Bijgaand zend ik u, namens het DB van de MGR, een tweetal documenten bestemd voor uw colleges en raden.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bijgaand zend ik u, namens het DB van de MGR, een tweetal documenten bestemd voor uw colleges en raden."

Transcriptie

1 From: Ineke Alferink Sent: vrijdag 15 april 20169:26:39 To: Postregistrator Cc: Subject: FW: jaarrekening en begroting MGR Attachments:Begroting herzien 2016 en 2017.pdf; Jaarrekening 2015.pdf Risem en afd. an: Minnen, Martine van MO10 erzonden: donderdag 14 april :53 an: Griffie; Amresh Dewkalie; Griffie Druten; griffie Heumen; Griffie MUG / Groesbeek; Luc Berben; Heffels, Mirande BM50; Linda Berendsen; Annick Buise-Jansen; Dyanne Kocken; Groesbeek; Heumen; Mook en Middelaar; Wilfred Goedmakers; Wever, Roel BM10 Onderwerp: jaarrekening en begroting MGR Geachte secretarissen en griffiers, Bijgaand zend ik u, namens het DB van de MGR, een tweetal documenten bestemd voor uw colleges en raden. Met vriendelijke groet, Martine van Minnen

2 Aan de raden in de regio Rijk van Nijmegen Datum Contactpersoon 14 april 2016 Ina Hol Onderwerp Telefoonnummer Herziene begroting MGR 2016 en begroting Geachte leden van de Raad, Hierbij bieden wij u de herziene begroting van de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling (MGR) voor het jaar 2016 en de ontwerpbegroting voor het jaar 2017 aan. Deze begroting bevat zowel een inhoudelijk als financieel kader over de platformfunctie van de MGR en de twee uitvoeringsmodules: het WerkBedrijf, inclusief de sociale werkvoorziening (SW) en ICT. We bieden u beide begrotingen geïntegreerd aan, omdat dit de overzichtelijkheid en vergelijkbaarheid ten goede komt. Platformfunctie MGR Bij de oprichting van de MGR is uitgesproken dat dit zowel een uitvoeringsorganisatie is, als een platform voor regionale afstemming en uitwisseling over allerhande thema s die de hele regio aangaan. De platformfunctie kan op verschillende manieren worden ingericht, van breed tot smal en van meer tot minder intensief. In de eerste helft van 2016 voeren we hierover het gesprek met uw raden. In de tweede helft van 2016, moeten de uitkomsten hiervan hun beslag krijgen. WerkBedrijf De module WerkBedrijf is vanaf 2015 operationeel. In dat jaar hebben we belangrijke stappen gezet om te komen tot een effectieve uitvoering van de Participatiewet, waar we vanaf 2016 op verder bouwen. We hebben onder meer de integratie met de SW organisatie Breed voorbereid en een regionale aanpak voor kandidaatsbenadering en bedrijfsdienstverlening ontwikkeld. Daarbij zijn we er in geslaagd om de doelstellingen, genoemd in de begroting 2015 te behalen. Vanaf 1 januari 2016 is Breed geïntegreerd in het WerkBedrijf. Dit is dan ook het eerste jaar waarin het WerkBedrijf de vorm heeft zoals beoogd en verwoord in de door uw Raden vastgestelde notitie Sterke Werkwoorden, november De capaciteiten, kennis en netwerken vanuit Breed, de gemeentelijke afdelingen Werk en de samenwerkingspartner UWV zijn nu verbonden. Daardoor is de dienstverlening aan kandidaten en ondernemers verbeterd. ICT Per 1 januari 2016 is de module ICT toegevoegd aan de MGR, de gemeente Wijchen neemt geen deel aan deze module. Doelstelling van de samenwerking in deze module is om te komen tot een efficiënte uitvoeringsorganisatie op het gebied van informatiemanagement en automatisering die de dienstverlening aan de deelnemende gemeenten centraal stelt. Besluitvormingsproces begroting In juli 2016 vindt besluitvorming plaats over deze begroting in ons Algemeen Bestuur. Conform de Wet op de gemeenschappelijke regelingen stellen wij u hierbij in de gelegenheid vooraf een zienswijze in te dienen. U heeft hiervoor tot 18 juni de tijd, zoals is afgesproken met de agendacommissie.

3 Als basis voor deze begroting hebben we de brief financiële en beleidsmatige kaders benut, die u begin december 2015 heeft ontvangen. Uw raden zijn in de gelegenheid gesteld hierop een zienswijze in te dienen, een mogelijkheid waar alleen de gemeente Druten geen gebruik van heeft gemaakt. We hebben de ingediende zienswijzen waar mogelijk en wenselijk verwerkt in deze begroting. In deze brief lichten we de aandachtspunten in de begroting toe. Hierbij gaan we specifiek in op de verschillen tussen de primitieve en de bijgestelde begroting Voor de leesbaarheid zijn deze aandachtspunten opgenomen in de bijlagen. Bijlage 1 betreft de module WerkBedrijf, onderdeel Sociale Werkvoorziening Bijlage 2 betreft de module WerkBedrijf, exclusief Sociale Werkvoorziening en Overige aandachtspunten. In bijlage 3 vindt u een overzicht van de ingediende zienswijzen en de reactie hierop. In bijlage 4 treft u de herziene Begroting MGR 2016 en de ontwerpbegroting 2017 aan. We gaan ervan uit u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben en zien uw zienswijze graag vóór 18 juni aanstaande tegemoet. Hoogachtend, Dagelijks Bestuur modulaire gemeenschappelijke regeling Rijk van Nijmegen, De Voorzitter, De Secretaris, drs. H.M.F. Bruls I. Hol Bijlagen: 4 2

4 Bijlage 1: module WerkBedrijf: onderdeel Sociale Werkvoorziening Stijging kostprijs voor 2016 De kostprijs per SE is hoger dan in de primitieve begroting. Hierdoor stijgt het tekort in Het geraamde tekort in de bijgestelde begroting komt op Dit was in de primitieve begroting, zodat sprake is van een toename van het geraamde tekort van Vanaf 2017 zien we weer een daling van de kostprijs. Ondanks het feit dat de overhead en de begeleidingskosten SW zijn gedaald, is er sprake van een stijging van de kostprijs in Dit komt door hogere salariskosten SW-ers vanuit de nieuwe caoafspraken en een daling van de toegevoegde waarde (opbrengst) per SE. Stijging salariskosten SW In december 2015 is een principe akkoord cao-sw tot stand gekomen. In deze cao afspraken is naast een structurele loonsverhoging en een verhoging van de eindejaarsuitkering, ook een eenmalige uitkering opgenomen van 325 per fte in Over de looptijd van de cao zijn de effecten van deze cao-afspraken budgettair neutraal. Dit komt doordat de verhoging van het cao-loon wordt aangevuld door het Rijk. Echter, voor het jaar 2016 is deze compensatie (nog) niet toereikend. De eindejaarsuitkering en de eenmalige uitkering worden de komende jaren gecompenseerd door verlaging van de pensioenpremie. Dit wordt in onderstaande tabel toegelicht. Kosten eenmalige uitkering a 325 per se Meegenomen daling in de pensioenpremie Daling toegevoegde waarde De daling van de toegevoegde waarde (opbrengst) per SW wordt veroorzaakt door de toename van ziekteverzuim en leegloop 1. We zien dat de uurtarieven in vergelijking met de primitieve begroting stabiel blijven. Echter, het aantal facturabele uren per SW-er richting ondernemers is ten opzichte van de primitieve begroting gedaald. De afgelopen jaren hebben we ons gefocust op de beweging van binnen naar buiten door vervreemding van bedrijfsonderdelen. Hierdoor zijn we erin geslaagd eind % van de SW-ers te detacheren.. In die periode is minder aandacht uitgegaan naar de aansturing en begeleiding op de Boekweitweg, waar de medewerkers intern beschut werken. Daarbij komt dat de SW-medewerkers medio 2015 zijn gescreend (via Dariuz-methodiek) of zij ook de beweging naar buiten konden maken, via een individuele of groepsdetachering. Deze onderdelen hebben als gevolg gehad dat er onrust is ontstaan onder een deel van de medewerkers. Dit heeft geleid tot een hoger ziekteverzuim. De leegloop betreft medewerkers, waarvan de detachering is afgelopen en waarvoor intern geen geschikte werkplek is. Het gaat er dan niet om dat er geen werk voorhanden is, maar in de persoon gelegen factoren dat plaatsing (nog) niet lukt. Om de toegevoegde waarde per SE te verhogen hebben we drie speerpunten geformuleerd. 1. Investeren in rust en regelmaat in de productiefaciliteit Boekweitweg We brengen de condities voor de medewerkers die beschut werken op orde. We investeren in extra begeleiding en aansturing van de SW-ers op de productiefaciliteit op de Boekweitweg. Medewerkers krijgen vaste begeleiders, een duurzaam en gevarieerd werkaanbod en een rustige, prettige werkomgeving. De extra capaciteit vangen we op in de bestaande personeelsbudgetten van het WerkBedrijf. De extra capaciteit is ook noodzakelijk omdat de groep die is aangewezen op beschut groter is dan verwacht, 22% in plaats van 15%. 1 Leegloop: personen met een dienstverband SW, maar geen (volledige) plaatsing 3

5 Op de langere termijn nadat de condities intern op orde zijn gebracht- willen we de SW-ers die intern beschut werken ook onderbrengen in reguliere settingen. Dit kan echter pas als we een ondernemer(s) vinden die een passende werkomgeving, passend werk en de juiste begeleiding kan garanderen. Hiermee bieden we ook deze groep kansen om zich zoveel mogelijk naar zijn mogelijkheden te ontwikkelen in een reguliere setting. Het onderbrengen van de groep beschut zal geen eenvoudig proces zijn, gezien de eisen die we aan partijen stellen als het gaat om de werkomgeving, het werkaanbod en de begeleiding. Omdat de kostprijs voor beschut in principe een constante is onafhankelijk van waar de omgeving gecreëerd wordt, is hier een budgettair neutraal effect te verwachten. Als arbeidsbemiddelingsbedrijf verminderen we met name de bedrijfsrisico s. Het proces zal naar verwachten 3 tot 5 jaar in beslag nemen. 2. Beweging van binnen naar buiten De objectieve screening van de SW-medewerkers die momenteel beschut werken heeft uitgewezen dat circa 78% van de totale populatie SW naar buiten kan. Omdat we nu op circa 60% buiten zitten, betekent dit dat nog circa 18% (zo n 350 mensen) bemiddeld moeten worden naar een nieuwe ondernemer. Dit is een forse uitdaging, omdat dit niet meer kan door vervreemding van eigen bedrijfsonderdelen. Dit zal met name moeten gebeuren door met (nieuwe) ondernemers groepsdetacheringen te realiseren. Door de integratie van Breed in het WerkBedrijf kunnen we alle krachten (capaciteit en netwerken) bundelen om deze groep medewerkers snel een goed perspectief te kunnen bieden en daardoor de (gedeeltelijke) leegloop te reduceren. Ten aanzien van de groep van 18% die nog naar buiten kan hebben we geen hogere opbrengstverwachting, dan nu geprognosticeerd. Met het naar buiten plaatsen van de SW medewerkers hebben we kunnen bewerkstellingen dat onze bedrijfsrisco s en vaste kosten afnamen. Bij met name de eerste groepen SW medewerkers die naar buiten geplaatst zijn medewerkers die nu op een betere plek met een hogere opbrengst terecht zijn gekomen. De opbrengstverwachting van de nu nog resterende groep beschutte medewerkers die we buiten plaatsen ligt echter niet zo ver af van de opbrengst die we verwachten van de medewerkers op de beschutte werkplekken binnen de muren van oud Breed. Met andere woorden het naar buiten plaatsen leidt niet tot een hogere opbrengstverwachting c.q. hogere uurtarieven. De belangrijkste factoren die moeten leiden tot het dempen van de financiële consequenties in de begroting zijn het vinden van de juiste detacheringsplekken voor de medewerkers die naar buiten kunnen tegen het maximaal haalbare aantal uren, het maximaal haalbare uurtarief en een daling van het ziekteverzuim in zijn algemeen onder de totale populatie SW. Dit verhoogt het productiviteitspercentage van de medewerkers en de daaraan gerelateerde facturabele uren. 3. Structureel reduceren ziekteverzuim SW De aanpak van het ziekteverzuim bij de SW is uiteraard geen nieuw thema. Voor het bestuur van Breed is dit altijd een belangrijk punt van aandacht geweest. We zien echter dat het ziekteverzuim sinds 2015 opgelopen is, doordat met name de focus op de beweging naar buiten lag. Onze ambitie is om het ziekteverzuim structureel terug te dringen tot op het niveau van de Benchmark SW (ca. 13%). Het ziekteverzuim onder de groep medewerkers op de Boekweitweg is het hoogst onder de totale groep SW-medewerkers. We zien dat de medewerkers die het langst buiten werken een lager ziekteverzuim hebben dan voorheen. Bij het onderdeel Schoonmaak (het laatst vervreemde bedrijfsonderdeel) zien we nog wel een hoog ziekteverzuim. Gemiddeld zitten we nu op 19%, waar de benchmark landelijk een percentage van 13% laat zien. Om deze norm te halen starten we een intensief traject. Betere begeleiding, rust in de werkomgeving en terugdringen leegloop zal naar onze verwachting al een groot deel van dit ziekteverzuim reduceren. Maar ook het beter aansluiten van het lokale, sociale netwerk van zorgverleners is een van de speerpunten. Niet altijd is ziekteverzuim te relateren aan de werksituatie, maar moeten andere zorgtrajecten worden opgestart. Ook zullen we indirecte, begeleidende medewerkers beter toerusten op het bestrijden van ziekteverzuim. Tenslotte investeren we meer in interne vertrouwenspersonen en bedrijfsmaatschappelijk werk. Concreet betekent dit een eenmalige investering, met name door in te zetten op professionalisering van het indirect personeel ad euro. Deze kosten dekken we uit de huidige personeelsbudgetten. 4

6 Bijlage 2: module WerkBedrijf (exclusief SW) en Overige aandachtspunten Beschut Werken Nieuw Instroom in de oude Sociale Werkvoorziening is met de komst van de Participatiewet niet meer mogelijk. Daarvoor in de plaats is in de wet de inzet van een andere voorziening als mogelijkheid opgenomen, genaamd Beschut werk nieuw. Hieronder wordt verstaan: een dienstverband in een passende werk omgeving voor een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt. We hebben in onze regio te maken met een kleine groep mensen die wel betaald werk kan verrichten, maar alleen in een aangepaste werkomgeving. Dit wil zeggen dat zij als gevolg van een beperkingen, ziekte of stoornis van de kandidaat zoveel aanpassingen gedaan moeten worden in begeleiding en werkomgeving, dat een reguliere werkgever dit normaal gesproken niet kan realiseren. We willen deze groep die een beschermde werkomgeving nodig heeft en geen SW-dienstverband, ondersteunen om mee te kunnen doen op de arbeidsmarkt. Wanneer een kandidaat uitsluitend in een beschermde omgeving kan werken en een baan in het kader van de Wet Banenafspraak (nog) niet haalbaar is, dragen we deze kandidaten voor aan het UWV voor een advies Beschut werk. Kandidaten die hiervoor in aanmerking komen krijgen via het WerkBedrijf een dienstverband aangeboden in een geschikte werkomgeving met de passende begeleiding. Het dienstverband is in eerste instantie tijdelijk (maximaal 23 maanden). In de periode ontwikkelen we de loonwaarde en zelfredzaamheid van de kandidaat zoveel mogelijk. Na deze tijdelijke proefperiode wordt vastgesteld of de kandidaat mogelijkheden heeft om regulier aan de slag te gaan, bijvoorbeeld met een indicatie banenafspraak, of meer gebaat is bij een andere voorziening. Als dit niet aan de orde is, wordt een vast dienstverband aangeboden op een werkplek in een passende omgeving. Dit zal de vorm krijgen van een detacheringsconstructie. Hiervoor zijn middelen in de begroting opgenomen ter hoogte van maximaal 15 plekken in 2016 en ditzelfde aantal in Dit aantal sluit aan op de landelijke ervaringen in 2015 dat per inwoners gemiddeld ca. 10 personen (zonder SW-dienstverband) aangewezen zijn op een beschermde werkomgeving. In de begroting is zekerheidshave uitgegaan van het scenario dat de ingestroomde kandidaten op de voorziening beschut nieuw geplaatst blijven, dus niet uitstromen. De komende twee jaar zullen we meer ervaring opdoen met beschut werk nieuw en meer concrete beelden opbouwen over aantallen plekken, doorstroom en uitstroom. In de bijlagen bij de begroting vindt u een nadere toelichting op de uitgangspunten rond beschut werk nieuw. Bijstelling middelen reguliere wettelijke loonkostensubsidies Naast loonkostensubsidies voor maximaal 15 beschutte werkplekken zijn ook middelen opgenomen voor de reguliere wettelijke loonkostensubsidie. Dit is de loonkostensubsidie bedoeld om kandidaten met een indicatie Banenafspraak te plaatsen. Naast het bijstellen van de loonkostensubsidie voor beschut werk nieuw (zie boven) stellen we ook de wettelijke loonkostensubsidies (voor de Banenafspraak) bij, op basis van de ervaringen en realisaties in We verwachten in 2016 vanuit het Werkbedrijf ca. 45 kandidaten te plaatsen uit het doelgroepenregister, met een indicatie Banenafspraak. Een deel daarvan betreft doorlopende subsidies uit plaatsingen in De gezamenlijke doelstelling in de regio met UWV is 150 plaatsingen bij ondernemers van kandidaten uit het doelgroepenregister. Opgemerkt moet worden dat het UWV een bestand van kandidaten heeft in het doelgroepenregister die al in beeld waren, van wie de mogelijkheden bekend zijn en die relatief snel gematcht kunnen worden. Bij het WerkBedrijf is sprake van een nieuwe doelgroep, die vanuit het doelgroepenregister moet worden gescreend en voor een deel nog in beeld moet worden gebracht. Hierdoor is aandeel plaatsingen door UWV via de Banenafspraak groter dan van het WerkBedrijf. 5

7 Bijstelling middelen arbeidsmatige dagbesteding In 2015 zijn 250 kandidaten geplaatst in de arbeidsmatige dagbesteding was het eerste jaar waarin het WerkBedrijf ervaring opdeed met de regie op de arbeidsmatige dagbesteding. In dit jaar was nog veel onduidelijk over definities, aantallen en beweging in het bestand, zowel aan de kant van het WerkBedrijf als bij de aanbieders. Er zijn nog onvoldoende ervaringscijfers en beelden van de dynamiek in de populatie opgebouwd om meerjarig aan te kunnen geven hoeveel middelen hiervoor nodig zijn. Daarom rekent het WerkBedrijf jaarlijks met gemeenten af op basis van de realisatie. Verwacht wordt dat na 2018 geëvalueerd kan worden en dat inzicht is ontstaan in hoeveel financiële middelen structureel nodig zijn. Overige aandachtspunten Personele lasten met 3% geïndexeerd In afwachting van de nieuwe CAR-UWO-schalen zijn de personele lasten van indirect personeel (begeleidend) met 3% geïndexeerd. Bezuiniging op beïnvloedbare kosten (efficiency) Vanaf 2017 is een taakstelling opgenomen van oplopend tot per jaar. Deze bezuiniging is gebaseerd op 5% van de beïnvloedbare kosten. Die bezuiniging is voor 2017 nog niet concreet ingevuld. In het 2 e kwartaal 2016 wordt hiertoe besloten. Frictiekosten Per 1 april 2016 komt het indirecte personeel dat in verleden werkzaam was bij de deelnemende gemeenten van de MGR en Breed in dienst van de MGR. In het sociaal plan is opgenomen dat alle medewerkers mee over gaan en voor deze medewerkers is er een werkgelegenheidsgarantie afgegeven voor de eerste 5 jaar. Er is tevens besloten dat eventuele frictiekosten ten laste van de latende organisaties komen. 6

8 Bijlage 3: reactie op door gemeenten ingediende zienswijzen Hieronder wordt ingegaan op de geformuleerde zienswijzen. Dit doen we achtereenvolgens voor Bestuursondersteuning/platformfunctie, WerkBedrijf en ICT. Zienswijze Gemeente WerkBedrijf Bestuursondersteuning Wij verzoeken u om in de begroting een duidelijke onderbouwing op te nemen van de geraamde bestuurs- en organisatiekosten. Nijmegen Aan dit verzoek hebben wij in de ontwerpbegroting zoveel mogelijk voldaan, door aan te geven welke kosten onderdeel uitmaken van het bedrag aan bestuursondersteuning. Er wordt (nogmaals) verzocht om een overzicht welk budget wordt ingezet voor welke doelgroep, welke instrumenten hierbij horen en wat de kosten hiervan zijn. De gemeente Berg en Dal verzoekt om specifiek aan te geven hoe het extra budget voor een nieuwe doelgroep (mensen met een arbeidsbeperking die voorheen onder de Wajong en WSW vielen) ten bate komt van deze doelgroep. Mook en Middelaar, Berg en Dal) In de aanbiedingsbrief bij de begroting voor 2016 hebben wij hierover aangegeven dat we bij de begroting 2017 zoveel mogelijk gevolg geven aan dit verzoek. Daarbij zoeken we naar een goede balans tussen het voldoen aan dit verzoek en het niet op een al te diep uitvoeringsniveau rapporteren. In de bijgevoegde ontwerpbegroting hebben wij dit gedaan, door aan te geven welke budgetten we inzetten bij welke werkvormen en geven we een beeld welke instrumenten we daarbij benutten. Overigens geldt daarbij dat dit niet één-op-één terug te leiden is naar de doelgroepen. De doelgroep arbeidsgehandicapten kan bijvoorbeeld vanuit alle werkvormen ondersteund worden. U geeft aan zeer positief te staan tegenover de wijze waarop het Werkbedrijf omgaat met de social impact bond en verzoekt hiervan op de hoogte te worden gehouden. Mook en Middelaar We zijn het concept social impact bonds aan het verkennen. Onze focus ligt hier echter niet op. In het verlengde hiervan is social return een instrument waarmee we in samenwerking met gemeenten veel op in zetten, in adviseren en goede resultaten boeken in het leiden van bijstandsgerechtigden naar werk. In uw brief wordt aangegeven dat het mogelijk is om een egalisatiereserve per gemeente te vormen. Wij willen u voorstellen om voor Beuningen geen egalisatiereserve te vormen. Mocht de gemeente Beuningen minder geld uitgeven aan de basisdienstverlening of het maatwerkbudget, dan heeft het de voorkeur dat dit aan Beuningen wordt terugbetaald. (Beuningen) Beuningen Als sprake is van overschotten, nemen wij op dat moment een besluit of een egalisatiereserve wordt gevormd of dat de overschotten worden uitbetaald aan de deelnemers. Wij zullen daarbij rekening houden met uw standpunt. Inzake de panden van Breed, waarvan de lasten worden doorberekend naar de MGR, is verzocht aandacht te hebben voor de positie van Mook en Middelaar in dezen. (Mook en Middelaar) Mook en Middelaar Hieraan geven wij uiteraard gevolg, conform de eerdere afspraken die hierover reeds zijn gemaakt. In de begroting hebben wij de lasten en baten betreffende de SW apart inzichtelijk gemaakt en Mook en Middelaar deelt hier niet in. U verzoekt aan te geven wat de financiële consequenties zijn van het heroverwegen van het percentage van 85% van SWmedewerkers die buiten de deur gaan Wijchen, Berg en Dal, Beuningen, Bij het naar buiten plaatsen van de SW medewerkers was het doel om de focus op Arbeidsbemiddeling te krijgen en mensen zo dicht mogelijk bij de reguliere arbeidsmarkt te plaatsen. De focus is de afgelopen 7

9 werken. De gemeente Berg en Dal en Beuningen geven hierbij nadrukkelijk aan dat hun voorkeur ernaar uitgaat om de financiële consequenties op te vangen binnen het participatiebudget, zonder dat de eerdere doelstellingen m.b.t. uitstroom WerkBedrijf aangetast worden. Wij verzoeken het AB in deze gewijzigde begroting uit te gaan van een realistisch percentage werknemers dat buiten Breed geplaatst wordt. Hieronder verstaan wij het totaal van de werknemers die begeleid werken dan wel individueel of in een groep gedetacheerd zijn. Wij achten het inmiddels niet meer reëel om te begroten op basis van de oorspronkelijke doelstelling in het Transitieplan 2012 van Breed om eind % van alle werknemers buiten Breed geplaatst te hebben; We hebben in de regio geconstateerd dat er een tekort op het WSW gedeelte is. U gaat ervan uit dat elke gemeente zorgt voor een kostendekkende bijdrage. Dat wil wel zeggen dat elke gemeente geld moet bijbetalen. We missen in de brief de actie die de MGR gaat ondernemen om de tekorten te verlagen of de inkomsten te verhogen. Er wordt opgemerkt dat de raden, colleges en burgemeesters nog een formeel besluit dienen te nemen in het kader van de opheffing van de GR WNO (Breed). Vooruitlopend daarop wordt verzocht de overeenkomst van koop en verkoop van activa en passiva van Breed aan de MGR en het liquidatieplan zo spoedig mogelijk toe te zenden. (Wijchen) Heumen Berg en Dal, Heumen Wijchen jaren succesvol verschoven van de uitvoering van diverse productie en dienstverleningsbedrijven naar arbeidsbemiddeling. Naast een eenvoudig ingericht productiebedrijf voor de beschutte werkplekken, hebben we geen andere bedrijven meer aan te sturen anders dan het arbeidsbemiddelingsbedrijf. We gaan nu uit van een percentage van 78% van de SW-medewerkers die buiten de deur gaan werken. Dat dit percentage lager uitvalt heeft geen verstrekkende financiële gevolgen. Met het naar buiten plaatsen van de SW medewerkers hebben we kunnen bewerkstellingen dat onze bedrijfsrisco s en vaste kosten afnamen. Ook zaten bij met name de eerste groepen SW medewerkers die naar buiten geplaatst zijn medewerkers die onder hun kunnen werkten, en nu op een betere plek met een hogere opbrengst terecht zijn gekomen. De opbrengstverwachting van de nu nog resterende groep beschutte medewerkers ligt niet zo ver af van de opbrengst die we verwachten van de medewerkers op de beschutte werkplekken binnen de muren van oud Breed. De belangrijkste factoren die nu financiële consequenties hebben is het vinden van de juiste detacheringsplekken voor de medewerkers in de leegloop en het verhogen van het productiviteitspercentage van de medewerkers. We vinden het inderdaad onze rol om daar waar dit mogelijk is in te zetten op het verlagen van kosten en het verhogen van opbrengsten. We richten ons daarbij op die onderdelen die door ons beïnvloedbaar zijn. De grootste post aan de kostenkant zijn de SW-salarissen. Hier kunnen wij echter weinig tot niet op sturen. We hebben intern beloningsbeleid dat we naleven en we zijn verder gebonden aan de cao. Waar we wel kunnen sturen op verlaging van de kostprijs of verhoging van de inkomsten doen we dat uiteraard. Zoals in de begroting terug te vinden is, willen we met name inzetten op verhoging van de opbrengsten (toegevoegde waarde). In de begroting is ook te lezen welke speerpunten we hierop geformuleerd hebben. We hebben ons in deze begroting verder ook vastgelegd op een nog nader in te vullen jaarlijkse besparing van in 2017, oplopend tot structureel vanaf De (vastgestelde) overeenkomst van koop en verkoop van activa en passiva hebben wij ter informatie bijgevoegd. Overigens betreft het een overeenkomst die volledig past binnen de uitgangspunten die zijn opgenomen in de brief financiële en beleidsmatige kaders. Te zijner tijd ontvangt u tevens het liquidatieplan en uiteraard het verzoek tot het nemen van een besluit tot opheffing van de GR WNO. We streven ernaar dit proces in 2016 zoveel mogelijk afgerond te hebben. 8

10 In de managementrapportage 2015 van de accountant staat dat de onderbouwing van de reorganisatievoorziening ter discussie staat. Als Breed dit niet voldoende kan onderbouwen, dan zal de voorziening vrij moeten vallen. Breed kan dan nog kiezen voor een bestemmingsreserve reorganisatie, maar deelnemende gemeenten kunnen bij reserves ook besluiten om deze vrij te laten vallen en uit te laten betalen aan de gemeenten. Wij geven u in overweging om bij onvoldoende onderbouwing te kiezen voor uitbetalen aan gemeenten. (Beuningen) Beuningen In de brief financiële en beleidsmatige kaders hebben we aangegeven dat de reorganisatievoorziening (voorlopig) niet mee overgaat naar de MGR. Dat betekent dat het bestuur van Breed hiervoor verantwoordelijk blijft en niet het bestuur van de MGR. Wij adviseren u dan ook dit standpunt in te brengen in het bestuur van Breed. Over diverse zaken rond (voormalig) Breed moet nog besluitvorming plaatsvinden die (grote) gevolgen kan hebben voor de begrotingen en meer specifiek voor het tekort op de SW. Het gaat dan om de effecten van de integratie met het Werkbedrijf, het reële percentage SW-ers dat aangewezen blijft op beschut werk en om de toekomst van de productiefaciliteit. We vragen u om ons tijdig en met een goede onderbouwing nader te informeren over deze ontwikkelingen. Dit geldt ook voor de beleidskeuzes die gemaakt moeten worden over de inzet in omvang en vorm van beschut werk nieuw. (Nijmegen) Nijmegen Aan dit verzoek zullen wij uiteraard voldoen. Voor zover mogelijk is in de bijgevoegde ontwerpbegroting reeds meer informatie opgenomen, voor het overige volgt deze zo spoedig mogelijk Nijmegen treedt als gastheer-gemeente op voor de PIOFACH-functies. Het is mogelijk dat een deel van deze functies die thans aanwezig zijn bij de sociale werkvoorziening uiteindelijk niet bij de MGR geplaatst wordt en dat afvloeiing moet plaatsvinden. We gaan er vanuit dat deze kosten niet voor rekening komen van de gemeente Nijmegen, maar in regionaal verband worden opgelost. (Nijmegen) Nijmegen Deze opmerking lijkt vooral gericht te zijn aan de gemeenten in het Rijk van Nijmegen anders dan Nijmegen, en niet aan de MGR. Het bestuur van de MGR is niet verantwoordelijk voor eventuele kosten die hieruit voortvloeien. Afgesproken is dat de latende organisaties verantwoordelijk zijn voor frictiekosten rond personeel, in casu is dat Breed. Wij verwachten met de gewijzigde begroting 2016 en de ontwerpbegroting 2017 duidelijkheid te krijgen over de financiële effecten van de gemaakte keuzes en over het tekort op de SW. Op basis van beide documenten zullen we een integrale afweging maken, een besluit nemen over de dekking van het tekort op de SW en onze zienswijze indienen op de ontwerpbegroting (Nijmegen) We gaan ervan uit dat u hiervoor voldoende basis heeft met de bijgevoegde ontwerpbegroting en zien de zienswijze hierop dan ook graag tegemoet. 9

11 ICT Met de integratie van Breed in het werkbedrijf per 1 januari 2016, wordt ook de ICT (automatisering) van Breed toegevoegd aan de ICT-module. Wellicht ten overvloede verzoeken wij u de budgetten inzake ICT-Breed en overige ICT gescheiden te houden, in verband met de positie van Mook en Middelaar in dezen. (Mook en Middelaar) Mook en Middelaar Zoals bovenstaand aangegeven houden wij zoveel mogelijk rekening met de bijzondere positie van Mook en Middelaar inzake de integratie van Breed in het Werkbedrijf. De doorbelasting vanuit irvn naar het Werkbedrijf wordt gesplitst, waardoor we Werk excl. SW en SW apart kunnen verantwoorden. Middels deze werkwijze wordt Mook en Middelaar niet belast voor de kosten die irvn maakt voor het SW-bedrijf. De baten en lasten bij irvn worden geconsolideerd dus hier betaalt Mook en Middelaar niet voor. Overigens betreft het hier een toerekening van budgetten. Zo n 95% van alle werkzaamheden (en investeringen) die irvn uitvoert zijn niet specifiek te oormerken voor de afzonderlijke deelnemers. Het principe van de ICT-samenwerking is het beheren, ontwikkelen en exploiteren van een regionale (= gemeenschappelijke) en transparante ICT- (net)werkomgeving. Daarbinnen is voldoende centrale opslag- en verwerkingscapaciteit (storage- en servercapaciteit) beschikbaar en zijn alle daarbij behorende netwerkverbindingen naar de werkplekken gestandaardiseerd ingericht. Met betrekking tot de opmerkingen over de standaardwerkplek: wij begrijpen de intentie van harmonisatie vanuit het perspectief van kostenreductie en standaardisatie van de dienstverlening. Het is echter, gezien de dynamische ontwikkelingen op dit punt, wel van belang dit af te stemmen op de visie van Nijmegen c.q. de regio op hoe zij (innovatief) digitaal wil werken en dit niet eenzijdig vanuit irvn beheeraspecten in te gaan richten. Bijvoorbeeld de werkkostenregeling en gebruikersgemak spelen daarbij ook een rol in de afweging. Ons voorstel is om deze activiteiten in gezamenlijk overleg vorm te geven en wij nemen initiatief voor overleg hierover met de irvn.(nijmegen) Nijmegen Wij ondersteunen uw voorstel om hier in gezamenlijk overleg vorm aan te geven en zien het initiatief van Nijmegen in dezen, als grootste opdrachtgever, graag tegemoet. Met betrekking tot de opmerkingen over afwijkende dienstverlening: deze afspraak wordt onderschreven en in het licht van de regionaal te ontwikkelen visie ontstaat bij de samenwerkende gemeenten ook meer beeld van de (on)mogelijkheden van dienstverlening vanuit de irvn. Nog onduidelijk is wat de harmonisatie van de regionale dienstverlening vraagt en welk beslag dat dit legt op de capaciteit van irvn. Dit heeft namelijk betekenis voor het ambitieniveau van Nijmegen (en andere Nijmegen Wij delen uw mening dat het van belang is hierover in overleg te treden en gaan dit gesprek dan ook graag aan. 10

12 regionale partners) als het gaat om innovatieve en autonome informatieprojecten, waarvoor ook irvn capaciteit nodig is. We willen met de irvn in overleg welke ruimte ze daar in 2016 en 2017 voor ziet, danwel welke maatregelen nodig zijn om de ontwikkeling van de gemeentelijke dienstverlening te kunnen blijven verbeteren. (Nijmegen) 11

13 Ontwerpbegroting en bijstelling 2016 MGR Regio Rijk van Nijmegen Regionaal platform voor samenwerking en afstemming WerkBedrijf irvn

14 Inhoudsopgave 1 Inleiding MGR Regio Rijk van Nijmegen: Wat willen we bereiken? REGIOPLATFORM voor afstemming en overleg WerkBedrijf Maatschappelijk effect Prestaties Wat gaan we doen? irvn MGR Regio Rijk van Nijmegen Wat gaat het kosten? Meerjarenbegroting WerkBedrijf ICT Rijk van Nijmegen Bestuursondersteuning Verplichte paragrafen Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing Paragraaf Financiering Bestuursorganen, personeel en organisatie Bijlage 1 Het WerkBedrijf (exclusief SW) Bijlage 3 irvn Bijlage 4 Bijdrage per gemeente Bijlage 4 Bijdrage per gemeente Bijlage 5 Staat van personele lasten (2016) Bijlage 6 Staat van reserves en voorzieningen Bijlage 7: toelichting op beschut werk nieuw

15 1 Inleiding Juli 2015 hebben de deelnemende gemeenten van de MGR de ontwerpbegroting voor het jaar 2016 ontvangen. Deze begroting is opgesteld, terwijl nog niet op alle punten duidelijkheid bestond, bijvoorbeeld waar het gaat om de integratie van Breed in het WerkBedrijf. Om die reden is toegezegd dat gelijktijdig met de begroting 2017 een herziene begroting (begrotingswijziging) wordt aangeboden voor Hierbij biedt de MGR zowel de herziene begroting aan voor 2016 (begrotingswijziging) als de begroting voor het jaar 2017 van de MGR Regio Rijk van Nijmegen. Er is voor gekozen om deze te integreren in één document ten behoeve van de leesbaarheid en vergelijkbaarheid van de beide begrotingen. In deze begroting wordt ingegaan op de platformfunctie en de twee uitvoeringsmodules die onderdeel uitmaken van de MGR: het WerkBedrijf (inclusief de WSW) en ICT. Daarbij wordt voortgebouwd op de brief financiële en beleidsmatige kaders die eind vorig jaar aan de deelnemende gemeenten is verzonden. De zienswijzen van de deelnemende gemeenten zijn zoveel mogelijk verwerkt in deze begroting. De kaders die daar zijn benoemd maken ook integraal onderdeel uit van deze begroting, tenzij hiervan expliciet wordt afgeweken in dit document. Regioplatform Bij de oprichting van de MGR is uitgesproken dat het zowel een uitvoeringsorganisatie betreft, als een platform voor regionale afstemming en overleg vormt. Daardoor kan op het niveau van het Rijk van Nijmegen van gedachten gewisseld worden over allerhande thema s die de gehele regio aangaan. Ons bestuur heeft een opiniërende nota vastgesteld over de platformfunctie, op basis waarvan we met de raden van de deelnemende gemeenten in gesprek zijn over de invulling van het platform. Het platform gaat daadwerkelijk als zodanig functioneren vanaf de tweede helft van WerkBedrijf Het WerkBedrijf is als eerste module van de MGR per 1 januari 2015 van start gegaan. Met het WerkBedrijf worden door de deelnemende gemeenten, het UWV en andere organisaties de handen ineen geslagen om de doelstellingen uit de Participatiewet te realiseren. Eén regeling voor de kwetsbaren op de arbeidsmarkt waarbij zoveel mogelijk mensen aan de slag gaan bij reguliere werkgevers. Een bijzonder samenwerkingsverband omdat hiermee het afbreken van de schotten tussen de verschillende regelingen, wordt doorvertaald naar de uitvoeringsorganisatie. Het WerkBedrijf werkt binnen de beleidsmatige kaders en uitgangspunten zoals de raden die vastgesteld hebben in het Strategisch Arbeidsmarktbeleid Werk is de Uitkomst!. In deze begroting verwijzen we daar dan ook naar voor de belangrijkste inhoudelijke kaders, enkel de meest relevante inhoudelijke ontwikkelingen die we voorzien in 2017 benoemen we hier. SW Met ingang van 1 januari 2016 zijn de taken met betrekking tot de SW ondergebracht bij het WerkBedrijf. Hiermee is een stap gezet in de integratie van Breed in het WerkBedrijf. We gaan er van uit dat de integratie van Breed in het WerkBedrijf in 2017, ook in de praktijk, staat. Het jaar 2017 is dan ook het eerste jaar dat het WerkBedrijf zoveel mogelijk zal werken zoals daadwerkelijk beoogd bij de oprichting. In de bijgestelde begroting 2016 is sprake van een hoger tekort op de SW dan opgenomen in de primitieve begroting Dit wordt veroorzaakt door een stijging van de salariskosten (nietbeïnvloedbaar) en een afname van de toegevoegde waarde per SE. Aan de andere kant zijn overhead en begeleidingskosten gedaald. Met de volgende speerpunten in 2016 wordt de toegevoegde waarde verhoogd: investeren in rust en regelmaat aan de Boekweitweg, de beweging van binnen naar buiten van SW-ers beschut, structureel reduceren van het ziekteverzuim en het op een termijn van 3 tot 5 jaar onderbrengen van medewerkers beschut SW in een regulier setting. ICT Per 1 januari 2016 is de module ICT toegevoegd aan de MGR, de gemeente Wijchen neemt geen deel aan deze module. Doelstelling van de samenwerking in deze module is om te komen tot een efficiënte uitvoeringsorganisatie op het gebied van informatiemanagement en automatisering die

16 de dienstverlening aan de deelnemende gemeenten centraal stelt. De afgelopen jaren hebben we kunnen zien dat informatievoorziening in onze maatschappij steeds belangrijker wordt. Het snel verkrijgen, verwerken, (waar nodig) delen en versturen van informatie wordt een zeer belangrijke randvoorwaarde om als gemeente goed te kunnen functioneren voor inwoners, andere overheden, bedrijven, instellingen. De ontwikkelingen op dit gebied gaan snel en om deze ontwikkelingen te volgen, zullen we onze systemen en werkwijzen blijvend moeten aanpassen. Een dergelijk goed functionerend informatiesysteem kunnen we niet meer als gemeente alleen opzetten en daarom is samenwerking geboden. Opbouw In deze begroting geven we zowel een inhoudelijke als een financiële toelichting op de MGR in We starten met het inhoudelijke gedeelte, waarbij we dezelfde opbouw aanhouden als in deze inleiding: regioplatform, module WerkBedrijf en dan de module ICT. Vervolgens komt het financiële gedeelte van de begroting, bestaande uit een totaalbegroting voor de gehele MGR en twee begrotingen per module. Daarnaast hebben we de ondersteuning van het bestuur apart opgenomen, hierin zitten ook de kosten voor de platformfunctie verwerkt. Deelnemende gemeenten De volgende gemeenten maken onderdeel uit van de MGR: Berg en Dal Beuningen Druten Heumen Mook en Middelaar Nijmegen Wijchen Hierbij dient opgemerkt te worden dat de gemeente Wijchen geen onderdeel uitmaakt van de module irvn en dat de gemeente Mook en Middelaar geen onderdeel uitmaakt van het onderdeel SW. De gemeente West Maas en Waal is geen deelnemer aan de MGR, maar neemt wel dienstverlening af op het gebied van de WSW van het WerkBedrijf. 4

17 2 MGR Regio Rijk van Nijmegen: Wat willen we bereiken? In dit hoofdstuk beschrijven we wat we willen bereiken met de MGR in Dat doen we aan de hand van de verschillende onderdelen van de MGR: het regioplatform, het WerkBedrijf en vervolgens ICT Rijk van Nijmegen. 2.1 REGIOPLATFORM voor afstemming en overleg In het koersdocument In een goede relatie geef je elkaar de ruimte staat een aantal principes gedefinieerd voor regionale samenwerking. Principes die tot stand gekomen zijn na een traject van ruim twee jaar met raden en colleges: 1. Samenwerking haalt het maximale uit de uitvoering; 2. Samenwerking laat beleid een lokale aangelegenheid; 3. Samenwerking levert geen bestuurlijke drukte op; 4. Samenwerking gaat uit van ontkokering en integraliteit. Het WerkBedrijf en ICT Rijk van Nijmegen staan als modules van de MGR voor de uitdaging vorm te geven aan de eerste twee principes. Het is aan de MGR om invulling te geven aan de laatste twee principes. Dit wordt onder meer gedaan middels de platformfunctie, waarmee gesprekken op het niveau van het Rijk van Nijmegen over thema s die meerdere gemeenten aangaan gefaciliteerd kunnen worden. Ook de overige ondersteuning van het bestuur, breder dan alleen voor wat betreft de invulling van de platformfunctie, valt onder dit kopje. Hiermee sluiten we aan bij de praktijk, waarin dit ook geen gescheiden taken en werkzaamheden betreft. Wat gaan we doen? De platformfunctie kan op verschillende manieren worden ingericht, van breed tot smal en van meer tot minder intensief. In de eerste helft van 2016 voeren we hierover het gesprek met uw raden. Dit doen we aan de hand van een notitie die december 2015 door het algemeen bestuur van de MGR is vastgesteld over de verschillende mogelijkheden die bestaan waar het de reikwijdte van het platform betreft. In de tweede helft van 2016, maar in elk geval in 2017, moeten de uitkomsten hiervan hun beslag krijgen. Ondertussen is het platform ook een functie die zich grotendeels organisch kan ontwikkelen. Door het gesprek tussen colleges, collegeleden en raadsleden te laten ontstaan en waar mogelijk of wenselijk te faciliteren zien we ook nu al dat de platformfunctie van de MGR werkt. Dat dit belangrijk is wordt ook benadrukt door de Adviescommissie Sterk Bestuur in Gelderland, die in opdracht van de provincie en VNG Gelderland een bestuurskrachtmeting heeft opgesteld. Hieruit blijkt dat de MGR bijdraagt aan een breed gedragen positieve beoordeling van de regionale samenwerking tussen de centrumstad Nijmegen en haar buurgemeenten. Verder blijkt dat de verdere ontwikkeling van de MGR de kwaliteit van het bestuur in de regio Nijmegen ten goede zal komen. In dat kader is het ook van belang dat het gesprek en de besluitvorming in de bestuurlijke gremia van de MGR op een goede manier wordt gefaciliteerd en dat de agendacommissie goed wordt ondersteund. Ook dit maakt, zoals gezegd, onderdeel uit van de bestuursondersteuning. We zetten de goede samenwerking die in de afgelopen periode is ontstaan op dit punt voort. Wat gaat het kosten? Voor het jaar 2016 vragen we aan gemeenten een bijdrage van , gelijk aan het bedrag dat hiervoor is opgenomen in de ontwerpbegroting Voor 2017 betreft het De kosten voor de bestuursondersteuning bestaan voor het grootste gedeelte uit personele kosten. Voor het overige betreft het een budget voor de agendacommissie waar onder meer haar 5

18 ondersteuning uit betaald kan worden en een werkbudget voor overige kosten die te maken hebben met de platformfunctie van de MGR of met de ondersteuning van het bestuur. In 2016 wordt hieruit bijvoorbeeld meebetaald aan een onderzoek dat wordt uitgevoerd naar de (sociaal)economische kracht van het Rijk van Nijmegen. Uiteraard wordt ook binnen de zeven gemeenten vormgegeven aan samenwerking in de regio en worden voorstellen met regioambtenaren afgestemd. De kosten hiervoor zijn aan de individuele gemeenten en worden daarom niet opgenomen in de begroting van de MGR. Op de onderbouwing van de gevraagde bijdrage gaan we in de financiële paragraaf nader in. 2.2 WerkBedrijf Maatschappelijk effect Inclusieve arbeidsmarkt: iedereen doet mee! Zoveel mogelijk mensen doen mee op de reguliere arbeidsmarkt; dat is het doel waar we samen met werkgevers en onze partners aan werken. Regulier werk, betaald werk bij echte bedrijven, verschaft mensen de meeste eigenwaarde en de beste kansen om hun talenten te ontplooien. We zijn er niet alleen voor de doelgroep die binnen een aantal maanden weer betaald werk kan vinden, maar juist ook voor hen voor wie dit moeilijker of nog niet haalbaar is. We bieden hen perspectief en brengen ze in beweging richting betaald werk. Ook de arbeidsgehandicapten en mensen die al langere tijd afhankelijk zijn van een uitkering, ondersteunen we om dichter bij de arbeidsmarkt te komen en zo uiteindelijk passend werk te vinden in een geschikte omgeving. Zo verrijken we de bedrijven in onze regio met passende werknemers. Vanuit economisch oogpunt is het van belang dat de bedrijven voldoende en geschikte werknemers hebben, ook in de toekomst. Tegelijkertijd benutten we hiermee zoveel mogelijk het aanwezige arbeidspotentieel in onze regio. We zien daarbij dat steeds meer bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen in termen van de inclusieve arbeidsmarkt. Zij zijn bereid om mensen met een arbeidsbeperking of mensen die anderszins kwetsbaar zijn een plek te bieden. Als WerkBedrijf stimuleren, adviseren en ontzorgen we de werkgevers om dit sneeuwbaleffect te versterken. De gemeenten hebben jongeren als een van de doelgroepen benoemd waar in het beleid prioriteit aan gegeven wordt. Investeren in onze jongeren betekent investeren in ons toekomstig arbeidspotentieel. De inzet daarbij is dat zoveel mogelijk jongeren in de regio werken of onderwijs volgen. Hier werken we dagelijks aan met onder meer onderwijs, werkgevers, zorginstellingen en sociale wijkteams. We leiden jongeren die nog geen startkwalificatie hebben als dat voor hen haalbaar is terug naar onderwijs om alnog een startkwalficatie te kunnen halen. Het WerkBedrijf heeft met de RMC-functie 1 een belangrijke rol in het terugleiden van voortijdig schoolverlaters naar onderwijs of het begeleiden naar werk. Daar waar mogelijk en wenselijk zetten we onze interventies in vóór of vlak na dat jongeren school verlaten, om zo voortijdig schoolverlaten en instroom in de uitkering te voorkomen. Een deel van de bijstandsgerechtigden is al meerdere jaren afhankelijk van een uitkering en bijvoorbeeld in de crisis werkloos geworden. Voor hen is het vaak zeer lastig om terug te keren op arbeidsmarkt, waarbij factoren als opleidingsniveau en leeftijd vaak een rol spelen. We zetten voorzieningen in om hen in beweging te krijgen, ritme en werknemersvaardigheden te onderhouden of te ontwikkelen. Ook hier is de inzet altijd om een volgende stap te kunnen zetten richting de reguliere arbeidsmarkt. Zo bouwen we samen met werkgevers, onze inwoners en maatschappelijke partners aan een inclusieve arbeidsmarkt, ook voor de toekomst. 1 Regionale Meld- en Coördinatiepunt voor Voortijdig Schoolverlaten 6

19 2.2.2 Prestaties In onze regio zijn circa mensen op zoek naar werk. Dit zijn mensen met een bijstands- of WW-uitkering of werkzoekenden zonder uitkering. Hierbinnen vallen ongeveer mensen onder het bereik van de Participatiewet en daarmee in de doelgroep van het WerkBedrijf. 2 In het WerkBedrijf hebben zeven gemeenten en voormalig Breed hun krachten gebundeld om dit te realiseren, met UWV als nauwe samenwerkingspartner. Zoals afgesproken in het regionale beleidskader Werk is de uitkomst! ligt de prioriteit van het WerkBedrijf bij mensen die nieuw instromen in de bijstand, bij arbeidsgehandicapten en bij jongeren. De prestaties van het WerkBedrijf benoemen we aan de hand van de twee hoofdfuncties: bedrijfsdienstverlening en de kandidaatsbenadering. 1. Bedrijfsdienstverlening - we vullen de vacatures en mogelijkheden voor werk in met geschikte kandidaten, - zetten daarbij indien nodig voorzieningen in om de match te realiseren en behoud van werk mogelijk te maken - hierbij ontzorgen we de werkgever zoveel mogelijk 2. Kandidaatsbenadering - we maken een profiel (foto) van de kandidaat en zetten eventueel een verdiepte diagnose in; - hieruit ontstaat het beeld welke werksoort (branche) en welke werkvorm voor de kandidaat het meest geschikt is. Op basis hiervan kan bedrijfsdienstverlening de kandidaat verbinden aan een vraag naar arbeid bij een werkgever. In onderstaande tabel vindt u de te behalen prestaties in De prestatievelden voor 2016 zijn benoemd op het moment dat het WerkBedrijf nog maar enkele maanden gestart was. De benoemde prestatievelden voor 2016 verschillen daardoor op een aantal punten van die voor 2017, waardoor we in deze tabel alleen de informatie over 2017 opnemen. We hebben ervoor gekozen de prestaties over 2018 en verder niet in te vullen. We zullen dit vooralsnog per jaar beoordelen, en zodra we meer ervaring hebben vanuit de nieuwe werkwijze zullen we in staat zijn voor een langere periode de prestaties te benoemen. De afgesproken inhoudelijke prestaties met betrekking tot meer- en maatwerk maken geen onderdeel uit van deze begroting. Deze worden vastgelegd in dienstverleningsovereenkomsten met de gemeenten. 2 Dit zijn ca bijstandsgerechtigden, SW-ers (aan het werk), 175 personen met een SW-indicatie en naar schatting 300 jongeren met een arbeidsbeperking als nieuwe doelgroep. Er zit overlap tussen deze groepen. 7

20 Prestaties 2017 Plaatsingen bij bedrijven waarvan vanuit de Participatiewet waarvan vanuit de Wet 150 Banenafspraak - waarvan detacheringen vanuit beschut SW 350 Aantal leerwerkplekken bij bedrijven instroom (intakes) bij het WerkBedrijf Aantallen kandidaten met een profiel (80%) Verdeling werkvormen SW Zie tabel * hieronder Ziekteverzuimpercentage SW 15% *Tabel prestaties werkvormen SW Dec-12 in % Dec-13 in % Dec-14 in % Dec-15 in % Dec-16 in % Dec-17 in % 2014 in % SW sector** Begeleid werken 4% 5% 4% 4% 5% 6% 6% Individuele detachering 22% 25% 28% 28% 31% 31% 15% Groepsdetachering 2% 8% 19% 27% 41% 41% 14% Werk op locatie 40% 28% 18% 12% 9% 9% 23% Beschut 32% 34% 31% 29% 14% 13% 42% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Toelichting op prestaties Plaatsingen bij bedrijven Vanuit Participatiewet We stellen als doel dat in kandidaten uit de doelgroep uit de bijstandsuitkering stromen naar betaald werk. In 2015 was de doelstelling om, ondanks de instroom van nieuwe doelgroepen vanuit de Participatiewet, de uitstroom naar werk van kandidaten van 2014 te evenaren. Dat aantal hebben we behaald. In 2016 en 2017 verwachten we hogere uitstroom te kunnen realiseren, deels vanwege een licht aantrekkende economie en deels doordat de organisatie van het WerkBedrijf grotendeels staat. We bouwen informatie op over in welke werksoorten en in welke gemeenten kandidaten aan de slag gaan. In de kwartaalrapportages zullen we hier inzicht in geven. Vanuit Wet Banenafspraak Vanuit het Rijk hebben we de indicatieve doelstelling meegekregen om in de regio 305 banen in te vullen vóór 1 januari 2017 volgens de Wet Banenafspraak. Eind 2015 zijn er 190 ingevuld. In 2016 moeten er dus nog minimaal 115 ingevuld worden. We zien deze indicatie van het Rijk echter niet als doel op zich; onze eigen ambitie is om kandidaten die het wettelijk minimumloon niet zelfstandig kunnen verdienen zoveel mogelijk regulier te plaatsen. Voor 2017 zetten we er daarom op in om 150 kandidaten uit het doelgroepenregister te plaatsen, in samenwerking met werkgevers en het UWV. Daarbij gaan we uit van 130 plaatsingen door het bedrijfsleven en 20 door overheidsinstellingen. Opgemerkt moet worden dat het UWV een bestand van kandidaten 8

21 heeft in het doelgroepregister die al in beeld waren, van wie de mogelijkheden bekend zijn en die relatief snel gematcht kunnen worden. Bij het WerkBedrijf is sprake van een nieuwe doelgroep, die vanuit het doelgroepregister moet worden gescreend en voor een deel nog in beeld moet worden gebracht. Hierdoor is aantal plaatsingen vant UWV via de Banenafspraak nog beduidend hoger dan het aantal via het WerkBedrijf. Vanuit detacheringen beschut-sw De objectieve screening van de SW-medewerkers die momenteel nog beschut werken heeft uitgewezen dat circa 78% van de totale populatie SW buiten de muren van voormalig Breed kan werken. Dit betekent dat nog ongeveer 350 medewerkers gedetacheerd kunnen worden. Dit zal met name moeten gebeuren via groepsdetacheringen. Aanmeldingen De instroom, in de zin van aanmeldingen bij het WerkBedrijf, zal naar verwachting kandidaten bedragen. Op basis van ervaring is de inschatting dat het aandeel jongeren hierin ongeveer 800 bedraagt en dat het om circa 250 arbeidsgehandicapten gaat (voormalige Wajonginstromers). Tussen deze twee zit groepen zit overlap. Aantal leerwerkplekken bij bedrijven Het aantal leerwerkplekken zien we als een afgeleide doelstelling van onze hoofddoelstelling: zoveel mogelijk mensen naar betaald werk leiden bij reguliere werkgevers. We zetten leerwerkplekken in waar kandidaten met behoud van uitkering aan hun vaardigheden en competenties kunnen werken, waarna een volgende stap is om betaalde arbeid te verrichten, al dan niet met ondersteuning. Het kenmerkende van alle leerwerkplekken is dat de kandidaat geen dienstverband heeft en dus feitelijk werkt aan zijn of haar vaardigheden en compenties met behoud van uitkering. We verwachten circa kandidaten te begeleiden op leerwerkplekken, waarbij op één leerwerkplek gedurende een jaar meerdere kandidaten zich voorbereiden op een volgende stap richting arbeidsmarkt. Instroom (intakes) kandidaten De ervaring leert dat jaarlijks circa kandidaten zich melden of aangemeld worden bij het WerkBedrijf. Dit aantal is inclusief jongeren. Hiervan is ongeveer 20% werkfit, zij vinden zelfstandig of met lichte ondersteuning, zoals een sollicitatietraining, werk. Voor het overige deel van de kandidaten wordt een profiel opgesteld en eventueel een verdiepte diagnose uitgevoerd. Daarna is duidelijk wat de mogelijkheden van de kandidaat zijn, welke werksoort het meest passend is en welke ondersteuning hij of zij nodig heeft. Verdeling van de werkvormen SW De afgelopen jaren is fors ingezet op het detacheren van SW-ers bij reguliere bedrijven en zijn leerwerkbedrijven van Breed omgebouwd of vervreemd. Daardoor werkte eind % via detachering (in groep of individueel) of middels begeleid werken. In 2012 is de ambitie geuit om 85% van de SW-ers te laten werken via detachering of begeleid werken. De medewerkers beschut intern, en zij die werken op locatie (WOL, zoals bij Look-O-Look) zijn via de objectieve methode Dariuz gescreend op mogelijkheden om gedetacheerd te worden bij reguliere bedrijven. Op basis van Dariuz assessment uitkomsten is begin 2016 het beeld dat 78% haalbaar is. Dit betekent dat 22% (=450 SW-ers) voorlopig aangewezen blijft op een beschermde werkomgeving. In 2016 en 2017 zullen medewerkers beschut intern (Boekweitweg) en WOL die volgens het Dariuz-assessment regulier kunnen werken, met name via groepen gedetacheerd worden. Het aandeel groepsdetacheringen zal hierdoor naar verwachting toenemen naar 41% eind Ziekteverzuim SW Het ziekteverzuim onder de SW-ers ligt nu op 19,3%. Dit is een te hoog percentage vergeleken met de benchmark in de SW-sector (12,2% volgens Cedris Bracheinformatie 2014). Het verzuim is het hoogst onder de SW-ers op de Boekweitweg. We zetten een breed en intensief traject in om het ziekteverzuim structureel te reduceren (zie 2.2.4). Als doelstelling hanteren we om het 9

22 verzuim jaarlijks met 2-procentpunt te reduceren, om uiteindelijk (als minimale doelstelling) op het niveau van de SW-benchmark uit te komen Wat gaan we doen? We voeren onze opdracht uit binnen de kaders van het regionaal arbeidsmarktbeleid Werk is de Uitkomst. Deze basisdienstverlening is vastgelegd in de dienstverleningsovereenkomsten die met de gemeenten zijn afgesloten stond in het teken van de bouw en inrichting van het nieuwe WerkBedrijf en het voorbereiden van de integratie met Breed is het eerste jaar waarin Breed geïntegreerd is in het WerkBedrijf. We geven aan wat de belangrijkste ontwikkellijnen zijn in 2016 en 2017 in onze dienstverlening en opdracht. Met één gezicht naar buiten vanuit verbinding kernkwaliteiten WerkBedrijf en UWV Op basis van de integratie van Breed in het WerkBedrijf en de nauwe samenwerking met het UWV bouwen we verder aan onze ambitie om als één gezicht naar buiten te treden richting werkgevers en kandidaten. Reeds in 2015 zijn de eerste stappen gezet hierin, zoals een gezamenlijke werkgeversbenadering en het opzetten van een gezamenlijk vacaturebestand. Het WerkBedrijf, het onderdeel SW (voormalig Breed) en het UWV beschikken ieder over hun eigen ervaring, kennis, netwerk en infrastructuur. Voormalig Breed heeft ruime kennis en ervaring met onder meer de begeleiding van mensen met een arbeidsbeperking in de werksituatie, met detachering en met beschut werk. Het UWV heeft bijvoorbeeld jarenlange eraring met de Wajonggroep en hoe jonggehandicapten werk kunnen vinden en behouden. Het WerkBedrijf zoals gestart in 2015 beschikt over een ruim netwerk van sociale ondernemingen en kennis en ervaring met de arbeidstoeleiding van jongeren. Vanaf 2016 gaan we verder met het uitnutten van de kernkwaliteiten, het integreren van processen en het leggen van verbindingen, waar die ons versterken in onze gezamenlijke opdracht in de regio.enkele verbindingen die gelegd kunnen worden zijn: het benutten van de SW-infrastructuur bij het organiseren en uitvoeren van beschut werk nieuw, het inzetten van groepsdetacheringen voor kandidaten uit de Participatiewet met een arbeidsbeperking of het ontwikkelen van arrangementen op het raakvlak van beschut werk en arbeidsmatige dagbesteding, in samenwerking met AWBZ-instellingen. Wijkgericht werken Vanuit praktijkervaringen met onder meer Hatert Werkt weten we dat het effectief is om als WerkBedrijf ook actief te zijn in de wijken en vanuit daar kandidaten richting werk te leiden. Er wordt samengewerkt met sociale wijkteams, welzijnswerk en andere domeinen zoals zorg en schuldhulpverlening. Deze aanpak werkt met name voor de groep kandidaten die problemen heeft op meerdere leefgebieden die een belemmering vormen om werk te vinden. Het is vaak een groep die zich niet vanzelf meldt bij de gemeente of andere instanties voor ondersteuning. Hierbij moet gedacht worden aan kwetsbare jongeren met meerdere problemen, maar ook aan de doelgroep arbeidsgehandicapten en de groeiende groep statushouders in onze regio. De outreachende aanpak maakt het mogelijk om met een gerichte inzet van bedrijfsdienstverlening en voorzieningen deze meer kwetsbare groep richting werk te leiden. In de huidige situatie heeft een aantal gemeenten wijkgericht werken opgenomen in het meer- of maatwerk. Het WerkBedrijf gaat vanaf 2016 fasegewijs het wijkgericht werken doorontwikkelen en uitbreiden. Onderzocht wordt in overleg met gemeenten wat de mogelijkheden zijn om deze lokale dienstverlening een vast bestanddeel te laten worden van onze basisdienstverlening. 10

23 WerkBedrijf SW: verhogen toegevoegde waarde We hebben drie speerpunten geformuleerd om de toegevoegde waarde per SE te verhogen. 1. Investeren in rust en regelmaat in de productiefaciliteit aan Boekweitweg De verwachting is dat de productiefaciliteit voorlopig nog nodig zal zijn om de SW-ers aan het werk te houden en een aantal andere functies te vervullen zoals opvang bij leegloop, re-integratie en diagnose. De afgelopen jaren is door onvoldoende regelmaat en structuur onvrede ontstaan bij een deel van de SW-ers. Vanuit onze opdracht en sociale verantwoordelijkheid dienen we in te zetten op het op orde brengen van deze condities. We investeren daarom in extra begeleiding en aansturing van de SW-ers op de productiefaciliteit We streven daarbij naar vaste begeleiders, een duurzaam werkaanbod en een rustige, prettige werkomgeving. De extra capaciteit vangen we op binnen de bestaande personeelsbudgetten van het WerkBedrijf. De extra capaciteit is niet alleen nodig om de huidige condities te verbeteren, maar is ook noodzakelijk omdat de groep die is aangewezen op beschut groter is dan verwacht, 22% in plaats van 15%. SW-beschut op langere termijn naar zo regulier mogelijk setting De kerntaak van het WerkBedrijf is arbeidsbemiddeling; we verbinden de vraag van werkgevers naar arbeid met geschikte kandidaten. De productietaken en ondernemersrisico s behoren in principe bij marktpartijen en niet bij het WerkBedrijf. Daarbij is het uitgangspunt dat we de kandidaten zoveel mogelijk bij reguliere bedrijven plaatsen, in lijn met onze ambitie van een inclusieve arbeidsmarkt, ook de groep met een arbeidsbeperking. Voor deze groep geldt in het bijzonder dat de werkomgeving en het werkaanbod passend moeten zijn. R Realisatie 2015 Realisatie 2014 Realisatie 2013 Realisatie 2012 Subsidie resultaat -3,2-3,9-4,3-3,4 Opbrengsten 11,2 11,6 12,9 14,0 Kosten 9,7 10,1 9,8 12,3 Bedrijfsresultaat 1,5 1,5 3,1 1,7 Saldo Baten en Lasten -1,7-2,4-1,2-1,7 In de periode zijn we er in geslaagd om 60% van de SW-ers te detacheren bij reguliere bedrijven of begeleid te laten werken (was 28% in 2012). De leerwerkbedrijven van zijn vervreemd of omgebouwd. In bovenstaande tabel is te zien dat we structureel te maken hebben met een afnemende subsidie van het Rijk. We zijn erin geslaagd, in tijden van economische recessie, de SW-ers buiten de deur te plaatsen in een geschikte omgeving en tegelijkertijd het bedrijfsresultaat op peil te houden. Ook is met het vervreemden van de leerbedrijven het risicioprofiel van voormalig Breed aanzienlijk verminderd. De circa 800 SW-ers die nog beschut onder dak van Breed of op locatie werken zijn in 2015 en 2016 aan de hand van Darius-assessments objectief gescreend op mogelijkheden om regulier te werken. Op basis hiervan is begin 2016 het beeld, zoals bovenstaand aangegeven, dat ongeveer 450 SW-ers (22%) voorlopig aangewezen blijven op een beschermde werkomgeving. 11

24 Onze ambitie is om deze SW-ers kansen te bieden om bij een echt bedrijf te werken en hun talenten te ontplooien. Voor hen wordt op de middellange termijn, binnen 3 tot 5 jaar, zoveel mogelijk een reguliere en passende werkomgeving met een duurzaam en passend werkaanbod gerealiseerd. Daarbij is het belangrijk te beseffen dat het gaat om de SW-groep met de laagste loonwaarde en het minste (groei-)potentieel hierin. Er valt dan ook niet te verwachten dat zij in een reguliere setting gemiddeld meer loonwaarde ontwikkelen. In de loop van dit proces zal duidelijk worden in hoeverre plaatsing bij reguliere bedrijven, met elementen van groepsdetachering, voor deze groep haalbaar is of dat Werken Op Locatie het hoogst haalbare is. Partijen moeten namelijk aan een aantal voorwaarden voldoen: een duurzaam en passend werkaanbod bieden in de juiste werkomgeving en met de juiste begeleiding, waarbij de loonwaarde van de doelgroep laag is. 2. Beweging van binnen naar buiten De Dariuz-screening van de SW-medewerkers die momenteel nog beschut werken heeft uitgewezen dat circa 78% van de totale populatie SW naar buiten kan. Omdat we nu op circa 60% buiten zitten, betekent dit dat nog circa 18% (zo n 350 mensen) bemiddeld moeten worden naar een nieuwe ondernemer. Dit is een forse uitdaging, omdat dit niet meer kan door vervreemding van eigen bedrijfsonderdelen. Dit zal met name moeten gebeuren door met (nieuwe) ondernemers groepsdetacheringen te realiseren. Door de integratie van Breed in het WerkBedrijf kunnen we alle krachten (capaciteit en netwerken) bundelen om deze groep medewerkers snel een goed perspectief te kunnen bieden en daardoor de leegloop te reduceren. De verwachting bij deze groep is niet dat wij de gemiddelde uurtarieven nog fors kunnen laten groeien, ten opzichte van de opbrengsten beschut binnen. De toegewaarde per SE zal naar onze mening stijgen door het aantal facturabele uren te laten stijgen. 3. Structureel terugdringen ziekteverzuim SW Het gemiddelde ziekteverzuimpercentage onder de SW-medewerkers is de afgelopen jaren opgelopen naar ruim 19%. Dit is het hoogst onder de medewerkers op de Boekweitweg. We zien dat de medewerkers die het langst buiten werken een lager ziekteverzuim hebben dan voorheen. Dit forse ziekteverzuim hangt samen met de aandacht en focus die de afgelopen jaren uit is gegaan naar het proces van binnen naar buiten. Hierdoor zijn we erin geslaagd ruim 60% van de SW-ers te detacheren, maar tegelijkertijd is hierdoor minder aandacht uitgegaan naar de aansturing en organisatie van werkzaamheden van de SW-ers op de Boekweitweg. Dit aspect, en veel wisselingen in de begeleiding, hebben geleid tot onrust en onvrede bij een deel van deze medewerkers. De benchmark SW laat landelijk een gemiddeld ziekteverzuimpercentage van 13% zien. We zetten een breed en intensief traject in om deze norm te halen. Betere begeleiding, rust in de werkomgeving en terugdringen van de leegloop zal naar onze verwachting al een groot deel van dit ziekteverzuim reduceren. Maar ook het beter aansluiten van het lokale, sociale netwerk van zorgverleners is een van de speerpunten. Niet altijd is ziekteverzuim namelijk te relateren aan de werksituatie, maar moeten andere zorgtrajecten worden opgestart. Er wordt nadrukkelijk niet gekozen voor een eenmalige impuls, maar voor een aanpak die structureel leidt tot een nieuwe en effectievere ziekteverzuimaanpak. De insteek is om zowel kortdurend als langdurig ziekteverzuim te voorkomen en te reduceren. Ook zullen we indirecte, begeleidende medewerkers beter toerusten op het bestrijden van ziekteverzuim. Tenslotte investeren we meer in interne vertrouwenspersonen en bedrijfsmaatschappelijk werk. 12

25 Concreet betekent dit een eenmalige investering, met name door in te zetten op professionalisering van het indirect personeel ad euro. Deze kosten dekken we uit de huidige personeelsbudgetten. 13

26 2.3 irvn ICT Rijk van Nijmegen (irvn) beheert, exploiteert en ontwikkelt de technische ICT-infrastructuur (incl. telefonie) van en voor de gemeenten in de regio Rijk van Nijmegen (m.u.v. Gemeente Wijchen). Deze werkzaamheden zijn ondersteunend aan de ontwikkelingen van de informatievoorziening welke de deelnemers als lokale overheid de komende jaren (al dan niet gezamenlijk) zullen moeten realiseren. De irvn heeft daarbij de belofte gedaan om een dienstverlening aan te bieden die minimaal gelijk is aan wat de aangesloten deelnemers in huis hadden voordat zij hun ICT-beheer bij de irvn hadden ondergebracht. En natuurlijk, de irvn gaat de deelnemers actief faciliteren en ontzorgen. Zoals in het Bedrijfsplan beschreven wil de irvn als uitvoeringsorganisatie het verschil maken op de zogenaamde 4 K's: Kwetsbaarheid, Kwaliteit, minder-meer Kosten en Kansen voor personeel. Hetgeen in dit hoofdstuk ten aanzien van ICT wordt beschreven is volledig conform het eerder door alle gemeenten (behalve Wijchen) vastgestelde bedrijfsplan. irvn in opbouw De eerste fase, de lichte samenwerkingsvorm is afgesloten met de formele start per 1 januari 2016 van ICT-Rijk van Nijmegen als module binnen de MGR. De collectieve dienstverleningsovereenkomst op basis van de producten- en dienstencatalogus regelt de samenwerking. Voor wat betreft de projecten die bij de verschillende deelnemers moeten worden opgestart, wordt op regionaal niveau een prioritering gemaakt. De overgang naar de derde fase ( ) wordt gemarkeerd door de omslag van Server naar Service 3 met productgeoriënteerde dienstverleningsovereenkomsten. Dus geen input-financiering maar betalen voor wat men afneemt. irvn ambities Parallel aan de ontwikkelfasen zijn de uitdagingen van irvn voor de komende jaren vertaald in ambities voor korte, middellange en lange termijn. De focus ligt de eerste jaren voornamelijk op de korte termijnambitie: klanttevredenheid. De irvn belooft aan de deelnemers dat de kwaliteit van de overgedragen werkzaamheden minimaal gelijk blijft aan de kwaliteit die de deelnemers voorafgaand aan de samenwerking gewend waren. Om deze reden ligt de focus van de inzet in deze periode vooral op de ontwikkeling en kwaliteit van de Servicedesk, het veldwerk en het accountmanagement. Management en medewerkers zullen hieraan prioriteit geven. De rol van de Backoffice hierin is dat zij zorgt voor de continuïteit van de dienstverlening en voor de toegankelijkheid en beschikbaarheid van apparatuur, systemen en data. In deze rol faciliteert de Backoffice het functioneren van de Servicedesk. Deze visie betekent dat bij de start van de module de klantoriëntatie de belangrijkste bouwsteen is voor de inrichting van de organisatie. Centralisatie, harmonisatie en consolidatie Vanaf de start van irvn als module binnen de MGR per 1 januari 2016 gaat de focus langzamerhand verschuiven van de klantoriëntatie en de dienstverlening (die is dan ingeregeld) naar de centralisatie, harmonisatie en consolidatie van de centrale computer- en informatiesystemen. De aandacht gaat dan naar alle 4 doelen van de missie (Kwetsbaarheid, Kwaliteit, minder meerkosten, Kansen voor personeel). 3 Van Server naar Service: de gehanteerde kostenverdeling voor het bepalen van de deelnemersbijdrage ICTsamenwerking Rijk van Nijmegen is feitelijk gebaseerd op input: wat brengt een deelnemende gemeente in de samenwerking in aan infrastructuur, applicaties, ICT-personeel en dergelijke? Nadat de harmonisatie, centralisatie en standaardisatie vergevorderd zijn, wordt een omslagpunt bereikt waarbij de kostenverrekening meer op basis van daadwerkelijke product- en dienstenafname, dus meer op basis van output, gewenst is. 14

27 In deze fase wordt ingezet op de ontwikkeling en uitbouw van de benodigde technologie. De komende 2 jaar wordt de ICT-werkomgeving van alle deelnemende gemeenten aangesloten en ingericht conform de gestandaardiseerde en gecentraliseerde irvn-werk(plek)omgeving. Omdat dit met inzet van de eigen medewerkers moet gebeuren, zal het appèl op kennis toenemen. Dit betekent dat in deze fase vakkennis, professioneel handelen en samenwerken de bouwstenen zijn voor de doorontwikkeling van irvn. De lange termijnvisie: innovatie en outputsturing Op de lange termijn gaat de focus naar innovatie en outputsturing. De technologische ICTontwikkelingen zullen in de komende jaren voor de nodige turbulentie zorgen. Wij voorzien een toekomst waarin we geleidelijk de migratie zullen (moeten) maken van private serverzalen naar publieke cloud-toepassingen. De irvn stelt zich als taak om de gemeenten soepel door deze ontwikkelingen heen te loodsen. irvn in ontwikkeling De huidige organisatiestructuur is gebaseerd op de nu overgedragen ICT-beheer functies en formatie. In het bedrijfsplan "ICT-Rijk van Nijmegen, de eerste stap op weg naar de Informatiedienst Rijk van Nijmegen" wordt naast het ICT-beheer al aangegeven dat de volgende stap het toevoegen van applicatiebeheer en eventueel informatiebeheer is. De gemeente Nijmegen heeft aangegeven dit als een logische vervolgstap te zien die zij nu reeds wil inzetten, vanwege de inrichting van haar organisatie. Ten tijde van het opstellen van de begroting loopt de besluitvorming rondom het overhevelen van de applicatiebeheertaken vanuit Gemeente Nijmegen nog. Daarom zijn de consequenties nog niet verwerkt in deze begroting. Relatiebeheer irvn Naar aanleiding van de eerste ervaringen en de evaluatie met betrekking tot de klant-irvn relatie wordt begin 2016 gestart met een accountteam. Dit team onderhoudt de contacten met de deelnemende partijen voor afstemming en planning van de werkzaamheden die irvn moet uitvoeren als onderdeel van lokale digitaliseringsprojecten. Dit team is het eerste aanspreekpunt van de gemeentelijke Informatie & Applicatie-coördinator en daarmee ook het "gezicht" van de irvn. Het accountteam inventariseert de behoeften van onze klanten en vertaalt deze wensen naar acties voor irvn. Dit is hierdoor het aanspreekpunt van klanten. irvn Informatie- en Applicatiebeheer De taken die belegd worden bij Informatie- en Applicatiebeheer zijn primair gericht op het functioneel beschikbaar houden van (proces)applicaties/informatiesystemen. De functies die binnen dit taakgebied vallen, zijn vaak bekend als applicatiebeheer, functioneel beheer, gegevensbeheer, etc. In tegenstelling tot het ICT-beheer, waarbij alle taken en verantwoordelijkheden worden overgedragen aan irvn, zal bij het genoemde takenpakket van applicatie- en informatiebeheer een veel grotere keuzevrijheid zijn om "deel te nemen". Daar waar applicaties/informatiesystemen gezamenlijk gebruikt worden zal echter weer gelden dat naast het ICT-technisch beheer daarvan ook het functioneel beheer op één plek belegd zal moeten worden. 15

28 3 MGR Regio Rijk van Nijmegen Wat gaat het kosten? In dit hoofdstuk wordt de financiële meerjarenbegroting van de MGR Regio Rijk van Nijmegen weergegeven. We starten met de uitgangspunten die we hebben gehanteerd bij het opstellen van deze meerjarenbegroting. In de paragraaf 3.1 presenteren we de meerjarenbegroting van de MGR Regio Rijk van Nijmegen, in 3.2 de begroting van de module WerkBedrijf, in 3.3 de begroting ICT Rijk van Nijmegen en in 3.4 de begroting van de Bestuursondersteuning (inclusief platformfunctie). Uitgangspunten Voor de opzet van de begroting 2016 van de MGR Regio Rijk van Nijmegen zijn de volgende algemene uitgangspunten gehanteerd: Algemeen MGR Uitgangspunten De begroting is geïndexeerd conform de BRN richtlijnen (0,6 % indexering voor 2017); CAR-UWO conform algemene salarisaanpassingen; De gemeente Nijmegen treedt op als gastheergemeente voor de PIOFACH-functies voor de gehele MGR; De regionale BRN overheadsnorm van 25 % wordt gehanteerd; De begroting is taakstellend; Subsidies worden begroot conform het baten en lasten stelsel, wat inhoudt dat uitgaven en ontvangsten toegerekend worden aan het tijdvak waarin het verbruik van goederen en diensten plaatsvindt (lasten) en de baten ontstaan. Alleen bij specifiek geoormerkte subsidies, zoals de ESF, wordt het realisatiebeginsel gevolgd. Dit betekent dat deze subsidies slechts in het resultaat tot uiting worden gebracht als zij ook effectief gerealiseerd zijn. Module WerkBedrijf Algemeen WerkBedrijf Voor de uitgangspunten van de opstelling van de begrotingsbijstelling 2016 en de begroting 2017 zijn de volgende uitgangspunten bepaald: Koers zijn de beleidsdocumenten Sterke Werkwoorden en Daadwerkelijk ; Effecten van de september- en decembercirculaire 2015 Ministerie van Binnenlandse zaken zijn in de begroting verwerkt. WerkBedrijf (exclusief SW) Maximum van de salarisschalen minus 1 periodiek; Gemeenten dragen hun Participatiebudget, budget arbeidsmatige dagbesteding en een deel van het budget I-deel (t.b.v. loonkostensubsidies) over aan het WerkBedrijf; Als gemeenten extra middelen in willen zetten, kan dit in de vorm van aparte meerwerkafspraken. Extra afspraken kunnen worden gemaakt over de behandeling van extra kandidaten of een groep van kandidaten; Er wordt afgerekend op basisdienstverlening en maatwerkbudget. Als er overschotten zijn wordt ter besluitvorming aan het Bestuur voorgelegd of een egalisatiereserve wordt gevormd of dat de overschotten worden uitbetaald aan de deelnemers; De overige middelen worden afgerekend per gemeente (arbeidsmatige dagbesteding, loonkostensubsidies en meerwerk). Tekorten worden gefactureerd en overschotten worden teruggestort. 16

29 Sociale Werkvoorziening (SW) Alle verplichtingen en rechten van Breed gaan per 1 januari 2016 over naar de MGR, met uitzondering van het personeel dat per 1 april 2016 over gaat en met uitzondering van een aantal punten zoals onderstaand benoemd. Support nemen we in dit proces zoveel mogelijk mee; De GR WNO (Breed) heeft een tweetal panden in eigendom. Er is voor gekozen om deze panden in 2016 voorlopig, tot aan de verdere besluitvorming over deze panden, binnen die GR te behouden en de hiermee samenhangende lasten door te berekenen naar de MGR. De begroting 2017 ziet er op dit punt dan ook uit als de begroting In 2016 vindt verdere besluitvorming plaats over desbetreffende panden; De reorganisatievoorziening zoals gevormd in Breed in 2012, blijft voorlopig binnen de GR WNO, evenals de resterende vordering op de gemeenten in het kader van deze gevormde reorganisatievoorziening. Als nog meer duidelijkheid bestaat over het verloop van de kosten hiervan naar de toekomst toe, neemt Breed een besluit over deze voorziening. Daarbij wordt er in elk geval voor gezorgd dat er recht wordt gedaan aan de posities van West Maas en Waal en Mook en Middelaar in dezen; Zoals al eerder benoemd in Sterke Werkwoorden, zijn de kosten die verbonden zijn aan medewerkers die niet worden geplaatst binnen de MGR voor de latende organisaties. Dit geldt dus ook voor de GR Breed; De gemeente Nijmegen treedt op als gastheergemeente voor de PIOFACH-functies voor de gehele MGR. Bij Breed zijn ook PIOFACH functies aanwezig. Deze functies worden in eerste instantie ondergebracht bij de MGR. In de loop van 2016 zal bekeken worden op welke wijze deze functies een plaats krijgen binnen de MGR of bij de gastheer. We gaan ervan uit de functies die thuishoren bij de gastheer vanaf 2017 ook daadwerkelijk onder de aansturing van de gastheer te kunnen laten plaatsvinden; Er is rekening gehouden met een kostendekkende bijdrage per gemeente. Er wordt een kostprijs per SE (voormalig Breed) berekend. Deze prijs vormt de basis voor de bijdrage voor iedere gemeente. De bijdrage per gemeente is bepaald aan de hand van het aantal SW-medewerkers maal de kostprijs per SE. Het aantal SW-medewerkers wordt bepaald op basis van de realisatiecijfers van t-2 (begrotingsjaar minus 2 jaar). Met deze cijfers en aan de hand van het meest recente SEO rapport (Economisch Onderzoek naar ontwikkeling van het WSW-bestand) wordt, op basis van de blijf-kans van kandidaten, een prognose gemaakt voor het desbetreffende begrotingsjaar. De eindafrekening vindt plaats op basis van het werkelijke resultaat van de sociale werkvoorziening. Het resultaat bestaat uit het saldo van de lasten en de toegevoegde waarde (zie bijlage 2). Hierbij worden ook de werkelijke SE van het jaar bij de afrekening gebruikt, aangezien deze ook de basis vormen van het uiteindelijke financiële resultaat. Het Rijk berekent het definitieve WSW budget voor de deelnemende gemeenten op basis van de realisatie t-1 (dus 2015) met een correctie voor de blijfkans. De subsidie wordt echter bij de gemeenten zelf begroot en niet in de MGR; De gemeente West Maas en Waal maakt geen onderdeel uit van de MGR, maar wel van de GR Breed. West Maas en Waal zal in 2017 naar verwachting taken op het gebied van de WSW inkopen bij het WerkBedrijf. Module irvn Het Bedrijfsplan ICT-Rijk van Nijmegen, de dienstverleningsovereenkomst met afspraken over de ICT-diensten en de diensten- en productencatalogus vormen de basis voor de begroting 2017; Gemeente Nijmegen heeft een document opgesteld getiteld Transitie Informatiemanagement & Automatisering Gemeente Nijmegen, waarin geconcludeerd wordt dat het beter is als ook overgang plaatsvindt van het applicatiebeheer van Nijmegen naar de MGR. Dit betreft 42,49 FTE met bijbehorende taken. Deze liggen ten tijde van opmaak van de begroting 2017 ter besluitvorming voor. De gevolgen hiervan zijn niet meegenomen in deze begroting. Hier vindt aparte besluitvorming over plaats; Met de integratie van Breed in het WerkBedrijf per 1 januari 2016, wordt ook de ICT (automatisering) van Breed toegevoegd aan de ICT-module; 17

30 Loonsomknelpuntenpot voor het verschil tussen de, voor de begroting gehanteerde systematiek van max -1 en de inbreng van de deelnemende gemeenten op basis van het maximum van de schaal, of bij bovenschaligen op basis van maximum van de schaal van de werkelijke bezetting; irvn hanteert voor investeringen een ideaalcomplex. Kapitaallasten van investeringen zijn gebaseerd op lineaire afschrijvingsmethode, een afschrijvingstermijn van 3 jaar en een rentepercentage van 4%; Gemeente Wijchen participeert (nog) niet in de ICT-module. Mocht dit in 2017 veranderen, dan heeft dit natuurlijk gevolgen voor de begroting; Met betrekking tot de standaardwerkplek: er wordt naar toe gewerkt om zo weinig mogelijk variatie te hebben: de intentie is om computers, laptops, printers, MFP s en telefonie gelijk te trekken. Daarvoor wordt een traject uitgezet waarbij het uitgangspunt is dat verandering plaatsvindt op natuurlijke vervangingsmomenten en bij bedrijfseconomische argumenten. Dit geldt voor de hele technische infrastructuur; Afwijkende dienstverlening, ook wel maatwerk genoemd, is dienstverlening die operationeel, tactisch of strategisch niet bijdraagt aan de realisatie van de doelstellingen van de irvn. Deze dienstverlening is mogelijk mits deze niet contrair is aan de missie van de irvn. Hiervoor worden dan nadere afspraken gemaakt. Bestaande verschillen bij de start van de samenwerking op ICT-gebied tussen gemeenten met de reeds fingerende irvn standaarden vallen niet onder de definitie van afwijking/maatwerk waarvoor extra kosten in rekening worden gebracht; De eindafrekening vindt plaats op basis van het werkelijke resultaat van de module. Tekorten worden gefactureerd en overschotten worden teruggestort. Dit gebeurt op basis van inbreng van de deelnemende gemeenten; Over de voorgenomen invulling van het investeringsplan 2017 vindt in 2016 besluitvorming plaats in het bestuur van de MGR. 18

31 3.1 Meerjarenbegroting Onderstaand is de meerjarenbegroting van de MGR Regio Rijk van Nijmegen opgenomen. Baten * P 2016 B Overheidsbijdragen en subsidies Netto omzet Materiaal verbruik/ uitbesteed werk Productiekosten Toegevoegde waarde Totalen baten Lasten * P 2016 B Programmalasten Personele lasten Kapitaallasten Materiele lasten Overige lasten Totalen lasten Bovenstaand overzicht betreft een weergave van de geconsolideerde begroting van de afzonderlijke modules/onderdelen binnen de MGR. Dit betreft de begrotingen van: 1. Het WerkBedrijf (WerkBedrijf excl. SW en Onderdeel SW) 2. irvn 3. Bestuursondersteuning (inclusief regioplatform) In dit document is zowel de primitieve begroting 2016 (2016 P) als de bijstelling 2016 (2016 B) opgenomen. Dit leidt er toe dat er tekstueel wordt ingegaan op de wijzigingen die zowel invloed hebben op de bijstelling 2016 als de ontwerpbegroting Aangezien bovenstaand overzicht een geconsolideerde begroting betreft, zijn de baten en lasten van ICT ten behoeve van de (interne) dienstverlening aan het WerkBedrijf ( 1 mln.) niet opgenomen in de totale baten en lasten. De baten en lasten welke vanuit de module Bestuursondersteuning ( voor 2016 en voor 2017) worden doorbelast naar de modules irvn en WerkBedrijf worden tevens geconsolideerd. Het verschil tussen de baten en lasten van de geconsolideerde begroting en de afzonderlijke begrotingen opgeteld komt daarmee op een bedrag van 1,1 mln. In bijlage 1 (WerkBedrijf excl. SW) en bijlage 2 (WerkBedrijf Sociale Werkvoorziening) zijn de deelbegrotingen van de module WerkBedrijf afzonderlijk weergegeven. Voor het WerkBedrijf exl. SW hebben we de realisatie 2015 opgenomen. Deze treft u aan in bijlage 1. In bijlage 3 is de begroting van irvn opgenomen. In de volgende paragrafen wordt de begroting per module toegelicht. 19

32 3.2 WerkBedrijf Baten * P 2016 B Overheidsbijdragen en subsidies Netto omzet Materiaal verbruik/ uitbesteed werk Productiekosten Toegevoegde waarde Totalen baten Lasten * P 2016 B Programmalasten Personele lasten Kapitaallasten Materiele lasten Overige lasten Totalen lasten In deze paragraaf geven we, in hoofdlijnen, een toelichting op de begroting van de module WerkBedrijf. Bestaande uit het onderdeel Werk exclusief SW en het onderdeel Sociale Werkvoorziening (SW). Bijlage 1 gaat specifiek in op het WerkBedrijf exclusief SW en bijlage 2 op het onderdeel Sociale Werkvoorziening van het WerkBedrijf. Deze splitsing hebben we gemaakt conform de gehanteerde uitgangspunten bij de integratie van het WerkBedrijf en het SW-bedrijf Breed. De deelnemende gemeenten hebben aangegeven de geintegreerde onderdelen administratief apart te willen zien. Belangrijkste bijstellingen begroting 2016: Het Participatiebudget is bijgesteld in de decembercirculaire Het totale Participatiebudget daalt van 14,4 mln naar 14,2 mln. Het Meerwerkbudget van Wijchen ( 0,2 mln) is opgenomen in de bijstelling Daarnaast is het Meerwerkbudget van Berg en Dal verlaagd naar 0,2 mln (was 0,4 mln in de primitieve begroting). De baten en lasten loonkostensubsidies (Inkomensdeel) dalen van 1,7 mln naar 1 mln. Dit komt doordat er minder subsidies worden ingezet dan in 2015 was ingeschat, waarbij voor beschut werk nieuw specifiek geldt dat minder subsidies nodig zijn dan was berekend op basis van aannames van het Rijk). Door invoering van het Individuele Keuzebudget nemen zowel de baten als de lasten eenmalig toe met ,-. In verband met de recente uitkomsten van de cao-onderhandeling vindt er een bijstelling van de loonsombudgetten met 3% plaats ingaande Nadat de primitieve begroting 2016 was opgesteld zijn de CAR/ UWO schalen verhoogd. Ten opzichte van de primitieve begroting 2016 zijn deze nieuwe schalen aangehouden. Deze schalen zijn vervolgens geïndexeerd met 3 %. De kosten voor Automatisering zijn verschoven van de overige lasten naar de materiele lasten. De salarislasten van de SW medewerkers zijn toegenomen doordat de in 2015 begrote daling van het loongebouw WSW niet is ontstaan. Door de instroomstop verwachten we dat dit de komende jaren ook niet gaat gebeuren. Verder is voor 2016 een stijging terug te zien van + 0,4 mln voor een eenmalige uitkering conform de cao wsw. Deze 0,4 miljoen wordt in 2017 en 2018 terugverdiend doordat de pensioenpremies dalen. Overige 20

33 effecten van de cao wijziging zijn niet meegenomen. Deze zijn kostenneutraal door een combinatie van daling van de werkgeverspremies en compensatie van de wsw-subsidie (voor de deelnemende gemeenten). De omzet bij het onderdeel SW is verlaagd aangezien de realisatie van 2015 achter is gebleven bij de verwachting. Dit heeft een effect op de verwachting voor We starten 2016 met een lager aantal groepsdetacheringen en bij zowel de individuele als groepsdetacheringen zijn het aantal productieve uren per medewerker lager dan verwacht. De begrote gemiddelde uurtarieven hebben we in 2015 wel kunnen behalen. Om een beter zicht te hebben op de programmalasten en de indirecte overige bedrijfskosten in de huidige begroting de huisvestingslast voor de beschutte werkplekken SW verplaatst naar de productiekosten. Belangrijkste wijzigingen begroting 2017 (t.o.v. de bijstelling 2016): Zowel de personele als materiele lasten zijn met 0,6 % geïndexeerd (conform BRN richtlijnen). De baten en lasten loonkostensubsidies stijgen van 1 mln naar 1,75 mln omdat de omvang van beschut werk nieuw en de kandidaten met een reguliere wettelijke loonkostensubsidie zal toenemen. Het Meerwerkbudget neemt af van 3,2 naar 2,6 mln. Transitiebijdrage en bijdrage Regionale uitvoering komen per 2017 te vervallen. De lasten voor de instrumenten nemen toe aangezien er vanuit het Rijk meer geld wordt gereserveerd voor de arbeidsgehandicapten. Deze lasten nemen met 0,25 mln toe. De bijdrage vanuit het WerkBedrijf in de Bestuursondersteuning neemt toe. Hierdoor neemt de bijdrage in de Bestuursondersteuning voor de deelnemende gemeenten af. Alle SW posten (zowel de opbrengsten als kosten) nemen in de komende jaren af doordat er minder SW-medewerkers zijn. De netto bedrijfsopbrengsten nemen hierdoor in totaliteit af. Wel stijgt in de komende jaren de opbrengst per medewerker met ruim 6% De personele lasten nemen af door de afname van het aantal SW-medewerkers. Hierdoor zijn er minder consulenten en werkcoaches nodig. De salarislasten voor het SW personeel nemen af aangezien het SW bestand afneemt, maar ook de verlaging van de pensioenpremies heeft in 2017 en verdere jaren een kostenverlagend effect van 1,3%. 21

34 Opbouw begroting 2017 Baten De totale baten voor het WerkBedrijf worden in 2017 geraamd op 75,9 miljoen. De baten bestaan voor circa 87 % uit overheidsbijdragen en subsidies, en voor 13 % uit de toegevoegde waarde, namelijk de opbrengsten van het onderdeel SW. De overheidsbijdragen bestaan uit: Participatiebudget: voor 2017 betalen de deelnemende gemeenten voor de reintegratieactiviteiten het Re-integratiebudget (participatiebudget) aan het WerkBedrijf. Dit betreft het budget dat ze vanuit het Rijk ontvangen. I-deel: gemeenten krijgen via het Inkomensdeel financiële middelen voor de betaling van loonkostensubsidie. Een deel van deze middelen wordt ingezet bij het WerkBedrijf. Meerwerk: voor 2017 brengt de gemeente Nijmegen meerwerkbudget in. De overig gemeenten hebben nog niet besloten over Arbeidsmatige dagbesteding: een deel van het WMO-budget is bestemd voor de begeleidingskosten van mensen op een arbeidsmatige dagbestedingsplek. Deze middelen hevelen de deelnemende gemeenten over aan het WerkBedrijf. Het WerkBedrijf voert de regie hierover. Bijdrage voor de SW: voor het onderdeel SW betalen de deelnemende gemeenten een bijdrage. Die komt voort uit de gehanteerde systematiek van een kostprijs per SE (standaard-eenheid). Toegevoegde waarde: 13% van de baten van het WerkBedrijf is afkomstig uit de omzet van de SW. Het gaat om een geraamd bedrag van 10,9 miljoen voor de omzet. De omzet gerelateerde kosten zijn geraamd op 0,7 mln. Hierdoor komt de toegevoegde uit op 10,2 mln. De omzet bestaat uit inkomsten uit detacheringen, werken op locatie en beschut werken. Het zijn de opbrengsten van het vroegere SW-bedrijf Breed. De opbrengsten zijn geraamd op basis van prijsontwikkelingen in de markt voor de uurtarieven (detacheringen) en het leerwerkbedrijf Productie & Logistiek. Lasten De totale lasten voor het WerkBedrijf in 2017 worden geraamd op 75,9 miljoen. De lasten bestaan voor 78% uit programmalasten, 18% uit personeelslasten en de resterende 4% zijn kapitaal, materiele en overige lasten. Programmalasten Inzet instrumenten Instrumenten Producten Product Regulier PW Product Regulier met loonsubsidie PW Product Detacheringen PW Product Met behoud van uitkering PW Product Voorbereiden op werk PW Product Beschut Werk PW Product Arbeidsmatige dagbesteding PW Product Meerwerk PW Product Maatwerk PW Loonkostensubsidie Subsidies personele inzet Verbinding Materiele lasten Diverse Totaal Product Verplichtingen PW Totaal PW = Participatiewet Toelichting Het WerkBedrijf hanteert, zoals afgesproken met de gemeenten, een volgorde in het toepassen van de verschillende werkvormen (in tabel hierboven opgenomen als producten). Het streven is om kandidaten zoveel mogelijk in een regulier dienstverband te plaatsen. Eventueel zetten we 22

35 daarbij tijdelijke ondersteuning in, in de vorm van loonkostensubsidie of job coaching. Als regulier werk, ook met loonkostensubsidie, nog niet mogelijk is, kunnen kandidaten hun werknemersvaardigheden verder ontwikkelen op een plek met behoud van uitkering. Het doel is daarna door te stromen naar betaald werk. De groep die een arbeidsbeperking heeft, maar wel kan werken, heeft vaak structurele ondersteuning op de arbeidsmarkt nodig. Werkvormen die daarbij horen zijn beschut werk en arbeidsmatige dagbesteding. Een structurele vorm van ondersteuning is ook een reguliere plaatsing met ondersteuning via de wettelijke loonkostensubsidie (inzet Banenafspraak). Onder de werkvorm voorbereiden op werk worden de instrumenten ingezet zoals diagnose en job coaching. Ook die worden voor meerdere doelgroepen ingezet. De opgenomen bedragen per werkvorm zijn gebaseerd op de gerealiseerde inzet en aantallen van instrumenten en loonkostensubsidies in Deze werkvormen zijn niet één op één toe te toe te leiden naar de verschillende doelgroepen. De doelgroep arbeidsgehandicapten kan bijvoorbeeld vanuit alle werkvormen ondersteund worden; voor deze groep kan zowel arbeidsmatig dagbesteding, als loonkostensubsidie als beschut werk ingezet worden. Dit hangt af van de mate van zelfredzaamheid en loonwaarde van de kandidaten. In het algemeen geldt dat de kosten en duur van instrumenten toeneemt naarmate de afstand tot de arbeidsmarkt groter wordt. Voor de werkfitte kandidaten zetten we in principe geen voorzieningen in, maar alleen eventueel lichte ondersteuning zoals een sollicitatietraining of een CV-check. Bij de werkvorm detachering is nog geen bedrag ingevuld, omdat detachering als werkvorm nog nader ingevuld en georganiseerd moet worden. Beschut Werk Nieuw (PW) Gezien ervaringen in onze regio en landelijk houden we in de begroting rekening met middelen voor beschutte werkplekken voor jaarlijks 15 kandidaten Het volume van de uitstroom en uitstroom van deze kandidaten is op dit moment niet te voorspellen. Daarom is zekerheidshalve uitgegaan van een instroom van 15 kandidaten per jaar in de voorziening beschut nieuw en is eventuele uit- en doorstroom niet in de begroting opgenomen. Verder is uitgegaan van een gemiddelde loonwaarde van de kandidaten van 30%, dus een inzet van loonkostensubsidie van 70% van het WML. In bijlage 7 vindt u een nadere toelichting op de keuzes rond de inzet van beschut werk nieuw. Arbeidsmatige dagbesteding We gaan uit van het budget van 3,7 mln voor de subsidies en uitvoering van de arbeidsmatige dagbesteding. 23

36 SW Inzet instrumenten Producten Beschut werken SW Werken op locatie SW Groepsdetachering SW Individuele detachering SW Begeleid Werken SW Totaal De ambitie is om zoveel mogelijk SW-ers in een reguliere setting te plaatsen op de werkvormen groepsdetachering, individuele detachering en begeleid werken. We willen deze doelgroep namelijk optimale kansen bieden om zich te ontwikkelen in een echt bedrijf. Afgelopen jaren zijn we erin geslaagd om het percentage dat via detachering of begeleid werken werkt substantieel te verhogen van 28% in 2012 naar 60% eind De afgelopen periode is bij de SW-ers die nog beschut werken op basis van een objectief assessment onderzocht of zij mogelijkheden hebben om beschut te werken. Hieruit is begin 2016 het beeld ontstaan dat 78% van de SW-ers gedetacheerd kan worden en 22% voorlopig aangewezen blijft op een beschermde omgeving. Omdat we nu op circa 60% buiten zitten, betekent dit dat nog circa 18% (zo n 350 mensen) bemiddeld moeten worden naar een nieuwe ondernemer. Dit is een forse uitdaging, omdat dit niet meer kan door vervreemding van eigen bedrijfsonderdelen. Dit zal met name moeten gebeuren door met (nieuwe) ondernemers groepsdetacheringen te realiseren. Door de integratie van Breed in het WerkBedrijf kunnen we alle krachten (capaciteit en netwerken) bundelen om deze groep medewerkers snel een goed perspectief te kunnen bieden en daardoor de leegloop te reduceren. Het aandeel groepsdetacheringen zal in 2016 en 2017 dus stijgen ten koste van het aandeel beschut (met name beschut Werken SW intern). Personele lasten In het functieboek van het WerkBedrijf is rekening gehouden met een totale formatie van 226 fte. Bestaande uit 5 fte voor directie en leiding, 163 fte voor het primaire proces, 26 fte voor ondersteuning van het primaire proces en 32 fte voor de PIOFACH-functies. De personele lasten lopen in 2017 terug aangezien de omvang van de SW populatie afneemt ten opzichte van Hierdoor is er minder formatie nodig om deze doelgroep te begeleiden. Aangezien er geen SW indicaties meer worden afgegeven zal de SW populatie niet meer toenemen. Vanaf 2018 zijn de personele lasten naar beneden bijgesteld. Dit komt doordat de gemeente Nijmegen tot en met 2017 heeft besloten Meerwerkbudget in te brengen, over de periode na 2017 heeft nog geen besluitvorming plaatsgevonden. Een groot gedeelte van dit meerwerkbudget wordt besteed aan personele inzet. Dit betreft een vermindering van de personele lasten voor zowel het primaire proces als de personele lasten voor ondersteuning van het primaire proces. Naast de formatie opgenomen in het functieboek is er rekening gehouden met een post voor tijdelijk personeel, opleidingskosten, personele voorzieningen en lasten voor de package deal (arbeidsvoorwaardenregeling). PIOFACH-functies: Naast het primaire proces en de ondersteuning hiervan, heeft het WerkBedrijf ook nog secundaire processen (PIOFACH). Voor de secundaire processen is rekening gehouden met 35 fte. De ICT taken zullen worden uitgevoerd door irvn. Voor deze dienstverlening zal een interne doorbelasting plaatsvinden tussen irvn en het WerkBedrijf. Salarissen SW Vervoerslasten Studielasten Diverse Loonkostensubsidie Totaal 24

37 De medewerkers op het gebied van P&O, Financien en Juridische ondersteuning zullen onder aansturing van de Gastheer (gemeente Nijmegen) werken. Bij het opstellen van deze begroting is de dienstverleningsovereenkomst over 2016 en 2017 voor het Gastheerschap nog niet afgesloten. In de begroting 2017 en bijstelling 2016 is rekening gehouden met een gelijkblijvende inkoop bij de Gastheer ten opzichte van 2015 en gelijkblijvende ondersteunende functies voor het onderdeel SW. Bij het invullen van de bezuiniging verwachten we hier een afname van de personele lasten voor de PIOFACH-functies. Kapitaal-, materiele- en overige lasten De kapitaallasten bestaan uit de afschrijvingen van de investeringen welke zijn gedaan in de verbouwing van het pand aan de Nieuwe Dukenburgseweg. Daarnaast worden er rentelasten betaald over de leningen. De materiele lasten bestaan uit de huisvestings- en automatiseringslasten en de lasten voor de facilitaire voorzieningen. De overige lasten bestaan uit lasten voor onder andere aanschaf van kantoorartikelen of verzekeringen. Dit betreft lasten voor zowel de locatie Nieuwe Dukenburgseweg als de locatie aan de Boekweitweg (locatie Breed). Synergie en taakstelling In het WerkBedrijf bundelen de zeven gemeenten, Breed en UWV als nauwe samenwerkingspartner hun krachten. In Sterke Werkwoorden is beschreven dat deze krachtenbundeling ook moet leiden tot synergie; door het samenwerkingsverband ontstaat een geheel dat meer is dan de som der delen. Efficiencyvoordelen zijn te vinden tussen het WerkBedrijf en de gastheer en het samenvoegen van de taken SW en re-integratie. We zien mogelijkheden om bij de samenvoeging van de taken tot een vermindering van de lasten te komen. De taakstelling die daarvoor in de begroting 2016 was opgenomen zag er als volgt uit: 0,35 miljoen in ,50 miljoen in ,75 miljoen in 2019 Deze bedragen zijn niet cumulatief: ze lopen op tot in totaal 0,75 miljoen in De taakstelling is opgenomen als een stelpost bij het onderdeel SW. In het 2 e kwartaal 2016 wordt deze taakstelling voorzien van een voorstel tot aframing van lasten vanaf Naar verwachting zullen dit met name lasten zijn die niet verbonden zijn aan primaire processen. 25

38 3.3 ICT Rijk van Nijmegen Baten * P 2016 B Overheidsbijdragen Totalen baten Lasten * P 2016 B Personele lasten Kapitaallasten Materiele lasten Overige lasten Totalen lasten ICT-Rijk van Nijmegen is per 1 januari 2016 van start gegaan. De begroting 2016 dient als basis voor de begroting De meerjarenbegroting van ICT-Rijk van Nijmegen voor de periode van is gebaseerd op de eerste stap in de regionale ICT-Samenwerking, de harde ICT, de Automatisering. Het personeel is per 1 april 2016 in dienst van de MGR gekomen. De ICT-Samenwerking bestaat uit samenwerking van zes deelnemende gemeenten op het gebied van technische ICT-infrastructuur. De begroting is grotendeels opgebouwd uit de bundeling van de ICT-budgetten van deze gemeenten. Er zijn ten opzichte van de primitieve begroting 2016 verschillende bijstellingen. Daarnaast is irvn uitgebreid met de toevoeging van ICT (Automatisering) van het SW-Bedrijf (WerkBedrijf) aan de module. Hierover onderstaand meer: Bijstellingen begroting 2016 van ICT-Rijk van Nijmegen: 1. De begroting van 2016 is aangepast voor de ICT-kosten van de medewerkers die vanuit de verschillende gemeenten zijn overgegaan naar het WerkBedrijf. De kosten hiervoor worden in rekening gebracht bij het WerkBedrijf en zijn dus niet voor de deelnemende gemeenten. Dit betekent een lagere deelnemersbijdrage van ingaande 2016, verdeeld naar rato van inbreng van de deelnemende gemeente. 2. Hogere kosten van management & staf op basis van functiewaardering en indexering. Dit betekent een hogere deelnemersbijdrage van ingaande 2016, verdeeld naar rato van inbreng van de deelnemende gemeente. 3. Bij de module irvn zijn in de ontwerpbegroting de arbeidsvoorwaardengelden van 0,54% niet meegenomen. In de herziene begroting 2016 is dit alsnog opgenomen. Dit betekent een hogere deelnemers-bijdrage van ingaande 2016 naar rato van inbreng van de deelnemende gemeente. 4. De inbreng van Gemeente Nijmegen is bijgesteld op basis van actuele cijfers. Hierdoor wordt de deelnemersbijdrage voor Gemeente Nijmegen hoger in 2016 en structureel vanaf Dit betreft onder andere tussentijdse aanpassing van de loonsomtarieven 2016 en bijgestelde dienstverlening conform PDC 5. In verband met de recente uitkomsten van de cao-onderhandeling vindt er een bijstelling van de loonsombudgetten met 3% plaats ingaande 2016 voor een bedrag van Met ingang van 1 januari 2017 wordt het Individueel Keuze Budget ingevoerd. Onderdeel daarvan is het vakantiegeld, wat per kalenderjaar gaat lopen. Dat betekent in 2017 eenmalig een uitbetaling van 19 maanden vakantiegeld, waarvan 7 maanden hun oorsprong hebben in Deze wordt daarom ten laste van 2016 gebracht en leidt tot een eenmalig verhoging van de deelnemersbijdrage in 2016 voor een bedrag van De DVO voor het Gastheerschap WerkBedrijf is per 1 januari 2016 aangepast met Er volgt nog een (nader te bepalen) bijstelling voor aanpassingen van de investeringen i.v.m. a. gewijzigde wetgeving (vennootschapsbelastingplicht). Dit betekent: 26

39 1) een bijstelling van de afschrijvingstermijn van 3 naar 5 jaar (fiscale afschrijvingstermijn) en 2) mobiele devices als investering (de gelden hiervoor staan nu gedeeltelijk in de exploitatie). b. uitbreiding van de dienstverlening.(i.v.m. de overgang van Automatisering Breed naar irvn en gastheerschap voor het WerkBedrijf). Hiervoor zal een apart voorstel worden ingediend, waarbij het de intentie is het voordeel voor de korte termijn in te zetten voor capaciteit / inhuur om knelpunten in de dienstverlening op te lossen. Met deze aanpassing is in deze begroting dan ook geen rekening gehouden. In de begroting van irvn is rekening gehouden met een efficiencyvoordeel van in 2016 oplopend naar in 2017 en ingaande structureel. Doordat de infrastructurele transitie pas op een later moment plaatsvindt dan oorspronkelijk was gepland, worden ook de efficiencyvoordelen hier later gerealiseerd. Wel wordt verwacht dit voordeel elders te kunnen behalen, namelijk door de deelname aan de gezamenlijke aanbesteding van mobiele data en spraak van het project Gemeentelijke Telecommunicatie (GT). De uitkomsten hiervan worden binnenkort verwacht. Toevoegingen aan ICT-Rijk van Nijmegen begroting 2016: Met de integratie van Breed in het WerkBedrijf per 1 januari 2016 wordt ook ICT (Automatisering) van Breed toegevoegd aan irvn. De budgetten bedragen in 2016, in 2017 en 2018 en structureel vanaf De formatieuitbreiding bedraagt 2,4 FTE. De budgetten zijn geïndexeerd conform de BRN richtlijnen (0,6% indexering voor 2017). Begroting ICT-Rijk van Nijmegen begroting 2017: Vanaf 2017 zal irvn zich richten op de verdere inrichting van de nieuwe organisatie en het neerzetten van de ambities en de gewenste werkwijze van irvn zoals verwoord in het Bedrijfsplan ICT-Rijk van Nijmegen en de MGR begroting 2016, zodat de deelnemende gemeenten een zo goed mogelijke ICT-dienstverlening krijgen. Hieronder is een globale omschrijving van de kostenposten van de geactualiseerde meerjarenbegroting voor de periode van van de regionale ICT-Samenwerking opgenomen. In bijlage 3 over ICT is uitgebreid inzichtelijk gemaakt hoe de kostenposten zijn opgebouwd en verdeeld tussen de verschillende ICT-onderdelen. - In de begroting van ICT-Rijk van Nijmegen is rekening gehouden met een directeur en twee leidinggevenden. De totale formatie bedraagt 56,70 FTE (54,30 FTE Automatisering en 2,40 FTE toevoeging SW-Bedrijf Breed). - De regionale ICT-Samenwerking gaat voor haar investeringen (kapitaallasten) uit van een ideaalcomplex. In overleg met de regiogemeenten (op basis van de meerjarige investeringen) is een inschatting gemaakt van de jaarlijkse investeringen in ICT-infrastructuur per gemeente, ongeacht de financieringswijze. - De materiële lasten bestaan onder andere uit onderhoudskosten voor hard- en software, uitwijkkosten, kosten voor internetverbindingen en datalijnen, onderhoudskosten glasvezel, telefoniekosten en kosten datacommunicatie, kosten kopieerapparatuur en reprografie. - De overige lasten bestaan onder andere uit de PIOFACH-ondersteuning en wordt afgenomen van de gastheer Gemeente Nijmegen. De afspraken zijn vastgelegd in een PIOFACH-dienstverleningsovereenkomst. In bijlage 3 over ICT is per gemeente inzichtelijk gemaakt hoe de bijdrage tot stand is gekomen en wanneer welke verdeelsleutel is gehanteerd. Naast de deelnemersbijdrage is in de begroting van irvn rekening gehouden met inkomsten vanuit werkzaamheden voor het WerkBedrijf (incl.sw). 27

40 3.4 Bestuursondersteuning De module Bestuursondersteuning bestaat uit ondersteuning van het Algemeen Bestuur (AB) en Dagelijks Bestuur (DB) van de MGR. Baten * P 2016 B Doorbelasting modules Dekking regio Totalen baten Lasten * P 2016 B Personele lasten Materiele lasten Totalen lasten Personele lasten ten behoeve van: Loonkosten van de directeur/ secretaris van de MGR (0,1 fte); Loonkosten voor een strategisch adviseur, die zorgt voor de ondersteuning en advisering van het bestuur van de MGR en de ondersteuning van de platformfunctie (0,45 fte); Loonkosten voor een administratief medewerker (0,22 fte); Loonkosten voor een jurist (0,22 fte); Loonkosten voor een controller (1 fte). Materiele lasten ten behoeve van: Platformfunctie ( ); De agendacommissie ( ); Website ( 6.000). Voor 2016 blijft de bijdrage per gemeente gelijk aan de primitieve begroting Vanaf 2017 wordt een groter deel van de kosten voor bestuursondersteuning doorbelast naar de modules van de MGR. In de begroting wordt per deelnemende gemeente een bijdrage in de kosten van bestuur van de MGR Rijk van Nijmegen opgenomen. De bijdrage per deelnemende gemeente voor de kosten voor ondersteuning AB-DB wordt berekend naar rato van het aantal inwoners. De deelnemende gemeenten ontvangen hier een declaratie voor. Voor 2017 is deze als volgt berekend. Gemeente inw. Aantallen * % Aandeel Beuningen ,04% 16 Druten ,82% 12 Berg en Dal ,96% 22 Heumen ,23% 10 Mook en Middelaar ,47% 5 Nijmegen ,50% 109 Wijchen ,98% ,00% 200 aantallen conform BRN (Begrotingsrichtlijnen Nijmegen)

41 De bijdrage per deelnemende gemeente blijft in de bijgestelde begroting 2016 gelijk aan de opgenomen bijdrage in primitieve begroting. Gemeente inw. Aantallen * % Aandeel Beuningen ,06% 20 Druten ,82% 14 Berg en Dal ,94% 27 Heumen ,21% 13 Mook en Middelaar ,51% 6 Nijmegen ,39% 135 Wijchen ,07% ,00% 249 * inw onersaantallen afkomstig uit Begrotingsrichtlijnen 2016 (BRN 2016) gem. Nijmegen 29

42 4 Verplichte paragrafen In het Besluit Begroting en Verantwoording zijn zeven verplichte paragrafen opgenomen voor provincies, gemeenten en hun gemeenschappelijke regelingen. Deze zijn niet allemaal relevant voor de MGR Regio Rijk van Nijmegen. Om die reden zijn de paragrafen lokale heffingen, grondbeleid en verbonden partijen niet opgenomen. De rest is wel van toepassing. Achtereenvolgens gaan we in op de onderwerpen weerstandsvermogen (paragraaf 4.1), financiering (4.2), bedrijfsvoering (4.3) en onderhoud kapitaalgoederen (4.4). 4.1 Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing Het weerstandsvermogen geeft aan in welke mate de MGR Rijk van Nijmegen in staat is tegenvallers op te vangen. 1. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: a) de weerstandscapaciteit: zijnde de middelen en de mogelijkheden waarover het MGR Rijk van Nijmegen beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken; b) alle risico s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiele betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie 2. De paragraaf betreffende het weerstandsvermogen bevat minimaal: a) een inventarisatie van de weerstandscapaciteit b) een inventarisatie van de risico s c) het beleid over de weerstandscapaciteit en de risico s Voor nadere informatie verwijzen we naar de notitie risico-inventarisatie. Weerstandscapaciteit De MGR kiest er voor om ter voorkoming van mogelijke financiële risico s, geen weerstandsvermogen aan te houden maar mogelijk een kostenegalisatiereserve per gemeente te vormen. Dit betekent dat de risico s worden opgenomen in de begroting en jaarrekening van de deelnemende gemeenten. Risico s De inventarisatie van risico s heeft tot doel om verantwoording af te leggen over en inzicht te geven in de risico s die voor de MGR Rijk van Nijmegen (zowel procesmatig als voor het bedrijf zelf) van belang zijn. Het is essentieel dat de risicoparagraaf voldoende vooruitkijkt naar toekomstige risico s in beleid, uitvoering en de gevolgen ervan voor de middelen. De risicoparagraaf geeft informatie over de houdbaarheid van de strategie voor de komende periode. In deze paragraaf worden de grootste risico s benoemd. Wet- en regelgeving en politiek bestuurlijke risico s Afbouw Participatiebudget Er bestaat het toekomstige risico dat de rijksoverheid besluit budgetten verder af te bouwen. Op dat moment kan er frictie ontstaan, omdat de personeellasten niet meer gedekt kunnen worden uit de budgetten (en de lasten niet heel snel afgebouwd kunnen worden). Dit risico is de reden om te werken met een flexibele personele schil. 30

43 Afbouw WSW budget Het WerkBedrijf rekent voor de dienstverlening van de Sociale Werkvoorziening (onderdeel SW) een kostendekkende bijdrage (kostprijs per SE). Deze bijdrage is hoger dan het wsw budget dat de deelnemende gemeenten ontvangen vanuit het Rijk. Een eventuele (sterkere) afname van het wsw budget betekent geen direct risico voor de MGR. Aangezien de gemeenten de bijdrage voor de uitvoering van de SW zullen financieren vanuit het wsw budget benoemen we het risico wel in deze paragraaf. Stijging van de gemiddelde loonkosten SW medewerkers Wettelijke wijzigingen (cao, minimumloon en premies) zijn niet beïnvloedbaar, maar hebben een grote impact op de kosten. Sinds 2015 is er geen nieuwe instroom meer op basis van de Participatiewet. Dit heeft een vertragend effect op de daling van het loongebouw. Uitreden van een gemeente Uittreden van gemeenten brengt frictie met zich mee. Uittreding van een gemeente uit de MGR of uit één of meerdere modules heeft tot gevolg dat frictiekosten ontstaan bij de MGR. Voornamelijk als er langlopende verplichtingen zijn aangegaan kunnen de frictiekosten aanzienlijk zijn. Nieuw risico ten opzichte van vastgestelde risico-inventarisatie Aanbieden beschut werk nieuw De kosten worden gedekt uit de loonkostensubsidie die overgeheveld wordt vanuit het inkomensdeel bijstandsbudget van de gemeenten en uit het participatiebudget voor wat betreft begeleidingsvergoeding en eventuele werkplekaanpassingen. Het risico is dat deze dekking (deels) wegvalt, terwijl de loonkosten voor kandidaten met een dienstverband beschut nieuw gehandhaafd blijven. Een tweede risico is het wegvallen van de financiële compensatie per gerealiseerde en gecontinueerde werkplek. De staatsecretaris biedt tot en met 2020 een vergoeding van waarschijnlijk per gerealiseerde en gecontinueerde beschutte werkplek. Deze vergoeding is dus niet structureel, terwijl kosten wel structureel zijn. Wanneer de structurele kosten niet meer gedekt kunnen worden vanuit deze middelen ontstaat er een financieel risico voor de gemeenten. De omvang van dit risico is pas te bepalen als het aantal medewerkers met een vast dienstverband bekend is. Maatschappelijke risico s Afname Meerwerkbudget Vanaf 2018 heeft nog geen van de deelnemende gemeenten besloten om Meerwerkbudget in te zetten bij het WerkBedrijf. In 2017 wordt er 2,5 mln. aan Meerwerkbudget ingebracht door de gemeente Nijmegen. Hiervan wordt ongeveer 1 mln. voor personeel ingezet. Indien de gemeente Nijmegen besluit om het Meerwerkbudget niet meer in te zetten zal dit dus gevolgen hebben voor het personeel. Om hier om in te kunnen spelen werkt de MGR met een flexibele schil, wat betekent dat medewerkers tijdelijke dienstverbanden hebben bij de MGR of via een payroll-constructie zijn aangesteld. 31

44 Klant- en marktrisico s Onderdeel SW In de deelnemende gemeenten dient rekening gehouden te worden met tegenvallende resultaten voor het onderdeel SW. Tussen de deelnemende gemeenten en de MGR wordt jaarlijks afgerekend (ook vanwege de verplichtingen t.a.v. de fiscus waaronder de VPB-plicht). Hierbij gaat het voornamelijk om de volgende risicofactoren: Lagere uurtarieven gedetacheerde SW medewerkers; Minder productieve uren gedetacheerde SW medewerkers en / of lagere stijging toegevoegde waarde in beschut werk; Onvoldoende detacheringsmogelijkheden in de markt. Nieuw risico ten opzichte van vastgestelde risico-inventarisatie Contracten: De licentiestructuur van ICT-contracten is vaak heel complex. Bij overgang naar een andere rechtspersoon/organisatie zijn licenties niet altijd overdraagbaar of gaat dit gepaard met extra kosten. Daarnaast zijn er verschillende contractvormen die qua flexibiliteit van mogelijkheden voor beëindiging van het contract door harmonisatie naar één contract heel erg kunnen verschillen. Dit kan extra of tijdelijk dubbele kosten met zich meebrengen. De financiele omvang van dit risico is moeilijk te bepalen. Middelen, organisatie, medewerkers en efficiency Frictiekosten Per 1 april 2016 komt het indirecte personeel dat in het verleden werkzaam was bij de deelnemende gemeenten van MGR in dienst van de MGR. In het sociaal plan is opgenomen dat alle medewerkers mee over gaan en voor deze medewerkers is er een werkgelegenheidsgarantie afgegeven voor de eerste 5 jaar. In november 2013 bij het raadsbesluit inzake de notitie Sterke Werkwoorden is besloten dat eventuele frictiekosten ten laste van de latende organisaties komen. In de praktijk kan de situatie zich voordoen dat enkele medewerkers niet op een functie worden geplaatst. Dit betreft een financieel risico voor de latende organisatie. Stijging van ambtelijke formatie In de personeelslasten is rekening gehouden met een aantal medewerkers, die de indirecte functies invullen vanuit een sw-dienstverband. Vanuit het sociaal plan kunnen zij echter aanspraak maken op een ambtelijk dienstverband. Deze meerkosten zijn nu niet opgenomen in de begroting. 32

45 Onderstaand een schema van de risicoinventarisatie voor 2016 en 2017: Primitief Bijstelling Bedrag x Verwachtings Capaciteit Verwachtings Capaciteit waarde MGR waarde MGR Module 2 Wet en regelgeving en politiek bestuurlijke risico s 2.1 Landelijke- of regionale ontwikkelingen in wet- en regelgeving en / Werkbedrijf Onderdeel Werk excl. SW 2.2 Niet naleven van wet- en regelgeving of s MGR Maatschappelijke risico s 3.1 Claims MGR 3.2 Imagoschade MGR 3.3 Veranderende eisen vanuit de deelnemen Werkbedrijf Onderdeel Werk excl. SW 3.4 Klant- en marktrisico's (voormalig) SW bedrijf Werkbedrijf onderdeel SW 3.5 ICT irvn Middelen, organisatie, medewerkers en efficiency 4.1 Ziekteverzuim & Arbo Werkbedrijf 4.2 Leeftijd personeelsbestand MGR 4.3 Harmoniseren arbeidsvoorwaarden Werkbedrijf 4.4 Integriteit, fraude, diefstal MGR 4.5 Verzekering MGR Risico-inventarisatie MGR Nieuwe risico's (niet te kwantifiseren) Aanbieden beschut nieuw Werkbedrijf Licenties ICT niet overdraagbaar irvn Onder verwachtingswaarde wordt verstaan het ingeschatte, te betalen schadebedrag als het risico zich daadwerkelijk voordoet. De Capaciteit MGR betreft de weerstandscapaciteit waarmee de MGR rekening moet houden. Aangezien de MGR geen weerstandsvermogen opbouwt, betekent dit dat de deelnemende gemeenten rekening dienen te houden met dit risico bij het bepalen van de weerstandscapaciteit. Het risico is verdeeld naar de deelnemers per module. Onderstaand is de verdeling per gemeente opgenomen. Gemeente Bedrag Beuningen 237 Druten 172 Berg en Dal 323 Heumen 154 Mook en Middelaar 36 Nijmegen Wijchen 338 West Maas en Waal 88 Bedrag * De MGR kan als verlengstuk van de deelnemende gemeenten worden gezien waarbij het principe geldt dat er binnen de MGR een beperkte vermogenspositie aangehouden wordt. 4.2 Paragraaf Financiering Volgens de Wet FIDO (Wet Financiering Decentrale Overheden), is elke gemeenschappelijke regeling verplicht om een financieringsparagraaf in haar begroting en jaarrekening op te nemen. Daarin worden de ontwikkelingen aangegeven met betrekking tot de kasgeldlimiet, de ontwikkelingen wat betreft de rente-risiconorm, de verwachte toe- of afname van geldleningen of uitzettingen en het verdere beleid ten aanzien van treasury. Deze paragraaf Financiering bevat in ieder geval de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille. 33

46 Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet geeft aan in welke mate in de financiering van investeringen mag worden voorzien in de vorm van kortlopende middelen. Volgens de Wet FIDO bedraagt de kasgeldlimiet 8,2% van het totaal van de begroting ( 85,6 mln.) en dat is voor ,- miljoen euro. Renterisiconorm De renterisiconorm houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Hoe meer de aflossing van de schuld in de tijd wordt gespreid, hoe minder gevoelig de begroting wordt voor renteschokken bij herfinanciering. Variabelen Renterisico(norm) (1) Renteherziening (2) Aflossingen (3) Renterisico (1+2) (4) Renterisiconorm (5a) = (4>3) Ruimte onder renterisico (5b) = (3>4) Overschrijding renterisiconorm Renterisiconorm (4a) Begrotingstotaal (4b) Percentage regeling 20% 20% 20% 20% 20% (4) = (4a x 4b) Renterisiconorm Verwachte toe- of afname van geldleningen Per januari 2016 komt een lening van de GR Breed over naar de MGR. De hoogte van deze lening is 1,5 mln. In juli 2017 wordt deze lening afgelost. Treasurystatuut Er is een Treasurystatuut opgesteld voor de omgang met liquide middelen en financiering. Met BNG is een overeenkomst hiertoe gesloten waardoor dit weinig formatieve capaciteit vraagt. Gebruik van derivaten wordt niet toegestaan. Geleend wordt alleen voor kapitaaluitgaven die de reguliere bedrijfsvoering betreffen. Liquiditeitsbegroting Maandelijks wordt er een liquiditeitsbegroting opgesteld voor de MGR Bestuursorganen, personeel en organisatie De Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Rijk van Nijmegen kent de volgende drie bestuursorganen: Algemeen Bestuur, Dagelijks Bestuur en de Voorzitter. Daarnaast hebben we een bestuurscommissie Werk en een agendacommissie. Het Algemeen Bestuur Het Algemeen Bestuur bestaat uit 15 leden, de voorzitter inbegrepen. Dit zijn leden van de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de deelnemende gemeenten. Aan het algemeen bestuur behoren de taken en bevoegdheden toe die in de wet aan het algemeen bestuur zijn opgedragen, evenals alle bevoegdheden die op basis van de modulaire 34

47 gemeenschappelijke regeling Rijk van Nijmegen aan dit orgaan worden opgedragen, en niet aan het Dagelijks bestuur, de voorzitter of een bestuurscommissie zijn opgedragen. Het Dagelijks Bestuur Het Dagelijks Bestuur telt vijf leden inclusief de voorzitter. Conform de wet en de regeling komt het Dagelijks Bestuur de bevoegdheid toe die in de gemeente toekomt aan het College van Burgemeester en Wethouders dan wel het College van Gedeputeerde Staten. De Voorzitter De Voorzitter wordt door en uit het Algemeen Bestuur benoemd. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het Dagelijks als ook het Algemeen Bestuur. Hij vertegenwoordigt de regeling in en buiten rechte. Bestuurscommissie Werk De leden van de bestuurscommissie worden door het AB benoemd. De bestuurscommissie is verantwoordelijk voor de inhoudelijke koers van het WerkBedrijf als het gaat om re-integratie en arbeidsmatige dagbesteding. De bestuurscommissie adviseert hierin het DB en AB. Agendacommissie De Agendacommissie bestaat uit raadsleden van de zeven deelnemende gemeenten en kent zeven leden, inclusief de voorzitter. De agendacommissie heeft haar taken en rolopvatting beschreven in haar reglement van orde. Zij heeft als taak de logistieke voorbereiding en planning van de politieke besluitvorming ten behoeve van de gemeenteraden van de aan de MGR deelnemende gemeenten en schept randvoorwaarden zodat de raden hun kaderstellende en controlerende taak goed kunnen vervullen. Voorts adviseert zij het dagelijks bestuur over de kwaliteit van de informatievoorziening van en door de MGR, denkt zij mee over de inrichting van de juridische regeling voor de MGR en organiseert ze regionale bijeenkomsten. Uitvoeringsorganisatie en platform De uitvoeringsorganisatie kenmerkt zich door een platte organisatie met 2 modules die worden geleid door een directeur/algemeen manager. De MGR kent daarnaast een secretaris/directeur die zorgdraagt voor de coordinatie en afstemming tussen de modules, de verantwoording naar het bestuur en de ontwikkeling van de platformfunctie voor de regio. Binnen iedere module is sprake van een beperkt aantal afdelingen en teams. Financiën Voor de MGR Rijk van Nijmegen zijn enkele kaderstellende nota s opgesteld: een treasurystatuut, de financiële verordening, de controleverordening, de notitie weerstandsvermogen, de notitie risico-inventarisatie, de notitie richtlijnen en afschrijven vaste activa en de notitie richtlijnen voor de sturing, beheersing en verantwoording van de loonsom, de formatie en inhuur. 35

48 5.Besluit Algemeen Bestuur Het Algemeen Bestuur van de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Rijk van Nijmegen; Gezien de tijdige toezending van de ontwerpbegroting aan de Raden van de deelnemende gemeenten en aan Provinciale Staten van Gelderland; Gelet op artikel 29 van de modulaire gemeenschappelijke regeling Rijk van Nijmegen; Gelet op het advies van de Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen Regio Nijmegen; Gelet op de ingebrachte Zienswijzen van de Raden van de deelnemende gemeenten en de Provinciale Staten van Gelderland; Gelezen het voorstel van de Dagelijks Bestuur van xx xxxxxx BESLUIT: 1. De begroting van lasten en baten op programma s voor het jaar 2017 vast te stellen; 2. De bijgestelde begroting 2016 van lasten en baten op programma s vast te stellen; 3. De meerjarenbegroting voor de jaren voor kennisgeving aan te nemen; 4. De bevoorschotting 2016 conform bijlage 4 vast te stellen; 5. De bevoorschotting 2017 conform bijlage 5 vast te stellen; 6. Het dagelijks bestuur van de MGR Rijk van Nijmegen op te dragen na vaststelling van de begroting 2017 en de bijstelling 2016 dezen zo spoedig mogelijk toe te zenden aan Provinciale Staten. 36

49 Bijlage 1 Het WerkBedrijf (exclusief SW) Toelichting op de meerjarenbegroting van het WerkBedrijf Baten * R 2016 P 2016 B Overheidsbijdragen en subsidies Totalen baten Lasten * R 2016 P 2016 B Programmalasten Personele lasten Kapitaallasten Materiele lasten Overige lasten Totalen lasten ) Overheidsbijdragen en subsidies De overheidsbijdragen en subsidies betreffen bijdragen van de deelnemende gemeenten en de bijdragen vanuit het Rijk (2016). Onder het kopje Deelnemersbijdrage verderop in deze bijlage volgt een tabel met de bijdragen per deelnemende gemeente. In de onderstaande tabel staan de totale bijdragen naar de verschillende inkomstenbronnen: Baten * R 2016 P 2016 B Participatie Inkomensdeel regulier (I-deel) Inkomensdeel beschut (I-deel) Meerwerk Arbeidsmatige dagbesteding Bijdrage gemeenten vakantiegeld 150 Bijdrage frictiekosten pm pm pm Bijdragen gemeenten Transitiekosten Middelen regionale uitvoering Overheidsbijdragen en subsidies Participatie: In de integratie-uitkering Sociaal domein is het onderdeel participatie opgenomen. In de decembercirculaire 2015 zijn de voorlopige budgetten voor opgenomen. In totaal is voor de deelnemende gemeenten 14,5 miljoen beschikbaar voor Inkomensdeel regulier en beschut: De budgetten voor de wettelijke loonkostensubsidies worden overgeheveld vanuit het inkomensdeel van het bijstandsbudget van de deelnemende gemeenten naar de begroting van het WerkBedrijf. De overgehevelde middelen zijn bijgesteld op basis van de ervaringen die we in 2015 hebben opgedaan met beschut werk en de inzet van wettelijke loonkostensubsidies. We verwachten dat in 2016 ca. 15 personen zonder SW-dienstverband aangewezen zullen zijn op een beschermde omgeving. Daarnaast schatten we in dat uit het inkomensdeel 45 reguliere wettelijke loonkostensubsidies nodig zijn voor met name de groep met een indicatie Banenafspraak. Dit is een kleiner aandeel in de doelstelling van 150 van deze banen voor 2017 dan het aandeel van UWV. Dit heeft ermee te maken dat UWV deze kandidaten al in beeld had, hun mogelijkheden al kende en daardoor sneller tot matching over kan gaan. De bijdrage per gemeente is bepaald aan de hand van het aandeel in het totale Participatiebudget voor het betreffende jaar. 37

50 Meerwerk: De gemeente Nijmegen zet in 2017 extra middelen in voor meerwerk. Uitgangspunt voor de nadere afspraken met de gemeenten die extra middelen beschikbaar stellen is het productenboek en de tarieven die het WerkBedrijf hanteert voor de te onderscheiden producten. Arbeidsmatige dagbesteding: In de integratie-uitkering Sociaal domein is het onderdeel WMO opgenomen. Een deel van dit budget is voor het realiseren van de begeleiding van mensen die arbeidsmatige dagbesteding volgen. Voor de arbeidsmatige dagbesteding is voor 2016 en 2017 rekening gehouden met een bedrag van 3,7 miljoen. Het is nog niet mogelijk om uitspraken te doen over de ontwikkeling van de kandidaten en de verwachte uitstroom. Deze beelden en ervaring bouwen we vanaf 2016 verder op. De komende drie jaar rekenen we jaarlijks incidenteel met gemeenten af op basis van de realisatie in dat jaar. Na drie jaar verwachten we voldoende inzicht te hebben opgebouwd in de populatie, de ontwikkeling en kosten om meerjarig structureel te kunnen bepalen hoeveel middelen nodig zijn voor subsidies en uitvoering. Het bedrag staat budgettair neutraal in de begroting. Uit dit budget worden ook de begeleidingskosten betaald worden. Bijdrage gemeenten vakantiegeld: Met ingang van 1 januari 2017 wordt het Individueel Keuze Budget ingevoerd. Onderdeel daarvan is het vakantiegeld, wat per kalenderjaar gaat lopen. Dat betekent in 2017 eenmalig een uitbetaling van 19 maanden vakantiegeld, waarvan 7 maanden hun oorsprong hebben in Deze wordt daarom ten laste van 2016 gebracht en leidt tot een eenmalig verhoging van de deelnemersbijdrage (voor enkele gemeenten) in 2016 voor een bedrag van ongeveer ,-. Bijdrage gemeenten frictiekosten: De frictiekosten welke naar aanleiding van het plaatsingsplan ontstaan worden doorbelast aan de latende organisatie. Deelnemersbijdrage: Voor 2016 betalen de deelnemende gemeenten onderstaande bijdragen: Gemeente P-Budget I-deel Meerwerk Arb. Dagbest. Vak. Geld Transitie kst. Frictie Totaal Beuningen pm 783 Druten pm 680 Heumen pm 415 Nijmegen pm Mook en Middelaar pm 207 Berg en Dal pm Wijchen pm Voor 2017 betalen de deelnemende gemeenten onderstaande bijdragen: Gemeente P-Budget I-deel Meerwerk Arb. Dagbest. Frictie Totaal Beuningen pm 782 Druten pm 675 Heumen pm 391 Nijmegen pm Mook en Middelaar pm 199 Berg en Dal pm Wijchen pm

51 2) Programmalasten De programmalasten bestaan uit de volgende onderdelen: Lasten * R 2016 P 2016 B Loonkostensubsidies Instrumenten Lopende re-integratieverplichtingen Meerwerk Nijmegen Wijchen Berg en Dal Maatwerkbudget Regio Arbeidsmatige dagbesteding Extra middelen Rijk Programmalasten Verbindingsfunctie: 1. Loonkostensubsidies: De wettelijke loonkostensubsidies worden vanuit het inkomensdeel van het bijstandsbudget overgeheveld naar de begroting van het WerkBedrijf. Op basis van ervaringen in 2015 verwachten we dat in 2016 circa 25 kandidaten geplaatst zullen worden met een wettelijke loonkostensubsidie. Daarbij komen de kandidaten die in 2015 geplaatst zijn met deze subsidie en structurele ondersteuning nodig hebben. Het gaat dan in totaal om middelen voor 45 loonkostensubsidies (Banenafspraak). Daarnaast schatten we in dat in 2016 en verder jaarlijks niet meer dan 15 personen zonder WSW-dienstverband aangewezen zullen zijn op een beschermde werkomgeving. Het onderdeel wettelijke loonkostensubsidie is hierop aangepast. De bijdrage per gemeente is vastgesteld aan de hand van het aandeel in het totale Participatiebudget voor het betreffende jaar. 2. Instrumenten: In sterke werkwoorden is voor kandidaten rekening gehouden met een budget voor de inzet van instrumenten ten behoeve van de verbindingsfunctie. Dit budget wordt ingezet voor instrumenten voor het verkrijgen van werk en het behouden van werk. Onderdeel hiervan zijn de instrumenten voor de nieuwe doelgroepen arbeidsgehandicapten, zoals de inzet van job coaches en no risk polis. Deze instrumenten, voor welke doelgroepen en de voorwaarden waaronder ze ingezet worden zijn vastgelegd in de re-integratieverordening. Daarnaast is er vanaf 2016 een bedrag gereserveerd ter hoogte van 0,25 mln voor nieuwe doelgroepen (vooral voor arbeidsgehandicapten). Dit bedrag wordt in 2017 opgehoogd naar 0,5 mln en in 2018 en 2019 naar 0,75 mln. Het budget dat het Rijk beschikbaar stelt voor arbeidsgehandicapten maakt onderdeel uit van het Particpatiebudget. 3. Lopende re-integratieverplichtingen: Vanuit de deelnemende gemeenten is in juni 2014 een opgaaf verstrekt voor de lopende structurele verplichtingen (WIW, ID en overige verplichtingen). In de begroting is hier rekening mee gehouden. 39

52 Meer en maatwerkafspraken Meerwerk De gemeente Nijmegen heeft besloten om in 2017 meerwerkbudget ter hoogte van 2,5 mln in te zetten. Over de inzet van deze middelen voor formatie en verbinding worden nog nadere afspraken gemaakt, vooralsnog is rekening gehouden met 1 miljoen voor personele lasten. Voor het restant zullen instrumenten van het WerkBedrijf ingezet worden (materiele kosten, begeleiding pre-starters en verbinding). Hier is 1,5 miljoen voor beschikbaar. De overige gemeenten hebben nog niet besloten om voor 2017 meerwerkbudget in te zetten. Voor 2018 en verder heeft de gemeente Nijmegen nog niet besloten of er meerwerkbudget wordt ingebracht. Maatwerk In de begroting 2017 is rekening gehouden met een budget van 1,2 miljoen (inclusief loonkosten). De inzet van middelen voor formatie en verbinding is afhankelijk van de afspraken die de individuele gemeenten maken met het WerkBedrijf. Vooralsnog is rekening gehouden met 0,3 miljoen voor personele kosten om het maatwerk uit te kunnen voeren. 2017: 2017 Percentage aandeel P- budget Participatiebudget Basisdienstverlening - - Beuningen 473 3,27% Druten 285 1,97% Berg en Dal 941 6,50% Heumen 233 1,61% Mook en Middelaar 100 0,69% Nijmegen ,94% Wijchen 870 6,01% Totaal % Percentage aandeel P- budget Verplichtingen Maatwerkbudget Na de bijstelling 2016: Participatiebudget 2016 Basisdienstverlening * Verplichtingen Maatwerkbudget Beuningen 469 3,29% Druten 282 1,98% Berg en Dal 895 6,28% Heumen 246 1,73% Mook en Middelaar 104 0,73% Nijmegen ,23% Wijchen 818 5,75% Totaal % In de bijstelling 2016 is rekening gehouden met een budget van Ten opzichte van de primitieve begroting 2016 daalt het Maatwerkbudget van naar Deze daling wordt veroorzaakt door: 40

53 afname Participatiebudget van naar ; Toename van de lasten basisdienstverlening van naar ; Afname van de verplichtingen van naar De toename van de kosten van de basisdiensverlening is tot stand gekomen als weergegeven in onderstaande tabel. Dit wordt met name veroorzaakt door een salarisstijging van het ambtelijk personeel met 3%. Maatwerkbudget * P 2016 B Mutatie Voorzieningen Personele lasten Kapitaallasten Huisvesting Facilitaire voorzieningen Automatisering Overige lasten Arbeidsmatige dagbesteding: Voor de arbeidsmatige dagbesteding is in deze begroting rekening gehouden met een bedrag van 3,7 miljoen voor 2016 en Uit dit budget worden zowel de subsidies als de begeleidingskosten betaald. 41

54 3) Personele lasten De personele lasten bestaan uit de volgende onderdelen: Lasten * R 2016 P 2016 B Management en leiding Salarislasten primair proces Ondersteuning primair proces PIOFACH Personele voorzieningen Opleidingskosten Package deal Reservering vakantiegeld 150 Frictiekosten pm pm pm Doorbelastingen intern Personele lasten Maatwerk Doorbelasting Maatwerk (programma) Personele lasten Meerwerk Doorbelasting naar Meerwerk (programma) Doorbelasting naar de Programmalasten -605 Doorbelasting naar Verbinding Doorbelasting naar de Arbeidsmatige dagbesteding Personele lasten De personele lasten stijgen ten opzichte van de primitieve begroting doordat de salarislasten met 3 % zijn geindexeerd (vanaf 2016). Daarnaast is er een reservering voor het vakantiegeld (individueel keuzebudghet IKB) opgenomen. Zie toelichting bij overheidsbijdragen en subsidies. Voor de frictiekosten hebben we momenteel een PM post opgenomen aangezien we deze nog niet kunnen berekenen. De frictiekosten ontstaan doordat er een aantal medewerkers van de MGR niet op een functie worden geplaatst. Deze kosten worden gefinancierd door de latende organisatie. Voor 2017 is er rekening gehouden met stijging van de personele lasten van 0,6 %. De personele lasten voor Meerwerk nemen ten opzichte van 2016 af. Aangezien deze lasten budgettair-neutraal zijn opgenomen heeft dit geen invloed op de saldo van de personele lasten. Deze lasten worden bekostigd middels een bijdrage vanuit de programmalasten (budget Meerwerk). Vanaf 2018 zijn de salarislasten voor Meerwerk volledig uit de begroting gehaald. 4) Kapitaallasten Lasten * R 2016 P 2016 B Afschrijvingen Rentekosten lening Kapitaallasten Afschrijvingen: Dit betreft de afschrijvingslasten op de investering in de inrichting en verbouwing van het pand. Deze investering wordt in 20 jaar afgeschreven en bedraagt per jaar. Rentekosten lening: Om de verbouwing te kunnen bekostigen zijn we een lening aangegaan bij de Bank Nederlandse Gemeenten. Het rentepercentage bedraagt 2%. De jaarlijkse rentelast bedraagt

55 5) Materiele lasten Lasten * R 2016 P 2016 B Huisvesting Facilitaire voorzieningen Automatisering Materiele lasten De materiele lasten bestaan uit de huisvestingslasten, facilitaire voorzieningen en de automatiseringslasten. Huisvesting: Het Toekomstplein van het WerkBedrijf is gevestigd aan de Nieuwe Dukenburgseweg. De huisvestingslasten bestaan uit lasten voor de huur, huismeester en bewaking, schoonmaak, gas/water/ electra en overige huisvestingslasten zoals kosten voor hygiene. Facilitaire voorzieningen: Dit betreft de kosten die betrekking hebben op koffie, kantoorartikelen, het bedrijfsrestaurant en vervoer van personeel. Automatisering: De kosten voor Automatisering bestaan onder andere uit: ICT-diensten (standaard) ; Post. en Doc. services ; Architectuurbewaking ; Coda 6.000; Bedrijfsapplicaties ; Salarisadministratie Deze kosten worden doorbelast vanuit de Gastheer (Coda, applicatiebeheer en de salarisadministratie) en irvn (ICT-diensten, Post. en Doc. Info en Architectuurbewaking). Bovenstaande kosten zijn conform dienstverleningsovereenkomst 2016 opgenomen in de begroting 2016 en De kosten voor automatisering stonden in de primitieve begroting 2016 opgenomen bij de overige lasten. 43

56 6 Overige lasten Lasten * R 2016 P 2016 B Kosten Informatie & Automatisering Informatievoorziening 562 Automatisering 520 Promotiekosten Transitiekosten Inrichting regionale uitvoering (incideneel budget) 400 Aandeel Bestuursondersteuning MGR Accountantskosten Reis -en verblijfkosten Verkoop/ promotie Kantoormiddelen, abonnementen, lidmaatschappen Externe diensten, advies Verzekeringen, belastingen en bankkosten Diverse overige bedrijfskosten Totaal Overige lasten Overige: De overige lasten bestaan uit diverse posten zoals kosten voor de accountant en promotie/ verkoop. Vanaf 2017 vervallen de tijdelijke budgetten voor transitieuitgaven en inrichting regionale uitvoering. 44

57 Bijlage 2 Het WerkBedrijf (Onderdeel Sociale Werkvoorziening) Baten * P 2016 B Overheidsbijdragen en subsidies Netto omzet Materiaal verbruik Productiekosten Toegevoegde waarde Totalen baten Lasten * P 2016 B Programmalasten Personele lasten Kapitaallasten Materiele lasten Overige lasten Totalen lasten Overheidsbijdragen en subsidies De kostprijs per SE is als volgt berekend: Berekening Omschrijving lasten toegevoegde waarde saldo 250 bijdrage WIW/ID-ers 2013 Bijdrage frictie (GR Breed) Basis kostprijs Berekening Omschrijving lasten toegevoegde waarde saldo 240 bijdrage WIW/ID-ers 2013 Bijdrage frictie (GR Breed) Basis kostprijs 1735 SE 1604 SE Prijs per SE Prijs per SE Bijdrage WIW/ ID-ers; betreft een bijdrage van de gemeente Nijmegen voor de ID/WIW-banen. Kostprijs ontwikkeling De kostprijs voor het jaar 2016 is ten opzichte van de primaire begroting 2016 gestegen van per SE naar per SE. Dit is een stijging van 307 per SE (+/- 1,1%). Deze stijging wordt veroorzaakt door: 1. stijging van de salariskosten SW van 109 per se (niet beïnvloedbaar) 2. daling van de toegevoegde waarde van 309 per se 3. daling van de begeleiding en overhead van 111 per se ad 1. In december 2015 is een principe akkoord cao-sw tot stand gekomen. Dit akkoord kan volgens het ministerie over de jaren kostenneutraal worden opgevangen: 45

58 - er is een structurele loonsverhoging die in de praktijk inhoudt dat alle SW-medewerkers de indexatie van het Wettelijk Minimumloon volgen. Hiervoor stelt het ministerie de loonprijsontwikkeling aan gemeenten beschikbaar. - er is een verhoging eindejaarsuitkering die uit de verlaging van de pensioenpremie wordt betaald. - er is een eenmalige uitkering die in 2016 wordt uitgekeerd, maar door de verlaging van de pensioenpremie over de jaren 2016, 2017 en 2018, wordt teruggekregen door gemeenten. Met de daling van de pensioenpremie zullen de verhoging van de eindejaarsuitkering én de eenmalige uitkering kunnen worden opgevangen. In deze begroting hebben we dit dan ook kostenneutraal meegenomen over de jaren De eenmalige uitkering van 325 per fte in 2016 heeft een incidenteel karakter en bedraagt 0,6 miljoen. We verwachten niet dat dit gehele bedrag in 2016 wordt gecompenseerd. Voor 2016 zijn de lasten hierdoor 0,4 miljoen hoger ( 0,6 mln. -/- 0,2 mln.)/ Voor 2017 en 2018 leidt de compensatie tot een voordeel van 0,2 miljoen. Dit betekent dat de kostprijs in 2017 en per se lager is dan in De belangrijkste structurele cao afspraak, de prijsindexering zal met name gedekt worden door een hogere subsidiebijdrage. Zowel de kosten van de prijsindexering als de hogere rijkssubsidie hebben we niet in deze begroting verwerkt. Op het moment dat de omvang van de prijsindexering bekend wordt, wordt hiervoor een begrotingswijziging. Deze begrotingswijziging zal zorgen voor een stijging van de vastgestelde kostprijs. De verwachting is dat de gemeenten voor deze stijging worden gecompenseerd door een stijging van het WSW budget. De salarislasten van de SW medewerkers zijn ook toegenomen doordat de in 2015 begrote daling van het loongebouw WSW niet is ontstaan. Door de instroomstop verwachten we dat dit de komende jaren ook niet gaat gebeuren. Per se (x 1) 2016 B Salariskosten sw (incl. bw) per se Ad 2. De daling van de toegevoegde komt voort uit een hoger ziekteverzuim en een hoger aantal SW-medewerkers geheel of gedeeltelijk in een leegloop situatie (wel een dienstverband en geen plaatsing). Dit resulteert in een lager aantal productieve uren en dus een lagere toegevoegde waarde (gefactureerde omzet aan onze klanten waar de SW-medewerkers werkzaam zijn). De tendens van hoger ziekteverzuim en meer leegloop werd al zichtbaar in de loop van Interventies om toegevoegde waarde te verhogen Door te investeren in betere begeleiding en rust in de werkomgeving op de Boekweitweg en terugdringen van de leegloop zullen we naar verwachting al een groot deel van het ziekteverzuim reduceren. Daarnaast zetten we een intensief en breed traject in om het ziekteverzuim structureel terug te brengen, stapsgewijs richting benchmark SW-niveau (13%). Hierdoor verwachten we een verbetering van de toegevoegde waarde in 2016 die vervolgens wordt doorgezet in 2017 en volgende jaren (zie onderstaande tabel). We zien dan ook dat de kostprijs vanaf 2017 weer afneemt. Deze investering zal kostenneutraal gebeuren door keuzes te maken in het personele budget. Per se (x 1) 2016 B Toegevoegde waarde per se Ad 3. Een stijging van personele lasten als gevolg van een cao stijging ambtelijk van 3% (- 0,2 miljoen) wordt gecompenseerd door een incidentele opbrengst vanuit het Sectorfonds SW ( 0,3 miljoen). Daarnaast hebben we de afgelopen jaren kunnen besparen op de overhead- en begeleidingskosten ( 0,1 miljoen). Dit leidt per saldo tot een daling van overhead- en begeleidingskosten met 111 per SE. In de opvolgende jaren zijn de besparingsdoelstellingen toegevoegd van 0,35 miljoen oplopend tot 0,75 miljoen per jaar. In 2020 lopen in de huidige opstelling de kosten per se weer op (zie onderstaande tabel). Dit is niet doordat de totale kosten stijgen. Het aantal SW-ers daalt echter harder dan de overhead kosten. Aan de verhouding tussen de vaste lasten en het aantal SW- 46

59 medewerkers zullen we, gezien de structurele afbouw van de SW-populatie, in de komende jaren extra aandacht moeten besteden. Per se (x 1) 2016 B Begeleiding & Overhead per se De productiekosten zijn voor nu nog in de kosten voor begeleiding en overhead meegenomen. De genoemde productiekosten zijn de huisvestingskosten van de productieafdelingen van Breed. We gaan deze kosten in het vervolg meenemen in de toegevoegde waarde, omdat deze kosten een directe relatie hebben met de omzet. De bijdragen van de deelnemende gemeenten zijn voor 2016 als volgt berekend: Bijdrage per deelnemende gemeente 2016 Realisatie Medio 2015 Medio 2016 Bijdrage 2016 WSW Aanvullende 2014 budget bijdrage SE SE SE *1000 Beuningen 133,26 127,93 117, Druten 108,54 105,28 97, Berg en Dal 208,67 202,83 187, Heumen 59,84 59,84 56, Nijmegen 1125, , , Wijchen 233,42 221,75 200, West Maas en Waal 64,93 64,93 62, Totaal 1934, , , De bijdragen van de deelnemende gemeenten zijn voor 2017 als volgt berekend: Bijdrage per deelnemende gemeente 2017 Het aantal se is hierbij bepaald op basis van de realisatie 2015 verminderd met de uitstroomverwachting van CEO. Voor 2017 is dat 7,6%. Het aantal SE is vervolgens verdeeld conform dezelfde verhouding als de realisatie Kostprijzen meerjarig Medio 2017 Bijdrage 2017 WSW Aanvullende SE *1000 budget bijdrage Beuningen 113, Druten 87, Berg en Dal 172, Heumen 55, Nijmegen 928, Wijchen 193, West Maas en Waal 54, Totaal 1603, Jaar Kosprijs

60 In 2016 is nog het effect van de hoge eenmalige uitkering terug te vinden. In de daarop volgende jaren daalt de kostprijs. Dit is onder meer het verwachte resultaat van de speerpunten die we in 2016 formuleren om de toegevoegde waarde per SE te verhogen: reduceren ziekteverzuim, rust en regelmaat in Boekweitweg en de beweging van binnen naar buiten van de SW-ers met een indicatie beschut van wie vastgesteld is dat ze naar buiten kunnen. De toegevoegde waarde per SE zal hier vooral stijgen door een toename van het facturabele uren; een forse groei van het uutarief kan bij deze groep niet verwacht worden. De stijging van de kostprijs van 2020 zit in de verhouding tussen de vaste lasten en het aantal SW-medewerkers. Hier verwachten we in de komende jaren nog invloed op te kunnen uitoefenen. Netto opbrengsten: Opbrengsten * P 2016 B Netto omzet Materiaal verbruik Productiekosten toegevoegde waarde Netto opbrengsten We verwachten een toename van het percentage SW-ers dat buiten de deur werkt van 55,4% naar 77,0% in de bijgestelde begroting Een toename van 21,6%. Dit leidt niet tot een hogere toegevoegde waarde. Op de toegevoegde waarde heeft in de bijgestelde begroting om een aantal redenen een bijstelling plaatsgevonden: De gemiddeld opbrengst van een individueel gedetacheerde is ten opzichte van de primaire begroting met 3% gedaald. In 2015 is namelijk gebleken dat het aantal facturabele uren per fte 8% lager was dan begroot. Een deel hiervan is wel gecompenseerd met een hoger gemiddeld uurtarief, maar de basis waarmee we 2016 ingaan is lager dan verwacht. De gemiddelde opbrengst van de groepsdetachering is ten opzichte van de primaire begroting met 18% gedaald. Dit wordt voor 3% veroorzaakt doordat het aantal facturabele uren in 2015 lager zijn dan verwacht. De overige 15% wordt veroorzaakt door een wijziging in beleid. Alle medewerkers die volgens Dariuz detacheerbaar zijn, worden direct overgezet naar de detacheringsconsulenten voor directe bemiddeling. Echter worden deze medewerkers niet allen per direct gedetacheerd, maar blijven zo lang nog werken bij de beschutte werkplekken. Hierdoor daalt het aantal facturabele uren per medewerker groepsdetachering. De gemiddelde opbrengst van het werken op locatie is ten opzichte van de primaire begroting met 42% gedaald. Er is namelijk nog maar één Wol locatie over, namelijk Looko-Look in Andelst. Hier is de uuropbrengst lager dan de overige Wol locaties die we hadden. Dit heeft wel een positief effect gehad op het % groepsdetachering in Het gemiddeld tarief van de beschutte werkgroep is ten opzichte van de primaire begroting met 50% toegenomen. Dit heeft te maken met de bij de groepsdetachering genoemde stelselwijziging. Medewerkers vanuit de groepsdetachering leveren wel productie bij de beschutte werkplekken, maar tellen niet mee in de formatie. Verder wordt er in 2016 sterk ingezet op verlaging van het hoge verzuimpercentage bij de medewerkers in de beschutte werkvorm. Door ons sterk te richten op de productiviteit per medewerker verwachten we in 2016 een stijging van 13% op de toegevoegde waarde per sw medewerker, ten opzichte van de realisatie van Ook in 2017 en verdere jaren verwachten we hier nog stappen te kunnen zetten, waarbij in 2020 de toegevoegde waarde per medewerker is gestegen met 27 % ten opzichte van Percentage van de groep SW-beschut die buiten de deur kan werken: 48

61 De objectieve Dariuz-screening van de SW-medewerkers die momenteel nog beschut werken heeft uitgewezen dat circa 78% van de totale populatie SW naar buiten kan. Omdat we nu op circa 60% buiten zitten, betekent dit dat nog circa 18% (zo n 350 mensen) bemiddeld moeten worden naar een nieuwe ondernemer. Dat dit percentage lager uitvalt dan de ambitie van 85 % die eerder is bepaald heeft geen verstrekkende financiële gevolgen. Met het naar buiten plaatsen van de SW medewerkers hebben we kunnen bewerkstellingen dat onze medewerkers zich optimaal kunnen ontwikkelen in de juiste omgeving. Daarnaast zijn bedrijfsrisco s en vaste kosten afgenomen. Ook zaten bij met name de eerste groepen SW medewerkers die naar buiten geplaatst zijn medewerkers die onder hun potentieel werkten, en nu op een beter geschikte plek terecht zijn gekomen, waar zij prettiger kunnen werken en een hogere toegevoegde waarde leveren. De opbrengstverwachting van de nu nog resterende groep beschutte medewerkers ligt niet zo ver af van de opbrengst die we verwachten van de medewerkers op de beschutte werkplekken op de Boekweitweg. De investeringen in structurele reductie van ziekteverzuim, in rust en regelmaat in de Boekweitweg en in het terugbrengen van de leegloop (zie pagina 10 t/m 12) leiden al vanaf 2016, en de jaren daarna, tot een toename van de toegevoegde waarde per SE. 1 Programmalasten Lasten 2016 P 2016 B Salarissen SW-medewerkers Overige kosten SW medewerkers Programmalasten De programmalasten van het onderdeel SW bestaan volledig uit kosten voor de SWmedewerkers. Salarissen SW-medewerkers: De salarissen van de SW-medewerkers zijn kosten waar relatief weinig invloed op uit te oefenen is. Verlaging van de salariskosten is een langjarig proces via natuurlijke uitstroom. In december 2015 is een principe akkoord cao-sw tot stand gekomen. In deze CAO afspraken is een loonprijsindexering aangekondigd. Deze structurele loonsverhoging houdt in dat alle SWmedewerkers de indexatie van het Wettelijk Minimumloon volgen. Deze loonprijsindexering is nog niet meegenomen in de begroting omdat de omvang van deze stijging nog niet bekend is. Wanneer er een definitief akkoord is, zal deze verhoging resulteren in een stijging van de loonkosten van de SW-ers. Deze stijging zal in de loop van 2016 middels een begrotingswijziging worden opgenomen in de begroting. Deze begrotingswijziging zal zorgen voor een stijging van de vastgestelde kostprijs. Het ministerie heeft aangekondigd dat zij deze loon-prijsontwikkeling aan gemeenten beschikbaar zal stellen wanneer het Macrobudget dit toelaat. De gemeenten worden dan middels het WSW budget gecompenseerd. In dit principe akkoord is ook sprake van een eenmalige uitkering in Hierdoor zijn de kosten in 2016 hoger dan in de primaire begroting. Deze kosten worden echter over de jaren 2016 tot en met 2018 gecompenseerd door een daling van de pensioenpremie. Kosten eenmalige uitkering a 325 per se Meegenomen daling in de pensioenpremie Overige kosten SW-medewerkers: Het SW-bedrijf hanteert bij tegemoetkoming woon-werkverkeer de cao als uitgangspunt. Uitzondering hierop vormt een groep SW-medewerkers die op locatie werkt welke met het openbaar vervoer lastig te bereiken is. Een andere uitzondering is als er een medische indicatie aan ten grondslag ligt. Ook de verstrekte loonkostensubsidie voor begeleid werken maakt onderdeel uit van deze post. 49

62 Daarnaast vallen onder de overige kosten ook de opleidingskosten van de SW-medewerkers en de kosten van de arbodienst. 2 Personele lasten Lasten * P 2016 B Ambtelijk medewerkers indirect personeel Via support Uitzendkrachten (plus detachering) 650 Diverse salariskosten 117 Management en leiding Salarislasten primair proces Ondersteuning primair proces PIOFACH Personele voorzieningen Budget voor tijdelijke formatie Opleidingskosten Package deal Frictiekosten pm pm pm Doorbelastingen Doorbelasting naar irvn Personele lasten De personele lasten zijn toegenomen ten opzichte van de primaire begroting door een cao stijging van 3%. In de jaren 2017 en verder dalen de personele lasten. Dit komt door de afname van het aantal sw-medewerkers. Hierdoor neemt met name het aantal consulenten en werkcoaches af. 3 Kapitaallasten Lasten * P 2016 B Afschrijvingen vaste activa 30 Rente baten/lasten Kapitaallasten Afschrijvingen vaste activa: De afschrijvingskosten waren gerelateerd aan de Boekweitweg en St. Teunismolenweg. De panden zijn nu nog in eigendom van Breed. De kosten voor het gebruik van deze panden komen nu terug onder de productiekosten en materiele lasten. Rente baten/ lasten: De rentelasten bestaan uit een langlopende lening, welke in 2017 wordt afgelost. 4 Materiele lasten Lasten * P 2016 B Onderhoudslasten 820 Huisvesting Facilitaire voorzieningen Automatisering Energielasten Materiele lasten De huisvestingskosten hebben betrekking op de panden Boekweitweg en St. Teunismolenweg waarvoor een verhuurovereenkomst met Breed is gesloten uitgaande van de werkelijk gemaakte 50

63 huisvestingskosten (inclusief energieverbruik). De huisvestingskosten van de indirecte medewerkers vallen onder deze post. De huisvestingskosten van de directe medewerkers zijnverplaatst naar de productiekosten. De automatiseringskosten zijn gebaseerd op een dienstverleningsovereenkomst met ICT regio Rijk van Nijmegen (irvn). 5 Overige lasten Lasten * P 2016 B Huur/Lease Overige lasten Aanschaf apparatuur, inventaris Reis -en verblijfkosten Verkoop/ promotie Kantoormiddelen, abonnementen, lidmaatschappen Externe diensten, advies Verzekeringen, belastingen en bankkosten Accountantskosten Diverse overige bedrijfskosten Incidentele baten/ lasten -310 Bezuiniging / taakstelling Overige lasten De incidentele baten hebben betrekking op het project Integraal Methodisch Handelen: van diagnose tot en met duurzame plaatsing in het kader van het sectorfonds-sw. Dit project is gestart in 2015 bij Breed en zal in 2016 doorlopen via het WerkBedrijf. Bezuiniging / taakstelling: Vanaf 2017 is een taakstelling opgenomen van oplopend tot per jaar. 51

64 Bijlage 3 irvn Toelichting op de meerjarenbegroting van irvn Baten * P 2016 B Overheidsbijdragen Totalen baten Lasten * P 2016 B Personele lasten Kapitaallasten Materiele lasten Overige lasten Totalen lasten Hierboven is de meerjarenbegroting van irvn opgenomen. Deze bestaat uit de meerjarenbegroting over de periode van voor de onderdelen Automatisering en de uitbreiding hiervan met de toevoeging van Automatisering van SW-Bedrijf (Breed). Daarnaast is voor het oorspronkelijke onderdeel Automatisering de primitieve en de bijgestelde begroting van 2016 en de meerjarenbegroting opgenomen. Voor het onderdeel Automatisering van SW-Bedrijf (Breed) betreft dit de (nog niet eerder gemaakte) begroting van Vervolgens, in de meerjarenbegroting, zijn beiden afzonderlijk inzichtelijk gemaakt en toegelicht: 1 Bijstellingen begroting 2016 van ICT-Rijk van Nijmegen; 2 Bijstelling begroting 2016: uitbreiding met toevoeging SW-Bedrijf (Breed); 3 Meerjarenbegroting irvn / Automatisering; geactualiseerd. 1. Bijstellingen begroting 2016 van ICT- Rijk van Nijmegen: Deze is aangepast voor de ICT-kosten van de medewerkers die vanuit de verschillende gemeenten zijn overgegaan naar het WerkBedrijf. De kosten hiervoor worden in rekening gebracht bij het WerkBedrijf en zijn dus niet voor de deelnemende gemeenten. Dit betekent een lagere deelnemersbijdrage van ingaande Hogere kosten van management & staf op basis van functiewaardering en indexering. Dit betekent een hogere deelnemersbijdrage van ingaande Bij de module irvn zijn in de ontwerpbegroting de arbeidsvoorwaardengelden van 0,54% niet meegenomen. In de herziene begroting 2016 is dit alsnog opgenomen. Dit betekent een hogere deelnemers-bijdrage van ingaande 2016 naar rato van inbreng van de deelnemende gemeente. De inbreng van Gemeente Nijmegen is bijgesteld op basis van actuele cijfers. Hierdoor wordt de deelnemersbijdrage voor Gemeente Nijmegen hoger in 2016 en structureel vanaf Dit betreft onder andere tussentijdse aanpassing van de loonsomtarieven 2016 en bijgestelde dienstverlening conform PDC. In verband met de recente uitkomsten van de cao-onderhandeling vindt er een bijstelling van de loonsombudgetten met 3% plaats ingaande 2016 voor een bedrag van Met ingang van 1 januari 2017 wordt het Individueel Keuze Budget ingevoerd. Onderdeel daarvan is het vakantiegeld, wat per kalenderjaar gaat lopen. Dat betekent in 2017 eenmalig een uitbetaling van 19 maanden vakantiegeld, waarvan 7 maanden hun oorsprong hebben in Deze wordt daarom ten laste van 2016 gebracht en leidt tot een eenmalig verhoging van de deelnemersbijdrage in 2016 t.b.v De DVO voor het GHS WerkBedrijf is per 1 januari 2016 aangepast met

65 2. Meerjarenbegroting ICT-Rijk van Nijmegen; onderdeel SW-Bedrijf (Breed): Met de integratie van Breed in het WerkBedrijf per 1 januari 2016 wordt ook de ICT van Breed (Automatisering) toegevoegd aan de ICT-module. Omdat dit een, nog niet eerder opgenomen, onderdeel van irvn betreft is het jaar 2016 is toegevoegd aan de meerjarenbegroting. De budgetten bedragen in 2016, in 2017 en 2018 en structureel vanaf Baten * B Overheidsbijdragen Totalen baten Lasten * B Personele lasten Materiele lasten Overige lasten Totalen lasten Hieronder is de geactualiseerde meerjarenbegroting voor de periode van van irvn, de harde ICT, (Automatisering) als onderdeel van de Gemeenschappelijke Regeling gedetaileerd weergegeven. 1 Overheidsbijdrage De overheidsbijdrage: Baten * B Interne doorbelasting/ghs WerkBedrijf Totale bijdrage Interne doorbelasting WerkBedrijf: Dit betreft de interne doorbelasting voor het verzorgen van de ICT-ondersteuning voor het SWbedrijf Breed ten bedrage van ingaande 2016, in 2017 en 2018 en structureel vanaf Personele lasten De personele lasten bestaan uit de volgende onderdelen: Lasten * 1000 Fte 2016 B Salariskosten 2, Opleidings- en personeelskosten Personele lasten Salariskosten (inclusief toelagen): In de begroting is rekening gehouden met 0,9 FTE ICT-medewerker, gebaseerd op FuWa 6. Het beheer van o.a. de werkplekken, wat was uitbesteed, gaat irvn in eigen beheer uitvoeren. De benodigde capaciteit hiervoor bedraagt 1,5 FTE op FuWa 9 niveau. Opleidings- en personeelskosten: De prijs voor overige personele kosten (opleiding etc) bedraagt 1,5% van de loonsom. Dit is conform de afspraken uit het normenkader voor overhead bij regionale samenwerking. De overhead per FTE is gebaseerd op het tarief normering overhead (business-case overhead bij regio-organisatie 100 FTE) zijnde per FTE. 53

66 3 Materiele lasten De materiele lasten bestaan uit de volgende onderdelen: Lasten * B Aanschaf hardware Onderhoudskosten hardware Onderhoudskosten software Telefonie, kosten datacommunicatie Kosten kopieerapparatuur en reprografie Materiële lasten De materiele lasten bestaan uit afschaf van hardware, onderhoudskosten voor hard- en software, telefoniekosten en kosten datacommunicatie, kosten kopieerapparatuur en reprografie. 4 Overige lasten De overige lasten bestaan uit de volgende onderdelen: Lasten * B Verzekering pm pm pm pm Pm PIOFACH-DV gastheer Overige lasten Verzekering: Voor o.a. aansprakelijkheids-, werkgevers- en inventarisverzekering is een P.M. post opgenomen. PIOFACH-DV gastheer: De PIOFACH-functies worden afgenomen van de Gemeente Nijmegen als gastheer. In de begroting is een bedrag opgenomen van in 2016 en structureel vanaf

67 3. Meerjarenbegroting ICT-Rijk van Nijmegen; onderdeel Automatisering. Hieronder is de geactualiseerde meerjarenbegroting (incl. de bijstellingen van ICT Rijk van Nijmegen begroting 2016 en toevoeging van Breed) voor de periode van van de regionale ICT-Samenwerking, de harde ICT (Automatisering) als onderdeel van de Gemeenschappelijke Regeling opgenomen. Baten * P 2016 B Overheidsbijdragen Totalen baten Lasten * P 2016 B Personele lasten Kapitaallasten Materiele lasten Overige lasten Totalen lasten Overheidsbijdrage De overheidsbijdragen (per gemeenten) zijn als volgt onder te verdelen: Baten * P 2016 B Nijmegen Beuningen Berg en Dal Heumen Mook en Middelaar Druten Deelnemersbijdrage Interne doorbelasting/ghs WerkBedrijf Totale bijdrage Deelnemersbijdrage: De deelnemersbijdrage is gebaseerd op de inbreng van de 6 deelnemende gemeenten en bijgesteld op grond van de verdeling van de additionele kosten en compensaties. Door de bijstellingen van de begroting 2016 van ICT-Rijk van Nijmegen is de deelnemersbijdrage per gemeente aangepast. De bijstellingen zijn over de gemeentes verdeeld o.b.v. hun inbreng. Alleen voor de gemeente Nijmegen zorgen de bijstellingen voor een hogere deelnemersbijdrage dan in de oorsponkelijke meerjarenbegroting was begroot. De deelnemersbijdrage is gebaseerd op een aantal verdeelsleutels. Dit kan zijn op basis van werkelijke inbreng, inwonersaantallen, FTE s, aandeel in het ideaalcomplex en een aparte verdeelsleutel voor PIOFACH. Op de volgende pagina is per gemeente inzichtelijk gemaakt hoe de bijdrage tot stand is gekomen en wanneer welke verdeelsleutel is gehanteerd. Naast de deelnemersbijdrage is in de begroting van irvn rekening gehouden met inkomsten vanuit werkzaamheden voor het WerkBedrijf (incl.sw). Interne doorbelasting WerkBedrijf: Dit betreft de interne doorbelasting voor de ICT-ondersteuning voor het WerkBedrijf (incl. SWbedrijf Breed). Door de toevoeging van breed is de interne doorbelasting gestegen met in 2016, in 2017 en 2018 en structureel vanaf

68 Opbouw deelnemersbijdragen vanaf 2016 Betreft Verdeelsleutel Jaarschijf 2016 Basis 2016: diversen Corr. Werkplek kst mw. Afd. werk inbreng Hogere FuWa managemnt.&staf inwonersaantallen Arbeidsvoorwaardengelden 0,54% fte's Bijgestelde DVO gem. NMG werkelijk NMG Bijstelling loonsombudgetten inbreng IKB 7 maanden vak.geld inbreng Indexering 2017: N.v.t. 8. Toevoeging Breed Automatisering werkelijk Bijstelling DVO GHS Werkbedrijf werkelijk 4 4 Totaal: Totaal: GHS Breed GHS WBRN Nijmegen Berg en Dal Beuningen Druten Heumen Mook en Middelaar Jaarschijf 2017 Basis 2017: diversen Corr. Werkplek kst mw. Afd. werk inbreng Hogere FuWa managemnt.&staf inwonersaantallen Arbeidsvoorwaardengelden 0,54% fte's Bijgestelde DVO gem. NMG werkelijk NMG Bijstelling loonsombudgetten inbreng IKB 7 maanden vak.geld inbreng 7. Indexering 2017: inbreng Toevoeging Breed Automatisering werkelijk Bijstelling DVO GHS Werkbedrijf werkelijk 4 4 Totaal: Jaarschijf 2018 Basis 2018: diversen Corr. Werkplek kst mw. Afd. werk inbreng Hogere FuWa managemnt.&staf inwonersaantallen Arbeidsvoorwaardengelden 0,54% fte's Bijgestelde DVO gem. NMG werkelijk NMG Bijstelling loonsombudgetten inbreng IKB 7 maanden vak.geld inbreng 7. Indexering 2018: inbreng Toevoeging Breed Automatisering werkelijk Bijstelling DVO GHS Werkbedrijf werkelijk 4 4 Totaal: Jaarschijf 2019 Structureel vanaf 2019: diversen Corr. Werkplek kst mw. Afd. werk inbreng Hogere FuWa managemnt.&staf inwonersaantallen Arbeidsvoorwaardengelden 0,54% fte's Bijgestelde DVO gem. NMG werkelijk NMG Bijstelling loonsombudgetten inbreng IKB 7 maanden vak.geld inbreng 7. Indexering 2019: inbreng Toevoeging Breed Automatisering werkelijk Bijstelling DVO GHS Werkbedrijf werkelijk 4 4 Totaal:

69 2 Personele lasten De personele lasten bestaan uit de volgende onderdelen: Lasten * 1000 Fte 2016 P 2016 B Salarislasten 54, Management en leiding 2, Opleidings- en personeelskosten Package deal (zie salariskosten) Mobiliteitskosten Inhuurkosten Personele lasten Salariskosten (inclusief toelagen): De salariskosten die zijn opgenomen, zijn gebaseerd op de ingebrachte formatie (54,30 FTE) en inclusief eventuele toelagen. De loonsombudgetten zijn gebaseerd op max -1. De inbreng was gebaseerd op max van de functieschaal en ingeval van bovenschaligheid o.b.v. de functieschaal van de werkelijke bezetting. Het verschil tussen de ingebrachte loonsom en de gehanteerde max-1 systematiek staat opgenomen onder de loonsomknelpuntenpot. Door de correctie van het vakantiegeld in 2016 en de bijstelling van de package deal (arbeidsvoorwaardengelden) van 0,54% en de bijstelling van de loonsombudgetten met 3% structureel vanaf 2016 en de toevoeging van Breed zijn de totale salariskosten met toegenomen. Salariskosten management/staf: Management en staf bestaan uit: Functie FTE Manager 1,00 (Fuwa 15) Secretariaat 1,00 (Fuwa 7) De kosten voor de manager en de secretaresse zijn, conform het Bedrijfsplan, additionele kosten. Door de aanpassing van de schaal van de manager en salariskostenindexering, de bijstelling van de loonsombudgetten met 3% en de toevoeging van Breed zijn de salariskosten management/staf hoger. Opleidings- en personeelskosten: De inbreng van de opleidings- en algemene personeelskosten was 2% van de directe loonkosten. De algemene personeelskosten bestaan o.a. uit de kosten van gratificaties, flexibel belonen en personeelsuitjes. De arbeidsvoorwaardengelden zijn aan deze categorie toegevoegd. Package deal ((arbeidsvoorwaardengelden) Zie hiervoor onderdeel salariskosten. Mobiliteitskosten: Er wordt gebruik gemaakt van de vervoermiddelen van de gastheergemeente als onderdeel van de PIOFACH-dienstverlening. Daarnaast is rekening gehouden met een beperkte vergoeding (circa per jaar) indien in voorkomende gevallen noodzakelijk gebruik gemaakt moet worden van eigen vervoer. Inhuurkosten: Dit betreft de ingebrachte huidige inhuurbudgetten voor incidentele en/of structurele (contractuele) ondersteuning door derden, flexibele schil e.o. Met extra benodigde capaciteit / inhuur om knelpunten in de dienstverlening op te vangen is hierin nog geen rekening gehouden. Zie ook de risico-paragraaf hiervoor. 57

70 3 Kapitaallasten De kapitaallasten bestaan uit de volgende onderdelen: Lasten * B Herinrichtingskosten Kapitaallasten ideaalcomplex ICT Compensatie kapitaallasten Kapitaallasten Herinrichtingskosten: Voor herinrichtingskosten wordt rekening gehouden met een investering van De kosten zijn gebaseerd op een investering, die in 10 jaar tijd wordt afgeschreven. De jaarlijkse kapitaallasten hiervoor bedragen Kapitaallasten ideaalcomplex ICT: In overleg met de regiogemeenten ( o.b.v. de meerjarige investeringen) is een inschatting gemaakt van de gemiddelde jaarlijkse investeringen in ICT-infrastructuur per gemeente (ongeacht de financieringswijze). De som van deze gemiddelden is feitelijk de jaarlijkse investeringsruimte (ideaalcomplex) van de ICT-Samenwerking om de ICT-infrastructuur in stand te houden. Het berekende ideaallcomplex van irvn bedraagt 1,5 miljoen. Opbouw kapitaallasten ideaalcomplex ICT Gemeente: Aandeel ideaalcomplex Kapitaallasten Beuningen Druten Heumen Berg en Dal Mook en Middelaar Nijmegen Totaal: irvn hanteert een andere afschrijvingstermijn, dan die fiscaal geldt. Dit wordt nog aangepast, hiervoor komt een seperaat voorstel. Voor de kapitaallasten van investeringen is uitgegaan van lineaire afschrijving, een afschrijvingstermijn van 3 jaar en een rentepercentage van 4%. Compensatie kapitaallasten ideaalcomplex: De post kapitaallasten wordt in de begroting gecorrigeerd door een post compensatie kapitaallasten. irvn neemt de activa (inclusief de financial lease contracten) namelijk niet over van de deelnemende gemeenten, maar compenseert haar deelnemers voor de doorlopende kapitaallasten o.b.v. hun inbreng in het ideaalcomplex. Dat is eveneens tegen een rentepercentage van 4%, een looptijd van investeringen van 3 jaar en op basis van een lineaire afschrijvingsmethode. Compensatie kapitaallasten ideaalcomplex Gemeente: Aandeel ideaalcomplex Compensatie Kapitaallasten Jaar: Factor compensatie: 106% 69,33% 34% Beuningen Druten Heumen Berg en Dal Mook en Middelaar Nijmegen Totaal:

71 4 Materiele lasten De materiele lasten bestaan uit de volgende onderdelen: Lasten * B Aanschaf Hardware Onderhoudskosten Hardware Onderhoudskosten Software Uitwijkkosten Internetkosten Telefonie, kosten datacommunicatie Onderhoudskosten glasvezel Overige materiele ICT-kosten Kopieerapparaat, reprografie Overige kosten Efficiencyvoordeel Materiële lasten Onderhoudskosten hard- en software: De onderhoudskosten hard- en software liggen voor het grootste gedeelte vast in meerjarige contracten. De overige onderhoudskosten zijn a-structurele / incidentele kosten. Uitwijkkosten: De uitwijkkosten betreffen de kosten van voorzieningen ingeval van calamiteiten voor het waarborgen van een optimale bedrijfscontinuïteit. Internetkosten: Dit zijn de kosten voor internetverbindingen en datalijnen. Telefonie/ kosten datacommunicatie: De telefoniekosten betreffen de kosten voor vaste- en mobiele telefonie. Onderhoudskosten glasvezel: Deze post betreft de vaste jaarlijkse onderhoudskosten van glasvezel (de kosten van aanleg van glasvezel blijven achter bij de gemeenten). Overige materiele ICT-kosten: Hierin zijn alle overige ICT-kosten opgenomen zoals materiele gebruiks- en verbruiksartikelen, meetapparatuur, ICT-gereedschap, reservemateriaal en dergelijke. Kopieerapparatuur en reprografie: Dit betreft de exploitatiekosten zoals huur van de apparatuur, lease, toner en tellertikken. De kosten van papier zijn buiten beschouwing gelaten. De inbreng van Gemeente Nijmegen is bijgesteld o.b.v. actuele cijfers. Hierdoor is zijn kopieerapparatuur en reprografie voor Gemeente Nijmegen hoger in 2016 en structureel vanaf Overige kosten: In deze post zijn de kosten van de ICT-dienstverlening voor het WerkBedrijf (zonder SW-bedrijf Breed) ten bedrage van opgenomen. De begroting van 2016 is aangepast voor de ICT-kosten van de medewerkers die vanuit de gemeenten zijn overgegaan naar het WerkBedrijf. De kosten hiervoor worden in rekening gebracht bij het WerkBedrijf en komen dus niet t.l.v. de deelnemende gemeenten. Dit betekent een lagere deelnemersbijdrage van ingaande 2016 naar rato van inbreng van de deelnemende gemeente. 59

72 De inbreng van Gemeente Nijmegen is bijgesteld o.b.v. actuele cijfers. Hierdoor wordt de deelnemersbijdrage voor Gemeente Nijmegen hoger in 2016 en structureel vanaf Dit betreft o.a. tussentijdse aanpassing van de loonsomtarieven 2016, bijgestelde dienstverlening conform PDC (producten en dienstencatelogus). Efficiency voordeel: Er is een efficiencyvoordeel opgenomen van in 2016 oplopend naar in Ingaande 2018 bedraagt dit structureel. Het efficiencyvoordeel wordt ingezet om de additionele kosten op te vangen. Doordat de infrastructurele transities pas op een later moment plaatsvindt dan oorspronkelijk was gepland, worden ook de efficiencyvoordelen later gerealiseerd. Er wordt verwacht dit voordeel elders te kunnen behalen nl. door de deelname aan de gezamenlijke aanbesteding van mobiele data en spraak van het project Gemeentelijke Telecommunicatie (GT). De uitkomsten hiervan worden binnenkort verwacht. 5 Overige lasten De overige lasten bestaan uit de volgende onderdelen: Lasten * B Accountantskosten Verzekering pm pm pm pm pm pm PIOFACH-DV gastheer Overige lasten Accountant: De ICT-Samenwerking Rijk van Nijmegen is, als onderdeel van een Gemeenschappelijke Regeling, een deel van een zelfstandige organisatie met een eigen jaarrekening en heeft daarom te maken met een accountantscontrole. De accountantskosten worden geschat op Verzekering: Voor o.a. aansprakelijkheids-, werkgevers- en inventarisverzekering is een P.M. post opgenomen. PIOFACH-DV gastheer: Het personele PIOFACH-gastheerschap wordt geleverd voor een bedrag van inclusief de flexibele inzet in 2016 en in Het materiële bedrag is voor de ICT- Samenwerking Rijk van Nijmegen bepaald op in 2016 en voor de jaren 2017 t/m Van het totaal van de PIOFACH-kosten neemt de Gemeente Nijmegen (op basis van fte-inbreng tegen het, binnen Gemeente Nijmegen interne, integrale overhead-/werkplektarief), een groot deel van de kosten voor haar rekening. De overige PIOFACH-kosten worden op basis van ingebrachte fte s verdeeld over de overige gemeenten. De afspraken tussen de ICT-Samenwerking Rijk van Nijmegen en Gemeente Nijmegen als gastheer, worden vastgelegd in een PIOFACH-dienstverleningsovereenkomst. Extra opdrachten, buiten deze DVO, worden apart in rekening gebracht. 60

73 Bijlage 4 Bijdrage per gemeente 2016 Bestuursondersteunig: Betreft een eenmalige bijdrage bij aanvang jaar. Kosten voor Bestuursondersteuning * 1000 Gemeente inw. Aantallen * % Aandeel Beuningen ,06% 20 Druten ,82% 14 Berg en Dal ,94% 27 Heumen ,21% 13 Mook en Middelaar ,51% 6 Nijmegen ,39% 135 Wijchen ,07% ,00% 249 * inwonersaantallen afkomstig uit Begrotingsrichtlijnen 2016 (BRN 2016) gem. Nijmegen WerkBedrijf Eenmalige transitiebijdrage Gemeente Transitie kst. Beuningen 29 Druten 20 Heumen 19 Nijmegen 330 Mook en Middelaar 8 Berg en Dal 43 Wijchen Eenmalige bijdrage vakantiegeld Gemeente Vak. Geld Beuningen Druten 2 Heumen 3 Nijmegen 130 Mook en Middelaar Berg en Dal 9 Wijchen

74 Bijdrage per kwartaal (Werk excl. SW) Gemeente P-Budget I-deel Meerwerk Arb. Dagbest. Frictie Totaal Per kwartaal Beuningen pm Druten pm Heumen pm Nijmegen Mook en Middelaar pm Berg en Dal pm Wijchen pm Bijdrage per maand (SW) Gemeente Bijdrage 2016 Per maand Beuningen Druten Berg en Dal Heumen Nijmegen Wijchen West Maas en Waal irvn Gemeente Bijdrage 2016 Per kwartaal Nijmegen Beuningen Berg en Dal Heumen Mook en Middelaar Druten Deelnemersbijdrage

75 Bijlage 4 Bijdrage per gemeente 2017 Bestuursondersteunig: Betreft een eenmalige bijdrage bij aanvang jaar. Gemeente inw. Aantallen * % Aandeel Beuningen ,04% 16 Druten ,82% 12 Berg en Dal ,96% 22 Heumen ,23% 10 Mook en Middelaar ,47% 5 Nijmegen ,50% 109 Wijchen ,98% ,00% 200 * inw onersaantallen afkomstig uit Begrotingsrichtlijnen 2017 (BRN 2017) gem. Nijmegen WerkBedrijf Bijdrage per kwartaal (Werk excl. SW) Gemeente P-Budget I-deel Meerwerk Arb. Dagbest. Frictie Totaal Per kwartaal Beuningen pm Druten pm Heumen pm Nijmegen pm Mook en Middelaar pm Berg en Dal pm Wijchen pm Bijdrage per maand (SW) Gemeente Bijdrage 2017 Per maand Beuningen Druten Berg en Dal Heumen Nijmegen Wijchen West Maas en Waal irvn Gemeente Bedrag Per kwartaal Nijmegen Beuningen Berg en Dal Heumen Mook en Middelaar Druten Deelnemersbijdrage

76 Bijlage 5 Staat van personele lasten (2016) Formatieoverzicht Schaal FTE schaal schaal schaal schaal > schaal Staat van personele lasten Module Bedrag Werkbedrijf ICT Bestuursondersteuning 184 Bedrag * WerkBedrijf Categorie FTE Management en leiding 5 Primair proces Projectleider 7 Accountmanager 4 Teammanager 9 Manager administratie 1 Medewerker informatievoorziening 4 Personeelsadviseur arbeidsrecht 5 Juridisch adviseur SW 1 Consulent Intake en Diagnose 25 (senior) Consulent bedrijfsdienstverlening 79 Werkcoach 23 Trainer/opleidingskundige 4 Arbeidsdeskundige 1 Arbeidspsycholoog 2 Ondersteuning primair proces 26 PIOFACH 32 Totale formatie

77 irvn Categorie FTE Directeur irvn 1 Manager ICT-beheer 1 Manager Servicedesk 1 Changemanager 1 Accountmanager 0 Adviseur ICT 1 Adviseur Changemanagement 2 Projectencoördinator & Incidentmanager 1 Senior ICT Beheerder 13 ICT Beheerder 19 Medewerker ICT Beheer 12 Medewerker ICT Service 2 Medewerker ICT Logistiek 0 Managementassistent 1 Totale formatie 54 Bestuursondersteuning Categorie FTE Secretaris MGR 0,1 Strategisch adviseur 0,45 Administratief medewerker 0,22 Jurist 0,22 Controller 1 Totale formatie 2,0 65

78 Bijlage 6 Staat van reserves en voorzieningen Gemeente Algemene reserve pm pm pm pm pm pm Reserve projectengeld pm pm pm pm pm pm Aangezien er nog geen jaarrekening is vastgesteld hebben we vooralsnog PM-posten opgenomen. De MGR kan als verlengstuk van de deelnemende gemeenten worden gezien waarbij het principe geldt dat er binnen de MGR geen vermogenspositie aangehouden wordt. Er kan een zekere reservevorming plaatsvinden wanneer de door de gemeenten in het samenwerkingsverband gestorte gelden hoger zijn dan de daarmee te financieren uitgaven. Hierbij geldt de voorwaarde dat overschotten en tekorten per gemeente worden bijgehouden en geoormerkt. Er dient dus een reserve per gemeente bijgehouden te worden, waarbij geen overboekingen mogen plaatsvinden van een reserve van de ene gemeente naar de andere. Het kan tot de mogelijkheden behoren dat de MGR een algemene reserve vormt, waar iedere gemeente naar rato een bijdrage aan levert. Bij liquidatie van de MGR zal dit vermogen naar rato teruggestort worden. 66

79 Bijlage 7: toelichting op beschut werk nieuw 1. Inleiding Het Dagelijks bestuur van de MGR heeft, na advies van de Bestuurscommissie Werk, de uitgangspunten benoemd voor de inzet van beschut werk nieuw in de regio. Deze uitgangspunten zijn inhoudelijk en financieel verwerkt in de begroting die vastgesteld is door het Dagelijks bestuur van de MGR. In deze bijlage bij de begrotingen lichten we deze uitgangspunten toe, met daarbij de gemaakte afwegingen. Deze afwegingen zijn gemaakt binnen de kaders van de door de raden vastgestelde visiedocumenten Sterke Werkwoorden en Strategisch Arbeidsmarktbeleid Werk is de Uitkomst! Ingegaan wordt op: - De uitgangspunten inzet beschut werk nieuw - Wat beschut werk nieuw volgens de Participatiewet inhoudt en voor wie het bedoeld is - Ervaringen in 2015: experiment in onze regio en landelijk - Financiën 2. Uitgangspunten inzet beschut werk nieuw Visie en uitgangspunten Ons regionaal beleid is om zoveel mogelijk mensen mee te laten doen op de reguliere arbeidsmarkt. Daarbij gaat het juist ook om hen die door een arbeidsbeperking, lichamelijk, psychisch of verstandelijk, moeilijk betaald werk kunnen vinden. We benutten zoveel mogelijk het aanwezige arbeidspotentieel, wat betekent dat we de loonwaarde van mensen optimaal ontwikkelen en verzilveren. Werkgevers betalen een faire prijs voor de loonwaarde van de werknemer en worden vanuit gemeenschapsgeld gecompenseerd voor de lagere productiviteit van de werknemer. In onze visie 4 zijn twee primaire uitgangspunten leidend voor het maken van keuzes rondom de inzet van voorzieningen en daarmee ook voor de inzet van beschut werk nieuw: A. We leiden mensen zoveel mogelijk naar regulier en betaald werk. Pas als dit niet mogelijk is, ook niet met ondersteuning, worden andere voorzieningen ingezet. Het gaat daarbij altijd om wat het meest passend is voor de persoon (individueel maatwerk). B. ontwikkeling van mensen (naar een volgende stap richting regulier en betaald werk) Hiermee werken we aan een inclusieve arbeidsmarkt. We zijn ervan overtuigd dat juist regulier werk, mits de omgeving passend is, mensen het meeste gevoel van eigenwaarde en ontwikkelingskansen biedt. Met regulier werk bedoelen we een dienstverband bij een gewoon bedrijf of organisatie, die als kerntaak heeft het voortbrengen van een product of dienst. Uitgangspunten beschut werk nieuw Ondersteunen van de kwetsbare doelgroep beschut werk. Er zijn kandidaten die alleen in een beschermde omgeving betaald werk kunnen verrichten. Zij hebben daarbij zo n intensieve begeleiding en/of aanpassingen in de werkomgeving nodig, dat een normale werkgever dit redelijkerwijs niet kan realiseren. Het is voor deze groep dan ook zeer lastig om op de reguliere arbeidsmarkt een passende plek te vinden en te behouden. Zij hebben 4 Zoals regionaal vastgelegd en afgesproken in de documenten Sterke Werkwoorden, Strategisch Arbeidsmarktbeleid Werk is de uitkomst en Transitieplannen Breed 67

80 geen SW-dienstverband en omdat de toegang tot de SW per 1 januari 2015 landelijk is afgesloten komen zij hiervoor niet meer in aanmerking. Het betreft dus een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt, die onze ondersteuning nodig heeft. We bieden de kandidaten die aangewezen zijn op een beschermde omgeving dan ook een dienstverband aan in een geschikte omgeving met passende begeleiding. Daarbij hanteren we de volgende uitgangspunten: A. We houden in de begroting rekening met jaarlijks 15 beschikbare werkplekken voor kandidaten beschut werk. Dit is gebaseerd op de landelijke inzichten dat per inwoners ca. 10 kandidaten zonder SW-dienstverband aangewezen zijn op beschut werk. B. We dragen kandidaten voor een advies beschut werk aan bij UWV die: - een beschermde omgeving nodig hebben - én die vanwege hun beperkingen (nog) niet met een indicatie Banenafspraak bij een regulier bedrijf geplaatst kunnen worden -én niet geschikt zijn voor arbeidsmatige dagbesteding; C. Als de kandidaat een positief advies van UWV krijgt, biedt het WerkBedrijf de kandidaat een in eerste instantie een tijdelijk dienstverband van maximaal 23 maanden* in een geschikte omgeving met de juiste begeleiding. D. Het dienstverband wordt aangegaan via het WerkBedrijf. De kandidaat wordt gedetacheerd en vanuit daar geplaatst in een geschikte werkomgeving met de juiste begeleiding. Het WerkBedrijf is dan ook verantwoordelijk voor het dienstverband en betaling van loon aan de kandidaat. E. Tijdens de 23 maanden ontwikkelen we zoveel mogelijk de loonwaarde en zelfredzaamheid van de kandidaat F. Na 23 maanden wordt afhankelijk van de ontwikkeling en het perspectief van de kandidaat besloten of hij of zij kan doorstromen naar een andere voorziening, bijvoorbeeld een reguliere baan met een indicatie Banenafspraak, of dat de voorziening beschut nieuw wordt verlengd. In dit laatste geval krijgt de kandidaat via het WerkBedrijf een vast dienstverband aangeboden. Het loon bedraagt maximaal 100% van het Wettelijke minimumloon. Met deze uitgangspunten ondersteunen we deze groep op de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd houden we vast aan het regionaal afgesproken principe dat we altijd inzetten op de maximale ontwikkeling van de kandidaat. Dit doen we door eerst na te gaan of een reguliere baan met loonkostensubsidie mogelijk is (indicatie Banenafspraak). Ten tweede doen we dat door eerst een tijdelijk dienstverband aan te bieden. In deze proefperiode kunnen we verder zicht krijgen op de mogelijkheden van de kandidaat en zijn loonwaarde en zelfredzaamheid zoveel mogelijk verder ontwikkelen. Om die reden is ook gekozen voor een tijdelijk dienstverband van 23 maanden. Volgens de Wet Werk en Zekerheid moet namelijk na 24 maanden een vast dienstverband aangeboden. 3. Wat houdt de voorziening beschut werk nieuw in? Het Rijk heeft het via de Participatiewet mogelijk gemaakt dat gemeenten kandidaten die aangewezen zijn op een beschermde werkomgeving baanzekerheid kunnen bieden. Of iemand in aanmerking komt voor beschut werk hoeft niets te zeggen over de loonwaarde of productiviteit. De voorziening is juist bedoeld voor kandidaten die met de intensieve begeleiding en aanpassingen wél in staat zijn om loonvormende arbeid te verrichten. Beleidsvrijheid Gemeenten hebben beleidsvrijheid om invulling te geven aan de ondersteuning van deze doelgroep. Dit houdt in dat zij zelf mogen bepalen of zij de voorziening aanbieden en hoe dienstverbanden georganiseerd worden. Voorwaarde is dat de doelgroep wordt ondersteund en dat in de verordening aan wordt gegeven hoe om wordt gegaan met de voorziening beschut werk. 68

81 De beschutte werkplekken kunnen zowel gecreëerd worden bij gemeenten, MGR, een op te richten rechtspersoon of bij marktpartijen. Voor de middelen die voor beschut werk toe zijn gevoegd aan het participatiebudget en het bijstandsbudget geldt geen bestedingsplicht; de middelen blijven beschikbaar, ook als de voorziening beschut niet wordt ingezet. Doelgroep Potentiële kandidaten voor beschut werk te vinden zijn in: mensen die op de wachtlijst staan voor de WSW; jongeren met een arbeidsbeperking die vanaf 1 januari 2015 niet voor de Wajong in aanmerking komen, omdat zij arbeidsvermogen hebben. Voor een deel zijn dit leerlingen vanuit Pro-VSO; kandidaten voor de arbeidsmatige dagbesteding; kandidaten met een arbeidsbeperking die vanaf 1 januari 2015 niet meer voor de WSW in aanmerking komen; ook in het huidige bestand van de bijstand zitten kandidaten die in aanmerking kunnen komen voor beschut werk. Ervaringen in 2015 Landelijk In 2015 is duidelijk geworden dat beduidend minder mensen tot beschut werk nieuw zullen worden toegelaten dan het geval was bij de oorspronkelijke doelgroep SW-intern. Dit heeft voor een deel te maken met het feit dat de criteria die UWV hanteert strenger zijn dan de criteria voor de SW. Een andere oorzaak is dat blijkt dat veel kandidaten met geschikte alternatieven aan het werk kunnen, zoals regulier met loonkostensubsidie of met arbeidsmatige dagbesteding. 20% van de gemeenten heeft aangegeven beschut werk niet in te gaan zetten. Ca 1/3 van de gemeenten heeft aangegeven gebruik te maken van de beleidsvrijheid en het instrument op andere wijze in te zetten. De staatssecretaris heeft haar bezorgdheid uitgesproken over het achterblijven van het aantal beschutte werkplekken en heeft daarom tot en met miljoen euro beschikbaar gesteld aan gemeenten om het creëren van beschutte werkplekken te creëren (zie verder Financiën). Beschut werk nieuw in 2015 in onze regio Afgelopen jaar is afgesproken om voor 2015 nog geen beleidsbesluit te nemen over beschut werk nieuw. Doel in 2015 was om ervaring op te doen met de voorziening als het gaat om kenmerken van kandidaten en voor welke kandidaten de voorziening passend is. Er zijn vooraf 15 plekken beschikbaar gesteld. In 2015 is één kandidaat voorgedragen voor een advies beschut werk. Deze is tijdelijk aan het werk met behoud van uitkering. Uit screening van overige potentiële kandidaten en uit de Proeftuin Breed, waaronder ook WSWers op de wachtlijst, is gebleken dat andere voorzieningen voor hen vaak meer passend zijn. Dit zijn regelmatig reguliere banen met loonkostensubsidie (Banenafspraak) of een leerwerkplek waar de kandidaat zich kan voorbereiden op een betaalde baan. Duidelijk is geworden dat de landelijke criteria die UWV hanteert voor beschut werk nieuw strenger zijn dan voor de WSW. Financiën Voor de uitvoering van beschut werk zijn in het landelijke macrobudget extra middelen toegevoegd aan het participatiebudget (8.500 euro per kandidaat) en het Inkomensdeel ( euro loonkostensubsidie per persoon). Die bedragen zijn niet geoormerkt, dus gemeenten kunnen in principe zelf beslissen welke voorzieningen in worden gezet. Voor de berekening van het aantal plekken is landelijk uitgegaan van Men is hierbij uitgegaan van een met de WSW vergelijkbare populatie van mensen, waarvan 1/3 aangewezen is op beschut werk. 69

82 Kostenindicatie beschut werk De jaarlijkse kosten van beschut werk nieuw bedragen de loonkostensubsidie (max. 70% wettelijk minimumloon) van het Wettelijk Minimumloon vermeerderd met een begeleidingsvergoeding van ca euro per kandidaat. Deze kosten zijn structureel zolang als het dienstverband duurt. Tegelijkertijd wordt ieder jaar dat de kandidaat die in de uitkering zat op de werkplek zit bespaard aan uitkeringslasten. De brutokosten zijn de kosten voor verrekening met besparing op de uitkering. De nettokosten zijn de kosten nadat de besparing op de uitkeringslasten is verrekend. Om de inzet van beschut werk te stimuleren heeft de staatssecretaris 100 miljoen euro beschikbaar gesteld voor 2016 tot en met De 20 miljoen per jaar wordt onder meer ingezet voor het introduceren van de no risk polis voor beschutte werkplekken en om gemeenten extra middelen te geven per beschutte werkplek die zij gecreëerd hebben 5. Werkgevers hoeven dus met de no risk polis geen loon door te betalen bij ziekte. De bonus van Klijnsma zal naar het ministerie verwacht gaan om een bedrag van per gecreëerde en gecontinueerde werkplek. De kosten per werkplek hangen sterk af van de loonwaarde van de kandidaat. Hoe lager de loonwaarde, hoe hoger de loonkostensubsidie die verstrekt wordt. Verder hangen de kosten af van de omvang het dienstverband. Kandidaten zullen vaak niet meer dan 0,8 fte (32 uur) kunnen werken. De derde factor is de omvang van de begeleidingsvergoeding en kosten voor werkplekaanpassingen. Die is door het Rijk ingeschat op euro. In de praktijk zou die lager uit kunnen vallen. Onderstaande tabel geeft een indicatie weer van de kosten. Hierbij is zekerheidshalve uitgegaan van een worst case scenario. De gemiddelde loonwaarde is op 30% gezet en er is van uitgegaan dat gedurende de jaren geen uitstroom of doorstroom plaatsvindt in de populatie beschut nieuw. Er wordt dus een groep opgebouwd die jaarlijks toeneemt met 15 kandidaten met een beschut dienstverband. De jaarlijkse kosten per beschutte werkplek bedragen dan bruto ruim euro en netto (na besparing op uitkering) ruim euro. Op basis van deze indicatie zijn middelen voor de loonkostensubsidies voor beschut werk nieuw opgenomen in de begroting 2016 en Kamerbrief 27 oktober 2015: toezeggingen Wet Banenafspraak en Wet Quotum Arbeidsbeperkten. 70

83 Fte Aantal personen Gemiddeld aantal plekken Totale kosten gemeente Begeleidingsvergoeding ,00 Loonkostensubsidie (i-deel) ,00 Totale bruto kosten (voor besparing op uitkering) ,00 Bruto kosten per werkplek ,00 Bruto kosten per werkplek na Klijnsma Bonus ,00 Totale netto kosten (na besparing op uitkering) ,00 Netto kosten per werkplek ,00 Netto kosten na Klijnsma bonus 9.730, , , , ,00 Indicatie jaarlijkse kosten beschut werk bij: kandidaten hebben gemiddeld 30% loonwaarde, er is geen doorstroom of uitstroom uit de voorziening, gemiddeld euro kosten voor begeleiding en werkplekaanpassingen per werkplek. 71

84 Aan de Raden van de deelnemende gemeenten MGR Rijk van Nijmegen Datum Contactpersoon 14 april 2016 Ina Hol Onderwerp Slotwijziging begroting 2015 Jaarrekening en -verslag MGR 2015 Telefoonnummer Geachte leden van de Raad, Hierbij bieden wij u de jaarrekening en het verslag van de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling (MGR) aan over We rapporteren hierin zowel financieel als inhoudelijk over het verloop van het jaar 2015, waarbij de begroting over dit jaar als basis geldt. De rapportage gaat kort in op de ontwikkelingen binnen de MGR als samenwerkingsplatform. De nadruk ligt op de ontwikkelingen en de resultaten van de module WerkBedrijf, exclusief het onderdeel Sociale Werkvoorziening (SW). Dit onderdeel wordt verantwoord via de jaarrekening van de SW-organisatie Breed. Naast de Jaarrekening en verslag vindt u als tweede bijlage bij deze brief de toelichting op de slotwijziging van de begroting Wijzigingen in het participatie- en meerwerkbudget én aanpassing van een aantal deelbudgetten naar realisatieniveau leiden tot een begrotingsmutatie. Het gaat om financieel-technische aanpassingen. Door middel van deze slotwijziging is door ons Dagelijks Bestuur de primitieve begroting daarop aangepast. In de Jaarrekening 2015 is de begrotingsmutatie reeds verwerkt en toegelicht. U kunt uw zienswijze indienen op de slotwijziging van de begroting 2015, de jaarrekening en het verslag vóór 18 juni 2016, conform afspraak met de agendacommissie. Ontwikkelingen MGR en platform voor samenwerking In 2015 zijn belangrijke stappen gezet in de verdere inrichting van de MGR. Zo zijn de inrichtingsplannen voor de modules Werkbedrijf en de module ICT (per 1 januari 2016) vastgesteld, is er een directeur/secretaris benoemd voor de MGR, is een sociaal plan voor de ambtenaren en voor de SW vastgesteld en is de basis gelegd voor een succesvolle integratie van Breed in het WerkBedrijf. Daarnaast zijn afspraken gemaakt over toe- en uittreding van gemeenten en de deelname aan modules en is een opiniërende notitie opgesteld over de invulling van de platformfunctie van de MGR. Over deze en de vele andere ontwikkelingen voor het jaar 2015 kunt u meer lezen in de bijgevoegde notitie. Uitstroomdoelstellingen WerkBedrijf gehaald Het afgelopen jaar hebben we goede resultaten bereikt waar we trots op zijn. Tot en met december dit jaar zijn er kandidaten vanuit de Participatiewet uitgestroomd naar werk. Hiermee hebben we de doelstelling van zoals afgesproken in de begroting gehaald. Ook op de andere geformuleerde doelstellingen zitten we goed op schema. De resultaten ten aanzien van de maat- en meerwerkafspraken zijn nog niet allemaal gerealiseerd. Een deel van deze afspraken zijn pas

85 gedurende 2015 opgepakt/gestart en lopen nog door in In 2016 evalueren we het meer- en maatwerk van alle gemeenten. Een verantwoording over de personele inzet in relatie tot de geleverde prestaties maat- en meerwerk is in deze jaarrekening nog niet volledig mogelijk. We hebben dit vanaf 2016 beter in beeld. Financiële realisatie We zijn het afgelopen jaar binnen het budgettaire kader gebleven. Over 2015 hebben we een voordelig resultaat behaald van ,-. Dit voordelig resultaat heeft in principe geen verband met de financiële afwijkingen. De afwijkingen komen voort uit een onderbesteding op middelen die vanuit gemeenten overgeheveld zijn en op basis waarvan de begroting middels de slotwijziging is aangepast. De belangrijkste financiële afwijkingen ten opzichte van de begroting zijn: - Minder uitgaven voor arbeidsmatige dagbesteding: Het geraamde budget voor arbeidsmatige dagbesteding was 3,7 miljoen. Dit budget is begroot op basis van cijfers van de zorgleveranciers in In de praktijk blijkt dat het afgelopen jaar 2,0 miljoen besteed is aan arbeidsmatige dagbesteding. Het daadwerkelijke aantal kandidaten dat deelneemt aan arbeidsmatige dagbesteding is een stuk lager dan verwacht. Hierdoor is er 1,7 miljoen minder uitgegeven dan begroot. Het bedrag van 1,7 miljoen wordt naar rato terugbetaald aan de deelnemende gemeenten. - Minder uitgaven op het inkomensdeel: Het WerkBedrijf heeft middelen vanuit het inkomensdeel ontvangen voor het inzetten van wettelijke loonkostensubsidie en beschut werk nieuw. Omdat deze plaatsingen voornamelijk eind van het jaar zijn gerealiseerd is niet het volledige begrootte bedrag benut. Er is het afgelopen jaar aan deze subsidies uitgegeven. Dit leidt ertoe dat een bedrag van 0,5 miljoen terugbetaald gaat worden aan de deelnemende gemeenten. Voor de verdere informatie over de ontwikkelingen binnen het Werkbedrijf én de MGR als geheel verwijzen wij u naar de bijgevoegde jaarrekening en het -verslag. We zien uw eventuele zienswijze graag tegemoet. Hoogachtend, Dagelijks Bestuur modulaire gemeenschappelijke regeling Rijk van Nijmegen, De Voorzitter, De Secretaris, drs. H.M.F. Bruls I. Hol Bijlagen: I Jaarrekening en verslag MGR 2015 II Toelichting op slotwijziging Begroting MGR

86 Jaarrekening 2015 MGR Regio Rijk van Nijmegen

87 Inhoud 1. Voorwoord en Inleiding Bestuursverantwoording regioplatform voor afstemming en overleg Algemeen Welke opdrachten en activiteiten heeft de MGR in 2015 uitgevoerd Financiën Bestuursverantwoording WerkBedrijf Ophalen van vacatures, vraag naar werk en het invullen daarvan Zoveel mogelijk kandidaten aan het werk helpen of laten participeren Kandidaten met een verminderde loonwaarde bieden we indien nodig begeleiding en ondersteuning op de werkplek Financiële analyse op hoofdlijnen van het resultaat Verplichte paragrafen Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing Paragraaf financiering Paragraaf bedrijfsvoering Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen Paragraaf Rechtmatigheid Paragraaf Kengetallen Jaarrekening Balans per Het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over het begrotingsjaar Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Toelichting balans per 31 december Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over Niet uit de balans blijkende langlopende financiële verplichtingen Gebeurtenissen na balansdatum Informatie Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector Verantwoording I-deel deelnemende gemeenten

88 1. Voorwoord en Inleiding Hierbij wordt u de eerste jaarrekening 2015 van de MGR Regio Rijk van Nijmegen aangeboden. Per 1 juli 2014 bestaat het samenwerkingsverband tussen de gemeenten Beuningen, Druten, Berg en Dal, Heumen, Mook en Middelaar, Nijmegen en Wijchen. De MGR is in 2015 gevuld met de eerste module: het regionale WerkBedrijf. De jaarrekening 2015 focust daarom grotendeels op het WerkBedrijf. De onderhavige jaarrekening is het vervolg op de vier termijn/kwartaalrapportages en de begroting 2015 die vervolgens gebaseerd is op het document Sterke Werkwoorden was het jaar waarin het WerkBedrijf startte, een enerverend jaar waar we met trots op terug kijken. Het stond in het teken van de bouw en inrichting van het WerkBedrijf: de organisatie en processen zijn neergezet, we hebben de integratie met Breed voorbereid en we hebben de eerste stappen gezet richting één regionale werkgeversbenadering. Op tal van onderdelen werken het WerkBedrijf, voormalig Breed en het UWV samen. Tijdens het bouwen en inrichten zijn we vanaf de start aan de slag gegaan met onze opdracht: zoveel mogelijk geschikte kandidaten uit de doelgroep plaatsen bij onze klanten, de werkgevers. Ruim kandidaten zijn het afgelopen jaar volledig uit de bijstandsuitkering uitgestroomd naar werk. Daarmee hebben we de afgesproken doelstelling behaald. De kandidaten die nog toe zijn aan betaald werk hebben we op leerwerkplekken begeleid om zich voor te bereiden op betaald werk. Ook die aantallen die we met de gemeenten hebben afgesproken zijn behaald; ruim kandidaten hebben door het opdoen van ervaring op een leerwerkplek hun kansen op de reguliere arbeidsmarkt vergroot. We zijn het afgelopen jaar binnen het budgettaire kader gebleven. Over 2015 hebben we een voordelig resultaat behaald van ,-. De belangrijkste financiële afwijkingen ten opzichte van de begroting zijn: - 1,7 miljoen minder uitgaven voor arbeidsmatige dagbesteding: Het geraamde budget voor arbeidsmatige dagbesteding was 3,7 miljoen. Dit budget was gebaseerd op het geschatte aantallen kandidaten voor arbeidsmatige dagbesteding door de zorgaanbieders in In de praktijk blijkt dat het afgelopen jaar maar 2,0 miljoen besteed is aan arbeidsmatige dagbesteding, er zitten aanzienlijk minder kandidaten in de arbeidsmatige dagbesteding dan vooraf ingeschat. Hierdoor hebben we 1,7 miljoen minder uitgegeven dan begroot. Het bedrag van 1,7 miljoen wordt naar rato terugbetaald aan de deelnemende gemeenten. - 0,5 miljoen minder uitgaven op het inkomensdeel: Het WerkBedrijf heeft middelen vanuit het inkomensdeel ontvangen voor het inzetten van loonkostensubsidie en beschut werk nieuw. Omdat deze plaatsingen voornamelijk eind van het jaar zijn gerealiseerd is niet het volledige begrootte bedrag benut. Het afgelopen jaar is er aan deze uitgegeven subsidies. Dit leidt ertoe dat een bedrag van 0,5 miljoen terugbetaald gaat worden aan de deelnemende gemeenten. Het afgelopen jaar hebben we voor het eerst gewerkt met de inzet van rwerk. Dit is bedoeld voor specifieke lokale accenten in het re-integratiebeleid. Het gaat onder meer om (tijdelijke) projecten en/of de extra inzet op doelgroepen. Deze afspraken zijn vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst meer- en maatwerk. 3

89 Het betreft extra dienstverlening, bovenop de basisdienstverlening. Omdat maat- en meerwerk begint waar de basisdienstverlening stopt is het belangrijk om goed helder te hebben wat tot de basisdienstverlening behoord. Het afgelopen jaar was dit vaak nog zoeken. Inmiddels is de reikwijdte van de basisdienstverlening verder uitgewerkt maar behoeft dit ook aankomend jaar nog aandacht. In de begroting 2015 van de MGR staan de doelstellingen benoemd voor het WerkBedrijf. Het afgelopen jaar hebben we geconstateerd dat niet alle doelstellingen, zoals geformuleerd in de begroting, de juiste lading dekten of een goed beeld geven van de praktijk. Sommige doelstellingen zijn daarom gewijzigd, uitgebreid of aangevuld gedurende Ook het aankomende jaar blijven we inzetten op het verbeteren van de indicatoren die de resultaten op de prestaties van het WerkBedrijf inzichtelijk maken. Het Informatieprotocol, wat begin 2016 aan de gemeenteraden wordt aangeboden, maakt hier onderdeel van uit. Leeswijzer De jaarrekening van de MGR bestaat uit twee delen. Deel één behandelt de verantwoording op de inhoud en de verplichte paragrafen. Deel twee bevat het financiële jaarverslag. In tegenstelling tot voorgaande jaren wordt nu vermeld of een verschil incidenteel of structureel is. Structurele verschillen zijn die verschillen, die een meerjarig effect hebben én niet in onze meerjarenbegroting zijn opgenomen. Met andere woorden, dat zijn de afwijkingen waarvoor in de Begroting van 2017 een afweging gemaakt moet worden. Omdat op duizendtallen wordt gerapporteerd, kunnen afrondingsverschillen optreden in tellingen en afstemmingen. Dit doet echter niets af aan het inzicht van deze programmarekening. De hoofdstukken 1 tot en met 4: Inhoud en paragrafen Voor de programma s en de paragrafen is de begroting 2015 van de MGR gevolgd. De tekst uit de begroting 2015 is opgenomen voor zover hij relevant is voor de verantwoording in de jaarrekening. U vindt de begrotingstekst en daaronder de verantwoording van wat 2015 heeft opgeleverd. Het financieel overzicht bij de programma s is voorzien van de gerealiseerde cijfers per 31 december Vervolgens volgen de (wettelijk) verplichte paragrafen. 1. Weerstandsvermogen 2. Financiering 3. Bedrijfsvoering 4. Onderhoud Kapitaalgoederen Hoofdstuk 5: Jaarrekening, de controleverklaring en de bijlagen In dit tweede deel treft u het financiële jaarverslag van de programmarekening aan. Hier treft u het resultaat van de programmarekening over 2015 aan. Het resultaat wordt toegelicht en voorzien van een voorstel van het DB voor de bestemming van het rekeningresultaat. In het derde hoofdstuk treft u de rekening van baten en lasten aan. In hoofdstuk vier is de balans met toelichting opgenomen. Vervolgens treft u de niet uit de balans blijkende verplichtingen aan. Tot slot treft u de controleverklaring en de bijlagen bij deze jaarrekening aan. 4

90 2. Bestuursverantwoording regioplatform voor afstemming en overleg 2.1 Algemeen Bij de oprichting van de MGR is afgesproken dat het niet alleen een uitvoeringsorganisatie is, maar ook een platform voor afstemming en overleg. In het koersdocument In een goede relatie geef je elkaar de ruimte staat een aantal principes gedefinieerd voor regionale samenwerking. Principes die tot stand gekomen zijn na een traject van ruim twee jaar met raden en colleges: 1) Samenwerking haalt het maximale uit de uitvoering; 2) Samenwerking laat beleid een lokale aangelegenheid; 3) Samenwerking levert geen bestuurlijke drukte op; 4) Samenwerking gaat uit van ontkokering en integraliteit. De modules staan met name voor de uitdaging invulling te geven aan de eerste twee principes, de MGR dient vooral te zorgen voor realisatie van de laatste twee. 2.2 Welke opdrachten en activiteiten heeft de MGR in 2015 uitgevoerd Het jaar 2016 heeft met name in het teken gestaan van de verdere inrichting van de organisatie, het stroomlijnen van de informatievoorziening aan gemeenten en de inrichting van het regioplatform van de MGR. Deze laatste drie punten lopen we onderstaand door. Verdere inrichting van de organisatie In 2015 is de eerste module van de MGR van start gegaan: het WerkBedrijf. Daarnaast zijn de integratie van Breed in het WerkBedrijf en de komst van de ICTmodule per 1 januari 2016 voorbereid. Om dit alles mogelijk te maken is de juridische regeling voor de MGR in 2015 aangepast. Ook hebben we, met betrokkenheid van alle raden, regels vastgesteld over toe- en uittreding en algemene voorwaarden voor deelname aan modules. Daarmee zijn belangrijke stappen gezet in de formele inrichting van de MGR. Maar ook op het gebied van personeel is veel voortgang geboekt. Met ingang van 1 september jongstleden is de eerste directeur van het WerkBedrijf, tevens directeur van de MGR aangesteld. Daarnaast zijn de inrichtingsplannen vastgesteld voor de modules ICT en voor het WerkBedrijf, twee documenten die tot stand zijn gekomen in goede samenwerking met de medezeggenschap. Tot slot is met de vakbonden een sociaal plan overeengekomen, zowel voor de SW-medewerkers als voor het overige personeel, en is gestart met de daadwerkelijke plaatsing van medewerkers binnen de MGR. Stroomlijnen informatievoorziening naar gemeenten In samenwerking met de agendacommissie, die begin 2015 van start is gegaan, hebben we het afgelopen jaar een jaarplanning opgesteld, waaruit naar voren komt welke besluiten wanneer aan de raden worden voorgelegd in Daarmee zorgen we ervoor dat de informatievoorziening aan raadsleden zoveel mogelijk gestroomlijnd wordt en dat gemeenten hierop kunnen anticiperen. Deze jaaragenda is voor eenieder te raadplegen op de website regiorvn.nl. Ook is door ons dagelijks bestuur een 5

91 concept-informatieprotocol vastgesteld, dat januari 2016 na bespreking met de agendacommissie aan uw raden is aangeboden. Ook is in 2015 met de agendacommissie een tweetal goed bezochte raadsconferenties georganiseerd. Het gaat om een conferentie over het WerkBedrijf en een conferentie over de wijzigingen die in de juridische regeling van de MGR zijn doorgevoerd. We zien deze conferenties als een goed middel om raadsleden te informeren over en te betrekken bij thema s rondom de MGR, maar daarnaast hebben ze ook een belangrijke ontmoetingsfunctie. Inrichting regioplatform MGR Op 2 december 2015 is door het algemeen bestuur van de MGR een notitie vastgesteld waarin nader in wordt gegaan op de invulling van dit platform. Daarbij worden drie varianten beschreven ten aanzien van de intensiteit van samenwerking op het niveau van het Rijk van Nijmegen. Over deze varianten gaan wij de eerste helft van 2016 graag met de deelnemende gemeenten in gesprek. Maar deze notitie is zeker niet het enige wat we hebben gedaan ten aanzien van de platformfunctie in het afgelopen jaar. In 2015 heeft het platform zich reeds op een organische manier ontwikkeld en zijn thema s waarbij afstemming wenselijk geacht wordt besproken in de regio. Zo is bijvoorbeeld afgesproken dat een onderzoek wordt uitgevoerd naar de sociaal-economische kracht van het Rijk van Nijmegen. Dit onderzoek, dat wordt uitgevoerd op initiatief van de Rabobank, heeft als doel om op basis van onderbouwde kennis en afgewogen argumenten met behulp van gerichte projecten als regio, samen met stakeholders en partners, een stimulans te kunnen geven aan een voorspoedige en duurzame ontwikkeling van het Rijk van Nijmegen. 2.3 Financiën Ten tijde van het opstellen van de begroting 2015, hadden we nog geen begroting voor de bestuursondersteuning en de platformfunctie van de MGR. Derhalve is een PM-post opgenomen in de begroting. Het jaar 2015 hebben we benut om verder uit te werken wat de kosten van het bovenstaande bedragen, hetgeen zijn beslag heeft gekregen in de begroting Voor 2015 zijn nog geen kosten toegerekend aan de platformfunctie of de ondersteuning van het bestuur van de MGR. 6

92 3. Bestuursverantwoording WerkBedrijf Vanaf 1 januari 2015 is het WerkBedrijf verantwoordelijk voor de arbeidsbemiddeling en participatie van kandidaten met een afstand tot de arbeidsmarkt in de regio Rijk van Nijmegen. Hiertoe behoort de gehele dienstverlening aan bedrijven en kandidaten om ervoor te zorgen dat kandidaten aan het werk kunnen. In het strategisch beleidskader Werk is de uitkomst en de begroting 2015 staan de doelstelling en kritische prestatie-indicatoren benoemd van het WerkBedrijf. In dit hoofdstuk gaan we in op de realisatie van deze doelstellingen. De ambitie van het WerkBedrijf vertaalt zich in drie functies: 1. De bedrijfsdienstverlening; 2. De kandidaatsbenadering; 3. De verbindingsfunctie De deze drie functies zijn vertaald in doelstellingen en kritieke prestatie-indicatoren (kpi s) die het WerkBedrijf in 2015 heeft willen realiseren: 1. Ophalen van vacatures en vraag naar werk en het invullen daarvan. - Het WerkBedrijf voert 5700 bedrijfsbezoeken uit; - Het WerkBedrijf haalt 1900 reguliere vacatures op; - Het WerkBedrijf vervult ten minste 40% van de opgehaalde reguliere vacatures. 2. Zoveel mogelijk kandidaten aan het werk helpen of laten participeren. - Minimaal 1000 kandidaten van het WerkBedrijf stromen in 2015 door naar werk; - Minimaal 1000 kandidaten begeleiden een leerwerkplek; - Aandacht voor de prioritaire doelgroepen: jongeren en mensen met een arbeidsbeperking. 3. Kandidaten met een verminderde loonwaarde bieden we indien nodig begeleiding en ondersteuning op de werkplek. - Het WerkBedrijf zet de bovenwettelijke loonkostensubsidie in voor 25 kandidaten; - Invulling banenafspraak: 305 extra banen tot en met 2016; - Het WerkBedrijf voert de regie over arbeidsmatige dagbesteding. 3.1 Ophalen van vacatures, vraag naar werk en het invullen daarvan. Het WerkBedrijf stelt indicatoren op die de resultaten op zijn prestaties, ook op bestuurlijk niveau, inzichtelijk maken. Voor bedrijfsdienstverlening is dit even zoeken geweest, omdat bijvoorbeeld het aantal opgehaalde vacatures of aantal bedrijfsbezoeken nog onvoldoende zeggen over de effectiviteit. Deze indicatoren zijn daarom verder ontwikkeld en zullen in 2016 nog verder doorontwikkeld worden. In de afgelopen kwartaalrapportages is gerapporteerd over de volgende twee indicatoren: 1. Het aantal kandidaten geplaatst bij bedrijven per werksoort Deze indicator geeft inzicht in welke sectoren we de meeste kandidaten plaatsen of vanuit de werkgever: in welke sector we er het beste in slagen om werkgevers te helpen aan geschikte kandidaten of waar dit juist wat achterblijft. 7

93 2. Het percentage ingevulde vacatures We streven ernaar 40% van de vacatures in te vullen. De kwaliteit van de vacatures, namelijk in hoeverre deze aansluiten op de mogelijkheden van de kandidaten staat hierin centraal. Dit betekent dat we voor een match niet alleen de vraag naar personeel van de werkgever moeten kennen, maar ook de kandidaten en hun mogelijkheden. Het afgelopen jaar was de vervullingsquote van de opgehaalde vacatures 46%. Hiermee hebben we ruim voldaan aan de gestelde doelstelling van 40%. Een groot deel van de opgehaalde vacatures wordt dus vervuld door het WerkBedrijf. 3.2 Zoveel mogelijk kandidaten aan het werk helpen of laten participeren. We sluiten het jaar goed af. Zowel de doelstelling met betrekking tot het aantal kandidaten dat is uitgestroomd naar werk, als het aantal kandidaten dat wordt begeleid op een leerwerkplek zijn dit jaar behaald. - Uitstroom naar werk De doelstelling met betrekking tot de uitstroom naar werk, zoals opgenomen in de begroting is begin 2015 van 750 kandidaten bijgesteld naar kandidaten. De reden hiervoor is dat in de begroting van 2015 alleen rekening is gehouden met de uitstroom van de gemeente Nijmegen en niet de regionale uitstroom. Over heel 2015 zijn er kandidaten volledig uitgestroomd naar werk. - Kandidaten op een leerwerkplek Kandidaten die nog een tussenstap nodig hebben voordat zij betaald werk kunnen verrichten plaatsen we op leerwerkplekken. Zij werken met behoud van uitkering om werkervaring op te doen, hun werknemersvaardigheden te verbeteren, zich te oriënteren of arbeidsritme op te doen. Over heel 2015 zijn er binnen de basisdienstverlening kandidaten begeleid op een leerwerkplek, hiermee hebben we onze doelstelling van ruimschoots behaald. - Prioritaire doelgroepen Het WerkBedrijf heeft de doelgroepen jongeren en mensen met een arbeidsbeperking aangemerkt als prioritaire doelgroepen. In onderstaande paragraaf informeren we u over de inzet en resultaten van het WerkBedrijf op deze doelgroepen. 1. Jongeren Het jongerenteam zet intensief in op het ondersteunen van jongeren (doelgroep tot 27 jaar) richting werk of terug naar school. Zij ondersteunen zowel jongeren met een Participatiewet uitkering als niet-uitkeringsgerechtigden. Daarnaast gaat er veel aandacht uit naar het voorkomen van instroom in de uitkering. Het afgelopen jaar hebben jongeren zich gemeld bij het jongerenteam van het WerkBedrijf. Dit is inclusief de jongeren die alleen een informatievraag hadden. Van de jongeren die hebben aangegeven een uitkering aan te willen vragen zijn in de wettelijke zoekperiode van 4 weken, 219 jongeren uitgestroomd naar werk en 12 gestart met een opleiding. Doordat zij in de zoekperiode zijn uitgestroomd naar werk (voor instroom in de Participatiewet) is voorkomen dat zij in de uitkering stroomden. Naast de jongeren die preventief zijn uitgestroomd, zijn er in jongeren volledig uit de uitkering gestroomd richting werk en 104 jongeren zijn uitgestroomd richting onderwijs. 8

94 2. Ondersteuning voor kandidaten met een arbeidsbeperking De groep mensen met een arbeidsbeperking waarvan vastgesteld is dat zij arbeidsvermogen hebben is voor de gemeenten grotendeels nieuw. Voorheen kwamen zij vaak in aanmerking voor Wajong of WSW. Deze groep heeft in veel gevallen structurele ondersteuning nodig in de vorm van loonkostensubsidie of een jobcoach en kan in veel gevallen niet zelfstandig het wettelijke minimumloon verdienen. - Screening WSW-wachtlijst Het afgelopen jaar zijn alle 113 kandidaten van de WSW-wachtlijst gescreend. Deze kandidaten en hun mogelijkheden hebben we nu goed in beeld. 11 kandidaten zijn reeds aan de slag in een reguliere baan met en 9 werken tijdelijk met behoud van uitkering. Voor de overige kandidaten wordt bekeken welke mogelijkheden er zijn om hen te plaatsen. - De proeftuin In de proeftuin is het afgelopen jaar uitgezocht hoe de toeleiding naar werk het beste georganiseerd kan worden voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Het opdoen van ervaring met de inzet van het instrument beschut werk maakt hier onderdeel van uit. De proeftuin is 1 juni 2015 gestart bij Breed in de vorm van een verdiepte praktijkdiagnose. Via een diagnostische en gefaseerde aanpak wordt in beeld gebracht wat de competenties en mogelijkheden zijn van kandidaten in relatie tot werk en welke vorm van plaatsing hier het best bij aansluit. Over de periode van juni t/m december 2015 zijn er 65 kandidaten gestart met een praktijkdiagnose. De proeftuin is geëvalueerd. Hier kwam onder andere uit naar voren dat het succes van de praktijkdiagnose kan worden vergroot door meer werksoorten aan te bieden dan alleen productie en logistiek. Daarnaast leert de praktijkdiagnose dat de discussie minder zou moeten gaan over de vraag hoe kom ik in het Landelijk Doelgroep Register en meer over de vraag hoe kom ik aan het werk en welk instrument of regeling moet daarvoor ingezet worden. Deze en andere aanbevelingen worden meegenomen in de opzet van de praktijkdiagnose die het eerste kwartaal van 2016 weer van start gaat. - Beschut Werk De Participatiewet geeft gemeenten de mogelijkheid om beschut werk te organiseren. De doelgroep voor beschut werk bestaat uit mensen die uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben. Het gaat bij beschut werk om mensen die door hun lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een hoge mate van (structurele) begeleiding en aanpassing van de werkplek nodig hebben. Het UVW stelt vast of iemand tot de doelgroep beschut werk behoort. Eind 2014 is afgesproken dat het WerkBedrijf via een pilot met beschut werk ervaring opdoet met de voorziening als het gaat om de doelgroep, het volume en aansluiting op andere voorzieningen. In dit kader zijn voor maximaal 15 personen middelen begroot om met een indicatie beschut werken op een beschutte werkplek te plaatsen. In lijn met de landelijke signalen en ontwikkelingen zien we ook in onze arbeidsmarktregio dat het aantal indicaties voor beschut werk zeer beperkt is. Het afgelopen jaar heeft één kandidaat van UWV een positief advies gekregen voor beschut werk. Voor hem wordt op dit moment een passende werkplek gezocht. Dit betekent niet dat er kandidaten buiten de boot vallen; naast beschut werk kent het WerkBedrijf tal van voorzieningen om kandidaten te ondersteunen in hun stappen richting werk. De eerste resultaten laten zien dat veel WSW-ers van de wachtlijst gebaat zijn bij een andere voorziening uit de Participatiewet dan een beschutte 9

95 werkplek. Dit kan een baan zijn op basis van de Wet Banenafspraak, maar het kan ook zijn dat een kandidaat het meest gebaat is bij een plek in de arbeidsmatige dagbesteding. In de loop van 2016 zal op basis van deze ervaringen een besluit genomen worden over het aanbieden van beschut werk nieuw, in aard en volume. 3.3 Kandidaten met een verminderde loonwaarde bieden we indien nodig begeleiding en ondersteuning op de werkplek. - Invulling banen afspraak In het sociaal akkoord van 11 april 2013 hebben het kabinet en sociale partners afgesproken dat werkgevers extra banen gaan creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. Voor de arbeidsmarkt regio Rijk van Nijmegen is het doel 305 extra banen tot en met Dit is een gezamenlijke inspanning van werkgevers, UWV en WerkBedrijf. Het gaat hier om extra banen ten opzichte van de peildatum 1 januari In februari 2016 heeft het UWV een regionale trendrapportage banenafspraak gepubliceerd. Hierin staat de stand van zaken met betrekking tot de baanafspraak tot en met derde kwartaal In de arbeidsregio rijk van Nijmegen zijn 209 extra banen gerealiseerd. Dit betekent dat we in september 2015 bijna 70% van onze taakstelling hebben behaald. Hiermee is onze arbeidsmarktregio 8 e van Nederland (ten opzichte van de 35 arbeidsmarktregio s) en doen we het dus erg goed. - Tijdelijke loonkostensubsidie Er is ook een groep die net wel het wettelijk minimum loon kan verdienen en daarom geen aanspraak kan maken op de wettelijke loonkostensubsidie en indicatie banenafspraak. Deze groep kandidaten heeft wel extra ondersteuning nodig. Het WerkBedrijf zet voor deze kandidaten meerdere instrumenten in om ze te kunnen plaatsen bij bedrijven, zoals de tijdelijke loonkostensubsidie en jobcoaching. Bij de inzet van tijdelijke loonkostensubsidie stromen de kandidaten direct uit de uitkering naar een baan en werkgevers ontvangen een vergoeding ter compensatie van hun verlaagde productiviteit of de extra begeleiding die nodig is. Het afgelopen jaar zijn er 71 kandidaten geplaatst met een tijdelijke loonkostensubsidie bij een werkgever. - Inclusief ondernemen De Stuurgroep Arbeidsmarkt Rijk van Nijmegen zet zich onder meer in om de banenafspraak in de regio te realiseren. Eerder is een marktbewerkingsplan opgesteld en is door meerdere werkgevers het Convenant Baanafspraak ondertekend. Vanuit de SAR en bedrijfsdienstverlening is het afgelopen jaar gewerkt aan de start en vormgeving van een netwerk van inclusieve ondernemers (ION). Een groep van zo n 20 ondernemers wil graag als ambassadeur van het WerkBedrijf op pad en helpt ons om meer mensen aan werk te helpen. 3.4 Financiële analyse op hoofdlijnen van het resultaat In onderstaande overzichten vindt u de financiële resultaten op hoofdlijnen. De belangrijkste afwijkingen ten opzichte van de primaire begroting lichten we in deze paragraaf toe. Daarbij dient opgemerkt te worden dat de afwijkingen ten opzichte van de primaire begroting met name veroorzaakt worden doordat het activiteiten volume van met name de nieuwe taken arbeidsmatige dagbesteding en de middelen Inkomensdeel 10

96 lager zijn dan vooraf ingeschat. Dit heeft tevens voor een lager uitgaven volume geleid in Analyse baten t.o.v. begroting Bedragen x Primaire begroting Realisatie Lagere baten (1.987) Arbeidsmatige dagbesteding (1.711) Middelen inkomensdeel (497) Maat- en Meerwerk 205 SAR middelen 16 (1.987) Analyse lasten t.o.v. begroting Bedragen x Primaire begroting Realisatie Lagere lasten (2.226) Arbeidsmatige dagbesteding (1.711) Middelen inkomensdeel (497) Programmalasten 266 Maat- en Meerwerk (173) Overig (127) SAR middelen 16 (2.226) - Voordelig resultaat over 2015 Over 2015 hebben we een voordelig resultaat behaald van ,-. De werkelijke ontvangsten bedroegen miljoen, hier stond miljoen aan uitgaven tegenover. De belangrijkste afwijkingen benoemen we bij onderstaande punten: - Arbeidsmatige dagbesteding 1,7 miljoen minder uitgaven: Bij het opstellen van de primaire begroting is rekening gehouden met een bedrag van 3,7 miljoen aan baten en lasten voor arbeidsmatige dagbesteding. Dit begrote budget van 3,7 miljoen was gebaseerd op een inventarisatie van het aantal kandidaten en dagdelen van de zorgleveranciers over In de praktijk blijkt dat het afgelopen jaar 2,0 miljoen is besteed aan arbeidsmatige dagbesteding (inclusief voor de uitvoering van deze taak). Dit komt doordat het daadwerkelijke aantal kandidaten met arbeidsmatige dagbesteding een stuk lager is dan verwacht. Er behoren dus minder kandidaten tot de doelgroep voor arbeidsmatige dagbesteding dan vooraf begroot. Hierdoor hebben we 1,7 miljoen minder uitgegeven dan begroot. Deze middelen worden naar rato terugbetaald aan de gemeenten. Een verklaring voor het te hoog geraamde budget voor 2015 is het in begin 2015 geïntroduceerde onderscheid tussen ontwikkelingsgerichte- en arbeidsmatige 11

97 dagbesteding. Tot januari 2015 werd dit onderscheid niet gemaakt en indiceerde het CIZ kandidaten alleen voor dagbesteding. Voor de zorgleveranciers bleek de omvang van de doelgroep voor arbeidsmatige dagbesteding in 2014 (ten tijde van het opstellen van de begroting) lastig in te schatten. Daarnaast zijn er verschillende financieringsstromen (WMO, PGB, WLZ) waaruit arbeidsmatige dagbesteding wordt gefinancierd. Ook dit onderscheid maakte het lastig om een goede voorspelling te doen over het aantal kandidaten en dagdelen arbeidsmatige dagbesteding. Het afgelopen jaar hebben we, samen met het samenwerkingsteam arbeidsmatige dagbesteding, veel aandacht besteed aan het inrichten van arbeidsmatige dagbesteding binnen het WerkBedrijf. De doelgroep is gedefinieerd, de toeleidingsprocedure uitgewerkt en er is veel ingezet op de voorlichting hierover. Dit begint zijn vruchten af te werpen. We merken dat het WerkBedrijf steeds beter gevonden wordt door toeleiders van arbeidsmatige dagbesteding bij vragen over werk en arbeidsmatige dagbesteding. In 2015 zijn er 50 nieuwe kandidaten gestart met arbeidsmatige dagbesteding. We zien met name de tweede helft van 2015 een toename van instroom. Dit heeft grotendeels te maken met het aantal kandidaten dat aan het eind van het schooljaar vanuit VSO en Pro scholen uitstroomt richting arbeidsmatige dagbesteding. Instroom zien we niet als een doel op zich. We zoeken naar de best passende plek voor de kandidaat, waarbij we kijken naar het hele palet van voorzieningen, waar arbeidsmatige dagbesteding er een van is. - Middelen inkomensdeel 0,5 miljoen minder uitgaven: Het WerkBedrijf heeft middelen vanuit het inkomensdeel ontvangen voor het inzetten van loonkostensubsidie en beschut werk. Het afgelopen jaar zijn 14 kandidaten met een wettelijke loonkostensubsidie aan de slag gegaan. Dit betreft kandidaten waarvan het UWV op basis van een loonwaarde meting heeft geconstateerd dat zij niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen. Daarnaast is er voor 1 kandidaat door het UWV een positief advies afgegeven voor beschut werk. Het afgelopen jaar is er aan deze uitgegeven subsidies uitgegeven. Dit leidt ertoe dat een bedrag van 0,5 miljoen terugbetaald gaat worden aan de deelnemende gemeenten. Dat dit bedrag zo laag is komt doordat deze plaatsingen voornamelijk eind van 2015 op gang zijn gekomen. - SAR middelen: De Stuurgroep Arbeidsmarkt Rijk van Nijmegen (SAR) zet zich in om kandidaten met een arbeidsbeperking regulier aan het werk te hepen. In de SAR zitten sociale partners, een afvaardiging van de Bestuurscommissie, het UVW, de HAN en ROC deel. Gezamenlijk hebben ze afgesproken om aan de slag te gaan met het invullen van de baanafspraak in deze regio. In het marktbewerkingsplan staat hoe ze dit gaan doen. Op de lange termijn streeft de SAR naar een inclusieve arbeidsmarkt waarin meer werk is voor iedereen. Het Rijk heeft voor deze samenwerking in totaal 1,0 miljoen beschikbaar gesteld, waarvan 0,6 miljoen voor In 2015 is hiervan uitgegeven. Het overige budget wordt gereserveerd voor Opgemerkt moet worden dat dit budget pas ná het opstellen van de primaire begroting tot de beschikking gekomen is van het WerkBedrijf. - Programmalasten 0,3 miljoen minder uitgaven: Op het onderdeel verbindingsfunctie is in minder uitgegeven dan geraamd. Voor het uitvoeren van de verbindingsfunctie was een bedrag van 2,0 12

98 miljoen geraamd. In 2015 is een bedrag van 1,6 miljoen uitgegeven. 0,4 miljoen minder. Daarnaast is op de verplichtingen uit voorgaande jaren meer uitgegeven. Deze hogere uitgaven zijn veroorzaakt door hogere verplichtingen bij de gemeente Nijmegen. Hiervoor wordt een aanvullende bijdrage van de gemeente Nijmegen ontvangen. - Maat- en meerwerk Regio 0,2 miljoen minder uitgegeven: Van het maat- en meerwerk is per saldo een bedrag van nog niet besteed. Dit bedrag gaat in 2016 alsnog besteed worden ter realisatie van de gemaakte afspraken. Dit komt doordat een deel van deze afspraken pas gedurende 2015 opgepakt/gestart is en deze nog doorlopen in Maatwerkmiddelen die niet zijn uitgegeven in 2015 (en ook nog geen bestemming hebben) worden in 2016 gereserveerd voor de betreffende gemeente. Nog niet bestede meerwerkmiddelen gaan terug naar de betreffende gemeenten. Zij kunnen zelf kiezen of zijn deze middelen opnieuw inzetten bij het WerkBedrijf of een andere bestemming geven. - Overig 0,1 miljoen minder uitgegeven: Betreft over- en onderschrijdingen van niet materiële omvang op de personele lasten, de kapitaallasten, de huisvestingslasten en overige lasten. Voor nadere details verwijzen wij u naar de toelichting op de balans en het overzicht van baten en lasten 13

99 4. Verplichte paragrafen 4.1 Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing Het weerstandsvermogen geeft aan in welke mate de MGR Rijk van Nijmegen in staat is tegenvallers op te vangen. 1. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: a) de weerstandscapaciteit: zijnde de middelen en de mogelijkheden waarover het MGR Rijk van Nijmegen beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken; b) alle risico s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiele betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie 2. De paragraaf betreffende het weerstandsvermogen bevat minimaal: a) een inventarisatie van de weerstandscapaciteit b) een inventarisatie van de risico s c) het beleid over de weerstandscapaciteit en de risico s Voor nadere informatie verwijzen we naar de notitie risico-inventarisatie. Weerstandscapaciteit De MGR kiest er voor om ter voorkoming van mogelijke financiële risico s, geen weerstandsvermogen aan te houden maar mogelijk een kostenegalisatiereserve per gemeente te vormen. Dit betekent dat de risico s worden opgenomen in de begroting en jaarrekening van de deelnemende gemeenten. Risico s De inventarisatie van risico s heeft tot doel om verantwoording af te leggen over en inzicht te geven in de risico s die voor de MGR Rijk van Nijmegen (zowel procesmatig als voor het bedrijf zelf) van belang zijn. Het is essentieel dat de risicoparagraaf voldoende vooruitkijkt naar toekomstige risico s in beleid, uitvoering en de gevolgen ervan voor de middelen. De risicoparagraaf geeft informatie over de houdbaarheid van de strategie voor de komende periode. In deze paragraaf worden de grootste risico s benoemd. Wet- en regelgeving en politiek bestuurlijke risico s Afbouw Participatiebudget Er bestaat het toekomstige risico dat de rijksoverheid besluit budgetten verder af te bouwen. Op dat moment kan er frictie ontstaan, omdat de personele lasten niet meer gedekt kunnen worden uit de budgetten (en de lasten niet heel snel afgebouwd kunnen worden). Dit risico is de reden om te werken met een flexibele personele schil. Afbouw WSW budget Het WerkBedrijf rekent voor de dienstverlening van de Sociale Werkvoorziening (onderdeel SW) een kostendekkende bijdrage (kostprijs per SE). Deze bijdrage is hoger dan het wsw budget dat de deelnemende gemeenten ontvangen vanuit het Rijk. Een eventuele (sterkere) afname van het wsw budget betekent geen direct risico voor de MGR. Aangezien de gemeenten de bijdrage voor de uitvoering van de SW zullen financieren vanuit het wsw budget benoemen we het risico wel in deze paragraaf. 14

100 Stijging van de gemiddelde loonkosten SW medewerkers Wettelijke wijzigingen (cao, minimumloon en premies) zijn niet beïnvloedbaar, maar hebben een grote impact op de kosten. Sinds 2015 is er geen nieuwe instroom meer op basis van de Participatiewet. Dit heeft een vertragend effect op de daling van het loongebouw. Uitreden van een gemeente Uittreden van gemeenten brengt frictie met zich mee. Uittreding van een gemeente uit de MGR of uit één of meerdere modules heeft tot gevolg dat frictiekosten ontstaan bij de MGR. Met name als er langlopende verplichtingen zijn aangegaan kunnen de frictiekosten aanzienlijk zijn. Nieuw risico ten opzichte van vastgestelde risico-inventarisatie Aanbieden beschut werk nieuw Kandidaten die uitsluitend in een beschermde werkomgeving betaald werk kunnen verrichten ondersteunen we om actief te kunnen zijn op de arbeidsmarkt. Kandidaten die we voordragen bij UWV en die een positief advies beschut werk nieuw van het UWV krijgen bieden we een tijdelijk dienstverband aan in een beschermde omgeving van maximaal 23 maanden, met 100% Wettelijk minimumloon. Wanneer in deze 23 maanden blijkt dat er geen ontwikkelingspotentieel of stijging van de loonwaarde te realiseren is, krijgt de kandidaat een vast dienstverband aangeboden van 100% WML in een beschermde omgeving. De kosten worden gedekt uit de loonkostensubsidie die overgeheveld wordt vanuit het inkomensdeel bijstandsbudget van de gemeenten en uit het participatiebudget voor wat betreft begeleidingsvergoeding en eventuele werkplekaanpassingen. Het risico is dat deze dekking (deels) wegvalt, terwijl de loonkosten voor kandidaten met een dienstverband beschut nieuw gehandhaafd blijven. Een tweede risico is het wegvallen van de financiële compensatie per gerealiseerde en gecontinueerde werkplek. De staatsecretaris biedt tot en met 2020 een vergoeding van waarschijnlijk 3000 euro per gerealiseerde en gecontinueerde beschutte werkplek. Deze vergoeding is dus niet structureel, terwijl kosten wel structureel zijn. Wanneer de structurele kosten niet meer gedekt kunnen worden vanuit deze middelen ontstaat er een financieel risico voor de gemeenten. De omvang van dit risico is pas te bepalen als het aantal medewerkers met een vast dienstverband bekend is. Maatschappelijke risico s Afname Meerwerkbudget Vanaf 2018 heeft nog geen van de deelnemende gemeenten besloten om Meerwerkbudget in te zetten bij het WerkBedrijf. In 2017 wordt er 2,5 mln. aan Meerwerkbudget ingebracht door de gemeente Nijmegen. Hiervan wordt ongeveer 1,0 mln. voor personeel ingezet. Indien de gemeente Nijmegen besluit om het Meerwerkbudget niet meer in te zetten zal dit dus gevolgen hebben voor het personeel. Om hier om in te kunnen spelen werkt de MGR met een flexibele schil, wat betekent dat medewerkers tijdelijke dienstverbanden hebben bij de MGR of via een payroll-constructie zijn aangesteld. Klant- en marktrisico s Onderdeel SW In de deelnemende gemeenten dient rekening gehouden te worden met tegenvallende resultaten voor het onderdeel SW. Tussen de deelnemende gemeenten en de MGR wordt 15

101 jaarlijks afgerekend (ook vanwege de verplichtingen t.a.v. de fiscus waaronder de VPBplicht). Hierbij gaat het voornamelijk om de volgende risicofactoren: Lagere uurtarieven gedetacheerde SW medewerkers; Minder productieve uren gedetacheerde SW medewerkers en / of lagere stijging toegevoegde waarde in beschut werk; Onvoldoende detacheringsmogelijkheden in de markt. Middelen, organisatie, medewerkers en efficiency Frictiekosten Per 1 april 2016 komt het indirecte personeel dat in het verleden werkzaam was bij de deelnemende gemeenten van MGR in dienst van de MGR. In het sociaal plan is opgenomen dat alle medewerkers mee over gaan en voor deze medewerkers is er een werkgelegenheidsgarantie afgegeven voor de eerste 5 jaar. In november 2013 bij het raadsbesluit inzake de notitie Sterke Werkwoorden is besloten dat eventuele frictiekosten ten laste van de latende organisaties komen. In de praktijk kan de situatie zich voordoen dat enkele medewerkers niet op een functie worden geplaatst. Dit betreft een financieel risico voor de latende organisatie. Stijging van ambtelijke formatie In de personeelslasten is rekening gehouden met een aantal medewerkers, die de indirecte functies invullen vanuit een sw-dienstverband. Vanuit het sociaal plan kunnen zij echter aanspraak maken op een ambtelijk dienstverband. Deze meerkosten zijn nu niet opgenomen in de begroting. Onderstaand een schema van de risico-inventarisatie van 2015: Bedragen (x 1.000) 2 Wet en regelgeving en politieke bestuurlijke risico s Verwachtings waarde Capaciteit MGR 2.1 Landelijke- of regionale ontwikkelingen in wet- en regelgeving en/of beleid Niet naleven van wet- en regelgeving of subsidievoorwaarden Maatschappelijke risico s 3.1 Claims Imagoschade Veranderende eisen vanuit de deelnemende gemeenten Klant- en marktrisico s (voormalig) SW bedrijf ICT Middelen, organisatie, medewerkers en efficiency 4.1 Ziekteverzuim & Arbo Leeftijd personeelsbestand Harmoniseren arbeidsvoorwaarden Integriteit, fraude, diefstal Verzekering Risico-inventarisatie MGR Onder verwachtingswaarde wordt verstaan het ingeschatte, te betalen schadebedrag als het risico zich daadwerkelijk voordoet. 16

102 De Capaciteit MGR betreft de weerstandscapaciteit waarmee de MGR rekening moet houden. Aangezien de MGR geen weerstandsvermogen opbouwt, betekent dit dat de deelnemende gemeenten rekening dienen te houden met dit risico bij het bepalen van de weerstandscapaciteit. 4.2 Paragraaf financiering 1. Begripsbepaling Het doel van deze paragraaf is om te informeren over het treasurybeleid en de beheersing van financiële risico s. De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma s. Treasury is het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico s. Meer concreet gaat het om financiering van het beleid tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden. 2. Inleiding Vanaf 2001 is de Wet financiering lagere overheden (Wet Filo) vervangen door de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido). Het doel van deze wet is onder andere om op een verantwoorde, prudente en professionele wijze de inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie (financieringsactiviteiten) van de MGR middels een statuut te regelen. In 2015 is voor de MGR het treasurystatuut vastgesteld, waarin de regels inzake de algemene doelstellingen en de te hanteren richtlijnen en limieten, alsmede de administratieve organisatie van de financieringsfunctie zijn opgenomen. 1. Treasurybeheer: Volgens artikel 13 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten dient de begrotingsparagraaf betreffende de financiering in ieder geval de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer te bevatten. Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten: De MGR mag leningen of garanties uit hoofde van de publieke taak uitsluitend verstrekken aan door het Algemeen Bestuur goedgekeurde derde partijen, waarbij vooraf advies wordt ingewonnen over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij. De MGR kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut; Het gebruik van derivaten is niet toegestaan Er is in 2015 niet afgeweken van deze uitgangspunten. 2. Risicobeheer; de Kasgeldlimiet en Rente-risiconorm De belangrijkste financiële risico s bij de uitvoering van het treasurybeleid zijn koersrisico s, renterisico s en kredietrisico s Koersrisico s: De MGR heeft geen leningen in buitenlandse valuta en transacties in buitenlandse valuta komen niet of nauwelijks voor. Het koersrisico is dus nihil. De MGR heeft geen 17

103 beleggingen en staatsobligaties. De MGR is verplicht eventuele overtollige middelen bij de schatkist te stallen (schatkistbankieren) en gaan dus geen nieuwe beleggingen aan. Renterisicobeheer: De kasgeldlimiet geeft het renterisico op korte termijn weer. Hieronder vallen alle kortlopende financieringen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar. Het doel van deze limiet is om te voorkomen dat bij herfinanciering van de leningen bij (aanzienlijk) hogere rente grote schokken gaan optreden in de hoogte van de rente die de MGR moet betalen. Het niveau van de kasgeldlimiet, is beperkt tot 8,5% van het totaal van de primitieve begroting. De wettelijk toegestane kasgeldlimiet van 8,5% is in 2015 niet overschreden en uit de meerjarenbegroting 2016 blijkt ook, dat deze in het meerjarenperspectief niet structureel wordt overschreden. (bedragen x 1.000) 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Begrotingstotaal (primitief) Percentage 8,5% 8,5% 8,5% 8,5% Kasgeldlimiet Omvang vlottende middelen Bank-Giro Tegoeden RC Overige uitstaande gelden korter dan 1 jaar Omvang vlottende korte schuld Opgenomen gelden korter dan 1 jaar Totaal netto-vlottende schuld (4.885) (5.759) (6.087) (5.742) Ruimte (+) Renterisiconorm De renterisico s op de vaste schuld worden ingekaderd door de rente risiconorm. Jaarlijks mogen de renterisico s door renteherziening en herfinanciering niet hoger zijn dan 20% van het begrotingstotaal. (leningen met een looptijd vanaf 1 jaar). In 2015 hebben geen rente herzieningen en aflossingen plaatsgevonden. Hierdoor wordt de renterisiconorm ruimschoots gehaald. (bedragen x 1.000) 2015 Begrotingstotaal 2015 (primitief) Percentage renterisiconorm 20% Toetsbedrag renterisiconorm Aflossingen - Ruimte Schatkistbankieren Met ingang van 2014 is de MGR verplicht om hun overtollige middelen aan te houden bij het Rijk. Dit wordt schatkistbankieren genoemd. Hierdoor kan de MGR geen gelden meer beleggen en is ze voor rentevergoedingen afhankelijk van de vergoedingen die het Rijk geeft. Deze waren in 2015 nagenoeg nihil. De overtollige middelen zijn de gelden boven een drempelbedrag. Dat drempelbedrag wordt bepaald aan de hand van een percentage van het begrotingstotaal. In enig kwartaal mag dit drempelbedrag aan eigen (gemiddeld) banksaldo niet worden overschreden. Voor 2015 is voor de MGR het drempelbedrag overschreden door een fout. 18

104 Tot en met september was het afromingsproces niet geautomatiseerd, en vanaf september was het bedrag waarboven afroming plaats vindt te hoog ingesteld. Per februari 2016 is het bedrag goed ingesteld. (bedragen x 1.000) 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Begrotingstotaal Normpercentage 0,75% 0,75% 0,75% 0,75% Drempelbedrag Op dagbasis buiten s Rijks schatkist gehouden middelen Ruimte onder drempelbedrag Overschrijding drempelbedrag Gewaarborgde geldleningen De MGR is geen jegens externe partijen gewaarborgde geldleningen aangegaan. 4.3 Paragraaf bedrijfsvoering 1. Inleiding Bedrijfsvoering is de sturing en beheersing van de primaire en ondersteunende processen om het voorgenomen beleid en de daarmee samenhangende doelstellingen van de MGR te realiseren. Een goede bedrijfsvoering is een voorwaarde voor het uitoefenen van het beleid, de dienstverlening aan burgers en bedrijven en de uitvoering van projecten. De kwaliteit van de uitvoering van de taken van de MGR is in grote mate afhankelijk van de kwaliteit van de bedrijfsvoering. In deze paragraaf informeren wij u over de belangrijkste bedrijfsvoering processen binnen de MGR. U treft informatie aan over het beleid, de organisatie, het personeelsbeleid, informatisering, de administratieve organisatie en de kansen en bedreigingen voor de MGR. 2. Beleid van de bedrijfsvoering De organisatiestructuur van de MGR is een afgeleide van het zogenoemde afdelingenmodel. De organisatie staat onder algemene leiding van een algemeen directeur en de secretaris van de MGR. Binnen de MGR is de planning & control cyclus ingericht. Deze start met de begroting waarin de afspraken over het te voeren beleid worden vastgelegd. In 2015 hebben wij middels kwartaalrapportages tussentijds aan de regio verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid. Het jaar wordt afgesloten met de jaarrekening waarin we verantwoording afleggen over boekjaar Naast de verantwoordingsdocumenten zijn in 2015 de volgende documenten opgesteld om de bedrijfsvoering verder vorm te geven: Notitie weerstandsvermogen Notitie en richtlijn activeren en afschrijving 19

105 Treasurystatuut Financiële verordening Controleverordening IC plan Beschrijvingen van de primaire processen Gastheerrol Re-integratie verordening Mandatering Bijgaande notities moeten waarborgen dat de MGR binnen de wettelijke en financiële kaders handelt. De resultaten hiervan leggen we aan het Dagelijks en het Algemeen Bestuur ter besluitvorming voor. 3. Organisatiestructuur Bestuursorganen, personeel en organisatie De Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Rijk van Nijmegen kent de volgende drie bestuursorganen: Algemeen Bestuur, Dagelijks Bestuur en de Voorzitter. Daarnaast hebben we een bestuurscommissie Werk en een agendacommissie. Het Algemeen Bestuur Het Algemeen Bestuur bestaat uit 15 leden, de voorzitter inbegrepen. Dit zijn leden van de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de deelnemende gemeenten. Aan het algemeen bestuur behoren de taken en bevoegdheden toe die in de wet aan het algemeen bestuur zijn opgedragen, evenals alle bevoegdheden die op basis van de modulaire gemeenschappelijke regeling Rijk van Nijmegen aan dit orgaan worden opgedragen, en niet aan het Dagelijks bestuur, de voorzitter of een bestuurscommissie zijn opgedragen. Het Dagelijks Bestuur Het Dagelijks Bestuur telt vijf leden inclusief de voorzitter. Conform de wet en de regeling komt het Dagelijks Bestuur de bevoegdheid toe die in de gemeente toekomt aan het College van Burgemeester en Wethouders dan wel het College van Gedeputeerde Staten. De Voorzitter De Voorzitter wordt door en uit het Algemeen Bestuur benoemd. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het Dagelijks als ook het Algemeen Bestuur. Hij vertegenwoordigt de regeling in en buiten rechte. Bestuurscommissie Werk De leden van de bestuurscommissie worden door het AB benoemd. De bestuurscommissie is verantwoordelijk voor de inhoudelijke koers van het WerkBedrijf als het gaat om re-integratie en arbeidsmatige dagbesteding. De bestuurscommissie adviseert hierin het DB en AB. Agendacommissie De Agendacommissie bestaat uit raadsleden van de zeven deelnemende gemeenten en kent zeven leden, inclusief de voorzitter. De agendacommissie heeft haar taken en rolopvatting beschreven in haar reglement van orde. Zij heeft als taak de logistieke 20

106 voorbereiding en planning van de politieke besluitvorming ten behoeve van de gemeenteraden van de aan de MGR deelnemende gemeenten en schept randvoorwaarden zodat de raden hun kaderstellende en controlerende taak goed kunnen vervullen. Voorts adviseert zij het dagelijks bestuur over de kwaliteit van de informatievoorziening van en door de MGR, denkt zij mee over de inrichting van de juridische regeling voor de MGR en organiseert ze regionale bijeenkomsten. Uitvoeringsorganisatie en platform De uitvoeringsorganisatie kenmerkt zich door een platte organisatie met 2 modules die worden geleid door een directeur/algemeen manager. De MGR kent daarnaast een secretaris/directeur die zorgdraagt voor de coördinatie en afstemming tussen de modules, de verantwoording naar het bestuur en de ontwikkeling van de platformfunctie voor de regio. Binnen iedere module is sprake van een beperkt aantal afdelingen en teams. 4. Administratieve organisatie De administratieve organisatie is zodanig opgesteld dat de dagelijks gang van zaken erop ingericht is dat de financiële verordening, de controleverordening en het mandaat van de treasury nageleefd worden. Daarbij moet er opgemerkt worden dat MGR de basis administratie uitbesteed heeft aan de gastheer. Middels het DVO zijn afspraken met de gastheer gemaakt over het binnen haar kaders uitvoeren van de taken. Op de naleving van de gemaakte afspraken is middels verbijzonderde Interne controles getoetst of voldaan is aan de geldende wet- en regelgeving. Geconcludeerd kan worden dat de geconstateerde fouten binnen de grens van 1% blijven. Op de tekortkomingen in de processen zijn of beheersmaatregelen getroffen dan wel aanvullende controles uitgevoerd. 5. Informatisering en automatisering De informatisering en automatisering heeft tot doel de dienstverlening van de MGR aan haar klanten en kandidaten te optimaliseren. De informatisering en automatisering van de MGR maakt gebruik van het netwerk van het ICT rijk van Nijmegen. Het ICT rijk van Nijmegen heeft contracten met verschillende IT-aanbieders. De MGR maakt daarop gebruik van deze relaties. De belangrijkste IT-aanbieders waarvan gebruik gemaakt wordt zijn Matchine, GWS, JVS jongerenloket, Key2Data, Key2VOA en Metas. Back up, recovery en beveiliging zijn binnen het ICT Rijk van Nijmegen vormgegeven en voldoen een de minimaal daaraan te stellen vereisten. 6. Personeelsbeleid In 2015 had de MGR nog geen eigen personeel in dienst, het personeel werd gedetacheerd vanuit de deelnemende gemeenten. Begin 2016 is het arbeidsvoorwaardenbeleid vastgesteld. Medio maart 2016 worden de definitieve plaatsingen van het ambtelijk personeel bekend waardoor de plaatsing van het personeel in de MGR een feit geworden is. De overplaatsing van het personeel vindt plaats in drie fases. Het SW-personeel wordt per 1 januari 2016 overgeplaatst, gevolgd door het ambtelijk personeel op 1 april Ten slotte zal per 1 jul 2016 het ambtelijk personeel Nijmegen als onderdeel van de IRvN overgaan. 21

107 Uitgangspunt van de MGR is om met flexibele budgetten flexibel personeel in te zetten. Dit uitganspunt geldt zowel voor 2015, als in volgende jaren en heeft als reden dat toekomstige risico bestaat dat de rijksoverheid of gemeenten besluiten om budgetten verder af te bouwen. Op dat moment kan er frictie ontstaan. Om deze zoveel mogelijk te vermijden wordt gewerkt met een flexibele schil 4.4 Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen De MGR omvat voor 2015 geen onderhoud voor kapitaalgoederen. 4.5 Paragraaf Rechtmatigheid In 2015 zijn is voor de MGR rijk van Nijmegen de re-integratie verordening van toepassing. Daarnaast wordt de gebruikelijke wet- en regelgeving gevolgd. Voor het onderdeel arbeidsmatige dagbesteding is de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) van toepassing. Op het onderdeel van de wettelijke loonkostensubsidies is de participatiewet van toepassing. Alleen voor de wettelijke loonkostensubsidies is het controleprotocol van toepassing in de vorm van de SiSa bijlage. Voor 2015 is de re-integratie verordening van toepassing, daarnaast de gebruikelijk weten regelgeving. De WMO is van toepassing op het onderdeel arbeidsmatige dagbesteding. De Participatiewet is van toepassing op de wettelijke loonkostensubsidies. Aan de hand van een controleplan zijn er in 2015 interne controles uitgevoerd. Op basis van de door de gemeente Nijmegen uitgevoerde werkzaamheden is er aangetoond dat er over 2015 de (financiële) rechtmatigheid en getrouwheid van de processen van de MGR Rijk van Nijmegen zijn gewaarborgd, op de gebieden van de re-integratie en participatievoorzieningen, inkoop/aanbestedingen, betalingen, investeringen, treasury, begrotingswijzigingen, baten, automatisering en arbeidsmatige dagbesteding. Bij de controle van re-integratie- en participatievoorzieningen zijn twee fouten geconstateerd, deze blijven echter ruim binnen de toegestane marge van 1% van de begroting. Geconstateerde fouten zijn geëvalueerd, en waar mogelijk geïsoleerd. Op de tekortkomingen in de processen zijn of beheersmaatregelen getroffen dan wel aanvullende controles uitgevoerd. Geadviseerd is om met name het beheer van de verplichtingen te verbeteren zodat het inzicht in de financiële administratie verbeterd wordt. Het beleid opgesteld in de verordeningen is gericht op het tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik. Met behulp van interne controles is er vastgesteld dat geïmplementeerde verordeningen zijn nageleefd. 22

108 4.6 Paragraaf Kengetallen Kengetallen Begroting 2015 Realisatie Netto schuldquote - 5% Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen - 5% Solvabiliteitsrisico - 1% Liquiditeit 1,0 Een solvabiliteit van 20% is gebruikelijk. De MGR Rijk van Nijmegen heeft een solvabiliteit van 1%. Dit wordt veroorzaakt doordat de MGR per 1 januari 2015 van start gegaan is met een vermogen van 0. Omdat sprake is van een gemeenschappelijke regeling waarvoor de deelnemende gemeenten verantwoordelijk zijn is het uitgangspunt vermogensvorming binnen de MGR Rijk van Nijmegen beperkt te houden. De deelnemende gemeenten houden in haar weerstandsvermogen rekening met de bij de MGR aanwezige risico s. De liquiditeit bedraagt 1,0. Dit is een gebruikelijk percentage. Hiermee kan de MGR aan haar kortlopende verplichtingen voldoen. Netto schuldquote betreft de netto schuld en wordt berekend door de som van de onderhandse leningen, overige vaste schuld, kortlopende schuld en overlopende passiva te nemen en daar de langlopende schulden, kortlopende (debiteuren)vorderingen en uitzettingen, liquide middelen en overlopende activa gedeeld door de totale inkomsten (voor bestemming reserves). De solvabiliteit betreft het eigen vermogen en de voorzieningen gedeeld door het totale vermogen. De liquiditeit betreft de vlottende activa gedeeld door de vlottende passiva. 23

109 Jaarrekening 24

110 5. Jaarrekening 5.1 Balans per Er is sprake van een verlengd boekjaar doordat het WerkBedrijf per 1 juli 2014 opgericht is. Financiële activiteiten hebben echter pas aangevangen in december Activa (Bedragen x 1.000) Vaste Activa Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut Totaal vaste activa Vlottende activa Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Vorderingen op openbare lichamen Rekening-courantverhouding met het rijk Overige vorderingen 473 Liquide middelen 788 Banksaldo 788 Totaal vlottende activa Totaal Activa Passiva (Bedragen x 1.000) Vaste Passiva Eigen vermogen 239 Algemene reserve - Bestemmings reserve - Gerealiseerd resultaat Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Onderhandse lening van: -Binnenlandse banken en overige financiële instellingen Totaal vaste passiva Vlottende passiva Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Overige schulden Overlopende Passiva Vooruit gefactureerde bijdragen Overige vooruit ontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen 626 Totaal vlottende passiva Totaal Activa

111 5.2 Het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over het begrotingsjaar Baten (Bedragen x 1.000) Raming begrotingsjaar voor wijziging Raming begrotingsjaar na wijziging Realisatie begrotingsjaar Saldo Overheidsbijdragen en subsidies Totalen baten Lasten (Bedragen x 1.000) Raming begrotingsjaar voor wijziging Raming begrotingsjaar na wijziging Realisatie begrotingsjaar Saldo Programmalasten Personele lasten (15) Kapitaallasten Huisvestingslasten (49) Overige kosten (15) Totalen lasten Baten minus lasten Voordelig 239 Er is een voordeel behaald op de realisatie van de lasten. De baten zijn gerealiseerd als beoogt in de begroting. Voor een nadere toelichting op het tot stand komen van de realisering van de baten en lasten verwijzen we u graag door naar sectie 5.5. Voorstel resultaatbestemming Het voorstel aan het algemeen bestuur is om het gerealiseerde resultaat terug te storten naar de deelnemende gemeenten. Aan de hand van gemiddeld percentage per deelnemende gemeente over de percentages van het aantal inwoners en het aantal klanten van de regio wordt er voorgesteld om het resultaat te verdelen. Het gebruik van deze verdeelsleutel is vastgesteld in de primaire begroting; en in Sterke Werkwoorden. In het overzicht hieronder staat de geïnitieerde resultaatbestemming uitgewerkt: Gemeente (Bedragen x 1.000) Aantal Klanten Percentage klanten Aantal Inwoners Percentage inwoners Percentage verdeling Te verdelen per gemeente Beuningen 282 3,42% ,19% 5,80% 14 Druten 189 2,29% ,88% 4,09% 10 Heumen 176 2,13% ,32% 3,73% 9 Nijmegen ,40% ,78% 66,09% 158 Mook/Middelaar 70 0,85% ,53% 1,69% 4 Berg en Dal 500 6,06% ,13% 8,60% 20 Wijchen 564 6,84% ,17% 10,00% 24 Totaal % % 100%

112 5.3 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Inleiding De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft. Opgemerkt moet worden het WerkBedrijf binnen de MGR op 1 juli 2014 is opgericht. Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen de nominale waarden. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten zijn slechts opgenomen voor zover zij op de balansdatum gerealiseerd zijn. Verliezen en risico s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, zijn in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Balans Vaste Activa Materiële vaste activa met economisch nut De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de bruto-verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs, eventueel verminderd met bijdragen van derden en verminderd met afschrijvingen. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. De kosten voor de verbouw van het bedrijfspand zijn geactiveerd in de materiële vaste activa. De afschrijving op materiële vaste activa vangt aan in het jaar na de in gebruik name van de materiële vaste activa. De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn vastgesteld aan de hand van notitie richtlijnen activeren en afschrijven activa, artikel 4, lid 2 en 3. De gehanteerde termijnen in jaren staan genoteerd in de tabel hieronder. Materiële vaste activa Termijn (in jaren) Bedrijfsgebouwen 40 Voorzieningen aan terreinen 25 Machines, apparaten en installaties 15 Inventarissen 15 Vervoersmiddelen 5 ICT investeringen 3 Overige Activa 10 27

113 Vlottende Activa De vorderingen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. Deze voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen. Liquide middelen Liquide middelen zijn tegen de nominale waarde opgenomen. Eigen vermogen Onder het eigen vermogen zijn opgenomen, de algemene reserve, de bestemmingsreserves en het gerealiseerde resultaat. Vaste Passiva De vaste passiva zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met de gedane aflossingen. De vaste passiva hebben een rentetypische looptijd van meer dan één jaar. Vlottende Passiva De vlottende passiva zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. De vlottende passiva hebben een rentetypische looptijd van één jaar of korter. Overzicht van baten en lasten Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben en worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Verliezen en risico s die hun oorsprong hebben in het boekjaar, worden in de jaarrekening verwerkt indien zij bekend zijn op het moment van het opmaken van de jaarrekening. De subsidies van de deelnemende gemeenten hebben een structureel karakter en zijn bedoeld om de activiteiten van het WerkBedrijf te bekostigen. De subsidies zijn toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben, rekening houdend met een eventuele terugbetalingsverplichting. De voor de subsidie geldende wet- en regelgeving is gevolgd. Personeelslasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Stelselwijzigingen. Stelselwijzigingen hebben zich niet voor gedaan. 28

114 5.4 Toelichting balans per 31 december 2015 ACTIVA VASTE ACTIVA Materiële vaste activa De materiële vaste activa bestaat uit het volgende onderdeel: (Bedragen x 1.000) Boekwaarde Boekwaarde per per Overige investeringen met economisch nut De investeringen met economisch nut betreffen de verbouwing van het gebouw aan de Nieuwe Dukenburgseweg Weg 21, en het aangeschafte meubilair hiervoor. De verbouwing is aangevangen in maart 2015 en het actief is in gebruik genomen per september Door de ingebruikname in september 2015 is de investering geactiveerd in deze maand. De investering met economisch nut wordt ingedeeld als volgt: (Bedragen x 1.000) Boekwaarde per Boekwaarde per Bedrijfsgebouwen Inventarissen Totaal Het hierna opgenomen overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de overige investeringen met een economisch nut weer: (Bedragen x 1.000) Boekwaarde Investeringen Afschrijvingen Boekwaarde Bedrijfsgebouwen Inventarissen Totaal De afschrijving van de materiële vaste activa vangt aan in het eerste jaar volgend op het jaar van de in gebruik name van de vaste activa. De investeringen zijn in 2015 in gebruik genomen, waardoor er in dit jaar nog geen afschrijving over de materiële vaste activa heeft plaatsgevonden De belangrijkste investeringen in het afgelopen boekjaar staat hieronder vermeld: (Bedragen x 1.000) Beschikbaar gesteld tarief Werkelijk besteed in 2015 Cumulatief besteed t/m 2015 Bedrijfsgebouwen Inventarissen Totaal Alle uitgaven in het boekjaar 2015 aan de investering in het bedrijfsgebouw zijn gekapitaliseerd op de balans. De begroting is gebaseerd op het investeringsplan besproken in de algemene bestuursvergadering die plaats vond op 17 juni

115 Investeringen pand Dukenburgseweg (Bedragen x 1.000) Raming begrotingsja ar voor wijziging Raming begrotingsj aar na wijziging Realisatie begrotingsja ar Saldo Bedrag inclusief BTW Bedrag exclusief BTW Per saldo is de investering aan het pand aan de Dukenburgseweg , exclusief BTW, lager uitgevallen. VLOTTENDE ACTIVA De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden: (Bedragen x 1.000) Vorderingen op openbare lichamen Rekening-courantverhouding met het rijk Boekwaarde Voorziening Oninbaarheid Balanswaarde Overige vorderingen Totaal Vorderingen op openbare lichamen De vorderingen op openbare lichamen wordt nog verder gespecificeerd als volgt: (Bedragen x 1.000) Boekwaarde Voorziening Oninbaarheid Balanswaarde Debiteuren Terug te vorderen BTW Overige vorderingen op openbare lichamen Vordering SAR-budget Totaal Vorderingen op openbare lichamen: Debiteuren Onder debiteuren is het bedrag m.b.t. het voorschot van de deelnemersbijdrage van 2016 opgenomen. Dit bedrag van is als volgt verdeeld over de gemeenten. Gemeente (Bedragen x 1.000) Voorschot deelnemersbijdrage 2016 Nijmegen Mook/Middelaar 124 Druten 514 Heumen 368 Berg en Dal Wijchen 870 Beuningen 677 Totaal

116 De facturen voor de deelnemersbijdrage 2016 zijn in december 2015 verzonden, hierdoor is het opgenomen onder de post debiteuren. Het grootste gedeelte van de vorderingen m.b.t. de deelnemersbijdrage is per 18 februari 2016 al teruggevorderd. Er staat alleen nog een bedrag van 0,1 miljoen open bij de Gemeente Berg en Dal. Naast de vordering m.b.t. het voorschot op de deelnemersbijdrage staan er nog twee debiteuren open. Er is nog een vordering op de gemeente Nijmegen, ter waarde van 4.471, en een vordering op het UWV van Vorderingen op openbare lichamen: Terug te vorderen BTW Onder de vorderingen op openbare lichamen valt ook een bedrag voor terug te vorderen BTW bij de verschillende gemeentes. Het WerkBedrijf kan deze BTW zelf niet terug vorderen en dit bedrag dient daardoor via de gemeenten teruggevorderd te worden. Het bedrag van 1,8 miljoen wordt verdeeld aan de hand van een gemiddeld percentage over het percentage van de klanten per gemeente, en het percentage van inwoners per gemeente. Facturen zijn verstuurd in februari en de bedragen in deze facturen zijn gebaseerd op de volgende verdeling: Gemeente (X 1.000) Percentage klanten Percentage inwoners Percentage BTW terugvordering Terug te vorderen BTW per gemeente Beuningen 3,42% 8,19% 5,80% 103 Druten 2,29% 5,88% 4,09% 73 Heumen 2,13% 5,32% 3,73% 66 Nijmegen 78,40% 53,78% 66,09% Mook/Middelaar 0,85% 2,53% 1,69% 30 Groesbeek 6,06% 11,13% 8,60% 153 Wijchen 6,84% 13,17% 10,00% 178 Totaal 100% 100% 100% Overige vorderingen op openbare lichamen Er staan nog vorderingen open op Druten, Wijchen en Berg en Dal en Nijmegen, met betrekking tot het meerwerk. De desbetreffende bedragen zijn: voor Wijchen voor Druten voor Berg en Dal voor Nijmegen Vordering SAR-budget Bij de gemeente Nijmegen staat met betrekking tot de extra middelen die de overheid beschikbaar heeft gesteld voor de werkzaamheden van het WerkBedrijf nog een vordering open van 0,6 miljoen. De extra middelen behoren tot het beschikbaar gestelde SAR-budget. Overige vorderingen De overige vorderingen worden nog verder gespecificeerd als hieronder getoond: 31

117 (Bedragen x 1.000) Boekwaarde Voorziening Oninbaarheid Balanswaarde Debiteuren Vordering Arbeidsmatige dagbesteding Totaal Bij de debiteuren staat een tweetal vorderingen open: op Woongenoot op Stichting Co3logie Bij de vordering Arbeidsmatige dagbesteding staan de volgende vorderingen nop open: op RIBW op SIZA De vorderingen op het RIBW en SIZA komen tot stand doordat voor deze instellingen meer budget ter beschikking is gesteld dan dat zij in 2015 daadwerkelijk besteed hebben. Rekening Courantverhouding met het rijk Naast deze vorderingen, heeft het WerkBedrijf een positief deposito saldo bij de rekening-courantverhouding met het rijk ter waarde van 4,9 miljoen. Gezien de aard en de oudheid van de debiteuren is er besloten om geen voorziening voor oninbaarheid op te nemen. Het grootste gedeelte van de debiteuren bestaat uit een vordering op de gemeente van de deelnemersbijdrage van 2016 en een post aan terug te vorderen btw bij de gemeenten. Alle nog openstaande debiteuren dateren uit december 2015, de verwachting is dat deze snel voldaan worden. Daarnaast zijn de facturen voor de terug te vorderen BTW per gemeente verzonden in februari LIQUIDE MIDDELEN Het saldo van liquide middelen bestaat alleen uit het banksaldo van het WerkBedrijf. De liquide middelen staan ter vrije beschikking van het MGR. Het WerkBedrijf is per juli 2014 opgericht, er hebben echter maar een tweetal bankboekingen plaatsgevonden in december De bijschrijvingen in december 2014 zijn daarom meegenomen voor het bepalen van de boekwaarde per 31 december (Bedragen x 1.000) Boekwaarde Boekwaarde per per Banksaldo Met ingang van 2014 is het WerkBedrijf verplicht om hun overtollige liquide middelen aan te houden bij het Rijk. Het WerkBedrijf mag geen gemiddeld banksaldo hebben (per kwartaal) dat het drempelbedrag overschrijdt. Het drempelbedrag wordt vastgesteld aan de hand van een normpercentage van de begrotingswaarde. Dit normpercentage bedraagt 0,75%, maar het drempelbedrag kan nooit lager zijn dan 0,25 miljoen. De begrotingswaarde in 2015 bedraagt 21,6 miljoen en hierdoor wordt het minimum drempelbedrag niet bereikt, waardoor het drempelbedrag vastgesteld op 0,25 miljoen. Tot en met september 2015 vond er door fout geen afroming plaats van het banksaldo, en vanaf september 2015 was er door een communicatiefout sprake van een te hoog 32

118 ingesteld bedrag vanaf waar de afroming plaatsvond. Per februari 2016 is dit bedrag gecorrigeerd naar het drempelbedrag. (Bedragen x 1.000) 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Begrotingstotaal Normpercentage 0,75% 0,75% 0,75% 0,75% Drempelbedrag Op dagbasis buiten s Rijks schatkist gehouden middelen Ruimte onder drempelbedrag Overschrijding drempelbedrag VASTE PASSIVA Eigen vermogen Het in de balans opgenomen eigen vermogen bestaat uit de volgende posten: (Bedragen x 1.000) Boekwaarde per Boekwaarde per Algemene reserve - - Bestemmingsreserves - - Gerealiseerd resultaat Totaal Het gerealiseerd resultaat is het verschil tussen de baten en de lasten. In 2015 bedroegen de baten 19,6 miljoen en de lasten 19,4 miljoen. Dit laat een gerealiseerd resultaat zien van 0,2 miljoen. Het WerkBedrijf heeft geen reserves opgenomen. In het eerder genoemde voorstel aan het algemeen bestuur vindt u de resultaatsbestemming. Vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar Het WerkBedrijf heeft per 2015 een ondernemingslening bij de BNG bank aangevraagd. De onderverdeling van de in de balans opgenomen schulden met een looptijd langer dan één jaar is als volgt: (Bedragen x 1.000) Boekwaarde per Boekwaarde per Onderhandse leningen Binnenlandse banken en overige financiële instellingen Totaal Het gaat om een langlopende ondernemingslening met een looptijd van 20 jaar. De lening is afgesloten in januari De lening is aangegaan ter financiering van de investering in de materiële vaste activa. 33

119 In het hierna opgenomen overzicht wordt het verloop weergegeven van de vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar over het jaar 2015: (Bedragen x 1.000) Saldo per Vermeerderingen Verminderingen Saldo per Onderhandse leningen Het vastgestelde rentepercentage op de lening bedraagt 1,74%. Het verschuldigde rentebedrag, volgens contract, per 2 januari bedraagt Er heeft in het jaar 2015 nog geen aflossing plaats gevonden op de langlopende lening. Op 2 januari 2016 vindt een aflossing plaats ter waarde van VLOTTENDE PASSIVA De vlottende passiva bestaan uit de volgende posten: (Bedragen x 1.000) Boekwaarde per Boekwaarde per Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Overlopende passiva Totaal De netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar staan hieronder verder uitgesplitst. Een verder uitleg van de verschillende netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar wordt daaronder nog verder toegelicht: (Bedragen x 1.000) Saldo per Saldo per Nog te ontvangen facturen Crediteuren Arbeidsmatige dagbesteding gemeenten Arbeidsmatige dagbesteding uitvoerende instellingen Loonkostensubsidie gemeenten Meegenomen verplichtingen Maat- en Meerwerk Rentelasten lening 20 Af te dragen BTW 16 - Overige schulden Totaal Nog te ontvangen facturen De MGR heeft in 2016 nog nota s ontvangen die betrekking hebben op het jaar Deze facturen worden / zijn in 2016 betaald maar behoren daadwerkelijk tot het jaar Dit omvat een post van 3,4 miljoen. 34

120 Crediteuren Op de post crediteuren staat een bedrag van c.q. 1,7 miljoen open. Hierbij moet worden opgemerkt dat crediteuren groter dan in februari 2016 geïnventariseerd zijn. Bij deze inventarisering is er naar voren gekomen dat er van de crediteuren reeds 1,7 miljoen voldaan is. Arbeidsmatige dagbesteding De deelnemende gemeente hebben hun budget ingelegd voor de arbeidsmatige dagbesteding. Het niet gebruikte bedrag wordt deels een betalingsverplichting aan de uitvoerende instellingen. De zorginstellingen die meer diensten geleverd hebben, dan dat er op het moment is uitbetaald worden nog vergoed voor deze kosten. Het overgebleven bedrag, c.q. 1,7 miljoen wordt terugbetaald aan de deelnemende gemeenten. Daarnaast wordt er van het resterende budget doorbelast aan de personele lasten van het WerkBedrijf. De verplichtingen en vorderingen aan zorginstellingen zijn onderverdeeld als volgt: (X 1.000) Uitbetaald Daadwerkelijk lasten (Verplichting)/Vordering Pluryn (147) RIBW Driestroom (345) SIZA 1 1 Iriszorg 43 (43) Percelenzorg 17 (17) Werk te Doen 13 (13) Totaal Verplichting (565) Vordering 325 De betalingsverplichting aan de deelnemende gemeenten is verdeeld is als volgt: (Bedragen x 1.000) Ingelegd Daadwerkelijke lasten % Daadwerkelijk Doorb. aan pers.lasten Terug naar de gemeenten Gemeente Beuningen % Gemeente Druten % Gemeente Berg en Dal % Gemeente Heumen % 4 48 Gemeente Nijmegen % Gemeente Wijchen % Mook en Middelaar % 3 22 Totaal %

121 Meegenomen verplichtingen maat- en meerwerk De meegenomen verplichtingen aan het Maat- en Meerwerk zijn als volgt te verdelen onder de verschillende gemeente die de verplichtingen meenemen uit het jaar 2015: Meegenomen verplichtingen Maat- en meerwerk (Bedragen x 1.000) Gemeente Nijmegen 335 Gemeente Heumen 57 Gemeente Mook en Middelaar 15 Totaal 407 Betalingsverplichting loonkostensubsidie Op de post van loonkostensubsidie is minder besteed dan begroot. Het niet bestede bedrag vormt een terugbetalingsverplichting aan de gemeenten die middelen hebben ingelegd voor de loonkostensubsidie. De betalingsverplichting is als volgt verdeeld over de deelnemende gemeenten: (Bedragen x 1.000) Besteding (jaar T) Loonkostensubsidie Baten (jaar T) Loonkostensubsidie Betalingsverplichting aan Gemeenten Beuningen Druten Heumen Nijmegen Mook en Middelaar Berg en Dal Wijchen Totaal Lening De rentelasten, die opgebouwd zijn in het jaar 2016 worden verrekend in januari Het bedrag c.q is daarom opgenomen bij de vlottende passiva. Af te dragen BTW Er is een suppletie gestuurd voor de af te dragen omzetbelasting. De verstuurde suppletie omvat een bedrag van Overlopende passiva De specificatie van de post overlopende passiva is als volgt: (Bedragen x 1.000) Boekwaarde per Boekwaarde per Vooruit gefactureerde gemeenten bijdragen de van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren Totaal

122 In december 2015 zijn er facturen naar de deelnemende gemeenten verzonden voor de deelnemersbijdrage van De deelnemersbijdrage wordt verder uitgesplitst als gespecificeerd bij de vlottende activa. Het betreft de deelnemersbijdrage over het eerste kwartaal van De in de balans opgenomen van EU, Rijk en provincies ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren kunnen als volgt gespecificeerd worden: (Bedragen x 1.000) Saldo per Ontvangen bedragen Saldo per SAR- budget Vooruit ontvangen projectsubsidies gemeente Wijchen Totaal Het SAR-budget bestaat uit extra middelen die van het rijk verkregen zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden van het WerkBedrijf. Deze middelen worden meegenomen naar 2016, doordat deze middelen in 2015 niet zijn aangesproken. De post van de gemeente Wijchen bestaat uit een bedrag dat in 2015 ontvangen is voor de uitvoering van projecten, maar welke nog niet besteed is in Het ontvangen budget wordt naar verwachting ingezet voor projecten in 2016 en wordt gezien als een vooruit ontvangen bedrag. 37

123 5.5 Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over 2015 Toelichting baten Baten (Bedragen x 1.000) Raming begrotingsjaar voor wijziging Begrotingswijziging Realisatie begrotingsjaar Saldo Participatie (114) Inkomensdeel regulier (I-deel) 281 (281) - - Inkomensdeel beschut (I-deel) 259 (216) 43 - Meerwerk Nijmegen (335) Meerwerk meeneemreg. Nijm Meerwerk Wijchen Meerwerk meeneemreg. Wijchen Meerwerk Druten Meerwerk Berg en Dal Arbeidsmatige dagbesteding (1.711) Bijdrage gemeenten transitie Extra middelen Rijk Adviezen UWV - - Totalen baten (1.987) Begrotingswijzigingen De belangrijkste begrotingswijzigingen zijn: Bijstelling participatiebudget. Voor de gemeenten Druten, Berg en Dal en Wijchen is 0,1 miljoen aan lopende verplichtingen maatwerk niet gerealiseerd in Deze verplichtingen worden in 2016 afgerond. Daarnaast is in de Meicerculaire een uitname van geweest en een indexering van Voor het onderdeel beschut en regulier is een bedrag van gerealiseerd. De overige middelen ad 0,5 miljoen worden terugbetaald aan de deelnemende gemeenten. Per saldo is voor 0,3 miljoen meer aan meerwerk ontvangen in Dit wordt veroorzaakt door dat afspraken in de loop van 2015 tot stand gekomen zijn en bij het opstellen van de begroting niet voorzienbaar waren. Bij de gemeente Nijmegen is een deel van de meerwerkafspraken niet gerealiseerd. Het streven is deze afspraken in 2016 alsnog te realiseren. Bij het opstellen van de primaire begroting is rekening gehouden met een bedrag van 3,7 miljoen aan baten arbeidsmatige dagbesteding. Hier staat stond een gelijk bedrag aan lasten tegenover. Omdat de arbeidsmatige dagbesteding een nieuwe taak voor de gemeenten was is de omvang van het uitgaven volume voor 2015 te hoog ingeschat. De geraamde uitgaven waren voor de primaire begroting gebaseerd op een inventarisatie bij de zorgleveranciers. De door het WerkBedrijf uitgevoerde herindicaties en het feitelijk zorgverbruik ligt lager dan verwacht. Dit heeft er toe geleid dat in ,0 miljoen aan arbeidsmatige dagbesteding is besteed, waarvan voor de uitvoering van deze taak. De Stuurgroep Arbeidsmarkt Rijk van Nijmegen (SAR) wil gezamenlijk werken aan werk voor mensen met een arbeidsbeperking. In de SAR nemen sociale partners, een afvaardiging van de Bestuurscommissie, het UVW, de HAN en ROC deel. Gezamenlijk hebben ze afgesproken om aan de slag te gaan met het invullen van de baanafspraak in deze regio. In het marktbewerkingsplan staat hoe ze dit gaan doen. Op de lange termijn streeft de SAR naar een inclusieve 38

124 arbeidsmarkt waarin meer werk is voor iedereen. Het rijk heeft voor deze samenwerking in totaal 1,0 miljoen beschikbaar gesteld. Hiervan is in uitgenut. Uitsplitsing en toelichting lasten per onderdeel Programmalasten (Bedragen x 1.000) Raming begrotingsja ar voor wijziging Begrotingswijziging Realisatie begrotingsja ar Saldo Verbindingsfunctie V-functie loonkostensubsidie 540 (497) 43 - Verbindingsfunctie Verplichtingen (129) Meerwerk Nijmegen Materiele Kosten Begeleiding pre-starters Verbinding (179) Meerwerk Regio Druten Wijchen Berg en Dal Maatwerkbudget Regio Materiële kosten Verbinding Arbeidsmatige dagbesteding (1.711) SAR middelen Adviezen UWV - - Totalen lasten (2.256) Programmalasten 0,3 miljoen minder uitgaven: Op het onderdeel verbindingsfunctie is in minder uitgegeven dan geraamd. Voor het uitvoeren van de verbindingsfunctie was een bedrag van 2,0 miljoen geraamd. In 2015 is een bedrag van 1,6 miljoen uitgegeven. 0,4 miljoen minder. Daarnaast is op de verplichtingen uit voorgaande jaren meer uitgegeven. Deze hogere uitgaven zijn veroorzaakt door hogere verplichtingen bij de gemeente Nijmegen. De verschillen op de programmalasten zijn incidenteel en hebben geen meerjarig effect voor het WerkBedrijf. Voor de behaalde resultaten verwijzen wij naar de beleidsmatige toelichting. 39

125 Personele lasten (Bedragen x 1.000) Raming begrotingsja ar voor wijziging Realisatie begrotingsja ar Saldo Management en leiding Primair proces (886) Maatwerk regio 300 (114) Meerwerk Nijmegen Meerwerk Wijchen Meerwerk Berg en Dal Meerwerk Druten Ondersteunende functies PIOFACH 986 (58) Kwaliteit / contractbeheer Personele voorzieningen Doorbelasting aan (605) 605 programmalasten Totalen lasten (15) Formatieoverzicht Raming in fte Realisatie in fte Management en leiding 5,0 5,0 Primair proces 78,1 116,0 Maatwerk 5,0 Meerwerk 17,0 Ondersteunende functies 11,4 8,6 Totalen 116,5 129,6 In 2015 zijn 13,1 meer fte s ingezet dan oorspronkelijk begroot, dit is met name veroorzaakt doordat de invulling van het maat- en meerwerk meer capaciteit heeft gekost. Met name doordat pas in de loop van 2015 concrete afspraken gemaakt zijn op dit punt. De intentie was om de fte s in 2015 ook uit te splitsen naar het maat- en meerwerk, echter uit de praktijk is het gebleken dat dit voor de afspraken zoals gemaakt in 2015 niet te realiseren valt. De verschillen op de personele lasten zijn incidenteel en hebben geen meerjarig effect voor het WerkBedrijf. Kapitaalslasten (Bedragen x 1.000) Raming begrotingsja ar voor wijziging Begrotingswijziging Begrotingswijziging Realisatie begrotingsja ar Saldo Investering inrichting pand Kapitaallasten lening Totalen lasten De afschrijvingen over de investering vinden pas plaats in De materiële vaste activa is geactiveerd in 2015, en conform de gehanteerde richtlijnen door de MGR vindt er pas in het eerste jaar nadat het actief geactiveerd is een afschrijving over het desbetreffende actief plaats. 40

126 Huisvestingslasten (Bedragen x 1.000) Raming begrotingsja ar voor wijziging Begrotingswijziging Realisatie begrotingsja ar Saldo Huisvesting (1) Facilitaire voorzieningen (48) Totalen lasten (49) De huisvesting wordt bij de Gastheer ingekocht. Het pand aan de nieuwe Dukenburgseweg Weg wordt gehuurd van de Gastheer. Ook de facilitaire voorzieningen worden bij de Gastheer ingekocht. De post facilitaire voorzieningen laat en overschrijding zien. Overige lasten (Bedragen x 1.000) Raming begrotingsja ar voor wijziging Begrotingswijziging Realisatie begrotingsja ar Saldo Automatisering Promotiekosten Transitiekosten (8) Overig (46) Totalen lasten (15) De overige lasten laten per saldo een onderschrijding zien van Dit behoeft geen nadere toelichting. In onderstaande tabel wordt een nadere toelichting gegeven op de uitnutting van het transitiebudget. Transitiebudget (Bedragen x 1.000) Begroting 2014 Realisatie 2015 Realisatie 2016 programmering Kwartiermaker Projectleider (2*) Ondersteuning P&O Financiële ondersteuning Juridische ondersteuning Fiscale ondersteuning Vergaderkosten Oprichting, opleiding en advies OR Vertrouwenspersoon vakbond Functiewaardering Opleidingskosten Inrichting systemen en coördinatie Begeleiding, investeringen in de cultuur Huisstijl ontwikkelen, intranet en website Verhuizing Onvoorzien (10%) Transitiekosten Breed 120 Totaal

127 Kosten Gastheerschap (Bedragen x 1.000) Raming begrotingsja ar voor wijziging Begrotingswijziging Realisatie begrotingsja ar Saldo Piofach 986 (58) Licenties en opslag Huisvesting (49) Generieke applicaties en doc.info Totalen lasten (58) Samengevat heeft de gastheer de volgende lasten in rekening gebracht. Er is sprake van een kleine onderschrijding van het budget. 42

128 5.6 Niet uit de balans blijkende langlopende financiële verplichtingen Uit verschillende doorgenomen contracten is gebleken dat het WerkBedrijf voor aantal toekomstige jaren verbonden is aan verschillende, niet uit de balans blijkende, financiële verplichtingen. De belangrijkste verplichtingen zijn onder te verdelen in de volgende categorieën: a. Huurovereenkomsten b. Inkoopcontracten c. ICT- Contracten d. Accountantsdiensten a. Huurovereenkomsten Op het moment zijn er nog geen definitieve langdurige huurovereenkomsten afgesloten door het WerkBedrijf. Het WerkBedrijf is hier echter op het moment in onderhandeling over met de gastheer, Gemeente Nijmegen. b. Inkoopcontracten Het WerkBedrijf heeft diverse inkoopcontracten gesloten met zorgverleners. In deze overeenkomsten is afgesproken dat het WerkBedrijf cliënten kan plaatsen bij de desbetreffende zorgverleners. Met de zorgverleners is afgesproken dat er een bepaald aantal cliënten geplaatst kan worden, er wordt echter afgerekend per daadwerkelijk geplaatste cliënt. Hieronder staat het overzicht vermeld van de contractwaardes, de reeds bestelde contract waarde, en het resterende bedrag wat nog verhaald zou kunnen worden. Er moet echter de nadruk gelegd worden op het feit dat het gaat om mogelijke kosten, en dat het WerkBedrijf niet verplicht is om alle contracten volledig af te nemen. De verwachting is dat niet alle contracten volledig gelicht zullen worden. Verder zijn alleen de belangrijkste contracten in dit overzicht meegenomen, dat wil zeggen, de contracten met een contract waarde hoger dan Er zijn twee contracten die doorlopen na Eén contract met Workfast, ter waarde van 2,0 miljoen en een contract met Ricoh, ter waarde van 2,4 miljoen. Bij beide contracten is géén contractverloop in te schatten doordat er wordt gefactureerd op basis van geleverde prestaties, welke niet verplicht afgenomen hoeven te worden. (Bedragen x 1.000) Contract Waarde Bestelde Waarde Resterende waarde Contracten die af lopen in Contracten die doorlopen na Totaal c. ICT-contracten Het WerkBedrijf heeft zelf geen ICT-contracten afgesloten met de desbetreffende dienstverleners. Het maakt echter gebruik van de diensten van de volgende dienstverleners waarmee de gemeente Nijmegen een contract heeft afgesloten: GWS, Key2Data, Key2VOA, JVS Jongerenloket, Matchine en Metas. De Gemeente Nijmegen heeft doorlopende contracten met al deze dienstverleners, welke steeds met een jaar verlengd wordt. De Gemeente Nijmegen is verantwoordelijk voor de financiële verplichtingen ten laste van deze contracten. Gemeente Nijmegen belast het gebruik van de diensten van het WerkBedrijf echter door naar het WerkBedrijf. Desalniettemin heeft 43

129 het WerkBedrijf geen doorlopende financiële verplichtingen voor de desbetreffende contracten. d. Accountantsdiensten In 2015 is besloten dat Deloitte de accountantsdiensten voor zijn rekening neemt. Afgesproken is dat Deloitte deze diensten voor het jaar 2015 en 2016 uitvoert, met een optie tot verlenging van tweemaal een jaar. Het WerkBedrijf heeft een financiële verplichting ten opzichte van Deloitte van voor het jaar Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zicht in 2016 geen gebeurtenissen van financieel belang voorgedaan die een effect hebben op

130 5.8 Informatie Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector Door invoering van de Informatie Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) moet de bezoldiging van alle topfunctionarissen (gemeentesecretaris en griffier) worden verantwoord, ook als de norm niet is overschreden. Van de overige werknemers moet alleen een vermelding plaatsvinden als de norm overschreden wordt. In het overzicht hier onder bevindt zich de desbetreffende informatie ten aanzien van de beloning van de secretaris van het WerkBedrijf. Tot en met augustus 2015 is de secretaris van het WerkBedrijf is de heer van der Linden. Als te zien valt in de berekening heeft de bezoldiging van de heer van der Linden zijn individueel WNT-maximum niet overschreden. Per 1 september 2015 is de vrouw Hol aangesteld als secretaris van het WerkBedrijf. Hiermee neemt zij de taken over van de heer van der Linden. De bezoldiging van mevrouw Hol overschrijdt haar individuele WNTmaximum niet, dit komt doordat zij in 2015 niet bezoldigd is voor haar werkzaamheden Secretaris W.G.R.J. van der Linden Secretaris I. Hol Duur dienstverband 1/1 31/8 1/9 31/12 Omvang dienstverband (in fte) 0,89 1 0,89 3 Gewezen topfunctionaris? Ja Nee Echte of fictieve dienstbetrekking? Nee Nee Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam? Ja Nee Individueel WNT-maximum Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Subtotaal /- Onverschuldigd betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Motivering indien overschrijding: N.V.T. N.V.T. Gegevens bezoldiging 2014 N.V.T. N.V.T. 1) Bij het bepalen van de omvang van het dienstverband is ervan uitgegaan dat bij 1 fte bij een overheidsinstelling uitgegaan wordt van een werkweek van 36 uur. In het contract van de heer van der Linden is een gemiddelde inzet van 32 uur overeengekomen. Hierdoor bedraagt het fte voor de heer van der Linden 0,89. 2) Individueel maximum is berekend aan de hand, waarbij y = individueel WNT-maximum, x = voor instelling gelden WNT-bezoldigingsmaximum, welke bedraagt, a = fte factor en b = functie duur in kalenderdagen, welke 243 bedraagt. 3) In het contract van mevrouw Hol is een gemiddelde inzet van 32 uur overeengekomen. Hierdoor bedraagt het fte 0,89 4) Individueel maximum is berekend aan de hand, waarbij y = individueel WNT-maximum, x = voor instelling gelden WNT-bezoldigingsmaximum, welke bedraagt, a = fte factor en b = functie duur in kalenderdagen. Mevrouw Hol is in dienst getreden per 1 september 2015, waardoor b 122 bedraagt 45

131 Bestuurslid AB C. van Eert 1/1 31/ Bestuurslid AB H. verheijen 1/1 31/ Bestuurslid AB A.J.M. Schaap 1/1 31/ Bestuurslid AB K. Peters 1/1 31/ Bestuurslid AB G. Wienhoven 1/1 31/ Bestuurslid AB P. Mengde 1/1 31/ Bestuurslid AB E. de Swart 1/1 31/ Bestuurslid AB S. Fleuren 1/1 31/ Voor compleetheid is hieronder ook het overzicht van de bezoldiging van de bestuursleden toegevoegd: N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. 46 N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T.

132 Voorzitter AB/DB H. Bruls Bestuurslid AB/DB T. Tankir Bestuurslid AB/DB L. van Riswijk Bestuurslid AB/DB H. Driessen Bestuurslid AB/DB S. Thijssen Bestuurslid AB M. Lepoutre Duur dienstverband 1/1 31/12 1/1 31/12 1/1 31/12 1/1 31/12 1/1 31/12 1/1 31/12 Omvang dienstverband (in fte) Gewezen topfunctionaris Echte of fictieve dienstbetrekking? - Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam? Individueel WNT-maximum Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Subtotaal -/- onverschuldigd betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Motivering indien overschrijding: N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. 47 Gegevens bezoldiging 2014 N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T. N.V.T.

133 Bijlagen 48

134 6.1 Verantwoording I-deel deelnemende gemeenten In het overzicht hieronder bevindt zich de verantwoording van het inkomensdeel van de deelnemende gemeenten: Besteding (jaar T) Loonkostensubsidie o.g.v. art. 10d Participatiewet Baten (jaar T) Loonkostensubsidie o.g.v. art. 10d Participatiewet Deel openbaar lichaam I.7 Participatiewet (PW) Deel openbaar lichaam I.7 Participatiewet (PW) Aard controle n.v.t Aard controle R Aard controle R Indicatornummer: G2B/12 Indicatornummer: G2B/13 Indicatornummer: G2B/14 Beuningen G Druten G Heumen G Nijmegen G Mook en G Middelaar Berg en Dal G Wijchen G Totaal

135 Bijlage bij Jaarrekening en verslag MGR 2015: Toelichting slotwijziging begroting MGR 2015 De belangrijkste begrotingswijzigingen in de slotwijziging zijn: Bijstelling participatiebudget. In de Meicirculaire 2015 heeft het Rijk de actuele budgetten voor re-integratie bekendgemaakt. Per saldo wordt het budget van de deelnemende gemeenten verlaagd van 14,4 miljoen naar 14,0 miljoen. Een daling van 0,4 miljoen. De afname van het budget 2015 hangt samen met de eerder aangekondigde uitname uit het Gemeentefonds van de middelen voor keuringen door het UWV. Voor de MGR heeft dit geresulteerd in een afname van het beschikbare budget voor UWV adviezen van 0,4 miljoen Voor de gemeenten Druten, Berg en Dal en Wijchen is 0,1 miljoen aan lopende verplichtingen maatwerk niet gerealiseerd in Deze verplichtingen worden in 2016 afgerond. Daarnaast is in de Meicirculaire een indexering geweest van Voor het onderdeel beschut en regulier is een bedrag van gerealiseerd. De overige middelen ad 0,5 miljoen worden terugbetaald aan de deelnemende gemeenten. Per saldo is voor 0,3 miljoen meer aan meerwerk ontvangen in Dit wordt veroorzaakt doordat afspraken in de loop van 2015 tot stand gekomen zijn en bij het opstellen van de begroting niet voorzienbaar waren. Bij de gemeente Nijmegen is een deel van de meerwerkafspraken niet gerealiseerd. Het streven is deze afspraken in 2016 alsnog te realiseren. Bij het opstellen van de primaire begroting is rekening gehouden met een bedrag van 3,7 miljoen aan baten arbeidsmatige dagbesteding. Hier staat een gelijk bedrag aan lasten tegenover. Omdat de arbeidsmatige dagbesteding een nieuwe taak voor de gemeenten was, is de omvang van het uitgaven volume te hoog ingeschat. De geraamde uitgaven waren voor de primaire begroting gebaseerd op een inventarisatie bij de zorgleveranciers. De door het WerkBedrijf uitgevoerde herindicaties en het feitelijk zorgverbruik ligt lager dan verwacht. Dit heeft er toe geleid dat in ,0 miljoen aan arbeidsmatige dagbesteding is besteed, waarvan voor de uitvoering van deze taak. De Stuurgroep Arbeidsmarkt Rijk van Nijmegen (SAR) wil gezamenlijk werken aan werk voor mensen met een arbeidsbeperking. In de SAR nemen sociale partners, een afvaardiging van de Bestuurscommissie, het UVW, de HAN en ROC deel. Gezamenlijk hebben ze afgesproken om aan de slag te gaan met het invullen van de baanafspraak in deze regio. In het marktbewerkingsplan staat hoe ze dit gaan doen. Op de lange termijn streeft de SAR naar een inclusieve arbeidsmarkt waarin meer werk is voor iedereen. Het rijk heeft voor deze samenwerking in totaal 1,0 miljoen beschikbaar gesteld. Hiervan is in uitgegeven.

Contactpersoon 14 november 2016 Ina Hol

Contactpersoon 14 november 2016 Ina Hol Aan de Raden en colleges van de deelnemende gemeenten MGR Rijk van Nijmegen Datum Contactpersoon 14 november 2016 Ina Hol Onderwerp Derde Kwartaalrapportage MGR 2016 Begrotingswijziging 2016 Telefoonnummer

Nadere informatie

Ontwerpbegroting en bijstelling 2016 MGR Regio Rijk van Nijmegen. Regionaal platform voor samenwerking en afstemming WerkBedrijf irvn

Ontwerpbegroting en bijstelling 2016 MGR Regio Rijk van Nijmegen. Regionaal platform voor samenwerking en afstemming WerkBedrijf irvn Ontwerpbegroting 2017-2020 en bijstelling 2016 MGR Regio Rijk van Nijmegen Regionaal platform voor samenwerking en afstemming WerkBedrijf irvn Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 MGR Regio Rijk van Nijmegen:

Nadere informatie

Beste griffiers en gemeentesecretarissen,

Beste griffiers en gemeentesecretarissen, From: Braam, Lucile WR02 Sent: woensdag 30 november 2016 15:35:40 To: Griffie; Griffie Berg en Dal; Amresh Dewkalie; Documentaire Informatievoorziening; Griffie Druten; Griffie Heumen;

Nadere informatie

Onderwerp Wijziging Modulaire Gemeenschappelijke Regeling (MGR) en GR WNO (Breed)

Onderwerp Wijziging Modulaire Gemeenschappelijke Regeling (MGR) en GR WNO (Breed) Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel Fatale termijn: besluitvorming vóór: Onderwerp Wijziging Modulaire Gemeenschappelijke Regeling (MGR) en GR WNO (Breed) Programma Economie & Werk Portefeuillehouder

Nadere informatie

Ons kenmerk MO00/15.0000785. Datum uw brief nvt

Ons kenmerk MO00/15.0000785. Datum uw brief nvt Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Datum 27 januari 2015 Ons kenmerk

Nadere informatie

één werkbedrijf voor het Rijk van Nijmegen

één werkbedrijf voor het Rijk van Nijmegen deze brochure is een verkorte versie van het Werkboek Sterke werkwoorden november 2013 één werkbedrijf voor het Rijk van Nijmegen De ambities voor regionale samenwerking op het domein Werk tussen de gemeenten

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Geachte raad,

Raadsvoorstel. Geachte raad, Raadsvoorstel Nummer: 165140 Behandeld door: J. van Dijk Agendapunt: 27 juni 2017 Onderwerp: Voorlopige voorkeur uitvoeringsvariant Participatiewet Geachte raad, Samenvatting: In opdracht van het algemeen

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad,

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad, Raadsvoorstel Griffiersnummer: B25 Onderwerp: Jaarrekening 2015 MGR Rijk van Nijmegen Datum B&W-vergadering: 24 mei 2016 Datum raadsvergadering: 16 juni 2016 Datum carrousel: nvt Portefeuillehouder: J.G.M.

Nadere informatie

Ons kenmerk. Datum uw brief

Ons kenmerk. Datum uw brief Aan de colleges en de gemeenteraden van Berg en Dal, Beuningen, Druten, Heumen, Nijmegen, West Maas en Waal en Wijchen Datum 7 juli 2016 Ons kenmerk Contactpersoon Onderwerp Opheffing/liquidatieplan Breed

Nadere informatie

Dienstverleningsovereenkomst Meerwerk Werkbedrijf en gemeente Groesbeek

Dienstverleningsovereenkomst Meerwerk Werkbedrijf en gemeente Groesbeek Dienstverleningsovereenkomst Meerwerk Werkbedrijf en gemeente Groesbeek Partijen; Opdrachtgever: de gemeente Groesbeek, te dezer zake krachtens artikel 171, tweede lid, van de Gemeentewet rechtsgeldig

Nadere informatie

Raadsvoorstel Zaak :

Raadsvoorstel Zaak : Zaak : 00509545 Onderwerp Portefeuillehouder Mevrouw drs. M. Mulder Datum raadsvergadering 27 juni 2017 Samenvatting Het Dagelijks Bestuur (DB) van Baanbrekers heeft de geactualiseerde begroting 2017,

Nadere informatie

Aan de gemeenten in de GR Breed Griffier ter attentie van gemeenteraad. Datum: 31 maart 2014 Onderwerp: gewijzigde begroting 2015

Aan de gemeenten in de GR Breed Griffier ter attentie van gemeenteraad. Datum: 31 maart 2014 Onderwerp: gewijzigde begroting 2015 Aan de gemeenten in de GR Breed Griffier ter attentie van gemeenteraad Datum: 31 maart 2014 Onderwerp: gewijzigde begroting 2015 Geachte gemeenteraadsleden, In december 2014 hebben wij u geïnformeerd over

Nadere informatie

Informatieprotocol MGR Rijk van Nijmegen

Informatieprotocol MGR Rijk van Nijmegen MGR Rijk van Nijmegen Informatieprotocol MGR Rijk van Nijmegen Een notitie over de informatievoorziening van de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Rijk van Nijmegen aan de deelnemende gemeente en andere

Nadere informatie

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders Nummer: Datum vergadering: 10-09-2013 Onderwerp: Verlenging tijdelijke dienstverbanden SW NoordWestGroep Conceptbesluit: Samenvatting: NoordWestGroep toestemming

Nadere informatie

Zienswijze kaderbrief MGR

Zienswijze kaderbrief MGR Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Zienswijze kaderbrief MGR 2017-2018 Programma Economie & Werk / Bestuur & Middelen BW-nummer Portefeuillehouder J. Zoetelief / H. Bruls / B. van Hees Samenvatting De

Nadere informatie

Historisch perspectief Onderstaand een korte historische schets van de periode tot aan 1 januari 2015:

Historisch perspectief Onderstaand een korte historische schets van de periode tot aan 1 januari 2015: Onderwerp: Jaaragenda MGR Concept van 12 februari 2015 Inleiding Tijdens de vergadering van 19 januari jl. heeft uw agendacommissie gevraagd om een jaaragenda van besluiten met betrekking tot het Werkbedrijf,

Nadere informatie

3* LEUNINGEN GEMEENTE 27 FEB 2015 UI15.00885. Aan de gemeenteraad van Beuningen. Datum Kenmerk Kenmerkcode Uw contact Telefoon Onderwerp

3* LEUNINGEN GEMEENTE 27 FEB 2015 UI15.00885. Aan de gemeenteraad van Beuningen. Datum Kenmerk Kenmerkcode Uw contact Telefoon Onderwerp GEMEENTE 3* LEUNINGEN Aan de gemeenteraad van Beuningen Datum Kenmerk Kenmerkcode Uw contact Telefoon Onderwerp 27 FEB 2015 UI15.00885 Sarah Albers 14 024 Proces WerkBedrijf Rijk van Nijmegen Geachte leden

Nadere informatie

2. De van het rijk ontvangen bonus begeleid werken over 2011 ter hoogte van aan Breed verstrekken.

2. De van het rijk ontvangen bonus begeleid werken over 2011 ter hoogte van aan Breed verstrekken. Openbaar Onderwerp Subsidie Breed 2014 Programma / Programmanummer Werk & Inkomen / 1061 BW-nummer Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting Het SW-bedrijf Breed voert de Wsw uit voor de gemeente Nijmegen

Nadere informatie

Oplegnotitie begroting 2017

Oplegnotitie begroting 2017 Oplegnotitie begroting 2017 In het tweede kwartaal 2016 worden nog veel besluiten genomen over de toekomst van Permar. Dat maakt het op het moment van schrijven van deze begroting vrijwel onmogelijk om

Nadere informatie

Aan de Raad. 1. Aanleiding Het voorstel wordt aan de raad voorgelegd in zijn kaderstellende rol

Aan de Raad. 1. Aanleiding Het voorstel wordt aan de raad voorgelegd in zijn kaderstellende rol Aan de Raad No. : 8/3 Muntendam : 13 april 2017 Onderwerp : Vaststellen gewijzigde re-integratie verordening i.v.m. beschut werken ---------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Beschut werk in Aanleiding

Beschut werk in Aanleiding Beschut werk in 2015 1. Aanleiding Op 1 januari jl. is de Participatiewet in werking getreden. Een nieuwe voorziening onder deze wet is beschut werk nieuwe stijl 1. Gemeenten zijn onder deze wet verplicht

Nadere informatie

Dienstverleningsovereenkomst Meerwerk Werkbedrijf en gemeente Groesbeek

Dienstverleningsovereenkomst Meerwerk Werkbedrijf en gemeente Groesbeek Dienstverleningsovereenkomst Meerwerk Werkbedrijf en gemeente Groesbeek Partijen; Opdrachtgever: de gemeente Groesbeek, te dezer zake krachtens artikel 171, tweede lid, van de Gemeentewet rechtsgeldig

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 8. Lokale uitvoering Participatiewet. Datum: 13 mei Decosnummer: 192

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 8. Lokale uitvoering Participatiewet. Datum: 13 mei Decosnummer: 192 Raadsvoorstel Status: Besluitvormend Agendapunt: 8 Onderwerp: Lokale uitvoering Participatiewet Datum: 13 mei 2014 Portefeuillehouder: R.J.W. van Leeuwen Decosnummer: 192 Informant: Ton Schrijver E.t.schrijver@dalfsen.nl

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Gemeente Mook en Middelaar

Raadsvoorstel. Gemeente Mook en Middelaar Agendapuntnummer : Documentnummer Raadsvergadering d.d. Raadscommissie Commissie d.d. Programma Onderwerp Portefeuillehouder Bijlagen oirmvkl.)0 -- ZAS-S 8 juni 2017 Commissie Samenleving 30 mei 2017 Samenleving

Nadere informatie

Nummer(agenda) Commissie 1 Samenleving Registratienummer BW Datum 9 februari 2015 llllllll lllll II II II III III

Nummer(agenda) Commissie 1 Samenleving Registratienummer BW Datum 9 februari 2015 llllllll lllll II II II III III GEMEENTE ţįįl*, BEUNINGEN Raadsvoorstel Onderwerp Strategisch arbeidsmarktbeleid "Werk is de uitkomst!' en inzet Beunings maatwerk Raadsvergadering 24 februari 2015 Nummer(agenda) Commissie 1 Samenleving

Nadere informatie

Transitie Participatiewet: Regionale Stellingen

Transitie Participatiewet: Regionale Stellingen Transitie Participatiewet: Regionale Stellingen Huidige Visie CGM Kadernota Participatie Land van Cuijk van uw raad uit dec. 2011. Inwoners economisch zelfredzaam = Schadelastbeperken = Verminderen van

Nadere informatie

Programma. Wat is de Participatiewet? Hoe kunnen wij u helpen?

Programma. Wat is de Participatiewet? Hoe kunnen wij u helpen? Programma Wat is de Participatiewet? Hoe kunnen wij u helpen? De Participatiewet Op 1 januari 2015 is de Participatiewet van kracht Van werkgevers wordt nu verwacht om werkzoekenden met een arbeidsbeperking

Nadere informatie

documentnr.: INT/G/16/26685 zaaknr.: Z/G/16/29445 Raadsvoorstel

documentnr.: INT/G/16/26685 zaaknr.: Z/G/16/29445 Raadsvoorstel *Z0184C81A92* documentnr.: INT/G/16/26685 zaaknr.: Z/G/16/29445 Raadsvoorstel Onderwerp : Toekomst uitvoering Participatiewet en Wsw Datum college : 26 augustus 2016 Portefeuillehouder : A.M. Henisch-Hulsman

Nadere informatie

Aan de raad van de gemeente Wormerland

Aan de raad van de gemeente Wormerland RAADSVOORSTEL Aan de raad van de gemeente Wormerland Datum aanmaak 31-08-2014 Onderwerp Programma en portefeuillehouder Zienswijze Begroting 2015 + Scenariokeuze Baanstede Sociale Zaken, dhr. K van Waaijen

Nadere informatie

VERGADERING GEMEENTERAAD 2014

VERGADERING GEMEENTERAAD 2014 VERGADERING GEMEENTERAAD 2014 VOORSTEL Registratienummer 1148435 Bijlage(n) 4 Onderwerp gewijzigde begroting 2014, ontwerp begroting 2015, meerjarenraming 2016-2018 en de scenariokeuze transitie werkvoorzieningschap

Nadere informatie

Definitief bijgestelde begroting 2015 van Vixia BV en GR

Definitief bijgestelde begroting 2015 van Vixia BV en GR Betreft Vergaderdatum Definitief bijgestelde begroting 2015 van Vixia BV en GR 28-mei-2015 Gemeenteblad 2015 / Agendapunt Aan de Raad Voorstel De gemeenteraad wordt voorgesteld: 1. Kennisnemen van de definitief

Nadere informatie

Notitie beschut werk. Aanleiding. Indicatiestelling beschut werk UWV

Notitie beschut werk. Aanleiding. Indicatiestelling beschut werk UWV Notitie beschut werk Aanleiding Met de inwerkingtreding van de Participatiewet is per 1 januari 2015 de toegang tot de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) afgesloten voor nieuwe instroom en kunnen personen

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december 2008. Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december 2008. Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011 Aan de raad AGENDAPUNT 3 Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011 Voorstel: 1. De kaders uit het beleidsplan 'Werken werkt!' vaststellen, zijnde: a. als doelstellingen: - het bevorderen van de mogelijkheden

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050)

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050) Voortgang onderzoek Dwarskijker J. den Hoedt De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050) 367 41 57 6527664 - Geachte heer, mevrouw, In deze brief informeren wij u over de voortgang

Nadere informatie

4. Ten aanzien van de conceptmeerjarenbegroting uw zienswijze kenbaar maken aan het bestuur van WOZL.

4. Ten aanzien van de conceptmeerjarenbegroting uw zienswijze kenbaar maken aan het bestuur van WOZL. Raadsnota Raadsvergadering d.d.: 9 februari 2015 Agenda nr: Onderwerp: IROKO-rapport Samen verder bouwen, Strategische visie WOZL Werken is ontwikkelen en participeren, 1 e begrotingswijziging 2015 WOZL

Nadere informatie

Raadsvoorstel. !IL Gemeente Mook en Middelaar. Samenvatting. Voorstel om te besluiten

Raadsvoorstel. !IL Gemeente Mook en Middelaar. Samenvatting. Voorstel om te besluiten !IL Agendapuntnummer : Documentnummer : Raadsvergadering d.d. : Raadscommissie Commissie d.d. Programma Ondetwerp Portefeuillehouder : Bijlagen 12 juli 2017 Commissie Samenleving 28 juni 2017 Sociale en

Nadere informatie

Advies aan de gemeenteraad

Advies aan de gemeenteraad Advies aan de gemeenteraad Postregistratienummer *16.0012006* 16.0012006 Raadsvergadering: 10 november 2016 Voorstel: 7.41 Agendapunt: 8 Onderwerp WerkSaam Westfriesland: zienswijze ontwerpbegroting 2017

Nadere informatie

Inhoud. Participatiewet & Participatiebudget. Indicatie aantallen (bijstand en nieuw instrumentarium) Aanleiding en opdracht werkgroep

Inhoud. Participatiewet & Participatiebudget. Indicatie aantallen (bijstand en nieuw instrumentarium) Aanleiding en opdracht werkgroep Inhoud Participatiewet & Participatiebudget Indicatie aantallen (bijstand en nieuw instrumentarium) Aanleiding en opdracht werkgroep Resultaten doorrekeningen 4 scenario s Conclusies en adviezen - 1 -

Nadere informatie

Financiële gevolgen van het beëindigen van tijdelijke contracten in de sociale werkvoorziening

Financiële gevolgen van het beëindigen van tijdelijke contracten in de sociale werkvoorziening Financiële gevolgen van het beëindigen van tijdelijke contracten in de sociale werkvoorziening Gemeenten worden geconfronteerd met hoge kosten voor onder andere de SW- populatie, een dalend subsidiebedrag

Nadere informatie

: agendapunt : Onderwerp : Vergadering Algemeen Bestuur Hameland

: agendapunt : Onderwerp : Vergadering Algemeen Bestuur Hameland Zaaknummer : Afd.hfd. Collegevergaderin g : agendapunt : Onderwerp : Vergadering Algemeen Bestuur Hameland Portefeuillehouder : J.B. Boer Meer informatie bij : Eric Gussekloo tel: : 0545-250 576 Openbaar

Nadere informatie

Een nieuwe taak voor gemeenten

Een nieuwe taak voor gemeenten Een nieuwe taak voor gemeenten Vanaf 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. Het doel van de wet is om meer mensen, ook mensen met een arbeidsbeperking, aan de slag te krijgen. De gemeente

Nadere informatie

Sessie 16: Hoe werkt beschut werk onder de Participatiewet

Sessie 16: Hoe werkt beschut werk onder de Participatiewet Sessie 16: Hoe werkt beschut werk onder de Participatiewet WAT WIL JE WETEN OVER Introductie: beschut moet of toch niet? 2 discussies: Financieel (kosten beschut) Hoogte vd kosten Dienstverband: vast vs

Nadere informatie

Datum Forum vergadering : 19 juni 2018 Zaaknummer : Datum Raadsvergadering : 2 juli 2018

Datum Forum vergadering : 19 juni 2018 Zaaknummer : Datum Raadsvergadering : 2 juli 2018 O 2 JULI 2018 RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering : 19 juni 2018 Zaaknummer : 550188 Datum Raadsvergadering : 2 juli 2018 Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid Evaluatiedatum:

Nadere informatie

Registratienummer. Datum: 16 september Afdeling / Team: MO / Beleid

Registratienummer. Datum: 16 september Afdeling / Team: MO / Beleid Registratienummer Datum: 16 september 2014 Afdeling / Team: MO / Beleid Onderwerp: De gewijzigde begroting 2014, ontwerpbegroting 2015, de meerjarenraming 2016-2018 en de scenariokeuze transitie werkvoorzieningsschap

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel PvdA-GroenLinks

Initiatiefvoorstel PvdA-GroenLinks Initiatiefvoorstel PvdA-GroenLinks Onderwerp: social return en inbesteden Datum commissie: 6 juni 2013 Datum raad: Nummer: Documentnummer: Steller: Eric Dammingh Fractie: PvdA-GroenLinks Samenvatting Meedoen

Nadere informatie

Voorstel Uw raad wordt voorgesteld kennis te nemen van het jaarverslag en de jaarrekening 2017 van Werkplein Fivelingo.

Voorstel Uw raad wordt voorgesteld kennis te nemen van het jaarverslag en de jaarrekening 2017 van Werkplein Fivelingo. Vergadering gemeenteraad d.d. 19 juli 2018 Agenda nummer 7 Portefeuillehouder: wethouder de heer M. Joostens Onderwerp: Jaarstukken 2017 Werkplein Fivelingo Korte inhoud: De gemeente Delfzijl neemt, samen

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders 16 mei Steller Documentnummer Afdeling. L. van der Hoeven z Samenleving

Burgemeester en Wethouders 16 mei Steller Documentnummer Afdeling. L. van der Hoeven z Samenleving Burgemeester en Wethouders Steller Documentnummer Afdeling Samenleving Doorkiesnummer Communicatie Portefeuillehouder Nee G.M. Dijksterhuis Kabinet Brief bijgevoegd Te volgen procedure Nee Rubriek Advies

Nadere informatie

Raadsbrief social return en verdringing

Raadsbrief social return en verdringing Collegevoorstel Openbaar Onderwerp en verdringing Programma Economie & Werk Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting Op 10 februari j.l. heeft de raad de motie Houd social return on investment ook echt

Nadere informatie

Transitieplan. 12 september 2013

Transitieplan. 12 september 2013 Transitieplan 12 september 2013 Situatie Oost-Groningen Hoog aantal Wsw-ers (3,5 x landelijk gemiddelde) Hoog aantal Wajongeren (2 x landelijk gemiddelde) Arbeidsparticipatie is laag (61% ten opzichte

Nadere informatie

MGR Regio Rijk van Nijmegen. Begrotingswijziging

MGR Regio Rijk van Nijmegen. Begrotingswijziging MGR Regio Rijk van Nijmegen Begrotingswijziging 2017-2022 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1 Inleiding... 3 2 Begrotingswijziging WerkBedrijf Rijk van Nijmegen... 4 2.1 Begrotingswijziging WerkBedrijf

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 286734 Datum : 25 april 2016 Programma : Wmo, Jeugd, W&I Blad : 1 van 6 Cluster : Samenleving Portefeuillehouder: mw. M.J.T.G.

Nadere informatie

Coen van Hoorn raad

Coen van Hoorn raad 11 Coen van Hoorn 040-2083704 cho@valkenswaard.nl Jaarrekening 2010 en het jaarverslag 2010 van de GRWRE. 11raad00324 29-06-2011 Ergon kijkt terug op een succesvol sociaal en economisch 2010. Er zijn goede

Nadere informatie

Beschut Werk Wijziging Verordening re-integratie, studietoeslag en tegenprestatie Participatiewet 2015

Beschut Werk Wijziging Verordening re-integratie, studietoeslag en tegenprestatie Participatiewet 2015 voorstel aan de raad Opgesteld door Werk en Inkomen Delsing, A.M.C.D. (Anouk) Kenmerk 174790649 Vergadering Vergaderdatum Geheim Beleidsveld Nee Werk en inkomen Beschut Werk Wijziging Verordening re-integratie,

Nadere informatie

Overdrachtsdocument voor (nieuw) bestuur na de gemeenteraadsverkiezingen

Overdrachtsdocument voor (nieuw) bestuur na de gemeenteraadsverkiezingen Overdrachtsdocument voor (nieuw) bestuur na de gemeenteraadsverkiezingen Inleiding Hoewel de kaders van de Participatiewet nog steeds regelmatig wijzigen, 3 februari is bekend gemaakt dat het Kabinet met

Nadere informatie

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014 ONDERWERP Beleidskadernota Participatiewet 2015 SAMENVATTING Op 20 februari 2014 is door de Tweede Kamer het wetsvoorstel Participatiewet aangenomen. Het voorstel ligt nu bij de Eerste Kamer en als deze

Nadere informatie

Concept Advies. Begroting 2015 Gemeenschappelijke Regeling BREED

Concept Advies. Begroting 2015 Gemeenschappelijke Regeling BREED Concept Advies Begroting 2015 Gemeenschappelijke Regeling BREED Peggy van Gemert RA/AA Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen Oktober 2014 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Advies... 4 3. Algemeen...

Nadere informatie

Uitvoering Participatiewet en positie WAVA hierin Volgnr Corsa kenmerk Portefeuillehouder wethouder P.

Uitvoering Participatiewet en positie WAVA hierin Volgnr Corsa kenmerk Portefeuillehouder wethouder P. Onderwerp Uitvoering Participatiewet en positie WAVA hierin Volgnr. 2015-026 Corsa kenmerk 15.0006784 Portefeuillehouder wethouder P. Jorritsma Ambtenaar Ad Huijsman Afdeling Loket Altena Datum voorstel

Nadere informatie

MGR Regio Rijk van Nijmegen. Begrotingswijziging

MGR Regio Rijk van Nijmegen. Begrotingswijziging MGR Regio Rijk van Nijmegen Begrotingswijziging 2017-2021 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1 Inleiding... 3 2 Begrotingswijziging WerkBedrijf Rijk van Nijmegen... 4 2.1 Begrotingswijziging WerkBedrijf

Nadere informatie

Bijlage 1 : Beschut werk

Bijlage 1 : Beschut werk Bijlage 1 : Beschut werk Inleiding Met de inwerkingtreding van de Participatiewet vanaf 1 januari 2015 is instroom in Wet sociale werkvoorziening (Wsw) niet meer mogelijk. Doordat er geen nieuwe instroom

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Raadsstuknummer : 2013/11979 Datum : 3 juni 2013 Programma : Economie, Werk en Inkomen Blad : 1 van 6 Cluster : Samenleving Portefeuillehouder

Nadere informatie

Registratienummer: GF14.20043 Datum collegebesluit: 19 mei 2014 Agendapunt: 12

Registratienummer: GF14.20043 Datum collegebesluit: 19 mei 2014 Agendapunt: 12 Aan de gemeenteraad Registratienummer: GF14.20043 Datum collegebesluit: 19 mei 2014 Agendapunt: 12 Portefeuillehouder: Mevrouw C. van der Laan Behandelend ambtenaar: De heer C. Tiemersma Onderwerp: Jaarrekening

Nadere informatie

Participatiewet. Hoe kunt u werk bieden aan werkzoekenden met een arbeidsbeperking?

Participatiewet. Hoe kunt u werk bieden aan werkzoekenden met een arbeidsbeperking? Participatiewet Hoe kunt u werk bieden aan werkzoekenden met een arbeidsbeperking? Wat kan het WSP voor u betekenen? Werving & selectie Branche- en Subsidies & regelingen Werkgevers Scan doelgroepen arbeidsjuridischadvies

Nadere informatie

Collegevoorstel. Uitvoeringsovereenkomst Verordening PGB Wsw

Collegevoorstel. Uitvoeringsovereenkomst Verordening PGB Wsw Collegevoorstel Inleiding: Op 24 juni jl. heeft de gemeenteraad de Verordening persoonsgebonden budget begeleid werken Wet sociale werkvoorziening (Wsw) gemeente Heusden vastgesteld. In de Verordening

Nadere informatie

Met dit voorstel regelen wij de formele verstrekking van deze middelen aan Breed voor het jaar 2015.

Met dit voorstel regelen wij de formele verstrekking van deze middelen aan Breed voor het jaar 2015. Openbaar Onderwerp Subsidie Breed 2015 Programma Economie & Werk Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting Het SW-bedrijf Breed voert de Wsw uit voor de gemeente Nijmegen. Door de Participatiewet is er

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 161 Wijziging van de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening, de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten en enige andere

Nadere informatie

Participatiewet. 1 januari 2015

Participatiewet. 1 januari 2015 Participatiewet 1 januari 2015 Agenda Uitgangspunten Participatiewet - Sjak Vrieswijk De WVK-groep - Gerard van Beek De ISD/Werkplein de Kempen - Sjak Vrieswijk Kempenplus - Gerard van Beek Het regionaal

Nadere informatie

BIJLAGE 1: BESCHUT WERK

BIJLAGE 1: BESCHUT WERK BIJLAGE 1: BESCHUT WERK Samenvatting Met ingang van 1 januari 2017 is het aanbieden van beschut werk een verplichting geworden voor gemeenten, met een vastgesteld aantal te realiseren plekken. Gemeenten

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE RAAD: VERGADERING 3 juni 2014

VOORSTEL AAN DE RAAD: VERGADERING 3 juni 2014 VOORSTEL AAN DE RAAD: VERGADERING 3 juni 2014 Onderwerp: Conceptbegroting de Risse Agendapunt 13. Raadsvoorstel- 2014-34 nummer Voorstel: 1. Kennis nemen van de conceptbegroting 2015 van het Werkvoorzieningschap

Nadere informatie

Heerhugowaard 13. SEP- 2014. Agendanr.: 12 Voorstelnr.: RB2014091 Onderwerp: Begroting 2015 WNK bedrijven Programma: 4 Sociale Samenhang

Heerhugowaard 13. SEP- 2014. Agendanr.: 12 Voorstelnr.: RB2014091 Onderwerp: Begroting 2015 WNK bedrijven Programma: 4 Sociale Samenhang Ras-. 13. SEP- 214 VooĮstelnummer: Rŭaoi^Qįl Heerhugowaard nul ut Agendanr.: 12 Voorstelnr.: RB21491 Onderwerp: Begroting 215 WNK bedrijven Programma: 4 Sociale Samenhang Reden van agendering: ter besluitvorming

Nadere informatie

Gemeente Haarlem. Raadsstuk

Gemeente Haarlem. Raadsstuk Gemeente Haarlem Raadsstuk Onderwerp Zienswijze Conceptbegroting 2020 van de "Gemeenschappelijke Regeling (GR) Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten (VSV) RMC- regio West-Kennemerland" Nummer 2019/202064

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.19.0408 *B.19.0408* Landgraaf, 22 februari 2019 ONDERWERP: 1e begrotingswijziging 2019 GR WOZL en GR WSP PROGRAMMA 7. Sociaal

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Besluit om:

Raadsvoorstel. Besluit om: Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering 21 november 2018 Portefeuillehouder Mw. C. Kreuk-Wildeman Begrotingsprogramma Sociaal Domein (Programma 2) Onderwerp 2 e begrotingswijziging 2018 Veilig Thuis

Nadere informatie

advies Jaarrekening 2013 Gemeenschappelijke Regeling Breed

advies Jaarrekening 2013 Gemeenschappelijke Regeling Breed advies Jaarrekening 2013 Gemeenschappelijke Regeling Breed Gemeente Nijmegen Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen Danny Ederveen Peggy van Gemert RA/AA Mei 2014 1 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Breed en het nieuwe werkbedrijf. BW-nummer

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Breed en het nieuwe werkbedrijf. BW-nummer Openbaar Onderwerp Breed en het nieuwe werkbedrijf Programma / Programmanummer Werk & Inkomen / 1061 BW-nummer Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting In februari 2013 is regionaal werkdocument Samen

Nadere informatie

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T Registratienummer raad 1401596 Datum: Portefeuillehouder: 31 oktober 2017 R.J. Helm Domein / Team: MAAD / MOWM Behandeld door: M.C. Kramer-Lok

Nadere informatie

BEGROTING 2014-2017 bij ongewijzigd beleid Werkvoorzieningschap De Sluis

BEGROTING 2014-2017 bij ongewijzigd beleid Werkvoorzieningschap De Sluis BEGROTING 2014-2017 bij ongewijzigd beleid Werkvoorzieningschap De Sluis Opgesteld door het Dagelijks Bestuur te Woerden d.d. 3 juli 2013 Vastgesteld door het Algemeen Bestuur d.d. 3 juli 2013 Carrosserieweg

Nadere informatie

Doetinchem, 15 juni 2018

Doetinchem, 15 juni 2018 Aan de raad AGENDAPUNT NR. 4 ALDUS VASTGESTELD 28 JUNI 2018 Gewijzigde begroting 2018 en meerjarenbegroting 2019-2022 GR Laborijn Te besluiten om: 1. Geen zienswijze in te dienen bij het dagelijks bestuur

Nadere informatie

BELEIDSKADERNOTITIE PARTICIPATIEWET HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

BELEIDSKADERNOTITIE PARTICIPATIEWET HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE BOB 14/006 Aan de raad, BELEIDSKADERNOTITIE PARTICIPATIEWET HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE Voorgeschiedenis / aanleiding Op 20 februari 2014 is door de Tweede Kamer het wetsvoorstel Participatiewet aangenomen.

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.18.0729 B.18.0729 Landgraaf, 19 april 2018 ONDERWERP: Zienswijze Begroting 2019 en meerjarenraming 2020-2022 GR WOZL PROGRAMMA

Nadere informatie

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20%

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20% Participatiewet Sinds 1 januari 215 is de Participatiewet van kracht. Deze wet vervangt de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning

Nadere informatie

Factsheet. Participatiewet. Informatie voor de werkgever, juli 2014

Factsheet. Participatiewet. Informatie voor de werkgever, juli 2014 Factsheet Participatiewet Informatie voor de werkgever, juli 2014 In deze factsheet voor de UMC s over de Participatiewet wordt op een rij gezet waar deze wetgeving over gaat, over wie het gaat en wat

Nadere informatie

Beste gemeentesecretarissen en griffiers in de regio Rijk van Nijmegen,

Beste gemeentesecretarissen en griffiers in de regio Rijk van Nijmegen, From: Lucile Braam Sent: Thursday, November 30, 2017 3:39:23 PM To: Annick Buise; Arne van Hout; Dyanne Kocken; Edwin van der Velde; Dirk van Eeten; Anita Smits; Wilfred Goedmakers; Griffie Berg en Dal;

Nadere informatie

Advies. Begroting Gemeenschappelijke Regeling Milieusamenwerking Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN)

Advies. Begroting Gemeenschappelijke Regeling Milieusamenwerking Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN) Advies Begroting 2017 Gemeenschappelijke Regeling Milieusamenwerking Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN) Gemeente Nijmegen Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen Peggy van Gemert RA/AA Rob Jilisen

Nadere informatie

Voorstel voor gemeenteraad Hoogeveen

Voorstel voor gemeenteraad Hoogeveen Voorstel voor gemeenteraad Hoogeveen Onderwerp Toekomst Alescon Wij willen Een toekomstbestendige uitvoering van de sociale werkvoorziening Wij besluiten 1. Kennis te nemen van de besluiten van het college

Nadere informatie

Portefeuillehouder: Bijlagen: Ter inzage: Vissers 1. Notitie Toekomstige positie 1. Visienota Participatiewet WAVA binnen de Participatiewet

Portefeuillehouder: Bijlagen: Ter inzage: Vissers 1. Notitie Toekomstige positie 1. Visienota Participatiewet WAVA binnen de Participatiewet e informatie jurlijk oest* ro O V õ S plan. datum m 0-15 (H 0 i ō 3 N : JA i NEE Mjgwelijk I vertrc nee WW w ' Oosterhout NOTA VOOR DE RAAD Ai Datum: 19 juni 2015 Nummer raadsnota: Bl.0150245 Onderwerp:

Nadere informatie

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T

Nadere informatie

documentnr.: INT/M/16/26561 zaaknr.: Z/M/16/29446 Raadsvoorstel

documentnr.: INT/M/16/26561 zaaknr.: Z/M/16/29446 Raadsvoorstel *Z01821BCE26* documentnr.: INT/M/16/26561 zaaknr.: Z/M/16/29446 Raadsvoorstel Onderwerp : Toekomst uitvoering Participatiewet en Wsw Datum college : 22 augustus 2016 Portefeuillehouder : H.P.W.M. van Daal

Nadere informatie

Onderwerp: Gewijzigde begroting 2014, ontwerpbegroting 2015 en scenariokeuze transitie werkvoorzieningsschap Zaanstreek-Waterland (Baanstede).

Onderwerp: Gewijzigde begroting 2014, ontwerpbegroting 2015 en scenariokeuze transitie werkvoorzieningsschap Zaanstreek-Waterland (Baanstede). Raadsvoorstel Raadsvergadering: 25 september 2014 Agendapunt: september 2014-9 Voorstelnummer: 9 Landsmeer, B&W vergadering 16 september 2014 Onderwerp: Gewijzigde begroting 2014, ontwerpbegroting 2015

Nadere informatie

Ontwerpbegroting en bijstelling 2017 MGR Regio Rijk van Nijmegen

Ontwerpbegroting en bijstelling 2017 MGR Regio Rijk van Nijmegen Ontwerpbegroting 2018-2021 en bijstelling 2017 MGR Regio Rijk van Nijmegen Regionaal platform voor samenwerking en afstemming WerkBedrijf en ICT Rijk van Nijmegen Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Samenvatting

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Onderwerp Realisatie en actuele ontwikkelingen afspraakbanen Steller S.J. Ros De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon (050) 367 70 86 Bijlage(n) 0 Ons kenmerk 6934597 Datum

Nadere informatie

AAN DE AGENDACOMMISSIE

AAN DE AGENDACOMMISSIE AAN DE AGENDACOMMISSIE Agenda: 8-6-2017 Franeker, 20-4-2017 Onderwerp Begroting 2018 Gemeenschappelijke Regeling Fryslân-West Portefeuillehouder Wethouder T. Twerda Doel Besluitvorming Samenvatting De

Nadere informatie

Eerste Kwartaal verslag

Eerste Kwartaal verslag Eerste Kwartaal verslag 2018 Inhoudsopgave 1 Voorwoord directie 2 2 Kengetallen personeel 3 3 Resultaten re-integratie 2017 5 4 Kengetallen ziekteverzuim 7 5 Financiën 9 Roermond, 30 april 2018 1 1 Voorwoord

Nadere informatie

Risicoanalyse en scenariostudie als onderbouwing van de Kadernota. Samenvatting

Risicoanalyse en scenariostudie als onderbouwing van de Kadernota. Samenvatting Risicoanalyse en scenariostudie als onderbouwing van de Kadernota Samenvatting Aanpak Pagina 2 Doelstelling Vergelijking van keuzes: Doorgaan met huidige uitvoering óf Opzetten van een gezamenlijk uitvoeringsorganisatie

Nadere informatie

M E M O. : de gemeenteraad. : het college van burgemeester en wethouders. Datum : oktober : analyse en maatregelen.

M E M O. : de gemeenteraad. : het college van burgemeester en wethouders. Datum : oktober : analyse en maatregelen. M E M O Aan Van : de gemeenteraad : het college van burgemeester en wethouders Datum : oktober 2015 Onderwerp : analyse en maatregelen Inleiding: Met de invoering van de Participatiewet is de Incidentele

Nadere informatie

Zienswijze op Transitieplan Toekomst Breed. Vergadering Datum Agendapunt Rondetafelgesprek 19 maart 2012 2 Raad 29 maart 2012

Zienswijze op Transitieplan Toekomst Breed. Vergadering Datum Agendapunt Rondetafelgesprek 19 maart 2012 2 Raad 29 maart 2012 Voorloper Onderwerp Zienswijze op Transitieplan Toekomst Breed Vergadering Datum Agendapunt Rondetafelgesprek 19 maart 2012 2 Raad 29 maart 2012 Datum collegebesluit 13 maart 2012 Datum presidium -- Portefeuillehouder

Nadere informatie

Oss. In het vervolg van uw advies geeft u ons nog 12 adviezen, omdat volgens u een aantal zaken. r40472

Oss. In het vervolg van uw advies geeft u ons nog 12 adviezen, omdat volgens u een aantal zaken. r40472 GTTTnEENTE 1 Oss Stadsbele d Adviesraad Sociaal Domein Postbus 5 5340 BA Oss Raadhuislaan 2, Oss Telefoon 14 0412 Fax [0412] 64 26 05 E-mail gemeente@oss.nl www.oss.nl Postbus 5 5340 BA Oss Wilt u bij

Nadere informatie

Officiële uitgave van Kompas, Gemeentelijk collectief voor werk, inkomen & zorg.

Officiële uitgave van Kompas, Gemeentelijk collectief voor werk, inkomen & zorg. CVDR Officiële uitgave van Kompas, Gemeentelijk collectief voor werk, inkomen & zorg. Nr. CVDR620498_1 22 januari 2019 Beleidsregel van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Intergemeentelijke

Nadere informatie

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017.

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017. Bijlage 2 Cijfers uitvoering Participatiewet Bijstandsvolume stabiliseert Er zijn duidelijke signalen dat de economie en de arbeidsmarkt zich aan het herstellen zijn van de crisis. Het aantal mensen met

Nadere informatie

Impuls klantprofielen kandidatenverkenner en grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling

Impuls klantprofielen kandidatenverkenner en grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Impuls klantprofielen kandidatenverkenner en grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling Programma Economie & Werk Portefeuillehouder J. Zoetelief Samenvatting Het ministerie

Nadere informatie

Beleidsregels Beschut werk Participatiewet Kerkrade 2018

Beleidsregels Beschut werk Participatiewet Kerkrade 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Kerkrade Nr. 92695 2 mei 2018 Beleidsregels Beschut werk Participatiewet Kerkrade 2018 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kerkrade

Nadere informatie