Management accounting en controle

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Management accounting en controle"

Transcriptie

1 3de bach TEW Management accounting en controle Jorissen Q uickprinter Koningstraat Antwerpen EUR

2 Boek: Cost Accounting 1

3 Hoofdstuk 2 Kostenbegrippen en kostprijscomponenten In dit deel wordt de ondernemingssituatie sterk vereenvoudigd voorgesteld. 1. Kosten en kostprijs Kosten zijn de middelen die doelmatig worden ingezet in een onderneming. De kostprijs is het geheel van kosten dat hiervoor wordt gemaakt. De kostenverzameling heeft enkel betrekking op doelmatig ingezette middelen. Een herstelling wordt dus niet als een kostenelement beschouwd. Er bestaan verschillende systemen om de kostprijs te berekenen maar allemaal doen ze het volgende: De kostengegevens verzamelen De kosten toerekenen en toewijzen aan de kostenobjecten (meestal producten) 2. Kostenindeling Er zijn een aantal soorten kosten: Kosten van grondstoffen en hulpstoffen Kosten van diensten en diverse goederen Arbeidskosten Afschrijvingskosten Verkoopkosten Distributiekosten Administratiekosten 2.1 Directe en indirecte kosten Directe kosten zijn kosten die rechtstreeks betrekking hebben op de kostenobjecten. Er bestaat een oorzakelijk verband tussen de hoogte van de kost en het kostenobject. Kosten die niet rechtstreeks kunnen toegewezen worden aan een object zijn indirecte kosten. 2.2 Vaste en variabele kosten (bekijk a.h.v. grafieken pg 27-30) Vaste kosten (= structuurkosten, capaciteitskosten) zijn kosten die niet veranderen ten gevolge van een verandering in de productie. Vaste kosten bestaan dus ook als de productie nul is. De vaste kosten kunnen enkel toenemen als de capaciteit van een onderneming wordt uitgebreid (bvb. aankoop nieuwe machine geeft extra afschrijvingskosten). 2

4 Als de vaste kosten per eenheid worden uitgedrukt, worden die kosten per eenheid kleiner wanneer men meer produceert. Variabele kosten veranderen in totaliteit met de productie: hoe meer productie, hoe hoger de variabele kosten. Hier geldt een lineair verband. De variabele kosten per eenheid blijven constant, of men nu meer of minder produceert. Tussen vaste en variabele kosten vinden we semi-variabele kosten. Dit zijn bijvoorbeeld de kosten aan een machine: deels vast omdat de afschrijving vast is, maar ook deels variabel omdat de verbruikte energie variabel is. In dit geval is er dus een gedeelte vaste kost en vanaf dan is er een lineair verband voor de variabele kost. Semi-vaste kosten zijn kosten waarbij er extra middelen moeten worden ingezet vanaf een bepaalde grens is overschreden. Een voorbeeld hiervan kan zijn dat er 1 persoon wordt ingezet voor een bepaald deel van de productie, maar vanaf dit te veel wordt, komt er een 2 de persoon bij. 2.3 Cost drivers Kostenveroorzakers zijn factoren die kosten beïnvloeden. De cost driver van variabele kosten is het activiteitenniveau. 2.4 Productiekosten en niet-productiekosten Productiekosten zijn kosten verbonden aan de middelen die gebruikt worden voor de productie. Er zijn: Directe materialen of grondstoffen Directe arbeidskosten Indirecte productiekosten (overhead costs): alle andere kosten o Indirecte materiaalkosten (bvb. materialen die voor het proces worden gebruikt maar niet voor de producten zelf) o Indirecte arbeidskosten (bvb. onderhoudspersoneel, veiligheidspersoneel) o Overige indirecte kosten (bvb. afschrijvingen, elektriciteit) Niet-productiekosten zijn kosten van verbruikte middelen in niet productieschakels van het proces. De productiekosten zitten dus in de schakel productie terwijl alle andere kosten nietproductiekosten zijn, bvb: Pre-productiekosten: R&D, design, supply Post-productiekosten: distributie, klantendienst Ondersteunende activiteiten: boekhouding, juridische dienst, HR Niet-productiekosten beïnvloeden enkel het resultaat van de betrokken periode, productiekosten worden doorgerekend in de voorraden. 3

5 3. Totale kostprijs De totale kostprijs van een kostenobject zijn de kosten van de middelen die verstrekt zijn in een bepaalde periode. Dit is dus de som van de directe en indirecte kosten. Bij de indirecte kosten is er een verdelingsprobleem: in welke mate heeft elk product bijgedragen tot die kosten? Om dit op te lossen moet er een verdeelsleutel gekozen worden om de kosten te kunnen verdelen. Als men productievolume als verdeelsleutel kiest, worden de kosten dus verdeeld over de producten naargelang het aantal geproduceerde producten. 4. Integrale productiekostprijs 4.1 Principe De integrale productiekostprijs houdt enkel rekening met de productiekosten. Deze prijs wordt vaak gebruikt bij de externe rapportering. 4.2 Illustratie Periodekosten worden niet opgenomen in de productiekostprijs van de verkochte producten, maar beïnvloeden wel het resultaat van de periode. Als de indirecte productiekosten verdeeld worden op basis van één verdeelsleutel, moet de keuze ervan gebaseerd zijn op een causaal verband tussen de sleutel en de indirecte kosten. De verdeling over één verdeelsleutel is geen goede methode maar wordt toch nog veel toegepast. 4.3 Verdeling van indirecte productiekosten over kostenplaatsen Indirecte kosten kunnen ook verdeeld worden over verschillende verdeelsleutels. De methode is dan de kostenplaatsmethode: eerst worden alle kosten toegewezen aan kostenplaatsen. Er zijn 3 soorten kostenplaatsen: Productiekostenplaatsen voor de kosten die direct met het productieproces te maken hebben Hulpkostenplaatsen (ondersteunende afdelingen) Algemene kostenplaatsen (verbonden met andere dienstverlenende activiteiten) De indirecte kosten worden primair verdeeld via een kostenverdeelstaat. Dit geeft een overzicht van De directe kosten van de kostenobjecten De kosten die rechtstreeks werden toegewezen aan de kostenplaatsen 4

6 Hierna moeten de kosten nog verder worden onderverdeeld en krijgt men dus opnieuw te maken met het probleem van de keuze van de verdeelsleutel. Dit heet de secundaire verdeling van de indirecte productiekosten. 5. Different costs for different purposes Kostprijzen berekenen is enkel zinvol als ze ook voor de interne besluitvorming kunnen worden gebuikt. Men verzamelt dus informatie voor andere doeleinden. De informatie kan belangrijk zijn om Te weten of een huidige productie kan gerealiseerd worden met bepaalde middelen Te berekenen wat het effect is van een bepaalde bestelling te aanvaarden Zowel de vaste als de variabele kosten worden gebruikt voor de kostprijs te berekenen. In dit geval wordt die informatie echter gebruikt voor een interne beslissing. 6. Schatten van kostenfuncties Managers willen informatie over het kostengedrag. Stel dat een onderneming werkt met het traditionele systeem van kostprijsberekening (= integrale kostprijsmethode) op basis van één verdeelsleutel. Y = a + bx Y = afhankelijke variabele X = onafhankelijke variabele a,b = te schatten parameters (vaste en variabele kosten) Er zijn 3 soorten schattingsmethodes 6.1 Classificatiemethode Deze methode gebruikt het inzicht van de managers in de kostenstructuur van de onderneming. Men zal kosten sorteren onder vast of variabel t.o.v. de onafhankelijke variabele op basis van ervaring. We krijgen hier: Y = kosten van een bepaalde actie X = aantal acties a = vaste kosten b = variabele kosten per actie 5

7 6.2 Engineering Engineering gebruikt schattingen om het kostengedrag vast te leggen. Stap 1: analyse van de relatie tussen input en output Stap 2: fysieke gegevens omzetten in kostengegevens Waar de classificatiemethode historische gegevens gebruikt, zal deze methode schattingen maken. Voordeel: er wordt verhinderd dat inefficiënties in het verleden worden meegeteld Nadeel: erg tijdsintensief, duurder 6.3 Kwantitatieve analyse Deze methode gebruikt een tijdsreeks van observaties van de afhankelijke en onafhankelijke variabele. Binnen de kwantitatieve analyse bestaan er 2 methodes. Hoog-laagmethode Deze methode gebruikt de observaties met de hoogste en laagste waarde van de onafhankelijke variabele. We krijgen: b = a = kosten actie met hoogste waarden ( b x aantal acties hoogste waarde) Y = a + bx Het nadeel is dat deze manier zich baseert op slechts 2 observaties, en dan nog op de extrema. Regressieanalyse Deze manier kan een kostenfunctie schatten die beter aansluit bij de observaties (niet enkel gebaseerd op exterma). Hier wordt de functie geschat zodanig dat de som van de kwadratische afstanden tussen een punt en een loodrechte projectie ervan op een rechte minimaal is. Regressieanalyse houdt dus rekening met alle observaties. De kostenfunctie wordt dus, met X i en Y i = de observatie in periode i van de onafhankelijke en afhankelijke variabele y i = de geschatte waarde van de afhankelijke variabele 6

8 De te schatten parameter worden: b = a = -y b-x waarbij n staat het voor aantal observaties en x en y voor het gemiddelde van de geobserveerde waarden. 7

9 Hoofdstuk 3 Break-evenanalyse (be-analyse) De be-analyse bepaalt de verkochte hoeveelheid (in eenheden) waarbij er geen winst of geen verlies gemaakt wordt. 1. Basismodel Vele ondernemingen willen het minimum aantal eenheden kennen dat ze moeten verkopen om uit te kosten te geraken. In de eenvoudige be-analyse worden er een aantal zaken verondersteld: Één product Geen inflatie Geen voorraden Constante variabele en vaste kosten In het algemeen verondersteld men geen problemen. Dit maakt bijgevolg dat het basismodel zeker niet realistisch is. De be-afzet is de afzet waarbij de totale opbrengsten gelijk zijn aan de totale kosten. TO = TK prijs x be-afzet = vaste kosten + (variabele kosten per aanheid x be-afzet) be-afzet = vaste kosten / (verkoopprijs per eenheid variabele kosten per eenheid) = vaste kosten / contributie per eenheid Gelijkaardig is de be-omzet de omzet waarbij hetzelfde geldt. TO = TK prijs x be-afzet = prijs x (vaste kosten / (prijs variabele kosten per eenheid) be-omzet = vaste kosten / (contributie per eenheid/verkoopprijs per eenheid) = vaste kosten / contributie-ratio Grafisch gezien gaat TO lineair stijgend door de oorsprong. TK begint op hoogte van de vaste kosten en is dan ook lineair stijgend. TO < TK: verlies TO > TK: winst Stel dat de onderneming een gewenste totale winst W heeft, dan wordt het aantal verkochte eenheden q in het be-punt: q =. Moest de onderneming een gewenste winst per eenheid w hebben, krijgen we q =. De omzet wordt dan X =. 8

10 2. Sensitiviteitsanalyse Bij sensitiviteitsanalyse kijkt men naar de invloed van veranderingen in de prijs per eenheid in de vaste kosten in de variabele kosten per eenheid. op het be-punt. Bij een verlaging van de prijs stijgt het verwacht aantal deelnemers maar daalt de contributie per eenheid er zijn dus meer deelnemers nodig! Men moet kijken of de prijsgevoeligheid groot genoeg is om de prijsdaling te dekken. Als de vaste kosten verminderd worden, zal het be-punt verlagen. Als er ten gevolge van de vermindering van de kosten minder deelnemers zullen zijn, zal ook de verwachte winst dalen. Identiek hetzelfde doet zich voor als men zowel de vaste als de variabele kosten vermindert. 3. Uitbreidingen op het basismodel De gemaakte veronderstellingen van het basismodel worden in de uitbreiding opgeheven. Nu betaalt de onderneming dus bijvoorbeeld wel belastingen. Als een onderneming een vast bedrag winst na belastingen WNB vooropstelt, krijgen we: Het aantal te verkopen eenheden wordt q = De omzet wordt X= Gelijkaardig krijgen we bij de vooropstelling van een gewenste winst na belasting per verkochte eenheid wnb: De te verkopen hoeveelheid wordt q = De nodige omzet X = 9

11 Hoofdstuk 4 Job order costing Vanaf dit hoofdstuk wordt de kostprijs altijd berekend m.b.v. full costing of integrale kostprijsberekening. Dit is een methode waarbij alle kosten worden opgenomen in de kostprijs van een object. We gebruiken ook actual costing. Dit houdt in dat de kostprijs bepaald wordt na afloop van de periode (ex post) zodat de werkelijke gegevens kunnen worden gebruikt (geen schattingen). 1. Job order costing Een kostprijssysteem dient om kostensoorten toe te wijzen aan kostenobjecten. Er zijn directe en indirecte kosten. Directe kosten zijn gerelateerd aan de kostenobjecten en worden dus ook hieraan toegerekend Indirecte kosten zijn dit niet en moeten verdeeld worden over de kostenobjecten (dit gebeurt via verzamelingen van indirecte kosten die kostenplaatsen worden genoemd) De kostprijskaart is een document waarop de directe en indirecte kosten en de kostenplaatsen worden geregistreerd. Belangrijk: de kosten van een kostenobject hangen af van het kostprijssysteem dat toegepast wordt (dit is het aantal kostenplaatsen dat gebruikt wordt). 2. Voorbeeld Het voorbeeld in het boek gaat over een bedrijf dat luchtballonnen produceert. De kostprijsberekening moet per ballon gebeuren job order costing. Er worden 6 kosten geregistreerd: Stof Loon werknemers Loon zaakvoerder Stikgaren Afschrijving Verwarming en verlichting 1 ste mogelijkheid: alle indirecte kosten worden toegerekend aan de producten op basis van 1 verdeelsleutel: directe arbeid Stikgaren + afschrijvingen + loon zaakvoerder + verwarming en verlichting Kostenplaats DAU 10

12 2 de mogelijkheid: de indirecte kosten worden opgesplitst omdat niet alles samenhangt met arbeidsuren (dit is dus realistischer) Stikgaren + afschrijvingen Kostenplaats aantal m² stof Loon zaakvoerder + verwarming en verlichting Kostenplaats DAU 3 de mogelijkheid: 3. Kort samengevat Bij job order costing produceert de onderneming producten op maat van de individuele klant. De bepaling van de kostprijs gebeurde voor elk product apart, dus het individueel product is het kostenobject. 11

13 Hoofdstuk 5 Kostprijsberekening bij massaproductie: process costing 1. Inleiding: stukproductie versus massaproductie De meeste ondernemingen produceren continu een massa producten in de hoop dat er voldoende vraag voor zal zijn. De producten worden vaak in verschillende stappen vervaardigd. Het process costing systeem volgt dan ook dezelfde stappen. De kosten worden in zo n systeem niet per product berekend, maar per stap. Wanneer de tweede stap van de productie begint, gaan de kosten van de eerste stap mee over naar de tweede stap. De kosten moeten dus min of meer gelijktijdig berekend worden. Wanneer een product alle stappen heeft doorlopen is het een gereed product, zo niet is het een goed in bewerking. Dit laatste kan wijzen op 2 dingen: Het goed heeft al een reeks afdelingen doorlopen die het altijd heeft afgewerkt, maar nog niet allemaal (= tussen afdelingen) Het goed zit nog in de behandelingsfase van een bepaalde afdeling (= in een afdeling) Na elke stap in de productie stijgt de waarde van de goederen. De productiekostprijs per eenheid =. 2. Kostprijsberekening bij massaproductie 2.1 Process costing: uitgewerkt voorbeeld Het bedrijf in het voorbeeld produceert 2 producten, elk in 2 stappen. Dezelfde activiteiten zijn noodzakelijk voor beide producten. De kostprijsberekening gebeurt dus ook in 2 stappen. Eerste stap: alle kosten verzamelen van in de eerste productiestap Tweede stap: de kosten van stap 1 worden overgebracht naar stap 2 en de kosten van stap 2 worden erbij geteld Alle kosten moeten verzameld worden, dit zijn o.a. aankopen, elektriciteit, afschrijvingen. Dan moeten die kosten worden toegewezen aan een kostenobject (product 1 of product 2) en aan een bepaalde productiestap (stap 1 of stap 2). 1 ste productiestap: Een aantal kosten zijn direct toewijsbaar: de materiaalkosten en de arbeidskosten Indirect toewijsbare kosten zijn: afschrijvingen, elektriciteit, verwarming 12

14 Alle kosten van de eerste stap worden dan verdeeld over de 2 producten op basis van het aantal stuks dat van elk werd gemaakt Belangrijk: kleine kosten zoals stikgaren, gas (in dit voorbeeld) worden niet als direct toewijsbaar beschouwd hoewel ze dit wel zijn (a.h.v. de materiaalverstrekkingsbon kan je precies zien hoeveel het kost). De reden hiervoor is dat de kost om dit als afzonderlijke kost te beschouwen veel groter is dan het nut dat het oplevert (informatie is niet belangrijk omdat het te kleine bedragen zijn. In een volgende stap vermenigvuldigen we het aantal getransfereerde producten (van stap 1 naar stap 2) met het bedrag van de kost voor 1 product. 2 de productiestap: In deze stap zijn er geen materiaalkosten meer dus enkel de arbeidskosten zijn direct toewijsbaar Alle kosten worden opnieuw verdeeld over de 2 producten op basis van het aantal stuks geproduceerd Nu alle kostprijzen berekend zijn kunnen ook de eindvoorraden worden gewaardeerd. 2.2 Process costing: betekenis De kostprijsberekening sluit nauw aan bij het technische productieproces. In elk van de afdelingen van de productie moet het kostengedrag onderzocht worden. Zo kan een bepaald bedrijf opteren voor 3 productieafdelingen. Aan elke afdeling worden directe en indirecte productiekosten toegewezen. De kostprijsberekening gaat als volgt. Alle kosten voor stap 1 worden verzameld in de eerste productiefase Alle kosten van stap 1 worden doorgerekend aan de tweede productiefase en verhoogd met de kosten voor stap 2 Die kosten worden opnieuw doorgerekend aan de derde productiefase en verhoogd met de kosten van die derde stap Aan het einde van de fasen spreken we van gereed product, eerder gaat het over goederen in bewerking. Deze laatste kunnen ook verkocht worden. 13

15 3. Kostprijsberekening bij massaproductie met gebruik van equivalente eenheden 3.1 Het gebruik van equivalente eenheden (ee) Men gebruikt kostprijsberekening om zowel voorraden gereed product en voorraden halffabrikaten te waarderen. De productiekostprijs per eenheid = De teller hiervan wordt over een bepaalde periode verdeeld over wat er in die periode werd voortgebracht. Voorbeeld 1: als de output enkel afgewerkte producten bevat Is er geen eindvoorraad van goederen in bewerking Is de productiekostprijs gelijk aan de totale kosten gedeeld door het aantal producten Voorbeeld 2: als de output afgewerkte en niet-afgewerkte producten bevat, en de eindvoorraad van de goederen in bewerking één afwerkingsgraad heeft = Alle niet-afgewerkte goederen bevinden zich in dezelfde fase De kostprijs van de nog niet afgewerkte goederen is lager en moet uitgedrukt worden in ee (bvb. als 400 goederen voor 75% zijn afgewerkt zijn er 300 afgewerkte in ee) Voorbeeld 3: als de output afgewerkte en niet-afgewerkte producten bevat, en de eindvoorraad van de goederen in bewerking meerdere afwerkingsgraden heeft = De niet-afgewerkte goederen bevinden zich in verschillende fasen De materialen worden bij het starten volledig ingezet, andere kosten, de conversie(bewerkings)kosten worden geleidelijk opgenomen Gevolg: de afwerkingsgraad van de materiaalkosten en conversiekosten is niet gelijk We zitten hier dus met 2 soorten kosten voor de niet-afgewerkte goederen die moeten uitgedrukt worden in ee: Materiaalkosten: 100% dus op 400 producten zijn dit 400 ee Conversiekosten: stel 75% dus op 400 producten zijn dit 300 ee Voor de totale materiaalkosten gebruiken we de formule van de productiekostprijs met als noemer de som van de afgewerkte eenheden en de niet-afgewerkte ee. Dit is gelijkaardig voor de totale conversiekosten. De totale kosten zijn dan de som van deze 2 uitkomsten.. 14

Voorbeeldexamen bij het werkcollege van Management Accounting & Controle

Voorbeeldexamen bij het werkcollege van Management Accounting & Controle Voorbeeldexamen bij het werkcollege van Management Accounting & Controle Faculteit Toegepaste Economische Wetenschappen Universiteit Antwerpen 19 november 2009 1. Massaproductie met afgekeurde producten

Nadere informatie

Kostprijssystemen B1040 1. C. Siau

Kostprijssystemen B1040 1. C. Siau Kostprijssystemen B1040 1 Kostprijssystemen C. Siau 1. Proces versus job-ordersystemen B1040 3 2. Rapportering in de procesindustrie B1040 4 2.1. Boekhoudkundige aspecten B1040 5 2.2. Bepaling van de kosten

Nadere informatie

Voorbeeldexamen Management Controle

Voorbeeldexamen Management Controle Voorbeeldexamen Management Controle VRAAG 1 Verklaar volgende termen (maximaal 3 regels per term) - Doelcongruentie - Productclassificatie - MBO - Profit sharing - Indirecte CF statement VRAAG 2 Leg uit

Nadere informatie

activiteiten verdeling van de overheadkosten? verdeling van de overheadkosten Activity Based Costing Hendrik Claessens Kostprijsberekening 1

activiteiten verdeling van de overheadkosten? verdeling van de overheadkosten Activity Based Costing Hendrik Claessens Kostprijsberekening 1 Activity Based Costing verdeling van de overheadkosten? verdeling van de overheadkosten opslagmethode kostenverdeelstaat kostenplaatsen job order costing MU DAU M 2 verdeling van de overheadkosten activiteiten

Nadere informatie

KOSTPRIJS EN BUDGETTERING Prof. Dr. Filip Roodhooft Oplossingen oefeningen boek cost accounting

KOSTPRIJS EN BUDGETTERING Prof. Dr. Filip Roodhooft Oplossingen oefeningen boek cost accounting KOSTPRIJS EN BUDGETTERING Prof. Dr. Filip Roodhooft Oplossingen oefeningen boek cost accounting HOOFDSTUK 2 oefening 9.1 1. Berekening van de integrale productiekostprijs Grondstofkosten Directe arbeidskosten

Nadere informatie

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN Opgave 1 Jansen heeft een maakt en verkoopt product P11. De verkoopprijs van het product is 60 exclusief btw. De inkoopprijs van het product is 28. De overige variabele kosten

Nadere informatie

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN Opgave 1 Jansen heeft een maakt en verkoopt product P11. De verkoopprijs van het product is 60 exclusief btw. De inkoopprijs van het product is 28. De overige variabele

Nadere informatie

Kosten = middelen die doelmatig worden ingezet in een onderneming Kostprijs = geheel van kosten dat hiervoor wordt gemaakt

Kosten = middelen die doelmatig worden ingezet in een onderneming Kostprijs = geheel van kosten dat hiervoor wordt gemaakt 2 kostenbegrippen en kostprijscomponenten Page 1 Kosten en kostprijs zaterdag 15 oktober 2016 11:40 Kosten = middelen die doelmatig worden ingezet in een onderneming Kostprijs = geheel van kosten dat hiervoor

Nadere informatie

Bedrijfseconomische basisbeginselen. College 3, spm 1212

Bedrijfseconomische basisbeginselen. College 3, spm 1212 Bedrijfseconomische basisbeginselen College 3, spm 1212 Overzicht Kostenbegrippen Kostprijscalculatie en verbijzondering Kosten en industriële organisatie Waarom aandacht voor kosten? Belangrijk criterium

Nadere informatie

Management Accounting en Controle

Management Accounting en Controle 3de bach TEW Management Accounting en Controle Hoorcolleges + boek Q www.quickprinter.be uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen 175 6,00 Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be HOORCOLLEGE

Nadere informatie

Opgave 2 a. Met welke formule berekenen we de integrale kostprijs? b. Hoe noemen we integrale kostprijsberekening ook wel?

Opgave 2 a. Met welke formule berekenen we de integrale kostprijs? b. Hoe noemen we integrale kostprijsberekening ook wel? Opgaven paragraaf 1.9.1 en 1.9.2 a. Wat wordt verstaan onder direct costing? b. Hoe wordt direct costing ook wel genoemd? c. Wat is de essentie waarom een onderneming kiest voor direct costing? a. Met

Nadere informatie

Samenvatting M&O De Industrie

Samenvatting M&O De Industrie Samenvatting M&O De Industrie Samenvatting door Y. 1310 woorden 5 juli 2017 8,9 4 keer beoordeeld Vak M&O De industrie Hoofdstuk 1 Kosten= de geldwaarde van alle noodzakelijk opgeofferde productiemiddelen

Nadere informatie

Cursus Bedrijfseconomie 2

Cursus Bedrijfseconomie 2 Cursus Bedrijfseconomie 2 IBK2BEC20 1 Programma Kostenverbijzondering (Hfdst. 8) Verdeling indirecte kosten Vijf methoden (ABC volgende week) Opgaven deel 8.2 t/m 8.10 2 1 Kostenverbijzondering de primitieve

Nadere informatie

2 Constante en variabele kosten

2 Constante en variabele kosten 2 Constante en variabele kosten 2.1 Inleiding Bij het starten van een nieuw bedrijf zal de ondernemer zich onder andere de vraag stellen welke capaciteit zijn bedrijf moet hebben. Zal hij een productie/omzet

Nadere informatie

DEEL II : Studie van de kostensoorten. 2. Voorraden en bestellingen in uittvoering : algemene BH. Verschilpunten tussen voorraden en BIU

DEEL II : Studie van de kostensoorten. 2. Voorraden en bestellingen in uittvoering : algemene BH. Verschilpunten tussen voorraden en BIU DEEL II : Studie van de kostensoorten 1. Studie van het materiaalverbruik : algemeen grondstoffen : gaan over in gereed prod = bestanddeel = directe kost hulpstoffen : dragen bij tot de totstandkoming

Nadere informatie

Break-Even Analyse. Vaste Kosten Variabele Kosten DE EXTRACOMPTABELE KOSTENCALCULATIE

Break-Even Analyse. Vaste Kosten Variabele Kosten DE EXTRACOMPTABELE KOSTENCALCULATIE Vaste Kosten Variabele Kosten f() = f() Directe kosten Indirecte kosten rechtstreeks toewijsbaar niet-rechtstreeks toewijsbaar DE EXTRACOMPTABELE KOSTENCALCULATIE Gedurende de boekingsperiode worden alle

Nadere informatie

Bij het na-calculatorische budget bepalen we achteraf wat de kosten hadden mogen zijn op basis van de werkelijke productie/afzet.

Bij het na-calculatorische budget bepalen we achteraf wat de kosten hadden mogen zijn op basis van de werkelijke productie/afzet. www.jooplengkeek.nl Nacalculatie bij homogene productie Berekening van het bedrijfsresultaat Bij het na-calculatorische budget bepalen we achteraf wat de kosten hadden mogen zijn op basis van de werkelijke

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8 UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8 Opgave 1 a. Wat is het belangrijkste kenmerk van constante kosten? Constante kosten zijn niet gevoelig voor een toename of afname van de bedrijfsdrukte. Zolang dit binnen

Nadere informatie

Indirecte productiekosten: meewegen van machine-uurtarieven

Indirecte productiekosten: meewegen van machine-uurtarieven Indirecte productiekosten: meewegen van machine-uurtarieven Samenvatting Bij machine-uurtarieven wordt per product de machinebelasting of het machinegebruik bepaald. Daarnaast wordt een tarief per eenheid

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8 HOOFDSTUK 8 Opgave 1 a. Waarom zijn er bij een bedrijf met massaproductie waar maar één product gemaakt wordt geen indirecte kosten? Het kenmerk van indirecte kosten is dat er geen direct verband is te

Nadere informatie

De kostenplaatsenmethode en Activity Based Costing

De kostenplaatsenmethode en Activity Based Costing 8 hoofdstuk De kostenplaatsenmethode en Activity Based Costing 8.1 A 8.2 C 8.3 D 8.4 C 8.5 B 8.6 D 8.7 C 8.8 B 8.9 D 8.10 A (220.000 / 4.000) 1.400 = 77.000 8.11 C (4.500 + 25 + 110 + 145 + 710) 1.000

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10 UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10 Opgave 1 Onderneming De groene wand maakt geluidswallen waarin beplanting is opgenomen. Voor 2020 is de volgende begroting samengesteld. Constante fabricagekosten 450.000

Nadere informatie

1.9.2 Verschil tussen direct costing en integrale kostencalculatie

1.9.2 Verschil tussen direct costing en integrale kostencalculatie 1.9 Direct costing 1.9.1 Direct costing en variabele-kostencalaculatie Direct costing (D.C.) of wel variabele kostencalculatie is de methode van kostencalculatie waarbij alleen de variabele kosten als

Nadere informatie

Management Accounting

Management Accounting Management Accounting Inhoud Deel 1: introductie...5 1. Inhoud management accounting...5 2. Kenmerken van management accounting...5 3. Doelstellingen management accounting...6 4. Uitdagingen...6 4.1. Onderneming

Nadere informatie

Uitwerkingen hoofdstuk 4 Kostenindelingen en kostprijs

Uitwerkingen hoofdstuk 4 Kostenindelingen en kostprijs Uitwerkingen hoofdstuk 4 Kostenindelingen en kostprijs Opgave 4-2 Er is hier sprake van een onderneming die een bepaald type koffieautomaat produceert. Op grond van dit gegeven zal bepaald moeten worden

Nadere informatie

De JetStar bestaat uit een reeks onderdelen die in de onderneming JetFun bvba worden geproduceerd.

De JetStar bestaat uit een reeks onderdelen die in de onderneming JetFun bvba worden geproduceerd. De onderneming JetFun bvba produceert één type jetski, de JetStar. De JetStar bestaat uit een motor die de jetski aandrijft. De motor is een Kawasaki 23 pk die wordt aangekocht. De JetStar bestaat uit

Nadere informatie

Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo. Hoofdstuk 17 tot en met 28. Normering. Aantal punten x 9 + 1 = cijfer 63

Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo. Hoofdstuk 17 tot en met 28. Normering. Aantal punten x 9 + 1 = cijfer 63 Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo Hoofdstuk 17 tot en met 28 Normering Opgave 1 Opgave 1 Opgave 2 Opgave 4 Opgave 5 Opgave 6 Opgave 7 1: 2 punten 1: 2 punten a: 2 punten 1: 3 punten 1: 2

Nadere informatie

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10 ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10 Opgave 1 Onderneming De groene wand maakt geluidswallen waarin beplanting is opgenomen. Voor 2020 is de volgende begroting samengesteld. Constante fabricagekosten 450.000

Nadere informatie

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 ANTWOORDEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 ANTWOORDEN Opgave 1 Mevrouw Van Driel maakt product Z207. Voor 2018 zijn de volgende gegevens begroot: Begrote toegestane constante kosten 200.000 Verwachte totale variabele kosten

Nadere informatie

Management Accounting en Controle

Management Accounting en Controle 3de bach TEW Management Accounting en Controle Hoorcolleges + boek Q www.quickprinter.be uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen 175 6,00 Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be HOORCOLLEGE

Nadere informatie

Kostenallocatieprocedures

Kostenallocatieprocedures Kostenallocatieprocedures B1030 1 Kostenallocatieprocedures C. Siau 1. Algemene principes B1030 3 2. Product costing: traditionele verbijzonderingsmethoden B1030 4 2.1. Algemene methodologie B1030 4 3.

Nadere informatie

7 Kostenverbijzondering (I)

7 Kostenverbijzondering (I) 7 Kostenverbijzondering (I) V7.8 Speelgoedfabrikant Autoys BV heeft onlangs de Jolls Joyce ontwikkeld: een plastic speelgoedauto voor peuters in de leeftijdscategorie van twee tot vijf jaar. De productie

Nadere informatie

7 Directe en indirecte kosten

7 Directe en indirecte kosten 7 Directe en indirecte kosten hoofdstuk 7.1 C 7.2 B 7.3 C 7.4 A 7.5 B 7.6 D 800 / 7.0 = 0,101 7.7 B 1.350 13,5 40 = 810 Opslag: 60 / 40 = 1,5 (150%) 7.8 A 2 35 + 10 15 + 0,50 2 35 = 255 7.9 B 12 + 10 +

Nadere informatie

Direct costing en break even analyse

Direct costing en break even analyse 6 hoofdstuk Direct costing en breakevenanalyse 6.1 D 6.2 B 6.3 A 6.4 D 6.5 D 6.6 C 6.7 B 6.8 A 6.9 C 6.10 B 6.11 B 1.440.000 / 4.800 = 300 6.12 A 4.800 700 1.440.000 1.000.000 = 920.000 6.13 C 1.000.000

Nadere informatie

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 UITWERKINGEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 UITWERKINGEN Opgave 1 Mevrouw Van Driel maakt product Z207. Voor 2018 zijn de volgende gegevens begroot: Begrote toegestane constante kosten 200.000 Verwachte totale variabele kosten

Nadere informatie

M&O VWO 2011/2012. www.lyceo.nl

M&O VWO 2011/2012. www.lyceo.nl Hoofdstuk 2: Prijsberekening i M&O VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Overzicht H2: Prijsberekening Management & Organisatie Centraal Examen (CE) 1. Rechtsvormen 2. Prijsberekening 3. Resultaten 4. Balans 5. Liquiditeitsbegroting

Nadere informatie

1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat

1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat 1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat 1.1 Inleiding In het Basisboek Bedrijfseconomie heb je al veel geleerd over hoe de prijs van een product tot stand komt. De eerste hoofdstukken in dat boek

Nadere informatie

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 15 DECEMBER 2015 09.00 11.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer

Nadere informatie

OPLOSSINGENBUNDEL DEEL I

OPLOSSINGENBUNDEL DEEL I 1 Universiteit Antwerpen Stadscampus Faculteit van de Toegepaste Economische Wetenschappen Academiejaar 2003-2004 MANAGEMENT ACCOUNTING & CONTROLE Prof. Dr. A. Jorissen Ann Vanstraelen Grondig herwerkt

Nadere informatie

Case study 1: Contributiemarge

Case study 1: Contributiemarge Case study 1: Contributiemarge 1) Wat vind je van de manier van berekenen van de kostprijs per eenheid door de financiële directeur. Wat vind je goed, wat mindergoed? Hoe zou je het eventueel anders doen

Nadere informatie

2 Kostprijsberekening en opslagmethode

2 Kostprijsberekening en opslagmethode 2 Kostprijsberekening en opslagmethode 2.1 Inleiding In het Basisboek Bedrijfseconomie hebben we al uitgebreid stilgestaan bij het bepalen van de kostprijs. We hebben kennisgemaakt met directe en indirecte

Nadere informatie

Management accounting Inleidende begrippen

Management accounting Inleidende begrippen Management accounting. Inleidende begrippen B1020 1 Management accounting Inleidende begrippen C. Siau 1. Management accounting B1020 3 2. Responsibility accounting B1020 3 3. Functies van een cost-accountingsysteem

Nadere informatie

www.jooplengkeek.nl Kostensoorten

www.jooplengkeek.nl Kostensoorten www.jooplengkeek.nl Kostensoorten Grondstoffen Arbeid Overige variabele kosten Duurzame productiemiddelen Grond Diensten van derden Belastingen Financiering 1 Kostensoorten Financiering Financieringskosten

Nadere informatie

Omschrijf wat er verstaan wordt onder proportioneel variabele kosten.

Omschrijf wat er verstaan wordt onder proportioneel variabele kosten. 1 M1 Oefententamen 2 OPGV 1 Halstra V is een onderneming die onderdelen produceert voor de auto industrie. Halstra heeft zich sterk gespecialiseerd op een bepaald type onderdeel en daarom kan worden gesteld

Nadere informatie

Hoofdstuk 26 Kosten en resultaten in de industriële onderneming

Hoofdstuk 26 Kosten en resultaten in de industriële onderneming Hoofdstuk 26 Kosten en resultaten in de industriële onderneming De kostensoorten van een industriële onderneming zijn: grondstofkosten, arbeidskosten, overige variabele kosten, kosten van duurzame productiemiddelen,

Nadere informatie

Voorraadwaardering. Fabricagekosten: = = 25 => fabricage kostprijs

Voorraadwaardering. Fabricagekosten: = = 25 => fabricage kostprijs Les 1 2 methoden van kostprijsberekening I (AC) absorption costing => integrale methode, zowel variabele- als vaste kosten worden meegenomen C + V N W II (DC) Variabele kostprijsmethode => direct costing,

Nadere informatie

3 Voorcalculatie, nacalculatie en verschillenanalyse

3 Voorcalculatie, nacalculatie en verschillenanalyse 3 Voorcalculatie, nacalculatie en verschillenanalyse 3.1 Inleiding Voor je als ondernemer aan het werk gaat, moet je natuurlijk wel weten waar je aan begint. Of het nou gaat om een fabricagebedrijf of

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 HOOFDSTUK 5 Opgave 1 a. Wat is het belangrijkste kenmerk van constante kosten? Constante kosten zijn niet gevoelig voor een toename of afname van de bedrijfsdrukte. Zolang dit binnen bepaalde grenzen valt.

Nadere informatie

OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE

OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE 6 VWO Opgave 1. De onderneming Haakma BV heeft voor 2005 de volgende voorcalculatie met betrekking tot de toegestane kosten opgesteld. De constante fabricagekosten bestaan

Nadere informatie

Inkoopprijs 100% + marge 10% = verkoopprijs 110% Stel de inkoopprijs bedraagt 800 en de winstmarge 10% van de

Inkoopprijs 100% + marge 10% = verkoopprijs 110% Stel de inkoopprijs bedraagt 800 en de winstmarge 10% van de Marge berekeningen Inkoopprijs + marge = verkoopprijs Een voorbeeld marge van de inkoopprijs Inkoopprijs 100% + marge 10% = verkoopprijs 110% marge van de verkoopprijs Inkoopprijs 90% + marge 10% = verkoopprijs

Nadere informatie

INHOUD DEEL 1 BASISBEGRIPPEN VAN KOSTPRIJSCALCULATIE 1

INHOUD DEEL 1 BASISBEGRIPPEN VAN KOSTPRIJSCALCULATIE 1 Voorwoord Lijst van tabellen Lijst van figuren v xxiii xxix DEEL 1 BASISBEGRIPPEN VAN KOSTPRIJSCALCULATIE 1 HOOFDSTUK 1. De techniek van kostprijscalculatie 3 1. Inleiding 3 2. Probleemstelling bij kostencalculatie:

Nadere informatie

OVER OMZET, KOSTEN EN WINST

OVER OMZET, KOSTEN EN WINST OVER OMZET, KOSTEN EN WINST De Totale Winst (TW) van bedrijven vindt men door van de Totale Opbrengsten (TO), de Totale Kosten (TK) af te halen. Daarvoor moeten we eerst naar de opbrengstenkant van het

Nadere informatie

OPGAVEN HOOFDSTUK 4 UITWERKINGEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 4 UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 4 UITWERKINGEN Opgave 1 a. Wat wordt verstaan onder het verbijzonderen van de indirecte kosten? Het verbijzonderen van de indirecte kosten houdt in dat de indirecte kosten aan de producten

Nadere informatie

INHOUD DEEL 1. BASISBEGRIPPEN VAN KOSTPRIJSCALCULATIE 1

INHOUD DEEL 1. BASISBEGRIPPEN VAN KOSTPRIJSCALCULATIE 1 Voorwoord Lijst van tabellen Lijst van figuren v xxi xxvii DEEL 1. BASISBEGRIPPEN VAN KOSTPRIJSCALCULATIE 1 HOOFDSTUK 1. De techniek van kostprijscalculatie 3 1. Inleiding 3 2. Probleemstelling bij kostencalculatie:

Nadere informatie

Voor bedrijven t/m 15 medewerkers Meer greep op uw financiële bedrijfsvoering

Voor bedrijven t/m 15 medewerkers Meer greep op uw financiële bedrijfsvoering TARIEF CALCULATOR en BEWAKER (TCB) Voor bedrijven t/m 15 werknemers PKM Adviseurs voor de metaal & technische sector Einsteinbaan 1 3439 NJ Nieuwegein 030 60523336 TARIEF CALCULATOR en BEWAKER (TCB) Voor

Nadere informatie

Meer greep op uw financiële bedrijfsvoering

Meer greep op uw financiële bedrijfsvoering TARIEF CALCULATOR en BEWAKER (TCB) Voor bedrijven t/m 15 werknemers PKM Adviseurs voor de metaal & technische sector Einsteinbaan 1 3439 NJ Nieuwegein 030 60523336 Meer greep op uw financiële bedrijfsvoering

Nadere informatie

Calculaties in de praktijk 1

Calculaties in de praktijk 1 Calculaties in de praktijk 1 Sheet 1 - Afdeling 1 Basisrekenen Afdeling 1 behandelt het basisrekenen. Dit betreft eenvoudige onderwerpen als optellen en aftrekken, vermenigvuldigen en delen, afronden,

Nadere informatie

Financieel economisch management Examennummer: 11344 Datum: 21 november 2009 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Financieel economisch management Examennummer: 11344 Datum: 21 november 2009 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Financieel economisch management Examennummer: 11344 Datum: 21 november 2009 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Dit examen bestaat uit 5 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - een case met 12 open

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10 Opgave 1 a. Bereken het begrote bedrijfsresultaat. Verwachte bedrijfsresultaat Omzet 170 12.000 2.040.000 Variabelekosten 75 12.000 900.000 Constante kosten 550.000 + 1.450.000 - Verwachte

Nadere informatie

Inhoud. Deel I Algemene afbakening van het werkterrein. 4 Inhoud. 1 Wat omvat boekhouden? 15

Inhoud. Deel I Algemene afbakening van het werkterrein. 4 Inhoud. 1 Wat omvat boekhouden? 15 Inhoud Deel I Algemene afbakening van het werkterrein 1 Wat omvat boekhouden? 15 2 Deelgebieden van de boekhouding 16 2.1 Algemene boekhouding 17 2.2 Analytische boekhouding 18 2.3 Beleidsboekhouding 18

Nadere informatie

Oefeningen Producentengedrag

Oefeningen Producentengedrag Oefeningen Producentengedrag Oefening 1: Bij een productie van 10.000 eenheden bedragen de totale kosten van een bedrijf 90.000 EUR. Bij een productie van 12.500 bedragen de totale kosten 96.000 EUR. De

Nadere informatie

Het programma van vandaag

Het programma van vandaag kostprijs Het programma van vandaag De normale en werkelijke bezetting De integrale kostprijs Bezettingsresultaten De differentiële kostprijs De opslagmethode 1 De kostprijs Kostprijs Constante of vaste

Nadere informatie

Regels voor activa ; Waarderingsgrondslagen

Regels voor activa ; Waarderingsgrondslagen www.jooplengkeek.nl Regels voor activa ; Waarderingsgrondslagen De waarderingsgrondslag is de wijze waarop de activa (bezit) wordt gewaardeerd in de administratie (boekhouding, balans). Voor welke prijs?

Nadere informatie

Personeelsmanagement nader becijferd. Begrippenlijst. Karin Potting

Personeelsmanagement nader becijferd. Begrippenlijst. Karin Potting Personeelsmanagement nader becijferd Begrippenlijst Karin Potting bussum 2011 Deze begrippenlijst hoort bij de derde, herziene druk van Personeelsmanagement nader becijferd van Karin Potting 2002 Uitgeverij

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Management accounting: plaatsbepaling en ontwikkeling

Hoofdstuk 1 Management accounting: plaatsbepaling en ontwikkeling Hoofdstuk 1 Management accounting: plaatsbepaling en ontwikkeling Meerkeuzevraag 1.8 Eigen vermogen 31 december 220.000 Eigen vermogen 1 januari 250.000 -- Vermogenstoename 30.000 Onttrekkingen 70.000

Nadere informatie

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. PDB KOSTENCALCULATIE 4 OEFENEXAMEN 3 Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Het aantal te behalen punten is 38. Bij elke vraag staat aangegeven

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie

Nadere informatie

Bedrijfseconomische aspecten van de industriële onderneming

Bedrijfseconomische aspecten van de industriële onderneming Bedrijfseconomische aspecten van de industriële onderneming Bedrijfseconomische aspecten van de industriële onderneming P. H. C. Hintzen Brinkman Uitgeverij Amsterdam 2011 Omslagontwerp: Proforma Barcelona

Nadere informatie

Opmerkingen vooraf aan het examen: Tenzij anders gemeld, hoeft u geen rekening te houden met btw.

Opmerkingen vooraf aan het examen: Tenzij anders gemeld, hoeft u geen rekening te houden met btw. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave EXAMEN COST- EN MANAGEMENT ACCOUNTING DINSDAG 3 MAART 2015 11.45 UUR 13:45 UUR Belangrijke informatie Dit examen bestaat uit de volgende documenten: examenopgaven;

Nadere informatie

Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: 71533 Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: 71533 Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: 71533 Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Dit examen bestaat uit 8 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 30 meerkeuzevragen (maximaal

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9 HOOFDSTUK 9 Opgave 1 a. Wat wordt bij de break-evenanalyse berekend? Hier wordt de afzet of omzet berekend wanneer geen sprake is van winst of verlies. b. Wat is de break-evenafzet? Dit is de afzet waarbij

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN OEFENEXAMEN 1 ASSOCIATIE MBA-KC

UITWERKINGEN OPGAVEN OEFENEXAMEN 1 ASSOCIATIE MBA-KC UITWERKINGEN OPGAVEN OEFENEXAMEN 1 ASSOCIATIE MBA-KC Opgave 1 Antwoord A Economische voorraad is: Voorinkopen + aanwezige voorraad voorverkopen Antwoord A = Economische voorraad plus voorverkopen voorinkopen

Nadere informatie

Oefeningen: Break-even analyse

Oefeningen: Break-even analyse Oefeningen: Break-even analyse Oefening 1: Een onderneming produceert een bepaald product dat verkocht wordt tegen een prijs van 50 EUR per stuk. Per eenheid dat gemaakt wordt, kost het de onderneming

Nadere informatie

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden (PDB)

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) Kostprijscalculatie 18 januari 2014 Beschikbare tijd 2 uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Deze opgave is eigendom van de Examencommissie en dient,

Nadere informatie

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 20 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 20 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Kostencalculatie niveau 5 Examenopgaven Dit voorbeeldexamen bestaat uit 20 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Dit voorbeeldexamen bestaat uit de volgende documenten:

Nadere informatie

Heterogene productie (meerdere producten) De directe kosten hebben een rechtstreeks verband met de productie/verkoop van een product.

Heterogene productie (meerdere producten) De directe kosten hebben een rechtstreeks verband met de productie/verkoop van een product. www.jooplengkeek.nl Heterogene productie (meerdere producten) Primitieve opslagmethode We splitsen de kosten in: Directe kosten Indirecte kosten belangrijk De directe kosten hebben een rechtstreeks verband

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2

Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2 Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2 Samenvatting door een scholier 1707 woorden 15 januari 2013 5,2 12 keer beoordeeld Vak M&O M&O: Eenmanszaak deel 2 Hoofdstuk 1: Niet-productie onderneming:

Nadere informatie

Examen PC 2 Accounting 1

Examen PC 2 Accounting 1 Examen PC 2 Accounting 1 Instructieblad Examen : Professional Controller 2 leergang 11 Vak : Accounting 1 Datum : 18 december 2014 Tijd : 12.00 13.30 uur Deze aanwijzingen goed lezen voor u met uw examen

Nadere informatie

Deze examenopgaven bestaan uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Deze examenopgaven bestaan uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgaven COST & MANAGEMENT ACCOUNTING VRIJDAG 20 JUNI 2014 09.00 UUR 11.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgaven bestaan uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer

Nadere informatie

OPGAVEN HOOFDSTUK 4 UITWERKINGEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 4 UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 4 UITWERKINGEN Opgave 1 a. Wat wordt verstaan onder het verbijzonderen van de indirecte kosten? Het verbijzonderen van de indirecte kosten houdt in dat de indirecte kosten aan de producten

Nadere informatie

3.1 De reis van een spijkerbroek. Willem-Jan van der Zanden

3.1 De reis van een spijkerbroek. Willem-Jan van der Zanden 3.1 De reis van een spijkerbroek 1 3.1 De reis van een spijkerbroek Bedrijfskolom = De weg die een product aflegt van grondstof tot eindproduct. Tussen elke schakel van de bedrijfskolom bevindt zich een

Nadere informatie

Waarom TD ABC implementeren? En waarom met Clevactio?

Waarom TD ABC implementeren? En waarom met Clevactio? Waarom TD ABC implementeren? En waarom met Clevactio? Activity Based Costing met Clevactio geeft inzicht in waar er geld verdiend wordt, waar er geld verloren wordt, en vooral ook waarom dat zo is. Samenvatting

Nadere informatie

De break-evenanalyse. De break-evenanalyse De veiligheidsmarge Het indifferentiepunt Differentiële kosten

De break-evenanalyse. De break-evenanalyse De veiligheidsmarge Het indifferentiepunt Differentiële kosten De break-evenanalyse De veiligheidsmarge Het indifferentiepunt Differentiële kosten 1 Break-evenanalyse Bij het break-evenpunt zijn de totale opbrengsten gelijk aan de totale kosten. Met andere woorden

Nadere informatie

Vraag 1 Toetsterm 2.5 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de juiste omschrijving van het begrip technische voorraad?

Vraag 1 Toetsterm 2.5 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de juiste omschrijving van het begrip technische voorraad? Kostencalculatie Correctiemodel Vraag 1 Toetsterm 2.5 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de juiste omschrijving van het begrip technische voorraad? De technische voorraad a is de economische

Nadere informatie

Leerarrangement 31 De Investering

Leerarrangement 31 De Investering Leerarrangement 31 De Investering Het programma van vandaag: Uitleg la31 1e Hoorcollege Directe en indirecte kosten De opslagmethode De kostenplaatsenmethode Toelichting LA 31.1 La 31 4 hoorcolleges: Kosten,

Nadere informatie

Het tentamen dien je te maken op het uitwerkingenpapier. Je doet dit als volgt!!

Het tentamen dien je te maken op het uitwerkingenpapier. Je doet dit als volgt!! Toelichting Voor dit tentamen heb je ontvangen: 1. Een opgavenboekje 2. Uitwerkingenpapier. Het tentamen dien je te maken op het uitwerkingenpapier. Je doet dit als volgt!! 1. Je start iedere opgave op

Nadere informatie

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden Kostprijscalculatie 9 november 2013 Beschikbare tijd 2 uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Deze opgave is eigendom van de Examencommissie en dient, tezamen

Nadere informatie

Economische woordenlijst (I) bij de cursus Kostprijsberekening gegeven door Hendrik Claessens, handelsingenieur Lethas CVO academiejaar 2005-2006

Economische woordenlijst (I) bij de cursus Kostprijsberekening gegeven door Hendrik Claessens, handelsingenieur Lethas CVO academiejaar 2005-2006 Economische woordenlijst (I) bij de cursus Kostprijsberekening gegeven door Hendrik Claessens, handelsingenieur Lethas CVO academiejaar 2005-2006 Accountant - (Externe accountant): op grond van de wet

Nadere informatie

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. PDB kostencalculatie 4 Oefenexamen 2 Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Het aantal te behalen punten is 38. Bij elke vraag staat aangegeven

Nadere informatie

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m 30. 15 juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m 30. 15 juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m 30 15 juni 2009 proeftoets 100 minuten Opgave 1 In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Firma Balans produceert uitsluitend twee typen weegschalen,

Nadere informatie

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave COST & MANAGEMENTACCOUNTING VRIJDAG 19 JUNI 2015 9.00-11.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer

Nadere informatie

Break-evenanalyse Het break-evenpunt is de afzet waarbij geen winst maar ook geen verlies wordt gemaakt.

Break-evenanalyse Het break-evenpunt is de afzet waarbij geen winst maar ook geen verlies wordt gemaakt. www.jooplengkeek.nl Break-evenanalyse Het break-evenpunt is de afzet waarbij geen winst maar ook geen verlies wordt gemaakt. De omzet is dus gelijk aan de kosten. Om het break-evenpunt te berekenen gaan

Nadere informatie

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 23 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 23 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Kostencalculatie niveau 5 Examenopgaven Dit voorbeeldexamen bestaat uit 23 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Dit voorbeeldexamen bestaat uit de volgende documenten:

Nadere informatie

LESDOSSIER: KOSTPRIJSBEREKENING

LESDOSSIER: KOSTPRIJSBEREKENING LESDOSSIER: KOSTPRIJSBEREKENING Situatie Wanneer men als handelaar een product verkoopt of een dienstverlening verleent, dient men een prijs te bepalen om te verkopen. Hoe gaat men tewerk? Met wat dient

Nadere informatie

BREAK EVEN PUNT. Oefeningen Kostprijsberekening: Het Break Even Punt

BREAK EVEN PUNT. Oefeningen Kostprijsberekening: Het Break Even Punt BREAK EVEN PUNT Vraag 1 Hoe groot zal het BEP zijn indien ik weet dat Vaste kost 25 522 de verkoopsprijs 10 variabele kost 8,5 resultaat naar boven af te ronden tot 0 cijfers na de komma Vraag 2 Hoe groot

Nadere informatie

Hoofdstuk 26 Kosten en resultaten in de industriële onderneming Diagn.Toets

Hoofdstuk 26 Kosten en resultaten in de industriële onderneming Diagn.Toets Hoofdstuk 26 Kosten en resultaten in de industriële onderneming Diagn.Toets Opgave 1 Aangezien de aanschaf van een bietenrooimachine voor een individuele landbouwer te kostbaar is, schakelen landbouwers

Nadere informatie

Oefeningen op monopolie

Oefeningen op monopolie Oefeningen op monopolie Oefening : De NV Imolex brengt als enige onderneming het product Mico op de markt. Met de op korte termijn gegeven productiecapaciteit kunnen maximaal 5.000 eenheden per maand worden

Nadere informatie

Daarna komen de economische levensduur en het afschrijvingsplan nog aan de orde.

Daarna komen de economische levensduur en het afschrijvingsplan nog aan de orde. 1 Kosten van duurzame productiemiddelen 1.1 Inleiding Een onderneming maakt kosten om omzet te kunnen behalen. De kosten vormen de basis voor de totstandkoming van de verkoopprijs. Een belangrijk onderdeel

Nadere informatie

IAS 2 IAS 2. Voorraden. Els De Wielemaker. Wetenschappelijk medewerker Hiaf Hoger Instituut voor Accountancy en Fiscaliteit www.hiaf.

IAS 2 IAS 2. Voorraden. Els De Wielemaker. Wetenschappelijk medewerker Hiaf Hoger Instituut voor Accountancy en Fiscaliteit www.hiaf. IAS 2 Voorraden Els De Wielemaker Wetenschappelijk medewerker Hiaf Hoger Instituut voor Accountancy en Fiscaliteit www.hiaf.be Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde Vakgroep Accountancy & Fiscaliteit

Nadere informatie

Cost & Managementaccounting. Vrijdag 24 juni uur

Cost & Managementaccounting. Vrijdag 24 juni uur SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel Cost & Managementaccounting Vrijdag 24 juni 2016 09.00 11.00 uur Indien een kandidaat tot eenzelfde antwoord komt als opgenomen in dit correctiemodel, maar daarbij

Nadere informatie