Tussenstand prestatieafspraken woningcorporaties

Transcriptie

1 Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Tussenstand prestatieafspraken woningcorporaties Programma Wonen BW-nummer Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting De nieuwe Woonvisie biedt het kader voor het maken van prestatieafspraken met woningcorporaties. Conform de nieuwe Woningwet dienen corporaties in redelijkheid aan actueel lokaal volkshuisvestingsbeleid bij te dragen. Via bijgaande brief informeren wij de raad graag over de voortgang van het maken van de prestatieafspraken, zowel procesmatig als inhoudelijk. Ons college is positief gestemd over de tussenstand. We bieden de raad de mogelijkheid om wensen en bedenkingen kenbaar te maken over deze tussenstand. De wensen en bedenkingen zullen we vervolgens meenemen bij de afronding van bilaterale prestatieafspraken na de zomer. Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. RO10, Bas Böhm, 3436 Datum ambtelijk voorstel 13 juni 2016 Registratienummer Ter besluitvorming door het college De brief aan de raad over Tussenstand prestatieafspraken woningcorporaties vast te stellen, waarin de raad om wensen en bedenkingen wordt gevraagd over de tussenstand inzake de bilaterale prestatieafspraken met 7 woningcorporaties. Steller Bas Böhm Paraaf akkoord Datum Alleen ter besluitvorming door het College Formele consultatie van de Raad Besluit B&W d.d. 21 juni 2016 X Conform advies Aanhouden Anders, nl. nummer: 3.5 Bestuursagenda Paraaf akkoord Datum Portefeuillehouder

2 Collegevoorstel 1 Probleemstelling De nieuwe Woonvisie biedt het kader voor het maken van prestatieafspraken met woningcorporaties. Conform de nieuwe Woningwet dienen corporaties in redelijkheid aan actueel lokaal volkshuisvestingsbeleid bij te dragen. Via bijgaande brief informeren wij de raad graag over de voortgang van het maken van de prestatieafspraken, zowel procesmatig als inhoudelijk. We bieden de raad de mogelijkheid om wensen en bedenkingen kenbaar te maken over deze tussenstand. 2 Juridische aspecten Het vaststellen van de Woonvisie is een bevoegdheid van de gemeenteraad. Het maken van prestatieafspraken is een bevoegdheid van ons college. Ons college biedt de gemeenteraad de mogelijkheid om hier vooraf wensen en bedenkingen over kenbaar te maken. 3 Doelstelling 1. De raad te informeren over de voortgang van het maken van bilaterale prestatieafspraken met 7 woningcorporaties; zowel procesmatig als inhoudelijk. 2. De raad de mogelijkheid te bieden wensen en bedenkingen kenbaar te maken over de tussenstand. 4 Argumenten 1. De raad vooraf de mogelijk te bieden wensen en bedenkingen kenbaar te maken De raad heeft via vaststelling van de Woonvisie de kaders bepaald voor het maken van prestatieafspraken. Ons college informeert de raad graag over de voortgang hiervan en biedt de mogelijkheid om voor de afronding van de bilaterale prestatieovereenkomsten wensen en bedenkingen hierover te uiten. 5 Klimaat Met de woningcorporaties worden afspraken gemaakt over verduurzaming van hun bezit. De voortgang hiervan staat vermeld in de brief aan de raad. 6 Financiën Om te bepalen of woningcorporaties in redelijkheid aan de Woonvisie bijdragen is inzicht in de financiële situatie van de corporaties van belang. Hiervoor zijn verkennende gesprekken met corporaties gevoerd en zijn financiële gegevens opgevraagd. Vervolgens is bekeken hoe de corporaties er financieel voor staan, vergeleken met de geldende landelijke normen. 7 Participatie en Communicatie Met zes corporaties hebben in tripartite vorm werkateliers over de prestatieafspraken plaatsgevonden. Alleen het werkatelier met Mooiland was zonder huurders. Reden is dat Mooiland in ongeveer 130 gemeenten actief is en Koepel Mooiland Allen Samen keuzes moet maken in hun vertegenwoordiging. De uitkomsten van de werkateliers zijn in een stedelijke tripartite overleg met alle corporaties en vertegenwoordigers van huurdersverenigingen besproken. Over de uitkomst hiervan informeert ons college de raad via bijgaande brief. 8 Uitvoering en evaluatie De wensen en bedenkingen zullen we vervolgens meenemen bij de afronding van bilaterale prestatieafspraken na de zomer. 9 Risico Er zijn geen risico s verbonden aan dit voorstel. Bijlage(n): Brief aan de raad

3 Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat PP Nijmegen Telefoon Telefax (024) gemeente@nijmegen.nl Postbus HG Nijmegen Datum 21 juni 2016 Ons kenmerk RO10/ Contactpersoon Bas Böhm Onderwerp Tussenstand prestatieafspraken woningcorporaties wensen en bedenkingen Datum uw brief Doorkiesnummer (024) Geachte leden van de raad, Begin dit jaar heeft u de Woonvisie , Samenwerken aan goed Wonen, vastgesteld. De nieuwe Woonvisie biedt het kader voor het maken van prestatieafspraken met woningcorporaties. Conform de nieuwe Woningwet dienen corporaties in redelijkheid aan actueel lokaal volkshuisvestingsbeleid bij te dragen. In deze brief informeren wij u graag over de voortgang van het maken van de prestatieafspraken. Allereerst gaan wij in op het nieuwe tripartite proces tussen corporaties, gemeente en huurdersbelangenverenigingen. Vervolgens informeren wij u graag over de inhoudelijke voortgang, de financiële situatie van de woningcorporaties en het vervolgtraject. In het kader van artikel 160 en 169 van de Gemeentewet bieden wij u de mogelijkheid om wensen en bedenkingen kenbaar te maken over deze tussenstand. De wensen en bedenkingen zullen we vervolgens meenemen bij de afronding van bilaterale prestatieafspraken. Nieuw proces De wettelijke kaders voor het maken van prestatieafspraken zijn anders dan voorheen. Ten eerste dienen corporaties in redelijkheid bij te dragen aan een lokale actuele woonvisie. De redelijke bijdrage dient te blijken uit een jaarlijks bod van een corporatie dat als basis dient voor het gesprek over prestatieafspraken. Dit gesprek vindt plaats in tripartite vorm; de tweede wijziging. Corporaties, gemeente én huurdersbelangenverenigingen dienen volwaardig aan tafel te zitten. Ons college acht de betrokkenheid en inbreng van huurders van belang en heeft nadrukkelijk invulling gegeven aan een nieuwe tripartite werkwijze en een duurzame samenwerking tussen de drie partijen. Een tripartite werkwijze betekent nieuwe gezichten, nieuwe verhoudingen, nieuwe verwachtingen. We zitten om tafel met zeven corporaties en zeven huurdersbelangenverenigingen (deels in oprichting). Op de agenda staan de thema s betaalbaarheid, woningbouwopgave, huisvesting van doelgroepen en wonen met zorg, duurzaamheid en leefbaarheid. Kortom: genoeg ingrediënten voor een complex proces.

4 1 In complexe processen is het van belang vóóraf te weten wat partijen van elkaar (en zichzelf) verwachten. Taken, rollen en verantwoordelijkheden zijn voor alle drie de partijen anders dan voorheen. Vóórdat er over de inhoud is gesproken hebben er zogenaamde verwachtingensessies plaatsgevonden met huurders en medewerkers van de zeven corporaties en ambtenaren van alle betrokken beleidsdisciplines. In deze sessies stond de vraag centraal: Wat is uw verwachting van de rol van respectievelijk de huurdersbelangenvereniging, gemeente en corporaties bij het maken van prestatieafspraken?. Veelgenoemde punten bij alle partijen zijn openheid, respect, vertrouwen en gelijkwaardigheid. Hieronder gaan we wat dieper in op elke partij. Een belangrijke gezamenlijke constatering is dat dit eerste jaar een leerjaar is. Een jaar waarin we een basis willen leggen voor een duurzame samenwerking in de toekomst. In het najaar evalueren we samen het proces en maken we hierover afspraken voor de komende jaren. Betekenis per partij Een tripartite samenwerking betekent voor de gemeente organisatie, facilitering en coördinatie van dit proces. En uiteraard meer dan dat: uit de prestatieafspraken dient de redelijke bijdrage van corporaties aan de Woonvisie te blijken. Tegelijkertijd zitten huurders volwaardig aan tafel. Hun inbreng kan in lijn zijn met de Woonvisie, maar dit hoeft niet. Voor ons college betekent een tripartite proces dus náást het helder maken van de redelijke bijdrage, het aangeven op welke punten er in tripartite andere afspraken zijn gemaakt óf op welke punten er wellicht geen tripartite overeenstemming is. Enkel op die manier kunnen huurders volwaardig aan tafel zitten. Waar ons college het tripartite overleg faciliteert en de bijdrage van corporaties aan de Woonvisie inzichtelijk maakt, zijn corporaties de schakel naar hun huurders en hun interne en externe toezichthouders. Hun plannen worden overlegd met huurders en dienen goedgekeurd te worden door hun Raad van Toezicht, passend binnen de kaders van de Autoriteit Woningcorporaties. Op het moment dat er bij het maken van prestatieafspraken andere keuzes worden gemaakt betekent dit dat bestaande plannen aangepast moeten worden, waarna de toezichthouders uiteraard ook over een aanpassing dienen te oordelen. Tot slot de huurdersbelangenverenigingen. Voor hen brengt de nieuwe Woningwet de grootste verandering met zich mee. Een volwaardige positie aan tafel betekent meer overleg met de corporatie en gemeente en voor- en nabespreking met de achterban. Het vraagt om inhoudelijke verdieping in de verschillende onderwerpen. Het maken van afspraken betekent dat huurders medeverantwoordelijk worden. Waarbij het overigens een keuze voor de huurdersbelangenvereniging zélf is om een handtekening onder afspraken te zetten. Afhankelijk van de gewenste rol in het tripartite proces is elke huurdersbelangenvereniging vrij hierin een eigen keuze te maken. Een handtekening is niet het hoogste doel voor ons college. Belangrijker vinden we het, zoals huurders zelf hebben aangegeven, een win-win situatie te creëren. Een goede samenwerking die leidt tot betere afspraken en beter wonen in Nijmegen. Waar staan we nu? In april en mei zijn er per corporatie inhoudelijke werkateliers georganiseerd. In deze werkateliers is per thema (betaalbaarheid, woningbouwopgave, huisvesting doelgroepen en wonen met zorg, duurzaamheid en leefbaarheid) besproken wat de inzet van de gemeente (Woonvisie) is, hoe de plannen van de betreffende corporatie eruit zien en wat de inzet van huurders is. Ook is

5 2 inzichtelijk gemaakt wat de optelsom van de plannen van alle corporaties oplevert. Hiermee wordt voor huurders ook inzichtelijk welke bijdrage hun corporatie aan het geheel levert. Vervolgens is de stedelijke tussenstand besproken in een collectief bestuurlijk tripartite overleg. Hieronder vindt u de uitkomsten en tussenstand per thema. Figuur 1: verdeling sociaal corporatiebezit in Nijmegen. Totaal ca zelfstandige sociale huurwoningen (onzelfstandige woonruimten van de SSH& zijn niet meegerekend). Betaalbaarheid In de Woonvisie is de inzet opgenomen om in 2020 het aantal huishoudens in huurwoningen met een betalingsrisico te hebben teruggebracht met 50% ten opzichte van Hierbij wordt een brede aanpak voorgestaan gericht op woonlasten, bestedingspatroon en inkomsten. In de werkateliers met corporaties is geconstateerd dat het bereiken van de inzet uit de Woonvisie deels afhangt van afspraken die corporaties, gemeente en huurders maken. Voor een belangrijk deel heeft dit ook te maken met de conjunctuur en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Bij monitoring van deze doelstelling is het van belang om ook deze ontwikkelingen in beeld te brengen. Alle corporaties zijn aangesloten bij de uitvoering van het Aanvalsplan Armoede en Schulden. Ons college richt momenteel, samen met hen en energieleveranciers en zorgverzekeraars een integraal systeem van vroegsignalering van schulden op. Doel is om hogere schulden en huisuitzettingen te voorkomen. Hierover zal binnenkort, als één van de eerste gemeenten in Nederland, een convenant tussen de aangesloten partijen worden gesloten. Betaalbaarheid gaat uiteraard ook over voldoende goedkope en betaalbare woningen. Enerzijds gaat dit over het aantal woningen, hierover meer onder de woningbouwopgave. Anderzijds gaat

6 3 dit over de huurprijs. In de Woonvisie wordt nagestreefd om de goedkope corporatievoorraad (< 409) te verruimen en op het peil van 1 juli 2014 te brengen, te weten 20% van de sociale corporatieve voorraad. Corporaties onderschrijven dat het van belang is om voldoende goedkope woningen te hebben. Hierbij is hun inzet om te voldoen aan de vraag van de doelgroepen die hier behoefte aan hebben. Dit kán 20% zijn, maar ook meer of minder. De afspraak staat om vraag en aanbod komende jaren te monitoren. De meest actuele vraag zal blijken uit de lokale doorvertaling van WoON2015, waarvan de uitkomsten dit najaar verwacht worden. In de Woonvisie komen ook de jaarlijkse huurverhogingen aan bod. De inzet in de visie varieert van een poging om inkomensafhankelijke huurverlaging door te voeren tot de huren van huishoudens met inkomens tot niet harder te laten stijgen dan de inflatie. Ons college heeft geconstateerd dat er sprake is van een trendbreuk: er is in algemene zin sprake van gematigde huurverhogingen. De wijze waarop hier invulling aan wordt gegeven verschilt per corporatie. Dit komt onder andere doordat de samenstelling van het woningbezit sterk verschilt. De trendbreuk en de verschillen tussen corporaties blijken onder andere uit de twee grootste corporaties Talis en Portaal. Talis heeft de huren van huishoudens met lage inkomens in woningen met huren boven de aftoppingsgrens ( 574 of 628, afhankelijk van het type huishouden) verlaagd en Portaal heeft de huurverhoging dit jaar generiek op 0% gezet. Per veranderen de landelijke kaders (weer) en gaat de huursombenadering in. Afspraken over de woningbouwopgave, huisvesting doelgroepen en duurzaamheid raken uiteraard de betaalbaarheid van het wonen. Per thema maken we inzichtelijk wat de stand van zaken rondom deze afspraken is. Woningbouwopgave In de Woonvisie is de verhoogde druk op de sociale huurwoningenmarkt nadrukkelijk geagendeerd. De vraag naar sociale huurwoningen, op basis van WoON2012, is verhoogd met woningen vanwege de vluchtelingencrisis en gevolgen van de extramuralisering. In totaal komt dit neer op een behoefte aan sociale huurwoningen van corporaties in Corporaties zien ook dat er sprake is van een hogere druk op de sociale woningmarkt en zetten zich extra in om de woningbouw te versnellen of in tijdelijkheid woningen te realiseren. Hiervoor is begin dit jaar samen met de gemeente een Task Force opgericht die hier invulling aan geeft. Over de eerste resultaten van de versnelling van sociale woningbouw hebben we u eerder geïnformeerd. Afspraken uit de Task Force zullen ook worden opgenomen in de prestatieafspraken. Ten aanzien van de cijfers uit de Woonvisie geven corporaties, net als bij het thema betaalbaarheid, aan te willen voldoen aan de vraag. Hierbij plaatsen zij vraagtekens of de extra opgave gaat om woningen. De afspraak is, zoals eerder vermeld, om vraag en aanbod nauwkeurig te monitoren. Hieronder zijn de vraag uit de Woonvisie en het aanbod van corporaties inzichtelijk gemaakt.

7 4 Figuur 2: de vraag naar sociale corporatieve woningen uit de Woonvisie en het aanbod (de sociale corporatieve voorraad in 2020) op basis van de huidige plannen van de corporaties. Uit deze figuur blijkt dat corporaties in 2020 voldoen aan de vraag uit WoON2012. De Task Force richt zich op invulling van de extra / tijdelijke opgave. Dat er sprake is van extra inzet blijkt uit onderstaande tabel. Tabel 1: aantal nieuwbouw sociale huurwoningen van corporaties van 2016 tot Harde plannen zijn zeker, zachte plannen (nog) niet. Uit de tabel is op te maken dat het aantal zachte plannen in de eerste maanden van 2016 flink is toegenomen. Een positieve ontwikkeling. Om tot uitvoering te komen een gezamenlijke inspanning van zowel corporaties en gemeente vereist. Afspraak is om projectmatig invulling te geven aan deze extra inspanning en na twee jaar te evalueren of en zo ja, welke algemene afspraken hierover gemaakt kunnen worden. De ontwikkeling van de woningvoorraad van corporaties bestaat uiteraard niet alleen uit toevoeging van sociale huurwoningen. Verkoop, sloop, liberalisatie en eventueel aankoop van woningen hebben invloed op de totale woningvoorraad. Alle corporaties zetten zich primair in op sociale huurwoningen. Alleen Standvast Wonen zet in op een (tijdelijke) kleine uitbreiding van vrije sectorhuurwoningen om de vraag hiernaar te kunnen beantwoorden. Opbrengsten hieruit komen overigens weer ten goede aan de sociale voorraad. De corporaties Portaal, Talis,

8 5 Mooiland en De Gemeenschap zetten zich samen met de gemeente in om beleggers te interesseren voor Nijmegen en zo het aantal middeldure huurwoningen te vergroten en meer menging in de wijk te krijgen. Verkoop van woningen is bij elke corporatie afgestemd op het strategisch voorraadbeleid en prestatieafspraken over sociale huurwoningen en gemengde wijken. Overigens wordt bij verkoop van huurcomplexen van corporaties ook aan beleggers verkocht. Deze woningen worden vervolgens in de middeldure of dure huursector verhuurd. Tot slot is op initiatief van huurders het onderwerp huur-koopwoning aan de agenda van de prestatieafspraken toegevoegd. Een huur-koopwoning is een woning die in de eerste jaren wordt gehuurd en vervolgens wordt gekocht door de huurder. HBV De Klink en Portaal onderzoeken de mogelijkheden van realisatie van huur-koopwoningen. Huisvesting doelgroepen en wonen met zorg Het thema huisvesting doelgroepen en wonen met zorg maakt onderscheid tussen vergunninghouders en kwetsbare doelgroepen en wonen met zorg. Over het eerste onderwerp en de inzet om meer woningen te bouwen voor deze doelgroepen hebben we u geïnformeerd. Als gevolg van de scheiding van wonen en zorg is de zwakke instroom in sommige wijken als risico benoemd in de Stads- en wijkmonitor. Ook corporaties zien dit. De woonbegeleiding van een zorginstantie speelt hier een belangrijke rol. Indien een corporatie signalen heeft dat de woonbegeleiding tekort schiet wordt dit gemeld en kan de gemeente, als contractant, de zorginstantie hierop aanspreken. De huisvestingsopgave voor ouderen, verzorgd en beschermd wonen blijkt uit het planningskader wonen met zorg. Dit jaar wordt dit, op basis van WoON2015, geactualiseerd. De opgave uit het huidig planningskader wordt door corporaties op hoofdlijnen gedeeld: groeiende behoefte aan levensloopgeschikte woningen; rolstoelwoningen per woonservicegebied bekijken; meer vormen van beschermd en verzorgd wonen nodig; 4 prioriteitsgebieden: Centrum, Oost, Midden, Lindenholt De actualisatie van het planningskader in 2016 houdt concreet in: gezamenlijk definities levensloopgeschikt, verzorgd en beschermd wonen bepalen; waarde kengetallen bespreken; vraag en aanbod inzichtelijk maken; opgave per woonservicegebied bepalen. Een ontwikkeling waar ons college zich zorgen over maakt is dat het in Lindenholt ontbreekt aan een corporatie die het voortouw neemt. Corporaties hebben aangegeven dat zij ook daar aan de lat staan. Over vervolgstappen blijft ons college in gesprek met de corporaties. Duurzaamheid Nijmegen wil uiterlijk in 2045 een energieneutrale stad zijn. Om de doelstellingen uit de Parijsverklaring te bereiken dient 75% van de gebouwde omgeving in 2030 energieneutraal te zijn. Ons college wil samen met alle corporaties en huurdersbelangenverenigingen een proces

9 6 starten dat zich richt op energieneutraliteit. De gezamenlijke inzet in zo n proces is door zowel huurders als corporaties de afgelopen periode onderschreven. De gemeente zal hierin faciliterend optreden. Er loopt al een onderzoek waardoor er inzicht komt in de mogelijkheden voor een energieneutrale warmtevoorziening per buurt. Dit wordt uitgebreid naar procesbegeleiding en inbreng van expertise met als doel het verkennen van scenario s die leiden tot een energieneutrale woningvoorraad. De scenario s moeten meer zicht geven op de haalbaarheid van een 75% energieneutrale woningvoorraad in Er is bij corporaties een hele sterke drive om te werken aan energieneutrale woningen en om beter zicht te krijgen op de mogelijkheden die hiervoor in Nijmegen zijn. Hiervoor starten wij, als eerste gemeente in Nederland, een gezamenlijk tripartite proces. Op korte termijn is de doelstelling van de corporaties een gemiddeld label B in Waar mogelijk en wenselijk (no-regret) wordt dit versneld. Afspraak is om, naast het tripartite proces gericht op energieneutraliteit, jaarlijks energielabels, de EnergieIndex, het aantal energieneutrale woningen en het verbruik jaarlijks te monitoren. Leefbaarheid De inzet op leefbaarheid loopt volgens zowel gemeente, corporatie als huurders, ondanks beperktere wettelijke mogelijkheden, goed. De samenwerkingsstructuur met onder andere sociale wijkteams, regieteams en wijkaanpakplannen is op orde. Actuele gespreksonderwerpen zijn versterking van buurtinitiatieven en het samen optrekken bij signalen van polarisatie. Op onderdelen zijn corporaties kritischer: de contacten tussen corporaties en (nieuwe) sociale wijkteams en de eerder benoemde woonbegeleiding. Over de woonbegeleiding is een procesafspraak gemaakt. Ons college herkent de signalen over de sociale wijkteams en zet in op uitbreiding van capaciteit. In de bilaterale prestatieafspraken wordt inzichtelijk gemaakt wat corporaties nog mogen op het gebied van leefbaarheid en welke afspraken hierover per wijk worden gemaakt. Op voorhand kan gemeld worden dat de financiële inzet doorgaans op het wettelijk maximum van 125 per verhuureenheid ligt en dat er niet op de uitvoeringscapaciteit (buurt en sociaal beheer) wordt bezuinigd door corporaties. Financiën Om te bepalen of er sprake is van een redelijke bijdrage dient er ook inzicht te zijn in de financiële situatie van de corporaties. De financiële mogelijkheden voor corporaties worden bepaald door de landelijk toezichthouder, de Autoriteit Woningcorporaties (Aw) en door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Het WSW is de instantie die bepaalt of een corporatie in aanmerking komt voor zogenaamde geborgde leningen (gunstige leningen door een achtervangconstructie van corporaties en overheden). Om gemeenten meer inzicht te geven stuurt de minister vóór 1 juli 2016 voor het eerst aan elke gemeente voor elke corporatie een kengetal waarmee wij een indicatie krijgen van de mogelijke extra ruimte voor volkshuisvestelijke inspanningen van corporaties in hun werkgebied. Dit is de volkshuisvestelijke capaciteit ofwel de investeringscapaciteit. Dit kengetal hebben wij tot op heden nog niet ontvangen.

10 7 Ons college acht meer financieel inzicht van belang. Vorig jaar hebben verkennende financiële gesprekken tussen gemeente en corporaties plaatsgevonden. Vervolgens is per corporatie op basis van de laatste meerjarenbegroting bekeken in hoeverre er wordt voldaan aan de normen die de Aw en het WSW stellen. Concreet gaat het om 5 financiële indicatoren die allen boven de landelijke norm dienen te staan om te kunnen investeren. Uit dit onderzoek is gebleken dat de corporaties in algemene zin financieel robuust zijn. Bij twee corporaties zijn de investeringsmogelijkheden op dit moment beperkt doordat óf één indicator van de Aw negatief scoort óf omdat het zogenaamde borgingsplafond voor leningen bij het WSW is bereikt. De overige corporaties scoren net of wat ruimer boven de landelijke normen. Eerder in deze brief gaven we aan dat corporaties inzetten op extra inspanning. Het is prettig te constateren dat er financieel ook mogelijkheden zijn. Tegelijkertijd zijn deze extra inspanningen nog niet in de plannen van corporaties opgenomen en dient te blijken wat dit betekent voor de financiële situatie. Ons college zal uw raad, ingebed in de jaarlijkse cyclus van prestatieafspraken, informeren over het kengetal van de minister en de investeringsmogelijkheden van de corporaties. Tussenstand en vervolg Deze tussenstand is een tussenstand op hoofdlijnen. De bilaterale uitwerking is uiteraard concreter en vollediger. Wij zullen onder andere het thema Social Return uitwerken in de bilaterale afspraken. Daarnaast worden voor alle benoemde thema s concrete projecten voor de komende twee jaar in de bilaterale overeenkomsten inzichtelijk gemaakt. Overall is ons college positief gestemd over de start van dit nieuwe tripartite proces en de vorming van prestatieafspraken. Op hoofdlijnen is er weinig verschil van inzicht en teksten voor bilaterale prestatieafspraken zijn in de maak. Tegelijkertijd zijn partijen zich ervan bewust dat het vooral om de uitvoering gaat. Hier zetten we met elkaar de schouders onder. We hebben er vertrouwen in dat we na de zomer de bilaterale prestatieovereenkomsten kunnen afronden en horen graag uw wensen en bedenkingen over deze tussenstand. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls mr. drs. A.H. van Hout