Vaststelling 6 e actualisatie Integraal Huisvestingsplan voor de schoolgebouwen in de gemeente Stein ( ).

Transcriptie

1 Stein Gemeenteblad Afdeling A 2004, no. Agendapunt Bijlagen 1 Concept-raadsvoorstel Aan Betreft De Raad Vaststelling 6 e actualisatie Integraal Huisvestingsplan voor de schoolgebouwen in de gemeente Stein ( ). Inleiding Ruim vóór het moment 1 januari 1997 waarop de lokale overheden verantwoordelijk werden voor de huisvesting van de binnen de gemeentegrenzen gelegen scholen, heeft de gemeente Stein ervoor gekozen dit huisvestingsbeleid vorm en inhoud te geven door het jaarlijks vaststellen van een geactualiseerd Integraal Huisvestingsplan. De voorbereiding van dit plan is in handen gelegd van een werkgroep, bestaande uit gemandateerde afgevaardigden van alle betrokken schoolbesturen en een gemeentelijke vertegenwoordiging. Bijgevoegd treft u de 6 e actualisatie van het Integraal Huisvestingsplan voor de schoolgebouwen in de gemeente Stein aan, dat betrekking heeft op de periode Argumentatie Het jaar dat deze actualisatie ter vaststelling aan uw raad wordt aangeboden kan met recht worden betiteld als het jaar van de schooluitbreidingen. Bij liefst drie schoolgebouwen zal in 2004 een aanvang worden gemaakt met de uitbreidingswerkzaamheden. Dit ter uitvoering van een aantal in 2003 genomen besluiten. Zo zal Scholengemeenschap Groenewald worden uitgebreid tot een zogenaamde unielocatie zodat alle leerlingen van deze school vanuit een centraal gebouw les zullen ontvangen (raadsbesluit d.d. 17 april 2003; krediet: ). De locatie Stein van de openbare basisschool De Maaskei wordt zodanig uitgebreid dat de school de komende 10 tot 15 jaar in staat wordt gesteld op volwaardige wijze onderwijs te verzorgen (raadsbesluit d.d. 26 juni 2003; krediet ). Tot slot wordt R.K. basisschool St. Jozef uitgebreid met 1 leslokaal en aantal nevenruimten (raadsbesluit d.d. 30 januari 2003; krediet ). Bewust heeft het schoolbestuur ervoor gekozen om in plaats van een 2 e leslokaal te opteren voor het realiseren van een aantal kleinere ruimten. Daarmee kan beter worden ingespeeld op de ruimtelijke vertaling van een aantal onderwijskundige vernieuwingen.

2 In augustus 2002 is van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten de nota Een agenda voor lokaal maatwerk ontvangen. Mede ingegeven door de inhoud van deze notitie is bij de aanbieding van de vorige actualisatie de toezegging gedaan dat vanuit de werkgroep IHP een aantal voorstellen zouden worden ontwikkeld. In het bijzonder waar het betreft de wijze waarop de diverse onderwijskundige vernieuwingen ruimtelijk vertaald zouden kunnen worden naar de schoolgebouwen. Voor deze gebouwelijke aanpassingen worden immers vanaf 2002 structureel middelen toegevoegd aan de algemene uitkering van het gemeentefonds. Eveneens zou in 2003, aan de hand van een geformuleerde bestuursopdracht, een aanvang zijn gemaakt met de discussie die moest leiden tot de meest wenselijke huisvestingssituatie van de R.K.-scholen in de kern Stein. In dat kader zou er gelijktijdig aandacht zijn voor het brede-schoolprincipe. De voorbereiding van de vermelde schooluitbreidingen vergt zoveel tijd dat het niet mogelijk is geweest deze toezeggingen gestand te doen. De verwachting is dat zodra de bouwactiviteiten daadwerkelijk zijn gestart meer tijd beschikbaar komt, en derhalve in de loop van 2004 concrete voorstellen gepresenteerd kunnen worden. Wel bevindt het geïntegreerde traject, dat ertoe moet leiden dat voor alle schoolgebouwen in de gemeente Stein een gebruiksvergunning wordt afgegeven alsmede dat deze gebouwen voldoen aan de eisen op het terrein van de brand- en inbraakbeveiliging, zich in een afrondende fase. Alle noodzakelijke offertes zijn inmiddels ontvangen en vormen de basis voor het overleg met de schoolbesturen. Dit met als doel te komen tot een voor alle partijen aanvaardbare verdeling van de kosten die met deze investeringen zijn gemoeid. De verwachting is dat in het eerste half jaar van 2004 een concreet voorstel aan uw raad kan worden voorgelegd. De nu voorliggende actualisatie is gebaseerd op de uitgangspunten die zijn geformuleerd met betrekking tot het leegstandsbeleid in relatie tot de onderwijskundige ontwikkelingen en het verwijzingsbeleid. Deze spelregels zijn een aantal jaren geleden geëvalueerd met de schoolbesturen. Destijds is ervoor gekozen het geformuleerde beleid te handhaven. Ook voor deze actualisatie was er geen aanleiding hiervan af te wijken. Dit neemt niet weg dat wij ervoor kiezen in 2004 met het oog op de 7 e actualisatie van het IHP deze uitgangspunten nogmaals kritisch tegen het licht te houden. Het beeld van een dalende leerlingenpopulatie is een jaarlijks terugkerende constatering, met dien verstande dat de daling veelal minder snel verloopt dan in de vorige actualisatie werd verwacht. Onlosmakelijk heeft dit tot gevolg dat de cumulatieve leegstand op het einde van de planperiode minder bedraagt dan oorspronkelijk de verwachting was. Als belangrijke redenen voor deze ontwikkelingen kunnen worden genoemd: de bijgestelde woningbouwplanning; binnen de diverse wijken is sprake van een toename van het aantal geboortes; er is sprake van een hogere basisgeneratie. 2

3 Ten opzichte van het IHP kan worden opgemerkt dat deze actualisatie geen schokkende afwijkingen vertoont, en derhalve geen aanvullende investeringen vereist zijn. Het nu voorliggende plan bevestigt de noodzaak van de uitbreidingen bij R.K. basisschool St. Jozef en de Steinse locatie van de openbare basisschool De Maaskei. Ook het belang van een spoedige discussie over de meest wenselijke huisvestingssituatie van de R.K.-scholen in de kern Stein wordt nogmaals aangetoond. Dit staat los van het feit dat de Steinse locatie van R.K. basisschool De Brok de laatste jaren in de lift zit. Wel blijkt dat de leegstand in de kern Berg a/d Maas zich in positieve zin heeft ontwikkeld, nu de in de vorige actualisatie berekende leegstand voor een belangrijk deel is komen te vervallen. Ook de locatie Urmond van de openbare basisschool De Maaskei trekt weer iets aan. Gevolg hiervan is dat deze school gedurende de eerste drie schooljaren van de nieuwe planperiode een ruimtetekort heeft van 1 lokaal. Deze extra ruimte zal niet worden geclaimd door het schoolbestuur, daarmee uitvoering gevend aan eerder gemaakte afspraken in verband met de huisvestingsproblemen op de Steinse locatie. Tot slot is er nog de huisvestingssituatie van R.K. basisschool St. Augustinus. Over een langere periode met name de laatste 7 jaar van de planperiode kampt deze school met een ruimtetekort van 1 lokaal. Op grond van de geldende uitgangspunten komt de school niet in aanmerking voor een structurele uitbreiding. Voor het schooljaar 2003/2004 heeft deze school ook een ruimtetekort van 1 lokaal. Gelet op het late tijdstip waarop deze actualisatie ter vaststelling wordt aangeboden heeft het geen zin nog invulling te geven aan deze tijdelijke huisvesting. Bovendien is de school in staat dit tijdelijke ruimtegebrek intern op te vangen. Met het schoolbestuur is over deze huisvestingssituatie van gedachten gewisseld. Vooralsnog is afgesproken dat op dit moment geen concrete acties worden ondernomen. Wel heeft het schoolbestuur duidelijk te kennen gegeven dat de school geen behoefte heeft aan een uitbreiding met een extra leslokaal. De voorkeur gaat nadrukkelijk uit naar het creëren van een aantal kleinere ruimten, om zodoende te kunnen inspelen op de onderwijskundige vernieuwingen. In dat verband is afgesproken dat binnen de werkgroep IHP, in het kader van de discussie over de ruimtelijke vertaling van de onderwijskundige vernieuwingen, bij voorrang zal worden gekeken naar de situatie bij deze school. Onderhoudsprogramma 2004: Sedert een aantal jaren is ervoor gekozen de onderhoudsactiviteiten integraal deel uit te laten maken van het IHP en niet meer ter afzonderlijke besluitvorming voor te leggen aan uw raad. Overeenkomstig de gemaakte afspraken is in 2003 de meerjarenonderhoudsplanning opnieuw geactualiseerd door Deloitte & Touche ICS adviseurs. De resultaten van deze actualisatie vormen feitelijk de basis voor de onderhoudsprogramma s voor 2004 en De inhoud van de geactualiseerde planning is op dit moment nog onderwerp van overleg. Gevolg hiervan is dat er geen legalisatie voorhanden is de resultaten ervan te gebruiken voor het opstellen van het onderhoudsprogramma voor Derhalve zijn de onderhoudswerkzaamheden voor 2004 ontleend aan de meerjarenonderhoudsplanning die in 2001 is geactualiseerd en zowel door de gemeente als door de schoolbesturen is geaccordeerd. 3

4 Financiële onderbouwing Gebouwelijke uitbreidingen: Zoals uit de inhoud van het geactualiseerde IHP blijkt is het niet noodzakelijk dat naast de reeds gevoteerde kredieten voor een drietal gebouwelijke uitbreidingen, nog additionele middelen beschikbaar gesteld worden. Onderhoudsprogramma 2004: De inhoud van het onderhoudsprogramma 2004 is ontleend aan de meerjarenonderhoudsplanning die in 2001 is opgesteld. De inhoud van het onderhoudsprogramma 2004 wijkt enigszins hier van af. Vanwege de verslechterde onderhoudssituatie zijn namelijk een aantal werkzaamheden bij R.K. basisschool St. Augustinus (vervangen hemelwaterafvoeren en vervangen zinken dakgoten) vervroegd uitgevoerd in De in de meerjarenonderhoudsplanning 2001 vermelde bedragen zijn gebaseerd op het prijspeil Gelijk het onderhoudsprogramma voor 2003 hebben wij ervoor gekozen deze bedragen te verhogen met 13%. Een bijstelling die ons inziens voldoende is om de noodzakelijke bedragen aan te passen aan het niveau voor In de begroting 2004 is een bedrag van opgenomen voor de uitvoering van de onderhoudswerkzaamheden. Dit bedrag is exclusief de prijsstijging van 13% en inclusief de reeds uitgevoerde werkzaamheden bij R.K. basisschool St. Augustinus. De onderhoudsactiviteiten voor 2004 hebben uitsluitend betrekking op de scholen voor primair onderwijs. Voor een specificatie van de uit te voeren werkzaamheden wordt verwezen naar de pagina s 23 en 24 van het IHP. Inclusief de prijsstijging van 13% en rekening houdend met de 6% voorbereidingskosten betekent dit dat met de uitvoering van het onderhoudsprogramma 2004 een totaalbedrag is gemoeid van Ten opzichte van de raming een positieve bijstelling van De verwerking hiervan vindt plaats in Berap De schoolbesturen voor primair en voortgezet onderwijs hebben zich allemaal schriftelijk akkoord verklaard met de inhoud van de 6 e actualisatie van het IHP. De brieven liggen bij de stukken ter inzage. Advies commissie 4

5 Voorstel Gelet op het vorenstaande en onder verwijzing naar de voor u ter inzage liggende stukken stellen wij u voor: 1. akkoord te gaan met de inhoud van de 6 e actualisatie van het Integraal Huisvestingsplan voor de schoolgebouwen in de gemeente Stein; 2. voor de uitvoering van het in het IHP vermelde onderhoudsprogramma 2004 ten laste van de Voorziening onderhoud buitenkant schoolgebouwen en ten behoeve van het primair onderwijs een bedrag van beschikbaar te stellen. Burgemeester en Wethouders, de Secretaris, de Burgemeester, Dict. WvG 5

6 6 e ACTUALISATIE INTEGRAAL HUISVESTINGSPLAN VOOR DE SCHOOLGEBOUWEN IN DE GEMEENTE STEIN ( ) NOVEMBER 2003 STEIN, NOVEMBER 2003 WERKGROEP INTEGRAAL HUISVESTINGSPLAN

7 2 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 INLEIDING 3 HOOFDSTUK 2 LEEGSTANDSBELEID IN RELATIE TOT DE 5 ONDERWIJSKUNDIGE ONTWIKKELINGEN 2.0. Inleiding Uitgangspunten leegstandsbeleid Norm voor onderwijskundige ontwikkelingen Resultaten doorrekening "gemeentelijk" model 6 HOOFDSTUK 3 VERWIJZINGSBELEID Inleiding Uitgangspunten verwijzingsbeleid Implementatie van het verwijzingsbeleid in relatie 14 tot het "gemeentelijk" model HOOFDSTUK 4 MEERJARENPLANNING VOOR DE HUISVESTING Inleiding Planvoorstellen voor het basisonderwijs Kern Berg a/d Maas Kern Urmond Kern Stein Kern Meers Kern Elsloo Planvoorstellen voor het voortgezet onderwijs 21 HOOFDSTUK 5 MEERJARENONDERHOUDSPLANNING Inleiding Wijze van uitvoering van de onderhoudsactiviteiten Inhoud onderhoudsprogramma HOOFDSTUK 6 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 25 Pag. BIJLAGEN: Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Samenstelling Werkgroep IHP Berekeningen gemeentelijk model Diverse grafieken

8 3 HOOFDSTUK 1 INLEIDING Ruim vóór het moment 1 januari 1997 waarop de lokale overheden verantwoordelijk werden voor de huisvesting van de binnen de gemeentegrenzen gelegen scholen, heeft de gemeente Stein ervoor gekozen dit huisvestingsbeleid vorm en inhoud te geven door het jaarlijks vaststellen van een geactualiseerd Integraal Huisvestingsplan. De voorbereiding van dit plan is in handen gelegd van een werkgroep, bestaande uit gemandateerde afgevaardigden van alle betrokken schoolbesturen en een gemeentelijke vertegenwoordiging. Door de werkgroep wordt hierbij de 6 e actualisatie van het Integraal Huisvestingsplan voor de schoolgebouwen in de gemeente Stein aangeboden. Gebruikelijk is dat binnen dit document, uiteraard met een blik naar het verleden, gekeken wordt hoe de huisvestingssituatie van de Steinse scholen zich naar de toekomst toe ontwikkelt. Dit neemt niet weg dat het in deze actualisatie op zijn plaats is iets uitgebreider stil te staan bij het jaar Dat jaar kan met recht hét investeringsjaar bij uitstek worden genoemd op het terrein van de onderwijshuisvesting. Door de gemeenteraad van Stein is een totaalbedrag van ruim 4,3 miljoen beschikbaar gesteld voor de realisering van een aantal gebouwelijke uitbreidingen. Voor de beeldvorming wordt onderstaand nogmaals een specificatie gegeven van dit investeringsbedrag: Scholengemeenschap Groenewald: Openbare basisschool De Maaskei, locatie Stein: R.K. basisschool St. Jozef: In het bijzonder de beide eerst genoemde uitbreidingen heeft een behoorlijke tijd van voorbereiding gevergd, alvorens een concreet voorstel aan de gemeenteraad ter besluitvorming kon worden aangeboden. Het komende jaar zal dan ook in het teken staan van de daadwerkelijke start van de bouwactiviteiten, zodat de scholen in kwestie in de loop van 2004 dan wel begin 2005 de uitbreidingen in gebruik kunnen nemen. De in dit plan geformuleerde voorstellen zijn afgeleid van de uitgangspunten die zijn geformuleerd met betrekking tot het leegstandsbeleid in relatie tot de onderwijskundige ontwikkelingen en het verwijzingsbeleid. Deze spelregels zijn een aantal jaren geleden geëvalueerd met de schoolbesturen. Destijds is ervoor gekozen het geformuleerde beleid te handhaven. Ook voor deze actualisatie was er geen aanleiding hiervan af te wijken. Dit neemt niet weg dat ervoor wordt gekozen in 2004 met het oog op de 7 e actualisatie van het IHP deze uitgangspunten nog eens kritisch tegen het licht te houden. In de inleiding van de vorige actualisatie van het IHP is kond gedaan van een via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten ontvangen notitie met de titel Een agenda voor lokaal maatwerk. De intentie van deze nota was de lokale overheden een handvat te bieden bij het ontwikkelen van een nog meer op de lokale situatie toegespitst huisvestingsbeleid. Destijds is reeds geconstateerd dat de gemeente Stein voor wat betreft de invulling van het lokale huisvestingsbeleid op de goede weg is. Mede ingegeven door een aantal concrete voorzetten vanuit de VNG, is de toezegging gedaan dat vanuit de werkgroep IHP voorstellen zouden worden ontwikkeld voor wat betreft de ruimtelijke vertaling van de onderwijskundige vernieuwingen (ICT-onderwijs, Weer Samen Naar School en de Leerlinggebonden financiering) in de schoolgebouwen. Teneinde de lokale overheden in staat te stellen de schoolgebouwen zodanig aan te passen dat aan deze vernieuwingen optimaal uitvoering kan worden gegeven, heeft het rijk besloten vanaf 1 januari 2002 hiervoor structureel middelen toe te voegen aan het gemeentefonds. Momenteel lopen de voorbereidingen op volle toeren zodat in 2004 een aanvang kan worden gemaakt met de uitbreidingswerkzaamheden bij de genoemde scholen. De realiteit gebiedt te erkennen dat ambtelijk hier zoveel tijd mee is gemoeid dat het onmogelijk is gebleken binnen de werkgroep IHP de discussie op te starten over de scenariokeuze rondom de vertaling van de onderwijskundige vernieuwingen naar de schoolgebouwen.

9 4 Een soortgelijke conclusie moet eveneens worden getrokken over de totstandkoming van de bestuursopdracht die moet resulteren in de meest wenselijke huisvestingssituatie van de R.K. schoolgebouwen in de kern Stein. Gelijktijdig zou in dat kader ook het fenomeen van de brede school worden meegenomen. De verwachting is evenwel dat wanneer de bouwwerkzaamheden eenmaal van start zijn gegaan er meer tijd beschikbaar komt, om daadwerkelijk invulling te geven aan de eerder gedane toezeggingen. Wel bevindt het geintegreerde traject, dat ertoe moet leiden dat voor alle schoolgebouwen in de gemeente Stein een gebruiksvergunning wordt afgegeven alsmede dat deze gebouwen voldoen aan de eisen op het terrein van de brand- en inbraakbeveiliging, zich in een afrondende fase. Alle noodzakelijke offertes zijn inmiddels ontvangen en vormen de basis voor het overleg met de schoolbesturen. Dit met als doel te komen tot een voor alle partijen aanvaardbare verdeling van de kosten die met deze investeringen zijn gemoeid. De verwachting is dat in het eerste half jaar van 2004 een concreet voorstel aan de gemeenteraad kan worden gepresenteerd. In het nu voorliggende, geactualiseerde IHP zullen achtereenvolgens de volgende items worden besproken. De hoofdstukken 2 en 3 bevatten kort de uitgangspunten zoals deze zijn geformuleerd met betrekking tot het leegstandsbeleid in relatie tot de onderwijskundige ontwikkelingen en het verwijzingsbeleid. Het vermelde in deze hoofdstukken resulteert vervolgens in een aantal planvoorstellen, weergegeven in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 staat de meerjarenonderhoudsplanning 2004 voor de Steinse schoolgebouwen opgenomen en tenslotte wordt het IHP afgesloten met hoofdstuk 6, inhoudende een aantal conclusies en aanbevelingen.

10 5 HOOFDSTUK 2 LEEGSTANDSBELEID IN RELATIE TOT DE ONDERWIJSKUNDIGE ONTWIKKELINGEN 2.0. Inleiding Binnen het startdocument vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 22 januari 1998 werd de conclusie getrokken dat het merendeel van de Steinse basisscholen te kampen heeft met behoorlijke leegstand. Een gegeven dat niet als zodanig werd ervaren door de schoolbesturen. Naar hun oordeel gaf de praktijk een totaal ander beeld te zien. Immers als gevolg van allerlei onderwijskundige vernieuwingen waarmee de scholen werden c.q. worden geconfronteerd, is het noodzakelijk alle beschikbare ruimten te benutten. Teneinde hierin uniformiteit aan te brengen is, in overleg met het totale onderwijsveld, een aantal uitgangspunten geformuleerd. Hierbij heeft wel primair gestaan dat voor een eventuele uitbreiding de concrete normen vanuit de verordening worden gehanteerd, inhoudende dat de reguliere huisvestingsbehoefte wordt afgezet tegen de werkelijke capaciteit van het gebouw. In de inleiding is er reeds op gewezen dat er momenteel geen aanleiding is de oorspronkelijk geformuleerde uitgangspunten te wijzigen. Dit betekent dat deze spelregels ook weer als grondslag hebben gediend voor deze actualisatie. Gelijk een aantal jaren geleden zullen deze voorwaarden in 2004 opnieuw met de schoolbesturen worden geëvalueerd. De verwachting is dat er dan ook meer duidelijkheid bestaat over de gedachten waarop invulling moet worden gegeven aan de ruimtelijke implementatie van de onderwijskundige vernieuwingen, alsmede hoe dit moeten worden gezien in het perspectief van de huidige uitgangspunten. De nu voorliggende actualisatie is dus gebaseerd op de reeds geformuleerde uitgangspunten inclusief de in paragraaf 2.2 beschreven norm voor onderwijskundige ontwikkelingen Uitgangspunten leegstandsbeleid a. Het huidige kernenbeleid wordt gecontinueerd (zie ook het voorontwerp van de Structuurschets "Stein op weg naar 2015") d.w.z. dat in iedere kern een onderwijsvoorziening aanwezig dient te zijn, alsmede dat de huidige voorzieningen worden gehandhaafd c.q. van gemeentewege geen initiatieven worden ontplooid tot opheffing van de huidige onderwijslocaties; als kernen worden gehanteerd de kernen zoals vermeld in het startdocument; b. Leegstaande lokalen kunnen worden ingezet t.b.v. aan het onderwijs gelieerde instellingen; dit zal in goed overleg tussen gemeente en schoolbesturen geschieden waarbij uiteraard geldt dat deze gebruikers geen overlast mogen veroorzaken voor het te geven onderwijs, alsmede binnen de spelregels van de verordening; c. De leegstaande lokalen zullen, indien deze met toestemming van het college worden verhuurd dan wel in medegebruik worden gegeven, niet worden meegenomen bij het concreet bepalen van de leegstand van het schoolgebouw. Anders geformuleerd: indien door verhuur c.q. medegebruik het schoolgebouw vol is, is er geen sprake van leegstand. Voor medegebruik c.q. verhuur is aan het schoolbestuur, dat belast is met de exploitatie van het schoolgebouw, een vergoeding verschuldigd te voldoen door de betreffende instelling; d. Bij het in verhuur c.q. in medegebruik geven van leegstaande lokalen gaat onderwijs altijd vóór welzijn. D.w.z. dat indien een school intern groeit dit ten koste gaat van de welzijnsinstelling. Met dit laatste zal bij de planning en op basis van de leerlingenprognose rekening moeten worden gehouden; e. Het programma c.q. het beleid wordt geformuleerd voor een periode van 10 jaar;

11 6 f. Schoolbesturen zijn vanuit hun exploitatieverantwoordelijkheid volledig autonoom of men al of niet concrete invulling geeft aan de ruimtebehoefte waarop men volgens de doorrekening aanspraak kan maken. Indien de doorrekening leidt tot een volledig bezet schoolgebouw maar uit exploitatietechnische overwegingen kan de school hieraan geen invulling geven - hetgeen expliciet kenbaar moet worden gemaakt - dan is voor het gemeentelijk beleid de school vol en kan dus geen verwijzing plaatsvinden. Wel kan de dan vrijkomende ruimte worden ingezet voor andere doeleinden Norm voor onderwijskundige ontwikkelingen Teneinde uniformiteit tot stand te brengen in het gebruik van leegstaande lokalen voor onderwijskundige vernieuwingen is een "norm" overeengekomen van 1 m² per leerling, die hiervoor kan worden aangewend. Uiteindelijk is dit vertaald in een zogenaamd "gemeentelijk" model, waaraan de volgende uitgangspunten ten grondslag liggen: a. De reguliere huisvestingsbehoefte wordt berekend op basis van de huisvestingsverordening waarbij wordt uitgegaan van de gemeentelijke langetermijnprognose; b. De reguliere huisvestingsbehoefte wordt uitgedrukt in m²; c. Ten behoeve van de extra ruimte voor onderwijskundige ontwikkelingen wordt uitgegaan van 1 m² per leerling; het aantal leerlingen is het aantal van de lange termijnprognose (= ongewogen leerlingenaantallen inclusief 3%) verhoogd met een opslagfactor in verband met de diversiteit in gewicht van de leerlingen; d. De opslagfactor wordt bepaald door het gemiddelde te nemen - berekend over de laatste drie teldata voorafgaande aan de prognose - van het gewogen aantal leerlingen (exclusief 3%) gedeeld door het ongewogen aantal leerlingen (exclusief 3%). Voor de gemaakte berekeningen is uitgegaan van de volgende drie teldata: 1 oktober 2000, 1 oktober 2001 en 1 oktober 2002; e. Voor de berekening c.q. de verdere uitwerking van de planvoorstellen wordt een dislocatie gelijk gesteld aan een hoofdgebouw; f. Vervolgens wordt relatie gelegd naar de werkelijke bruto-vloeroppervlakte van het gebouw; g. Bij een overschot aan m² wordt dit gedeeld door 105 m²; van leegstand is alleen dan sprake indien deze tenminste 105 m² of een veelvoud daarvan bedraagt; h. Bij een tekort aan m² wordt een relatie gelegd tussen de werkelijke capaciteit en de reguliere huisvestingsbehoefte; i. Van gemeentewege wordt niet meegefinancierd in de exploitatie van het schoolgebouw. De schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor de exploitatie en de gemeente draagt in principe zorg voor het onderhoud aan de buitenkant van het gebouw. Wanneer de bevoegde gezagen leegstaande gedeelten van gebouwen, die aan het onderwijs onttrokken kunnen worden, c.q. waaraan andere bestemmingen in de maatschappelijke sector gegeven kunnen worden, toch in eigen beheer wensen te houden dan zullen de kosten van onderhoud aan de buitenkant van dat gebouwgedeelte voor rekening komen van de schoolbesturen Resultaten doorrekening "gemeentelijk" model Met inachtneming van deze uitgangspunten zijn vervolgens per school berekeningen gemaakt van de huisvestingsbehoefte waarop men aanspraak maakt c.q. de aanwezige leegstand. Omwille van de leesbaarheid c.q. de begrijpelijkheid is ervoor gekozen achtereenvolgens de volgende tabellen te vermelden: Tabel 1: Capaciteit van de schoolgebouwen Tabel 2: Leerlingenontwikkelingen o.b.v. de gemeentelijke leerlingenprognose Tabel 3: Ruimtebehoefte in m²/vergelijking t.o.v. de bruto-vloeropp.

12 7 Tabel 4: Tabel 1 Uitbreiding c.q. leegstand Capaciteit van de schoolgebouwen Naam school b.v.o. werk. Cap. norm. cap. Kern Berg a/d Maas De Avonturijn Kern Urmond De Avonturijn (dislocatie) De Maaskei Kern Stein Kerensheide Don Bosco De Brök De Maaskei (dislocatie) Kern Meers De Brök (dislocatie) Kern Elsloo Elckerlyc St. Jozef De Poolster St. Augustinus Toelichting tabel: b.v.o. werkelijke capaciteit normatieve capaciteit = bruto - vloeroppervlakte = aantal werkelijk aanwezige groepsruimten = aantal te huisvesten groepen o.b.v. de bruto -vloeroppervlakte Tabel 1 bevat een beschrijving van de capaciteit van de binnen de gemeente Stein gevestigde schoolgebouwen voor primair onderwijs. Ten opzichte van de vorige actualisatie is ervoor gekozen bij de locatie Stein van de openbare basisschool De Maaskei de werkelijke capaciteit terug te brengen naar het oorspronkelijke niveau (= 8 leslokalen). Dit vanwege het feit dat de door de raad geaccordeerde uitbreiding van de school met 1 leslokaal (raadsbesluit d.d. 22 februari 2001) geen doorgang vindt. Er is namelijk voor gekozen dit lokaal te integreren in de structurele huisvestingsoplossing van deze school. Bij de planvoorstellen zal hier nog kort op worden ingegaan. Op deze wijze is een duidelijker vergelijk mogelijk tussen de voor de school benodigde ruimtebehoefte en de werkelijke capaciteit. Nadat de uitbreidingen bij R.K. basisschool St. Jozef en de Steinse locatie van De Maaskei zijn gerealiseerd zullen uiteraard de capaciteitsgegevens van deze schoolgebouwen worden aangepast.

13 8 Tabel 2 Leerlingenontwikkelingen o.b.v. gemeentelijke prognose Naam school De Avonturijn (Berg) De Avonturijn (Urmond) De Maaskei (Urmond) Kerensheide Don Bosco De Brök (Stein) De Maaskei (Stein) De Brök (Meers) Elckerlyc St. Jozef De Poolster St. Augustinus Totaal De in de tabel vermelde leerlingenaantallen zijn gebaseerd op de telgegevens per 1 oktober 2002 en de bevolking -en woningbouwgegevens per 1 januari Gelijk voorgaande jaren wordt op de lange termijn een daling van de leerlingenaantallen op de basisscholen geconstateerd. Wel blijkt jaarlijks dat op het einde van de planperiode de daling minder snel doorzet dan verwacht werd. Kijken we naar het jaar 2011 dan was vorig jaar de verwachting dat het totale aantal leerlingen zou bedragen. De bijgestelde prognose laat voor datzelfde jaar een aantal van leerlingen zien. Ten opzichte van vorige jaar dus een positieve afwijking van ca. 6%. Het waarom is heel moeilijk te verklaren. Van de andere kant is het wel zo dat verwacht mag worden dat middels een jaarlijkse actualisatie van de leerlingenprognose, gebaseerd op de meest actuele gegevens qua leerlingenaantallen en bevolking - en woningbouwgegevens, een lange termijnperspectief wordt geschetst dat recht doet aan de op dat moment bekende gegevenheden. Het tijdstip waarop deze actualisatie ter besluitvorming wordt aangeboden is zodanig dat op dat moment al weer de leerlingengegevens van de meest actuele teldatum in het onderhavige geval 1 oktober 2003 bekend zijn. Voor de beeldvorming zijn deze cijfers aan tabel 2 toegevoegd. Deze aantallen vormen onder andere de basis voor de actualisatie van het IHP. Vergelijken we het totaal aantal leerlingen op 1 oktober 2003 (2.258 leerlingen) met het verwachte aantal op 1 oktober 2003 (2.271 leerlingen; zie kolom 2004) dan is slechts sprake van een marginale afwijking. Diezelfde conclusie wordt ook getrokken als we 1 oktober 2003 vergelijken met de prognose voor diezelfde datum in 2002 (2.262 leerlingen). Kijkend naar de individuele scholen blijkt dat bij het merendeel van de scholen slechts sprake is van geringe afwijkingen. De meest in het oog springende verschillen worden geconstateerd bij R.K. basisschool Kerensheide (+ 16 leerlingen), de locatie Stein van R.K. basisschool De Brök (+ 15 leerlingen) en de Steinse locatie van de openbare basisschool De Maaskei (- 23 leerlingen). Om een beeld te krijgen hoe de leerlingenaantallen zich de afgelopen 5 jaar

14 (inclusief de meest recente teldatum 1 oktober 2003) hebben ontwikkeld is in bijlage 3 een grafiek opgenomen. De in het IHP geconstateerde ontwikkelingen bij de leerlingenaantallen van de R.K.- scholen in de kern Elsloo worden bevestigd. De stabiele leerlingenpopulatie die destijds over de gehele planperiode werd verwacht, blijkt ook uit de bijgestelde prognose. De verdere realisatie van de woningbouw in Elserveld/Meeldert draagt daartoe zeker bij. Toch is ook weer enige voorzichtigheid op zijn plaats, zeker als we kijken naar de leerlingenaantallen op 1 oktober Cumulatief gezien is het leerlingenaantal op die datum met 23 verminderd ten opzichte van 1 oktober Ook het beeld bij de neutrale basisschool Elckeryc vertoont nauwelijks enige wijziging. Gelijk het vorige IHP is de gemiddelde bezetting van de school ca. 120 leerlingen per jaar. Bij de locatie Berg aan de Maas van R.K. basisschool De Avonturijn geeft de bijgestelde prognose een minder snelle daling van het leerlingenaantal aan, dan bij het IHP werd verwacht. Dit is wellicht te verklaren door een minder snelle daling van de basisgeneratie dan bij de vorige prognose werd aangenomen. Het beeld bij de beide scholen in de kern Urmond R.K. basisschool De Avonturijn en de openbare basisschool De Maaskei wijkt cumulatief gezien nagenoeg niet af van de tendens die in het vorige IHP werd geschetst. Wel blijkt dat het leerlingenaantal bij De Avonturijn iets sneller daalt dan werd verwacht, terwijl bij De Maaskei juist het tegenovergestelde blijkt. De leerlingenprognose voor de R.K.-scholen in de kern Stein onderschrijft nogmaals de noodzaak om met alle betrokkenen te gaan kijken wat de meest wenselijke huisvestingssituatie is. Dit neemt niet weg dat de leerlingenaantallen van R.K. basisschool De Brök op de wettelijke teldata de laatste jaren een stijgende lijn laten zien. Bedroeg het leerlingenaantal op 1 oktober 2001 nog 160 leerlingen, op 1 oktober 2003 is het inmiddels toegenomen tot 189 leerlingen. Wat opmerkelijker daarentegen is de afname van het aantal leerlingen bij De Maaskei. Volgens het schoolbestuur heeft dat mede te maken met de huisvestingsproblemen, waarmee deze locatie kampt. Hoewel besluitvorming over de structurele huisvestingsoplossing inmiddels heeft plaatsgevonden, kon de school ten tijde van de informatieavonden voor de ouders van potentiële leerlingen nog geen concreet perspectief bieden over de wijze waarop het ruimtetekort zou worden opgelost. De school verwacht na de uitbreiding dat het leerlingenaantal weer enigszins zal aantrekken. Gelijk de locatie Stein van R.K. basisschool De Brök blijkt dat ook de locatie Meers in de lift zit. Op de teldatum 1 oktober 2003 is het aantal leerlingen toegenomen in vergelijking tot 1 oktober Ook blijkt dat over de gehele planperiode de leerlingenpopulatie een constanter beeld laat zien. De leerlingendaling zoals die uit tabel 2 blijkt, moet ook worden gezien in het licht van de voor de gemeente Stein geldende opheffingsnorm. Bedroeg deze norm aanvankelijk 149 leerlingen, inmiddels heeft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen besloten deze norm met ingang van 1 augustus 2003 te verlagen tot 148 leerlingen. Slechts R.K. basisschool "Don Bosco" bevindt zich gedurende de gehele planperiode onder deze norm. Nu deze school evenwel deel uitmaakt van een groter schoolbestuur Focus te Sittard is door middel van de systematiek van de gemiddelde schoolgrootte het zelfstandig bestaansrecht gegarandeerd. De neutrale basisschool Elckerlyc neemt door haar onderwijsvisie (Jenaplan) een bijzondere positie in. Voor deze school geldt een opheffingsnorm van 50 leerlingen. Ergo: er is dus binnen de planperiode geen sprake van een "onveilige" situatie. Aandacht wordt gevraagd voor het navolgende. Binnen de gemeente Stein zijn er een drietal gefuseerde scholen te weten R.K. basisschool De Avonturijn, R.K. basisschool De Brök en de openbare basisschool De Maaskei. Hoewel deze drie scholen elk op twee locaties gehuisvest zijn, wordt bij de beoordeling van de vraag of een school al of niet met opheffing wordt bedreigd de leerlingenaantallen van beide locaties bij elkaar opgeteld. Conclusie hiervan is dat géén van deze scholen met opheffing wordt bedreigd ondanks dat bij een aantal locaties het leerlingenaantal gedurende de gehele periode dan wel op termijn zich onder de norm bevindt dan wel dreigt te geraken. 9

15 10 Wat de concrete gevolgen zijn van deze leerlingendaling in relatie tot de benodigde ruimtebehoefte en de daarmee samenhangende leegstand wordt nader uitgewerkt in de tabellen 3 en 4. Tabel 3 Ruimtebehoefte in m²/vergelijking t.o.v. bruto-vloeroppervlakte School De Avonturijn (Berg) De Avonturijn (Urmond) De Maaskei (Urmond) Kerensheide Don Bosco De Brök (Stein) De Maaskei (Stein) De Brök (Meers) Elckerlyc St. Jozef De Poolster St. Augustinus Toelichting tabel: - = een overschot aan m² t.o.v. de bruto - vloeroppervlakte + = een tekort aan m² t.o.v. de bruto - vloeroppervlakte Tabel 3 bevat een samenvatting van de ruimtebehoefte waarop iedere school aanspraak maakt, overeenkomstig de uitgangspunten van het "gemeentelijk" model. Behalve de reguliere ruimtebehoefte is ook rekening gehouden met de norm van 1 m² per leerling voor de onderwijskundige ontwikkelingen. Om te kunnen bepalen of sprake is van leegstand c.q. ruimtetekort, is de berekende ruimtebehoefte afgezet tegen de bruto - vloeroppervlakte. Een nadere specificatie van deze berekeningen per school, is als bijlage 1 bij dit plan gevoegd. De concrete vertaalslag van de in tabel 3 vermelde cijfers naar het aantal lokalen leegstand c.q. aantal lokalen uitbreiding staat weergegeven in tabel 4. Tabel 4 Uitbreiding c.q. leegstand Naam school De Avonturijn (Berg)

16 11 Naam school De Avonturijn (Urmond) De Maaskei (Urmond) Kerensheide Don Bosco De Brök (Stein) De Maaskei (Stein) De Brök (Meers) Elckerlyc St. Jozef De Poolster St. Augustinus Totaal Toelichting tabel: + = uitbreiding; uitgedrukt in aantal lokalen - = leegstand; uitgedrukt in aantal lokalen 0 = geen uitbreiding en/of geen leegstand Tabel 4 geeft aan dat op basis van de nieuwe leerlingenprognose, cumulatief gezien, de leegstand de komende jaren zal gaan toenemen. Op zichzelf niet verwonderlijk indien men bedenkt dat over dezelfde periode de leerlingenpopulatie afneemt (zie tabel 2) en deze tabel feitelijk een weerspiegeling hiervan is. Gelijk de conclusie dat de leerlingenpopulatie over de gehele planperiode minder snel daalt, blijkt ook dat de leegstand minder groot is dan werd verwacht in het IHP Was in de vorige actualisatie nog het beeld dat op het einde van de planperiode de cumulatieve leegstand 14 lokalen zou bedragen, nu is deze teruggebracht tot 10 lokalen. Een verschil derhalve van 4 lokalen. Een gemiddelde klassenbezetting van ca. 20 leerlingen en 75 meer leerlingen op het einde van de planperiode vormen de logische verklaring voor deze afwijking. Primair bij deze constatering staat dat ervan wordt uitgegaan dat alle schoolbesturen gebruik maken van de "norm" voor de extra ruimte voor onderwijskundige ontwikkelingen en bovendien de groepsgrootteverkleining invullen via het formeren van extra groepen. Ten aanzien van dit laatste kan worden opgemerkt dat uitsluitend Elckerlyc kiest voor meer handen in de klas. Dit betekent dus dat de nu berekende leegstand, op basis van de nieuwe leerlingenprognose, een correcte weergave is. In bijlage 3 is een grafiek opgenomen die een beeld schets van de ontwikkelingen van de leegstand gedurende de afgelopen jaren. Inherent aan een jaarlijkse actualisatie van de leerlingenprognose is dat steeds weer afwijkingen worden geconstateerd ten opzichte van de gegevens die aan de basis hebben gestaan van de vorige actualisatie. Ten opzichte van het IHP moet worden geconcludeerd dat er geen sprake is van echt in het oog springende verschillen. Dit neemt niet weg dat bij de diverse scholen zich ontwikkelingen voordoen die in ieder geval het vermelden waard zijn: - Gedurende een belangrijk deel van de planperiode is er geen sprake van leegstand bij de locatie Berg a/d Maas van R.K. basisschool De Avonturijn. Bovendien is de leegstand op het einde van de planperiode minder groot dan bij de vorige actualisatie werd verwacht. - De lichte groei van de locatie Urmond van de openbare basisschool De Maaskei leidt ertoe dat de leegstand, die aan het einde van de vorige planperiode nog werd verwacht, is komen te vervallen.

17 12 - De leegstand van de R.K.-scholen in de kern Stein bevestigt de noodzaak van een grondige studie naar de meest wenselijke huisvestingssituatie. De leegstand van R.K. basisschool Kerensheide is in 2012 zelfs iets toegenomen, terwijl bij R.K. basisschool Don Bosco de leegstand is afgenomen over de gehele planperiode. Hoewel de verwachting is dat R.K. basisschool De Brök in 2012 een leegstand zal hebben van 2 lokalen, is het zeker niet ondenkbeeldig dat dit bij de volgende actualisatie in positieve zin zal worden herzien. Een gedachte die wordt ingegeven door de groei die deze school de laatste jaren doormaakt. Voor wat betreft de Steinse locatie van de openbare basisschool De Maaskei blijkt dat in ieder geval op het einde van de planperiode dezelfde ruimtebehoefte (10 lokalen) benodigd is als in de vorige actualisatie - De in het IHP verwachte ontwikkelingen bij de R.K.-scholen in de kern Elsloo worden voor de volle 100% bevestigd. Daarmee wordt gelijktijdig het besluit van de gemeenteraad van 30 januari 2003 gerechtvaardigd om R.K. basisschool St. Jozef uit te breiden met 2 leslokalen. Bijzondere aandacht daarentegen vraagt wel de berekende ruimtebehoefte van R.K. basisschool St. Augustinus. Bij de planvoorstellen zal daar nader op worden ingegaan. In hoofdstuk 4 zal per kern een beschrijving worden gegeven van de te nemen maatregelen, gerelateerd aan de in tabel 4 vermelde uitbreidingsbehoeften c.q. leegstand en met inbegrip van de geformuleerde uitgangspunten ter zake het verwijzingsbeleid.

18 13 HOOFDSTUK 3 VERWIJZINGSBELEID 3.0 Inleiding Gelijk het leegstandsbeleid is er momenteel geen aanleiding af te wijken van de eerder geformuleerde uitgangspunten van het verwijzingsbeleid. Wel zullen ook deze voorwaarden in 2004 grondig worden geëvalueerd met de schoolbesturen. Ook hier geldt dus dat de oorspronkelijk overeengekomen criteria van het verwijzingsbeleid aan de basis hebben gestaan van deze actualisatie Uitgangspunten verwijzingsbeleid De uitgangspunten van het verwijzingsbeleid kunnen als volgt worden samengevat: 1. het verwijzingsbeleid geldt voor een periode van 10 jaar ( ); 2. verwijzing uitsluitend binnen de kernen zoals opgenomen in het startdocument IHP te weten Elsloo, Stein, Meers, Urmond en Berg a/d Maas; 3. verwijzen uitsluitend tussen scholen van dezelfde richting indien het gaat om een periode langer dan 1 jaar; 4. binnen het verwijzingsbeleid wordt een onderscheid gemaakt tussen drie periodes te weten: a. verwijzing voor een periode van 1 jaar; b. verwijzing voor een periode van 2 jaar t/m 4 jaar, c. verwijzing voor een periode van 5 jaar t/m 9 jaar. 5. leegstaande lokalen zullen, indien deze met toestemming van het college worden verhuurd dan wel in medegebruik worden gegeven, niet worden meegenomen bij het concreet bepalen van de leegstand van het schoolgebouw. Anders geformuleerd: indien door verhuur c.q. medegebruik het schoolgebouw vol is, er geen sprake is van leegstand en kan dus geen verwijzing plaatsvinden; 6. bij het in verhuur c.q. in medegebruik geven van leegstaande lokalen gaat onderwijs altijd vóór welzijn. D.w.z. dat indien een school intern groeit dit ten koste gaat van de welzijnsinstelling. Met dit laatste zal bij de planning en op basis van de prognose rekening moeten worden gehouden; 7. ingeval van verwijzing zal de verwijzende school over dezelfde faciliteiten dienen te beschikken dan in de eigen school teneinde daarmee uitvoering te kunnen geven aan de onderwijskundige ontwikkelingen. Met betrekking tot de onder 4. genoemde periodes zijn de volgende afspraken gemaakt: a. Voor de periode van 1 jaar: Verwijzing tussen scholen van dezelfde maar ook van verschillende richting, mits voldoende ruimte voorhanden is. b. Voor een periode van 2 jaar t/m 4 jaar: Uitsluitend verwijzen tussen scholen van dezelfde richting, binnen de kern en indien voldoende ruimte voorhanden is. Is dat laatste niet het geval dan zal een noodlokaal worden geplaatst. c. Voor de periode van 5 jaar t/m 9 jaar: Plaatsen van een noodlokaal.

19 14 Eerst wanneer sprake is van een ruimtetekort over een periode van 10 jaar is sprake van verbouwing c.q. uitbreiding Implementatie van het verwijzingsbeleid in relatie tot het "gemeentelijk" model Met inachtneming van het hier voren geformuleerde verwijzingsbeleid, en kijkend naar het totaaloverzicht zoals dat in tabel 4 staat weergegeven, kunnen de volgende algemene conclusies worden getrokken, die in hoofdstuk 4 nader worden uitgewerkt: - met uitzondering van de beide locaties van de openbare basisschool De Maaskei, de locatie Meers van R.K. basisschool De Brök en de drie R.K. basisscholen in de kern Elsloo ( St. Jozef, De Poolster en St. Augustinus ) krijgen de overige scholen, in meer of mindere mate te maken met leegstand; - het merendeel van de scholen beschikt over voldoende ruimte; niet alleen voor de reguliere behoefte maar ook met inachtneming van het nieuwe geformuleerde beleid t.b.v. de onderwijskundige ontwikkelingen; - binnen de gehele planperiode maken de locatie Stein van de openbare basisschool De Maaskei en R.K. basisschool St. Jozef aanspraak op een permanente uitbreiding met elk 2 leslokalen; - in de kern Elsloo maakt R.K. basisschool St. Augustinus voor het schooljaar 2003/2004 aanspraak op extra ruimte voor één groep. Voor de schooljaren 2006/2007 t/m 2012/2013 manifesteert zich een ruimtekort van dezelfde omvang. - bij de openbare basisschool De Maaskei (locatie Stein) is t/m het schooljaar 2009/2010 nog behoefte aan tijdelijke huisvesting in de vorm van semi-permanente lokalen.

20 15 HOOFDSTUK 4 MEERJARENPLANNING VOOR DE HUISVESTING 4.0. Inleiding In het kader van de meerjarenplanning van de huisvesting spelen een tweetal zaken een centrale rol te weten: - de wijze van berekenen van de ruimtebehoefte waarop iedere school aanspraak maakt en, - de invulling van de groepsgrootteverkleining in de onderbouw door de afzonderlijke scholen. De ruimtebehoefte wordt berekend aan de hand van een programma dat voldoet aan de daarvoor geldende eisen. In overleg met de schoolbesturen is gekozen voor het VNG-model, hetgeen betekent dat het aantal 4-7 jarigen wordt berekend aan de hand van een belangstellingspercentage. De nieuwe formule aan de hand waarvan de ruimtebehoefte per school wordt berekend maakt het niet meer mogelijk de component voor de zogenaamde klassenverkleining in de onderbouw hieruit te destilleren. Deze formule gaat er dus eenvoudig weg van uit dat iedere school aan deze kwaliteitsmaatregel invulling geeft door het formeren van extra groepen. In onderstaande tabel wordt per school een overzicht gegeven hoe de klassenverkleining vorm en inhoud wordt gegeven. Uitsluitend de neutrale basisschool Elckerlyc kiest ervoor in de onderbouw meer personeel in te zetten. Een beeld overigens dat een bevestiging is van de lijn die deze school een aantal jaren geleden heeft ingezet. "Meer handen in de klas" Neutrale basisschool "Elckerlyc" Formeren van extra groepen Openbare basisschool "De Maaskei", Urmond Openbare basisschool "De Maaskei", Stein R.K. basisschool "De Brök", Stein R.K. basisschool "De Brök", Meers R.K. basisschool "De Avonturijn", Berg R.K. basisschool "De Avonturijn", Urmond R.K. basisschool "St. Jozef" R.K. basisschool "St. Augustinus" R.K. basisschool "De Poolster" R.K. basisschool "Kerensheide" R.K. basisschool "Don Bosco" In dit hoofdstuk worden de plannen geschetst die de werkgroep voor het geactualiseerde IHP in de gemeente Stein heeft opgesteld op basis van de gegevens zoals deze t/m november 2003 voorhanden waren. De plannen vinden hun basis in de uitgangspunten zoals deze zijn geformuleerd ter zake het leegstandsbeleid in relatie tot de onderwijskundige ontwikkelingen alsmede het verwijzingsbeleid. Ingegeven door de VNG-notitie Een agenda voor lokaal maatwerk zijn in de vorige actualisatie toezeggingen gedaan. Zo zouden vanuit de werkgroep IHP concrete voorzetten worden gedaan rondom de wijze waarop de onderwijskundige vernieuwingen in de Steinse schoolgebouwen konden worden geimplementeerd. In de inleiding is er reeds op gewezen dat de voorbereiding van de diverse gebouwelijke uitbreidingen zoveel tijd vergt dat er onvoldoende mogelijkheden waren deze discussie op te starten. De verwachting is dat in de loop van 2004 hier wel een aanvang mee kan worden gemaakt. Aangezien dit geldt voor alle scholen zal in de toelichting op de afzonderlijke planvoorstellen daar geen separate aandacht meer aan worden geschonken Planvoorstellen voor het basisonderwijs In deze paragraaf wordt per kern een planvoorstel beschreven. Bovendien is per kern weergegeven hoe de werkelijke leegstand, zoals ook aangegeven in tabel 4, zich ontwikkeld gedurende een periode van 10 jaar.

21 16 De uit de prognose voortvloeiende leegstand op de scholen kan als een hard gegeven worden beschouwd. Immers nagenoeg alle scholen hebben ervoor gekozen de groepsgrootteverkleining in de onderbouw in te vullen door het formeren van extra groepen. Bovendien wordt ervan uitgegaan dat alle scholen gebruik maken van de extra ruimte (1 m² per leerling) die van gemeentewege wordt toegekend voor de onderwijskundige ontwikkelingen Kern Berg a/d Maas Kern Berg a/d Maas De Avonturijn De enige school in deze kern. Ten opzichte van de vorige actualisatie is de leerlingenprognose voor deze school weer iets bijgesteld in positieve zin, hetgeen direct tot uiting komt in de omvang van de ruimtebehoefte. In de vorige actualisatie was over nagenoeg de gehele periode sprake van leegstand, die zelfs in de laatste jaren opliep tot 2 lokalen. Nu fluctueert het beeld enigszins in die zin dat de periode waarin geen sprake is van leegstand overheerst, terwijl er anderzijds twee korte perioden zijn waarin sprake is van leegstand (1 lokaal). Kijkend naar het leegstandsbeeld van deze school in de afgelopen jaren moet worden geconcludeerd dat dit steeds wisselend is. In het ene IHP is er geen enkele leegstand terwijl in de daaropvolgende actualisatie wel weer sprake is van leegstand waarbij de duur ook steeds varieert. Het feit dat er moeilijk grip te krijgen is op de ontwikkeling van de ruimtebehoefte van deze school hetgeen overigens geldt voor meerdere scholen zal het voor de werkgroep IHP niet gemakkelijker maken concrete voorstellen te ontwikkelen over de ruimtelijke vertaling van de onderwijskundige vernieuwingen. Belangrijk zal zijn dat met name vanuit het bevoegd gezag concreet wordt aangegeven hoe men de toekomst, qua leerlingenontwikkeling, van de school ziet. Planvoorstel: Vooralsnog geen actie ondernemen in afwachting van concrete voorstellen van de werkgroep IHP inzake de ruimtelijke vertaling van de onderwijskundige vernieuwingen Kern Urmond Kern Urmond De Avonturijn De Maaskei Totaal Ook deze kern kenmerkt zich door een wat gewijzigd beeld ten opzichte van de vorige actualisatie van het IHP. Cumulatief gezien leidt de nieuwe leerlingenprognose en de daarvan afgeleide ruimtebehoefte tot een iets gunstiger beeld. Zo bedraagt op het einde van de planperiode de cumulatieve leegstand 1 lokaal (was in de vorige actualisatie 2 lokalen) terwijl gedurende de eerste drie schooljaren er cumulatief sprake is van een ruimtetekort van 1 lokaal. Dit beeld wordt veroorzaakt door een iets minder snelle daling van leerlingenpopulatie van De Maaskei ten opzichte van hetgeen in de vorige leerlingenprognose werd verwacht. Als we iets specifieker op elk van de scholen ingaan kan het volgende worden opgemerkt. Bij De Avonturijn, de enige R.K.-school in deze kern, ontstaat er over een iets langere periode (5 schooljaren) leegstand dan in de vorige actualisatie werd verwacht (4 schooljaren). De oorzaak hiervan is terug te voeren naar een wat snellere daling van de basisgeneratie dan aanvankelijk werd aangenomen.