Opbrengst en kwaliteit van (half)vroege en late rassen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Opbrengst en kwaliteit van (half)vroege en late rassen"

Transcriptie

1 Opbrengst en kwaliteit van (half)vroege en late rassen V. De Blauwer (Inagro), D. Cauffman (PIBO), A. Demeyere (VO-ADLO), I. Eeckhout (PCA), D. Martens (LTCW), P. Vermeulen (VTI) Samenvatting Alle rassenproeven werden geplant tussen 1 en 22 april. Door het mooie voorjaar kende het aardappelgewas een vlotte start. Uiteindelijk vielen de opbrengsten hoger uit dan voorgaande jaren. Dit was echter niet het geval voor de proefplaats in Sint-Niklaas die begin juni getroffen werden door een zware hagelbui. De onderwatergewichten bleven dit jaar aan de lage kant. Vooral de versmarktrassen hadden het op de twee proefplaatsen moeilijk om een voldoende hoog niveau te halen. Daarom werd lang gewacht met doodspuiten waardoor heel wat rassen te veel bovenmaten (+60 mm) kregen. Bij de frietrassen was de frietkwaliteit (zeer) goed, maar de smaak na koken viel op alle locaties erg tegen. Ook de chipskwaliteit van de chipsrassen was overwegend matig. Proefopzet In 2014 werden op 8 locaties in Vlaanderen rassenproeven aangelegd in het kader van het Programma Landbouwcentrum Aardappelen. Op 6 locaties lagen telkens 10 of 12 frietrassen met op 3 plaatsen ook nog 5 chipsrassen erbij. Versmarktrassen lagen met 8 of 10 rassen op 2 locaties. De twee vroege frietrassen lagen op één proefplaats. De rassenproeven werden geplant tussen 1 en 22 april Er werd gebruik gemaakt van groot pootgoed en de plantafstand in de rij werd aangepast per ras: 33 à 40 cm voor frietrassen, 33 cm voor chipsrassen en 30 à 34 cm voor versmarktrassen. De bemesting gebeurde op basis van een grondontleding (Bodemkundige Dienst van België) en werd aangepast per ras. De frietrassen Action, Cronos, Ludmilla en Performer en de chipsrassen kregen 30 eenheden stikstof/ha minder dan Bintje. De rassen voor de versmarkt en de vroege frietrassen kregen allemaal evenveel stikstof. Het pootgoed werd om proeftechnische reden niet ontsmet. De meeste rassen in de proeven zijn resistent tegen het aardappelcysteaaltje Globodera rostochiensis pathotype 1 (Ro1). Enkele rassen zijn resistent tegen Globodera rostochiensis pathotype 1, 2 en 3 (Ro 1, 2 en 3) of Globodere pallida pathotype 2 en/of 3. Tijdens het groeiseizoen werden de rassen opgevolgd en beoordeeld op diverse gewaskenmerken (opkomst, gewasstand, bloei, afrijping, ). Na de oogst werden opbrengst, sortering, onderwatergewicht, drijvers, blauwgevoeligheid, knolkenmerken, kook- en frietkwaliteit bepaald. Alle rassen kenden uiteindelijk een voldoende opkomst. Bij de versmarktrassen werden tussentijds stalen genomen om bovenmaten te voorkomen (vermarktbare sortering 30-60mm). Bij voldoende grove sortering en onderwatergewicht, werd er geloofdood. In 2014 steeg het onderwatergewicht maar moeizaam. Omwille van de grofte moest soms toch beslist worden om te loofdoden. In Tongeren werden de rassen Charlotte, Saline, Lilly en Picobello als eerste doodgespoten. In Tielt ging het om de rassen Antonia, Ballerina, Luciole en Saline. Landbouwcentrum Aardappelen - resultaten

2 Tabel 1 Proefomstandigheden industrierassen en rassen voor versmarkt Proefplaats Huldenberg Nieuwenhove Poperinge St.-Niklaas W-Oudeman Zonnebeke Tielt Tongeren Grondsoort leem lichte leem leem lichte zanleem polder lichte leem zandleem leem Proefnemer 1 Vl overheid Vl overheid VTI LTCW PCA Inagro Inagro PIBO Rassen in proef friet friet friet/chips friet friet/chips friet/chips friet/vers vers Bemesting N advies referentie: (kg N/ha) Organisch (voorjaar) 4-30 ton RDM 35 ton RDM 19 ton ZDM - 40 ton effluent 20 ton VDM 14,5 m³ VDM N - 5/mei P 2O 5-11/feb /jan K 2 O - 20/apr Mineraal (kg/ha) N / / (+50) / ,5 P 2 O K 2 O MgO Plantdatum 8 apr 8 apr 22 apr 3 apr apr 16 apr 17 apr 1 apr Loofdoding 8 sep 7 sep 2 sep 3 sep 3 sep 15 sep 30 juli & 14 aug juli & 10 aug 3 Oogst 16 okt 1 okt 19 sep 20 okt 15 sep 2 okt 3 sep 17 en 18 sept 1 Proefnemers: LCA 2014 VO: Vlaamse ov erheid, Afdeling Duurzame Landbouw ontw ikkeling, Leuv en Inagro, Rumbeke - Beitem PCA: Interprov inciaal Proefcentrum v oor de Aardappelteelt, Kruishoutem VTI: Land- en Tuinbouwschool, Vrij Technisch Instituut, Poperinge LTCW: Land- en Tuinbouw centrum Waasland, Technisch Instituut St.-Isidorus, St.-Niklaas PIBO-PHL: Prov inciaal Instituut v oor Biotechnisch Onderw ijs, Prov inciale Hogeschool Limburg, Departement Biotechniek, Tongeren 2 Antonia, Ballerina, Luciole en Saline werden op 30 juli doodgespoten; de rest op 14 augustus 3 Charlotte, Saline, Lilly, Picobello werden op 17 juli doodgespoten; Antonia, Luciole en Cilena werden doodgespoten o p31 juli; de rest op 10 augustus 4 RDM: runderdrijfmest; VDM: v arkensdrijfmest; ZDM: zeugendrijfmest Landbouwcentrum Aardappelen - resultaten

3 Frietrassen In Huldenberg, Nieuwenhove, Poperinge, Sint-Niklaas, Waterland-Oudeman en Zonnebeke werden telkens 10 of 12 frietrassen aangelegd. Het ras Bintje werd als standaard genomen, maar ook Fontane is ondertussen een referentie geworden. De opbrengsten van Bintje waren vergelijkbaar met de praktijkvelden; bij Fontane lagen die iets lager in de rassenproeven. Zo haalde Bintje gemiddeld 51,4 ton/ha op de proefvelden terwijl de netto-opbrengst (+35 mm zonder afval) op 13 praktijkpercelen Bintje afklokte op 51,9 ton/ha (zie artikel Groeicurve Bintje en Fontane 2014). Fontane haalde 53,7 ton/ha op de proefvelden en 60,7 ton/ha op de praktijkpercelen. De opbrengsten in Sint-Niklaas lagen duidelijk het laagst. Dit is het gevolg van een zware hagelbui begin juni waarbij een groot deel van het loof kapot geslagen werd. Het gewas heeft zich daarna goed hersteld (nieuw loof) maar natuurlijk met een niet onbelangrijke groeiachterstand. De opbrengsten in Zonnebeke lagen dan weer zeer hoog. Op vlak van onderwatergewicht zagen we dat vooral Poperinge achterbleef: over de verschillende rassen heen werd net geen 360 g/5kg gehaald. Gemiddeld over alle proefplaatsen heen scoorden bijna alle rassen (zeer) goed. De smaak na koken viel enorm tegen in 2014 met slechts twee rassen die een goede score haalden. Geen enkele proefplaats haalde over de rassen heen een goede kookkwaliteit. Bintje Bintje blijft één van de referentierassen. Op de proefvelden kende Bintjes één van de vlotste opkomsten met een eerder trage afrijping. Bintje vormt steeds veel stengels en knollen. Ook in 2014 was dit het geval met 5,3 stengels per struik en maar liefst 19 knollen per struik. Dit is veruit het meeste van de frietrassen. Vandaar ook de noodzaak voor een ruimere plantafstand (40 cm in de rij voor de grotere potermaten). De netto-opbrengst (sortering +35 mm zonder afval) kwam uit op gemiddeld 64,2 ton/ha. Deze opbrengst (onder ideale omstandigheden) is vergelijkbaar met een praktijkopbrengst van 51,4 ton/ha na aftrek van 20% (geen invloed van kopakkers, spuitsporen, ). Met 71% van de opbrengst in de sortering +50mm is Bintje het minst grove ras wat een gevolg is van zijn hoge knolaantal. Met een onderwatergewicht van gemiddeld 382 g/5kg scoorde Bintje gemiddeld t.o.v. de andere rassen. Hetzelfde geldt voor zijn blauwgevoeligheid met een index van 264 op een schaal van 0 (= niet blauwgevoelig) tot 400 (zeer blauwgevoelig). Zijn frietkwaliteit was op bijna alle locaties (zeer) goed met 26% heterogene frieten. Zijn smaak na koken was goed en hiermee scoort dit dubbeldoelras het best van alle frietrassen. Bintje blijkt wel opnieuw schurftgevoelig te zijn. Action Action werd voor het tweede jaar op rij in de rassenproeven opgenomen en wordt aanzien als een vroeg Agria-type. In tegenstelling tot 2013 verliep zijn opkomst vlot. Aangezien dit een vroeger ras is, ging de afrijping ook snel van start. Opvallend blijft ook zijn zeer lage knolaantal (9 knollen per struik). Zelfs met een nauwe afstand in de rij (33 cm), bleef de opbrengst (+35mm) hierdoor 7% lager in vergelijking met Bintje. 93% van de opbrengst behoorde tot de +50mm waarvan ook 30% tot de +70mm. Het onderwatergewicht van Action lag op 375 g/5kg. Zijn blauwgevoeligheid was de laagste van al de frietrassen in proef. Zijn frietkwaliteit was dezelfde als van Bintje. Zijn smaak na koken was (zoals bij vele andere frietrassen dit jaar) onvoldoende. Ook in 2013 haalde Action een minopbrengst (door het zeer lage knolaantal). Zijn kwaliteit was toen wel heel wat beter. Cronos Cronos lag voor het eerst aan en dit op slechts twee locaties. Een pluspunt van dit ras is zijn dubbele resistentie tegen zowel Globodera rostochiensis (pathotype 1) en Globodera pallida (pathotype 2 en 3). Zijn opkomst verliep minder snel terwijl er wel een snelle afrijping werd vastgesteld. Er hingen slechts 10 knollen aan per struik. Gemiddeld over de 2 proefplaatsen heen bracht Cronos 4% minder op dan Bintje. Door zijn lage knolaantal behoorde wel 94% tot de grove sortering (+50 mm). Zijn onderwatergewicht bleef wel zeer laag (339 g/5kg) met zo n 8% drijvers (zoutbad met dichtheid 1,06 kg/l). Toch lag zijn blauwgevoeligheid op een hoog niveau (245). Zijn frietkleur was goed, maar zijn smaak na koken slecht. Meerdere van de gekookte aardappelschijfjes werden achteraf grauw. Bij het opensnijden van de grootste knollen werden enkele holle knollen gevonden alsook wat aantasting door roest. Landbouwcentrum Aardappelen - resultaten

4 Dione Voor Dione was 2014 het derde proefjaar. Dit ras hoort thuis in het Innovator-segment. Dione zou wel minder gevoelig zijn voor interne kieming en interne bruinverkleuring (roest) dan Innovator. Het kende een snell opkomst en rijpte traag af. Er werden slechts 2,7 stengels per struik gevormd met 10 knollen. Dione bezit een resistentie tegen Globodera rostochiensis pathotype 1 én 5. Zijn opbrengst lag 7% hoger dan van Bintje (+3% t.o.v. Fontane). Enkel in Zonnebeke viel zijn opbrengst wat tegen. Het lage knolaantal in combinatie met een plantafstand van toch 36 cm zorgde niet voor een overdreven grove sortering. 92% behoorde tot de +50mm (19% in +70mm). Voor zijn onderwatergewicht haalde Dione 386 g/5kg een blauwgevoeligheid (224) die een gemiddelde waarde haalde t.o.v. de andere rassen. Zijn frietkwaliteit was zeer goed. De smaak na koken onvoldoende (typisch voor 2014). Dit ras blijkt ook wel gevoeliger voor grauwverkleuring na koken. Op één proefplaats werden meerdere holle knollen gevonden. De aantasting met gewone schurft was vergelijkbaar met Bintje. Dit zijn vergelijkbare resultaten met de twee voorbij jaren. Fontane Fontane blijft na Bintje het meest geteelde bewaarras in Vlaanderen. Na een vijftal weken kende dit ras een volledige opkomst. Zijn afrijping verliep dan weer traag wat zorgt voor een langer groeiseizoen. Fontane vormt normaal niet veel stengels knollen per struik. In vergelijking met de andere rassen lag het knolaantal in 2014 toch op een mooi aantal van 14. Zoals in de meeste jaren werd een meeropbrengst t.o.v. Bintje behaald, die voor % bedroeg samen met een grove sortering van 90%. Fontane haalde zoals gewoonlijk een hoog onderwatergewicht van 402 g/5kg (hoogste van de frietrassen). Zijn index voor blauwgevoeligheid bedroeg 267. Dit is een vergelijkbare index als van Bintje, die toch een lager onderwatergewicht heeft. De frietkleur van Fontane was zeer goed. Zijn smaak na koken was onvoldoende maar toch beter dan vele andere rassen. De aardappelen waren wel nogal melig door het hogere onderwatergewicht. Jurata Jurata is een nieuwkomer. Het ras kende de traagste opkomst maar ook zijn afrijping verliep traag. Er werden 14 knollen per struik gevormd (cfr. Fontane). Jurata haalde een kleine meeropbrengst van 2% t.o.v. Bintje (+35mm zonder afval) met een iets grovere sortering dan Bintje (79% in de +50mm). De gemiddelde knollengte van 10 cm was eerder lang. Het onderwatergewicht lag gemiddeld op 396 g/5kg. Dit hoger onderwatergewicht zorgde voor de grootste blauwgevoeligheid (index 308) van alle frietrassen. Zijn frietkleur was zeer goed. Zijn smaak na koken was, zoals veel rassen dit jaar, onvoldoende. Lady Sara Ook Lady Sara werd voor het eerst in de proeven opgenomen. Net zoals Fontane kende dit ras al vlug een volledige opkomst samen met een eerder trage afrijping. Lady Sara vormde een hoger aantal stengels (4,5) en knollen per struik (16). Daarom wordt ook een ruimere plantafstand (40 cm) geadviseerd. Dit ras haalde een meeropbrengst (+35mm zonder afval) van 6% t.o.v. Bintje en 2% t.o.v. Fontane. 84% van de opbrengst zat in de grove sortering +50mm. Lady Sara liet de langste knollen optekenen (10,3 cm). Langwerpig, balkvormige knollen zijn geliefd bij de verwerkende industrie omdat deze een hoog rendement geven (minder afval). Lady Sara haalde een voldoende hoog onderwatergewicht van gemiddeld 387 g/5kg samen met een blauwgevoeligheidsindex van 207. Zijn frietkleur was goed met iets meer herogene frieten (28%). Zijn smaak na koken was onvoldoende maar zat op het gemiddelde over de rassen heen. Leonardo Leonardo is eveneens één van de nieuwe frietrassen en behoort tot het Agria-segment (geel vlees). De opkomst verliep tamelijk traag als ook de afrijping. Met 11 knollen per struik ligt het knolaantal eerder laag. Leonardo is resistent voor Globodera rostochiensis pathotype 1, 2 en 3 én voor Globodera pallida pathotype 2. Leonarda haalde eenzelfde opbrengst als Fontane of dus een meeropbrengst van 4% t.o.v. Bintje. De grove sortering (+50mm) lag op een gemiddeld niveau (88%) in vergelijking met de andere frietrassen. De knollengte was de op één na kleinste in proef (8,8 cm). Landbouwcentrum Aardappelen - resultaten

5 Zijn onderwatergewicht bedroeg 383 g/5kg met een blauwgevoeligheid van 217. Zijn frietkleur was zeer goed. Ook zijn smaak na koken was goed. Hiermee scoort Leonarda als één van de betere op vlak van kwaliteit. Ludmilla Ludmilla werd voor het tweede jaar op rij geplant in de proeven. Net zoals in 2013 kende dit ras een trage opkomst en een snelle afrijping. Ludmilla is dan ook een vroeger ras. Het knolaantal is vergelijkbaar met Fontane (13). Op het vlak van opbrengst haalde Ludmilla een minopbrengst van 12% t.o.v. Bintje met 75% in de grove sortering. Een belangrijk pluspunt bij dit ras is wel zijn grote knollengte (10,1 cm), wat tot hogere rendementen leidt in de verwerking. Het onderwatergewicht lag gemiddeld op 379 g/5kg. De gevoeligheidsindex voor blauw was met 234 relatief hoog. Zijn frietkleur was de op één na beste van de frietrassen. De smaak na koken was net onvoldoende maar toch bij de betere dit jaar. Dit alles bevestigt de resultaten van Navigator Navigator werd voor het derde jaar op rij opgenomen in de rassenproeven. Het is een laat ras dat voldoende groeidagen nodig heeft. Een vlotte opkomst en een trage afrijping zorgen hiervoor. Het aantal knollen per struik (16) is bij de hoogste binnen de frietrassen in proef. Let wel, dit is een vatbaar ras voor aardappelcystenaaltjes. Een vlotte opkomst, trage afrijping en een mooi aantal knollen per struik zorgt voor de hoogste opbrengst van alle frietrassen met 10% meer dan Bintje. Daarnaast zitten ook heel wat knollen in de grove sortering (91%). Zijn onderwatergewicht blijft echter laag in vergelijking met de andere rassen met een gemiddelde van slechts 359 g/5kg met bijna 9% drijvers. Toch lag zijn blauwgevoeligheid op een index van 217. Op vlak van frietkleur scoorde Navigator gemiddeld goed met wel wat meer heterogene frieten. Zijn smaak na koken was onvoldoende. Hiermee worden zowel zijn kwalitatieve eigenschappen als zijn opbrengstpotentieel bevestigd. Ottawa Ottawa is het vijfde nieuwe frietras van Zijn opkomst verliep eerder traag, maar ook de afrijping begon pas later. Met slechts 2,7 stengels per struik werden ook zeer weinig knollen gevormd namelijk 8. Het zeer lage knolaantal in combinatie met een nauwere plantafstand van 33 cm zorgde voor een opbrengst die gelijk bleef met Bintje weliswaar met een grovere sortering. 93% behoorde tot de +50mm waarvan 34% tot +70mm. Zijn onderwatergewicht was net hoog genoeg met gemiddeld 367 g/5kg. Zijn blauwgevoeligheidsindex lag op 208. Zijn frietkleur was de beste van alle rassen. Zijn smaak na koken echter was bij de slechtere. Hier en daar wel ook een holle knol gevonden. Performer Voor Performer was 2014 het derde proefjaar. Dit ras behoort tot het Innovator-segment. Performer kende wel een trage opkomst, maar ook de afrijping verliep zeer langzaam (laat ras). Dit ras vormde 11 knollen per struik of dus eerder een laag aantal. Zijn grote troef is de resistentie tegen G. rostochiensis én G. pallida (pathotype 2 en 3). Een nauwere plantafstand (33 cm) (met een lager knolaantal) resulteerde in een opbrengst in de buurt van het gemiddelde van Bintje met wel een grovere sortering (cfr Ottawa hierboven). Ook bij Performer zaten er heel wat knollen in de sortering +70 mm (37%). Zijn onderwatergewicht lag gemiddeld op 377 g/5kg met de op één na laagste blauwgevoeligheid van 180. Zijn frietkleur viel wel tegen en ook zijn smaak na koken was slecht. Dit alles bevestigt de resultaten van 2012 en 2013, uitgezonderd zijn smaak na koken die in 2013 wel goed was. Landbouwcentrum Aardappelen - resultaten

6 Chipsrassen De eisen die gesteld worden aan chipsaardappelen zijn streng. De ronde knollen dienen zo veel mogelijk van de sortering 35/70 mm te zijn. Het onderwatergewicht moet minstens 400 g/5kg bedragen en de bakkleur moet nog beter zijn dan die van frietrassen. In 2014 werden 5 chipsrassen aangeplant in Poperinge, Waterland-Oudeman en Zonnebeke. Bij de opbrengsten viel vooral de hoge opbrengst op in Zonnebeke. De onderwatergewichten vielen in Poperinge een stuk lager uit met slechts één ras die de kaap van 400 g/5kg haalde. Hierdoor lag ook de blauwgevoeligheid lager op dit perceel. De kwaliteit van de chips was net iets minder goed in Zonnebeke. Maar ook op de twee andere locaties was de kwaliteit over de rassen heen met moeite goed te noemen. Lady Claire Het middenvroege chipsras Lady Claire is geschikt voor lange bewaring en blijft hier het referentieras. Lady Claire kende na een vijftal weken de traagste opkomst (vooral Zonnebeke) en was ook al het snelst afgerijpt. Er werden 17 knollen per struik gevormd. De netto-opbrengst was gemiddeld 50 ton/ha met 98% van de aardappelen in de sortering 35-70mm. Deze proefopbrengst is vergelijkbaar met een praktijkopbrengst van 40 ton/ha (na aftrek van 20% voor invloed van kopakkers, spuitsporen, ). Dit is een opbrengst die net iets hoger ligt dan vorig jaar en vergelijkbaar is met 2011 en Lady Claire haalde een onderwatergewicht van 399 g/5kg. De index voor blauwgevoeligheid lag op 188. Hiermee haalt dit referentieras het op één na laagste onderwatergewicht en blauwgevoeligheid. Zowel voor kleur, uitzicht als smaak van de chips was Lady Claire de beste uit de proef. Endeavour Voor Endeavour was 2014 het eerste proefjaar. Dit ras kende een snelle opkomst in combinatie met een niet al te vroege afrijping. Endeavour vormde het hoogste aantal knollen per struik namelijk 18. Dit ras haalde de op één na hoogste opbrengst en bracht 42% meer op (+35 mm) t.o.v. Lady Claire. 95% hiervan zat in de vermarktbare sortering mm. Zijn onderwatergewicht lag op een mooi niveau van gemiddeld 415 g/kg. Dit ras is wel blauwgevoelig met een index van 329. Op vlak van kleur, uitzicht en smaak scoorde Endeavour het minste van alle rassen met een onvoldoende kwaliteit. Heraclea Ook Heraclea werd voor het eerst in de proeven opgenomen. Deze cultivar kende de vlotste opkomst en vormde zo n 16 knollen per struik. Let op, dit ras is niet resistent voor aardappelcystenaaltjes. Met een meeropbrengst van 17% (+35 mm) waarvan 96% vermarktbaar haalde Heraclea een hogere opbrengst dan Lady Claire. Heraclea haalde het laagste onderwatergewicht met 391 g/5kg en hierdoor ook de laagste blauwgevoeligheid van 144. De chipskwaliteit was over de hele lijn goed en niet veel minder in vergelijking met het referentieras. Madison Madison lag voor het tweede jaar op rij in proef. Zijn opkomst verliep sneller dan het referentieras, maar trager dan de overige rassen in proef. Opvallend was wel de snelle afrijping (cfr. Lady Claire) wat het gevolg is van zijn vroegheid. Madison vormde het laagste aantal stengels per struik en bijgevolg ook het laagste aantal knollen (11). Zijn vroegheid en lager knolaantal hebben, net zoals in 2013, geleid tot een netto-opbrengst (+35 mm) die vergelijkbaar was met Lady Claire. Aangezien het aandeel vermarktbare knollen lager lag (meer ondermaten) haalde Madison uiteindelijk wel de laagste vermarktbare opbrengst (uitgedrukt in ton/ha). Madison haalde het hoogste onderwatergewicht van 453 g/5kg. Toch haalde dit ras niet de hoogste blauwgevoeligheid. Het uitzicht van de chips was goed, terwijl de chipskleur en de smaak net onvoldoende scoorde. In 2013 werd de kwaliteit goed bevonden. Landbouwcentrum Aardappelen - resultaten

7 Rumba Rumba werd voor het tweede jaar in de rassenproeven opgenomen. Dit late chipsras kende een redelijk vlotte opkomst in combinatie met een (zeer) trage afrijping. Het aantal knollen per struik bleef beperkt tot 12. Op de drie proefplaatsen werd een ruime meeropbrengst gemeten van gemiddeld 56%! Er waren wel nogal wat knollen in de bovenmaten waardoor slechts 84% van de knollen in de vermarktbare sortering (35-70 mm) zaten. Toch werd ook op vlak van die vermarktbare sortering nog een zeer mooie meeropbrengst genoteerd t.o.v. de referentie van 33%. Zijn onderwatergewicht bedroeg 407 g/5 kg. Zijn blauwgevoeligheid was wel de hoogste van de chipsrassen. De chipskwaliteit was echter onvoldoende. Deze resultaten bevestigen de cijfers uit 2013: een zeer hoge opbrengst met een matige kwaliteit. Vroege frietrassen In 2014 werden 2 vroege frietrassen in proef aangelegd in Tielt. Het waren de rassen Première (referentie) en Ibiza (tweede jaar in proef). De plantafstand was voor allebei 38 cm in de rij. Première was net iets vroeger opgekomen en de afrijping verliep even snel. Ibiza vormde meer stengels per struik maar uiteindelijk vormden beide rassen elk 16 knollen per struik. Dit is vergelijkbaar met Beide rassen haalden een zeer vergelijkbare opbrengst. De netto-opbrengst (sortering +35 mm zonder afval) kwam op respectievelijk 55 en 56 ton/ha voor Première en Ibiza. Deze opbrengst is vergelijkbaar met een praktijkopbrengst van respectievelijk 44 en 45 ton/ha. Ook de grofte van de sortering was bij beide rassen dezelfde: 87% in de sortering +50 mm. In 2013 haalde Ibiza wel een meeropbrengst van 10%. Het onderwatergewicht van Première lag op 397 g/5kg en van Ibiza slechts op 358 g/5kg. Toch haalde Ibiza de hoogste blauwgevoeligheid. Alletwee de rassen haalden een aanvaardbaar niveau voor de frietindex (3,2). De smaak na koken was net iets beter bij Ibiza maar dit ras was wel gevoeliger voor grauwverkleuring na koken. Ook in 2013 bleef het onderwatergewicht van Ibiza lager met een frietkwaliteit die beter was dan Première en een smaak na koken slechter dan de referentie. Landbouwcentrum Aardappelen - resultaten

8 Versmarktrassen In Tielt en Tongeren werd een proef aangelegd met respectievelijk 8 en 10 vastkokende aardappelrassen voor de versmarkt. Charlotte werd als standaardras genomen. Op vlak van opbrengst zijn de resultaten op de twee locaties vergelijkbaar. Bijna alle rassen haalden een lagere vermarktbare opbrengst (30-60 mm) dan Charlotte maar wel een hogere opbrengst voor de sortering +30 mm. Verschillende rassen moesten langer doorgroeien omdat de onderwatergewichten zo laag bleven met een grovere sortering tot gevolg. In Tielt werd grof pootgoed geplant van Charlotte (40/55 mm). Daarom werd dit ras wijder geplant (34 cm) dan de overige rassen (30 cm) met kleinere potermaat (35/50 mm). In Tongeren werd potermaat 35/45 mm gebruikt en uitgeplant op 30 én 34 cm. De objecten met plantafstand 34 cm werden als referentie gebruikt. De onderwatergewichten bleven op beide locaties (zeer) laag met een gemiddelde over de rassen en locaties heen van net iets meer dan 300 g/5kg. Er waren dan ook heel veel drijvers aanwezig (zoutbad met dichtheid 1,06 kg/l). De blauwgevoeligheden lagen dan ook een heel stuk lager in vergelijking met de frietrassen. Slechts vier rassen haalden een (zeer) goed smaak na koken. Charlotte In 2014 werd Charlotte als referentie opgenomen omdat dit ras de meest vergelijkbare vroegheid had in vergelijking met de andere versmarktrassen in proef. Omwille van de grovere potermaat werd dit ras als enigste uitgeplant op 34 cm. De opkomst (Tielt) verliep eerder traag en de afrijping werd vroeg ingezet. Charlotte vormde het hoogste aantal stengels en knollen per plant (grote potermaat). Charlotte haalde een opbrengst op de twee locaties van gemiddeld 57 ton/ha (+30 mm zonder afval). Deze proefopbrengst kan naar de praktijk vertaald worden door aftrek van 20% (spuitsporen, kopakkers) en bedraagt dan 45 ton/ha. Hiervan zat 84% in de vermarktbare sortering mm. Door het hoge knolaantal zaten weinig knollen in de bovenmaat (+60mm). Charlotte uitgeplant op 30 cm (enkel Tongeren) haalde een iets lagere opbrengst met hetzelfde percentage vermarktbare aardappelen. Het onderwatergewicht van de referentie bedroeg 335 g/5kg. Dit is net voldoende hoog, maar wel de hoogste van alle rassen in proef. Zijn smaak na koken was eveneens de op één na beste van de proef met een zeer goede score. Zijn frietkleur was ook goed. Annabelle Annabelle is een ras dat al langer in de praktijk geteeld wordt en werd enkel uitgeplant in Tongeren. Annabelle heeft niet enkel een resistentie tegen Globodera rostochiensis pathotype 1 maar ook tegen pathotype 2 en 3. Dit ras met mooie, regelmatige knollen haalde een meeropbrengst in de sortering +30 mm van 20% t.o.v. Charlotte. Er waren echter heel wat knollen in de bovenmaten waardoor de vermarktbare sortering mm wel 6% lager ligt dan de referentie. Annabelle eindigde met een onderwatergewicht van slechts 309 g/5kg. Zijn smaak na koken bleef net onvoldoende. Antonia Antonia werd voor het eerst in de rassenproeven opgenomen. Kenmerkend voor het ras is zijn sterk loof dat lang groen blijft. De opkomst verliep echter zeer traag. Antonia haalde slechts 16 knollen per struik. Dit ras werd nochtans doodgespoten bij relatief groen loof, maar toch waren er al heel wat bovenmaten (lager aantal knollen per struik). De opbrengst mm viel dan ook 13% lager uit dan Charlotte. Zijn onderwatergewicht is niet hoger geraakt dan 292 g/5kg met een zeer lage blauwgevoeligheid. Zijn frietkleur was nog aanvaardbaar maar zijn smaak na koken onvoldoende. De knoleln hebben een zeer mooi uitzicht en zijn zeer uniform van vorm. Ballerina Ballerina werd voor het derde jaar op rij meegenomen in de rassenproeven. Kenmerkend zijn zijn vlotte opkomst maar ook snelle afrijping. Ballerina vormde 16 knollen per struik. Let wel, dit ras is vatbaar voor aardappelcystenaaltjes (cfr. Charlotte). Gemiddeld over de twee proeflocaties werd een meeropbrengst van 12% behaald in de sortering +30 mm. Maar slechts 61% zat in de vermarktbare sortering wat resulteerde in een minopbrengst in de mm van 18%. De twee voorbije jaren lag zijn vermarktbare opbrengst wel hoger. Landbouwcentrum Aardappelen - resultaten

9 Het onderwatergewicht bleef steken op 287 g/5kg. Net zoals in 2012 en 2013 was zijn frietkwaliteit zeer goed en veruit de beste in proef. Zijn smaak na koken viel dit jaar echter tegen. Het uitzicht van de knollen was goed en de regelmaat van vorm zeer goed. Cilena Dit is een middenvroeg ras met langovale knollen dat al meerdere jaren in de rassenproeven wordt opgenomen. Dit ras werd enkel in Tongeren uitgeplant. Zijn opbrengst +30 mm viel wat lager uit, maar met een groot deel (92%) in de vermarktbare sortering. Hiermee is Cilena het enige ras dat in de sortering mm een grotere opbrengst haalde dan de referentie Charlotte. Zijn onderwatergewicht was ook behoorlijk met 330 g/5kg. Zijn smaak na koken was de beste van alle rassen met een zeer goed score. Het uitzicht en regelmaat van de vorm waren wel ondermaats. Lilly Lilly is een nieuwkomer in de rassenproeven. Dit ras liet een trage opkomst zien maar eveneens een latere afrijping. Lilly kende een goede knolzetting met 22 knollen per struik, zoals het kweekbedrijf had aangegeven. Ondanks het grote aantal knollen, kon dit ras grof uitgroeien en haalde een heel wat lagere opbrengst in de vermarktbare sortering. Op vlak van de sortering +30mm werd wel +12% genoteerd. Het onderwatergewicht bedroeg 283 g/5kg. Dit ras is niet frietgeschikt (index 3,4). Zijn smaak na koken viel tegen dit jaar. De uitzicht van de knollen haalde net geen goede score. De knollen waren zeer uniform. Luciole Luciole lag voor het twee jaar op rij in de proeven. Het kende een vlotte opkomst met een groot knolaantal per struik (22). Luciole is een zeer vroeg ras waardoor de afrijping al vroeg begon. In de sortering +30 mm werd een kleine meeropbrengst van 3% genoteerd maar in de sortering mm een minopbrengst van 14%. In 2013 werd nog een meeropbrengst gevonden (weinig knollen in bovenmaat toen). Luciole haalde een onderwatergewicht van 311 g/5kg. Zijn kwaliteit was prima met een goede frietkleur en een goede smaak na koken. Het uitzicht van de knollen en de regelmaat vielen wel wat tegen (net onvoldoende). Op vlak van kwaliteit worden de resultaten van vorig jaar bevestigd. Enkel de frietkleur is dit jaar een stuk beter. Picobello Ook voor Picobello was 2014 het tweede proefjaar met opnieuw een zeer vlotte opkomst en tragere afrijping. Er werden 17 knollen per struik gevormd. Dit ras is vatbaar voor aardappelcystenaaltjes. Picobello haalde de grootste meeropbrengst (+45%) in de sortering +30 mm. Maar omwille van de vele bovenmaten lag de vermarktbare opbrengst een heel stuk lager (-12%) dan van Charlotte. Zijn onderwatergewicht bedroeg gemiddeld 297 g/5kg. Picobello haalde een goede frietkwaliteit en een smaak na koken die net voldoende was. Het uitzicht van de knollen was aanvaardbaar, met een mooie regelmaat van vorm. Dit bevestigt de resultaten van Saline Saline lag voor het derde jaar in proef. De opkomst verliep heel vlot maar ook de afrijping zette zich vroeg in. Saline vormde het laagste aantal knollen per struik namelijk 15. Een meeropbrengst van 9% voor de sortering +30 mm en een vermarktbare sortering van 76% zorgen ervoor dat de vermarktbare sortering van Saline niet veel lager ligt dan die van Charlotte (-2%). Er werd een onderwatergewicht gehaald van 311 g/5 kg met een lage blauwgevoeligheid. De frietkwaliteit was goed maar de smaak na koken onvoldoende. Zowel het uitzicht van de knollen als de uniformiteit waren aanvaardbaar. Dit bevestigt de resultaten van voorgaande jaren. Vorig jaar waren de knollen duidelijk mooier van uitzicht. Landbouwcentrum Aardappelen - resultaten

10 Venezia Dit is het laatste nieuwe ras in proef. De opkomst verliep zeer traag waardoor aangeraden worden om een goede warmtestoot te geven aan het pootgoed. Venezia vormde heel veel knollen per struik (23). Hierdoor zat toch 72% van de opbrengst in de maat mm. Toch bleef de vermarktbare sortering 4% lager in vergelijking met de referentie. Venezia haalde, na Charlotte, het hoogste onderwatergewicht van 313 g/5 kg met een wat hogere blauwgevoeligheid van 113. Zijn frietkwaliteit was aanvaardbaar. Zijn smaak na koken was goed en de beste na Charlotte. Zowel het uitzicht van de knollen als de uniformiteit waren aanvaardbaar. Landbouwcentrum Aardappelen - resultaten

11 Tabel 2 Legende Kenmerk Omschrijving Raskenmerken Kwaliteit Opbrengst Gewaskenmerken Vroegheid 4: laat; 5-6: middenlaat; 7: middenvroeg; 8: vroeg; 9: zeer vroeg Resistentie nematoden Ro1: Globodera rostochiensis pathotype 1; Ro1,5: Globodera rostochiensis pathotype 1 en 5; Ro1,2,3: Globodera rostochiensis pathotype 1, 2 en 3; Ro1 Pa2,3: Globodera rostochiensis pathotype 1 en Globodera pallida pathotype 2 en 3; Ro1,2,3 Pa2: Globodera rostochiensis pathotype 1, 2 en 3 en Globodera pallida pathotype 2 '- : nog niet gekend Phy tophthora Schaal van 1 = zeer vatbaar; 2 = redelijk vatbaar; 3 = vatbaar; 4 = redelijk resistent; 5 = zeer weinig vatbaar Kringerigheid Inwendige bruine (necrotische) kringen veroorzaakt door het tabaksratelvirus. Schaal van 1 = zeer vatbaar; 2 = redelijk vatbaar; 3 = vatbaar; 4 = redelijk resistent; 5 = zeer weinig vatbaar '- = nog niet gekend Plantafstand in de rij Afstand tussen de rij 75 cm. Afstand in de rij aangepast per ras. Gebruikte potermaat 35/50 mm uitgezonderd Bintje 35/45 mm. % opkomst Percentage opkomst ± 34 dagen na planten bij industrierassen en ± 26 dagen na planten bij versmarktrassen en vroege friet % afrijping Percentage afrijping ± 135 dagen na planten bij industrierassen en ± 100 dagen na planten bij versmarktrassenen vroege friet Opbrengst +35mm of +30mm De opbrengst van de referentierassen (Bintje, Lady Claire, Première en Charlotte) werd op 100% gezet. % +50 mm Percentage v an de opbrengst in de sortering +50 mm = v ermarktbare sortering v oor (v roege) frietrassen % mm Percentage van de opbrengst in de sortering mm = vermarktbare sortering voor chipsrassen % mm Percentage van de opbrengst in de sortering mm = vermarktbare sortering voor versmarktrassen Knollengte De lengte van de knollen uitgedrukt in cm. Het betreft knollen uit de sortering mm Onderw atergewicht Uitgedrukt in g/5 kg Blauwgevoeligheid Blauwgevoeligheid op een schaal van 0 tot 400 met 0 = niet blauwgevoelig tot 400 = zeer blauwgevoelig Frietkleur oogst '14 Frietkleur van de rassen oogst 2014 op een schaal van 0 tot 6 met < 2,5 = zeer goed; 2,5-3,0 = goed; 3,0-3,5 = aanvaardbaar; 3,5-4,0 = matig; > 4,0 = onvoldoende Frietkleur oogst '13 / mei '14 Frietkleur van de rassen oogst 2013 en na lange bewaring tot mei 2014 (bij 8 C) op een schaal van 0 tot 6 met < 2,5 = zeer goed; 2,5-3,0 = goed; 3,0-3,5 = aanvaardbaar; 3,5-4,0 = matig; > 4,0 = onvoldoende Smaak na koken Smaak na koken op een schaal van 1 tot 9 met 1 = slecht tot 9 = zeer goed (zonder proefplaats Sint-Niklaas) Grauwverkleuring Na afkoelen (na smaaktest) met 1 = geen tot 9 = zeer sterke grauwverkleuring Kleur, uitzicht en smaak chips Kleur, uitzicht en smaak op een schaal v an 1 tot 9 met 1 = zeer slecht tot 9 = zeer goed Schurft Gewone schurft en lakschurft na oogst op een schaal van 0 = geen schurft tot 100 = heel veel schurft Uitzicht en regelmaat v orm Op een schaal v an 1 tot 9 met 1 = slecht tot 9 = zeer goed LCA 2014 Landbouwcentrum Aardappelen - resultaten

12 Tabel 3 Resultaten late frietrassen Raskenmerken Gewaskenmerken Opbrengst Kwaliteit Kweekbedrijf Vroegheid Resistentie nematoden Phytophthora loof Phytophthora knol Kringerigheid Plantafstand in de rij % opkomst % afrijping Stengels/struik Knollen/struik Opbrengst +35mm 1 % +50 mm Knollengte Onderwatergewicht % drijvers 1,06 Blauwgevoeligheid Frietkleur oogst '14 Frietkleur oogst '13 / mei '14 Smaak na koken Grauwverkleuring Gewone schurft Lakschurft Bintje div erse 6,5 v atbaar , , , ,6 2,0 / 2,6 6,3 1, Action Agrico 7,5 Ro , , , ,6 1,9 / 1,8 4,8 1, Cronos Danespo 7,0 Ro1 Pa2, , , , ,7-2,8 2, Dione HZPC 6,5 Ro1, , , , ,3 2,1 / 2,2 4,1 2, Fontane Agrico 5,5 Ro , , , ,4 1,7 / 1,7 5,0 2, Jurata Europlant 5,5 Ro , , , ,4-4,8 1, Lady Sara Meijer 6,0 Ro , , , ,9-4,5 1, Leonardo HZPC 6,5 Ro1,2,3 Pa , , , ,4-6,0 1, Ludmilla Denhartigh 7,0 Ro , , , ,3 1,8 / 2,1 5,3 1, Nav igator HZPC 5,5 v atbaar , , , ,8 2,4 / 2,9 4,6 1, Ottaw a Europlant 6,0 Ro , , , ,7-3,7 1, Performer Agrico 5,5 Ro1 Pa2, , , , ,2 2,5 / 2,4 2,8 1, Gemiddeld , , , ,5 4,5 1, De opbrengst v an Bintje over de 6 proefplaatsen heen was 64,2 ton/ha. Om v ergelijkbaar te zijn met de praktijk wordt deze opbrengst met 20% verminderd (spuitsporen, kopakkers, ). Dit brengt de opbrengst van Bintje op 51,4 ton/ha. LCA 2014 Landbouwcentrum Aardappelen - resultaten

13 Tabel 4 Resultaten chipsrassen Raskenmerken Gewaskenmerken Opbrengst Kwaliteit Kweekbedrijf Vroegheid Resistentie nematoden Phytophthora loof Phytophthora knol Kringerigheid Plantafstand in de rij % opkomst % afrijping Stengels/struik Knollen/struik Opbrengst +35mm 1 % mm Onderwatergewicht % drijvers 1,06 Blauwgevoeligheid Chipskleur oogst '14 Uitzicht chips Smaak chips Gewone schurft Lakschurft Lady Claire Meijer 7,5 Ro , , ,1 6,8 7, Endeavour DenHartigh 7,0 Ro , , ,6 3,6 4, Heraclea HZPC 6,5 v atbaar , , ,0 6,7 6, M adison Europlant 7,0 Ro , , ,9 6,1 5, Rumba Europlant 6 Ro , , ,7 5,0 5, Gemiddeld , , ,3 5,6 6, De opbrengst van Lady Claire over de 3 proefplaatsen heen was 50,0 ton/ha. Om v ergelijkbaar te zijn met de praktijk wordt deze opbrengst met 20% verminderd (spuitsporen, kopakkers, ). LCA 2014 Dit brengt de opbrengst van Lady Claire op 40,0 ton/ha. Landbouwcentrum Aardappelen - resultaten

14 Tabel 5 Resultaten vroege frietrassen Raskenmerken Gewaskenmerken Opbrengst Kwaliteit Kweekbedrijf Vroegheid Resistentie nematoden Phytophthora loof Phytophthora knol Kringerigheid Plantafstand in de rij % opkomst % afrijping Stengels/struik Knollen/struik Opbrengst +35mm 1 % +50 mm Onderwatergewicht % drijvers 1,06 Blauwgevoeligheid Frietkleur oogst '14 Smaak na koken Grauwverkleuring Gewone schurft Lakschurft Première diverse 8,5 Ro , , ,2 5,5 1, Ibiza Schaap 8,0 Ro , , ,2 6,0 2, De opbrengst van Première was 54,9 ton/ha. Om vergelijkbaar te zijn met de praktijk wordt deze opbrengst met 20% verminderd (spuitsporen, kopakkers, ). Dit brengt de opbrengst van Première op 43,9 ton/ha. LCA 2014 Landbouwcentrum Aardappelen - resultaten

15 Tabel 6 Resultaten versmarktrassen Raskenmerken Gewaskenmerken Opbrengst Kwaliteit Kweekbedrijf Vroegheid Resistentie nematoden Phytophthora loof Phytophthora knol Kringerigheid Plantafstand in de rij % opkomst % afrijping Stengels/struik Knollen/struik Opbrengst +30mm 1 % mm Onderwatergewicht % drijvers 1,06 Blauwgevoeligheid Frietkleur oogst '14 Smaak na koken Grauwverkleuring Gewone schurft Lakschurft Uitzicht knol Regelmaat van vorm C harlotte diverse 7,0 vatbaar , ,8 81 2,9 6,8 1, ,0 5,8 Annabelle HZPC 7,5 Ro1,2, ,4 82-5,5 1, ,5 8,0 Antonia Europlant 7,0 Ro , ,8 21 3,4 5,3 1, ,5 7,8 Ballerina Danespo 7,5 vatbaar , ,8 29 1,7 4,5 1, ,0 7,8 C ilena Europlant 7,0 Ro ,6 76-7,0 1, ,5 5,0 Lilly Denhartigh 7,0 Ro , ,9 36 3,4 4,8 1, ,8 7,5 Luciole Stet 8,0 Ro , ,0 57 2,8 6,0 1, ,8 4,8 Picobello Agroplant 7,0 vatbaar , ,1 56 2,9 5,0 1, ,3 6,3 Saline HZPC 7,5 Ro , ,2 46 2,8 4,8 1, ,3 5,8 Venezia Europlant 8,0 Ro , , ,1 6,3 1, ,5 5,5 C harlotte diverse 7,0 vatbaar , ,5 1, ,0 5,0 Gemiddeld , ,9 5,6 1, ,5 6,3 1 De opbrengst van Charlotte over de 2 proefplaatsen heen was 56,8 ton/ha. Om vergelijkbaar te zijn met de praktijk w ordt deze opbrengst met 20% verminderd (spuitsporen, kopakkers, ). LCA 2014 Dit brengt de opbrengst van Charlotte op 45,4 ton/ha. Landbouwcentrum Aardappelen - resultaten

Opbrengst en kwaliteit van (half)vroege en late rassen

Opbrengst en kwaliteit van (half)vroege en late rassen Opbrengst en kwaliteit van (half)vroege en late rassen V. De Blauwer (Inagro), D. Cauffman (PIBO), A. Demeyere (VO-ADLO), I. Eeckhout (PCA), D. Martens (LTCW), P. Vermeulen (VTI) Samenvatting Alle rassenproeven

Nadere informatie

Opbrengst en kwaliteit van (half)vroege en late rassen in Vlaanderen

Opbrengst en kwaliteit van (half)vroege en late rassen in Vlaanderen Opbrengst en kwaliteit van (half)vroege en late rassen in Vlaanderen - 2016 V. De Blauwer (Inagro), D. Cauffman (PIBO), I. Eeckhout (PCA), D. Martens (LTCW), P. Vermeulen (VTI) Samenvatting De diverse

Nadere informatie

Opbrengst en kwaliteit van halfvroege en late aardappelrassen

Opbrengst en kwaliteit van halfvroege en late aardappelrassen Foto: Patrick Dieleman Opbrengst en kwaliteit van halfvroege en late aardappelrassen akkerbouw aardappelen In het kader van het Programma Landbouwcentrum Aardappelen werden vorig jaar op 8 locaties in

Nadere informatie

Copyright Boerenbond. Aardappelrassen vergeleken

Copyright Boerenbond. Aardappelrassen vergeleken Kenmerkend voor 2010 waren het koude voorjaar en de droge en warme maand juli. Sommige rassen hadden dan ook te maken met doorwas. Vanaf de tweede helft van augustus begon het te regenen. Het bleef nat

Nadere informatie

Opbrengst en kwaliteit van halfvroege en late rassen

Opbrengst en kwaliteit van halfvroege en late rassen Opbrengst en kwaliteit van halfvroege en late rassen V. De Blauwer (Inagro), A. Demeyere (VOADLO), P. Vermeulen (VTI), D. Martens (LTCW), D. Cauffman (PIBO) Samenvatting Met uitzondering van één proefperceel

Nadere informatie

Hoofdstuk Opbrengst en kwaliteit van halfvroege en late rassen

Hoofdstuk Opbrengst en kwaliteit van halfvroege en late rassen Hoofdstuk Opbrengst en kwaliteit van halfvroege en late rassen I. Eeckhout (PCA), A. Demeyere (VO-ADLO) Samenvatting Ondanks een iets latere plantdatum verliep de groei en ontwikkeling van de rassen in

Nadere informatie

5.1 Opbrengst en kwaliteit van halfvroege en late rassen

5.1 Opbrengst en kwaliteit van halfvroege en late rassen 5.1 Opbrengst en kwaliteit van halfvroege en late rassen V. De Blauwer (PCA), A. Demeyere (VOADLO), P. Vermeulen (VTI), D. Martens (LTCW), D. Cauffman (PIBO) Samenvatting Kenmerkend voor 2011 was het droge

Nadere informatie

5.1 Opbrengst en kwaliteit van halfvroege en late rassen

5.1 Opbrengst en kwaliteit van halfvroege en late rassen 5.1 Opbrengst en kwaliteit van halfvroege en late rassen V. De Blauwer (PCA), A. Demeyere (VOADLO), P. Vermeulen (VTI), D. Martens (LTCW), J. Fagard (PIBO) Samenvatting Kenmerkend voor 2010 was het koude

Nadere informatie

1 Rassenproeven aardappelen Rassenproef te Tongeren Proefveldgegevens Opbrengst en sortering LCA rassenproef 9

1 Rassenproeven aardappelen Rassenproef te Tongeren Proefveldgegevens Opbrengst en sortering LCA rassenproef 9 Inhoudsopgave 1 Rassenproeven aardappelen 5 1.1 Rassenproef te Tongeren 5 1.1.1 Proefveldgegevens 6 1.1.2 Opbrengst en sortering 8 1.2 LCA rassenproef 9 1.2.1 Algemeen 9 1.2.2 Opbrengsten en sortering

Nadere informatie

1 Rassenproeven aardappelen Rassenproef te Tongeren Proefveldgegevens Ontledingsuitslag bouwlaaganalyse 8

1 Rassenproeven aardappelen Rassenproef te Tongeren Proefveldgegevens Ontledingsuitslag bouwlaaganalyse 8 Inhoudsopgave 1 Rassenproeven aardappelen 5 1.1 Rassenproef te Tongeren 5 1.1.1 Proefveldgegevens 6 1.1.1.1 Ontledingsuitslag bouwlaaganalyse 8 1.1.1.2 N-index 9 1.2 LCA rassenproef 10 1.2.1 Samenvatting

Nadere informatie

Groeicurve Première en Sinora (2016)

Groeicurve Première en Sinora (2016) Groeicurve en (2016) V. De Blauwer (Inagro) Samenvatting Al verschillende jaren op rij volgen PCA en Inagro de groei op van meerdere (half)vroege rassen op praktijkpercelen. Tijdens 2016 werden 8 velden

Nadere informatie

9.1 Kiemremming van in het veld

9.1 Kiemremming van in het veld 9.1 Kiemremming van in het veld V. De Blauwer (PCA), Annie Demeyere (ADLO), P. Vermeulen (VTI), J. Fagard (PIBO), R. Van Avermaet (LTCW) Samenvatting Voor het vierde jaar op rij werden het voorbije groeiseizoen

Nadere informatie

Groeicurve Bintje en Fontane 2014

Groeicurve Bintje en Fontane 2014 Groeicurve en 2014 V. De Blauwer (Inagro), D. Florins (FIWAP), H. Rasmont (CARAH) Samenvatting Net zoals de vorige jaren werd tijdens het groeiseizoen van 2014 de groei van opgevolgd op 29 praktijkpercelen.

Nadere informatie

Groeicurve Amora en Anosta (2015)

Groeicurve Amora en Anosta (2015) 4.1 Groeicurve en (2015) V. De Blauwer (Inagro) Samenvatting Al verschillende jaren op rij volgen PCA en Inagro de groei op van meerdere (half)vroege rassen op praktijkpercelen. Tijdens 2015 werden 9 velden

Nadere informatie

Groeicurve Première en Anosta

Groeicurve Première en Anosta 4.1 Groeicurve Première en Anosta V. De Blauwer (PCA) Samenvatting In navolging van vorig jaar volgde het PCA de groei op van Première en Anosta op telkens acht praktijkpercelen. De gemiddelde opbrengst

Nadere informatie

Jolien Bode, Technisch onderzoeksmedewerker

Jolien Bode, Technisch onderzoeksmedewerker Jolien Bode, Technisch onderzoeksmedewerker Areaal aardappelen 2017 Proeven aangelegd in 2017 Rassenproef frietaardappelen 10 rassen in proef Variabel poten SMART Crops Groeicurve Fontane Bintje Bladmeststoffen

Nadere informatie

Groeicurve Bintje en Fontane 2015

Groeicurve Bintje en Fontane 2015 Groeicurve en 2015 V. De Blauwer (Inagro), D. Florins (FIWAP), H. Rasmont (CARAH) Samenvatting Net zoals de vorige jaren werd tijdens het groeiseizoen van 2015 de groei van opgevolgd op 26 praktijkpercelen.

Nadere informatie

Groeicurve Bintje en Fontane 2016

Groeicurve Bintje en Fontane 2016 Groeicurve Bintje en Fontane 2016 V. De Blauwer (Inagro), D. Florins (FIWAP), H. Rasmont (CARAH) Samenvatting Net zoals de vorige jaren werd tijdens het groeiseizoen van 2016 de groei van Bintje opgevolgd

Nadere informatie

8.3 Doorwas in aardappelen voorkomen? Proefervaringen in 2010 A. Demeyere (ADLO), D. Cauffman (PIBO), V. De Blauwer (PCA), E.

8.3 Doorwas in aardappelen voorkomen? Proefervaringen in 2010 A. Demeyere (ADLO), D. Cauffman (PIBO), V. De Blauwer (PCA), E. 8.3 Doorwas in aardappelen voorkomen? Proefervaringen in 2010 A. Demeyere (ADLO), D. Cauffman (PIBO), V. De Blauwer (PCA), E. Hofmans (ADLO) Samenvatting Doorwas is een gevolg van hoge temperaturen in

Nadere informatie

Rassenproef CONSUMPTIEAARDAPPELEN 2012

Rassenproef CONSUMPTIEAARDAPPELEN 2012 Interprovinciaal proefcentrum voor de aardappelteelt vzw Rassenproef CONSUMPTIEAARDAPPELEN 2012 Proefcode: RSE12WL Offerte code: In opdracht van: Servagri SA Uitvoering door: Interprovinciaal Proefcentrum

Nadere informatie

Resultaten praktijkproeven AARDAPPELEN 2015

Resultaten praktijkproeven AARDAPPELEN 2015 Resultaten praktijkproeven AARDAPPELEN 2015 VRIJ TECHNISCH INSTITUUT Land- en Tuinbouw Proefbedrijf Schipvaarthoeve Boeschepestraat 44 Schipvaartweg 8 8970 Poperinge 8970 Poperinge Tel. 057/ 34 65 55 Patrick.vermeulen@vsop.be

Nadere informatie

9.2 Ervaringen met niet-kerende grondbewerking in aardappelen ( )

9.2 Ervaringen met niet-kerende grondbewerking in aardappelen ( ) 9.2 Ervaringen met niet-kerende grondbewerking in aardappelen (-) V. De Blauwer (PCA), D. Cauffman (PIBO-Campus), P. Vermeulen (VTI), L. Serlet (Proclam) Samenvatting Aangezien aardappelen op ruggen geteeld

Nadere informatie

Rijenbemesting en fractioneren 2012

Rijenbemesting en fractioneren 2012 Rijenbemesting en fractioneren 2012 V. De Blauwer (Inagro), J. Bries (BDB), M. Goeminne (PCA) Samenvatting Het nitraatresidu ligt na de teelt van aardappelen vaak te hoog. Aardappelen springen namelijk

Nadere informatie

Evolutie van de Belgische voorraden

Evolutie van de Belgische voorraden Evolutie van de Belgische voorraden 2012-2013 V. De Blauwer (Inagro), D. Florins (FIWAP), P. Lebrun (FIWAP) Samenvatting Jaarlijks houden FIWAP, CARAH, PCA en Inagro een enquête om de evolutie van de aardappelvoorraden

Nadere informatie

Het gebruik van humuszuren bij de bemesting van aardappelen

Het gebruik van humuszuren bij de bemesting van aardappelen 8.4 Het gebruik van humuszuren bij de bemesting van aardappelen A. Elsen en J. Bries (BDB) Samenvatting In 2010 werden door de Bodemkundige Dienst van België 2 proefvelden aangelegd om het gebruik van

Nadere informatie

STUDIEAVOND AARDAPPELEN Land- en tuinbouw Poperinge

STUDIEAVOND AARDAPPELEN Land- en tuinbouw Poperinge STUDIEAVOND AARDAPPELEN 2018 Land- en tuinbouw Poperinge Neerslaggegevens Poperinge 2018 140 120 100 Totaal gemiddeld per jaar : 797 l/m² Totaal Poperinge in 2018 : 728 l/m² 80 60 40 20 0 Sept '17 Okt

Nadere informatie

Resultaten praktijkproeven AARDAPPELEN 2016

Resultaten praktijkproeven AARDAPPELEN 2016 Resultaten praktijkproeven AARDAPPELEN 2016 VRIJ TECHNISCH INSTITUUT Land- en Tuinbouw Proefbedrijf Schipvaarthoeve Boeschepestraat 44 Schipvaartweg 8 8970 Poperinge 8970 Poperinge Tel. 057/ 34 65 55 Patrick.vermeulen@vsop.be

Nadere informatie

Het gebruik van humuszuren bij de bemesting van aardappelen

Het gebruik van humuszuren bij de bemesting van aardappelen 8.4 Het gebruik van humuszuren bij de bemesting van aardappelen - 2011 W. Odeurs en J. Bries (BDB) Samenvatting Bodemkundige Dienst van België heeft in 2011 twee proefvelden aangelegd om het gebruik van

Nadere informatie

Resultaten praktijkproeven AARDAPPELEN 2018

Resultaten praktijkproeven AARDAPPELEN 2018 Resultaten praktijkproeven AARDAPPELEN 2018 VRIJ TECHNISCH INSTITUUT Land- en Tuinbouw Proefbedrijf Schipvaarthoeve Boeschepestraat 44 Schipvaartweg 8 8970 Poperinge 8970 Poperinge Tel. 057/ 34 65 55 Patrick.vermeulen@vsop.be

Nadere informatie

Nieuwe rassen dienen zich aan

Nieuwe rassen dienen zich aan Nieuwe rassen dienen zich aan L. Delanote (Inagro), J. Rapol (Inagro) Samenvatting Rassenkeuze is het belangrijkste wapen tegen aardappelplaag in de biologische teelt. Sarpo Mira, Bionica en Toluca hebben

Nadere informatie

Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven

Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven V. De Blauwer (Inagro), W. Odeurs (BDB), M. Goeminne (PCA) Samenvatting Het is moeilijk voor een teler om het nitraatresidu na de teelt

Nadere informatie

Resultaten praktijkproeven AARDAPPELEN 2017

Resultaten praktijkproeven AARDAPPELEN 2017 Resultaten praktijkproeven AARDAPPELEN 2017 VRIJ TECHNISCH INSTITUUT Land- en Tuinbouw Proefbedrijf Schipvaarthoeve Boeschepestraat 44 Schipvaartweg 8 8970 Poperinge 8970 Poperinge Tel. 057/ 34 65 55 Patrick.vermeulen@vsop.be

Nadere informatie

DOORWAS EEN PROBLEEM IN 2015?

DOORWAS EEN PROBLEEM IN 2015? DOORWAS EEN PROBLEEM IN 2015? Hoe voorkom ik doorwas? Ilse Eeckhout, PCA Seizoen 2015 - droog 01/06/2015 03/06/2015 05/06/2015 07/06/2015 09/06/2015 11/06/2015 13/06/2015 15/06/2015 17/06/2015 19/06/2015

Nadere informatie

Oogsttijdstip en kwaliteit bij plaagresistente biologische aardappel 2015

Oogsttijdstip en kwaliteit bij plaagresistente biologische aardappel 2015 Oogsttijdstip en kwaliteit bij plaagresistente biologische aardappel 2015 Karel Dewaele, Lieven Delanote, Johan Rapol, Inagro Doel In de rassenproeven biologische aardappel van Inagro halen verschillende

Nadere informatie

Nieuwe rassen dienen zich aan

Nieuwe rassen dienen zich aan Rassenproef aardappelen biologische teelt 2013 Nieuwe rassen dienen zich aan Lieven Delanote, Johan Rapol Rassenkeuze blijft het belangrijkste wapen tegen aardappelplaag in de biologische teelt. De voorbije

Nadere informatie

Sterke rassen weerstaan hoge plaagdruk (2014)

Sterke rassen weerstaan hoge plaagdruk (2014) Sterke rassen weerstaan hoge plaagdruk (2014) K.. Dewaele (Inagro), L. Delanote (Inagro), J. Rapol (Inagro) Samenvatting In 2014 zorgde de vroege en zeer hoge plaagdruk voor een grondige selectie in de

Nadere informatie

Resultaten praktijkproeven Aardappelen 2014

Resultaten praktijkproeven Aardappelen 2014 Resultaten praktijkproeven Aardappelen 2014 vzw V.S.O.P. ST.- BERTINUS VRIJ TECHNISCH INSTITUUT Land- en Tuinbouw Proefbedrijf Schipvaarthoeve Boeschepestraat 44 Schipvaartweg 8 8970 Poperinge 8970 Poperinge

Nadere informatie

RASSENKEUZE BIOLOGISCHE AARDAPPELEN. Lieven Delanote, Karel Dewaele - Inagro

RASSENKEUZE BIOLOGISCHE AARDAPPELEN. Lieven Delanote, Karel Dewaele - Inagro RASSENKEUZE BIOLOGISCHE AARDAPPELEN Lieven Delanote, Karel Dewaele - Inagro Bio in Vlaanderen - consumptie Aardappelen vers: > 5 % marktaandeel Voorbije 5 jaar x 2 2 Biologische teelt EU Lastenboek Bio

Nadere informatie

10.2 Rassenproef biologische aardappelen

10.2 Rassenproef biologische aardappelen 10.2 Rassenproef biologische aardappelen L. Delanote (PCBT), K. Demeulemeester (PCA) Samenvatting Het proefjaar 2011 werd opnieuw gekenmerkt door extremen in het weer. Het was droog en warm van april tot

Nadere informatie

AARDAPPELEN. nr variëteit maat zaadhuis. 1 Agria Bioselect Agrico/Binst. 2 Biogold Van Rijn. 3 Charlotte Bio Terra (Binst)

AARDAPPELEN. nr variëteit maat zaadhuis. 1 Agria Bioselect Agrico/Binst. 2 Biogold Van Rijn. 3 Charlotte Bio Terra (Binst) AARDAPPELEN 1 Proefopzet Variëteitenproef in samenwerking met het PCBT te Beitem. Doel is om samen met het PCBT op zoek te gaan naar variëteiten die geschikt zijn voor de biologische teeltwijze. Hiertoe

Nadere informatie

10.2 Rassenproef biologische aardappelen

10.2 Rassenproef biologische aardappelen 10.2 Rassenproef biologische aardappelen L. Delanote (PCBT), K. Demeulemeester (PCA) Samenvatting Door de droge weersomstandigheden in mei tot juli 2010 werd in deze proef geen plaag vastgesteld. Dit is

Nadere informatie

9.4 Invloed koude tijdens bewaring pootgoed K. Demeulemeester (Inagro)

9.4 Invloed koude tijdens bewaring pootgoed K. Demeulemeester (Inagro) 9.4 Invloed koude tijdens bewaring pootgoed K. Demeulemeester (Inagro) Samenvatting Pootgoed wordt bewaard bij lage temperatuur. Dit heeft o.a. voordeel naar een maximale kiemrust, tragere fysiologische

Nadere informatie

Belgisch areaal aardappelen 2015

Belgisch areaal aardappelen 2015 02.4 Belgisch areaal aardappelen 2015 V. De Blauwer (Inagro), D. Florins (FIWAP) Samenvatting In 2015 werden iets minder aardappelen uitgeplant. De daling was echter beperkt en het totale areaal blijft

Nadere informatie

Evolutie van de Belgische voorraden

Evolutie van de Belgische voorraden Evolutie van de Belgische voorraden 2015-2016 V. De Blauwer (Inagro), D. Florins (FIWAP), P. Lebrun (FIWAP) Samenvatting Jaarlijks houden FIWAP, CARAH, PCA en Inagro een enquête om de evolutie van de aardappelvoorraden

Nadere informatie

Rassenevolutie Vlaanderen

Rassenevolutie Vlaanderen Rassenevolutie Vlaanderen 15 jaar praktijkopvolging V. De Blauwer (PCA/Inagro), Oudenaarde 26 januari 16 Overzicht Statbel en verzamelaanvraag Jaarlijkse peiling PCA/Inagro Eigen onderzoek Overzicht Statbel

Nadere informatie

Rassenproef biologische aardappelteelt (2016)

Rassenproef biologische aardappelteelt (2016) Rassenproef biologische aardappelteelt (2016) K. Dewaele (Inagro), L. Delanote (Inagro), J. Rapol (Inagro) Samenvatting De aardappelrassen overwonnen in de rassenproef bio aardappel 2016 onder meer wateroverlast,

Nadere informatie

Rijenbemesting in de aardappelteelt

Rijenbemesting in de aardappelteelt Rijenbemesting in de aardappelteelt V. De Blauwer (Inagro), W. Odeurs (BDB), M. Goeminne (PCA) Samenvatting Er komt steeds meer interesse uit de praktijk voor rijenbemesting. In kader van het ADLOdemonstratieproject

Nadere informatie

CRITERIA VOOR HET ONDERZOEK VAN DE RASSEN MET HET OOG OP HUN TOELATING TOT DE CATALOGUS AARDAPPELEN (Solanum tuberosum L.

CRITERIA VOOR HET ONDERZOEK VAN DE RASSEN MET HET OOG OP HUN TOELATING TOT DE CATALOGUS AARDAPPELEN (Solanum tuberosum L. 1/9 CRITERIA VOOR HET ONDERZOEK VAN DE RASSEN MET HET OOG OP HUN TOELATING TOT DE CATALOGUS AARDAPPELEN (Solanum tuberosum L.) - 13/12/2013 I ONDERZOEK VAN DE ONDERSCHEIDBAARHEID, DE HOMOGENITEIT EN DE

Nadere informatie

Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt?

Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt? Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt? J. Bonnast (BDB), W. Odeurs (BDB) Samenvatting Het optimaliseren van de teelttechniek is een uitdaging voor iedere

Nadere informatie

Aanaarden in één of twee werkgangen

Aanaarden in één of twee werkgangen 9.1 Aanaarden in één of twee werkgangen V. De Blauwer (Inagro) Samenvatting Bij een definitieve rugopbouw direct na het planten wordt de opkomst vertraagd. Dit vergroot de kans op aantasting van de kiemen

Nadere informatie

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009) BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009) Let wel: de proeven aangelegd door het LCG in 2009 werden uitgevoerd conform de bemestingsnormen die van kracht waren in 2009. Deze bemestingsnormen

Nadere informatie

Rassenproef aardappelen biologische teelt 2017

Rassenproef aardappelen biologische teelt 2017 Rassenproef aardappelen biologische teelt 2017 Karel Dewaele, Lieven Delanote, Johan Rapol, Inagro Droogte overheerste de rassenproef bio aardappel 2017. In het aanbod zien we het aandeel plaagresistente

Nadere informatie

Rassenproef aardappelen biologische teelt 2016: Plaagresistent aanbod breidt fors uit

Rassenproef aardappelen biologische teelt 2016: Plaagresistent aanbod breidt fors uit Rassenproef aardappelen biologische teelt 2016: Plaagresistent aanbod breidt fors uit Karel Dewaele, Lieven Delanote, Johan Rapol, Inagro De aardappelrassen overwonnen in de rassenproef bio aardappel 2016

Nadere informatie

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009) - 1 - BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit ) Let wel: de proeven aangelegd door het LCG in 2009 werden uitgevoerd conform de bemestingsnormen die van kracht waren in 2009. Deze bemestingsnormen van 2009 zijn

Nadere informatie

8.1 Stikstofbemesting en gebruik chlorofylmeter in aardappelen in Wallonië (2011)

8.1 Stikstofbemesting en gebruik chlorofylmeter in aardappelen in Wallonië (2011) 8.1 Stikstofbemesting en gebruik chlorofylmeter in aardappelen in Wallonië (2011) J.P. Goffart (CRA-W), Pierre Vereecke (FIWAP), Karel Vandemeulebroecke (CARAH), Mostafa Khalidi (Nitrawal) Samenvatting

Nadere informatie

Raseigenschappen biologische aardappelen. Vermeerdering Biologisch Uitgangsmateriaal (VBU) KW0826 Door: Douwe Werkman

Raseigenschappen biologische aardappelen. Vermeerdering Biologisch Uitgangsmateriaal (VBU) KW0826 Door: Douwe Werkman Raseigenschappen biologische aardappelen. Vermeerdering Biologisch Uitgangsmateriaal (VBU) KW0826 Door: Douwe Werkman Inleiding In opdracht van VBU (Vermeerdering Biologisch Uitgangsmateriaal) werd in

Nadere informatie

Stikstofbemesting bij biologische aardappelen

Stikstofbemesting bij biologische aardappelen Stikstofbemesting bij biologische aardappelen A. Beeckman (Inagro), J. Rapol (Inagro), L. Delanote (Inagro) Samenvatting Uit proeven van voorgaande jaren kwam naar voor dat stalmest te traag werkt om optimaal

Nadere informatie

Variabel aardappelen poten

Variabel aardappelen poten Variabel aardappelen poten Inleiding Eind 2017 is een operationele groep gestart waarbij het toepassen van variabel aardappelen poten van dichtbij werd bekeken (financiering door de Vlaamse Overheid).

Nadere informatie

Verslag. Voorkiemproef aardappelen biologische teelt 2004 (1)

Verslag. Voorkiemproef aardappelen biologische teelt 2004 (1) Interprovinciaal Proefcentrum voor de Biologische Teelt (P.C.B.T.) v.z.w. Ieperseweg 87 8800 RUMBEKE Tel. : 051/26 14 00 Fax. : 051/24 00 20 e-mail : povlt.pcbt@west-vlaanderen.be Verslag Voorkiemproef

Nadere informatie

Resultaten praktijkproeven Aardappelen 2013

Resultaten praktijkproeven Aardappelen 2013 Resultaten praktijkproeven Aardappelen 2013 vzw V.S.O.P. ST.- BERTINUS VRIJ TECHNISCH INSTITUUT Land- en Tuinbouw Proefbedrijf Schipvaarthoeve Boeschepestraat 44 Schipvaartweg 8 8970 Poperinge 8970 Poperinge

Nadere informatie

C. Meijer BV Lady Anna. Willem in t Anker

C. Meijer BV Lady Anna. Willem in t Anker C. Meijer BV Lady Anna Willem in t Anker Historie CMK 2001-022-033 Doel: goed bewaarbaar frietras met goede verwerkingseigenschappen Oogst 2009 eerste pootgoed productie buiten kweekbedrijf Oogst 2014

Nadere informatie

Onderzoek naar de gevoeligheid van aardappelrassen voor kringerigheid, op percelen met Trichodorus primitivus besmet met tabaksratelvirus.

Onderzoek naar de gevoeligheid van aardappelrassen voor kringerigheid, op percelen met Trichodorus primitivus besmet met tabaksratelvirus. Onderzoek naar de gevoeligheid van aardappelrassen voor kringerigheid, op percelen met Trichodorus primitivus besmet met tabaksratelvirus. E.G. Schepel HLB BV Februari 2007 Projectnummer: 2993 Dit project

Nadere informatie

Endeavour Labella. Belmonda. Lanorma Granola. Connect. Amanda. Forza. Eos

Endeavour Labella. Belmonda. Lanorma Granola. Connect. Amanda. Forza. Eos verzicht van raseigenschappen (onder Nederlandse omstandigheden) erklaring BCDE = pathotype = vatbaar = = vatbaar Z = zeer-vroeg R = vroeg M = midden-vroeg ML = midden-laat Schilkleur = L = licht R = rood

Nadere informatie

Teelt van nieuwe consumptieaardappelrassen in Zuidoost-Nederland

Teelt van nieuwe consumptieaardappelrassen in Zuidoost-Nederland Teelt van nieuwe consumptieaardappelrassen in Zuidoost-Nederland Resultaten van groeiseizoen 2010 DLV Plant De Drieslag 25 8251 JZ Dronten T 0321 38 88 41 F 0321 33 83 44 E info@dlvplant.nl www.dlvplant.nl

Nadere informatie

Rassenproef biologische triticale : Droogte staat goede opbrengst niet in de weg

Rassenproef biologische triticale : Droogte staat goede opbrengst niet in de weg Rassenproef biologische triticale 2014-2015: Droogte staat goede opbrengst niet in de weg Karel Dewaele, Lieven Delanote, Inagro Gunther Leyssens, PIBO Triticale is met ongeveer 250 ha het belangrijkste

Nadere informatie

Aanaarden in één of twee werkgangen

Aanaarden in één of twee werkgangen 9.1 Aanaarden in één of twee werkgangen V. De Blauwer (Inagro) Samenvatting Bij een definitieve rugopbouw direct na het planten wordt de opkomst vertraagd. Dit vergroot de kans op aantasting van de kiemen

Nadere informatie

Seizoen Droogte, hitte, lage opbrengsten, doorwas,

Seizoen Droogte, hitte, lage opbrengsten, doorwas, Seizoen 2018 Droogte, hitte, lage opbrengsten, doorwas, Het weer in 2018 uiterst warm zeer zonnig droog Gem. temperatuur: 11,9 C = evenaring jaarrecord 2014 (normaal 10,5 C) 6 de zonnigste jaar ooit sinds

Nadere informatie

Rassencatalogus 2017/18

Rassencatalogus 2017/18 Rassencatalogus 2017/18 Uw aantekeningen: Chips rassen Meer informatie: CMK2009-630-001 CMK2008-035-009 RAS LADY AMARILLA SATURNA LADY CLAIRE HERMES LADY ROSETTA Opbrengst (bruto) Medium Medium Medium

Nadere informatie

Rassencatalogus 2016/17

Rassencatalogus 2016/17 Rassencatalogus 2016/17 Uw aantekeningen: Chips rassen Meer informatie: CMK2009-630-001 CMK2008-035-009 RAS LADY AMARILLA SATURNA LADY CLAIRE HERMES LADY ROSETTA Opbrengst (bruto) Medium Medium Medium

Nadere informatie

Resultaten praktijkproeven Aardappelen 2011

Resultaten praktijkproeven Aardappelen 2011 Resultaten praktijkproeven Aardappelen 2011 vzw V.S.O.P. ST.- BERTINUS VRIJ TECHNISCH INSTITUUT Land- en Tuinbouw Proefbedrijf Schipvaarthoeve Boeschepestraat 44 Schipvaartweg 8 8970 Poperinge 8970 Poperinge

Nadere informatie

Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe biologische teelt

Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe biologische teelt Interprovinciaal Proefcentrum voor de Biologische Teelt (P.C.B.T.) v.z.w. Ieperseweg 87 8800 RUMBEKE Tel. : 051/26 14 00, Fax. : 051/24 00 20 Verslag BT03ZTA_RAS01 Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe

Nadere informatie

Rassencatalogus 2013

Rassencatalogus 2013 Rassencatalogus 2013 Uw aantekeningen: Chips rassen Frites rassen Tafel rassen Chips rassen Lady Amarilla Flexibel in te zetten ras met jaarrond kwaliteit. Lady Claire Fundament voor de chipsindustrie

Nadere informatie

Rassenproef biologische aardappelteelt (2015)

Rassenproef biologische aardappelteelt (2015) Rassenproef biologische aardappelteelt (2015) K.. Dewaele (Inagro), L. Delanote (Inagro), J. Rapol (Inagro) Samenvatting De rassenproef in Beitem werd geplant op 20 april in droge omstandigheden. Een week

Nadere informatie

1) Bodemvruchtbaarheid aardappelpercelen 2) Bladmeststoffen in de aardappelteelt 3) Nitraatresidu 2016

1) Bodemvruchtbaarheid aardappelpercelen 2) Bladmeststoffen in de aardappelteelt 3) Nitraatresidu 2016 1) Bodemvruchtbaarheid aardappelpercelen 2) Bladmeststoffen in de aardappelteelt 3) Nitraatresidu 2016 Jan Bries, Davy Vandervelpen Wendy Odeurs, Jens Bonnast Bodemkundige Dienst van België vzw W. de Croylaan

Nadere informatie

Resultaten praktijkproeven Aardappelen 2009

Resultaten praktijkproeven Aardappelen 2009 Resultaten praktijkproeven Aardappelen 29 vzw V.S.O.P. ST.- BERTINUS VRIJ TECHNISCH INSTITUUT Land- en Tuinbouw Proefbedrijf Schipvaarthoeve Boeschepestraat 44 Schipvaartweg 8 897 Poperinge 897 Poperinge

Nadere informatie

Doel van het onderzoek

Doel van het onderzoek Doel van het onderzoek Compost is een veel gebruikte bodemverbeteraar in meerdere teelten. Diverse soorten zijn verkrijgbaar, waarbij aan sommige soorten middels extra doorgroeien met micro-organismen,

Nadere informatie

Resultaten praktijkproeven Aardappelen 2012

Resultaten praktijkproeven Aardappelen 2012 Resultaten praktijkproeven Aardappelen 2012 vzw V.S.O.P. ST.- BERTINUS VRIJ TECHNISCH INSTITUUT Land- en Tuinbouw Proefbedrijf Schipvaarthoeve Boeschepestraat 44 Schipvaartweg 8 8970 Poperinge 8970 Poperinge

Nadere informatie

Rasresistentie tegen Phytophthora infestans in het loof

Rasresistentie tegen Phytophthora infestans in het loof Rasresistentie tegen Phytophthora infestans in het loof - 2013 V. César (CRA-W) Samenvatting Om de aardappelziekte onder controle te houden zijn heel wat fungicidebehandelingen nodig. Het gebruik van rassen

Nadere informatie

Teelt van nieuwe consumptieaardappelrassen in Zuidoost-Nederland

Teelt van nieuwe consumptieaardappelrassen in Zuidoost-Nederland Teelt van nieuwe consumptieaardappelrassen in Zuidoost-Nederland Resultaten van seizoen '07/'08 DLV Plant De Drieslag 25 8251 JZ Dronten T 0321 38 88 41 F 0321 33 83 44 E info@dlvplant.nl www.dlvplant.nl

Nadere informatie

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw Vergelijking van de efficiëntie van fungiciden tegen valse meeldauw in groene erwt - eigen onderzoek 1 Efficiëntie van middelen tegen valse

Nadere informatie

Kropsla onder glas Rassenproef Zomer 2017

Kropsla onder glas Rassenproef Zomer 2017 PROEFVERSLAG Kropsla onder glas Rassenproef Zomer 2017 Proefnummer: TOAGLA17KSL_RA02 uitgevoerd door: Inagro VZW Ieperseweg 87 8800 Rumbeke-Beitem Afgevaardigd bestuurder: Diensthoofd: Teeltverantwoordelijke:

Nadere informatie

pca Bewaarproblemen oogst 2014

pca Bewaarproblemen oogst 2014 pca Bewaarproblemen oogst 2014 Seizoen 2014 Prachtig voorjaar Zomer: groeizaam weer (plaag ) Natte augustus Hoge temperaturen bij oogst Hoge temperaturen eerste weken bewaring Grote productie Grove knollen,

Nadere informatie

Rassencatalogus 2015/16

Rassencatalogus 2015/16 Rassencatalogus 2015/16 Uw aantekeningen: Chips rassen Ras AMARILLA BRITTA SATURNA CLAIRE HERMES ROSETTA CMK2005-622- 005 CMK2006-048- 014 CMK2008-035- 009 CMK2009-630- 001 Opbrengst (bruto) N N N N H

Nadere informatie

Programma voor vandaag:

Programma voor vandaag: Aardappelteelt Programma voor vandaag: Standdichtheid en benodigde hoeveelheid pootgoed Bemesting van aardappelen Opdrachten no.2 Pauze 10:30 10:45 PowerPoint presentatie / werk in groepen Opdrachten no.

Nadere informatie

VELDSLA ONDER GLAS 2015

VELDSLA ONDER GLAS 2015 VELDSLA ONDER GLAS 2015 Zaaidichtheid 4 e gamma (winter 2015-2016 ) TOAGLA15VSL_TT01 Onderzoek financieel gesteund door GMO. Doel Nagaan wat de invloed is van de zaaidichtheid op opbrengst en geel blad.

Nadere informatie

Rassenproef Butternutpompoen 2012 biologische teelt

Rassenproef Butternutpompoen 2012 biologische teelt Rassenproef Butternutpompoen 2012 biologische teelt Ir. Lieven Delanote, Philippe France Er is een vraag naar diversificatie in het aanbod van biologische pompoenen. Butternut pompoenen komen hierbij nadrukkelijk

Nadere informatie

Rassenproef biologische aardappelteelt

Rassenproef biologische aardappelteelt Rassenproef biologische aardappelteelt Proefnummer: BIOBPR15AAR_RA01 Periode: april september 2015 Regio: West-Vlaanderen inagro vzw Ieperseweg 87 8800 Rumbeke T 051 27 32 00 F 051 24 00 20 E info@inagro.be

Nadere informatie

Endeavour Labella. Belmonda. Lanorma Granola. Connect. Forza. Eos

Endeavour Labella. Belmonda. Lanorma Granola. Connect. Forza. Eos verzicht van raseigenschappen (onder Nederlandse omstandigheden) erklaring BCDE = pathotype = vatbaar = = vatbaar Z = zeer-vroeg R = vroeg M = midden-vroeg ML = midden-laat Schilkleur = L = licht R = rood

Nadere informatie

Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Inleiding Doel en context Proefopzet Inagro ILVO (a) (b) Figuur 1 Tabel 1

Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Inleiding Doel en context Proefopzet Inagro ILVO (a) (b) Figuur 1 Tabel 1 Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Bram Vervisch, Annelies Beeckman, Johan Rapol, Lieven Delanote, Victoria Nelissen, Koen Willekens Inleiding Proeven de voorbije jaren hebben aangetoond

Nadere informatie

Rassenproef biologische aardappelteelt

Rassenproef biologische aardappelteelt Rassenproef biologische aardappelteelt Periode: april september 2018 Regio: West-Vlaanderen inagro vzw Ieperseweg 87 8800 Rumbeke T 051 27 32 00 F 051 24 00 20 E info@inagro.be - www.inagro.be Verslag

Nadere informatie

Het gebruik van ammoniumpolyfosfaat (Hydro Terra) en zwavel in pootaardappelen

Het gebruik van ammoniumpolyfosfaat (Hydro Terra) en zwavel in pootaardappelen Het gebruik van ammoniumpolyfosfaat (Hydro Terra) en zwavel in pootaardappelen KW 362 Door: ing. H.W.G. Floot Inleiding Ammoniumpolyfosfaat (APP) is een vloeibare meststof die zowel stikstof als fosfaat

Nadere informatie

Rassenproef biologische quinoa 2018

Rassenproef biologische quinoa 2018 Rassenproef biologische quinoa 2018 Karel Dewaele, Lieven Delanote, Brecht Vandenbroucke, Inagro Context Quinoa is door zijn unieke eigenschappen een gewas met een brede waaier aan toepassingsmogelijkheden,

Nadere informatie

VOORJAARSBEMESTING IN PREI: EFFECT VAN MAGNESIUM

VOORJAARSBEMESTING IN PREI: EFFECT VAN MAGNESIUM VOORJAARSBEMESTING IN PREI: EFFECT VAN MAGNESIUM Proefcode: OL13 PRBMVJ Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Karreweg 6 9770 Kruishoutem Tel ++

Nadere informatie

QUINOA (CHENOPODIUM QUINOA): DEMONSTRATIEVE RASSENPROEF

QUINOA (CHENOPODIUM QUINOA): DEMONSTRATIEVE RASSENPROEF QUINOA (CHENOPODIUM QUINOA): DEMONSTRATIEVE RASSENPROEF Proefcode: OL14 QURS01 In opdracht van: QUINOBEL François GILBERT de CAUWER Door: PCG vzw Karreweg 6 B-9770 Kruishoutem Tel ++ 32 (0)9 381 86 86

Nadere informatie

Rassenkeuze erwten en veldbonen in combinatie met triticale

Rassenkeuze erwten en veldbonen in combinatie met triticale Rassenkeuze erwten en veldbonen in combinatie met triticale Annelies Beeckman, Karel Dewaele, Lieven Delanote In de zoektocht naar een hogere bedrijfseigen eiwitproductie voert Inagro reeds enkele jaren

Nadere informatie

Aardappelrassen. Bert Huizinga Jaap Grezel

Aardappelrassen. Bert Huizinga Jaap Grezel Aardappelrassen Bert Huizinga Jaap Grezel Inhoud Aardappelrassenproef met suikergehalte en bakcijfers Ontwikkeling aardappelmoeheid m.b.t. de agressieve Am populaties MH demo (bakkenproef) Doel van de

Nadere informatie

Nieuwe rassen komen in het zog van Grandval

Nieuwe rassen komen in het zog van Grandval Nieuwe rassen komen in het zog van Grandval Karel Van Den Berge, Lieven Delanote (Inagro) Gunther Leyssens (PIBO) Triticale is met ongeveer 200 ha het belangrijkste graangewas in de Vlaamse biologische

Nadere informatie

N naar de aardappel brengen en zo N efficiënter benutten

N naar de aardappel brengen en zo N efficiënter benutten N naar de aardappel brengen en zo N efficiënter benutten Technisch eindverslag ADLO-demonstratieproject Projectnr. 2011-03 Inagro, Veerle De Blauwer PCA, Marc Goeminne BDB, Jan Bries Eindverslag technische

Nadere informatie

1) Nitraatresidu ) Bladmeststoffen in de aardappelteelt 3) SNAPP

1) Nitraatresidu ) Bladmeststoffen in de aardappelteelt 3) SNAPP 1) Nitraatresidu 2017 2) Bladmeststoffen in de aardappelteelt 3) SNAPP Jan Bries, Davy Vandervelpen Wendy Odeurs, Jens Bonnast Bodemkundige Dienst van België vzw W. de Croylaan 48-3001 Heverlee Tel 016/310922

Nadere informatie