2014 Emerging Technology Research Europe 8-meting Nederlands investeringsklimaat. April Vertrouwelijk. Tornado Insider In opdracht van RVO.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "2014 Emerging Technology Research Europe 8-meting Nederlands investeringsklimaat. April Vertrouwelijk. Tornado Insider In opdracht van RVO."

Transcriptie

1 1 April 2014 Tornado Insider In opdracht van RVO.nl

2 Tornado Insider Tornado Insider is een activiteit van de pan-europese technologie research & media organisatie Emerging Technology Research Europe Inc. Voor ondernemers, investeerders en dienstverleners vormen wij een bron van informatie over high-tech Europa. Onze activiteiten bestaan uit research en verslaglegging. De basis van alle Tornado Insider activiteiten is s werelds meest uitgebreide database van Europese private technologiebedrijven en de investeringen die zij aantrekken. De combinatie van deze database met onze ongeëvenaarde kennis van de Europese technologiemarkt maakt Tornado Insider de partij voor vragen over de Europese technologie industrie. Met onze diensten en producten geven we waardevolle inzichten in technologietrends in Europa en het investeringsklimaat. Hiernaast leveren we concurrentie- en marktanalyses op maat en ondersteuning bij due diligence activiteiten. Emerging Technology Research Europe Inc Woodside Road Woodside CA USA research@tornado-insider.com Disclaimer Dit document is zo zorgvuldig mogelijk samengesteld. Desondanks kunnen onjuistheden voorkomen. Wij sluiten alle aansprakelijkheid uit voor enigerlei directe of indirecte schade, van welke aard dan ook, die voortvloeit uit of in enig opzicht verband houdt met het gebruik van de informatie in dit document. 2

3 Samenvatting De 8-meting werd uitgevoerd in een periode dat de eerste berichten de media bereikten dat het economisch klimaat in Nederland verbeterde. Het beeld dat in deze studie naar voren komt, is echter dat van voortdurende onzekerheid en voorzichtigheid bij zowel technostarters als venture capital bedrijven (VCs). In navolging van de vorige twee studies gaven veel ondernemers aan nog steeds gevolgen te ondervinden van de kwakkelende economie. Wel gaven minder ondernemers aan nog in de toekomst negatieve gevolgen van het economische klimaat te verwachten. Niettemin bleven ondernemers zeer voorzichtig, getuige ook het opvallend lage aantal geplande investeringen. Ook de VCs bleven behoedzaam. Verschillende indicatoren wezen echter wel op iets meer optimisme. De deal-activiteit bleef stijgen, zelfs tot recordhoogte in 2013, en het aantal actieve VCs ook. De VCs waren positiever over het aanbod van technostarters, de exitmogelijkheden en over het economisch klimaat. Toch bleven VCs voorzichtig in hun voorspellingen. Bij deze resultaten moet wel worden opgemerkt dat de ondernemers werden geïnterviewd van december 2013 tot februari 2014, terwijl de VC interviews plaatsvonden in april In deze laatste periode waren de economische cijfers en voorspellingen gunstiger. Analyse investeringsklimaat technostarters De toename in het aantal start- en tweede investeringen die in de 7-meting werd geregistreerd, kreeg geen vervolg in de huidige 8-meting. Het aantal startinvesteringen bleef ongewijzigd en er werd een kleine daling in het aantal tweede investeringen waargenomen ten opzichte van de 7-meting. Het aantal geplande investeringen was echter veel lager. De gemiddelde investeringsbedragen van zowel de start- als de tweede investeringen waren fors toegenomen ten opzichte van de 7-meting. Hoewel gerapporteerde bedragen over de hele linie hoger waren, was het effect van de toename van de grote bedragen het grootst. De analyse van de investeringen per jaar toonde aan dat het investeringsklimaat voor technostarters in 2011 licht verbeterde ten opzichte van Maar het succespercentage (34% in 2011) bleef laag ten opzichte van de jaren 2007 (40%), 2008 (49%) en 2009 (52%). Er zijn indicaties dat het aantal financieringen in 2012 fors is afgenomen. De 9- meting zal hier uitsluitsel over geven. Net als in de meeste metingen haalden high-tech bedrijven zowel de meeste investeringen als gemiddeld de hoogste investeringsbedragen op. Medium-tech bedrijven haalden, anders dan in de 7-meting, een hoger bedrag op dan low-tech bedrijven. Zoals in de vorige metingen werden in de 8-meting gemiddeld de grootste bedragen geïnvesteerd door Venture Capital organisaties. De tweede plaats wordt in de huidige studie ingenomen door Business angels. Alleen VCs en Vrienden en familie rapporteerden lagere gemiddelden dan tijdens 7- meting. 3

4 In de 7-meting werd aangegeven dat ondernemers in toenemende mate uitgaven uit eigen zak financieren, waardoor de investeringen meer ad hoc dan strategisch van aard zijn. Ook in de huidige meting bleken de ondernemers Zelf verreweg de belangrijkste financiers voor hun bedrijven. Ze waren betrokken bij 81% van alle investeringen. Dit representeert een daling ten opzichte van de 7-meting (90%), toen het hoogste niveau ooit werd gemeten. Maar het huidige niveau is nog altijd fors hoger dan tijdens de 4-, 5- en 6-meting. Het gemiddeld geïnvesteerde bedrag van de ondernemer Zelf nam in 8-meting fors toe. De 8-meting liet zien dat de dalende trend van de afgelopen metingen van zowel het aantal financieringsaanvragen bij banken als ook het aantal goedkeuringen niet doorzette. Beide percentages namen fors toe in de huidige studie. Desondanks gaven ondernemers nog steeds aan weinig geloof in het bancaire systeem te hebben. Banken staan in hun ogen te afwijzend tegenover risico's. Net als in de vorige meting hadden veel ondernemers het idee dat banken hun financieringsaanvragen categorisch weigerden. Ondernemers die geen bankfinancieringsaanvragen deden, hadden vaak geen behoefte aan financiering of ze wilden geen externe financiering in de onderneming. Wanneer er wel een aanvraag werd gedaan, eisten de banken vaak dat de ondernemers een te groot gedeelte van het risico zouden dragen. De analyse van het percentage investeringen waar banken bij betrokken waren, liet na een afname van de 2-meting (22%) tot en met de 6-meting (4%), licht herstel zien bij de 7-meting (6%). In de 8- meting bleef het aandeel stabiel op 6%. De bekendheid van business angels is vergeleken met die in voorgaande onderzoeken nauwelijks gewijzigd. In de 8-meting gaf 20% van de ondernemers aan dat zij van het concept gehoord hadden. Na een nadere toelichting bleek zelfs 72% van de geïnterviewden er bekend mee te zijn. De meningen over business angels waren overwegend positief. In de 8- meting had 7% van de ondervraagde ondernemers een financieringsaanvraag ingediend bij een business angel, een forse toename ten opzichte van de 6- en 7-meting. Het percentage van alle gerapporteerde investeringen waar een business angel aan deelnam was in de 8-meting 4%, de hoogste waarde sinds de 2-meting. De houding van de geïnterviewde ondernemers tegenover de rol van de overheid was tijdens de 8-meting ongeveer gelijk verdeeld over positief, neutraal en negatief. Startersregelingen en een goede informatievoorziening vanuit de belastingdienst werden als positief ervaren. Ondernemers met een neutrale houding vonden de informatievoorziening vanuit de overheid juist gebrekkig of onnodig complex. Negatief gestemde ondernemers vonden subsidieregelingen concurrentievervalsend. Het percentage ondernemers dat een subsidieaanvraag had ingediend was in de huidige studie (28%) verdubbeld ten opzichte van de 7-meting (14%). Het aantal goedgekeurde subsidieaanvragen was ten opzichte van de 7- meting ook fors gestegen van 58% naar 84%, het hoogste percentage ooit gemeten. Veel ondernemers gaven aan dat zij (vaak ongevraagd) benaderd werden door subsidieadviesbureaus. Meer activiteit van dergelijke bureaus kan een gedeeltelijke verklaring zijn voor de forse stijging in het aantal aanvragen en in het toekenningspercentage ten opzichte van de vorige 4

5 meting. Het subsidietraject wordt nog steeds als complex ervaren en veel ondernemers vinden het subsidieaanbod de moeite niet waard. 63% van de ondernemers heeft invloed ondervonden van het economisch klimaat. Dit is een stijging ten opzichte van de 7-meting (55%). Voor de meesten waren de ervaringen negatief. Het percentage ondernemers dat in de toekomst nog invloed verwachtte te ondervinden was in de 8-meting (69%) gedaald ten opzichte van de vorige meting (75%). Ondernemers die (negatieve) gevolgen hadden ondervonden als gevolg van het economisch klimaat, zagen de toekomst positiever in dan de groep die geen gevolgen heeft ondervonden. Analyse venture capital klimaat Ondanks de voortdurende economische tegenspoed in Nederland bleef het aantal venture capital investeringen in technologiebedrijven voor het vijfde opeenvolgende jaar toenemen tot 148 deals in Dit was een toename van 17% ten opzichte van 2012 en het hoogste aantal ooit geregistreerd door Tornado Insider (sinds 2000). Er werd wel minder kapitaal geïnvesteerd na het uitbreken van de kredietcrisis. Pas in 2012 was er een forse toename te zien in het totale geïnvesteerde bedrag door VCs in Nederland tot 398 miljoen. Dit was grotendeels het gevolg van enkele zeer grote investeringen. In 2013 werd 368 miljoen opgehaald; 7% minder dan in 2012, maar nog altijd 30% hoger dan het totaal van De gemiddelde deal-grootte daalde in 2013 met 21% ten opzichte van 2012 naar 2,5 miljoen. Na correctie op extreem hoge en lage bedragen bleek de situatie heel anders: het bedrag voor 2013 veranderde niet ( 2,5 miljoen) en was hoger dan het 2012 gemiddelde na correctie ( 2,2 miljoen). Nederland handhaafde de vijfde plaats op de Europese ranglijst voor deal-activiteit met een aandeel van 6,4% (5,7% in 2012). Voor wat betreft opgehaalde financiering zakte Nederland twee plaatsen tot de zesde rang met 5,4% van het Europese totaal (7,5% in 2012). Het aandeel vroege fase-investeringen in Nederland daalde in 2013 naar 45% van het totaal (54% in 2012). Bij 64% van de vroege-fase deals was een Seed-fonds betrokken dat wordt ondersteund via de Seed Capitalregeling van het Ministerie van Economische Zaken. Net als het aantal deals neemt het aantal actieve investeerders al jaren toe. In 2013 waren 116 investeerders actief, het hoogste aantal sinds 2000 (121). Zoals elk jaar waren de regionale fondsen in 2013 het meest actief. Het aandeel van de investeringen waar een regionale VCs bij betrokken was daalde echter voor het vierde opeenvolgende jaar tot 35% in Het totaal aantal gerapporteerde technologie-investeringen van regionale investeerders blijft echter sinds 2009 rond de 50 schommelen (52 in 2013). De deal-activiteit van de Seed-fondsen daalde van 34 deals in 2012 (het hoogste aantal ooit) tot 32 deals in Hun aandeel in het totaal aan Nederlandse deals daalde van 27% in de jaren 2010 tot en met 2012, tot 22% van alle investeringen in Het aandeel actieve buitenlandse VCs daalde in 2013 voor het derde opeenvolgende jaar tot 30%. Niettemin bleef het aantal actieve buitenlandse VCs in deze periode stabiel rond de 35 per jaar (35 in 2013). In 2013 namen buitenlandse investeerders deel aan 18% van alle technologie-investeringen in Nederland, hetzelfde aandeel als in 5

6 2012. Voor het vierde achtereenvolgende jaar waren in 2013 Amerikaanse VCs het meest actief. Zoals elk jaar was in 2013 Computerservice- en informatietechnologiebureaus de meest actieve sector. Het aandeel steeg zelfs tot 51% van alle deals in 2013, vooral dankzij veel investeringen in mobiele applicaties en online winkels. Dankzij de voortdurende interesse van VCs in medische- en sensortechnologieën staat Instrumenten voor het vijfde opeenvolgende jaar op de tweede plek met 13% van alle investeringen. Computerservice- en informatietechnologiebureaus haalden van alle sectoren ook het meeste kapitaal op in 2013 (37% van het totaal; het hoogste aandeel sinds 2003). Farmaceutische producten noteerde voor financiering de tweede plek in 2013 met 34%; het hoogste aandeel ooit genoteerd voor deze sector. Ondanks het pril economisch herstel bleken VCs tijdens de interviews nog altijd voorzichtig in hun voorspellingen voor wat betreft hun eigen geplande deal-activiteit. In navolging van de vorige metingen gaven ze aan dat de economische recessie invloed heeft gehad op hun investeringsstrategie. Tegelijkertijd gaven ze aan dat deze effecten wel meevielen. Vervolginvesteringen voor hun portfoliobedrijven bleven wel een punt van zorg. Vandaar dat sommigen probeerden eerste investeringen groter te maken, met grotere syndicaten te investeren en kapitaal-intensieve investeringen te mijden. Een ander probleem dat voor veel VCs gold was dat fondsenwerving nog altijd erg moeilijk was. Voor wat betreft de exitstrategie gaven de investeerders aan dat de mogelijkheden weliswaar nog beperkt waren, maar dat de markt aantrok. Opvallend was dat voor het eerst bijna alle VCs met (meerdere) exits bezig waren of onlangs hadden afgerond. Over het huidig economisch klimaat waren de investeerders gematigd positief, maar ze bleven voorzichtig in hun toekomstvoorspellingen. Over het aanbod van technostarters in Nederland waren de VCs iets positiever dan in de afgelopen metingen. De kwaliteit was beter door meer ervaren ondernemers, ondersteunende programma s en doordat de crisis het kaf van het koren heeft gescheiden. Over de toekomstverwachtingen van het aanbod waren de meeste VCs ook positief. Dit beeld stond in contrast met dat van het aanbod van venture capital in Nederland. De investeerders bleven hier pessimistisch over, vooral doordat VCs moeite hebben om geld op te halen en er zo veel ervaring verdwijnt. De nieuwe VCs werden niet door iedereen voor vol aangezien. De toekomstverwachtingen van het aanbod van venture capital waren verdeeld. Vooral slechte rendementen die zijn behaald door VCs werden aangehaald als verbeterpunt. Er bleek weer een zekere afstand te bestaan tussen VCs en informele investeerders. VCs investeren wel eens samen met informals. Hierbij werd het belang van angel netwerken niet groot geacht. De wijze van investeren van informals strookt vaak niet met die van VCs. De VCs hebben daarom een sterke voorkeur voor professioneel opererende informals, eventueel samenwerkend als fonds. Verder waren de geïnterviewde VCs niet altijd te spreken over hun collega VCs. Vooral wanneer die teveel focussen op rendement gaat dat ten koste van de onderneming. Ook andere traditionele 6

7 financiers schieten tekort in het ondersteunen van technostarters, vonden de investeerders. Terwijl in voorgaande metingen de mening over banken nog verdeeld was, waren VCs in de huidige studie zeer negatief. Opvallend was verder dat drie VCs kritiek uitten op pensioenfondsen en verzekeraars. Deze zouden meer verantwoordelijkheid moeten nemen als fondsinvesteerders. Dat zou zowel venture capital als het ondernemersklimaat enorm stimuleren. Als alternatieve vormen van financiering werd gedacht aan alternatieven voor bancaire financiering, zoals bepaalde lease-vormen en de overname van debiteurenrisico via de crowd. Crowd funding werd door de meeste VCs als leuk gekenschetst maar ze zetten kanttekeningen bij de inzetbaarheid bij grote bedragen en in sommige sectoren. Één VC zou crowd funding liever gebruiken bij het opstarten van een nieuw fonds. In de laatste metingen heeft een verschuiving plaatsgevonden in de antwoorden van VCs over de rol die de overheid zou moeten spelen bij venture capital. De focus ligt niet langer op belastingmaatregelen en andere gunstige voorwaarden scheppen, maar op de professionaliteit en het selecterend vermogen van VCs. Ze vonden dat de overheid daar veel aandacht aan zou moeten schenken bij het maken van nieuw beleid om de markt te stimuleren. 7

8 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Analyse investeringsklimaat technostarters... 3 Analyse venture capital klimaat... 5 Inleiding Investeringsklimaat voor Technostarters Methodiek Investeringen Startinvesteringen Tweede investeringen Investeringsactiviteit per jaar Gemiddeld investeringsbedrag per sector Gemiddelde investeringsbedragen per technologieniveau Gemiddelde investeringsbedragen per type investeerder De rol van banken De rol van business angels De overheid De rol van de overheid Subsidies Ambities van technostarters Achtergrond ondernemers en ondernemingen Het huidige economische klimaat Venture Capital klimaat Methodiek Venture capital-investeringen Venture capital-activiteit Positie Nederlands venture capital in Europa Activiteit investeerders in Nederland Rondeverdeling venture capital Sectorverdeling venture capital Technologieniveau van venture capital-investeringen Venture Capital sentimenten De verwachtte investeringsactiviteit bij de 7-meting Investeringen in komende 12 maanden Invloed economische situatie op venture capital-markt Investeringsklimaat voor de technostarter Rol van informele investeerders in de venture capital-markt Rol van de overheid op venture capital in Nederland Rol van de venture capitalisten in Nederland Andere typen financiers in Nederland Bijlage I: Sectoren - Standaard Bedrijfsindeling (SBI 93) Bijlage II: Sectoren Tornado Insider Bijlage III: Sectoranalyses 8-meting op basis van TI sectoren Bijlage IV: Verdeling TI sectoren over SBI sectoren - Technostarter interviews Bijlage V: Verdeling TI sectoren over SBI sectoren - VC investeringen Bijlage VI: Vragenlijst Technostarters Bijlage VII: Vragenlijst interviews VCs - investeringsklimaat

9 Lijst van figuren Investeringsklimaat voor Technostarters Figuur 1: Percentage startinvesteringen per meting...13 Figuur 2: Gemiddeld bedrag startinvesteringen per meting...14 Figuur 3: Mediaan bedrag startinvesteringen per meting...14 Figuur 4: Percentage tweede investeringen per meting...16 Figuur 5: Verdeling tweede investeringen per meting...16 Figuur 6: Succespercentage start- en tweede investeringen...18 Figuur 7: Gemiddeld bedrag per SBI-sector totaal alle metingen...19 Figuur 8: Gemiddeld investeringsbedrag per SBI-sector 8-meting...20 Figuur 9: Gemiddeld bedrag per technologieniveau alle metingen...21 Figuur 10: Aantal tweede investeringen per technologieniveau...22 Figuur 11: Gemiddeld bedrag per type investeerder totaal alle metingen...22 Figuur 12: Gemiddeld investeringsbedrag per type investeerder...23 Figuur 13: Verdeling deal-groottes per type investeerder...24 Figuur 14: Verdeling type investeerders over alle investeringen per ronde...25 Figuur 15: Percentage investeringen met deelname van ondernemer zelf...25 Figuur 16: Percentage ondernemers met financieringsaanvraag bij bank...26 Figuur 17: Toekenningspercentage financieringsaanvragen bij banken...27 Figuur 18: Aanvragen en toewijzingen per bank...28 Figuur 19: Percentage investeringen met deelname van banken...29 Figuur 20: Percentage ondernemers dat business angels weet te bereiken...30 Figuur 21: Percentage financieringsaanvragen bij business angels...31 Figuur 22: Financieringsaanvraag goedgekeurd door business angel...31 Figuur 23: Percentage investeringen met deelname van business angels...32 Figuur 24: Houding van ondernemers tegenover de overheid...33 Figuur 25: Subsidieaanvragen per meting...34 Figuur 26: Succes subsidieaanvragen per meting...35 Figuur 27: Ambitieniveau ondernemers per meting...36 Figuur 28: Percentage ondernemers met ervaring...38 Venture Capital klimaat Figuur 29: VC investeringen in Nederlandse technologiebedrijven per jaar...43 Figuur 30: Gemiddeld VC investeringsbedrag in Nederland per jaar...44 Figuur 31: Grootteverdeling VC investeringen in Nederland per jaar...45 Figuur 32: Aandeel NL in Europese technologie venture capital activiteit...46 Figuur 33: Aantal actieve investeerders in Nederland per jaar...48 Figuur 34: Aandeel regionale fondsen in Nederlandse VC investeringen...49 Figuur 35: Aandeel Seed-fondsen in Nederlandse VC investeringen...49 Figuur 36: Aantal buitenlandse versus Nederlandse actieve VCs per jaar...50 Figuur 37: Aandeel top 7 landen bij investeringen met buitenlandse VCs...51 Figuur 38: Rondedistributie VC investeringen in Nederland per jaar...52 Figuur 39: Rondedistributie VC financiering in Nederland per jaar...53 Figuur 40: Sectordistributie aantal VC investeringen in Nederland per jaar...54 Figuur 41: Sectordistributie geïnvesteerd VC bedrag in Nederland per jaar...56 Figuur 42: Verdeling VC in Nederland over high-, medium- en low-tech...57 Bijlage III Figuur 43: Gemiddeld investeringsbedrag per sector interviews technostarters...75 Figuur 44: Sectordistributie geïnvesteerd venture capital in Nederland per jaar...76 Figuur 45: Sectordistributie aantal venture capital investeringen in Nederland per jaar

10 Inleiding In dit rapport worden de resultaten beschreven van het negende opeenvolgende onderzoek (de 8-meting) naar het Nederlandse investeringsklimaat voor technostarters. Deze monitor is in 2005 gestart in opdracht van TechnoPartner, een overheidsinitiatief dat inmiddels valt onder Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). TechnoPartner stelde zich als doel het klimaat voor technostarters in Nederland te verbeteren. Om de Nederlandse risicokapitaalmarkt voor jonge technologiebedrijven te stimuleren, is in 2005 de Seed Capital-regeling in het leven geroepen. Venture capital fondsen (VCs) die willen investeren in technostarters, kunnen een lening aanvragen bij RVO.nl. Deze lening mag maximaal even groot zijn als het private inlegbedrag van het fonds, tot een maximum van 4 miljoen. Er zijn sinds de oprichting 41 seed fondsaanvragen toegekend. Sinds 1 januari 2012 is de Seed Capital-regeling onderdeel van het Innovatiefonds MKB+. Om de impact en effectiviteit van beleidsmaatregelen in kaart te brengen, voert onderzoeksbureau Tornado Insider jaarlijks metingen uit om de financieringsmogelijkheden voor bedrijven en de sentimenten in de markt inzichtelijk te maken. De resultaten worden vergeleken met data uit voorgaande onderzoeken om veranderingen in de markt zichtbaar te maken. Het rapport is tweeledig. Het eerste hoofdstuk richt zich specifiek op de starters en hun wensen en succes bij het ophalen van financiering. Onderzocht zijn 'start-' en 'tweede' investeringen in technologie-bedrijven die opgericht zijn in 2011 en Hierbij wordt ook ingegaan op het investeringsniveau per sector, het belang van verschillende bronnen van financieringen en de invloed van economische omstandigheden. Door de combinatie van de gelimiteerde schaal van de studie en de breedte en complexiteit van het onderzoeksgebied, zijn de kwantitatieve resultaten indicatief. De kwalitatieve analyses geven een representatief beeld van de sentimenten in de markt. Het tweede hoofdstuk geeft een overzicht van het venture capital klimaat voor technologieondernemingen in Nederland en hoe de ontwikkelingen daarvan zich verhouden tot die in andere Europese landen. Naast een kwantitatieve analyse van de venture capital-activiteit, geeft het hoofdstuk inzicht in de investeringsplannen van de investeerders, hun visie op het huidige klimaat voor technostarters, de rol van VCs in Nederland en alternatieve bronnen van financiering. De uitkomsten van het onderzoek kunnen voor RVO.nl een waardevolle bijdrage leveren aan de sturing van bestaand beleid en de ontwikkeling van nieuwe initiatieven. 10

11 1 Investeringsklimaat voor Technostarters Na jaren van recessie kwamen tijdens de 8-meting de eerste berichten in de media dat het economisch klimaat in Nederland aantrekt. Toch gaven, in navolging van de vorige twee studies, veel ondernemers aan nog steeds gevolgen te ondervinden van de kwakkelende economie. In dit eerste hoofdstuk wordt de positie van startende technologiebedrijven besproken op basis van een analyse van hun financieringsbehoeftes en ervaringen. Eerst worden de opgehaalde start- en tweede investeringen behandeld, daarna wordt de rol van business angels besproken. Daarop volgen de rol van banken, de overheid en subsidies. Als laatste wordt ingegaan op het economische klimaat en de invloed daarvan op startende technologiebedrijven. 1.1 Methodiek 250 Nederlandse technologiebedrijven die zich in 2011 of 2012 hebben ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK) zijn geïnterviewd. In deze studie wordt de volgende definitie van technologiebedrijven gebruikt: Ondernemingen die technologie creëren of als essentieel onderdeel gebruiken in hun producten en/of serviceaanbod. In 2008 zijn de internationale bedrijfsindelingen en de daarop gebaseerde Standaard Bedrijfsindeling (SBI) gereviseerd. In dit rapport is de SBI 2008 vertaald naar SBI 93. Op deze manier is het mogelijk de resultaten van deze meting met de eerdere metingen te vergelijken. Bij het samenstellen van de steekproef zijn specifieke technologie-gerelateerde sectoren gebruikt. Deze worden weergegeven in bijlage 1. Uit eerdere metingen is gebleken dat de financieringsbehoefte van ondernemingen gerelateerd is aan het technologieniveau. Daarom zijn de SBI-sectoren onderverdeeld in verschillende technologieniveaus. Ook is het individuele niveau van de ondernemingen losgekoppeld van de SBIsectorindeling. In deze indeling zijn high-tech bedrijven ontwikkelaars van technologie - in de vorm van een product, intellectueel eigendom, of anders - die zich differentiëren ten opzichte van de norm. Medium-tech bedrijven hebben een duidelijke technologiecomponent in hun activiteiten, hoewel deze overwegend niet differentiërend is. Bedrijven zijn als low-tech geclassificeerd wanneer hun activiteiten weinig of geen technologische component lieten zien, maar bijvoorbeeld sterk kennis- of conceptgedreven waren. Voorbeelden hiervan zijn technische consultancy s en architectenbureaus. Omdat de door Tornado Insider gehanteerde sectorverdeling (bijlage 2) beter aansluit op de focus en het jargon van investeerders, worden de sector-gebonden analyses ook voor deze sectoren gemaakt. Deze zijn weergegeven in bijlage 3. Bijlage 4 geeft het verband tussen de SBIindeling en de Tornado Insider-sectoren aan de hand van de activiteiten van de geïnterviewde technostarters. 11

12 In totaal zijn voor deze 8-meting 250 technologische starters telefonisch geïnterviewd. De hiervoor gebruikte vragenlijst is als bijlage 6 opgenomen in het rapport. 12

13 1.2 Investeringen Deze paragraaf beschrijft de investeringen die door de geïnterviewde ondernemers zijn opgehaald en die ze verwachtten op te halen Startinvesteringen Zelfde percentage startinvesteringen als in de 7-meting In Figuur 1 wordt het percentage ondernemers weergegeven dat aangaf een startinvestering te hebben opgehaald. Het hoogste aandeel (96%) werd gerapporteerd in de nulmeting (2006), waarna het percentage daalde tot 71% bij de 2-meting. Vervolgens liet het aandeel een stijging zien tot 92% bij de 4-meting (2010) en 5-meting (2011). In de daaropvolgende meting gaf slechts 62% van de geïnterviewde ondernemers aan een startinvestering opgehaald te hebben. Het aandeel steeg bij de 7-meting (2012) tot 72%. In de huidige meting bleef dit percentage ongewijzigd: van de ondervraagde ondernemers gaf eveneens 72% van de ondervraagde ondernemers aan een startinvestering te hebben gedaan. Figuur 1: Percentage startinvesteringen per meting In navolging van alle voorgaande metingen haalde in de huidige studie een meerderheid van de ondernemers een startinvestering op in het startjaar van de onderneming, namelijk 82%. Dit is vergelijkbaar met de 7-meting (83%), maar lager dan de piek van 97% tijdens de 1-meting. Het laagste percentage startinvesteringen in het oprichtingsjaar werd geregistreerd tijdens de 6-meting (68%). In Figuur 2 worden de gemiddeld opgehaalde bedragen voor startinvesteringen per meting weergegeven. Tot en met de 4-meting steeg het gemiddelde bedrag van naar De daaropvolgende metingen vertoonden een sterke daling ten opzichte van deze periode, met de 6-meting (2012) als dieptepunt toen gemiddeld was opgehaald. In de 7-meting was het gemiddelde investeringsbedrag licht gestegen tot 13

14 Hoogste gemiddelde bedrag startinvesteringen van alle metingen In de huidige 8-meting was de gemiddelde startinvestering ; het hoogste gemiddelde ooit gemeten. Figuur 2: Gemiddeld bedrag startinvesteringen per meting De grootste investering in de 8-meting was opgehaald door een bedrijf dat actief auto-stereoscopische oplossingen ontwikkelt. Er werd een investering van 20 miljoen aangetrokken. Deze investering is niet meegenomen bij het berekenen van het gemiddelde investeringsbedrag. Net als bij voorgaande metingen is er een correctie toegepast voor extreem hoge (hoger dan 3 miljoen) en extreem lage (kleiner dan 1.000) bedragen. Zonder deze correctie was het gemiddelde bij de huidige meting Figuur 3: Mediaan bedrag startinvesteringen per meting 14

15 Een andere manier om de invloed van extreem hoge en lage investeringsbedragen te corrigeren is door de medianen te berekenen. Figuur 3 geeft deze voor alle metingen weer voor de startinvesteringen. Stijging in mediaan startinvesteringsbedragen t.o.v. 7- meting Uit de grafiek wordt het effect van de kredietcrisis op de opgehaalde startinvesteringen van startende ondernemingen duidelijk zichtbaar. Het mediaan bedrag bij de 2-meting (2008) halveerde bijna ten opzichte van de 1-meting. De voortdurende crisis resulteerde in een dalende lijn tot een mediaan bedrag van in de 5-meting (2011). De 6-meting liet een lichte stijging zien ( 7.500), waarna het mediaan bedrag weer terugviel tot bij de 7-meting. Het mediaan bedrag voor startinvesteringen in de huidige studie was , een verdubbeling ten opzichte van de vorige meting. Het verschil tussen metingen van de waardes voor medianen en gemiddelden van bedragen is opmerkelijk. Dat de verschillen tussen de metingen voor gemiddelde investeringsbedragen groter zijn is niet zo verrassend. Maar wel dat het gemiddelde investeringsbedrag voor startinvesteringen pas na de 4-meting (2010) begon te dalen, terwijl de mediane waarde al vanaf de 1-meting daalde. Blijkbaar werd de verdeling van de bedragen tijdens de 2-, 3- en 4-meting steeds schever. De grote meerderheid van kleine bedragen werd alsmaar kleiner terwijl de grote investeringsbedragen (de minderheid) alsmaar groter werden en het gemiddelde omhoog duwden. Door een sterke afname van grote investeringen in de 5-meting zakte het gemiddelde drastisch en kwam deze weer dichter bij de mediaan te liggen: de verdeling van de bedragen was minder scheef. Deze verdeling veranderde in de 6- en 7-meting niet noemenswaardig. Stijging in alle startinvesteringsbedragen; grootste bedragen nemen meest toe In de 8-meting zijn zowel het gemiddelde als de mediaan fors gestegen t.o.v. de 7-meting. Hieruit blijkt dat in de 8-meting de bedragen voor startinvesteringen over de linie groter waren ten opzichte van de vorige meting. Het verschil tussen het gemiddelde en de mediaan is echter ook weer drastisch toegenomen. Dit geeft aan dat vooral de toename van de grootste bedragen het meeste effect heeft gehad. Uit nadere analyse blijkt dat het percentage startinvesteringen in de laagste grootteklasse ( ) was afgenomen van 86% in de 7-meting tot 70% in de 8- meting. De twee grootteklassen die de meeste toename lieten zien in de 8- meting waren bedragen van (12% ten opzichte van 5% in de 7-meting) en de grootste klasse, > (8% ten opzichte van 3% in de 7-meting) Tweede investeringen Kleine daling in het aantal tweede investeringen t.o.v. 7-meting In Figuur 4 worden de percentages opgehaalde tweede investeringen getoond voor alle metingen. Vanaf de 1-meting (2007) was er sprake van een sterk stijgend aandeel tweede investeringen, van 5% tot 44% in de 5- meting (2011). In de 6-meting daalde het percentage fors; slechts 4% van de ondernemers gaf toen aan een tweede investering op te hebben gehaald. De daaropvolgende 7-meting liet weer een stijging zien tot 14%. Het percentage opgehaalde tweede investeringen veranderde in de huidige studie weinig: 12% van de geïnterviewde ondernemers had een tweede investering opgehaald. 15

16 Figuur 4: Percentage tweede investeringen per meting Sterke toename in gemiddeld bedrag tweede investeringen Uit voorgaande metingen kwam een aanzienlijke variatie in het gemiddelde bedrag van de tweede investering naar voren. Die wordt (mede) veroorzaakt door het kleinere aantal gerapporteerde bedragen voor tweede investeringen. Hierdoor hebben extreme waardes een grotere impact. Het gemiddelde investeringsbedrag voor tweede investeringen steeg vanaf de 4-meting ( ) tot (5-meting) en zelfs in de 6- meting. In de daaropvolgende 7-meting werd een sterke daling waargenomen tot slechts In de huidige studie was het gemiddelde bedrag weer opgelopen tot Zonder correctie voor extreme bedragen was het gemiddelde bij de huidige meting Figuur 5: Verdeling tweede investeringen per meting 16

17 Figuur 5 toont de jaarverdeling van de tweede investeringen op basis van de startdatum van de technostarters. 5% van de ondernemers had in de 8- meting een tweede investering opgehaald in het jaar van oprichting. Dit is het hoogste aandeel van alle metingen. Geplande investeringen dalen tot dieptepunt Percentage ondernemers dat aangeeft geen investering nodig te hebben daalt Het percentage ondernemers dat aangaf dat zij in de twee jaren na de opstart een tweede investering hebben gedaan was met 7% in de huidige meting gehalveerd ten opzichte van de 7-meting (14%). Ook het percentage ondernemers dat in de toekomst een tweede investering verwachtte op te halen was gedaald van 6% in de 7-meting naar 0,4% in de huidige 8-meting. Slechts één ondernemer had in de toekomst een tweede investering gepland. Dit is het laagste aantal ooit gemeten en staat in schril contrast met het resultaat van eerdere metingen; tussen de 1-meting (2007) en de 5-meting (2011) was dit percentage nooit lager dan 20% van de geïnterviewde ondernemers en ook in de 6- en 7-metingen waren de percentages hoger (resp. 4% en 6%). Drie ondernemers gaven in de 8- meting aan dat er een derde investering was gedaan. In de vorige meting was geen enkele derde investering gerapporteerd. In de 8-meting gaf 23% van de ondervraagde ondernemers aan geen investering nodig te hebben. Sinds de 6-meting is dit percentage dalende: in dat jaar gaf 31% aan geen investeringen nodig te hebben, terwijl het aandeel bij de 7-meting 26% bedroeg. Tijdens de 4- en 5-meting gaf slechts 6% aan geen investering nodig te hebben. De redenen die men in deze meting het vaakst opgaf was dat de benodigde middelen al in bezit waren, of dat ze weinig vertrouwen hadden in de slagingskans van een financieringsaanvraag Investeringsactiviteit per jaar Om inzicht te kunnen geven in het jaarlijks succes bij het ophalen van financiering worden er in deze paragraaf combinaties gemaakt van de resultaten van verschillende metingen. In alle metingen (met uitzondering van de nulmeting) is er in de analyses een overlap van het startjaar met de meting die daarvoor is gedaan. In de 7-meting zijn bijvoorbeeld ondernemers geïnterviewd die hun activiteiten in 2010 of 2011 zijn gestart, terwijl de ondernemers die in de meest recente meting zijn ondervraagd hun bedrijfsactiviteiten in 2011 of 2012 opstartten. In Figuur 6 worden de succespercentages van alle investeringen per jaar weergegeven. Deze data zijn enkel compleet tussen 2005 en 2011, omdat de gegevens van ondernemers die aangeven hun onderneming in 2012 of 2013 te hebben ingeschreven bij de Kamer van Koophandel nog niet volledig beschikbaar zijn. Elk volledig investeringsjaar is berekend met data uit drie metingen en wordt in de grafiek getoond als een donkerblauwe kolom. De gegevens van 2012 zijn gebaseerd op data uit de 7- en 8- meting, en van 2013 alleen uit de 8-meting. Deze jaren zullen in de 9- meting verder worden aangevuld. 17

18 Figuur 6: Succespercentage start- en tweede investeringen Lichte stijging in het aantal opgehaalde investeringen: van 32% in 2010 naar 34% in 2011 Uit Figuur 6 blijkt dat het succespercentage van investeringen een sterke stijging liet zien van 2006 (30%) tot en met 2009 (52%). In 2010 daalde het aantal gerapporteerde investeringen sterk tot 32%. In 2011 veranderde het succespercentage weinig: 34% van de geïnterviewde ondernemers die voor dat jaar een deal had kunnen rapporteren (6-, 7- en 8-meting) haalde daadwerkelijk een investering op. De voorlopig lage waarde voor 2012 is een indicatie voor een daling van het succespercentage. Of dit ook daadwerkelijk zo is zal uit de 9-meting blijken. 18

19 1.2.4 Gemiddeld investeringsbedrag per sector In elke meting wordt het gemiddeld investeringsbedrag per sector bepaald. Doordat in sommige sectoren een relatief laag aantal ondernemingen actief is, worden de gemiddelden voor die sectoren sterk beïnvloed door extreme investeringsbedragen. Daarom wordt in Figuur 7 een overzicht weergegeven van de gemiddelden van cumulatieve investeringsbedragen over alle metingen. Het cumulatief aantal gemeten investeringen (n) per sector wordt in dezelfde figuur weergegeven. Figuur 7: Gemiddeld bedrag per SBI-sector totaal alle metingen Op basis van Figuur 7 valt in navolging van eerdere metingen af te leiden dat de hoogste gemiddelde investeringsbedragen het vaakst geregistreerd worden bij ondernemingen die actief zijn in sectoren met relatief hoge productiekosten. Het hoogste gemiddelde investeringsbedrag over alle negen metingen werd opgehaald in de sector Overige chemische eindproducten ( 2,0 miljoen). Dit bedrag is in de huidige meting zelfs toegenomen ten opzichte van het totaal tot en met de 7-meting ( 1,9 miljoen). De sector Farmaceutische producten noteerde wederom de tweede plaats met een gemiddeld bedrag van Het gemiddelde was wel gedaald ten opzichte van het gemiddelde tot en met de 7-meting ( 1,1 miljoen). De sector met het hoogste aantal investeringen, Computerservice- en informatietechnologiebureaus, haalt gemiddeld een vrij laag bedrag op: In Figuur 8 worden de gemiddelde investeringsbedragen per sector weergegeven voor de geïnterviewde ondernemers in de 8-meting. De sector 19

20 Overige chemische eindproducten noteerde het hoogste bedrag: 3 miljoen. Dit bedrag werd echter bepaald door een enkele investering. Het gemiddelde investeringsbedrag ( ) in de sector Telecom was bij deze meting het één na hoogst. Waar bij de 7-meting maar één investering in deze sector was opgehaald ( ) waren dat er deze keer vier. Opvallend is dat de gemiddeldes voor de sectoren op de plaatsen twee tot en met zeven relatief dicht bij elkaar liggen. Figuur 8: Gemiddeld investeringsbedrag per SBI-sector 8-meting Telecom noteert hoogste gemiddelde bedrag in 2013, na één hoog bedrag in Overige chemische eindproducten Gemiddeld bedrag Computerservice- en IT bureaus neemt toe t.o.v. de 7-meting Net als in de voorgaande metingen werden in de 8-meting de meeste investeringen gedaan in de sector Computerservice- en informatietechnologiebureaus. Dit is het resultaat van de vele starters en dus geïnterviewde ondernemers in deze sector. Toch wisselt het gemiddelde investeringsbedrag sterk voor Computerservice- en informatietechnologiebureaus. Van de 4- naar 5-meting steeg het gemiddelde van naar In de 6-meting werd er een gemiddeld investeringsbedrag van gerapporteerd. Vervolgens daalde het bedrag tot gemiddeld in de 7-meting. In de meest recente meting steeg het gemiddelde opgehaalde bedrag weer tot Gemiddelde investeringsbedragen per technologieniveau Bij toenemend techologieniveau grotere gemiddelde geïnvesteerde bedragen Figuur 9 toont de gemiddelde investeringsbedragen per technologieniveau voor alle metingen. Hieruit blijkt dat, op de 3-meting na, het gemiddelde bedrag bij high-tech veel hoger is dan bij de lagere technologieniveaus. In de 8-meting was bovendien het gemiddelde investeringsbedrag voor medium-tech hoger dan low-tech. Bij de 2-, 6- en 7-meting haalde low-tech een hoger bedrag op. 20

21 In de 8-meting werd gemiddeld in high-tech bedrijven geïnvesteerd. Dit was een toename ten opzichte van de 7-meting ( ). Het gemiddelde investeringsbedrag voor medium-tech bedrijven nam na de 5-meting ( ) af tot in de 6- en in de 7-meting. In de huidige studie steeg het gemiddelde voor medium-tech tot Low-tech bedrijven haalden met een gemiddelde van de laagste investeringen op in de 8-meting en een afname ten opzichte van de 7-meting ( ). Stijging dealgrootte high- en medium-tech bedrijven waarneembaar Het aandeel high-tech ondernemingen was in de 8-meting (12% van alle geïnterviewde ondernemers) hoger dan in de vorige meting (8%). Het aandeel medium-tech (59%) was in de huidige meting vergelijkbaar en het aandeel low-tech (28%) lager dan in de 7-meting (32%). Gezien het veel hogere gemiddelde investeringsbedrag van deze ondernemingen zal het hogere percentage high-tech interviews mede van invloed zijn geweest op het hogere gemiddelde bedrag voor start- en tweede investeringen in deze meting. Figuur 9: Gemiddeld bedrag per technologieniveau alle metingen Figuur 10 toont het percentage opgehaalde tweede investeringen per technologieniveau voor alle metingen vanaf de 2-meting. High-tech ondernemingen halen gemiddeld de hoogste investeringsbedragen op, maar halen niet altijd de meeste tweede investeringen op. Zowel in de 1-, 4- en de 7-meting werden vaker tweede investeringen opgehaald door mediumtech bedrijven. In de huidige 8-meting haalden high-tech wel de meeste tweede investeringen op. Voor het eerst haalden in deze meting low-tech ondernemingen vaker een investering op dan medium-tech bedrijven. In de 7-meting rapporteerde slechts 11% van alle high-tech ondernemingen een tweede investering; in de huidige studie was dit percentage toegenomen tot 26%. Medium- en low-tech bedrijven haalden in deze meting minder vaak twee investeringen op dan in de voorgaande meting: voor medium-tech bedrijven daalde het aandeel tweede investering van 18% naar 5%, en voor low-tech ondernemingen van 16% naar 11% in de 8-meting. 21

22 Figuur 10: Aantal tweede investeringen per technologieniveau Gemiddelde investeringsbedragen per type investeerder Het gemiddelde investeringsbedrag per type investeerder wordt sterk beïnvloed door extreme bedragen, vooral wanneer er voor dat type weinig investeringen worden gemeten. Daarom zijn per type investeerder de gemiddelden berekend voor het cumulatieve investeringsbedrag van alle metingen. Deze worden weergegeven in Figuur 11 en kunnen als referentie dienen voor de gemiddelde investeringsbedragen per meting. Figuur 11: Gemiddeld bedrag per type investeerder totaal alle metingen 22

23 VCs investeren gemiddeld de hoogste bedragen Alleen VCs en Vrienden en familie rapporteren lagere gemiddelden dan tijdens 7-meting Ondernemers investeren Zelf gemiddeld veel meer dan in de 7- meting In Figuur 12 worden de gemiddelde investeringsbedragen per type investeerder weergegeven, gemeten in de 8-meting. Hoewel de hoogste bedragen net als in de meeste studies door Venture Capital (VC) organisaties werden geïnvesteerd, nam het bedrag af van 2,7 miljoen in de 7-meting naar in de huidige meting. Dit is ook veel lager dan gemiddeld over alle jaren ( 1.6 miljoen) In de huidige studie waren VCs samen met Vrienden en Familie ( ten opzichte van in de 7- meting) de enige sectoren waarvan een lager gemiddelde werd geregistreerd dan in de vorige meting. Alle andere gemiddelde bedragen waren juist toegenomen. De tweede plaats in de 8-meting werd ingenomen door de categorie Anders ( ). Typen financiering die hierbij werden genoemd door ondernemers waren onder andere: verliescompensatie uit andere onderneming, schadevergoeding, leverancier, en een investering door een groot mediabedrijf in de Verenigde Staten. Deze laatste was de grootste investering die in de huidige studie werd gerapporteerd ( 20 miljoen) en veroorzaakte het hoge gemiddelde voor deze categorie. Business Angels kwam op de derde plek, met een gemiddelde van Dit is iets lager dan het gemiddelde over alle metingen voor dit type investeerder (Figuur 11). Op de vierde plek kwam Subsidies, met een gemiddeld investeringsbedrag van , bijna het dubbele van het gemiddelde over alle metingen. Banken noteerde in de 8-meting de vijfde plaats met een gemiddelde ( ) dat hoger lag dan tijdens de 7- meting ( ), maar iets lager is dan het gemiddelde over alle metingen ( ). Het gemiddelde bedrag dat ondernemers aangaven Zelf te hebben geïnvesteerd was in de huidige 8-meting ; bijna een verviervoudiging ten opzichte van de 7-meting ( ) en ook meer dan twee keer zo hoog dan het gemiddelde over alle metingen ( ). Figuur 12: Gemiddeld investeringsbedrag per type investeerder Figuur 13 geeft de verdeling van deal-groottes per type investeerder weer. Net als in vorige metingen waren de meeste gerapporteerde investeringsbedragen in de 8-meting lager of gelijk aan Maar de in de 7- meting waargenomen verschuiving naar lagere deal-groottes zette in de 23

24 Meeste typen investeerder noteren fors meer deals > huidige studie niet door. Zoals besproken in paragraaf was het percentage investeringen onder de afgenomen en alle andere categorieën toegenomen. Hierdoor waren de investeringsbedragen over de hele linie toegenomen. Maar de toename van de grootste bedragen had het grootste effect. Figuur 13 toont dat het aandeel van investeringen groter dan voor de meeste typen financier fors is. Deze categorie was ook toegenomen voor alle typen behalve Vrienden en Familie en VC. In de 7-meting werd voor VCs enkel investeringen van meer dan geregistreerd. Toen was echter het totale aantal gerapporteerde investeringen voor VC beduidend lager dan in de huidige studie. In totaal waren bij 13 van de 187 startinvesteringen twee of meer investeerders betrokken. Bij 3 van de 31 tweede investeringen was meer dan één investeerder betrokken. Figuur 13: Verdeling deal-groottes per type investeerder De ondernemer Zelf is de belangrijkste investeerder in zowel start- als tweede investeringen Figuur 14 laat de verdeling zien van het aandeel van de typen investeerder per ronde. Voor startinvesteringen is de ondernemer Zelf in de 8-meting verreweg de meest voorkomende financier. Deze nam deel aan 79% van alle geregistreerde investeringen. Dit percentage is iets lager dan in de 7- meting (83%). In de 6-meting was dit aandeel 85%, in de 5-meting 70% en in de 4-meting 66%. Banken namen deel aan 6% van de startinvesteringen; twee procentpunt hoger dan het aandeel in de vorige twee metingen. Het aandeel startinvesteringen met deelname van VCs nam toe van 1% in de 7-meting tot 2,5% in de 8-meting. Alleen in de 3-, 4- en 5-meting noteerde dit type een hoger aandeel. Bij tweede investeringen gaf 60% van de ondernemers aan deze Zelf te hebben gedaan; minder dan in de 7-meting (76%). Het aandeel tweede investeringen met deelname van Banken was afgenomen van 13% in de 7- meting tot 6% in de huidige meting. 24

25 Figuur 14: Verdeling type investeerders over alle investeringen per ronde De ondernemer is in 8-meting betrokken bij 81% van alle investeringen Figuur 15 geeft per meting weer bij welk percentage van alle investeringen de ondernemer Zelf betrokken was. Vanaf de 3-meting (85%) was dit aandeel dalende tot 52% in de 5-meting. Daarna steeg dit aandeel tot zelfs 90% van alle investeringen in de 7-meting. In de huidige meting daalde het percentage gerapporteerde investeringen waarbij de ondernemers betrokken waren tot 81%. Figuur 15: Percentage investeringen met deelname van ondernemer zelf 25

26 1.3 De rol van banken In de vorige paragraaf is beschreven dat banken in de huidige studie gemiddeld grotere bedragen financierden en vaker deelnamen aan startinvesteringen in vergelijking met de 7-meting. Aan tweede investeringen deden ze minder vaak mee. Deze paragraaf gaat dieper in op het belang van banken voor technostarters. Meer financieringsaanvragen bij een bank gedaan t.o.v. de 7-meting Figuur 16 geeft het percentage financieringsaanvragen bij banken weer van alle voorgaande metingen. 64 van de 250 (26%) geïnterviewde ondernemers gaven aan een financieringsaanvraag bij een bank ingediend te hebben. Dit percentage is ten opzichte van de 6- en 7-meting sterk toegenomen. Figuur 16: Percentage ondernemers met financieringsaanvraag bij bank Hoger goedkeuringspercentage dan in 7-meting; dalende trend vanaf 4-meting doorbroken Gevoel van zinloosheid indienen kredietaanvraag wordt door ondernemers benadrukt In Figuur 17 wordt een overzicht getoond van de toekenningspercentages. Deze vertoonden een forse daling van de 4-meting (76% goedkeuringen) tot de 7-meting (40%), het laagste niveau ooit gemeten. In de nulmeting was het goedkeuringspercentage ook laag (42%). Toen werden er echter beduidend meer financieringsaanvragen ingediend. In de huidige 8-meting werd 52% van alle financieringsaanvragen bij banken goedgekeurd. Hiermee werd de dalende trend in goedkeuringspercentages tussen de 4- en de 7-meting doorbroken. Veel ondernemers gaven in de 8-meting aan een negatieve ervaring te hebben overgehouden aan hun financieringsaanvraag. Volgens hen willen banken niet kijken naar wat een ondernemer te bieden heeft met als gevolg dat kredietverstrekking opdroogt. Ondernemers merkten dat banken vaak afwijzend staan tegenover risico s en deze zoveel mogelijk bij de ondernemer zelf neer proberen te leggen. Eén ondernemer stelde zelfs dat het uitbrengen van negatieve adviezen op kredietaanvragen van kleine ondernemers een volledig geautomatiseerd proces is. Het gevoel van de zinloosheid van het indienen van een kredietaanvraag is een terugkerend 26

27 sentiment bij deze meting. Een aantal ondernemers gaf aan op voorhand al weinig vertrouwen te hebben in de slagingskans van een financieringsaanvraag. Figuur 17: Toekenningspercentage financieringsaanvragen bij banken Veel ondernemers hebben geen behoefte aan externe financiering Veel ondernemers hebben geen behoefte aan externe financiering Redenen voor goedkeuring: goed business plan, innovatief concept of goede omzetresultaten De voornaamste reden (68%) die ondernemers opgaven voor het niet indienen van een financieringsaanvraag bij een bank is dat er geen (externe) financieringsbehoefte bestaat. 11% van de ondernemers die geen financieringsaanvraag hadden ingediend, gaf aan dit niet gedaan te hebben omdat ze bij voorbaat een afwijzing verwachtten, of omdat ze zo min mogelijk met de bancaire sector te maken wilden hebben. Een kleiner aandeel ondernemers gaf aan nog geen tijd te hebben gehad om een aanvraag in te dienen, of vonden dat de aanvraag te veel tijd in beslag neemt. Ondernemers die wel een financieringsaanvraag hadden ingediend, waren vaak van mening dat banken het hen in elk geval niet makkelijk maakten. De meest genoemde reden tot afwijzing was dat de bank onvoldoende vertrouwen heeft in het business plan, of dat de omzetresultaten als onvoldoende worden beoordeeld. Een flink aantal van de ondernemers gaf aan een onduidelijke afwijzing op hun aanvraag te hebben ontvangen. De redenen voor de goedkeuring van kredietaanvragen bij banken waren vergelijkbaar met die in voorgaande onderzoeken. De meest genoemde waren: een goed business plan, een innovatief concept of goede omzetresultaten. Figuur 18 geeft het aantal aanvragen en aandeel goedkeuringen per aanvraag weer. In de 7-meting was de Rabobank de meest populaire bank onder ondernemers, 59% van alle bankfinancieringsaanvragen waren ingediend bij deze bank. In de huidige meting was de Rabobank nog steeds de populairste bank, maar het aandeel ingediende financieringsaanvragen was wel gedaald naar 37%. De ABN AMRO was in de 8-meting in populariteit gestegen: van slechts 23% in de 7-meting werd in de huidige 27

28 studie 33% van alle financieringsaanvragen bij deze bank ingediend. Het percentage aanvragen bij de ING steeg van 3% in de vorige meting naar 21%. Figuur 18: Aanvragen en toewijzingen per bank De meeste ondernemers zien Qredits als bank Vaker goedkeuring bij ABN Amro: helft aanvragen wordt goedgekeurd Deelname van banken aan alle investeringen bleef gelijk Voor de eerste keer sinds dit onderzoek loopt, classificeerden ondernemers een kredietaanvraag bij Qredits als financieringsaanvraag bij een bank. Op de vraag of zij een financieringsaanvraag hebben ingediend bij een bank, antwoordde 7% van alle ondervraagde ondernemers met Ja, bij Qredits. Qredits is de enige landelijk microfinanciering organisatie in Nederland. Hoewel Qredits geen bancaire instelling is, wordt deze daarom in dit onderdeel van het onderzoek wel als bank behandeld. 6% van alle goedgekeurde financieringsaanvragen werd gedaan bij Qredits. Het aandeel goedkeuringen bij de Rabobank daalde sterk in de huidige meting van 56% in de 7-meting naar 39%, terwijl het aandeel bij de ABN AMRO sterk steeg (van 28% in de 7-meting naar 42% in de 8-meting). Het aandeel goedkeuringen door ING bereikte met 9% in de 8-meting, het hoogste succespercentage tot nu toe gemeten: in de 7-meting werd geen enkele gerapporteerde financieringsaanvraag bij deze bank goedgekeurd en in de 6-meting 6%. Om meer inzicht te krijgen in de deelname van banken in de financiering van technostarters over tijd wordt in Figuur 19 het aandeel getoond voor alle gerapporteerde investeringen waar banken bij betrokken waren. Tussen de 2-meting en de 6-meting daalde het aandeel investeringen met deelname van banken van 22% tot slechts 4%. In de voorlaatste meting werd deze trend doorbroken en steeg dit aandeel licht naar 6%. In de 8- meting bleef het aandeel onveranderd op 6%. 28

29 Figuur 19: Percentage investeringen met deelname van banken 29

30 1.4 De rol van business angels In de durfkapitaalmarkt hebben particuliere investeerders (ook wel business angels of informals genoemd) een belangrijke rol, omdat zij vooral in de vroege fase van groot belang zijn in de financiering van ondernemingen. Ondernemers werden gevraagd naar hun kennis van en ervaringen met deze groep. In deze paragraaf worden de resultaten van dit gedeelte van het onderzoek besproken. Nog steeds weinig bekendheid met business angels Ondernemers kennen business angels vooral door KvK, internet en privé-netwerk De bekendheid van het concept business angel is ten opzichte van voorgaande onderzoeken niet of nauwelijks gewijzigd. In de 7-meting gaf 18% van de ondernemers aan dat zij van het concept gehoord hadden; in de meest recente meting bedroeg dit aandeel 20%. Eerdere metingen gaven aan dat de bekendheid van het concept toeneemt na een korte uitleg. In de 8-meting gaf 72% van de ondervraagde ondernemers na uitleg aan hiermee bekend te zijn; in de 7-meting was dit 61%. De meeste ondernemers die bekend waren met het concept business angel gaven aan dat zij hun informatie via de Kamer van Koophandel, het internet of via hun privé-netwerk hebben verkregen. In Figuur 20 wordt het percentage ondernemers dat een business angel weet te bereiken getoond. De meeste ondernemers gaven het internet op als contactmedium, maar ook de Kamer van Koophandel, business netwerken, de overheid en investeringsmaatschappijen werden genoemd als manieren om met een business angel in contact te komen. Figuur 20: Percentage ondernemers dat business angels weet te bereiken Figuur 21 geeft het percentage ondernemers weer dat een financieringsaanvraag heeft ingediend bij een business angel. Na de 1- meting nam het aantal aanvragen enorm af van 26% van de ondernemers tot 8% in de 2-meting (2008) en 5% in de 3-meting. Vanaf de 4-meting (7%) daalde het percentage jaarlijks tot 2% in de 7-meting. Deze dalende 30

31 Percentage aanvragen bij business angels voor het eerst sinds 4- meting gestegen trend werd in de meest recente meting doorbroken. 7% van alle ondernemers had in de 8-meting een financieringsaanvraag bij een business angel gerapporteerd. Figuur 21: Percentage financieringsaanvragen bij business angels Reden voor goedkeuring aanvraag is vertrouwen van de business angel in plan ondernemer Figuur 22 toont het percentage goedgekeurde aanvragen bij business angels voor alle metingen. Vanwege het relatief kleine aantal ondernemers dat een financieringsaanvraag bij een business angel indient, schommelen de waardes tussen metingen sterk. Wat echter bij elke meting opvalt is dat het aandeel goedgekeurde aanvragen elke meting erg hoog is. In de 4- en 7-meting waren zelfs alle aanvragen bij business angels succesvol. In de 8- meting leidde 67% van de aanvragen tot een investering. Ondernemers brachten in de huidige studie als enige reden tot goedkeuring van de aanvraag naar voren dat de business angel vertrouwen had in hun idee. Figuur 22: Financieringsaanvraag goedgekeurd door business angel 31

32 Ondernemers geven behoefte aan zelfstandigheid op als reden om geen aanvraag in te dienen Op de vraag waarom ondernemers geen aanvraag bij een Business Angel hadden ingediend, gaven zij verschillende redenen op. De meest voor de hand liggende reden was dat de ondernemer niet bekend was met het concept. De meest genoemde reden was dat er geen (externe) financieringsbehoefte was, gevolgd door de behoefte aan zelfstandigheid en de angst tot het verlies daarvan. Als laatste reden gaven ondernemers aan dat zij verwachtten dat een aanvraag te veel tijd in beslag neemt. Alle ondernemers in deze meting die een investering hadden ontvangen van een business angel waren positief over het concept business angel. De meeste ondernemers zonder ervaring met business angels stonden neutraal tegenover het concept. Sommigen gaven aan een samenwerkingsverband niet te zien zitten. Zij waren wantrouwend: voor niets gaat de zon op en voor wat hoort wat waren veelgehoorde uitspraken in deze groep. Figuur 23: Percentage investeringen met deelname van business angels In Figuur 23 wordt het percentage van alle gerapporteerde investeringen per meting met deelname van business angels weergegeven. Het aantal deals met business angels is beperkt, waardoor snel variaties optreden. Tussen de 1-meting (5,0%) nam het percentage af tot 0,6% in de 4- meting. De drie metingen daarna schommelden. De 8-meting liet de hoogste waarde (4,0%) zien sinds de 2-meting. 32

33 1.5 De overheid De rol van de overheid Om de rol van de overheid in het ondersteunen van startende technologiebedrijven in kaart te brengen, worden de ondernemers sinds de 7-meting gevraagd naar hun houding tegenover de overheid. In Figuur 24 wordt de houding van ondernemers ten opzichte van de overheid getoond. Waar in de meest recente meting 36% aangaf een neutrale houding tegenover de overheid te hebben, bedroeg het aandeel ondernemers met een neutrale houding in de 7-meting 52%. Evenveel ondernemers positief als negatief over rol van de overheid In de 7-meting was 27% van de geïnterviewde ondernemers positief tegenover de overheid en 21% negatief. De meeste ondernemers die hun mening wilden delen bleken dus een positieve houding te hebben. In de 8- meting gaat deze verhouding nagenoeg gelijk op: 84 ondernemers (33%) gaven aan een negatieve houding tegenover de overheid te hebben, terwijl 82 ondernemers (32%) positief waren. Figuur 24: Houding van ondernemers tegenover de overheid Ondernemers die positief zijn over de overheid: goede ondersteuning, startersregelingen informatievoorziening Alle ondervraagde ondernemers is gevraagd hun houding te onderbouwen. Ondernemers die aangaven positief tegenover de overheid te staan kregen goede ondersteuning. Ook startersregelingen werden als positief aangemerkt. Men was blij met de informatievoorziening vanuit de Belastingdienst. Eén ondernemer gaf aan: Ik heb 50 jaar geleefd met de gedachte dat ze bij de Belastingdienst uitzuigers waren, maar na lange tijd heb ik dit beeld moeten corrigeren. Ze willen niets meer of minder dan waar ze recht op hebben. 33

34 Ondernemers die neutraal zijn vinden vooral informatievoorziening gebrekkig Negatief gestemde ondernemers vinden subsidieregelingen te ingewikkeld of concurrentievervalsing De ondernemers met een neutrale mening gaven aan dat zij de informatievoorziening gebrekkig vinden. Soms uit dit zich door een daadwerkelijk gebrek aan informatie, maar er werd ook melding gemaakt van tegenstrijdige of onnodig complexe informatie. De meeste ondernemers in deze groep gaven aan dat de overheid het hen makkelijker zou moeten maken. Voor sommige ondernemers met een negatieve houding tegenover de overheid waren subsidieregelingen een doorn in het oog: te ingewikkeld of concurrentievervalsend. Veel ondernemers in deze groep klaagden over adviesbureaus, die vaak ongevraagd contact met hen opnemen. Dat deze bureaus er zijn is volgens hen een direct gevolg van het grote aantal verschillende subsidieregelingen die de overheid hanteert Subsidies Percentage subsidieaanvragen is verdubbeld t.o.v. 7- meting Figuur 25 toont per meting het aandeel subsidieaanvragen. Uit eerdere metingen bleek dat veel ondernemers een subsidie niet als investering te zien. Slechts enkele ondernemers gaven in eerste instantie aan gebruik te hebben gemaakt van een subsidie. Na specifiek op dit onderwerp door te vragen, bleek dat 28% van de ondernemers in de 8-meting een subsidieaanvraag had ingediend. Dit percentage is een verdubbeling van het aandeel ten opzichte van de 6- en 7-meting. Figuur 25: Subsidieaanvragen per meting Figuur 26 geeft voor elke meting het percentage subsidieaanvragen dat werd toegekend, afgekeurd of nog in behandeling was (en positief of negatief kan uitvallen). Hieruit blijkt dat in alle metingen de meerderheid van de aanvragen is goedgekeurd. Percentage toegekende subsidieaanvragen hoogste van alle metingen In de 8-meting werd het laagste afwijzingspercentage ooit gemeten. Slechts 10% van alle subsidieaanvragen werd afgewezen. Tegelijkertijd was het toekenningspercentage hoger in de 8-meting (84%) dan in alle voorgaande metingen. 6% van de aanvragen was nog in behandeling. 34

35 Figuur 26: Succes subsidieaanvragen per meting High-tech bedrijven doen veel vaker een aanvraag voor een subsidie High-tech ondernemingen deden net als in de vorige meting het vaakst een subsidieaanvraag (87%), tegenover 20% van de medium-tech ondernemingen en 17% van de low-tech bedrijven. 89% van de aanvragen van high-tech bedrijven werd goedgekeurd, tegenover 86% van mediumtech bedrijven en 75% van low-tech bedrijven. Bij de vorige meting waren deze percentages respectievelijk 54%, 65% en 50%. De meest aangevraagde subsidies waren de WBSO, subsidies voor Duurzame Energie, Sector/Regio-subsidies en Europese subsidieregelingen. Een aantal ondernemers gaf aan gebruik gemaakt te hebben van startersregelingen via het UWV. Ondernemers gaven uiteenlopende redenen op voor het niet indienen van een subsidieaanvraag: 39% van de ondervraagden in deze groep vonden dat er voor hun geen relevante subsidieregeling is, terwijl 33% aangaf geen financieringsbehoefte te hebben. 16% van de ondernemers was niet op de hoogte van het bestaan van (relevante) subsidieregelingen, (8%) stelde dat de aanvraag te veel tijd in beslag neemt. De resterende 4% van ondernemers die aangaven geen subsidieaanvraag te hebben gedaan, wilden hun zelfstandigheid niet verliezen. Subsidietraject wordt opnieuw vaak aangeduid als onnodig ingewikkeld De meeste ondernemers waren blij met de bestaande subsidieregelingen, hoewel sommigen deze onnodig ingewikkeld vonden. Ook spraken ondernemers soms hun onbegrip uit over het feit dat er in hun sector geen relevante subsidieregelingen zijn, terwijl deze er in andere sectoren wel zijn. 35

36 1.6 Ambities van technostarters In elke meting (met uitzondering van de nulmeting) is het ambitieniveau van ondernemers bepaald met behulp van vragen over hun toekomstvisie. Uit voorgaande metingen bleken er significante verschillen te zijn in ambitieniveau. Deze verschillen bleken samen te hangen met variaties in financieringsbehoeftes. De bedrijven zijn ingedeeld aan de hand van drie niveaus. Bedrijven met een hoog ambitieniveau streven naar een sterke (internationale) groei. Deze groei zou gepaard moeten gaan met een explosieve omzetgroei en toename in personeelsbestand en vestigingen. Hiernaast houden deze ondernemers zich vaker bezig met de ontwikkeling van innovatieve producten en/of services dan technostarters met een lager ambitieniveau. Ondernemingen met een ambitieniveau dat gekwalificeerd is als redelijk, streven een conservatievere groei na. Deze groei proberen ze voornamelijk lokaal of regionaal te realiseren. Hiernaast zijn er nog ondernemers met een laag ambitieniveau. Dit zijn vaak de kleinere zaken, die tevreden zijn met hun huidige situatie. Onafhankelijkheid is hun grootste motivatie. Enkele ondernemers gaven aan geen ambities meer te hebben, ze stuurden aan op een beëindiging van de bedrijfsactiviteiten. In Figuur 27 worden de verhoudingen tussen ambitieniveaus over alle metingen weergegeven. Hoogste aantal ondernemers met een laag ambitieniveau van alle metingen Opvallend is dat het percentage geïnterviewde ondernemers met een laag ambitieniveau na jarenlange schommeling rond 30% in de 8-meting fors is gestegen (43%). Dit is het grootste aandeel van alle metingen. Deze stijging ging gepaard met een daling van het percentage ondernemers met een redelijk ambitieniveau. Deze kwam in de huidige studie op 32%, het laagste niveau ooit gemeten. Ook het percentage ondernemers dat aangaf geen ambitie te hebben was laag (4%). Het aandeel ondernemers met een hoog ambitieniveau was vergelijkbaar met de eerdere metingen. Figuur 27: Ambitieniveau ondernemers per meting 36

37 Uit voorgaande metingen bleek dat de ambities van ondernemers sterk verschillen per technologieniveau. Van de high-tech ondernemingen had 50% een hoog ambitieniveau, terwijl bij medium-tech ondernemingen slechts 15% hoge ambities uitsprak. 21% van de low-tech ondernemers had een hoog ambitieniveau. 53% van low-tech starters hebben lage ambities 39% van de medium-tech, 21% van de low-tech en 30% van de high-tech ondernemers liet een redelijk ambitieniveau zien. Ruim 53% van de ondernemers in de low-tech categorie gaf aan een laag ambitieniveau te hebben. Voor medium-tech bedrijven was dit aandeel 43%. High-tech ondernemingen hadden het minst vaak een laag ambitieniveau: in de 8- meting bedroeg dit aandeel slechts 17%. 37

38 1.7 Achtergrond ondernemers en ondernemingen Sinds de 3-meting wordt onderzoek gedaan naar de achtergrond van ondernemers en bedrijven. Hiermee kan in kaart worden gebracht wat de invloed is van de ervaring van een ondernemer op de bedrijfsvoering en op het succes bij het ophalen van een financiering. Hoogste percentage ervaren ondernemers tot nu toe In de 8-meting gaf 31% van de ondervraagde ondernemers aan dat hun huidige onderneming niet het eerste bedrijf was dat zij waren gestart. Uit Figuur 28 blijkt dat dit percentage hoger is dan in eerdere metingen. Niet eerder (sinds de 3-meting) werden zoveel ervaren ondernemers geïnterviewd. Figuur 28: Percentage ondernemers met ervaring Er blijkt een relatie te zijn tussen ervaringsniveau en technologieniveau: 52% van de ondernemers die een high-tech onderneming hadden opgericht, gaven aan eerdere ondernemerservaring te hebben. Dit percentage is beduidend hoger dan dat voor medium-tech (29%) en low-tech (27%) ondernemingen. Ervaren ondernemers hebben meer ambitie en runnen vaker high-tech ondernemingen Daarnaast bleken ervaren ondernemers gemiddeld een hoger ambitieniveau te hebben: 44% van alle ondernemers die aangaven een hoge ambitie te hebben, betrof ervaren ondernemers. Slechts 32% van de ondernemers met een medium ambitieniveau en 26% van de ondernemers met een lage ambitie gaf aan eerdere ondernemerservaring te hebben. Net als in vorige metingen is er geen significant verschil tussen het aandeel goedgekeurde bank- of business angel-financieringsaanvragen bij ondernemers met of zonder ervaring. Deze verschillen waren in de 6- en 7- meting ook nihil. 38

39 Ervaren ondernemers haalden gemiddeld een hoger bedrag op ( ) dan onervaren ondernemers ( ). Het relatief hoge aantal geïnterviewde ervaren ondernemers in de 8-meting zal ook mede van invloed zijn geweest op het hogere gemiddelde bedrag voor start- en tweede investeringen. 39

40 1.8 Het huidige economische klimaat Nadat in 2007 duidelijk geworden was dat de Europese economie zware tijden tegemoet ging, werd geïnterviewde ondernemers gevraagd naar de gevolgen die zij van het economisch klimaat ondervinden. Deze vraag werd in de 8-meting ook gesteld. De interviews vonden plaats eind 2013 en begin 2014 toen de eerste signalen doorkwamen van pril herstel. In de 3-meting (2008) gaf 22% van de ondernemers aan gevolgen te ondervinden van het economische klimaat. In de 4-, 5- en 6- meting gaf ruim 50% van de gevraagde ondernemers dit aan, terwijl het aandeel in de 7-meting 55% bedroeg. In de 8-meting gaf 63% van de ondervraagde ondernemers aan gevolgen te ondervinden van het economisch klimaat. 31% ondervond geen effect en 6% van de ondernemers kon of wilde niet beoordelen of zij invloed ondervonden. De meest genoemde gevolgen van het economisch klimaat waren dalingen in omzet en teruglopende vraag, maar ook aanvragen tot uitstel van betaling en een tendens bij opdrachtgevers om facturen later dan gebruikelijk te betalen. Niet elke ondernemer gaf negatieve gevolgen van het economisch klimaat aan. Sommige ondernemers stelden juist dat hun resultaten positiever uitpakten als gevolg van economische ontwikkelingen. Deze merkten bijvoorbeeld op dat opdrachtgevers kritischer werden met aanbestedingen en projecten. Hierdoor kozen klanten vaker voor hen, omdat hun tarieven lager waren dan die van concurrenten. Ook gaven sommige ondernemers aan dat concurrerende ondernemingen als gevolg van het economisch klimaat faillissement of surseance van betaling aanvroegen. Minder ondernemers verwachten in de toekomst negatieve gevolgen als gevolg van het economisch 75% van de ondervraagde ondernemers gaf in de 7-meting aan nog gevolgen van het economisch klimaat te verwachten, terwijl dit aandeel in de 6-meting 52% en in eerdere metingen ongeveer 20% bedroeg. In de meest recente meting verwachtte 69% in de toekomst gevolgen van het economische klimaat te ondervinden. 21% gaf aan dit juist niet te verwachten. 6% kon het niet beoordelen. Voor het eerst werden geïnterviewde ondernemers gevraagd een cijfermatige beoordeling (rapportcijfer tussen 1-10) te geven voor zowel de gevolgen die zij van het economisch klimaat in het verleden hebben ondervonden, als voor de gevolgen die zij in de toekomst verwachtten te ondervinden. Gemiddeld gaven ondernemers in de 8-meting het cijfer 4,2 voor de gevolgen die zij hebben ondervonden van het economisch klimaat. Dit duidt op licht nadelige gevolgen. De verwachtte gevolgen van economische ontwikkelingen in de toekomst beoordeelden zij gemiddeld met een 6,1 (licht positieve gevolgen). Ondernemers met negatieve ervaringen in het verleden zien de toekomst positiever in Het is opvallend dat ondernemers die in het verleden negatieve gevolgen ondervonden van het economisch klimaat, de toekomst positiever inzagen dan ondernemers die geen gevolgen hadden ondervonden. Veel ondernemers met een positieve toekomstvisie gaven aan dat bij hen de crisis al langs is geweest, terwijl ondernemers met een negatievere blik juist stelden dat bij hen de echte crisis nog moet komen. 40

41 2 Venture Capital klimaat De afgelopen metingen toonden aan dat jaren van economische tegenspoed slechts een beperkte impact had op venture capital investeringen in Nederland. Ondanks een afname in venture capital-activiteit in 2008, bleef het investeringsniveau hoog en nam het in de daaropvolgende jaren weer toe. In de 6-meting (2012) bleek dat het vertrouwen van de investeerders laag was; het slechte economische klimaat had een steeds grotere impact op hun werk. Verschillende indicatoren gaven aan dat VCs voorzichtiger te werk gingen: minder en kleinere vroege fase-deals, grotere vervolginvesteringen en een gemiddeld hoger technologieniveau van de investeringen. Het verminderde vertrouwen bleek echter geen reden om minder te investeren: het aantal investeringen in 2012 bereikte het hoogste niveau in 12 jaar. VCs waren in de 7-meting iets optimistischer over hun verwachtte dealactiviteit dan tijdens de 6-meting. Toch maakten de meesten zich zorgen om de invloed van de voortdurende crisis en gaven aan conservatiever te worden in hun strategie en investeringsbeslissingen. Dit hoofdstuk gaat in op de stand van zaken met betrekking tot venture capital-investeringen in Nederland in 2013 en op de veranderingen ten opzichte van de voorgaande jaren. Ook geeft het een vergelijking van de trends in Europa. Tenslotte wordt verder ingegaan op de invloed van het economisch klimaat en de plannen en verwachtingen van VCs. 2.1 Methodiek De investeringsgegevens die zijn gebruikt voor analyses in dit hoofdstuk worden door Tornado Insider (TI) dagelijks getraceerd en verwerkt. Data van technologiegerelateerde venture capital deals in Europa worden onder meer vergaard uit persberichten en gegevens die worden toegestuurd, door middel van telefoon- en -enquêtes onder investeerders en met behulp van technologieën om nieuws op het internet te traceren. Om trends in de tijd goed te kunnen weergeven, beslaat dit onderdeel van het onderzoek de periode van 1 januari 2000 tot en met 31 december Er wordt specifiek ingegaan op de resultaten van voorgaande metingen, om de dynamiek aan te geven van de Nederlandse venture capital markt. De analyse van de vergaarde gegevens omvat het investeringsniveau (aantal investeringen en bedrag) en een verdeling van de deals op basis van sectoren, rondes en technologieniveau. Daarnaast zijn verschillende karakteristieken van de betrokken investeerders bestudeerd, zoals de bijdrage van Nederlandse investeerders ten opzichte van buitenlandse, de herkomst van de buitenlandse investeerders, en het aandeel van regionale VCs en Seed-fondsen in het investeringsklimaat. De investeerders bestaan uit één of meer VCs (zowel regionaal, nationaal als internationaal georiënteerd), corporate investors en incubators. 41

42 De venture capital-investeringen in dit onderzoek zijn uitsluitend aandelentransacties en/of converteerbare leningen. Typische private equity deals zoals buy-outs zijn niet meegenomen. Het onderzoek bevat ook investeringen met bedragen die niet bekend zijn gemaakt. Enerzijds zijn dit bedragen die wel bekend zijn bij Tornado Insider maar op verzoek van de desbetreffende partijen verborgen worden gehouden. Deze bedragen zijn wel meegenomen in de analyses. Anderzijds zijn er daadwerkelijk onbekende bedragen. Hiervoor zijn gemiddelden berekend op basis van vergelijkbare Europese investeringen binnen dat jaar, de sector, en de ronde, en/of de gemiddelde investeringsbedragen van de investeerders in kwestie. Tornado Insider definieert in dit hoofdstuk een eerste ronde als de eerste investering die een bedrijf ophaalt waar een institutionele investeerder aan deelneemt. Elke tweede investering met deelname van een institutionele investeerder wordt als tweede ronde geregistreerd. In de analyse van dit onderzoek worden eerste ronde-investeringen als vroege fase-investeringen aangeduid. Tweede en verdere rondes worden aangeduid als vervolginvesteringen. Onderzocht zijn de investeringen in technologiebedrijven (zie methodiek van hoofdstuk 1). In navolging van eerdere metingen gaat deze studie uit van de sectorverdeling voor technostarters volgens de SBI 93-codering van het CBS (bijlage 1). Bij de 0-meting werd de Tornado Insider sectorverdeling gebruikt (zie bijlage 2). Aangezien deze een beter beeld geeft van de typen technologie (i.p.v. de meer verticale verdeling van het CBS) en aansluit bij de investeringsfocus van VCs, zijn de analyses ook voor deze sectoren weergegeven (zie bijlage 3 voor de grafieken). Bijlage 5 geeft inzicht in het verband tussen de SBI-indeling en de Tornado Insider sectoren aan de hand van de verdeling van de Nederlandse investeringen per sector. Tot slot is een aantal investeerders geïnterviewd om een beeld te krijgen van hun blik op de huidige markt van technologie-investeringen. De analyse gaat in op veranderingen in de sentimenten over de jaren. Bijlage 7 toont de vragen die aan de VCs zijn gesteld. 42

43 2.2 Venture capital-investeringen Venture capital-activiteit Figuur 29 toont het niveau van venture capital-investeringen in Nederlandse technologiebedrijven per jaar voor de periode van 2000 tot en met Na het knappen van de internet bubbel in 2000 kelderde de venture capitalactiviteit in Nederland. Vanaf 2003 trad herstel op, dat werd onderbroken in Als resultaat van de kredietcrisis daalde het aantal investeringen van 110 deals in 2007 tot 94 deals in Het niveau bleef echter ruim boven dat van de jaren 2002 tot en met Ondanks de aanhoudende economische tegenspoed in de daaropvolgende jaren werd er na 2008 weer een stijgende trend ingezet voor deal-activiteit. Vooral na 2010 (99 deals) steeg het aantal investeringen fors, tot 126 in VC deal-activiteit stijgt in 2013 tot 148; hoogste niveau ooit waargenomen In 2013 nam de activiteit verder toe tot 148 investeringen, een toename van 17% ten opzichte van 2012 en met afstand het hoogste aantal ooit geregistreerd door Tornado Insider. In 2013 werden in het laatste kwartaal de meeste deals gerapporteerd (41 deals). Dit was 1 investering meer dan Q en het hoogste niveau sinds Q (42 deals). Weliswaar gaven de geïnterviewde VCs in de 7-meting blijk van iets minder pessimisme dan in de 6-meting, ze waren nog altijd bezorgd over de impact van de economische situatie op hun investeringen. Zoals ook in eerdere metingen bleek, geeft het sentiment van individuele investeerders slechts beperkt inzicht in de vooruitzichten op het gebied van deal-activiteit. De animo onder de VCs in Nederlandse technologiebedrijven neemt nog steeds toe. Figuur 29: VC investeringen in Nederlandse technologiebedrijven per jaar 43

44 Uit eerdere metingen kwam naar voren dat de invloed van de economische recessie wel invloed had op het geïnvesteerd kapitaal. Dit komt duidelijk naar voren in Figuur 29 waar de blauwe staven het totaal geïnvesteerd bedrag per jaar aangeven. Het totaal geïnvesteerd kapitaal daalde vanaf 2008 vier jaar lang. Deze dalende trend keerde in 2012 toen er toen er veel meer geld werd opgehaald (in totaal 398 miljoen) door Nederlandse technologiebedrijven dan in het jaar er voor. In het rapport van de 7-meting werd aangegeven dat dit grotendeels werd veroorzaakt door enkele zeer grote investeringen. Tech bedrijven halen 368 miljoen op in 2013 Gemiddelde dealgrootte daalt naar 2,5 miljoen in 2013 In 2013 werd een totaalbedrag van 368 miljoen geïnvesteerd. Dit is weliswaar een daling van 7% ten opzichte van 2012, maar wel 30% hoger dan het totaal in 2011 ( 284 miljoen). De gemiddelde deal-grootte voor de periode van 2000 tot en met 2013 wordt getoond in Figuur 30. Hieruit blijkt dat het gemiddelde bedrag per investering na het uitbreken van de kredietcrisis daalde van waardes rond de 3,5 miljoen tot 2,4 miljoen in In 2012 werd een hoger bedrag geregistreerd. Het gemiddelde lag in dat jaar op 3,2 miljoen. In 2013 daalde het gemiddelde 21% ten opzichte van ,5 miljoen. Figuur 30: Gemiddeld VC investeringsbedrag in Nederland per jaar In 2012 waren twee hoge bedragen van grote invloed op het gemiddeld investeringsbedrag. Dit bleek ook bij analyse van de jaarlijkse gemiddelden zonder eventuele uitbijters ; namelijk de extreem hoge ( 50 miljoen en hoger) en lage ( en lager) bedragen. Na deze correctie bedroeg het gemiddelde investeringsbedrag in 2012 slechts 2,2 miljoen, 10% lager dan het gemiddelde in 2011 en het laagste gemiddelde sinds De gemiddelde deal-grootte na correctie bleef in 2013 gelijk op 2,5 miljoen, oftewel 16% hoger dan die in Andere waardes die na correctie sterk 44

45 verschilden ten opzichte van de gemiddelden in Figuur 30 waren die in 2010 ( 2,3 miljoen), 2007 ( 2,9 miljoen) en 2000 ( 5,8 miljoen). Figuur 31: Grootteverdeling VC investeringen in Nederland per jaar Aandeel kleine investeringen blijft hoog in 2013 Figuur 31 geeft de grootteverdeling van de investeringen in Nederlandse technologiebedrijven per jaar voor de periode van 2007 tot en met Sinds 2009 werd jaarlijks een hoog aandeel waargenomen van kleine bedragen. In dat jaar bedroeg het percentage investeringen kleiner dan %. Dit percentage varieerde niet veel in de daaropvolgende drie jaar, maar het percentage deals van tot nam wel sterk toe, tot 24% in In 2010 en 2012 was daardoor meer dan de helft (51%) van de gerapporteerde deals kleiner dan In 2013 lag de nadruk ook op kleinere investeringen. Het aandeel deals kleiner dan was iets gedaald tot 25% van het totaal. Het aandeel investeringen van tot bleef in 2013 gelijk aan 2012 (23%). De percentages van de hogere grootteklassen verschilden in 2013 niet veel van die in de voorgaande drie jaren. 45

46 2.2.2 Positie Nederlands venture capital in Europa Nederland zakt in 2013 tot zesde rang in Europa voor opgehaald financiering Voorgaande metingen lieten zien dat het uitbreken van de internet crisis eind 2000 een relatief grote impact op Nederland had. Nederland bezette in 2000 de vierde positie in Europa voor zowel het aantal investeringen als het totaal geïnvesteerd kapitaal, na de traditionele top 3: het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland. Het viel terug op de Europese VC ranglijst tot positie acht voor investeringsactiviteit in 2002 en positie negen voor het totaal opgehaalde bedrag in Pas in 2007 nam Nederland de vierde rang weer in voor zowel financiering als deal-activiteit en stond deze tot en met 2012 slechts twee keer af. In 2009 was Nederland het vijfde land in Europa voor financiering (na Zwitserland) en in 2012 nam Nederland positie vijf in voor het aantal deals (na Spanje). In 2013 handhaafde Nederland zich op de vijfde plaats voor deal-activiteit, wederom achter Spanje. Voor financiering zakte Nederland echter twee plaatsen en eindigde zesde, na Finland en Zwitserland. De hoge rangschikking voor Finland was het resultaat van de grootste investering ooit geregistreerd door Tornado Insider in Europa; online spelletjesontwikkelaar Supercell haalde 1,1 miljard op. Zonder deze deal zou het land op de achtste plaats komen. Figuur 32 toont het Nederlandse aandeel per jaar ten opzichte van alle venture capital-investeringen in Europa. Het percentage wordt gegeven voor het aantal deals en het totale bedrag. De waardes voor jaren voor 2007 kunnen opgezocht worden in de rapportage van de 6-meting. Figuur 32: Aandeel NL in Europese technologie venture capital activiteit Uit de grafiek blijkt dat venture capital in Nederland van 2007 tot en met 2009 hoog scoorde in Europa. Percentages van boven de 7,5% werden zelfs net voor het knappen van de internetzeepbel (2000) niet behaald. In

47 Nederlandse aandeel in Europese VC dealactiviteit stijgt tot 6,4% in 2013; het percentage voor financiering (5,4%) is laagste sinds 2006 VC deal-activiteit in Europa stijgt in 2013 met 26%; Europese bedrijven halen 50% meer op t.o.v bleef het aandeel voor totaal opgehaald kapitaal op peil met 8%. De dealactiviteit viel dat jaar echter naar 6,2% van het Europese totaal. In 2011 herstelde het aandeel Nederlandse deals licht tot 6,9% en totaalbedrag daalde tot 7,2%. Ondanks een sterke stijging in het aantal Nederlandse investeringen zakte het percentage voor deal-activiteit in 2012 verder terug (5,7%), het laagste aandeel sinds 2005 (4,9%). Het totale geïnvesteerde kapitaal in Nederlandse technologie bleek dat jaar vrij stabiel (7,5%). Opvallend is dat in 2013 het Nederlandse aandeel in de totale aantal deals in Europa steeg tot 6,4, terwijl het percentage voor totaal opgehaald kapitaal afnam tot slechts 5,4%. Dit is het laagste aandeel voor financiering sinds 2006 (5,2%). Zonder de Finse Supercell investering zou het Nederlandse percentage voor financiering uitkomen op 6,2%; nog altijd het laagste aandeel sinds Het aantal technologie-gerelateerde investeringen in heel Europa nam in 2013 met 26% toe tot 1732 in Deze toename is dus beduidend groter dan dat in Nederland alleen (+17%). Het totaal aan geïnvesteerd kapitaal in Europa steeg met zelfs met 50% in 2013 tot 7,9 miljard (ten opzichte van een 7% afname in Nederland). Zonder de Supercell deal zou er een toename van 29% zijn geregistreerd. Bij de vergelijking van venture capital activiteit in Nederland met de rest van Europa dient een kanttekening te worden geplaatst. Het Nederlands aandeel op Europese schaal is enigszins overgewaardeerd. Nederland is namelijk het enige land waar Tornado Insider elk jaar specifiek onderzoek doet. Dit, in combinatie met de overzichtelijkheid van de markt door de relatief beperkte schaal, zou kunnen leiden tot een betere dekking van de aanwezige activiteit in Nederland. Indien er daadwerkelijk sprake zou zijn van een overwaardering, dan is dit elk jaar het geval. De besproken trends vormen dus een reële afspiegeling van de werkelijkheid. 47

48 2.2.3 Activiteit investeerders in Nederland Aantal actieve investeerders in Nederland blijft stijgen: tot 116 in 2013 In Figuur 33 staat het aantal actieve investeerders in Nederlandse technologiebedrijven per jaar. Zoals alle andere indicatoren voor het venture capital klimaat in Nederland nam ook het aantal actieve investeerders drastisch af na Het dieptepunt vond in 2005 plaats, toen slechts 33 verschillende VCs actief waren. Dit aantal nam in de daaropvolgende jaren sterk toe tot 83 in 2007, waarna de stijgende trend werd onderbroken door de kredietcrisis. Vanaf 2010 werd weer een groei in het aantal actieve investeerders geregistreerd. In 2013 werden in Nederland deals gerapporteerd waaraan 116 afzonderlijke investeerders deelnamen. Dit is een stijging van 3 investeerders ten opzichte van 2011 en benadert het aantal in 2000 (121). Figuur 33: Aantal actieve investeerders in Nederland per jaar Gemiddeld 1,5 VCs per deal in 2013 Gemiddeld 1,28 deals per VC in 2013 Wederom hoogste noteringen op meestactieve investeerders lijst voor Regionale VCs; PPM Oost voor zevende keer op rij bovenaan Met de toename van het aantal actieve investeerders in 2010 en 2011 nam ook het aantal investeerders per deal toe. Het gemiddelde steeg van 1,4 per deal in 2009 tot 1,6 in 2010 en 1,7 in Ondanks dat het aantal actieve investeerders verder toenam in 2012 daalde toen het aantal VCs per investering tot 1,6. In 2013 daalde het gemiddelde verder naar 1,5. Het gemiddelde aantal deals per investeerder was in ,28; een stijging ten opzichte van 2012 (1,12). In navolging van voorgaande jaren waren ook in 2013 regionale fondsen het meest actief in Nederland. Drie van dergelijke fondsen stonden bovenaan de ranglijst van meest actieve investeerders. Voor het zevende opeenvolgende jaar staat PPM Oost op de eerste plaats. In 2013 rapporteerde deze investeerder zelfs 25 deals, 6 meer dan een jaar eerder en 2 deals boven het aantal van Nooit eerder is door Tornado Insider een hoger aantal technologie-investeringen per jaar voor een investeerder in Nederland gemeten. Op de tweede plaats in 2013 kwam LIOF met 12 deals, gevolg door BOM met 9 deals. De eerste niet-regionale investeerder was SanomaVentures. De investeringstak van mediabedrijf Sanoma publiceerde 48

49 7 investeringen en werd gevolgd door regionale investeerder Technofonds Flevoland met 6 deals. Figuur 34: Aandeel regionale fondsen in Nederlandse VC investeringen Aandeel regionale VCs in Nederlandse deals neemt af tot 35%; aantal deals blijft stabiel Figuur 34 toont het percentage investeringen met één of meer regionale fondsen ten opzichte van het Nederlands totaal. Hieruit blijkt dat regionale investeerders elk jaar een belangrijk aandeel hebben in het Nederlandse venture capital-klimaat. Wat na vergelijking met figuren 29 en 33 opvalt, is dat het belang van deze investeerders als financier van Nederlandse bedrijven vooral groot is in jaren van relatief weinig activiteit van reguliere fondsen. Kennelijk is hun activiteit minder conjunctuurgevoelig. Na 2005 nam het percentage deals waar regionale VCs bij betrokken waren af van 65% tot 40% in Onder invloed van de kredietcrisis nam het aandeel weer toe en namen deze investeerders in 2009 deel aan de helft van de deals. In de jaren daarna nam het aandeel elk jaar weer af. In 2013 namen regionale fondsen deel aan 35% van alle investeringen. De daling in percentages komt niet overeen met het absolute aantal investeringen met regionale deelname. Deze is namelijk zeer stabiel en schommelt sinds 2009 rond de 50. In 2013 werden 52 technologie-deals gerapporteerd. Figuur 35: Aandeel Seed-fondsen in Nederlandse VC investeringen Seed-fondsen nemen in 2013 deel aan 32 deals en noteren daarmee een 22% aandeel in NL De Seed Capital-regeling startte in 2005 en had in korte tijd een grote impact op de Nederlandse deal-activiteit. Dit is te zien Figuur 35 waar per jaar het percentage wordt getoond van de Nederlandse investeringen waarin één of meer Seed-fondsen deelnamen. Het aandeel groeide snel tot een hoogtepunt van 31% in Na een dip in 2009 (20%) stabiliseerde het percentage op 27%. In 2013 nam het percentage af tot 22% van de deals. Het absolute aantal investeringen waar Seed-fondsen bij betrokken 49

50 waren, bedroeg 32 in Dit was een lichte daling ten opzichte van 2012 toen 34 investeringen werden gerapporteerd het hoogste aantal sinds het bestaan van de regeling maar evenveel als in 2007 en Hierbij dient te worden vermeld, dat deze aantallen zijn gebaseerd op data van eerste investeringen van Seed-fondsen in bedrijven. In enkele gevallen bleken dit investeringen in bedrijven waar in een eerder stadium al door één of meer andere Seed-fondsen in is geïnvesteerd. Dergelijke investeringen worden in dit onderzoek als vervolginvesteringen geregistreerd en zijn ook als zodanig gerapporteerd in eerdere metingen. Vervolginvesteringen van Seed-fondsen in hun eigen portfoliobedrijven zijn tot en met de huidige meting niet verstrekt aan Tornado Insider. Aandeel buitenlandse VCs in Nederland daalt in 2013 tot 30%; actieve aantal blijft met 35 stabiel De investeringsactiviteit van buitenlandse VCs in de Nederlandse markt is afhankelijk van zowel de aantrekkingskracht van Nederlandse technologiebedrijven op internationale VCs, als de staat van de internationale VC markt en de bereidheid tot het nemen van risico s. Het aantal actieve buitenlandse investeerders in Nederlandse bedrijven ten opzichte van het aantal actieve Nederlandse VCs wordt getoond in Figuur 36. Uit de grafiek komt naar voren dat buitenlandse VCs rond de start van het tweede millennium beduidend meer interesse in Nederlandse bedrijven toonden. In 2000 waren er zelfs meer buitenlandse VCs dan Nederlandse actief. Daarna daalde het aandeel buitenlandse VCs sterk tot 30% in In de daaropvolgende jaren schommelde het aandeel tussen de 30% en 38% (2010). Na 2010 was er een dalende trend waarneembaar tot een percentage van 30% in 2013, het laagste percentage sinds Ondanks de daling in het aandeel van buitenlandse VCs bleef het absolute aantal in de laatste vier jaar stabiel rond de 35. Ook in 2013 waren er 35 buitenlandse VCs in Nederland actief. Figuur 36: Aantal buitenlandse versus Nederlandse actieve VCs per jaar ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) was met 2 investeringen in 2013 de enige buitenlandse investeerder die meer dan 1 deal in Nederland maakte. Het percentage deals waar buitenlandse partijen aan deelnemen is 50

51 sinds 2003 stabiel. In 2013 kwam dit aandeel op 18% van alle technologieinvesteringen in Nederland, hetzelfde als in Bij 50% van de deals investeerden buitenlandse VCs samen met Nederlandse; een percentage dat representatief is voor de periode sinds Net zoals in alle voorgaande metingen waren investeringen met buitenlandse deelname in 2013 gemiddeld veel groter (+216%) dan die met enkel Nederlandse VCs. Ook zijn traditioneel de syndicaten groter: gemiddeld namen in ,5 investeerder per deal deel met buitenlandse betrokkenheid, ten opzichte van 1,3 investeerder bij deals met alleen Nederlandse VCs. In 2013 werd 33% van de investeringen met buitenlandse deelname opgehaald door life sciences bedrijven en 25% door software ontwikkelaars. Nederlandse internet ondernemingen waren in 2013 minder in trek bij buitenlandse VCs (13%). Figuur 37: Aandeel top 7 landen bij investeringen met buitenlandse VCs VCs uit de VS zijn meest actief in Nederland Figuur 37 geeft per jaar de verdeling van de zeven meest actieve nationaliteiten van buitenlandse investeerders in Nederlandse technologieondernemingen. De eerste kolom links geeft de gemiddelde verdeling weer van alle deals vanaf Ondanks dat het aandeel de afgelopen drie jaar afnam, waren investeerders uit de Verenigde Staten (VS) in 2013 voor het vierde achtereenvolgende jaar het meest actief in Nederland (22%). Duitse investeerders (16%) namen de tweede plaats in, gevolgd door investeerders uit het Zwitserland (13%). Opvallend was dat investeerders uit het Verenigd Koninkrijk (VK) weinig actief waren in Nederland in 2013 (6%). 51

52 2.2.4 Rondeverdeling venture capital Figuur 38 toont de verdeling van vroege fase- en vervolginvesteringen in Nederlandse technologiebedrijven per jaar. De eerste kolom links geeft de gemiddelde verdeling weer van alle deals vanaf Aandeel vroege-fase deals daalt in 2013 naar 45% Stijging dealactiviteit in 2012 en 2013 vooral door vervolginvesteringen Eerdere metingen lieten zien dat het hoge aandeel vroege fase-deals in 2006 en 2007 overeenkwam met de toename in activiteit van de eerste Seed-fondsen. Na het uitbreken van de kredietcrisis nam het aandeel jaarlijks af tot slechts 45% in Na een lichte opleving in 2011 (55%) en 2012 (54%), zakte het aandeel van de investeringen in vroege fase in 2013 weer naar 45%. Aangezien het absolute aantal vroege fase-deals sinds 2011 geen grote veranderingen liet zien, kan worden aangenomen dat het grootste deel van de toename in deal-activiteit in 2012 en 2013 het gevolg was van een stijging in het aantal vervolginvesteringen. Figuur 38: Rondedistributie VC investeringen in Nederland per jaar In Figuur 39 wordt de rondeverdeling voor het totaal opgehaalde bedrag weergegeven. Uit deze grafiek wordt de invloed van de kredietcrisis nog beter zichtbaar. Niet alleen werden er in vergelijking met vervolginvesteringen minder deals in de vroege fase gerapporteerd (Figuur 38), maar er werd in verhouding nog veel minder kapitaal in de vroege fase geïnvesteerd. In 2008 en 2009 ging slechts 19% van het totaal geïnvesteerde kapitaal in Nederland naar eerste rondes. Dit aandeel steeg tot 32% in In 2013 kwam het aandeel van vroege fase-financiering op 24%; nog altijd beduidend lager dan het gemiddelde niveau van voor Seed-fondsen betrokken bij 64% van de Nederlandse vroege fase-deals in 2013 Zoals beschreven, hebben Seed-fondsen een groot aandeel in Nederlandse VC investeringen. Hun belang in de vroege fase-financiering van Nederlandse technologie-ondernemingen is nog veel groter. Seed-fondsen lieten een piek in 2008 zien toen ze (co)investeerden in 80% van alle deals in deze fase. Dit percentage nam af in 2009 tot 45%, maar steeg weer tot een aandeel rond de 60% in de drie daaropvolgende jaren. In 2013 waren alle 32 Seed-fondsinvesteringen vroege fase-deals. Het aandeel vroege fase-investeringen waar Seed-fondsen bij betrokken waren, was in dat jaar 64% en bleef daarmee nagenoeg gelijk aan dat in 2012 (63%). 52

53 Figuur 39: Rondedistributie VC financiering in Nederland per jaar Vroege fase-activiteit regionale VCs is laatste 2 jaar laag: 38% van het totaal Regionale investeerders investeerden in 2013 ongeveer evenveel in vroege fase-investeringen als het landelijk gemiddelde. Hun aandeel ten opzichte van het totaal aan vroege fase-deals in Nederland kwam daarmee in deze fase op 36%, een lichte toename ten opzichte van 2012 (32%), maar beduidend lager dan de drie voorgaande jaren toen het percentage schommelde rond de 50%. Uit de analyse van het aantal vroege fase-deals ten opzichte van het totaal aan regionale investeringen blijkt dat met 38% deze fondsen inderdaad historisch weinig in de jongste ondernemingen investeerden in 2012 en Ter vergelijking: in 2011 was 51% van de regionale deals in de vroege fase en in %. Buitenlandse investeerders namen sinds 2008 aan zeer weinig vroege fase-deals deel, variërend van 1 (2011) tot 4 (2012). Het aantal vroege fase-investeringen met buitenlandse deelname was in 2013 iets gestegen tot 7. Dit representeert 29% van alle buitenlandse deals en 15% van alle vroege fase-deals; het hoogste vroege fase-aandeel sinds

54 2.2.5 Sectorverdeling venture capital Figuur 40 laat de verdeling per jaar zien van de VC investeringen in Nederlandse technologiebedrijven voor de tien belangrijkste sectoren, in de periode 2006 tot en met De verdeling van eerdere jaren staat in de rapportage van de 5-meting. De eerste kolom links geeft de gemiddelde verdeling weer van alle deals in de periode Deze dient als referentie en geeft een beeld van de meest populaire sectoren in Nederland. In de periode 2001 tot en met 2005 liet de sectorverdeling grote veranderingen per jaar zien. Vooral de afname van internet deals in die periode zorgde voor een sterke daling van het aantal investeringen in Computerservice- en informatietechnologie-bureaus tot slechts 25% in Figuur 40: Sectordistributie aantal VC investeringen in Nederland per jaar Computerservice- en IT-bureaus aandeel stijgt tot 51% van alle deals in 2013; vooral dankzij mobiele apps en online winkels Figuur 40 laat zien dat de verhouding tussen de sectoren vanaf 2006 redelijk stabiel bleef. Elk jaar staat Computerservice- en informatietechnologie-bureaus op de eerste positie op de sectorranglijst voor dealactiviteit. Over de hele periode heeft de sector 44% van alle investeringen opgehaald. Figuur 40 toont dat sinds 2006 de sector jaarlijks tussen 35% en 43% van de deals ophaalt. In 2013 steeg het aandeel fors, tot 51% van alle Nederlandse technologie-deals. Dit is het hoogste aandeel voor Computerservice- en informatietechnologie-bureaus sinds 2002 (57%) en zeven procentpunt hoger dan het gemiddelde sinds Bij nadere analyse op basis van Tornado Insider sectoren (zie ook Bijlage 3, Figuur 45) blijkt dat de stijging van het aantal deals in deze sector in 2013 onder meer 54

55 het gevolg is van een toename van het aantal investeringen in Communications bedrijven. Vooral mobiele applicatie ontwikkelaars waren in trek bij VCs en namen 13% van alle deals in Computerservice- en informatietechnologie-bureaus voor hun rekening. Het aandeel Internet scoorde ook weer hoog in 2013, waarbij er vooral veel werd geïnvesteerd in online winkels (12% van alle deals in Computerservice- en informatietechnologie-bureaus). Instrumenten blijft tweede (13%); VC interesse in med- en sensortech houdt aan Audio-, video- en telecomapparatuur blijft dalen tot slechts 3% in 2013; semiconductors en wireless hardware uit de mode Voor het vijfde opeenvolgende jaar staat de sector Instrumenten op de tweede plek op de ranglijst voor deal-activiteit met 13% van alle Nederlandse investeringen in Dit is een lager percentage dan dat in 2011 (16%) en 2012 (hoogste aandeel ooit met 17%). Het absolute aantal deals bleef redelijk stabiel (19 in 2011, 22 in 2012 en 19 in 2013). De vorige meting gaf al aan dat het hoge aantal deals in deze sector te maken had met een toenemende interesse van VCs in medische- en sensortechnologieën. Gemiddeld voor de hele periode sinds 2001 is de sector Instrumenten ook gestegen naar de tweede plaats (12% van het totaal). Op plaats drie in 2013 staat Farmaceutische producten, met 10% van alle investeringen. Dit staat gelijk aan het aandeel in Met 15 deals representeert het echter het hoogste aantal investeringen ooit in een jaar gemeten. Bureaus voor speur- en ontwikkelingswerk staat in 2013 met 9% van alle deals op de vierde plek, de laagste notering sinds Deze sector bevat vooral clean- en biotech investeringen en was vooral in 2005 populair met 25%. Gemiddeld over alle jaren is de sector een plek gezakt naar plaats 3 (11%). Opvallend is verder dat de dalende trend van de sector Audio-, video- en telecommunicatieapparatuur in 2013 werd doorgezet. Het haalde in dat jaar nog maar 3% van de totale deal-activiteit op, ver onder het niveau van de periode toen VCs meer interesse hadden in (Tornado Insider) sectoren als semiconductors en wireless hardware. Figuur 41 geeft de sectorverdeling op basis van het opgehaald bedrag weer. Zoals in eerdere metingen aangegeven, wijkt deze sterk af van de verdeling voor het aantal investeringen (Figuur 40Figuur 40). Dit komt omdat de kapitaal-behoefte van bedrijven sterk sectorafhankelijk is. Sectoren laten verschillende deal-groottes zien. De kapitaalbehoefte per sector blijkt bij de onderlinge vergelijking van de gemiddelde deal-groottes voor de hele periode De grootste bedragen werden gemiddeld opgehaald door Farmaceutische producten ( 6,4 miljoen op 97 deals), een typisch kapitaalintensieve sector. Hoge gemiddelden werden ook geregistreerd voor Audio-, video- en telecommunicatieapparatuur ( 5,1 miljoen op 77 deals) en Telecom ( 5,1 miljoen op 41 deals). Kleinere bedragen werden geïnvesteerd in Computerservice- en informatietechnologiebureaus ( 2,4 miljoen op 497 deals) en Instrumenten ( 2,4 miljoen op 130 deals). Voor deze laatste sector is dat enigszins verrassend aangezien deze bedrijven relatief hoge ontwikkelingskosten hebben. Een vergelijking tussen de figuren 40 en 41 toont verder dat het geïnvesteerde bedrag per sector veel meer varieert tussen de jaren dan bij het aantal deals. Dit komt doordat afwijkende investeringsbedragen snel een effect hebben op de sectorgemiddelden. 55

56 Figuur 41: Sectordistributie geïnvesteerd VC bedrag in Nederland per jaar Computer-service- en IT-bureaus halen 37% van kapitaal op in 2013, hoogste aandeel sinds 2003; Farmaceutische producten noteert hoogste aandeel ooit in 2013 met 34% De linker kolom in Figuur 41 geeft de gemiddelde percentages per sector van het totaal opgehaalde kapitaal in de periode Hieruit blijkt dat ondanks de gemiddeld lage investeringsbedragen Computerservice- en informatietechnologiebureaus als sector de meeste financiering heeft opgehaald (33%). Ondanks een gemiddelde deal-grootte van slechts 1,8 miljoen in 2013 haalde de vele investeringen in deze sector ook gezamenlijk het meeste kapitaal op: 37% van het totaal, het grootste aandeel voor deze sector sinds Farmaceutische producten noteerde voor financiering de tweede plek in 2013 met 34% van het Nederlandse totaal. Dit is het hoogste aandeel ooit genoteerd voor die sector en is twee keer zo groot dan het gemiddelde voor Farmaceutische producten in de periode sinds Instrumenten haalde 12% van het kapitaal op en eindigde daarmee derde. Lage percentages in 2013 werden geregistreerd voor Bureaus voor speuren ontwikkelingswerk (met 4%, laagste aandeel sinds 2001) en Audio-, video- en telecommunicatieapparatuur (0,1%). Zoals beschreven in de Methodiek (paragraaf 2.1) zijn de analyses ook uitgevoerd op basis van de Tornado Insider sectoren. De grafieken hiervan zijn terug te vinden in bijlage 3. Deze geven beter aan in wat voor type technologieën wordt geïnvesteerd in Nederland. Wat in deze analyse opvalt, is dat in 2013 de sector Biotechnology & Healthcare voor het derde opeenvolgende jaar op de eerste plaats kwam voor wat betreft dealactiviteit. Het aandeel daalde weliswaar licht ten opzichte van 2011 (28%) en 2012 (25%) tot 24% in Het absolute aantal deals in deze sector was in , het hoogste aantal ooit gemeten voor deze sector. In totaal 56

57 haalden in 2013 de Biotechnology & Healthcare bedrijven 44% van het kapitaal op. Op de tweede plek voor deal-activiteit in 2013 kwam Software met een 20% aandeel voor deal-activiteit en 19% voor financiering. Binnen deze sector was opvallend dat er 4 investeringen in e-commerce software werden geregistreerd in 2013, de helft van het totale aantal sinds Ook in de rest van Europa worden de afgelopen jaren veel meer van dergelijke investeringen gemeld Technologieniveau van venture capital-investeringen Op dezelfde wijze als beschreven in hoofdstuk 1, is voor alle bedrijven die venture capital hebben opgehaald het technologieniveau bepaald. Dit geeft een beeld van het technologieniveau waar VCs in geïnteresseerd zijn. Figuur 42 toont voor de periode 2005 tot en met 2013 de jaarlijkse verdeling van VC investeringen in Nederland over de technologieniveaus. De verdeling van eerdere jaren is opgenomen in de rapportage van de 5-meting. Voor elk jaar is de verdeling gegeven voor het aantal deals en de opgehaalde financiering. De twee kolommen aan de linkerzijde van de grafiek geven de gemiddelde waarden aan voor de gehele periode Figuur 42: Verdeling VC in Nederland over high-, medium- en low-tech VCs hebben een sterke voorkeur voor een hoge technologiecomponent vanwege een hoger groeipotentieel en het idee dat intellectueel eigendom het investeringsrisico beperkt. Vooral in economisch moeilijke jaren neigen VCs naar meer high-tech financieringen, zoals na het uitbreken van de 57

58 Aandeel high-tech deals blijft stabiel op 72% in 2013 Ook in 2013 wordt als gevolg van de recessie relatief veel kapitaal opgehaald door high-tech bedrijven internet crisis eind Uit Figuur 42 komt echter naar voren dat de kredietcrisis een minder grote impact had op het technologieniveau. Het aandeel high-tech investeringen steeg licht van 69% in 2007 tot 74% in In de daaropvolgende jaren bleef het percentage schommelen rond deze 74%. In 2013 werd 72% van de technologie-investeringen door VCs in Nederland opgehaald door high-tech ondernemingen, hetzelfde aandeel als in In de studie van de 7-meting werd het geringe effect van de meeste recente economische recessie verklaard door de toenemende populariteit van internet investeringen. Dergelijke deals (met een relatief lage technologiecomponent) werden vermeden in de jaren na het klappen van de internet bubbel in De percentages voor financiering tonen meer effect van de kredietcrisis. Er ging wel meer kapitaal naar de high-tech ondernemingen. Zo nam het aandeel high-tech financiering toe van 74% in 2008 tot 88% in Hierna daalde het percentage tot 81% in In 2013 haalden high-tech ondernemingen 85% van het kapitaal op. Seed-fondsen laten doorgaans een iets hoger technologieniveau in hun investeringen zien dan het gemiddelde voor alle deals in Nederland. Het percentage high-tech deals voor alle Seed-fonds investeringen sinds de start van de regeling in 2005 is 76% tegenover 74% voor alle Nederlandse deals in die periode. Voor regionale fondsen geldt het tegenovergestelde, vooral omdat ze vanuit een ander doelstelling investeren: het stimuleren van bedrijvigheid in hun regio. Sinds 2005 investeerden regionale VCs 72% in high-tech ondernemingen. Opmerkelijk is dat in zowel 2012 (78%) en 2013 (79%) het aandeel high-tech deals voor de regionale fondsen ruim hoger lag dan het landelijk gemiddelde. 58

59 2.3 Venture Capital sentimenten Tijdens alle studies naar het investeringsklimaat in Nederland wordt een selectie van investeerders geïnterviewd om hun kijk op het investeringsklimaat en verwachtingen voor de toekomst nader te belichten. Deze paragraaf geeft de resultaten weer van de interviews in deze 8- meting. Tijdens de interviews werd gevraagd naar de investeringsplannen voor de komende 12 maanden, naar hun kijk op het aanbod van venture capital voor technostarters en naar de kwaliteit van de technologiebedrijven. Ook werd gevraagd naar de invloed van de economische situatie op hun investeringsstrategie. Verder werd de rol van informele investeerders, de overheid, en andere type financiers besproken. Tot slot werd geïnformeerd naar hun mening over Nederlandse VCs. De vragenlijst staat in bijlage 7. Met deze interviews worden inzichten van verschillende typen VCs verzameld. Hierbij is gelet op de sectorfocus, geografische reikwijdte, nationaliteit en investeringsfase van de fondsen. Voor de 8-meting zijn in april 2014 telefonische interviews afgenomen met de volgende investeerders: TIIN Capital: een netwerk van bijna 600 informals en manager van fondsen die investeren in vroege fase bedrijven, buy-outs en buy-ins, waaronder een Seed-fonds. Focus op ICT en innovatieve maakindustrie. PPM Oost: actieve regionale investeerder in de provincies Gelderland en Overijssel, met name binnen de sectoren agro-food, life sciences, hightech, energie- en milieutechnologie. Life Sciences Partners: investeerder in internationale life sciences bedrijven. Gericht op het investeren in fundamenteel en onafhankelijk onderzoek en analyse. Newion Investments: investeerder gericht op vroege fase- en groeikapitaal in business-to-business software bedrijven. Yellow&Blue: beheert venture capital fonds dat zich richt op technologiebedrijven die actief zijn op het gebied van schone energie. Opgericht door Nuon. Hummingbird Ventures: een Belgische investeerder die zich richt op investeringen in digitale media en software (ook in Nederland) De verwachtte investeringsactiviteit bij de 7-meting Een jaarlijks terugkerend fenomeen in de interviews met VCs is dat ze te optimistisch zijn voor wat betreft de verwachtte deal-activiteit. De geïnterviewde investeerders gaven tijdens de 7-meting aan opgeteld ongeveer 16 investeringen in Nederland te willen maken in Uiteindelijk werd een totaal aantal van 9 investeringen voor deze investeerders gemeten. Opvallend veel van deze VCs hadden het bij het rechte eind: drie van de zes investeerden precies het aantal geplande deals, en één VC onderschatte zijn 2013 activiteit met 1 investering. 59

60 2.3.2 Investeringen in komende 12 maanden In de analyse van het vertrouwen van VCs wordt onder andere de verwachtte deal flow als indicator gebruikt. Het beperkte aantal investeerders is uiteraard niet representatief voor de hele Nederlandse VC markt. In de voorgaande metingen bleek dat de verwachtingen jaarlijks sterk kunnen veranderen. Zo waren VCs voor de opkomst van de kredietcrisis optimistisch en voorspelden ze een stijging in deal-activiteit. In de daaropvolgende metingen werden ze steeds voorzichtiger en verwachtten weinig verschil in activiteit. In de vorige studie (7-meting) waren de verwachtingen van de geïnterviewde investeerders weer iets optimistischer: drie VCs gaven aan meer geld te investeren en twee van hen voorspelden meer deals. VCs blijven ondanks pril economisch herstel voorzichtig in hun voorspellingen v.w.b. eigen dealactiviteit Ondanks de gunstigere economische cijfers die voor de interviews in de huidige 8-meting naar buiten waren gekomen, lieten de VCs weer veel voorzichtigheid zien. Drie van de zes VCs verwachtten geen verandering ten opzichte van de voorgaande 12 maanden. Twee investeerders gaven aan minder investeringen te gaan doen. Hiervan voorspelde één ook minder geld te investeren. Een andere verwachtte een stijging in het aantal deals en ook meer kapitaal te investeren. In totaal gaven de investeerders aan ongeveer 70 investeringen te willen doen in Van deze investeringen zullen 56 Nederlandse bedrijven ongeveer 43 miljoen gaan ontvangen. Dit betreft 34 nieuwe investeringen en 22 vervolginvesteringen in bestaande portfoliobedrijven Invloed economische situatie op venture capital-markt De VCs zijn sinds de 2-meting gevraagd naar de effecten van het economische klimaat op hun investerings en exit-strategie. Uit eerste metingen na de opkomst van de kredietcrisis bleek dat VCs rekening hielden met invloed van de crisis op de exit-strategie. Van een effect op de investeringsstrategie was nog geen sprake aangezien de terughoudendheid van banken een positief effect had op het aanbod van investeringsvoorstellen en de onderhandelingspositie van VCs. Het werd echter wel moeilijker om externe herfinanciering te vinden voor de eigen portfoliobedrijven en VCs moesten daarvoor zelf meer kapitaal reserveren. In de 4- en 5-meting kwamen meer effecten aan bod, zoals lagere budgeten van klanten van portfoliobedrijven, en strengere aflossingsregels van banken voor reeds uitstaande leningen. De crisis verminderde de interesse van VCs in starters en maakte ze terughoudend bij nieuwe deals. Bij de interviews van de 5-meting (maart 2011) was het zwaartepunt van de crisis verschoven van financiële instellingen naar de financiële positie van verschillende Europese landen. VCs waren toen redelijk positief over het economische klimaat, waarbij volgens hun ook de exit-markt weer aantrok. Het jaar daarop waren de VCs echter weer voorzichtiger en bleken vervolginvesteringen een toenemende bron van zorg. Door de voortdurende recessie waren de meeste investeerders in de 7-meting erg pessimistisch over het klimaat en gaven aan conservatiever te worden in hun strategie en investeringsbeslissingen. Vervolginvesteringen voor portfoliobedrijven 60

61 VCs vonden de effecten van de economische recessie wel meevallen Vervolg financiering blijft lastig; eerste investeringen groter, met meer VCs, en kapitaal-intensieve investeringen worden gemeden vormden een toenemende zorg, vooral bij kapitaalintensieve bedrijven. Intussen hadden de bedrijven te maken met huiverige klanten en tegenvallende verkopen waardoor tekorten aan liquiditeit dreigden. Bij de interviews in de huidige 8-meting had de economie de eerste tekenen van herstel laten zien. Nederland liet weer groei zien, was uit de recessie en de verwachtingen waren positief. In de interviews gaven sommige VCs aan dat de economische situatie van de afgelopen jaren invloed heeft gehad op hun investeringsstrategie. De meeste vonden de effecten echter wel meevallen. Het moeilijk binnenhalen van vervolginvesteringen voor bestaande portfoliobedrijven werd weer aangehaald als één van de grootste pijnpunten. Één VC gaf aan dat om deze reden de syndicaten en eerste rondes groter zijn. Het is moeilijker om later bij anderen geld op te halen. Daarom nemen nu meer partijen deel aan grotere rondes. Zo hebben bedrijven minder snel vervolgfinanciering nodig. Een ander was minder gaan investeren in kapitaalintensieve bedrijven, omdat de markt daarvoor te moeilijk was. In wind zouden wij bijvoorbeeld investeren in technologie om turbines te optimaliseren, in plaats van hele nieuwe turbines te bouwen. Fondsenwerving is moeilijk Een ander probleem dat voor veel VCs geldt is dat fondsenwerving moeilijker is geworden. Het heeft drie jaar gekost om ons fonds bij elkaar te krijgen, dat maakt je heel nederig. Dit gold niet voor een VC die investeert met overheidsgeld: wij zijn anticyclisch; als er minder venture capital beschikbaar is voor bedrijven, komt er voor ons budget vrij. Één investeerder was van mening dat goede bedrijven ook in economisch moeilijke omstandigheden blijven groeien. Als je dat soort bedrijven weet te vinden, kan je juist in een recessie een geweldig rendement halen. Nadat aan VCs was gevraagd of de economische situatie invloed heeft gehad op de exit-strategie bleken tijdens recente metingen investeerders opvallend negatief te zijn over de exit-markt. Het economische klimaat beperkte de exit-mogelijkheden. Dit was voor VCs een extra reden om voorzichtig met hun kapitaal om te gaan en hun strategieën aan te passen om exit-kansen te vergroten. Exit-mogelijkheden nog altijd beperkt, maar de markt lijkt aan te trekken In de 8-meting kwam naar voren dat de meeste van de geïnterviewde investeerders de slechte exit-markt beaamden, maar dat het wel beter aan het worden was. De kans op exits is kleiner en ook de overnames zelf zijn kleiner. Maar het begint aan te trekken. Een ander gaf ook aan: Er zijn weer bedrijven die willen groeien door middel van overnames. In navolging van vorige metingen keken VCs vooral naar strategische partijen als exit-mogelijkheid. In de periode 2005 tot 2007 wilden private equity partijen net zoveel geld betalen als strategische partijen. Maar vanwege de economische crisis is het leverage effect weggevallen. We focussen nu meer op strategische partijen. Maar dan zijn er in Europa bijna geen partijen die dat kunnen betalen, dus richten wij ons op de VS. Één investeerder zei dat er zo weinig biedingen binnenkwamen dat ze elk aannemelijk bod accepteerden. Een ander gaf aan meer kritisch te zijn 61

62 geworden op winstgevendheid. We kijken naar de hoeveelheid cash die onze bedrijven genereren. We zijn geneigd om eerder een bedrijf te verkopen als het lang gaat duren voordat er winst gemaakt wordt en er extra kapitaal in moet. De life sciences sector werd net als in voorgaande studies als uitzondering gezien vanwege de lange ontwikkeltijden. Overnemende partijen zouden altijd op zoek zijn naar goede acquisities. Daarbij gaan bedrijven in deze sector ook weer naar de beurs. Voor het eerst waren bijna alle VCs bezig met (meerdere) exits VCs gematigd positief over huidig economisch klimaat, maar blijven voorzichtig Opvallend is dat vrijwel alle geïnterviewde VCs meerdere exits in de planning hadden of onlangs hadden afgerond. Dit was niet eerder het geval in de metingen. Op de vraag hoe de investeerders aankeken tegen het huidig economisch klimaat antwoordden ze gematigd positief. De markten waren weer op groei gericht en klanten waren weer aan het bestellen. Toch werd er voorzichtigheid gepredikt en wezen de VCs op hoe klein de groei van de laatste kwartalen was ten opzichte van jaren van recessie, maar ook op de crisis in Oekraïne en de instabiele situatie met betrekking tot de banken. We hebben 10% van de economie ingeleverd; twee kwartalen groei lost dat niet op. De mogelijkheden om kapitaal aan te trekken, zijn nog steeds slecht. Veel ondernemingen hebben te weinig eigen vermogen, te lage solvabiliteit, en geen mogelijkheid om vreemd vermogen aan te trekken. De vermogenspositie van de bedrijven in onze portfolio en daarbuiten is niet goed genoeg om groei aan te kunnen. Andere VCs waren positiever maar pasten hun strategie nog niet aan: De economie is aan het verbeteren, er wordt ook iets meer geïnvesteerd. Maar ik denk niet dat het een hele grote impact gaat hebben. We blijven behoudend en gefocust op cashflow en efficiency Investeringsklimaat voor de technostarter VCs iets positiever over aanbod technostarters in NL In de interviews van de 8-meting gaven vier investeerders aan weinig verschil te zien in het aanbod van startende technologiebedrijven in Nederland ten opzichte van twee jaar daarvoor. De anderen waren positiever over kwaliteit en deal flow. In de vorige metingen waren de VCs gemiddeld genomen een stuk negatiever over het aanbod. Kwaliteit beter door meer ervaring van ondernemers, ondersteunende programma s en doordat crisis kaf van koren heeft gescheiden Één was van mening dat het aantal proposities wel toenam nadat de banken zich terugtrokken tijdens de kredietcrisis, maar dat dit de afgelopen jaren stabiel was gebleven. Verschillende VCs gaven aan dat ze meer enthousiasme bespeuren om te gaan ondernemen, wat tot een toename in deal flow kan resulteren. Voor wat betreft kwaliteit waren de meningen doorgaans positief. Het verbetert steeds meer. Er zijn veel repeat entrepreneurs, de ervaring is groter. Dit beeld komt overeen met de analyse in paragraaf 1.7 van dit rapport: niet eerder werden zoveel ervaren ondernemers geïnterviewd als in de huidige studie. Een andere VC gaf aan dat de kwaliteit van de huidige business plannen gemiddeld goed is. Het ecosysteem rond universiteiten is goed en ondersteunt starters bij het opstellen van een goed plan. Technostarters onderscheiden zich daar wel in ten opzichte van niettechnologiegerelateerde starters. Een ander zei over de ondersteuning van starters: Er wordt veel meer aandacht aan ondernemen gegeven, met 62

63 Positieve toekomstverwachtingen voor wat betreft aanbod technostarters Voortdurend pessimisme over aanbod venture capital in Nederland allerlei start-up programma's. Die zijn lang niet altijd goed, want vaak zijn het oplossingen die op zoek zijn naar een probleem. Maar voor wat betreft technostarters is de R&D in Nederland beter geworden; het kaf is van het koren gescheiden. Bij echte R&D bedrijven is het volume niet toegenomen, maar de kwaliteit wel. Interessant is dat één VC juist minder kwaliteit uit de universiteiten zag komen voor de sector life sciences: Maar dat hebben we wel eens eerder waargenomen en dan opeens waren de mooie plannen er weer. De basis van de Nederlandse wetenschap is erg goed, dus ik verwacht dat het goed komt. Slechts één investeerder was van mening dat het aanbod van technostarters de komende jaren niet zou veranderen. De andere vijf verwachtten een verbetering. Redenen die deze hiervoor gaven waren: het economisch herstel, een toegenomen bereidheid om risico te nemen, en betere kansen om te verkopen aan grote bedrijven. De vraag bij grote bedrijven is toegenomen. Dat trekt de hele keten mee: bedrijven die in het verleden niet zijn gestart, kunnen zich nu sneller ontwikkelen en zullen meer kansen zien. Elke meting wordt investeerders gevraagd naar het aanbod van venture capital in Nederland. In de eerste metingen waren de reacties grotendeels positief over de beschikbaarheid van kapitaal voor technologiebedrijven. Tijdens de 3-meting (2009) was het beeld negatiever. In de 4- en 5-meting waren de investeerders verdeeld, al zagen de meeste VCs weinig verandering. In de 6- en 7-meting was de stemming weer verslechterd waarbij vijf van de zes VCs per meting aangaven dat het aanbod was verminderd. Dit toegenomen pessimisme staat haaks op de toename in deal-activiteit, het aantal actieve investeerders en, in 2012 en 2013, ook in het geïnvesteerd kapitaal. Aanbod VC vooral minder doordat VCs moeite hebben om geld op te halen en er zo veel ervaring verdwijnt Ook de meeste geïnterviewde VCs in de huidige meting vonden dat het aanbod van venture capital in Nederland achteruit was gegaan. Slechts één investeerder vond dat het aanbod was verbeterd, met name in de vroege fase door overheidsfondsen. Twee VCs gaven aan zowel plus- als minpunten te zien in het aanbod. Één van deze zag wel een toename in activiteit van buitenlandse VCs in Nederland, maar vond het aantal Nederlandse partijen beperkt. De andere zag dat veel partijen zich terugtrokken omdat ze moeite hadden om funding op te halen. Terwijl aan de andere kant veel Seedfondsen opkomen. Maar voor ondernemers is er schaarste, vooral doordat ze niet gewend zijn zonder bancaire financiering te werken. Dat gaat ten koste van groei. Positieve effect is dat er conservatiever wordt geopereerd en het weerstandvermogen neemt enorm toe. Maar het gaat wel ten koste van de concurrentiekracht. Drie investeerders vonden het aanbod minder geworden, vooral doordat VCs moeite hebben om nieuwe fondsen op te halen. Fondsen kunnen onvoldoende privaat geld ophalen. Veel fondsen zijn afhankelijk van publiek geld. En het privaat geld trekt zich verder terug, mede door de lage rendementen van eerdere fondsen. Een aantal VCs was van mening dat veel nieuwe fondsen te weinig ervaring hebben: Er zijn altijd weer mensen die het opnieuw gaan proberen, maar het is een heel moeilijk vak. Er loopt een heleboel ervaring weg. Sommige nieuwe fondsen hebben een veel te brede focus, investeren in van alles, hebben geen specialisatie en zodoende geen toegevoegde waarde. Ik ben geopereerd aan mijn vinger en stembanden, godzijdank niet door dezelfde chirurg. Een andere beaamde 63

64 dit: Het probleem is dat er maar vijftig mensen zijn die voor wat betreft internet en software weten waar ze over praten. Het is heel moeilijk om een fonds nieuw op te zetten. De helft van de VCs vindt de ronde na de Seed fase de moeilijkste om in NL gefinancierd te krijgen Veel verdeeldheid v.w.b. toekomstverwachtingen aanbod VC Op de vraag of er momenteel fases of deal-groottes aan te duiden zijn die moeilijker te financieren zijn voor Nederlandse technologiebedrijven zijn de antwoorden traditioneel wisselend. Maar na de afgelopen drie metingen waarbij veel VCs aangaven dat vooral in de vroege fase het aanbod afnam, werd dit in de huidige studie niet één keer genoemd. Twee VCs konden in de huidige meting geen specifieke fase noemen en vonden in algemene zin de beschikbaarheid van kapitaal minder. Opvallend was dat drie VCs de ronde na seed noemden als de moeilijkste fase. "Er is eerst geld van familie of informal investors, daarna komen de Seed-fondsen, dan is er niks, en vervolgens komen de VCs van de latere fase. Dat is vervelend voor ondernemers die zijn gefinancierd door de Seed-fondsen; die zijn daarna continue aan het fundraisen". Één investeerder vond de fase daarna het moeilijkst, oftewel rondes van 3 tot 5 miljoen. Over de toekomst van het VC aanbod waren de investeerders verdeeld. Twee VCs waren van mening dat het in de komende jaren niet veel beter zou worden. Één van deze zag nieuwe fondsen vorm krijgen, maar zei ook: We zijn allemaal beducht dat we onder zware regelgeving kunnen komen te vallen. Dat stimuleert niet erg. De andere stelde dat er niet genoeg ruimte is voor meer fondsen. Ik heb het niet over de Seed-regelingen, maar over de rondes daarna. Zoveel dossiers zijn er niet. Twee VCs waren negatief over de vooruitzichten: Als asset class moeten wij gewoon presteren, maar dat wordt moeilijk met de onervaren nieuwe fondsen. Tot slot verwachtten twee VCs dat het aanbod (iets) zou verbeteren. Ik denk dat het heel langzaam groeit. Echt institutionele investeerders zoals pensioenfondsen doen niks meer in VC. En de overheid alleen als er een marktpartij naast staat, die zijn beperkt voorhanden. We moeten het hebben van corporate venture funds, of family offices. Maar zolang de pensioenfondsen niet instappen, gebeurt er niet heel veel. Ze vinden het te klein, te risicovol en de rendementen zijn echt heel slecht geweest. Één geïnterviewde investeerder noemde het Dutch Venture Initiative als aanwinst. Dit is een nieuw fund-of-funds voor de Nederlandse later-stage venture capital sector, gefinancierd door het European Investment Fund (EIF) en het Ministerie van Economische Zaken en (mede)beheerd door PPM Oost. Een mogelijke verklaring voor de discrepantie tussen het voortdurende pessimisme van investeerders over het aanbod van venture capital in Nederland en de toename in het aantal gerapporteerde deals en opgehaalde financiering is dat veel VCs nog vooral kijken naar de gevestigde en ervaren VC fondsen (de weinige overlevers van de Internet crisis rond de eeuwwisseling) en minder oog hebben voor de vele nieuwe en minder nieuwe actieve fondsen. Tijdens interviews worden ook al jaren dezelfde (twee à drie) fondsnamen genoemd als enige actieve VCs. 64

65 VCs investeren samen met informals; belang van angel netwerken in deze samenwerking is niet groot Rol van informele investeerders in de venture capital-markt Vragen over de rol van informele investeerders in de Nederlandse venture capital-markt zijn sinds de 3-meting elk jaar meegenomen in de interviews met VCs. Hieruit bleek dat er regelmatig wordt samengewerkt tussen VCs en informele investeerders. Tot en met de 5-meting waren de meeste VCs enthousiast over de bijdrage die informals leveren. Tijdens de 6- en 7- meting waren VCs meer gereserveerd en niet altijd positief over coinvesteren met informals. In de 8-meting gaf één van de VCs aan niet actief samen te werken met informals, maar soms waren deze al wel betrokken bij nieuwe proposities. De andere vijf zeiden wel samen te werken met informals en dan vooral door samen te investeren. Één van hen gaf aan dat ze wel graag met informals samenwerkten, maar niet met business angel netwerken. De meeste VCs gaven aan dat het contact meestal vanuit de informal wordt gelegd. Sommige kennen al veel informals en één VC gaf aan ook in contact te komen met informals via business angel netwerken. De wijze van investeren van informals strookt vaak niet met die van VCs; er is sterke voorkeur voor professioneel opererende informals De meeste VCs onderkennen het belang van informals in de vroegste fases van ondernemingen. "Zonder informals zouden een heleboel bedrijven niet bestaan". Maar er wordt door velen benadrukt dat informals op een andere manier investeren; een manier die vaak in conflict is met de belangen van de VC. "De schaduwkant van een informal is dat hun besluitvormingsproces anders is. Het onderbuikgevoel is te veel van belang". Een andere VC gaf aan dat ze net zo intensief onderzoek doen naar informals als naar het management team van een onderneming. "Reden is dat er business angels zijn die erg veel geld verdiend hebben en graag wat terug willen doen door jonge ondernemers te financieren. Hun drive is anders. Het ondersteunen van jonge ondernemers is een vak apart, investeren is geen hobby. Informals willen ondernemingen vaak ook veel te hoog waarderen, waardoor de ondernemer een probleem heeft omdat wij niet instappen tegen dergelijke waarderingen. Er zijn ook angels die professioneel werken en daar werken we graag mee samen. Een andere VC gaf in het verlengde daarvan aan graag samen te werken met business angel netwerken die zich als fonds gedragen: We hebben heel goed samengewerkt met een informal netwerk in Zwitserland dat een echt fonds is geworden. Het heeft genoeg geld en werkt professioneel. Dan merk je niet dat je met informals te maken hebt. Dutch Venture Initiative wordt als goed initiatief gezien; Rol van de overheid op venture capital in Nederland Bij elke meting wordt de VCs gevraagd naar hun mening over de rol van de overheid in de venture capital markt in Nederland. Elk jaar blijkt dat de meeste investeerders een duidelijke mening hierover hebben. Één (niet-regionale) investeerder was zeer tevreden over de rol van de overheid: Een meerderheid van de fondsen is door overheden gefinancierd. Je kunt je afvragen of dat de rol is die ze moeten spelen, maar dankzij hun bestaan wij. De Seed Capital-regeling werd tweemaal aangehaald als goed initiatief om vroege fase-kapitaal beschikbaar te stellen. Opvallend was dat drie VCs het Dutch Venture Initiative aanhaalden als uitstekend initiatief. Het is met name goed voor minder gevestigde namen. Het wordt voor 65

66 Overheid kan meer lange-termijn denken en informal investment stimuleren dergelijke fondsen daarna makkelijker om andere geldschieters aan te trekken. Het is een zetje in de rug. Een investeerder gaf aan: Als de overheid serieus bezig wil zijn met valorisatie en business development, dan moet ze toch onderkennen dat technostarters venture capital nodig hebben. Ze moet daar dan ook serieus budget voor beschikbaar stellen. Aangezien de overheid het ook niet breed heeft, moet ze lange-termijn keuzes durven maken en professionele VCs mede laten bepalen wat er nodig is. Geen doorlooptijden van vier jaar. Een andere VC zou graag zien dat de overheid meer werk maakt van regelingen om informal investment te stimuleren. In de 7-meting gaven twee VCs aan dat er niet teveel gesubsidieerd moest worden omdat dat ten koste ging van de selectie en ervoor zorgde dat er teveel bedrijven waren die kapitaal nodig hebben, maar niet in aanmerking komen voor vervolginvestering. In de huidige meting vond een VC die veel in internetbedrijven investeert, dat subsidies teveel gericht zijn op onderzoek. Er is te veel focus op universiteiten, spin-off s en diepe technologie. Maar aan Facebook is geen onderzoek vooraf gegaan. Intussen worden er veel belastingcenten onttrokken aan e-commerce, maar gaat er weinig geld heen. Selecterend vermogen van VCs zou meer gebruikt kunnen worden bij inzet van overheidsgelden High-Tech Gründerfonds in Duitsland mooi voorbeeld van publiek en private samenwerking Opvallend in de 7-meting was dat drie (niet-regionale) VCs kritisch waren op regionale investeringsmaatschappijen. Ze begrepen hun rol niet goed en vonden dat overheden niet op deze manier concurrerend mochten zijn met VCs. In de huidige studie was er één investeerder die hetzelfde probleem aangaf: Ik vind het beleid op dit moment enorm versnipperd. Elke provincie heeft een eigen innovatiefonds en ze proberen allemaal marktimperfecties op te lossen. Het grootste regionale fonds wordt overspoeld met slechte proposities, die geen reguliere VC wil matchen. De overheidspartijen zouden iets meer vrijheid moeten krijgen, of laat de marktpartijen de selectie voor ze doen. Deze VC gaf het Duitse High-Tech Gründerfonds als voorbeeld van hoe goed gebruik wordt gemaakt van overheidsgeld. Dit fonds is een samenwerking tussen publieke en private partijen, heeft meer dan een half miljard Euro onder beheer en komt in Tornado Insider s deal database al een decennium naar voren als één van de meest actieve VCs in Europa. We hebben met deze VC samengewerkt. Het is fantastisch. Ze zijn heel duidelijk, niet gebonden aan een regio, en helpen ondernemingen naar een tweede institutionele ronde. Ik zou in Nederland ook graag zo n groot fonds zien waar wij mee kunnen matchen. VCs leggen steeds minder nadruk op stimulerende regelgeving en focussen meer op erkenning en het gebruik maken van hun sterktes Er werden nog meer ideeën geopperd. Zo vond een VC dat de overheid misschien de rol van banken als kredietverstrekker kon overnemen. Als bedrijven bijvoorbeeld iets willen kopen uit een innovatief bedrijf dat wij hebben gefinancierd, dat de overheid dan daarvoor krediet kan verstrekken. Opvallend is dat er in de laatste metingen een verschuiving plaatsvond in de antwoorden van VCs over de rol die de overheid zou moeten spelen bij venture capital. Waar in eerdere metingen nog regelmatig werd gesproken over allerlei belastingmaatregelen en gunstige voorwaarden voor ondernemers en VCs om venture capital te stimuleren, kwam dit in de laatste drie metingen nauwelijks aan bod. Er werd in deze laatste metingen 66

67 juist opvallend vaak gesproken over de professionaliteit en het selecterend vermogen van VCs. Juist die sterktes zouden aandacht moeten krijgen van de overheid bij het maken van nieuw beleid om de markt te stimuleren. 67

68 2.3.7 Rol van de venture capitalisten in Nederland Tijdens de kredietcrisis was in de markt een discussie ontstaan over de toegevoegde waarde en rendementen van VC fondsen. Daarom is sinds de 4-meting aan de investeerders gevraagd wat de rol van Nederlandse VCs is en hoe zij waarde toevoegen. Uit de antwoorden bleek meestal dat VCs verdeeld zijn in hun oordeel. Alleen in de 6-meting gaven vrijwel alle geïnterviewde investeerders aan dat de rol van Nederlandse VCs belangrijk is. In voorgaande metingen werd als toegevoegde waarde genoemd: VCs bevorderen innovatie, hebben het vermogen om goede en kansrijke proposities te selecteren, ze leveren kapitaal, stimuleren groei, kunnen toptalent vinden voor hun ondernemingen en ondersteunen internationalisering van bedrijven. De meeste van de geïnterviewde investeerders in de huidige studie waren van mening dat VCs van groot belang zijn in het faciliteren van groei. Vooral bij internet en software is de rol van venture capital essentieel geweest in Nederland. Zeer weinig succesvolle bedrijven in deze sectoren hebben zonder gekund. Een VC vond dat VCs waarde toevoegen door ondernemers bij de les te houden en op valkuilen te kunnen wijzen. Een ander zei: VCs hebben een belangrijke rol in de hele waardeketen. Ze proberen altijd hun kennis en ervaring ter beschikking te stellen aan de ondernemer. Één VC wilde ook operationeel heel betrokken zijn en handen spandiensten leveren. Een ander gaf aan dat VCs juist te kort schieten in hands-on werkzaamheden en dat ondernemers daar vaak een te hoge verwachting van hebben. VCs voegen waarde toe door middel van de financiering en een stuk governance. Ze kunnen knelpunten wegnemen zodat het totaal sneller gaat draaien. Maar meer hands-on werk kan je niet van ze verwachten. Als VCs teveel focussen op rendement gaat dat ten koste van de onderneming Één VC zou wat meer Nederlandse collega s met internationaal bereik willen zien Één investeerder maakte onderscheid tussen drie typen VC in Nederland: Er zijn VCs die financieel gedreven zijn en focussen op rendement. Dat kan ten koste gaan van de ondernemer. Dan zijn er VCs die entrepreneurcentric zijn en zich een slag in de rondte werken om het voor iedereen goed te doen. En tot slot een groep die zich VC noemt maar geen ervaring heeft. Dit zijn naar mijn mening gelukszoekers. Een investeerder vond dat het feit dat VCs rendement gedreven (moeten) zijn een fout in het systeem. Dat maakt VCs risicomijdend. Ze krijgen er relatief korte-termijn focus van, waardoor ze soms te snel een exit nastreven en de onderneming wordt belemmerd in de groei. Tijdens de 8-meting noemde een investeerder de beperkte afzetmarkt in Nederland als nadeel voor VCs. Dit werd ook in eerdere studies genoemd. Wij moeten het niet van de thuismarkt hebben; onze deelnemingen moeten direct naar het buitenland. Daarom willen wij er ook direct buitenlandse investeerders bij betrekken. Het ontbreekt in Nederland aan investeerders met een internationaal bereik. Dat is voor kleine VCs lastig, maar die kunnen wel samenwerken met internationale partijen. 68

69 2.3.8 Andere typen financiers in Nederland Sinds de 5-meting zijn aan VCs vragen gesteld over andere en vooral nieuwe typen financiers. Hieruit bleek dat zij traditionele financiers tekort vonden schieten in het ondersteunen van technostarters. Vooral het wegvallen van banken moest worden opgevangen door andere bronnen. De mening van VCs over de houding van banken was verdeeld: sommigen hadden begrip, anderen vonden dat ze hun verantwoordelijkheid moesten nemen. In 8-meting zijn VCs zeer negatief over houding banken Pensioenfondsen en verzekeraars zouden verantwoordelijkheid moeten nemen; dat zou VC en ondernemersklimaat enorm stimuleren In de 8-meting noemden vier van de zes VCs banken als voorbeeld van een traditionele financier die te weinig ondersteuning biedt aan startende ondernemers. In tegenstelling tot de vorige studie lieten alle investeerders zich ditmaal zeer negatief uit over de houding van banken. Bij een bank kun je het schudden als je niet winstgevend bent. Zelfs de geweldige borgstellingsinstrumenten van de overheid werken niet: ook al zijn de banken dubbel gedekt, ze komen nog steeds niet in beweging. Een andere VC was het hier mee eens: Banken doen niks. De overheid stelt zich verantwoordelijk met Borgstelling MKB-kredieten, zelfs dan willen ze niet bankieren. Zelfs met onderpand door middel van facturen. Banken moeten meer ondernemend zijn. Een andere investeerder vond dat banken zich tegenwoordig vaak op heel ongelegen momenten terugtrekken. Ze zouden even hun adem in moeten houden. Gisteren hoorde ik van een ondernemer dat een aflopende bankgarantie onmiddellijk leidde tot faillissement. Banken kijken momenteel alleen naar hun eigen positie. Daar kan de overheid niet veel aan doen. In het verlengde daarvan zei een VC: Banken hebben momenteel te weinig oog voor hun maatschappelijke rol. De overheid heeft ook voor het bankwezen garant gestaan. Er zijn onnodig ondernemingen kapot gemaakt door de houding van de banken. Verder viel op dat in deze meting drie VCs institutionele fondsinvesteerders zoals pensioenfondsen bekritiseerden. Het is voor het eerst dat deze zo vaak werden genoemd in de interviews, ondanks dat grote investeerders als pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen al meer dan een decennium terughoudend zijn voor wat betreft het investeren in venture capital. Het is zeer opvallend dat er zo weinig ondersteuning is vanuit de pensioensector. Wij zijn van mening dat pensioenfondsen een lange-termijn visie moeten hebben. Het gaat niet alleen om directe return, dat is een korte-termijn visie. Als je alleen in buy-out s investeert dan wordt er niet aan de voorkant gebouwd. Ze nemen zodoende niet de maatschappelijke verantwoordelijkheid die ze hebben. Ze kunnen namelijk een hele belangrijke stimulerende factor zijn. Een andere VC vond ook dat deze investeerders het hele VC klimaat in Nederland kunnen veranderen: Grote investeerders zoals verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen mogen echt meer doen dan nu. Een bijdrage van hun kan ervoor zorgen dat er sterke VCs komen, en dat de markt niet zo versnipperd is als nu. Grotere VCs, die meer internationaal opereren en betere rendementen behalen. In de 6-en 7-meting waren de meeste VCs van mening dat er bij ondernemers behoefte was aan nieuwe typen financiering. Opties die hierbij werden genoemd waren: alternatieve/elektronische beurzen (zoals NPEX), nieuwe krediet- en lease-vormen, venture debt, crowd funding, gespecialiseerde VCs, grote VCs die internationaal meetellen en vroege-fase 69

70 VCs pleiten voor alternatieven voor bancaire financiering, zoals lease-vormen en overname van debiteurenrisico via de crowd VCs die interim management leveren. In de huidige studie werden ook verschillende alternatieven aangedragen. Twee VCs pleitten weer voor verschillende krediet- en lease-vormen. Banken willen niet het geld lenen dat moet worden gereserveerd voor de garanties die klanten vragen van aanbieders van mooie maar dure technologie. In dat gat zou een ondernemende early-stage lease maatschappij kunnen springen. De overheid kan hier een rol in spelen door zo n lease maatschappij te ondersteunen. Een andere zag ook ruimte voor een alternatief voor bancaire financiering, namelijk door het risico op slecht betalende debiteuren te dekken voor jonge bedrijven die niet winstgevend zijn. Een particuliere financier kan de debiteuren van ondernemingen in onderpand nemen, het risico overnemen en dat uitponden. Dit kan ook in een crowdfunding structuur, waarbij een onderneming de debiteuren aanbiedt en funding ophaalt met een premie van bijvoorbeeld 20%. VC wil financiële steun aan laten sluiten aan ontwikkeling ondernemingen Één VC vond dat er goed gekeken moest worden naar wat technologieondernemingen in de vroege fase nodig hebben: Er zou een financieel instrument moeten komen dat meebeweegt met de ontwikkeling van de onderneming. Laat de ondernemer een plan schrijven; haalt hij de targets dan gaat de financiering door. De financiering sluit aan op verschillende fases en er komt een lange-termijn flow in de ondersteuning. Het zou dan via een integraal instrument moeten worden geregeld, via samenwerkingsverbanden met financiers en niet via allemaal verschillende loketten. Verder noemden VCs net als in de 7-meting verschillende typen venture capital. Zo gaf één VC aan dat het wegvallen van reguliere VCs er een grotere rol is weggelegd voor corporate VCs. Verschillende grote bedrijven zijn in dat gat gesprongen. Een ander pleitte voor het meer inzetten van converteerbare leningen in de vroege fase. Deze zouden laagdrempelig moeten zijn met weinig stemrecht, maar wel winst mogelijkheden. We besteden nu noodgedwongen veel tijd en geld aan contracten. Soms besteed je aan contracten voor een investering van Bij een simpele lening kan er gewoon een standaard contract worden gebruikt. We zoeken voor de vroege fase naar eenvoudige modellen waar we snel mee aan de slag kunnen. Nadat crowd funding in een aantal metingen als alternatief werd genoemd, wordt vanaf de 7-meting aan alle VCs gevraagd wat zij van deze specifieke financieringsmogelijkheid vinden. In de 7-meting gaven de meeste VCs aan het een leuk fenomeen te vinden en interessant voor kleine bedragen in de vroege fase. Maar er werden ook kanttekeningen geplaatst bij de risico s voor de particuliere investeerders. VC noemt incrowd funding als optie: crowd funding koppelen aan informal investment Ook in de huidige meting vonden vijf van de zes VCs crowd funding leuk of interessant, maar was er maar één die verder geen reserveringen had. Ik vind het heel interessant om te volgen. Het zou ook veel verder kunnen groeien. Het zou interessant kunnen zijn om de link te leggen met informal investment. Je zou een soort incrowd funding kunnen maken onder business angel netwerken, waarbij informals voor een vast laag bedrag mee kunnen investeren bij proposities. Dan behoud je de laagdrempeligheid en schaal. 70

71 Meeste VCs vinden crowd funding leuk maar zetten kanttekeningen bij inzetbaarheid grote bedragen en sommige sectoren Één VC zou crowd funding liever gebruiken bij opstarten fonds Andere VCs vonden crowd funding weliswaar een leuk fenomeen, maar gaven allemaal beperkingen aan. Zo vond een investeerder het prima voor de vroege fase, maar ongeschikt voor grote bedragen. Als je een miljoen wilt ophalen via crowd funding krijg je zoveel deelnemers dat het niet valt te managen. Twee VCs gaven aan dat het in sommige sectoren niet goed kan worden toegepast. Één van hen vond dat het minder geschikt is voor de medische sector. Al gaf deze wel aan niet uit te sluiten dat het ook daar zal opkomen: De invloed van patiëntenorganisaties en financiële bijdragen vanuit het bedrijfsleven wordt steeds groter. Patiënten worden mondiger en investeren vaker in vorm van equity, giften of grants. Een andere VC zette vraagtekens bij de geschiktheid van crowd funding voor bedrijven in de software en internet sectoren. Het is prima zolang er hardware mee gemoeid is, bijvoorbeeld wanneer er aan een prototype wordt gewerkt en er bestellingen nodig zijn. Dan kan het een goede opstart betekenen. Maar als het software en internet betreft, dan zijn er adviseurs nodig; actieve mensen die begeleiden en ondersteunen. Één VC vond crowd funding niet werken voor directe investeringen. Crowd funding is een erg duur instrument en geeft geen toegevoegde waarde. Het is gebaseerd op feel good investeren, dat werkt niet. Investeren is een vak. Maar tegelijkertijd zag deze investeerder wel kansen in de crowd: Je zou wel een fonds kunnen opstarten van crowd funding. 71

72 Bijlage I: Sectoren - Standaard Bedrijfsindeling (SBI 93) High-tech sectoren (SBI-code): vervaardiging van farmaceutische producten (24.4) vervaardiging van kantoormachines en computers (30) verv. van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur en -onderdelen (32) vervaardiging van instrumenten (33) vervaardiging van vlieg- en ruimtevaartuigen (35.3) telecom (64.2) computerservice- en informatietechnologiebureaus (72) bureaus voor speur- en ontwikkelingswerk (73) Medium-tech sectoren (SBI-code): vervaardiging van basischemie (24.1) vervaardiging van overige chemische eindproducten ( ; ) vervaardiging van machines en apparaten (29) verv. van overige elektrische machines, apparaten en benodigdheden (31) vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers (34) vervaardiging van rollend materieel (35.2) vervaardiging van overige transportmiddelen ( ) architecten, ingenieurs e.a. technische ontwerp-, teken- en adviesbureaus (74.2) Low-tech sectoren (SBI-code): voedingsmiddelen- en drankenindustrie (15) vervaardiging van producten van rubber en kunststof (25) bouw van kunstwerken (45.212) groothandel in machines, apparaten en toebehoren (51.8) 72

73 Bijlage II: Sectoren Tornado Insider CATEGORY Software IT Services SECTOR Business applications Consumer applications E-Commerce Database Operating Systems Network management Content management Content distribution Knowledge management Application integration Security Biometrics Speech technologies Imaging Audio/Video Artificial Intelligence Digital signal processing Design automation software Payment software Search Software development Other Software IT services Computers & Electronics Industrial R&D Engineering & Architectural Services Internet Computer hardware Displays Robotics Optics & Photonics Semiconductors Sensors Smart cards Consumer electronics Other Computers & Electronics Industrial automation Automotive Other Industrial R&D Engineering services Architectural services Internet commerce Internet content Internet services Internet other 73

74 Communications Materials & Nanotechnology Biotechnology & Healthcare Energy & Agriculture Media & Entertainment Warehouses Wireless hardware Wireless applications Wireless content Wireless services Satellites Fixed communications Other Communications Chemicals Materials MEMS Nanotechnology Other Materials & Nanotechnology Biotechnology Biopharmaceuticals Diagnostics Medical devices Other Biotechnology & Healthcare Energy related Agriculture related Broadcast Publishing Games Betting elearning Other Media & Entertainment Warehouses 74

75 Bijlage III: Sectoranalyses 8-meting op basis van TI sectoren Figuur 43: Gemiddeld investeringsbedrag per sector interviews technostarters 75

76 Figuur 44: Sectordistributie geïnvesteerd venture capital in Nederland per jaar Figuur 45: Sectordistributie aantal venture capital investeringen in Nederland per jaar 76

September 2015 Tornado Insider In opdracht van RVO.nl

September 2015 Tornado Insider In opdracht van RVO.nl 1 September 2015 Tornado Insider In opdracht van RVO.nl Tornado Insider Tornado Insider is een activiteit van de pan-europese technologie research & media organisatie Emerging Technology Research Europe

Nadere informatie

April 2013. Tornado Insider In opdracht van AgentschapNL. 2013 Emerging Technology Research Europe 7-meting Nederlands investeringsklimaat

April 2013. Tornado Insider In opdracht van AgentschapNL. 2013 Emerging Technology Research Europe 7-meting Nederlands investeringsklimaat 1 April 2013 Tornado Insider In opdracht van AgentschapNL Tornado Insider Tornado Insider is een activiteit van de pan-europese technologie research & media organisatie Emerging Technology Research Europe

Nadere informatie

Nederlands investeringsklimaat voor Technostarters

Nederlands investeringsklimaat voor Technostarters Nederlands investeringsklimaat voor Technostarters 6-meting April 2012 Tornado Insider In opdracht van AgentschapNL 1 Tornado Insider Tornado Insider is een activiteit van de pan-europese technologie research

Nadere informatie

2012 Emerging Technology Research Europe 1-meting Informal investment in Nederland

2012 Emerging Technology Research Europe 1-meting Informal investment in Nederland 1 Tornado Insider Tornado Insider is een activiteit van de pan-europese technologie research & media organisatie Emerging Technology Research Europe Inc. Voor ondernemers, investeerders en dienstverleners

Nadere informatie

Nederlands investeringsklimaat voor Technostarters

Nederlands investeringsklimaat voor Technostarters Nederlands investeringsklimaat voor Technostarters 1-meting Jan 2007 TI Research Group BV In opdracht van TechnoPartner Tornado Insider Research Group B.V. Tornado Insider is een pan-europese technologie

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

M Starters en de markt. drs. A. Bruins drs. D. Snel

M Starters en de markt. drs. A. Bruins drs. D. Snel M201010 Starters en de markt drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, juni 2010 Starters en de markt Ondernemers die met een bedrijf zijn begonnen in de maanden voordat de economie in 2008 van groei omsloeg

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor Januari 211 (cijfers t/m oktober 21) Hoe staan de er voor op de arbeidsmarkt en de woningmarkt? Dat leest u in deze zesde editie van de crisismonitor, die het OCD eens in de twee maanden

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor juni 211 (cijfers t/m maart 211) Inhoud: 1. Werkloosheid 2. Werkloosheid naar leeftijd 3. Vacatures, bedrijven, leegstand 4. Woningmarkt Hoe staan de er voor op de arbeidsmarkt en de woningmarkt?

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor oktober 211 (cijfers t/m september 211) Inhoud: 1. Werkloosheid 2. Werkloosheid naar leeftijd 3. Vacatures, bedrijven, leegstand 4. Woningmarkt Hoe staan de er voor op de arbeidsmarkt en

Nadere informatie

UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE

UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE 3 E KWARTAAL 211 Gemaakt voor NVM Wonen Gemaakt door NVM Data & Research Inhoudsopgave 1 Introductie enquête... 3 1.1 Periode... 3 1.2 Respons... 3 2 Staat van de woningmarkt...

Nadere informatie

M Na regen komt? De MKB-ondernemer als weerman van het economische klimaat. A. Ruis

M Na regen komt? De MKB-ondernemer als weerman van het economische klimaat. A. Ruis M200814 Na regen komt? De MKB-ondernemer als weerman van het economische klimaat A. Ruis Zoetermeer, december 2008 Prognoses vanuit het MKB Ondernemers in het MKB zijn over het algemeen goed in staat

Nadere informatie

Conjunctuurenquête Nederland

Conjunctuurenquête Nederland Nieuw: metingen op provinciaal niveau Conjunctuurenquête Nederland Rapport eerste kwartaal 212 Conjunctuurenquête Nederland I rapport eerste kwartaal 212 Inhoud rapportage COEN in het kort Economisch klimaat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 32 637 Bedrijfslevenbeleid Nr. 279 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 2014 Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen

Nadere informatie

Saldo economisch klimaat. Q (verwacht) -39,8

Saldo economisch klimaat. Q (verwacht) -39,8 BEDRIJFSLEVEN TOTAAL 1. Bedrijfsleven eind 2008 in onzekerheid Het bedrijfsleven in het gebied van Kamer van Koophandel Den Haag heeft in het derde kwartaal van 2008 niet slecht gepresteerd, zeker niet

Nadere informatie

Tweede kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

Tweede kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland Tweede kwartaal 2013 Conjunctuurenquête Nederland Inhoud rapport COEN in het kort Economisch klimaat Omzet Export Personeelssterkte Investeringen Winstgevendheid Toelichting De Conjunctuurenquête Nederland

Nadere informatie

Eerste kwartaal 2013. Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Limburg

Eerste kwartaal 2013. Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Limburg Eerste kwartaal 2013 Conjunctuurenquête Nederland Inhoud rapport COEN in het kort Economisch klimaat Omzet Export Personeelssterkte Investeringen Winstgevendheid Toelichting De Conjunctuurenquête Nederland

Nadere informatie

Inhoud. KvK Oost Nederland - Kennis- en Adviescentrum COEN Oost Nederland Groothandel Kwartaalcijfers Pagina 1 van 27

Inhoud. KvK Oost Nederland - Kennis- en Adviescentrum COEN Oost Nederland Groothandel Kwartaalcijfers Pagina 1 van 27 Inhoud Ontwikkeling aantal orders 2 Verwachting aantal orders 3 Verwachting aantal exportorders 4 Verwachting inkopen bij leveranciers 5 Oordeel orderpositie 6 Oordeel orderpositie buitenland 7 Oordeel

Nadere informatie

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Nederland totaal

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Nederland totaal Derde kwartaal 2013 Conjunctuurenquête Nederland Inhoud rapport COEN in het kort Economisch klimaat Omzet Export Personeelssterkte Investeringen Winstgevendheid Toelichting De Conjunctuurenquête Nederland

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor Oktober 2010 (cijfers t/m augustus 2010) Inhoud: 1. Werkloosheid (algemeen) 2. Werkloosheid naar leeftijd (jongeren en ouderen) 3. Vacatures, bedrijven en leegstand 4. Woningmarkt Hoe staan

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

Trendmonitor Hoorn. 11 e meting: eerste kwartaal 2012. Trendmonitor Hoorn. Gemeente Hoorn mei 2012

Trendmonitor Hoorn. 11 e meting: eerste kwartaal 2012. Trendmonitor Hoorn. Gemeente Hoorn mei 2012 11 e meting: eerste kwartaal 2012 Gemeente Hoorn mei 2012 Colofon Uitgave : &O Research BV van Dedemstraat 6C 1624 NN Hoorn Tel. (0229) 282555 www.ioresearch.nl Datum : Mei 2012 Opdrachtgever : gemeente

Nadere informatie

Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

M Starters en samenwerking

M Starters en samenwerking M200617 Starters en samenwerking drs. D. Snel drs. A. Bruins Zoetermeer, december 2006 2 Starters en samenwerking Samenwerking tussen (jonge) bedrijven heeft een positief effect op de resultaten van het

Nadere informatie

CONJUNCTUUR MONITOR INTERIEURBOUW EN MEUBELINDUSTRIE. Sterk voor u en onze branche EERSTE HELFT 2016

CONJUNCTUUR MONITOR INTERIEURBOUW EN MEUBELINDUSTRIE. Sterk voor u en onze branche EERSTE HELFT 2016 CONJUNCTUUR MONITOR INTERIEURBOUW EN MEUBELINDUSTRIE EERSTE HELFT 2016 Sterk voor u en onze branche EERSTE HELFT 2016 CONJUNCTUURMONITOR INTERIEURBOUW EN MEUBELINDUSTRIE Voorwoord CBM wil een goed en betrouwbaar

Nadere informatie

rapportage Producentenvertrouwen kwartaal 1. Deze resultaten zijn tevens gepubliceerd in de tussenrapportage economische barometer (5 juni 2002)

rapportage Producentenvertrouwen kwartaal 1. Deze resultaten zijn tevens gepubliceerd in de tussenrapportage economische barometer (5 juni 2002) Rapportage producentenvertrouwen oktober/november 2002 Inleiding In de eerste Economische Barometer van Breda heeft de Hogeschool Brabant voor de eerste keer de resultaten gepresenteerd van haar onderzoek

Nadere informatie

Financiering in het MKB

Financiering in het MKB M201004 Financiering in het MKB Onderzoek naar de financieringsbehoefte per provincie Johan Snoei Abdelfatah Ichou Zoetermeer, maart 2010 Financiering in het MKB Financieringsbehoefte in het MKB verschilt

Nadere informatie

Update Financieringsmonitor MKB September 2009

Update Financieringsmonitor MKB September 2009 Update Financieringsmonitor MKB September Lia Smit Joris Meijaard Johan Snoei Pim van der Valk Zoetermeer, 10 september Financieringssituatie MKB blijft zorgelijk De vierde meting van de MKB-Financieringsmonitor

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor februari 2012 (cijfers t/m december 2011) Inhoud: 1. Werkloosheid 2. Werkloosheid naar leeftijd 3. Vacatures, bedrijven, leegstand 4. Woningmarkt Hoe staan de er voor op de arbeidsmarkt en

Nadere informatie

Curatoren middag 2015

Curatoren middag 2015 Curatoren middag 2015 Alternatieve financieringsvormen Wat zijn de mogelijkheden in het huidige financieringslandschap 11 november 2015 Spreker: Onderwerpen 1. Financieringsbehoefte bedrijfsleven 2. Veranderende

Nadere informatie

Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af

Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af Inleiding Door de opkomst van moderne informatie- en communicatietechnologieën is het voor huishoudens eenvoudiger en goedkoper geworden om de vrije besparingen,

Nadere informatie

CONJUNCTUUR MONITOR INTERIEURBOUW EN MEUBELINDUSTRIE. Sterk voor u en onze branche TWEEDE HELFT 2016

CONJUNCTUUR MONITOR INTERIEURBOUW EN MEUBELINDUSTRIE. Sterk voor u en onze branche TWEEDE HELFT 2016 CONJUNCTUUR MONITOR INTERIEURBOUW EN MEUBELINDUSTRIE TWEEDE HELFT 2016 Sterk voor u en onze branche 2 CBM Conjunctuur Monitor 2016 TWEEDE HELFT 2016 CONJUNCTUURMONITOR INTERIEURBOUW EN MEUBELINDUSTRIE

Nadere informatie

Meting economisch klimaat, november 2013

Meting economisch klimaat, november 2013 Meting economisch klimaat, november 2013 1.1 Beschrijving respondenten Er hebben 956 ondernemers meegedaan aan het onderzoek, een respons van 38. De helft van de respondenten is zzp er (465 ondernemers,

Nadere informatie

Willemstad, mei Resultaten Conjunctuurenquête 2016

Willemstad, mei Resultaten Conjunctuurenquête 2016 Willemstad, mei 2017 Resultaten Conjunctuurenquête 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 5 1.1 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen... 5 1.2 Concurrentiepositie...

Nadere informatie

Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007

Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007 Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007 De prijs van de gemiddelde verkochte woning stijgt met 1,2% in het 4 e kwartaal van 2007. De stijging van de prijs per m 2 is met 0,3% veel lager. De stijging

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Herstel in de industrie zet door. Samenvatting. Totale industrie. Omzet stijgt. Eerste kwartaal 2014

Herstel in de industrie zet door. Samenvatting. Totale industrie. Omzet stijgt. Eerste kwartaal 2014 Eerste kwartaal 214 Herstel in de industrie zet door Samenvatting Totale industrie Voedings- en genotmiddelenindustrie Aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie Basismetaal- en metaalproductenindustrie

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Afdeling: Maatschappelijke ontwikkeling Auteur : Nick Elshof Datum: 04-08-2017 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Samenvatting... 4 Algemene informatie geleverde ondersteuning...

Nadere informatie

MONITOR TOEKOMSTSCENARIO S LELYSTAD Onderzoek & Statistiek Gemeente Lelystad

MONITOR TOEKOMSTSCENARIO S LELYSTAD Onderzoek & Statistiek Gemeente Lelystad MONITOR TOEKOMSTSCENARIO S LELYSTAD 2019 Onderzoek & Statistiek Gemeente Lelystad Juli 2019 Colofon Dit is een rapportage opgesteld door: Team Onderzoek en Statistiek Gemeente Lelystad Team O&S Postbus

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

Dienstensector houdt vertrouwen

Dienstensector houdt vertrouwen Stand van de Zakelijke Dienstverlening Dienstensector houdt vertrouwen Kasper Buiting Senior Sectoreconoom December 18 Inhoudsopgave pagina 1 Macro-economie: Eurozone en NL Voorlopende economische indicatoren

Nadere informatie

Regio Amsterdam. Kantorenvisie. Januari 2010. Amstelveen. 40% minder opname kantoorruimte. Grootste transacties. 40% minder opname kantoorruimte

Regio Amsterdam. Kantorenvisie. Januari 2010. Amstelveen. 40% minder opname kantoorruimte. Grootste transacties. 40% minder opname kantoorruimte Research Kantorenvisie Regio Amsterdam Januari 2010 40% minder opname kantoorruimte De negatieve economische ontwikkelingen in Nederland in 2009 hebben bijgedragen aan een terugval in de opname van kantoorruimte

Nadere informatie

Derde kwartaal 2012. Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Gelderland

Derde kwartaal 2012. Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Gelderland Derde kwartaal 212 Conjunctuurenquête Nederland Conjunctuurenquête Nederland I rapport derde kwartaal 212 Inhoud rapport COEN in het kort Economisch klimaat Omzet Export Personeelssterkte Investeringen

Nadere informatie

Bijna 30% van de starters stopt na het eerste jaar Met name cafetaria s en restaurants worden na één jaar weer opgeheven

Bijna 30% van de starters stopt na het eerste jaar Met name cafetaria s en restaurants worden na één jaar weer opgeheven Kwartaalbericht Starters ING Economisch Bureau Bijna 30% van de starters stopt na het eerste jaar Met name cafetaria s en restaurants worden na één jaar weer opgeheven In het eerste kwartaal 2014 waren

Nadere informatie

Behoefte aan financiering in het MKB

Behoefte aan financiering in het MKB M200909 Behoefte aan financiering in het MKB Ontwikkelingen van december 2008 tot april 2009 Lia Smit Joris Meijaard Zoetermeer, 20 mei 2009 MKB iets minder pessimistisch over financiering Het algemene

Nadere informatie

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Aanmelding voor opleidingen tot vo docent steeds vroeger, pabo trekt steeds minder late aanmelders juni 2009 Inleiding Om de (toekomstige) leraartekorten

Nadere informatie

Van baan naar eigen baas

Van baan naar eigen baas M200912 Van baan naar eigen baas drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2009 Van baan naar eigen baas Ruim driekwart van de ondernemers die in de eerste helft van 2008 een bedrijf zijn gestart, werkte voordat

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquete 2018

Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Datum, maart 2019 Inleiding In november en december 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) ruim 500 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om op reguliere

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010)

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010) Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010) Er zijn enkele voorzichtig positieve ontwikkelingen waar te nemen op de arbeidsmarkt en woningmarkt. Dat is kort gezegd de conclusie

Nadere informatie

Thermometer economische crisis

Thermometer economische crisis 9 Thermometer economische crisis oktober 20 Bestuursinformatie 07//20 gemeente Utrecht Inleiding In deze negende Thermometer economische crisis worden de recente ontwikkelingen op belangrijke gemeentelijke

Nadere informatie

bedrijven Hoeveel jonge bedrijven hebben geïnvesteerd? Waarin hebben de bedrijven geïnvesteerd?

bedrijven Hoeveel jonge bedrijven hebben geïnvesteerd? Waarin hebben de bedrijven geïnvesteerd? Minirapportage: Het investeringsgedrag van jonge bedrijven inlichtingen: drs. A. Bruins datum: augustus 03 bestelnummer: M0306 Voor bedrijven die de startfase zijn doorgekomen - zogenaamde jonge bedrijven

Nadere informatie

WKK-barometer 2016 juni Zwartzustersstraat 16, bus Leuven

WKK-barometer 2016 juni Zwartzustersstraat 16, bus Leuven WKK-barometer 2016 juni Zwartzustersstraat 16, bus 0102-3000 Leuven 016 58 59 97 info@cogenvlaanderen.be www.cogenvlaanderen.be Dit is de eerste WKK-barometer die COGEN Vlaanderen publiceert. De bedoeling

Nadere informatie

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Inleiding Hoeveel en welke studenten (autochtoon/allochtoon) schrijven zich in voor de pabo (lerarenopleiding basisonderwijs) en blijven na

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

KvK-barometer provincie Utrecht

KvK-barometer provincie Utrecht KvK-barometer De economie in de blijft zwaar onder druk staan. Dit blijkt vooral uit het aantal bedrijven dat een verslechtering ziet van het economisch klimaat. Daarnaast verwachten meer ondernemers een

Nadere informatie

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland Conjunctuur enquête Technologische Industrie Nederland Gunstig beeld met internationale onzekerheden Het CBS kopt donderdag 16 februari dat het ondernemersvertrouwen in Nederland nog nooit op zo n hoog

Nadere informatie

Conjunctuurbericht, 1 e kwartaal 2017

Conjunctuurbericht, 1 e kwartaal 2017 Beroepsgoederenvervoer over de Weg Deelmarktrapportage Sierteeltvervoer 14 e jaargang nr. 1 Zoetermeer, 19 juni 2017 INHOUDSOPGAVE Conjunctuurbericht, 1 e kwartaal 2017 Hogere bedrijvigheid Verwachte bedrijvigheid

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden augustus 2010 (cijfers tot en met juni 2010)

Crisismonitor Drechtsteden augustus 2010 (cijfers tot en met juni 2010) Crisismonitor Drechtsteden augustus 2010 (cijfers tot en met juni 2010) Uit de landelijke pers: Economie groet met 2,1% Voorzichtig herstel aantal banen Herstel uitzendmarkt Werkloosheid blijft afnemen

Nadere informatie

Stemming onder ondernemers in het MKB

Stemming onder ondernemers in het MKB Stemming onder ondernemers in het MKB Vertrouwen van ondernemers in de economie weer toegenomen In het voorjaar van 2010 is het vertrouwen in de Nederlandse economie onder MKB-ondernemers flink toegenomen.

Nadere informatie

Huidig economisch klimaat

Huidig economisch klimaat Huidig economisch klimaat 1.1 Beschrijving respondenten Er hebben 956 ondernemers meegedaan aan het onderzoek, een respons van 38. De helft van de respondenten is zzp er (465 ondernemers, 49). Het aandeel

Nadere informatie

Regiobericht 1.0 Noord

Regiobericht 1.0 Noord Economie, innovatie, werk en inkomen 1 Kenmerken van het landsdeel Het landsdeel Noord bestaat uit de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. De provincies werken samen in het Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Thermometer economische crisis

Thermometer economische crisis 11 Thermometer economische crisis november 2013 afdeling Onderzoek - gemeente Utrecht Inleiding In deze elfde Thermometer economische crisis worden de recente ontwikkelingen op belangrijke gemeentelijke

Nadere informatie

Conjunctuurenquête Nederland. Vierde kwartaal 2015

Conjunctuurenquête Nederland. Vierde kwartaal 2015 Conjunctuurenquête Nederland Vierde kwartaal 15 Ondernemers positiever over werkgelegenheid 16 Voorwoord Dit rapport geeft de belangrijkste uitkomsten van de Conjunctuurenquête Nederland van het vierde

Nadere informatie

Publiek gefinancierd energieonderzoek In opdracht van het ministerie van Economische Zaken

Publiek gefinancierd energieonderzoek In opdracht van het ministerie van Economische Zaken Publiek gefinancierd energieonderzoek 2016 In opdracht van het ministerie van Economische Zaken Inleiding Jaarlijks brengt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) in opdracht van het ministerie

Nadere informatie

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Flevoland

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Flevoland Derde kwartaal 2013 Conjunctuurenquête Nederland Inhoud rapport COEN in het kort Economisch klimaat Omzet Export Personeelssterkte Investeringen Winstgevendheid Toelichting De Conjunctuurenquête Nederland

Nadere informatie

KMO-Barometer 97,0 96,9 Q4 2012

KMO-Barometer 97,0 96,9 Q4 2012 De UNIZO KMO-barometer wordt sinds 17 opgemaakt en is dé conjunctuurindicator voor de Vlaamse KMO. De barometer wordt per kwartaal samengesteld aan de hand van een bevraging bij een representatief KMO-panel

Nadere informatie

Instroom en inschrijvingen

Instroom en inschrijvingen Instroom en inschrijvingen Minder studenten beginnen aan opleidingen in de sector Onderwijs... 2 Instroom pabo keldert in 2015 maar herstelt zich deels in 2016... 3 Minder mbo ers naar sector Onderwijs...

Nadere informatie

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het Jaarverslag 2013 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Starters zien door de wolken toch de zon

Starters zien door de wolken toch de zon M201206 Starters zien door de wolken toch de zon drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Starters zien door de wolken toch de zon Enkele jaren nadat zij met een bedrijf zijn begonnen, en met enkele jaren financieel-economische

Nadere informatie

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal 2015. Bedrijfsleven onveranderd positief

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal 2015. Bedrijfsleven onveranderd positief Conjunctuurenquête Nederland Tweede kwartaal 215 Bedrijfsleven onveranderd positief Voorwoord Dit rapport geeft de belangrijkste uitkomsten van de Conjunctuurenquête Nederland van het tweede kwartaal 215.

Nadere informatie

WERKGELEGENHEIDSBAROMETER VIERDE KWARTAAL 2014

WERKGELEGENHEIDSBAROMETER VIERDE KWARTAAL 2014 INDICATOREN VOOR WERKGELEGENHEIDSREALISATIE EN -VERWACHTINGEN, 2009-2014 In januari 2014 vond de vierde meting plaats van de Arbeidsmarktmonitor Metalektro 2014. Metalektrobedrijven keken hierin onder

Nadere informatie

COEN in het kort. Inhoud rapport. Toelichting. Nederland. Herstel komt in zicht. Conjunctuurenquête Nederland I rapport vierde kwartaal 2014

COEN in het kort. Inhoud rapport. Toelichting. Nederland. Herstel komt in zicht. Conjunctuurenquête Nederland I rapport vierde kwartaal 2014 Inhoud rapport COEN in het kort Economisch klimaat Omzet Export Personeelssterkte Investeringen Winstgevendheid Toelichting De Conjunctuurenquête (COEN) ondervraagt elk kwartaal ondernemers over onderwerpen

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Chris M. Jager Inleiding In juni en juli 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) bijna 360 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om

Nadere informatie

Vierde kwartaal 2013. Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Limburg

Vierde kwartaal 2013. Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Limburg Vierde kwartaal 2013 Conjunctuurenquête Nederland Inhoud rapport COEN in het kort Economisch klimaat Omzet Export Personeelssterkte Investeringen Winstgevendheid Toelichting De Conjunctuurenquête Nederland

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 8 Overall conclusie De kredietcrisis zorgt voor een terugval van de economische bedrijvigheid in Nederland die sinds het begin van de jaren tachtig niet is voorgekomen.

Nadere informatie

Conjunctuurenquête Technologische industrie. november 2016

Conjunctuurenquête Technologische industrie. november 2016 Conjunctuurenquête Technologische industrie november 2016 Voorzichtige groei in onzekere markt Het CBS kwam vorige week donderdag naar buiten met het bericht dat de positieve stemming onder ondernemers

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2018 bedroeg 119,0%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2018 bedroeg -0,6%. Het pensioenvermogen per

Nadere informatie

Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken

Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken Veranderingen tussen 1998 en 2005 Cyrille Koolhaas en Dr. Marc Willemsen Dit is een publicatie van STIVORO voor een rookvrije toekomst Correspondentieadres

Nadere informatie

Bijlage I: Woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2008

Bijlage I: Woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2008 Bijlage I: Woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2008 De prijs van de gemiddelde verkochte woning daalt met -0,3% licht in het 3 e kwartaal van 2008. De prijs per m 2 stijgt daarentegen licht met 0,3%. De prijsontwikkeling

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquête jaar 2017

Resultaten Conjunctuurenquête jaar 2017 Willemstad, april 2018 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Investeringsbelemmeringen... 3 Vertrouwen in de economie... 4 Vertrouwen in de toekomst... 5 Perceptie investeringsklimaat... 6 Conjunctuurindex... 7

Nadere informatie

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Utrecht

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Utrecht Derde kwartaal 2013 Conjunctuurenquête Nederland Inhoud rapport COEN in het kort Economisch klimaat Omzet Export Personeelssterkte Investeringen Winstgevendheid Toelichting De Conjunctuurenquête Nederland

Nadere informatie

Distributiekanalen van de verzekering: cijfers 2012

Distributiekanalen van de verzekering: cijfers 2012 DOSSIER Distributiekanalen van de verzekering: cijfers 2012 13 Distributiekanalen van de verzekering: cijfers 2012 Verzekeringsmakelaar blijft stand houden Onlangs verscheen het jaarlijkse rapport van

Nadere informatie

Bedrijfsleven optimistischer

Bedrijfsleven optimistischer Conjunctuurenquête Nederland tweede kwartaal 214: Bedrijfsleven optimistischer - Minder belemmeringen voor activiteiten - Ondernemers verwachten verbetering van economisch klimaat - Ondernemers minder

Nadere informatie

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk 30 FINANCIËLE SITUATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de financiële situatie van de Leidse burgers. In de enquête wordt onder andere gevraagd hoe moeilijk of gemakkelijk men rond kan komen met het

Nadere informatie

1.1 Bevolkingsontwikkeling 9. 1.2 Bevolkingsopbouw 10. 1.2.1 Vergrijzing 11. 1.3 Migratie 11. 1.4 Samenvatting 12

1.1 Bevolkingsontwikkeling 9. 1.2 Bevolkingsopbouw 10. 1.2.1 Vergrijzing 11. 1.3 Migratie 11. 1.4 Samenvatting 12 inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Bevolking 9 1.1 Bevolkingsontwikkeling 9 1.2 Bevolkingsopbouw 10 1.2.1 Vergrijzing 11 1.3 Migratie 11 1.4 Samenvatting 12 2. Ontwikkelingen van de werkloosheid 13 2.1 Ontwikkeling

Nadere informatie

Nieuwsbrief Zeeuwse arbeidsmarktmonitor Nummer 5: december 2015

Nieuwsbrief Zeeuwse arbeidsmarktmonitor Nummer 5: december 2015 Nieuwsbrief Zeeuwse arbeidsmarktmonitor Nummer : december 2 Zeeuwse ondernemers blijven gunstig gestemd Winstgevendheid bouwondernemers pas volgend jaar op peil Krapte aan personeel in sectoren ICT en

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

M200705. Werkgelegenheid bij startende bedrijven. drs. A. Bruins

M200705. Werkgelegenheid bij startende bedrijven. drs. A. Bruins M200705 Werkgelegenheid bij startende bedrijven drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2007 2 Werkgelegenheid bij startende bedrijven Van startende bedrijven wordt verwacht dat zij bijdragen aan nieuwe werkgelegenheid.

Nadere informatie

Marktontwikkeling koopwoningen

Marktontwikkeling koopwoningen 7 0,0 0, 0,20 0, 0,10 0,05 0,00 16 201 Het dieptepunt voorbij In 2012 werd de Amsterdamse woningmarkt hard geraakt door de Europese Schuldencrisis. De Amsterdamse woningmarkt verloor in 2012 in toenemende

Nadere informatie

1 Economie in Nederland: omslag of afkoeling? Intelligence Group, 7 november 2018 Auteur: Arjan Ruis

1 Economie in Nederland: omslag of afkoeling? Intelligence Group, 7 november 2018 Auteur: Arjan Ruis Intelligence Group, 7 november 8 Auteur: Arjan Ruis Economie in Nederland: omslag of afkoeling? Het gaat economisch gezien erg goed in Nederland. Sinds halverwege 3 is er onafgebroken sprake van economische

Nadere informatie

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs 1 Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs Factsheet oktober 2014 In 2013 heeft O+S in opdracht van de Amsterdamse Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) voor het eerst onderzoek gedaan naar de

Nadere informatie

Samenvatting Twente Index 2016

Samenvatting Twente Index 2016 Samenvatting Twente Index 2016 Kijk voor regionale en lokale data op www.twenteindex.nl INLEIDING De Twente Index wordt door Kennispunt Twente samengesteld in opdracht van de Twente Board. De Board wil

Nadere informatie

DONATEURSVERTROUWEN LIJKT STABIEL...

DONATEURSVERTROUWEN LIJKT STABIEL... Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Kien Het Nederlandse Donateurspanel In dit rapport leest u de laatste ontwikkelingen rondom het donateursvertrouwen

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken

Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Een van de informatiebronnen voor de ecb bij het voeren van het monetaire beleid is de Bank Lending Survey, een kwalitatieve kwartaalenquête naar

Nadere informatie

Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen uit 2016

Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen uit 2016 Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen uit 2016 Geldshop heeft uitgebreid onderzoek naar leningaanvragen in Nederland 2016 uitgevoerd. In totaal werd de data van 29.501 aanvragen

Nadere informatie