Beantwoording schriftelijke vragen PvdA inzake tracé Laan van Oost- Indië

Transcriptie

1 Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen PvdA inzake tracé Laan van Oost- Indië Programma Grondbeleid BW-nummer Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting Op 19 oktober 2017 heeft de fractie van de PvdA schriftelijke vragen gesteld over het tracé van de Laan van Oost-Indië. Met bijgaande brief beantwoorden wij deze vragen. Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. OB10, Ewald van Petersen, 2602 ambtelijk voorstel 24 oktober 2017 Registratienummer D Ter besluitvorming door het college 1. Bijgevoegde brief over beantwoording van de schriftelijke vragen van de PvdA inzake het tracé van de Laan van Oost- Indië vast te stellen. Steller Ewald van Petersen Paraaf akkoord Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad Besluit B&W d.d. 31 oktober 2017 Conform advies Aanhouden Anders, nl. nummer: 3.7 Bestuursagenda Paraaf akkoord Portefeuillehouder

2 Ontwikkelingsbedrijf Planeconomie en Grondzaken Aan de fractie van PvdA T.a.v. de heer Zwart en mevrouw Schellekens Korte Nieuwstraat PP Nijmegen Telefoon Telefax (024) gemeente@nijmegen.nl Postbus HG Nijmegen Ons kenmerk OB10/D Contactpersoon Ewald van Petersen Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen PvdA inzake tracé Laan van Oost-Indië uw brief 19 oktober 2017 Doorkiesnummer (024) Geachte heer Zwart en mevrouw Schellekens, Op 19 oktober jongsteleden stelde u schriftelijke vragen conform art 39 Rvo inzake het tracé van de Laan van Oost-Indië. Met deze brief beantwoorden wij de door u gestelde vragen. De volgende vragen zijn gesteld: 1. Op welk moment heeft de AVA van het OBW een (voorlopig) besluit genomen over de tracékeuze? Wat is de opstelling van het college als aandeelhouder geweest bij dit besluit? Op welk moment heeft het college de opstelling in de aandeelhoudersvergadering besproken? Wat was het standpunt van het college over deze opstelling? Op 20 februari 2017 heeft de AVA een besluit genomen over het tracé van de Laan van Oost-Indië. Ons college heeft daarmee ingestemd en hierover op 17 februari 2017 besloten. Het standpunt van ons college is verwoord in onze brief van 4 april 2017 met kenmerk D aan uw raad. 2. Uit de brief van Talis is op te maken dat het OBW zeker op de hoogte was van de plannen van Talis. Zijn de plannen van Talis nooit aan de orde geweest in het overleg tussen OBW en de gemeente? Welke afstemming is er verder geweest tussen het OBW en de gemeente inzake de tracékeuze en de samenhang met de bouwplannen? 3. Uit de door Talis verstrekte informatie blijkt dat al in mei 2017 er verregaande werkzaamheden waren verricht voor het bouwplan van 200 appartementen conform een tracékeuze voor variant A. Was binnen het stadhuis bekend dat Talis aan dit plan werkte?

3 Gemeente Nijmegen Ontwikkelingsbedrijf Planeconomie en Grondzaken Vervolgvel 1 4. Bent u het met ons eens dat het goed zou zijn geweest als de Gemeenteraad op de hoogte zou zijn geweest van de plannen van Talis en de consequenties van een tracékeuze (A of B) voor deze plannen? Hoe is het in uw analyse mogelijk dat deze informatie niet bij de Gemeenteraad terecht is gekomen? 5. Is het college van mening dat Talis te vroeg is begonnen met het maken van een bouwontwerp op basis van een keuze voor variant A? Had Talis beter kunnen wachten op een definitief besluit over de tracékeuze? 6. In de Voortgangsrapportage Waalfront (juli 2017) wordt gemeld dat het College aan OBW gevraagd heeft om nogmaals een integrale weging te maken inzake de tracékeuze. Pas daarna zal de AVA van het OBW een definitieve keuze maken voor het tracé. Wordt de Gemeenteraad nog in de gelegenheid gesteld om naar aanleiding van deze integrale informatie opnieuw wensen & bedenkingen kenbaar te maken alvorens het college in de AVA een standpunt inneemt? Wij veronderstellen u met de beantwoording van uw vragen afdoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls mr. drs. A.H. van Hout Aantal Bijlagen: 1: Schriftelijke vragen PvdA inzake tracé Laan van Oost-Indië 2: Raadsbrief proces en vervolg Laan van Oost-Indië

4 Nijmegen, 19 oktober 2017 regffir.: C) pr ocesvorantw.: E4 IN GEKOMEN GEMEti\r'rcla nr aari 2 3 OKT, 2017 N r vu" Aan: Van: Betreft: College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Nijmegen R.S. Zwart & G.M.M. Schellekens (Partij van de Arbeid) Schriftelijke vragen inzake tracé Laan van Oost-Indië Geacht college, In de vergadering van 5 juli 2017 heeft de Gemeenteraad een aantal wensen & bedenkingen kenbaar gemaakt aan het college inzake de tracékeuze voor de aansluiting van de Laan van Oost-Indië op de Weurtseweg. Een meerderheid van de Raad gaf hierbij aan een voorkeur te hebben voor variant B (de schuine variant). Voordat de Gemeenteraad over deze wensen & bedenkingen een besluit nam, is de tracékeuze diverse malen aan de orde geweest in de commissie GREX Waalsprong/Waalfront (te weten op 17 mei, 31 mei en 28 juni). Om een weloverwogen besluit te kunnen nemen heeft de Gemeenteraad over diverse aspecten nadere informatie gevraagd (en gekregen). Het gaat hierbij onder andere om de financiële doorrekeningen ten aanzien van verkeerskundige oplossingen (o.a. de locatie van een rotonde), alsmede de financiële gevolgen voor de potentiële grondopbrengsten. Verder is ook nog aan de orde geweest of de Laan wel een 50km weg moet worden. Nadat de Gemeenteraad op 5 juli 2017 een besluit genomen heeft over de wensen & bedenkingen heeft Talis de gemeenteraad op 13 september 2017 een brief gezonden. In deze brief maakt Talis bekend al geruime tijd in overleg te zijn met het Ontwikkelbedrijf Waalfront (OBW) over de bouw van 200 goedkope huurwoningen. Hierbij is Talis uitgegaan van een keuze voor tracé A. Er zijn hierbij al gesprekken gevoerd over een grondprijs en er is ook al door een architectenbureau een ontwerp gemaakt. Uit de bijlagen maken we op aan dit ontwerp gewerkt is in de eerste helft van In de brief meldt Talis dat een keuze voor variant B betekent dat het ontwikkelde ontwerp in de prullenbak kan en dat de bouw van de woningen onzeker is geworden. Naar aanleiding van het bovenstaande heeft de fractie van de Partij van de Arbeid de volgende vragen: 1. Op welk moment heeft de AVA van het OBW een (voorlopig) besluit genomen over de tracékeuze? Wat is de opstelling van het college als aandeelhouder geweest bij dit besluit? Op welk moment heeft het college de opstelling in de aandeelhoudersvergadering besproken? Wat was het standpunt van het college over deze opstelling? 2. Uit de brief van Talis is op te maken dat het OBW zeker op de hoogte was van de plannen van Talis. Zijn de plannen van Talis nooit aan de orde geweest in het overleg tussen OBW en de gemeente? Welke afstemming is er verder geweest tussen het OBW en de gemeente inzake de tracékeuze en de samenhang met de bouwplannen?

5 3. Uit de door Talis verstrekte informatie blijkt dat al in mei 2017 er verregaande werkzaamheden waren verricht voor het bouwplan van 200 appartementen conform een tracékeuze voor variant A. Was binnen het stadhuis bekend dat Talis aan dit plan werkte? 4. Bent u het met ons eens dat het goed zou zijn geweest als de Gemeenteraad op de hoogte zou zijn geweest van de plannen van Talis en de consequenties van een tracékeuze (A of B) voor deze plannen? Hoe is het in uw analyse mogelijk dat deze informatie niet bij de Gemeenteraad terecht is gekomen? 5. Is het college van mening dat Talis te vroeg is begonnen met het maken van een bouwontwerp op basis van een keuze voor variant A? Had Talis beter kunnen wachten op een definitief besluit over de tracékeuze? 6. In de Voortgangsrapportage Waalfront (juli 2017) wordt gemeld dat het College aan OBW gevraagd heeft om nogmaals een integrale weging te maken inzake de tracékeuze. Pas daarna zal de AVA van het OBW een definitieve keuze maken voor het tracé. Wordt de Gemeenteraad nog in de gelegenheid gesteld om naar aanleiding van deze integrale informatie opnieuw wensen & bedenkingen kenbaar te maken alvorens het college in de AVA een standpunt inneemt? In afwachting van uw antwoorden en met vriendelijke groet, R.S. Zwart en G.M.M. Schellekens