Overgang integrale Jeugdgezondheidszorg BESLUITEN

Transcriptie

1 Aanbiedingsformulier Onderwerp Overgang integrale Jeugdgezondheidszorg In te vullen door Bestuurssecretariaat Ontwerper Parafanten Directeuren Portefeuilleh. B&W Nr: / Dienst : C&E C&E WOWZ Agenda Sector : Z&W BD/FCI Openbaar: ja / nee Naam : T. Bruna R.V nr: Tst.nr : 5240 Commissie: Datum : BESLUITEN Behoudens advies van de commissie WOWZ De gemeenteraad voor te stellen om: 1. Het principebesluit te nemen om in het kader van de overdracht van de verantwoordelijkheid voor de zorg voor 0 tot 4 jarigen aan de gemeente het jaar 2003 als overgangsjaar te beschouwen; 2. Voor 2003 het principe te hanteren dat de gelden die de gemeente Leiden ontvangt voor integrale jeugdgezondheidszorg voor 0 tot 4 jarigen worden doorbetaald aan de betrokken thuiszorginstelling, teneinde een ongewijzigde voortzetting van de activiteiten mogelijk te maken; 3. Aan de Stichting Thuiszorg Groot Rijnland, als voorschot op de te verlenen subsidie over 2003, 90 procent van het door het rijk beschikbaar gestelde bedrag van Є (Є ) te verstrekken; 4. Hierbij de voorwaarde te stellen dat de thuiszorginstelling zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval voor 1 juni 2003, inzicht geeft in de activiteiten voor het basispakket (maatwerkdeel en uniform deel) en de daaraan verbonden begroting voor 2003; 5. Zodra dit inzicht is verstrekt het resterende bedrag beschikbaar te stellen; 6. De concept-begrotingswijziging voor 2003 vast te stellen. Dit besluit ter behandeling toe te zenden aan de griffie met verzoek zorg te dragen voor behandeling in de Raadscommissie en Raad. Korte overwegingen Op 26 september 2001 heeft het college de toenmalige commissie OWZE geïnformeerd over het project Integrale Jeugdgezondheidszorg en de uitvoering van de Tijdelijke regeling vroegsignalering. Deze regeling was ingesteld ter voorbereiding van de overdracht van de integrale jeugdgezondheidszorg aan de gemeenten. Per 1 januari 2003 wordt de verantwoordelijkheid en de regierol voor de jeugdgezondheidszorg voor 0 tot 4 jarigen die nu wordt gefinancierd vanuit de AWBZ en die wordt uitgevoerd door de thuiszorgorganisaties met hun consultatiebureaus, daadwerkelijk overgedragen van het rijk aan de gemeenten. De rijksmiddelen die hiermee zijn gemoeid, worden deels overgeheveld naar een specifieke uitkering met een rijksregeling daarvoor en deels naar het gemeentefonds. Het gaat bij de eerstgenoemde middelen om middelen uit de AWBZ die momenteel worden ingezet voor de financiering van de Ouder en Kindzorg door de thuiszorgorganisaties en bij de laatstgenoemde middelen om middelen die momenteel beschikbaar worden gesteld via de Tijdelijke regeling vroegsignalering. Het gaat hierbij om een bedrag van 173 mlj landelijk via een specifieke uitkering voor het uniforme deel en 15,8 mlj via de Algemene Uitkering voor het maatwerkdeel, te verdelen volgens

2 dezelfde maatstaven. Voor Leiden betekent dit een uitkering van respectievelijk (specifiek) en (AU). Van rijkswege is daarbij aangegeven dat activiteiten die zijn ingezet in het kader van deze tijdelijke regeling niet abrupt mogen worden afgebroken. De informatie over de wijze van overdracht en over de precieze omvang van de bedragen is pas onlangs ter beschikking gekomen. Een aantal zaken als de precieze omvang van het verplichte pakket aan activiteiten en dergelijke is echter nog steeds niet bekend. Een optimale voorbereiding van gemeentewege is hierdoor niet goed mogelijk. De stuurgroep Integrale Jeugdgezondheidszorg die ter voorbereiding van een en ander in het leven is geroepen, stelt voor om 2003 te beschouwen als overgangsjaar en voor dit jaar het principe te hanteren om alle gelden die de gemeente ontvangt voor integrale jeugdgezondheidszorg door te betalen aan de betrokken thuiszorgorganisatie, teneinde een ongewijzigde voortzetting van de taken mogelijk te maken. In het verlengde van dit principebesluit stelt de stuurgroep voor om ervoor zorg te dragen dat de ontvangen middelen zo spoedig mogelijk ter beschikking worden gesteld na ontvangst van de middelen van het rijk. De reden is dat de thuiszorgorganisaties voor hun Ouder en Kindzorg in december 2002 hun laatste geld voor deze (nu nog)awbz-activiteiten ontvangen. Gelet op het late tijdstip waarop de informatie over de uitvoering van deze overdracht ter beschikking is gekomen (september 2002), de nog ontbrekende precieze informatie over de beschikbaar te stellen middelen (indicatief, in oktober 2002) en de onduidelijkheid over de precieze omvang van de activiteiten die worden overgedragen, achten wij het inderdaad raadzaam om 2003 te beschouwen als overgangsjaar en dit jaar te gebruiken om: - nader onderzoek te doen naar de omvang en inhoud van de activiteiten van de thuiszorginstellingen, zowel de wettelijk verplichte activiteiten als de activiteiten waarbij gemeentelijke beleidsvrijheid bestaat; - nader onderzoek te doen naar de middelen die voor deze activiteiten nodig zijn in relatie tot de door het rijk beschikbaar gestelde middelen; - een beleidsvisie te ontwikkelen over de integrale jeugdgezondheidszorg en de rol die de gemeente daarbij speelt. Het voorstel is daarom in te stemmen met het verzoek van de stuurgroep Integrale Jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland Noord en te besluiten: - in het kader van de overdracht van de verantwoordelijkheid voor de zorg voor 0 tot 4 jarigen aan de gemeente het jaar 2003 als overgangsjaar te beschouwen; - voor 2003 het principe te hanteren dat alle gelden die de gemeente Leiden ontvangt voor integrale jeugdgezondheidszorg voor 0 tot 4 jarigen door worden gesluisd naar de betrokken thuiszorginstelling, teneinde een ongewijzigde voortzetting van de activiteiten mogelijk te maken. Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten pleit ervoor om 2003 als een overgangsjaar te behandelen en om in dit jaar over te gaan tot voorschotverlening. De VNG heeft een modelbesluit ontworpen dat zal kunnen worden gehanteerd bij het opstellen van onze subsidiebeschikking. Daarbij zijn we wel van mening dat de thuiszorgorganisatie zo spoedig mogelijk inzicht moet geven in de tegenprestatie die voor de doorgesluisde middelen wordt gegeven. Wij stellen daarom voor om 90 procent van het totale bedrag dat als specifieke uitkering en als bijdrage in het gemeentefonds wordt gestort als voorschot beschikbaar te stellen en bij de verlening van dit voorschot de voorwaarde te stellen dat de thuiszorginstelling zo spoedig mogelijk maar in ieder geval voor 1 juni 2003 inzicht geeft in de activiteiten die worden uitgevoerd in Leiden voor het basispakket (maatwerkdeel en uniformdeel) en de daaraan verbonden begroting voor Zodra dit inzicht is verstrekt kan het resterende bedrag beschikbaar worden gesteld. Bijlage: brief dd. 17 oktober 2002 van de stuurgroep integrale Jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland Noord. Formatieve consequenties geen Begrotingsconsequenties

3 Wijziging van de raming in dienstjaar: 2003 Beleidsproduct Omschrijving Cat: LASTEN/ BATEN + -/- bedrag Collectieve Preventie volksgezondheid 4.2 lasten Collectieve Preventie volksgezondheid 4.1 baten Algemene Uitkering 4.1 baten Communicatieve consequenties Het raadsbesluit wordt verwerkt in een beschikking aan de Stichting Thuiszorg Groot Rijnland.

4 Nr. : Dnst. : C&E Overgang Integrale Jeugdgezondheidszorg. Leiden, 9 december Op 26 september 2001 heeft het College de toenmalige Commissie OWZE geïnformeerd over het project Integrale Jeugdgezondheidszorg en de uitvoering van de Tijdelijke regeling vroegsignalering. Deze regeling was ingesteld ter voorbereiding van de overdracht van de integrale jeugdgezondheidszorg aan de gemeenten. Per 1 januari 2003 wordt de verantwoordelijkheid en de regierol voor de jeugdgezondheidszorg voor 0 tot 4 jarigen die nu wordt gefinancierd vanuit de AWBZ en die wordt uitgevoerd door de thuiszorgorganisaties met hun consultatiebureaus, daadwerkelijk overgedragen van het rijk aan de gemeenten. De rijksmiddelen die hiermee zijn gemoeid, worden deels overgeheveld naar een specifieke uitkering met een rijksregeling daarvoor en deels naar het gemeentefonds. Het gaat bij de eerstgenoemde middelen om middelen uit de AWBZ die momenteel worden ingezet voor de financiering van de Ouder en Kindzorg door de thuiszorgorganisaties en bij de laatstgenoemde middelen om middelen die momenteel beschikbaar worden gesteld via de Tijdelijke regeling vroegsignalering. Het gaat hierbij om een bedrag van 173 miljoen landelijk via een specifieke uitkering voor het uniforme deel en 15,8 miljoen via de Algemene Uitkering voor het maatwerkdeel, te verdelen volgens dezelfde maatstaven. Voor Leiden betekent dit een uitkering van respectievelijk ,-- (specifiek) en ,-- (AU). Van rijkswege is daarbij aangegeven dat activiteiten die zijn ingezet in het kader van deze tijdelijke regeling niet abrupt mogen worden afgebroken. De informatie over de wijze van overdracht en over de precieze omvang van de bedragen is pas onlangs ter beschikking gekomen. Een aantal zaken als de precieze omvang van het verplichte pakket aan activiteiten en dergelijke is echter nog steeds niet bekend. Een optimale voorbereiding van gemeentewege is hierdoor niet goed mogelijk. De stuurgroep Integrale Jeugdgezondheidszorg die ter voorbereiding van een en ander in het leven is geroepen, stelt voor om 2003 te beschouwen als overgangsjaar en voor dit jaar het principe te hanteren om alle gelden die de gemeente ontvangt voor integrale jeugdgezondheidszorg door te betalen aan de betrokken thuiszorgorganisatie, teneinde een ongewijzigde voortzetting van de taken mogelijk te maken. In het verlengde van dit principebesluit stelt de stuurgroep voor om ervoor zorg te dragen dat de ontvangen middelen zo spoedig mogelijk ter beschikking worden gesteld na ontvangst van de middelen van het rijk. De reden is dat de thuiszorgorganisaties voor hun Ouder en Kindzorg in december 2002 hun laatste geld voor deze (nu nog) AWBZ-activiteiten ontvangen. Gelet op het late tijdstip waarop de informatie over de uitvoering van deze overdracht ter beschikking is gekomen (september 2002), de nog ontbrekende precieze informatie over de beschikbaar te stellen middelen (indicatief, in oktober 2002) en de onduidelijkheid over de precieze omvang van de activiteiten die worden overgedragen, achten wij het inderdaad raadzaam om 2003 te beschouwen als overgangsjaar en dit jaar te gebruiken om: - nader onderzoek te doen naar de omvang en inhoud van de activiteiten van de thuiszorginstellingen, zowel de wettelijk verplichte activiteiten als de activiteiten waarbij gemeentelijke beleidsvrijheid bestaat;

5 - nader onderzoek te doen naar de middelen die voor deze activiteiten nodig zijn in relatie tot de door het rijk beschikbaar gestelde middelen; - een beleidsvisie te ontwikkelen over de integrale jeugdgezondheidszorg en de rol die de gemeente daarbij speelt. Het voorstel is daarom in te stemmen met het verzoek van de stuurgroep Integrale Jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland Noord en te besluiten: - in het kader van de overdracht van de verantwoordelijkheid voor de zorg voor 0 tot 4 jarigen aan de gemeente het jaar 2003 als overgangsjaar te beschouwen; - voor 2003 het principe te hanteren dat alle gelden die de gemeente Leiden ontvangt voor integrale jeugdgezondheidszorg voor 0 tot 4 jarigen door worden gesluisd naar de betrokken thuiszorginstelling, teneinde een ongewijzigde voortzetting van de activiteiten mogelijk te maken. Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten pleit ervoor om 2003 als een overgangsjaar te behandelen en om in dit jaar over te gaan tot voorschotverlening. De VNG heeft een modelbesluit ontworpen dat zal kunnen worden gehanteerd bij het opstellen van onze subsidiebeschikking. Daarbij zijn we wel van mening dat de thuiszorgorganisatie zo spoedig mogelijk inzicht moet geven in de tegenprestatie die voor de doorgesluisde middelen wordt gegeven. Wij stellen daarom voor om 90 procent van het totale bedrag dat als specifieke uitkering en als bijdrage in het gemeentefonds wordt gestort als voorschot beschikbaar te stellen en bij de verlening van dit voorschot de voorwaarde te stellen dat de thuiszorginstelling zo spoedig mogelijk maar in ieder geval voor 1 juni 2003 inzicht geeft in de activiteiten die worden uitgevoerd in Leiden voor het basispakket (maatwerkdeel en uniformdeel) en de daaraan verbonden begroting voor Zodra dit inzicht is verstrekt kan het resterende bedrag beschikbaar worden gesteld. Wij stellen uw Raad voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen. De Raad der gemeente Leiden; Burgemeester en Wethouders van Leiden, de Secretaris, de Burgemeester (wnd.), P.I.M. v.d. WIJNGAART. W. LEMSTRA. Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders (raadsvoorstel nr van 2002); B E S L U I T: 1. het principebesluit te nemen om in het kader van de overdracht van de verantwoordelijkheid voor de zorg voor 0 tot 4 jarigen aan de gemeente het jaar 2003 als overgangsjaar te beschouwen; 2. voor 2003 het principe te hanteren dat de gelden die de gemeente Leiden ontvangt voor integrale jeugdgezondheidszorg voor 0 tot 4 jarigen worden doorbetaald aan de betrokken

6 thuiszorginstelling, teneinde een ongewijzigde voortzetting van de activiteiten mogelijk te maken; 3. aan de Stichting Thuiszorg Groot Rijnland, als voorschot op de te verlenen subsidie over 2003, 90 procent van het door het rijk beschikbaar gestelde bedrag van ,-- ( ,--) te verstrekken;

7 4. hierbij de voorwaarde te stellen dat de thuiszorginstelling zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval voor 1 juni 2003, inzicht geeft in de activiteiten voor het basispakket (maatwerkdeel en uniform deel) en de daaraan verbonden begroting voor 2003; 5. zodra dit inzicht is verstrekt het resterende bedrag beschikbaar te stellen; 6. de bijgevoegde concept-begrotingswijziging voor 2003 vast te stellen. Gedaan ter openbare vergadering van de Griffier, de Voorzitter,