Het belang van nauwkeurige product costs

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het belang van nauwkeurige product costs"

Transcriptie

1 Amsterdam, maart 2009 Het belang van nauwkeurige product costs Samengesteld door: Harun Çiftçi Studentnummer: Faculteit: Economie en bedrijfskunde Studierichting: Bachelor Accountancy Leerstoel scriptie: Management Accounting 1 Begeleider: Dhr. drs. M. Schulp

2 Het belang van nauwkeurige product costs Student Harun Çiftçi Vincent van Goghlaan TW Haarlem Telefoon: Studentennummer Opleiding Studievariant: Bachelor Accountancy Leerstoel scriptie: Management Accounting Universiteit van Amsterdam Faculteit economie en bedrijfskunde Roetersstraat WB Amsterdam Telefoon: (020) Begeleider De heer drs. M. Schulp Afdeling Business studies (020) Amsterdam, maart

3 Inhoud Woord vooraf...5 Hoofdstuk 1: Inleiding... 6 Hoofdstuk 2: Traditionele kostenverbijzonderingsmethoden Inleiding Directe & indirecte en vaste & variabele kosten Essentie van kosten verbijzondering Verschillende verbijzonderingsmethoden voor de indirecte kosten Delingscalculatie & equivalentiecijfermethode Opslagmethode Kostenplaatsenmethode Hoofdstuk 3: Activity based costing model Inleiding Bezwaren op de traditionele methoden Uitgangspunt van productgeoriënteerde allocatiesystemen Technologische ontwikkelingen Productdifferentiatie Activity based costing methode in theorie Uitgangspunt van de activity based costing methode Opbouw van het model Cijfermatig illustratie (getallenvoorbeeld) Onderneming Ciftci B.V Berekening volgens de productgeoriënteerde methoden Berekening volgens de ABC methode Hoofdstuk 4: Implementatie van het Activity based costing model Inleiding Vergelijking van de resultaten van het rekenvoorbeeld Toepassingsmogelijkheden ABC in de praktijk

4 5 Conclusie Literatuurlijst

5 Woord vooraf Voor u ligt mijn literatuuronderzoek, dat ik in het kader van mijn opleiding Bachelor Accountancy aan de Universiteit van Amsterdam heb voltooid. Het onderzoek heeft in de periode augustus 2008 tot en met januari 2009 plaatsgevonden. Het onderwerp is: Het belang van nauwkeurige product costs. Na lang zoeken is het uiteindelijk toch gelukt om een scriptieonderwerp te vinden. Nooit heb ik voorheen zoveel informatie bijeen hoeven brengen als voor mijn scriptie. Ik heb vele boeken, artikelen en andere relevante literatuur doorgenomen voor mijn scriptie. Ik dank mijn begeleider de heer drs. M. Schulp voor zijn hulp en steun. Als laatste wil ik mijn ouders en verloofde bedanken voor hun begrip en morele steun. Haarlem, maart 2009 Harun Çiftçi 5

6 Hoofdstuk 1: Inleiding AMSTERDAM - Philips staakt in de loop van dit jaar de productie van computerbeeldschermen. Het elektronicabedrijf draagt die activiteiten over aan TPV Technology in Hongkong, zo maakte het dinsdag bekend (nu.nl (2008), 8 juli). De kredietcrisis is langzamerhand ook in de reële economie te merken. De kranten staan vol met dergelijke artikelen als hierboven. Door de crisis zijn de winsten van bedrijven onder druk komen te liggen, waardoor het belang van nauwkeurige kosteninformatie voor het management sterk is toegenomen. In deze scriptie zullen aan de hand van een literatuuronderzoek verschillende kostenverbijzonderingsmethoden worden uiteengezet. Het onderwerp is : Het belang van nauwkeurige product costs voor de bedrijfsvoering. Om dit onderwerp te bespreken worden allereerst in hoofdstuk 2 de traditionele kostenverbijzonderingsmethoden uiteengezet. Verschillende soorten kosten worden onderscheiden, de essentie van kostenallocatie wordt behandeld en de verschillende toerekeningsmethoden worden beschreven. Het derde hoofdstuk beschrijft de bezwaren van de traditionele methoden en Activity Based Costing (ABC), de methode die als oplossing daarvoor wordt voorgedragen. Tevens wordt in dit hoofdstuk een cijfervoorbeeld opgenomen waarbij deze kostprijsbepaling nader wordt toegelicht. Verder wordt in hoofdstuk 4 de implementatie van ABC beschreven en factoren die daarop van invloed zijn. De scriptie wordt afgesloten met een samenvatting en een conclusie. 6

7 Hoofdstuk 2: Traditionele kostenverbijzonderingsmethoden 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk komt het onderscheid tussen vaste en variabele en dat tussen directe en indirecte kosten aan bod. Daarna zal kort de essentie van kostenallocatie worden uiteengezet. Vervolgens zullen de verschillende toerekeningsmethoden worden beschreven. 2.2 Vaste en variabele kosten en directe en indirecte kosten Het vakgebied management accounting kent twee belangrijke kostenonderscheidingen. Bij de eerste gaat het om hoe de kosten reageren op veranderingen in de bedrijfsdrukte, bijvoorbeeld het productievolume. Het gaat dan om de indeling van de totale kosten in vaste en variabele kosten. De tweede kostenonderscheiding betreft de verdeling van de totale kosten van de organisatie naar onderdelen van de organisatie, naar inspanningen of resultaten. Het gaat dan om de indeling in directe en indirecte kosten (Roberts & Roozen, 1991, p.26). De kostensoorten die rechtstreeks met zekerheid toegewezen kunnen worden naar een product worden directe kosten genoemd. Direct materiaalverbruik of directe arbeidkosten vormen voorbeelden van directe kosten. Alle overige kosten die niet onmiddellijk tot een bepaald product toegerekend kunnen worden zijn indirect. De verdeling van de totale kosten in direct en indirect hangt mede af van de mate waarin men erin slaagt directe relaties te ontdekken en met de mogelijkheden tot meting en registratie van (individuele) kosten en inspanningen. Kosten zijn dus niet uit hun aard indirect, maar als de relatie tussen deze kosten met de producten niet voldoende nauwkeurig gekwantificeerd kan worden, dan worden deze kosten als indirect aangemerkt. (Boons, Roberts & Roozen, 1991, p.27). De indirecte kosten kunnen onderverdeeld worden in twee categorieën. Ten eerste zijn er indirecte kosten die niet rechtstreeks naar een bepaald product toegerekend kunnen 7

8 worden, maar die wel een duidelijk oorzakelijk verband hebben met het product. Hierbij valt te denken aan de afschrijvingskosten van een machine, waarop slechts een product wordt bewerkt. De relatie tussen de afschrijvingskosten en de producten wordt in wezen vervangen door twee directe relaties; één tussen indirecte kosten en het aantal machineuren en één tussen het aantal machine uren en het product (Groot, 1993, p.130). Kosten die verband houden met de verkoop en andere activiteiten, maar die geen benaderbaar causaal verband hebben met de fabricage van goederen vormen de tweede categorie van indirecte kosten. Kosten van administratie en personeelszaken zijn voorbeelden hiervan (Van Halem & Roozen, 1992, p.4-5). 2.3 Essentie van kosten verbijzondering Voor de vaststelling van de verkoopprijs is een nauwkeurige bepaling van de kosten per product van essentieel belang. Kosteninformatiesystemen zijn ontwikkeld om de kosten per product te berekenen teneinde het management verantwoorde beslissingen te kunnen laten nemen. Want indien de verkoopprijs te hoog is voor de markt, kan de beslissing genomen worden het product niet langer in het assortiment op te nemen, waardoor de markt- en concurrentiepositie aangrijpend beïnvloed kan worden. De gevolgen van verkeerde beslissingen kunnen het voortbestaan van ondernemingen in gevaar brengen. Onder kostenverbijzondering verstaat men de toekenning van de kosten naar de afzonderlijke kostendragers 1. In de ideale situatie kunnen zuiver oorzakelijke verbanden gekwantificeerd worden tussen inspanningen enerzijds en kosten anderzijds. In praktische omstandigheden echter is het vrijwel onmogelijk om alle kosten eenduidig te koppelen aan bijvoorbeeld producten (Boons, Roberts & Roozen, 1991, p.27). 1 Onder kostendragers worden eindproducten waaraan de kosten vanuit de kostenplaatsen worden toegerekend bedoeld. In deze scriptie worden eindproducten als het product aangeduid. 8

9 Met name (variabele) indirecte kosten worden op basis van verschillende verdeelsleutels (aantal machine-uren, directe arbeidsuren, aantal vierkante meters etc.) toegerekend aan producten. Uitgangspunt hierbij is dat kosten worden veroorzaakt door producten, waardoor deze kosten ingecalculeerd moeten worden in de kostprijs (Cooper, 1987, p.48). Enkele van deze productgeoriënteerde methoden zullen in de volgende paragraaf worden behandeld. 2.4 Verschillende verbijzonderingsmethoden voor de indirecte kosten Kostenallocatiesystemen verbijzonderen de kosten naar producten in twee fasen. Allereerst worden kosten toegerekend aan productieafdelingen en vervolgens worden ze toegerekend naar de desbetreffende producten (Atkinson e.a., 2004, p.271). Zoals aangegeven worden hieronder de meest bekende productgeoriënteerde kostenverbijzonderingsmethoden 2 in het kort beschreven Delingscalculatie & equivalentiecijfermethode De delingscalculatie methode is de meest eenvoudige manier om de kosten te verbijzonderen over de kostendragers bij homogene productie. Bij deze methode worden alle kosten zonder enig onderscheid in directe en indirecte kosten over een bepaalde periode toegerekend aan de kostendrager. Vervolgens worden de kosten van de kostendrager gedeeld door het aantal voortgebrachte producten in die periode om de kostprijs te bepalen (Rutten, 1994, p.15). De equivalentiecijfermethode is een gelijkwaardige methode waarbij de kostprijs van de producten naar rato van het basisproduct 3 wordt berekend. 2 Productgeoriënteerde methoden worden ook wel als de volumegebaseerde methoden aangeduid 3 Product waarvoor het equivalentiecijfers één wordt aangenomen. 9

10 2.4.2 Opslagmethode In tegenstelling tot de voorgaande twee kostenverbijzonderingsmethoden maakt de opslagmethode wel onderscheid tussen de directe en indirecte kosten. Bij deze methode worden indirecte kosten naar verhouding waarin zij de directe kosten veroorzaken aan de kostendragers toegerekend. Als verdeelsleutels kunnen bijvoorbeeld directe lonen en directe machine uren gehanteerd worden. De kostprijs van het product is dan de som van de directe kosten en de opslag(en) voor de indirecte kosten 4. Voor toepassing van deze methode geldt de voorwaarde dat het bedrag aan indirecte kosten van een kostendrager evenredig is met de mate waarin het (bepaalde) directe kosten veroorzaakt (Rutten, 1994, p.16). Deze methode onderscheidt een primitieve en een verfijnde vorm, waarbij toerekening van indirecte kosten plaatsvindt doormiddel van slechts één opslag bij de primitieve vorm Kostenplaatsenmethode De meest ontwikkelde productgeoriënteerde kosten allocatie methode is de kostenplaatsenmethode ofwel de productiecentramethode. Bij deze methode worden alle indirecte kosten toegerekend aan de kostendragers via de kostenplaatsen. Het begrip kostenplaats is als volgt te definiëren: Een geheel van kosten, dat voor het verkrijgen van bepaalde voor de productie benodigde prestaties moet worden aangewend. Een kostenplaats representeert derhalve een functie met betrekking tot het productieproces (Meij, 1960, p.171) Er zijn drie verschillende kostenplaatsen te onderscheiden: 4 Zie voor een cijfermatig voorbeeld het boek van Boons, Robert & Roozen (1991, pp.28-31) 10

11 Hulpkostenplaatsen. Dit zijn geen zelfstandige afdelingen, maar kostengroeperingen ten behoeve kostenverbijzondering. Huisvesting is een voorbeeld hiervan. Zelfstandige kostenplaatsen. Dit zijn wel zelfstandige afdelingen, maar hebben geen rechtstreekse verband met de eindproducten. Afdeling onderhoud is een voorbeeld hiervan. Hoofdkostenplaatsen. Dit zijn zelfstandige afdelingen, waar het productieproces plaatsvindt. Bij toepassing van de kostenplaatsenmethode wordt de toerekening van kosten in drie fasen opgezet. Ten eerste worden de indirecte kosten over de kostenplaatsen verdeeld. Vervolgens worden kosten van de hulpkostenplaatsen doorberekend aan de hoofdkostenplaatsen. Ten slotte worden de kosten van de hoofdkostenplaatsen aan de producten doorberekend. Hulpkostenplaats 1 Hulpkostenplaats 2 Hulpkostenplaats 3 Hulp. 1 Hulp. 2 Hulp. 3 Hoofd. 1 Hoofd. 2 Tabel 1 Kostenplaatsenmethode De uitkomsten van deze variant van de kostenplaatsenmethode zijn derhalve afhankelijk van de volgorde waarin de hulpkostenplaatsen in de berekening worden betrokken. Een meer geavanceerde variant (de zogenaamde reciprocal of wederkerige methode ) houdt rekening met alle onderlinge verhoudingen, ongeacht de volgorde waarin gerekend wordt (Boons, Roberts & Roozen, 1991, p.31). Hoofdstuk 3: Activity-based costing model 3.1 Inleiding 11

12 In het vorige hoofdstuk zijn de productgeoriënteerde kostenverbijzonderingsmethoden aan bod gekomen. In dit hoofdstuk zullen de bezwaren op de traditionele modellen worden uiteengezet. Als een mogelijke oplossing voor deze bezwaren zal de Activitybased costing model 5 in theorie worden besproken. Ter afsluiting van het hoofdstuk zal ABC met een getallenvoorbeeld geïllustreerd worden. 3.2 Bezwaren op de traditionele methoden Uitgangspunt van productgeoriënteerde allocatiesystemen De bezwaren op de conventionele productgeoriënteerde kosteninformatiesystemen komen hoofdzakelijk voort, doordat de relatie tussen de kosten en de producten niet voldoende nauwkeurig gekwantificeerd kunnen worden. Deze methoden nemen als uitgangspunt dat kosten door producten worden veroorzaakt. Dit leidt er toe dat de producten en onderdelen die in het product terug te vinden zijn ook de basis vormen voor kostentoerekening 6. Alle overige kosten worden vervolgens via deze aspecten aan de producten doorbelast. Dit betekent echter wel, dat die overige kosten, overhead, geacht worden proportioneel met het verbruik van de gekozen aspecten mee te groeien (Boons, Roberts & Roozen, 1991, p.31) Technologische ontwikkelingen Ontwikkelingen in de productietechnologie en de informatietechnologie hebben er toe geleid dat in vele bedrijfstakken veel is geïnvesteerd in flexibele productiemiddelen zoals machines. Met de komst van deze nieuwe geautomatiseerde productiemiddelen is de kostenstructuur van processen met de tijd veranderd. Naast het ontstaan van allerlei nieuwe activiteiten zoals programmering en systeemonderhoud is de invloed van directe arbeid op de kostprijs van producten afgenomen. 5 Ook wel het ABC methode genoemd 6 Als basis grondslag worden volume gerelateerde verdeelsleutels zoals het verbruik van materiaal, arbeid en machine uren genomen 12

13 Zolang het verbruik van overheadactiviteiten ook in een rechtevenredig verband staat met het verbruik van de directe variabele kosten die de basis voor toerekening zijn, is de oplossing nog steeds acceptabel. In de praktijk is dit echter vrijwel nooit zo. Een toename van het productievolume leidt slechts in zeer sporadisch voorkomende gevallen tot een evenredige toename in overhead-activiteiten (Boons, Roberts & Roozen, 1991, p.25). Door al deze ontwikkelingen zijn de te verdelen (overhead) kosten ten opzichte van de directe kosten gestegen, waardoor de mogelijkheid op onnauwkeurige doorbelasting met de traditionele modellen is toegenomen Productdifferentiatie De besproken ontwikkelingen in de vorige paragraaf hebben er ook toe geleid dat machines ruimere inzetmogelijkheden hebben gekregen, waardoor met minder menselijke arbeid een breder assortiment aan producten gefabriceerd kan worden. Zoals in de inleiding al ter sprake is gekomen, zijn de bedrijven in het huidige concurrentieklimaat en door de toegenomen welvaart gedwongen om een breder assortiment aan te bieden om de wensen die in de markt leven te vervullen. Een groter assortiment betekent een grotere diversiteit in de productie-inspanningen, en dus ook in de kosten. In het vorige hoofdstuk is al ter sprake gekomen dat de delingscalculatiemethode en de equivalentiecijfermethode alleen toepasbaar zijn bij homogene productie. Allocatie van kosten bij deze methoden is alleen mogelijk indien verwantschap tussen producten bestaat. 3.3 Activity based costing methode in theorie 13

14 3.3.1 Uitgangspunt van de activity-based costing methode ABC is ontstaan als een reactie op de tekortkomingen van de traditionele kostencalculatie systemen, waarbij indirecte fabricagekosten worden doorberekend aan de producten op basis van één of meer opslagen op de directe kosten. De gedachte achter ABC is dat niet het productievolume de kosten veroorzaakt, maar dat de activiteiten die nodig zijn om de producten voort te brengen de kosten veroorzaken. De calculatie is daarom gericht op het vaststellen van de kosten per activiteit. Kosten worden gemaakt omdat in het productieproces verschillende activiteiten worden uitgevoerd. De kostprijsbepaling van een product moet volgens ABC dan ook, naast de directe kosten, zijn gebaseerd op het gebruik dat de producten van de activiteiten maken. Productieactiviteiten die worden onderscheiden zijn bijvoorbeeld: het keuren van producten, het omstellen van machines, het inkopen van grondstoffen en de productieplanning. Naarmate een groter beroep op deze activiteiten wordt gedaan, zullen de met deze activiteiten samenhangende kosten toenemen. Door toepassing van ABC wordt een beter inzicht verkregen in de kostenstructuur van de onderneming. Het primaire doel van ABC-methode is het zo nauwkeurig mogelijk berekenen van de kosten die op de producten drukken, met in achtneming van een lange termijn perspectief. In tegenstelling tot de productgeoriënteerde methoden, waarbij ervan uitgegaan wordt dat de producten de kosten veroorzaken, gaat de activity-based costing model ervan uit dat de activiteiten de kosten veroorzaken. ABC traceert de kosten naar producten via de activiteiten die nodig zijn om het product te vervaardigen (Staubus, 1988, pp.18-24). 14

15 3.3.2 Opbouw van het model Kostentoerekening op basis van de ABC-methode kent de volgende fasen: Het identificeren van de activiteiten Het definiëren van de activiteitencentra Het kiezen van verdeelsleutels die de relatie tussen de activiteiten binnen een activiteitencentrum en het product weergeven Het verbijzonderen van kosten naar activiteitencentra Het met behulp van de verdeelsleutels verbijzonderen van kosten van de activiteitencentra naar de producten Activiteiten zijn repeterende handelingen of taken dan die worden uitgevoerd binnen een onderneming (Romano, 1989, p.65). Activiteiten die in directe relatie staan tot de producten worden primaire activiteiten genoemd, terwijl activiteiten die geen directe relatie hebben tot de secundaire activiteiten behoren. Ten aanzien van de secundaire activiteiten kan nog de volgende uitsplitsing aangebracht worden (Cooper, 1990, p.4): unit-gerelateerde activiteiten, zijn activiteiten die worden verricht bij het produceren van iedere eenheid product; deze kosten worden ook wel gedefinieerd als variabele kosten. serie-gerelateerde activiteiten, zijn activiteiten die worden verricht bij het produceren van iedere productserie, ongeacht het aantal eenheden dat deze productserie omvat, bijvoorbeeld het instellen van machines. productondersteunende activiteiten, zijn activiteiten die worden verricht voor de productie van ieder type product, ongeacht het aantal eenheden en het aantal productseries die van dat producttype worden geproduceerd; bijvoorbeeld productontwerp aanpassingen en procesontwerp aanpassingen. 15

16 infrastructuur gerelateerde activiteiten, zijn activiteiten die verricht worden door een bepaalde afdeling ten behoeve van het gehele organisatie. Enkele voorbeelden hiervan zijn de boekhouding, beveiliging en personeelszaken. In de praktijk zal de eerste stap lijden tot vele identificeerbare activiteiten die vervolgens gereduceerd moeten worden tot enkele activiteitencentra 7. Door groepering 8 van de activiteiten wordt het mogelijk om de kosten van de samenstellende activiteiten via één of enkele verdeelsleutels te verbijzonderen naar de producten. Ter verduidelijking van de hierboven beschreven fasen zal in het volgende paragraaf een cijfermatig voorbeeld worden uitgewerkt. 3.4 Cijfermatig illustratie (getallenvoorbeeld) Onderneming Ciftci B.V. Ter illustratie van het ABC-model zal in deze paragraaf een cijfermatig voorbeeld worden uitgewerkt, waarbij een vergelijking wordt gemaakt met de traditionele modellen. We gaan uit van de productie onderneming Ciftci B.V. die koffers op de markt brengt in diverse varianten. Er worden zowel luxe koffers op bestelling in een laag productie- en afzet volume geproduceerd als standaard koffers in hoog volume. Verder is het mogelijk om koffers in twee verschillende kleuren te bestellen. De productietechnische gegevens zijn als volgt: Product Afzet in stuks Grondstof in kg Arbeid in uren Machine uren Instellen Transport 7 De groepering van activiteiten binnen een center is zodanig dat het inspanningsniveau van enkele activiteit in een vast verhouding staat tot het inspanningsniveau van de andere activiteiten, ongeacht welk product een aanspraak doet op de activiteiten ((Boons, Roberts & Roozen, 1991, p.25). 8 Hiërarchische indeling van activiteiten 16

17 Luxe blauwe koffer Luxe zwarte koffer Standaard blauwe koffer Standaard zwarte koffer Totaal Kosten per eenheid ,75 Tabel 2 Productietechnische gegevens Interpretatie van de tabel: Het verschil in productievolume is af te lezen uit de tweede kolom. Zo worden er van de luxe blauwe koffers 100 stuks geproduceerd en afgezet terwijl van de luxe zwarte koffers 500 stuks worden geproduceerd en afgezet. Grondstoffen, arbeidsuren en de machine-uren zijn aangegeven in fysieke eenheden per koffer. Zo is per luxe blauwe koffer 3 kg grondstof, 1 arbeidsuur en twee uur aan machine tijd nodig. Complexiteit van koffers komt tot uitdrukking in de zesde kolom. Instelkosten bedragen twee maal zoveel voor de luxe koffers. Het instellen en het transporteren van de koffers worden in dit voorbeeld opgevat als overhead Berekening volgens de productgeoriënteerde methoden Directe variabele kosten en overhead kosten vormen samen de kostprijs van de koffers. De berekening van de directe variabele kosten component is evident, immers alle kosten zijn direct. Echter de berekening van de overhead is ingewikkelder. Voor de berekening 17

18 hiervan wordt eerst de totale overhead berekend en verdeeld over het aantal koffers naar verhouding van directe arbeidsuren. De totale instelkosten en de transportkosten zijn te berekenen door het aantal benodigde eenheden te vermenigvuldigen met de afzet. Vervolgens wordt dit aantal vermenigvuldigd met de kosten per eenheid. De totale overheadkosten bedragen in totaal ,00. Product Afzet in stuks Instelkosten Transportkosten Totale arbeid in uren Luxe blauwe koffer 100 ( 25 x 2 x 100) 5000 ( 3,75 x 1x 100) Luxe zwarte koffer Standaard blauwe koffer Standaard zwarte koffer Totale overhead Tabel 3 Overhead kosten met als verdeelsleutel arbeidsuren Zoals uit de tabel hierboven is af te lezen worden voor de productie van luxe blauwe koffers in totaal 100 arbeidsuren besteed. De overhead kosten worden naar verhouding van het arbeiduren gebruik verdeeld over de producten. De totale overhead kosten voor de luxe blauwe koffers bedraagt dan: (100/1200) x = Volgens de berekening van de productgeoriënteerde methode ontstaan de volgende kostprijzen voor de verschillende koffers: Product Afzet Grondstof Arbeid Machine Overhead Totaal Kostprijs p/s Luxe blauwe koffer ,50 Luxe zwarte koffer ,50 18

19 Standaard blauwe koffer Standaard zwarte koffer , ,50 Totaal Tabel 4 Productgeoriënteerde kostprijzen van de koffers Berekening volgens de ABC methode De berekening van de directe variabele kosten component is identiek aan de productgeoriënteerde kostprijs. Ten aanzien van de overhead kosten onderkent de ABCmethode wel een afzonderlijke calculatie. Bijvoorbeeld: de toerekening van de activiteit instellen vind plaats op basis van het werkelijke aantal instellingen dat nodig is geweest voor de productie van de desbetreffende koffers. Volgens de berekening van de ABC-methode ontstaan de volgende kostprijzen voor de verschillende koffers: Product Afzet Grondstof Arbeid Machine Instelkosten Transport kosten Totaal Kost-prijs p/s Luxe blauwe koffer Luxe zwarte koffer Standaard blauwe koffer , , ,75 Standaard zwarte koffer ,25 Totaal Tabel 5 Kostprijzen op basis van ABC-methode

20 De uitkomsten van de vergelijking tussen de productgeoriënteerde methode en ABC-methode zal in het volgende hoofdstuk en in de conclusie verder worden besproken. Hoofdstuk 4: Implementatie van het Activity based costing model 4.1 Inleiding Door middel van een cijfervoorbeeld is in het vorige hoofdstuk uiteengezet op welke wijze de kostprijs met het ABC-methode wordt berekend. Uit de kostprijzen van de verschillende koffers blijkt dat de ABC-methode een verfijndere toerekening kent. In tegenstelling tot dit belangrijke voordeel blijkt uit onderzoeken dat vele ondernemingen problemen ondervinden bij de implementatie van het ABC-methode. In dit hoofdstuk wordt het voorbeeld van het vorige hoofdstuk verder uitgewerkt door de resulterende kostprijzen met elkaar te vergelijken. Verder wordt in paragraaf 4.3 de toepassingsmogelijkheden van de ABC-methode uiteengezet. Ten slotte worden de beperkingen van het ABC-methode in paragraaf 4.4 uitvoerig beschreven. 4.2 Vergelijking van de resultaten van het rekenvoorbeeld In het cijfervoorbeeld werd reeds een onderscheid aangebracht tussen activiteiten die in directe relatie staan tot de producten, zoals grondstofkosten en arbeidskosten en alle overige activiteiten die niet onmiddellijk tot bepaalde producten toegerekend kunnen worden, zoals instelkosten en transportkosten. Aangezien de direct variabele componenten van alle koffers identiek zijn, levert de productgeoriënteerde methode ook gelijke kostprijzen op. Alle koffers hebben in het voorbeeld een kostprijs van 93,50 terwijl bij de berekening volgens de ABC-methode verschillende kostprijzen resulteert. Dit komt omdat de verschillen in de overheadkosten niet op productniveau toegerekend worden, maar over alle koffers verdeeld worden op basis van de relatieve consumptie van directe variabele bestanddelen. 20

21 Verder houdt de volumegerelateerde methode ook geen rekening met niet proportionele stijgingen en dalingen van overhead activiteiten bij de productie van koffers. De totale overheadkosten worden verdeeld over de producten alsof het direct variabele kosten zijn. Zo worden bij de productie van zwarte koffers met een afzet van 500 stuks, vijfmaal meer arbeidsuren gebruikt dan de zwarte koffers met een afzet volume van 100 stuks, waardoor deze koffers ook vijfmaal meer overheadkosten toebedeeld krijgen. Ook de complexiteit van koffers wordt bij de productgeoriënteerde methode op dezelfde wijze betrokken op alle producten. Hierdoor worden beslissingen zoals het kopen of zelf produceren van koffers vanuit een productgeoriënteerde kosteninformatiesysteem onvoldoende ondersteund. Een ander essentieel verschil tussen de beide methoden is dat (complexe) koffers die op een relatief kleine schaal geproduceerd worden bij de volumegerelateerde methode een te lage kostprijs krijgen. Zo is de kostprijs van een luxe blauwe koffer volgens de productgeoriënteerde methode 93,50 terwijl het volgens de ABC-methode 99,75 bedraagt. Simpele producten die in een relatief hoge volume worden voortgebracht krijgen bij de volumegerelateerde methode een te hoge kostprijs. Zo is de kostprijs van de standaard zwarte koffer 93,50 terwijl het volgens de ABC methode 82,25 bedraagt. Met andere woorden `hoog subsidieert laag. 4.3 Toepassingsmogelijkheden Ondanks tekortkomingen van traditionele systemen, verdient deze soms de voorkeur boven de ABC-methode. Dit doet zich voor wanneer de invoering en instandhouding van ABC niet lonend is. Hieronder worden enkele voorwaarden beschreven waarbij de ABC-methode rendabel is en mogelijk een nauwkeuriger oplossing biedt. Lage meet- en registratiekosten; Relatief veel indirecte fabricagekosten; 21

22 Productdiversiteit; indien een onderneming slechts een product vervaardigd is de kostprijs berekening niet problematisch en hoeft ook niet gekozen te worden voor een ingewikkelde toerekening. Complexiteit in de productie; zeer complexe producten rapporteren een hoger marge bij de traditionele methoden. Sterk concurrerende markt; bij sterke concurrentie moet de kostprijs zo nauwkeurig mogelijk bepaald worden zodat geen ander bedrijf zijn voordeel kan doen op foutieve toerekening van kosten. Bij stabiele marktomstandigheden is er relatief weinig aandacht hiervoor 4.4 ABC in de praktijk Er is in de loop der jaren veel empirisch onderzoek gedaan naar de mate waarin ABC in de praktijk wordt toegepast. Uit deze onderzoeken blijkt, tegen de verwachtingen in, dat ABC slechts in klein gedeelte van de ondernemingen is geïmplementeerd (Shields & McEwen, 1996, p.15). Uit een onderzoek van Moret, Ernst & Young (1995) in de Nederlandse voeding- en genotmiddelenindustrie komt eenzelfde beeld naar voren. Slechts 12 van de 117 onderzochte ondernemingen in deze sector gebruikten ABC (Schulp & Zwart, 1999, p.220). Een van de belangrijkste oorzaken voor de lage implementatiegraad van ABC zijn de hoge kosten die implementatie met zich meebrengt. Deze kosten worden veelal veroorzaakt, doordat indirecte activiteiten grondig geanalyseerd moeten worden. Want een optimale beheersing van kosten is pas mogelijk aan de hand van nauwkeurige analyse van de kostenstructuur. Een ander argument is dat het doel waarvoor de ABC-informatie wordt gebruikt niet altijd helder is. Aanvankelijk werd de ABC-informatie vooral gebruikt voor prijs- en assortimentsbeslissingen, terwijl tegenwoordig deze informatie veel meer wordt gebruikt voor het beheersen van indirecte kosten. 22

23 Verder is het, vanwege de complexiteit van de indirecte activiteiten en vanwege de onduidelijke relaties tussen die activiteiten en de verschillende calculatieobjecten, vaak niet mogelijk een ABC-systeem op te zetten dat betrouwbare informatie genereert. Een verkeerde definitie van cost drivers, cost pools en activiteiten leidt dan tot onbetrouwbare kosteninformatie (Schulp & de Swart, 1999, p.221). Ten slotte speelt de cultuurkloof en de gedragsimplicaties binnen een organisatie ook een belangrijke rol bij de implementatie van ABC. Verschillende informatiebehoeften binnen een organisatie kunnen leiden tot spanningen, waardoor de implementatie kan worden belemmerd. Shields en Young (1989) beschrijven een aantal factoren die van belang zijn grote veranderingen in informatiesystemen, zoals bijvoorbeeld het invoeren van ABC. Hun uitgangspunt is dat ABC niet moet worden gezien als technische innovatie, maar veel meer als een administratieve innovatie, waardoor gedrags- en organisatorische factoren in belangrijke mate het succes ervan zullen bepalen. Zij noemen als een van de belangrijkste aspecten de cultuur die heerst binnen de organisatie en de aanwezigheid van inspirerende leidinggevenden. Ook achten zij steun en betrokkenheid van het management ten aanzien van de voorgestelde veranderingen essentieel. Verder moet het management voldoende financiële middelen ter beschikking stellen voor de benodigde scholing en training van de werknemers. Maar zelfs als aan al deze voorwaarden is voldaan, dan nog kan het implementeren van grote veranderingen in het informatiesysteem verscheidene jaren in beslag nemen. Omdat veranderingen in het denk- en gedragspatroon van mensen en in de organisatiecultuur veel tijd en inspanning vergen. 23

24 5 Conclusie Door de heersende kredietcrisis zijn naast de financiële instellingen ook de productieinstellingen sterk geraakt. In vele branches zijn de klappen hard aangekomen met als resultaat tijdelijke stilleggingen van fabrieken. In zo n slecht ondernemingsklimaat zijn de bedrijven hard bezig met reorganisaties en bezuinigingen en saneringen om de kosten te drukken. In dergelijke gevallen heeft het management grote behoefte aan nauwkeurige kosteninformatiesystemen om verantwoorde beslissingen te kunnen nemen. Op basis van deze kosteninformatie kan de winstgevendheid van producten, klanten, orders en dergelijke in kaart gebracht worden en kunnen strategische beslissingen genomen worden, zoals het bepalen van de verkoopprijs, het opnemen van producten in het assortiment of het uitbesteden van productie. In hoofdstuk twee zijn de verschillende kostensoorten beschreven en een korte inleiding gemaakt op de essentie van kostenverbijzondering. In paragraaf 2.4 zijn de traditionele volumegerelateerde kostenverbijzonderingsmethoden uiteengezet. Vervolgens zijn in paragraaf 3.2 de bezwaren op de traditionele modellen beschreven. Acitvity Based Costing (ABC), als reactie op de bezwaren en tekortkomingen van de traditionele kostenallocatiesystemen ontstaan, wordt in paragraaf 3.3 besproken. Ter illustratie van ABC is in paragraaf 3.4 een cijfermatig voorbeeld uitgewerkt, waarvan de bevindingen in hoofdstuk vier zijn opgenomen. Verder zijn in hoofdstuk vier de toepassingsmogelijkheden en de factoren die van belang zijn bij de implementatie van ABC beschreven. ABC, waarbij de indirecte kosten op basis van activiteiten aan de producten worden toebedeeld, verschaft niet alleen nauwkeurige kostprijzen maar geeft bovenal beter inzicht in de kostenstructuur van de organisatie. 24

25 Bij de traditionele modellen, bijvoorbeeld de opslagmethoden, worden de indirecte kosten op grond van de directe kosten aan de producten toegerekend. Het belangrijkste bezwaar tegen deze volumegerelateerde kostenallocatie systemen is dat producten die in grote hoeveelheden worden geproduceerd veel indirecte kosten toegerekend krijgen en producten die in kleine hoeveelheden worden geproduceerd weinig, waardoor deze als het ware gesubsidieerd worden. Een nauwkeurige kostprijsberekening verschaft niet alleen inzicht in de kostenstructuur, maar vormt ook een belangrijk hulpmiddel voor kostenbeheersing, wat in crisistijden hoog in het vaandel van organisaties staat. Tevens is een nauwkeurige kostprijs berekening van essentieel belang voor de vaststelling van de verkoopprijs van een product. Aan de hand hiervan kan het management verantwoorde (lange)termijn beslissingen nemen om de continuïteit van de onderneming te waarborgen. Immers de verkoopprijs van producten zal de markt- en concurrentiepositie van de onderneming sterk beïnvloeden. Ondanks de vele voordelen van ABCl wordt deze methode in het bedrijfsleven niet op grote schaal toegepast. Financiële aspecten, zoals te hoge meet- en registratiekosten, vormen hierbij een belemmering. Maar naast de financiële aspecten zijn er ook cultuur en gedragsimplicaties binnen een organisatie die de implementatie van het ABC methode tegen werken. 25

26 Literatuurlijst Boer, J. de (1998). Activity-based costing, het invoeren en de implementatiegraad van ABC-systemen in Nederland. Scriptie, Universiteit van Amsterdam. Boons, A.A.M., Roberts, H.J.E., en Roozen, F.A. (1994). Activity Based Costing; Strategisch cost management voor vernieuwende bedrijven. Deventer: Kluwer Bedrijfswetenschappen. Cooper, R. (1990). Cost classification in unit-based and activity-based manufacturing cost systems. Journal of Cost Management, Vol.4, Nr.3, fall, Cooper, R. (1987). The two-stage procedure in cost accounting: part one. Journal of Cost Management, Vol.1, Nr.2, summer, Gerritsen, S. (2001). Schrijfgids voor economen. Bussum: uitgeverij Coutinho. Gool, H. van, e.a. (1995). Activity Based Costing in de Food. Toepassingen en Trends. Utrecht: Moret Ernst & Young Management Consultants. Groot, T.L.C.M. (1993). Activity Based Costing. Tijdschrift voor Bedrijfsadministratie, 1153, Halen, C. van en Roozen, F.A. (1992). Traditionele kostenallocatie t.b.v. kostprijsberekening. Alphen aan de Rijn: Kluwer Bedrijfswetenschappen Hirsch, M.L. (2000). Advanced Management Accounting, 2nd ed. Londen: Thomson Learning. Kaplan, Robert S. (1994). Management Accounting ( ): Development of New Practice and Theory. Management Accounting Research, Vol. 5, Meij, J.L. (1960). Leerboek der bedrijfseconomie, deel I: theoretische bedrijfseconomie I. s-gravenhage: Delwel. Nu.nl (2008). Homepage ( l), 10 oktober. Romano, P.L. (1989). Activity accounting: an update part 1. Management Accounting: (NAA), mei, Rutten, D. (1994). Kosteninformatie in distributiebedrijven. Scriptie, Katholieke Universiteit Nijmegen Schulp, M. en Zwart, D. de (1999). Management accounting & management control. Groningen: Wolters-Noordhoff. Shields, M.D. en McEwen, M.A. (1996), Implementing activity-based costing systems successfully. Journal of Cost Management, Vol. 9 No.4, pp Shields, M.D. (1995). An empirical analysis of firms implementation experience with activity-based costing. Journal of Management Accounting Research, Vol. 7 pp Shields, M.D. en Young, S.M. (1989). A behavioral model for implementing cost management systems. Journal of Cost Management, Vol.3, Nr.4, winter, Staubus, G.J. (1988). Activity costing for decisions. New York: Garland Publishing. Zimmerman J.L. (2000). Accounting for Decision Making and Control. Singapore: The McGraw-Hill Companies. 26

27 Zimmerman, J.L. (1979). The Costs and Benefits of Cost Allocations. Accounting Review, Vol. 54,

Cursus Bedrijfseconomie 2

Cursus Bedrijfseconomie 2 Cursus Bedrijfseconomie 2 IBK2BEC20 1 Programma Kostenverbijzondering (Hfdst. 8) Verdeling indirecte kosten Vijf methoden (ABC volgende week) Opgaven deel 8.2 t/m 8.10 2 1 Kostenverbijzondering de primitieve

Nadere informatie

Bedrijfseconomische basisbeginselen. College 3, spm 1212

Bedrijfseconomische basisbeginselen. College 3, spm 1212 Bedrijfseconomische basisbeginselen College 3, spm 1212 Overzicht Kostenbegrippen Kostprijscalculatie en verbijzondering Kosten en industriële organisatie Waarom aandacht voor kosten? Belangrijk criterium

Nadere informatie

OPGAVEN HOOFDSTUK 4 UITWERKINGEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 4 UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 4 UITWERKINGEN Opgave 1 a. Wat wordt verstaan onder het verbijzonderen van de indirecte kosten? Het verbijzonderen van de indirecte kosten houdt in dat de indirecte kosten aan de producten

Nadere informatie

OPGAVEN HOOFDSTUK 4 UITWERKINGEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 4 UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 4 UITWERKINGEN Opgave 1 a. Wat wordt verstaan onder het verbijzonderen van de indirecte kosten? Het verbijzonderen van de indirecte kosten houdt in dat de indirecte kosten aan de producten

Nadere informatie

De kostenplaatsenmethode en Activity Based Costing

De kostenplaatsenmethode en Activity Based Costing 8 hoofdstuk De kostenplaatsenmethode en Activity Based Costing 8.1 A 8.2 C 8.3 D 8.4 C 8.5 B 8.6 D 8.7 C 8.8 B 8.9 D 8.10 A (220.000 / 4.000) 1.400 = 77.000 8.11 C (4.500 + 25 + 110 + 145 + 710) 1.000

Nadere informatie

7 Kostenverbijzondering (I)

7 Kostenverbijzondering (I) 7 Kostenverbijzondering (I) V7.8 Speelgoedfabrikant Autoys BV heeft onlangs de Jolls Joyce ontwikkeld: een plastic speelgoedauto voor peuters in de leeftijdscategorie van twee tot vijf jaar. De productie

Nadere informatie

Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 8 MAART 2016 12.00 14.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer

Nadere informatie

Leerarrangement 31 De Investering

Leerarrangement 31 De Investering Leerarrangement 31 De Investering Het programma van vandaag: Uitleg la31 1e Hoorcollege Directe en indirecte kosten De opslagmethode De kostenplaatsenmethode Toelichting LA 31.1 La 31 4 hoorcolleges: Kosten,

Nadere informatie

Modulehandleiding Bedrijfseconomie 1.2. Collegejaar AC/adBE/BE/FSM Periode 2

Modulehandleiding Bedrijfseconomie 1.2. Collegejaar AC/adBE/BE/FSM Periode 2 Modulehandleiding Bedrijfseconomie 1.2 Collegejaar 2012-2013 AC/adBE/BE/FSM Periode 2 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 2 1. Algemene Informatie... 3 1.1. Doelgroep... 3 1.2. Instroomeisen... 3 1.3. Plaats

Nadere informatie

activiteiten verdeling van de overheadkosten? verdeling van de overheadkosten Activity Based Costing Hendrik Claessens Kostprijsberekening 1

activiteiten verdeling van de overheadkosten? verdeling van de overheadkosten Activity Based Costing Hendrik Claessens Kostprijsberekening 1 Activity Based Costing verdeling van de overheadkosten? verdeling van de overheadkosten opslagmethode kostenverdeelstaat kostenplaatsen job order costing MU DAU M 2 verdeling van de overheadkosten activiteiten

Nadere informatie

Een juiste interpretatie van een calculatie hangt af van de onderliggende gegevens. 1 Gebruikt u in de calculatie de bruto of de netto grondstofprijs?

Een juiste interpretatie van een calculatie hangt af van de onderliggende gegevens. 1 Gebruikt u in de calculatie de bruto of de netto grondstofprijs? Artikel 5 Opslagmethodiek; de techniek verder uitgewerkt. In het vorige artikel hebben we een start gemaakt met een technische uitleg van de techniek van de opslagcalculatie. Als het goed is hebt u voor

Nadere informatie

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 15 DECEMBER 2015 09.00 11.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer

Nadere informatie

Voorbeeldexamen Management Controle

Voorbeeldexamen Management Controle Voorbeeldexamen Management Controle VRAAG 1 Verklaar volgende termen (maximaal 3 regels per term) - Doelcongruentie - Productclassificatie - MBO - Profit sharing - Indirecte CF statement VRAAG 2 Leg uit

Nadere informatie

Verdieping bij hoofdstuk 7 Verwerking van indirecte kosten in het productieproces

Verdieping bij hoofdstuk 7 Verwerking van indirecte kosten in het productieproces Verdieping bij hoofdstuk 7 Verwerking van indirecte kosten in het productieproces De volgende paragraaf kan worden gelezen als uitbreiding op paragraaf 7.4 uit het boek. In deze tekst zijn echter geen

Nadere informatie

Indirecte productiekosten: meewegen van machine-uurtarieven

Indirecte productiekosten: meewegen van machine-uurtarieven Indirecte productiekosten: meewegen van machine-uurtarieven Samenvatting Bij machine-uurtarieven wordt per product de machinebelasting of het machinegebruik bepaald. Daarnaast wordt een tarief per eenheid

Nadere informatie

1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat

1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat 1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat 1.1 Inleiding In het Basisboek Bedrijfseconomie heb je al veel geleerd over hoe de prijs van een product tot stand komt. De eerste hoofdstukken in dat boek

Nadere informatie

1.9.2 Verschil tussen direct costing en integrale kostencalculatie

1.9.2 Verschil tussen direct costing en integrale kostencalculatie 1.9 Direct costing 1.9.1 Direct costing en variabele-kostencalaculatie Direct costing (D.C.) of wel variabele kostencalculatie is de methode van kostencalculatie waarbij alleen de variabele kosten als

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 8 MAART UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 8 MAART UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 8 MAART 2016 12.00-14.00 UUR Indien een kandidaat tot eenzelfde antwoord komt als opgenomen in dit correctiemodel maar waarbij

Nadere informatie

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 UITWERKINGEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 UITWERKINGEN Opgave 1 Mevrouw Van Driel maakt product Z207. Voor 2018 zijn de volgende gegevens begroot: Begrote toegestane constante kosten 200.000 Verwachte totale variabele kosten

Nadere informatie

Kostprijsberekening bij Micronic B.V. Traceable Sampling Solutions

Kostprijsberekening bij Micronic B.V. Traceable Sampling Solutions Kostprijsberekening bij Micronic B.V. Traceable Sampling Solutions Dit Bachelorverslag is als geheel vertrouwelijk aangemerkt door Dr. Ir. S.B.H. Morssinkhof als afstudeerbegeleider namens de Universiteit

Nadere informatie

Bedrijfseconomische aspecten van de industriële onderneming

Bedrijfseconomische aspecten van de industriële onderneming Bedrijfseconomische aspecten van de industriële onderneming Bedrijfseconomische aspecten van de industriële onderneming P. H. C. Hintzen Brinkman Uitgeverij Amsterdam 2011 Omslagontwerp: Proforma Barcelona

Nadere informatie

Inhoud. Deel I Algemene afbakening van het werkterrein. 4 Inhoud. 1 Wat omvat boekhouden? 15

Inhoud. Deel I Algemene afbakening van het werkterrein. 4 Inhoud. 1 Wat omvat boekhouden? 15 Inhoud Deel I Algemene afbakening van het werkterrein 1 Wat omvat boekhouden? 15 2 Deelgebieden van de boekhouding 16 2.1 Algemene boekhouding 17 2.2 Analytische boekhouding 18 2.3 Beleidsboekhouding 18

Nadere informatie

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 ANTWOORDEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 ANTWOORDEN Opgave 1 Mevrouw Van Driel maakt product Z207. Voor 2018 zijn de volgende gegevens begroot: Begrote toegestane constante kosten 200.000 Verwachte totale variabele kosten

Nadere informatie

Personeelsmanagement nader becijferd. Begrippenlijst. Karin Potting

Personeelsmanagement nader becijferd. Begrippenlijst. Karin Potting Personeelsmanagement nader becijferd Begrippenlijst Karin Potting bussum 2011 Deze begrippenlijst hoort bij de derde, herziene druk van Personeelsmanagement nader becijferd van Karin Potting 2002 Uitgeverij

Nadere informatie

Kostenallocatieprocedures

Kostenallocatieprocedures Kostenallocatieprocedures B1030 1 Kostenallocatieprocedures C. Siau 1. Algemene principes B1030 3 2. Product costing: traditionele verbijzonderingsmethoden B1030 4 2.1. Algemene methodologie B1030 4 3.

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 15 DECEMBER UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 15 DECEMBER UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 15 DECEMBER 2015 09.00 11.00 UUR Indien een kandidaat tot eenzelfde antwoord komt als opgenomen in dit correctiemodel maar waarbij

Nadere informatie

Leerarrangement 31 De Investering

Leerarrangement 31 De Investering Leerarrangement 31 De Investering Het programma van vandaag: Uitleg la31 Directe en indirecte kosten De opslagmethode De kostenplaatsenmethode 1 Toelichting LA 31.1 La 31.1 (50%) 5 hoorcolleges:kosten,

Nadere informatie

3 Voorcalculatie, nacalculatie en verschillenanalyse

3 Voorcalculatie, nacalculatie en verschillenanalyse 3 Voorcalculatie, nacalculatie en verschillenanalyse 3.1 Inleiding Voor je als ondernemer aan het werk gaat, moet je natuurlijk wel weten waar je aan begint. Of het nou gaat om een fabricagebedrijf of

Nadere informatie

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Het examen bestaat uit 3 opgaven en omvat 20 vragen.

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Het examen bestaat uit 3 opgaven en omvat 20 vragen. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave COST & MANAGEMENTACCOUNTING VRIJDAG 24 JUNI 2016 09.00 11.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Het examen

Nadere informatie

Kostprijssystemen B1040 1. C. Siau

Kostprijssystemen B1040 1. C. Siau Kostprijssystemen B1040 1 Kostprijssystemen C. Siau 1. Proces versus job-ordersystemen B1040 3 2. Rapportering in de procesindustrie B1040 4 2.1. Boekhoudkundige aspecten B1040 5 2.2. Bepaling van de kosten

Nadere informatie

2 Kostprijsberekening en opslagmethode

2 Kostprijsberekening en opslagmethode 2 Kostprijsberekening en opslagmethode 2.1 Inleiding In het Basisboek Bedrijfseconomie hebben we al uitgebreid stilgestaan bij het bepalen van de kostprijs. We hebben kennisgemaakt met directe en indirecte

Nadere informatie

Bij de verschillende gemeentelijke diensten is informatie opgevraagd over of en hoe een integrale kostprijs berekend wordt.

Bij de verschillende gemeentelijke diensten is informatie opgevraagd over of en hoe een integrale kostprijs berekend wordt. Samenvatting onderzoek uniformering bedrijfseconomische uitgangspunten Doel onderzoek Het doel van het doelmatigheidsonderzoek was te komen tot voorstellen om de wijzen van berekening van de integrale

Nadere informatie

22-1-2014. Cursus Bedrijfseconomie 2 IBK2BEC20. Tentamentraining

22-1-2014. Cursus Bedrijfseconomie 2 IBK2BEC20. Tentamentraining Cursus Bedrijfseconomie 2 IBK2BEC20 1 Tentamentraining 2 1 Kostprijs Normale productie : 40.000 stuks Verwachte werkelijke productie : 44.000 stuks Variabele kosten : 176.000 Constante kosten : 360.000

Nadere informatie

7 Directe en indirecte kosten

7 Directe en indirecte kosten 7 Directe en indirecte kosten hoofdstuk 7.1 C 7.2 B 7.3 C 7.4 A 7.5 B 7.6 D 800 / 7.0 = 0,101 7.7 B 1.350 13,5 40 = 810 Opslag: 60 / 40 = 1,5 (150%) 7.8 A 2 35 + 10 15 + 0,50 2 35 = 255 7.9 B 12 + 10 +

Nadere informatie

Management control: ONTWERP VAN KOSTENSYSTEMEN EN CONTEXTUELE KENMERKEN RECENTE ONTWIKKELINGEN IN ONDERZOEK. MCA: november 2007, nummer 7

Management control: ONTWERP VAN KOSTENSYSTEMEN EN CONTEXTUELE KENMERKEN RECENTE ONTWIKKELINGEN IN ONDERZOEK. MCA: november 2007, nummer 7 Management control: ONTWERP VAN KOSTENSYSTEMEN EN CONTEXTUELE KENMERKEN RECENTE ONTWIKKELINGEN IN ONDERZOEK 4 MCA: november 27, nummer 7 De afgelopen jaren is een behoorlijk aantal studies verricht naar

Nadere informatie

Management accounting en controle

Management accounting en controle 3de bach TEW Management accounting en controle Jorissen Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be 175 3.00 EUR Boek: Cost Accounting 1 Hoofdstuk 2 Kostenbegrippen en kostprijscomponenten

Nadere informatie

Samenvatting M&O De Industrie

Samenvatting M&O De Industrie Samenvatting M&O De Industrie Samenvatting door Y. 1310 woorden 5 juli 2017 8,9 4 keer beoordeeld Vak M&O De industrie Hoofdstuk 1 Kosten= de geldwaarde van alle noodzakelijk opgeofferde productiemiddelen

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7 HOOFDSTUK 7 Opgave 1 a. Wat maakt de berekening van de kostprijs bij stukproductie lastig? De kostprijs bij stukproductie is lastig te maken omdat er sprake is van indirecte kosten. b. Wat is het kenmerk

Nadere informatie

Voorbeeldexamen bij het werkcollege van Management Accounting & Controle

Voorbeeldexamen bij het werkcollege van Management Accounting & Controle Voorbeeldexamen bij het werkcollege van Management Accounting & Controle Faculteit Toegepaste Economische Wetenschappen Universiteit Antwerpen 19 november 2009 1. Massaproductie met afgekeurde producten

Nadere informatie

2 Constante en variabele kosten

2 Constante en variabele kosten 2 Constante en variabele kosten 2.1 Inleiding Bij het starten van een nieuw bedrijf zal de ondernemer zich onder andere de vraag stellen welke capaciteit zijn bedrijf moet hebben. Zal hij een productie/omzet

Nadere informatie

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. PDB KOSTENCALCULATIE 4 OEFENEXAMEN 3 Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Het aantal te behalen punten is 38. Bij elke vraag staat aangegeven

Nadere informatie

Cost Accounting. Fasttrack Microsoft Dynamics NAV 2013

Cost Accounting. Fasttrack Microsoft Dynamics NAV 2013 Fasttrack Microsoft Dynamics NAV 2013 Cost Accounting Gé Baltessen Freelance Dynamics NAV / CRM Consultant ge.baltessen@navige.nl 06-18654300 www.navige.nl Doelstelling Cost Accounting. Kostensoorten/kostenplaatsen/kostenobjecten.

Nadere informatie

Omschrijf wat er verstaan wordt onder proportioneel variabele kosten.

Omschrijf wat er verstaan wordt onder proportioneel variabele kosten. 1 M1 Oefententamen 2 OPGV 1 Halstra V is een onderneming die onderdelen produceert voor de auto industrie. Halstra heeft zich sterk gespecialiseerd op een bepaald type onderdeel en daarom kan worden gesteld

Nadere informatie

Deze examenopgaven bestaan uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Deze examenopgaven bestaan uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgaven COST & MANAGEMENT ACCOUNTING VRIJDAG 20 JUNI 2014 09.00 UUR 11.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgaven bestaan uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer

Nadere informatie

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 20 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 20 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Kostencalculatie niveau 5 Examenopgaven Dit voorbeeldexamen bestaat uit 20 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Dit voorbeeldexamen bestaat uit de volgende documenten:

Nadere informatie

ELEMENTAIRE BEDRIJFSECONOMISCHE MODELLEN Auteurs: Fons Vernooij en Paul van der Aa Website: fons-vernooij.nl/bm-site/ebm

ELEMENTAIRE BEDRIJFSECONOMISCHE MODELLEN Auteurs: Fons Vernooij en Paul van der Aa Website: fons-vernooij.nl/bm-site/ebm ELEMENTAIRE BEDRIJFSECONOMISCHE MODELLEN Auteurs: Fons Vernooij en Paul van der Aa Website: fons-vernooij.nl/bm-site/ebm Module 2: Kostenbeheersing (introductiemodule) Hoofdstuk 9: Bedrijven met heterogene

Nadere informatie

Economische woordenlijst (Kostprijsberekening) door Hendrik Claessens

Economische woordenlijst (Kostprijsberekening) door Hendrik Claessens Economische woordenlijst (Kostprijsberekening) door Hendrik Claessens Accountant - (Externe accountant): op grond van de wet zijn er echter ook gegevens (bepaalde financiële overzichten) die bestemd zijn

Nadere informatie

Economische woordenlijst (I) bij de cursus Kostprijsberekening gegeven door Hendrik Claessens, handelsingenieur Lethas CVO academiejaar 2005-2006

Economische woordenlijst (I) bij de cursus Kostprijsberekening gegeven door Hendrik Claessens, handelsingenieur Lethas CVO academiejaar 2005-2006 Economische woordenlijst (I) bij de cursus Kostprijsberekening gegeven door Hendrik Claessens, handelsingenieur Lethas CVO academiejaar 2005-2006 Accountant - (Externe accountant): op grond van de wet

Nadere informatie

Kosteninformatie in distributiebedrijven

Kosteninformatie in distributiebedrijven Kosteninformatie in distributiebedrijven It is better to be approximately correct than to be precisely wrong. Daniël Rutten Nijmegen, maart 1994 Faculteit Wiskunde en Informatica Vakgroep Informatica Afstudeernummer:

Nadere informatie

Samenvatting M&O Marketing & logistiek hoofdstuk 3

Samenvatting M&O Marketing & logistiek hoofdstuk 3 Samenvatting M&O Marketing & logistiek hoofdstuk 3 Samenvatting door Joelle 1347 woorden 24 juni 2018 6,3 3 keer beoordeeld Vak M&O M&O Samenvatting hoofdstuk 3 Logistiek = integrale goederenstroombeheersing

Nadere informatie

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 EN 17 JUNI 2009

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 EN 17 JUNI 2009 PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 EN 17 JUNI 2009 FINANCIËLE ADMINISTRATIE COPERNICUS BV 1. 710 Inkopen 73.650,- 160 Te verrekenen omzetbelasting 13.993,50 Aan 130

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8 UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8 Opgave 1 a. Wat is het belangrijkste kenmerk van constante kosten? Constante kosten zijn niet gevoelig voor een toename of afname van de bedrijfsdrukte. Zolang dit binnen

Nadere informatie

Erasmus Universiteit Rotterdam

Erasmus Universiteit Rotterdam Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit Bedrijfskunde Vakgroep Financieel Management Examennummer: Naam: Handtekening: Management Accounting basisdoctoraal Maandag 16 augustus 2004 9:30 uur - 12:30 uur

Nadere informatie

De JetStar bestaat uit een reeks onderdelen die in de onderneming JetFun bvba worden geproduceerd.

De JetStar bestaat uit een reeks onderdelen die in de onderneming JetFun bvba worden geproduceerd. De onderneming JetFun bvba produceert één type jetski, de JetStar. De JetStar bestaat uit een motor die de jetski aandrijft. De motor is een Kawasaki 23 pk die wordt aangekocht. De JetStar bestaat uit

Nadere informatie

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave COST & MANAGEMENTACCOUNTING VRIJDAG 19 JUNI 2015 9.00-11.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer

Nadere informatie

Opgave 2 a. Met welke formule berekenen we de integrale kostprijs? b. Hoe noemen we integrale kostprijsberekening ook wel?

Opgave 2 a. Met welke formule berekenen we de integrale kostprijs? b. Hoe noemen we integrale kostprijsberekening ook wel? Opgaven paragraaf 1.9.1 en 1.9.2 a. Wat wordt verstaan onder direct costing? b. Hoe wordt direct costing ook wel genoemd? c. Wat is de essentie waarom een onderneming kiest voor direct costing? a. Met

Nadere informatie

Regionale Uitvoering Bbz. Kostprijs producten

Regionale Uitvoering Bbz. Kostprijs producten Regionale Uitvoering Bbz Kostprijs producten Inhoudsopgave 1 Producten als basis voor aansturing van een Bbzsamenwerkingsverband 2 2 Producten begroten: hoe bereken je de kostprijs? 3 2.1 Directe kosten

Nadere informatie

BEKNOPTE HANDLEIDING KOSTPRIJSBEREKENING Samenvatting van de theorie

BEKNOPTE HANDLEIDING KOSTPRIJSBEREKENING Samenvatting van de theorie BEKNOPTE HANDLEIDING KOSTPRIJSBEREKENING Samenvatting van de theorie INLEIDING Zeker als de jaarcijfers te wensen over laten, komt al snel de roep om een adviseur. Dit om te zorgen dat de resultaten in

Nadere informatie

Waarom TD ABC implementeren? En waarom met Clevactio?

Waarom TD ABC implementeren? En waarom met Clevactio? Waarom TD ABC implementeren? En waarom met Clevactio? Activity Based Costing met Clevactio geeft inzicht in waar er geld verdiend wordt, waar er geld verloren wordt, en vooral ook waarom dat zo is. Samenvatting

Nadere informatie

Direct costing en break even analyse

Direct costing en break even analyse 6 hoofdstuk Direct costing en breakevenanalyse 6.1 D 6.2 B 6.3 A 6.4 D 6.5 D 6.6 C 6.7 B 6.8 A 6.9 C 6.10 B 6.11 B 1.440.000 / 4.800 = 300 6.12 A 4.800 700 1.440.000 1.000.000 = 920.000 6.13 C 1.000.000

Nadere informatie

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN Opgave 1 Jansen heeft een maakt en verkoopt product P11. De verkoopprijs van het product is 60 exclusief btw. De inkoopprijs van het product is 28. De overige variabele

Nadere informatie

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 23 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 23 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Kostencalculatie niveau 5 Examenopgaven Dit voorbeeldexamen bestaat uit 23 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Dit voorbeeldexamen bestaat uit de volgende documenten:

Nadere informatie

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN Opgave 1 Jansen heeft een maakt en verkoopt product P11. De verkoopprijs van het product is 60 exclusief btw. De inkoopprijs van het product is 28. De overige variabele kosten

Nadere informatie

VII.1.14 Standaardkostprijscalculatie

VII.1.14 Standaardkostprijscalculatie VII.1.14 Standaardkostprijscalculatie Drs. T.P.M. Welten* Een organisatie wordt dagelijks geconfronteerd met structurele en incidentele gebeurtenissen. Deze gebeurtenissen hebben uiteraard ook invloed

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8 HOOFDSTUK 8 Opgave 1 a. Waarom zijn er bij een bedrijf met massaproductie waar maar één product gemaakt wordt geen indirecte kosten? Het kenmerk van indirecte kosten is dat er geen direct verband is te

Nadere informatie

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. PDB kostencalculatie 4 Oefenexamen 2 Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Het aantal te behalen punten is 38. Bij elke vraag staat aangegeven

Nadere informatie

Internetopgaven hoofdstuk 7

Internetopgaven hoofdstuk 7 Internetopgaven hoofdstuk 7 IO.7.1 Peter Wegen is productiechef bij een bedrijf dat onderdelen voor de scheepvaart produceert. Het productieproces bestaat uit de volgende stappen: productontwerp, procesanalyse,

Nadere informatie

ELEMENTAIRE BEDRIJFSECONOMISCHE MODELLEN Consistent naslagwerk voor nieuwkomers in de bedrijfseconomie

ELEMENTAIRE BEDRIJFSECONOMISCHE MODELLEN Consistent naslagwerk voor nieuwkomers in de bedrijfseconomie ELEMENTAIRE BEDRIJFSECONOMISCHE MODELLEN Consistent naslagwerk voor nieuwkomers in de bedrijfseconomie Auteurs: Fons Vernooij en Paul van der Aa Website: fons-vernooij.nl/bm-site/ebm Versie d.d. 11 septembers

Nadere informatie

Reader Bedrijfseconomische berekeningen

Reader Bedrijfseconomische berekeningen Reader Bedrijfseconomische berekeningen Reader Bedrijfseconomische berekeningen Peter H. C. Hintzen isbn 978 90 5752 290 1 2015 Uitgeverij Edu Actief b.v. Gehele of gedeeltelijke overneming of reproductie

Nadere informatie

Heterogene productie (meerdere producten) De directe kosten hebben een rechtstreeks verband met de productie/verkoop van een product.

Heterogene productie (meerdere producten) De directe kosten hebben een rechtstreeks verband met de productie/verkoop van een product. www.jooplengkeek.nl Heterogene productie (meerdere producten) Primitieve opslagmethode We splitsen de kosten in: Directe kosten Indirecte kosten belangrijk De directe kosten hebben een rechtstreeks verband

Nadere informatie

Kostencalculatie niveau 5 Examenopgaven voorbeeldexamen 2

Kostencalculatie niveau 5 Examenopgaven voorbeeldexamen 2 Kostencalculatie niveau 5 Examenopgaven voorbeeldexamen 2 Belangrijke informatie Dit voorbeeldexamen bestaat uit 20 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Dit examen

Nadere informatie

Hoofdstuk 26 Kosten en resultaten in de industriële onderneming

Hoofdstuk 26 Kosten en resultaten in de industriële onderneming Hoofdstuk 26 Kosten en resultaten in de industriële onderneming De kostensoorten van een industriële onderneming zijn: grondstofkosten, arbeidskosten, overige variabele kosten, kosten van duurzame productiemiddelen,

Nadere informatie

Antwoorden hoofdstuk 12

Antwoorden hoofdstuk 12 Antwoorden hoofdstuk 12 Opgave 12.1 De indirecte kosten waren 40.000 x 100 % = 40 % van het materiaalverbruik 100.000 De indirecte kosten waren 40.000 x 100 % = 20 % van de directe lonen. 200.000 c. De

Nadere informatie

Inhoudsopgave. De auteurs 3. Voorwoord 5. Inleiding 7. Deel 1: Het begon met ABC 17. Hoofdstuk I Bezin eer je begint... 19

Inhoudsopgave. De auteurs 3. Voorwoord 5. Inleiding 7. Deel 1: Het begon met ABC 17. Hoofdstuk I Bezin eer je begint... 19 De auteurs 3 Voorwoord 5 Inleiding 7 Deel 1: Het begon met ABC 17 Bezin eer je begint... 19 Wat is Activity Based Costing? 25 1. Globaal ABC-model 25 2. Basisconcepten 30 2.1. Activity Costing 30 2.2.

Nadere informatie

Terugkoppelsjabloon kostprijsmodel RZ15A

Terugkoppelsjabloon kostprijsmodel RZ15A Terugkoppelsjabloon kostprijsmodel RZ15A Versie 1.2 15 oktober 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Controles... 4 2.1 Algemeen... 4 2.2 Aanlevering documenten... 5 3 Fases conform het kostprijsmodel...

Nadere informatie

Vraag 1 Toetsterm 2.5 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de juiste omschrijving van het begrip technische voorraad?

Vraag 1 Toetsterm 2.5 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de juiste omschrijving van het begrip technische voorraad? Kostencalculatie Correctiemodel Vraag 1 Toetsterm 2.5 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de juiste omschrijving van het begrip technische voorraad? De technische voorraad a is de economische

Nadere informatie

Deel 2 hoofdstuk 12 BOEKHOUDEN GEBOEKSTAAFD -- DEEL 2 -- HFD 12. Versie aug Voorbeeld 1 analyse van het resultaat

Deel 2 hoofdstuk 12 BOEKHOUDEN GEBOEKSTAAFD -- DEEL 2 -- HFD 12. Versie aug Voorbeeld 1 analyse van het resultaat Deel 2 hoofdstuk 12 fabrieksboekhouding bij make-to-stock (massaproductie) 1 Voorbeeld 1 analyse van het resultaat Samenvatting Kostensoorten Totaal Hulpkostenplaatsen Afdeling Afdeling Huisvesting Energie

Nadere informatie

a. Indirecte kosten afhankelijk van de grondstofkosten: % = 40%

a. Indirecte kosten afhankelijk van de grondstofkosten: % = 40% PDB Kostencalculatie Uitwerkingen hoofdstuk 4 Opgave 4.1 a. Indirecte kosten afhankelijk van de totale directe kosten: 500.000 100% = 50% 1.000.000 b. Materiaal 4.000 Loonkosten 6.100 + 10.100 Opslag indirecte

Nadere informatie

UIT de arbeidsmarkt

UIT de arbeidsmarkt Verandering van de werkloosheid. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zijn onderhevig aan continue veranderingen. Als gevolg daarvan verandert de omvang van de werkloosheid in een land ook continue. Werkloosheid

Nadere informatie

Bij het na-calculatorische budget bepalen we achteraf wat de kosten hadden mogen zijn op basis van de werkelijke productie/afzet.

Bij het na-calculatorische budget bepalen we achteraf wat de kosten hadden mogen zijn op basis van de werkelijke productie/afzet. www.jooplengkeek.nl Nacalculatie bij homogene productie Berekening van het bedrijfsresultaat Bij het na-calculatorische budget bepalen we achteraf wat de kosten hadden mogen zijn op basis van de werkelijke

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN OEFENEXAMEN 1 ASSOCIATIE MBA-KC

UITWERKINGEN OPGAVEN OEFENEXAMEN 1 ASSOCIATIE MBA-KC UITWERKINGEN OPGAVEN OEFENEXAMEN 1 ASSOCIATIE MBA-KC Opgave 1 Antwoord A Economische voorraad is: Voorinkopen + aanwezige voorraad voorverkopen Antwoord A = Economische voorraad plus voorverkopen voorinkopen

Nadere informatie

Notitie K o s t e n v e r d e l i n g B & W

Notitie K o s t e n v e r d e l i n g B & W Notitie K o s t e n v e r d e l i n g B & W 3-9 - 2 0 1 3 Inleiding In het afgelopen jaar is duidelijk geworden dat de huidige verdeling van de kosten niet meer voldoet. De huidige verdeling is niet meer

Nadere informatie

Break-even analyse C2020 1. Ir. drs. M. M. J. Latten

Break-even analyse C2020 1. Ir. drs. M. M. J. Latten Break-even analyse C2020 1 Break-even analyse Ir. drs. M. M. J. Latten 1. Inleiding C2020 3 2. Principe C2020 3 2.1. Analytisch C2020 3 2.2. Grafisch C2020 4 3. Realiteitsgehalte C2020 6 3.1. Aannames

Nadere informatie

OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE

OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE 6 VWO Opgave 1. De onderneming Haakma BV heeft voor 2005 de volgende voorcalculatie met betrekking tot de toegestane kosten opgesteld. De constante fabricagekosten bestaan

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie

Nadere informatie

Boekhouden voor het hbo Deel 2

Boekhouden voor het hbo Deel 2 Boekhouden voor het hbo Deel 2 Boekhouden voor het hbo Deel 2 Theorie Tweede druk Gerard van Heeswijk Stef Stienstra Met medewerking van Sascha Nieuwboer Inhoud Voorwoord xi DEEL A BOEKHOUDING VAN INDUSTRIËLE

Nadere informatie

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 22 EN 23 JUNI 2010

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 22 EN 23 JUNI 2010 FINANCIËLE ADMINISTRATIE LEGRO BV PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 22 EN 23 JUNI 2010 1. Gelijke perioden waardoor de perioden eerlijker met elkaar kunnen worden vergeleken

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen in onderzoek. eerdere bijdrage heeft de auteur enkele studies besproken naar de

Recente ontwikkelingen in onderzoek. eerdere bijdrage heeft de auteur enkele studies besproken naar de Management control: Ontwerp, toepassingen en effectiviteit van kostensystemen Recente ontwikkelingen in onderzoek Naar het ontwerp van kostensystemen, en de antecedenten en gevolgen ervan, wordt de laatste

Nadere informatie

Administratie van de industriële onderneming

Administratie van de industriële onderneming Administratie van de industriële onderneming Administratie van de industriële onderneming Theorie en opgaven A.A. Bakker Brinkman Uitgeverij Amsterdam 2011 Omslagontwerp: Proforma, Barcelona Opmaak: Sander

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen subsidies Noord- Brabant Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Bijlage(n) - Gelet op

Nadere informatie

DEEL II : Studie van de kostensoorten. 2. Voorraden en bestellingen in uittvoering : algemene BH. Verschilpunten tussen voorraden en BIU

DEEL II : Studie van de kostensoorten. 2. Voorraden en bestellingen in uittvoering : algemene BH. Verschilpunten tussen voorraden en BIU DEEL II : Studie van de kostensoorten 1. Studie van het materiaalverbruik : algemeen grondstoffen : gaan over in gereed prod = bestanddeel = directe kost hulpstoffen : dragen bij tot de totstandkoming

Nadere informatie

SPECIFIEKE DEELONDERWERPEN 135

SPECIFIEKE DEELONDERWERPEN 135 SPECIFIEKE DEELONDERWERPEN 135 rapportage van die adviezen is dan ook aan te bevelen, mede omdat het oordeel waarschijnlijk een andere verspreidingskring kent dan de richtinggevende adviezen. Als het de

Nadere informatie

INHOUD DEEL 1 BASISBEGRIPPEN VAN KOSTPRIJSCALCULATIE 1

INHOUD DEEL 1 BASISBEGRIPPEN VAN KOSTPRIJSCALCULATIE 1 Voorwoord Lijst van tabellen Lijst van figuren v xxiii xxix DEEL 1 BASISBEGRIPPEN VAN KOSTPRIJSCALCULATIE 1 HOOFDSTUK 1. De techniek van kostprijscalculatie 3 1. Inleiding 3 2. Probleemstelling bij kostencalculatie:

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Management accounting: plaatsbepaling en ontwikkeling

Hoofdstuk 1 Management accounting: plaatsbepaling en ontwikkeling Hoofdstuk 1 Management accounting: plaatsbepaling en ontwikkeling Meerkeuzevraag 1.8 Eigen vermogen 31 december 220.000 Eigen vermogen 1 januari 250.000 -- Vermogenstoename 30.000 Onttrekkingen 70.000

Nadere informatie

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m 30. 15 juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m 30. 15 juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m 30 15 juni 2009 proeftoets 100 minuten Opgave 1 In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Firma Balans produceert uitsluitend twee typen weegschalen,

Nadere informatie

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten CPB Notitie Datum : 7 april 2004 Aan : Projectdirectie Administratieve Lasten Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten 1 Inleiding Het kabinet heeft in het regeerakkoord het

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Beleidsregel uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen provincie Drenthe

PROVINCIAAL BLAD. Beleidsregel uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen provincie Drenthe PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Drenthe. Nr. 6977 27 december 2016 Beleidsregel uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen provincie Drenthe Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Financieel Model Financieel rekenmodel. juni 2006, versie 2

Gebruikershandleiding Financieel Model Financieel rekenmodel. juni 2006, versie 2 Gebruikershandleiding Financieel Model Financieel rekenmodel juni 2006, versie 2 Colofon Auteur(s) Drs J.M. van Os Deloitte Consultancy B.V. www.deloitte.nl Vormgeving Besides Purple Druk Quantes 06-565A

Nadere informatie

Bijlage 1 Afnemersenquête mengvoederindustrie

Bijlage 1 Afnemersenquête mengvoederindustrie Bijlage 1 Afnemersenquête mengvoederindustrie Een samenvatting van een telefonisch imago-onderzoek dat werd uitgevoerd in augustus 1997 onder 157 agrariërs De resultaten van deze enquête geven nader inzicht

Nadere informatie

Kostprijsberekening. Drs. H.C. Dekker 1. 1 Inleiding A 2520^ 3 2 Principes van kostenallocatie/kostprijsberekening

Kostprijsberekening. Drs. H.C. Dekker 1. 1 Inleiding A 2520^ 3 2 Principes van kostenallocatie/kostprijsberekening A2520^1 A 2520 Kostprijsberekening Drs. H.C. Dekker 1 1 Inleiding A 2520^ 3 2 Principes van kostenallocatie/kostprijsberekening A 2520^ 4 3 Functies van de kostprijs A 2520^ 5 4 Traditionele methoden van

Nadere informatie