Nederlands investeringsklimaat voor Technostarters

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nederlands investeringsklimaat voor Technostarters"

Transcriptie

1 Nederlands investeringsklimaat voor Technostarters 6-meting April 2012 Tornado Insider In opdracht van AgentschapNL 1

2 Tornado Insider Tornado Insider is een activiteit van de pan-europese technologie research & media organisatie Emerging Technology Research Europe Inc. Voor ondernemers, investeerders en dienstverleners vormen wij een bron van informatie over high-tech Europa. Onze activiteiten bestaan uit research en verslaglegging. De basis van alle Tornado Insider activiteiten is s werelds meest uitgebreide database van Europese private technologiebedrijven en de investeringen die zij aantrekken. De combinatie van deze database met onze ongeëvenaarde kennis van de Europese technologiemarkt maakt Tornado Insider de partij voor vragen over de Europese technologie industrie. Met onze diensten en producten geven we waardevolle inzichten in technologietrends in Europa en het investeringsklimaat. Hiernaast leveren we concurrentie- en marktanalyses op maat en ondersteuning bij due diligence activiteiten. Emerging Technology Research Europe Inc Woodside Road Woodside CA USA research@tornado-insider.com Disclaimer Dit document is zo zorgvuldig mogelijk samengesteld. Desondanks kunnen onjuistheden voorkomen. Wij sluiten alle aansprakelijkheid uit voor enigerlei directe of indirecte schade, van welke aard dan ook, die voortvloeit uit of in enig opzicht verband houdt met het gebruik van de informatie in dit document. 2

3 Samenvatting Het beeld dat in de 6-meting naar voren komt, is dat van toegenomen onzekerheid bij zowel technostarters (hoofdstuk 1) als venture capital bedrijven (hoofdstuk 2). Uit de 5-meting bleek dat het ondernemersvertrouwen was toegenomen en ook het aantal investeringen. In de huidige meting was dit beeld echter veranderd. Een groot deel van de ondernemers gaf aan gevolgen te ondervinden van de crisis; er werden minder financieringen gemeld en ook waren er minder investeringen gepland voor de toekomst. Ook de VCs zijn een stuk voorzichtiger geworden. Dit blijkt niet zozeer uit de gerapporteerde deal-activiteit in 2011, maar wel uit het type investeringen (kleinere vroege fase-deals versus grotere vervolginvesteringen en meer high-tech deals) en het toegenomen pessimisme tijdens interviews. VCs waren minder optimistisch over het investeringsklimaat voor wat betreft aanbod van zowel technostarters als venture capital fondsen. Ze waren ook minder positief over het huidige economische klimaat en de exit-mogelijkheden dan tijdens de 5-meting. Analyse investeringsklimaat technostarters De 6-meting laat een significante daling zien van het aantal start- en eerste ronde-investeringen. De vorige meting liet nog een toename zien van eerste rondefinancieringen. Echter, de sterk opgaande trend die vanaf de 1-meting zichtbaar was, is abrupt tot een einde gekomen. De 6-meting laat het laagste percentage eerste ronde-investeringen ooit zien. Ook het aantal seed-investeringen is sterk gedaald ten opzichte van de vorige metingen. Er zijn sterke indicaties dat het aantal financieringen vanaf 2010 fors is afgenomen. Dit kan het gevolg zijn van een slecht investeringsklimaat in recente jaren. De 7-meting zal hier uitsluitsel over geven. Het aantal geplande investeringen is in deze 6-meting eveneens drastisch afgenomen. Het gemiddelde investeringsbedrag is 72% gedaald ten opzichte van de vorige meting. Er zijn echter wel minder kleine bedragen geïnvesteerd. Het gemiddelde investeringsbedrag dat in de eerste ronde is opgehaald, is bijna verdrievoudigd. Het gemiddelde bedrag voor seed-investeringen is gedaald. Zoals in de vorige metingen ook het geval was, haalden high-tech bedrijven gemiddeld het hoogste investeringsbedrag op. Opmerkelijk is dat in deze meting low-tech bedrijven, zowel in de seed- als in de eerste ronde, gemiddeld een hoger bedrag ophaalden dan medium-tech bedrijven. Medium-tech bedrijven haalden in de seed-ronde gemiddeld een hoger investeringsbedrag op dan in de eerste ronde. Voor high-tech en low-tech bedrijven was het tegenovergestelde het geval. Bedrijven met een hoog ambitieniveau haalden gemiddeld de hoogste investeringsbedragen op. Het gemiddelde bedrag neemt sterk af met een afnemend ambitieniveau. Het aantal ondernemers met een hoog ambitieniveau is gedaald ten opzichte van de voorgaande meting. 3

4 In deze meting zijn verschuivingen opgetreden in de verdeling van het gemiddelde investeringsbedrag van de verschillende typen investeerders. Venture Capital organisaties staan weer op de eerste plek. Ze investeerden gemiddeld de hoogste bedragen in startende bedrijven. De tweede plek wordt ingenomen door de verstrekkers van Subsidies. Deze stond in de 5- meting nog op een derde plaats onder de Business Angels (1) en Venture Capital organisaties (2). De derde plek in de huidige meting wordt ingenomen door Bedrijven. Pas op de vierde plaats staan Business Angels. Het aandeel van banken in seed-investeringen blijft afnemen. De 6-meting toont een daling in het aantal financieringsaanvragen bij banken, evenals in het percentage goedgekeurde aanvragen. Veel ondernemers hebben hun geloof in het bancaire systeem verloren. Banken zijn in hun ogen te voorzichtig ten aanzien van starters en stellen te hoge eisen. In eerste instantie wisten veel ondernemers niet wat business angels waren. Na een korte uitleg bleek tweederde van de geïnterviewden toch wel bekend te zijn met het concept. Meningen over financiering door deze groep investeerders verschilden. Sommigen zagen business angels als sparringpartners, omdat ze meedachten over de gang van zaken bij het bedrijf en omdat ze over kennis en ervaring beschikten. Anderen beschouwden ze als een gunstiger vorm van financiering dan banken. Tegengeluiden waren dat business angels zich al snel eigenaar van een bedrijf of een concept voelden, of dat ze een te hoog rentepercentage eisten. In de huidige meting is de geïnterviewden voor de tweede keer gevraagd naar hun ervaring met business angel netwerken. De meerderheid van de ondernemers was niet op de hoogte dat er in Nederland meerdere business angel netwerken actief zijn. De overheid heeft door middel van het verstrekken van subsidies grote bedragen geïnvesteerd in technostarters. Ten opzichte van de afgelopen metingen zijn er wel meer subsidies afgekeurd, of loopt de beoordeling van de aanvraag nog. In deze meting zijn de meeste subsidies aangevraagd door high-tech bedrijven. Low-tech ondernemingen komen op de tweede plaats. De meeste goedkeuringen van subsidies betroffen high-tech bedrijven. Er zijn meer subsidieaanvragen goedgekeurd bij low-tech bedrijven dan bij medium-tech bedrijven. Een groot deel van de aanvragen bij medium-tech bedrijven liep nog ten tijde van de interviews. De meningen van de ondernemers over subsidies waren verdeeld. Vaak kaartten ze aan dat het proces om een subsidie aan te vragen te ingewikkeld en tijdrovend was. Ook vonden ze het niet duidelijk voor welke subsidies ze in aanmerking kwamen. Ondernemers zijn pessimistischer in hun verwachtingen over het economische klimaat en de gevolgen voor hun bedrijf. Het merendeel van de ondernemers verwacht dat het huidige economische klimaat zal aanhouden op de korte termijn. Ze denken dat het ergste nog zal komen. Sommigen zijn positiever en geven aan, dat als ze kunnen overleven in het huidige economische klimaat, het aanzienlijk beter zal gaan wanneer de economie weer aantrekt. 4

5 Analyse venture capital klimaat Sinds de uitbraak van de kredietcrisis in 2007 is de economie in Europa aan het kwakkelen. Hierdoor nam het aantal venture capital-investeringen na vijf jaar groei niet verder toe. De investeerders bleven echter wel actief en de deal-activiteit bleef hoog en stabiel. Opvallend was verder dat het aandeel vroege fase-investering in 2010 daalde tot 45%. Het aantal venture capital-investeringen in Nederlandse technologieondernemingen schommelde de afgelopen jaren rond de 100, precies het aantal dat in 2011 werd gerapporteerd. Dit was één investering meer dan in In totaal haalden deze ondernemingen 277 miljoen op; een daling van 6% ten opzichte van Dit betekent een verdere voortzetting van de daling in het totaal geïnvesteerd kapitaal sinds De gemiddelde deal-grootte daalde met 6% naar 2,8 miljoen in Het aandeel van grote investeringen groter dan 5 miljoen daalde voor het vijfde opeenvolgende jaar. In 2011 werden relatief veel deals tussen en 2,5 miljoen gedaan: 37%. In 2010 was dit 25% in Het aandeel vroege fase-investeringen in Nederland nam iets toe van 45% in 2010 tot 50% in Dit was de eerste toename in het aandeel vroege fase sinds een piek in 2006 (77%). De vroege fase-investeringen haalden slechts 23% van het totaal bedrag op. Uit de analyse blijkt dat het verschil in het vroege fase-aandeel voor deal-activiteit ten opzichte van het opgehaald bedrag groter is in jaren van dalende VC activiteit. VCs investeren in onzekere tijden minder vaak in de vroege fase. Bovendien investeren ze minder geld per vroege fase-deal ten opzichte van latere fasedeals. Seed-fondsen die worden ondersteund via de Seed Capital-regeling van het Ministerie van EL&I waren in 2011 betrokken bij 82% van de vroege fase-deals. Het Nederlandse aandeel in Europese VC deal-activiteit steeg van 6,2% in 2010 naar 6,9% in Europa liet in tegenstelling tot Nederland een lichte daling in het aantal investeringen zien. Er waren in verschillende investeerders actief. Dit is 5 meer dan in 2010 en het hoogste aantal sinds Opvallend was dat er in 2011 gemiddeld 1,8 investeerders deelnamen per deal. Dit betreft het hoogste gemiddelde sinds Omgekeerd was er een daling in het gemiddelde aantal deals per investeerder van 1,09 deals in 2010 tot 1,04 in Alleen in de jaren van de Internet crisis werden lagere gemiddeldes gemeten. Het meeste actief waren weer de regionale investeerders. Deze waren betrokken bij 46% van alle deals. De deal-activiteit van de Seedfondsen steeg met 4 deals tot 31 (30%) in Buitenlandse VCs lieten een lichte afname in activiteit in Nederland zien: van 38% van alle deals in 2010 naar 34% in In totaal waren 33 buitenlandse VCs actief, 2 minder dan in Net als in 2010 waren Amerikaanse VCs het meest actief in Computerservice- en informatietechnologiebureaus blijft de meest populaire sector voor VCs in Nederland. Het haalde in % van het totaal aantal deals op. De in de 5-meting aangegeven verschuiving binnen deze sector 5

6 van Internet-gerelateerde deals naar Software investeringen zette door. Het aandeel Software investeringen nam toe van 21% van alle tech deals in 2010 naar 25% in De sector Instrumenten kwam in 2011 op de tweede plek met 15% van alle deals (11% in 2010). Farmaceutische producten haalde van alle sectoren het meeste kapitaal op in 2011 (31% van het totaal). Computerservice- en informatietechnologiebureaus volgde met een 24% aandeel. Uit de analyse van de Tornado Insider sectoren blijkt dat 2011 een topjaar was voor Biotechnology & Healthcare bedrijven. Deze bedrijven haalden 31% van alle deals op, het hoogste aandeel dat ooit voor deze sector is gemeten. De technologiecomponent van de venture capital investeringen nam toe van 72% high-tech in 2010 naar 78% in Een hoog aandeel high-tech is vaak een indicatie van een onzeker investeringsklimaat. Ook uit de interviews met VCs kwam een beeld van een onzeker investeringsklimaat. De meeste VCs gaven aan geen verschillen in activiteit te verwachten voor De economische situatie van de afgelopen jaren heeft sommige VCs voorzichtig gemaakt. Hierbij zijn vooral vervolginvesteringen een bron van zorg. De investeerders waren ook minder positief over het huidige economische klimaat en de exitmogelijkheden dan tijdens de 5-meting. Ook toonden de geïnterviewde VCs tijdens de huidige studie meer twijfel in hun voorspellingen over het aanbod van technostarters en van venture capital in Nederland. Er werden weinig nieuwe VC fondsen verwacht in de komende jaren. De VCs waar tijdens de 6-meting mee was gesproken, waren minder positief over het co-investeren met informele investeerders. Ze vonden wel dat dit type investeerders een belangrijke rol kan spelen in het financieren en ondersteunen van starters, maar dan moeten ze wel aan bepaalde eigenschappen voldoen. De meest genoemde was het hebben van sectorkennis. Sommige VCs waren niet enthousiast over de bijdrage van netwerken van investeerders. De geïnterviewde investeerders waren opvallend positief over het beleid van de overheid in de afgelopen jaren. Vooral de aandacht van de overheid voor vervolginvesteringen werd geprezen. De VCs bleken positiever over het belang van hun eigen rol. Hierbij werden vooral het stimuleren van innovatie en het selecterend vermogen vaak genoemd. Punt van zorg was het tegenvallende rendement van Nederlandse VCs. 6

7 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Analyse investeringsklimaat technostarters... 3 Analyse venture capital klimaat... 5 Inleiding Investeringsklimaat voor Technostarters Methodiek Investeringen Jaarverdeling seed-investeringen Jaarverdeling eerste ronde-financieringen Investeringsactiviteit per jaar Gemiddeld investeringsbedrag per sector Gemiddelde investeringsbedragen per technologieniveau Gemiddelde investeringsbedragen per type investeerder De rol van banken De rol van business angels De rol van subsidies Ambities van technostarters Achtergrond ondernemers en ondernemingen Spin-offs Het huidige economische klimaat Venture Capital klimaat Methodiek Venture capital-investeringen Venture capital-activiteit Positie Nederlands venture capital in Europa Activiteit investeerders in Nederland Rondeverdeling venture capital Sectorverdeling venture capital Technologieniveau van venture capital-investeringen Venture Capital sentimenten De verwachtte investeringsactiviteit bij de 5-meting Investeringen in komende 12 maanden Invloed economische situatie op venture capital-markt Investeringsklimaat voor de technostarter Rol van informele investeerders in de venture capital-markt Rol van de overheid op venture capital in Nederland Rol van de venture capitalisten in Nederland Andere typen financiers in Nederland Bijlage I: Sectoren - Standaard Bedrijfsindeling (SBI 93)...60 Bijlage II: Sectoren Tornado Insider...61 Bijlage III: Sectoranalyses 6-meting op basis van TI sectoren...63 Bijlage IV: Verdeling Tornado Insider sectoren over SBI sectoren - Technostarter interviews...65 Bijlage V: Verdeling Tornado Insider sectoren over SBI sectoren - VC in Nederland...67 Bijlage VI: Vragenlijst Technostarters...70 Bijlage VII: Vragenlijst interviews VCs - investeringsklimaat

8 Lijst van figuren Investeringsklimaat voor Technostarters Figuur 1: Jaarverdeling eerste ronde-financieringen per meting Figuur 2: Gemiddeld bedrag seed- en eerste ronde-investeringen Figuur 3: Verdeling seed-rondes per investeringsjaar Figuur 4: Verdeling eerste rondes per investeringsjaar Figuur 5: Succespercentage start- en eerste ronde-investeringen Figuur 6: Gemiddeld investeringsbedrag per SBI-sector Figuur 7: Gemiddeld investeringsbedrag per technologieniveau Figuur 8: Gemiddeld investeringsbedrag per type investeerder Figuur 9: Verdeling deal-groottes per type investeerder Figuur 10: Verdeling type investeerders over alle investeringen per ronde Figuur 11: Samenwerking ondernemers en banken Figuur 12: Aanvragen en toewijzingen per bank Figuur 13: Samenwerking ondernemer en business angel Figuur 14: Bereiken business angels Figuur 15: Subsidieaanvragen per technologieniveau Figuur 16: Succes bij aanvraag subsidies Figuur 17: Hoofdambities per technologieniveau Figuur 18: Ambitie per technologieniveau Figuur 19: Gemiddeld opgehaalde investering per ambitieniveau Venture Capital klimaat Figuur 20: VC investeringen in Nederlandse technologiebedrijven per jaar Figuur 21: Gemiddeld VC investeringsbedrag in Nederland per jaar Figuur 22: Grootteverdeling VC investeringen in Nederland per jaar Figuur 23: Aandeel NL in Europese technologie venture capital activiteit Figuur 24: Aantal actieve investeerders in Nederland per jaar Figuur 25: Aandeel regionale fondsen in Nederlandse VC investeringen Figuur 26: Aandeel Seed-fondsen in Nederlandse VC investeringen Figuur 27: Aantal buitenlandse versus Nederlandse actieve VCs per jaar Figuur 28: Aandeel top 7 landen bij investeringen met buitenlandse VCs Figuur 29: Rondedistributie VC investeringen in Nederland per jaar Figuur 30: Rondedistributie VC financiering in Nederland per jaar Figuur 31: Sectordistributie aantal VC investeringen in Nederland per jaar Figuur 32: Sectordistributie geïnvesteerd VC bedrag in Nederland per jaar Figuur 33: Verdeling VC in Nederland over high-, medium- en low-tech Bijlage III: Sectoranalyses 3-meting op basis van TI sectoren Figuur A: Gemiddeld investeringsbedrag per sector interviews technostarters 68 Figuur B: Sectordistributie geïnvesteerd VC in Nederland per jaar 69 Figuur C: Sectordistributie aantal VC investeringen in Nederland per jaar 69 8

9 Inleiding De in dit rapport beschreven 6-meting is de zevende opeenvolgende studie naar het Nederlandse investeringsklimaat voor technostarters. Deze monitor is in 2005 gestart in opdracht van TechnoPartner, een overheidsinitiatief dat inmiddels onder AgentschapNL valt. TechnoPartner was opgezet met als doel het klimaat voor technostarters in Nederland te verbeteren. Een belangrijk onderdeel was de oprichting van de Seed Capital-regeling in Deze had als doel om de Nederlandse risicokapitaalmarkt voor jonge technologiebedrijven te stimuleren. Venture capital fondsen (VCs) die willen investeren in technostarters, kunnen een lening aanvragen bij AgentschapNL. Deze lening mag maximaal even groot zijn als het private inlegbedrag van het fonds, tot een maximum van 4 miljoen. Er zijn sinds de oprichting 36 seed fonds-aanvragen gehonoreerd. Tornado Insider voert de jaarlijkse metingen uit om de financieringsmogelijkheden voor bedrijven en de sentimenten in de markt inzichtelijk te maken en het effect van het werk van AgentschapNL op deze indicatoren te meten. Om de veranderingen in de markt inzichtelijk te maken, wordt er een vergelijking gemaakt met de gegevens van de voorgaande metingen. Verder worden ook de verwachtingen voor 2012 behandeld. In navolging van de eerdere metingen is de rapportage tweeledig. Het eerste onderdeel richt zich specifiek op de starters en hun wensen en succes bij het ophalen van financiering. Onderzocht zijn 'seed'- en 'eerste ronde'- investeringen in technologiebedrijven die opgericht zijn in 2009 en Hierbij is ook ingegaan op het investeringsniveau per sector en het belang van verschillende bronnen van financiering. Het tweede onderdeel geeft een overzicht van het venture capital klimaat voor technologieondernemingen in Nederland en hoe de ontwikkelingen zich verhouden tot die in andere Europese landen. Naast een kwantitatieve analyse van de venture capital-activiteit, geeft het hoofdstuk inzicht in de investeringsplannen van de investeerders, hun visie op het huidige klimaat voor technostarters, de rol van VCs in Nederland en alternatieve bronnen van financiering. Door de combinatie van de gelimiteerde schaal van de studie en een breed en complex onderzoeksgebied, zijn de kwantitatieve resultaten indicatief. De kwalitatieve analyses geven een representatief beeld van de sentimenten in de markt. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen voor AgentschapNL een waardevolle bijdrage leveren aan de sturing van nieuwe initiatieven. 9

10 1 Investeringsklimaat voor Technostarters Tijdens de 5-meting zat de economie in een lichte klim ten opzichte van het jaar daar voor. Deze trend heeft zich niet doorgezet in de huidige 6-meting. Veel ondernemers gaven in de 6-meting aan dat ze in de volgende 1 á 2 jaar nog geen duidelijke verbetering van het economische klimaat verwachten, maar dat het ergste al achter de rug is. In dit eerste hoofdstuk wordt de positie van startende technologiebedrijven besproken op basis van een analyse van hun financieringsbehoeftes en ervaringen. Eerst zullen de opgehaalde seed- en eerste ronde-investeringen worden besproken, daarna wordt de rol van business angels en business angel netwerken besproken. Daarop volgen de rol van banken en subsidies. Als laatste zal worden ingegaan op de exit-strategieën van de ondernemers, het economische klimaat en de invloed daarvan op startende technologiebedrijven. 1.1 Methodiek 250 eigenaren van Nederlandse technologiebedrijven die zich in 2009 of 2010 hebben ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK) zijn geïnterviewd. In deze studie wordt de volgende definitie van technologiebedrijven gebruikt: Ondernemingen die technologie creëren of als essentieel onderdeel gebruiken in hun producten en/of serviceaanbod. In 2008 zijn de internationale bedrijfsindelingen en de daarop gebaseerde Standaard Bedrijfsindeling (SBI) gereviseerd. In dit rapport is de SBI 2008 vertaald naar SBI 93. Op deze manier is het mogelijk de resultaten van deze meting met de eerdere metingen te vergelijken. Bij het samenstellen van de steekproef zijn specifieke technologie-gerelateerde sectoren gebruikt. Deze worden weergegeven in bijlage 1. Uit eerdere metingen is gebleken dat de financieringsbehoefte van ondernemingen gerelateerd is aan het technologieniveau. Daarom zijn de SBI-sectoren onderverdeeld in verschillende technologieniveaus. Ook is het individuele niveau van de ondernemingen losgekoppeld van de SBIsectorindeling. In deze indeling zijn high-tech bedrijven ontwikkelaars van technologie - in de vorm van een product, intellectueel eigendom, of anders - die zich differentiëren ten opzichte van de norm. Medium-tech bedrijven hebben een duidelijke technologiecomponent in hun activiteiten, hoewel deze overwegend niet differentiërend is. Bedrijven zijn als low-tech geclassificeerd wanneer hun activiteiten weinig of geen technologische component lieten zien, maar bijvoorbeeld sterk kennis- of conceptgedreven waren. Voorbeelden hiervan zijn technische consultancy s en architectenbureaus. Omdat de door Tornado Insider gehanteerde sectorverdeling (bijlage 2) beter aansluit op de focus en het jargon van investeerders, worden de sector-gebonden analyses ook voor deze sectoren gemaakt. Deze zijn weergegeven in bijlage 3. Bijlage 4 geeft het verband tussen de SBIindeling en de Tornado Insider-sectoren aan de hand van de activiteiten van de geïnterviewde technostarters. 10

11 In totaal zijn voor deze 6-meting 250 technologische starters telefonisch geïnterviewd. De hiervoor gebruikte vragenlijst is als bijlage 6 opgenomen in het rapport. 11

12 1.2 Investeringen Deze paragraaf omvat alle seed- en eerste ronde-investeringen die zijn opgehaald en investeringen die ondernemers verwachtten in de toekomst op te halen. Waar relevant worden de resultaten vergeleken met die van vorige metingen Jaarverdeling seed-investeringen Aantal seedinvesteringen is sterk gedaald t.o.v. 5-meting Gemiddelde bedrag seed-investeringen is ook gedaald Hoge seedinvesteringen door VCs en verstrekkers van subsidies Gemiddelde dealgrootte over alle investeringen is 72% afgenomen In de 4- en 5-meting lag het percentage opgehaalde seed-investeringen op 92% van het totaal aantal bedrijven. In de huidige 6-meting gaf slechts 62% van de ondernemers aan een seed-investering te hebben gedaan. Net zoals in de vorige jaren werd het grootste deel van de seed-investeringen opgehaald in het startjaar: 68% van het totaal aantal seed deals. In de 4-meting was het gemiddelde bedrag dat ondernemers hadden opgehaald in de seed-ronde zonder correctie en met correctie. Correctie houdt in dat de extreem hoge (hoger dan 3 miljoen) en extreem lage (kleiner dan 1000) bedragen niet zijn meegenomen in de analyse. In de 5-meting was dit met correctie en zonder correctie. In de huidige meting was de gemiddelde seed-investering gedaald naar zonder correctie. Correctie heeft het gemiddelde nagenoeg niet veranderd ( ). Dit betekent dat de gemiddelde deal-grootte voor seed-rondes sterk is gedaald ten opzichte van de gecorrigeerde bedragen in de vorige metingen. Het hoogste bedrag in deze meting was opgehaald door een bedrijf dat zich bezighoudt met de vervaardiging van instrumenten: 1,3 miljoen. Gemiddeld werden de hoogste bedragen tijdens de seed-rondes gefinancierd door Venture Capital organisaties en verstrekkers van subsidies. Het gemiddelde investeringsbedrag over alle rondes heeft de opwaartse trend van de afgelopen jaren niet weten door te zetten. In de 3-meting was het gemiddelde bedrag , in de 4-meting en in de 5- meting In de 6-meting was het gemiddelde met 72% gedaald tot slechts Jaarverdeling eerste ronde-financieringen Opgaande trend eerste rondefinanciering gestopt tijdens 6-meting: laagste percentage ooit gemeten Vanaf de 1-meting was er een sterk opgaande trend in het aantal opgehaalde eerste ronde-investeringen in Nederland. In de 3-meting gaf 23% van de ondernemers aan een eerste ronde-financiering te hebben opgehaald, in de 4-meting was dit 38% en in de 5-meting 45%. In de 6- meting kwam resoluut een einde aan deze stijgende lijn. Slechts 4% van de ondernemers in deze studie gaf aan een eerste ronde te hebben opgehaald. Dit is een significante afname ten opzichte van alle andere metingen en het laagste percentage ooit gerapporteerd in dit onderzoek. In de 6-meting had 36% van de geïnterviewden zelf in een eerste ronde geïnvesteerd, een forse daling ten opzichte van de 5-meting (70%). 12

13 De vorige studie gaf aan dat er vanaf de 2-meting een sterke stijging was in het aantal kleine eerste ronde-deals (kleiner dan 5.000) tot 39 in de 5- meting. In de huidige studie haalde maar één ondernemer een eerste ronde-investering onder de op. Figuur 1: Jaarverdeling eerste ronde-financieringen per meting 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% Zelfde jaar 2 volgende jaren Toekomst 13% 20% 13% 25% 21% 21% 38% 42% 23% 23% 10% 5% 0% 7% 5% 2% 1% 0-meting (n=250) 1-meting (n=265) 2-meting (n=267) 3% 3-meting (n=260) 1% 4-meting (n=258) 3% 5-meting (n=252) 4% 2% 2% 6-meting (n=250) Recente afname eerste rondes Gemiddeld eerste ronde bedrag neemt sterk toe; relatief groot aandeel VCs Zeer weinig toekomstinvesteringen gepland Figuur 1 toont de jaarverdeling van de eerste ronde-investeringen op basis van de startdatum van de technostarters. De grafiek geeft percentages van het totaal aantal geïnterviewde ondernemers in elke meting. In de 5-meting was het percentage in de eerste ronde-financieringen die in de eerste twee jaar na het startjaar worden aangetrokken hoger dan in de 4-meting. Het lage aantal eerste ronde-financieringen in de 6-meting komt vooral door de sterke afname in het percentage van de investeringen aangetrokken in de twee jaar na het startjaar: van 42% tot 2%. Dit is een indicatie van een verslechterd investeringsklimaat in recente jaren. De analyse in paragraaf gaat hier verder op in. Eerste ronde-investeringen in het zelfde jaar komen in elke meting weinig voor, maar waren in de huidige studie met 2% lager dan de 3% in de 5-meting. Figuur 2 laat zien dat de gemiddelde eerste ronde-bedragen in de 6-meting sterk waren gestegen ten opzichte van de vorige metingen. In de 4-meting was het gemiddeld opgehaalde bedrag gedaald naar In de 5- meting was dit gestegen tot In de huidige meting was het verder gestegen tot Meer dan de helft van de eerste rondes was (mede)gefinancierd door VCs. Dit gecombineerd met het lage aantal van deze investeringen is een verklaring voor het relatief hoge gemiddelde. Naast het lage aantal gerapporteerde eerste ronde-investeringen in de 6- meting, waren er ook weinig gepland voor de toekomst. Slechts 4% van de ondervraagden verwachtte een eerste ronde-financiering op te halen (Figuur 1). Dit was een aanzienlijke daling ten opzichte van de voorgaande metingen. Vanaf de 1-meting lag dit percentage bij elke studie op 20% of hoger; in de 3-meting 18%, in de 4-meting 22% en in de 5-meting zelfs 13

14 37%. In de 6-meting was er was maar één ondernemer die een tweede ronde verwachtte op te halen (0,4%). Over alle rondes verwachtten de ondernemers in de 6-meting gemiddeld op te halen. Dit is een sterke daling ten opzichte van de 5-meting met In de 4-meting was dit Figuur 2: Gemiddeld bedrag seed- en eerste ronde-investeringen meting 1-meting 2-meting 3-meting 4-meting 5-meting 6-meting Start Eerste Ronde Investeringsactiviteit per jaar Op de 0-meting na, is er in elke meting een overlap met het voorgaande jaar. In de 5-meting zijn bijvoorbeeld ondernemers geïnterviewd die zijn gestart in 2008 of 2009 terwijl in de 6-meting ondernemers zijn geïnterviewd die in 2009 en 2010 zijn gestart De analyse in deze paragraaf bevat combinaties van de resultaten van de verschillende metingen. Op deze manier wordt inzicht verkregen in het succes bij het ophalen van financiering per jaar. Figuur 3 geeft de succespercentages van seed-rondes per jaar weer en Figuur 4 van de eerste ronde-investeringen. Uit Figuur 3 kan worden afgelezen dat 74% van de ondernemingen die in 2005 zijn opgericht, hetzelfde jaar een seedinvestering ophaalde. 8% van de ondernemingen die in 2004 zijn gestart haalde in 2005 hun startinvestering op. 2% van de ondernemers die in 2003 zijn gestart, haalde in 2005 hun seed-investering op. Voor de ondernemers die zich in 2010 en 2011 hebben ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en in hetzelfde jaar hebben geïnvesteerd, zijn nog geen gegevens beschikbaar. De data zijn alleen volledig voor de investeringsjaren 2005 tot en met Elk volledig investeringsjaar is berekend met data uit drie metingen. In de figuren 3 en 4 zijn de gegevens voor 2010 gebaseerd op data uit de 5- en 6 meting. Deze zullen in de 7-meting verder worden aangevuld. 14

15 Figuur 3: Verdeling seed-rondes per investeringsjaar 80% 70% 60% 74% 58% 69% 71% 65% Zelfde jaar gestart Jaar eerder gestart Twee jaar eerder gestart 50% 40% 30% 20% 10% 0% 38% 20% 15% 12% 11% 8% 7% 4% 2% 4% 1% 3% 2% 1% 3% Uit Figuur 3 blijkt duidelijk dat het grootste gedeelte van de seedinvesteringen werd opgehaald in het startjaar. Nadat in % van de seed-investeringen werden opgehaald door bedrijven die in dat jaar waren gestart, lieten 2005 en 2006 een lager succespercentage zien (respectievelijk 74% en 58%). De jaren 2007 en 2008, lieten vervolgens een stijging zien naar respectievelijk 69% en 70%. In 2009 zakte het weer naar 65%. Figuur 4: Verdeling eerste rondes per investeringsjaar 40% 35% Zelfde jaar gestart Jaar eerder gestart 37% 30% 25% Twee jaar eerder gestart 27% 20% 16% 19% 15% 10% 5% 0% 12% 10% 8% 9% 6% 5% 3% 3% 3% 3% 3% 1% 1% 1% 0% % Investeringsjaar 2010 geeft indicatie van verslechtering financieringsmogelijk heden tech starters Het percentage ondernemers dat een jaar na de oprichting een seedinvestering ophaalde, steeg van 7% in 2006 naar 20% in De gegevens uit 2010 zijn nog niet compleet; ongeveer drie kwart van de investeringen voor dat jaar zijn echter al binnen. Tijdens de 7-meting zullen 15

16 de gegevens worden aangevuld. De huidige gegevens geven al wel een indicatie van een sterk neergaande trend. Er is een sterke daling van seedrondes in het startjaar (naar 38%) en van seed-rondes van bedrijven die in 2009 zijn gestart (4%), terwijl het aandeel van bedrijven uit 2008 was gezakt naar 1% voor 2010 investeringen. Deze twee laatstgenoemde waardes zullen niet meer veranderen in de 7-meting. De stijging van eerste rondeinvesteringen zet niet door; sterke indicatie van een daling vanaf 2010 Figuur 4 toont dat in alle jaren de meeste eerste ronde-investeringen in de eerste twee jaar na de oprichting werden opgehaald. Vanaf 2007 is er een sterke stijging in opgehaalde eerste rondes. In 2008 bedroeg het percentage eerste rondes dat in het eerste jaar na oprichting werd opgehaald 27%, dat van twee jaar oude starters bedroeg 16%. In 2009 is het percentage dat een jaar eerder is gestart, gestegen tot maar liefst 37%. 10% van de twee jaar oude bedrijven, haalde in 2009 een eerste ronde op. Net zoals voor de seed rondes (figuur 3) geeft Figuur 4 een indicatie van een sterke daling van het aantal eerste rondes sterk vanaf Evenals in de vorige drie metingen is het succespercentage voor start- en eerste ronde-financieringen van het totaal geïnterviewde ondernemers per jaar bepaald. Dit is weergegeven in Figuur 5. In 2005 haalde 35% van de bedrijven een investering op. Dit daalde in 2006 naar 30%. In 2007 steeg dit naar 40%, deze stijgende trend bleef zich doorzetten tot 2009 (52%). In 2010 is dit gedaald tot 35%. Hierbij moet rekening worden gehouden met het feit dat er nog data van de 7-meting ontbreken. Figuur 5: Succespercentage start- en eerste ronde-investeringen 60% 50% 49% 52% 40% 30% 35% 30% 40% 35% 20% 10% 8% 0% Het hoogste bedrag werd opgehaald in de sector verv. van instrumenten Gemiddeld investeringsbedrag per sector Figuur 6 geeft het gemiddelde investeringsbedrag per sector weer voor bedrijven die in 2009 en 2010 zijn begonnen. Het aantal investeringen (n) per sector wordt ook weergegeven. Doordat in deze meting geen extreme waarde is waargenomen, is een correctie niet nodig geweest. Het hoogste 16

17 Sectoren met hoge productiekosten haalden hogere investeringsbedragen op bedrag is binnengehaald door een bedrijf dat zich bezighoudt met de vervaardiging van instrumenten. Het opgehaalde bedrag is 1,1 miljoen. Ondernemingen actief in sectoren met relatief hoge productiekosten kenden gemiddeld de hoogste investeringsbedragen. Dit beeld was ook duidelijk waarneembaar in de voorgaande metingen. De sectoren vervaardiging van instrumenten ( ) en Computerservice- en informatietechnologiebureaus ( ) kenden de hoogste investeringsbedragen. Hierbij dient opgemerkt te worden dat relatief weinig bedrijven in de eerste sector actief zijn. Dit heeft geleid tot een laag aantal geïnterviewde ondernemingen waardoor het gemiddelde sterk beïnvloed is door een relatief hoog investeringsbedrag. Figuur 6: Gemiddeld investeringsbedrag per SBI-sector Totaal Instrumenten Computerservice- en informatietechnologiebureaus Audio-, video- en telecommunicatieapparatuur en -onderdelen Speur- en ontwikk. Werk Machines en apparaten Groothandel in machines, apparaten en toebehoren Architect/ingenieursburea voedingsmiddelen- en dranken Kantoormachines en computers Overige elektrische machines, apparaten en benodigdheden n=12 n=3 n=2 n=11 n=1 n=1 n=1 n=118 n=76 n=3 n= Meeste investeringen waren in Computerservice en IT bureaus Evenals in de afgelopen twee metingen, vond het hoogst aantal investeringen plaats in de sector Computerservice- en informatietechnologiebureaus. Elk jaar schrijven veel webdesign- en softwarebedrijven zich in bij de Kamer van Koophandel. Dit leidt tot een groot aandeel van deze sector in de steekproef van de metingen. In de 4- meting gaven ondernemers aan terughoudend te zijn in het investeren in hun onderneming vanwege het economische klimaat. Het gemiddelde investeringsbedrag bedroeg toen In de 5-meting was het gemiddelde investeringsbedrag in deze sector gestegen tot In de 6-meting was het bedrag gedaald tot Er is vrij veel verschuiving in de positie van het gemiddelde investeringsbedrag per SBI-sector. Geen enkele sector staat in deze meting op dezelfde plaats. De meeste sectoren die in de vorige meting een relatief hoog gemiddeld investeringsbedrag hadden, zijn ook in de huidige 6-meting hoog uitgekomen. Een uitzondering vormt de sector overige elektrische machines, apparaten en benodigdheden. Deze stond in de 5-meting op de eerste plaats, en in de 6-meting op de laatste. De eerste 5 plekken werden in de 6-meting ingenomen door 5 uit de top 6 sectoren van de afgelopen meting. 17

18 1.2.5 Gemiddelde investeringsbedragen per technologieniveau High-tech bedrijven haalden gemiddeld het hoogste bedrag op in seed- en eerste rondes In Figuur 7 worden de gemiddelde investeringsbedragen voor seed- en eerste ronde-financieringen per technologieniveau weergegeven. Net zoals in de vorige metingen nam in de 6-meting bij toenemend technologieniveau de grootte van de gemiddelde bedragen toe. De hoogste investeringsbedragen werden opgehaald door high-tech bedrijven in zowel. de seed- als in de eerste rondes. Het gemiddelde bedrag voor seedinvesteringen was en voor eerste ronde-investeringen zonder correctie. Met correctie zijn de bedragen hetzelfde. Dit is een stijging vergeleken met de laatste gecorrigeerde meting, maar een daling ten opzichte van de niet-gecorrigeerde waarden in de 5-meting. In de 4-meting waren de gecorrigeerde eerste ronde-investeringen erg laag met gemiddeld slechts per deal. In totaal haalden high-tech ondernemingen een gemiddeld bedrag op van De gemiddelde investeringsbedragen (van seed- en eerste ronde samen) verschilden aanzienlijk in de afgelopen metingen. Zo werd in de 5- meting gemiddeld opgehaald, in de 4-meting , in de 3- meting en in de 2-meting Figuur 7: Gemiddeld investeringsbedrag per technologieniveau Low-tech 1e ronde Start Medium-tech High-tech Medium-tech bedrijven haalden gemiddeld de laagste bedragen op Seed-investeringen in high-tech blijft hoog Een opvallend verschil ten opzichte van de 5-meting is dat low-tech bedrijven gemiddeld een hoger investeringsbedrag dan medium-tech ophaalden, in zowel de start- als de eerste ronde. In de voorgaande metingen haalden low-tech bedrijven gemiddeld de laagste investeringsbedragen op (in de 5-meting ). Het gemiddelde in de huidige meting kwam uit op Medium-tech bedrijven haalden in de 6-meting slechts een gemiddeld bedrag op van (seed en eerste ronde ). Dit is aanzienlijk lager dan de 5-meting (seed en eerste ronde ). In lijn met de voorgaande metingen gaf een hoog percentage (95%) van de high-tech bedrijven aan, gebruik te hebben gemaakt van een seed- 18

19 Sterke daling eerste ronde-financieringen investering. Van de medium- en low-tech ondernemingen heeft echter respectievelijk slechts 58% en 64% een seed-investering opgehaald. Dit is aanzienlijk lager dan in de voorgaande metingen. In de 5-meting haalde nog 93% van de medium-tech bedrijven en 89% van de low-tech bedrijven een seed-investering en in de 4-meting beide 92%. Het aantal eerste ronde-financieringen is ook sterk gedaald ten opzichte van de voorgaande jaren. High-tech bedrijven haalden in 24% van de gevallen een eerste ronde-investering op, tegenover 58% in de vorige meting. Medium-tech bedrijven haalden slechts in 3% van de gevallen een eerste rondeinvestering op vergeleken met 48% in het jaar daar voor. Low-tech bedrijven haalden in 1% van de gevallen een eerste ronde-investering op. Dit is ook een duidelijk daling ten opzichte van het afgelopen jaar toen nog 36% aangaf een eerste ronde-financiering te hebben opgehaald Gemiddelde investeringsbedragen per type investeerder Venture Capital organisaties investeren gemiddeld de hoogste bedragen In Figuur 8 zijn de gemiddelde bedragen (seed- en eerste ronde) weergegeven die per type investeerder zijn geïnvesteerd. In de 6-meting wordt gemiddeld het hoogste bedrag geïnvesteerd door Venture Capital organisaties ( ). In de 5-meting stonden deze nog op de tweede plaats, na Business Angels. Venture Capital organisaties stonden in de 4-, 3-, en 2-meting eveneens op de eerste plaats. Op de tweede plek staan Subsidies met een gemiddeld investeringsbedrag van , gevolgd door Bedrijven ( ). Dit laatste type omschrijft de investeringen die gedaan zijn vanuit de opbrengsten van de onderneming. Deze categorie is vanaf de 4-meting toegevoegd. In eerdere metingen vielen deze investeringen in de categorie Zelf. Op de vierde plaats staan Familie en vrienden met Business Angels scoorden in deze meting vrij laag vergeleken met de 5-meting. Ze staan op een vijfde plaats met een gemiddeld investeringsbedrag van , gevolgd door Banken met Op de laatste plaats staan ondernemers Zelf met een gemiddelde investering van Figuur 8: Gemiddeld investeringsbedrag per type investeerder VC Subsidie Bedrijf FFF BA Anders Bank Zelf Zowel de rangorde van de typen investeerders als de gemiddelde investeringsbedragen per type verschillen aanzienlijk van die in de 5-19

20 Sterke stijging gemiddeld investeringsbedrag Familie en vrienden, maar daling in alle andere categorieën VCs grootste in start-, eerste en tweede rondeinvesteringen meting. Bijna alle investeerders kenden een daling ten opzichte van de vorige meting: Business Angels kenden een daling van 98%, Subsidies 90%, Venture Capital organisaties 71%, Banken 76% en Zelf 41%. Alleen Familie en vrienden lieten een enorme stijging van het bedrag zien, van in de 5-meting tot in de 6-meting. Wanneer de investeringen per ronde worden bekeken, dan is het beeld anders. Venture Capital organisaties komen voor de seed-, eerste en tweede ronde-investeringen op de eerste plaats, met respectievelijk en en 1,05 miljoen. Subsidies haalden gemiddeld op voor seed-investeringen en in eerste rondes. Bedrijven investeerden gemiddeld in de eerste ronde. Figuur 9: Verdeling deal-groottes per type investeerder Zelf VC Subsidie FFF Bedrijf Bank BA < > Anders 0% 20% 40% 60% 80% 100% Familie en vrienden investeren relatief grote bedragen ten opzichte van de afgelopen meting Figuur 9 laat de verdeling van deal-groottes zien per type investeerder. In de voorgaande metingen overheersten bedragen onder de de meeste categorieën. In de huidige meting was dat minder het geval. Zowel in de 3-meting als 4-meting werd geconstateerd dat Business Angels vaak kleinere bedragen investeerden. In de 5-meting was dit niet het geval. De helft van de investeringen in deze categorie bedroegen toen tussen de en In de 6-meting was het gelijkmatig verdeeld over drie categorieën, namelijk onder de , tussen en tussen Familie en vrienden investeerden in de 3- meting nog 40% van de bedragen tussen In de 4- meting investeerden ze veel lagere bedragen (met 43% tussen ). In de 5-meting daalde dit nog verder tot uitsluitend bedragen tot In de 6-meting een werd in een kwart van de gevallen een bedrag geïnvesteerd in de categorie VCs investeerden zoals in de vorige meting vooral bedragen boven In totaal waren bij 12 van de 158 seed-investeringen twee of meer investeerders betrokken. Bij 2 van de eerste ronde-investeringen was meer dan één investeerder betrokken. 20

21 Figuur 10 laat de verdeling zien van het type investeerder over alle investeringen per ronde. Figuur 10: Verdeling type investeerders over alle investeringen per ronde Aandeel banken blijft afnemen in seed-investeringen Bij seed-investeringen is de ondernemer Zelf de belangrijkste investeerder met 85% van de investeringen. In de 5-meting was dit 70% en in de 4- meting 66%. Bij de eerste ronde is 10% van de ondernemers zelf verantwoordelijk voor een investering. Venture Capital organisaties waren betrokken bij de helft van de eerste ronde-investeringen. Banken waren in de seed-ronde verantwoordelijk voor 4% van de investeringen en voor 10% in de eerste ronde. In de 5-meting was dit in de seed-ronde 8% en in de eerste ronde 1%. 21

22 1.3 De rol van banken In de vorige paragraaf werd beschreven dat in de huidige studie zowel het gemiddelde geïnvesteerde bedrag, als het aandeel financieringen van banken was afgenomen in vergelijking met de 5-meting. Deze paragraaf gaat dieper in op het belang van banken voor technostarters. Aantal aanvragen voor financiering bij een bank is gedaald, evenals het percentage goedgekeurde aanvragen 37 van de 250 geïnterviewde ondernemers (15%) gaven aan een financieringsaanvraag bij een bank te hebben ingediend. Dit is veel minder dan in de vorige meting (28%). In de overige metingen schommelde dit percentage tussen de 22% en 28%. In totaal werd 50% van de aanvragen goedgekeurd. Dit is lager dan in de voorgaande metingen. In de 5-meting werd nog 60% van de aanvragen goedgekeurd en in de 4-meting 78%. In de 3-meting werd 47% goedgekeurd. Als hoofdreden om geen financieringsaanvraag bij een bank te doen, gaven de geïnterviewde ondernemers aan dat ze simpelweg geen behoefte hieraan hadden. Een andere reden was dat ze geen vreemd vermogen in hun onderneming wilden. Figuur 11: Samenwerking ondernemers en banken Aanvraag gedaan? Ja (15%) Nee (85%) Aanvraag Goedgekeurd? Ja (50%) Nee (50%) Kredietwaardig Business plan Jaarcijfers Concept Risico Te lage investering Economischklimaat Niet nodig Rentepercentage Geen vreemd vermogen Te ingewikkeld Banken stelden in de ogen van veel ondernemers te hoge eisen In het geval dat een ondernemer wel een aanvraag deed, was deze vaak van mening dat de bank geen volledige medewerking verleende. Dit was in de vorm van een eisenpakket waaraan de ondernemers niet konden voldoen zoals, hoge rentepercentages, inzicht in de financiële cijfers of het inbrengen van onderpand of eigen financiering. Één ondernemer gaf aan dat de banken erg risk averse zijn en dat het pas interessant wordt wanneer de ondernemer eerst financiering van een derde partij kan verkrijgen. Een andere ondernemer vond het schandalig hoe banken zich opstellen ten opzichte van startende ondernemers. 22

23 Veel ondernemers hebben hun geloof in het bancaire systeem verloren. Banken zijn heel erg voorzichtig ten aanzien van starters. Ondernemers vonden dat de banken te weinig deden om de crisis op te lossen, waarvoor ze zelf hoofdzakelijk aansprakelijk waren. Ook gaven de ondernemers aan dat het veel te duur was om bij een bank te lenen en dat ze belachelijke voorwaarden stelden. Risicomanagement omschreven als teleurstellend Evenals in de 5- en 4-meting, werd het risicomanagement van banken omschreven als teleurstellend. Volgens een ondernemer heeft het management de touwtjes in handen en mogen de accountmanagers vrijwel geen risico meer nemen. Een andere ondernemer omschreef de relatie tussen banken en ondernemers als lastig. Als het goed gaat dan is alles mogelijk, als het minder gaat is het de strop. Banken zouden zich anders op kunnen stellen. Redenen voor goedkeuring van aanvragen bij banken waren vergelijkbaar met die in voorgaande jaren, namelijk: een goed business plan of een innovatief concept. Verdere redenen waren, goede jaarcijfers of de inbreng van externe financiers. Net als in de 5-meting gaf een aantal ondernemers aan gebruik te hebben gemaakt van een netwerk voor het toegekend krijgen van een financiering. Aanvragen gingen bijvoorbeeld via de financiële adviseur van de ondernemer. Redenen van afwijzing liepen uiteen. Eén ondernemer werd afgewezen omdat het te lenen bedrag te laag was. Vaak vonden banken een te hoog risico een reden om niet door te gaan tot financieren. Figuur 12: Aanvragen en toewijzingen per bank 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 44% 44% 6% 3% 17% 17% 33% 36% Rabobank ING Anders ABN-AMRO 0% Goedkeuringen Aanvragen 23

24 Rabobank weer favoriet onder ondernemers De Rabobank keurde relatief de meeste aanvragen goed, de ING de minste In Figuur 12 wordt het aantal aanvragen per bank weergegeven. De Rabobank was zoals in de vorige metingen de favoriete bank onder ondernemers. 44% van de aanvragen kwam daar terecht. De ABN AMRO kwam in deze meting op de tweede plek met 36%. Gevolgd door andere banken (17%) en de ING (3%). Dit beeld komt overeen met de resultaten uit de eerdere metingen. In Figuur 12 is ook het aandeel toegewezen aanvragen per bank weergegeven. Van de toegewezen aanvragen komt 44% bij de Rabobank vandaan, 33% bij de ABN AMRO en 17% bij andere financiële instellingen. De ING scoorde het laagst met slechts 6%. Financieringsaanvragen zijn alleen gedaan in de seed-ronde. Van de banken die overheidssteun hebben ontvangen, rapporteerde alleen de ABN AMRO een hoger aandeel in investeringen voor starters. De ING blijft vooralsnog weinig investeren. 24

25 1.4 De rol van business angels In deze paragraaf wordt ingegaan op de visie van ondernemers op de rol van business angels. Het concept business angel is een onbekend concept bij ondernemers. Slechts 16% van de ondernemers gaf aan van dit concept gehoord te hebben. Dit is vergelijkbaar met de afgelopen metingen. Na een korte uitleg, bleek 66% van de ondernemers bekend te zijn met dit concept. Dit is een lichte daling ten op zichte van de 5-meting waar 72% van de ondernemers na uitleg bekend bleek te zijn met het concept. Veel ondernemers gaven aan er mee bekend te zijn door informatie verstrekt door de Kamer van Koophandel, of door toevallig erover te hebben gelezen op het internet. Figuur 13: Samenwerking ondernemer en business angel Ja (16%) Nee (84%) Bekend met business angels na uitleg? Weet u een business angel te bereiken? Ja (66%) Nee (34%) %) Ja (39%) Nee (61%) Eigen netwerk Niet nodig KVK Geen idee Internet Niet over nagedacht Financieel adviseur Ondernemers komen via hun eigen netwerk in contact met business angels Aantal aanvragen bij business angels is afgenomen 39% gaf aan te weten hoe ze een business angel moesten bereiken, het grootste deel ging via het eigen netwerk. Veel gaven aan deze investeerders ook via het internet, of via de Kamer van Koophandel te kunnen vinden. Het aantal ondernemers dat een aanvraag voor een financiering heeft gedaan bij een business angel is sterk teruggelopen. In de huidige meting was dit slechts 3%. In de 5-meting bedroeg dit 6%, in de 4-meting 7% en in de 3-meting 5%. 25

26 Het aantal aanvragen dat is goedgekeurd, was evenals in de voorgaande meting vrij hoog. In de huidige meting was 75% van de aanvragen goedgekeurd tegenover 73% in de 5-meting en 100% in de 4-meting. 2 van de 8 aanvragen waren niet goedgekeurd, omdat ze het niet eens konden worden over de voorwaarden. In de 4-meting waren de meest voorkomende redenen voor een succesvolle aanvraag de potentie van het concept en dat een kennis van de ondernemer en de business angel elkaar al kenden. In de 5-meting was een goed concept ook een hoofdreden, evenals een goed uitgewerkt ondernemingsplan. Één ondernemer had een business angel die familie of een kennis was. De hoofdredenen dat business angels investeren in de ondernemingen waren in de huidige meting dat de ondernemer een goed bedrijfsplan kon presenteren, of het concept was overtuigend. Figuur 14: Bereiken business angels Heeft u contact gehad met een business angel? Ja (3%) Nee (97%) Hoe heeft u deze benaderd? Eigen netwerk Niet nodig Bedrijf Geen idee Internet Niet over nagedacht Accountant Is het tot een deal gekomen? Ja (75%) Nee (25%) Concept Wederzijds voordeel Goed ondernemersplan Niet juiste economische klimaat De hoofdreden voor de ondernemers die geen gebruik hebben gemaakt van Ondernemers business angels was, omdat ze geen behoefte aan externe financiering vinden dat business angels te veel eisen hadden. Andere redenen waarom ondernemers geen aanvraag hebben gedaan, waren dat business angels relatief hoge eisen hebben wat betreft terugbetaling, of dat ze teveel eigen inbreng in de onderneming willen hebben. 26

27 Meningen over business angels zijn verdeeld Relatief hoge bekendheid met angel netwerken Over business angels waren de meningen verdeeld in de huidige meting. Het grootste deel van de ondernemers stond positief tegenover business angels. Niet alleen omdat deze partij in hun ogen eerder bereid was om een financiering te verstrekken, maar ook omdat business angels meer betrokkenheid zouden voelen met het bedrijf en betere input zouden kunnen leveren. Zo zei een ondernemer dat het leuk was om te sparren met een kapitaalkrachtige partner. Een ander vond het heel prettig dat je als jonge ondernemer ervaring op kan doen bij iemand die het kunstje al een keer heeft gedaan en die voor bepaalde valkuilen kan waarschuwen. Sommige ondernemers waren minder positief. Zo zei een ondernemer bijvoorbeeld: Het is niet handig. Het rentepercentage is vrij hoog, maar de investering vrij laag. Ze willen voor een dubbeltje op de eerste rang zitten. In deze meting is voor de tweede keer onderzoek gedaan naar de bekendheid bij ondernemers met business angel netwerken in Nederland. Een business angel netwerk is een koepelorganisatie van match-makers tussen ondernemers en particuliere investeerders (business angels). Ondernemers kunnen via deze overkoepelende organisatie businessvoorstellen indienen waar de aangesloten business angels in kunnen investeren. 47 van de 250 (19%) geïnterviewde ondernemers was bekend met het concept business angel netwerk. Vergeleken met de vorige meting (6%) is dit een vrij hoog percentage. Nadat de geïnterviewden was uitgelegd wat een business angel is, herinnerden ze zich regelmatig dat ze wel eens iets erover hebben gelezen. Vaak was dit in combinatie met business angel netwerken. De ondernemers waren voornamelijk bekend met dergelijke netwerken via hun eigen netwerk, het internet of informatie verstrekt door de Kamer van Koophandel. Ondernemers wisten de business angel netwerken op de zelfde manieren te bereiken als hoe ze business angels wisten te bereiken: eigen netwerk, internet en Kamer van Koophandel. 27

28 1.5 De rol van subsidies Toename in aanvragen voor subsidie zet niet door In de voorgaande metingen werd duidelijk dat veel ondernemers een subsidie niet als een investering aangeven. Dit bleek ook in de 6-meting. Slechts 3 van de 250 ondernemers gaf in eerste instantie aan gebruik te hebben gemaakt van een subsidie. Pas nadat specifiek werd doorgevraagd, bleek dat 36 ondernemers gebruik hebben gemaakt van een subsidie voor hun onderneming. In de 4-meting had 18% van de geïnterviewde ondernemers een subsidie aangevraagd. In de 5-meting is dat percentage gestegen naar 32%. In de 6-meting was het gedaald naar slechts 14% (Figuur 15). Figuur 15: Subsidieaanvragen per technologieniveau Totaal 14% 86% Ja Nee Low-Tech 43% 88% Medium-Tech 9% 91% High-Tech 62% 38% 0% 20% 40% 60% 80% 100% High-tech bedrijven hebben het vaakst een aanvraag voor een subsidie gedaan Aanvragen van hightech bedrijven het vaakst goedgekeurd Groot deel aanvragen nog in behandeling Figuur 15 toont verder de verdeling van subsidieaanvragen per technologieniveau. High-tech bedrijven deden het vaakst een aanvraag (62%). Hun aanvragen werden ook het vaakst goedgekeurd (40%). 20% van de aanvragen was nog in behandeling. Dit is weergegeven in Figuur 16. Van alle medium-tech bedrijven deed slechts 9% een aanvraag. Het percentage voor toegewezen aanvragen ligt voor dit tech niveau op 35%. Hierbij moet echter wel aangegeven worden dan 60% van de aanvragen nog in behandeling was. Bij low-tech bedrijven was het aantal goedkeuringen 25%, terwijl nog 20% in behandeling was. Over alle tech niveaus was een vrij groot gedeelte van de aanvragen nog in behandeling. Dit kan een indicatie zijn van vertraagde en/of meer zorgvuldige beoordelingen. Wellicht heeft dit te maken met bezuinigingen op subsidies. De belangrijkste redenen dat aanvragen zijn goedgekeurd waren een innovatief concept en een goed ondernemingsplanplan. 28

29 De meest aangevraagde subsidies waren de Wet Bevordering Speur- en ontwikkelingswerk, sector- en regiogebonden subsidies en innovatiesubsidies. Figuur 16: Succes bij aanvraag subsidies Low-tech 25% 27% 20% Medium-tech 35% 36% 60% Ja Nee In behandeling High-tech 40% 36% 20% 0% 20% 40% 60% 80% 100% De belangrijkste redenen om geen subsidie aan te vragen, waren te vergelijken met die van de voorgaande metingen. Het merendeel van de geïnterviewde ondernemers gaf aan geen subsidie nodig te hebben voor hun bedrijfsvoering. Ook dachten ze dat ze niet in aanmerking kwamen voor een subsidie of vonden ze het aanvragen van een subsidie te complex. Veel ondernemers meenden dat het niet loonde om zoveel tijd in een subsidieaanvraag te steken. Een ondernemer zei bijvoorbeeld: Het probleem is dat veel mensen niet weten waarvoor ze een subsidie kunnen krijgen. Het lijkt heel ingewikkeld van buiten af, maar dat valt eigenlijk best wel mee. Het kan bedrijven heel erg helpen om ergens te komen. Ondernemers denken dat subsidieaanvraag moeilijker is door bezuinigingen Een aantal ondernemers zou graag zien dat het aanvragen van een subsidie eenvoudiger wordt. Het proces van het uitzoeken voor welke subsidie men in aanmerking komt tot de subsidieaanvraag wordt door de ondernemers als complex ervaren. De bureaucratie eromheen wordt ook als onnodig beschouwd. De ondernemers merkten op dat overheden en gemeentes door het huidige economische klimaat de vinger op de knip moesten houden, en dat zodoende de subsidieaanvraag moeilijker verliep. Een enkeling vond zelfs dat het wel wat minder mag met de subsidies. Hij was van mening dat er op andere manieren incentives gegeven konden worden die een beter effect zouden hebben. 29

30 1.6 Ambities van technostarters Eenmanszaken vinden onafhankelijkheid het belangrijkst Vanaf de 1-meting is in elk onderzoek het ambitieniveau van de ondernemers bepaald aan de hand van vragen over hun toekomstvoorspelling. Technostarters verschillen hierin sterk van elkaar. Bedrijven zijn ingedeeld aan de hand van drie ambitieniveaus. Bedrijven met een hoog ambitieniveau streven naar een sterke (internationale) groei. Deze groei is niet alleen in termen van omzet, maar kan ook op het gebied van product en/of service aanbod zijn, of het aannemen van extra personeel. Hiernaast houden ondernemers met een hoog ambitieniveau zich vaker bezig met de ontwikkeling van innovatieve producten dan technostarters met een lager ambitieniveau. Ondernemingen die een ambitieniveau hebben dat gekwalificeerd is als redelijk, streven een beperkte groei na. Deze groei proberen ze voornamelijk in dezelfde regio te realiseren. Hiernaast zijn er nog ondernemers met een laag ambitieniveau. Dit zijn vaak de kleinere eenmanszaken, die tevreden zijn met hun huidige situatie. Onafhankelijkheid is vaak hun grootste motivatie. In de 4- en 5-meting gaf slechts 6% van de ondernemers aan helemaal geen investering nodig te hebben gehad noch in de toekomst te verwachten voor hun onderneming. Tijdens de 3-meting bedroeg dit nog 16%. In de huidige meting is dit percentage gestegen tot 31%. Een verklaring hiervoor kan zijn dat ondernemers door het huidige economische klimaat minder geld uitgeven en/of minder vertrouwen hebben in de mogelijkheden om financiering op te halen. In plaats van het aanschaffen van nieuwe apparatuur, kijken ze eerst rond bij wat ze zelf al bezitten. Hierdoor is een investering niet noodzakelijk. Stijging ondernemers met hoog ambitieniveau zet niet door In de 2-meting was het aantal ondernemers met een hoge ambitie 20%. In de 3- en 4-meting was dit sterk afgenomen tot respectievelijk 16% en 8%. In de 5-meting was het aantal ondernemers met een hoog ambitieniveau sterk gestegen tot 27%. In de huidige meting is dit percentage gezakt tot 19%. Van de geïnterviewde ondernemers gaf 48% aan een redelijk ambitieniveau te hebben. Dit is een lichte stijging ten opzichte van de 5-meting en ongeveer gelijk met de 3- en 4-meting. Het aantal ondernemers met een laag ambitieniveau is met 29% ongeveer gelijk gebleven met de voorgaande metingen. Tenslotte heeft 4% aangegeven geen ambitie te hebben. Dit waren voornamelijk ondernemers die de onderneming niet als fulltime inkomstenbron beschouwden of waarvan de bedrijfsactiviteiten onderdeel uitmaakten van hun hobby. In Figuur 17 worden de meeste genoemde ambities per technologieniveau weergegeven. Evenals in de vorige metingen stonden internationale groei en marktleiderschap bovenaan in de lijst van high-tech bedrijven. Deze ondernemingen, streven vaak naar een relatief sterke omzetgroei evenals uitbreiding van het productenaanbod en uitbreiding van het personeelsbestand. De high-tech bedrijven lijken met hun uitspraken meer risico te nemen dan hun medium- en low-tech collega s. Dit staat in contrast met de voorgaande metingen. Daarin werd het vinden van stabiliteit nog als belangrijk ervaren. Bij medium-tech bedrijven was de wens om te stabiliseren groter, evenals rustige en geleidelijke groei en uitbreiding van 30

31 activiteiten. Low-tech bedrijven wilden het liefst op de zelfde voet doorgaan en ervan kunnen leven. Figuur 17: Hoofdambities per technologieniveau High-tech: Internationaal groeien Explosieve omzetgroei Naamsbekendheid Product-ontwikkeling Medium-tech: Lokaal uitbreiden Nieuwe markten aanboren Stabiliteit Uitbreiding activiteiten Low-tech: Zelfde voet doorgaan Ervan kunnen leven Gematigde omzetgroei Meer klanten High-tech bedrijven hebben het vaakst een hoog ambitieniveau In Figuur 18 wordt de ambitie per technologieniveau weergeven. 48% van de high-tech bedrijven had in deze meting een hoog ambitieniveau. Dit is een daling ten opzichte van de 69% van de vorige meting, maar hoger dan de 4-meting (26%). Overigens had 43% een redelijk ambitieniveau, een stijging vergeleken met de 5-meting (23%). Geen van de high-tech bedrijven had een laag ambitieniveau, terwijl 10% van de ondervraagden geen ambitie had. In de 5-meting was dit net andersom: daar had 8% een laag ambitieniveau en geen enkele ondernemer geen ambitie. Het merendeel van de medium-tech en low-tech bedrijven gaf aan een redelijke ambitie te hebben (respectievelijk 48% en 49%). Figuur 18: Ambitie per technologieniveau 100% 90% 80% 70% 43% 31% 33% 60% 50% 40% 30% 48% 48% 49% Laag Redelijk Hoog Geen 20% 10% 0% 16% 18% 10% 6% High-Tech Medium-Tech Low-Tech Bedrijven met een hoog ambitieniveau haalden gemiddeld de hoogste bedragen op In Figuur 19 wordt het gemiddelde opgehaalde bedrag per ambitieniveau weergegeven. Net als in de afgelopen metingen, haalden ook in de 6-meting bedrijven met een hoog ambitieniveau gemiddeld het hoogste bedrag op ( ). Dit bedrag ligt echter een stuk lager dan in de 5-meting 31

32 ( ). Bedrijven met een lager ambitieniveau, haalden relatief lagere bedragen op. Bedrijven met een redelijke ambitie haalden gemiddeld op en bedrijven met een lage ambitie gemiddeld Bedrijven zonder ambitie haalden gemiddeld slechts op. Bedrijven met een lage of geen ambitie zijn vooral eenmanszaken (84%) Bedrijven met meer dan één werknemer haalden veel hogere bedragen op dan eenmanszaken In dit onderzoek gaf 33% aan geen of een lage ambitie te hebben. Dit is hetzelfde als in de 5-meting, maar lager dan in de 4-meting (44%). 84% van deze groep gaf aan een eenmanszaak te zijn. Van de ondernemingen met maximaal één werknemer gaf 14% aan een hoog ambitieniveau te hebben. 37% van de eenmanszaken gaf aan een laag tot geen ambitieniveau te hebben. Van de bedrijven met meer dan één werknemer heeft 79% een hoog of redelijk ambitieniveau. De overige 21% gaf aan een laag tot geen ambitieniveau te hebben. Bedrijven met maximaal één werknemer haalden gemiddeld een investeringsbedrag op van en bedrijven met meer dan één werknemer Figuur 19: Gemiddeld opgehaalde investering per ambitieniveau Totaal Start Eerste ronde Hoog Redelijk Laag Geen Aantal ondernemers met exit-strategie stijgt Onderzoek naar de exit-strategie van de ondernemers is voor het eerst gedaan tijdens de 3-meting. Vooral voor professionele investeerders is het van belang om te weten of de onderneming waarin zij interesse hebben zo n strategie heeft. In de 5-meting gaf slechts 9% van de ondernemers aan een duidelijke exit-strategie te hebben. In de 4-meting bedroeg dit percentage 22% en in de 3-meting 18%. In de huidige meting gaf 34% van de ondernemers in meer of mindere mate een exit-strategie te hebben. Er kan geen duidelijke koppeling worden gemaakt tussen tech-niveau en het hebben van een exit-strategie. Een groot deel van de eenmanszaken, gaf aan gemakkelijk de zaak op te kunnen doeken indien dit nodig was. Dit ging het gemakkelijkste bij ondernemers die alleen eigen kapitaal in de onderneming hadden gestoken. De meest genoemde exit-strategie onder de ondernemers was echter het opheffen van de onderneming. 32

33 1.7 Achtergrond ondernemers en ondernemingen Sinds de 3-meting wordt er onderzoek gedaan naar de achtergrond van ondernemers en bedrijven. Zodoende kan er een beeld worden gecreëerd van de invloed van de ervaring van een ondernemer op de bedrijfsvoering en op het succes bij het ophalen van een financiering. In deze meting gaf 24% van de ondernemers aan dat hun huidige bedrijf niet het eerste bedrijf was dat ze hadden gestart. Dit getal ligt aanzienlijk hoger dan in de 5-meting (11%), maar ongeveer gelijk met die van de 3- en 4-meting, met respectievelijk 22% en 20%. Het percentage high-tech ondernemers dat met ervaring een bedrijf heeft opgestart was in de 4- meting 56%. In de 5-meting was dit percentage aanzienlijk lager. In de huidige meting gaf 52% van de high-tech ondernemers aan eerder een bedrijf te hebben gestart. Voor medium-tech ondernemers was dit percentage 25% en voor low-tech ondernemers 14%. Ondernemers met ervaring hebben gemiddeld hoger ambitieniveau Ervaring heeft positief effect op de hoogte van het opgehaalde bedrag Net als in de vorige metingen is in deze meting geen verband gevonden tussen de achtergrond van de ondernemer en het starten van een bedrijf met een bepaald technologieniveau. Er bleek wel een verband te bestaan tussen ambitie en ervaring. Ondernemers met ervaring, hadden vaker een hoog tot redelijk ambitieniveau, 36% elk. Dit beeld komt overeen met de vorige metingen. Ervaren ondernemers haalden gemiddeld op en ondernemers zonder ervaring In de 5-meting was dit anders. Toen haalden ervaren ondernemers op en onervaren ondernemers In de 4-meting was het gemiddeld opgehaalde bedrag door ervaren werknemers ( ) ook veel hoger dan dat van onervaren werknemers ( ). Ondernemers die eerder een bedrijf hadden gestart kregen in 4% van de gevallen een financiering van een bank. Dit was iets meer dan nieuwe ondernemers (3%). Het is niet gebleken dat banken vaker deelnamen aan seed- of eerste ronde-investeringen van ervaren ondernemers. 33

34 1.8 Spin-offs Er is onderzocht of spin-offs andere ambities en/of financieringsbehoeften hebben. De geïnterviewden is gevraagd of hun bedrijf een spin-off is van een andere organisatie. 8% van de ondernemers gaf aan een spin-off te zijn. In de 5-meting was 9% van de ondervraagden een spin-off. 24% van het aantal high-tech bedrijven gaf aan een spin-off te zijn. Dit is een stijging ten opzichte van de vorige meting (20%). In de 4-meting gaf 16% aan een spin-off te zijn. Spin-offs zijn ambitieuzer Het gemiddeld opgehaalde bedrag is hoger voor spinoffs De ondernemingen die aangaven een spin-off te zijn, bleken een hoger ambitieniveau te hebben. Dit was ook in de 3-, 4-, en 5-meting het geval. Van het totaal aantal spin-offs gaf 48% aan een hoge ambitie te hebben. Dit is een lichte stijging ten opzichte van de 5-meting waar 45% aangaf een hoge ambitie te hebben. 33% van de ondervraagden gaf aan een redelijk ambitieniveau te hebben. 14% had een lage ambitie en slechts 5% had geen ambities. Spin-offs haalden gemiddeld hogere bedragen ( ) op dan andere bedrijven ( ). Dit komt overeen met de 4- en 5-meting. 34

35 1.9 Het huidige economische klimaat Veel ondernemers ondervinden gevolgen van het huidige economische klimaat Europa verkeert sinds het uitbreken van de kredietcrisis in 2007 in economische zware tijden. Ook in Nederland is de economie na licht herstel in 2010, verder verzwakt door de crisis in de eurozone. Tijdens de huidige meting is Nederland in een milde recessie beland. In de afgelopen drie metingen is de ondernemers gevraagd of ze gevolgen ondervinden van het economische klimaat. In de 3-meting gaf 22% aan gevolgen te ondervinden van het economische klimaat. In de 4- en 5-meting gaf ruim 50% van de gevraagde ondernemers dit aan. De belangrijkste gevolgen voor de ondernemers waren een daling van de omzet, terugloop van de vraag, uitstel van betalingen en druk op de tarieven. Tijdens deze meting gaf wederom 50% van de ondernemers aan effecten te ondervinden van het huidige economische klimaat. 47% ondervond geen effect op hun onderneming en 2% wist het niet. 91% van de ondernemers die gevolgen ondervonden van het huidige economische klimaat, ondervonden negatieve gevolgen. De grootste negatieve gevolgen van het huidige economische klimaat waren: een omzetdaling, terugloop van het aantal opdrachten, druk op de tarieven en latere betalingen. De overige 9% ondervond positieve gevolgen. Dit waren vooral bedrijven met een concurrentievoordeel door lagere prijzen voor hetzelfde product, voornamelijk in de sector Computerservice- en informatietechnologiebureaus. Eén ondernemer was bijvoorbeeld een online platform gestart dat vraag en aanbod van nieuw aan te schaffen producten met elkaar verbindt. Een ander ontwikkelt software die via internet bediend kan worden. Ondernemers die gevolgen ondervonden van het economische klimaat haalden minder geld op Ondernemers zijn veel pessimistischer in hun verwachtingen over het economische klimaat In de huidige meting haalden ondernemers die geen gevolgen van het huidige economische klimaat ondervonden gemiddeld op. Ondernemers die wel gevolgen van het huidige economische klimaat ondervonden haalden een lager bedrag op ( ). In de 5-meting verwachtte 19% van de geïnterviewden te maken te krijgen met negatieve gevolgen in de toekomst. In de 4-meting was dit 20%. Veel van de ondervraagden verwachtten de komende jaren nog geen echte verbetering van het economische klimaat. In de 6-meting gaf 52% aan in de toekomst nog effect te verwachten van het economische klimaat. Hiervan verwachtte 89% dat het economische klimaat niet op de korte termijn zal aantrekken. De overige 11% dacht dat het economische klimaat wel op de korte termijn zal aantrekken. Net zoals in de afgelopen twee metingen waren er ondernemers (2%) die niet zeker waren of ze gevolgen ondervonden van het huidige economische klimaat. De meeste ondernemers waren gestart tijdens economisch moeilijke tijden en wisten niet hoe het zou zijn in een beter economisch klimaat. Sommige ondernemers bleven positief. Ze waren er van overtuigd dat als ze het kunnen redden in moeilijke tijden, dat het alleen maar beter kan gaan wanneer het economische klimaat aantrekt. 35

36 2 Venture Capital klimaat Europa verkeert sinds 2007 in economisch zwaar weer. Desondanks bleek uit voorgaande metingen dat de impact op venture capital-investeringen in Nederland (en ook in Europa) beperkt bleef. In 2008 vond er weliswaar een daling plaats in deal-activiteit, maar het niveau bleef hoog in de daaropvolgende jaren. Vooral de regionale investeerders en de Seedfondsen die worden ondersteund via de Seed Capital-regeling van het Ministerie van EL&I (vanaf nu aangeduid als Seed-fondsen) hielden de markt op peil. Het totaal geïnvesteerde bedrag nam wel elk jaar verder af. Opvallend was de afname van vroege fase-investeringen nadat de kredietcrisis uitbrak tot slechts 45% van alle deals in Tijdens de 5-meting waren de VCs iets minder optimistisch over hun verwachtte deal-activiteit dan een jaar eerder. Er werden voor 2011 geen grote veranderingen voorspeld en de investeerders gaven aan voorzichtiger te zijn. Wel waren ze gematigd positief over het economische klimaat, waarbij ook de exit-markt weer aantrok. Dit hoofdstuk gaat in op de stand van zaken met betrekking tot venture capital-investeringen in Nederland in 2011 en op de veranderingen ten opzichte van de voorgaande jaren. Daarnaast geeft het een vergelijking van de trends in Europa. Ook wordt verder ingegaan op de plannen en verwachtingen van VCs. 2.1 Methodiek De investeringsgegevens die zijn gebruikt voor analyses in dit hoofdstuk worden door Tornado Insider (TI) dagelijks getraceerd en verwerkt. Data van technologiegerelateerde venture capital deals in Europa worden onder meer vergaard uit persberichten en gegevens die worden toegestuurd, door middel van telefoon- en -enquêtes onder investeerders en met behulp van technologieën om nieuws op het Internet te traceren. Om trends in de tijd goed te kunnen weergeven, beslaat dit onderdeel van het onderzoek de periode van 1 januari 2000 tot en met 31 december Er wordt specifiek ingegaan op de resultaten van voorgaande metingen, om de dynamiek aan te geven van de Nederlandse venture capital markt. De analyse van de vergaarde gegevens omvat het investeringsniveau (aantal investeringen en bedrag) en een verdeling van de deals op basis van sectoren, rondes en technologieniveau. Daarnaast zijn verschillende karakteristieken van de betrokken investeerders bestudeerd, zoals de bijdrage van Nederlandse investeerders ten opzichte van buitenlandse, de herkomst van de buitenlandse investeerders, en het aandeel van regionale VCs en Seed-fondsen in het investeringsklimaat. De investeerders bestaan uit één of meer VCs of durfkapitalisten (zowel regionaal, nationaal als internationaal georiënteerde VCs), corporate investors en vooral in de vroege jaren van dit onderzoek incubators en accelerators. 36

37 De venture capital-investeringen in dit onderzoek zijn uitsluitend aandelentransacties en/of deals met een converteerbare lening component. Typische private equity deals zoals buy-outs zijn niet meegenomen. Het onderzoek bevat ook investeringen met bedragen die niet bekend zijn gemaakt. Enerzijds zijn dit bedragen die wel bekend zijn bij Tornado Insider maar op verzoek van de desbetreffende partijen verborgen worden gehouden. Deze bedragen zijn wel meegenomen in de analyses. Anderzijds zijn er daadwerkelijk onbekende bedragen. Hiervoor zijn gemiddelden berekend op basis van vergelijkbare Europese investeringen binnen dat jaar, de sector, en de ronde, en/of de gemiddelde investeringsbedragen van de investeerders in kwestie. Onderzocht zijn de investeringen in technologiebedrijven (zie methodiek van hoofdstuk 1). In navolging van eerdere metingen gaat deze studie uit van de sectorverdeling voor technostarters volgens de SBI 93-codering van het CBS (bijlage 1). Bij de 0-meting werd de Tornado Insider sectorverdeling gebruikt (zie bijlage 2). Aangezien deze een beter beeld geeft van de types technologie (i.p.v. de meer verticale verdeling van het CBS) en aansluit bij de investeringsfocus van VCs, zijn de analyses ook voor deze sectoren weergegeven (zie bijlage 3 voor de grafieken). Bijlage 5 geeft inzicht in het verband tussen de SBI-indeling en de Tornado Insider sectoren aan de hand van de verdeling van de Nederlandse investeringen per sector. Tot slot is een aantal investeerders geïnterviewd om een beeld te krijgen van hun blik op de huidige markt van technologie-investeringen. Dit is eveneens in alle voorgaande studies gedaan. De analyse gaat in op veranderingen in de sentimenten over de jaren. Bijlage 7 toont de vragen die aan de VCs zijn gesteld. 37

38 VC financiering (in M) Aantal investeringen 2.2 Venture capital-investeringen Venture capital-activiteit Figuur 20 geeft het niveau van venture capital-investeringen in Nederlandse technologiebedrijven weer per jaar voor de periode van 2000 tot en met Het toont de snelle daling in de eerste jaren na het knappen van de Internet bubbel, het herstel van 35 deals in 2002 tot 110 deals in 2007 en het effect van de kredietcrisis in 2008 (daling tot 94 deals). De impact van deze laatste crisis viel mee: het niveau was nog altijd hoog en in 2009 steeg het aantal deals weer tot 102. In 2010 nam de activiteit iets af tot 99 investeringen. VC investeringsactiviteit stabiliseert tot 100 deals in 2011 Grote op- en neergaande trends in deal-activiteit zijn de afgelopen jaren niet meer voorgekomen. Het aantal investeringen schommelde rond de 100 per jaar. In 2011 werden exact 100 investeringen gerapporteerd; 1 deal meer dan in Dit komt overeen met de voorspellingen van VCs tijdens de 5-meting, namelijk voorzichtigheid en weinig verandering. Figuur 20: VC investeringen in Nederlandse technologiebedrijven per jaar VC financiering VC investeringen Totaal geïnvesteerd bedrag daalt elk jaar sinds Het totaal geïnvesteerde bedrag per jaar wordt ook in Figuur 20 getoond. Tot en met 2007 is de trend in totaal geïnvesteerd bedrag grotendeels vergelijkbaar met die van deal-activiteit. Het enige verschil is dat het laagste bedrag in 2003 is gemeten, terwijl de deal-activiteit toen al weer toenam. Na 2007 is het geïnvesteerde bedrag elk jaar gedaald, terwijl dealactiviteit sinds 2008 rond de 100 schommelt. Blijkbaar heeft de kwakkelende economie meer effect op de deal groottes dan op het aantal investeringen. 277 miljoen opgehaald in 2011; daling van 6% t.o.v 2010 Ook in 2011 werd er minder geld opgehaald door Nederlandse technologiebedrijven dan het jaar er voor. In totaal haalden de

39 investeringen een bedrag op van 277 miljoen. Dit betekent een daling van 6% ten opzichte van 2010 ( 293 miljoen) en van 27% ten opzichte van 2007 ( 380 miljoen). Veel activiteit in Q met 36 deals Gemiddelde investeringsbedrag daalt naar 2,8 miljoen in 2011 De stijging in deal-activiteit per kwartaal in 2010 (5-meting) tot 32 investeringen in het laatste kwartaal, kreeg geen vervolg in In het eerste kwartaal van 2011 werd in 24 bedrijven geïnvesteerd ( 47 miljoen). Het tweede kwartaal van 2011 liet de meeste activiteit zien met 36 deals ( 108 miljoen). Dit was het hoogste niveau sinds Q (40 deals). In de daaropvolgende kwartalen was het aantal deals lager met 19 in Q ( 52 miljoen) en 21 in Q ( 70 miljoen). Figuur 21 laat de gemiddelde deal-grootte zien per jaar voor de periode van 2000 tot en met Na een stijging vanaf een dal in 2003, heeft het gemiddelde bedrag vanaf 2005 tot en met 2008 rond de 3,5 miljoen gelegen. Na het uitbreken van de kredietcrisis is het gemiddelde gedaald naar 2,9 miljoen in 2009 en 3,0 miljoen in In 2011 zakte het investeringsbedrag met 6% naar 2,8 miljoen; het laagste gemiddelde sinds Figuur 21: Gemiddeld VC investeringsbedrag in Nederland per jaar 9,0 8,5 8,0 7,0 6,0 5,0 5,0 5,5 4,0 3,0 2,0 2,1 2,6 3,7 3,4 3,5 3,5 2,9 3,0 2,8 1,0 0, Afname aandeel grote investeringen houdt aan in 2011 Om een nog beter beeld te krijgen van de bedragen die worden geïnvesteerd in Nederlandse technologiebedrijven, is naar de verdeling in deal-groottes gekeken (Figuur 22). In 2007 (12%) en 2008 (16%) was het percentage deals kleiner dan relatief laag. Het aandeel van dergelijke kleine deals bedroeg in %. In 2010 (27%) en 2011 (28%) werden ook relatief veel kleine investeringen geregistreerd. In de 5- meting werd voor 2010 een hoog percentage deals gerapporteerd van tot , namelijk 24%. Dit aandeel daalde in 2011 tot 15%. Opvallend in 2011 was het relatief hoge aantal deals van tot 1 miljoen (21%), en 1 miljoen tot 2,5 miljoen (16%). De percentages voor 39

40 de grootste investeringen waren sterk afgenomen in 2011: slechts 6% van was tussen de 5 miljoen en 10 miljoen en 7% een bedrag van 10 miljoen en hoger. Figuur 22: Grootteverdeling VC investeringen in Nederland per jaar % 20% 40% 60% 80% 100% Er werden in 2011 drie investeringen opgehaald die veel groter waren dan de rest. De grootste investering was die in Avantium Technologies, een ontwikkelaar van groene bouwstenen voor de productie van materialen en brandstoffen. Het haalde 30 miljoen op. AM-Pharma, een biofarmaceutisch bedrijf met een focus op de ontwikkeling van Alkaline Phosphatase voor de behandeling van ontstekingsziekten ontving een vierde ronde-investering van 29,2 miljoen. argen-x, een ontwikkelaar van therapieën voor de behandeling van auto-immuunziekten, ontstekingen en oncologie, heeft een twee ronde-investering van 27,5 miljoen aangetrokken Positie Nederlands venture capital in Europa Voorgaande metingen lieten zien dat het uitbreken van de Internet crisis eind 2000 een relatief grote impact op Nederland had. Nederland bezette in 2000 de vierde positie in Europa voor zowel het aantal investeringen als het totaal geïnvesteerd kapitaal. Het viel terug op de Europese VC ranglijst tot positie 8 voor investeringsactiviteit in 2002 en positie 9 voor het totaal opgehaalde bedrag in Pas in 2007 nam Nederland de vierde rang weer in voor zowel financiering als deal-activiteit en stond deze tot en met 2011 slechts één keer af: voor financiering werd in 2009 plaatsgemaakt voor Zwitserland. Figuur 23 toont het Nederlandse aandeel per jaar ten opzichte van alle venture capital-investeringen in Europa. Het percentage wordt gegeven voor het aantal deals en het totale bedrag. 40

41 Financiering # Deals Financiering # Deals Financiering # Deals Financiering # Deals Financiering # Deals Financiering # Deals Financiering # Deals Financiering # Deals Financiering # Deals Financiering # Deals Financiering # Deals Financiering # Deals Figuur 23: Aandeel NL in Europese technologie venture capital activiteit 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 6,2% 7,3% 4,5% 6,3% 4,5% 4,0% 3,4% 5,4% 3,1% 5,2% 4,9% 4,9% 5,2% 6,0% 8,3% 8,3% 8,0% 8,1% 7,5% 7,8% 8,0% 6,2% 7,2% 6,9% 2% 1% 0% Nederlandse aandeel in Europese VC dealactiviteit stijgt tot 6,9% in 2011 Van 2007 tot en met 2009 lagen de percentages van Nederlandse investeringen rond de 8% van het Europese totaal voor zowel financiering en deal-activiteit. Deze waardes werden zelfs in 2000 niet behaald. In 2010 daalde het aandeel deal-activiteit naar 6,2% van het totaal in Europa. Het percentage voor het totaalbedrag bleef dat jaar redelijk op niveau met 8,0%. In 2011 steeg het aandeel Nederlandse deals in Europa weer iets tot 6,9%. Het totaal geïnvesteerde kapitaal daalde echter tot 7,2% van het Europese totaal. Europese VC liet in 2011 een lichte daling in activiteit zien, terwijl het geïnvesteerde bedrag gelijk bleef aan 2010 Zoals uit de verschuiving van de percentages van het Nederlandse aandeel blijkt, verschilt de Europese investeringstrend iets van de Nederlandse. In Nederland nam het aantal deals tussen 2010 en 2011 met 1 toe, terwijl het aantal technologie-gerelateerde deals in Europa licht afnam van 1099 in 2010 tot 1092 in Europese bedrijven haalden in ,9 miljard op, precies gelijk aan In Nederland werd in 2011 een daling van 6% geregistreerd in financiering ten opzichte van Bij de vergelijking van venture capital activiteit in Nederland met de rest van Europa dient wel een kanttekening te worden geplaatst. Het Nederlands aandeel op Europese schaal is enigszins overgewaardeerd. Nederland is namelijk het enige land waar Tornado Insider elk jaar specifiek onderzoek doet. Dit, in combinatie met de overzichtelijkheid van de markt door de relatief beperkte schaal, zou kunnen leiden tot een betere dekking van de aanwezige activiteit in Nederland. Indien er daadwerkelijk sprake zou zijn van een overwaardering, dan is dit echter voor elk jaar hetzelfde. De besproken trends vormen dus een reële afspiegeling van de werkelijkheid. 41

42 2.2.3 Activiteit investeerders in Nederland 96 investeerders waren in Nederland actief in 2011, het hoogste aantal sinds 2000 In Figuur 24 staat het aantal actieve investeerders in Nederlandse bedrijven per jaar. Ook hier blijkt de enorme impact van de Internet crisis na 2000, met een daling van 73% tot slechts 33 verschillende investeerders in De daaropvolgende sterke stijging tot 83 investeerders in 2007 was mede te danken aan de opkomst van de Seed-fondsen en een toename van het aantal buitenlandse VCs die actief waren in Nederland. Na een daling in de daaropvolgende jaren nam het aantal toe tot 91 investeerders in In 2011 kreeg de toename een vervolg en werden 96 verschillende investeerders geteld, het hoogste aantal sinds Figuur 24: Aantal actieve investeerders in Nederland per jaar Gemiddeld aantal VCs per deal is 1,8 in 2011, het hoogste niveau sinds 2001; gemiddeld aantal deals per VC het laagst sinds de Internet crisis PPM Oost meest actieve investeerder ooit in Nederland gerapporteerd Aandeel regionale VCs in Nederlandse deals neemt iets af tot 43% Gerelateerd aan het hoge aantal actieve investeerders in 2010 en 2011 nam ook het aantal investeerders per deal toe. Het gemiddelde aantal bedroeg in ,4 per deal. Dit was in 2010 toegenomen tot 1,6. Het aantal VCs per investering in 2011 was 1,8. Dit gemiddelde is het hoogste sinds 2001 (2,3). Omgekeerd was er een daling in het gemiddelde aantal deals per investeerder van 1,09 deals in 2010 tot 1,04 in Alleen in de jaren van de Internet crisis werden lagere gemiddeldes gemeten. In navolging van voorgaande jaren waren ook in 2011 regionale fondsen het meest actief in Nederland. Zes van dergelijke fondsen stonden bovenaan de ranglijst van meest actieve investeerders. Sinds 2007 staat PPM Oost op de eerste plaats van de lijst. In 2011 rapporteerde deze investeerder zelfs 23 deals. Dit is het hoogste aantal technologie-investeringen per jaar dat ooit door Tornado Insider voor een investeerder in Nederland is gemeten. Op de tweede plaats in 2011 kwam Technofonds Flevoland met 7 deals. Vier regiogebonden VCs rapporteerden 4 deals. Acht investeerders, waarvan zes niet regionaal opereren, hadden 3 investeringen gedaan in De voorname rol die regionale fondsen spelen in Nederland wordt getoond in Figuur 25. De grafiek geeft het percentage investeringen met één of meer regionale fondsen ten opzichte van het Nederlands totaal. Het aandeel van 42

43 deze investeerders in Nederlandse technologie-deals kende een piek in 2005, toen ze deelnamen aan 65% van de investeringen. De betrokkenheid daalde vervolgens tot 40% in 2008 en steeg weer in 2009 tot 50%. Hierna daalde het aandeel weer tot 47% in 2010 en 43% in Het lage percentage in 2011 is mogelijk een onderwaardering. Twee regionale fondsen konden de dealgegevens voor 2011 niet (op tijd) opsturen, waardoor wellicht niet alle activiteiten van deze fondsen zijn meegenomen. Daarnaast hield één regionaal fonds tijdelijk op met investeren. Figuur 25: Aandeel regionale fondsen in Nederlandse VC investeringen 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 65% 50% 50% 46% 47% 43% 40% 43% Activiteit van Seedfondsen neemt toe tot 31 deals in 2011 Het aandeel van alle Nederlandse venture capital-investeringen waarin één of meer Seed-fondsen deelnamen, wordt in Figuur 26 weergegeven. In eerdere metingen is aangegeven dat de regeling in zeer korte tijd een grote impact had op het venture capital klimaat in Nederland. Binnen twee jaar waren Seed-fondsen al betrokken bij 29% van alle deals (in 2007). Een jaar later was dit aandeel zelfs opgelopen tot 31%, ondanks dat het absolute aantal investeringen van Seed-fondsen afnam van 32 in 2007 tot 29 in Na een afname tot 20% in 2009 (20 deals), nam het percentage in 2010 toe tot 27% (27 deals). Deze toename zette door in 2011 toen 31 deals door Seed-fondsen werden gerapporteerd, overeenkomend met 30% van het Nederlandse totaal. Figuur 26: Aandeel Seed-fondsen in Nederlandse VC investeringen 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 29% 31% 27% 30% 20% 17% 2% De investeringsactiviteit van buitenlandse VCs in de Nederlandse markt is afhankelijk van zowel de aantrekkingskracht van Nederlandse technologiebedrijven op internationale VCs als de staat van de internationale VC markt en de bereidheid tot het nemen van risico s. Het aantal actieve buitenlandse investeerders in Nederlandse bedrijven ten 43

44 44% 51% 51% 62% Nederlandse tech bedrijven blijven in 2011 interessant voor buitenlandse VCs opzichte van het aantal actieve Nederlandse VCs wordt getoond in Figuur 27. Uit de grafiek blijkt dat het aandeel buitenlandse VCs vanaf 2003 schommelde tussen de 30% en 38%. In 2010 lag het percentage op het hoogste punt van dit bereik met 38%. In 2011 was dit aandeel gedaald tot 34%. Dit percentage kwam overeen met 33 actieve buitenlandse VCs, een lichte daling ten opzichte van de 35 buitenlandse VCs die in 2010 in Nederland actief waren. Zulke hoge aantallen werden sinds 2001 echter niet waargenomen. Figuur 27: Aantal buitenlandse versus Nederlandse actieve VCs per jaar 100% 80% Nederlands Buitenlands 60% 70% 67% 69% 64% 67% 68% 62% 66% 40% 20% 56% 49% 49% 38% 30% 33% 31% 36% 33% 32% 38% 34% 0% Niet verrassend is dat individuele buitenlandse VCs beduidend minder investeringen per jaar in Nederland maken dan hun lokale collega s. Zo waren er in 2011 maar drie investeerders die meerdere investeringen in Nederlandse technologiebedrijven maakten. Atomico Investments, Capricorn Venture Partners en Wellington Partners maakten ieder 2 deals. Voorgaande metingen gaven aan dat Nederlandse investeerders elk jaar bij ongeveer 90% van de deals betrokken zijn. In 2011 kwam dit percentage precies op 90% uit. Het buitenlandse aandeel komt sinds 2003 zelden boven de 20% uit. In 2010 namen één of meer buitenlandse partijen deel aan 19% van alle deals. In 2011 was dit percentage toegenomen tot 23%, het hoogste aandeel sinds Buitenlandse VCs zien niet altijd een noodzaak om samen met een lokale partij te co-investeren. In de jaren 2007 tot en met 2009 waren Nederlandse partijen bij slechts rond de 55% van alle deals met buitenlandse deelname betrokken. In 2010 nam dit percentage af tot 47%. In 2011 nam het percentage Nederlandse deelname in buitenlandse deals weer toe tot 55%. Net zoals in alle voorgaande metingen waren investeringen met buitenlandse deelname gemiddeld veel groter dan die met enkel Nederlandse VCs. In 2011 waren de investeringen met 44

45 buitenlandse VCs gemiddeld bijna 3 keer zo groot als deals met Nederlandse VCs. Gemiddeld nemen meer investeerders per deal deel bij buitenlandse betrokkenheid, dan bij deals met alleen Nederlandse VCs. In 2011 was dit verschil niet zo groot als in veel andere jaren: bij Nederlandse investeerders was 1,6 investeerder per deal betrokken en bij buitenlandse deelname 1,7. In navolging van 2010 zijn VCs uit de VS meest actief in Nederland in 2011 Figuur 28 geeft per jaar de verdeling van de zeven meest actieve landen in Nederlandse technologieondernemingen bleek het tweede opeenvolgende jaar dat investeerders uit de Verenigde Staten (26%) het meest actief waren in Nederland. De tweede plaats in 2011 was voor VCs uit het Verenigd Koninkrijk (VK), een opvallende stijging naar 16% na twee jaar van weinig activiteit. Duitse investeerders toonden in 2011 iets meer interesse dan in 2010, en deelden de derde plaats met Franse VCs (beide 13%). Na veel activiteit van Belgische investeerders in 2007 en 2008, nam hun aandeel in 2011 verder af tot 10%. Figuur 28: Aandeel top 7 landen bij investeringen met buitenlandse VCs 100% 80% 60% 40% 20% 0% 8% 3% 8% 5% 8% 15% 54% 2000 (n=39) 13% 7% 15% 22% 23% 21% 9% 22% 28% 2001 (n=46) 8% 8% 31% 14% 14% 29% 9% 27% 9% 18% 15% 21% 9% 2002 (n=13) 2003 (n=14) 18% 20% 9% 2004 (n=11) 30% 10% 20% 6% 10% 7% 4% 6% 4% 7% 11% 10% 11% 10% 11% 29% 11% 17% 26% 28% 26% 7% 26% 19% 17% 21% 13% 4% 31% 3% 6% 13% 3% 3% 13% 3% 6% 13% 13% 10% 16% 20% 22% 19% 11% 21% 28% 26% 2005 (n=10) 2006 (n=18) 2007 (n=31) 2008 (n=27) 2009 (n=24) 2010 (n=32) 2011 (n=31) Overige Luxemburg Zwitserland Frankrijk Duitsland België VK VS Rondeverdeling venture capital Figuur 29 toont de distributie van vroege fase- en vervolginvesteringen in Nederlandse technologiebedrijven. Hierbij worden seed- en eerste rondeinvesteringen tot vroege fase-investeringen gerekend. Vervolginvesteringen zijn alle tweede en verdere rondes. De helft van de deals in 2011 waren in de vroege fase De start van de Seed Capital-regeling in 2005 had al snel een significante impact op het aandeel vroege fase-investeringen. Dit percentage nam in 2006 een vogelvlucht tot 77% van alle VC investeringen in Nederland van dat jaar. Het niveau van vroege fase-investeringen bleef hoog in 2007 (72%), waarna het aandeel jaarlijks verder afnam tot slechts 45% in 2010, ondanks een toename van activiteit van de Seed-fondsen in dat jaar. Wellicht is dit een gevolg van de kredietcrisis. In 2011 steeg het aandeel 45

46 weer wat en vond 50% van alle Nederlandse technologie-investeringen in de vroege fase plaats. Figuur 29: Rondedistributie VC investeringen in Nederland per jaar 100% 80% 60% 17% 44% 58% 50% 36% 42% 23% 28% 38% 38% 55% 50% 40% 20% 0% 83% 77% 72% 64% 56% 58% 63% 62% 50% 42% 45% 50% Vervolg investeringen Vroege fase investeringen Figuur 30 laat de rondeverdeling zien voor het totaal opgehaalde bedrag. Tussen 2000 en 2007 zijn de schommelingen in de verhouding vroege tot latere fase erg groot. De afgelopen vier jaar waren redelijk stabiel. Het aandeel van vroege fase-financiering van het totaalbedrag was telkens laag: in %. Verschil deal-grootte vroege fase t.o.v. vervolginvesteringen groter in jaren van dalende VC trends Seed-fondsen betrokken bij 82% van de Nederlandse vroege fase-deals in 2011 Het percentage vroege fase-financiering ligt structureel een stuk lager dan het percentage voor vroege fase-deals (Figuur 29). Dit valt te verklaren met de gemiddeld kleinere deal-groottes bij vroege fase-investeringen. Opvallend is dat dit verschil tussen het aandeel vroege fase-deals (Figuur 29) en het aandeel vroege fase-financiering (Figuur 30) groter wordt in jaren waarin het aandeel vroege fase afneemt. Dit geeft aan dat in onzekere tijden VCs niet alleen minder vaak investeren in de vroege fase, maar dat ze ook minder geld investeren per vroege fase-deal ten opzichte van latere fase-deals. Het belang van de Seed-fondsen voor het totale VC klimaat in Nederland is aanzienlijk, maar de impact van de regeling op vroege fase-investeringen is nog groter. Uit eerdere metingen bleek dat ze in 2008 (co)investeerden in 80% van alle deals in deze fase. Dit percentage nam af in 2009 tot 45%, maar steeg weer tot 66% in 2010 en 82% in van de 31 Seedfondsinvesteringen in 2010 waren vervolginvesteringen. Het aandeel van regionale investeerders in vroege fase-investeringen in 2011 was gelijk aan hun aandeel in alle Nederlandse investeringen in dat jaar: 43%. 46

47 Figuur 30: Rondedistributie VC financiering in Nederland per jaar 100% 80% 60% 38% 63% 90% 70% 50% 61% 47% 59% Vervolg investeringen Vroege fase investeringen 81% 81% 76% 77% 40% 20% 0% 62% 50% 53% 37% 39% 41% 30% 19% 19% 24% 23% 10% Sectorverdeling venture capital De jaarlijkse verdeling van de VC investeringen in Nederlandse technologiebedrijven wordt in Figuur 31 getoond voor de tien belangrijkste sectoren, in de periode 2006 tot en met De verdeling van eerdere jaren staat in de rapportage van de 5-meting. De eerste kolom aan de linkerzijde toont de verdeling voor alle deals van Deze dient als referentie en geeft een beeld van de verschuiving in populariteit van sectoren in de tijd. Figuur 31: Sectordistributie aantal VC investeringen in Nederland per jaar 100% 80% 60% 40% 20% 0% 3% 3% 3% 4% 3% 4% 7% 6% 7% 12% 5% 10% 7% 9% 11% 8% 8% 9% 1% 7% 1% 8% 13% 8% 3% 5% 43% 35% 43% 35% 37% 12% % 15% 5% 11% 11% 2% 8% 3% 7% 16% 5% 1% 10% 15% 14% 5% 3% 1% 5% 9% 5% 11% 15% 9% 11% 3% 1% 8% 6% 2% 2% 41% 40% 10% 12% Andere sectoren Verv. van overige chemische eindproducten Verv. van machines en apparaten Verv. van instrumenten Verv. van farmaceutische producten Verv. van over. elektrische machines, apparaten en benodigdheden Verv. van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur Telecom Computerservice- en informatietechnologiebureaus Bureaus voor speur- en ontwikkelingswerk 47

48 Computerservice- en IT-bureaus blijven meest populair met 40% van de deals in 2011, Instrumenten stijgt tot 15% De verhouding tussen de sectoren over de getoonde zes jaren laat weinig uitschieters zien. Ook de jaarlijkse verschillen ten opzichte van de totalen in de eerste kolom zijn niet groot. Computerservice- en informatietechnologiebureaus zijn de dominante sector: het haalde 43% van alle investeringen over de hele periode op. Ook in 2011 werd het overgrote deel van de deals (40% van het totaal) geïnvesteerd in deze sector. De tweede sector in 2011 was Instrumenten met een aandeel van 15% van alle Nederlandse technologiedeals. Alleen in 2009 (16%) was het aandeel van deze sector hoger. Gemiddeld voor de hele periode sinds 2001 staat deze sector op de derde plaats met 10%. Op de derde plaats in 2011 staan Bureaus voor speur- en ontwikkelingswerk, met 12% gelijk aan het gemiddelde aandeel voor de hele periode. De vierde rang werd ingenomen door de sector Farmaceutische producten, die 11% van deals ophaalde. Dit is het hoogste niveau voor die sector van de afgelopen jaren. Alleen in 2004 (14%) en 2005 (18%) lag het aandeel voor deze sector hoger. In de 5- meting stonden Farmaceutische producten en Machines en apparaten op een vierde plaats met 9%. In deze meting zakte Machines en apparaten terug tot 5%, goed voor een gedeelde zesde plaats. Figuur 32: Sectordistributie geïnvesteerd VC bedrag in Nederland per jaar 100% 80% 60% 40% 20% 0% 1% 1% 0,3% 0,5% 1% 4% 2% 2% 2% 8% 1% 1% 0,4% 2% 1% 8% 10% 4% Andere sectoren 10% 4% 17% 17% 8% 9% 16% Verv. van overige chemische eindproducten 14% 7% Verv. van machines en apparaten 15% 27% 14% 0,2% 16% Verv. van instrumenten 1% 13% 4% 23% 31% 11% 9% 5% Verv. van farmaceutische producten 3% 0,3% 7% Verv. van over. elektrische machines, 2% 24% 15% 0,1% apparaten en benodigdheden 11% 25% 3% Verv. van audio-, video- en 0,4% telecommunicatieapparatuur 1% 3% Telecom 44% 35% 24% 16% 14% 26% Computerservice- en informatietechnologiebureaus 26% Bureaus voor speur- en ontwikkelingswerk 18% 20% 19% 13% 11% 13% 7% De sectorverdeling op basis van het opgehaald bedrag staat voor dezelfde periode gegeven in Figuur 32. Deze toont een heel ander beeld dan Figuur 31. Ook is er meer variatie tussen jaren. In eerdere metingen werd aangegeven dat de kapitaalbehoefte van bedrijven sterk sectorafhankelijk is. Sectoren laten daardoor verschillende deal-groottes zien. Gedurende de jaren werd voor Farmaceutische producten een gemiddelde deal-grootte geregistreerd van 5,6 miljoen (op 69 deals), significant hoger dan het gemiddelde over alle sectoren van 3,2 miljoen. Hoge gemiddelden zijn ook gerapporteerd voor Audio-, video- en telecommunicatieapparatuur 48

April 2013. Tornado Insider In opdracht van AgentschapNL. 2013 Emerging Technology Research Europe 7-meting Nederlands investeringsklimaat

April 2013. Tornado Insider In opdracht van AgentschapNL. 2013 Emerging Technology Research Europe 7-meting Nederlands investeringsklimaat 1 April 2013 Tornado Insider In opdracht van AgentschapNL Tornado Insider Tornado Insider is een activiteit van de pan-europese technologie research & media organisatie Emerging Technology Research Europe

Nadere informatie

September 2015 Tornado Insider In opdracht van RVO.nl

September 2015 Tornado Insider In opdracht van RVO.nl 1 September 2015 Tornado Insider In opdracht van RVO.nl Tornado Insider Tornado Insider is een activiteit van de pan-europese technologie research & media organisatie Emerging Technology Research Europe

Nadere informatie

2014 Emerging Technology Research Europe 8-meting Nederlands investeringsklimaat. April Vertrouwelijk. Tornado Insider In opdracht van RVO.

2014 Emerging Technology Research Europe 8-meting Nederlands investeringsklimaat. April Vertrouwelijk. Tornado Insider In opdracht van RVO. 1 April 2014 Tornado Insider In opdracht van RVO.nl Tornado Insider Tornado Insider is een activiteit van de pan-europese technologie research & media organisatie Emerging Technology Research Europe Inc.

Nadere informatie

Nederlands investeringsklimaat voor Technostarters

Nederlands investeringsklimaat voor Technostarters Nederlands investeringsklimaat voor Technostarters 1-meting Jan 2007 TI Research Group BV In opdracht van TechnoPartner Tornado Insider Research Group B.V. Tornado Insider is een pan-europese technologie

Nadere informatie

2012 Emerging Technology Research Europe 1-meting Informal investment in Nederland

2012 Emerging Technology Research Europe 1-meting Informal investment in Nederland 1 Tornado Insider Tornado Insider is een activiteit van de pan-europese technologie research & media organisatie Emerging Technology Research Europe Inc. Voor ondernemers, investeerders en dienstverleners

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE

UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE 3 E KWARTAAL 211 Gemaakt voor NVM Wonen Gemaakt door NVM Data & Research Inhoudsopgave 1 Introductie enquête... 3 1.1 Periode... 3 1.2 Respons... 3 2 Staat van de woningmarkt...

Nadere informatie

M Starters en de markt. drs. A. Bruins drs. D. Snel

M Starters en de markt. drs. A. Bruins drs. D. Snel M201010 Starters en de markt drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, juni 2010 Starters en de markt Ondernemers die met een bedrijf zijn begonnen in de maanden voordat de economie in 2008 van groei omsloeg

Nadere informatie

bedrijven Hoeveel jonge bedrijven hebben geïnvesteerd? Waarin hebben de bedrijven geïnvesteerd?

bedrijven Hoeveel jonge bedrijven hebben geïnvesteerd? Waarin hebben de bedrijven geïnvesteerd? Minirapportage: Het investeringsgedrag van jonge bedrijven inlichtingen: drs. A. Bruins datum: augustus 03 bestelnummer: M0306 Voor bedrijven die de startfase zijn doorgekomen - zogenaamde jonge bedrijven

Nadere informatie

Inhoud. KvK Oost Nederland - Kennis- en Adviescentrum COEN Oost Nederland Groothandel Kwartaalcijfers Pagina 1 van 27

Inhoud. KvK Oost Nederland - Kennis- en Adviescentrum COEN Oost Nederland Groothandel Kwartaalcijfers Pagina 1 van 27 Inhoud Ontwikkeling aantal orders 2 Verwachting aantal orders 3 Verwachting aantal exportorders 4 Verwachting inkopen bij leveranciers 5 Oordeel orderpositie 6 Oordeel orderpositie buitenland 7 Oordeel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 32 637 Bedrijfslevenbeleid Nr. 279 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Eerste kwartaal 2013. Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Limburg

Eerste kwartaal 2013. Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Limburg Eerste kwartaal 2013 Conjunctuurenquête Nederland Inhoud rapport COEN in het kort Economisch klimaat Omzet Export Personeelssterkte Investeringen Winstgevendheid Toelichting De Conjunctuurenquête Nederland

Nadere informatie

Regio Amsterdam. Kantorenvisie. Januari 2010. Amstelveen. 40% minder opname kantoorruimte. Grootste transacties. 40% minder opname kantoorruimte

Regio Amsterdam. Kantorenvisie. Januari 2010. Amstelveen. 40% minder opname kantoorruimte. Grootste transacties. 40% minder opname kantoorruimte Research Kantorenvisie Regio Amsterdam Januari 2010 40% minder opname kantoorruimte De negatieve economische ontwikkelingen in Nederland in 2009 hebben bijgedragen aan een terugval in de opname van kantoorruimte

Nadere informatie

Regiobericht 1.0 Noord

Regiobericht 1.0 Noord Economie, innovatie, werk en inkomen 1 Kenmerken van het landsdeel Het landsdeel Noord bestaat uit de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. De provincies werken samen in het Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland Conjunctuur enquête Technologische Industrie Nederland Gunstig beeld met internationale onzekerheden Het CBS kopt donderdag 16 februari dat het ondernemersvertrouwen in Nederland nog nooit op zo n hoog

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

Van baan naar eigen baas

Van baan naar eigen baas M200912 Van baan naar eigen baas drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2009 Van baan naar eigen baas Ruim driekwart van de ondernemers die in de eerste helft van 2008 een bedrijf zijn gestart, werkte voordat

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor juni 211 (cijfers t/m maart 211) Inhoud: 1. Werkloosheid 2. Werkloosheid naar leeftijd 3. Vacatures, bedrijven, leegstand 4. Woningmarkt Hoe staan de er voor op de arbeidsmarkt en de woningmarkt?

Nadere informatie

Starters zien door de wolken toch de zon

Starters zien door de wolken toch de zon M201206 Starters zien door de wolken toch de zon drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Starters zien door de wolken toch de zon Enkele jaren nadat zij met een bedrijf zijn begonnen, en met enkele jaren financieel-economische

Nadere informatie

M Na regen komt? De MKB-ondernemer als weerman van het economische klimaat. A. Ruis

M Na regen komt? De MKB-ondernemer als weerman van het economische klimaat. A. Ruis M200814 Na regen komt? De MKB-ondernemer als weerman van het economische klimaat A. Ruis Zoetermeer, december 2008 Prognoses vanuit het MKB Ondernemers in het MKB zijn over het algemeen goed in staat

Nadere informatie

CONJUNCTUUR MONITOR INTERIEURBOUW EN MEUBELINDUSTRIE. Sterk voor u en onze branche TWEEDE HELFT 2016

CONJUNCTUUR MONITOR INTERIEURBOUW EN MEUBELINDUSTRIE. Sterk voor u en onze branche TWEEDE HELFT 2016 CONJUNCTUUR MONITOR INTERIEURBOUW EN MEUBELINDUSTRIE TWEEDE HELFT 2016 Sterk voor u en onze branche 2 CBM Conjunctuur Monitor 2016 TWEEDE HELFT 2016 CONJUNCTUURMONITOR INTERIEURBOUW EN MEUBELINDUSTRIE

Nadere informatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie Hoofdstuk 24 Financiële situatie Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Zes op de tien Leidenaren zijn bekend

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 2014 Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen

Nadere informatie

Huidig economisch klimaat

Huidig economisch klimaat Huidig economisch klimaat 1.1 Beschrijving respondenten Er hebben 956 ondernemers meegedaan aan het onderzoek, een respons van 38. De helft van de respondenten is zzp er (465 ondernemers, 49). Het aandeel

Nadere informatie

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk 30 FINANCIËLE SITUATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de financiële situatie van de Leidse burgers. In de enquête wordt onder andere gevraagd hoe moeilijk of gemakkelijk men rond kan komen met het

Nadere informatie

Conjunctuurenquête Nederland

Conjunctuurenquête Nederland Nieuw: metingen op provinciaal niveau Conjunctuurenquête Nederland Rapport eerste kwartaal 212 Conjunctuurenquête Nederland I rapport eerste kwartaal 212 Inhoud rapportage COEN in het kort Economisch klimaat

Nadere informatie

CONJUNCTUUR MONITOR INTERIEURBOUW EN MEUBELINDUSTRIE. Sterk voor u en onze branche EERSTE HELFT 2016

CONJUNCTUUR MONITOR INTERIEURBOUW EN MEUBELINDUSTRIE. Sterk voor u en onze branche EERSTE HELFT 2016 CONJUNCTUUR MONITOR INTERIEURBOUW EN MEUBELINDUSTRIE EERSTE HELFT 2016 Sterk voor u en onze branche EERSTE HELFT 2016 CONJUNCTUURMONITOR INTERIEURBOUW EN MEUBELINDUSTRIE Voorwoord CBM wil een goed en betrouwbaar

Nadere informatie

COEN in het kort. Inhoud rapport. Toelichting. Nederland. Herstel komt in zicht. Conjunctuurenquête Nederland I rapport vierde kwartaal 2014

COEN in het kort. Inhoud rapport. Toelichting. Nederland. Herstel komt in zicht. Conjunctuurenquête Nederland I rapport vierde kwartaal 2014 Inhoud rapport COEN in het kort Economisch klimaat Omzet Export Personeelssterkte Investeringen Winstgevendheid Toelichting De Conjunctuurenquête (COEN) ondervraagt elk kwartaal ondernemers over onderwerpen

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie Samenvatting Hfst 10. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor Januari 211 (cijfers t/m oktober 21) Hoe staan de er voor op de arbeidsmarkt en de woningmarkt? Dat leest u in deze zesde editie van de crisismonitor, die het OCD eens in de twee maanden

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor oktober 211 (cijfers t/m september 211) Inhoud: 1. Werkloosheid 2. Werkloosheid naar leeftijd 3. Vacatures, bedrijven, leegstand 4. Woningmarkt Hoe staan de er voor op de arbeidsmarkt en

Nadere informatie

Meting economisch klimaat, november 2013

Meting economisch klimaat, november 2013 Meting economisch klimaat, november 2013 1.1 Beschrijving respondenten Er hebben 956 ondernemers meegedaan aan het onderzoek, een respons van 38. De helft van de respondenten is zzp er (465 ondernemers,

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 31 311 Zelfstandig ondernemerschap Nr. 55 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Financieringsmonitor Groei

Financieringsmonitor Groei M200908 Financieringsmonitor Groei Gevestigde bedrijven en snelle groeiers vergeleken Lia Smit Joris Meijaard Zoetermeer, 20 mei 2009 Financieringsmonitor groei Terugval financieringsbehoefte snelle groeiers

Nadere informatie

Financiering in het MKB

Financiering in het MKB M201004 Financiering in het MKB Onderzoek naar de financieringsbehoefte per provincie Johan Snoei Abdelfatah Ichou Zoetermeer, maart 2010 Financiering in het MKB Financieringsbehoefte in het MKB verschilt

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquete 2018

Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Datum, maart 2019 Inleiding In november en december 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) ruim 500 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om op reguliere

Nadere informatie

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak - 2017 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding... 3 1: Werkzaam zijn en blijven... 4 1a: Werkzaam zijn en blijven

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor Oktober 2010 (cijfers t/m augustus 2010) Inhoud: 1. Werkloosheid (algemeen) 2. Werkloosheid naar leeftijd (jongeren en ouderen) 3. Vacatures, bedrijven en leegstand 4. Woningmarkt Hoe staan

Nadere informatie

Economische en sociale thermometer Nummer 42, oktober 2012

Economische en sociale thermometer Nummer 42, oktober 2012 Economische en sociale thermometer Nummer 42, oktober 212 Uitgave : Team Kennis en Verkenning Naam : Jaap Barink Telefoonnummer : (57) 693369 Mail : j.barink@deventer.nl 2 INHOUD Highlights uit de economische

Nadere informatie

Update Financieringsmonitor MKB September 2009

Update Financieringsmonitor MKB September 2009 Update Financieringsmonitor MKB September Lia Smit Joris Meijaard Johan Snoei Pim van der Valk Zoetermeer, 10 september Financieringssituatie MKB blijft zorgelijk De vierde meting van de MKB-Financieringsmonitor

Nadere informatie

Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy

Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy Sociale media hebben in onze samenleving een belangrijke rol verworven. Het gebruik van sociale media is groot en dynamisch. Voor de vierde

Nadere informatie

Saldo economisch klimaat. Q (verwacht) -39,8

Saldo economisch klimaat. Q (verwacht) -39,8 BEDRIJFSLEVEN TOTAAL 1. Bedrijfsleven eind 2008 in onzekerheid Het bedrijfsleven in het gebied van Kamer van Koophandel Den Haag heeft in het derde kwartaal van 2008 niet slecht gepresteerd, zeker niet

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Minder starters in 2016

Minder starters in 2016 Vooruitzicht Starters Minder starters in 2016 Aantal starters stabiel in 2015, daling verwacht in 2016 130.000 Meer starters in de bouw, minder starters in de transport percentage, jan t/m sep 2015 t.o.v.

Nadere informatie

MR WBM VONDENHOFF ADVOCAAT

MR WBM VONDENHOFF ADVOCAAT MR WBM VONDENHOFF ADVOCAAT TopTalks Bedrijfsfinanciering Mr. W.B.M. Vondenhoff 1. Stappen bedrijfsfinanciering A. Eigen vermogen: goed voor solvabiliteitsratio B. Kasstroom: inzichtelijk C. Werkkapitaal:

Nadere informatie

Juli 2012. Update cijfers extreme groeiers in Vlaanderen

Juli 2012. Update cijfers extreme groeiers in Vlaanderen Juli 2012 Update cijfers extreme groeiers in Vlaanderen Evolutie extreme groeiers periode 2004 2007 1 Vanuit een beleidsstandpunt is het verkrijgen en verankeren van meer en meer succesvolle groeiondernemingen

Nadere informatie

Dienstensector houdt vertrouwen

Dienstensector houdt vertrouwen Stand van de Zakelijke Dienstverlening Dienstensector houdt vertrouwen Kasper Buiting Senior Sectoreconoom December 18 Inhoudsopgave pagina 1 Macro-economie: Eurozone en NL Voorlopende economische indicatoren

Nadere informatie

Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting

Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting Marlijn Abbink-Cornelissen Marcel Haverkamp Janneke Wilschut 5 April 2016 1 Samenvatting Samenvatting Dit is het vijfde rapport van de monitor HH(T). Deze monitor inventariseert

Nadere informatie

Voorbeeldcase RAB RADAR

Voorbeeldcase RAB RADAR Voorbeeldcase RAB RADAR Radio AD Awareness & Respons Private Banking (19725) Inhoud 2 Inleiding Resultaten - Spontane en geholpen merkbekendheid - Spontane en geholpen reclamebekendheid - Herkenning radiocommercial

Nadere informatie

EZ Microkrediet Onderzoek (aanbodzijde - Financiële instellingen)

EZ Microkrediet Onderzoek (aanbodzijde - Financiële instellingen) BIJLAGE A1: VRAGENLIJST BANKEN EZ Microkrediet Onderzoek (aanbodzijde - Financiële instellingen) 1 Hoeveel aanvragen voor bedrijfskrediet (dus niet consumentenkrediet of persoonlijke leningen) tot 25.000

Nadere informatie

Minder startende ondernemers

Minder startende ondernemers Starters ING Economisch Bureau Minder startende ondernemers in 2012 Aantal starters loopt in alle provincies terug Dit jaar zijn er tot en met september circa 95.000 mensen een onderneming gestart, ruim

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquête jaar 2017

Resultaten Conjunctuurenquête jaar 2017 Willemstad, april 2018 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Investeringsbelemmeringen... 3 Vertrouwen in de economie... 4 Vertrouwen in de toekomst... 5 Perceptie investeringsklimaat... 6 Conjunctuurindex... 7

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële

Nadere informatie

M200705. Werkgelegenheid bij startende bedrijven. drs. A. Bruins

M200705. Werkgelegenheid bij startende bedrijven. drs. A. Bruins M200705 Werkgelegenheid bij startende bedrijven drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2007 2 Werkgelegenheid bij startende bedrijven Van startende bedrijven wordt verwacht dat zij bijdragen aan nieuwe werkgelegenheid.

Nadere informatie

Monitor kredietcrisis begin 2010 Gemeente Purmerend

Monitor kredietcrisis begin 2010 Gemeente Purmerend Monitor kredietcrisis begin 2010 Gemeente Purmerend Colofon In opdracht van: De directeur Beleid Coördinatie en samenstellen rapportage: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Inhoud rapportage:

Nadere informatie

Meting september 2014

Meting september 2014 Meting september 2014 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door onderzoeksbureau Kien Onderzoek. VERTROUWEN IN GOEDE DOELEN STIJGT OOK IN 3E

Nadere informatie

Methodiek Nominaties Gouden Stier 2015

Methodiek Nominaties Gouden Stier 2015 Methodiek Nominaties Gouden Stier 2015 September 2015 AF Advisors Content - Introductie - Nominatiemethodiek op hoofdlijnen - Methodiek Beste Beleggingsfonds - Methodiek Beste Duurzame Beleggingsfonds

Nadere informatie

Willemstad, mei Resultaten Conjunctuurenquête 2016

Willemstad, mei Resultaten Conjunctuurenquête 2016 Willemstad, mei 2017 Resultaten Conjunctuurenquête 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 5 1.1 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen... 5 1.2 Concurrentiepositie...

Nadere informatie

Curatoren middag 2015

Curatoren middag 2015 Curatoren middag 2015 Alternatieve financieringsvormen Wat zijn de mogelijkheden in het huidige financieringslandschap 11 november 2015 Spreker: Onderwerpen 1. Financieringsbehoefte bedrijfsleven 2. Veranderende

Nadere informatie

Hoofdstuk 7. Financiële situatie

Hoofdstuk 7. Financiële situatie Stadsenquête Leiden Hoofdstuk 7. Financiële situatie Samenvatting Bijna driekwart van de Leidenaren geeft aan gemakkelijk rond te komen met het huishoudinkomen, twee op de tien komt net rond en bijna een

Nadere informatie

Derde kwartaal 2012. Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Gelderland

Derde kwartaal 2012. Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Gelderland Derde kwartaal 212 Conjunctuurenquête Nederland Conjunctuurenquête Nederland I rapport derde kwartaal 212 Inhoud rapport COEN in het kort Economisch klimaat Omzet Export Personeelssterkte Investeringen

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Warmtenet (2015)

Klanttevredenheidsonderzoek Warmtenet (2015) Klanttevredenheidsonderzoek Warmtenet (2015) In het voorjaar van 2015 is een tevredenheidsonderzoek onder de particuliere klanten van Warmtenet Hengelo gehouden. Aan alle particuliere klanten van Warmtenet

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018

RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018 RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018 Willemstad, september 2018 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Investeringsbelemmeringen Vertrouwen in de economie... 4 Vertrouwen in de toekomst... 5 Perceptie investeringsklimaat...

Nadere informatie

Trendmonitor Hoorn. 11 e meting: eerste kwartaal 2012. Trendmonitor Hoorn. Gemeente Hoorn mei 2012

Trendmonitor Hoorn. 11 e meting: eerste kwartaal 2012. Trendmonitor Hoorn. Gemeente Hoorn mei 2012 11 e meting: eerste kwartaal 2012 Gemeente Hoorn mei 2012 Colofon Uitgave : &O Research BV van Dedemstraat 6C 1624 NN Hoorn Tel. (0229) 282555 www.ioresearch.nl Datum : Mei 2012 Opdrachtgever : gemeente

Nadere informatie

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet onderzoek

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet onderzoek 4. SAMENVATTING Op 7 mei 2002 is in het Staatsblad 2002 nummer 201 de gewijzigde Tabakswet gepubliceerd. Naar aanleiding hiervan wil de Keuringsdienst van Waren goed inzicht in de naleving van het onderdeel

Nadere informatie

FINANCIERINGSBAROMETER

FINANCIERINGSBAROMETER FINANCIERINGSBAROMETER Q1 14 Q2 14 Q3 14 Q4 14 GfK 14 VFN - Financieringsbarometer Juni 14 1 Inhoudsopgave 1. Management summary 2. Financieringsbarometer 3. Onderzoeksresultaten 4. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 8 Overall conclusie De kredietcrisis zorgt voor een terugval van de economische bedrijvigheid in Nederland die sinds het begin van de jaren tachtig niet is voorgekomen.

Nadere informatie

Markt starters. Trendanalyse. Demografisch. Trendanalyse 14/04/16. 13 april Elles Derrez manager MKB Rabobank Westelijke Mijnstreek.

Markt starters. Trendanalyse. Demografisch. Trendanalyse 14/04/16. 13 april Elles Derrez manager MKB Rabobank Westelijke Mijnstreek. Markt starters Trendanalyse 13 april Elles Derrez manager MKB Rabobank Westelijke Mijnstreek Trendanalyse 2 1 Aantal starters door de jaren Starters per jaar 160.000 140.000 120.000 100.000 80.000 60.000

Nadere informatie

FOCUS op speur- en ontwikkelingswerk

FOCUS op speur- en ontwikkelingswerk FOCUS op speur- en ontwikkelingswerk Het gebruik van de WBSO in 25 in opdracht van FOCUS op speur- en ontwikkelingswerk Het gebruik van de WBSO in 25 Inhoud Inleiding 3 Effect WBSO 4 Toegekende aanvragen

Nadere informatie

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, Meting juni 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl 80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, AL ZIEN MINDER

Nadere informatie

HALFJAARLIJKS ONDERZOEK. Conjunctuurenquête voorjaar 2015

HALFJAARLIJKS ONDERZOEK. Conjunctuurenquête voorjaar 2015 HALFJAARLIJKS ONDERZOEK Conjunctuurenquête voorjaar 2015 Samenvatting Uit de FME Conjunctuurenquête voorjaar 2015 wordt duidelijk dat veel bedrijven een gezonde uitgangspositie hebben om de uitdagingen

Nadere informatie

Kansen voor Financiering in de Zaanstreek. 7 december 2015

Kansen voor Financiering in de Zaanstreek. 7 december 2015 Kansen voor Financiering in de Zaanstreek 7 december 2015 Kansen voor Financiering 2 Maar zo kan het ook! 3 Kansen voor Financiering Noord-Holland Gezamenlijk initiatief van Provincie Noord-Holland en

Nadere informatie

Tweede kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

Tweede kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland Tweede kwartaal 2013 Conjunctuurenquête Nederland Inhoud rapport COEN in het kort Economisch klimaat Omzet Export Personeelssterkte Investeringen Winstgevendheid Toelichting De Conjunctuurenquête Nederland

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010)

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010) Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010) Er zijn enkele voorzichtig positieve ontwikkelingen waar te nemen op de arbeidsmarkt en woningmarkt. Dat is kort gezegd de conclusie

Nadere informatie

AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers

AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers November 2014 GfK 2014 AFM Consumentenmonitor November 2014 1 Beleggingsportefeuille GfK 2014 AFM Consumentenmonitor November 2014 2 Zes op de tien beleggers

Nadere informatie

WMO-huishoudelijke hulp in natura Ontwikkelingen in Nijmegen. Analyse en vooruitblik

WMO-huishoudelijke hulp in natura Ontwikkelingen in Nijmegen. Analyse en vooruitblik WMO-huishoudelijke hulp in natura Ontwikkelingen in Nijmegen Analyse en vooruitblik Afdeling Onderzoek en Statistiek 8 maart 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Ontwikkeling 2008-2011, de cijfers...

Nadere informatie

Jouw persoonlijke financiering intake rapport

Jouw persoonlijke financiering intake rapport Jouw persoonlijke financiering intake rapport Jouw persoonlijke financiering intake rapport Gefeliciteerd! Je hebt de eerste stap gezet in The Funding Network van Symbid; de snelste en meest efficiënte

Nadere informatie

Bijna 30% van de starters stopt na het eerste jaar Met name cafetaria s en restaurants worden na één jaar weer opgeheven

Bijna 30% van de starters stopt na het eerste jaar Met name cafetaria s en restaurants worden na één jaar weer opgeheven Kwartaalbericht Starters ING Economisch Bureau Bijna 30% van de starters stopt na het eerste jaar Met name cafetaria s en restaurants worden na één jaar weer opgeheven In het eerste kwartaal 2014 waren

Nadere informatie

MEMO Crowdfunding Algemeen

MEMO Crowdfunding Algemeen MEMO Crowdfunding Algemeen Introductie Door middel van deze memo willen wij u graag nader informeren over (de mogelijkheden van) crowdfunding. Crowdfunding heeft zich de afgelopen jaren in Nederland ontwikkeld

Nadere informatie

Milieubarometer 2010-2011

Milieubarometer 2010-2011 NOTITIE Nr. : A.2007.5221.01.N005 Versie : definitief Project : DGMR Duurzaam Betreft : Milieubarometer 2010-2011 Datum : 6 januari 2012 Milieubarometer 2010-2011 Inleiding De milieubarometer is een instrument,

Nadere informatie

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014 FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS 2014 Utrecht, november 2014 INHOUD Inleiding 5 1 Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs 7 2 Expertisecentra 10 3 Voortgezet onderwijs 12 4 Samenwerkingsverbanden

Nadere informatie

3. Resultaten. Pagina 1 van 5

3. Resultaten. Pagina 1 van 5 Internetpanel Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Resultaten peiling 32: Subsidieregeling Investeringen in milieuvriendelijke maatregelen December 2014 1. Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten

Nadere informatie

Vierde kwartaal 2013. Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Limburg

Vierde kwartaal 2013. Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Limburg Vierde kwartaal 2013 Conjunctuurenquête Nederland Inhoud rapport COEN in het kort Economisch klimaat Omzet Export Personeelssterkte Investeringen Winstgevendheid Toelichting De Conjunctuurenquête Nederland

Nadere informatie

rapportage Producentenvertrouwen kwartaal 1. Deze resultaten zijn tevens gepubliceerd in de tussenrapportage economische barometer (5 juni 2002)

rapportage Producentenvertrouwen kwartaal 1. Deze resultaten zijn tevens gepubliceerd in de tussenrapportage economische barometer (5 juni 2002) Rapportage producentenvertrouwen oktober/november 2002 Inleiding In de eerste Economische Barometer van Breda heeft de Hogeschool Brabant voor de eerste keer de resultaten gepresenteerd van haar onderzoek

Nadere informatie

Ernst & Young ICT Leadership. Resultaten ICT Barometer over conjunctuur, bestedingen en offshore outsourcing. Jaargang 6 17 mei 2006.

Ernst & Young ICT Leadership. Resultaten ICT Barometer over conjunctuur, bestedingen en offshore outsourcing. Jaargang 6 17 mei 2006. Ernst & Young ICT Leadership Resultaten ICT Barometer over conjunctuur, bestedingen en offshore outsourcing Jaargang 6 17 mei 2006 ICTbarometer Inhoud ICT-conjunctuur ICT-bestedingen Offshore ICT outsourcing

Nadere informatie

Analyse instroom

Analyse instroom Instroomontwikkeling 2016 2017 In 2016 was er een instroomtoename van 5,5% bij de hbo-bachelor- en ad-opleidingen, opgebouwd uit: Een toename van de directe doorstroom vanuit havo, mbo en vwo met 1,0%

Nadere informatie

Bijlage 1: Beschrijving Seed Capital

Bijlage 1: Beschrijving Seed Capital Bijlage 1: Beschrijving Seed Capital Doel Het doel van de Seed-faciliteit is: De onderkant van de Nederlandse risicokapitaalmarkt zodanig stimuleren en mobiliseren, dat technostarters in hun kapitaalbehoefte

Nadere informatie

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Nederland totaal

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Nederland totaal Derde kwartaal 2013 Conjunctuurenquête Nederland Inhoud rapport COEN in het kort Economisch klimaat Omzet Export Personeelssterkte Investeringen Winstgevendheid Toelichting De Conjunctuurenquête Nederland

Nadere informatie

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Veldwerk Optimaal B.V. 's-hertogenbosch, september 2013 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING 2

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen uit 2016

Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen uit 2016 Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen uit 2016 Geldshop heeft uitgebreid onderzoek naar leningaanvragen in Nederland 2016 uitgevoerd. In totaal werd de data van 29.501 aanvragen

Nadere informatie

Herstel in de industrie zet door. Samenvatting. Totale industrie. Omzet stijgt. Eerste kwartaal 2014

Herstel in de industrie zet door. Samenvatting. Totale industrie. Omzet stijgt. Eerste kwartaal 2014 Eerste kwartaal 214 Herstel in de industrie zet door Samenvatting Totale industrie Voedings- en genotmiddelenindustrie Aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie Basismetaal- en metaalproductenindustrie

Nadere informatie

Panelonderzoek Sluiting & Overdracht

Panelonderzoek Sluiting & Overdracht Panelonderzoek Sluiting & Overdracht Geacht panellid, In oktober 2014 heeft u via het online KvK Ondernemerspanel deelgenomen aan een onderzoek over Sluiting & Overdracht. Nogmaals hartelijk dank voor

Nadere informatie

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak 2017-2018 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding...3 Aanleiding...3 Aanpak, perioden en meetmomenten...3 Samenvatting...4

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken

Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Een van de informatiebronnen voor de ecb bij het voeren van het monetaire beleid is de Bank Lending Survey, een kwalitatieve kwartaalenquête naar

Nadere informatie