Werksessie organisatievorming ggz. 3 juli 2013

Transcriptie

1 Werksessie organisatievorming ggz 3 juli 2013

2 Even voorstellen Robert Waterreus, senior adviseur ZorgImpuls Ad van Gorp, financieel adviseur Monique Smit, regioadviseur ZorgImpuls Wie is in de zaal... Hoe groot is je praktijk

3 Programma Welkom en programma Korte terugblik op 14 mei Stand van zaken Scenario voor organisatievorming Opties en organisatiemodellen Aan de slag: wat gaan we voor? Afsluiting en borrel

4 Terugblik op bijeenkomst 14 mei Stand van zaken beleidsontwikkeling Scenario voor organisatievorming Robert Waterreus, senior adviseur ZorgImpuls

5 Vooraf: Disclaimer? Leuker kunnen we het niet maken, wel duidelijker?

6 Onderwerpen 14 mei Cijfers: o.m. omvang en volume groei ggz vragen en zorg Urgentie: volume- en kostengroei en ontbreken van transparantie Roerige tijden: bestuurlijk akkoord, convenant huisartsen, transitie jeugdzorg, overheveling awbz - wmo Stelsel: huidig en vanaf 2014 (zie volgende sheets)

7 Kern Bestuurlijk Akkoord financieel kader: groei max 2,5 % ambulantisering: 1/3 minder bedden zorg op juiste plek (stelsel & taakdelegatie) meer zelfmanagement, preventie en E-health prestatiebekostiging in specialistische GGZ zorgvraagzwaarteprestatie basis financiering GGZ sterke poortwachter: huisarts met POH-GGZ kwaliteit: kwaliteitscyclus in uitvoering, richtlijnontwikkeling en sturen/ afrekenen op resultaten (> doelmatige zorg)

8 Stand van zaken Brief + advies minister VWS inmiddels naar de kamer: gegeven informatie 14 mei in lijn met advies minister Open eindje nog steeds: onbetwistbare ggz? Psychotherapeut mag voor nu ook hoofdbehandelaar zijn (en psychiater, klinisch psycholoog, klinisch neuropsycholoog, specialist ouderengeneeskunde, verslavingsarts, klinisch geriater, verpleegkundig specialist GGZ en GZ-psycholoog) Krap tijdspad overgangsjaar??

9 Stand van zaken

10 Stelsel 2013 Illustratie VWS

11 Stelsel 2013 naar 2014 Illustratie VWS

12 Stelsel 2013 naar 2014 Illustratie VWS

13 Stelsel 2013 naar 2014 Illustratie VWS

14 Deel 2 bijeenkomst 14 mei Vragen 1. Wat betekenen deze ontwikkelingen mogelijk voor eerstelijns psychologische zorg en vrijgevestigde GGZ? 2. Welke kansen en mogelijkheden bieden deze ontwikkelingen? 3. Welke initiatieven zijn mogelijk gewenst?

15 Conclusies 14 mei Eerstelijns psychologische zorg (elp) verdwijnt als domein Speelveld voor elp, vrijgevestigde (2 e lijns) ggz en voorwaarts geïntegreerde (2 e lijns) ggz wordt gelijk(er) Kans, bedreiging en/of uitdaging? Focus op kwaliteit(cyclus) en doelmatigheid / efficiency: zorgpaden, caremodellen, ROM en Toegang GGZ geüniformeerd obv 5 criteria: screenen

16 Conclusies 14 mei (2) Toename belang rol huisarts / poh ggz Inkoopbeleid waarschijnlijk gefocust op volume en volle breedte producten basis ggz Organisatievorming noodzakelijk / gewenst

17 Alternatieven? 1. In loondienst bij instellingen 2. Omscholen tot bijvoorbeeld POH-GGZ 3. Niets doen, wel proberen (deel) generalistische GGZ te contracteren, eigen business, restitutie

18 Scenario Op basis van conclusies: 1. Focus op kwaliteit(cyclus) en doelmatigheid / efficiency (zorgpaden, caremodellen, ROM en) 2. Schaalgrootte / volume van belang 3. Volle breedte producten GBGGZ (in ieder geval Producten 1 3) 4. Organisatievorming dan noodzakelijk: aanspreekbare organisatie (contractering, kwaliteit, transparantie, doelmatigheid)

19 Vragen en/of aanvullingen?

20 Inspelen op de implementatie van de GBGGZ vanaf 2014 Welke organisatorische opties zijn denkbaar? Ad van Gorp, financieel adviseur

21 Onderwerpen 1. Uitgangspunten 2. Opties voor organisatievorming 3. Spelregels: kartelverbod en aanmerkelijke marktmacht 4. Kenmerken aanspreekbare organisatie 5. Opties toegelicht

22 Uitgangspunten Veronderstelde uitgangspunten contractering zorgverzekeraars: Tenminste aanbod van kort, middel en intensief (product 4 nazorg chronische problematiek nog een vraagteken: waarschijnlijk gekoppeld aan instellingen specialistische ggz) Relatie/verbinding huisartsenzorg / wijkgerichte zorg Relatie/verbinding specialistische GGZ? Voldoende volume (verzekerden) Aanspreekbare organisatie: rechtspersoon, eventueel nadere voorwaarden m.b.t. voldoende borgen naleven afspraken

23 Opties 1. Als zelfstandige ondernemingen onderlinge afspraken samen inkopen 2. Vormen groepspraktijk met voldoende schaalgrootte 3. Vormen zorggroep/coöperatieve vereniging, leden c.q. onderaannemers, inbreng (deel) onderneming en/of loondienst (3 hoofdvormen); 4. Aansluiten bij een franchiseorganisatie 5. Laten inhuren door aanbieders met contract 6. Combinaties

24 Kartelverbod Wat kan/mag volgens NMa/NZa? Bagatelbepaling (artikel 7, lid 1 en 2, Mw): Afspraken met niet meer dan 8 ondernemingen en gezamenlijke omzet van of niet meer dan 10% marktaandeel (definitie markt?); Individuele toets (criteria art 6, lid 3, Mw): vrijstellingen voor specifieke overeenkomsten (marketing/reclame, inkoop, administratie e.d.), vaak franchise formules (criterium voldoende concurrentie overblijven cruciaal) Groepsvrijstellingen: bijvoorbeeld zorggroepen huisartsen onder voorwaarden

25 Aanmerkelijke marktmacht (AMM) De NZa kan bij AMM verplichtingen opleggen: transparantie, non-discriminatie, kostprijsberekening, ontbundeling, openbaar aanbod Bij zorggroepen met meer dan 55% marktaandeel gelden deze bepalingen en ontstaan problemen bij: te hoge prijs en/of uitsluiting zorgverzekeraars en/of andere aanbieders (Richtsnoeren Zorggroepen, augustus 2010)

26 Kenmerken aanspreekbare organisatie Aanspreekbaar -> aansprakelijk Borgen afspraken bij deelnemers Risico Behoud zelfstandigheid Zeggenschap Verlies autonomie

27 Optie 1: als zelfstandige ondernemingen.. onderlinge afspraken om samen in te kopen De Bagatelbepaling is van toepassing, dus: (artikel 7, lid 1 en 2, Mw): Afspraken met niet meer dan 8 ondernemingen en gezamenlijke omzet van of niet meer dan 10% marktaandeel (definitie markt: regio/stad, generalistische GGZ of breder); Stelling dat Richtsnoeren Zorggroepen hierop van toepassing is zal getoetst moeten worden; Zorgverzekeraar zal mogelijk eisen stellen tav samenwerkingsverband: rechtspersoon, borgen bij deelnemers, actieve sturing op deelnemers (huidige ervaringen) waardoor deze optie minder aannemelijk lijkt.

28 Optie 2: vormen groepspraktijk.. met voldoende schaalgrootte Lijkt naar buiten toe op optie 1, verschil is een veronderstelde rechtsvorm, vraag is of in contractering de zorgverzekeraar veel verschil ziet; Naar binnen toe is er in beginsel sprake van een gezamenlijk risico, deels verlies autonomie e.d.

29 Optie 3: vormen zorggroep/coöperatie Hoofdvorm I: zorgaanbieders blijven zelfstandige ondernemers, de zorggroep verkoopt zorg aan de zorgverzekeraar en koopt zorg in bij individuele zorgaanbieders: dit is een beproefd en meest voorkomend model in de huisartsenzorg. Ook een coöperatie moet als zodanig worden gezien (geen economische eenheid met leden); Hoofdvorm II: zorgaanbieders onderdeel van zorggroep: a) gehele of gedeeltelijke inbreng onderneming, dus voor dat deel geen ondernemer meer en/of b) de zorggroep neemt zorgaanbieders in loondienst; Hoofdvorm III: Mengvorm van I en II a/b.

30 Optie 3: vormen zorggroep/coöperatie Hoofdvorm I is een beproefd en meest voorkomend model in de huisartsenzorg; ELP s kunnen zelfstandig blijven, maar zullen wel in belangrijke mate afhankelijk worden van contractering door zorggroep (maar wat is op termijn het alternatief?); Zorggroep kan veel uit handen nemen c.q. organiseren: externe relaties, contractering, administratie, scholing etc. Aandacht bij zorgverzekeraar is vooral ook borging afspraken bij deelnemers waardoor verondersteld wordt dat de zorggroep ook meer sturend naar leden kan zijn; Stelling dat Richtsnoeren Zorggroepen hierop van toepassing is zal getoetst moeten worden.

31 Optie 3: vormen zorggroep/coöperatie Hoofdvorm II betekent het inbrengen van (een deel van) je onderneming en het opgeven van (een deel van) je zelfstandigheid en in de regel in loondienst gaan; Borging afspraken richting zorgverzekeraar in beginsel makkelijker; Stelling dat Richtsnoeren Zorggroepen hierop van toepassing is zal getoetst moeten worden; Voor ieder wat wils: mengvorm!

32 Optie 4: aansluiten bij Franchise-organisatie Kan lijken op optie 3 maar hier is sprake van een ondernemer die het regelt en ben je geen lid maar afnemer van de formule en bijbehorende diensten. Praktijkvoorbeeld: Mentaal beter; Kanttekeningen voor jezelf: je betaalt een fee, minder/geen zeggenschap, behoud zelfstandigheid(?); Kanttekeningen vanuit de zorgverzekeraar: kan een franchiseorganisatie wel garant staan voor afdoende borging?

33 Optie 5: laten inhuren door instellingen met contract Naast ggz instellingen kunnen dit mogelijk ook huisartsen zorgroepen zijn (worden) Je wordt dan wel afhankelijk waarbij er onzekerheid kan ontstaan in continuering en bij voldoende aanbod: prijsdruk; Je zult meerdere instellingen of ook andere bronnen dienen te hebben ter voorkoming schijnzelfstandigheid -> loondienst.

34 Opties 6: combinaties tussen opties Doorgaan met eigen aanbod, specialisaties; Eventueel voor deel verbinden aan instelling; Lid worden van een zorggroep of franchisenemer.

35 Vragen en dialoog

36 Deel 2: dialoog over ontwikkelingen Vragen 1. Welke voorkeuren voor modellen / opties bestaan er? 2. Welke randvoorwaarden zijn van belang? 3. Welke coalitie mogelijkheden worden gezien? 4. En hoe verder? Aanpak 1. 3 groepen uit elkaar 2. Kies een voorzitter en iemand die terugkoppelt 3. Plenaire terugkoppeling conclusies/bevindingen groepjes 4. Vaststellen aandachtspunten en eventuele vervolgstappen

37 processen in keten