mevrouw W.M. van Zanten (Mooi Werk b.v.)

Transcriptie

1 RIS.2512 Beknopt verslag/conclusies van de openbare informatieve vergadering van de commissie Samenleving van de Gemeente Emmen op dinsdag 21 november 2006, aanvang uur Aanwezig: Voorzitter: Commissiegriffier: Portefeuillehouders: Verslaglegging: De commissieleden: Afwezig m.k.: de heer G. Horstman mevrouw A. van Dooren de heer H.G. Jumelet mevrouw W.M. van Zanten (Mooi Werk b.v.) de heer A. Boer, de heer J. Dijkgraaf, de heer A.W.J. Schoo, mevrouw F.I. van Wieren-Bolt, mevrouw J. Zinnemers- Warmolts, de heer R. Vos, de heer T. Eerenstein, de heer D.J. Douwstra, mevrouw M. Berkman, mevrouw M.J. Meulenbelt, de heer J.H.G. Sulmann, mevrouw Y.J. Boxem-Klein, mevrouw Z.S. Huising-Oldengarm, de heer T.D. Reitsma en de heer R.A.J. Kalmeijer de heer H. Huttinga, mevrouw A.G. Louwes-Linneman 1. Opening en vaststelling agenda De voorzitter opent de vergadering om uur. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. Op 6 december is de inhoudelijke behandeling van de WMO. 2. Presentatie Wethouder Jumelet geeft aan dat het college en de ambtelijke organisatie al een tijd bezig zijn met de invoering van de WMO. Over de eigen bijdrageregeling is vanavond een informerende presentatie, de besluitvorming hierover vindt in december plaats. De heer Koops geeft een toelichting op de stand van zaken van de invoering WMO. Deze invoering is opgedeeld in een aantal fasen, waarvan de eerste nu uitgewerkt wordt na de besluiten die de gemeenteraad in september heeft genomen. Er wordt nu onder andere het loket opgezet. Ook is de inkoop huishoudelijke verzorging Europees aanbesteed. Een van de afgewezen partijen is het niet eens met het genomen besluit, hierover dient op 15 december een kort geding. Voor de clientparticipatie neemt de gemeenteraad in december een besluit over de verordening hiervoor. Verder is de tweede fase WMO belangrijk: het beleidsplan moet worden vastgesteld. Hiervoor wordt nu een plan van aanpak gemaakt. Als eerste komt hierbij de agendafase aan de orde: welke terreinen komen aan de orde en op welke manier komen deze in het plan van aanpak? Daarna volgt de vaststellingsperiode. GroenLinks vraagt of het kort geding nog gevolgen heeft voor het vervolg van het aanbestedingstraject. Wethouder Jumelet verwacht dit vooralsnog niet. Het is het college nu nog niet duidelijk waarop de klagende partij het kort geding heeft gebaseerd. De heer De Bruin geeft een presentatie over de eigen bijdrageregeling. Deze wordt geheven zodat de client zich bewust wordt van de voorziening en het draagt bij aan de betaalbaarheid van het systeem. 1

2 Voor de systematiek is een aantal uitgangspunten geformuleerd. Het moet passen binnen de gemeentelijke beleidskaders, maar ook binnen het beleid zoals dat door hogere overheden is gesteld voor de WMO. Verder geldt dat de gemeente geen inkomensbeleid mag voeren, dat rolstoelen uitgesloten zijn van de systematiek, dat er een anticumulatiebeding geldt en dat de heffing van deze eigen bijdrage voor de heffing van de eigen bijdrage voor de AWBZ gaat. Verder zijn er randvoorwaarden voor de eigen bijdrage geformuleerd. De hoogte van de eigen bijdrage zal worden bepaald aan de hand van een aantal variabelen. De SP informeert of er gerekend is met het minimuminkomen of met het uitkeringsbedrag van de Sociale Dienst. De heer De Bruin antwoordt dat er uitgegaan is van 120% van het sociaal relevant minimum. CDA vraagt of de E16,60 een los bedrag is. De heer De Bruin reageert dat dit bedrag per vier weken geldt. BGE geeft aan een aantal varianten in beeld te hebben gebracht. In de notitie wordt de indruk gewekt dat de sterkste schouders de zwaarste lasten zullen dragen. Maar in de notitie wordt ook gesteld dat 74% van de cliënten een inkomen onder het sociaal relevant minimum heeft. Het lijkt BGE dat de druk over het algemeen bij de mensen terecht komt met de hele lage inkomens. De heer De Bruin komt hier bij de variantenbespreking op terug. De heer De Bruin vervolgt de presentatie en laat de tabel met eigen bijdragen zien. GroenLinks vraagt hoe het berekend wordt. De heer De Bruin antwoordt dat naar het verzamelinkomen wordt gekeken van degene die de zorg ontvangt, zoals nu ook bij de AWBZ gebeurt. De heer De Bruin geeft aan dat de gemeente de eigen bijdrageregeling aanlevert bij het CAK. Het CAK krijgt gegevens van de zorgaanbieders over de werkelijk geleverde zorg. Daarover wordt vervolgens de eigen bijdrage geheven. Per jaar ontvangt de gemeente één afrekening, niet gespecificeerd. CDA stelt dat het CAK niet bepaald een goede naam heeft wat betreft het op orde houden van de boekhouding: het vaak nogal traag. Hoe kun je in dat geval toetsen of een nietgespecificeerde afrekening wel klopt? De heer De Bruin reageert dat vooralsnog deze afspraak gemaakt is. Volgend jaar volgt hierop een audit. De heer De Bruin laat vier varianten voor de eigen bijdrage zien. De doorrekeningen zijn gebaseerd op cijfers van 2005 van het CAK. Dat is de bruto-opbrengst, de kosten van het verhalen van de bijzondere bijstand zijn dus niet meegenomen. BGE informeert of iedereen die een inkomen onder 120% van het sociaal relevant inkomen heeft de eigen bijdrage gecompenseerd krijgt uit de bijzondere bijstand. De heer De Bruin antwoordt dat dit voor bijna de hele groep zal gelden. VVD wil de netto-opbrengst weten. Het moet er niet op uit draaien dat er geld door de organisatie rondgepompt worden, terwijl die organisatie juist van de gemeenteraad de opdracht heeft gekregen efficienter te werken. CDA vraagt over variant 1 of de fiscale component aan heffing onderhevig is. De heer De Bruin antwoordt dat dit niet gebeurt. In de presentatie van de heer De Bruin komen de voordelen en nadelen voor alle varianten aan de orde. Bij de AWBZ blijft de eigen bijdrage zoals nu, ook voor de minima. BGE kan zich voorstellen dat het niet de bedoeling is om geld binnen de organisatie rond te pompen. Er moet toch iets te bedenken zijn voor de 90% van de minima die aanmerking komt voor kwijtschelding van de eigen bijdrage. 2

3 GroenLinks wijst op een rekenfout in variant 3 op p.9. De heer De Bruin erkent deze rekenfout. GroenLinks vraagt wat er gebeurd als in een bepaalde periode de huishoudelijke hulp ziek wordt en er niet snel vervanging wordt geregeld. De heer De Bruin geeft aan dat de eigen bijdrage alleen over de daadwerkelijk geleverde uren huishoudelijke hulp wordt geheven. DOP informeert of het iedereen die van de zorg gebruik maakt wel goed is uitgelegd. Komt er nog goede voorlichting over de kosten van het gebruik van huishoudelijke hulp of hulpmiddelen? De heer De Bruin antwoordt dat er een aparte folder komt over de eigen bijdrage systematiek, met daarbij een mogelijkheid om te berekenen hoe hoog de eigen bijdrage wordt. DOP wil het duidelijker: het gaat erom dat op het moment van aanvragen van de hulp de aanvrager duidelijke voorlichting over de financiën krijgt. CDA stelt dat dat niet mogelijk is: het CAK moet het verzamelinkomen van de Belastingdienst krijgen. Wel moet het mogelijk zijn dat een aanvrager een raming van de hoogte van eigen bijdrage krijgt. BGE schetst een regeling waarin iedereen betaalt en dat eventueel terugkrijgt via de bijzondere bijstand. Dan is er geen sprake van een neutraal budget. Is de hoogte van eigen bijdrage aan een maximum? De heer De Bruin antwoordt dat er alleen een maximum aan het percentage zit. SP heeft kleine fouten in de berekeningen gevonden en zal deze aan de wethouder doorgeven. VVD geeft aan dat de vraag over de netto-opbrengst nog niet is beantwoord. Wethouder Jumelet reageert dat dit goed moet worden uitgezocht. De kosten, waaronder de rekening van CAK aan de gemeente, uitvoeringskosten, etc, moeten in kaart worden gebracht. Dat dit lastig is, is ook te zien aan de presentatie. Nu wil het college aangeven wat de keuzemogelijkheden zijn en wat de consequenties daarvan zijn. De netto-opbrengst zal zo goed als mogelijk is in beeld gebracht worden. GroenLinks sluit zich aan bij de vraag van VVD. Wethouder Jumelet reageert dat na deze avond nog vragen kunnen worden gesteld aan de ambtelijke organisatie. Het collegebesluit, dat op 28 november genomen wordt, vormt het uitgangspunt voor de discussie in de commissie op 6 december. CDA stelt dat de kosten van het CAK in mindering worden gebracht op het makrobudget. Klopt de conclusie dan dat het CAK het gratis doet? Anders had het erbij opgeteld moeten worden. Wethouder Jumelet geeft aan dat de uitvoeringskosten in eerste instantie hoger waren geschat, later is dat naar beneden bijgesteld. Het bedrag voor het CAK is in mindering gebracht op de uitvoeringskosten. De heer De Bruin vervolgt de presentatie, over het PGB. Ook hierbij zijn de voordelen en nadelen in kaart gebracht. Daarnaast geeft hij twee opties om de hoogte van het PGB te bepalen. VVD vraagt of er een periode wordt gehanteerd waarbinnen de hoogte van het PGB vastgesteld moet zijn bij optie 2, zoals ook bij de beantwoording van brieven aan de gemeente wordt gebruik. De heer De Bruin antwoordt dat dit zal worden meegenomen bij de uitwerking. BGE vraagt hoe de verbinding is tussen het huishoudelijk tarief en de 60% eigen bijdrage. De heer De Bruin antwoordt dat het eerst wordt ingehouden, daarna komt er een verrekening. CDA vraagt op welke manier de ouders van kinderen met een PGB worden voorgelicht en hoe wordt gecontroleerd dat het PGB zinnig ter ondersteuning van de opvoeding van het kind wordt ingezet? De heer De Bruin antwoordt dat er steekproefsgewijs wordt gecontroleerd. Daarnaast gaat de WMO uit van de eigen verantwoordelijkheid van mensen. De inhoudelijke 3

4 controle moet nog uitgezocht worden. Het zorgkantoor voert nu ook geen inhoudelijke controles uit. De heer De Bruin geeft aan dat met de SVB een contract voor 2007 is gesloten voor de overgangen. Verder zal er voor de ondersteuning van cliënten gebruik gemaakt worden van de vrije markt. De regeling voor hulpmiddelen (WVG) wordt verder onderwerp van de presentatie. Alle genoemde bedragen zijn gebaseerd op de verstrekkingen in Voor de herijking van de regeling zijn vijf voorstellen geformuleerd. Ten aanzien van het eerste voorstel vraagt GroenLinks of daar ook het levensloop bestendig bouwen wordt betrokken. De heer De Bruin geeft aan dat dat de bedoeling is. PvdA vraagt bij het derde voorstel of er voldoende goede woningen zijn voor de doelgroep als de grens omlaag wordt gesteld. Daarnaast vraagt PvdA of het voorstel getoetst is op het verbod op leeftijdsdiscriminatie. De heer De Bruin antwoordt dat dit eerste nog uitgezocht moet worden. Over de leeftijdsdiscriminatie zegt hij dat het voorstel uitgevoerd mag worden, daar is jurisprudentie over. CDA geeft aan vooral voor het vierde en vijfde voorstel te zijn. BGE vraagt toelichting op de term 'losse units'. De heer De Bruin antwoordt dat het hierbij bijvoorbeeld gaat om het plaatsen van een badcel achter de woning. GroenLinks vraagt als men de zaken die algemeen verklaard worden in één keer nodig heeft, wat gebeurt er dan? De heer De Bruin antwoordt dat dit dan toch zelf geregeld moet worden. CDA vraagt of er toch rekening gehouden wordt met iemand die veel ondersteuning op het gebied van kleine woningaanpassingen nodig heeft. De heer De Bruin begrijpt de opmerking, maar het voorstel is op dit moment om die hulpmiddelen niet te verstrekken vanuit de gemeente. Het laatste deel van de presentatie wordt gehouden door de heer van Reijn en gaat over de begroting. De inkomstenbronnen voor de WMO worden getoond. De geldstroom is goed zichtbaar en daardoor goed te monitoren voor het rijk. Het uitgangspunt voor de uitkering in 2007 is de septembercirculaire. Voor de gemeente is het budget 15,5 miljoen euro. Dit is op basis van de daadwerkelijke kosten in De uitgavenraming is voor een deel gebaseerd op zekerheden, een ander deel zit in voorstellen die nog aangenomen moeten worden. BGE informeert of er nieuwe mensen voor worden aangenomen. Dit blijkt het geval: de formatie wordt met 9,5 fte uitgebreid. Over de begroting wordt verder gezegd dat er voor het CAK een pro memoriepost is opgenomen omdat er nog geen zicht op alle kosten voor is. De subsidie voor grote woningaanpassingen vervalt per Dit wordt pas gecompenseerd in de WMO-vergoeding voor De aannames voor de huishoudelijke verzorging zijn gebaseerd op het aantal clienten in het eerste kwartaal van Er wordt een aantal kanttekeningen bij deze begroting geplaatst. Afgesproken is om vanaf januari meteen goed te gaan monitoren. Verder speelt nog de jurisprudentie een rol: de invoering leidt tot bepaalde jurisprudentie. De gevolgen in financiële zin zijn nog niet bekend, al is wel bekend dat die er zullen zijn. BGE vraagt of de keuze voor een bepaalde variant en de daarbijhorende apparaatkosten een bepaald inverdieneffect kunnen opleveren. Het antwoord is dat dit lastig aan te geven is. De apparaatkosten hangen samen met de uitvoering van de WMO, de indicatiestelling, het uitbetalen, etc. Er is geen rekening gehouden met de bijzondere bijstand. BGE veronderstelt dat hoe ingewikkelder de variant hoe hoger de apparaatkosten zullen zijn. Dit blijkt in principe wel zo te zijn, maar de precieze budgetgevolgen zijn niet aan te geven. 4

5 Het CEBEON verdeelmodel wordt gehanteerd. Dat wordt omgevormd tot een zo objectief mogelijk model. Het resultaat is dat Emmen een nadeelgemeente wordt. Het model is doorgerekend op basis van het budget uit In 2011 zal de gemeente de eerste effecten voelen van het nadeelgemeente zijn. Wethouder Jumelet hoopt dat de presentatie deze avond inhoudelijk duidelijkheid bij de leden van de commissie heeft verschaft. Hij hoopt bij de begroting alle bedragen duidelijk te hebben. Verder geeft hij aan dat het college een nadrukkelijke lobby richting het kabinet heeft om aan te geven dat de WMO weliswaar een mooie opdracht is om in te vullen, maar dat gemeentes daar dan wel voldoende mogelijkheden voor moeten krijgen. Monitoring is erg belangrijk. De voorzitter sluit het agendapunt af. Het raadsvoorstel wordt op 6 december in de commissie besproken. Hij stelt voor dit op duale wijze te doen, maar dan wel op de traditionele manier in twee rondes. De leden van de commissie zijn het hiermee eens. 3. Spreekrecht Niet aan de orde. 4. Onderwerp ter bespreking Niet aan de orde. 5. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om uur. 5