Protocol. Doorstroom. CBS Mons Sinaϊ

Transcriptie

1 Protocol Doorstroom CBS Mons Sinaϊ versie 2014

2 Inhoudsopgave Overgangscriteria van groep 1 naar groep 2 Pag.3 Kinderen die instromen in groep 1 en geboren zijn in de periode 1 oktober 31 december Pag.6 Overgangscriteria van groep 2 naar groep 3 Pag.6 Overgangscriteria van groep 3 naar groep 4 Pag.9 Overgangscriteria van groep 4 naar groep 5 Pag.12 Overgangscriteria in de bovenbouw groep 5, 6 en 7 Pag.15 Overgang vanuit groep 8 naar het voortgezet onderwijs Pag. 18 2

3 Zittenblijven / verlengde kleuterperiode. De signalering van zorgleerlingen. Vanaf het moment dat kinderen bij ons op school komen, worden ze door de leerkracht gevolgd in hun ontwikkeling en functioneren. Hiervoor gebruikt de leerkracht, naast eigen observaties, het DORR leerlingvolgsysteem, de CPS toetsen beginnende geletterdheid (weergegeven in ParnasSys) en de Cito toetsen. Door het kind nauwgezet te volgen worden leerlingen die extra zorg nodig hebben vroegtijdig gesignaleerd. Dat geeft de leerkracht de mogelijkheid om vroegtijdig zorg op maat te bieden. Soms verloopt de ontwikkeling van een kind dusdanig zorgelijk dat een verlengde kleuterperiode/zittenblijven nodig is. Hiervoor is een procedure vastgesteld, bij deze beslissing worden ouders vanaf het eerste moment betrokken. Voor de overgang naar een volgende groep wordt een signaleringslijst gebruikt waarin zowel DORR-, Cito- en Beginnende geletterdheid gegevens alsook eigen observaties zijn verwerkt. De signaleringslijst geeft beslissingscriteria voor de overgang naar een andere groep aan. De overgang van groep 1 naar groep 2. Vanaf de start in groep 1 gaan we na of er sprake is van voldoende ontwikkeling van een kind. Soms is er sprake van specifieke ontwikkelingsproblemen of ontwikkelingsstoornissen. Bij een zorgelijke ontwikkeling wordt door de leerkracht een signaleringslijst ingevuld, zodat nauwgezet bekeken kan worden of de overgang naar een volgende groep in het belang van het kind is. Een doorgaande lijn in de ontwikkeling van het kind is hierbij het uitgangspunt. Het traject. Vanaf het moment dat een kind bij ons op school komt in groep 1 worden ouders op vaste momenten geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind. Opvallend functioneren of ontwikkelen van het kind wordt met ouders besproken, we hanteren daarbij de criteria van bovengenoemde systemen. In januari van groep 1(na de toetsen) worden ouders geïnformeerd bij twijfel omtrent overgang naar groep 2. De leerkracht baseert zich daarbij op eerder genoemde gegevens. 3

4 De periode januari tot eind schooljaar. We geven in het gesprek met de ouders aan wat we gaan doen om de ontwikkeling van het kind te stimuleren en op welke wijze ouders daar thuis op kunnen aansluiten. Ook melden we ouders wanneer we de definitieve beslissing nemen over het vervolg van de schoolloopbaan van hun kind. Gekoppeld aan de beslissing geven we ook aan hoe we het kind gaan begeleiden. Daarbij kan het gaan om het geven van ontwikkelingsgelegenheid, het bieden van speciale begeleiding volgens een plan. De beslissing. Het nemen van een beslissing t.a.v. het gaan van groep 1 naar groep 2 doen we aan de hand van de Cito gegevens, de gegevens van het DORR leerlingvolgsysteem, de gegevens uit het ParnasSys leerlingvolgsysteem, de gegevens van de toets Beginnende geletterdheid en eigen observaties. Deze gegevens worden verwerkt in de eerder genoemde signaleringslijst. De signaleringslijst is op school op te vragen. Voor alle kinderen waar zorg over is wordt de signaleringslijst groepsovergang groep 1 leerlingen ingevuld (zie bijlage). We gaan er op school vanuit dat ons oordeel over de schoolloopbaanvervolg bindend is voor ouders, omdat deze gebaseerd is op onderzoek van het kind. Nazorg. In oktober van het hierop volgende schooljaar zal gecheckt worden hoe het kind zich ontwikkelt en welke begeleiding passend is. 4

5 Beheersingscriteria voor de overgang van groep 1 naar groep 2. DORR leerlingvolgsysteem fase 3 eind groep 1 Cito leerlingvolgsysteem Medio 1 en Eind 1: We nemen de toetsen Rekenen voor kleuters en Taal voor kleuters af. Minimaal beide toetsen moeten voldoende zijn, d.w.z. I, II of III score. Toets Beginnende Geletterdheid van Aarnoutse eind groep 1 Signaleringslijst leerlingenzorg eind groep 1 A Wanneer een kind alle onderdelen van fase drie DORR beheerst eind groep 1 en op de CITO toetsen Taal en Rekenen voor kleuters minimaal niveau III scoort en de onderdelen Beginnende geletterdheid voldoende scoort dan gaat het kind over naar groep 2 B Wanneer een kind alle onderdelen van fase drie DORR beheerst eind groep 1 en op één of meer van de CITO toetsen Taal en Rekenen voor kleuters III en of IV scoort en één onderdeel van Beginnende geletterdheid voldoende scoort dan wordt de overgang besproken C Wanneer een kind de onderdelen van fase drie DORR beheerst eind groep 1 en op één of meer van de CITO toetsen Taal en Rekenen voor kleuters III en of IV scoort en beide onderdelen van Beginnende geletterdheid onvoldoende scoort dan wordt overgang besproken D Wanneer een kind de onderdelen van fase drie DORR beheerst eind groep 1 en op één of meer van de CITO toetsen Taal en Rekenen voor kleuters IV of V scoort en beide onderdelen van Beginnende geletterdheid onvoldoende scoort dan blijft de leerling in groep 1 E Wanneer een kind de onderdelen van fase drie DORR niet beheerst eind groep 1 en op één of meer van de CITO toetsen Taal en Rekenen voor kleuters IV of V scoort en beide onderdelen van Beginnende geletterdheid onvoldoende scoort dan blijft de leerling in groep 1 Naast genoemde beheersingscriteria wordt in de beoordeling meegenomen hoe het kind zich ontwikkelt gerekend vanaf begin groep 1. De groepsleerkracht en de intern begeleider beoordelen het bovengenoemde. 5

6 Kinderen die instromen in groep 1 en geboren zijn in de periode 1 oktober 31 december. Kinderen die instromen in groep 1 en geboren zijn in de periode 1 oktober 31 december, doen bij de eerstvolgende toetsen die afgenomen worden in januari van het volgende jaar soms mee, afhankelijk van de inschatting op basis van informatie, van de groepsleerkracht in overleg met de intern begeleider. Deze leerlingen worden allemaal wel gevolgd met een deel van het DORR leerlingvolgsysteem en d.m.v. individuele observaties door de groepsleerkracht. Deze gegevens worden per kind (individueel) besproken en naar aanleiding daarvan wordt de keuze gemaakt of het kind de toetsen eind groep 1 mee gaat doen en of het kind versneld door gaat naar groep 2. De overgang van groep 2 naar groep 3. In de tweede helft van groep 2 stellen we ons de vraag of de doorgaande ontwikkeling van een kind wel gebaat is bij overgang naar groep 3. Soms zijn kinderen in groep 2 nog zo gericht op spelen en open onderwijssituaties dat de overgang naar groep 3 te abrupt is en geen doorgaande lijn kan garanderen. Soms is er sprake van specifieke ontwikkelingsproblemen of ontwikkelingsstoornissen. Dat betekent dat we de overgangsbeslissing van groep 2 naar groep 3 zeer overwogen nemen. Het traject. Vanaf het moment dat een kind bij ons op school komt in groep 1 worden ouders op vaste momenten geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind. Opvallend functioneren of ontwikkelen van het kind wordt met ouders besproken, we hanteren daarbij de criteria van het DORR leerlingvolgsysteem, gegevens uit het ParnasSys, de toets beginnende geletterdheid en Cito toetsen. Het serieus nemen van een overgangsbeslissing aan het eind van groep 2 begint als het kind in groep 2 zit. In februari groep 2 worden ouders geïnformeerd bij twijfel omtrent overgang naar groep 3. We baseren ons daarbij op eerder genoemde gegevens. We bekijken daarbij ook, in hoeverre er sprake is van een continue ontwikkeling bij de leerling gerekend vanaf begin groep 1. De periode januari tot eind schooljaar. We geven in het gesprek met de ouders aan wat we gaan doen om de ontwikkeling van het kind te stimuleren en op welke wijze ouders daar thuis op kunnen aansluiten. Ook melden we ouders wanneer we de definitieve beslissing nemen over het vervolg van de schoolloopbaan van hun kind. Bij jonge leerlingen doen we dat zo laat mogelijk om de kans op een goede beslissing te kunnen verhogen. 6

7 De beslissing. Het nemen van een beslissing t.a.v. het gaan van groep 2 naar groep 3 doen we aan de hand van het DORR leerlingvolgsysteem, het ParnasSys leerlingvolgsysteem, de toets beginnende geletterdheid en Cito toetsen en eigen observaties. Deze gegevens worden verwerkt in de eerder genoemde signaleringslijst. De signaleringslijst is op school op te vragen. Voor alle kinderen waar zorg over is wordt de signaleringslijst groepsovergang groep 2 leerlingen ingevuld (zie bijlage). We gaan er vanuit dat ons oordeel over het schoolloopbaanvervolg bindend is voor ouders. Voor deze bindende beslissing hebben we twee redenen. In de eerste plaats gaan we er vanuit dat we een verantwoorde beslissing kunnen maken op grond van het boven genoemde en op grond van onze kennis over het onderwijs. Deze beslissing gebaseerd op onderzoek van het kind. Ten tweede zou het gaan van een kind naar groep 3, dat daar eigenlijk niet hoort, betekenen dat de leerkracht in groep 3 dat kind niet aan zijn lot over kan laten en toch extra en speciaal gaat begeleiden. Daarbij wordt relatief teveel tijd onttrokken aan andere leerlingen in die groep. De school heeft daarbij verantwoordelijkheid voor de individuele leerling en voor de groep leerlingen. Nazorg. In oktober van het hierop volgende schooljaar zal gecheckt worden hoe het kind zich ontwikkelt en welke begeleiding passend is. Verlengde kleuterperiode. Gekoppeld aan de beslissing geven we ook aan hoe we het kind bij een verlengde kleuterperiode gaan begeleiden. Bij verlengen kan het gaan om het geven van ontwikkelingsgelegenheid, het bieden van speciale begeleiding volgens een plan en het bieden van bijvoorbeeld leesbegeleiding aan kinderen die in de loop van dat verlengde jaar toe zijn aan lezen. Als kinderen die werken met een ontwikkelingsperspectief (OPP) staan de onderwijsbehoeften van het kind en voortgang in ontwikkeling centraal. Daaraan wordt gekoppeld in welke groep het beste tegemoet kan worden gekomen aan de onderwijsbehoeften van het kind. De verhouding van het kind met andere kinderen wordt hierin uiteraard meegenomen. 7

8 Beheersingscriteria voor de overgang van groep 2 naar groep 3. DORR leerlingvolgsysteem fase 6 eind groep 2 Cito leerlingvolgsysteem Medio 2 en Eind 2: We nemen de toetsen Rekenen voor kleuters en Taal voor kleuters af. Minimaal beide toetsen moeten voldoende zijn, d.w.z. I, II of III score. Toets Beginnende Geletterdheid van Aarnoutse, midden en eind groep 2 Signaleringslijst leerlingenzorg eind groep 2 A Wanneer een kind alle onderdelen van fase zes DORR beheerst eind groep 2 en op de CITO toetsen Taal en Rekenen voor kleuters minimaal niveau III scoort en de vier onderdelen Beginnende geletterdheid voldoende scoort dan gaat het kind over naar groep 3 B Wanneer een kind alle onderdelen van fase zes DORR beheerst eind groep 2 en op één of meer van de CITO toetsen Taal en Rekenen voor kleuters III en of IV scoort en twee of drie onderdelen van Beginnende geletterdheid voldoende scoort dan wordt de overgang besproken C Wanneer een kind de onderdelen van fase zes DORR beheerst eind groep 2 en op één of meer van de CITO toetsen Taal en Rekenen voor kleuters III en of IV scoort en drie onderdelen van Beginnende geletterdheid onvoldoende scoort dan wordt overgang besproken D Wanneer een kind de onderdelen van fase zes DORR beheerst eind groep 2 en op één of meer van de CITO toetsen Taal en Rekenen voor kleuters IV of V scoort en drie onderdelen van Beginnende geletterdheid onvoldoende scoort dan blijft de leerling in groep 2 E Wanneer een kind de onderdelen van fase zes DORR niet beheerst eind groep 2 en op één of meer van de CITO toetsen Taal en Rekenen voor kleuters IV of V scoort en beide onderdelen van Beginnende geletterdheid onvoldoende scoort dan blijft de leerling in groep 2 Naast genoemde beheersingscriteria wordt in de beoordeling meegenomen hoe het kind zich ontwikkelt gerekend vanaf groep 1. De groepsleerkracht en de intern begeleider beoordelen het bovengenoemde. 8

9 De overgang van groep 3 naar groep 4 De signalering van zorgleerlingen. Vanaf het moment dat kinderen bij ons op school komen, worden ze door de leerkracht gevolgd in hun ontwikkeling en functioneren. Hiervoor gebruikt de leerkracht, naast eigen observaties, het Cito leerlingvolgsysteem, het ParnasSys leerlingvolgsysteem en de methodegebonden toetsen. Daarnaast worden in de groepen 3 en 4, herfst-, febr./mrt- en junisignaleringen uitgevoerd om lees- en spellingsproblemen vroegtijdig op te sporen. Door het kind nauwgezet te volgen worden leerlingen die extra zorg nodig hebben vroegtijdig gesignaleerd. Dat geeft de leerkracht de mogelijkheid om vroegtijdig ondersteuning op maat te bieden. Soms verloopt de ontwikkeling van een kind dusdanig, dat verlenging van leertijd/zittenblijven nodig is. Hiervoor is een procedure vastgesteld, in deze procedure worden ouders vanaf het eerste moment betrokken. Voor de overgang naar een volgende groep zijn, op basis van bovengenoemde leerlingvolgsystemen, overgangscriteria opgesteld De overgang van groep 3 naar groep 4. Vanaf begin groep 3 wordt het ontwikkelingsverloop van kinderen bijgehouden, stagnaties of problemen worden vroegtijdig gesignaleerd. Zorg op maat wordt direct geboden, ook bij geringe uitval. Kinderen die als risicoleerlingen aangemerkt werden in de in mei groep 2 afgenomen toets Beginnende geletterdheid, krijgen vanaf de eerste schoolweek extra aandacht bij lees/spellingslessen. Soms is er sprake van specifieke ontwikkelingsproblemen of ontwikkelingsstoornissen. Bij een zorgelijke ontwikkeling, waarvoor meer gegevens nodig zijn, wordt door de intern begeleider of een gespecialiseerde medewerker een pedagogisch/didactisch onderzoek afgenomen, zodat nauwgezet bekeken kan worden of de overgang naar een volgende groep in het belang van het kind is. Een doorgaande lijn in de ontwikkeling van het kind is hierbij, naast de leerprestaties, het uitgangspunt. Het traject. Vanaf het moment dat een kind bij ons op school komt worden ouders op vaste momenten geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind. Daarnaast wordt opvallend functioneren of ontwikkelen van het kind met ouders besproken. We hanteren daarbij de criteria van de herfst-, febr./mrt.- en junisignaleringen, het Cito leerlingvolgsysteem, de eigen observaties en de gegevens van het ParnasSys leerlingvolgsysteem. In januari/februari van groep 3 worden ouders geïnformeerd bij twijfel omtrent overgang naar de volgende groep. De leerkracht baseert zich daarbij op eerder genoemde gegevens. 9

10 De periode januari/februari tot eind schooljaar. We geven in het gesprek met de ouders aan wat we gaan doen om de ontwikkeling van het kind te stimuleren en op welke wijze ouders daar thuis op kunnen aansluiten. Ook melden we ouders wanneer we de definitieve beslissing nemen over het vervolg van de schoolloopbaan van hun kind. Gekoppeld aan de beslissing geven we ook aan hoe we het kind gaan begeleiden. Daarbij kan het gaan om het geven van ontwikkelingsgelegenheid, het bieden van speciale begeleiding volgens een plan. De beslissing. Het nemen van een beslissing t.a.v. het gaan van groep 3 naar groep 4 doen we aan de hand van criteria gebaseerd op de Cito gegevens, de gegevens van de leessignaleringen, de gegevens van het ParnasSys leerlingvolgsysteem en eigen observaties. Daarnaast kunnen gegevens uit het pedagogisch/didactisch onderzoek worden gebruikt. De beslissing wordt uiterlijk in de maand mei genomen. We gaan er op school vanuit dat ons oordeel over de overgang bindend is voor ouders, omdat deze gebaseerd is op onderzoek van het kind. Nazorg. In oktober van het hierop volgende schooljaar zal gecheckt worden hoe het kind zich ontwikkelt en welke begeleiding passend is. 10

11 Overgangscriteria van groep 3 naar groep 4 A Wanneer een kind op alle 4 Cito toetsen voor technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen en wiskunde minimaal niveau III scoort dan gaat het kind over naar groep 4 B Wanneer een kind op 3 van de 4 Cito toetsen voor technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen en wiskunde minimaal niveau III scoort en als 1 van die 3 technisch lezen is dan gaat het kind naar groep 4 C Wanneer een kind op 2 van de 4 Cito toetsen voor technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen en wiskunde minimaal niveau III scoort en als 1 van de 2 technisch lezen, begrijpend lezen of rekenen en wiskunde is dan wordt de overgang besproken D Wanneer een kind op de Cito toetsen voor technisch lezen, begrijpend lezen en rekenen en wiskunde IV of V scoort dan blijft het kind in groep 3 De overgang naar groep 4 wordt ook besproken als de sociaal emotionele ontwikkeling van een kind, in combinatie met specifieke problematieken, adequaat functioneren belemmeren. Deze problematieken kunnen zowel gedragsmatig, cognitief als ook fysiek van aard zijn. Als de overgang van een kind besproken wordt, dan wordt de beoordeling op het ParnasSys leerlingvolgsysteem in de bespreking meegenomen. Daarnaast kunnen de Cito toetsen woordenschat en begrijpend luisteren medebepalend zijn. De groepsleerkracht en de intern begeleider beoordelen het bovengenoemde. 11

12 De overgang van groep 4 naar groep 5. De signalering van zorgleerlingen. Vanaf het moment dat kinderen bij ons op school komen, worden ze door de leerkracht gevolgd in hun ontwikkeling en functioneren. Hiervoor gebruikt de leerkracht, naast eigen observaties, het Cito leerlingvolgsysteem, het ParnasSys leerlingvolgsysteem en de methodegebonden toetsen. Daarnaast worden in de groepen 3 en 4, herfst-, febr./mrt- en junisignaleringen uitgevoerd om lees- en spellingsproblemen vroegtijdig op te sporen. Door het kind nauwgezet te volgen worden leerlingen die extra zorg nodig hebben vroegtijdig gesignaleerd. Dat geeft de leerkracht de mogelijkheid om vroegtijdig zorg op maat te bieden. Soms verloopt de ontwikkeling van een kind dusdanig dat verlenging van leertijd/zittenblijven nodig is. Hiervoor is een procedure vastgesteld, in deze procedure worden ouders vanaf het eerste moment betrokken. Voor de overgang naar een volgende groep zijn, op basis van bovengenoemde leerlingvolgsystemen, overgangscriteria opgesteld De overgang van groep 4 naar groep 5. Vanaf begin groep 4 wordt het ontwikkelingsverloop van kinderen bijgehouden, stagnaties of problemen worden vroegtijdig gesignaleerd. Zorg op maat wordt direct geboden, ook bij geringe uitval. Soms is er sprake van specifieke ontwikkelingsproblemen of ontwikkelingsstoornissen. Bij een zorgelijke ontwikkeling wordt door de remedial teacher een uitgebreid pedagogisch/didactisch onderzoek afgenomen, zodat nauwgezet bekeken kan worden of de overgang naar een volgende groep in het belang van het kind is. Een doorgaande lijn in de ontwikkeling van het kind is hierbij, naast de leerprestaties, het uitgangspunt. Het traject. Vanaf het moment dat een kind bij ons op school komt worden ouders op vaste momenten geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind. Daarnaast wordt opvallend functioneren of ontwikkelen van het kind met ouders besproken. We hanteren daarbij de criteria van de herfst-, febr./mrt.- en junisignaleringen, het Cito leerlingvolgsysteem, de eigen observaties en de gegevens van het ParnasSys leerlingvolgsysteem. In januari/februari van groep 4 worden ouders geïnformeerd bij twijfel omtrent overgang naar de volgende groep. De leerkracht baseert zich daarbij op eerder genoemde gegevens. 12

13 De periode januari/februari tot eind schooljaar. We geven in het gesprek met de ouders aan wat we gaan doen om de ontwikkeling van het kind te stimuleren en op welke wijze ouders daar thuis op kunnen aansluiten. Ook melden we ouders wanneer we de definitieve beslissing nemen over het vervolg van de schoolloopbaan van hun kind. Gekoppeld aan de beslissing geven we ook aan hoe we het kind gaan begeleiden. Daarbij kan het gaan om het geven van ontwikkelingsgelegenheid, het bieden van speciale begeleiding volgens een handelingsplan. De beslissing. Het nemen van een beslissing t.a.v. het gaan van groep 4 naar groep 5 doen we aan de hand van criteria gebaseerd op de Cito gegevens, de gegevens van de leessignaleringen, de gegevens van het ParnasSys leerlingvolgsysteem en eigen observaties. Daarnaast kunnen gegevens uit het pedagogisch/didactisch onderzoek worden gebruikt. De beslissing wordt uiterlijk in de maand mei genomen. We gaan er op school vanuit dat ons oordeel over de overgang bindend is voor ouders, omdat deze gebaseerd is op onderzoek van het kind. Nazorg. In oktober van het hierop volgende schooljaar zal gecheckt worden hoe het kind zich ontwikkelt en welke begeleiding passend is. 13

14 Overgangscriteria van groep 4 naar groep 5 A Wanneer een kind op alle 4 Cito toetsen voor technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen en wiskunde minimaal niveau III scoort dan gaat het kind over naar groep 5 B Wanneer een kind op 3 van de 4 Cito toetsen voor technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen en wiskunde minimaal niveau III scoort dan gaat het kind naar groep 5 C Wanneer een kind op 2 van de 4 Cito toetsen voor technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen en wiskunde minimaal niveau III scoort en als 1 van de 2 begrijpend lezen of rekenen en wiskunde is dan wordt de overgang besproken D Wanneer een kind op grond van toetsscores naar groep 5 zou kunnen gaan, maar veel extra instructie nodig heeft en hulp nodig heeft bij het aanbrengen van structuur om zelfstandig te werken dan wordt de overgang besproken F Wanneer een kind op de Cito toetsen voor begrijpend lezen en rekenen en wiskunde IV of V scoort dan blijft het kind in groep 4 Een kind doubleert in principe slechts één keer. Mogelijke uitzondering is een kind met een zeer laag IQ of een kind dat op CBS Mons Sinaϊ komt en op een eerdere school al een keer is blijven zitten. Als de overgang van een kind besproken wordt, dan wordt de beoordeling op het ParnasSys leerlingvolgsysteem in de bespreking meegenomen. Daarnaast kunnen de Cito toetsen woordenschat en begrijpend luisteren medebepalend zijn. De groepsleerkracht en de intern begeleider beoordelen het bovengenoemde. 14

15 De overgang in de bovenbouw groep 5, 6 en 7 De signalering van zorgleerlingen. Vanaf het moment dat kinderen bij ons op school komen, worden ze door de leerkracht gevolgd in hun ontwikkeling en functioneren. Hiervoor gebruikt de leerkracht, naast eigen observaties, het Cito leerlingvolgsysteem, het ParnasSys leerlingvolgsysteem en de methodegebonden toetsen. Daarnaast worden in de groepen 5, 6 en 7, signaleringstoetsen uitgevoerd in het kader van het dyslexieprotocol bovenbouw. Door het kind nauwgezet te volgen worden leerlingen die extra zorg nodig hebben tijdig gesignaleerd. Dat geeft de leerkracht de mogelijkheid om vroegtijdig zorg op maat te bieden. Soms verloopt de ontwikkeling van een kind dusdanig dat verlenging van leertijd/zittenblijven nodig is. Hiervoor is een procedure vastgesteld, in deze procedure worden ouders vanaf het eerste moment betrokken. Voor de overgang naar een volgende groep zijn, op basis van bovengenoemde leerlingvolgsystemen, overgangscriteria opgesteld. De overgang in de bovenbouw (groep 5, 6 en 7) Vanaf begin groep 5 wordt het ontwikkelingsverloop van kinderen bijgehouden, stagnaties of problemen worden vroegtijdig gesignaleerd. Zorg op maat wordt direct geboden, ook bij geringe uitval. Soms is er sprake van specifieke ontwikkelingsproblemen of ontwikkelingsstoornissen. Bij een zorgelijke ontwikkeling wordt door de intern begeleider of een andere gespecialiseerde medewerker een uitgebreid pedagogisch/didactisch onderzoek afgenomen, zodat nauwgezet bekeken kan worden of de overgang naar een volgende groep in het belang van het kind is. Een doorgaande lijn in de ontwikkeling van het kind is hierbij, naast de leerprestaties, het uitgangspunt. Het traject. Vanaf het moment dat een kind bij ons op school komt worden ouders op vaste momenten geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind. Daarnaast wordt opvallend functioneren of ontwikkelen van het kind met ouders besproken. We hanteren daarbij de criteria van het Cito leerlingvolgsysteem, de signaleringen in het kader van het dyslexieprotocol bovenbouw, de eigen observaties en de gegevens van het ParnasSys leerlingvolgsysteem. In januari/februari van het schooljaar worden ouders geïnformeerd bij twijfel omtrent overgang naar de volgende groep. De leerkracht baseert zich daarbij op eerder genoemde gegevens. 15

16 De periode januari/februari tot eind schooljaar. We geven in het gesprek met de ouders aan wat we gaan doen om de ontwikkeling van het kind te stimuleren en op welke wijze ouders daar thuis op kunnen aansluiten. Ook melden we ouders wanneer we de definitieve beslissing nemen over het vervolg van de schoolloopbaan van hun kind. Gekoppeld aan de beslissing geven we ook aan hoe we het kind gaan begeleiden. Daarbij kan het gaan om het geven van ontwikkelingsgelegenheid, het bieden van speciale begeleiding volgens een handelingsplan. De beslissing. Het nemen van een beslissing t.a.v de overgang doen we aan de hand van criteria gebaseerd op de Cito gegevens, de gegevens van de leessignaleringen, de gegevens van het ParnasSys leerlingvolgsysteem en eigen observaties. Daarnaast kunnen gegevens uit het pedagogisch/didactisch onderzoek worden gebruikt. De beslissing wordt uiterlijk in de maand mei genomen. We gaan er op school vanuit dat ons oordeel over de overgang bindend is voor ouders, omdat deze gebaseerd is op onderzoek van het kind. Nazorg. In oktober van het hierop volgende schooljaar zal gecheckt worden hoe het kind zich ontwikkelt en welke begeleiding passend is. 16

17 Overgangscriteria vanaf groep 5 tot groep 8 A Wanneer een kind op alle 4 Cito toetsen voor technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen en wiskunde minimaal niveau III scoort dan gaat het kind over naar de volgende groep B Wanneer een kind op 3 van de 4 Cito toetsen voor technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen en wiskunde minimaal niveau III scoort dan gaat het kind naar de volgende groep C Wanneer een kind op 2 van de 4 Cito toetsen voor technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen en wiskunde minimaal niveau III scoort en als 1 van de 2 begrijpend lezen of rekenen en wiskunde is dan wordt de overgang besproken D Wanneer een kind op 3 Cito toetsen waaronder begrijpend lezen en rekenen en wiskunde IV of V scoort dan blijft het kind in dezelfde groep (dit geldt voor de groepen 5 en 6) In groep 7 wordt de overgang besproken In het algemeen doubleert een kind niet meer in de groepen 7 en 8. Een kind doubleert in principe slechts één keer. Mogelijke uitzondering is een kind met een zeer laag IQ of een kind dat op CBS Mons Sinaϊ komt en op een eerdere school al een keer is blijven zitten. Zodra de overgang van een kind besproken wordt, dan wordt de beoordeling op het ParnasSys leerlingvolgsysteem in de bespreking meegenomen. Daarnaast kan de toets Cito (lees)woordenschat medebepalend zijn. De groepsleerkracht en de intern begeleider beoordelen het bovengenoemde. 17

18 Overgang vanuit groep 8 naar het voortgezet onderwijs Procedure Uitstroom naar het Voortgezet Onderwijs Bij uitstroom naar het voorgezet onderwijs zijn er afspraken over: advies basisschool Plaatsingswijzer is leidend. voorlichting door de basisschool aan de ouders en de leerlingen van groep 8 voorlichting / open dagen VO onderwijskundig rapport (model VO) aanmelding bij het VO (door de ouders en leerkracht) Acties Tijd Advies basisschool Het schooladvies wordt in groep 8 gegeven door de groepsleerkracht van groep. Dit advies is vooraf besproken met in ieder geval de groepsleerkracht, de internbegeleider en de directeur. In groep 7 wordt een pre advies uitgesproken op basis van de toetsen van het LOVS. Na de CITO M- toetsen februari groep 8 Zo mogelijk februari, anders juni groep 7 Voorlichting door de basisschool aan de ouders en de leerlingen van groep 8 Er wordt voorlichting gegeven aan de ouders in samenwerking met CBS Het Baken en CBS Annewieke t.a.v. het Ubbo Emmius college in Winschoten. In gesprekken met individuele ouders wordt voorlichting gegeven over allerlei scholen voor VO door de groepsleerkracht van groep 8. Januari groep 8 Vanaf september groep 8 Voorlichting / open dagen VO Voorlichtingsmaterialen van scholen worden meegegeven naar huis. Januari groep 8 In klassenverband bezoeken de kinderen van groep 8 met de leerkracht twee scholen voor VO onder schooltijd, te weten: Ubbo Emmius college en Dollard college, beiden te Winschoten. Daarnaast bezoekt de leerkracht met ouders en leerling andere scholen die individueel gekozen worden. Dit gebeurt buiten schooltijd. Januari, februari groep 8 Januari, februari, maart, groep 8 Onderwijskundig rapport (model VO) Het onderwijskundig model VO, aangeleverd door de PO-VO provincie Groningen wordt ingevuld door de groepsleerkracht en voor 15 maart opgestuurd naar de desbetreffende school. Voor kinderen met LWOO of PRO advies wordt de procedure van de PCL of RVC (van de betreffende school) gevolgd. Maart groep 8 Maart groep 8 18

19 Aanmelding bij het VO (door de ouders en leerkracht) Ouders vullen de desbetreffende formulieren voor aanmelding van hun kind van de school van hun keuze (voor 15 maart) in en geven deze af bij de leerkracht van groep 8. De leerkracht voegt het OWR toe, gegevens omtrent de ontwikkeling van de leerling (LOVS) en bijbehorende formulieren. De leerkracht stuurt het complete pakket naar de school die de ouders voor hun kind gekozen hebben. Maart groep 8 Centrale eindtoets: In april maken de kinderen van groep 8 de Centrale eindtoets. Met deze toets wordt de leerling getest op rekenen, taal, wereldoriëntatie en begrijpend lezen. Uitgebreide informatie ober de Centrale eindtoets is te lezen in het Protocol Afname Toetsen. 19