Collegevoorstel 105/2003. Registratienummer Opgesteld door, telefoonnummer L.Deurloo, Programma openbare gezondheidszorg

Transcriptie

1 105/2003 Registratienummer Opgesteld door, telefoonnummer L.Deurloo, 2230 Programma openbare gezondheidszorg Portefeuillehouder G.J.M. van Rumund Onderwerp van het voorstel financiering jeugdgezondheidszorg Voorstel om te besluiten 1. Voor de uitvoering van het basistakenpakket jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar in de Stadsbegroting een budget van (deelproduct jeugdgezondheidszorg uniform deel 0-4 jaar) en een budget van (deelproduct jeugdgezondheidszorg maatwerk deel) op te nemen. De budgetten worden respectievelijk gedekt uit inkomsten van de rijksbijdrage regeling specifieke uitkering (RSU)en een verhoging van de uitkering uit het gemeentefonds. 2. Vooruitlopend op de behandeling van dit voorstel in de raad , zijnde 50% van het RSU-budget, betaalbaar te stellen aan de GGD. Gezien de bijzondere en acute situatie onder voorwaarde dat de Commissie Stedelijke Samenleving hiermee akkoord is. 1 Korte inhoud van het voorstel Met ingang van is de financiering van de jeugdgezondheidszorg landelijk gewijzigd. Tot 2003 was de gemeente alleen verantwoordelijk voor de uitvoering jeugdgezondheidszorg 4-19 jaar (schoolgezondheidsdienst). Nu is de gemeente ook verantwoordelijk voor de 0-4 jarige zorg (consultatiebureau s) en ontvangt hiervoor ook de middelen via de regeling specifieke uitkering (RSU). Daarnaast ontvangt de gemeente via het gemeentefonds extra middelen voor sluitende aanpak van de 0-6 jarige zorg. Deze budgetten moeten opgenomen worden in de Stadsbegroting. De middelen worden aan de GGD toegekend op basis van een door de GR GGD nog in te dienen wijziging van de begroting Om de continuïteit van de uitvoering van de 0-4 jarige zorg bij de GGD niet in gevaar te brengen is uitbetaling van een deel van de RSU-middelen nodig. Dit vooruitlopend op de wijziging van de stadsbegroting en de wijziging van de GGD-begroting.

2 1 2 Inleiding Voor was er in de financiering en uitvoering van de jeugdgezondheidszorg een knip tussen de 0-4 jarige zorg (consultatiebureaus) en de 4-19 jarige zorg (school gezondheidsdienst). De financiering van de 0-4 jarige zorg verliep via de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de uitvoering was in handen van Thuiszorgorganisaties. De financiering van de 4-19 jarige zorg verloopt via het gemeentefonds en de uitvoering is neergelegd bij GGD en). Omdat het bij jeugdgezondheidszorg om een potentieel kwetsbare groep van de bevolking gaat, waar relatief veel gezondheidswinst is te behalen, heeft het kabinet in 1998 voorgenomen om aan alle jeugdigen in Nederland een pakket basisactiviteiten aan te bieden met als doel: een kwalitatief hoogwaardige integrale jeugdgezondheidszorg. Dit voornemen is uitgewerkt door met ingang van 2003 via de wijziging van de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid de integrale uitvoering van 0-4 jarige zorg en van 4-19 jarige zorg onder gemeentelijke regie te brengen. Dat wil zeggen dat de gemeente alle middelen krijgt voor de jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar en verantwoordelijk is voor de uitvoering van het basistakenpakket 0-19 jaar. Dit pakket wordt landelijk ontwikkeld, maar s nog niet door het ministerie van VWS vastgesteld. In het basispakket wordt onderscheid gemaakt tussen het uniform deel, dat verplicht moet worden uitgevoerd, en het maatwerk deel, dat meer is afgestemd op de lokale omstandigheden en zorgbehoefte van de jeugdigen. De middelen die alle gemeenten per via de RSU ontvangen zijn van oorsprong de gelden uit de AWBZ, die bestemd waren voor de 0-4 jarige zorg. De extra middelen uit het gemeentefonds zijn oorspronkelijk de middelen uit de Tijdelijke Regeling Vroegsignalering. In principe zijn de nieuwe middelen uit de twee genoemde bronnen bestemd voor de gehele jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar. Samen met de bestaande bijdrage van de gemeente voor de 4-19 jarige zorg, die nu onderdeel uitmaakt van de bijdrage per inwoner aan de GGD, vormen deze bronnen het totale budget voor de 0-19 jarige zorg. In feite zullen de middelen uit de RSU en de middelen die recent aan het gemeentefonds zijn toegevoegd voor de korte termijn ingezet worden voor respectievelijk de 0-4 jarige zorg (de consultatiebureaus, die per ondergebracht zijn bij de GGD), en continuering van een deel van de projecten die in het kader van de TRV door de GGD worden uitgevoerd. Voor het laatste onderdeel zal de GGD voor 2003 een aanbod formuleren. Voor de uitvoering van de 0-4 jarige zorg zal de GGD een begrotingswijziging aan de gemeenten uit de gemeenschappelijke regeling voorleggen. Beide documenten zijn in voorbereiding. Na ontvangst kan besluitvorming over toekenning plaatsvinden. Het bestuur va de GGD is gevraagd aan te geven wanneer deze documenten aan de gemeente voorgelegd worden.

3 2 Omdat de besluitvorming dit nog enige tijd vraagt dreigt de GGD in liquiditeitsproblemen te komen. Derhalve is het voorstel om vooruitlopend op de toekenning 50% van de RSU-middelen betaalbaar te stellen. Materieel gaat het om continuering van bestaand beleid. Formeel is de gemeente voor dit deel nu ook financier. De toekenning zal vooralsnog in de vorm van een bijdrage gaan. De wijziging van de financiering van de JGZ is aanleiding om een traject te starten voor een outputgerichte financiering van de GGD, met name voor het onderdeel JGZ. Als toelichting en als achtergrond informatie nog het volgende. Het is de bedoeling dat er in de Stadsbegroting een product komt voor jeugdgezondheidszorg met daaronder een tweetal deelproducten, waarin uiteindelijk alle de middelen zijn opgenomen voor de jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar. Dit is nog niet mogelijk per , omdat het uniforme basistakenpakket landelijk nog niet is vastgesteld. Hierdoor is het voor de GGD nog niet mogelijk een afgewogen offerte uit te brengen voor het uniforme deel en het maatwerk deel. Dit vraagt overigens ook het financieel administratief losweken van de JGZ-gelden uit het budget voor de bijdrage per inwoner van het verplicht takenpakket en mogelijk 2004 zullen dan ook overgangsjaren zijn. Dit betekent in feite continuering van bestaand beleid. Het voornemen is om in 2003 met een traject te starten dat leidt tot een product, waarbij de sturing op resultaat bij de gemeente ligt. 2.1 Beoogd resultaat - Het wijzigen van de Stadsbegroting voor de nieuwe inkomsten en uitgaven met betrekking tot de uitvoering van de integrale jeugdzorg. - Het voorkomen van liquiditeitsproblemen bij de GGD en daarmee het voorkomen van discontinuïteit in de uitvoering van de JGZ 0-4 jaar. 3 Motivering en argumenten - Op grond van de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV) is de gemeente verplicht uitvoering te geven aan het basistakenpakket jeugdgezondheidszorg en de daarvoor ontvangen rijksmiddelen in te zetten. - Zonder het verlenen van een voorschot aan de GGD, kunnen de consultatiebureaus de jeugdgezondheidszorg voor de 0-4 jarigen in 2003 niet uitvoeren, waardoor de dienstverlening aan inwoners in gevaar komt. - Met het uitbetalen van een voorschot vooruitlopend op het raadsbesluit loopt de gemeente geen financieel risico, omdat het

4 3 rijksmiddelen zijn die alleen maar voor dat doel ingezet mogen worden. - Concernfinanciën is echter op formele gronden van oordeel dat uitbetaling pas na raadsbesluit kan plaatsvinden. Voorgesteld wordt om voor daadwerkelijke uitbetaling de raadscommissie ter zake te consulteren. - De middelen uit de RSU en uit het gemeentefonds zijn toereikend om de uitvoering door consultatiebureaus te garanderen. - Met het creëren van twee nieuwe deelproducten (jeugdgezondheidszorg uniform deel en jeugdgezondheidszorg maatwerk deel) wordt een eerste randvoorwaarde gecreëerd voor een resultaat gefinancierde jeugdgezondheidszorg uitgevoerd door de GGD. Op termijn zal het gemeentelijk budget voor de 4-19 jarige zorg, dat nu nog deel uitmaakt van de bijdrage aan de GGD per inwoner (deelproduct verplicht takenpakket), overgeheveld worden naar de nieuwe deelproducten. Voor de ontvlechting zal duidelijk moeten zijn om welke producten het gaat en wat de kostprijs daarvan is. 4 Extern draagvlak 5 Aanpak / uitvoering Conform de bevoorschotting van de bijdrage aan de GGD, halfjaarlijks, wordt de helft van de RSU-gelden uitbetaald. De brief van het bestuur van de GGD d.d aan uw college zal inhoudelijk beantwoord worden conform dit voorstel. De formele toekenning vindt plaats nadat de GGD een wijziging van de begroting 2003 voor de 0-4 jarige zorg en het aanbod met kostenraming voor het maatwerk deel heeft ingediend. 5.1 Planning 5.2 Communicatie 5.3 Producten 5.4 Evaluatie en verantwoording

5 4 6 Kosten, baten en dekking Via de RSU ontvangt de gemeente (zie beschikking VWS) en via het gemeentefonds meer voor de uitvoering van het basistakenpakket JGZ. Zodra de GGD een begrotingswijziging heeft ingediend zal een voorstel worden gemaakt voor het verlenen van een bijdrage aan de GGD, waarin ook de verantwoording e.d. zal worden opgenomen. Ter inzage: 3

6 Ontwerp Raadsbesluit De Raad van de Gemeente Nijmegen, bijeen op 11 juni 2003; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 22 april 2003; Gelet op De wijziging van de wet colectieve preventie volksgezondheid; Besluit Voor de uitvoering van het basistakenpakket jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar in de Stadsbegroting een budget van (deelproduct jeugdgezondheidszorg uniform deel 0-4 jaar) en een budget van (deelproduct jeugdgezondheidszorg maatwerk deel) op te nemen. De budgetten worden respectievelijk gedekt uit inkomsten van de rijksbijdrage regeling specifieke uitkering (RSU)en een verhoging van de uitkering uit het gemeentefonds. Het college heeft inmiddels gehoord de commissie Stedelijke Samenleving en vooruitlopend op de behandeling van dit voorstel in de raad , zijnde 50% van het RSU-budget, betaalbaar gesteld aan de GGD. De voorzitter De raadsgriffier 105rbs.doc