De trajectbegeleiding van werklozen in Vlaanderen: de kloof tussen beleid en uitvoering onderzocht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De trajectbegeleiding van werklozen in Vlaanderen: de kloof tussen beleid en uitvoering onderzocht"

Transcriptie

1 KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN De trajectbegeleiding van werklozen in Vlaanderen: de kloof tussen beleid en uitvoering onderzocht Deel 3: Survey bij werkzoekenden Peter De Cuyper Ludo Struyven Vicky Heylen Een onderzoek in opdracht van de Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, in het kader van het VIONA-onderzoeksprogramma (2002) Met ondersteuning van de administratie Werkgelegenheid en het ESF ESF: de Europese bijdrage tot de ontwikkeling van de werkgelegenheid door inzetbaarheid, ondernemerschap, aanpasbaarheid en gelijke kansen te bevorderen en door te investeren in menselijke hulpbronnen april 2004 Stuurgroep Strategisch Arbeidsmarktonderzoek Hoger instituut voor de arbeid

2

3 iii INHOUD Inleiding 1 Hoofdstuk 1 / Onderzoeksopzet en methode 3 1. Probleemstelling Kwaliteit: een containerbegrip Kwaliteit binnen de dienstverlening Onderzoeksvragen 5 2. Methodologie Vragenlijst Afbakenen onderzoekspopulatie en steekproeftrekking Respons Representativiteit van de steekproef 9 Hoofdstuk 2 / Profiel respondenten Algemene achtergrondkenmerken Geslacht en leeftijd Nationaliteit en etnische herkomst Onderwijsniveau Gezinssituatie Werkloosheidsduur Achtergrondkenmerken van werkenden Arbeidscontract en beroepscategorie Begeleidingsduur Job-vind-kanaal 19

4 iv 3. Achtergrondkenmerken van werkzoekenden Huidig inkomen van werkzoekenden Job-zoek-kanalen Logistische regressie werkend/werkzoekend 26 Hoofdstuk 3 / Toegankelijkheid, klantvriendelijkheid en klantgerichtheid Toegankelijkheid Klantvriendelijkheid Klantgerichtheid Professionaliteit 34 Hoofdstuk 4 / Het begeleidingsaanbod Algemene tevredenheid over de trajectwerking Algemene tevredenheid Tevredenheid naar achtergrondkenmerken Gepercipieerde effectiviteit Instroom en intake Instroom in de trajectwerking Imago VDAB bij instroom Inhoud van het intakegesprek De opvolgingsgesprekken: op maat van de werkzoekende? Hulp bij het solliciteren Opleiding Informatie en begeleiding Opleiding Zes trajecttypes Zes trajecttypes Wie krijgt welk traject? Welke trajecten leiden tot de grootste tevredenheid? Welk trajecttype leidt tot welk resultaat volgens de werkzoekende? De zelfbedieningstools Kennis en gebruik van WIS Evaluatie WIS-gebruik 68

5 v Hoofdstuk 5 / Samenvatting en conclusies Onderzoeksopzet Algemene waardering van de trajectwerking Tevredenheid over de procescomponent van de trajectwerking Trajecten op maat van de werkzoekende? Waardering en gepercipieerde effectiviteit van zes trajecttypes Een groter gewicht voor de zelfbedieningstools? De trajectovereenkomst en de actieve welvaartsstaat Aanbevelingen 79 Bibliografie 83 v

6

7 1 INLEIDING De trajectwerking voor werkzoekenden wordt als methodisch en organisatorisch model gezien voor de realisatie van zowel Vlaamse als Europese beleidsdoelstellingen. Met trajectwerking wordt het geheel van dienstverlening aan werkzoekenden bedoeld buiten de universele dienstverlening. De vorige delen van het onderzoek hadden vooral tot doel meer inzicht te verschaffen in de organisatorische en inhoudelijke vormgeving van de trajectwerking vanuit consulentenperspectief (De Cuyper & Struyven 2004a en 2004b). De trajectwerking is echter geen doel op zich, maar ontleent haar bestaansreden aan de doelgroep van het beleid, namelijk de werkzoekenden. In het evaluatie-onderzoek kan het perspectief van de werkzoekende dan ook niet ontbreken. Doel van dit deel is een wetenschappelijk gebaseerd oordeel te kunnen vormen over de kwaliteit van de dienstverlening, bekeken vanuit de klant-werkzoekende. De kernvraag is dan ook: hoe beoordelen de werkzoekenden de kwaliteit en effectiviteit van de geboden begeleiding? In hoeverre verschilt dit al naargelang het traject dat men volgt? Dit rapport beantwoordt deze kernvragen in vijf hoofdstukken. In een eerste hoofdstuk staan we stil bij de probleemstelling, de gehanteerde methodologie en de representativiteit van de bevraging. In een tweede hoofdstuk schetsen we kort het profiel van de bevraagde werkzoekenden. De bereikbaarheid, klantvriendelijkheid klantgerichtheid en professionaliteit van de consulent komen aan bod in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 wordt vervolgens dieper ingegaan op de inhoud van de begeleiding zelf. In een laatste hoofstuk formuleren we tenslotte de conclusies en beleidsaanbevelingen. De bevindingen in dit deelrapport zijn gebaseerd op een gestandaardiseerde survey bij werklozen. In totaal ging het om 633 respondenten, die in de periode januari-februari 2004 telefonisch zijn bevraagd. Als 'eerste schakel' in het onderzoekstraject was hun medewerking onontbeerlijk. Aan allen een welgemeend woord van dank.

8

9 3 HOOFDSTUK 1 ONDERZOEKSOPZET EN METHODE In dit inleidend hoofdstuk komen achtereenvolgens de centrale probleemstelling, de onderzoeksmethodologie en de respons/representativiteit van de bevraging aan bod. 1. Probleemstelling 1.1 Kwaliteit: een containerbegrip Centraal in deze werkzoekendenbevraging staat de vraag hoe de werkzoekenden het verloop van het afgelegde traject en de kwaliteit van de geboden begeleiding beoordelen. Kwaliteit is echter een containerbegrip dat op zeer uiteenlopende aspecten en dimensies (van de begeleiding) betrekking kan hebben. Pogingen om tot algemeen geldende en eenduidige invullingen van het kwaliteitsbegrip te komen, zijn meestal niet bijster overtuigend. De oorzaak hiervan ligt in het feit dat men kwaliteit vanuit verschillende invalshoeken kan benaderen. 1 Ten eerste is er de kwaliteit vanuit het oogpunt van de wet- en regelgever. Dit kan omschreven worden als de mate waarin de dienstverlening voldoet aan de eisen van de wetgever. In het kader van de VDAB dienstverlening betekent dit dat deze zowel moet voldoen aan de gestipuleerde objectieven (beheerscontract) als conform zijn aan de van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Ten tweede is er de kwaliteit vanuit het oogpunt van de organisatie zelf. Dit perspectief focust op de organisatie, de medewerkers (personeelsbeleid, organisatiestructuur, ) en de beheersstructuur. Het betreft dus meer concreet de wijze waarop een organisatie zich organiseert om doelstellingen te bereiken. Ten derde spelen ook de professionele standaarden van de medewerkers. In dit kader wordt gesproken van professionele kwaliteit. Tot slot onderscheiden we kwaliteit vanuit klantperspectief. Deze meervoudige betekenis van kwaliteit herbergt een zekere spanning. Deze perspectieven kunnen immers op gespannen voet met elkaar komen te staan. Juridische kwaliteitseisen kunnen bijvoorbeeld bepaalde wensen van de klanten in de weg staan, ook professionele kwaliteitseisen kunnen in strijd zijn met de publiekseisen. 1 Aaltonen (1999) onderscheidt bijvoorbeeld vier perspectieven: een cliëntperspectief, een organisatieperspectief, een resultaatsperspectief en een procesperspectief.

10 4 Hoofdstuk 1 In het kwaliteitsdenken is er alleszins een duidelijk verschuiving te onderkennen van interne naar externe kwaliteit (Boorsma & Van Borendam, 1994). Het klantperspectief wordt steeds belangrijker geacht. De mening van de cliënten wordt dan ook als een belangrijke toets gezien voor de kwaliteit van de dienstverlening. Een goed product is binnen deze benadering niet langer een product dat aan de vereiste technische specificaties voldoet, maar een product dat de klant als goed beoordeelt. Kwaliteit is in dit opzicht veranderd van een objectieve norm naar een subjectieve variabele (Van Der Molen, 1992) Kwaliteit binnen de dienstverlening Centraal in dit deelonderzoek staat de kwaliteit vanuit klantperspectief. Daarbij is het belangrijk stil te staan bij de eigenheid van het te bestuderen object, namelijk de VDAB dienstverlening. Kenmerkend aan de beoordeling van dienstverlening is dat er naast de beoordeling van de kwaliteit van het product, ook rekening dient gehouden te worden met de relationele of procescomponent van de dienstverlening. Bij het beoordelen van de kwaliteit van de dienstverlening hebben we dan ook geopteerd om een onderscheid te maken tussen twee componenten een inhoudelijke component en een proces component (zie De Cuyper, 2000). De inhoudelijke component van de dienstverlening betreft het concrete aanbod van de dienstverlening. Dit aanbod bestaat binnen de VDAB niet zozeer uit producten, maar eerder uit diensten. Een dienst kan volledig immaterieel zijn, zoals een advies, maar kan ook voor een beperkt gedeelte bestaan uit tastbare producten als een cheque, Specifiek aan diensten is dat het resultaat van de dienstverlening (of hulpverlening) niet altijd direct kan worden waargenomen. Globaal geldt dat een directe ruiltransactie ontbreekt. Daardoor kent een dienstverlenende organisatie slechts een trage terugkoppeling over haar effectiviteit. De waarde van een advies, een oriëntatiecursus of een sollicitatietraining is bijvoorbeeld niet direct duidelijk. Subjectieve oordelen krijgen daarom een groter gewicht (Cuyvers, 1998, 162). Bovendien impliceert dienstverlening op maat en het feit dat de cliënt actief participeert meer dan een vluchtig contact met de dienstverlener/consulent waardoor de kwaliteit van de relatie tussen de dienstverlener en de afnemer van de dienst aan belang wint. De beoordeling van het aanbod kan dus in belangrijke mate doorkruist worden door een tweede element, namelijk de vorm waarin een product wordt aangeboden en de houding waarmee dit gebeurt. Hoe gaat de consulent om met de werkzoekende? Dit is de procescomponent. 1.3 Onderzoeksvragen In de VDAB-klantenbevraging hebben we uitgebreid aandacht geschonken aan beide componenten. Voor beide aspecten gingen we de waardering van de klanten na. Volgende onderzoeksvragen en onderzoeksdoelstellingen waren daarbij richtingevend: 2 Dit vinden we eveneens terug in verscheidene kwaliteitszorgsystemen (bv. het EFQM model). De waardering door de afnemers van producten en diensten neemt telkens een belangrijke plaats in onder de resultaatsgebieden.

11 Onderzoeksopzet en methode 5 1. Toegankelijkheid: hoe bereikbaar en benaderbaar is de trajectbegeleider? Dit geldt op het gebied van herkenbaarheid, laagdrempeligheid, openingsuren, telefonische bereikbaarheid, geografische bereikbaarheid en reistijd (met openbaar vervoer, auto, fiets), wachttijden en wachtcondities. 2. Klantvriendelijkheid en klantgerichtheid van de trajectbegeleider. Hoe gaat de consulent om met de werkzoekende en in welke mate sluit de begeleiding aan op de vraagstelling van de werkzoekende? Naar de klantgerichtheid wordt zowel in algemene termen als gedetailleerd gepeild. De gedetailleerde peiling laat ons toe aanbevelingen te formuleren om een betere afstemming tussen vraag en aanbod te bekomen. 3. Gebruik en waardering van het product trajectwerking. In welke mate maakt men gebruik van opleidingen en de zelfbedieningstools en hoe wordt dit aanbod gewaardeerd? Wat komt aan bod in een intakegesprek en hoe waardeert men dit gesprek? Hoeveel opvolgingsgesprekken krijgt men, wat komt er aan bod en hoe tevreden is men over dit aanbod? Op basis van deze inhoudelijke component van de begeleiding zullen we trachten trajecttypes te onderscheiden. Voor deze trajecttypes zullen we vervolgens de tevredenheid nagaan. 4. Efficiëntie en effectiviteit trajectbegeleiding volgens werkzoekenden: heeft de werkzoekende de perceptie dat hij/zij door de trajectbegeleiding sneller aan het werk zal geraken, worden de kansen op gepast werk hoger ingeschat en zijn er verschillen naargelang het trajecttype? 5. De klantenbevraging laat ons eveneens toe een vollediger beeld te schetsen van het profiel van de werkzoekende dan mogelijk is op basis van de automatische dossiergegevens. Deze profielkenmerken combineren we met data over de inhoud van de begeleiding. Dit geeft ons een antwoord op de laatste onderzoeksvraag: welke doelgroepen komen in welke trajecttypes terecht? 2. Methodologie 2.1 Vragenlijst De werkzoekendenbevraging werd georganiseerd via een telefonische enquête bij ongeveer 600 respondenten. De vragenlijst bestond uit acht delen (1) huidige situatie werkzoekende (2) instroom en intake (3) toegankelijkheid (4) begeleiding door consulent (5) opleiding (6) zelfbedieningstools (7) tevredenheid en gepercipieerde effectiviteit trajectwerking (8) personalia. In de vragenlijst werden vooraf een aantal routes ingebouwd:

12 6 Hoofdstuk 1 - Intake - geen intake. Respondenten die instroomden met een spontane opleidingsvraag en aangaven geen intake te hebben gekregen, werden onmiddellijk doorverwezen naar de vragen over opleiding. - Opvolgingsgesprek - geen opvolgingsgesprek. De respondenten die aangaven geen verdere opvolgingsgesprekken te hebben gekregen na de intake, verwezen we door naar de vragen rond opleiding. We opteerden dus om deze groep de vragen over de begeleiding van de consulent niet voor te leggen. Het leek ons immers niet opportuun om de respondent uitgebreid te bevragen over de begeleiding van de consulent op basis van één intakegesprek. Het intakegesprek werd wel uitgebreid bevraagd. - Werkend - niet werkend. In de vragenlijst voorzagen we daarnaast een specifieke route voor werkenden en niet werkenden. Beide groepen werden andere profielvragen voorgelegd. De werkenden werd bijvoorbeeld gevraagd naar job-vind-kanalen, de werklozen naar job-zoek-kanalen. Door deze route zullen niet alle analyses betrekking hebben op alle respondenten. In de tekst zal telkens worden aangeduid op welke groep de analyses van toepassing zijn. 2.2 Afbakenen onderzoekspopulatie en steekproeftrekking Voor de kwaliteitsbevraging zou het ideaal zijn om te kunnen werken met de methode van een aanvangsinterview (na de intake) en één of meerdere follow-up interviews. Op deze wijze is het mogelijk om kwaliteitsevoluties te schetsen naargelang de begeleiding vordert. Dit opzet was echter niet haalbaar. Daarom opteerden we om de bevraging te beperken tot één interviewmoment na een vaste tijdsduur, daarbij een onderscheid makend tussen twee contrasterende groepen: één groep met een kortlopend traject en één groep met een langerdurend traject. De duur van het traject bepaalden we op respectievelijk drie en zes maanden. Het betreft dus telkens eerder kortdurig werkzoekenden. Het feit dat we werkzoekenden niet na de beëindiging van hun trajecten bevragen was een bewuste keuze, een gedetailleerde retrospectieve bevraging over bijvoorbeeld de intake heeft pakweg een jaar na datum immers weinig zin. Gezien de bevraging in januari/februari plaatsvond, bestaat onze onderzoekspopulatie uit een doorsnede van de werkzoekenden die een traject zijn gestart in respectievelijk augustus en november Gezien de tijdsspanne tussen instroom en bevraging zal er enige uitstroom gerealiseerd zijn zodat we naast werkzoekenden ook werkenden zullen bevragen. Naast de vergelijking tussen kortdurige en langerdurende begeleidingen kunnen bijgevolg eveneens vergelijkingen worden gemaakt tussen werkenden en werkzoekenden. Zijn werkenden meer tevreden dan niet werkenden, leidt een langdurige begeleiding tot jobs die beter aansluiten bij wat werkzoekenden zochten, evolueert de tevredenheid naargelang de duur van het traject, zijn vragen die we door de keuze voor dit onderzoeksopzet kunnen beantwoorden. Omdat dit onderzoek een evaluatie van de trajectwerking betreft, werd in de visiegroep geopteerd om enkel werkzoekenden te bevragen die een traject kregen in de strikte zin van het

13 Onderzoeksopzet en methode 7 woord. Dit betekent in principe dat enkel werkzoekenden tot onze onderzoekspopulatie behoren die ofwel een intake en een opleiding ofwel een intake met minimum één opvolgingsgesprek hebben gekregen. Deze keuze heeft als gevolg dat we geen zicht hebben op de personen die enkel een intake kregen (naar schatting 20% van de werkzoekenden). Zijn dit personen die onmiddellijk na de intake werk vonden en bijgevolg geen opvolgingsgesprek kregen, is er sprake van een zekere risicoselectie of eerder van parking van kansrijken? (zie De Cuyper & Struyven, 2004a). Door de keuze om traject als criterium te nemen, blijven deze vragen onbeantwoord. Het feit dat voor een traject werd geopteerd, betekent daarnaast dat de datum van de start van het traject niet altijd samenvalt met de feitelijke start van het traject. Tussen de intake en een eerste opvolgingsgesprek zal zeker bij de gelabelden enige tijd verstrijken. De meeste respondenten zullen dan ook al langer in begeleiding zijn dan de administratieve datum doet vermoeden. Een laatste opmerking betreft de begeleidende organisatie. We hebben enkel werkzoekenden bevraagd die door de VDAB begeleid werden. Werkzoekenden in begeleiding bij derden of ATB bevroegen we niet. Deze organisaties hanteren immers vaak een andere methodiek van begeleiding zodat de vergelijkbaarheid tussen deze organisaties klein wordt. Zo hebben de ATB-trajectbegleiders bijvoorbeeld eerder een coördinerende dan een begeleidende functie. Een tweede argument behelst het feit dat een telefonische bevraging minder aangewezen is bij de vaak zwakkere groepen die door ATB en derden begeleid worden. Een face to face bevraging is hier meer aangewezen. Onze totale onderzoekspopulatie bestond uit respondenten personen of 39% van deze populatie kreeg een traject in augustus, personen in november. Uit deze trajecten trok de VDAB een steekproef van personen die gestratificeerd werden naar geslacht, leeftijd(categorie), studieniveau en startmaand. We opteerden voor een ruim basisbestand omdat niet alle observaties een telefoon of GSM nummer bevatten. In totaal bevatten observaties een nummer, 856 niet. Omdat we zoveel mogelijk selectieve uitval wensten te vermijden, werden deze nummers via infobel opgezocht. In totaal werden 163 telefoonnummers op deze manier toch nog gevonden. De observaties zonder telefoonnummer werden uit de steekproef gehaald. Na de controle werd de steekproef eerst gestratificeerd naar maand van instroom. Vervolgens werd proportioneel gestratificeerd volgens geslacht, studieniveau en leeftijd. Zo kwamen we aan 48 steekproefgroepen waarvan telkens een quota moest worden gehaald dat overeenkwam met de proportie respondenten met deze kenmerken in de populatie. Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat de proportie jonge laaggeschoolde vrouwen die in augustus zijn ingestroomd even groot is in de steekproef als in de populatie. 2.3 Respons De steekproef van personen verdeeld over de 48 groepen diende dus als basis voor de bevraging. 542 personen werden niet opgebeld omdat er voldoende personen binnen een bepaalde groep werden bereikt. In totaal werden dus 1954 personen effectief opgebeld. De

14 8 Hoofdstuk 1 respons bedraagt 633 personen, dit is 32,3% van de groep die werd opgebeld. De volgende tabel geeft de redenen weer waarom men niet kon of wou deelnemen aan de bevraging. Tabel 1.1 Aantal gecontacteerde personen en respons van de bevragingrespons Frequentie Percentage Respons ,3 Non Respons ,7 Geen antwoord ,3 Telefoon foutief ,0 Afspraak, maar niet opgevolgd ,9 Anderstalig 151 7,7 Weigering 124 6,3 Afwezig/ziekte 22 1,1 Andere (gedetineerd, geen traject, examens ) 84 4,3 Totaal Van de personen die we opbelden kregen we er effectief aan de lijn. 195 telefoonnummers bleken foutief, 454 personen werden niet bereikt hoewel ze zowel s middags als s avonds werden opgebeld. Van de personen die we effectief aan de lijn kregen, participeerde 48,5% aan de bevraging. Met 291 personen werd een afspraak gemaakt voor een interview, maar deze personen werden uiteindelijk niet meer bevraagd. De telefonische bevraging verliep immers computergestuurd: wanneer één van de 48 groepen compleet was, werd niemand met die specifieke combinatie van kenmerken nog opgebeld, ook niet als er al een afspraak werd gemaakt. Daarom behoren deze personen net als de personen met een foutief telefoonnummer en de personen waarvan we geen antwoord kregen niet tot de echte non respons. Het is immers niet zeker dat ze niet wilden meewerken aan het onderzoek. Voor diegenen die niet meer werden teruggebeld geldt zelfs het tegendeel: met deze personen werd immers een afspraak gemaakt voor een interview. Zonder deze oneigenlijke non respons loopt de respons op tot 62,6%. De eigenlijke non respons is voornamelijk toe te schrijven aan effectieve weigeringen en anderstaligheid van de respondenten. 2.4 Representativiteit van de steekproef In tabel 1.2 vergelijken we de respons met de populatie op de gestratificeerde kenmerken geslacht, leeftijd, opleidingsniveau en startmaand. Daarnaast namen we ook een kenmerk op dat we verkregen via administratieve gegevens, namelijk al dan niet uitgestroomd.

15 Onderzoeksopzet en methode 9 Tabel 1.2 Vergelijking tussen respons en populatie Respons Populatie N=633 N=11214 Geslacht Man 49,92 49,63 Vrouw 50,08 50,37 Leeftijd ,55 40, ,38 26, ,7 20, ,.37 11,92 Opleidingsniveau* Laaggeschoold 42,65 43,86 Middengeschoold 42,02 42,05 Hooggeschoold 15,32 14,08 Maand traject Augustus 40,6 39,14 November 59,4 60,86 Werkend* 32,1 36,9** Augustus 36,6 November 29,0 * Laaggeschoold= maximum diploma lager secundair onderwijs, middengeschoold = maximum diploma hoger secundair onderwijs, hooggeschoold = hoger onderwijs + universitair onderwijs. ** Uitgestroomd op 3 december Uit de tabel blijkt dat er naar gestratificeerde kenmerken geslacht, leeftijd, opleidingsniveau en maand in traject nauwelijks verschillen zijn. De representativiteit van de respons is op deze kenmerken dan ook gewaarborgd. In december 2003 bleek 36,9% van de populatie niet langer administratief geregistreerd als werkzoekende en bijgevolg uitgestroomd. Dit betekent niet automatisch dat deze personen werk hebben. Uitstroom kan ook betekenen dat men een vrijstelling heeft aangevraagd en gekregen, dat men op pensioen is... Een koppeling van deze administratieve data met de steekproef wees uit dat in december ,1% van de bevraagde respondenten niet langer stond geregistreerd als werkzoekende. Dit betekent dus een lichte ondervertegenwoordiging van uitgestroomden in de steekproef. 36,6% van de bevraagde respondenten ingestroomd in augustus stond geregistreerd als uitgestroomd en 29,0% van de instromers in november. Over populatiegegevens m.b.t. de uitstroom naargelang de maand van instroom beschikken we niet.

16

17 11 HOOFDSTUK 2 PROFIEL RESPONDENTEN In dit hoofdstuk verkennen we het profiel van de bevraagde respondenten. In een eerste punt staan we stil bij enkele algemene profielkenmerken. Het doel van deze korte profielschets is een vergelijking te maken tussen de profielen van de werkenden en de werkzoekenden en van de personen ingestroomd in augustus t.a.v. deze ingestroomd in november. Waar mogelijk vergelijken we onze data met de referentiepopulaties in augustus en november. Het betreft dan de volledige populatie van NWWZ in deze periode. In een tweede punt staan we specifiek stil bij de werkenden. Daarbij gaan we onder meer na welke job ze uitoefenen en via welke jobkanalen ze die job gevonden hebben. De werkzoekenden komen aan bod in een derde punt, hier gaan we na welk inkomen ze hebben, hoe lang ze reeds werkloos zijn en via welke jobkanalen ze een job zoeken. 1. Algemene achtergrondkenmerken In de frequentietabellen maken we telkens een onderscheid tussen werkend en werkzoekend. Werkenden definiëren we als personen met een contract van (on)bepaalde duur, een interim-contract of een statuut van zelfstandige. Onder werkzoekenden verstaan we naast personen die geen activiteit uitoefenen eveneens personen met een IBO-contract (=opleiding), een PWA-statuut of een WEP+-contract. 1.1 Geslacht en leeftijd Een eerste relevant kenmerk is het geslacht en de leeftijd van de respondenten. In onderstaande tabel worden de geslachts- en leeftijdsverdeling gekruist naar al dan niet werkend en startmaand. We bespreken telkens de kolompercentages, we gaan m.a.w. na in welke mate mannen en vrouwen vertegenwoordigd zijn bij de werkenden en de niet-werkenden. Dit laat ons toe een zicht te krijgen op de samenstelling van deze populaties.

18 12 Hoofdstuk 2 Tabel 2.1 Geslacht en leeftijd (%) Augustus November Totaal Werkend Werkzoekend Werkend Werkzoekend Geslacht Man 49,9 55,4 47,5 53,7 48,7 Vrouw 50,1 44,6 52,5 46,3 51,3 Leeftijd <26 41,5 44,6 35,0 57,9 39, ,4 29,7 29,0 21,0 25, ,7 21,6 21,3 13,7 22, ,4 4,1 14,7 7,4 12,5 Totaal N Uit de tabel kunnen we afleiden dat zowel in augustus als november het aandeel mannen bij de werkenden telkens hoger ligt dan bij de werkzoekenden. Bij de vrouwen zien we telkens het tegenovergestelde beeld: het aandeel vrouwen ligt bij de werkzoekenden telkens hoger. In de referentiepopulatie van augustus bedraagt het aandeel vrouwen 53,5% in november is dit 52,6%. Onze steekproef met enkel respondenten die een traject hebben, wijkt naar geslacht dus amper af van de referentiepopulatie. Het aandeel jongeren (-26-jarigen) is zowel in augustus als november het sterkst vertegenwoordigd en dit zowel bij de werkenden als de werkzoekenden. Vooral de hoge vertegenwoordiging van jongeren in november is opvallend. Voor de oudere werkzoekenden zien we een omgekeerd beeld. Ze zijn telkens sterk ondervertegenwoordigd bij de werkenden. In tabel 2.2 vergelijken we de steekproef met de referentiepopulatie naar leeftijd. We namen de leeftijdscategorieën over die de VDAB hanteert: -25, en 40+. Tabel 2.2 Vergelijking leeftijd steekproef met referentiepopulatie NWWZ Augustus November Steekproef Populatie Steekproef Populatie -25 jaar 28,6 31,9 38,9 27, ,5 38,1 35,7 40,1 40 jaar en + 23,9 29,1 23,3 32,4 In augustus zien we een vrij gelijke vertegenwoordiging van -25-jarigen tussen de steekproef en de populatie. De 40+ ers zijn ondervertegenwoordigd en de jarigen oververtegenwoordigd. Een verklaring hiervoor ligt ten eerste in het arbitraire karakter van de leeftijdscategorieën: in augustus geeft 9% van de respondenten immers aan 25 jaar te zijn. Indien m.a.w. de leeftijdscategorie +25 zou gehanteerd worden, zou de leeftijdsverdeling evenwichtiger

19 Profiel respondenten 13 zijn. Ten tweede is het niet geheel onlogisch dat de ouderen ondervertegenwoordigd zijn, we vergelijken immers personen die in augustus of november een traject hebben gekregen met de totale populatie van NWWZ. In het consulentenrapport (De Cuyper & Struyven, 2004a & 2004b) werd reeds duidelijk dat oudere werkzoekenden die aangeven niet meer op zoek te zijn naar werk vaak worden stopgezet na de intake zodat geen traject wordt aangerekend. Mogelijk kan dit deels de percentageverschillen verklaren. Het grote percentageverschil in november tussen de steekproef en de populatie naar -25-jarigen is toe te schrijven aan de instroom van de schoolverlaters. Schoolverlaters worden normaliter in september opgeroepen voor een intake. Gezien de hoge instroom worden deze intakes in september en oktober afgewerkt. Een eerste opvolgingsgesprek zal dus doorgaans ten vroegste in november plaatsvinden. Aangezien onze onderzoekspopulatie enkel trajecten bevat (intake + opvolging) kan dit het grote aandeel jongeren verklaren in de novemberpopulatie. 1.2 Nationaliteit en etnische herkomst In onderstaande tabel worden de nationaliteit en de etnische herkomst van de respondenten weergegeven. Allochtonen definiëren we als personen waarvan minimum één ouder niet de Belgische nationaliteit had bij geboorte. Tabel 2.3 Nationaliteit en etnische herkomst in % Augustus November Totaal Werkend Werkzoekend Werkend Werkzoekend Nationaliteit Belg 95,0 98,6 89,6 97,9 96,4 E.U. 2,8 1,4 4,9 2,1 2,2 Niet-E.U. 2,2 0,0 5,5 0,0 1,4 Etnische herkomst Autochtoon 83,8 91,9 75,4 87,4 86,1 Allochtoon 16,2 8,1 24,6 12,6 13,9 Totaal N Uit bovenstaande tabel blijkt dat het merendeel van de respondenten Belg is: 95% van de respondenten geeft aan Belg te zijn. Het aandeel van de niet-belgen is het grootst bij de niet-werkenden gestart met de begeleiding in augustus. Ongeveer 16% van de bevraagde respondenten is allochtoon. De start van de begeleiding in november vertoont een gelijke verdeling naar het al dan niet werk hebben van allochtonen en autochtonen. Dit wijst erop dat recent gestarte autochtonen niet sneller werk lijken te vinden dan allochtonen. Dit is wel het geval wanneer we op langere termijn kijken. Het aandeel allochtonen bij de niet werkenden bedraagt immers een kwart bij diegenen die in augustus zijn gestart, terwijl het bij de werkenden slechts 8% bedraagt. De rijpercentages (niet vermeld in de tabel) zijn in dit opzicht eveneens illustratief:

20 14 Hoofdstuk 2 88% van de allochtonen zijn na maximum zes maanden begeleiding nog steeds werkloos, tegenover 67% van de autochtonen. 1.3 Onderwijsniveau In onderstaande tabel wordt het onderwijsniveau weergegeven. We hebben daartoe drie categorieën gedefinieerd: laaggeschoold, middengeschoold en hooggeschoold. Laaggeschoold staat voor maximum een diploma lager secundair onderwijs en omvat LO, BLO, BUSO, A4, en A3. De categorie middengeschoold bevat een diploma hoger secundair onderwijs (beroeps, technisch of algemeen vormend). De categorie hooggeschoold staat voor hoger onderwijs van het korte en lange type en universiteit. Tabel 2.4 Onderwijsniveau in % Totaal Augustus November Werkend Werkzoekend Werkend Werkzoekend Laag 42,6 32,4 45,4 37,9 45,2 Midden 42,0 48,7 39,9 46,3 40,2 Hoog 15,32 18,9 14,7 15,8 14,6 Totaal ,0 100,0 100,0 100,0 N Uit tabel 2.4 komt het weinig verrassende resultaat dat het aandeel laaggeschoolden zowel in augustus als november het hoogst ligt bij de werkzoekenden. Wanneer we de rijpercentages bestuderen (niet vermeld in de tabel), blijkt dat zowel in augustus als november slechts 22% van de laaggeschoolden een job heeft gevonden. Het aandeel middengeschoolden is telkens het grootst bij de werkenden in augustus en november. Wanneer we de profielen vergelijken van werkenden en niet werkenden in augustus en november merken we relatief weinig verschillen. Vooral voor de hogergeschoolden is dit resultaat vrij verrassend. De verwachting zou immers kunnen zijn dat de groep hogergeschoolde werkzoekenden in augustus kleiner zou zijn dan in november en dit ten koste van de laaggeschoolden. Dit blijkt echter niet het geval. Hogergeschoolden die in de trajectbegeleiding terechtkomen, blijken dus niet altijd even makkelijk uit te stromen. Wanneer we de rijpercentages voor deze groep bekijken blijkt 34% te zijn uitgestroomd in augustus tegenover 27% in november. In tabel 2.5 vergelijken we het studieniveau met de referentiepopulatie.

21 Profiel respondenten 15 Tabel 2.5 Vergelijking studieniveau steekproef met referentiepopulatie NWWZ in % Augustus November Steekproef Populatie Steekproef Populatie Laaggeschoold 45,4 45,4 45,2 48,5 Middengeschoold 39,9 35,3 40,2 34,8 Hooggeschoold 14,7 19,2 14,6 16,7 Uit de tabel blijkt dat we zowel in augustus als in november een lichte ondervertegenwoordiging hebben van hooggeschoolden en een lichte oververtegenwoordiging van middengeschoolden. Dit kan mogelijk verklaard worden doordat hogergeschoolden in bepaalde LKC s niet als een prioritaire doelgroep voor de trajectwerking worden gezien en ze bijgevolg niet altijd een traject krijgen. 1.4 Gezinssituatie Voor de typering van gezinssituatie bespreken we achtereenvolgens het gezinstype en het aantal kinderen ten laste. Tabel 2.6 Gezinstype en kinderen (%) Augustus November Totaal Werkend Werkzoekend Werkend werkzoekend Gezinstype Samenwonend 44,9 51,9 50,0 38,9 42,7 Alleenwonend 20,8 23,5 18,9 15,8 20,3 Inwonend 34,2 24,6 31,1 45,3 37,0 Kinderen Ja 44,1 40,5 50,8 32,6 44,1 Neen 55,9 59,5 49,2 67,4 55,9 Totaal ,0 100,0 100,0 100,0 N Tussen de starters met een begeleidingstraject in augustus en de starters in november vinden we duidelijke profielverschillen naar gezinstype. Het aandeel samenwonenden in augustus ligt heel wat hoger dan het aandeel in november. Dit is toe te schrijven aan het grote aandeel inwonenden in november. Deze profielverschillen zijn hoogstwaarschijnlijk toe te schrijven aan de instroom van schoolverlaters. Ook het aandeel respondenten met kinderen ligt lager in november dan in augustus. Mogelijk is dit eveneens toe te schrijven aan de schoolverlaters.

22 16 Hoofdstuk Werkloosheidsduur Zowel aan werkenden als werkzoekenden vroegen we of ze al gewerkt hadden voor ze werkloos werden. 85% van de werkende respondenten stelt dat ze reeds gewerkt hebben voor ze werkloos werden, bij de werkzoekenden is dit 92%. Bij de jongeren liggen de percentages respectievelijk op 75 en 82%. Bijna alle respondenten boven de 25 hebben gewerkt voor ze werkloos werden. We vroegen de respondenten eveneens naar hun werkloosheidsduur. De resultaten zijn samengebracht in tabel 2.7. Tabel 2.7 Werkloosheidsduur (in %) Werkenden Werkzoekenden Minder dan 3 maanden 30,25 11,5 Tussen 3 en 6 maanden 25,9 19,1 Tussen 6 maanden en 1 jaar 24,7 27,4 Tussen 1 en 2 jaar 10,5 29,4 Tussen 2 en 5 jaar 5,6 7,8 5 jaar of meer 3,1 4,8 Totaal Aantal respondenten Uit de tabel blijkt duidelijk dat de werkendenpopulatie voor het merendeel bestaat uit kortdurig werkzoekenden: in totaal verklaart 4/5 van de uitgestroomde werkzoekenden niet langer dan één jaar werkloos te zijn geweest. Bij de werkzoekenden bedraagt dit 57%. Bij de werkzoekenden merken we een groep van 29,4% die tussen 1 en 2 jaar werkloos is. De groep zeer langdurig werkzoekenden (vanaf 2 jaar werkloos) is in beide categorieën beperkt te noemen. Let wel, het gaat telkens om een onvoltooide werkloosheidsduur, in tegenstelling tot de groep van de werkenden. Bovendien is het mogelijk dat de gerapporteerde werkloosheidsduur afwijkt van de administratief geregistreerde werkloosheidsduur. Vandaar dat een kleine groep verklaart langer aan het werk te zijn dan op basis van de administratief geregistreerde startdatum van het traject mogelijk is. In dit rapport wordt verder enkel rekening gehouden met de gepercipieerde werkloosheidsduur. Tot slot vergelijken we de werkloosheidsduur met de referentiepopulatie. Tabel 2.8 Vergelijking werkloosheidsduur steekproef met referentiepopulatie NWWZ (%) Augustus November Steekproef Populatie Steekproef Populatie - 1 jaar 50,8 64,9 62,8 59,5 1 tot 2 jaar 36,6 17,3 24,5 20, ,6 17,7 12,6 20,1

23 Profiel respondenten 17 In de tabel zien we dat zowel in augustus, maar meer uitgesproken in november een ondervertegenwoordiging van langdurigere werklozen (+2 jaar). Dit is mogelijk toe te schrijven aan de preventieve aanpak die zich voornamelijk richt op kortdurig werklozen. 2. Achtergrondkenmerken van werkenden In totaal gaf 1/3 van de respondenten op het moment van de bevraging aan over betaald werk te beschikken. Voor deze groep bespreken we achtereenvolgens het type contract en de beroepscategorie, hoe lang ze begeleid werden voor ze werk vonden en via welk kanaal ze werk vonden. 2.1 Arbeidscontract en beroepscategorie Aan de respondenten vroegen we of ze op het moment van de bevraging betaald werk hadden. Een derde van de respondenten beaamde dit. Vervolgens vroegen we welk arbeidscontract ze hadden. De antwoorden uitgesplitst naar maand van instroom zijn terug te vinden in tabel 2.9. Tabel 2.9 Type arbeidscontract (%) Augustus November Totaal Contract onbepaalde duur 44,6 36,7 39,9 Contract bepaalde duur 28,9 20,0 23,5 Interim--contract 13,2 18,3 16,3 Pwa 2,4 4,2 3,4 Ibo 10,8 14,2 12,5 Wep+ 0,0 5,0 2,9 Zelfstandige 0,0 1,7 1,4 Totaal Aantal respondenten In totaal heeft 63,5% van de respondenten een contract (on)bepaalde duur, 16% geeft aan een interim-contract te hebben. Daarbij merken we aanzienlijke verschillen naar startmaand. Driekwart van de respondenten gestart in augustus geeft aan een contract van (on)bepaalde duur te hebben, bij de instromers in november is dit slechts 56,7%. Het aandeel interim-contracten ligt in deze groep 5% hoger. In totaal is 80% van de werkenden formeel werkend, waarvan 86,7% in augustus en 76,7% in november. De overige respondenten die aangeven werk te hebben, zijn formeel gezien niet werkend. Opvallend binnen deze groep is het grote aandeel respondenten met een IBO-contract, dit is waarschijnlijk te wijten aan de grote groep jongeren in de steekproef. Personen met een IBO-contract kunnen echter niet als werkend in de strikte zin van het woord worden beschouwd, het betreft immers een individuele beroepsopleiding en is als dusdanig een module binnen de trajectwerking. Hetzelfde geldt voor PWA en WEP+. Voor de analyses op

24 18 Hoofdstuk 2 werkenden en werkzoekenden nemen we de formele definitie van werkend. In totaal betrof het 169 personen of 26,7% van de respondenten. In tabel 2.10 geven we de beroepscategorie weer van de werkenden. Tabel 2.10 Beroepscategorie (%) Augustus November Totaal Ongeschoold arbeider 23,6 26,6 24,7 Geschoold arbeider 34,7 23,4 28,3 Lagere bediende 25,0 38,3 32,5 Hogere bediende of kaderfunctie 16,7 9,6 12,6 Zelfstandige 0,0 2,1 1,8 Totaal N Ongeveer de helft van de uitgestroomde werkzoekenden vond werk als arbeider waarvan een helft als ongeschoold en een helft als geschoold arbeider. Een derde van de uitstromers is tewerkgesteld als lagere bediende. Opvallend daarbij is dat de werkzoekenden ingestroomd in de trajectwerking in november relatief gezien veel meer uitstroomden naar de functie van lagere bediende dan de groep ingestroomd in augustus. Een minderheid van de respondenten heeft een functie als hogere bediende gevonden. 2% van de respondenten is inmiddels zelfstandig. 2.2 Begeleidingsduur Aan de werkenden vroegen we hoe lang ze in begeleiding waren vooraleer ze werk vonden. De begeleidingstijd hebben we berekend als de tijd verstreken tussen het moment van instroom in de trajectwerking (in augustus of november) en het moment waarop de respondent aangaf werk te vinden. De begeleidingsduur zal normaliter in realiteit echter langer zijn. In onze populatie zitten immers enkel personen met een traject. Een traject wordt gedefinieerd als een intake en een opvolgingsgesprek of een intake en een opleiding. Aangezien er tussen intake en een eerste opvolgingsgesprek of een opleiding meestal enige tijd verstrijkt, zal de begeleidingsduur in werkelijkheid dus langer zijn dan de duur aangegeven in tabel Bij het berekenen van de begeleidingsduur bleken nogal wat respondenten een negatieve begeleidingsduur te hebben. Dit betekent dat ze vóór augustus of november reeds werk vonden. Hiervoor zijn er twee mogelijke verklaringen. Een eerste is het verkeerd aangeven van het begin van de tewerkstelling. Dit lijkt gezien de korte tijdsspanne tussen het begin van tewerkstelling en de bevraging weinig plausibel. Meer plausibel lijken onzuiverheden in het aangeleverde bestand. Mogelijk zijn dit respondenten die een intakegesprek hebben gehad, maar geen opvolging. Personen met een negatieve begeleidingsduur zijn niet opgenomen in de analyse.

25 Profiel respondenten 19 Tabel 2.11 Begeleidingsduur (%) Augustus November Totaal Minder dan 1 maand 13,0 33,8 24,4 1 maand 24,1 21,5 22,7 2 maanden 20,4 41,5 31,9 3 maanden 14,8 3,1 8,4 4 maanden 13,0 0,0 5,9 5 maanden 14,8 0,0 6,7 Totaal N De begeleidingsduur bij werkzoekenden ingestroomd in november kan logischerwijs maximum drie maanden bedragen, bij de overige werkzoekenden maximum zes maanden. De begeleidingsduur van de uitstromers in augustus toont een tendens naar korte begeleidingen. Dit is meer uitgesproken bij de instroom in november: maar liefst 34% van de respondenten vond werk na minder dan één maand begeleiding. 2.3 Job-vind-kanaal Tot slot vroegen we aan de respondenten via welke kanalen ze hun laatste job (op het moment van de bevraging) gevonden hebben. Naar analogie met de indeling gehanteerd door Doyen & Lamberts (2001) maken we daarbij een onderscheid tussen formele kanalen, informele kanalen en spontane sollicitatie. Met formele kanalen doelen we zowel op geschreven en audiovisuele zoekkanalen als op een vorm van formele begeleiding. Informeel zoeken staat voor het zoeken via persoonlijke relaties. In onderstaande tabel worden de frequenties voor de verschillende kanalen weergegeven.

26 20 Hoofdstuk 2 Tabel 2.12 Job-vind-kanalen (%) Augustus November Totaal Formele kanalen 55,4 56,0 55,5 Geschreven kanalen (personeelsadver) 12,2 7,4 9,5 Audiovisuele kanalen 18,9 7,5 12,3 Wiss of kiss van de VDAB 8,1 3,2 5,3 VDAB jobsite 8,1 3,2 5,3 Andere jobsite 2,7 1,1 1,7 Via begeleiding 24,3 41,1 33,7 Via consulent 1,8 7,4 8,8 Via interim-bureau 13,5 31,6 23,7 Via PWA 0,0 2,1 1,2 Informele kanalen 16,2 24,2 20,6 Spontane sollicitatie 17,6 13,7 15,3 Andere 10,9 6,4 8,2 Werkgever heeft contact gezocht 4,1 3,2 3,5 Andere 6,8 3,2 4,7 Totaal Aantal respondenten Uit tabel 2.12 valt ten eerste het belang van de informele kanalen op: in totaal geeft één vijfde van de werkzoekenden aan een job te hebben gevonden via persoonlijke relaties. Daarbij zien we opvallende verschillen tussen de werkzoekenden ingestroomd in augustus en november. Bij deze laatsten geeft een kwart aan werk te hebben gevonden via persoonlijke contacten, bij instromers in augustus is dit slechts 16,2%. In beide groepen geeft een ruime helft aan werk te hebben gevonden via de formele kanalen, waarbij de grootste groep via een interim-bureau. 8,8% van de respondenten geeft aan een job te hebben gevonden via de VDAB-consulent. Via de Wis-computer van de VDAB, de VDAB jobsite of een andere jobsite heeft 12,3% een job gevonden. Wanneer we via de consulent, via het Wis/Kiss-systeem en VDAB-jobsite samennemen, heeft 19,4% van de werkzoekenden een job gevonden via de VDAB. In de volgende tabel zijn de job-vind-kanalen opgesplitst naar volgende achtergrondkenmerken: periode van instroom, leeftijd, studieniveau en etniciteit. Tussen haakjes staan telkens de aantallen vermeld waarop de rijpercentages werden berekend. Gezien het bij bepaalde categorieën om een gering aantal personen gaat, is enige voorzichtigheid geboden bij de interpretatie van de resultaten. Dit is vooral het geval bij de categorieën +46-jaar en allochtoon.

27 Profiel respondenten 21 Tabel 2.13 Job-vind-kanalen naar achtergrondkenmerken (in %, rijpercentages) Formeel Informeel Spontaan Andere Geschreven Audiovisueel Begeleiding Periode 08/2003 (72) 12,2 18,9 24,3 16,2 17,6 10,9 11/2003 (93) 7,4 7,5 41,1 24,2 13,7 6,4 Leeftijd <26 jaar (85) 8,2 16,5 34,1 22,4 8,2 10, jaar (41) 7,3 12,2 27,0 19,5 22,0 12, jaar (28) 3,6 7,1 28,5 21,4 21,4 17,9 +46 jaar (11) 0,0 0,0 45,5 18,2 9,1 27,3 Studieniveau Laag (59) 3,4 13,6 30,5 27,1 11,9 13,5 Midden (77) 11,7 9,1 36,4 19,5 15,6 7,8 Hoog (29) 0,0 20,7 24,1 13,8 13,8 27,6 Etniciteit Autochtoon (147) 6,8 13,6 31,3 20,4 13,6 14,3 Allochtoon (18) 5,5 5,5 38,9 27,8 16,7 5,6 N Uit tabel 2.13 blijkt dat jongeren opvallend minder een job vinden via spontane sollicitaties: 8,2% van de jongeren stelt een job te hebben gevonden via spontane sollicitatie tegenover ongeveer 22% bij de respondenten tussen 26 en 45 jaar (omwille van het geringe aantal eenheden brengen we de +46-jarigen niet in rekening). Een minder uitgesproken verschil zien we naar formele begeleiding. Jongeren blijken eerder werk te vinden via formele begeleiding. Het betreft dan voornamelijk bemiddeling van interim-bureaus: 28% van de jongeren geeft aan werk te hebben gevonden via een interim-bureau. Van de jongeren heeft 17,6% een job gevonden via de VDAB, bij de jarigen is dit 24,3% en bij de jarigen 35,7%. Naar studieniveau kunnen we eveneens een aantal opmerkelijke verschillen vaststellen. Middengeschoolden en in mindere mate laaggeschoolden zijn het best vertegenwoordigd in de categorie formele begeleiding: 36% van de middengeschoolden en 30% van de laaggeschoolden heeft een job gevonden via formele begeleiding waarbij telkens 10% via de VDAB-begeleider. Van de hooggeschoolden geeft niemand aan een job te hebben gevonden via de persoonlijke begeleider. De hooggeschoolden scoren vooral hoog in de categorie andere, in totaal 20% van de hogergeschoolden geeft immers aan dat een werkgever zelf contact met hen heeft gezocht. In totaal geeft 24,4% van de laaggeschoolden, 16,9% van de middengeschoolden en 17,24% van de hooggeschoolden aan werk te hebben gevonden via de VDAB (persoonlijke begeleider/wis/jobsite). Tot slot is het opvallend dat laaggeschoolden hoog scoren op informele kanalen, 27,1% stelt op deze wijze werk te hebben gevonden.

28 22 Hoofdstuk 2 3. Achtergrondkenmerken van werkzoekenden 3.1 Huidig inkomen van werkzoekenden Bij de werkzoekenden polsten we naar hun huidig inkomen. In tabel 2.14 zijn de resultaten weergegeven. Tabel 2.14 Huidig inkomen werkzoekenden (%) Augustus November Totaal Werkloosheidsuitkering 86,4 70,7 77,0 Uitkering van het OCMW 1,6 0,7 1,1 Ziekengeld/invaliditeit 1,6 1,8 1,7 Loon (wep+) 3,3 3,6 3,5 Ander inkomen 3,3 7,1 5,6 Geen inkomen 3,8 16,1 11,2 Totaal Aantal respondenten Iets meer dan driekwart van de respondenten geeft aan een werkloosheidsuitkering te ontvangen, daarbij zien we een opmerkelijk verschil tussen de maand waarin ze ingestroomd zijn in de trajectwerking: 86,4% van de werkzoekenden ingestroomd in augustus heeft een uitkering tegenover 70,7% in november. Dit verschil is te verklaren door de categorie geen inkomen : 16,1% van de werkzoekenden ingestroomd in november stelt over geen inkomen te beschikken. Uit verdere analyse blijkt dat het bijna telkens om jongeren gaat: 38% van de jongeren ingestroomd in november stelt over geen inkomen te beschikken. Vermoedelijk betreft het telkens jongeren in hun wachttijd. 3.2 Job-zoek-kanalen Aan de respondenten legden we een lijstje voor met mogelijke job-zoek-kanalen. We vroegen hen van welke kanalen ze de laatste zes maand gebruik hebben gemaakt in hun zoektocht naar werk. De resultaten zijn samengebracht in tabel 2.15.

29 Profiel respondenten 23 Tabel 2.15 Gebruikte job-zoek-kanalen werkzoekenden: % ja Formele kanalen Geschreven kanalen 83,3 Audiovisuele kanalen Wiss of kiss van de VDAB 61,8 3 VDAB jobsite 66,5 Andere jobsite 49,5 Via begeleiding Ingeschreven in interim-bureau 66,1 Ingeschreven in PWA 20,5 Contacten met anderen diensten, vzw s, vakbond in de regio 40,0 Informele kanalen 68,0 Spontane sollicitatie 66,0 Andere Niet echt gezocht naar werk 26,5 N 463 % ja Ondanks het feit dat slechts een beperkt aantal werkenden een job vond via de geschreven kanalen, worden deze het meest geraadpleegd door de werkzoekenden: 83,5% van de werkzoekenden gaf aan te zoeken door personeelsadvertenties te raadplegen in kranten, lokale televisie, Telkens ongeveer twee derden van de respondenten zoekt via persoonlijke relaties, de audiovisuele kanalen van de VDAB en solliciteert spontaan. Twee derden van de respondenten schrijft zich daarnaast in een interim--bureau. Niet-VDAB jobsites zijn minder populair, de helft van de respondenten zoekt via deze kanalen. In totaal geeft een kwart van de respondenten aan nog niet echt te hebben gezocht naar werk. In de volgende tabel zijn de job-zoek-kanalen opgesplitst naar volgende achtergrondkenmerken: periode van instroom, leeftijd, studieniveau en etniciteit. Naast elk achtergrondkenmerk is tussen haakjes het aantal respondenten vermeld waarop de percentages worden berekend. 3 Het onderzoek van Doyen en Lamberts naar het werkzoekgedrag komt tot een gelijkaardig percentage: 59% van de respondenten in dit onderzoek zocht één of meerdere keren op de WIS computer gedurende een periode van zes maanden.

30 Tabel 2.16 Job-zoek-kanalen naar achtergrondkenmerken van de werkzoekenden: % dat gebruikt maakt van de job-zoek-kanalen Formeel Informeel Spontaan Niet echt gezocht Geschreven Audiovisueel Begeleiding Wis/Kiss VDAB jobsite Andere jobsite Interim- PWA Andere Periode 08/2003 (183) 79,2 62,8 61,2 44,0 65,0 19,8 43,2 65,0 61,2 33,9 11/2003 (278) 86,0 61,1 69,8 53,2 66,9 21,1 38,1 69,8 69,0 21,6 Leeftijd <26 jaar (173) 82,6 66,5 73,4 59,3 85,5 12,6 43,9 72,2 69,9 30, jaar (125) 85,6 61,6 66,4 52,0 56,8 16,8 40,0 59,2 68,0 23, jaar (102) 81,4 55,9 57,8 38,2 52,9 25,7 36,3 69,6 63,7 22,5 +46 jaar (61) 83,6 59,0 60,6 36,0 52,5 42,6 36,0 70,5 54,1 29,5 Studieniveau Laag (210) 80,0 59,0 53,8 37,8 63,8 30,1 39,5 69,0 68,6 24,7 Midden (185) 83,8 63,8 73,0 51,9 67,0 13,0 40,5 67,5 62,7 33,0 Hoog (66) 92,5 65,1 88,0 80,3 71,2 11,0 40,9 65,1 66,7 13,6 Etniciteit Autochtoon (377) 84,1 60,0 67,1 50,3 64,7 20,4 39,5 66,8 66,6 25,7 Allochtoon (84) 79,8 70,2 63,1 46,4 72,6 21,7 42,9 72,6 63,1 29,7 4 Hoofdstuk 2

31 Profiel respondenten 25 Uit tabel 2.16 blijkt dat werkzoekenden ingestroomd in november telkens iets meer gebruik maken van zowel formele, informele als spontane job-zoek-kanalen. Uitzondering hierop is het zoeken via organisaties als vakbonden, vzw s, De percentageverschillen zijn globaal genomen weinig uitgesproken. Enkel wat het zoeken via de VDAB jobsite en andere jobsites betreft zijn de percentages meer uitgesproken. Het grootste verschil tussen augustus en novemberinstromers vinden we terug bij de stelling ik heb de voorbije zes maanden niet echt gezocht naar werk. Ruim een derde van de instromers in augustus beaamt deze uitspraak tegenover iets meer dan een vijfde van de novemberinstromers. Het zoekgedrag naar leeftijdscategorie vertoont meer uitgesproken verschillen. Jongeren zoeken beduidend meer via audiovisuele tools. Daarnaast is 85% van de jongeren ingeschreven in een interim-bureau. Voor de overige leeftijdscategorieën is dit telkens ruim vijftig procent. Opvallend hierbij is dat we geen verdere gradatie zien naar leeftijdscategorie. Ouderen en dan vooral +46-jarigen geven meer aan bij het PWA te zijn ingeschreven. 42,6% van de 46+ ers geeft aan ingeschreven te zijn bij het PWA. +46 ers solliciteren daarnaast opmerkelijk minder spontaan dan de overige respondenten. Ook naar studieniveau vinden we vooral wat de audiovisuele kanalen betreft uitgesproken verschillen terug in het gebruik van job-zoek-kanalen. Hogergeschoolden maken naast personeelsadvertenties vooral gebruik van jobsites bij het zoeken naar werk. 88% van de hogergeschoolden zoekt via de VDAB jobsite, 80,3% via andere jobsites. Jobsites worden heel wat minder geraadpleegd door laaggeschoolden: 54% stelt gebruik te maken van de VDAB jobsite, 37,8% van andere jobsites. De middengeschoolden nemen telkens een middenpositie in. Opvallend is wel dat er grote percentageverschillen zijn tussen laag- en middengeschoolden die gebruik maken van de VDAB jobsites en laag- en middengeschoolden die gebruik maken van andere jobsites. Mogelijk hebben deze werkzoekenden de vaardigheden om op deze jobsites te zoeken, maar is het aanbod niet gekend. Hogergeschoolden zijn iets vaker ingeschreven in interim-bureaus. Ruim een derde van de laaggeschoolden is ingeschreven bij het PWA tegenover 11% van de hogergeschoolden. Algemeen kunnen we stellen dat hogergeschoolden van meer job-zoek-kanalen gebruik maken dan de overige categorieën. Een laatste opvallende vaststelling is het feit dat 33% van de middengeschoolden aangeeft niet echt naar werk te hebben gezocht, tegenover een kwart van de laaggeschoolden en slechts 13,5% van de hooggeschoolden. Het werkzoekgedrag tussen allochtonen en autochtonen blijkt op basis van de data niet fundamenteel te verschillen. Het grootste percentageverschil betreft het gebruik van WIS: 60% van de autochtonen geeft aan WIS de laatste zes maanden geconsulteerd te hebben tegenover 70,2% van de allochtonen. Concluderend kunnen we stellen dat de geschreven kanalen het vaakst geraadpleegd worden, ongeacht de achtergrondkenmerken (enkel jongeren scoren iets hoger op interim-bureau). Daarnaast is het ook opvallend dat heel wat respondenten die op de VDAB jobsite op zoek gaan naar jobs dit niet doen op andere jobsites. Mogelijk zijn deze kanalen bij bepaalde categorieën van werkzoekenden minder gekend. Tot slot valt het hoge percentage van werkzoekenden op die aangeven niet echt naar werk te hebben gezocht. Dit percentage dient eerder geïnterpreteerd te

De trajectwerking in Vlaanderen: werkzoekenden aan het woord

De trajectwerking in Vlaanderen: werkzoekenden aan het woord De trajectwerking in Vlaanderen: werkzoekenden aan het woord Dit onderzoek vormt het tweede luik van de evaluatie van de VDAB-trajectwerking. Het eerste luik had tot doel meer inzicht te verschaffen vanuit

Nadere informatie

Hoe zoeken werkzoekenden?

Hoe zoeken werkzoekenden? Hoe zoeken werkzoekenden? Doyen G. en Lamberts M. (2001), Hoe zoeken werkzoekenden? HIVA, K.U.Leuven. Het gaat goed op de Vlaamse arbeidsmarkt. Sinds een aantal jaren stijgt de werkgelegenheid en daalt

Nadere informatie

Persmededeling Hoe zoeken werkzoekenden?

Persmededeling Hoe zoeken werkzoekenden? Hoger instituut voor de arbeid Katholieke Universiteit Leuven E. Van Evenstraat 2e B-3000 Leuven Telefoon +32 (0)16 32 33 33 Telefax +32 (0)16 32 33 44 Persmededeling Hoe zoeken werkzoekenden? Gerlinde

Nadere informatie

Mag het wat meer (ervaring) zijn? - Werkloze 45-plussers bevraagd -

Mag het wat meer (ervaring) zijn? - Werkloze 45-plussers bevraagd - Mag het wat meer (ervaring) zijn? - Werkloze 45-plussers bevraagd - Karel, Annie, Eddy en Martine Oudere werknemers haken te vlug af. Dit is één van de pijnpunten van de Vlaamse arbeidsmarkt. Deze algemene

Nadere informatie

I B O. Een werknemer op maat gemaakt. 1. IBO = training-on-the-job. IBO = 'werkplekleren' IBO = 'een werknemer op maat'

I B O. Een werknemer op maat gemaakt. 1. IBO = training-on-the-job. IBO = 'werkplekleren' IBO = 'een werknemer op maat' I B O Een werknemer op maat gemaakt Eén van de kernopdrachten van de VDAB bestaat uit het verstrekken van opleiding. Het tekort aan specifiek geschoold personeel en de versnelde veranderingen in de werkomgeving

Nadere informatie

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996 Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met

Nadere informatie

Voorkomen van handicaps en arbeidsdeelname op basis van EAK

Voorkomen van handicaps en arbeidsdeelname op basis van EAK Voorkomen van handicaps en arbeidsdeelname op basis van EAK De resultaten op de vraag naar het voorkomen van hinder (voor de precisie vraagstelling, zie bijlage), zijn als volgt : Tabel 1: Het voorkomen

Nadere informatie

Niet-werkende werkzoekenden in Genk

Niet-werkende werkzoekenden in Genk Niet-werkende werkzoekenden in Genk Genk telde eind december 2016 3.367 niet-werkende werkzoekenden (NWWZ). De niet-werkende werkzoekenden omvatten volgende categorieën: werkzoekenden met werkloosheidsuitkeringsaanvraag

Nadere informatie

Profiel en tevredenheid van uitzendkrachten. In samenwerking met

Profiel en tevredenheid van uitzendkrachten. In samenwerking met Profiel en tevredenheid van uitzendkrachten. 2012 In samenwerking met 1 547.259 uitzendkrachten 547.259 motieven 2 Inhoudstafel 1. Uitzendarbeid vandaag 2. Doel van het onderzoek 3. De enquête 4. De verschillende

Nadere informatie

TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001

TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001 TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001 Training en opleiding (T&O) van werkzoekenden en werknemers is één van de kerntaken van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2016

De arbeidsmarkt in augustus 2016 De arbeidsmarkt in augustus 2016 Datum: 8 september 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

Lerend werken, werkend leren

Lerend werken, werkend leren Lerend werken, werkend leren De versterking van het arbeidsaanbod is een kernopdracht voor de VDAB. In dit perspectief wordt bijzondere aandacht besteed aan de verschillende formules van opleiding en begeleiding

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in maart 2016

De arbeidsmarkt in maart 2016 De arbeidsmarkt in maart 2016 Datum: 11 april 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche maart 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1.

Nadere informatie

Telkens graag opgesplitst naar werkzoekenden die een infosessie volgden bij de vakbonden respectievelijk bij VDAB.

Telkens graag opgesplitst naar werkzoekenden die een infosessie volgden bij de vakbonden respectievelijk bij VDAB. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 462 van EMMILY TALPE datum: 15 april 2016 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Oudere werkzoekenden - Activering door VDAB en vakbonden In

Nadere informatie

Lang naar school en toch werkzoekend! Toestand hooggeschoolden in de werkloosheid

Lang naar school en toch werkzoekend! Toestand hooggeschoolden in de werkloosheid Lang naar school en toch werkzoekend! Toestand hooggeschoolden in de werkloosheid Vlaanderen telt per eind januari 2002 5.380 niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) met een universitair diploma. Daarnaast

Nadere informatie

Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen

Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen Een beeld vanuit de EAK Tijdens het tweede kwartaal van 2007 werd in de Enquête naar de Arbeidskrachten gevraagd of de respondenten in hun dagelijkse

Nadere informatie

IMPACT VAN HET DIENSTENCHEQUESYSTEEM OP DE UITSTROOM UIT DE WERKLOOSHEID

IMPACT VAN HET DIENSTENCHEQUESYSTEEM OP DE UITSTROOM UIT DE WERKLOOSHEID IMPACT VAN HET DIENSTENCHEQUESYSTEEM OP DE UITSTROOM UIT DE WERKLOOSHEID INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... 1 2. PROFIEL VAN HET GEHEEL VAN WERKZOEKENDE UITKERINGSGERECHTIGDE VOLLEDIG WERKLOZEN (UVW-WZ)...

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in februari 2016

De arbeidsmarkt in februari 2016 De arbeidsmarkt in februari 2016 Datum: 16 maart 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche februari 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in april 2016

De arbeidsmarkt in april 2016 De arbeidsmarkt in april 2016 Datum: 10 mei 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche april 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1. Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in januari 2016

De arbeidsmarkt in januari 2016 De arbeidsmarkt in januari 2016 Datum: 12 februari 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche januari 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2017

De arbeidsmarkt in augustus 2017 De arbeidsmarkt in augustus 2017 Datum: 7 september 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in mei 2017

De arbeidsmarkt in mei 2017 De arbeidsmarkt in mei 2017 Datum: 6 juni 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche mei 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1. Antwerpen

Nadere informatie

Mijn CeeVeetje al gezien?

Mijn CeeVeetje al gezien? Inleiding Mijn CeeVeetje al gezien? De KISS-databank doorgelicht. In 1997 pionierde de VDAB met de KISS-sollicitantenbank. KISS (Kandidaten Informatie- en SelectieSysteem) is een uitgebreide en gediversifieerde

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in juni 2016

De arbeidsmarkt in juni 2016 De arbeidsmarkt in juni 2016 Datum: 8 juli 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche juni 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1. Antwerpen

Nadere informatie

Succescriteria bij de activering van anderstalige nieuwkomers

Succescriteria bij de activering van anderstalige nieuwkomers Design Charles & Ray Eames - Hang it all Vitra Succescriteria bij de activering van anderstalige nieuwkomers Dr. Hanne Vandermeerschen Peter De Cuyper Gent, 13 juni 2018 Potentiële beroepsbevolking in

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in mei 2016

De arbeidsmarkt in mei 2016 De arbeidsmarkt in mei 2016 Datum: 17 juni 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche mei 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1. Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in januari 2017

De arbeidsmarkt in januari 2017 De arbeidsmarkt in januari 2017 Datum: 7 februari 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche januari 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in februari 2017

De arbeidsmarkt in februari 2017 De arbeidsmarkt in februari 2017 Datum: 8 maart 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche februari 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in maart 2017

De arbeidsmarkt in maart 2017 De arbeidsmarkt in maart 2017 Datum: 12 april 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche maart 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in oktober 2016

De arbeidsmarkt in oktober 2016 De arbeidsmarkt in oktober 2016 Datum: 9 november 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche oktober 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

Jaarverslag Herplaatsingsfonds. 1.1 Aanvragen voor outplacementbegeleiding

Jaarverslag Herplaatsingsfonds. 1.1 Aanvragen voor outplacementbegeleiding Jaarverslag Herplaatsingsfonds 1.1 Aanvragen voor outplacementbegeleiding Het Herplaatsingsfonds financiert de outplacementbegeleiding van alle ontslagen werknemers tewerkgesteld in bedrijven in het Vlaamse

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in april 2017

De arbeidsmarkt in april 2017 De arbeidsmarkt in april 2017 Datum: 10 mei 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche april 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1. Antwerpen

Nadere informatie

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau.

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau. Een aantal arbeidsgehandicapten uit onze onderzoekspopulatie waren tijdens de referteperiode ingeschreven bij zowel RVA als RSZ. Deze (relatief kleine) groep van mensen bespreken we in dit deel van het

Nadere informatie

Vraag nr. 37 van 29 januari 2002 van de heer ROLAND VAN GOETHEM Antwoord 1. Overzicht over alle kenmerken heen

Vraag nr. 37 van 29 januari 2002 van de heer ROLAND VAN GOETHEM Antwoord 1. Overzicht over alle kenmerken heen Vraag nr. 37 van 29 januari 2002 van de heer ROLAND VAN GOETHEM Werkloosheidscijfers Allochtonen Het "Maandverslag Arbeidsmarkt" van de V l a a m- se Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding

Nadere informatie

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013 Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 24/ 213 Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 METHODOLOGIE 1 3 PROFIEL VAN DE UVW-WZ IN 24 EN IN 213 VOLGENS HET GEWEST 2 3.1 De -5-jarigen die

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in juni 2015

De arbeidsmarkt in juni 2015 De arbeidsmarkt in juni 2015 Datum: 15 juli 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche juni 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in november 2015

De arbeidsmarkt in november 2015 De arbeidsmarkt in november 2015 Datum: 7 december 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche november 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 5 februari 2009 Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal 2008 - Het hoeft geen

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 DE NIET-BEROEPSACTIEVE BEVOLKING. Natascha Van Mechelen IN VLAANDEREN. 1 Omvang en samenstelling

Hoofdstuk 7 DE NIET-BEROEPSACTIEVE BEVOLKING. Natascha Van Mechelen IN VLAANDEREN. 1 Omvang en samenstelling DE NIET-BEROEPSACTIEVE BEVOLKING IN VLAANDEREN Hoofdstuk 7 Natascha Van Mechelen Zoals genoegzaam bekend, is het verhogen van de werkzaamheid een van de centrale doelstellingen van het Vlaamse werkgelegenheidsbeleid.

Nadere informatie

Arbeidsmarkt vijftigplussers

Arbeidsmarkt vijftigplussers Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Arbeidsmarkt vijftigplussers Samenvatting 2012) 50.216 werkende 50+ ers (2011) aantal werkende vijftigplussers

Nadere informatie

Hoeveel werkzoekenden telt uw gemeente?

Hoeveel werkzoekenden telt uw gemeente? Hoeveel werkzoekenden telt uw gemeente? Tanja Termote Sociaaleconomisch beleid, WES Van de 25.500 werkzoekenden in West-Vlaanderen wonen er 306 in en 166 in Moorslede. Maar hoe zit dat precies in uw gemeente?

Nadere informatie

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt 07 Arbeidsmarktmobiliteit geringer dan in voorgaande jaren Bijna miljoen mensen wisselen in 2008 van beroep of werkgever Afname werkzame door crisis

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

1. Voor de jaren 2013 en 2014 kreeg ik graag een overzicht van het aantal 50-plussers dat:

1. Voor de jaren 2013 en 2014 kreeg ik graag een overzicht van het aantal 50-plussers dat: SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 496 van EMMILY TALPE datum: 27 maart 2015 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Informatiesessies voor oudere werklozen - VDAB en vakbonden

Nadere informatie

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden 4.2. Participatiegraad Om de vooropgestelde steekproef van 10.000 personen te realiseren, werden 35.023 huishoudens geselecteerd op basis van het Nationaal Register. Met 11.568 huishoudens werd gepoogd

Nadere informatie

De perceptie van jongeren op de arbeidsmarkt en de rol van uitzendarbeid

De perceptie van jongeren op de arbeidsmarkt en de rol van uitzendarbeid Samenvattende nota Juni 2010 De perceptie van jongeren op de arbeidsmarkt en de rol van uitzendarbeid Op basis van het gelijknamige onderzoeksrapport van IDEA Consult In opdracht van Federgon voerde het

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in april 2015

De arbeidsmarkt in april 2015 De arbeidsmarkt in april 2015 Datum: 12 mei 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche april 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Klanttevredenheidsonderzoek Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Aanleiding, methode en respons Aanleiding Gedurende de afgelopen jaren heeft de gemeente Olst-Wijhe meerdere onderzoeken

Nadere informatie

Eindrapport Sluitende aanpak 2006 (gemeentedomein) Uitstroom en begeleiding naar werk van bijstandsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigden

Eindrapport Sluitende aanpak 2006 (gemeentedomein) Uitstroom en begeleiding naar werk van bijstandsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigden Eindrapport Sluitende aanpak 2006 (gemeentedomein) Uitstroom en begeleiding naar werk van bijstandsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigden Antoinette van Poeijer en Caroline Bloemendal Centraal Bureau

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende

Nadere informatie

Sessie 1 Vinden de Vlaamse jongeren jobs? Hoe snel, welke jobs en hoe?

Sessie 1 Vinden de Vlaamse jongeren jobs? Hoe snel, welke jobs en hoe? Sessie 1 Vinden de Vlaamse jongeren jobs? Hoe snel, welke jobs en hoe? Over hoeveel jongeren weten wij iets? AANTAL RESPONDENTEN MET OOIT EEN BAAN NAAR GEBOORTECOHORTE Golf 1 Golf 2 Golf 3 TOTAAL Cohorte

Nadere informatie

De loopbaan van een werkloze

De loopbaan van een werkloze De loopbaan van een werkloze Wat zijn de loopbaanpatronen van de werklozen? Wie blijft er werkloos en wie vindt er een job? De analyse van de loopbaanpatronen van de werklozen maakt het mogelijk om profielen

Nadere informatie

1. Welke doelgroepen waren afgelopen vijf jaren afnemers van de dienstencheques? Graag cijfers per doelgroep en jaar.

1. Welke doelgroepen waren afgelopen vijf jaren afnemers van de dienstencheques? Graag cijfers per doelgroep en jaar. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 325 van PETER VAN ROMPUY datum: 5 februari 2015 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Dienstencheques - Doelgroepenbeleid Door de zesde staatshervorming

Nadere informatie

10. Banen met subsidie

10. Banen met subsidie 10. Banen met subsidie Eind 2002 namen er 178 duizend personen deel aan een van de regelingen voor gesubsidieerd werk. Meer dan eenzesde van deze splaatsen werd door niet-westerse allochtonen bezet. Ze

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2015

De arbeidsmarkt in augustus 2015 De arbeidsmarkt in augustus 2015 Datum: 8 september 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers FOCUS OP TALENT BAROMETER Kansengroepen in cijfers 217-218 Inhoudsopgave 1. Verklarende woordenlijst... 2. Samenvatting... 4. PERSONEN MET EEN ARBEIDSHANDICAP... 7 4. PERSONEN GEBOREN BUITEN EU28... 12

Nadere informatie

Activering en opleiding van werklozen: actualisering van de resultaten (2 de semester 2013)

Activering en opleiding van werklozen: actualisering van de resultaten (2 de semester 2013) Directie statistieken, begroting en studies Activering en opleiding van werklozen: actualisering van de resultaten (2 de semester 2013) Inleiding In juli 2013 werd de studie Activering en opleiding van

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in oktober 2015

De arbeidsmarkt in oktober 2015 De arbeidsmarkt in oktober 2015 Datum: 9 november 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche oktober 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

Enkele cijfers Vaststellingen en antwoorden. Focus op. Jobkanaal Diversiteitsplannen Jobcoaching IBO Financiële tewerkstellingsmaatregelen

Enkele cijfers Vaststellingen en antwoorden. Focus op. Jobkanaal Diversiteitsplannen Jobcoaching IBO Financiële tewerkstellingsmaatregelen Kunnen kansengroepen de krapte doen vergeten? Steve Vanhorebeek. Enkele cijfers Vaststellingen en antwoorden Jobkanaal Diversiteitsplannen Jobcoaching IBO Financiële tewerkstellingsmaatregelen Focus op

Nadere informatie

Het Vlaamse beleid legt de laatste jaren steeds meer de nadruk op uitstroom uit de sociale economie naar de reguliere arbeidsmarkt.

Het Vlaamse beleid legt de laatste jaren steeds meer de nadruk op uitstroom uit de sociale economie naar de reguliere arbeidsmarkt. De sociale inschakelingseconomie als springplank naar duurzame uitstroom? Een analyse van de uit- en doorstroom vanuit de invoegmaatregel, Werkervaring (WEP+) en de sociale werkplaatsen. Jacobs, L., Heylen,

Nadere informatie

Longitudinale analyse van de begunstigden van de taalcheques

Longitudinale analyse van de begunstigden van de taalcheques Januari 2013 Longitudinale analyse van de begunstigden van de taalcheques 1. Inleiding Het heeft de analyse van de maatregel van de taalcheques geactualiseerd. Het doel van deze nieuwe analyse is om opnieuw

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in mei 2015

De arbeidsmarkt in mei 2015 De arbeidsmarkt in mei 2015 Datum: 11 juni 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche mei 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

BIJLAGEN. Wel of niet aan het werk. Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten

BIJLAGEN. Wel of niet aan het werk. Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten BIJLAGEN Wel of niet aan het werk Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten Patricia van Echtelt Stella Hof Bijlage A Multivariate analyses... 2

Nadere informatie

Focus. Loonkoppeling in de werkloosheidsuitkeringen

Focus. Loonkoppeling in de werkloosheidsuitkeringen Focus Loonkoppeling in de werkloosheidsuitkeringen Inleiding De werknemer die werkloos wordt en toelaatbaar is op basis van arbeidsprestaties krijgt in toepassing van het verzekeringsprincipe een cijfercode

Nadere informatie

Opleiding gewikt en gewogen. bruto en netto effecten van Training en Opleiding bij VDAB

Opleiding gewikt en gewogen. bruto en netto effecten van Training en Opleiding bij VDAB Opleiding gewikt en gewogen bruto en netto effecten van Training en Opleiding bij VDAB 1 Voornaamste conclusies netto-effecten Globaal verbeteren de tewerkstellingskansen van alle werkzoekenden beduidend.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in december 2014

De arbeidsmarkt in december 2014 De arbeidsmarkt in december 2014 Datum: 14 januari 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche december 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat

Nadere informatie

Evolutie van de toestand op de arbeidsmarkt van een cohorte van werkzoekenden

Evolutie van de toestand op de arbeidsmarkt van een cohorte van werkzoekenden Evolutie van de toestand op de arbeidsmarkt van een cohorte van werkzoekenden 1 Inleiding Dankzij de gegevens afkomstig van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid konden we de evolutie nagaan van de

Nadere informatie

Vlaams Archeologencollectief

Vlaams Archeologencollectief Vlaams Archeologencollectief Resultaten enquête verloning 7 Resultaten VLAC-enquête 7 Inhoudstafel. Algemene informatie. Verdeling respondenten. Private sector. Functie. Ervaring. Brutoloon. Contract 9.

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in juli 2014

De arbeidsmarkt in juli 2014 De arbeidsmarkt in juli 2014 Datum: 13 augustus 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche juli 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in februari 2015

De arbeidsmarkt in februari 2015 De arbeidsmarkt in februari 2015 Datum: 24 maart 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche februari 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1.

Nadere informatie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie Lange duur werkfractie / werkfractie Werkfractie Spotlight Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht Deze keer: De evoluties van de overgangen naar werk van de werklozen volgens hun profiel. 1 Inleiding

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere Inleiding Erfgoed is een brede en overkoepelende term waarbinnen roerend, onroerend en immaterieel erfgoed wordt onderscheiden. Deze drie categorieën zijn in de praktijk sterk verweven met elkaar, maar

Nadere informatie

Arbeidsmarkt personen met een arbeidshandicap

Arbeidsmarkt personen met een arbeidshandicap Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Arbeidsmarkt personen met een arbeidshandicap Samenvatting De ene persoon met een arbeidshandicap is

Nadere informatie

Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel

Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel 1 Inleiding Naar aanleiding van het nieuwe kwaliteitszorgsysteem dat werd ingevoerd bij de opschorting van de opleidingsvisitaties, werd beslist om

Nadere informatie

Eindrapport Sluitende aanpak 2005 (gemeentedomein)

Eindrapport Sluitende aanpak 2005 (gemeentedomein) Eindrapport Sluitende aanpak 2005 (gemeentedomein) Uitstroom en begeleiding naar werk van bijstandsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigen Han van den Berg en Antoinette van Poeijer Centraal Bureau

Nadere informatie

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 Seppe Van Gils In vergelijking met Europa (EU-15) wordt Vlaanderen gekenmerkt door een gemiddeld aandeel werkenden (63,4%). Ten opzichte van het gemiddelde

Nadere informatie

Korte jobs: springplank naar een duurzame baan?

Korte jobs: springplank naar een duurzame baan? Korte jobs: springplank naar een duurzame baan? Universiteit Gent Arbeidsmarktcongres Steunpunt Werk en Sociale Economie Leuven 17 December 2008 1. Inleiding Jeugdwerkloosheidsgraad (15-24 jaar) is bijzonder

Nadere informatie

HERMES. Onderzoek naar het personeelsverloop in de bouwsector Brussel 2011

HERMES. Onderzoek naar het personeelsverloop in de bouwsector Brussel 2011 HERMES 3 Onderzoek naar het personeelsverloop in de bouwsector Brussel 2011 Inhoudsopgave I. Inleiding... 2 A. Opzet onderzoek... 2 B. Bespreking populatie... 3 II. Verloop... 4 A. Algemeen... 4 1. Brussel...

Nadere informatie

Hoe zoeken werkzoekenden?

Hoe zoeken werkzoekenden? Hoe zoeken werkzoekenden? Gerlinde Doyen & Miet Lamberts (2001), Hoe zoeken werkzoekenden? HIVA-K.U.Leuven, Leuven, 214 p. Het gaat goed op de Vlaamse arbeidsmarkt anno 2000. Sinds een aantal jaren stijgt

Nadere informatie

BAROMETER JUNI Kansengroepen blijven een structureel knelpunt 1

BAROMETER JUNI Kansengroepen blijven een structureel knelpunt 1 JUNI 2015 BAROMETER Kansengroepen blijven een structureel knelpunt 1 Uit een nieuwe arbeidsmarktanalyse van het Steunpunt WSE blijkt dat Vlaanderen slechts matig scoort in vergelijking met de EU-regio

Nadere informatie

WKK-barometer najaar. Zwartzustersstraat 16, bus Leuven

WKK-barometer najaar. Zwartzustersstraat 16, bus Leuven WKK-barometer 2017 najaar Zwartzustersstraat 16, bus 0102-3000 Leuven 016 58 59 97 info@cogenvlaanderen.be www.cogenvlaanderen.be Dit is de vierde WKK-barometer die COGEN Vlaanderen publiceert. Deze peiling

Nadere informatie

MOBILITEIT TUSSEN WERK EN NIET-WERK Hoofdstuk 11

MOBILITEIT TUSSEN WERK EN NIET-WERK Hoofdstuk 11 MOBILITEIT TUSSEN WERK EN NIET-WERK Hoofdstuk 11 Maarten Tielens In het kader van de Europese werkgelegenheidsdoelstellingen tracht de regering zoveel mogelijk personen aan het werk te krijgen. In hoofdstuk

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten -

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 14 mei 2008 Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in 2007 - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - In 2007 Zijn 4,38 miljoen in

Nadere informatie

FOCUS. De springplank

FOCUS. De springplank FOCUS De springplank Nummer 19 Oktober 2017 1. Inleiding De vraag stelt zich dikwijls, of de activerings- en andere maatregelen die de OCMW s opzetten, een duurzaam effect hebben. Met andere woorden: hebben

Nadere informatie

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft. ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 8 november 2006 1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie

Achterblijvers in de bijstand

Achterblijvers in de bijstand Achterblijvers in de Paula van der Brug, Mathilda Copinga en Maartje Rienstra Van de mensen die in 2001 in de kwamen, was 37 procent eind 2003 nog steeds afhankelijk van een suitkering. De helft van deze

Nadere informatie

NOVEMBER 2014 BAROMETER

NOVEMBER 2014 BAROMETER NOVEMBER 2014 BAROMETER In deze nieuwe editie van de barometer staan we stil bij de Census 2011 die afgelopen maand werd gepubliceerd door Statistics Belgium, onderdeel van de FOD Economie. We vertalen

Nadere informatie

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu SAMENVATTING dr. L.A. Plugge 1, drs. J. Hoonhout 2, T. Carati 2, G. Holle 2 Universiteit Maastricht IKAT, Fac. der Psychologie Inleiding Het

Nadere informatie

Trajectwerking: Een routeplan naar werk

Trajectwerking: Een routeplan naar werk Trajectwerking: Een routeplan naar werk Inleiding Sinds drie jaar is VDAB overgeschakeld op trajectwerking. In deze topic brengen we verslag uit van de realisaties in 2001 en belichten we waar mogelijk

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

TEWERKSTELLINGS- MAATREGEL JONGERENBONUS

TEWERKSTELLINGS- MAATREGEL JONGERENBONUS Koning Albert II-laan 35 bus 20 1030 BRUSSEL www.werk.be /////////// TEWERKSTELLINGS- MAATREGEL JONGERENBONUS Een cijfermatige analyse /////////// 1 Inhoud 2 Inleiding... 3 3 Kenmerken en bereik van de

Nadere informatie

Allochtoon talent aan het werk

Allochtoon talent aan het werk Allochtoon talent aan het werk Ethnische verschillen in posities op de arbeidsmarkt van recent afgestudeerden VFO Studiedag dr. Steven Lenaers 13 november 2008 Inhoud I. Onderzoeksthema II. Methodologie

Nadere informatie

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 19 juli 2007 Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies Eén op de tien Belgen werkt in een ander gewest; één op de vijf in een andere

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in mei 2014

De arbeidsmarkt in mei 2014 De arbeidsmarkt in mei 2014 Datum: 13 juni 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche mei 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen eind

Nadere informatie