral van toepassing is, zijn rekenen, taal, spelling en lezen. Deze vakken worden bij ons op school vooral s morgens gegeven. Ook is er op de dinsdag-, de woensdag- en de donderdagmorgen extra tijd vrijgemaakt voor individuele instructie, of sinstructie. Het eerste half uur wordt daarvoor gebruikt. 6.2 Didactische Interventies De individuele handelingsplannen worden bij ons op school voornamelijk binnen de uitgevoerd. De leerkracht neemt in zijn/haar planning tijd op voor het begeleiden van individuele leerlingen. Ook de onderwijsassistent neemt hierin een belangrijke plaats in. De school is bezig met het ontwikkelen van een praktische vertaling van het fenomeen splan. De en op CNS Ommerkanaal zijn erg klein. Er is veel individuele aandacht en kinderen werken waar mogelijk op eigen niveau. Het splan moet, naar ons inzicht, voldoen aan een behoefte van het personeel. Als wij een werkwijze hebben gevonden waarbinnen dat mogelijk is, dan starten we ermee. 6.3 Overzicht intensiteit van de interventies in CNS Ommerkanaal. Vak- vormingsgebieden/ niveaus Groepsaanpak Sub buiten de Individueel buiten de Totaal is altijd 100 % Pedagogische interventies 1. Omgaan met gedrag. 20% 40% 20% 100 % 2. Zelfstandig werken. 30% 50% 20% 100 % Gemiddeld 25% 45% 20% 100 % Didactische interventies 1. Taal. 60% 30% 10% 100 % 2. Lezen. 60% 30% 10% 100 % 3. Spellen 60% 30% 10% 100 % 4. Schrijven. 80% 15% 5% 100 % 5. Rekenen. 30% 50% 20% 100 % 6. Wereldoriëntatie. 70% 20% 10% 100 % Gemiddeld 60% 30% 20% 100 % Totaal gemiddeld 43% 37% 20% 100 % 14

15 Niveaus Percentages Groep 43 Sub 37 Individueel 20 15

16 7. Zorgstructuur Onze school maakt deel uit van het samenwerkingsverband Binnen dit samenwerkingsverband wordt uitgegaan van een zorgstructuur waar 5 niveaus in worden onderscheiden Procedure van zorg binnen de afdeling De procedure van zorg voor kinderen met leer- en gedragsproblemen verloopt volgens het bovenstaande schema. Deze procedure wordt aan de hand van een onderwijskundig rapport door het CAT met de betreffende school geëvalueerd. Dit gebeurt teneinde vast te stellen of het kind de nodige zorg en begeleiding binnen het basisonderwijs heeft ontvangen. Voor verder informatie verwijzen we naar het OOP van het regionale samenwerkingsverband. Zorgniveau 1: Algemene preventieve zorg binnen de De leerkracht is verantwoordelijk voor zijn/haar leerlingen en gaat er vanuit dat leerlingen 16

17 verschillende behoeftes hebben. Hij/zij probeert het onderwijs af te stemmen op de verschillende behoeften en mogelijkheden van de kinderen. De sleerkracht observeert, signaleert en zorgt voor een regelmatige screening van de leerlingen. Er wordt gebruik gemaakt van zowel methode gebonden- als niet-methode gebonden toetsen en observatielijsten. Na observaties van de leerlingen en signalering met behulp van toetsgegevens en verwerkingsresultaten, kan de leerkracht overgaan tot analyse en bijstelling van het onderwijs in zijn. Dat kan betekenen dat de leerkracht kiest voor een andere didactiek en/of leerinhoud. Zorgniveau 2: Extra Zorg binnen de Wanneer op basis van observaties, leerresultaten en toetsing een leerling opvalt, stemt de leerkracht het onderwijs af op de hulpvraag van het kind. Het bieden van hulp kan bestaan uit: - extra instructie of een andere vorm van instructie - aangepaste (andere) leerstof - het aanbieden van een andere oplossingsstrategie In de overlegstructuur kan de leerkracht, de intern begeleider raadplegen of collegiaal overleg voeren t.a.v. dit kind. De leerkracht zorgt voor verslaggeving. Hij/zij is verantwoordelijk voor het bijhouden van deze gegevens. Zorgniveau 3: Extra Zorg en inzet intern begeleider Indien de hulp genoemd in stap 2 niet leidt tot de gewenste resultaten, de ontwikkelingsachterstand blijft of zelfs groter wordt, meldt de leerkracht dit kind aan bij de intern begeleider. In stap 3 wordt de zorg voor dit kind een gedeelde verantwoordelijkheid van sleerkracht en intern begeleider. Bij stap 3 moet de intern begeleider ingeschakeld zijn, dit in tegenstelling tot stap 2 waarbij de intern begeleider ingeschakeld kan worden. - De leerkracht geeft informatie over het kind en formuleert de hulpvraag vast. Aan de hand van de gegeven informatie en de gestelde hulpvraag wordt in overleg met elkaar een handelingsplan gemaakt. De intern begeleider verzamelt indien nodig de te gebruiken materialen genoemd in het handelingsplan. In dit handelingsplan wordt tevens de plaats van uitvoering vermeld. Dit plan wordt bewaard in de zorgmap van de klas en een kopie ervan in de zorgmap van de intern begeleider. - Verslaggeving van de resultaten in de klas vindt plaats door de sleerkracht. - Verslaglegging van de resultaten buiten de door de intern begeleider. - De intern begeleider is verantwoordelijk voor het doen plaatsvinden van de evaluatiemomenten genoemd in het handelingsplan. Zij maakt hiervoor een afspraak met de desbetreffende leerkracht en noteert de afspraken die gemaakt worden. - Wanneer een handelingsplan is gemaakt, brengt de leerkracht de ouders hiervan op de hoogte. De ouders worden tevens uitgenodigd voor een gesprek op school. En ondertekenen het handelingsplan. Van dit oudergesprek wordt een verslag gemaakt. Dit wordt geprint en ondertekend door de ouders. Dit ondertekende formulier wordt bewaard in de dossierkast. Zorgniveau 4: Individuele Leerlijn op basis van het ontwikkelingsperspectief Wordt er ondanks alle inspanningen weinig of geen resultaat geboekt, dan wordt er voor betreffend kind op basis van een zo reëel mogelijk vastgesteld ontwikkelingsperspectief een eigen leerroute uitgestippeld voor één of meer vakgebieden. Hiervoor is een protocol individuele leerlijn vastgesteld. De leerkracht doet dit in overleg met de intern begeleider en de locatieleider. - Er worden afspraken gemaakt over de plaats van uitvoering. - Er vindt een gesprek plaats met de ouders. De sleerkracht maakt in overleg met de intern begeleider een afspraak met de ouders. De intern begeleider is hierbij aanwezig. - Een leerling waarvoor een individuele leerlijn wordt gemaakt, wordt minimaal 5x per jaar besproken in een zorgvergadering. De intern begeleider neemt daarvoor het initiatief. 17

18 Zorgniveau 5: Toelating en Verwijzing Wanneer de mogelijkheden om zorg te bieden aan een kind zijn uitgeput, kan de school een beroep doen op het Samenwerkingsverband WSNS, onderdeel van de externe zorgstructuur van het samenwerkingsverband. Het Samenwerkingsverband WSNS heeft de beschikking over een aantal preventieve ambulante begeleiders die zich bezig houden met o.a. het coachen van de intern begeleiders en van sleerkrachten. 7.2 Zorg op schoolniveau De komende jaren zal de school zich gaan bekwamen in het werken met het zelf-ontwikkelde Handelings- en Hulpplan-programma van TeachAssistant. Hierdoor moet er meer inzicht komen in de ontwikkeling van kinderen en ook moet het gemakkelijker worden de ontwikkelingen van de kinderen te ondersteunen Zorg voor leerlingen Het leerlingvolgsysteem (LVS): De gegevens over het functioneren van het kind worden door de sleerkrachten bijgehouden. Veel gegevens worden op papier bijgehouden, maar een groeiend deel ook digitaal, maar wel direct bereikbaar. De bewaking van de zorg houdt in dat de leerlingen in alle en (behalve 1) tijdens het schooljaar voor een aantal vaardigheden en vakken getoetst worden. - In 1 en 2 worden de vorderingen bijgehouden in observatielijsten van DORR - In 2 nemen we de Cito-toetsen Ordenen, Taal voor kleuters en Ruimte en Tijd af. - Naast de toetsen uit de methodes, maken we gebruik van Cito-toetsen. - Vanaf 3 t/m 8 worden de leerlingen twee keer per jaar getoetst voor spelling, technisch lezen, rekenen en wiskunde en woordenschat. Begrijpend lezen wordt één keer per jaar afgenomen. - In 8 wordt de Eindtoets Basisonderwijs afgenomen. - Bij uitval kunnen kinderen verder getoetst worden. - Als extra bewakingsinstrument volgen we nauwkeurig de aanwijzingen vanuit het door het Samenwerkingsverband opgestelde Dyslexieprotocol - Voor leerlingen die extra zorg nodig hebben, gebruiken we het volgende stappenplan: - Een kind valt op bij een toets, het gedrag in de klas, observaties, e.d. - Het wordt ingebracht voor een leerlingbespreking tijdens een zorgvergadering. - De hulpvraag wordt geformuleerd en ingevuld in Teachassistant - Indien nodig worden tijdens de zorgvergadering hulpvragen besproken en worden mogelijke oplossingen aangedragen. - In overleg met het team wordt bepaald of er een handelingsplan wordt opgesteld en wanneer het kind weer wordt besproken. - In het handelingsplan zijn vastgelegd de communicatie naar de ouders, de werkwijze en de evaluatiemomenten. - Indien nodig wordt een beroep gedaan op externe instanties, bijvoorbeeld ambulante begeleiding vanuit het samenwerkingsverband, de GGD, schoolarts, schoolmaatschappelijk werk of het kenniscentrum het SWV Signaleren en bespreken van zorgleerlingen Aan de hand van de observaties, leerresultaten, methode- en niet-methode gebonden toetsen (CITO), worden de zorgleerlingen geïnventariseerd en besproken met de intern begeleider in een sbespreking. Daarna volgt de bespreking met het team tijdens de zogenaamde zorgvergaderingen, deze vinden 6 keer per jaar plaats en zijn aan het begin van het schooljaar vastgelegd. Ze worden geleid door de intern begeleider. Zij maakt de agenda, deelt de overzichten uit, maakt en bewaart de verslaggeving hiervan. Zij bewaakt de naleving van eventueel gemaakte afspraken. 18

19 7.2.3 Hulp in de klas De leerlingbespreking kan leiden tot afspraken over het toepassen van handelingsalternatieven voor dit kind in de of directe hulp buiten de. Soms is nader onderzoek of observatie noodzakelijk. Tijdens bovenstaande procedure wordt zorgvuldig met de belangen van de ouders omgegaan. De ouders zullen dan ook vroegtijdig geïnformeerd worden over de gang van zaken en om toestemming worden gevraagd voor door ons noodzakelijk geachte onderzoeken. Er worden afspraken gemaakt voor vervolgoverleg en over de resultaten. De intern begeleider heeft de mogelijkheid feedback te vragen bij collega-ib-ers, of AB-ers die bij de school zijn aangesloten Evaluatie Tijdens zorgvergaderingen, wordt de handelingsprocedure geëvalueerd. De sleerkracht of de intern begeleider doet verslag van de handelingsperiode en de behaalde resultaten. Het is mogelijk dat wordt besloten nader onderzoek te laten plaatsvinden. De ouders worden over deze actie geïnformeerd door de sleerkracht en eventueel zal om toestemming worden gevraagd voor nader onderzoek Overlegstructuur Zes keer per jaar wordt er een zorgvergadering in teamverband gehouden. Zorg in de breedste zin van het woord komt hier aan bod. Alle leerlingen, ook leerlingen zonder zorg, komen aan bod. De jaarplanning wordt in overleg vastgesteld aan het einde van elk schooljaar voor het schooljaar erop. De intern begeleider heeft regelmatig overleg met de directeur over de gang van zaken rond de zorgstructuur Overdracht van zorgleerlingen naar een volgende De warme overdracht gebeurt elk jaar tussen de betreffende leerkrachten. De werkwijze per leerling wordt besproken en alle benodigde informatie wordt overgedragen. Daarnaast worden er notities toegevoegd aan Teachassistant. 7.3 De organisatie Het Leerlingvolgsysteem - De gegevens van leerlingen worden bijgehouden in ons leerlingvolgsysteem (LVS) in Parnassys. Er zijn afspraken gemaakt over de methode en niet-methodetoetsen die jaarlijks worden afgenomen. - De toetsen worden afgenomen in de. De desbetreffende sleerkracht organiseert de toetsen in de. - De toets- en evaluatiemomenten staan vermeld op de jaarplanning. - De sleerkracht verwerkt de toetsgegevens in Parnassys - De directeur exporteert alle data naar Teachassistant na een toetsafname - Tijdens de zorgvergaderingen worden de ingevoerde data gebruikt om te bespreken Leerlingbespreking - De intern begeleider leidt de leerlingbespreking en bepaalt samen met het team of er wel/niet een handelingsplan (HP) op s- of individueel niveau moet worden opgezet. - De sleerkracht stelt indien nodig een HP op. Eventueel met hulp van de intern begeleider. - Het HP wordt uitgevoerd en georganiseerd door de sleerkracht, deze zorgt, indien zo afgesproken voor de ondertekening van ouders. - Eén handelingsplan houdt de leerkracht in de klassenmap. 19

20 7.3.3 Contact ouders - Op CNS Ommerkanaal vinden wij het contact tussen de leerkracht en het gezin erg belangrijk. Daarom wordt er over belangrijke zaken altijd gecommuniceerd met de ouders. Dit gaat meestal via direct contact voor, of na schooltijd. Ook de wordt veel gebruikt. - De sleerkracht maakt van belangrijke gesprekken een notitie in Teachassistant - Ouders moeten door de leerkracht op de hoogte gebracht worden wanneer er een handelingsplan (HP) is opgesteld. Dit HP wordt met de ouders besproken. - Indien nodig worden ouders tussentijds uitgenodigd door de betreffende sleerkracht. Op zijn of haar verzoek kan daarbij ook de locatieleider en/of internbegeleider bij aanwezig zijn. - Leerlingen die een schooljaar overdoen worden eerst in de zorgvergadering besproken. Daarna worden de ouders op de hoogte gebracht van het advies Dossiers Alle gegevens van de kinderen worden bewaard in het fysieke leerling-dossier. Afspraken die gemaakt zijn met ouders worden als notitie bijgehouden in Teachassistant. In de klassenmap komen ook de handelingsplannen, die in de betreffende periode worden uitgevoerd. 20

21 8. Grenzen aan haalbaarheid Leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte stellen extra eisen aan de school (het gebouw), de leerkrachten, de IB-er en ook de medeleerlingen. Het uitgangspunt is dat elke leerkracht in principe ruimte heeft voor leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte. Dat betekent echter niet dat elke leerling met een specifieke onderwijsbehoefte kan worden geplaatst op onze school. Elke aanmelding wordt expliciet beoordeeld. Bij ieder verzoek tot plaatsing zal opnieuw een afweging gemaakt worden. Kern van deze afweging is de vraag of de combinatie van specifieke onderwijsbehoefte en de extra ondersteuning die noodzakelijk is, past binnen de mogelijkheden van onze school. Het gaat daarbij om de balans tussen de hulpvraag van het kind en de (on)mogelijkheden van onze school. Ook dient daarbij meegenomen te worden of hulp extern ingeschakeld kan worden. Bij elke aanmelding wordt gekeken naar een reeks aspecten. Wat vraagt het kind met betrekking tot: - Pedagogische aanpak - Didactische aanpak - Kennis en vaardigheden van de leerkracht en het team - Organisatie binnen de school en binnen de klas - Materiële aspecten (gebouw) - De positie van de medeleerlingen - De rol van de ouders - De externe ondersteuning 8.1 Onze grenzen Er kunnen zich situaties voordoen, waarin de grenzen aan de zorg voor de kinderen worden bereikt: Verstoring van rust en veiligheid. Indien sprake is van een onderwijsbehoefte waarbij zich ernstige gedragsproblemen voordoen die leiden tot ernstige verstoringen van de rust en de veiligheid in de, dan is voor ons de grens bereikt als wordt beoordeeld dat het niet meer mogelijk is om kwalitatief goed onderwijs aan de gehele en aan de betreffende leerling te bieden. Onbalans tussen verzorging/behandeling onderwijs. Indien een leerling een handicap heeft, die een zodanige verzorging / behandeling vraagt dat daardoor zowel de zorg en behandeling voor de betreffende leerling, als het onderwijs aan de betreffende leerling onvoldoende tot zijn recht kan komen, dan is voor ons de grens bereikt waardoor het niet meer mogelijk is om kwalitatief goed onderwijs aan het betreffende kind met een handicap te bieden; Verstoring van het leerproces voor de andere kinderen. Indien het onderwijs aan de leerling met een specifieke onderwijsbehoefte een zodanig beslag legt op de tijd en de aandacht van de leerkracht dat daardoor de tijd en aandacht voor de overige (zorg)leerlingen in de onvoldoende of in het geheel niet kan worden geboden, dan is voor ons de grens bereikt waardoor het niet meer mogelijk is om kwalitatief goed onderwijs te bieden aan de (zorg)leerlingen in de ; Gebrek aan zorgcapaciteit. In het verlengde van de onder punt drie beschreven situatie is de school niet in staat een leerling met een specifieke onderwijsbehoefte op te nemen vanwege de zwaarte en het aantal zorgleerlingen dat al in een bepaalde voorkomt. Per aanmelding zal de afweging moeten plaatsvinden of er voldoende zorgruimte aanwezig is. 21

22 8.2 Onze mogelijkheden Kinderen met de volgende kenmerken kunnen door ons opgevangen worden: - Kinderen met een IQ rondom het gemiddelde: tussen 80 à 85 enerzijds en 135 à 140 anderzijds met een min of meer probleemloze ontwikkeling; - Kinderen met (beperkte) leerproblemen op één of meer vakgebieden van taal, lezen en rekenen met als ontwikkelingsperspectief begin 8; - Kinderen met (beperkte) leerproblemen op één of meer vakgebieden van taal, lezen en rekenen met als ontwikkelingsperspectief begin 7 en/of LWOO - Kinderen met een vertraagde lees- taalontwikkeling - Kinderen met enkelvoudige of meervoudige dyslexie - Kinderen met een vertraagde rekenontwikkeling - Kinderen met dyscalculie - Kinderen met (beperkte) problemen in hun sociaal-emotioneel functioneren, waaronder lichte vormen van autistische stoornissen - Kinderen met faalangst - Kinderen met zwak ontwikkelde sociale vaardigheden 8.3 Onze procedure Wij staan in principe open voor alle kinderen, tenzij uit aanvullend onderzoek blijkt dat deze kinderen onze zorgbreedte en/of zorgzwaarte te boven gaan. Aanmeldingen van kinderen, waarvan duidelijk is dat er extra zorg gevraagd wordt, worden uitgebreid door directie en intern begeleider besproken en ook het team wordt advies gevraagd, alvorens de directie een besluit neemt over toelating. Als de school geen mogelijkheid heeft de leerling op een goede manier te kunnen begeleiden, oftewel het de mogelijkheden van de school te boven gaat, zal de directie het bestuur adviseren de leerling af te wijzen. Bij deze afwegingen speelt ook mee of een kind in aanmerking komt voor breedtezorg (= ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband). Een belangrijk beslissingscriterium voor de breedtezorg is de vraag of de basisschool in staat is het kind gedurende een aantal dagdelen adequaat op te vangen en de mogelijkheid heeft de benodigde expertise in te schakelen en eventueel te ontwikkelen. 8.4 Protocol toelating en verwijzing Toelating en verwijzing gaan in principe op dezelfde grondslag. Het verschil is dat bij toelating dient te worden ingeschat in welk zorgniveau een kind zit. Bij verwijzing staat dit voor de school vast. De school volgt het beleid zoals vastgelegd binnen het beleid zorgplicht en passend onderwijs van ons samenwerkingsverband WSNS, ons schoolbestuur en tenslotte in ons eigen, bovenstaande schoolbeleid. Passend onderwijs begint bij onze school. 22