8.1 Stikstofbemesting en gebruik chlorofylmeter in aardappelen in Wallonië (2011)
|
|
- Norbert Mertens
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 8.1 Stikstofbemesting en gebruik chlorofylmeter in aardappelen in Wallonië (2011) J.P. Goffart (CRA-W), Pierre Vereecke (FIWAP), Karel Vandemeulebroecke (CARAH), Mostafa Khalidi (Nitrawal) Samenvatting Stikstofbijbemesting tijdens het groeiseizoen met behulp van de chlorofylmeter is een methode op punt gesteld door CRA-W en toegepast in de praktijk sinds 2005 (Wallonië). Elk jaar worden verschillende tientallen aardappelpercelen opgevolgd door verschillende Waalse centra. Bij het planten werd slechts 70% van het stikstofadvies voor dat perceel toegediend. Er moet ook een stuk van 200 m² in het perceel aangelegd worden zonder stikstofbemesting. In 2010 moest 50% van de percelen bijbemest worden. Dit artikel herhaalt de praktische werkwijze van de chlorofylmeter. Daarnaast worden de resultaten besproken van praktijkpercelen opgevolgd met de chlorofylmeter. Resultaten van deze praktijkvelden, het proefveld in Gembloux (door CRA-W) en de praktijkpercelen die door diverse instanties werden opgevolgd (FIWAP, CARAH, Nitrawal), laten toe de methode te valideren. Er worden ook enkele praktische aanbevelingen geformuleerd voor het gebruik van de chlorofylmeter als ook een actuele tabel met te hanteren coëfficiënten per ras om de drempelwaarde voor bijbemesting te bepalen. Inleiding Sinds 2005 zorgen FIWAP en CARAH voor sensibilisering rond stikstofbijbemesting in aardappelen in kader van het programma Centre Pilote Pomme de terre (CPP). Deze methode van stikstofbemesting werd op punt gesteld door CRA-W en is gebaseerd op het opstellen van een bemestingsadvies op het perceel en het gebruik van de chlorofylmeter tijdens het groeiseizoen. Ook andere Waalse instellingen promoten de techniek, waaronder de laatste jaren Nitrawal. Het gebruik van de methode wordt ook aangeraden aan de deelnemers van Terra Nostra gecoördineerd door APAQ-W. Elk jaar worden 50 à 80 percelen opgevolgd met deze techniek (tegen betaling). De chlorofylmeter is op dit moment bruikbaar voor een vijftiental rassen waaronder de meest courant geteelde in België. De adviezen voor stikstofbemesting op basis van grondstalen (0-60 cm) genomen in maart (gebaseerd op de stikstofbalans-methode) varieerden tussen 60 en 200 kg N/ha afhankelijk van het ras en het perceel. Bij het planten werd slechts 70% van het desbetreffende advies toegediend. Er moet ook een stuk van 200 m² in het perceel aangelegd worden zonder stikstofbemesting (= nulvenster). Dit dient in een homogeen gedeelte van het veld te liggen. In het geval van een heterogeen perceel moet het veld in 2 of 3 homogenere zones ingedeeld worden. Elke zone moet afzonderlijk opgevolgd worden met elk een eigen nulvenster. Gemiddeld worden op twee tijdstippen chlorofylmetingen uitgevoerd tussen 25 en 55 dagen na opkomst. Bij de metingen wordt de stikstofstatus van het gewas bepaald en nagegaan of het nuttig is om de overige 30% van het stikstofadvies alsnog toe te dienen. Er worden metingen uitgevoerd in het nulvenster en in het perceel zelf. De overige 30% van het advies (tussen 20 en 55 kg N/ha) blijkt nodig te zijn voor ongeveer 2 op de 3 percelen en leidt tot een betere benuttig van de stikstof door het gewas. Dit vertaalt zich meestal in een hoger rendement en vermarktbare sortering. In minstens 1 op de 3 gevallen werd er dus bespaard op meststoffen. Hierdoor daalt de kostprijs voor de minerale bemesting waarvan de prijzen sterk gestegen zijn sinds 2008.
2 Stikstofadvies in Wallonië in 2011 In maart 2011 werden bijna 105 percelen bestemd voor aardappelen (lichte tot zware leemgronden) bemonsterd voor hun minerale stikstofinhoud in het profiel. De staalname gebeurde door laboratoria uit het Requasud netwerk hoofdzakelijk in kader van Terra Nostra gecoördineerd door APAQ-W. De stikstofadviezen werden opgesteld door CRA-W (Gembloux) op basis van de balansmethode (Azobil). Deze methode houdt rekening met de minerale stikstof in de bodem tijdens het voorjaar en de perceelsspecifieke eigenschappen (bodemtype, voorvrucht, organische bemesting, groenbemesters, ). De bodemvoorraad in maart-april in de laag 0-60 cm bedroeg gemiddeld 35 kg N/ha. Het is belangrijk op te merken dat deze voorraad sterk verschilt tussen de percelen, gaande van 10 tot 100 kg N/ha. De meest rijke bodems (die het minst frequent voorkomen) zijn diegene met groenten als voorvrucht zoals erwten, snij- en veldbonen en spinazie. De gemiddelde stikstofadviezen in 2011 voor het ras Bintje, voor de meest voorkomende rotaties, zijn weergegeven in onderstaande tabel. Tabel 1 Gemiddelde stikstofadviezen 2011 (type Bintje) Meest voorkomende situaties Gemiddeld stikstofadvies in 2011, variëteit Bintje (min - max) Voorvrucht granen, stro verwijderd, zonder organische mest, 175 kg N/ha ( ) drijfmest of andere (veruit de meest voorkomende situatie voor aardappelen) Voorvrucht granen, stro verwijderd, met organische mest 142 kg N/ha ( ) Voorvrucht bieten, loof ondergewerkt, zonder organische mest 143 kg N/ha ( ) Voorvrucht erwten, snijbonen, tuinbonen, spinazie 115 kg N/ha (60-160) In het algemeen lagen de adviezen in 2011 voor de meeste percelen hoger in vergelijking met de voorbije tien jaar met uitzondering voor percelen met suikerbieten als voorvrucht (weinig variabel). Gezien de grote verschillen tussen de adviezen voor een individueel perceel is het zeer belangrijk om elk perceel afzonderlijk te behandelen in functie van de voorvrucht en het gebruik van organisch materiaal voor de teelt van aardappelen. Dit wordt duidelijk geïllustreerd in Tabel 1. Dit toont het belang aan van een beslissingsondersteunend systeem zoals de chlorofylmeter. Deze werkwijze laat namelijk toe om de variabele stikstoflevering vanuit de bodem gedurende het groeiseizoen (zeker in het geval van organische bemesting) in te calculeren. Dit kan door te spelen met het stikstofadvies (een inschatting gemaakt in de lente) door het fractioneren van de minerale stikstofbemesting. Opvolgen van praktijkpercelen met de chlorofylmeter in Wallonië in 2011 In 2011 werden respectievelijk 31 en 9 percelen opgevolgd met de chlorofylmeter door FIWAP en CARAH. De opgevolgde rassen waren Bintje (18 percelen), Charlotte (6), Nicola (3), Fontane (2), Challenger (2), Lady Claire (2), Turbo (2), Victoria (1), Musica (1), Altesse (1), Gourmandine (1) en Annabelle (1). Ook Nitrawal heeft de methode toegepast in de praktijk. Op de meeste percelen was er een volledige opkomst tussen 25 april en 28 mei Deze vroege opkomst is het gevolg van de zeer vroege plantdata dankzij de weersomstandigheden die zeer gunstig waren van maart tot begin juni. De metingen met de chlorofylmeter vonden
3 plaats tussen 15 mei tot eind juni met uitzondering van enkele percelen. Op basis van die metingen werd op 48% van de percelen bijbemest (overige 30% van het stikstofadvies) en overwegend in juni. De hoeveelheid van de bijbemesting varieerde tussen 25 en 50 eenheden. Er werd vooral met korrel bijbemest (hoofdzakelijk ammoniumnitraat 27%) door het vroege tijdstip en de terugkeer van regen in juni na een lange droge periode (drie maanden: maart tot eind mei). In enkele gevallen werd er een vloeibare vorm van stikstof gebruikt in 2 of 3 keer toegediend samen met de bestrijding van Phytophthora infestans. Slechts op twee percelen werd ureum toegepast. Het aandeel percelen waarbij bijbemesting nodig was, namelijk 48%, ligt lager dan het gemiddelde van de voorbije 10 jaar (gemiddeld 65 à 70%). Dankzij het gebruik van de chlorofylmeter kan 30% van het advies in de helft van de gevallen uitgespaard worden. Dit bevestigt nogmaals het belang van de chlorofylmeter om te besparen op minerale stikstofbemesting wanneer de stikstoflevering van de bodem groter is dan verwacht werd voor het planten. Jaarlijkse validatie van de methode op proefpercelen in Gembloux (door CRA-W) Elk jaar wordt een proefplatform aangelegd in Gembloux (CRA-W) met verschillende trappen in de stikstofbemesting om de correcte werking van de methode te bevestigen onder verschillende weersomstandigheden (jaarsafhankelijk). In 2011 werd gewerkt met de rassen Bintje en Charlotte. Bintje In 2011 lag het stikstofadvies op 140 kg N/ha voor Bintje (potermaat 28/35 mm; plantdichtheid planten/ha). Er werd geplant op 19 april en bemest op 2 mei. Aanaarden vond plaats op 13 mei. Volledige opkomst was er op 24 mei. Er werd op 18 en 22 september geloofdood en geoogst op 13 september. De verschillende bemestingsniveaus waren: 1. Getuige met 0 kg N 2. Advies 30% (98 kg N) 3. Advies (140 kg N) 4. Advies + 30 % (182 kg N) 5. Advies + 50 % (210 kg N) 6. Advies - 30 % + 30% (42 kg N door opvolging met chlorofylmeter) toegepast op drie tijdstippen van telkens 14 kg N/ha (5/07, 15/07 en 25/07). De chlorofylmeter gaf op 15/07 aan dat bijbemesting nodig was (overschrijden van de drempelwaarde). Elk van de 6 objecten lag aan in 4 herhalingen in een blokkenproef. In de volgende tabel zijn de resultaten terug te vinden van opbrengst, sortering, onderwatergewicht en nitraatinhoud van de knollen als ook de reststikstof bij de oogst. Wanneer we advies 30% of dus 70% van advies (object 2) vergelijken met dezelfde dosis bij planten aangevuld met 30% tijdens het seizoen (object 6), zien we dat door bijbemesten - het totale rendement significant hoger ligt, namelijk 3,6 ton/ha (statistisch significant) - het rendement grove aardappelen (+50mm) ook stijgt met 5 ton/ha (statistisch significant) - het onderwatergewicht daalde met 10 g/5kg door de extra 30% bij te bemesten Deze resultaten van opbrengst en onderwatergewicht tonen aan dat de extra gift van 30% van het advies verantwoord was. Dit valideert de methode met de chlorofylmeter in de omstandigheden van het jaar De resultaten tonen ook aan dat fractioneren van het totale advies in % (object 6) vergeleken met de totale dosis in één keer bij planten toedienen (object 3), leidt tot een hogere totale opbrengst voor de vermarktbare fractie (niet statistisch significant) en een zelfde gehalte droge stof. De reststikstof ligt lager na fractioneren wat wijst op een betere benutting van de stikstofbemesting. Een stikstofbemesting van 182 en 250 kg N/ha leidt niet tot meer grove knollen en het onderwatergewicht blijft van dezelfde grootorde. De reststikstof na oogst ligt wel duidelijk hoger (70 tot 88 kg N/ha in vergelijking met 45 kg N/ha na fractioneren).
4 Tabel 2 Totale netto-opbrengst (kg/ha) - Bintje Rendement (1) (kg/ha) Variatiecoëfficiënt (%) Getuige (geen stikstof) a 3,7 Azobil - 30% (98 kg N) b 3,8 Azobil (140 kg N) bc 6,0 Azobil + 30% (182 kg N) c 7,9 Azobil +50% (210 kg N) c 5,3 Azobil - 30% + 30 % (Chlorofylmeter) c 0,7 (1) Waarden gevolgd door een zelfde letter zijn niet significant verschillend (Test Newman-Keuls) Tabel 3 Sortering (%) - Bintje Sortering (%) mm +50 mm mm mm Getuige (geen stikstof) 19,4 79,2 41,6 34,8 Azobil - 30% (98 kg N) 17,7 80,9 39,5 38,2 Azobil (140 kg N) 17,8 80,8 37,6 38,0 Azobil + 30% (182 kg N) 17,4 81,1 35,5 39,8 Azobil +50% (210 kg N) 17,0 81,5 36,9 39,0 Azobil - 30% + 30 % (Chlorofylmeter) 14,0 84,8 39,1 40,2 Tabel 4 Sortering (kg/ha) - Bintje Sortering (kg/ha) mm +50 mm mm mm Getuige (geen stikstof) a a Azobil - 30% (98 kg N) a b Azobil (140 kg N) a bc Azobil + 30% (182 kg N) a c Azobil +50% (210 kg N) a c Azobil - 30% + 30 % (Chlorofylmeter) a c Waarden gevolgd door een zelfde letter zijn niet significant verschillend (Test newman-keuls) Tabel 5 Onderwatergewicht (g / 5 kg) voor verschillende sorteringen - Bintje Onderwatergewicht (g / 5kg) Droge stof (%) mm +50 mm mm +50 mm Getuige (geen stikstof) ,9 23,2 Azobil - 30% (98 kg N) ,6 22,2 Azobil (140 kg N) ,8 21,4 Azobil + 30% (182 kg N) ,4 20,9 Azobil +50% (210 kg N) ,8 21,2 Azobil - 30% + 30 % (Chlorofylmeter) ,1 21,6
5 Tabel 6 Nitraatinhoud (kg NO3/kg aardappel of ppm) van de knollen voor verschillende sorteringen - Bintje Nitraat in de knol (ppm) mm +50 mm Getuige (geen stikstof) Azobil - 30% (98 kg N) Azobil (140 kg N) Azobil + 30% (182 kg N) Azobil +50% (210 kg N) Azobil - 30% + 30 % (Chlorofylmeter) Tabel 7 Reststikstof (kg N/ha) in de laag 0-60 cm bij de oogst 23 september Bintje Bodemlaag (cm) 0-15 cm cm cm cm Totaal 0-60 cm Getuige (geen stikstof) Azobil - 30% (98 kg N) Azobil (140 kg N) Azobil + 30% (182 kg N) Azobil +50% (210 kg N) Azobil - 30% + 30 % (Chlorofylmeter) Charlotte In 2011 lag het stikstofadvies op 120 kg N/ha voor Charlotte (potermaat 25/35 mm; plantdichtheid planten/ha). Er werd geplant op 18 april en bemest op 2 mei. Aanaarden vond plaats op 13 mei. Volledige opkomst was er op 22 mei. Er werd op 29 juli en 1 augustus geloofdood en geoogst op 31 augustus. De verschillende bemestingsniveaus waren: 7. Getuige met 0 kg N 8. Advies 30% (84 kg N) 9. Advies (120 kg N) 10. Advies + 30 % (156 kg N) 11. Advies + 50 % (180 kg N) 12. Advies - 30 % + 30% (36 kg N door opvolging met chlorofylmeter) toegepast op drie tijdstippen van telkens 12 kg N/ha (5/07, 15/07 en 25/07). Nochtans gaf de chlorofylmeter geen enkele keer aan dat de extra 30% nodig was voor het ras Charlotte. Elk van de 6 objecten lag aan in 4 herhalingen in een blokkenproef. In de volgende tabel zijn de resultaten terug te vinden van opbrengst, sortering, onderwatergewicht en nitraatinhoud van de knollen als ook de reststikstof bij de oogst. Wanneer we advies 30% of dus 70% van advies (object 2) vergelijken met dezelfde dosis bij planten aangevuld met 30% tijdens het seizoen (object 6), zien we dat door bijbemesten - het totale rendement hoger ligt, namelijk 2 ton/ha (niet statistisch significant) - het rendement van de sortering mm ook stijgt met 1 ton/ha (niet statistisch significant) - het onderwatergewicht daalde niet door de extra 30% bij te bemesten De resultaten tonen ook aan dat fractioneren van het totale advies in % (object 6) vergeleken met de totale dosis in één keer bij planten toedienen (object 3), leidt tot een zelfde totale opbrengst voor de vermarktbare fractie en een zelfde gehalte droge stof (steeds niet significant). De reststikstof blijft ook van dezelfde grootorde. Een stikstofbemesting hoger dan het advies, leidt wel duidelijk tot een hogere reststikstof.
6 Tabel 8 Totale netto-opbrengst (kg/ha) - Charlotte Rendement (1) (kg/ha) Variatiecoëfficiënt (%) Getuige (geen stikstof) a 8,8 Azobil - 30% (84 kg N) ab 3,8 Azobil (120 kg N) b 5,5 Azobil + 30% (156 kg N) b 5,9 Azobil +50% (180 kg N) b 6,0 Azobil - 30% + 30 % (Chlorofylmeter) b 5,7 (1) Waarden gevolgd door een zelfde letter zijn niet significant verschillend (Test Newman-Keuls) Tabel 9 Sortering (%) - Charlotte Sortering (%) mm mm mm +70 mm Getuige (geen stikstof) 83,7 53,6 15,1 0,8 Azobil - 30% (84 kg N) 75,9 51,2 22,1 1,6 Azobil (120 kg N) 71,3 46,8 25,2 3,2 Azobil + 30% (156 kg N) 70,8 45,5 26,5 2,5 Azobil +50% (180 kg N) 75,5 48,0 21,7 2,5 Azobil - 30% + 30 % (Chlorofylmeter) 74,3 44,4 22,4 2,6 Tabel 10 Sortering (kg/ha) - Charlotte Sortering (kg/ha) mm mm mm +70 mm Getuige (geen stikstof) a a Azobil - 30% (84 kg N) a a Azobil (120 kg N) a a Azobil + 30% (156 kg N) a a Azobil +50% (180 kg N) a a Azobil - 30% + 30 % (Chlorofylmeter) a a Waarden gevolgd door een zelfde letter zijn niet significant verschillend (Test newman-keuls) Tabel 11 Onderwatergewicht (g / 5 kg) voor verschillende sorteringen - Charlotte Onderwatergewicht (g / 5kg) Droge stof (%) mm +60 mm mm +60 mm Getuige (geen stikstof) ,2 21,3 Azobil - 30% (84 kg N) ,7 20,4 Azobil (120 kg N) ,7 20,2 Azobil + 30% (156 kg N) ,1 19,7 Azobil +50% (180 kg N) ,6 20,0 Azobil - 30% + 30 % (Chlorofylmeter) ,6 19,8
7 Tabel 12 Nitraatinhoud (kg NO3/kg aardappel of ppm) van de knollen voor verschillende sorteringen - Charlotte Nitraat in de knol (ppm) mm Getuige (geen stikstof) 39 Azobil - 30% (84 kg N) 59 Azobil (120 kg N) 127 Azobil + 30% (156 kg N) 151 Azobil +50% (180 kg N) 146 Azobil - 30% + 30 % (Chlorofylmeter) 110 Tabel 13 Reststikstof in de laag 0-60 cm bij de oogst 6 september Charlotte Bodemlaag (cm) 0-15 cm cm cm cm Totaal 0-60 cm Getuige (geen stikstof) Azobil - 30% (84 kg N) Azobil (120 kg N) Azobil + 30% (156 kg N) Azobil +50% (180 kg N) Azobil - 30% + 30 % (Chlorofylmeter) Actualisatie van de coëfficiënten van de rassen nodig in het beslissingsondersteund systeem met de chlorofylmeter De drempelwaarde waarboven bijbemesting noodzakelijk is, is aangepast aan het ras. Er moet bijbemest worden met 30% van het N-advies indien aan de volgende voorwaarde wordt voldaan: (CHL 70 CHL 0) > (N70 x rascoëfficiënt) Met: CHL 70: de waarde van de chlorofylmeter gemeten in het veld dat 70% van het N-advies heeft gekregen CHL 0: de waarde van de chlorofylmeter gemeten in zone dat zonder stikstofbemesting (nulvenster) N70: de stikstofdosis (in kg/ha) toegepast op het veld en 70% van het N-advies Rascoëfficiënt: een coëfficiënt specifiek voor een ras Dus wanneer het verschil in de gemeten waarden met de chlorofylmeter in het veld en het nulvenster groter wordt dan een drempelwaarde moet er bijbemest worden. De drempelwaarde is een rascoëfficiënt vermenigvuldigd met de gegeven stikstofbemesting in kg/ha (70% van het advies). Drie belangrijke opmerkingen voor de praktische toepassing: 1. Indien het verschil tussen het veld en het nulvenster net onder de drempelwaarde blijft, dan wordt er aangeraden om bij te bemesten vanaf dat het verschil kleiner is dan 10%. Bijvoorbeeld: als het verschil (CHL 70 CHL 0) 42 bedraagt en de drempelwaarde is 45, dan wordt 45 gelijk beschouwd met 42 (aangezien 10% van 42 gelijk is aan 4,2 en ,2 > 45). 2. Indien de chlorofylmeter al tussen 20 en 30 dagen na opkomst aangeeft dat bijbemesten nodig is, is het noodzakelijk om de meting 4 à 5 dagen later nog eens te herhalen om dit advies te bevestigen. 3. De optimale periode om de metingen met de chlorofylmeter uit te voeren situeert zich tussen 30 en 40 dagen na opkomst. Indien men niet veel tijd heeft, is het beter om de metingen vooral in deze periode uit te voeren.
8 Op basis van proeven van de laatste jaren is het mogelijk om onderstaande tabel met de diverse rascoëfficiënten te actualiseren. Tabel 14 Coëfficiënten van diverse rassen Toe te passen coëfficiënt Ras 0,4 Fontane, Désirée, Lady Claire Bintje, Agria, Felsina, Victoria, Ramos, Innovator, 0,5 Challenger, Lady Rosetta, Charlotte, Merit, Santane, Melody 0,6 Nicola, Franceline, Saturna, Cilena 0,7 Asterix, Musica, Marabel, Esmeralda Voor rassen die niet in de tabel voorkomen, wordt aangeraden om 0,5 te gebruiken.
Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven
Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven V. De Blauwer (Inagro), W. Odeurs (BDB), M. Goeminne (PCA) Samenvatting Het is moeilijk voor een teler om het nitraatresidu na de teelt
Nadere informatieAardappelen: meer dynamiek, minder nutriënten
Aardappelen: meer dynamiek, minder nutriënten 2 maart 27 Ir. Veerle De Blauwer Inhoud Situtatieschets bij aardappelen Toegepaste technieken Resultaten Conclusies Reststikstof Kg NO 3 - N/ha 24 (x12) 25
Nadere informatieGroeicurve Bintje en Fontane 2014
Groeicurve en 2014 V. De Blauwer (Inagro), D. Florins (FIWAP), H. Rasmont (CARAH) Samenvatting Net zoals de vorige jaren werd tijdens het groeiseizoen van 2014 de groei van opgevolgd op 29 praktijkpercelen.
Nadere informatieRijenbemesting en fractioneren 2012
Rijenbemesting en fractioneren 2012 V. De Blauwer (Inagro), J. Bries (BDB), M. Goeminne (PCA) Samenvatting Het nitraatresidu ligt na de teelt van aardappelen vaak te hoog. Aardappelen springen namelijk
Nadere informatieBEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)
BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009) Let wel: de proeven aangelegd door het LCG in 2009 werden uitgevoerd conform de bemestingsnormen die van kracht waren in 2009. Deze bemestingsnormen
Nadere informatieGroeicurve Amora en Anosta (2015)
4.1 Groeicurve en (2015) V. De Blauwer (Inagro) Samenvatting Al verschillende jaren op rij volgen PCA en Inagro de groei op van meerdere (half)vroege rassen op praktijkpercelen. Tijdens 2015 werden 9 velden
Nadere informatieRest-N praktijkpercelen. Ondiep en lui wortelstelsel. Rijenbemesting en/of fractioneren? Dé oplossing? Stikstof plaatsen in de rij.
Rest-N praktijkpercelen 400 350 Rijenbemesting en/of fractioneren? Dé oplossing? Veerle De Blauwer Rest-N (kg N/ha) 300 250 200 150 100 50 0 157 174 159 125 130 120 115 109 81 96 2004 2005 2006 2007 2008
Nadere informatieGroeicurve Bintje en Fontane 2015
Groeicurve en 2015 V. De Blauwer (Inagro), D. Florins (FIWAP), H. Rasmont (CARAH) Samenvatting Net zoals de vorige jaren werd tijdens het groeiseizoen van 2015 de groei van opgevolgd op 26 praktijkpercelen.
Nadere informatieStikstofbemesting bij biologische aardappelen
Stikstofbemesting bij biologische aardappelen A. Beeckman (Inagro), J. Rapol (Inagro), L. Delanote (Inagro) Samenvatting Uit proeven van voorgaande jaren kwam naar voor dat stalmest te traag werkt om optimaal
Nadere informatieEvolutie van de Belgische voorraden
Evolutie van de Belgische voorraden 2012-2013 V. De Blauwer (Inagro), D. Florins (FIWAP), P. Lebrun (FIWAP) Samenvatting Jaarlijks houden FIWAP, CARAH, PCA en Inagro een enquête om de evolutie van de aardappelvoorraden
Nadere informatieHet gebruik van humuszuren bij de bemesting van aardappelen
8.4 Het gebruik van humuszuren bij de bemesting van aardappelen A. Elsen en J. Bries (BDB) Samenvatting In 2010 werden door de Bodemkundige Dienst van België 2 proefvelden aangelegd om het gebruik van
Nadere informatieBelgisch areaal aardappelen 2015
02.4 Belgisch areaal aardappelen 2015 V. De Blauwer (Inagro), D. Florins (FIWAP) Samenvatting In 2015 werden iets minder aardappelen uitgeplant. De daling was echter beperkt en het totale areaal blijft
Nadere informatieN-index: wat zeggen de cijfers?
Beste klant, N-index: wat zeggen de cijfers? U heeft een analyse ontvangen van de Bodemkundige Dienst met bepaling van de N-index en met het bijhorend N-bemestingsadvies. Hieronder vindt u een verduidelijking
Nadere informatieTOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe.
TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe. Doel Rekening houdende met N-vrijstelling/immobilisatie uit oogstresten van de voorteelt gedeeltelijk
Nadere informatieDOORWAS EEN PROBLEEM IN 2015?
DOORWAS EEN PROBLEEM IN 2015? Hoe voorkom ik doorwas? Ilse Eeckhout, PCA Seizoen 2015 - droog 01/06/2015 03/06/2015 05/06/2015 07/06/2015 09/06/2015 11/06/2015 13/06/2015 15/06/2015 17/06/2015 19/06/2015
Nadere informatieGroeicurve Première en Sinora (2016)
Groeicurve en (2016) V. De Blauwer (Inagro) Samenvatting Al verschillende jaren op rij volgen PCA en Inagro de groei op van meerdere (half)vroege rassen op praktijkpercelen. Tijdens 2016 werden 8 velden
Nadere informatieJolien Bode, Technisch onderzoeksmedewerker
Jolien Bode, Technisch onderzoeksmedewerker Areaal aardappelen 2017 Proeven aangelegd in 2017 Rassenproef frietaardappelen 10 rassen in proef Variabel poten SMART Crops Groeicurve Fontane Bintje Bladmeststoffen
Nadere informatieRassenevolutie Vlaanderen
Rassenevolutie Vlaanderen 15 jaar praktijkopvolging V. De Blauwer (PCA/Inagro), Oudenaarde 26 januari 16 Overzicht Statbel en verzamelaanvraag Jaarlijkse peiling PCA/Inagro Eigen onderzoek Overzicht Statbel
Nadere informatieSturen van de N-bemesting
Studienamiddag Bodemkundige Dienst van België Meten om te sturen Sturen van de N-bemesting: gedreven door onderzoek, voorlichting en beleid Jan Bries & Davy Vandervelpen BDB Sturen van de N-bemesting Onderzoek
Nadere informatieStikstofbemesting en stikstofbehoefte van granen: hoe op elkaar afstemmen?
Stikstofbemesting en stikstofbehoefte van granen: hoe op elkaar afstemmen? Piet Ver Elst, Jan Bries, Bodemkundige Dienst van België De Bodemkundige Dienst van België voert jaarlijks een groot aantal analyses
Nadere informatieBiologische bloemkool heeft voordeel bij kleine startbemesting: ook verse grasklaver volstaat
Biologische bloemkool heeft voordeel bij kleine startbemesting: ook verse grasklaver volstaat Annelies Beeckman, Lieven Delanote, Johan Rapol Bij vroege en stikstofbehoevende teelten zoals bloemkool is
Nadere informatieMaaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Inleiding Doel en context Proefopzet Inagro ILVO (a) (b) Figuur 1 Tabel 1
Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Bram Vervisch, Annelies Beeckman, Johan Rapol, Lieven Delanote, Victoria Nelissen, Koen Willekens Inleiding Proeven de voorbije jaren hebben aangetoond
Nadere informatie2 BEMESTING WINTERTARWE
2 BEMESTING WINTERTARWE 2.1 Bekalking, basisbemesting en stikstofbemesting in wintertarwe W. Odeurs 1, J. Bries 1 Een beredeneerde bemesting is een belangrijke teelttechnische factor voor het bekomen van
Nadere informatieRijenbemesting in de aardappelteelt
Rijenbemesting in de aardappelteelt V. De Blauwer (Inagro), W. Odeurs (BDB), M. Goeminne (PCA) Samenvatting Er komt steeds meer interesse uit de praktijk voor rijenbemesting. In kader van het ADLOdemonstratieproject
Nadere informatieMogelijkheden van fenolische verbindingen om de stikstofstatus van aardappelen te evalueren
8.2 Mogelijkheden van fenolische verbindingen om de stikstofstatus van aardappelen te evalueren Feriel Ben Abdallah, Jean-Pierre Goffart (CRA-W, Gembloux) Samenvatting De strategieën voor beredeneerde
Nadere informatieBEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)
- 1 - BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit ) Let wel: de proeven aangelegd door het LCG in 2009 werden uitgevoerd conform de bemestingsnormen die van kracht waren in 2009. Deze bemestingsnormen van 2009 zijn
Nadere informatieGroeicurve Bintje en Fontane 2016
Groeicurve Bintje en Fontane 2016 V. De Blauwer (Inagro), D. Florins (FIWAP), H. Rasmont (CARAH) Samenvatting Net zoals de vorige jaren werd tijdens het groeiseizoen van 2016 de groei van Bintje opgevolgd
Nadere informatieHet gebruik van humuszuren bij de bemesting van aardappelen
8.4 Het gebruik van humuszuren bij de bemesting van aardappelen - 2011 W. Odeurs en J. Bries (BDB) Samenvatting Bodemkundige Dienst van België heeft in 2011 twee proefvelden aangelegd om het gebruik van
Nadere informatieRasresistentie tegen Phytophthora infestans in het loof
Rasresistentie tegen Phytophthora infestans in het loof - 2013 V. César (CRA-W) Samenvatting Om de aardappelziekte onder controle te houden zijn heel wat fungicidebehandelingen nodig. Het gebruik van rassen
Nadere informatieTOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt.
TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt. Doel Rekening houdende met N-vrijstelling/immobilisatie uit oogstresten van de voorteelt gedeeltelijk
Nadere informatieIs spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt?
Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt? J. Bonnast (BDB), W. Odeurs (BDB) Samenvatting Het optimaliseren van de teelttechniek is een uitdaging voor iedere
Nadere informatie9.5 Drempels tussen de aardappelruggen
9.5 Drempels tussen de aardappelruggen C. Olivier (CRA-W), J-P. Goffart (CRA-W), D. Baets (Bayer CropScience), N. Fonder (Epuvaleau), J-P. Barthélemy (ULg-Gembloux Agro-Bio Tech), G. Lognay (ULg-Gembloux
Nadere informatieWintergranen : actueel hoge N-reserves
Wintergranen : actueel hoge N-reserves Jan Bries, Davy Vandervelpen, Bodemkundige Dienst van België Na de vorstperiode halfweg januari is op de Bodemkundige Dienst de staalnamecampagne voor de bepaling
Nadere informatieGroeicurve Première en Anosta
4.1 Groeicurve Première en Anosta V. De Blauwer (PCA) Samenvatting In navolging van vorig jaar volgde het PCA de groei op van Première en Anosta op telkens acht praktijkpercelen. De gemiddelde opbrengst
Nadere informatie4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING - LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 2002 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI
4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 22 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI (in samenwerking met de Vlaamse Compostorganisatie, VLACO) DOEL In een lange termijnproef wordt de bodemverbeterende
Nadere informatie6.4 Aardappelen voor het lastenboek Terra Nostra Bilan
6.4 Aardappelen voor het lastenboek Terra Nostra Bilan 2001-2009 A. Soete (CRA-W) Samenvatting Sinds het begin van het lastenboek Terra Nostra, is het labo in Libramont (CRA-W) verantwoordelijk voor het
Nadere informatieHUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN
HUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN OPBRENGST EN KWALITEIT VAN RAAIGRAS BIJ VERMINDERDE BEMESTING Greet Verlinden, Thomas Coussens en Geert Haesaert Hogeschool Gent, Departement Biowetenschappen
Nadere informatieLandbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.04, 3 maart 2015
Landbouwcentrum Granen, Eiwitrijke gewassen, Oliehoudende zaden en Kleine Industrieteelten Vlaanderen v.z.w. Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr. 2015.G.04, 3 maart 2015 INSCHATTING
Nadere informatieRaseigenschappen biologische aardappelen. Vermeerdering Biologisch Uitgangsmateriaal (VBU) KW0826 Door: Douwe Werkman
Raseigenschappen biologische aardappelen. Vermeerdering Biologisch Uitgangsmateriaal (VBU) KW0826 Door: Douwe Werkman Inleiding In opdracht van VBU (Vermeerdering Biologisch Uitgangsmateriaal) werd in
Nadere informatieAARDAPPELEN. nr variëteit maat zaadhuis. 1 Agria Bioselect Agrico/Binst. 2 Biogold Van Rijn. 3 Charlotte Bio Terra (Binst)
AARDAPPELEN 1 Proefopzet Variëteitenproef in samenwerking met het PCBT te Beitem. Doel is om samen met het PCBT op zoek te gaan naar variëteiten die geschikt zijn voor de biologische teeltwijze. Hiertoe
Nadere informatieGROEICURVE VAN EEN TWEEDE VRUCHT BLOEMKOOL
GROEICURVE VAN EEN TWEEDE VRUCHT BLOEMKOOL Proefcode : OL13 BKBM11 Uitgevoerd in opdracht van: IWT project: IWT-LBO 110766 On-line monitoring en model gebaseerd adviessysteem voor 'Just-ontime' N-bemesting
Nadere informatieN-systemen in wintertarwe
N-systemen in wintertarwe Inleiding HLB BV en Proeftuin Zwaagdijk voerden het project N-systemen in wintertarwe uit in opdracht van Productschap Akkerbouw in de periode 2010-2012. Doelstelling van het
Nadere informatieVlaanderen is open ruimte
Vlaanderen is open ruimte N-bijbemestingsadvies voor vollegrondsgroenten Stikstofbijbemesting van vollegrondsgroenten: waarom? Kenmerkend voor de teelt van vollegrondsgroenten is: - De oogst gebeurt vaak
Nadere informatieSturen van de N-bemesting: gedreven door onderzoek, voorlichting en beleid
Studienamiddag Bodemkundige Dienst van België Meten om te sturen Sturen van de N-bemesting: gedreven door onderzoek, voorlichting en beleid Jan Bries & Davy Vandervelpen BDB Bodemkundige Dienst van België
Nadere informatieDiepte (cm) Stikstofanalyse totaal Kort voor aanleg 16/06/ Bij aanleg proef 03/07/
STAMSLABOON 2014 Proef N-bemesting stamslaboon 1. Doel Nagaan of de huidige N-bemestingsadviezen van het labo van Inagro voor de teelt van stamslaboon optimaal zijn om een hoge opbrengst te combineren
Nadere informatie1) Nitraatresidu ) Bladmeststoffen in de aardappelteelt 3) SNAPP
1) Nitraatresidu 2017 2) Bladmeststoffen in de aardappelteelt 3) SNAPP Jan Bries, Davy Vandervelpen Wendy Odeurs, Jens Bonnast Bodemkundige Dienst van België vzw W. de Croylaan 48-3001 Heverlee Tel 016/310922
Nadere informatieResultaten onderzoek Gerard Meuffels. Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland
Resultaten onderzoek 2013 Gerard Meuffels Rijenbemesting Betere benutting van nutriënten en verkleinen van het risico van uitspoeling / afstroming Kunstmeststoffen reeds gangbare praktijk (o.a. mais) Stikstof:
Nadere informatieVoorjaarstoepassing van drijfmest in wintertarwe. Sander Smets, onderzoeker akkerbouw PIBO-Campus
Voorjaarstoepassing van drijfmest in wintertarwe Sander Smets, onderzoeker akkerbouw PIBO-Campus Situering project Doelstelling project Focus op achteruitgang van de bodem door intensieve productiesystemen
Nadere informatieAardappelen. Toepassing van spuiwater in aardappelen: wat is het en wat is het waard? Wendy Odeurs, Jan Bries Bodemkundige Dienst van België vzw
Aardappelen Toepassing van spuiwater in aardappelen: wat is het en wat is het waard? Wendy Odeurs, Jan Bries Bodemkundige Dienst van België vzw W. de Croylaan 48-3001 Heverlee Tel 016/310922 Fax 016/224206
Nadere informatieBemesting aardappelen2017
Bemesting aardappelen2017 Bemesting 2017 Waar zijn we mee bezig? Mest, daar zit wat in => maar wat? Fosfaat => VDM RDM Magnesium bemesting Telen 2.0 Plantversterkers Bemesting keuze mestsoort Varkensdrijfmest
Nadere informatieVOORJAARSBEMESTING IN PREI: EFFECT VAN MAGNESIUM
VOORJAARSBEMESTING IN PREI: EFFECT VAN MAGNESIUM Proefcode: OL13 PRBMVJ Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Karreweg 6 9770 Kruishoutem Tel ++
Nadere informatieGebruik Bokashi in de akkerbouw. 26 maart 2015, Gerard Meuffels
Gebruik Bokashi in de akkerbouw 26 maart 2015, Gerard Meuffels Bokashi (2013) Keuze in Zuid Limburg om Bokashi uit stro en drijfmest te maken. Ingrediënten: 3 ton tarwe stro 8 ton varkensdrijfmest 10 ltr
Nadere informatie9.1 Kiemremming van in het veld
9.1 Kiemremming van in het veld V. De Blauwer (PCA), Annie Demeyere (ADLO), P. Vermeulen (VTI), J. Fagard (PIBO), R. Van Avermaet (LTCW) Samenvatting Voor het vierde jaar op rij werden het voorbije groeiseizoen
Nadere informatieTerugblik 2012 & uitdagingen voor de toekomst Kürt Demeulemeester
Terugblik 2012 & uitdagingen voor de toekomst Kürt Demeulemeester Topics Gezond pootgoed Wat leert ons het uitzonderlijke plantseizoen 2012? Plantverloop (enquête LCA) Areaal (%) Vroeg geplant Laat geplant
Nadere informatieMaïs bemesten: oude principes, nieuwe technieken
Maïs bemesten: oude principes, nieuwe technieken Auteurs Wendy Odeurs en Jan Bries Joos Latré Dieter Cauffman en Koen Vrancken Jef Verheyen Gert Van de Ven 14/03/2014 www.lcvvzw.be 2 / 13 INHOUDSOPGAVE
Nadere informatie1) Bodemvruchtbaarheid aardappelpercelen 2) Bladmeststoffen in de aardappelteelt 3) Nitraatresidu 2016
1) Bodemvruchtbaarheid aardappelpercelen 2) Bladmeststoffen in de aardappelteelt 3) Nitraatresidu 2016 Jan Bries, Davy Vandervelpen Wendy Odeurs, Jens Bonnast Bodemkundige Dienst van België vzw W. de Croylaan
Nadere informatieBemestingsproef snijmaïs Beernem
Bemestingsproef snijmaïs Beernem 1. Context Het onderzoek richt zich op het bereiken van innovatieve strategieën om agro- en bio-industriële nutriëntenrijke stromen te recycleren. Het agronomische en ecologische
Nadere informatieEvolutie van de Belgische voorraden
Evolutie van de Belgische voorraden 2015-2016 V. De Blauwer (Inagro), D. Florins (FIWAP), P. Lebrun (FIWAP) Samenvatting Jaarlijks houden FIWAP, CARAH, PCA en Inagro een enquête om de evolutie van de aardappelvoorraden
Nadere informatieLandbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.06, 5 maart 2013
Landbouwcentrum Granen, Eiwitrijke gewassen, Oliehoudende zaden en Kleine Industrieteelten Vlaanderen v.z.w. Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr..G.06, 5 maart VOORUITZICHTEN STIKSTOFBEMESTING
Nadere informatieStikstofbemestingsadviezen: zijn ze nog actueel en wat zou moeten veranderen?
Stikstofbemestingsadviezen: zijn ze nog actueel en wat zou moeten veranderen? Themamiddag Bemesting Akkerbouw, Putten 30 november 2017 Romke Postma, Willem van Geel (WUR) & Janjo de Haan (WUR) Aanleiding
Nadere informatieLore Lauwers. Werking vaste en vloeibare mest in functie van de teelt
Lore Lauwers Werking vaste en vloeibare mest in functie van de teelt Dierlijke mest Samengestelde organische meststof - Bron van organische stof - Bodemvruchtbaarheid! - N, P, K, Mg, Ca, Na, - Deels gebonden
Nadere informatieToepassing van Agro-Vital en Agriton bemestingsproducten in de teelt van zaaiuien.
Toepassing van Agro-Vital en Agriton bemestingsproducten in de teelt van zaaiuien. In opdracht van: Agro-vital/Agriton Molenstraat 10-1, 8391 AJ Noordwolde Fr, The Netherlands Uitgebracht door: N.G. Boot
Nadere informatieStichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Het effect van N-bemesting op de (energie)opbrengst van wintertarwe
Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw Het effect van N-bemesting op de (energie)opbrengst van wintertarwe Het effect van N-bemesting op de (energie)opbrengst van wintertarwe Opdrachtgever: Auteur:
Nadere informatieAnalyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers
Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers Marleen Plomp en Gerjan Hilhorst (Wageningen Livestock Research) Maart 217 Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Dataset...
Nadere informatieOnderzoek naar de gevoeligheid van aardappelrassen voor kringerigheid, op percelen met Trichodorus primitivus besmet met tabaksratelvirus.
Onderzoek naar de gevoeligheid van aardappelrassen voor kringerigheid, op percelen met Trichodorus primitivus besmet met tabaksratelvirus. E.G. Schepel HLB BV Februari 2007 Projectnummer: 2993 Dit project
Nadere informatieDOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw
DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw Vergelijking van de efficiëntie van fungiciden tegen valse meeldauw in groene erwt - eigen onderzoek 1 Efficiëntie van middelen tegen valse
Nadere informatieGroenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging!
Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Dit demonstratieproject wordt medegefinancierd door de Europese Unie en het Departement Landbouw en Visserij
Nadere informatieBemestingsstrategie voor de teeltcombinatie gras-maïs
Bemestingsstrategie voor de teeltcombinatie gras-maïs Auteurs Gert Van de Ven, An Schellekens Wendy Odeurs Joos Latré 14/03/2014 www.lcvvzw.be 2 / 8 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 4 Adviezen...
Nadere informatieProefopzet In tabel 1 zijn enkele gegevens over het proefveld weergegeven.
13 Het effect van N-bodembemesting al of niet in combinatie met N-bladbemesting met Urean op de opbrengst van consumptieaardappelen Door Ir. H.J. Russchen, Ing. A. Mager (ALTIC) Inleiding In 26 is door
Nadere informatieBeperkte bijbemesting volstaat voor goede biologische prei-opbrengst
Beperkte bijbemesting volstaat voor goede biologische prei-opbrengst Lieven Delanote, Annelies Beeckman, Johan Rapol MAP4 legt aan de groentetelers een aantal nieuwe normen en maatregelen inzake bemesting
Nadere informatieRIJENBEMESTING BIJ MAÏS: WELKE MESTSTOF KIEZEN?
Landbouwcentrum voor Voedergewassen vzw Gegevens uit deze publicatie mogen overgenomen worden mits bronvermelding RIJENBEMESTING BIJ MAÏS: WELKE MESTSTOF KIEZEN? Wendy Odeurs, Jan Bries Bodemkundige Dienst
Nadere informatieOogsttijdstip en kwaliteit bij plaagresistente biologische aardappel 2015
Oogsttijdstip en kwaliteit bij plaagresistente biologische aardappel 2015 Karel Dewaele, Lieven Delanote, Johan Rapol, Inagro Doel In de rassenproeven biologische aardappel van Inagro halen verschillende
Nadere informatieBereken voor uw akker- en groentepercelen eenvoudig zelf: de organische koolstofevolutie de stikstof- en fosforbalans
Demetertool Vlaanderen is open ruimte Bereken voor uw akker- en groentepercelen eenvoudig zelf: de organische koolstofevolutie de stikstof- en fosforbalans LNE Groenbedekker Gele mosterd De online Demetertool
Nadere informatieDoel van het onderzoek
Doel van het onderzoek Compost is een veel gebruikte bodemverbeteraar in meerdere teelten. Diverse soorten zijn verkrijgbaar, waarbij aan sommige soorten middels extra doorgroeien met micro-organismen,
Nadere informatieeen andere kijk op uw bemesting
een andere kijk op uw bemesting Praktijkervaringen met XURIAN OPTIMUM 2010 Verbeter uw bodem Verhoog uw opbrengst Optimaliseer uw bemesting behaal het maximum met Verbeter uw bodem Verhoog uw opbrengst
Nadere informatieStudieavond prei. Bemesting van winterprei
Studieavond prei Bemesting van winterprei - TIP - Ken uw veld Rekenvoorbeeld fictief veld herfstprei 25/4: 15 ton varkensdrijfmest (8 kg N/ton) 31/05: profielanalyse (0-30/30-60) cm: 13/06: toediening
Nadere informatieProefresultaten zoete aardappel 2016
Proefresultaten zoete aardappel 2016 Zoete aardappel, een veelbelovend gewas In het najaar van 2016 werden in Proefcentrum Herent de eerste zoete aardappelen geoogst. Ondanks zijn naam is de zoete aardappel
Nadere informatieMengteelt wintergraan met voedererwt of veldbonen bevestigt goede resultaten
Mengteelt wintergraan met voedererwt of veldbonen bevestigt goede resultaten Situering mengteelten Bij een mengteelt (erwten-graan, veldbonen-graan, ) worden de voordelen van twee gewassen met elkaar gecombineerd.
Nadere informatie25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu?
25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu? Resultaten van systeemonderzoek Bodemkwaliteit op Zand van WUR proeflocatie Vredepeel 24 januari 2019, Janjo de Haan, Marie Wesselink, Harry Verstegen
Nadere informatieValse Meeldauw in biologische uien
Valse Meeldauw in biologische uien Effecten van compost M. Zanen en M. Hospers-Brands [2007] Louis Bolk Instituut Valse Meeldauw in biologische zaaiui, effecten van compost, M. Zanen en M. Hospers-Brands.
Nadere informatieBeproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Inhoud
Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen Resultaten uit onderzoek PPO en andere WUR-instituten Willem van Geel, PPO-AGV, 8-11-2012, Bergeijk Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
Nadere informatieVruchtkwaliteit. Meer is zeker niet altijd beter!!! Stikstofbemesting. Bemesting bij appel en peer. Er zijn zeer grote jaarsinvloeden
6 Bemesting bij appel en peer Vruchtkwaliteit Ann Gomand 18 januari 19 Meer is zeker niet altijd beter!!! Proefcentrum Fruitteelt vzw Fruittuinweg 1, B 38 Sint Truiden 3 ()11 69 7 8 pcfruit@pcfruit.be
Nadere informatieInvloed van koken in de microgolf op de kwaliteit van de aardappelen
Invloed van koken in de microgolf op de kwaliteit van de aardappelen A. Soete (CRA-W) Samenvatting Gedurende twee opeenvolgende jaren werden proeven uitgevoerd rond aardappelen koken in de microgolf. Het
Nadere informatieN naar de aardappel brengen en zo N efficiënter benutten
N naar de aardappel brengen en zo N efficiënter benutten Technisch eindverslag ADLO-demonstratieproject Projectnr. 2011-03 Inagro, Veerle De Blauwer PCA, Marc Goeminne BDB, Jan Bries Eindverslag technische
Nadere informatie9.2 Ervaringen met niet-kerende grondbewerking in aardappelen ( )
9.2 Ervaringen met niet-kerende grondbewerking in aardappelen (-) V. De Blauwer (PCA), D. Cauffman (PIBO-Campus), P. Vermeulen (VTI), L. Serlet (Proclam) Samenvatting Aangezien aardappelen op ruggen geteeld
Nadere informatieRASSENPROEF TOMAAT VOOR VERWERKING IN TUNNEL
RASSENPROEF TOMAAT VOOR VERWERKING IN TUNNEL Proefcode: gb12tors02 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem
Nadere informatieStrategieën voor graslandbemesting
Strategieën voor graslandbemesting Auteurs An Schellekens Joos Latré In samenwerking met Luc Van Dijck 7/04/2014 www.lcvvzw.be 2 / 8 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 5 Effecten van soort van
Nadere informatieAGRITON Inhoudsopgave:
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++ Inhoudsopgave: 1. Doel proef.... 2 2. Proefgegevens.... 2 3. Objecten... 2 4. Resultaten... 4 4.1 Algemeen... 4 4.2 Resultaten
Nadere informatieOpzet veldproeven. Greet Ghekiere, Inagro Céline Vaneeckhaute, Ugent
Opzet veldproeven NutriCycle 2012 Greet Ghekiere, Inagro Céline Vaneeckhaute, Ugent doelstellingen Veldexperiment met diverse groene kunstmeststoffen als bijbemesting Taken: Productbemonstering en karakterisatie
Nadere informatieTeeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO)
Teeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO) Inleiding Door de lage graanprijzen staat het rendement van de graanteelt onder druk. De aanzienlijke
Nadere informatieProgramma voor vandaag:
Aardappelteelt Programma voor vandaag: Standdichtheid en benodigde hoeveelheid pootgoed Bemesting van aardappelen Opdrachten no.2 Pauze 10:30 10:45 PowerPoint presentatie / werk in groepen Opdrachten no.
Nadere informatieLANGE TERMIJNPROEF: ALTERNATIEVE ROTATIES MET NITRAATUITSPOELING VAN DE OOGSTRESTEN BLOEMKOOL VOOR MINDER
LANGE TERMIJNPROEF: ALTERNATIEVE ROTATIES MET NITRAATUITSPOELING VAN DE OOGSTRESTEN BLOEMKOOL VOOR MINDER Proefcode : OL12 BKORLT Uitgevoerd in opdracht van: Vlaamse Landmaatschappij (VLM) Project Onderzoek
Nadere informatieHet gebruik van ammoniumpolyfosfaat (Hydro Terra) en zwavel in pootaardappelen
Het gebruik van ammoniumpolyfosfaat (Hydro Terra) en zwavel in pootaardappelen KW 362 Door: ing. H.W.G. Floot Inleiding Ammoniumpolyfosfaat (APP) is een vloeibare meststof die zowel stikstof als fosfaat
Nadere informatieNaar een nieuwe systematiek voor N-bemestingsadviezen als basis voor precisiebemesting
Naar een nieuwe systematiek voor N-bemestingsadviezen als basis voor precisiebemesting Themadag bemesting akkerbouw, Nijkerk 2 februari 2017 Romke Postma, Willem van Geel (WUR) & Janjo de Haan (WUR) Romke.postma@nmi-agro.nl
Nadere informatieKali bemesting aardappelen Zuidoostelijke zandgronden en Löss
Kali bemesting aardappelen Zuidoostelijke zandgronden en Löss Inleiding In het kader van het project rassenkeuze aardappelen zuidoost-nederland wat DLV Plant uitvoert en wat gefinancierd wordt door het
Nadere informatie8.3 Doorwas in aardappelen voorkomen? Proefervaringen in 2010 A. Demeyere (ADLO), D. Cauffman (PIBO), V. De Blauwer (PCA), E.
8.3 Doorwas in aardappelen voorkomen? Proefervaringen in 2010 A. Demeyere (ADLO), D. Cauffman (PIBO), V. De Blauwer (PCA), E. Hofmans (ADLO) Samenvatting Doorwas is een gevolg van hoge temperaturen in
Nadere informatieTips voor het uitvoeren van bemestingsproeven
Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen Tips voor het uitvoeren van bemestingsproeven Inleiding De CBGV baseert haar adviezen bij voorkeur op zoveel mogelijk proefresultaten. Resultaten moeten daarbij
Nadere informatieVoorspelling eiwitgehalte brouwgerst met behulp van een chlorofylmeter
Voorspelling eiwitgehalte brouwgerst met behulp van een chlorofylmeter Ing. R.D. Timmer Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector AGV Mei 2001 PPO 1142210a Voorspelling en sturing van het eiwitgehalte
Nadere informatieHistoriek besluit - (B.S., 16 augustus 2011) - Gewijzigd bij BVR 25 januari 2013 (B.S., 19 februari 2013, I : 1 januari 2013)
Besluit van de Vlaamse Regering van 22 juli 2011 betreffende de maatregelen bij een overschrijding van de nitraatresidudrempelwaarde, als vermeld in artikel 14 van het Mestdecreet van 22 december 2006
Nadere informatie