Onderwerp Vaststellen beleidsregels t.b.v. uitvoering minimabeleid in 2011

Transcriptie

1 Openbaar Onderwerp Vaststellen beleidsregels t.b.v. uitvoering minimabeleid in 2011 Programma / Programmanummer Werk & Inkomen / 9230 BW-nummer Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting Met het vaststellen van het voorstel Ombuigingen Werk en Inkomen 2011 en verdere jaren hebben we voor het minimabeleid in 2011 enkele wijzigingen doorgevoerd. Dit betreft: het beëindigen van de Geld-Terug-Regeling, het aanpassen van het schoolfonds en op laten gaan in het Kinderfonds en het verstrekken van computers vanuit de bijzondere bijstand in plaats vanuit maatschappelijke participatie. Ook de bijdrage voor de regeling chronisch zieken, ouderen en gehandicapten 2011 wordt conform besluitvorming aangepast. Deze aanpassingen moeten ook in de beleidsregels worden verwerkt. Het college is bevoegd deze beleidsregels vast te stellen. In verband met de uitvoering van ons nieuwe beleid per 1 januari 2011 is vaststelling vóór 31 december 2010 noodzakelijk. Dit uitvoeringstechnische voorstel dient daartoe. Ter besluitvorming door het college 1. De Beleidsregel Maatschappelijke participatie (2010) gepubliceerd onder nummer GB voor wat betreft het onderdeel Geld- Terug-Regeling met ingang van 1 januari 2011 in te trekken en voor wat betreft de resterende onderdelen Schoolfonds en Computerregeling, met ingang van 1 augustus 2011 in te trekken. 2. De beleidsregel Categoriale bijzondere bijstand voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen (2010) gepubliceerd onder nummer GB in te trekken per 1 januari De beleidsregel Categoriale bijzondere bijstand voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen (2011) vast te stellen en in werking te laten treden per 1 januari Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. L110, Otto Ritsema, 2465 Datum ambtelijk voorstel 30 november 2010 Registratienummer Programmamanager I. Hol Paraaf akkoord Datum Programmadirecteur M. Wetzels Alleen ter besluitvorming door het College Besluit B&W d.d. 14 december 2010 nummer: 3.10 Conform advies Aanhouden Anders, nl. Bestuursagenda Paraaf akkoord Datum Gemeentesecretaris Portefeuillehouder

2 1 Probleemstelling Met het vaststellen van het voorstel Ombuigingen Werk en Inkomen 2011 en verdere jaren hebben we voor het minimabeleid in 2011 enkele wijzigingen doorgevoerd. Dit betreft: het beëindigen van de Geld-Terug-Regeling (GTR), het beëindigen van het schoolfonds welke opgaat in het Kinderfonds, het verstrekken van computers vanuit de bijzondere bijstand in plaats vanuit maatschappelijke participatie, en aanpassen van de bijdrage voor de regeling chronisch zieken, ouderen en gehandicapten Deze aanpassingen moeten ook in de beleidsregels worden verwerkt. Het college is bevoegd deze beleidsregels vast te stellen. In verband met de uitvoering van ons nieuwe beleid per 1 januari 2011 is vaststelling vóór 31 december 2010 noodzakelijk. Dit uitvoeringstechnische voorstel dient daartoe. De wijzigingen in de Langdurigheidstoeslag zijn opgenomen in de verordening Langdurigheidstoeslag Deze verordening is via het voorstel Verzamelvoorstel Werk en Inkomen 2011 aan de raad op 1 december 2010 ter vaststelling voorgelegd. 2 Juridische aspecten Het vaststellen van beleidsregels is een bevoegdheid van het college. 3 Doelstelling Door het vaststellen van de gewijzigde beleidregels, kunnen we conform onze beleidsmatige en juridische kaders in 2011 uitvoering geven aan ons minimabeleid. 4 Argumenten Beslispunt 1: Intrekken beleidsregels maatschappelijke participatie Deze specifieke beleidsregel omvat regels voor uitvoering van: de Geld-Terug-Regeling (GTR), het schoolfonds, en de computerregeling. Zoals het beslispunt aangeeft, worden de regelingen op verschillende momenten aangepast. De GTR per 1 januari 2011, terwijl het schoolfonds en de computerregeling nog doorlopen tot 1 augustus Dit doen we omdat de GTR kalenderjaar georiënteerd is, en de andere twee regelingen juist gericht zijn op het schooljaar. Beslispunt 1 heeft ten doel om deze werkwijze te volgen. Omdat de beleidsregel textueel niet wijzigt, is deze niet bijgevoegd. Het nemen van het besluit op dit punt is voldoende om juridische kracht aan de beleidswijziging te geven. Hieronder worden de veranderingen conform besluitvorming over het voorstel Ombuigingen Werk en Inkomen 2011 en verdere jaren per regeling beschreven.

3 Vervolgvel 2 Beëindiging Geld-Terug-Regeling De beleidsregel wordt voor het onderdeel van de GTR per 1 januari 2011 ingetrokken. Dit betekent dat aanvragen voor deze regeling over 2011 niet meer kunnen worden ingediend. Aanvragen over 2010 kunnen nog tot 31 maart 2011 worden ingediend. Daarna worden aanvragen voor de GTR niet meer in behandeling genomen. Van schoolfonds naar Kinderfonds De beleidsregel wordt per 1 augustus 2011 ingetrokken voor het onderdeel van het schoolfonds. Dit betekent dat het schoolfonds zoals we dat nu kennen per dan eindigt. Aanvragen voor het huidige schoolfonds betreffende het schooljaar 2009/2010 kunnen nog tot 31 juli 2010 bij de gemeente Nijmegen worden ingediend. Daarna worden aanvragen niet meer in behandeling genomen. Per 1 augustus 2011 zal Stichting Leergeld Nijmegen binnen het Kinderfonds starten met het verstrekken van een bijdrage in de schoolkosten. Daartoe zal ons college in 2011 aan St. Leergeld een subsidie verstrekken. Hiertoe volgt nog een separaat collegevoorstel begin Overheveling computerregeling van maatschappelijke participatie naar individuele bijzondere bijstand Ten slotte wordt de beleidsregel per 1 augustus 2011 ingetrokken voor het onderdeel van de computerregeling. Dit leidt ertoe dat aanvragen voor een computer onder de huidige voorwaarden nog kunnen worden ingediend tot 31 juli Per 1 augustus 2011 wordt de regeling onderdeel van verstrekkingen in het kader van de bijzondere bijstand. Deze wijziging verwerken we nog in de beleidsregel Bijzondere bijstand. Deze beleidsregel zal begin 2011 via een separaat collegevoorstel in ons college worden besproken en vastgesteld. Beslispunt 2 en 3: Wijziging beleidsregels chronisch zieken, gehandicapten en ouderen De hoogte van de bijdrage is in de beleidsregel opnieuw bepaald. De hoogte van de bijdrage is conform besluitvorming via het voorstel Ombuigingen Werk en Inkomen 2011 en verdere jaren bepaald op 150 per huishouden per jaar. Tevens wordt de maand september de peilmaand voor alle doelgroepen die van de regeling gebruik kunnen maken. Dit werkt efficiënter voor uitvoering en is duidelijker voor de aanvrager. In de oude beleidsregel bestond hierin nog een afwijking. Met beslispunt 2 trekken we de oude beleidsregel in en via beslispunt 3 treedt de nieuwe beleidsregel in werking. 5 Financiën Dit voorstel heeft geen financiële consequenties anders dan eerder besloten. De financiële middelen voor uitvoering van ons minimabeleid in 2011 zijn geregeld via: vaststelling van het voorstel Ombuigingen Werk en Inkomen 2011 en verdere jaren op 10 november 2010 door de raad, en vaststelling van het voorstel Verzamelvoorstel Werk en Inkomen 2011 op 1 december 2010 door de raad. 6 Communicatie De wijzigingen in de beleidsregels worden gepubliceerd in het Gemeenteblad.

4 Vervolgvel 3 7 Uitvoering en evaluatie Door aanpassing van de beleidsregels kunnen we per 1 januari 2011 met de uitvoering van ons minimabeleid starten. Vóór 1 augustus 2011 volgt nog eenmaal een aanpassing van de beleidsregels Bijzondere bijstand in verband met de overgang van computers vanuit maatschappelijke participatie naar bijzondere bijstand. 8 Risico n.v.t. Bijlage(n): Beleidsregel Categoriale bijzondere bijstand voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen (2011)

5 Beleidsregel Categoriale bijzondere bijstand voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen (2011) Artikel 35 lid 3 en 4 van de Wet werk en bijstand geven het college de bevoegdheid categoriale bijzondere bijstand te verlenen aan belanghebbenden van 65 jaar of ouder en aan chronisch zieken of gehandicapten. Van deze bevoegdheid maakt het college als volgt gebruik. De categoriale bijzondere bijstand voor chronisch zieken en gehandicapten is bedoeld om een tegemoetkoming te geven in de extra verborgen kosten die te maken hebben met een chronische ziekte of handicap. Verborgen kosten zijn uitgaven die regelmatig terugkeren en die niet of nauwelijks te berekenen zijn. Voorbeelden daarvan zijn: - hogere verwarmingskosten - hogere telefoonkosten - hogere kosten voor kleding door meer slijtage en bewassing - hogere kosten voor aangepaste voeding Doelgroep Recht op een jaarlijkse éénmalige verstrekking hebben de volgende belanghebbenden met een inkomen op minimumniveau: 1. Belanghebbenden van 18 jaar of ouder die een voorziening ingevolge de Wet maatschappelijke ondersteuning hebben 2. Belanghebbenden die een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO-, WIA- (WGA- en IVA), Wajong- of WAZ-uitkering) ontvangen 3. Belanghebbenden die 65 jaar of ouder zijn; 4. Belanghebbenden die kunnen aantonen chronisch ziek of gehandicapt te zijn. In ieder geval wordt dit aangetoond indien men een tegemoetkoming ingevolge de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) ontvangt. Inkomen op minimumniveau Voor het bepalen van de inkomensgrenzen wordt aangesloten bij de inkomensgrenzen die gehanteerd zijn bij de overige regelingen in het kader van het minimabeleid en staan vermeld op de normenkaart. Middelentoets Alvorens bijstand kan worden toegekend vindt een middelentoets plaats. Deze bestaat uit een inkomenstoets en een vermogenstoets. Voor de belanghebbenden van 65 jaar en ouder die in een verzorgingshuis verblijven wordt ervan uitgegaan dat zij een inkomen op minimumniveau hebben (geen verificatie). Het inkomen kan bestaan uit een uitkering, eventueel aangevuld met een toeslag op grond van de Toeslagenwet, alimentatie of uit inkomen uit arbeid. Heffingskortingen en andere inkomensbronnen genoemd in art 31 lid 2 Wwb blijven buiten beschouwing. Vermogen De vermogensgenzen van artikel 34 Wwb zijn van toepassing. Zie hiervoor de normenkaart. Hoogte verstrekking De categoriale bijzondere bijstand voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen is vastgesteld op 150,-

6 Samenloop Er bestaat per huishouden slechts éénnmaal recht op de categoriaal te verstrekken bijzondere bijstand per jaar. Meerdere verstrekkingen aan belanghebbenden die tot twee doelgroepen behoren is uitgesloten. Evenmin bestaat recht op meerdere verstrekkingen indien er twee partners zijn die beiden tot de doelgroep behoren. Procedure De doelgroep wordt zoveel mogelijk op geautomatiseerde wijze geselecteerd. Deze belanghebbenden ontvangen een brief met daarbij een kort aanvraagformulier. Voor de belanghebbenden binnen de doelgroep die niet op deze wijze worden geselecteerd geldt dat zij zelf een aanvraag kunnen indienen. Verstrekking. De aanvang van uitvoering van deze verstrekking vindt jaarlijks in de maand oktober plaats Peildatum Als peilmaand voor toetsing van het inkomen en vermogen geldt de maand september van het kalenderjaar waar de aanvraag betrekking op heeft. Voor het bepalen of een persoon valt binnen de voor de doelgroep gehanteerde leeftijdsgrenzen, geldt dat de genoemde leeftijd in de maand september van het kalenderjaar bereikt moet zijn of bereikt moet worden. Tijdig aanvragen Om in aanmerking te komen voor de eenmalige uitkering bijzondere bijstand chronisch zieken, gehandicapten en ouderen dient uiterlijk vóór 1 april van het kalenderjaar volgend op het jaar van uitvoering een aanvraag te zijn ingediend. Verificatie en bewijsstukken Voor de belanghebbenden die op geautomatiseerde wijze worden geselecteerd vindt geen verdere verificatie van bewijsstukken plaats voor wat betreft gegevens die reeds bij het college bekend zijn. Voor zover gegevens over vermogen en inkomen niet bekend zijn vindt verificatie plaats middels een kopie van bankafschrift(en) en inkomensgegevens middels salaris- of uitkeringsspecificatie. Voor alimentatie geldt dat een bankafschrift voldoende is. Voor de belanghebbenden die niet op geautomatiseerde wijze worden geselecteerd en zich middels een aanvraag voor de eerste keer melden, geldt dat zij zelf moeten aantonen dat zij tot één van de doelgroepen behoren. Voor deze belanghebbenden vindt de volgende verificatie plaats: GBA inschrijving (wonend in Nijmegen, plus leeftijd) Geldig legitimatiebewijs (geen rijbewijs) Kopie bank-/giropas of bankafschrift Inkomensgegevens (salaris- of uitkeringsspecificatie, voor alimentatie geldt dat een bankafschrift voldoende is )