1. Welke doelgroepen waren afgelopen vijf jaren afnemers van de dienstencheques? Graag cijfers per doelgroep en jaar.

Transcriptie

1 SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 325 van PETER VAN ROMPUY datum: 5 februari 2015 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Dienstencheques - Doelgroepenbeleid Door de zesde staatshervorming is de bevoegdheid over de dienstencheques naar Vlaanderen overgekomen. Volgens het Vlaams regeerakkoord biedt dit de kans om: een blijvende impuls te geven aan de werkzaamheidsgraad door de werkenden te ondersteunen in hun combinatie arbeid-privé. Daarnaast is het stelsel van de dienstencheques een belangrijk instrument in de strijd tegen het zwartwerk en de activering van laaggeschoolde en langdurig werkzoekenden. Net zoals onder de federale overheid moeten dienstencheques voornamelijk dienen om de combinatie werk en privé voor werkende koppels makkelijker te maken. 1. Welke doelgroepen waren afgelopen vijf jaren afnemers van de dienstencheques? Graag cijfers per doelgroep en jaar. 2. Hoe evalueert de minister deze trend? 3. Hoe zal de minister ervoor zorgen dat vooral werkende koppels van de dienstencheques gebruik maken?

2 PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT ANTWOORD op vraag nr. 325 van 5 februari 2015 van PETER VAN ROMPUY 1. De RVA heeft enkel gegevens over het geslacht en de leeftijd van de gebruikers. Andere profielkenmerken zijn niet gekend. Hieronder vindt u een overzicht van het aantal gebruikers, gedomicilieerd in Vlaanderen, dat een beroep heeft gedaan op het stelsel van de dienstencheques voor de periode 2010 tot 2014, naar geslacht en volgens leeftijdsklasse. De gebruikers die dienstencheques hebben aangekocht in het kader van moederschapshulp voor vrouwelijke zelfstandigen zijn hierbij inbegrepen. LEEFTIJDKLASSE MANNEN GESLACHT VROUWEN TOTAAL -20 JAAR JAAR TOT -30 JAAR JAAR TOT -40 JAAR JAAR TOT -50 JAAR JAAR TOT -60 JAAR JAAR TOT -70 JAAR JAAR TOT -80 JAAR JAAR EN JAAR JAAR TOT -30 JAAR JAAR TOT -40 JAAR JAAR TOT -50 JAAR JAAR TOT -60 JAAR JAAR TOT -70 JAAR JAAR TOT -80 JAAR JAAR EN JAAR JAAR TOT -30 JAAR JAAR TOT -40 JAAR JAAR TOT -50 JAAR JAAR TOT -60 JAAR JAAR TOT -70 JAAR JAAR TOT -80 JAAR JAAR EN JAAR JAAR TOT -30 JAAR

3 30 JAAR TOT -40 JAAR JAAR TOT -50 JAAR JAAR TOT -60 JAAR JAAR TOT -70 JAAR JAAR TOT -80 JAAR JAAR EN JAAR JAAR TOT -30 JAAR JAAR TOT -40 JAAR JAAR TOT -50 JAAR JAAR TOT -60 JAAR JAAR TOT -70 JAAR JAAR TOT -80 JAAR JAAR EN In het kader van de evaluatie van het stelsel van de dienstencheques 2010 werd in 2011 een enquête afgenomen bij de gebruikers. Op basis van de resultaten van die enquête konden de profielkenmerken van gebruikers beter in kaart worden gebracht. Hieronder vindt u de resultaten: Vlaanderen (N=4.400) Statuut Personen met handicap ten laste Alleenstaand 23,8% Samenwonend 76,2% % gebruikers zonder persoon met handicap ten laste 94,2% % gebruikers met persoon met handicap ten laste 5,8% Loontrekkende - ambtenaar 53,7% Zelfstandige 12,0% Werkzoekend 0,7% Beroepssituatie (brug)pensioen 28,3% Huisvrouw 2,0% Invalide 2,9% Student 0,1% Andere 0,2% Deeltijds 1,8% Arbeidsregime Halftijds 5,8% Tussen halftijds en voltijds 23,2% Voltijds 69,3%

4 Onderwijsniveau Inkomensklasse Lagere school 3,9% Lager middelbaar onderwijs Hoger middelbaar onderwijs Hoger onderwijs of universiteit 8,5% 24,7% 62,0% Andere 0,9% =< /maand 3,4% / maand 27,1% / maand 22,9% / maand 21,6% / maand 10,3% > /maand 4,8% Ik weet het niet 9,9% 2. Uit de opdeling van het gebruik naar geslacht kunnen we geen conclusies trekken. Bij gezinnen kunnen beide partners dienstencheques bestellen. De gebruikers die het meest gebruik maken van het stelsel de dienstencheques behoren tot de leeftijdscategorie van de 30- tot 60-jarigen. Verder kunnen we constateren dat meer dan 30% 60 jaar of ouder is. Als we kijken naar de evolutie van het aantal gebruikers in functie van de leeftijd ten opzichte van het totaal aantal gebruikers, zien we de laatste jaren een lichte daling van het aandeel gebruikers jonger dan 50 jaar tegenover een lichte stijging van het gebruik door de 50plussers. Op basis van de profielkenmerken van de gebruikers die werden verkregen in het kader van de evaluatie kan geen tendens vastgesteld worden. We kunnen uit die gegevens wel afleiden dat 3 op 4 gebruikers samenwonend is. Meer dan 60% van de gebruikers is hooggeschoold. De inkomenscategorie van de gezinnen die een beroep doen op het systeem is daarentegen vrij uiteenlopend. Verder stellen we vast dat de meerderheid van de gebruikers loontrekkend of ambtenaar is met een voltijdse betrekking. Samen met de zelfstandigen maken ze twee derde van de gebruikers uit. De (pre)gepensioneerden vormen nog bijna een derde. Personen met andere beroepssituaties maken zeer beperkt gebruik van het systeem. 3. Hoewel het systeem bedoeld is om werk en privé beter op elkaar te kunnen afstemmen en gezinnen te ondersteunen bij de uitvoering van de huishoudelijke taken, heeft men met het stelsel nooit specifiek ingespeeld op de gezinnen waarbij de partners uit werken gaan. Het stelsel van de dienstencheques is altijd al toegankelijk geweest voor iedereen (werkenden, werkzoekenden, ouderen, ). Het systeem heeft immers nog andere doelen voor ogen, namelijk het verhogen van de tewerkstellingsgraad van laaggeschoolden en langdurig werklozen en het tegengaan van zwartwerk. Verder worden de dienstencheques beschouwd als een consumentensubsidie, wat het systeem toegankelijk moet maken voor iedereen.

5 Zoals eerder gesteld stel ik toch vast dat twee derde van de gebruikers professioneel actief zijn. De andere belangrijke groep gebruikers zijn (pre)gepensioneerden. Het is niet mijn intentie om deze gebruikers uit te sluiten.